de heus leesvoer nr.3 2010
DESCRIPTION
Leesvoer is het huisorgaan van De Heus Voeders BV dat vijfmaal per jaar verschijntTRANSCRIPT
Jaargang 13 | nummer 3 | ju l i 2010
2010
3
Kaliber Jongvee Plan: startfase
Op weg naar een eigen konijnenbedrijf
Naar minder gebruik van antibiotica
Leesvoer
In dit nummer
U vindt alles over Leesvoer ook op internet. Ga naar
www.de-heus.nl
Op de cover
Streven naar gezonde biggen om
het antibioticagebruik te verminderen
8
2 De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010
r u n d v e e
Inspelen op wisselende voederwaardes 12
Kaliber Jongvee Plan: startfase 18
'We houden niet van ingewikkeld' 20
Kwaliteit van snijmaïs zit in de kolf 24
Mestafzet goedkoper 27
v a r k e n s
Naar minder gebruik van antibiotica 8
Antibioticumgebruik wordt vergelijkbaar 10
Voeren met lage kosten 16
Consumenten mogen kijken 22
p l u i m v e e
Experimentele techniek in de kuikenstal 4
'Volksgezondheid is in het geding' 6
Goede mestkwaliteit geeft meer stroom 23
Wees alert en neem gerichte maatregelen 26
k o n i j n e n
Op weg naar een eigen konijnenbedrijf 14
Welkom 3
Ontmoet De Heus 11
Bedrijf en gezin 17
4
12
14
'Konijnenvlees is gezond vlees:
mager en met hoge gehalten aan gunstige
vetzuren'
Hitte en stressDe aarde warmt op door het broeikaseffect van CO2. Krijgen we hierdoor ook meer hitte in ons land? Wie weet. Wees in elk geval goed voorbereid op mogelijke hitte en vermijd stress bij uw dieren. U kunt allerlei maatregelen nemen om de warmte de baas te blijven.
Vermijd ook onnodig gebruik van antibiotica. Familie Nijhuis ondervond de nadelen. Professor Mevius legt uit dat het antibioticagebruik een gevaar is voor de volksgezondheid. Het is noodzakelijk deze medicijnen minder toe te passen. Onze dierenarts Groenland laat zien hoe u helder kunt maken of u veel of weinig antibiotica gebruikt. U leest over dit alles meer in Leesvoer.
Van de redactie
cOlOfONLeesvoer is het huisorgaan van De Heus
Uitgever: De Heus Voeders B.V.
Redactieraad: Patrick van Vugt, Franko van
Lankvelt, Nico Woudenberg, Jeroen
Verdenius, Augustine van Ree
Redactieadres: Postbus 396 6710 BJ Ede,
telefoon 0318 – 675 497
e-mail [email protected]
Productie: Iris commmunicatie & reclame,
Lichtenvoorde
Druk: BDU Barneveld
Leesvoer 3 | juli 2010
Welkom!
Jeroen Verdenius, Hoofd Marketing & Communicatie
De Heus organiseert regelmatig cursussen Robotmelken met een goede mix van theorie en praktijk. Om met succes het robotmelken toe te passen is het goed om aandacht te besteden aan het koeverkeer, de inrichting van de stal, de koegezondheid, de robotbezetting en de melkgift. Ook de voeding en het rantsoen spelen hierbij een belangrijke rol. Al deze factoren hebben direct invloed op het aantal melkingen per dag en het percentage op te halen koeien.
RobotspecialistenTijdens de cursus krijgt u adviezen van de robotspecialisten van De Heus. Hun doel is om het robotmelken op uw bedrijf tot een succes te maken. In de ochtend besteden ze aandacht aan het theoriegedeelte ‘Robotmelken Automatisch Goed’ en ’s middags is er een workshop bij een robotbedrijf. Indien er een robotcursus bij u in de regio wordt gehouden wordt u daarover persoonlijk geïnformeerd. Hebt u belangstelling, vraag uw specialist.
Samen met de betreffende veehouder organiseert De Heus open dagen bij bedrijven met nieuwe of vernieuwde stallen. De komende maanden zijn dit:
Hendrix – BousseryVrijdag 30 juli, 10.00 tot 16.00 uurAdres: Molhemstraat 81, Peer, België
Neijs VOFVrijdag 27 augustus, 10.00 tot 16.00 uurOpvallend: nieuwbouw melkveestal met 124 ligboxen en plaats voor 3 melkrobots. Diverse automatiseringstoepassingen. Adres: Overasebaan 16, 4891 RG Rijsbergen
Op onze website www.de-heus.nl kunt u in de agenda de actuele lijst met open dagen raadplegen. Leesvoer wordt
gedrukt op FSC gecertificeerd
Houtvrij silk mc papier.
Open dagen
cursus Robotmelken
4 De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010
leutelen, monteren en technische oplos-
singen bedenken is de hobby van Twan
Colbers in het Limburgse Kessel. Ook als
vleeskuikenhouder kan hij zijn enthousiasme voor
de techniek kwijt. Dat begon al toen hij samen met
zijn vrouw Karin in 1990 het bedrijf van zijn vader
overnam. Gedurende een aantal jaren moderni-
seerde hij zelf de bestaande stallen en bouwde hij
er nieuwe bij. Alleen de ruwbouw liet hij doen.
Tijdens deze uitbreiding kwam een technische
vernieuwing op zijn pad, het Imagosysteem. De ge-
meente eiste een lagere ammoniakuitstoot en dat
zou mogelijk zijn met het Imagosysteem. Automa-
tiseringsbedrijf Fancom bracht dit systeem op de
markt en nog voordat de officiële goedkeuring er
was, had Colbers het in de stal. Met laaghangen-
de verticale kokers wordt lucht over het strooisel
geblazen, waardoor het strooisel droogt en de
ammoniakuitstoot halveert. ‘Het grote voordeel is
dat de aanschaf goedkoper is dan een luchtwas-
ser’, zegt Colbers. ‘En je hebt lagere vervolgkosten,
terwijl je bij een luchtwasser meer energiekosten
hebt en zuur moet kopen en afvoeren.’
SpelenColbers is een pluimveehouder die speelt met de
techniek en geen behoefte heeft aan volautoma-
tisch werkende klimaatcomputers. Hij weet precies
hoe zijn regelaars reageren. ‘Als ik de controle doe,
dan kijk ik hoe de dieren erbij lopen en hoe de
omstandigheden zijn. Het komt bijna dagelijks voor
dat ik het klimaat iets bijregel.’
Over één klimaatprobleem hoeft Twan Colbers zich
geen zorgen meer te maken: hitte. De stallen zijn
voorzien van een tunnelventilatiesysteem. Normaal
komt de lucht binnen via ventielen in de zijwanden,
maar bij warm weer gaan er kleppen in de voor-
gevel open en trekt de lucht over de kuikens. Op
zich is dit al verkoelend, maar Colbers heeft nog
een extra mogelijkheid achter de hand: Padcooling.
Het systeem bestaat uit pakketten karton die voor
de ventilatieopeningen staan. Bij heel warm weer
wordt het karton natgemaakt. Door het honing-
raatprofiel wordt door verdamping de buitenlucht
teruggekoeld, hierdoor komt minder vochtige lucht
in de stal dan bij traditionele nevelkoeling. ‘Ik heb
wel eens de temperatuur voor en na het pakket
gemeten en het verschil was 16 graden’, zegt
Colbers. ‘Ik heb het in de afgelopen drie jaar vijf
keer nodig gehad. Dat is niet vaak, maar als je bij
30 graden kuikens van zes weken oud in de stal
hebt, is dat wel een uitkomst.’
IonisatiesysteemDe innovatiedrang van Colbers gaat verder. Mo-
menteel hangt een Amerikaans ionisatiesysteem in
één van de stallen met als doel fijnstof te bestrijden.
‘Het systeem bestaat uit draden waar een hoge
spanning van 30.000 Volt op staat’, legt Colbers uit.
’Alle onderdelen van de stal, van dak tot voermachi-
ne, zijn geaard. De elektriciteit geeft de stofdeeltjes
een lading en vervolgens slaan deze deeltjes neer
op de geaarde stalonderdelen’, vertelt Colbers. Aan
het eind van een ronde is het effect duidelijk zicht-
baar. Op de wanden, plafond en stalonderdelen zit
een dikke laag stof van plaatselijk wel vijf centimeter
dik. ‘Door de vorm kun je zien dat de stofdeeltjes
zijn aangetrokken als ijzervijlsel op een magneet.’
In het limburgse Kessel houdt Twan colbers 120.000 vleeskuikens. Daarnaast is hij een
van de beste tuners van Volkswagen race-kevers. Dat is zijn hobby. Je vindt diverse tech-
nische hoogstandjes bij hem in de stal, want ook hier komt zijn liefhebberij naar voren.
Twan Colbers, vleeskuikenhouder meT TeChnisCh vernufT
p l u i m v e e
Experimentele techniek in de kuikenstal
S
Paul van Hoof
Specialist vleeskuikens
Camera in de stal en kuikens op het
beeldscherm
Ionisatiesysteem voor het vangen van fijnstof
De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010 5
Twan Colbers, vleeskuikenhouder meT TeChnisCh vernufT
BussenEen neveneffect van het gebruik van nieuwe tech-
niek is dat het kijkers trekt. Mensen van alle natio-
naliteiten, Aziaten, Polen, Amerikanen en natuurlijk
ook Nederlanders komen een kijkje nemen. Dat
geldt ook voor onderzoekers, studenten en politici
zoals kamerleden. Colbers heeft er diverse over de
vloer gehad.
Het bezoek deert de pluimveehouder niet en hij
gaat vrolijk verder met het testen en experimente-
ren. Momenteel kijkt hij op de computer thuis wat
zijn kuikens in de stal allemaal doen. Op verzoek
van Fancom test hij de Eyenamic, een systeem
dat met camera’s het gedrag van de kuikens
registreert. Colbers kan dan thuis meekijken.
Een computer analyseert het kuikengedrag en
de bedoeling is om aan de hand van het gedrag
de voeding en ventilatie te sturen. De rol van
Colbers is zijn eigen waarnemingen te noteren,
zodat deze vergeleken worden met de computer-
analyses. De pluimveehouder ziet wel wat in het
system: ‘Zelf kom ik maar gemiddeld een uur in
de stal. De Eyenamic registreert 24 uur per dag.
Ik denk dat het systeem ervoor kan zorgen dat
we in de toekomst nauwkeuriger en beter kuikens
kunnen houden.’
Twan en Karin Colbers laten hun kuikens groeien met technische hoogstandjes
in het kort Wie? Twan en Karin colbersWat? Vleeskuikenbedrijf met veel technische snufjes in de stalWaar? Kessel (limburg)Hoeveel? 120.000 kuikens
Bekijk de hobby van
Twan Colbers op www.beetspeed.nl
6 De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010
ik Mevius is dierenarts en specialist op het
gebied van resistentie, veroorzaakt door
het gebruik van antibiotica. Dit onderwerp
staat in het brandpunt van de belangstelling. Me-
vius, professor antimicrobiële resistentie, heeft daar-
om een drukke agenda. De ene keer zit hij in Den
Haag, de andere keer reist hij naar Parijs of Brussel
om aan te schuiven bij adviesorganen van de natio-
nale overheid en de EU. Hij doet uit de doeken wat
er aan de hand is met het antibioticagebruik.
Wat is resistentie?Mevius: ‘Resistentie wordt in mijn vakgebied opge-
vat als het ongevoelig zijn van met name bacteriën
voor medicijnen als antibiotica. Eigenlijk is het een
natuurlijke reactie van bacteriën, waardoor zij kun-
nen overleven. Die eigenschap is er al heel lang.
We vinden resistente bacteriën die honderden of
duizenden jaren oud zijn.’
Toen was er nog geen antibioticagebruik. ‘Inderdaad. Maar er waren toen al wel schim-
mels of bacteriën die antibiotica maakten, waarop
andere bacteriën reageerden met resistentie.
Die resistentie is trouwens een eigenschap die
bacteriën gemakkelijk overdragen: binnen, maar
ook buiten de soort. Resistentie kan zich op deze
manier razendsnel verspreiden.’
Het is al tientallen jaren bekend dat antibi-oticagebruik leidt tot resistentie, waardoor medicijnen niet meer effectief zijn. Waarom komt dit pas de laatste jaren zo in opspraak?‘Omdat de volksgezondheid steeds meer in het
geding komt. Het is ruim vijf jaar geleden begonnen
met MRSA, die in de varkens- en kalverhouderij aan-
wezig is en problemen veroorzaakt in ziekenhuizen.
De zaak is in een stroomversnelling gekomen met
ESBL’s. ESBL’s zijn door bacteriën geproduceerde
enzymen, die in staat zijn om bepaalde antibiotica
af te breken. Meerdere medicijnen werken daar-
door niet meer bij mens en dier. Bovendien komt
deze overdraagbare eigenschap voor bij meerdere
bacteriesoorten. Verontrustend is dat er een direct
verband is tussen resistentie in de vleeskuikenhou-
derij en mensen. Maurine Leverstein van het UMC,
arts-microbioloog, en ik ontdekten dit vorig jaar. Als
je bovendien weet, dat zo goed als alle vleeskuikens
besmet zijn met ESBL, is er sprake van een groot
probleem. Vandaar dat de overheid ingrijpt door het
antibioticumgebruik in drie jaar te halveren.’
Is halvering van het antibioticagebruik effectief?‘Jazeker. Resistentie ontstaat en verspreidt zich bij
het gebruik van antibiotica. Minder gebruik leidt tot
minder resistentie.’
Hoe kunnen vleeskuikenhouders voldoen aan de eis tot halvering?‘Zij kunnen anders omgaan met ziektedruk. Nu
worden vaak antibiotica gebruikt, omdat dit een
goedkope en makkelijke oplossing is. Een andere
manier is het tegengaan van verspreiding van ziek-
ten. Dit betekent scheiding van kolommen, werken
volgens protocollen, meer hygiëne en langere
perioden van leegstand tussen de ronden. Als de
ziektedruk vermindert, wordt ook de noodzaak om
De ministers Verburg en Klink dwingen de veehouderij om het antibioticagebruik in
drie jaar tijd te halveren. Dik Mevius erkent dat de ingreep fors is, maar door de ernst
van de situatie wel noodzakelijk. Er staat de veehouderij nog veel te wachten.
Professor dik mevius over halvering anTibioTiCagebruik
p l u i m v e e
'Volksgezondheid is in het geding'
D
Resistentie bij vleeskuikens komt
regelmatig voor
Patrick van Vugt
Productmanager
Vleespluimvee
'Als de ziekte-druk vermindert,
wordt de nood-zaak om antibio-tica te gebruiken
minder'
De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010 7
antibiotica te gebruiken minder. Het is een zaak van
beheersen door het gebruik te verminderen en de
hygiëne en het management te verbeteren.
Voeding speelt ook een rol, omdat antibiotica vaak
worden gebruikt om darmstoornissen tegen te
gaan. Beter voer leidt tot minder darmstoornissen
en daarmee ook tot minder gebruik van antibiotica.
Een andere punt is dat bepaalde antibiotica in de
veehouderij zoals cefalosporinen niet meer gebruikt
moeten worden. Ze leiden tot een snelle vorming
van resistentie en een verhoogde kans op ESBL-
infecties bij de mens.
Belangrijk is dat de vleeskuikensector zich bewust
is van het resistentieprobleem en streeft naar het
selectief gebruik van antibiotica.’
Hoe worden individuele bedrijven aangezet tot lager antibioticagebruik?‘Pluimveehouders worden geacht te gaan samen-
werken met één dierenartsenpraktijk die de antibio-
tica levert. Dit wordt vastgelegd in de IKB. Hiervoor
worden een bedrijfsgezondheidsplan en bedrijfsbe-
handelplan opgesteld en het antibioticumgebruik
in kaart gebracht, zodat veehouders en dierenarts
precies zien of er te veel gebruikt wordt. Daarnaast
is voorgesteld om een onafhankelijke Veterinaire
Diergeneesmiddelenautoriteit (VDA) op te richten
om dierenartsen te controleren.’
Hoe hard is de 50-procentnorm?‘Heel hard. Het is een nationale norm omdat het
nog een tijd gaat duren voordat de EU zover is. De
minister beloofde dat zij en haar opvolgers zich
eraan houden. De Tweede Kamer staat in dit geval
achter haar. Als de norm niet wordt gehaald volgen
er zeker sancties.’
Professor antimicrobiële resistentie, Dik Mevius
Gebruik antibioticum zal correct en selectief ingezet moeten worden
>> 'Minder gebruik van antibiotica leidt tot minder resistentie'
8 De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010
in het kort Wie? familie Nijhuis Wat? Zeugenbedrijf Waar? ManderHoeveel? 550 zeugen, 30,5 gespeende biggen per zeug per jaar, 12,95 biggen per worp (resultaten 1 januari – 30 april 2010)
Waarom? Terugdringen antibiotica-gebruik van 32 naar 10 dag-doseringen per dier per jaar
René, Evelyn, Ylke en Wes Nijhuis
e kleine Wes kruipt over de vloer op jacht
naar speelgoed, terwijl zijn oudere zus
Ylke zich verlegen half verstopt. Hun
moeder Evelyn regelt nog snel een paar zaken.
René Nijhuis zit op zijn gemak naar zijn gezin te
kijken. Vorig jaar was dat wel anders. Alle gezinsle-
den bleken besmet te zijn met de MRSA-bacterie.
Dit is een resistente bacterie die vaak voorkomt op
varkensbedrijven. ‘Dat is op zich niet gevaarlijk’,
zegt René, ‘maar als je met de gezondheidszorg in
aanraking komt, ondervind je de consequenties.’
Evelyn moest bevallen in het ziekenhuis en werd
als drager van de MRSA helemaal apart gehouden.
Nog confronterender waren de ervaringen toen Ylke
voor het knippen van de amandelen werd opgeno-
men. De andere drie gezinsleden mochten wel bij
haar op bezoek, maar moesten met een mondkapje
op door de gangen van het ziekenhuis lopen. ‘Als
je daar zo loopt met je vrouw en kind, voel je je niet
prettig. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten.’
GestegenHet antibioticaverbruik was laag, maar steeg flink
nadat René in 2008 was gestopt met de melkvee-
tak en de zeugenstapel zich flink uitbreidde van
200 naar 550 zeugen. Met de uitbreiding namen de
gezondheidsproblemen toe, met name bij de afne-
mer van de biggen (slechte groei en hoge uitval).
René zette bij de biggen structureel antibiotica in
om de problemen het hoofd te bieden. ‘Door de
uitbreiding kwam de zeugenstapel in onbalans’,
zegt René. ‘Er waren te veel jonge zeugen.’
Omslag Vorig jaar maakte René de omslag om het antibioti-
cumgebruik terug te dringen. Hij overlegde met zijn
dierenarts, de afnemer van de biggen, de specialist
en de dierenarts van De Heus. De belangrijkste maat-
regel is dat René zijn manier van werken toespitst op
het tegengaan van besmettingen in het bedrijf. Hij
gaat heel gestructureerd te werk. Hij gebruikt afzon-
derlijke kleding voor de biggen- en kraamafdeling.
Bioscurity is het doel. Er worden zo weinig mogelijk
biggen overgelegd en biggen die ver achterblijven
worden geëuthanaseerd. René streeft niet naar zo
veel mogelijk geboren biggen, maar zo veel mogelijk
goede biggen. Hij ent zelf de biggen tegen circo.
De zeugen worden geënt tegen abortus blauw en
influenza. Tweemaal per jaar wordt er bloedonder-
zoek bij de zeugen en de biggen gedaan.
Teruggedrongen Het antibioticagebruik is teruggedrongen. Het
aantal dagdoseringen per dier is dit jaar gedaald
tot een derde deel (10) van die van vorig jaar (32).
René schrijft dit ook toe aan het meer in evenwicht
komen van de zeugenstapel. De gespeende biggen
krijgen nu nog standaard een antibioticakuur van
drie dagen en die moet ook nog worden afgeschaft.
Ook het gezin plukt de vruchten. René is nog wel
drager van de MRSA-bacterie, maar Evelyn, Ylke en
Wes niet meer. Die winst is in elk geval binnen.
De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010 9
Naar minder gebruik van antibiotica Het gezin Nijhuis ondervond aan den lijve de consequenties van antibioticaresistente
bacteriën. Hierdoor was René Nijhuis extra gemotiveerd om het antibioticagebruik bij
de varkens terug te dringen. Met succes.
v a r k e n s
D
rené nijhuis neemT maaTregelen
Henk Jan Brasjen
Specialist Varkens
>> 'Dat gaat je niet in de koude kleren zitten'
Tipcreëer een betere gezondheid met een evenwichtige zeugenstapel
René spitst zijn manier van werken toe op het tegengaan van besmettingen
'Met de uitbrei-ding kwamen de gezondheids-problemen'
v a r k e n s
Het maakt verschil of u een koppel biggen behandelt
met antibiotica of een vleesvarken van 70 kg. Zware
varkens hebben meer antibiotica nodig dan lichte.
Er zijn ook grote verschillen tussen middelen. Van
sommige middelen hebt u voor dezelfde behande-
ling veel nodig en van andere maar een klein beetje.
Om het antibioticagebruik goed te kunnen verge-
lijken met andere bedrijven ontwikkelden het LEI,
en de Faculteit Diergeneeskunde het kengetal dier-
dagdosering (DDD), vergelijkbaar met het kengetal
'Standaard dagdosering', zoals dat al lange tijd
gebruikt wordt bij de mens. Het aantal DDD’s geeft
aan hoeveel dagen per jaar een gemiddeld op een
bedrijf aanwezig dier antibiotica verstrekt krijgt. Als
op een vleesvarkenbedrijf de DDD 14 is, krijgt een
vleesvarken gemiddeld veertien dagen antibiotica
per jaar. Per ronde is dit gedurende ongeveer 4,5
dag het geval. Een zeugenbedrijf kan een DDD van
20 hebben: dat betekent niets meer of minder dan
dat een gemiddeld op dat bedrijf aanwezig varken
twintig dagen per jaar onder de antibiotica staat.
Als op dat bedrijf alleen biggen gemedicineerd zijn
en niet de zeugen, zal het aantal antibioticadagen
voor het gemiddeld aanwezige big dus veel hoger
uitpakken dan twintig per jaar. Toch blijft de waarde
van het kengetal DDD voor het bedrijf 20.
Om de DDD uit te rekenen wordt dus het verbruik
aan kilogram antibiotica per bedrijf omgerekend naar
doseringen per dag op basis van het aantal dieren,
diergewicht en soort (dosering) van het middel.
VerschillendHet antibioticumgebruik is tussen bedrijven zeer ver-
schillend. Enerzijds hangt dit af van de gezondheid
van de dieren. Anderzijds bepaalt de mate, waarin
antibiotica preventief worden ingezet, het verbruik.
Om de DDD voor een bedrijf te berekenen, is zowel
het totale gewicht van alle aanwezige varkens nodig
als de lijst van aangekochte diergeneesmiddelen van
uw dierenartsenpraktijk. Het LEI voert deze bereke-
ningen al jarenlang uit voor rapportages over het anti-
bioticumgebruik in Nederland op verzoek van LNV.
De totale hoeveelheid diergeneesmiddelen die u in een jaar koopt, zegt niet direct of
u veel of weinig antibiotica gebruikt. Wel kunt u met het kengetal dierdagdosering de
vergelijking maken met andere bedrijven.
nieuw kengeTal dierdagdosering (ddd)
Antibioticumgebruik wordt vergelijkbaar
10 De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010
TipBreng uw antibiotica-
verbruik omlaag. Maak met uw dierenarts een
bedrijfsgezondheids-plan en betrek daarbij ook uw specialist van
De Heus.
Berekening makenGewicht Uitgangspunt bij vleesvarkens is een ge-wicht van 70 kg per dier. Zeugen tellen voor 220 kg, opfokzeugen voor 107,5 kg en biggen voor 12,5 kg.Antibiotica Per diergeneesmiddel is vastgesteld hoe-veel de dagdosering per kilogram lichaamsgewicht bedraagt. Als je weet hoeveel er van een bepaald an-tibioticum is aangekocht, kun je berekenen hoeveel dagen een gemiddeld dier daarmee behandeld is. Zelf uitrekenen Op een website van het LEI (www.antibioticawijzer.nl) kunt u voor uw bedrijf het aantal DDD’s berekenen volgens de LEI-rekenregels. Ook kunt u uw antibioticum- gebruik vergelijken met andere bedrijven .
Godfried Groenland
Dierenarts sector Varkens
Kijk voor meer informatie op
www.antibioticawijzer.nl
Antibiotica als uitdaging Als veehouder staat u voor de taak om het antibioti-cagebruik de komende drie jaar te halveren. Dit zal niet eenvoudig zijn. Omwille van de volksgezondheid valt hier echter niet aan te ontkomen. De eerste tien tot twintig procent hebt u zo te pakken. Maar om vervolgens op vijftig procent te komen wordt een hele opgave.Wij steunen u in het behalen van de reductie. Het besluit om het antibioticagebruik te verminderen bete-kent dat ook wij worden aangesproken. U zult minder gebruik kunnen maken van gemedicineerde voeders, die momenteel een oplossing bieden voor heel wat voedingsproblemen. We zullen bij de voeding andere oplossingen voor deze problemen zoeken, waarbij we onze innovatiekracht maximaal zullen aanspreken.Antwoorden op minder antibioticagebruik zijn een hogere gezondheidsstatus, verlaging van de ziektedruk en een veel betere hygiëne. Het complete gezond-heidsmanagement wordt herijkt. Er moet veel gebeu-ren. Van adviseurs van De Heus mag u verwachten dat zij u maximaal steunen in het zoeken van de nieuwe aanpak. Onze specialisten ontwikkelen met u een visie op het gezondheidsmanagement binnen uw bedrijf. In samenwerking met dierenartsen en andere adviseurs helpen wij u deze uitdaging met succes aan te gaan.
Ontmoet De Heus
Ad loos, Algemeen directeur De Heus} [email protected]
De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010 11
NRM 2010complimenten voor de deelnemersMet veel succes werd vrijdag 25 en zaterdag 26 juni in de Utrechtse Veemarkthallen de NRM voor de twaalfde keer gehouden. De Heus feliciteert alle deelnemers met de hoge kwaliteit inzendingen en het uitmuntend niveau van de gepresenteerde koeien.
De Heus bedankt alle melkveehouders voor hun inspanning en tijd, die de NRM 2010 mede tot een succes hebben gemaakt. Felicitaties gaan natuurlijk ook uit naar alle inzenders van de dochtergroepen en de prijswinnaars van de rubrie-ken, reservekampioenen en kampioenen van de NRM 2010. Ook komt de organi-satie in aanmerking voor een compliment voor de prachtige show en vakbeurs.
ludieke fotoDe Heus kijkt terug op zeer geslaagde dagen en waardeert de bezoeken aan onze stands. Veel bezoekers lieten tijdens deze NRM een ludieke foto maken in onze zogenaamde ‘foto-stand’ of bezochten onze grote stand om hun kaart te laten scannen. Een behoorlijk aantal is de gelukkige winnaar geworden van een De Heus droogstandspakket. Tijdens deze NRM gaven wij TopLac Droogstand veel aandacht. Mocht u onverhoopt niet op de NRM of bij ons in de stand zijn geweest en heeft u interesse in het TopLac Droogstandsplan, neem dan gerust contact met ons op. Onze specialis-ten vertellen u graag hoe dit plan er uit ziet.
Trots De Heus is er trots op dat onze klanten tot de top behoren. Ondernemers die streven naar topresul-taten. Optimale melkproductie, goede gehaltes, lage voerkosten en een goed saldo. Wij werken graag met u samen voor het bereiken van veel werkplezier en een goede diergezondheid!
12 De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010
n een weiland in het Zuid-Hollandse veenwei-
degebied staan een specialist van De Heus en
een veehouder met elkaar te praten. ‘Het is dit
jaar in mei vaak zonnig, maar erg koud geweest’,
zegt Theo van der Weiden ‘Dat zie je aan het hoge
suikergehalte van het gras.’ Van der Weiden is spe-
cialist bij De Heus en coördinator versgrasonder-
zoek. ‘Door het zonnige weer,’ vervolgt hij, ‘maakt
het gras veel suiker aan. Door de koude nachten
gebruikt het gras slechts een klein deel van de ener-
gie voor de eigen groei. Daarnaast blijft het eiwit-
gehalte in het gras achter doordat de in de bodem
aanwezige stikstof onvoldoende wordt opgenomen.
Dit wordt anders als de temperatuur stijgt.’
Veehouder Marinus de Vries staat erbij te knikken.
Eigenlijk kent hij het verhaal als geen ander.
Marinus heeft met zijn vrouw Arja een melkvee-
bedrijf bij Stolwijk in het Zuid-Hollandse veenwei-
degebied. De Vries is deelnemer aan het vers-
grasonderzoek van De Heus. Al ongeveer tien jaar
verzamelt hij hiervoor monsters. Marinus vindt het
nog steeds interessant. ‘Ik heb onderhand zoveel
ervaring dat ik aan de hand van het weer vrij goed
kan voorspellen hoe de voederwaarde van het
gras zich ontwikkelt.’ Behalve deelnemer aan het
versgrasonderzoek doet hij ook mee met Koeien
& Kansen, een netwerk van veehouders die een
belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling
van een ondernemende, economisch sterke en
maatschappelijk gewaardeerde melkveehouderij.
OnderzoekElke week verzamelt Marinus de Vries grasmon-
sters met een zeis en een stel monsterzakjes. Hij
stuurt de monsters op naar Blgg AgroXpertus
Gehalten aan eiwit, suiker en structuur
in gras schommelen behoorlijk in het
groeiseizoen. Met het versgrasonderzoek
kunt u hierop inspelen. Zo melkt u van
hetzelfde gras meer melk.
onderzoek vers gras
r u n d v e e
Inspelen op wisselende voederwaardes
iTheo van der Weiden
Specialist Rundvee
gras optimaal benutten Marinus de Vries (links op de foto met Theo van der Weiden) probeert de grasopbrengst optimaal te benutten en zo veel mogelijk melk uit ruwvoer te halen. Hij weidt zijn ruim 85 melkkoeien op 50 ha grasland. Het kunstmestgebruik is gedaald van meer dan 200 kg zuivere stikstof naar 80 kg per hectare. Naast weidegang voert De Vries zomerkuilgras uit 2009 en 10 kg snijmaïs.Dit basisrantsoen vult hij aan met geplette tarwe, maïsmeel en de productiebrok Synchro Zomer. De Vries speelt in op de veranderende samenstel-ling van het verse gras. Hij voert meer tarwe of maïsmeel als het ruw eiwit en de SOEB (onbe-stendig eiwit) van het verse gras stijgen. Hierbij kijkt hij uiteraard ook naar het ureumgehalte in de melk.
'De vertering is beter als er een stengeltje in het gras zit'
De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010 13
in Oosterbeek. Ook noteert hij de temperatuur,
neerslag, bemesting en de groeiperiode van het
weideperceel. Hij doet dit op zijn veenweidebedrijf.
Een aantal andere veehouders, op zandgrond en
op de klei, doen hetzelfde. Blgg AgroXpertus on-
derzoekt al hun monsters en de uitslagen worden
vervolgens door Theo Van der Weiden verwerkt.
Hierdoor ontstaat landelijk een goed beeld hoe de
voederwaarde van het gras zich ontwikkelt. Van
der Weiden vermeldt de belangrijkste cijfers, maakt
grafieken van het verloop en geeft adviezen.
Het doel van de publicatie is om veehouders en
adviseurs te informeren over hoe de voederwaarde
van gras zich ontwikkelt. De rundveespecialisten
van De Heus gebruiken de cijfers voor de advise-
ring van de klanten om zodoende het gras optimaal
te benutten.
BegonnenDe reden waarom De Heus met het versgrasonder-
zoek begon, was dat lange tijd veehouders de voe-
derwaarde van kuilvoer lieten onderzoeken, maar
niet wisten hoe dit zat bij het weidegras gedurende
het weideseizoen. Dit is een beetje vreemd, omdat
gras in de zomer een belangrijk voedermiddel is.
Toen De Heus het gras begon te onderzoeken ble-
ken de gehalten flink te variëren. Zo kan het VEM-
gehalte 960 zijn om twee weken later gedaald te
zijn naar 870. Of het ruw eiwit vliegt in drie weken
omhoog van 160 naar 240 g per kilogram ds.
Deze grote schommelingen hebben grote invloed
op de melkproductie en de conditie van de dieren.
‘We bieden de onderzoeksresultaten aan zodat
veehouders inzicht krijgen in voederwaardever-
schillen en het effect daarvan op de productie’,
zegt Van der Weiden. ‘Als je bepaalde zaken
doorrekent kun je inspelen op te verwachten
schommelingen in de melkproductie’. Het uit-
eindelijke doel is dat veehouders het verse gras
beter benutten door in te spelen op de verschillen
in voederwaarde. Als in juli de VEM bijvoorbeeld
daalt kunnen veehouders extra krachtvoer of maïs
bijvoeren om te voorkomen dat de koeien zich
‘uitkleden’.
TipZorg voor schoon en fris drinkwater en let erop dat de dieren, naar behoefte, structuurrijk materiaal (kuilgras, hooi) kunnen opnemen
>> 'Het doel van het versgrasonderzoek is een betere benutting'
Resultaten van het
versgrasonderzoek: www.kijkopgras.nl
De koeien van De Vries in het veenweide gebied
Marinus de Vries ver-zamelt grasmonsters met een zeis
14 De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010
ark straalt één en al enthousiasme uit
en Miranda niet minder. In een gehuurde
kleine stal aan de rand van Zwolle run-
nen ze sinds twee jaar een klein konijnenbedrijf.
Ze willen graag een groter, volwaardig bedrijf. De
Heus-specialist Bart Wilms adviseerde hen in de
aanloop naar dit grote bedrijf. Hij stelde voor om
met een kleiner aantal dieren ervaring op te doen.
Ze moesten toch een tijd wachten voor alle vergun-
ningen rond zouden zijn. Het werden honderd
voedsters in een leerschool die Miranda en Mark
vol overgave doorlopen.
OndernemenWat drijft deze jonge mensen om te streven naar
een konijnenbedrijf? ‘Wij hebben een goede baan,
ik als voorlichter bij een mengvoerbedrijf en
Miranda als assistent controller’, zegt Mark. ‘Vroe-
ger heb ik konijnen gehad en ik vind het interessan-
te dieren. Melkkoeien zijn ook interessant, maar een
melkveebedrijf beginnen is voor ons niet wegge-
legd. Daarom kiezen we voor konijnen. Ik wil graag
zelf iets ondernemen en mijn eigen ideeën volgen.’
‘Konijnen zijn prettig om te houden’, vult Miranda
aan. ‘Ze zijn mooi, schoon en handzaam. Het is
licht werk en het levert voldoende op. Met de resul-
taten die we nu behalen, verdienen we straks een
goed inkomen.’
Het nieuwe bedrijf komt in Raalte te staan. De
gemeente heeft inmiddels de milieuvergunning
verleend voor 1.400 voedsters. Mark en Miranda
zijn nu druk bezig met de voorbereidingen voor
de bouw. Het bedrijf zal straks voldoen aan de
nieuwste welzijnseisen die opgenomen zijn in de
verordening welzijn konijnen.
SportDe sport van Mark is alles eruit halen wat erin zit.
Daarom zijn de resultaten van de huidige honderd
voedsters meer dan goed. ‘Ik ga altijd door tot alles
volledig is afgewerkt. En je moet ook kijk hebben
op dieren.’ ‘Dat klopt’, zegt Miranda, ’ik zie pas een
dag later dan Mark dat er wat aan de hand is met
een konijn.’
Mark mag dan wel de praktische blik hebben,
Miranda is scherp op de cijfers die zij bijhoudt. Eén
van de belangrijkste is de voederconversie, het
voerverbruik van het hele bedrijf, inclusief voed-
sters en aanfok, gedeeld door het aantal afgele-
verde dieren. Deze voederconversie bedraagt 2,97;
Mark Hendriks en Miranda Kuttschreuder hebben nu slechts honderd voedsters
(met bijbehorende vleeskonijnen), maar ze doen alsof ze er veel meer hebben.
Ze gebruiken de administratie, indeling van de afdelingen en de werkwijze van
een veel groter bedrijf. Ze zien dit als een opstap naar een volwaardig bedrijf.
k o n i j n e n
Op weg naar een eigen konijnenbedrijf
m'Konijnenvlees is gezond vlees:
mager en met hoge gehalten aan gunstige
vetzuren'
Een voedster bij haar nest
De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010 15
dit is beduidend lager dan het landelijk gemiddelde
van 3,6.
Bande uniqueKonijnen houden is een Zuid-Europese specialiteit.
In Frankrijk zit veel technische kennis en dan slui-
pen er termen in als bande unique. Mark en
Miranda werken ook met bande unique (all-in,
all-out), vergelijkbaar met het wekensysteem bij
zeugen. Dit houdt bij hen in dat alle voedsters
tegelijk worden geïnsemineerd en een week voor
het werpen worden overgeplaatst naar een schone
afdeling. Na het werpen (worppercentage 87%)
blijven de voedsters bij de jongen tot het spenen
(35 dagen). De voedsters worden bij het spenen
verplaatst naar een schone afdeling en de jongen
worden op 72 dagen geleverd aan de slachterij
met een aflevergewicht van 2,7 kg. Een belangrijk
kengetal is het kilogram verkocht vleeskonijn per
inseminatie. Voor veel bedrijven is het streefcijfer
18 kg. Miranda: ‘Maar momenteel halen we
22 kg per inseminatie.’ De koppelgegevens worden
ingevoerd in het koppelprogramma dat ontwikkeld
is door De Heus. Het berekenen van kengetallen is
zeer belangrijk voor een goed management van het
bedrijf. ‘Het nauwkeurig bijhouden van de gege-
vens heeft ons enorm geholpen om de bank een
duidelijk inzicht te geven van ons bedrijfsresultaat.’
GewonnenMark en Miranda moesten vechten om de bank
achter hun nieuwbouwplannen te krijgen. Ze heb-
ben gewonnen. De konijnenhouderij is een vrij
onbekende agrarische tak, waardoor de banken
hiervan weinig kennis hebben. De specialisten van
De Heus en KI-station Poliste steunden Mark en
Miranda in hun plannen, maar het belangrijkste was
dat ze konden laten zien dat konijnen hun hart heb-
ben en dat ze meer dan uitstekende konijnenhou-
ders zijn. Op naar het nieuwe bedrijf in Raalte.
>> 'Het welzijn is verbeterd dankzij
ruimere huisvesting'
Miranda en Mark doen ervaring op met honderd voedsters
Bart Wilms
Specialist Konijnen
v a r k e n s
Dat 1.000 g groei per dag mogelijk is, staat inmid-
dels wel vast. Zo’n hoge daggroei is vooral interes-
sant bij hoge opbrengstprijzen en lagere biggen-
prijzen. Echter, bij krappe marges niet. Dan komen
er andere zaken om de hoek kijken voor een zo
positief mogelijk eindresultaat.
Antoon en Marc van den Eijnden zijn klanten
van De Heus die hiermee al langer bezig zijn. Ze
verwoorden het als volgt: ‘Bij slechte prijzen is het
belangrijk om de voerkosten in de hand te houden
en te zorgen voor een kwalitatief goed varken aan
de haak.’ Een voordeel voor hen is dat ze brijvoer
voeren, waarbij het voor zich spreekt dat zij de
voerkosten beter in de hand kunnen houden dan
een droogvoerbedrijf met brijbakken dat kan.
Verschillen Bij het Agrovision-gemiddelde over 2009 zijn bij
brijvoedering de voerkosten 3,8 eurocent per kg la-
ger dan bij droogvoervoedering. Tussen brijvoerbe-
drijven onderling zijn de verschillen nog erg groot.
Het ene bedrijf scoort beduidend beter dan het
andere. Zo ook het bedrijf van de gebroeders Van
den Eijnden. Antoon en Marc deden het in 2009
met voerkosten van krap 45 eurocent per kg groei
aanmerkelijk beter dan het Agrovision-gemiddelde.
Dat hierbij de groei rond de 800 g per dag blijft
hangen, is voor hen geen probleem.
GPS-module Zulke lage voerkosten kunnen de gebroeders Van
den Eijnden alleen halen door de dieren te voeren
volgens een strak schema zonder luxe consumptie.
Bij hen is de maximale voergift berekend met de
GPS-module. Deze komt niet boven de 2,70 EW
per dier per dag, met een gemiddelde van rond de
1,92. Om de groeipotentie van de dieren maximaal
te benutten, is het wel zaak om in de startfase de
voercurve hard te laten stijgen.
De GPS-module berekent of de behoefte van de
dieren aan eiwit en energie gedekt wordt. Als alle
aangeboden kilo’s voer ‘rechtstreeks’ omgezet
worden in groei en een maximale vleesaanzet, dan
is de extra groei economisch en blijft de voer-
conversie laag. Als de groei echter niet evenredig
meestijgt met de voeropname, dan lopen de kosten
uit de hand. Met de GPS-module wordt inzichtelijk
waar nog ruimte voor verbetering is.
Door hier gericht mee te werken
halen varkenshouders het maxi-
male uit hun bedrijven.
Het behalen van 1.000 g groei van biggen
per dag lijkt tot het hoogste doel verheven.
Bij krappe marges is echter een lage kost-
prijs minstens zo belangrijk. De gebroeders
Van den Eijnden hebben hier oog voor.
de gPs-module rekenT ranTsoenen door
Voeren met lage kosten
16 De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010
Ruud Bens
Brijteam Varkens
>> 'Voeren volgens behoefte geeft het
hoogste rendement'
belangrijke tips Volg en interpreteer de markt en bepaal uw bedrijfsdoelstelling. Bepaal met het GPS-groeimodel hoe u uw dieren zou moeten voeren. Zorg ervoor dat van alle partijen de neuzen in dezelfde richting staan. Evalueer tussentijds de resultaten.
De GPS-module is een voederbehoefte-model van De Heus,
dat op basis van ras, gezondheidsstatus, opnamepatroon en
groeidoelstelling de voederbehoefte van de
varkens berekent
‘Wilma en Bert Versteeg in Uddel zijn deelnemers aan de kalverkeuringen in Ermelo en Putten. Wilma is er vorig jaar mee begonnen. Ze wist dit jaar in Putten zelfs de eerste plaats in haar categorie te bemachtigen. Het deelne-men aan keuringen vraagt de nodige voorbereiding. Wilma en Bert moeten de kalveren poetsen (beide heten Vlekje). Ze oefenen ook het rondleiden. Bovenal hebben ze er veel plezier in.
‘Lakenvelders geven minder melk dan Hosteiners, maar het zijn makkelijke en gezonde koeien. Ik heb geen dierenartsenkosten.’ Al dertig jaar melkt Leo Balvert in Gouda lakenvelders. Momenteel zo’n 24. ‘Ik ben er mee begonnen om dat ik het leuk vond om een apart soort koeien te hebben.’ Leo is één van driehonderd leden van het stamboek voor lakenvelders.
Prijswinnaars Leesvoer nr. 2De prijswinnaars van de sudokoe in de vorige Leesvoer zijn:• Sophie Kokhuis, Rossum (Ov.)
• Tom Greuter, Middelie
• Sanne Peeters, Helden
• J. Tap, Zeewolde
• Bart Vanaken, Bree (België)
Bedrijf en gezin
De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010 17
Wie mag er op vakantie ?
Het varken en de koe willen allebei graag op vakantie. Maar de weg is moeilijk. Wie vindt de weg en mag op vakantie?
Los het doolhof op en stuur het antwoord in
als oplossing. Onder de goede inzendingen
verloten we vijf De Heus miniatuur bulkwa-
gens. Stuur de oplossing voor 23 juli a.s. naar
[email protected]. Zet wel uw naam, adres,
postcode en woonplaats er bij! Winnaars maken
we in de volgende Leesvoer bekend.
MedewerkersvanDeHeuszijnuitgeslotenvandeelname
r u n d v e e
18 De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010
Belangrijk uitgangspunt bij het Kaliber Jongvee
Plan is het realiseren van de hoogst mogelijke
groei zonder dat de dieren vervetten. De startfase
is de fase van nul tot vijf maanden. In deze periode
zijn gezondheid en vitaliteit van doorslaggevend
belang. Na de geboorte moeten de dieren hun
weerstand nog opbouwen, vooral door de gift van
biest. Goede biest zit vol met immuunglobulinen
die het immuunsysteem van het kalf activeren en
weerstand bieden tegen ziektekiemen.
Het is dan ook heel belangrijk een kalf zo snel mo-
gelijk na de geboorte biest te geven. De biestkwa-
liteit van oudere koeien is vaak beter dan die van
vaarzen. Daarom is het raadzaam biest van oudere
koeien op voorraad te hebben in de diepvries. Let
wel, ingevroren biest moet au bain-marie ontdooid
worden, om de antistoffen te behouden.
Na de biestDe biestperiode duurt vaak drie dagen. Daarna
kunnen de kalveren over op kunstmelk.
U kunt op dat moment de keuze maken tussen een
product met mager melkpoeder, zoals de Euromel
Elite, of een product zonder mager melkpoeder, zoals
de Fokkamel Plus of de Euromel Extra. Het voordeel
van een zogenoemd 0-product als de Fokkamel Plus
is de stimulering van de ruwvoeropname. Aangezien
het licht verteerbare product het darmstelsel relatief
snel passeert, heeft het dier zin in eten en neemt het
daardoor sneller ruw- en krachtvoer op. Uit eigen
onderzoek zien we dan ook een hogere groei na het
spenen bij het gebruik van een 0-product.
HygiëneIn de eerste levensweken moet het kalf zijn weer-
stand nog opbouwen. Hygiënisch werken is daarom
van cruciaal belang. Hoe meer het dier blootgesteld
wordt aan ziektekiemen, hoe groter het gevaar dat
het echt ziek wordt. Diarree is vooral in de eerste
levensweken vaak een probleem. Daarbij moeten
de volgende punten kritisch worden bekeken: wordt
er hygiënisch gewerkt, wordt de melkpoeder goed
opgelost bij de juiste temperatuur, kunnen de dieren
elkaar makkelijk besmetten en is het mogelijk zieke
dieren apart te zetten? Veelal sterven er meer kalve-
ren door uitdroging ten gevolge van diarree dan
door de diarree zelf. De huisvesting van het jonge
dier moet droog, tochtvrij en voornamelijk in de
winter, niet te koud zijn. Een kalf moet wel zijn eigen
lichaamstemperatuur op peil kunnen houden.
Daarna hooiNa één week kunnen EuroStart en hooi worden ver-
strekt. Zorg vanaf dat moment ook voor fris drink-
water. Als de kalveren een tot twee ons EuroStart
opnemen, kan de Euro Opfok worden bijgemengd.
Dat voeren we tot ongeveer twaalf weken. Deze
korrel zorgt voor een goede ruwvoeropname en
spier- en botontwikkeling en voorkomt de speendip.
Als ruwvoeder blijven we de eerste vijf maanden hooi
voeren. Dit zorgt voor een goede pensontwikkeling
in volume. Op twaalf weken kan worden overgegaan
op Euro Junior. Deze korrel kan in hoeveelheden van
twee tot drie kilo per dag worden bijgevoerd.
De Heus werkt sinds 2007 met veel
succes met het Kaliber Jongvee Plan,
dat er op gericht is jongvee op 24 maanden
te laten afkalven.
weersTand oPbouwen van grooT belang
Kaliber Jongvee Plan: startfase
Edwin van Werven
Verkoopleider
Rundveeteam Oost
Tips startfase } Hebben de dieren
last van coli diarree, voeg dan vanaf de
biest al wat yoghurt toe (10 procent).
coli heeft een hekel aan zuren
} Voert u ‘zoete’ melk, voeg dan nooit
water toe
} Ondervinden de kalveren hinder
van diarree op een standaardleeftijd,
voer de dieren dan een dag voor de
verwachte uitbraak preventief water in
plaats van melk
longontsteking Hoest of longontsteking is een probleem dat de kop op kan steken in de startfase. Neem daarbij al-tijd de melkvoeding terug en behandel het dier bij koorts. Ventilatie is belangrijk bij de preventie van longproblemen, maar ook een optimale biestvoor-ziening kan problemen voorkomen. Heeft u veel problemen met hoest en longontsteking, laat dan de ventilatie bekijken door uw rundveespecialist.
ludo Beerten
Specialist Varkens
1. Zomer 2009 2. Herfst 2009
Voederconversie 2,44 2,6 Groei 877 884 Voeropname 2,21 2,37 Voerkosten 55,3 55,9 Vleespercentage 56,5 55,4 Spierdikte 60,2 58,1 Spekdikte 16,6 17,6 Uitval 3,3 1,4
Tabel 1 De laatste twee ronden
v a r k e n s
gPs-module in de PrakTijk
Nauwkeurig voeren van vleesvarkens
periode ruim boven de behoefte van de
varkens is gevoerd. Hierdoor was er meer
vervetting van de dieren. In de eerste
ronde is alleen in de startfase boven de behoefte
gevoerd, waardoor er meer aanzet was van spieren
en minder spekaanzet.
Met behulp van de GPS-module is het voerschema
aangepast. De gelten en borgen zijn gescheiden
opgelegd en worden nu apart gevoerd. De gelten
krijgen Start DeLux en Duet Porco LE. De borgen
krijgen Start DeLux, Duet Porco LE en Duet
Direct LE. De eerste varkens zijn reeds afgeleverd
en dit ziet er qua resultaten goed uit. Als alle
varkens geleverd zijn, kan de balans opgemaakt
worden en kan met behulp van het GPS de volgen-
de ronde eventueel weer bijgestuurd worden.
De Heus ontwikkelde de GPS-module waar-
mee we de voedingsbehoefte van vleesvar-
kens goed kunnen schatten. Op het var-
kensbedrijf van Jack en Rian van der Velden
is deze module in de praktijk gebracht.
Jack en Rian van der Velden hebben in Teteringen
een varkensbedrijf met 250 zeugen (Topigs 20 x
van Gennip Duroc) en 500 vleesvarkens. Op het
vleesvarkensbedrijf werken ze zo veel mogelijk
‘all in all out’, met zeer goede resultaten. Na elke
ronde kijken Jack en Rian wat er verbeterd kan
worden. Ze kijken bijvoorbeeld samen met hun
specialist naar de in te zetten voeders. De GPS-
module is hiervoor een goed hulpmiddel.
VoederbehoefteDe GPS-module is een rekenprogramma dat
op basis van behaalde resultaten aangeeft of
er volgens de voederbehoefte wordt gevoerd.
De laatste twee ronden van Van der Velden zijn
ingevoerd in deze module. In de voorlaatste ronde
(zomer 2009) is 90 kg Start DeLux en 127 kg
Duet Porco LE gevoerd. In de daaropvolgende
ronde (herfst 2009) kregen de varkens 53 kg Start
DeLux, 56 kg Run Porco en 132 kg Duet Porco LE.
De resultaten staan in de tabel.
Zoals je ziet zijn er verschillen in de technische
resultaten. Ronde 2 is minder goed. De spekdikte
is onder andere gestegen en dat werd vooral
veroorzaakt doordat de borgen 1,9 mm dikker spek
hadden dan de gelten.
Resultaten GPS-module Uit de berekeningen van de GPS-module bleek
dat in de tweede ronde gedurende de hele mest-
De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010 19
TipU vraagt zich af of uw vleesvarkens de juiste voeding krijgen? Vraag een berekening bij uw specialist
'GPS is een goed hulpmiddel voor het bijsturen van het rantsoen'
De GPS-module maakt het mogelijk om doel-gericht te voeren door nauwkeurig voederbe-hoefte te berekenen
20 De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010
en rondje over het nette bedrijf van Ale en
Bettie Mulder laat de ontwikkelingen in de
melkveehouderij goed zien. Via de oude
Fries-Hollandse grupstal en door de ligboxenstal
uit 1979, kom je terecht in de nieuwe melkveestal
met twee nieuwe Lely A-3 next melkrobots. Ale
schat in dat de robots twee en een half uur per
dag besparen op arbeid. ‘Het geeft de vrijheid om
andere klussen af te maken zonder onderbreking
door het melken.’
Geen stress‘Ondanks de moderne techniek is een simpele en
vooral secure bedrijfsvoering ons doel. Daarnaast
willen we zonder vreemde arbeid het bedrijf ver-
zorgen en vergroten: met meer gras nog meer melk
produceren. Maar hoe bereik je deze doelen? Wij
schakelden Paulus Strikwerda van fouragehande-
laar Hoogland in en rundveeadviseur Arjan Petter
van het adviesbureau voor bedrijfsontwikkeling
Agra-matic’, schetst Ale de gang van zaken.
Bettie weet na tien weken gebruik, dat zij een
praktische en goede keus hebben gemaakt: ‘De
ligboxenstal is via zij-aanbouw vergroot naar een
2+0+6+0. De melkkoeien hebben in het zesrijïge
gedeelte de volledige vrijheid en de beschikking
over twee robots. Daarnaast kwamen er in de oude
stal twee overzichtelijke boxrijen vrij voor droge
koeien en doet de oude melkstal straks dienst
als afkalfruimte. Maar het belangrijkste argument
voor ons was, dat door deze stalindeling zo weinig
mogelijk koeien hoefden te verhuizen.’ Stress voor
boer en koe past niet in hun filosofie.
Oude damesBelangrijk voor de Mulders is dat hun koeien het
goed hebben. ‘Goede zorg geeft goede resultaten’,
vinden Ale en Bettie. Met 27 jaar eersteklasmelk
en op dit moment een celgetal van maar 57.000
zijn dat geen loze woorden. Ook de veestapel
geeft blijk van goede zorg. De koppel glimt van alle
kanten en loopt met vlotte pas langs de mestrobot
over de nieuwe roosters om op zachte waterbed-
den te gaan liggen.
De twee melkrobots en niet broer en zus Mulder melken sinds tien weken de mooie
Marijkes in de friese Wouden. Deze opmerkelijke koeien waren snel gewend aan hun
nieuwe melkers. Ale en Bettie Mulder vertellen over hun ervaringen.
ale en beTTie mulder in suwald
r u n d v e e
'We houden niet van ingewikkeld'
eDe koeien waren snel aan de robot gewend
>> 'Naast onafhankelijk advies bood het inschakelen van
Agra-matic ons rust'
TipHet aantal melkingen
moet passen bij het lactatiestadium van de koe; te veel melkingen geeft onnodige onrust
rondom de robot en verminderde melk-
kwaliteit
De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010 21
Tussen de koeien lopen enkele opvallend oude da-
mes. Dit zijn de gitzwarte Marijkes. Aan de gezich-
ten van de Mulders is af te lezen dat zij best trots
zijn op deze bijzondere koefamilie. De pikzwarte
kleur, het probleemloos produceren en vooral het
oud worden zit sterk verankerd in deze familie.
Vaak wordt beweerd dat oude koeien het moeilijk
hebben met het wennen aan robots. De gemiddeld
zes jaar oude koeien van Mulder redden zich na
enkele dagen echter prima en brengen vrijwillig
2,5 keer per dag 11 kg melk per keer weg. En dit
op een eenvoudig rantsoen van jaarrond graskuil
en hooguit 10 kg snijmaïs.
Goede basis‘In een robotrantsoen is de hoeveelheid zetmeel
in relatie tot actieve koeien belangrijk’, geeft Paulus
Strikwerda aan. ‘Dit wordt op peil gebracht met
Rundveebrok Protex Gras in combinatie met Rund-
veebrok Protex Maïs. Daarnaast krijgen opstar-
tende koeien nog extra energie via de rundveebrok
Impuls als tweede voersoort in de robot.’ Omdat
het basisrantsoen niet hoog is, wordt naast het
krachtvoer in de robot een Cosmix voerstation ge-
bruikt. Volgens Ale en Bettie hoeft het ook niet in-
gewikkelder, als de basis maar goed is: een goede
graskuil in een goed met grond afgedekte kuil.
Ale en Bettie Mulder zijn trots op hun zwarte Marijkes
in het kort Wie? Ale en Bettie MulderWat? Marijkes in nieuwe melkvee-
stal met twee nieuwe lely A-3 next melkrobots
Waar? Suwald
Kijk voor foto’s van de bouw
op www.agra-matic.nl
'Zonder compu-terknobbel toch een tevreden robotmelker'
Joris Baak
Rundveespecialist
v a r k e n s
22 De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010
nieuwe ziChTsTal in noord-brabanT
consumenten mogen kijken
Harm van Uden
Marketing & Communicatie
Feestelijke opening van de nieuwe zichtstal
De afgelopen jaren groeide bij varkenshouders
het besef dat zij de ruimte om te ondernemen in
dialoog met de samenleving moeten verwerven en
behouden. Deze dialoog vraagt een voortdurend
contact tussen varkenshouders en consumenten.
Het is belangrijk dat consumenten niet alleen via
de media worden geïnformeerd maar ook zelf zien
hoe op de hedendaagse varkensbedrijven mensen
werken die van hun beroep houden.
Zelf kijkenConsumenten mogen zelf komen kijken. Alle spre-
kers bij de officiële opening van De Daltonhoeve
kwamen tot die conclusie. Erik van Zutphen on-
derstreepte dit ook in zijn prachtige speech, waar
de liefde voor het vak vanaf droop. Boeren moeten
zich niet afsluiten als er kritiek op hun sector wordt
geuit. Zij moeten juist trots zijn op hun vak en zich
als ambassadeur van hun bedrijf opstellen. Op zijn
of haar werkwijze moet niets aan te merken zijn.
Begin daarom eerst met in je eigen regio het draag-
vlak voor het bedrijf te vergroten door openheid
van zaken te geven en eventueel te verwijzen naar
één van de zichtstallen in Nederland.
Het verkrijgen van waardering is essentieel voor de
varkenshouderij in de komende tien jaar, volgens
één van de sprekers. De sector moet daarom een
proactieve houding aannemen om de kritiek vanuit
de media en consument te kunnen weerleggen.
Dit geldt voor varkens-
houders afzonderlijk en
de sector als geheel.
Wees zichtbaar trots
op jouw bedrijf en de
sector. Ook De Heus
is ervan overtuigd dat
een zichtstal, zoals van
de familie Van Zutphen,
daaraan zeker zal
bijdragen.
laat burgers zelf zien hoe we tegenwoordig
varkens houden. Met dit doel bouwde de
familie Van Zutphen een zichtstal. Bennie
Jolink, ambassadeur van de stichting
Varkens in Zicht, was bij de opening.
De zichtstal van de familie Van Zutphen bevindt
zich in het landbouwontwikkelingsgebied van Zij-
taart nabij Veghel. De zichtstal maakt onderdeel uit
van een nieuw bedrijf, De Daltonhoeve, met vijfhon-
derd zeugen. Via de zichtstal krijgen consumenten
een duidelijk en eerlijk beeld van de hedendaagse
varkenshouderij. Bennie Jolink verrichtte op
29 april de opening samen met Ruud van Heugten,
gedeputeerde Landbouw van de provincie
Noord-Brabant, en de kinderen van Van Zutphen.
TipWees trots op het
vak en draag dit uit
'Consumenten moeten een
eerlijk beeld krijgen'
De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010 23
p l u i m v e e
PluimveemesT voor oPwekken van elekTriCiTeiT
Goede mestkwaliteit geeft meer stroom
55 procent voor droge stof en minimaal 7,5 procent
voor de verbrandingswaarde (ncw).
ResultatenVan de vleeskuikenmest, die in de eerste maanden van
2010 werd geleverd, bedroeg de verbrandingswaarde
gemiddeld 6,7 en het drogestofgehalte 49,6 procent.
Dit betekent dat de verbrandingswaarde en het droge-
stofgehalte ongeveer tien procent lager zijn dan de
normwaarde. De verbrandingswaarde en drogestof-
gehalte van de mest van De Heus-afnemers waren in
deze periode beter dan gemiddeld. Dit bleek uit indivi-
duele kwartaaloverzichten die een aantal klanten ons
heeft laten zien. Hieruit blijkt dat de nadruk die De Heus
legt op gezondheid en strooiselkwaliteit effect sorteert.
Bedrijfsspecifieke aanpakAls de mest de normwaarden niet haalt, is het van
belang om met een bedrijfsspecifieke aanpak in
kaart te brengen wat de belangrijkste reden is van de
afwijking. U kunt in samenwerking met DEP de oor-
zaken van een te lage verbrandingswaarde in kaart
brengen en nagaan hoe u deze kunt verbeteren.
Een goede verbrandingswaarde wordt bepaald door
de kwaliteit van het strooisel en gaat hand in hand
met een goede gezondheidsstatus van het bedrijf.
Daarom is het in belang van u, de voerleverancier en
coöperatie DEP om samen voor resultaat te gaan.
coöperatie DEP verbrandt stapelbare pluim-
veemest voor het opwekken van energie.
Hierbij is de kwaliteit van de mest belangrijk.
Gelukkig wordt deze steeds beter, zo bleek
begin dit jaar in een bijeenkomst van de
mengvoederindustrie in de pluimveesector.
De pluimveemest wordt verbrand in de 106 miljoen euro kos-tende energiecentrale van BMC in Moerdijk
Voor Coöperatie DEP (Duurzame Energieproduc-
tie Pluimveehouderij) was 2009 het eerste jaar
en tevens geen eenvoudig jaar. Oorzaak was de
onvoldoende aanvoer van mest en bovendien
was deze van een dusdanig slechte kwaliteit, dat
er problemen ontstonden. Op dit moment is de
kwaliteit van de aangevoerde mest duidelijk beter.
Hierdoor kan DEP voldoende mest verbranden en
de warmte omzetten in elektriciteit.
Beïnvloeding strooiselkwaliteitEr zijn verschillende factoren, die uiteindelijk de
kwaliteit van het strooisel bepalen. Hierbij zijn
onder andere te noemen het drinkwatersysteem en
het stalklimaat. Daarnaast kan een relatie gelegd
worden tussen de voervertering en strooiselkwali-
teit. Een minder goede voervertering kan leiden tot
slechter en natter strooisel. Belangrijk is het besef
dat veel factoren uiteindelijk de kwaliteit van het
strooisel bepalen.
Normen vleeskuikenmestDe verbrandingswaarde bepaalt de waarde van de
mest voor de verbranding. Dit wordt weergegeven
in netto calorische waarde (ncw). Deze verbran-
dingswaarde gaat over het algemeen samen met
een hoog drogestofgehalte van het strooisel. De
normwaarde voor vleeskuikenmest is minimaal
Tips} Vervang lekkende
drinknippels
} Zorg voor voldoende en correcte venti-latie
} Te lage energie-waarde? Breng oorzaken in beeld, samen met uw voorlichter en DEP
Patrick van Vugt
Productmanager
Vleespluimvee
elangrijk onderdeel van het rantsoen op
veel melkveebedrijven is snijmaïs. De GLV-
bijdrage in het rantsoen dat een goede
kwaliteit snijmaïs heeft ten opzichte van kuilgras is
ongeveer twee keer zo groot, namelijk 150 gg/kg
ds tegenover 80 gg/kg ds. Het GLV wordt voor
een belangrijk deel bepaald door zetmeel en het
bestendig zetmeelgehalte van snijmaïs. Zolang het
rantsoen minder dan 6 kg droge stof snijmaïs be-
vat, zijn het percentage zetmeel en het GLV uiterst
belangrijk voor de prestatie van de melkkoeien.
Rantsoenen met meer dan 80 procent snijmaïs ko-
men, vanwege het grotere aandeel snijmaïs in het
totale rantsoen, gemakkelijker aan de minimum-
norm GLV. Het minimumniveau van GLV voor een
koe tot 120 dagen in lactatie is 120 gg/kg ds.
Bepalende factorenHet GLV van snijmaïs is afhankelijk van veel
factoren, zoals snijmaïsras, bemesting, groei- en
weersomstandigheden, watervoorziening rondom
bloei, afrijping van de snijmaïs, oogsttijdstip en
hakselen en conservering. Sommige factoren zijn
tot en met het oogsten nog te beïnvloeden. Het
gaat bijvoorbeeld om het tijdstip van oogsten, het
hakselen en de conservering van de kuil. In figuur 1
is de verdeling van snijmaïs op basis van droge-
stofgehalte weergegeven (bron: De Heus Voeders-
Blgg AgroXpertus 2009). Uit deze verdeling is af te
leiden dat maar liefst 40 procent van de snijmaïs-
kuilen een drogestofgehalte heeft dat lager is dan
34 procent.
Het kolfaandeel ten opzichte van het plantaandeel
en het drogestofgehalte van de kolf zijn het meest
bepalend voor de totale droge stof van snijmaïs.
Bij een normaal kolfaandeel (50 procent) en een
goede deegrijpheid van de korrel (50 procent) wordt
70 procent van de totale droge stof van snijmaïs be-
paald door de kolf. Voor de voederwaarde is het van
essentieel belang om de rijpheidsstadia en de bijbe-
horende droge stof van de kolf te kunnen beoor-
delen (figuur 2). Om het gewas goed op rijpheid en
droge stof in te schatten, is het noodzakelijk om een
maïskorrel uit het midden van de kolf in de lengte
door te snijden, zodat de positie van de melklijn dui-
delijk zichtbaar is. Ook is het raadzaam om dit op
meerdere plaatsen in het perceel steekproefsgewijs
te doen. Door verschillende omstandigheden kan de
afrijping binnen de percelen soms sterk wisselen.
Kwaliteit oogstenIn figuur 3 staat de relatie tussen drogestofpercen-
tage en zetmeelgehalte centraal. Door voldoende
droog te oogsten is een hoger zetmeelgehalte te
bereiken en een hogere voederwaarde te realise-
ren. Dit geldt naast het zetmeelgehalte ook voor
Het Glucose leverend Vermogen (GlV) kan een groot effect op het resultaat hebben.
Hoe hoger het GlV, hoe meer melk en hoe hoger het eiwitpercentage. Melkveehouders
kunnen het gehalte zelf beïnvloeden.
r u n d v e e
Voor een hoge melk- en melkeiwitproductie
heeft een koe veel glucose nodig. Het Glucose leverend Vermogen van het
rantsoen vormt daarbij een belangrijke
waarde.
24 De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010
B
gluCoseniveau in ranTsoen beïnvloedbaar
Kwaliteit van snijmaïs zit in de kolf
35
30
25
20
15
10
5
0 < 300 300 - 320 320 - 340 340 - 360 360 - 380 > 380
Verdeling snijmaïs op basis van drogestofgehalte
aant
al m
onst
ers
(in %
)
droge stof (g/kg)
Figuur 1
'De deegrijpheid van de korrel bepaalt voor
meer dan 70 procent het
drogestofgehalte van snijmaïs!'
René Knook
Productmanager Rundvee
VEM, GLV en het bestendig zetmeelgehalte van
de snijmaïs (figuur 3). Hoe groter de oppervlakte
van het kader, hoe hoger de voederwaarde van de
snijmaïs is. Snijmaïs met een droge stof lager dan
32 procent scoort duidelijk laag in voederwaarde.
Snijmaïs met een droge stof tussen 32-34 procent
heeft een lagere GLV, zetmeel en bestendig zet-
meel, maar laat wel een behoorlijke VEM zien. Deze
snijmaïs kan toch een relatief hoge VEM realiseren
door een hoge plantverteerbaarheid en is vooral
geschikt in rantsoenen met een groot aandeel
snijmaïs. Snijmaïs met droge stof rond 35 procent
is juist geschikt in rantsoenen die maximaal 6 kg
droge stof snijmaïs bevatten.
De kwaliteit wordt ook bepaald door het hakselen
en inkuilen. De stoppellengte beïnvloedt eveneens
de voederwaarde van snijmaïs. Door op hogere
stoppellengte te hakselen, neemt het kolfaandeel
ten opzichte van het plantaandeel toe, zodat de
voederwaarde stijgt.
De fijnheid van hakselen is optimaal wanneer de
plantdelen net zo groot zijn als ‘de lengte van je
neus’ en de korrel in minimaal vier delen wordt
gesplitst. Kortom: het gewas niet te fijn hakselen
en de rollen van de korrelkneuzer
voldoende dicht op elkaar zetten.
Het apart aanleggen van een zomer-
en winterkuil voor snijmaïs biedt
ook voordelen: de zomerkuil kan
dan minder hoog worden gemaakt
en een lager drogestofgehalte bevatten.
Hierdoor zal de voersnelheid in de zomer
minimaal 2,5 meter in de week zijn en is de broei-
gevoeligheid van de kuil minder.
Het voordeel van het gebruik van inkuilhulpmid-
delen is duidelijk bewezen. Bonsilage Maïs is een
inkuilhulpmiddel dat op drie punten verbetering
geeft:
sneller inkuilproces, daardoor minder fermenta-
tieverliezen;
minder vorming van gisten en schimmels;
betere verhouding melkzuur/azijnzuur in de kuil.
Met Bonsilage Maïs is een rendement van 1:3 te ver-
wachten: 1 euro investeren is 3 euro verdienen!
De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010 25
Figuur 2Doorsnede van de korrel en verschillende rijpheidsstadia met drogestofgehalte van de kolf (bron: ASG)
Figuur 3
melklijn in drogestofgehalte stadium de korrel kenmerk van de kolf melkrijp korrel is witgeel, veel spanning in korrel, 35% inhoud lijkt op melk
zacht- korrel is geel, inhoud gedeeltelijk deeg- 40% deegrijp achtig, spuit nog bij indrukken met nagel
zacht- korrel is donkerder geel, nog voor de helft 45% deegrijp vochtig aan spilzijde, andere helft inhoud tot deegrijp is stevig
deegrijp donkergele korrel, nog vochtig aan spilzijde, 50% rest van inhoud is stevig
hard- donkergele korrel, inhoud is stevig, moeilijk 55% deegrijp met nagel in te drukken en er komt geen vocht meer uit, bovenkant korrel is glazig of hoornig en begint in te deuken
volledig rijp harde korrel, niet meer met nagel in te 60% drukken, de glazige gedeelten zijn zo hard als hoorn, zwart kurklaagje onderaan de korrel
Snijmaïs moet voldoende rijp worden geoogst
Vraag uw specialist
en/of handelaar naar de voordelen die Bonsilage Maïs kan bieden op uw bedrijf.
Voederwaarde snijmaïs in relatie tot droge stof %
100
90
80
70
VEM
Zetmeel
Best.Zetmeel
GLV
Droge stof < 30%
Droge stof 30-32%
Droge stof 32-34%
Droge stof 34-36%
Droge stof 36-38%
Droge stof > 38%
Zetmeel (vast)
Melklijn (hier 1/3)
Melk (vloeibaar)
Zwart kurklaagje (alleen bij volledige rijpheid)
p l u i m v e e
26 De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010
warm weer lasTig voor vleeskuikens
Wees alert en neem gerichte maatregelen
naar kleur en helderheid. Laat bij afwijkingen de
monsters onderzoeken op vervuiling met bacteriën
of schimmels. Reinig bij leegstand de leidingen en
spoel ze goed door.
VoerhygiëneGrote temperatuurverschillen tussen dag en nacht
leiden in combinatie met een hoge luchtvochtig-
heid tot condensvorming in silo’s. Condens in silo’s
kan ongewenste groei van schimmels veroorzaken.
Schimmels vormen gifstoffen die een nadelig effect
hebben op de voeropname en diergezondheid. Het
is van belang dat u de silo regelmatig controleert
op condensvorming en het aankoeken van voer-
resten. Daarnaast is het aan te raden om de silo’s
regelmatig leeg te maken en minimaal één keer per
jaar te reinigen, bij voorkeur in de zomer. Gebruik
na het schoonmaken een siloshot om de vorming
van schimmels tegen te gaan. Als extra service
voegt De Heus in de zomermaanden extra schim-
melremmer aan vleeskuikenvoeders toe. Daardoor
blijft het voer voor uw kuikens langer fris.
Kwaliteit en hoeveelheid tarweHet is niet raadzaam om bij warm weer extra tarwe
te voeren. Meer tarwe zorgt voor extra interne
warmtebelasting van het dier, terwijl het kuiken de
warmte minder goed kan afstaan aan de omgeving.
Daarnaast verdunt extra tarwe de nutriënten.
Aan het einde van de zomer komt tarwe van de
nieuwe oogst beschikbaar. Het overschakelen
vraagt aandacht. Om de tarwe van de nieuwe
oogst goed in het rantsoen in te passen, moet
u weten wat de kwaliteit is. Naast het eiwit- en
zetmeelgehalte zijn de eigenschappen voor het
ontstaan van ’visceuze darminhoud’ van belang
(valgetal en viscositeit van de tarwe).
Tijdens de eerste weken van de nieuwe oogsten
voegt De Heus standaard in alle vleeskuikenvoe-
ders extra enzymen toe om de negatieve effecten
van nieuwe oogst tarwe tegen te gaan.
Warm weer in de zomer maakt het de vleeskuikens moeilijk. Met gerich-
te maatregelen kunt u de negatieve gevolgen van hittestress beperken.
De zomer is een moeilijke periode voor vleeskui-
kenbedrijven. Onder warme omstandigheden kun-
nen de kuikens namelijk moeilijk voldoende warmte
kwijt aan de omgeving en raken daardoor belast.
Dit leidt tot minder voeropname, tragere groei en
slechtere resultaten.
U kunt hierop inspelen door de dieren niet op de
warmste momenten van de dag actief te laten zijn.
Dit doet u door het tijdstip en de frequentie van
het voeren aan te passen. Daarnaast kunt u via
voeding hittestress beperken. In de zomer houdt
De Heus bij de samenstelling van vleeskuikenvoer
rekening met mogelijk warm weer. Daarnaast kunt
u met stressmix de dieren extra ondersteunen.
WaterWater is een belangrijke voedingsstof voor uw
dieren. Een groot deel van vlees bestaat namelijk uit
water. Daarnaast voert water warmte af via onder
andere de ademhaling. Bij hogere temperaturen
is de waterbehoefte groter. Verstrek daarom in de
zomer voldoende vers water aan de dieren. Daarbij
is niet alleen de hoeveelheid maar ook de kwaliteit
van het water van belang. Hogere temperaturen
in de stal vergroten de kans op vervuiling in de
leidingen. Controleer daarom regelmatig tijdens de
ronde de kwaliteit van het drinkwater op verschil-
lende plaatsen in de stal. Kijk in eerste instantie
'Geef dieren rust op de warmste momenten van
de dag'
Tips bij hittestress Controleer de instellingen in de klimaatcomputer. Vermijd op warme momenten van de dag hoge activiteit. Controleer voersilo’s op aangekoekte voerresten. Gebruik siloshot. Ondersteun dieren met extra vitaminen en mineralen. Zorg voor voldoende vers water.
Patrick van Vugt
Productmanager Pluimvee
Tipcontroleer silo’s regel-
matig op condens en aankoeken van voer
De Heus · Leesvoer 3 | ju l i 2010 27
r u n d v e e
resulTaTen rosékalveren 2009
Mestafzet goedkoperUit het managementprogramma van De Heus
Voeders blijkt dat in 2009 de technische
resultaten van de rosékalverhouders nage-
noeg gelijk waren aan die van het jaar 2008.
financieel was het resultaat wel minder.
De nuka’s en de starters waren aanmerkelijk duurder
dan in het voorgaande jaar. Dit geeft druk op het fi-
nanciële resultaat. Er was steeds veel vraag naar de
zwaardere nuka’s. De aankoopprijzen van de starters
lagen licht hoger. Door de hoge nukaprijzen stond
het saldo bij de opfokbedrijven wat onder druk.
De hoge nukaprijzen werden niet gecompenseerd
door hogere opbrengstprijzen. Deze waren met
€ 2,96 zelfs iets lager dan het voorgaande jaar. De
voerprijzen waren vergelijkbaar met die van 2008.
De afzetkosten voor drijfmest vallen mee. Ze zijn
redelijk betaalbaar. Zeker nu de rosébedrijven on-
der de derogatie (verruiming toegestane mestgift)
vallen is het niet waarschijnlijk dat de afzetprijs
hoger zal worden.
Verschillen tussen bedrijven Zoals elk jaar zijn er grote verschillen in de techni-
sche resultaten van bedrijven. Elk bedrijf kent z’n
eigen bedrijfsvoering. Het ene bedrijf gaat voor
maximale groei, het andere voor de laagste kosten.
Elke veehouder heeft dus zo zijn uitdagingen. Bij de
Resultaten rosé kalverhouderij Nuka’s Starters 2008 2009 2008 2009
Opzetgewicht kg 52 54 105 106 Prijs € 149 171 282 290 Uitvalspercentage 2,90 2,80 1,20 1,30 Geslacht gewicht 198 199 201 200 Groei per dag (g) 1165 1.169 1377 1.369 Dagen op bedrijf 270 269 194 193 Opbrengstprijs per kg geslacht gewicht € 3,02 2,96 3,02 2,96
'Bij jonge dieren moet de ventila-tie goed zijn'
'Streef naar een geslacht gewicht van minstens 160 kg'
Andries Slingerland
Specialist Rosékalveren
nuka’s is de gemiddelde groeisnelheid licht toege-
nomen. Bij de starters nam de groeisnelheid iets af.
GezondheidDe afgelopen winter was geen gemakkelijke periode
voor de rosés. Er waren op sommige bedrijven wel
wat moeilijkheden met het opstarten. Het leek alsof
de weerstand van de nuka’s vrij laag was. Dit stelde
de nodige eisen aan het management van de rosé-
kalverhouder om tot een goed resultaat te komen.
Het is goed om steeds weer aandacht te geven
aan de ventilatie. Deze is vooral erg belangrijk in de
opfokperiode. Longproblemen en daardoor groei-
vertraging kosten veel geld in de rosékalverhouderij.
ToekomstIn het afgelopen jaar zijn verschillende rosékalver-
houders overgestapt op afleveren onder de acht
maanden. We wezen al eerder op de noodzaak om
op een gewicht van minimaal 160 kg geslacht af te
leveren. Gelukkig kunnen afnemers van De Heus
Voeders goede slachtgewichten halen. De meeste
afleveringen liggen boven 160 kg geslacht gewicht,
met een vetbedekking van ruim 2. Dit is zeker
bovengemiddeld. Deze kwaliteit is nodig om aan de
afzetkant een goed product af te leveren. We komen
zelfs koppels van 178 kg geslacht gewicht tegen
met een zeer goede vetbedekking tot 2,55. Het mi-
nisterie van LNV wil in 2011 een lager medicijnenver-
bruik van 20 procent. Er is al sprake van een dalend
gebruik van medicijnen. Het is wenselijk dat deze
trend zich doorzet. De rosésector is weer volop in
beweging. Samen met u gaan we voor resultaat.
NRM 2010 • Hoge kwaliteit inzendingen en uitmuntend niveau gepresenteerde koeien• Felicitaties aan inzenders dochtergroepen en prijswinnaars rubrieken• Felicitaties kampioenen en reservekampioenen NRM 2010• Compliment voor organisatie voor prachtige show en vakbeurs
De Heus waardeert uw bezoek aan onze stand en wij kijken met plezier terug op een geslaagd koeienfestijn!
De Heus Voeders B.V.Postbus 396 6710 BJ Ede Tel. 0318 – 675 430 KvK 14626985 [email protected] www.de-heus.nl