iedereen doet mee - home - gemeente boxtel · pdf filedit druist in tegen de uitgangspunten...

24
Iedereen doet mee… Aanvalsplan laaggeletterdheid 2010- 2014 gemeente Boxtel

Upload: duongkiet

Post on 10-Feb-2018

222 views

Category:

Documents


2 download

TRANSCRIPT

Iedereen doet mee…

Aanvalsplan laaggeletterdheid 2010-

2014 gemeente Boxtel

Aanvalsplan laaggeletterdheid 2010-2014 II

‘De strijd tegen laaggeletterdheid is het effectiefst wanneer hij op lokaal niveau

wordt gevoerd. Daarom is in het Aanvalsplan Laaggeletterdheid een voorname rol

weggelegd voor de gemeenten. Als lokale overheid, publieke werkgever, uitvoerder

sociale zekerheid en opdrachtgever van volwasseneneducatie zullen zij samen met

de provincies en gefaciliteerd door het Rijk, de regie voeren over lokale en regionale

samenwerkings-arrangementen op het gebied van scholing, onderwijs en

leesbevordering.’

Uit: aanbiedingsbrief aan de Tweede Kamer van Van A tot Z betrokken. Aanvalsplan

Laaggeletterdheid 2006-2010 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en

Wetenschap.

Aanvalsplan laaggeletterdheid 2010-2014 III

Inhoud

1 Inleiding ......................................................................................................... 4

2 Wat is laaggeletterdheid? ............................................................................... 5

2.1 Kenmerken van laaggeletterden ................................................................. 5

2.2 Doelgroepen ............................................................................................ 6

3 Laaggeletterdheid in de gemeente Boxtel....................................................... 8

4 Beleid in de gemeente .................................................................................... 9

4.1 Laaggeletterdheid bespreekbaar maken....................................................... 9

4.2 Toegankelijkheid van informatie vergroten..................................................10

4.3 Taal- en leesbevordering ..........................................................................11

4.4 Aanpak niet werkende laaggeletterden .......................................................11

4.5 Aanpak werkende laaggeletterden .............................................................12

5 Financiering en personele borging................................................................ 13

5.1 Begroting ...............................................................................................13

5.2 Personele borging....................................................................................13

Bijlage 1) Geformuleerde acties en ambities................................................. 14

4

1 Inleiding

Anderhalf miljoen Nederlanders hebben (veel) moeite met lezen en schrijven. Te veel mensen

zijn functioneel laaggeletterd: zij hebben problemen in het omgaan met instanties, met

administratie, met formulieren, met het gebruik van computer, internet, automatische

systemen, etc. Communicatie verschuift van papier naar de digitale media. Waar eerst

mensen diensten verleenden, gebeurt dat nu door automaten, zoals bij banken,

parkeergarages, etc. Kortom, alfabetisering verbreedt zich tot digitalisering. Het niet kunnen

bijhouden van deze ontwikkelingen leidt tot uitsluiting, zoals we bij ouderen en allochtonen

zien. Dit druist in tegen de uitgangspunten dat iedereen mee moet kunnen doen in de

samenleving.

Nu onze toekomst steeds meer komt te liggen in de kenniseconomie, doordat de

maakindustrie steeds meer verdwijnt naar de lage lonen landen, wordt de nood om iedereen

mee te laten doen steeds groter. Sociale en maatschappelijke uitsluiting door

laaggeletterdheid past niet bij het streven van Nederland om een volwaardige kenniseconomie

te zijn waarin iedereen mee kan doen. ‘Hoge lonen landen’, zoals Nederland, zullen zich

moeten richten op de kennis-intensieve aspecten van de productieketen en daarbij investeren

in kennis.

Er is sprake van een tweede, grote ontwikkeling: vergrijzing. De werkende bevolking neemt

af, doordat Nederland vergrijst en ontgroent: meer ouderen, minder jongeren. Willen we onze

sociale voorzieningen (en pensioenen) op peil houden, dan zal de arbeidsparticipatie omhoog

moeten. Nederland kan het zich niet permitteren mensen aan de kant te laten staan. Mensen

zijn in een kenniseconomie de belangrijkste productiefactor. De ontwikkeling en het

onderhoud hiervan veronderstelt een ‘lerende samenleving’, waarin de capaciteiten om kennis

te ontwikkelen, te absorberen, toe te passen en op peil te houden essentieel zijn. Uitsluiting

door feitelijke en functionele laaggeletterdheid dient daarom met kracht te worden

tegengegaan. Dit is niet alleen maatschappelijk van belang, maar ook in het belang van

welzijn en gezondheid van de individuele burger. Het niet mee kunnen in de maatschappij,

gevoelens van nutteloosheid en machteloosheid kunnen ziekmakend zijn.

Kortom, uitsluiting door laaggeletterdheid is sociaal onaanvaardbaar en economisch een

gemiste kans. Laaggeletterdheid moet dicht bij de burger worden aangepakt. In dit

aanvalsplan, gebaseerd op het Landelijk Aanvalsplan laaggeletterdheid 2006-2010, streven

wij naar inzet van aansprekende, laagdrempelige en dichtbijgelegen voorzieningen. Deze

uitgangspunten zijn een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle aanpak. Regionale

samenwerking en lokale uitwerking zijn cruciale ingrediënten om laaggeletterdheid structureel

te bestrijden en te voorkomen.

5

2 Wat is laaggeletterdheid?

Zoals boven al aangegeven, vindt er een verschuiving plaats binnen het begrip

laaggeletterdheid. Vroeger was het de puur technische vaardigheid van kunnen lezen en

schrijven. Het was de basisvaardigheid om mee te kunnen doen aan het denken en handelen

in de pen-en-papier maatschappij.

In onze complexere maatschappij heeft het begrip meer dimensies gekregen. Er behoren ook

de digitale technieken bij, zoals e-mail en internet, het kunnen omgaan met

geautomatiseerde systemen (winkels, banken), het begrijpen van getallen en eenheden

(rekenen), formulieren kunnen begrijpen en invullen, kranten en tijdschriften kunnen lezen en

begrijpen en het kunnen omgaan met veiligheidsvoorschriften zoals bijsluiters,

gebruiksinstructies, stickers en symbolen, etc.

De OESO definieert geletterdheid als de kennis en vaardigheden die nodig zijn om:

- Informatie te begrijpen en te gebruiken uit teksten (artikelen, nieuwsberichten, boeken);

- Informatie te vinden en te gebruiken, bijvoorbeeld in sollicitatiebrieven, bijsluiters,

kaarten, tabellen, grafieken;

- Rekenkundige bewerkingen te kunnen begrijpen, uitvoeren of controleren (getallen,

optellingen, maten, gewichten, eenheden).

Laaggeletterdheid of functioneel ongeletterdheid is een kwestie van definitie. We verstaan er

die mensen onder die op het laagste niveau zitten van (on)geletterdheid en hierdoor

problemen hebben met sociaal en maatschappelijk functioneren. Technisch is dit wat in het

jargon van de Volwasseneneducatie KSE-niveau 2 is, of dimensie 1 van laaggeletterdheid

(informatie uit teksten niet kunnen begrijpen en gebruiken).

2.1 Kenmerken van laaggeletterden

Laaggeletterde volwassenen hebben relatief lage inkomens en minder kans op werk. Zij zijn

vaker werkloos en uitkeringsgerechtigd. Als zij een baan hebben is die van laag niveau, met

minder kans op opleiding of training verzorgd door de werkgever. De participatie in het

maatschappelijk leven is vaak zeer beperkt. Laaggeletterden nemen nauwelijks deel aan het

maatschappelijk leven in buurten, scholen, bewonersgroepen, verenigingen, etc.

Als doelgroep zijn zij moeilijk te bereiken omdat zij niet lezen en zich maatschappelijk

isoleren. Zij hebben vaak een negatief maatschappijbeeld en laag zelfbeeld en zijn moeilijk te

activeren omdat zij zich schamen voor hun laaggeletterdheid, of dit verdringen.

Laaggeletterdheid bestaat niet alleen bij volwassenen. De laaggeletterden van de toekomst

zijn de kinderen met onderwijsachterstand van nu. Laaggeletterdheid dient daarom ook op de

scholen te worden aangepakt, vooral door het tegengaan van taalachterstand. Taalbeheersing

is de sleutel tot geletterdheid. Naast de taalachterstand van allochtone kinderen is ook het

probleem van functionele laaggeletterdheid bij autochtone kinderen, door achtergrond en

milieukenmerken (‘taalarme’ gezinnen), dyslexie, dyscalculie, cognitieve en functionele

beperkingen (laag IQ, autisme, ADHD, emotionele of psychiatrische problematiek, doofheid,

slechtziendheid, etc.). Onderwijsachterstand op de lagere school zet zich voort in het

voortgezet onderwijs, waar blijkt dat die vaak niet meer kan worden ingelopen. Signaleren en

6

remediëren van achterstand dient zo vroeg mogelijk te beginnen. Achterstand voorkomen is

beter dan genezen. Er is daarom veel aandacht voor de mogelijkheden bij de voorschoolse

educatie binnen de kinderopvang, crèches, consultatiebureaus, kinderartsen, etc.

Laaggeletterdheid onder ouderen komt ook veel voor, veel meer dan onder jongeren. Dit

komt natuurlijk door de stijging van de onderwijsparticipatie en het werkniveau in de

afgelopen decennia. Veel ouderen geven aan problemen te hebben met de taal- en

rekentaken waar ze in hun dagelijks leven mee geconfronteerd worden. De toenemende

bureaucratisering, digitalisering en automatisering versterkt dit nog.

Er is een duidelijk verband tussen laaggeletterdheid en sociaal-economische positie, geslacht

en etniciteit. Van de mensen in de laagste inkomenscategorie is 32% functioneel analfabeet.

Laaggeletterden vervullen in onze maatschappij de ongeschoolde of laaggeschoolde functies,

zoals in de schoonmaak, groenonderhoud, logistiek en distributie, zorg en horeca. Deze

functieniveaus correleren met een lage beloning zonder loopbaanperspectief. Veel

laaggeletterden zijn werkzaam in gesubsidieerde arbeid, zoals in sociale werkplaatsen.

Hiernaast zijn veel laaggeletterden werkloos of niet actief op de arbeidsmarkt (huisvrouwen).

Laaggeletterdheid komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen, vooral in gezinnen met een

traditionele rolverdeling. Het komt zowel in de stad als op het platteland voor. In de steden is

laaggeletterdheid veelal geconcentreerd in achterstandswijken met goedkope huurwoningen.

Het aantal laaggeletterden in Nederland van circa 1,5 miljoen bestaat uit 1 miljoen

autochtonen en 0,5 miljoen allochtonen (13% van de Nederlandse bevolking). De

laaggeletterdheid heeft binnen de allochtone groep nog een aparte karakteristiek van volledig

analfabetisme en onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal. Het eerste komt vooral

onder vrouwen voor die in hun land van herkomst geen onderwijs hebben gevolgd en wat,

gecombineerd met het tweede, een vrijwel volledig maatschappelijk isolement tot gevolg

heeft. Binnen de groep van 1,5 miljoen laaggeletterden zijn er naar schatting 250.000 ‘echte

analfabeten’.

2.2 Doelgroepen

Uit het bovenstaande komen verschillende doelgroepen naar voren. Uitgangspunten zijn

technische en functionele beheersing van communicatiemiddelen, in relatie met

maatschappelijk (kunnen) functioneren.

Ten aanzien van beheersing van communicatiemiddelen is er bij ‘laaggeletterdheid’ sprake

van een (aanzienlijk) tekort m.b.t. lezen, schrijven, rekenen en digitale technieken. In het

maatschappelijk functioneren leidt dit tot lagere kansen op werk en inkomen,

maatschappelijke participatie en inburgering. De gevolgen hiervan zijn grotere kansen op

maatschappelijk isolement, werkloosheid, uitkeringsafhankelijkheid, weinig

loopbaanperspectief, wonen in achterstandswijken, doorgeven van achterstanden aan

kinderen, laag zelfbeeld en zelfbewustheid, afhankelijkheid en gebrek aan autonomie

(zelfsturing; zelfregulatie). Met andere woorden: een lage mate van meedoen, weinig vat

hebben op het leven en dit niet zelf kunnen sturen.

7

In termen van doelgroepkenmerken hebben we het hier over:

- laag opgeleiden

- lage inkomensgroepen

- niet westerse allochtonen

- bewoners van achterstandswijken

- werklozen en uitkeringsgerechtigden (Bijstand, WAO, WW)

- personen in sociale werkvoorzieningen en gesubsidieerde werktrajecten

- ouderen met lage opleiding en alleen AOW

- niet westerse allochtone vrouwen

- laagste functieniveaus bij werkenden

- personen die in hun jeugd speciaal onderwijs en praktijkonderwijs hebben gevolgd

- personen die in hun jeugd zorgleerling of achterstandsleerling waren

- personen die onvolledig of geen basisonderwijs hebben gevolgd

- personen die het jeugdonderwijs hebben verlaten zonder startkwalificatie (MBO

niveau 2)

- huisvrouwen met alleen lagere schoolopleiding

- personen zonder leescultuur

- personen in een taalarme omgeving

- personen die thuis anderstalig zijn

- kinderen op scholen met lage CITO scores

- kinderen op (zwarte) scholen met een gemiddeld hoge onderwijsachterstand

- kinderen op het speciaal onderwijs

- kinderen en volwassenen met functioneel/cognitieve beperkingen (Dyslexie,

gedragsstoornis, ADHD, etc.)

- kinderen in de onderkant van het mbo onderwijs (drempelloze instroom, niveau 1

en 2 opleidingen, arbeidsmarktkwalificerende assistent opleidingen)

De problematiek neemt toe naarmate deze kenmerken in combinatie(s) voorkomen.

In de praktijk is er nooit sprake van één oorzaak. ‘Leren’ is een complex fenomeen waarbij

sociale, culturele, economische en individuele omstandigheden altijd een rol spelen. Ze gaan

samen, beïnvloeden en versterken elkaar. Achterstand is ook meer dan een leerachterstand.

8

3 Laaggeletterdheid in de gemeente Boxtel

Uit het International Adult Literacy Survey (IALS) onderzoek van OESO uit 1995 is gebleken

dat laaggeletterdheid sterk correleert met de volgende variabelen: opleidingsniveau, niet-

werkenden, werkloosheid, etniciteit en leeftijd. In de onderstaande grafiek worden de

percentuele scores op deze variabelen per gemeente vergeleken met de landelijke

percentuele scores. Op 2 van de 5 variabelen is het percentage in de gemeente Boxtel hoger

dan het landelijk percentage. Op basis van de afwijkingen kan een voorzichtige schatting van

het aantal laaggeletterden binnen de gemeente worden gemaakt.

Bij het vergaren van de cijfers is gebruik gemaakt van de uitkomsten van een landelijke

steekproef. Het landelijk karakter van die steekproef heeft als consequentie, dat de

schattingen minder nauwkeurig zijn naarmate gemeenten en doelgroepen kleiner worden.

Voor de provincies, regio’s en gemeenten met inwoner aantallen boven de 50.000 is met in

achtneming van deze beperkingen gekomen tot een zo goed mogelijke schatting van het

aantal laaggeletterden Er is gewogen aan de hand van onderstaande criteria:

- De regionale afwijkingen van de variabelen ten opzichte van de landelijke cijfers;

- De geschatte grootte van de aantallen laaggeletterden binnen de variabelen.

Bij de vertaling van de landelijke cijfers naar de plaatselijke situatie vinden we het niet

verantwoord inschatting te maken voor gemeenten met minder dan 30.000 inwoners. De

foutenkans wordt dan te groot.

Landelijk is circa 13% van degenen die tot de leeftijdscategorie 15-74 jaar behoren laaggeletterd.

In de gemeente Boxtel ligt het geschatte percentage laaggeletterden gelijk aan het landelijke,

namelijk op 13%. Voor Boxtel komt dit overeen met een verwacht aantal van meer dan 2.900

laaggeletterden.

9

4 Beleid in de gemeente

Het Landelijk Aanvalsplan laaggeletterdheid 2006-2010 ‘Van A tot Z betrokken’ geeft weer op

welke gebieden het probleem aangepakt kan worden. In het Landelijk Aanvalsplan worden zes

ambities onderscheiden:

1. Laaggeletterdheid bespreekbaar maken

2. Toegankelijkheid van informatie vergroten

3. Leesbevordering

4. Aanpak taalachterstand bij kind, jongeren en hun ouders

5. Aanpak laaggeletterden zonder werk

6. Aanpak werkende laaggeletterden

De aanpak van laaggeletterdheid kan landelijk worden gecoördineerd, gestimuleerd en

gefaciliteerd. Belangrijker echter is het lokale niveau, want de daadwerkelijke strijd tegen

laaggeletterdheid moet daar worden gevoerd. De beleidsmatige voorbereiding hiervan gebeurt

in een Gemeentelijk Aanvalsplan. Dit gebeurt via het eigen gemeentelijk beleid, maar ook

door samenwerking met andere partners zoals het onderwijs, bedrijven, welzijnswerk,

jeugdzorg en bibliotheek.

In het Boxtelse Aanvalsplan wordt veel gebruik gemaakt van bestaand beleid. Nieuwe

initiatieven zetten de aanpak van laageletterdheid meer kracht bij. Laaggeletterdheid is een

aspect van achterstanden en participatiebeleid. Het thema dient onderdeel te zijn van een

integrale beleidsvisie op participatie, zodat het daarbinnen doelmatig en efficiënt kan

‘meeliften’. Dat betekent een beleidsaanpak, waarbij basisvaardigheden als taal, rekenen,

werken met de computer en communiceren als voorwaarde om te kunnen participeren worden

meegenomen.

In dit hoofdstuk wordt, zonder uitputtend of volledig te willen zijn, per ambitie aangegeven

welke activiteiten de gemeente al uitvoert op het gebied van laaggeletterdheid.

Voor elk van de ambities wordt een puntsgewijze voorzet gegeven voor activiteiten. De

SMART-uitwerkingen van deze activiteiten kunnen in bijlage 1 worden teruggevonden.

4.1 Laaggeletterdheid bespreekbaar maken

Laaggeletterdheid is een taboe. Niet alleen voor mensen die moeite hebben met lezen en

schrijven, maar ook voor veel mensen in hun omgeving. Het is belangrijk voor

laaggeletterden om te weten dat zij niet de enige zijn die moeite hebben met lezen en

schrijven. Door laaggeletterdheid bespreekbaar te maken wordt dat taboe doorbroken.

Training herkennen en doorverwijzen

Het ROC geeft trainingen herkennen en doorverwijzen van 1 dagdeel. De organisatie die in dit

plan worden genoemd zoals BSR, Schrijven en Blijven en CJG kunnen medewerkers naar deze

cursus sturen. De projectleider van de gemeente verkrijgt inzicht in de presentielijsten en kan

10

zo volgen door wie deze cursussen worden bezocht. Met de organisaties die hebben

deelgenomen aan deze cursus worden afspraken gemaakt om klanten door te verwijzen naar

de cursus Lezen en Schrijven.

Met Bureau Sociaal Raadslieden zijn voor 2011 afspraken gemaakt met betrekking tot het

doorverwijzen naar de cursus laaggeletterden; in 2011 zullen tien klanten worden

doorverwezen. Ook met Schrijven en Blijven wil Boxtel de afspraak maken dat in 2012 vijf

klanten worden doorverwezen naar de cursus lezen en schrijven.

Deelnemers die een lange cursus hebben gevolgd, krijgen standaard een gesprek met een

klantmanager van de gemeente en iemand van het roc om te kijken naar

vervolgmogelijkheden op de cursus.

Communicatieplan

In de bijlage van dit plan zit een gedetailleerd communicatieplan. Hierbij wordt zoveel

mogelijk aangesloten op de landelijke campagne.

Nader onderzoek

De gemeente zal voor het tweede kwartaal 2011 onderzoeken wat de toekomst is van ETV.nl.

Daarnaast wordt onderzocht of de cursusprijs kan worden verhoogd zodat aankondigen over

scholingsaanbod in de Mijerij, Brabants Centrum en Mooiboxtel.nl budgetneutraal regelmatig

geplaatst kan worden op gemeente pagina.

Voor eind 2010 wordt onderzocht of nieuwe ambassadeurs laaggeletterdheid worden opgeleid.

Wilma zoekt de financieringsmogelijkheden uit, (ambtelijke uurinzet en geld uit de WEB-middelen)

Formuleren van formele afspraken op bestuurlijk niveau

Afspraken in beleidsdocument Educatie moeten worden geformuleerd. Het formuleren van een

politiek uitgangspunt is nodig om de richting van het Aanvalsplan te bepalen.

4.2 Toegankelijkheid van informatie vergroten

Een groot deel van de Nederlandse bevolking heeft moeite met het lezen van ambtelijke

informatie, zoals gemeentegidsen, verzoeken om uitkeringen, formulieren, etc. Dit zijn niet

alleen laaggeletterden en mensen met een visuele handicap; een groot deel van de lezende

bevolking leest liever een brief in begrijpelijke taal.

Door kleine aanpassingen in de manier waarop er gecommuniceerd wordt met de bevolking,

wordt de informatie veel toegankelijker. Hierdoor hebben veel mensen minder moeite met

bijvoorbeeld het invullen van formulieren en lezen van websites.

Lanceren van schrijfwijzer

In 2011 wordt een schrijfwijzer voor alle schrijvende ambtenaren gelanceerd. Met deze

schrijfwijzer kan de leesbaarheid van de schriftelijke informatie van de gemeente worden

verbeterd. Een schrijfwijzer zorgt daarnaast voor uniformiteit in schrijven door verschillende

gemeentelijke afdelingen.

11

Toegankelijkheid van gemeentefolders

Onlangs zijn de SOZA folders in klare taal beschikbaar bij het loket Wegwijs. Mogelijk kan dit

als voorbeeld dienen om andere folders in klare taal beschikbaar te stellen. Er wordt

onderzocht of dit ook leidt tot een vermindering van klantvragen.

Website gemeente

Publiceren van gemeentelijke informatie in klare taal op de website. Jaarlijks wordt de

drempelvrij-/weg test afgenomen om te onderzoeken of de website van de gemeente

drempelvrij blijft.

4.3 Taal- en leesbevordering

Laaggeletterdheid bestaat niet alleen bij volwassenen. Kinderen die nu een

onderwijsachterstand hebben, lopen een groot risico om laaggeletterde volwassenen te

worden. Om te voorkomen dat jongeren met onvoldoende lees- en schrijfvaardigheden het

schoolsysteem verlaten, is het van groot belang dat kinderen al vanaf jonge leeftijd veel in

aanraking komen met taal en lezen. Het bevorderen van plezier in lezen is essentieel.

Naast de taalachterstand van allochtone kinderen is het probleem van functionele

laaggeletterdheid ook bij autochtone kinderen aanwezig, door achtergrond en

milieukenmerken (‘taalarme’ gezinnen). Onderwijsachterstand op de basisschool zet zich

voort in het voortgezet onderwijs, waar blijkt dat die vaak niet meer kan worden ingelopen.

Op het gebied van taal- en leesbevordering is de Gemeente Boxtel erg actief. Een

totaaloverzicht is te vinden in de bijlage lees- en taalbevorderingsactiviteiten.

Interessante ontwikkeling

Om een fundamentele, duurzame verbetering van de taal- en rekenprestaties in het primair

onderwijs te bereiken wordt zijn concrete doelstellingen geformuleerd in de Kwaliteitsagenda

PO. Naar verwachting zal de meer opbrengstgerichte manier van werken op het niveau van de

klas, de school en het bestuur efficiënter zijn. Met de introductie van de referentieniveaus kan

het talent in het onderwijs verder gemaximaliseerd worden. Deze referentieniveaus dienen als

ijkpunten voor de leerkracht bij de inrichting van het onderwijsleerproces. De vastgestelde

niveaus bieden de leerkracht handvatten om dit proces – waar nodig – bij te sturen. De

referentieniveaus vormen bovendien een belangrijke schakel in de overdracht van gegevens

van leerlingen vanuit het PO naar het VO (inclusief SO en VSO).

Per augustus 2010 treedt de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in werking.

Om basisscholen in staat te stellen de leerprestaties voor taal en rekenen te verbeteren, zijn

voor de schooljaren 2010-2011 t/m 2013-2014 extra middelen beschikbaar gesteld.

4.4 Aanpak niet werkende laaggeletterden

Momenteel staan teveel laaggeletterde volwassenen langs de zijlijn. Dit geldt ook voor vele

jongeren die school verlaten zonder vaardigheden die zij nodig hebben om zich te redden in

onze samenleving. Zij missen ontplooiingsmogelijkheden en perspectief. En dat terwijl onze

economie de komende decennia een aantal grote uitdagingen te wachten staat: vergrijzing,

12

globalisering, arbeidsmigratie en doorontwikkeling van de kenniseconomie. Daarom moeten

wij het arbeidspotentieel dat wij tot onze beschikking hebben volledig benutten. Het

terugdringen van laaggeletterdheid betekent het verkleinen van de kans op werkloosheid.

Agenderen laaggeletterheid bij verschillende netwerken

Bekendheid bij netwerken als Armoede en Eenzaamheid kan er voor zorgen dat mensen

vanuit deze netwerken worden doorverwezen naar een cursus Lezen en Schrijven.

Aandacht voor taal in het particpatietraject

Participatietrajecten zijn in eerste instantie gericht op het toeleiden naar werk. Om duurzaam

te kunnen participeren (richting werk, inburgering etc.) speelt taal ook een belangrijke rol.

Het is hiervoor belangrijk dat consulenten van Sociale Zaken toegerust zijn en

laaggeletterdheid kunnen herkennen. Daarnaast moeten zij goed weten wat het mogelijke

scholingsaanbod is.

4.5 Aanpak werkende laaggeletterden

Laaggeletterde volwassenen hebben relatief lage inkomens en minder kans op werk. Als zij

een baan hebben is die van laag niveau, met minder kans op opleiding of training verzorgd

door de werkgever. Van alle werkenden in Nederland is 6% laaggeletterd. In sommige

branches, zoals schoonmaak, groenvoorziening of bouw is dat wel 20%.

De participatie in het maatschappelijk leven is vaak zeer beperkt. Laaggeletterden nemen

nauwelijks deel aan het maatschappelijk leven in buurten, scholen, bewonersgroepen,

verenigingen, etc.

Educatieregeling aan bedrijven

De Gemeente Boxtel heeft afspraken gemaakt rondom de bekostiging van scholingstrajecten

binnen bedrijven. Deze afspraken, die zijn genoemd in het beleidsplan Educatie en

Inburgering, zijn belangrijk om bedrijven actief te stimuleren om scholing vorm te geven.

Afgesproken is dat elk jaar maximaal 10 personen een cursus voor laaggeletterden kunnen

volgen. De gemeente betaalt de helft van de opleidingskosten. Zijn het er meer dan tien, dan

zijn de kosten voor het bedrijf.

Agenderen bij Lokaal arbeidsmartkberaad en Personeelsdienstencentrum Boxtel

Het thema laaggeletterdheid wordt op de agenda geplaats bij het Lokaal Arbeidsmarktberaad

(LAB). Het LAB bestaat uit onderwijs, ondernemers en overheid (ook uwv). In het

personeelsdienstencentrum Boxtel (PDC) is een nauwe samenwerking tussen P&O

medewerkers van zo’n 61 bedrijven uit Boxtel.

Voorbeeldfunctie gemeente Boxtel

De Gemeente Boxtel vindt het belangrijk om als lokale werkgever het goede voorbeeld te

geven. Daarom wordt er in het eerste kwartaal van 2011 onderzocht op welke manier dit het

beste vormgegeven kan worden. Indien de gemeente Boxtel werk uitbesteed, zal het thema

laaggeletterdheid nadrukkelijk onder de aandacht worden gebracht bij die bedrijven. De

wethouder heeft een rol in het benaderen van die bedrijven.

13

5 Financiering en personele borging

Bij het formuleren van ambities op het thema laaggeletterdheid is zo veel mogelijk rekening

gehouden met bestaand beleid (en wordt dus gedekt uit bestaande middelen). Daarnaast zijn

veel activiteiten kostenneutraal.

5.1 Begroting

Er zijn verschillende acties randvoorwaardelijk voor een goede aanpak van het thema

laaggeletterdheid. Voor deze overkoepelende activiteiten zijn aanvullende middelen nodig.

Hieronder wordt aangegeven om welke acties het gaat en wat de concrete kosten voor de

komende jaren (t/m 2014) zullen zijn.

Trainingen Herkennen en doorverwijzen (5 x in 2011) eenmalig € 3600,-

Communicatiecampagne (start 2010, loopt t/m 2014) jaarlijks € 500.-

5.2 Personele borging

Voorkomen en bestrijden van laaggeletterdheid is belangrijk, maar ook complex. Om de aanpak

goed te kunnen realiseren is het belangrijk dat er een coördinator wordt aangesteld. Voor dit plan

zal Wilma Adriaans de coördinator zijn. Voor de uitvoering van dit plan gaan wij uit van minimaal 4

uur per week.

Per ambitie in h.5 wordt aangegeven wie verantwoordelijk is voor welke actie.

Alle inwoners doen mee! Boxtel 2010

CINOP, juni 2010 14

Bijlage 1) Geformuleerde acties en ambities

Ambitie Bespreekbaar maken

Meetbaar

resultaat

Argumentatie Aanpak/ Organisatie Evaluatie

Financiën

5x Training Herkennen en

Doorverwijzen in 2011

Trekker: Wilma A.

Deelname van de

genoemde

organisaties (zie

aanpak).

Het is een

voorwaarde waarom

deze organisaties

mensen kunnen

doorverwijzen.

ROC geeft trainingen

van één dagdeel aan

o.a. de volgende

organisaties.

- BSR

- Schrijven en

blijven (hulp bij

administratie

- Medewerkers CJG

- Casemanagers SZ

& UVW

- Consulenten Zorg

- Katholieke Bond

ouderen

- Medewerkers

Wegwijs

- MEE

- Consulenten WSD

Presentielijsten

worden overlegd

aan Wilma

(projectleider)

€ 720,-- per

dagdeel van 3 uur

De financiering uit

de gelden voor

Volwasseneneduca-

tie

Afspraak met Bureau Sociaal

Raadslieden 2011: 10 klanten

doorverwijzen naar cursus Lezen en

Schrijven.

Afspraak met Schrijven en blijven in

Resultaten worden

in jaarverslag

meegenomen.

Indicator: aantal

deelnemers aan

Sommige mensen

met juridische

problemen hebben

moeite met lezen en

schrijven. Extra

Komt in

subsidiebeschikking te

staan via Afdeling

Welzijn.

Elk jaar t/m in

ieder geval 2014

evaluatie via

welzijn/

jaarverslag.

Ambtelijk uurinzet

Alle inwoners doen mee! Boxtel 2010

CINOP, juni 2010 15

2012: 5 klanten verwijzen naar

cursus Lezen en Schrijven.

Trekker Wilma A.

cursus afkomstig

van BSR of

Schrijven en Blijven.

ondersteuning op

taal maakt ze

zelfstandiger

Vertalen Landelijke campagne naar

lokale variant, aansluiten tijdens

week Alfabetisering 2010, 2011,

2012.

Trekker: Judith

In het

communicatieplan is

een gedetailleerd

overzicht (zie

bijlage) te vinden

van de

communicatie-

activiteiten.

Communicatie van

laaggeletterdheid is

belangrijk om

burgers en bedrijven

van de gemeente te

bereiken en

aandacht op

laaggeletterdheid te

vestigen. Het

communicatieplan

hangt boven alle

speerpunten van

laaggeletterdheid.

Het communicatieplan

wordt nader smart

uitgewerkt, met name

het meetbaar maken

van de doelstellingen,

tijdplanning. Er wordt

nog nagedacht hoe

bedrijven actief

benaderd kunnen

worden.

Jaarlijks evaluatie

van de

activiteiten in het

communicatie-

plan.

Ambtelijke uurinzet

€ 500,- jaarlijks

voor communicatie

activiteiten

Medewerkers gemeenten jaarlijks

bekend maken problematiek.

Trekker: Wilma A.

Steekproefsgewijs in

gesprek met

collega’s over

bekendheid met

thema (2 jaarlijks)

Draagvlak voor het

project vergroten:

iedere werknemer is

intermediair en

ambassadeur van

het thema.

Artikel in personeelsblad

(elk jaar

september/oktober)

Posters in de gangen

(elk jaar)

Informatie plaatsen op

intranet

Projectleider

vraagt collega’s

bevindingen te

rapporteren.

Ambtelijke uurinzet

Vieren van successen rondom

laaggeletterdheid (nader bepalen wat

de definitie van succes is), minimaal 1

Stimuleren van

cursisten door

feestelijkheden en

Schroom

verminderen bij

doelgroepen en

- Zoveelste cursisten,

gediplomeerde,

zoveelste groep,

Afdeling

communicatie

rapporteert

Free publicity,

In de afspraken

met KW1C wordt

Alle inwoners doen mee! Boxtel 2010

CINOP, juni 2010 16

x per jaar.

Trekker Carin (KW1C)

zichtbaar maken

resultaten.

Als voldaan is aan

taakstelling in

contractovereenkom

sten.

meer zichtbaarheid ambassadeurs.

- Creëren

persmomenten met

afdeling

communicatie

Gemeente Boxtel

aantal events aan

projectleider

vastgelegd bij

welke resultaten en

successen een

feestelijkheid wordt

georganiseerd Dit

wordt verrekend in

de kostprijs van de

cursus.

Carin, en Judith

Ambitie Toegankelijkheid van

informatie vergroten

Meetbaar

resultaat

Argumentatie Aanpak/

Organisatie

Evaluatie

Financiën

Lanceren schrijfwijzer voor alle

schrijvende ambtenaren in 2011

Trekker: Afdeling Communicatie

Aantal ambtenaren

die de schrijfwijzer

ontvangen hebben.

Aantal clicks op

intranet.

Verbeteren van de

leesbaarheid van

schriftelijke

informatie.

Daarnaast het

vergroten van de

uniformiteit van

verschillende

afdelingen.

Bewustwording van

voor welke

Eénmalige

verspreiding bij

aanvang, bij elke

nieuwe werknemer

wordt schrijfwijzer

uitgedeeld door afd.

communicatie.

Schrijfwijzer is ook te

vinden op intranet.

Aansluiten op de

brieven die al

Rapporteren

gemeten

resultaten.

Bestaand beleid

vanuit afdeling

communicatie.

Alle inwoners doen mee! Boxtel 2010

CINOP, juni 2010 17

doelgroep je schrijft. “hertaald” zijn.

Publiceren van gemeentelijke

informatie in klare taal op de website

Trekker: Afdeling communicatie

Aantal verbeterde

teksten.

2-jaarlijks slagen

voor drempelvrij-

/wegtest.

Veel burgers halen

hun informatie van

het internet.

Belangrijk dat de

gemeente –website

toegankelijk is voor

iedereen.

In 2011 nieuw content

management systeem

voor website.

Hiervoor worden

teksten van website

naar redacteurs

gestuurd en een

eindtoets vindt plaats

door afdeling

communicatie.

Continueren

Drempelvrij-/weg test

website.

Uitslag

drempelvrij-/weg

test website.

Geoormerkte

gemeentelijke

middelen CMS

Ambitie taal- en leesbevordering

Meetbaar resultaat Argumentatie Aanpak/

Organisatie

Evaluatie

Financiën

Project Boekstart (0-2 jaar) Aantal uitgegeven

geboorte- en

Boekstartkoffertjes.

Aantal uitgereikte

biebpassen aan ouders

met baby’s.

Leescultuur binnen

gezin stimuleren.

Alle ouders worden

bereikt en

overtuigd dat lezen

al vanaf het eerste

levensjaar

belangrijk is.

Informatiemateriaal

verspreiden bij

aangifte geboorte

en ouders

stimuleren naar de

bieb te gaan en hun

baby lid te maken.

I.s.m. Bureau

voorlichting worden

PR-activiteiten

Project loopt van

2010 t/m 2012.

Evaluatie en

verantwoording

tussentijds en na

afloop conform

afspraken.

€ 21.758,10 uit

onderwijs-

jeugdbudget

€ 9.324,90 uit z.g.

Aboutalebmiddelen

Alle inwoners doen mee! Boxtel 2010

CINOP, juni 2010 18

georganiseerd.

Boekencollecties op diverse locaties voor

gebruik en ter promotie door CB-

verpleegkundigen en pedagogisch

medewerkers:

Boekendisplay; Puk & Ko; Voortouw (0-4

jaar)

Aantal uitgeleende

materialen aan ouders.

Kinderen en ouders

maken kennis met

het materiaal zodat

ze gestimuleerd

worden om met

hun kinderen naar

de bibliotheek te

gaan.

Initiatief ligt bij

bibliotheek,

structurele

aanbieding van

materiaal bij

diverse

organisaties.

Subsidie

Maatschappelijk

Welzijn gemeente

(NMW)

Gemeente continueert

peuterspeelzaalwerk (2,5-4 jaar).

Voor doelgroepen is Bijzondere bijstand

mogelijk.

Aantal deelnemers;

groepen; locaties.

Kwaliteitscriteria.

Totaal aantal

aanvragen BB.

Ontwikkelingsstimu-

lering (cognitief,

fysiek, sociaal-

emotioneel)

Gesubsidieerde

organisaties

peuterspeelzaal-

werk en kinderop-

vang + partners

Periodiek overleg.

Jaarverslag +

jaarrekening.

66% kosten per

deelnemende

peuter. NMW

Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)

(2,5-4 jaar)

Idem vorige.

Streefcijfer bereik

doelgroep: 80 peuters

per jaar; spreiding

locaties

Taalontwikkeling van

doelgroep- kinderen

stimu-leren;kinderen

beginnen zonder

taalachterstanden

aan basisschool.

Idem vorige.

Impuls VVE: CJG

voert coördinatie

kwaliteitsverbete-

ring uit (Boxtels

Model).

Staat in de

jaarafrekening van

de gemeente

Drie dagdelen

gratis voor

doelgroepkinderen.

VVE-budget.

Bij oudercursus ‘Jij bent belangrijk’

(taalstimulering/opvoedingsondersteuning

) aandacht voor belang van lezen/zingen

(2,5-4 jaar)

Aantal bereikte ouders

per jaar + doorver-

wijzingen van ouders

naar passende scholing

+ nieuwe jeugd-

abonnementen.

Ouders stimuleren

tot meer interacties

met hun kinderen.

Uitvoering door

CJG, extra

aandacht voor

taalvaardigheid bij

ouders. Signalering

en doorverwijzen

naar passende

scholing.

Meten aantal

cursisten + aantal

keer dat groepen

gedraaid.

Binnen CJG vindt

evaluatie plaats.

Middelen vanuit

VVE budget

Alle inwoners doen mee! Boxtel 2010

CINOP, juni 2010 19

Cursus Muziek op schoot (2,5 – 4 jaar) Streefgetallen: jaarlijks

2 groepen met 8 à 12

peuters/ ouders.

Stimuleren van

muzikale- en

taalontwikkeling en

interactie ouder-

kind.

Locaties Brede

Scholen

Format BSB Aboutalebmiddelen

Project leestassen (2,5-6 jaar) Het aantal leestassen

dat door ouders en

professionele begeleider

wordt gemaakt;

uitgeleend; aantal

deelnemende

ouders/kinderen.

Stimuleren

voorleescultuur in

gezinnen;

interactie tussen

ouders onderling

bevorderen;

ouderbetrokkenhei

d bij ontwikkeling

kind stimuleren.

PR via

nieuwsbrieven

scholen en

activiteitenkalender

Brede Scholen.

Selissenwal en

Wilgenbroek.

2x per jaar

aanbieden.

Volgens format

BSB

NMW

Voorleesontbijt (2,5-13 jaar) Aantal deelnemende

organisatie + kinderen.

Bevorderen van

(voor)lezen.

Bibliotheek in

samenwerking met

peuterspeelzaal-

werk, brede

scholen, Kindertuin

en boekhandel.

NMW

Project Taalactiever: vergroten van de

ouderbetrokkenheid, verbreding en

verdieping van taalaanbod VVE-kinderen

(4-6 jaar)

Alle scholen die het nodig

hebben

(doelgroepkinderen)

laten participeren in dit

project. CITO

woordenschat.

Aantal specifieke

Voortzetting en

uitbouw van een

integraal VVE-

traject om een

doorlopende en

positieve

ontwikkeling van

Voor ouders

worden 5

taalontmoetings-

momenten

georganiseerd.

Naast algehele

projectplan stelt

Jaarlijkse evaluatie

van beschikkings-

partners over de

resultaten,

deelname en

uitvoering.

50% vanuit

onderwijsgelden

(gewichtengelden)

en 50% vanuit OA-

budget gemeente

Alle inwoners doen mee! Boxtel 2010

CINOP, juni 2010 20

contacten school -ouders een kind mogelijk

te maken.

elke school een

deelprojectplan op.

De Rode Draad stimuleert het leesplezier,

ook voor kinderen die niet makkelijk

lezen. (4-12 jaar)

Aantal deelnemende

basisscholen

Thematisch

leesbevorderings-

project. Leerlingen

komen 3 keer in

aanraking met alle

facetten van lezen.

Uitvoering door de

scholen. Bibliotheek

zorgt voor

vernieuwing

materialen en

continuering.

NMW/onderwijs

Taalspeelgroep binnen brede school in

Boxtel Selissenwal als verlengde

schooldag. (6-10 jaar)

Ten opzichte van

eerdere jaren een beter

resultaat op de CITO

scores (groep 3 t/m 6)

Reduceren van

taalachterstanden

bij kinderen uit m.n.

allochtone milieus.

Iedere woensdag-

middag integraal

programma

taal/sport.

I.s.w. met de

school volgens

format BSB.

Reguliere middelen

scholen en NMW.

Leescafé op Brede Scholen (10-13 jaar) Twee series

bijeenkomsten à 10

deelnemende kinderen

per jaar.

Verdieping en

interactie met

andere kinderen

door activiteiten

die met lezen en

boeken te maken

hebben.

Coördinator brede

scholen in

samenwerking met

bibliotheek.

Coördinator BSB

i.s.m. uitvoerders

op basis van

format

NMW

Boekenbal (10-13 jaar) Aantal deelnemende

kinderen en scholen.

Promotie

Boekenweek met

activerende

workshops.

Coördinator Brede

Scholen +

basisscholen.

Evaluatie na

afloop.

Verslaglegging

door coördinator

BSB

NMW/onderwijs

Boxtelse voorleeswedstrijd (10-13 jaar) ? Het voorlezen en

het plezier in lezen

stimuleren.

Bibliotheek in

samenwerking met

basisonderwijs.

NMW/onderwijs

Alle inwoners doen mee! Boxtel 2010

CINOP, juni 2010 21

Minima krijgen aanbod computer plus

vaardigheidscursus (12-18 jaar)

Totaal aantal

toekenningen

Leerlingen kunnen

beter onderwijs

volgen als er thuis

een computer

beschikbaar is.

De computer wordt

aan het gezin

verstrekt. Het is

belangrijk om

ouders basisvaardig

te maken om ook

met de computer te

werken (toezichtrol).

Gemeente betaalt

voor mensen met

leerling op VO een

computer. Eén van

de ouders mag

cursus

computervaardighe

den volgen met

een maximale

vergoeding.

Wordt verantwoord

in de jaarrekening

Minimabeleid/bij-

zondere bijstand.

Lees- en taalbevordering staan prominent

op de (lokaal educatieve) agenda.

Meer samenhang

en daar waar zaken

niet voldoende

lopen kijken naar

een passende

invulling.

Gemeente stelt

voor dit thema op

te nemen in het

meerjarenplan van

de LEA 2011-2014

Bij LEA-evaluaties Ambtelijke uurinzet

Ambitie Aanpak van niet werkende

laaggeletterden

Meetbaar resultaat Argumentatie Aanpak/

Organisatie

Evaluatie

Financiën

Agenderen laaggeletterdheid bij

• Netwerk armoede

• Netwerk Eenzaamheid

Trekkers: Wilma en Rianne

Het aantal partners wat

bereikt is via het

netwerk en

doorverwijzingen naar

cursus Lezen en

Doelgroepen van

deze netwerken

vertegenwoordigen

veel

laaggeletterden.

Agenderen door

gemeente.

1 x per jaar, in

samenwerking met

KW1C.

Meten hoeveel

mensen bekend

gemaakt zijn met

het thema d.m.v.

mini enquête.

Ambtelijke uurinzet

Alle inwoners doen mee! Boxtel 2010

CINOP, juni 2010 22

schrijven. Uitreiken van

herkenningswijzers

Casemanagers zijn alert op taal en

geven dit een rol in

participatietrajecten.

Trekker: Coördinator Cluster Werk en

Inkomen

Aantal mensen dat

vanuit

participatietrajecten

wordt doorverwezen

naar cursus Lezen en

Schrijven.

Trajecten leiden toe

naar werk, maar ook

Participatie in brede

zin is belangrijk.

Daarom is

taalscholing

onontbeerlijk.

Sz consulenten en

casemanagers

toerusten zodat ze

kunnen herkennen

(zie ook ambitie

1).

Bij de intake van

de cursus door roc

wordt gevraagd

waar vandaan

deelnemers zijn

doorverwezen. roc

rapporteert aan

projectleider.

Ambtelijke uurinzet

Medewerkers

sociale zaken

Carin

Handhaven gratis inlooppunt op het

KW1C voor alle burgers.

Stijgend aantal

cursisten Lezen en

Schrijven. Ambitie is

dat deelname stijgt met

25 %

Laagdrempelige

faciliteit voor

mensen die moeite

hebben met L&S;

wervingskanaal

Eén dagdeel per

week open,

inlooppunt zit op

brede school

waardoor

koppeling met

jeugd/kinderen

mogelijk is.

Elk kwartaal wordt

het aantal

cursisten

doorgeven aan

ambtenaar SoZa

Educatiemiddelen

Ambitie Aanpak van werkende

laaggeletterden

Meetbaar resultaat Argumentatie Aanpak/

Organisatie

Evaluatie

Financiën

Thema laaggeletterdheid op de agenda

plaatsen bij Lokaal arbeidsmarkt beraad

(LAB) en bij bedrijven.

Wethouder

Geplaatst op agenda en

opnemen in Werkplan

Doel is om thema bij

netwerkpartners

onder de aandacht

te brengen en te

Verzoek thema te

bespreken en op

Werkplan te

plaatsen, zodat

Navragen of het

thema voldoende

bekend is;

eventueel opnieuw

Ambtelijke uurinzet

Alle inwoners doen mee! Boxtel 2010

CINOP, juni 2010 23

houden. het onder de

aandacht blijft.

toelichten

Thema laaggeletterdheid agenderen bij

personeelsdienstencentrum Boxtel (PDC)

Wethouder

Bekendheid via

nieuwsbrief en

geagendeerd bij de

bijeenkomst van

deelnemers van het

PDC.

Doel is om bedrijven

te stimuleren om

taalscholing op de

werkvloer vorm te

geven.

1X per jaar in

nieuwsbrief

opnemen wat het

aanbod van de

gemeente is.

Registreren van het

aantal gebruikte

scholingstrajecten

vanuit werkgevers.

Ambtelijke uurinzet

Bedrijfsleven Boxtel

Wethouder

Jaarlijks minimaal 3

bedrijven bezoeken om

afspraken over

cursusdeelname

rondom thema

laaggeletterdheid te

maken, zodat minimaal

10 cursisten een

leeraanbod volgen.

Het doel is dat

jaarlijks minimaal 10

werkende cursisten

een cursus Lezen en

Schrijven volgen.

Bij

bedrijfsbezoeken

worden afspraken

met werkgevers

gemaakt over

deelname aan de

cursussen door

laaggeletterde

werknemers

Registreren van het

aantal gebruikte

scholingstrajecten

vanuit werkgevers.

Ambtelijke

ureninzet

Gemeente als werkgever:

onderzoeken in eerste kwartaal 2011

Trekker: Wilma A.

Inzicht in eventuele

laaggeletterde collega’s

en de wens tot

scholing.

Het is belangrijk om

voorbeeldfunctie te

zijn voor andere

bedrijven.

Overleg met P&O

over insteek,

onderdeel van POP

medewerkers,

toeleiding door

leidinggevenden.

Tweede kwartaal

2011 is inzicht in

opbrengst.

Ambtelijke uurinzet

Gemeente als uitbesteder van werk

Trekker: Wilma Adriaans

Afspraken maken over

cursusdeelname door

laaggeletterde

De gemeente draagt

naar buiten toe uit,

dat zij

Afspraken met

bedrijven aan wie

de gemeente werk

Registreren van

deelnemers

Ambtelijke

ureninzet

Alle inwoners doen mee! Boxtel 2010

CINOP, juni 2010 24

werknemers die voor

onze gemeente

werkzaamheden

verrichten.

laaggeletterdheid

bestrijden belangrijk

vindt.

heeft uitbesteed.