voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van lngbijlage 1 bij document rp/g (14) 54 corr. 1=...

32
CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART RP/G (14) 54 corr. 1 RV/G (14) 67 corr. 1 JWG (14) 62 corr. 1 3 juli 2014 Or. fr., bijl. en nl/- WERKGROEP POLITIEREGLEMENT WERKGROEP REGLEMENT VAN ONDERZOEK GEMEENSCHAPPELIJKE WERKGROEP Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNG Mededeling van het secretariaat _____________________________________________________________________________________________________________________________ De CCR heeft besloten om de voorschriften inzake de voortstuwing van binnenschepen met vloeibaar aardgas (LNG) in haar drie reglementen (RPR, ROSR en RSP) op te nemen. De Europese Commissie ondersteunt deze handelwijze. De Werkgroep Politiereglement is tijdens zijn vergadering van februari 2014 met het onderzoek van document RP/G (13) 77 rev. 1 begonnen. Dit document bevat een voorstel voor voorschriften voor het exploiteren van schepen, met het oog op een opname daarvan in het Rijnvaartpolitiereglement (RPR). Met een van de voorschriften wordt voorgesteld dat bij het bunkeren van LNG een vertegenwoordiger van het schip en een vertegenwoordiger van de leverancier (bijvoorbeeld de tankwagenchauffeur) gezamenlijk een controlelijst invullen. De Zwitserse delegatie had een ontwerp voor een controlelijst voorgesteld (bijlage bij document RP/G (13) 77 rev. 1). Dat ontwerp is echter niet in overleg met het bedrijfsleven opgesteld en is niet door erkend deskundigen onderzocht. De Werkgroep Politiereglement heeft verzocht het betrokken ontwerp door de experts van het LNG Masterplan te laten onderzoeken. Deze experts zijn op 25 juni 2014 bijeengekomen. Tijdens deze bijeenkomst hebben zij het CCR-secretariaat geïnformeerd over het feit dat een WPCI-werkgroep (World Ports Climate Initiative) van de IAPH (International Association of Ports and Harbors) drie controlelijsten hebben ontwikkeld. Deze drie lijsten zijn in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en de havens opgesteld en in de belangrijkste zeehavens (haven van Rotterdam, Antwerpen en Seine) worden zij reeds gebruikt. Daarom hebben de desbetreffende deskundigen het gebruik van dergelijke controlelijsten aan de CCR aanbevolen. Een schipper zal immers makkelijker aan de lijsten wennen als zij/hij ze vaak gebruikt. Aldus kan hij zich de inhoud goed eigen maken. Deze drie lijsten bestrijken 1. het bunkeren van schip naar schip 2. het bunkeren van wal naar schip 3. het bunkeren van tankwagen naar schip De Engelse versie van de lijsten kunnen via http://www.lngbunkering.org/lng/bunker-checklists worden gedownload, en inmiddels zijn de lijsten ook door het CCR-secretariaat vertaald de in de bijlage bij deze mededeling gevoegde lijsten zijn in de werktalen van de CCR vertaald.

Upload: others

Post on 25-Feb-2021

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART RP/G (14) 54 corr. 1 RV/G (14) 67 corr. 1 JWG (14) 62 corr. 1 3 juli 2014 Or. fr., bijl. en nl/-

WERKGROEP POLITIEREGLEMENT WERKGROEP REGLEMENT VAN ONDERZOEK GEMEENSCHAPPELIJKE WERKGROEP

Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNG Mededeling van het secretariaat _____________________________________________________________________________________________________________________________ De CCR heeft besloten om de voorschriften inzake de voortstuwing van binnenschepen met vloeibaar aardgas (LNG) in haar drie reglementen (RPR, ROSR en RSP) op te nemen. De Europese Commissie ondersteunt deze handelwijze. De Werkgroep Politiereglement is tijdens zijn vergadering van februari 2014 met het onderzoek van document RP/G (13) 77 rev. 1 begonnen. Dit document bevat een voorstel voor voorschriften voor het exploiteren van schepen, met het oog op een opname daarvan in het Rijnvaartpolitiereglement (RPR). Met een van de voorschriften wordt voorgesteld dat bij het bunkeren van LNG een vertegenwoordiger van het schip en een vertegenwoordiger van de leverancier (bijvoorbeeld de tankwagenchauffeur) gezamenlijk een controlelijst invullen. De Zwitserse delegatie had een ontwerp voor een controlelijst voorgesteld (bijlage bij document RP/G (13) 77 rev. 1). Dat ontwerp is echter niet in overleg met het bedrijfsleven opgesteld en is niet door erkend deskundigen onderzocht. De Werkgroep Politiereglement heeft verzocht het betrokken ontwerp door de experts van het LNG Masterplan te laten onderzoeken. Deze experts zijn op 25 juni 2014 bijeengekomen. Tijdens deze bijeenkomst hebben zij het CCR-secretariaat geïnformeerd over het feit dat een WPCI-werkgroep (World Ports Climate Initiative) van de IAPH (International Association of Ports and Harbors) drie controlelijsten hebben ontwikkeld. Deze drie lijsten zijn in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en de havens opgesteld en in de belangrijkste zeehavens (haven van Rotterdam, Antwerpen en Seine) worden zij reeds gebruikt. Daarom hebben de desbetreffende deskundigen het gebruik van dergelijke controlelijsten aan de CCR aanbevolen. Een schipper zal immers makkelijker aan de lijsten wennen als zij/hij ze vaak gebruikt. Aldus kan hij zich de inhoud goed eigen maken. Deze drie lijsten bestrijken

1. het bunkeren van schip naar schip

2. het bunkeren van wal naar schip

3. het bunkeren van tankwagen naar schip De Engelse versie van de lijsten kunnen via http://www.lngbunkering.org/lng/bunker-checklists worden gedownload, en inmiddels zijn de lijsten ook door het CCR-secretariaat vertaald de in de bijlage bij deze mededeling gevoegde lijsten zijn in de werktalen van de CCR vertaald.

Page 2: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 2 -

d_jl/rpg14_54nl_corr1

De Werkgroep Politiereglement zou deze lijsten kunnen onderzoeken, met name de lijst betreffende het bunkeren van tankwagen naar schip, en in het bijzonder kunnen nagaan of er eventueel irrelevante regels voor de binnenvaart zijn, welke dan geneutraliseerd zouden kunnen worden. Aldus zou in de laatste kolom een opmerking “irrelevant voor de binnenvaart” toegevoegd kunnen worden, ter aanduiding dat bij het bunkeren de betrokken regel niet is ingevuld. De bestaande nummering, waaraan de schipper is gewend, kan zodoende worden behouden, waardoor de lijst op een virtuele wijze ontlast wordt van de controles die de binnenvaart niet betreffen. Aangezien voor het toepassingsgebied van het RPR het bunkeren van LNG voornamelijk door tankwagens wordt uitgevoerd, stelt het secretariaat voor dat in eerste instantie uitsluitend de controlelijst voor het bunkeren van tankwagen naar schip in aanmerking wordt genomen; aldus verlopen de werkzaamheden eenvoudiger en sneller. Deze controlelijst, inhoudelijk bijna gelijk aan de twee andere lijsten, wordt in de werktalen van de CCR in de bijlage bij dit document gevoegd. Verder zou de Werkgroep Politiereglement de richtsnoeren betreffende de controlelijsten kunnen onderzoeken, indien van toepassing met het oog op een gezamenlijke opname in het RPR. Alhoewel deze richtsnoeren voor het goede begrip en gebruik van de controlelijsten een belangrijke toegevoegde waarde zijn, bevatten zij vele verwijzingen naar de technische uitrusting van schepen. Het secretariaat is van mening dat deze richtsnoeren aangepast moeten worden om overeen te komen met het ontwerp voor de technische voorschriften (RV/G (14) 15 rev. 1 = JWG (14) 12 rev. 1). Voor het uitwerken van voorstellen voor deze wijzigingen zou een vergadering van experts, die qua technische regels en bunkerprocedures de nodige kennis hebben, georganiseerd kunnen worden. De Werkgroep Reglement van onderzoek en de Gemeenschappelijke werkgroep zouden deze controlelijsten kunnen onderzoeken, enerzijds met inachtneming van de opgedane ervaring met de afgegeven aanbevelingen, en anderzijds met in achtneming van het ontwerp voor de technische voorschriften (RV/G (14) 15 rev. 1 = JWG (14) 12) rev. 1.

Page 3: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

Bijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1

Controlelijst voor het bunkeren van LNG - Tankwagen – schip -

I. DEEL A: Checklist ter voorbereiding van het bunkeren (Dit gedeelte dient vóór aanvang van het feitelijke bunkeren te worden ingevuld)

Datum en tijdstip: _________________________________________________________

Aangewezen bunkerlocatie: _________________________________________________________

LNG-ontvangend schip: _________________________________________________________

LNG-leverende tankwagen _________________________________________________________

Controlepunten Schip LNG-tank-

wagen Terminal Code Opmerkingen

1

De plaatselijke autoriteiten hebben toestemming gegeven voor de overslag van LNG op de aangewezen locatie en het overeengekomen tijdstip.

P

2 Er is toestemming gegeven voor de overslag van LNG vanuit de terminal op de aangewezen locatie en het overeengekomen tijdstip.

P

3 De plaatselijke autoriteiten zijn volgens de lokale voorschriften voor aanvang van het bunkeren van LNG ingelicht.

Melding verricht om:

uur

4 De terminal is volgens de terminalvoorschriften voor aanvang van het bunkeren van LNG ingelicht.

Melding verricht om:

uur

5 De voorschriften van de plaatselijke autoriteit worden nageleefd.

Bijv.

havenbeheersverordening.

6 De voorschriften van de plaatselijke terminal worden nageleefd.

Bijv. terminalvoorschriften

7

Het personeel dat operationeel betrokken is bij het LNG-bunkerproces moet een passende opleiding hebben doorlopen en instructies hebben ontvangen over de specifieke LNG-bunkerapparatuur en procedures.

8

De bunkerlocatie is veilig en goed toegankelijk voor de LNG-leverende tankwagen, en het totale gewicht van de tankwagen is lager dan de maximaal toelaatbare belasting van de kade of steiger.

9 De bunkerlocatie is voldoende verlicht. A

Page 4: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 2 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

Controlepunten Schip

LNG-tank-

wagenTerminal Code Opmerkingen

10 Alle LNG-overslag- en gasdetectieapparatuur is gecertificeerd, in goede staat en geschikt voor het beoogde gebruik.

A

11 Er zijn afspraken tussen het schip en de tankwagen gemaakt over de te volgen procedures voor het bunkeren, inkoelen en doorspoelen.

A

12 Er zijn afspraken tussen het schip en de tankwagen gemaakt over het systeem en de voorzieningen voor de elektrische isolatie.

A

13 Er is een veiligheidszone voor de overslag van LNG afgesproken en aangewezen.

A

Veiligheidszone:

_________ m / ft

IAPH-aanbevolen minimumafstand:25 m /

82 ft

14

De voorschriften ten aanzien van ontstekingsbronnen worden nageleefd. Deze betreffen onder meer een rookverbod en voorschriften op het gebied van open vuur, mobiele telefoons, pagers, VHF- en UHF-apparatuur, radar- en AIS-apparatuur.

A

15 De verplichte brandblusapparatuur aan boord van het schip is gebruiksklaar.

16 De verplichte brandblusapparatuur van de tankwagen is gebruiksklaar.

17 De verplichte brandblusapparatuur van de terminal is gebruiksklaar.

Page 5: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 3 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

I. DEEL B: Checklist direct voorafgaand aan de overslaghandelingen (Dit gedeelte dient voor aanvang van de feitelijke overslaghandelingen te worden ingevuld)

Controlepunten Schip LNG-tank-

wagen Terminal Code Opmerkingen

18 De actuele weersomstandigheden en golfhoogte blijven binnen de overeengekomen grenswaarden.

A R

19

Het LNG-ontvangende schip is veilig afgemeerd. De voorschriften ten aanzien van afmeervoorzieningen worden nageleefd. Er zijn voldoende fenders aangebracht.

R

20 Er is een veilige toegangsfaciliteit tussen wal en schip.

R

21 De bunkerlocatie is voldoende verlicht. A R

22 Het schip en de LNG-tankwagen moeten op eigen motor naar een veilige plaats zonder obstakels kunnen worden gevaren, resp. gereden.

R

23 Zowel op het schip als bij de LNG-tankwagen is er doelmatig en voortdurend toezicht op de bunkeroperatie.

24

Er is een doelmatige en geteste communicatieverbinding tussen de verantwoordelijke personen en toezichthouders op het schip en bij de LNG-tankwagen. Er is een afspraak over de door beide partijen te begrijpen en te gebruiken taal.

A R

VHF- / UHF-kanaal:

__________________

Taal:

__________________

Primair systeem:

__________________

Back-up-systeem:

__________________

25

Er zijn afspraken gemaakt over het noodstopsignaal en de noodstopprocedure, die gecontroleerd zijn op hun werking. Het betrokken personeel is daarover geïnformeerd.

A Noodstopsignaal:

_______________

26 De afgesproken veiligheidszone voor de overslag van LNG is afgebakend. Er zijn passende tekens aangebracht om dit gebied te markeren.

A

27

Er bevinden zich geen onbevoegde personen, voorwerpen of ontstekingsbronnen binnen de voor de overslag van LNG afgebakende veiligheidszone.

R

Page 6: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 4 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

Controlepunten Schip LNG-tank-

wagen Terminal Code Opmerkingen

28

Buitendeuren, patrijspoorten en ventilatieopeningen in verblijfsruimten zijn dicht overeenkomstig de instructies van het operationeel handboek.

R Zij mogen nooit op slot gedaan worden.

29 De gasdetectieapparatuur is getest en er is vastgesteld dat het naar behoren werkt.

30 Er zijn veiligheidsinformatiebladen (Material Safety Data Sheets / MSDS) over de geleverde LNG-brandstof beschikbaar.

A

31

De voorschriften ten aanzien van ontstekingsbronnen worden nageleefd. Deze betreffen onder meer een rookverbod en voorschriften op het gebied van open vuur, mobiele telefoons, pagers, VHF- en UHF-apparatuur, radar- en AIS-apparatuur.

R

32 Doelmatige en voldoende geschikte, beschermende kleding en beschermingsmiddelen zijn gebruiksklaar.

33

Personen die bij het aansluiten en afkoppelen van de bunkerslangen betrokken zijn en personen die zich in de directe nabijheid van deze werkzaamheden bevinden, dragen voldoende en geschikte, beschermende kleding en gebruiken geschikte beschermingsmiddelen.

34 Zaklantaarns (zaklampen) zijn explosieveilig en van een goedgekeurd merk.

35 Het watersproeisysteem is getest en gebruiksklaar. Indien van toepassing.

36 Er zijn maatregelen getroffen om lekkages op te vangen. Het daartoe geplaatste materiaal heeft de juiste afmetingen en is leeg.

37 Bescherming van de scheepshuid is aangebracht. Indien van toepassing.

38 Bunkerpompen en compressoren werken naar behoren.

A Indien van toepassing.

39 Alle op afstand bedienbare afsluiters zijn goed onderhouden en werken naar behoren.

Page 7: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 5 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

Controlepunten Schip LNG-tank-

wagen Terminal Code Opmerkingen

40

Bunkerniveaumeters, drukmeters

en de alarmeringen voor resp. een te hoog peil en

een te hoge druk zijn operationeel, correct

ingesteld en functioneren naar behoren.

41

De opslagtanks van het schip zijn ten alle tijde beschermd tegen onopzettelijke overvulling, de tankinhoud wordt voortdurend gemonitord en de alarmen zijn correct ingesteld.

R Intervallen van maximaal

__________ minuten

42 Alle veiligheids- en controlevoorzieningen in de LNG-installaties zijn gecontroleerd en er is vastgesteld dat ze naar behoren functioneren.

43

Alle voorzieningen voor het controleren en

aanpassen van de druk in de tanks en boil off- of

re-liquefactie-apparatuur zijn operationeel en

functioneren naar behoren.

44

Het schip en de LNG-tankwagen hebben de noodstopafsluiters (ESD’s), automatische afsluiters en gelijksoortige apparatuur getest en er is vastgesteld dat ze naar behoren functioneren. De noodonderbreking is gebruiksklaar.

Beide partijen hebben elkaar geïnformeerd over de sluitsnelheid van de ESD’s.

A ESD schip:

__________ seconde

45

Alle initiële LNG-bunkerleidingen zijn

gecontroleerd. Ongebruikte leidingen zijn

afgesloten, leeg en afgeblind.

46

LNG-vulslangen, vaste leidingen en manifolds

zijn in goede staat, zijn goed bevestigd, goed

ondersteund, goed aangesloten, op lekkage

gecontroleerd en gecertificeerd voor de overslag

van LNG.

47 De LNG-bunkerverbinding tussen het schip en de tankwagen is voorzien van dry disconnection-koppelingen.

Indien van toepassing.

48 Er zijn adequate voorzieningen aanwezig voor de elektrische isolatie van de LNG-bunkerverbinding tussen het schip en de LNG-tankwagen.

49

De LNG-bunkeraansluitingen zijn voorzien van dry breakaway-koppelingen en na visuele inspectie is er vastgesteld dat zij naar behoren functioneren.

A

Page 8: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 6 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

Controlepunten Schip LNG-tank-

wagen Terminal Code Opmerkingen

50 De tankwagen is geaard en de wielen zijn geblokkeerd.

51 De motor van de tankwagen staat uit tijdens het aansluiten, doorspoelen en afkoppelen van de LNG-vulslangen.

52 De motor van de tankwagen is gedurende de overslag uitgeschakeld.

N.v.t. indien de motor van de tankwagen nodig is voor de overslag van LNG.

53 De incident- en brandbestrijdingsplannen van het schip bevinden zich buiten de bemanningsverblijven.

Locatie:

_________________

54 Een verbinding met de internationale brandkranen aan wal (International Shore Connection) is beschikbaar gesteld.

55 Er zijn afspraken tussen het schip en de tankwagen gemaakt over de specifieke LNG-gegevens.

A bv. kwaliteit,

temperatuur en dichtheid van LNG

56

De havenautoriteiten zijn geïnformeerd dat de bunkeroperaties beginnen en zijn verzocht andere vaartuigen in de directe omgeving ervan op de hoogte te brengen.

Page 9: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 7 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

I. DEEL C: Gegevensoverdracht LNG (Dit gedeelte dient voor aanvang van de feitelijke overslaghandelingen te worden

ingevuld) Overeengekomen starttemperatuur en -druk

LNG-ontvangende schip LNG –leverende tankwagen

LNG-tank starttemperatuur:

__°C / __°F

LNG-tank startdruk:

bar / psi (abs)

Overeengekomen bunkeroperaties Noteer de overeengekomen Physical Quantity Unit (PQU): __ ��m3 �ton _____________

Tank 1 Tank 2

Overeengekomen over te pompen volume:

PQU

Aanvangsdruk: bar / psi

(abs)

Aanvangstransfersnelheid:

PQU per uur

Maximale transfersnelheid:

PQU per uur

Afrondende transfersnelheid:

PQU per uur

Maximale druk op de manifold: bar / psi

(abs)

Overeengekomen maximum en minimum

Maximum Minimum

Maximale werkdruk:

bar / psi (abs)

Maximale en minimale druk in de LNG-opslagtanks:

bar / psi

(abs)

Maximale en minimale temperaturen van LNG:

__°C / __°F

Maximale vullingsgraad van de LNG-opslagtanks:

%

Page 10: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 8 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

Verklaring Ondergetekenden hebben de bovenstaande punten in hoofdstuk I deel A, B en C in overeenstemming met de instructies gecontroleerd en zijn ervan overtuigd dat de ingevulde gegevens correct zijn. Bovendien hebben ondergetekenden maatregelen getroffen om de nodige terugkerende controles uit te voeren en zijn overeengekomen dat de in de checklist met ‘R’ aangeduide punten opnieuw zullen worden gecontroleerd met intervallen van niet meer dan _____________ uur. Zodra de status van een van de punten wijzigt, stellen de participerende partijen elkaar daar onmiddellijk van op de hoogte.

Schip LNG-tankwagen Terminal

Naam Naam Naam

Rang Functie Functie

Handtekening Handtekening Handtekening

Datum Datum Datum

Tijdstip Tijdstip Tijdstip

Register terugkerende controles

Datum

Tijdstip

Initialen schip

Initialen tankwagen

Initialen terminal

Richtlijnen voor het invullen van deze checklist De letters ‘A’ of ‘R’ in de kolom genaamd ‘Code’ hebben de volgende betekenis: ● A (‘Agreement’ / ‘Overeenkomst’).

Dit verwijst naar een overeenkomst of procedure die op de checklist in de kolom 'Opmerkingen' moet worden genoteerd of die op een andere voor beide partijen acceptabele wijze moet worden gecommuniceerd.

● R (‘Re-check’ / ‘Hercontrole’).

Dit verwijst naar punten die met regelmaat, binnen de tussen beide partijen overeengekomen en in de verklaring vermelde periodes, nogmaals gecheckt moeten worden.

● P (‘Permission’ / ‘Toestemming’)

Dit houdt in dat toestemming moet worden verkregen van de autoriteiten. De gezamenlijke verklaring mag pas worden ondertekend nadat beide partijen de aspecten die onder hun verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden vallen, hebben gecontroleerd en goedgekeurd. Dit document moet tot ten minste één jaar na ondertekening aan boord van het LNG-ontvangende schip worden bewaard

Page 11: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 9 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

II Checklist na voltooiing van de LNG-overslag (Dit gedeelte dient na voltooiing van de overslagactiviteiten te worden ingevuld)

Verklaring Ondergetekenden hebben de bovenstaande punten in hoofdstuk II in overeenstemming met de instructies gecontroleerd en hebben vastgesteld dat de ingevulde gegevens correct zijn.

Schip LNG-tankwagen Terminal

Naam Naam Naam

Rang Functie Functie

Handtekening Handtekening Handtekening

Datum Datum Datum

Tijdstip Tijdstip Tijdstip

Controlepunten Schip LNG-tank-

wagen Terminal Code Opmerkingen

57 LNG-vulslangen, vaste leidingen en manifolds zijn vloeistofvrij en zijn gereed voor afkoppeling.

A

58 De op afstand en handmatig bedienbare afsluiters zijn gesloten en gereed voor afkoppeling.

A

59 Na de afkoppeling is de veiligheidszone voor de overslag van LNG opgeheven. De tekens die dit gebied markeerden, zijn weggehaald.

A

60 De plaatselijke autoriteiten zijn ervan op de hoogte gebracht dat het bunkeren van LNG is voltooid.

Tijdstip ingelicht:

____________ uur

61 De termnal is ervan op de hoogte gebracht dat het bunkeren van LNG is voltooid.

Tijdstip ingelicht:

____________ uur

62

De havenautoriteiten zijn geïnformeerd dat de LNG-bunkeroperaties zijn voltooid en zijn verzocht andere vaartuigen in de directe omgeving ervan op de hoogte te brengen.

63 Incidenten en bijna-ongelukken zijn aan de plaatselijke autoriteiten gemeld.

Meldingsnr.:

________________

Page 12: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 10 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

Richtlijnen voor het invullen van deze checklist De letters ‘A’ of ‘R’ in de kolom genaamd ‘Code’ hebben de volgende betekenis: ● A (‘Agreement’ / ‘Overeenkomst’).

Dit verwijst naar een overeenkomst of procedure die op de checklist in de kolom 'Opmerkingen' moet worden genoteerd of die op een andere voor beide partijen acceptabele wijze moet worden gecommuniceerd.

● R (‘Re-check’ / ‘Hercontrole’).

Dit verwijst naar punten die met regelmaat, binnen de tussen beide partijen overeengekomen en in de verklaring vermelde periodes, nogmaals gecheckt moeten worden.

● P (‘Permission’ / ‘Toestemming’)

Dit houdt in dat toestemming moet worden verkregen van de autoriteiten. De gezamenlijke verklaring mag pas worden ondertekend nadat beide partijen de aspecten die onder hun verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden vallen, hebben gecontroleerd en goedgekeurd. Dit document moet tot ten minste één jaar na ondertekening aan boord van het LNG-ontvangende schip worden bewaard

Page 13: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

LNG-bunkerchecklist van tankwagen naar schip

RICHTLIJNEN

ALGEMEEN De verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor de veilige uitvoering van de LNG-bunkeroperaties van het schip wordt gedeeld door de schipper, de LNG-tankwagenchauffeur en, indien van toepassing, de terminalvertegenwoordiger. Voordat met bunkeren van LNG wordt begonnen, moeten de schipper, de LNG-tankwagenchauffeur en, indien van toepassing, de terminalvertegenwoordiger: ● schriftelijk de overslagprocedures overeenkomen, waaronder de maximale laad- en

lossnelheden; ● schriftelijk de te nemen maatregelen overeenkomen in geval van een noodsituatie, en ● de LNG-bunkerchecklist van tankwagen naar schip invullen en ondertekenen.

Richtlijnen voor gebruik van de LNG-bunkerchecklist van tankwagen naar schip De volgende richtlijnen zijn opgesteld om te helpen bij het gezamenlijke gebruik van de LNG-bunkerchecklist – van tankwagen naar schip: Schippers en allen die onder hun commando staan moeten zich zolang het schip langszij ligt, strikt aan deze eisen houden. De LNG-tankwagenchauffeur en, indien van toepassing, de terminalvertegenwoordiger moeten ervoor zorgen dat het bedienend personeel van de tankwagen en, indien van toepassing, ook het walpersoneel zich hieraan houdt. Alle partijen moeten volledig samenwerken in het wederzijdse belang de werkzaamheden veilig en efficiënt uit te kunnen voeren. De LNG-bunkerchecklist – van tankwagen naar schip - bevat een aantal verklaringen waardoor de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid geregeld wordt. Afvinken of paraferen van de desbetreffende vakjes en ten slotte ondertekenen van de verklaring aan het einde van de checklist, bevestigt de aanvaarding van de verplichtingen. Eenmaal ondertekend, biedt de checklijst dankzij de wederzijdse uitwisseling van belangrijke informatie een minimale basis voor veilige handelingen overeenkomstig de afspraken. Sommige checklistverklaringen hebben betrekking op aspecten waarvoor alleen het schip verantwoordelijk en aansprakelijk is. Andere checklistverklaringen hebben betrekking op aspecten waarvoor of alleen de LNG-tankwagen of alleen de terminal verantwoordelijk en aansprakelijk is en er zijn weer andere die de gezamenlijke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid betreffen. Gearceerde vakjes worden gebruikt om verklaringen aan te geven die in het algemeen op slechts één partij van toepassing zijn, hoewel het schip, de tankwagen of terminal deze kunnen aanvinken of paraferen indien zij dit wensen.

Page 14: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 2 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

De toewijzing van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid betekent niet dat de andere partij is gevrijwaard van het uitvoeren van controles om de naleving te bevestigen. Het is bedoeld om duidelijk de partij aan te geven die verantwoordelijk is voor de initiële en voortgezette naleving tijdens het gehele verblijf van het schip op de bunkerlocatie. De verantwoordelijke toezichthouder moet persoonlijk alle aspecten controleren die tot de verantwoordelijkheid van het LNG-aangedreven schip behoren. Op dezelfde manier moet de LNG-tankwagenchauffeur of, indien van toepassing, de terminalvertegenwoordiger persoonlijk alle aspecten controleren die tot de verantwoordelijkheid van de LNG-tankwagen of, indien van toepassing, van de terminal behoren. Bij het aanvaarden van hun verantwoordelijkheden moeten de vertegenwoordigers zich ervan vergewissen dat de veiligheidsnormen die op de handelingen van toepassing zijn zowel voor de een als voor de ander geheel aanvaardbaar zijn.. Dit kan bereikt worden door:

● het vaststellen dat een bevoegd person de checklist adequaat heeft ingevuld;

● het inzien van de desbetreffende documenten;

● door gezamenlijke inspectie, waar dit nodig wordt geacht. Voor wederzijdse veiligheid kunnen de LNG-tankwagenchauffeur en, indien van toepassing, een lid van het terminalpersoneel alsook eventueel een verantwoordelijke scheepsofficier vóór aanvang van de werkzaamheden en van tijd tot tijd daarna, het schip en de tankwagen inspecteren om ervoor te zorgen dat het schip en de tankwagen daadwerkelijk hun verplichtingen nakomen zoals aanvaard in de LNG-bunkerchecklist – van tankwagen naar schip. Waar gebleken is dat de fundamentele veiligheidsvoorzieningen ontoereikend zijn, kan elk van de partijen eisen dat de LNG-bunkeroperaties worden gestopt totdat adequate corrigerende maatregelen zijn genomen.

Opbouw van de checklist De LNG-bunkerchecklist – van tankwagen naar schip bestaat uit vier delen. Het eerste deel (Hoofdstuk I, Deel ‘A’ – Checklist ter voorbereiding van het bunkeren) beschrijft de maatregelen die voor aanvang van de LNG-bunkeroperaties moeten worden genomen. Dit gedeelte van de checklist dient (afzonderlijk) ingevuld te worden nog voordat het LNG-aangedreven schip op de bunkerlocatie aankomt. Het wordt aanbevolen dit gedeelte van de checklist tijdens het plaatsen van de bestelling in te vullen. De verklaringen in dit deel beschrijven de afspraken die gemaakt zullen worden en de informatie die zal worden uitgewisseld tijdens het plannen van de LNG-bunkeroperaties.

Page 15: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 3 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

Het tweede deel van de LNG-bunkerchecklist – van tankwagen naar schip – (Hoofdstuk I, Deel ‘B’ – Direct voorafgaand aan de overslaghandelingen) betreft de vereiste materiële controles en aspecten die mondeling worden geverifieerd net voor de aanvang van het bunkeren van LNG. De veiligheid van de handelingen vereist dat alle relevante verklaringen in ogenschouw worden genomen en de daarmee verbonden verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid voor naleving worden geaccepteerd, hetzij gezamenlijk of afzonderlijk. Wanneer een partij niet bereid is een toegewezen verantwoordelijkheid te aanvaarden, moet een opmerking worden geplaatst in de kolom ‘Opmerkingen’ en moet zorgvuldig worden beoordeeld of de activiteiten doorgang kunnen vinden. Wanneer een bepaald punt wordt beschouwd als niet van toepassing op het schip, de LNG-tankwagen of de geplande activiteiten, moet hierover een notitie worden opgenomen in de kolom ‘Opmerkingen’. Het derde deel (Hoofdstuk I, Deel ‘C’ – Gegevensoverdracht LNG) bevat gegevens over de overslag waarover afspraken dienen te worden gemaakt. Dit gedeelte heeft betrekking op de informatie die wordt uitgewisseld en de afspraken die zijn gemaakt over temperatuur, dichtheid, volume, overdrachtssnelheid, druk en ‘physical quantity unit’ van het LNG dat gebunkerd gaat worden. Het laatste deel van de checklist (Hoofdstuk II – Na voltooiing van de LNG-overslag) bevat de maatregelen die na afloop van de LNG-bunkerhandelingen moeten worden genomen om de bunkerverbindingen te kunnen afkoppelen en de gehele operatie te kunnen afsluiten.

Codering van de bepalingen De letters ‘A’, ‘P’ or ‘R’ in de kolom genaamd “Code” hebben de volgende betekenis: A - ‘Agreement’ Dit houdt in dat het betreffende voorschrift tot stand moet komen door het

maken van een afspraak of het volgen van een procedure. Deze overeenkomst of procedure moet op de checklist in de kolom 'Opmerkingen' worden genoteerd of op een andere voor beide partijen acceptabele wijze worden gecommuniceerd.

P - ‘Permission’ Dit houdt in dat, indien het voorschrift niet bevestigd kan worden, de

handelingen niet plaats mogen vinden zonder schriftelijke toestemming van de bevoegde autoriteit.

R - ‘Re-check’ Dit verwijst naar punten die met regelmaat, binnen de tussen beide partijen

overeengekomen en in de verklaring vermelde periodes, nogmaals gecheckt moeten worden.

De gezamenlijke verklaring mag pas worden ondertekend nadat beide partijen de aspecten die onder hun verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden vallen, hebben gecontroleerd en goedgekeurd.

Page 16: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 4 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

Toelichting van de controlepunten

Hoofdstuk I, Deel A – Checklist ter voorbereiding van het bunkeren

1. De plaatselijke autoriteiten hebben toestemming gegeven voor de overslag van LNG op de aangewezen locatie en het overeengekomen tijdstip. De havenautoriteiten kunnen geraadpleegd worden over welke andere autoriteiten hun toestemming moeten geven voor de bunkeroperaties met betrekking tot de aangewezen locatie, tijdstip en betrokken partijen.

2. Er is toestemming gegeven voor de overslag van LNG vanuit de terminal op de

aangewezen locatie en het overeengekomen tijdstip. Indien onduidelijk is met welke persoon van de terminal contact moet worden opgenomen, kunnen de havenautoriteiten geraadpleegd worden.

3. De plaatselijke autoriteiten zijn volgens de lokale voorschriften voor aanvang van het

bunkeren van LNG ingelicht. Indien onduidelijk is met welke persoon volgens de lokale voorschriften contact moet worden opgenomen, kunnen de havenautoriteiten geraadpleegd worden.

4. De terminal is volgens de terminalvoorschriften voor aanvang van het bunkeren van LNG

ingelicht. Bij twijfel over de terminalvoorschriften kan de terminal geraadpleegd worden.

5. De voorschriften van de plaatselijke autoriteit worden nageleefd.

Havens hebben specifieke havenregelingen en een havenbeheersverordening. Bij twijfel over de lokale voorschriften kunnen de havenautoriteiten geraadpleegd worden. In staten die ondertekenaars zijn van het SOLAS-verdrag vereist de ISPS Code van zeeschepen dat de beveiligingsofficier van het schip en de beveiligingsofficier van de havenfaciliteiten de tenuitvoerlegging van hun respectieve beveiligingsplannen onderling coördineren.

6. De voorschriften van de plaatselijke terminal worden nageleefd. Bij twijfel over de terminalvoorschriften kan de terminal geraadpleegd worden.

7. Het personeel dat operationeel betrokken is bij het LNG-bunkerproces moet een passende

opleiding hebben doorlopen en instructies hebben ontvangen over de specifieke LNG-bunkerapparatuur en procedures. Hoewel al het personeel dat operationeel betrokken is bij de LNG-bunkerhandelingen, aan de verplichte opleidingseisen moet voldoen, moeten zij desalniettemin met de specifieke LNG-bunkerapparatuur en procedures voor deze bunkeroperatie vertrouwd zijn.

Page 17: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 5 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

8. De bunkerlocatie is veilig en goed toegankelijk voor de LNG-leverende tankwagen, en het totale gewicht van de tankwagen is lager dan de maximaal toelaatbare belasting van de kade of steiger. Bij twijfel dient contact te worden opgenomen met de terminal of de havenautoriteiten om navraag te doen over de maximale toelaatbare belasting van de desbetreffende plaats.

9. De bunkerlocatie is voldoende verlicht.

Zowel aan boord als aan wal dienen in het donker de plaatsen met manifolds op een veilige en goede wijze verlicht te zijn. Wanneer dit niet het geval is, moet voor extra verlichting worden gezorgd.

10. Alle LNG-overslag- en gasdetectieapparatuur is gecertificeerd, in een goede staat en geschikt voor het beoogde gebruik. Er dient een lijst met de certificeringsdatum, verloopdatum en de eerstvolgende tussentijdse certificeringsdatum voor de gebruikte bunkerapparatuur verstrekt en uitgewisseld te worden. De validering van de certificaten moet voor aanvang van het LNG-bunkeren plaatsvinden.

11. Er zijn afspraken tussen het schip en de tankwagen gemaakt over de te volgen procedures

voor het bunkeren, inkoelen en doorspoelen. De procedures voor de voorgenomen LNG-bunkeroperatie dienen vooraf gepland te worden. Ze dienen aan het begin van de werkzaamheden door de scheepsvertegenwoordiger, vertegenwoordiger van de tankwagen en, indien van toepassing, vertegenwoordiger aan wal besproken en overeengekomen te worden. Gemaakte afspraken dienen formeel te worden vastgelegd en ondertekend door de scheepsvertegenwoordiger, vertegenwoordiger van de LNG-tankwagen en, indien van toepassing, terminalvertegenwoordiger. Elke wijziging in de overeengekomen procedure die van invloed zou kunnen zijn op de werkzaamheden dient door de betrokken partijen besproken en overeengekomen te worden. Nadat de betrokken partijen overeenstemming hebben bereikt, dienen ingrijpende wijzigingen zo spoedig mogelijk schriftelijk vastgelegd te worden en wel ruim voor invoering ervan.

12. Er zijn afspraken tussen het schip en het de tankwagen gemaakt over het systeem en de

voorzieningen voor de elektrische isolatie. Het systeem en de voorzieningen voor de elektrische isolatie in de LNG-bunkerverbindingen dienen vooraf gepland te worden. Ze dienen voorafgaand aan het begin van de werkzaamheden door de scheepsvertegenwoordiger, vertegenwoordiger van de tankwagen en, indien van toepassing, vertegenwoordiger aan wal besproken en overeengekomen te worden.

13. Er is een veiligheidszone voor de overslag van LNG afgesproken en aangewezen. De risicobeoordeling voor de LNG-bunkering van het LNG-aangedreven schip voorziet in veiligheidsafstanden en veiligheidszones voor de overslag van LNG. Deze veiligheidszones zijn voorgeschreven in de operationele bescheiden van het schip. Indien van toepassing, dient rekening gehouden te worden met de voorschriften voor de veiligheidszone van de LNG-tankwagen, terminalbeheerder en lokale autoriteiten, en dienen deze voorschriften in de risicobeoordeling opgenomen te worden. De voorschriften voor de veiligheidszone rondom de LNG-bunkerlocatie aan boord van de schepen dienen met de partijen die bij het bunkeren van LNG betrokken zijn, uitgewisseld, overeengekomen en aangewezen te worden.

Page 18: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 6 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

14. De voorschriften ten aanzien van ontstekingsbronnen worden nageleefd. Deze betreffen onder meer een rookverbod en voorschriften op het gebied van open vuur, mobiele telefoons, pagers, VHF- en UHF-apparatuur, radar- en AIS-apparatuur. Roken aan boord van het schip mag alleen plaatsvinden op plaatsen die daarvoor aangewezen zijn door de schipper in overleg met de vertegenwoordigers van de tankwagen en de terminal. Roken aan wal is verboden behalve op plaatsen die daarvoor aangewezen zijn door de vertegenwoordiger van het bunkerstation in overleg met de schipper en de tankwagenchauffeur. Plaatsen rechtstreeks in contact staan met de buitenlucht mogen niet als rookplaatsen aangewezen worden. Gebouwen, plaatsen en kamers die bedoeld zijn als rookruimten dienen duidelijk als zodanig te worden aangegeven. Onder een open licht of vuur wordt het volgende verstaan: een open vlam, ontstaan van vonken, open elektrisch licht alsmede alle andere oppervlakken die een gelijke of hogere temperatuur hebben dan de minimum ontstekingstemperatuur van de tijdens het werk te verwerken producten. Het gebruik van open licht of vuur aan boord van de schepen, is verboden in de veiligheidszone, tenzij aan alle van toepassing zijnde voorschriften is voldaan en er afspraken met de havenautoriteiten, de LNG-tankwagen, de schipper en de vertegenwoordiger van de terminal zijn gemaakt. In de gevarenzone:

moeten telefoons voldoen aan de vereisten een explosiebestendige bouwwijze;

mogen mobiele telefoons en semafoons niet in gevarenzones worden gebruikt, tenzij daarvoor toestemming werd verleend door de bevoegde autoriteiten;

mag beschadigde apparatuur niet worden gebruikt, zelfs indien de apparatuur nog wel werkt;

is het gebruik van draagbare elektrische apparatuur, aangesloten op losliggende kabels, niet toegestaan in de gevarenzone tijdens ladingoverslag en moet deze apparatuur bij voorkeur uit de gevarenzone worden verwijderd;

liggen telefoonkabels die gebruikt worden voor de schip-/walcommunicatie bij voorkeur buiten de gevarenzone. Indien dit niet haalbaar, is moet de kabel zodanig gelegd en beschermd zijn dat hierdoor geen gevaar kan ontstaan;

dienen vaste VHF/UHF- en AIS-apparatuur uitgeschakeld te zijn of op stand-by te staan (1 watt of minder), tenzij de schipper, in overleg met de tankwagenchauffeur en de vertegenwoordiger van de terminal, de voorwaarden heeft vastgesteld waaronder de installatie veilig gebruikt kan worden. Het hoofdradiostation van het schip mag niet worden gebruikt gedurende het verblijf van het schip in de haven, behalve voor ontvangstdoeleinden. De antennes van de hoofdzender van het schip moeten zijn ontkoppeld en geaard;

zijn draagbare VHF/UHF-sets van een veilig type, goedgekeurd door de bevoegde autoriteit;

mogen VHF radio-telefoonsets alleen gebruikt worden op internationaal overeengekomen frequentiebanden;

Page 19: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 7 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

mag apparatuur voor satellietcommunicatiesystemen worden gebruikt, tenzij anders geadviseerd.

dient de radarinstallatie van het schip uitgeschakeld te zijn, tenzij de schipper, in overleg met de tankwagenchauffeur en de vertegenwoordiger van de terminal, de voorwaarden heeft vastgesteld waaronder de installatie veilig gebruikt kan worden;

moeten raam-airconditioners losgekoppeld zijn van de voeding. 15. De verplichte brandblusapparatuur aan boord van het schip is gebruiksklaar.

De brandblusapparatuur aan boord bevindt zich op de juiste plaats en is klaar voor onmiddellijk gebruik. Er moet voldoende geschikte draagbare of vaste uitrusting aanwezig zijn overeenkomstig de operationele bescheiden van het schip. De hoofdbrandblussystemen van het schip moeten onder druk staan of in korte tijd op druk gebracht kunnen worden. Bij zeeschepen dient een set brandbestrijdingsplannen ter assistentie van de brandweer aan wal permanent bewaard te worden in een duidelijk aangegeven, waterdichte behuizing buiten de bemanningsverblijven. Hierbij dient ook een bemanningslijst te zijn ingesloten. Indien van toepassing, moet zowel het schip als de wal ervoor zorgen dat hun hoofdbrandblussystemen op een snelle en gemakkelijke manier aan elkaar gekoppeld kunnen worden, zo nodig met gebruikmaking van de internationale wal-/ schipverbinding.

16. De verplichte brandblusapparatuur van de tankwagen is gebruiksklaar. De brandblusapparatuur van de LNG-tankwagen bevindt zich op de juiste plaats en is klaar voor onmiddellijk gebruik.

17. De verplichte brandblusapparatuur van de terminal is gebruiksklaar Indien van toepassing, dient de brandblusapparatuur aan wal zich op de juiste plaats te bevinden en klaar te zijn voor onmiddellijk gebruik. Indien van toepassing, moeten de hoofdbrandblussystemen aan wal onder druk staan of in korte tijd op druk gebracht kunnen worden. Zowel het schip als de wal moet ervoor zorgen dat hun hoofdbrandblussystemen op een snelle en gemakkelijke manier aan elkaar gekoppeld kunnen worden, zo nodig met gebruikmaking van de internationale wal-/ schipverbinding.

Page 20: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 8 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

Hoofdstuk I, Deel B – Checklist direct voorafgaand aan de overslaghandelingen

18. De actuele weersomstandigheden en golfhoogte blijven binnen de overeengekomen grenswaarden. Er zijn tal van factoren die een rol spelen bij de beslissing of de LNG-bunkerwerkzaamheden gestaakt moeten worden. In overleg tussen het schip, de tankwagenchauffeur en, indien van toepassing, de terminal kunnen de beperkende factoren worden vastgesteld, waaronder:

windsnelheid/-richting en de invloed daarvan op de bunkerverbindingen;

windsnelheid/-richting en de invloed daarvan op het afgemeerde schip;

windsnelheid/-richting en de invloed daarvan op de loopplanken;

bij daaraan blootgestelde locaties het effect van de golfhoogte op het afgemeerde schip of veiligheid van de loopplank.

Beide partijen moeten goed begrijpen wat deze beperkingen behelzen. De criteria voor het onderbreken van de overslag, het afkoppelen van slangen of aansluitstukken en het ontruimen van de ligplaats dienen in de kolom ‘Opmerkingen’ op de checklist te worden ingevuld. Bij nadering van onweer dienen de bunkerwerkzaamheden opgeschort te worden. Bij stormwaarschuwing of verslechterende weersomstandigheden dienen de noodsleeptrossen te worden voorbereid en moeten de afmeertrossen goed in de gaten worden gehouden.

19. Het LNG-ontvangende schip is veilig afgemeerd. De voorschriften ten aanzien van

afmeervoorzieningen worden nageleefd. Er zijn voldoende fenders aangebracht. Een adequaat fendersysteem is zeer belangrijk en bij de controles moet daarom goed op de fenders gelet worden. Het schip dient goed bevestigd op zijn ligplaats afgemeerd te blijven. Het bewegen van het schip langs pieren en kaden dient voorkomen te worden door alle afmeerkabels strak gespannen te houden. Er dient extra aandacht geschonken te worden aan mogelijke bewegingen van het schip als gevolg van wind, stroming, getijden of passerende schepen en de gevolgen daarvan voor de werkzaamheden die gaande zijn. Staaldraden en kunststofvezeltouwen dienen niet gelijktijdig in dezelfde richting gebruikt te worden (d.w.z. als dwarstrossen, springlijnen, voor- of achtertrossen) vanwege het verschil in hun elastische eigenschappen. Na het afmeren dienen schepen die uitgerust zijn met automatische spanningslieren daarvan geen gebruik te maken in de automatische stand. Onafhankelijk van de afmeermethode dient er overeenstemming te zijn over de manier van losmaken in een noodsituatie, rekening houdend met de eventueel daaraan verbonden risico’s. Ankers die niet in gebruik zijn, dienen goed geborgd te zijn.

Page 21: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 9 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

20. Er is een veilige toegangsfaciliteit tussen wal en schip. De toegang dient zich zo ver als praktisch mogelijk van de LNG-bunkermanifolds te bevinden. De toegang tot het schip dient veilig te zijn en kan bestaan uit een passende loopplank of een buitenboordladder met een vangnet dat naar behoren bevestigd is. Er dient extra aandacht aan een veilige toegang gegeven te worden indien het niveauverschil tussen de op- en afstapplaatsen tussen het schip en de steiger of kade groot is of naar verwachting groot kan worden. Wanneer de wal geen overstapfaciliteiten beschikbaar heeft en een loopplank van het schip wordt gebruikt, moet er een geschikte afstapplaats op de ligplaats zijn met voldoende vrije ruimte voor de loopplank om een veilige en gemakkelijke toegang tot het schip te verschaffen bij alle getijden en veranderingen in vrijboord van het schip. Op het schip dient een reddingsboei bij de loopplank of de buitenboordladder aanwezig te zijn. De toegang dient in het donker veilig en goed verlicht te zijn. Personen die niets op het schip te zoeken hebben of die geen toestemming van de schipper hebben, moet de toegang tot het schip geweigerd worden. De LNG-tankwagenchauffeur of, indien van toepassing, de terminal houdt, in overleg met het schip, toezicht op de toegang tot de steiger of ligplaats. Naast de toegang dient er ingeval van een noodsituatie een veilige en snelle vluchtweg aan boord beschikbaar te zijn. Aan boord zou gedacht kunnen worden aan een reddingsboot, die klaar is voor direct gebruik en zich bij voorkeur dichtbij de verblijfsruimten van het schip zou moeten bevinden.

21. De bunkerlocatie is voldoende verlicht. De bunkerlocatie dient in het donker veilig en goed verlicht te zijn.

22. Het schip en de tankwagen moeten op eigen motor naar een veilige plaats zonder

obstakels kunnen worden gevaren, resp. gereden. Het schip moet snel op eigen motor verplaatst kunnen worden, tenzij de havenautoriteit toestemming heeft gegeven voor het aan de ketting leggen van het schip. Voordat toestemming verleend wordt moet er wellicht aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. Alle partijen die bij het bunkeren van LNG betrokken zijn, dienen op de hoogte te worden gesteld en dienen akkoord te gaan. De LNG-tankwagen moet snel op eigen motor weg kunnen rijden. In een noodsituatie moet het mogelijk zijn onmiddellijk de blokken achter de wielen te verwijderen.

Page 22: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 10 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

23. Zowel op het schip als bij de LNG-tankwagen is er doelmatig en voortdurend toezicht door het verantwoordelijk personeel op de bunkeroperatie. De LNG-bunkerwerkzaamheden moeten onder voortdurende controle en supervisie staan zowel op het schip als bij de LNG-tankwagen. Het toezicht dient gericht te zijn op het voorkomen van het ontstaan van gevaarlijke situaties. Indien een dergelijke situatie zich echter toch voordoet, dient het toezichthoudende personeel over voldoende kennis en middelen te beschikken om corrigerend in te grijpen. Het toezichthoudende personeel op het schip en bij de tankwagen dient daarbij een goede onderlinge communicatie te onderhouden, alsmede met hun respectieve supervisors. Al het personeel dat bij de werkzaamheden betrokken is, dient bekend te zijn met de gevaren van de stoffen waarmee gewerkt wordt. Op elk moment gedurende het verblijf van het schip op de bunkerlocatie moet er voldoende personeel aan boord van het schip en dichtbij de LNG-tankwagen aanwezig zijn om een noodsituatie te bestrijden.

24. Er is een doelmatige en geteste communicatieverbinding tussen de verantwoordelijke personen en toezichthouders op het schip en bij de tankwagen. Er is een afspraak over de door beide partijen te begrijpen en te gebruiken taal. Er moet op efficiënte wijze worden onderhouden tussen de dienstdoende verantwoordelijke officier op het schip en de LNG-tankwagenchauffeur gecommuniceerd worden. Bij gebruik van telefoons moet de telefoon zowel aan boord als aan wal permanent bemand worden door een persoon die onmiddellijk contact met zijn betreffende supervisor kan opnemen. Bovendien moet de supervisor een voorziening hebben om alle gesprekken te kunnen overrulen. Bij gebruik van RT/VHF radiosystemen dient de apparatuur bij voorkeur draagbaar te zijn en gedragen te worden door de supervisor of iemand die onmiddellijk contact kan opnemen met zijn betreffende supervisor. Bij gebruik van vaste systemen moeten de richtlijnen voor telefoons gebruikt worden. De gekozen hoofd- en back-upcommunicatiesystemen dienen op de checklijst vermeld te worden en de benodigde informatie aangaande telefoonnummers en/of te gebruiken kanalen dient uitgewisseld en vastgelegd te worden. De telefoon en draagbare RT/VHF radiosystemen dienen aan de van toepassing zijnde (explosieveilige) veiligheidseisen te voldoen.

Page 23: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 11 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

25. Er zijn afspraken gemaakt over het noodstopsignaal en de noodstopprocedure, die gecontroleerd zijn op hun werking. Het betrokken personeel is daarover geïnformeerd. Het afgesproken signaal dat bij een noodsituatie aan wal of aan boord gebruikt wordt, dient voor zowel het personeel aan wal als aan boord, alsmede voor de tankwagenchauffeur duidelijk te zijn. Er moet een noodstopprocedure worden afgesproken tussen het schip en de LNG-tankwagen en formeel worden geregistreerd en ondertekend door zowel de verantwoordelijke scheepsofficier als door de vertegenwoordiger van de LNG-tankwagen. De overeenkomst dient te vermelden onder welke omstandigheden de werkzaamheden onmiddellijk gestaakt moeten worden. Er dient goed nagedacht te worden over het mogelijkerwijs creëren van gevaarlijke situaties als gevolg van de noodstopprocedure.

26. De afgesproken veiligheidszone voor de overslag van LNG is afgebakend. Er zijn

passende tekens aangebracht om dit gebied te markeren. De risicobeoordeling voor LNG-bunkering van het LNG-aangedreven schip voorziet in veiligheidsafstanden en veiligheidszones voor de overslag van LNG. Deze veiligheidszones worden beschreven in de operationele bescheiden van het schip. Indien van toepassing, dient rekening gehouden te worden met de voorschriften voor de veiligheidszone van de LNG-tankwagenchauffeur, terminalbeheerder en lokale autoriteiten, en dienen deze voorschriften in de risicobeoordeling opgenomen te worden. De voorschriften voor de veiligheidszone rondom de LNG-bunkerlocatie zowel aan boord van het schip als aan wal dienen vastgesteld en aangegeven te worden.

27. Er bevinden zich geen onbevoegde personen, voorwerpen of ontstekingsbronnen binnen de voor de overslag van LNG afgebakende veiligheidszone. Voor de aanvang van de werkzaamheden moeten onbevoegde personen worden gevraagd om de gemarkeerde veiligheidszone te verlaten. Verboden voorwerpen of ontstekingsbronnen dienen uit de zone verwijderd te worden. Gedurende de bunkerwerkzaamheden dient dit regelmatig opnieuw gecontroleerd te worden.

28. Buitendeuren, patrijspoorten en ventilatieopeningen in verblijfsruimten zijn dicht overeenkomstig de instructies van het operationeel handboek. Buitendeuren, ramen en patrijspoorten in de verblijfsruimten dienen tijdens de LNG-bunkeroperaties gesloten te zijn als dit in de operationele bescheiden van het schip vereist is. Op deze deuren dient duidelijk vermeld te worden dat ze tijdens dergelijke activiteiten gesloten moeten blijven, maar zij mogen nooit op slot gedaan worden. Deze verplichting staat een redelijke toegang tot ruimten tijdens de overslag niet in de weg, maar deuren mogen niet open gelaten worden. De ventilatie in de machinekamer mag gebruikt worden. Sluiting ervan dient echter overwogen te worden wanneer dit geen negatieve gevolgen heeft voor de veilige en efficiënte werking van de betreffende machinekamerruimten.

Page 24: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 12 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

29. De gasdetectieapparatuur is getest en er is vastgesteld dat het naar behoren werkt. De ter beschikking gestelde apparatuur moet in staat zijn aardgas te meten. Er dient geschikte apparatuur voorhanden te zijn om de gasdetectie- en meetapparatuur te kalibreren Voor het begin van de werkzaamheden moet een functietest (een snelle test voor het vaststellen van de goede werking) of kalibrering uitgevoerd worden. Voor het kalibreren van de gasdetectieapparatuur dient spangas aanwezig te zijn. Voorafgaande aan de werkzaamheden dient de vaste gasdetectieapparatuur gekalibreerd te worden voor aardgas. Het alarmsysteem dient getest te zijn en informatie over de laatst gehouden tests moet uitgewisseld zijn. Draagbare gasdetectie-instrumenten, geschikt en gekalibreerd voor zowel aardgas als het meten van ontvlambaarheidsniveaus, dienen beschikbaar te zijn.

30. Er zijn veiligheidsinformatiebladen (Material Safety Data Sheets / MSDS) over de geleverde LNG-brandstof beschikbaar. Op verzoek van het LNG-ontvangende schip, de terminal en de LNG-tankwagen moet een MSDS beschikbaar worden gesteld. Dergelijke informatiekaarten moeten ten minste de bestanddelen van het product met hun scheikundige naam, de gebruikelijke naam, het UN-nummer en de maximum concentratie van eventueel aanwezige giftige bestanddelen, uitgedrukt in volumepercentage of in ppm, bevatten, al naar gelang het geval.

31. De voorschriften ten aanzien van ontstekingsbronnen worden nageleefd. Deze betreffen onder meer een rookverbod en voorschriften op het gebied van open vuur, mobiele telefoons, pagers, VHF- en UHF-apparatuur, radar- en AIS-apparatuur. Roken aan boord van het schip, indien toegestaan, mag alleen plaatsvinden op plaatsen die daarvoor aangewezen zijn door de schipper in overleg met de tankwagen en de vertegenwoordiger van de terminal. Roken aan wal, indien toegestaan, mag alleen plaatsvinden op plaatsen die daarvoor aangewezen zijn door de vertegenwoordiger van de terminal in overleg met de schipper en de tankwagenchauffeur. Plaatsen die rechtstreeks in contact staan met de buitenlucht zijn niet als rookplaatsen aangewezen. Gebouwen, plaatsen en kamers die bedoeld zijn als rookruimten zijn duidelijk als zodanig aangegeven. Onder een open licht of vuur wordt het volgende verstaan: een open vlam, ontstaan van vonken, open elektrisch licht alsmede alle andere oppervlakken die een gelijke of hogere temperatuur hebben dan de minimum ontstekingstemperatuur van de tijdens het werk te verwerken producten. Er bevinden zich geen open lichten of vuren in de gevarenzone.

Page 25: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 13 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

In de gevarenzone:

moeten telefoons voldoen aan de vereisten voor explosiebestendige constructies;

worden mobiele telefoons en semafoons niet in gevarenzones gebruikt, tenzij daarvoor toestemming werd verleend door de bevoegde autoriteiten;

wordt beschadigde apparatuur niet gebruikt, zelfs indien de apparatuur nog wel werkt;

is het gebruik van draagbare elektrische apparatuur, aangesloten op losliggende kabels, niet toegestaan in de gevarenzone tijdens ladingoverslag en moet deze apparatuur bij voorkeur uit de gevarenzone worden verwijderd;

liggen telefoonkabels die gebruikt worden voor de schip-/walcommunicatie bij voorkeur buiten de gevarenzone. Indien dit niet haalbaar is moet de kabel zodanig gelegd en beschermd zijn dat hierdoor geen gevaar kan ontstaan;

dienen vaste VHF/UHF- en AIS-apparatuur uitgeschakeld te zijn of op stand-by te staan (1 watt of minder), tenzij de schipper, in overleg met de tankwagenchauffeur en de vertegenwoordiger van de terminal, de voorwaarden heeft vastgesteld waaronder de installatie veilig gebruikt kan worden. Het hoofdradiostation van het schip mag niet worden gebruikt gedurende het verblijf van het schip in de haven, behalve voor ontvangstdoeleinden. De antennes van de hoofdzender van het schip moeten zijn ontkoppeld en geaard;

zijn draagbare VHF/UHF-sets van een veilig type, goedgekeurd door de bevoegde autoriteit;

mogen VHF radio-telefoonsets alleen gebruikt worden op internationaal overeengekomen frequentiebanden;

mag apparatuur voor satellietcommunicatiesystemen worden gebruikt, tenzij anders geadviseerd.

dient de radarinstallatie van het schip uitgeschakeld te zijn, tenzij de schipper, in overleg met de tankwagenchauffeur en de vertegenwoordiger van de terminal, de voorwaarden heeft vastgesteld waaronder de installatie veilig gebruikt kan worden;

moeten raam-airconditioners losgekoppeld zijn van de voeding.

32. Doelmatige en voldoende geschikte, beschermende kleding en beschermingsmiddelen zijn gebruiksklaar. Er dient voldoende geschikte beschermende uitrusting, waaronder oogbescherming en beschermende kleding voor al het operationele personeel, zowel aan boord als aan wal voor de tankwagenchauffeur aanwezig te zijn, geschikt voor de specifieke gevaren van LNG. De opslagplaatsen voor deze apparatuur aan boord van het schip dienen tegen weersinvloeden beschermd en duidelijk aangegeven te zijn. Personeel dat tijdens het werk of anderszins gebruik moet maken van ademhalingsapparatuur dient in het veilig gebruik ervan te worden getraind. Personeel dat hier niet in getraind is en personen met snorren of baarden dienen niet voor werk waarbij ademhalingsapparatuur nodig is, gekozen te worden.

Page 26: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 14 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

33. Personen die bij het aansluiten en afkoppelen van de bunkerslangen betrokken zijn en personen die zich in de directe nabijheid van deze werkzaamheden bevinden, dragen voldoende en geschikte, beschermende kleding en gebruiken geschikte beschermingsmiddelen. Het direct bij het werk betrokken personeel dient indien vereist geschikte apparatuur en kleding te gebruiken.

34. Zaklantaarns (zaklampen) zijn explosieveilig en van een goedgekeurd merk. Zaklantaarns (zaklampen) die op batterijen werken dienen van een goedgekeurd merk te zijn, dat is goedgekeurd door de bevoegde autoriteit.

35. Het watersproeisysteem is getest en gebruiksklaar.

De watersproeisystemen dienen regelmatig getest te worden. Gegevens over de laatste tests dienen uitgewisseld te worden. Tijdens de werkzaamheden dienen de systemen voor direct gebruik gereed te worden gehouden.

36. Er zijn maatregelen getroffen om lekkages op te vangen. Het daartoe geplaatste materiaal heeft de juiste afmetingen en is leeg. De manifolds van het schip dienen idealiter voorzien te zijn van vaste en voor LNG geschikte lekbakken. Bij afwezigheid van vaste lekbakken, moeten draagbare lekbakken worden gebruikt. Alle lekbakken dienen wanneer nodig op een correcte manier geleegd te worden. In alle gevallen moet voorkomen worden dat, ingeval van vermorsen, LNG het dek aantast. Dit kan door bijvoorbeeld een goot te gebruiken die bestand is tegen lage temperaturen, door middel van geschikte lekbakken of door het dek bij lekkages met water te reinigen. Bij het omgaan met LNG mogen de spuigaten opengelaten worden, vooropgesteld dat er te allen tijde een ruime hoeveelheid water in de omgeving van de manifolds voorhanden is.

37. Bescherming van de scheepshuid is aangebracht. Indien bescherming van de scheepshuid in de operationele bescheiden van het schip vereist is, dient deze overeenkomstig de operationele bescheiden gebruikt te worden.

38. Bunkerpompen en compressoren werken naar behoren. Er dienen schriftelijke afspraken te zijn gemaakt over de maximum toegestane druk in het LNG-overslagleidingsysteem tijdens de werkzaamheden.

39. Alle op afstand bedienbare afsluiters zijn goed onderhouden en werken naar behoren.

Alle op afstand bedienbare LNG-systeemafsluiters van het schip en de tankwagen en de systemen die hun stand aangeven dienen regelmatig getest te worden. Informatie over de laatst gehouden tests dient uitgewisseld te worden.

Page 27: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 15 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

40. Bunkerniveaumeters, drukmeters en de alarmeringen voor resp. een te hoog peil en een te hoge druk zijn operationeel, correct ingesteld en functioneren naar behoren. De overdrachtniveaumeetsystemen en alarmensystemen van het schip en de LNG-tankwagen dienen regelmatig gecontroleerd te worden om er zeker van te zijn dat ze naar behoren functioneren. Indien het alarm op verschillende niveaus ingesteld kan worden, dient het vereiste niveau gekozen te worden.

41. De opslagtanks van het schip zijn ten alle tijde beschermd tegen onbedoelde overvulling, de tankinhoud wordt voortdurend gemonitord en de alarmen zijn correct ingesteld. Vanwege de afhankelijkheid van meetsystemen voor LNG-bunkeroperaties is het belangrijk dat dergelijke systemen volledig operationeel zijn en dat er een back-up aanwezig is in de vorm van een onafhankelijk overvulalarmsysteem. Het alarm dient zowel een akoestische als visuele waarschuwing te geven en zodanig te worden ingesteld dat de werkzaamheden gestaakt kunnen worden voordat de tank overvol raakt. Onder normale werkomstandigheden dient de bunkertank niet verder gevuld te worden dan vlak onder het niveau waarop het overvulalarm is ingesteld. Elk afzonderlijk overvulalarm dient voorafgaand aan het laden bij de tank getest te worden om ervoor te zorgen dat het goed functioneert, tenzij het systeem voorzien is van een elektronisch, autonome testvoorziening die de toestand van de alarmelektronica en –sensor en het ingestelde niveau controleert.

42. Alle veiligheids- en controlevoorzieningen in de LNG-installaties zijn gecontroleerd en er is vastgesteld dat ze naar behoren functioneren. Automatische noodstopvoorzieningen zijn ontworpen voor het sluiten van de vloeistofventielen en voor het uitschakelen van de bunkerpompen indien het vloeistofniveau in een tank boven het maximaal toegestane niveau dreigt uit te komen. Deze niveaus moeten nauwkeurig worden ingesteld en de werking van de apparatuur moet vóór het begin van de bunkerwerkzaamheden getest worden. Indien de afsluitsystemen van het schip en de LNG-tankwagen met elkaar verbonden moeten worden, moet vóór de LNG-overdracht hun werking worden gecontroleerd.

43. Alle voorzieningen voor het controleren en aanpassen van de druk in de tanks en boil off- of re-liquefactie-apparatuur zijn operationeel en functioneren naar behoren. Drukregeling is een van de meest kritische processtappen tijdens de LNG-bunkerwerkzaamheden. Het is belangrijk dat dergelijke systemen volledig operationeel zijn en dat er een back-up aanwezig is ingeval van een storing in het systeem. Er bestaan meerdere systemen voor het controleren en aanpassen van de druk: sproeileidingen in de tank, dampretour, re-liquefactie, CNG-opslag of dampverwerking. Informatie over het gebruikte drukregelingscontrolesysteem dient uitgewisseld en overeengekomen te worden. Voorafgaande aan de werkzaamheden dient gecontroleerd te worden dat de re-liquefactie en boil-off systemen, indien vereist, naar behoren functioneren.

Page 28: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 16 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

Het drukalarm dient zowel een akoestische als visuele waarschuwing te geven en zodanig te worden ingesteld dat de werkzaamheden gestaakt kunnen worden voordat de PV-afsluiters geopend worden om aardgasemissie te voorkomen. Onder normale werkomstandigheden dient de druk in de bunkertank de drukbeperkingen in de operationele bescheiden van het schip niet te overschrijden. Elk afzonderlijk hogedruk- en lagedrukalarm dient voorafgaand aan het bunkeren getest te worden om ervoor te zorgen dat het goed functioneert, tenzij het systeem voorzien is van een elektronisch werkende, autonome testvoorziening die de toestand van de alarmelektronica en –sensor en het ingestelde niveau controleert.

44. Het schip en de tankwagen hebben de noodstopafsluiters (ESD’s), automatische afsluiters en gelijksoortige apparatuur getest en er is vastgesteld dat ze naar behoren functioneren. De noodonderbreking is gebruiksklaar.

Beide partijen hebben elkaar geïnformeerd over de sluitsnelheid van de ESD’s. Er kunnen automatische afsluiters in de systemen van het schip en de LNG-tankwagen zijn aangebracht. Naast andere parameters kan de werking van deze afsluiters automatisch hetzij aan boord of aan wal worden geactiveerd wanneer in de tank die wordt beladen een bepaald niveau wordt bereikt. De sluitsnelheid van alle automatische afsluiters dient bekend en onderling uitgewisseld te zijn. Indien automatische afsluiters geïnstalleerd zijn en worden gebruikt, dient de ladingoverslagsnelheid zodanig te worden aangepast dat een drukgolf als gevolg van de automatische sluiting van dergelijke afsluiters de veilige werkdruk van beide LNG-bunkersystemen niet overschrijdt. Er moet een schriftelijke overeenkomst tussen het schip en de tankwagenchauffeur worden opgesteld die aangeeft of de overslagsnelheid zal worden aangepast of dat er alternatieve systemen zullen worden gebruikt. De veilige ladingoverslagsnelheid dient in de overeenkomst te worden genoteerd. Waar mogelijk dienen noodstopsystemen zowel aan boord als bij de tankwagen getest te worden voor aanvang van de LNG-bunkering.

45. Alle initiële LNG-bunkerleidingen zijn gecontroleerd. Ongebruikte leidingen zijn afgesloten, leeg en afgeblind. LNG-bunkersystemen moeten geïsoleerd, afgetapt en gecontroleerd zijn, zodat de blindflenzen vóór het aansluiten van zowel het schip als de tankwagen veilig verwijderd kunnen worden. Zowel het LNG-bunkersysteem van het schip als dat van de tankwagen moeten worden geïsoleerd van de andere systemen van het schip en de tankwagen. Aansluitingen van niet gebruikte bunkerleidingen dienen gesloten en afgeblind te worden. Blindflenzen dienen volledig met bouten te worden gezekerd en eventueel andere gebruikte typen aansluitingen dienen correct te worden geborgd.

Page 29: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 17 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

46. LNG-vulslangen, vaste leidingen en manifolds zijn in goede staat, zijn goed bevestigd, goed ondersteund, goed aangesloten, op lekkage gecontroleerd en gecertificeerd voor de overslag van LNG. Slangen dienen in een goede conditie te zijn en op juiste wijze aangebracht en bevestigd, zodat voorkomen kan worden dat belasting en spanning de ontwerpbegrenzing overschrijden. Alle flensverbindingen dienen volledig met bouten gezekerd te zijn; alle overige soorten verbindingen dienen op een deugdelijke manier gezekerd te zijn. Slangen en leidingen moeten zijn vervaardigd van materiaal dat geschikt is voor het product dat wordt overgeslagen, rekening houdend met de temperatuur en de maximale werkdruk. LNG-bunkerslangen moeten onuitwisbaar gemarkeerd zijn om aan te geven voor welke producten ze geschikt zijn en wat de maximumwerkdruk, de testdruk en de laatste testdatum bij deze druk is. Bij gebruik onder andere temperaturen dan de omgevingstemperatuur moeten de maximum- en minimumwerktemperaturen worden gemarkeerd.

47. De LNG-bunkerverbinding tussen het schip en de LNG-tankwagen is voorzien van dry disconnection-koppelingen. Er dienen voorzieningen aanwezig te zijn om het ontsnappen van LNG of aardgas tijdens het afkoppelen van de LNG-bunkerslang of -arm na het bunkeren te voorkomen. Deze voorzieningen moeten bescherming bieden tegen:

lekken of emissie als gevolg van het onverwacht en ongecontroleerd ontsnappen van product uit het bunkersysteem tijdens het afkoppelen indien het bunkersysteem na gebruik niet goed geleegd is;

letsel van personeel als gevolg van druk in het systeem die tijdens het afkoppelen plotseling ongecontroleerd vrijkomt.

48. Er zijn adequate voorzieningen aanwezig voor de elektrische isolatie van de LNG-bunkerverbinding tussen het schip en de LNG-tankwagen. Tenzij er maatregelen zijn genomen om de permanente elektrische verbinding tussen de leidingen van het schip en de tankwagen als gevolg van de onderlinge slangverbinding tussen het schip en de tankwagen te verbreken, kan lekstroom ter hoogte van de flensoppervlakken bij het aan- en afkoppelen van de slangen elektrische vonken veroorzaken. Deze lekstroom wordt gewoonlijk voorkomen door in de leiding van het schip naar de manifold en/of in de leiding van de tankwagen een isolerende flens te plaatsen. Als alternatief kan voor elektrische isolatie gezorgd worden door het opnemen van een elektriciteit-isolerend slangstuk in elke afmeertros. Er dient gecontroleerd te worden of de elektrische isolatie aanwezig is, naar behoren werkt en niet teniet gedaan wordt door contact met een elektrisch geleidend materiaal.

Page 30: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 18 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

49. De LNG-bunkeraansluitingen zijn voorzien van dry breakaway-koppelingen en na visuele inspectie is er vastgesteld dat zij naar behoren functioneren. Om de kans te verkleinen dat de operationele grenswaarden van de pakking van de bunkerverbinding worden bereikt, dienen de nodige voorzieningen aanwezig te zijn om ervoor te zorgen dat de mechanische integriteit van de LNG-bunkerverbinding niet in gevaar komt. Deze voorzieningen moeten bescherming bieden tegen:

lekken of emissie als gevolg van het onverwacht en ongecontroleerd ontsnappen van product uit het bunkersysteem doordat er te veel rek op de bunkerverbinding komt;

letsel van personeel als gevolg van druk in het systeem die tijdens het afkoppelen plotseling ongecontroleerd vrijkomt.

50. De tankwagen is geaard en de wielen zijn geblokkeerd. Alvorens de LNG-bunkerleiding aan te sluiten, moet de LNG-tankwagen met een aardedraad aan een geschikt aansluitpunt worden geaard. Om een onverwachte verplaatsing van de tankwagen te voorkomen, dienen de wielen te worden geblokkeerd.

51. De motor van de tankwagen staat uit tijdens het aansluiten, doorspoelen en afkoppelen

van de LNG-vulslangen. De motor dient in alle gevallen tijdens het aansluiten, doorspoelen en afkoppelen van de vulslangen te zijn uitgeschakeld.

52. De motor van de tankwagen is gedurende de overslag uitgeschakeld. Tijdens het bunkeren van LNG moet de motor van de tankwagen uitgeschakeld zijn, tenzij een draaiende motor nodig is voor de werking van de bunkerpomp.

53. De incident- en brandbestrijdingsplannen van het schip bevinden zich buiten de bemanningsverblijven. Bij zeeschepen dient een set brandbestrijdingsplannen ter assistentie van de brandweer aan wal permanent bewaard te worden in een duidelijk aangegeven, waterdichte behuizing buiten de bemanningsverblijven. Hierbij dient ook een bemanningslijst te zijn ingesloten.

54. Een verbinding met de internationale brandkranen aan wal (International Shore Connection) is beschikbaar gesteld. Indien van toepassing, moet zowel het schip als de wal ervoor zorgen dat hun hoofdbrandblussystemen op een snelle en gemakkelijke manier aan elkaar gekoppeld kunnen worden, zo nodig met gebruikmaking van de internationale wal-/ schipverbinding.

Page 31: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 19 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

55. Er zijn afspraken tussen het schip en de tankwagen gemaakt over de specifieke LNG-gegevens. De specifieke LNG-gegevens zoals bijv. samenstelling, relatieve dichtheid etc. dienen te worden uitgewisseld en overeengekomen voorafgaand aan de LNG-bunkeroperaties (zie ook Hoofdstuk I, Deel C van de checklist).

56. De havenautoriteiten zijn geïnformeerd dat de bunkeroperaties beginnen en zijn verzocht

andere vaartuigen in de directe omgeving ervan op de hoogte te brengen. Indien de lokale voorschriften of havenbeheersverordening de melding aan schepen in de directe omgeving voorschrijft, moet deze schepen worden meegedeeld dat de LNG-bunkeractiviteiten beginnen. Indien de betrokken partijen niet daartoe verplicht zijn, kunnen zij, bij het melden van het begin van de LNG-bunkerwerkzaamheden, de havenautoriteiten adviseren om schepen in de directe omgeving hiervan op de hoogte te stellen.

Hoofdstuk I, Deel C – Gegevensoverdracht LNG

Overeengekomen starttemperatuur en -druk Partijen dienen afspraken te maken over de LNG-overdrachtgegevens, de conditie van het LNG en de atmosferische druk in de tanks van de tankwagen en de bunkertanks van het schip.

Overeengekomen bunkeroperaties Partijen dienen afspraken te maken over de bunkeractiviteiten. Om de hoeveelheid LNG te kunnen vaststellen die overgeslagen moet worden, dienen de partijen afspraken te maken over een meeteenheid (‘Physical Quantity Unit’), bv. kubieke meter, ton.

Overeengekomen maximum / minimum Partijen dienen afspraken te maken over alle maximale en minimale LNG-drukken en vullingsgraden.

Hoofdstuk II – Checklist na voltooiing van de LNG-overslag 57. LNG-vulslangen, vaste leidingen en manifolds zijn vloeistofvrij en zijn gereed voor

afkoppeling. Alvorens de bunkerverbinding af te koppelen, moet ervoor gezorgd worden dat er geen vloeistof meer in het bunkersysteem is. De druk in de bunkerverbinding dient vrij te komen in de bunkertank van het schip of in de tank van de tankwagen overeenkomstig de instructies van het operationele handboek van het schip.

Page 32: Voorstel voor controlelijsten voor het bunkeren van LNGBijlage 1 bij document RP/G (14) 54 corr. 1= RV/G (14) 67 corr. 1= JWG (14) 62 corr. 1 Controlelijst voor het bunkeren van LNG

- 20 -

EXTERN_ma_pdz/rpg14_54nl_corr1

58. De op afstand en handmatig bedienbare afsluiters zijn gesloten en gereed voor afkoppeling. Alvorens de bunkerverbinding af te koppelen, is het zaak dat alle afsluiters gesloten zijn, of bediend worden overeenkomstig de instructies van het operationele handboek van het schip.

59. Na de afkoppeling is de veiligheidszone voor de overslag van LNG opgeheven. De tekens die dit gebied markeerden, zijn weggehaald. Na het afkoppelen en borgen van de LNG-bunkerverbinding, kan de veiligheidszone worden opgeheven en kunnen de tekens worden weggehaald. De status van de veiligheidszone kan worden hersteld tot de status die in het operationele handboek van het schip vereist is.

60. De plaatselijke autoriteiten zijn ervan op de hoogte gebracht dat het bunkeren van LNG is voltooid. Daar waar vereist moeten de autoriteiten worden meegedeeld dat het bunkeren van LNG is voltooid.

61. De terminal is ervan op de hoogte gebracht dat het bunkeren van LNG is voltooid. Daar waar vereist moet de terminal worden meegedeeld dat het bunkeren van LNG is voltooid.

62. De andere vaartuigen in de directe omgeving zijn ervan op de hoogte gebracht dat de LNG-bunkeroperaties zijn voltooid. Indien de lokale voorschriften of havenbeheersverordening de melding aan schepen in de directe omgeving voorschrijven, moeten deze schepen worden meegedeeld dat de LNG-bunkeractiviteiten zijn voltooid. Indien de betrokken partijen niet daartoe verplicht zijn, kunnen zij, bij het melden van de voltooiing van de LNG-bunkerwerkzaamheden, de havenautoriteiten adviseren om schepen in de directe omgeving hiervan op de hoogte te stellen

63. Incidenten en bijna-ongelukken zijn aan de plaatselijke autoriteiten gemeld. De autoriteiten dienen onmiddellijk van incidenten en bijna-ongelukken op de hoogte te worden gebracht.

***