brochure inburgering 2011

32
Toezicht op de inburgeringsexamens 2011

Upload: kce

Post on 12-Mar-2016

216 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Informatie over aanwijzing tot exameninstelling inburgering en het toezicht op de inburgeringsexamens door KCE.

TRANSCRIPT

Page 1: Brochure inburgering 2011

Toezicht op de inburgeringsexamens2011

Page 2: Brochure inburgering 2011

KCEPostbus 4993800 AL Amersfoort0800 - 523 46 [email protected]

2

Page 3: Brochure inburgering 2011

3

Inleiding� 4Wettelijke vereisten 4Toetsing groeit mee 5Normeringen en verklaringen 5Klachten 5Bezwaar en/of beroep 7Kosten 7

Basistoets� 8Basiscriteria en auditaspecten 8Normeringen en verklaringen 8Stappenplan 8Geldigheid positief advies Basistoets 11Aanwijzing aanvragen 11Basistoets basiscriteria 12

Integraal�toezicht� 15Kritieke en overige beoordelingscriteria 15Goedkeurende, voorwaardelijke en afkeurende verklaringen 16Stappenplan 19Geldigheid goedkeurende verklaring Integraal toezicht 23Aanwijzing verlengen 23Beoordelingskader Toezicht decentrale exameninstellingen 24

Proportioneel�toezicht� 27Kritieke en overige beoordelingscriteria 27Goedkeurende, voorwaardelijke en afkeurende verklaringen 27Auditcyclus 27Stappenplan 28Geldigheid goedkeurende verklaring Proportioneel toezicht 30Aanwijzing verlengen 30

Afwijkend�toezicht� 31Centrale exameninstelling inburgering 31Geestelijk bedienaren 31

Inhoudsopgave

Page 4: Brochure inburgering 2011

4

Inleiding

Deze brochure is bedoeld voor organisaties die exameninstelling inburgering

willen worden, en voor aangewezen exameninstellingen inburgering die hun

aanwijzing willen verlengen. De brochure bevat informatie over het toezicht op

de inburgeringsexamens door KCE in 2011.

Instellingen die inburgeringexamens afnemen, moeten ingeschreven staan in het

KCE-register. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)

heeft het KCE aangewezen voor de registratie van aangewezen instellingen en

het toezicht op de inburgeringexamens. Als u inburgeringsexamens wilt

aanbieden, moet u daarvoor zijn aangewezen door de Minister.

Wilt u uw instelling laten aanwijzen als exameninstelling inburgering?

Dat kan door de volgende stappen te doorlopen:

KCE voert bij uw instelling de Basistoets uit.

KCE verstrekt een positief advies voor aanwijzing.

Uw instelling stuurt een aanvraag naar de Minister van Binnenlandse Zaken,

samen met het rapport van de Basistoets.

De Minister van Binnenlandse Zaken besluit tot aanwijzing van uw

organisatie als exameninstelling inburgering.

KCE neemt uw instelling op in het KCE-register.

KCE voert bij uw instelling periodiek Integraal en Proportioneel toezicht

uit voor verlenging van uw aanwijzing.

Wettelijke�vereisten�KCE verstrekt een goedkeurende verklaring aan exameninstellingen die

aantonen dat de opzet en inrichting van de organisatie en de werkwijze voldoen

aan de relevante wettelijke vereisten. Deze vereisten zijn opgenomen in de Wet

inburgering (WI), het Besluit inburgering (BI), de Regeling inburgering (RI) en de

handleidingen assessment en portfolio. Op basis hiervan is een toetsingskader

opgesteld waarmee KCE de exameninstellingen beoordeelt. Dit toetsingskader

kan worden geactualiseerd; dit is voor het laatst gebeurd op 1 januari 2011.

Page 5: Brochure inburgering 2011

5

Toetsing�groeit�mee�Zolang uw instelling inburgeringsexamens afneemt, bent u verplicht om KCE

het toezicht op de inburgeringsexamens bij uw instelling te laten uitvoeren.

De vorm van het toezicht verandert naarmate uw organisatie langer inburgering-

e xamens aanbiedt, en dus al vaker is getoetst.

De ‘routes’ in onderstaand overzicht zijn op de meeste organisaties van

toepassing. De genoemde doorlooptijd bij KCE tot de oplevering van het

ontwerprapport is indicatief. Deze is onder meer afhankelijk van de complexiteit

van uw organisatie, zoals het aantal te beoordelen examenlocaties (ook wel

‘afnamelocaties’ genoemd).

Tijdstip Werkwijze Doorlooptijd Geldigheid

Basistoets Voor aanvang Documentenonderzoek Ca. 6 weken Max. 6 mnd.

Integraal Toezicht Binnen 3 mnd. na melding start examinering

Documentenonderzoek en verificatie op locatie

Ca. 8 weken Max. 1 jaar

Proportioneel Toezicht Binnen 1 jaar na 2e integraal toezicht

Zelfevaluatie en verificatie op locatie

Ca. 8 weken Max. 1 jaar

Normeringen�en�verklaringenVoor het toezicht op de inburgeringsexamens worden twee soorten beoorde-

lingscriteria gehanteerd: kritieke beoordelingscriteria en overige beoordelings-

criteria. KCE beoordeelt deze criteria met voldoende of onvoldoende. Als

resultaat van de beoordeling kan KCE verschillende verklaringen verstrekken:

Een positief advies of een negatief advies in het geval van een Basistoets.

Een goedkeurende, voorwaardelijke of afkeurende verklaring in het geval van

toezicht op de inburgeringsexamens.

KlachtenKCE beschikt over een klachtenprocedure. Deze kunt u downloaden van de

website www.kce.nl. Onder een klacht wordt verstaan: een formele opmerking

over de gang van zaken bij (de organisatie van) de Basistoets, het Integraal

toezicht of het Proportioneel toezicht.

Page 6: Brochure inburgering 2011
Page 7: Brochure inburgering 2011

7

Bezwaar�en/of�beroepTegen een bestuurlijk besluit is bezwaar en/of beroep mogelijk. KCE heeft

slechts een adviserende rol en neemt bij het toezicht op de inburgerings-

examens geen bestuurlijke besluiten. Tegen een negatief advies of een voor-

waardelijke of afkeurende verklaring kunt u dan ook geen bezwaar aantekenen.

De Minister van Binnenlandse Zaken neemt het formele besluit tot aanwijzing

van uw instelling als exameninstelling bij een Basistoets en tot een eventuele

verlenging van de aanwijzing na het toezicht op de inburgeringsexamens.

KostenDe kosten van het toezicht op de inburgeringsexamens variëren. Ze zijn afhan-

kelijk van de ontwikkelingsfase en de complexiteit van uw exameninstelling. In

onderstaand overzicht kunt u eenvoudig de kosten voor uw instelling aflezen.

De bedragen zijn exclusief 19% btw.

Basistoets € 210,-

Herbasistoets bij negatief advies Basistoets € 210,-

Voorlichtingsgesprek (een) Gratis

Begeleidingsgesprekken (drie) Gratis

Integraal toezicht op hoofdlocatie € 500,-

Per examenlocatie extra € 500,-

Hertoets bij voorwaardelijke verklaring Integraal toezicht € 500,-

Proportioneel toezicht op hoofdlocatie € 500,-

Aanvullend onderzoek bij Proportioneel toezicht Gratis

Hertoets bij voorwaardelijke verklaring Proportioneel toezicht € 500,-

Wilt u meer weten over de Basistoets, lees dan verder vanaf bladzijde 8.

Wilt u meer weten over Integraal toezicht, lees dan verder vanaf bladzijde 15.

Wilt u meer weten over Proportioneel toezicht, lees dan verder vanaf bladzijde 27.

Page 8: Brochure inburgering 2011

8

Basistoets

Het doorlopen van de Basistoets is noodzakelijk voor een aanwijzing als

exameninstelling inburgering. In de Basistoets beoordeelt KCE of uw

organisatie voldoet aan de basiscriteria. De basiscriteria zijn een verkorte

versie van het toetsingskader voor het toezicht op de inburgeringsexamens.

Basiscriteria�en�auditaspectenDe basiscriteria zijn onderverdeeld in zeven te beoordelen componenten

(auditaspecten):

1. Gelegenheid

2. Niveau praktijkdeel

3. Waarborg kwaliteit

4. Examenreglement

5. Examencommissie

6. Commissie van beroep

7. Handelsregister

Het volledige overzicht van basiscriteria vindt u aan het einde van dit hoofdstuk.

Normeringen�en�verklaringenAlle auditaspecten met de onderliggende beoordelingscriteria worden

beoordeeld met voldoende of onvoldoende. In de Basistoets zijn alle

auditaspecten zogeheten kritieke auditaspecten: deze moeten zonder

uitzondering en onvoorwaardelijk een voldoende scoren voor een positief

advies. Bij enige afwijking hiervan verstrekt KCE een negatief advies.

StappenplanEen aanwijzing als exameninstelling inburgering vraagt een hoog kwaliteitsniveau van

uw organisatie. KCE helpt u om deze ambitie te realiseren. Dat doen we via een

overzichtelijk stappenplan dat de taken tussen u en KCE zo efficiënt mogelijk verdeelt.

Page 9: Brochure inburgering 2011

9

Het traject van de Basistoets verloopt in de volgende stappen:

1. Aanmeldingsformulier Basistoets

2. Overeenkomst Basistoets

3. Checklist

4. Basistoets

5. Rapport van bevindingen

1. Aanmeldingsformulier Basistoets

Wanneer u wilt worden aangewezen als exameninstelling inburgering, kunt u

zich aanmelden voor de Basistoets. U vindt hiervoor een aanmeldingsformulier

op de website www.kce.nl. Voor uw instelling hoeft u slechts één Basistoets aan

te vragen, ongeacht het aantal examenlocaties. Onder examenlocatie wordt

verstaan: iedere locatie waar ten minste één keer registratie en identificatie

(auditaspect A - zie hoofdstuk ‘Integraal toezicht’), en/of afname en beoordeling

(auditaspect B - zie hoofdstuk ‘Integraal toezicht’) plaatsvinden.

2. Overeenkomst Basistoets

Nadat uw aanmeldingsformulier is binnengekomen, stuurt KCE u een

overeenkomst voor het uitvoeren van de Basistoets toe. Eventueel neemt

KCE contact met u op om aanvullende informatie met u door te nemen.

3. Checklist

Zodra de overeenkomst tot stand is gekomen, nemen wij contact met u op.

We spreken met u af wanneer u de documenten ten behoeve van de beoordeling

kunt aanleveren en u ontvangt de KCE Checklist. U loopt aan de hand van de

basiscriteria stapsgewijs uw examenprocedures door. Op de Checklist geeft u per

beoordelings criterium aan waar in welke documenten het bewijs kan worden

gevonden.

4. Basistoets

De Basistoets is een documentenonderzoek; uw instelling is immers nog niet in

praktijk actief met het afnemen van inburgeringexamens. Dit betekent dat u alle

auditaspecten in uw documentatie moet hebben beschreven om deze door

KCE te kunnen laten beoordelen.

Page 10: Brochure inburgering 2011

10

U stuurt KCE de volledig ingevulde Checklist en alle documenten die u bij de

uitvoering en de organisatie van de inburgeringsexamens gaat gebruiken

digitaal toe. Dit zijn documenten die u zelf hebt opgesteld, zoals het

examenreglement, maar ook bijvoorbeeld certificaten van examinatoren. Na

ontvangst van de documenten worden deze door KCE beoordeeld. KCE stelt

een rapport van bevindingen op met daarin een positief of een negatief advies.

5. Rapport van bevindingen

In het rapport zijn alle auditaspecten aan de hand van de basiscriteria beoordeeld.

Voor een positief advies moet u op alle deelaspecten voldoende scoren.

Afhankelijk van de snelheid waarmee u de benodigde documenten kunt

aanleveren, duurt het uitvoeren van de Basistoets tot de oplevering van het

rapport ongeveer zes weken. Bij een negatief advies kunt u na aanpassing van

de documenten een nieuwe Basistoets aanvragen.

Page 11: Brochure inburgering 2011

11

Geldigheid�positief�advies�BasistoetsHet rapport van de Basistoets met het advies aan de Minister is zes maanden

geldig. De aanvraag tot aanwijzing bij de Minister van BZK moet vergezeld gaan

van een geldig rapport van de Basistoets. Deze aanvraag kan dus niet later dan

zes maanden na uitvoering van de Basistoets worden ingediend. Overschrijdt u

deze termijn, dan moet u de Basistoets opnieuw laten uitvoeren.

Daarnaast mogen er geen wijzigingen zijn opgetreden in de gegevens waarop

het advies is gebaseerd. Na het doorvoeren van wijzigingen zijn deze gegevens

immers niet meer actueel. U moet de Basistoets dan opnieuw laten uitvoeren.

Aanwijzing�aanvragenMet een positief advies kunt u een aanwijzing als exameninstelling inburgering

aanvragen. U schrijft de aanvraag in de vorm van een brief. KCE voegt bij het

rapport met het positieve advies enkele richtlijnen voor het opstellen van deze brief.

Let bij het opstellen van de aanvraag op de volgende punten:

Vermeld voor welke examenlocaties u de aanwijzing aanvraagt. Controleer of

deze gegevens overeenkomen met de gegevens die in het rapport van de

Basistoets zijn opgenomen.

Zorg ervoor dat het bevoegd gezag van uw instelling, zoals het College van

Bestuur of de directie, de aanvraag ondertekent.

U stuurt de aanvraag, samen met het rapport van de Basistoets, naar de

Minister van Binnenlandse Zaken. De juiste adresgegevens zijn opgenomen in

de begeleidende brief van KCE die u bij het rapport ontvangt. De Minister

neemt binnen maximaal acht weken een besluit over de aanwijzing van uw

instelling. U ontvangt hierover een brief. Een kopie van de brief wordt aan KCE

toegestuurd. Bij een positief besluit tot aanwijzing wordt uw instelling

opgenomen in het KCE-register.

Page 12: Brochure inburgering 2011

12

Basistoets�basiscriteria

Basiscriteria�voor�aanwijzing�per�1�januari�2011

Auditaspect�1Gelegenheid (BI-art. 3.13, 1a)De instelling stelt iedere inburgeringsplichtige op diens verzoek in de gelegenheid het praktijkdeel van het inburgeringexamen af te leggen.

Beoordelingscriteria • Regels voor aanmelding in het examenreglement zijn niet strijdig met BI en RI. • De regels voor aanmelding bevatten de noodzakelijke gegevens om ISI te vullen, te controleren dan wel aan te vullen.

Auditaspect�2Niveau�praktijkdeel�(BI-art.�3.13,�1b)Het niveau van het door de instelling afgenomen praktijkdeel van het inburgeringexamen komt overeen met de niveaus bedoeld in artikelen 2.9 en 2.10 (BI)

BeoordelingscriteriaDeskundigheid examinatoren • Alle, doch ten minste twee examinatoren, beschikken over een geldig bewijs dat de door de Minister vastgestelde

training met goed gevolg is afgerond.

Auditaspect�3Waarborg�kwaliteit�(BI-art.�3.13,�1c)De organisatie van de instelling waarborgt naar het oordeel van die instantie (KCE) de kwaliteit van de instelling.

Beoordelingscriteria • De instelling toont aan dat maatregelen zijn getroffen voor de beheersing van het toezicht op de uitvoering van

praktijkexamens conform ‘Handleiding Assessments’ en ‘Handleiding Portfolio’. • De instelling toont aan dat maatregelen zijn getroffen met het oog op betrouwbare beoordelingen door

examinatoren. • De instelling toont aan dat maatregelen zijn getroffen voor de beheersing van de betrouwbaarheid van de

resultaatverwerking. • De instelling heeft een overzicht van de organisatiestructuur en van de taken, bevoegdheden en

verantwoordelijkheden van betrokkenen bij examinering.

Auditaspect�4Examenreglement�(Rl-art.�3.13,�1c)De instelling beschikt over een examenreglement, waaruit blijkt dat de instelling en de examinering voldoen aan de bij en krachtens de wet gestelde eisen.

BeoordelingscriteriaIn het examenreglement: • zijn regels over aanmelding en identificatie van de inburgeringsplichtige opgenomen; • zijn de financiële aspecten van het praktijkdeel van het inburgeringexamen opgenomen; • is opgenomen dat de instelling beschikt over een examencommissie als bedoeld in BI; • is opgenomen dat de instelling beschikt over een commissie voor beroep als bedoeld in BI; • is expliciet vermeld dat de wijze van afname van het praktijkdeel geschiedt conform

‘Handleiding Assessments’ en ‘Handleiding Portfolio’; • is expliciet vermeld dat de wijze van beoordelen van het praktijkdeel geschiedt conform

‘Handleiding Assessments’ en ‘Handleiding Portfolio’; • is de wijze van bekendmaking van de resultaten van het praktijkdeel van het inburgeringexamen opgenomen; • zijn de procedure en sancties bij fraude opgenomen; • is de procedure voor afhandeling van klachten opgenomen.

Page 13: Brochure inburgering 2011

13

Basiscriteria�voor�aanwijzing�per�1�januari�2011

Auditaspect�5Examencommissie�(BI-art.�3.13,�1e)De instelling beschikt over een examencommissie als bedoeld in BI-art. 3.11.

Beoordelingscriteria • De examencommissie bestaat uit minstens drie leden, onder wie ten minste twee examinatoren. • De taak van de examencommissie is het afnemen van een of meerdere examens van het inburgeringexamen. • Een examinator kan slechts worden benoemd tot lid van de examencommissie, indien hij de bij regeling van Onze

Minister vastgestelde training met goed gevolg heeft afgerond. • Bij de uitoefening van de taak heeft ten minste een van de examinatoren, die het praktijkdeel inburgeringexamens

beoordeelt, niet het inburgeringsonderwijs van de kandidaat verzorgd.

Auditaspect�6Commissie�voor�beroep�(BI-art.�3.13,�1f)De instelling beschikt over een commissie van beroep als bedoeld in BI-art. 3.12.

Beoordelingscriteria • De exameninstelling stelt een onafhankelijke commissie van beroep in, dan wel sluit zich bij een

dergelijke commissie aan. • De commissie heeft tot taak de behandeling en beslechting van geschillen over beslissingen van de

examencommissie of van de examinatoren van het praktijkdeel van het inburgeringexamen. • De commissie bestaat uit een even aantal gewone leden en evenveel plaatsvervangende leden,

een voorzitter, tevens lid, en een plaatsvervangend voorzitter. • De leden en de plaatsvervangende leden maken geen deel uit van het bevoegd gezag van de

exameninstelling of van de examencommissie. • De commissie stelt een onderzoek in alvorens te beslissen. Zij stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke

wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen. • De commissie maakt haar beslissing bekend aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de

kandidaat indien deze minderjarig is, aan het bevoegd gezag van de exameninstelling en aan de DUO. • Indien de commissie het beroep gegrond acht, vernietigt zij de beslissing geheel of gedeeltelijk. Zij kan bepalen

dat opnieuw of alsnog in de zaak wordt beslist, dan wel dat het praktijkdeel van het inburgeringexamen of enig onderdeel daarvan opnieuw wordt afgenomen onder door de commissie te stellen voorwaarden. De examencommissie of de examinator van wie de beslissing is vernietigd, voorziet voor zover nodig opnieuw in de zaak met inachtneming van de uitspraak van de commissie van beroep voor de praktijkexamens. De commissie kan daarvoor in haar uitspraak een termijn stellen.

• Indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dit vereist, kan de commissie op verzoek van de kandidaat, in afwachting de uitspraak in de hoofdzaak, een voorlopige voorziening treffen, na de desbetreffende examencommissie dan wel de desbetreffende examinator te hebben gehoord, althans behoorlijk te hebben opgeroepen.

• Herziening van een uitspraak van de commissie kan op verzoek van elk van beide partijen plaatsvinden op grond van nader gebleken feiten of omstandigheden die indien deze eerder bekend waren geweest tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.

• De leden van de examencommissie en de examinatoren verstrekken aan de commissie de inlichtingen die de commissie voor de uitvoering van haar taak nodig oordeelt.

• De commissie houdt zich aan de nadere regels uit de RI over onder meer benoeming en ontslag van de voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter en de overige leden en plaatsvervangende leden.

Auditaspect�7Handelsregister�(BI-art.�3.13,�1g)De instelling is een in het handelsregister ingeschreven natuurlijke of rechtspersoon.

BeoordelingscriteriaDe kandidaat-instelling overlegt een geldige inschrijving van het handelsregister.

Page 14: Brochure inburgering 2011
Page 15: Brochure inburgering 2011

15

Integraal�toezicht

Op basis van het Besluit en de Regeling Inburgering houdt KCE toezicht op

aangewezen exameninstellingen. Het toezicht op de inburgeringsexamens richt

zich op de vastlegging van wettelijke vereisten en op de wijze van uitvoering.

Het betreft dus een combinatie van schriftelijke vastlegging en uitvoering in de

praktijk. Het toezicht op aangewezen exameninstellingen bestaat daarom uit

een documentenonderzoek en een verificatie op locatie.

Het eerste Integraal toezicht bij uw instelling wordt gepland aan de hand van

uw melding van de planning van de eerste examendatum. Later Integraal

toezicht is opgenomen in de auditcyclus van KCE, zodat u automatisch bericht

over het toezicht ontvangt.

Kritieke�en�overige�beoordelingscriteriaHet toetsingskader is onderverdeeld in zeven te beoordelen componenten

(auditaspecten):

A. Registratie en Identificatie

B. Afname en Beoordeling

C. Resultaatverwerking

D. Verantwoording

E. Afhandeling klachten

F. Beslechting geschillen

G. Fraude

Alle beoordelingscriteria worden beoordeeld met voldoende of onvoldoende.

Er zijn kritieke en overige beoordelingscriteria. Zowel de kritieke als de overige

beoordelingscriteria worden beoordeeld met voldoende of onvoldoende. Als

kritieke beoordelingscriteria onvoldoende worden beoordeeld, moeten de

tekortkomingen binnen zes maanden worden opgelost.

Het volledige overzicht van beoordelingscriteria vindt u direct na dit hoofdstuk

over Integraal toezicht.

Page 16: Brochure inburgering 2011

16

Goedkeurende,�voorwaardelijke�en�afkeurende�verklaringenHet Integraal toezicht kan leiden tot een goedkeurende, een afkeurende of een

voorwaardelijke verklaring. De verklaringen zijn van invloed op (eventuele

verlenging van) uw aanwijzing als exameninstelling.

Goedkeurende verklaring

Als een aangewezen exameninstelling voldoet aan alle kritieke

beoordelingscriteria en voor de overige beoordelingscriteria maximaal twee

onvoldoenden heeft, verstrekt KCE een goedkeurende verklaring.

U ontvangt eerst een ontwerprapport dat u kunt controleren op feitelijke

onjuistheden. In het geval van geconstateerde tekortkomingen moet u KCE

schriftelijk laten weten hoe en wanneer u deze tekortkomingen gaat oplossen.

KCE beoordeelt of deze plannen voldoende vertrouwen geven voordat het

rapport definitief wordt gemaakt. KCE stuurt een exemplaar van het definitieve

rapport inclusief het formulier met geconstateerde feitelijke onjuistheden naar

uw instelling. Ook de Minister van Binnenlandse Zaken ontvangt een exemplaar

van het rapport en het formulier.

Bij exameninstellingen die een goedkeurende verklaring hebben ontvangen,

komt KCE een jaar na het uitvoeren van het Integraal toezicht terug.

Voorwaardelijke verklaring

Als een aangewezen exameninstelling niet voldoet aan één of meer kritieke

beoordelingscriteria of aan twee of meer van de overige beoordelingscriteria,

verstrekt KCE een voorwaardelijke verklaring. De beoordelingscriteria die niet

voldoen, moeten binnen zes maanden worden hersteld, zodat er sprake is van

beheerste en verantwoorde examinering.

U ontvangt eerst een ontwerprapport dat u kunt controleren op feitelijke

onjuistheden. Ook moet u KCE schriftelijk laten weten hoe en wanneer u de

geconstateerde tekortkomingen gaat oplossen. KCE beoordeelt deze plannen

voordat het rapport definitief wordt gemaakt. KCE stuurt een exemplaar van het

definitieve rapport inclusief het formulier met geconstateerde feitelijke

Page 17: Brochure inburgering 2011

17

onjuistheden naar uw instelling. Ook de Minister van Binnenlandse Zaken

ontvangt een exemplaar van het rapport en het formulier.

Bij exameninstellingen die een voorwaardelijke verklaring hebben ontvangen

vindt het eerstvolgende onderzoek zes maanden na het uitvoeren van het

Integraal toezicht plaats. Dit vervolgonderzoek kan leiden tot een

goedkeurende of een afkeurende verklaring.

Wanneer een exameninstelling meerdere examenlocaties heeft, en na afloop van

het Integraal toezicht aan een of meerdere examenlocatie(s) een voorwaardelijke

verklaring wordt verstrekt, verstrekt KCE een voorwaardelijke verklaring aan de

hele exameninstelling. De examenlocatie(s) krijg(t)en dan zes maanden de kans

om verbeteringen door de te voeren. Indien bij het heronderzoek blijkt dat de

examenlocatie(s) voldoet/voldoen, wordt de voorwaardelijke verklaring omgezet

naar een goedkeurende verklaring voor de hele exameninstelling.

Afkeurende verklaring

Als een aangewezen exameninstelling, nadat een voorwaardelijke verklaring is

verstrekt en het heronderzoek is uitgevoerd, niet aan de kritieke beoordelings-

criteria en/of aan twee of meer van de overige beoordelingscriteria kan voldoen,

verstrekt KCE een afkeurende verklaring. Het is niet aannemelijk gemaakt dat

de aangewezen exameninstelling de juridische verplichtingen is nagekomen en

dat de kwaliteit van examinering beheerst en verantwoord is. De Minister kan

op basis van de door KCE verstrekte verklaring besluiten de instelling te

schrappen uit het KCE-register (besluit intrekking aanwijzing).

Wanneer een exameninstelling meerdere examenlocaties heeft, en KCE na

afloop van het Integraal toezicht aan een of meerdere examenlocaties een

afkeurende verklaring verstrekt, geldt de afkeurende verklaring voor de hele

exameninstelling.

In eerste instantie is er sprake van een voornemen tot het verstrekken van een

afkeurende verklaring. Voordat dit voornemen wordt omgezet in een definitieve

afkeurende verklaring, onderzoekt de onafhankelijke Commissie Externe

Page 18: Brochure inburgering 2011

18

Validering (CEV) of KCE het onderzoek deugdelijk en zorgvuldig heeft uitgevoerd

en het oordeel voldoende heeft gemotiveerd. Zowel de exameninstelling als de

Minister worden op de hoogte gesteld van de inschakeling van de Commissie

Externe Validering.

Nadat de Commissie Externe Validering haar oordeel en advies heeft opgesteld,

neemt KCE het besluit over de te verstrekken verklaring. De instelling ontvangt

het definitieve rapport inclusief een schriftelijke toelichting op de wijze waarop is

omgegaan met de aangedragen feitelijke onjuistheden en een afschrift van het

Page 19: Brochure inburgering 2011

19

oordeel van de Commissie Externe Validering. De Minister ontvangt dezelfde

documenten zodat hij kan overgaan tot het nemen van een bestuurlijk besluit.

Wanneer de Minister besluit de aanwijzing van de instelling in te trekken, dan

kan deze pas na een jaar een nieuw verzoek indienen bij KCE om opnieuw

aangewezen te worden als exameninstelling (art 3.16 Besluit Inburgering).

De Basistoets wordt dan opnieuw afgenomen.

Wanneer naar het oordeel van KCE op enig moment van het onderzoek sprake

is van een zodanige afwijking van de eisen, dat vaststaat dat zonder

verbeteringen aan het eind van het onderzoek een afkeurende verklaring zal

worden verstrekt, meldt KCE dit direct aan de Minister van Binnenlandse Zaken.

Het Integraal toezicht en het rapport van bevindingen worden wel afgerond.

StappenplanHet verlengen van uw aanwijzing als exameninstelling inburgering vraagt een

hoog kwaliteitsniveau van uw organisatie. KCE helpt u om deze ambitie te

realiseren. Dat doen we via een overzichtelijk stappenplan dat de taken tussen

u en KCE zo efficiënt mogelijk verdeelt.

Het traject van Integraal toezicht verloopt in de volgende stappen:

1. Opstarten Integraal toezicht (respectievelijk eerste of volgende keren)

2. Afsprakenbrief Integraal toezicht

3. Voorlichtingsgesprek (standaard voorafgaand aan eerste Integraal toezicht,

vervalt bij optionele begeleidingstraject)

4. Begeleidingstraject (optioneel voorafgaand aan eerste Integraal toezicht)

5. Checklist

6. Documentenonderzoek

7. Verificatie

8. Rapport van bevindingen

Page 20: Brochure inburgering 2011

20

Voorafgaand aan het eerste Integraal toezicht biedt KCE de mogelijkheid tot

persoonlijke begeleiding in de vorm van een drietal gesprekken (het begeleidings-

traject). Wanneer een exameninstelling geen gebruik maakt van het begeleidings-

traject vindt er een voorlichtingsgesprek voor aanvang van het eerste Integraal

toezicht plaats.

1. Opstarten Integraal toezicht

Nadat uw organisatie is aangewezen als exameninstelling inburgering, kunt u

starten met de voorbereiding van de examenwerkzaamheden. Zodra de datum

van het eerste examen bekend is, meldt u dit per post of e-mail aan KCE. Er is

geen wettelijke maximale termijn tussen aanwijzing en afname van het eerste

inburgeringsexamen. Binnen drie maanden na uw melding start KCE het eerste

Integraal toezicht op.

Herhaald Integraal toezicht is opgenomen in de auditcyclus van KCE, zodat u

automatisch bericht hierover ontvangt.

2. Afsprakenbrief Integraal toezicht

Na de melding over de start van de examinering bij uw instelling neemt KCE

contact met u op voor het plannen van het eerste toezicht. Bij herhaald Integraal

toezicht ontvangt u van KCE een uitnodiging om aan te geven wanneer het

toezicht ingepland kan worden. U ontvangt voor aanvang van ieder toezicht een

afsprakenbrief waarin alle details staan vermeld.

3. Voorlichtingsgesprek

Het eerste Integraal toezicht omvat een voorlichtingsgesprek dat op voorhand,

circa zes tot acht weken voor het eerste Integraal toezicht wordt uitgevoerd.

In dit gesprek wordt u geïnformeerd over de werkwijze van KCE, het

beoordelingskader en de normering van Integraal toezicht.

4. Begeleidingstraject

Het is belangrijk voor uw instelling, uw opdrachtgevers en uw kandidaten dat

alles vanaf de allereerste examens goed verloopt. In plaats van het standaard

voorlichtingsgesprek kunt u daarom als nieuw aangewezen exameninstelling ook

Page 21: Brochure inburgering 2011

21

kiezen voor inhoudelijke begeleiding in de vorm van een drietal gesprekken.

Een auditor van KCE bezoekt daarvoor drie maal uw instelling. Bij het eerste

gesprek, kort na aanwijzing, zet de auditor uiteen welke werkprocessen u moet

operationaliseren om u vanaf de Basistoets voor te bereiden op het eerste

Integraal toezicht. Bij het tweede gesprek geeft de auditor aan hoe het eerste

Integraal toezicht is opgebouwd en licht hij het beoordelingskader nader toe;

dit gesprek komt overeen met het standaard voorlichtings gesprek. Het derde

gesprek vindt na afronding van het eerste Integraal toezicht plaats. In dit gesprek

bespreekt de auditor met u of en hoe de gerapporteerde bevindingen aanleiding

geven tot eventuele aanpassingen van de werkprocessen.

De begeleidende gesprekken leveren een belangrijke meerwaarde, aangezien

het verstrekken van adviezen buiten de formele kaders van Integraal toezicht

valt. Vanzelfsprekend maakt de begeleidende auditor geen deel uit van het

auditteam dat het Integraal toezicht uitvoert.

5. Checklist

Bij het opstarten van het Toezicht ontvangt u de afsprakenbrief met daarin

gegevens over de besproken planning, de werkwijze van KCE en het actuele

toetsingskader. U ontvangt ook de KCE Checklist. U loopt stapsgewijs uw

examenprocedures door aan de hand van de auditaspecten met onderliggende

beoordelingscriteria. Op de Checklist geeft u per beoordelingscriterium aan in

welke documenten en op welke plaats het bewijs kan worden gevonden dat uw

exameninstelling aan de gestelde vereisten voldoet.

6. Documentenonderzoek

Voorafgaand aan het uitvoeren van het Integraal toezicht ontvangt KCE van

u de volledig ingevulde Checklist, samen met alle documenten die u bij de

uitvoering en het managen van de examenprocedure gebruikt. Dit zijn

documenten die u zelf hebt opgesteld, zoals procedures en handboeken, maar

ook bijvoorbeeld certificaten van examinatoren. Twee KCE-auditoren schrijven

onafhankelijk van elkaar een beoordeling en kijken daarbij met name of op

papier alles (vrijwel) in orde is. Naar aanleiding van het documentenonderzoek

stellen zij een programmavoorstel op voor de verificatie op locatie.

Page 22: Brochure inburgering 2011

22

7. Verificatie

De twee auditoren die het documentenonderzoek hebben uitgevoerd, voeren

ook de verificatie uit. Hiervoor komen zij bij uw organisatie op bezoek. Het

bezoek duurt minimaal een dag, dit is onder meer afhankelijk van het aantal

examenlocaties. Behalve de hoofdlocatie bezoekt KCE namelijk ook alle locaties

waar ten minste één keer registratie en identificatie (auditaspect A) en/of

afname en beoordeling (auditaspect B) hebben plaatsgevonden.

Tijdens de verificatie vergelijken de auditoren of dat wat u op papier hebt

beschreven ook zo in de praktijk wordt uitgevoerd. Via gesprekken onderzoeken zij

of management, examinatoren en andere betrokkenen goed op de hoogte zijn van

alle processen en afspraken over de organisatie en uitvoering van de inburgerings-

examens. Niet aangeleverde documenten zoals protocollen, roosters en processen-

verbaal worden ter plekke geverifieerd. Examendossiers met bijbehorende

administratie worden getoetst aan de wettelijke vereisten en uw eigen examen-

richtlijnen. En natuurlijk stellen de auditoren de vragen die eventueel tijdens het

documentenonderzoek zijn ontstaan.

De auditoren sluiten de verificatie af met een eindgesprek waarin zij de

bevindingen kort weergeven. Als er nog een of enkele belangrijke documenten

ontbreken, dan kunnen de auditoren u enkele dagen de gelegenheid geven om

deze aan te leveren.

KCE voert geen onaangekondigde bezoeken uit aan de aangewezen

exameninstellingen, tenzij de Minister van BZK uitdrukkelijk hierom verzoekt.

8. Rapport van bevindingen

Het documentenonderzoek en de verificatie vormen samen de basis voor het

rapport van bevindingen. Dit rapport bevat een managementsamenvatting en

een beoordeling per beoordelingscriterium met onderbouwing. Beide

auditoren moeten hierin overeenstemming bereiken. Daarnaast worden de

rapportage en de daaraan verbonden conclusies ook beoordeeld door een

interne KCE-auditor en de directie van KCE. Deze zorgvuldigheid garandeert in

belangrijke mate de betrouwbaarheid van de beoordeling. Daarom kunnen de

Page 23: Brochure inburgering 2011

23

auditoren tijdens het eindgesprek bij u ter plaatse geen uitspraak doen over het

eindresultaat.

U ontvangt eerst een ontwerprapport dat u kunt controleren op feitelijke

onjuistheden. Als de feitelijke onjuistheid gegrond is, wordt het rapport

aangepast. Als een feitelijke onjuistheid niet gegrond is, dan verstrekt KCE een

toelichting. Een eventueel door de instelling aangereikte bijlage met de eigen

visie wordt toegevoegd aan het rapport van bevindingen.

Daarna volgt het definitieve rapport met de bijbehorende goedkeurende,

afkeurende of voorwaardelijke verklaring. Zie bladzijde 16 voor een uitgebreide

uitleg over deze verklaringen.

Geldigheid�goedkeurende�verklaring�Integraal�toezichtDe goedkeurende verklaring op grond van Integraal toezicht is één jaar geldig,

gerekend van de datum van de verklaring. KCE bewaakt de geldigheidsduur

van deze termijn voor u.

Aanwijzing�verlengenBij een goedkeurende of voorwaardelijke verklaring wordt uw aanwijzing als

exameninstelling inburgering automatisch verlengd. Dat geldt ook voor de

opname in het KCE-register. Hiervoor hoeft u zelf geen stappen te onder-

nemen. U ontvangt na ieder toezicht een brief van de Minister in reactie op het

rapport van het uitgevoerde toezicht bij uw instelling.

Page 24: Brochure inburgering 2011

24

Beoordelingskader�Toezicht�decentrale�exameninstellingen

Dit is een overzicht van alle beoordelingscriteria bij Toezicht. De kritieke

beoordelingscriteria zijn roze aangegeven.

Auditaspecten�en�beoordelingscriteria�2011

A.�Registratie�en�identificatie

A1 In het examenreglement is een bepaling opgenomen die waarborgt dat relevante gegevens worden vastgelegd.Gegevens die nodig zijn om communicatie met de medewerkers, kandidaten en de DUO mogelijk te maken, als NAW-gegevens, burgerservicenummer, geboortedatum en geslacht, de categorisering oudkomer/nieuwkomer, gecombineerd met de profielkeus, de examenroute: assessments, portfolio en beoordelend panelgesprek of portfolio-assessmentcombinatie zijn vastgelegd.

A2 De identiteit van de kandidaat is gecontroleerd aan de hand van de (aanmeldings)administratie en het identiteitsdocument van de kandidaat.

A3��In geval van (vermeende) identiteitsfraude vindt het examen geen doorgang. In geval van (vermeende) identiteitsfraude mag de kandidaat geen examen doen.

B.�Afname�en�beoordeling

B1 Alle examinatoren zijn gecertificeerd. Een examinator is gecertificeerd, wanneer deze met goed gevolg de door de minister vastgestelde Examinatorentraining heeft afgerond.

B2 De examinator - in de rol van assessor - is niet betrokken geweest bij het onderwijs van de kandidaat.

B3 De instelling waarborgt de geheimhouding van examenmateriaal.

B4 Voor de inrichting van de praktijksituatie beschikt men over eenvoudige hulpmiddelen, die de context van de situatie voor de kandidaat duidelijk maken.

B5 Bij de assessmentexamens zijn het Beoordelingsprotocol Assessmenttaak en het Beoordelingsmodel Assessments aantoonbaar en juist gehanteerd en komen overeen met het ingevulde Formulier ‘Resultaat Assessments’ en het ingevulde beoordelingsformulier uit de handleiding.

B6 Het Panelgesprek Beoordelingsprotocol en het Beslismodel Panelgesprek zijn aantoonbaar en juist gehanteerd en komen overeen met het Beoordelingsformulier uit de modelportfolio’s.

B7 Portfoliobewijzen zijn gecontroleerd en juist verdeeld over de domeinen binnen de profielen.

B8 In de procedure is een werkwijze opgenomen die borgt dat de oordelen van examinatoren een zo hoog mogelijke consistentie tonen.

B9 Het management ziet toe op de toepassing van de Handleidingen Assessments, portfolio-examens en panelgesprekken en de juiste procedure door examinatoren.

B10 Als naar aanleiding van het toezicht door het management is geconstateerd dat iets niet op orde is, worden verbetermaatregelen getroffen.

B11 Het examenresultaat wordt aan de kandidaat toegezonden of uitgereikt.

C.�Resultaatverwerking

C1 De kopieën van het Formulier Resultaat Assessment en de Beoordelingsformulieren moeten samen met de onderliggende beoordelingsdocumenten 3,5 jaar opgeslagen worden.

• Een kopie van de goedgekeurde portfolio; • Alle schijfopdrachten die plaatsvinden na de goedkeuring van het portfolio, zoals:

- schrijfopdrachten assessments; - schrijfopdrachten panelgesprek; - samenvatting vanuit de assessment;

• Uitslagformulier

C2 De exameninstelling moet ervoor zorgen dat het gemelde resultaat aan de DUO gelijk is aan het resultaat van het assessment of panelgesprek.

C3 Resultaatmelding aan de DUO moet plaatsvinden in overeenstemming met de voorgeschreven werkwijze van de DUO.

Page 25: Brochure inburgering 2011

25

Auditaspecten�en�beoordelingscriteria�2011

C4 De exameninstelling draagt er zorg voor dat de DUO altijd over het juiste resultaat van de kandidaat beschikt. Als er wijzigingen zijn in het resultaat naar aanleiding van een beslissing van de examencommissie of commissie van beroep zijn deze gedocumenteerd en doorgegeven aan DUO.

D.�Verantwoording

D1 De instelling meldt wijzigingen ten opzichte van de basistoets aan KCE. Dit betreft wijzigingen in documenten, wijzigingen in de examenorganisatie (assessoren, andere betrokken, organisatorische wijzigingen, (aantal) examenlocaties), wijzigingen in examencommissie en commissie van beroep, wijzigingen in het vastgestelde examenreglement, werkwijzen en procedures van de resultaatverwerking en de melding aan de DUO, en wijzigingen in de klachtenprocedure, geschillenprocedure en afhandeling fraude.

D2 Het jaarlijks verslag is opvraagbaar.

D3 De gegevens uit het jaarverslag zijn aantoonbaar gebaseerd op de praktijk en een realistische weergave van de werkelijkheid. Het verslag bevat in ieder geval een kwantitatief deel.

D4 Het verslag bevat een onderbouwde weergave van: • Totaal aantal deelnemers; • Aantal deelnemers per assessment, portfolio of combinatie. • Aantal deelnemers dat gezakt dan wel geslaagd is per assessment, portfolio of combinatie; • Aantal afgedane en in behandeling zijnde beroepszaken; • Aantal afgedane en in behandeling zijnde klachten; • Aantal en aard van geconstateerde onregelmatigheden bij identificatie; • Slagingspercentages.

E.�Afhandeling�klachten�

E1 In het examenreglement is een procedure, welke voldoet aan de eisen van de Algemene Wet Bestuursrecht, voor de afhandeling van klachten opgenomen.

E2 Een klacht betreft een gedraging van de exameninstelling (dus betreft niet de uitslag van het examen) en is schriftelijk ingediend, door de klager ondertekend en voorzien van datum, naam en adres van de klager.

E3 De exameninstelling bevestigt de ontvangst van klachten schriftelijk.

E4 Een klacht wordt binnen zes weken afgehandeld. Evt. kan de behandeltermijn één keer vier weken worden verlengd. Verder verlenging kan alleen met toestemming van de klager.

E5 De exameninstelling stelt zowel de klager als degene die de klacht betreft in de gelegenheid te worden gehoord.

E6 De exameninstelling stelt de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis van het onderzoek, zijn oordeel en evt. conclusies.

E7 De exameninstelling draagt zorg voor registratie van de bij hem ingediende schriftelijke klachten.

E8�De geregistreerde klachten worden jaarlijks gepubliceerd.

F.�Beslechting�geschillen

F1 De instelling beschikt over een commissie van beroep of heeft zich hierbij aangesloten.

F2 Een kandidaat kan een geschil over de beslissing van een examinator of de examencommissie voorleggen aan de commissie van beroep.

F3 De commissie van beroep voldoet aan de eisen zoals gesteld in BI 3.12 • De commissie van beroep is onafhankelijk; • De commissie van beroep heeft tot taak de behandeling en beslechting van geschillen over de beslissingen

van de examencommissie of van de examinatoren terzake van het praktijkdeel van het inburgeringsexamen; • De commissie bestaat uit een even aantal gewone leden en evenveel plaatsvervangende lenen, een voorzitter,

tevens lid en een plaatsvervangend voorzitter • De leden en de plaatsvervangende leden maken geen deel uit van het bevoegd gezag van de exameninstelling

of van een examencommissie

F4 De commissie stelt een onderzoek in alvorens te beslissen. Zij stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen.

F5 De commissie maakt haar beslissing bekend aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan het bevoegd gezag van de exameninstelling en aan de DUO.

Page 26: Brochure inburgering 2011

26

Auditaspecten�en�beoordelingscriteria�2011

F6 Indien de commissie het beroep gegrond acht, vernietigt zij de beslissing geheel of gedeeltelijk. Zij kan bepalen dat opnieuw of alsnog in de zaak wordt beslist, dan wel dat het praktijkdeel van het inburgeringexamen of enig onderdeel daarvan opnieuw wordt afgenomen onder door de commissie te stellen voorwaarden. De examen commissie of de examinator van wie de beslissing is vernietigd, voorziet voor zover nodig opnieuw in de zaak met inachtneming van de uitspraak van de commissie van beroep voor de praktijkexamens. De commissie kan daarvoor in haar uitspraak een termijn stellen.

F7 Indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dit vereist, kan de commissie op verzoek van de kandidaat, in afwachting de uitspraak in de hoofdzaak, een voorlopige voorziening treffen, na de desbetreffende examencommissie dan wel de desbetreffende examinator te hebben gehoord, althans behoorlijk te hebben opgeroepen.

F8 Herziening van een uitspraak van de commissie kan op verzoek van elk van beide partijen plaatsvinden op grond van nader gebleken feiten of omstandigheden die indien deze eerder bekend waren geweest tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.

F9 De leden van de examencommissie en de examinatoren verstrekken aan de commissie de inlichtingen die de commissie voor de uitvoering van haar taak nodig oordeelt.

F10 De dossiers van aan de Commissie van Beroep voorgelegde geschillen zijn volledig. Documenten betreffende de beroepszaak worden in een dossier opgenomen. Volledigheid van het dossier houdt in dat alle relevante stappen die in het kader van de beroepsprocedure gezet moeten zijn, in het dossier zichtbaar zijn. Hierdoor zijn de beslissing uit de aanvraag en beraadslagingen herleidbaar.

F11 Als er aan een geschil over een beslissing een meer structurele oorzaak ten grondslag ligt, dan neemt de examencommissie of het bevoegd gezag passende maatregelen die ervoor zorgen dat naar verwachting het geschil over een beslissing niet meer kan voorkomen.

G.�Fraude

G1 In het examenreglement worden de procedure en sancties bij fraude vermeld.

G2 De (vermeende) fraude is schriftelijk door de examinator bij de (de voorzitter van) de examencommissie ingediend met omschrijving van aard en moment van fraude. De examencommissie kan, op voorstel van de examinator, het examen ongeldig verklaren en bepalen dat de kandidaat het examen (of een onderdeel daarvan) opnieuw moet afleggen.

G3 De betrokkenen zijn in de gelegenheid gesteld een verweer te voeren.

G4 De examencommissie neemt een besluit omtrent de fraudeverdenking. De aangever maakt geen deel uit van de besluitvorming. Het besluit en de argumentatie die ten grondslag ligt aan het besluit worden schriftelijk vastgelegd.

G5 De examencommissie maakt het besluit aan de kandidaat en de examinator schriftelijk bekend.

G6 De examencommissie voert het besluit uit. Indien het besluit betrekking heeft op al vastgelegde resultaten zorgt de examencommissie ervoor dat de correcties worden verwerkt in de resultatenadministratie van de instelling en doorgegeven worden aan de DUO.

G7 Als aan de fraude een meer structurele oorzaak aan ten grondslag ligt, dan neemt de examencommissie of het bevoegd gezag passende maatregelen die ervoor zorgen dat naar verwachting de fraude niet meer kan voorkomen.

G8 Uit de dossiers blijkt dat de procedure binnen gestelde termijnen is gevolgd.

Page 27: Brochure inburgering 2011

27

Proportioneel�toezicht

De auditcyclus voorziet in jaarlijks toezicht. Twee jaar nadat uw organisatie is

aangewezen als exameninstelling inburgering, is er minimaal twee keer een

Integraal toezicht bij u uitgevoerd. Uw instelling heeft een aanzienlijke

hoeveelheid aan examens afgenomen, en auditaspecten als klachten,

beroepszaken of vermeende fraudegevallen zijn inmiddels beoordeeld. Dit

zorgt voor belangrijke basisgaranties dat uw instelling juridische verplichtingen

nakomt en dat de kwaliteit van examinering beheerst en verantwoord is.

Deze zekerheid laat ruimte voor zelfevaluatie. Het toezicht in de vorm van

zogeheten Proportioneel onderzoek richt zich op de door uzelf aangegeven

wijzigingen en de aandachtspunten uit het vorige onderzoek.

Kritieke�en�overige�beoordelingscriteriaDeze zijn bij Proportioneel toezicht volledig identiek aan het Integraal toezicht.

Zie bladzijde 15.

Goedkeurende,�voorwaardelijke�en�afkeurende�verklaringenDeze zijn bij Proportioneel toezicht volledig identiek aan het Integraal toezicht.

Zie bladzijde 16.

AuditcyclusDe ideale auditcyclus, op basis van alleen goedkeurende verklaringen,

kent vanaf het derde jaar een interval van twee jaar Proportioneel toezicht,

een jaar Integraal toezicht, twee jaar Proportioneel toezicht enzovoorts:

Start jaar 1 Basistoets

Na jaar 1 Integraal toezicht Na jaar 6 Proportioneel toezicht

Na jaar 2 Integraal toezicht Na jaar 7 Proportioneel toezicht

Na jaar 3 Proportioneel toezicht Na jaar 8 Integraal toezicht

Na jaar 4 Proportioneel toezicht Na jaar 9 Proportioneel toezicht

Na jaar 5 Integraal toezicht Na jaar 10 Proportioneel toezicht

Page 28: Brochure inburgering 2011

28

Na een voorwaardelijke verklaring

Bij een voorwaardelijke verklaring na het eerste toezicht vindt een half jaar later

een tussentijds toezicht plaats en - bij een goedkeurende verklaring - een half

jaar later het reguliere jaarlijks toezicht. Als dit leidt tot een goedkeurende

verklaring, dan loopt uw instelling weer in de pas met de ideale auditcyclus.

Als een voorwaardelijke verklaring na een herhaald jaarlijks toezicht wordt

verstrekt, dan vindt na een half jaar altijd toezicht plaats om na te gaan of de

tekortkomingen zijn opgeheven. Als dat het geval is en een goedkeurende

verklaring wordt verstrekt, vindt een half jaar later het reguliere jaarlijks toezicht

plaats. Als ook dan sprake is van een goedkeurende verklaring, volgt uw

instelling de reguliere auditcyclus weer.

Na een afkeurende verklaring

Als de Minister besluit tot intrekking van de aanwijzing, dan geldt het traject

zoals beschreven in paragraaf ‘Goedkeurende, voorwaardelijke en afkeurende

verklaringen’ op bladzijde 16.

Na een afkeurende verklaring kan de Minister eveneens besluiten om KCE

een aanvullend onderzoek te laten uitvoeren. Dit aanvullende onderzoek kan

leiden tot een goedkeurende of afkeurende verklaring. Als na een aanvullend

onderzoek een goedkeurende verklaring wordt verstrekt, dan vindt een jaar

later een Integraal toezicht plaats. Als ook dan sprake is van een goedkeurende

verklaring, volgt uw instelling de reguliere auditcyclus weer.

StappenplanHet traject van Proportioneel toezicht verloopt in de volgende stappen:

1. Uitnodiging Proportioneel toezicht

2. Afsprakenbrief Proportioneel toezicht

3. Zelfevaluatie

4. Verificatie

5. Rapport van bevindingen

Page 29: Brochure inburgering 2011

29

De stappen 1, 2 en 5 zijn identiek aan die van het Integraal overzicht

(zie bladzijde 20 en verder).

3. Zelfevaluatie

De zelfevaluatie van de instelling is het aangrijpingspunt voor Proportioneel

toezicht. De zelfevaluatie bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een

algemeen deel waarin een aantal vragen over de ontwikkelingen binnen de

exameninstelling worden beantwoord. Het tweede deel bestaat uit een

zelfbeoordeling aan de hand van de criteria van het toetsingskader van het

toezicht op de inburgeringsexamens. U beschrijft op welke punten al dan niet

voldaan wordt aan het toetsingskader, geeft aan waar het bewijs hiervoor

gevonden kan worden en beargumenteert het eigen oordeel.

4. Verificatie

Op basis van de zelfevaluatie en van bevindingen uit eerdere jaren, bereidt het

auditteam de verificatie voor. Tijdens het verificatiebezoek vindt altijd een

steekproef plaats op de examendossiers met bijbehorende administratie. Ook

staat een gesprek met het management op het programma. Afhankelijk van de

door het auditteam gesignaleerde mogelijke risico’s kan daarnaast een gesprek

gevoerd worden met het examenbureau, de examinatoren of de

kwaliteitsfunctionaris. Ook nader onderzoek naar documenten waarnaar is

verwezen in de zelfevaluatie, of een bezoek aan een van de andere

examenlocaties kan op het programma geplaatst worden.

De duur van de verificatie is maximaal een dag, ook als er meerdere

examenlocaties zijn. Mochten er tijdens het Proportioneel onderzoek twijfels

ontstaan over de kwaliteit van de uitvoering van de examens, dan kan KCE

besluiten tot aanvullend onderzoek.

Page 30: Brochure inburgering 2011

30

Geldigheid�goedkeurende�verklaring�Proportioneel�toezichtDe goedkeurende verklaring op grond van Proportioneel toezicht is één jaar

geldig, gerekend van de datum van de verklaring. KCE bewaakt de

geldigheidsduur van deze termijn voor u.

Aanwijzing�verlengenBij een goedkeurende of voorwaardelijke verklaring wordt uw aanwijzing als

exameninstelling inburgering automatisch verlengd. Dat geldt ook voor de

opname in het KCE-register. Hiervoor hoeft u zelf geen stappen te

ondernemen. U ontvangt na ieder toezicht een brief van de Minister in reactie

op het rapport van het uitgevoerde toezicht bij uw instelling.

Page 31: Brochure inburgering 2011

31

Afwijkend�toezicht

Centrale�exameninstelling�inburgeringDe uitvoering van de centrale examens inburgering is ondergebracht bij de

Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Het toezicht op DUO wijkt op enkele

punten af van dat van de decentrale exameninstellingen.

Aangepast beoordelingskader

DUO voert veel meer examineringstaken uit dan de decentrale

exameninstellingen, waardoor een ander beoordelingskader moet worden

gehanteerd. Ook dit beoordelingskader is gebaseerd op wet- en regelgeving.

Het is zodanig opgesteld dat getoetst kan worden of DUO voldoet aan wet- en

regelgeving en de kwaliteit van de uitvoering borgt. Het toetsingskader wordt

vastgesteld door de Minister en kan worden opgevraagd bij KCE.

Aangepaste werkwijze

De werkwijze voorziet in een voorgesprek waarin alle factoren die van invloed

kunnen zijn op het toezicht worden geïnventariseerd. Naar aanleiding van dit

gesprek kunnen - na overleg met de Directie Inburgering en Integratie -

aangepaste afspraken over het toezicht worden gemaakt die vastgelegd

worden in de afsprakenbrief. De Minister ontvangt een afschrift van de

afsprakenbrief. Na afloop van het onderzoek vindt altijd een eindgesprek plaats

waarin KCE het ontwerprapport nader toelicht. DUO ontvangt een rapport van

bevindingen.

Geestelijk�bedienarenOmdat aan de examens voor geestelijk bedienaren deels andere wettelijke

eisen worden gesteld, is er een aangepast beoordelingskader voor

exameninstellingen die de praktijkexamens voor geestelijk bedienaren

uitvoeren. Het beoordelingskader en bijbehorende normering kunnen worden

opgevraagd bij KCE.

Page 32: Brochure inburgering 2011

D E N O R M | D E W E G I N G | D E W A A R D E

KCEPostbus 4993800 AL Amersfoort0800 - 523 46 [email protected]