overheidsorganisatie van het jaar
DESCRIPTION
Voortdurend streven naar beter is een uitgave van EY. Dit boek geeft u een zicht op de nieuwe onderscheiding voor overheidsorganisaties. Het licht de categorieën toe, stelt de genomineerden voor en presenteert de bevindingen van de experts. Meer info: www.overheidsorganisatievanhetjaar.be // www.ey.com/beTRANSCRIPT
g ntation client Effectiviteit en efficiëntie en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio tgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiën zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie en efficiëntie Durabilité
ntation client Effectiviteit en efficiëntie en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio tgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiën zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie en efficiëntie Durabilité
ntation client Effectiviteit en efficiëntie en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio tgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiën zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie en efficiëntie Durabilité
ntation client Effectiviteit en efficiëntie en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio tgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiën zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Str
ntation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio tgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiën zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Str
ntation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio tgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiën zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Str
ntation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio tgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiën zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Str
ntation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio tgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiën zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie St
ntation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio tgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiën zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Str
ntation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Str
ntation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio tgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiën zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Str
ntation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio tgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiën zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Str
ntation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio tgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiën zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Str
ntation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio tgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiën zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Str
ntation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio tgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiën zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Str
ntation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio zaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Str
ntation client Effectiviteit en efficiëntie Durabilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid bilité Efficiëntie Stratégie Klantgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientatio tgerichtheid Efficacité Duurzaamheid Efficience et efficacité Strategie Orientation client Effectiviteit en efficiën
Voortdurend streven naar beter
In samenwerking met
Hendrik Bogaert, Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken enModernisering van de Openbare Diensten
Een initiatief van
Voortdurend streven naar beter
In samenwerking met
Hendrik Bogaert, Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken enModernisering van de Openbare Diensten
Een initiatief van
www.overheidsorganisatievanhetjaar.be
Voortdurend streven naar beter
is een uitgave van EY
en wordt verdeeld bij De Tijd
van vrijdag 28 februari 2014
Verantwoordelijke uitgever
Christophe Ballegeer, Woordvoerder EY
De Kleetlaan 2, 1831 Diegem
Tel.: 02 774 91 11
www.ey.com/be
Volg EY op Twitter: twitter.com/EY_Belgium
Productie
Mediafin nv
© EY. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of
op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de uitgever.
7
Inhoud
Voorwoord 8
Woord van de voorzitter 10
Inleiding 12
16 genomineerden 14
Selectiecriteria 18
Klantvriendelijkheid 18
Effectiviteit en efficiëntie 24
Duurzaamheid 34
Strategie 40
Doorgelicht 48
Ondernemingscultuur 60
Partners van de publieke sector 64
8
Voorwoord
Van ambtenaar tot ‘civil servant’
Is een overheidsorganisatie minder performant, heeft ze
een minder gekwalificeerd management dan een privéon-
derneming? Mag het allemaal wat minder zijn bij de over-
heid? Is het ‘staatsapparaat’ log?
Het cliché overleeft, maar is passé. Er is veel veranderd, helaas
grotendeels ongemerkt. Het wordt tijd dat we de excellerende
overheidsorganisaties van vandaag geven wat hen toekomt: onze
waardering en steun. Want wat ze doen, maakt in onze samenle-
ving een groot verschil. Ze zijn niet gedreven door winst, maar
door dienstverlening en de waarden waar wij samen voor kiezen.
Daarvoor zijn mensen nodig die uit dàt hout gesneden zijn.
En die zijn er. Ze kiézen voor de job van ambtenaar. Misschien omdat
ze zo werk en privé kunnen combineren – en daar is niets mis mee.
Maar ook omdat ze graag doen wat ze doen, omdat ze mensen willen
voorthelpen, omdat ze hun werk terecht erg zinvol vinden.
De Engelse benaming voor ‘ambtenaar’ zegt het veel preciezer:
civil servant. Een ambtenaar staat ten dienste van de burger. Wat
hij doet, lijkt voor die burger vaak alleen maar vanzelfsprekend.
Maar niemand zou willen dat er in de dienstverlening gesnoeid
wordt. Als dat gebeurt, raakt het ons meteen. Het moet efficiënter,
dat wel. Toch is dat streven niet nadrukkelijker aan de orde voor
overheidsorganisaties dan voor privéondernemingen.
Deze eerste editie van ‘Overheidsorganisatie van het Jaar®’ bewijst
dat overheidsorganisaties niet moeten onderdoen voor privéonder-
nemingen, dat ze op dezelfde leest geschoeid zijn, dat erkende experts
ze volgens strenge criteria tegen het licht mogen houden. De onder-
scheiding gaat, na een vergelijkbare procedure als die voor ‘Onderne-
ming van het Jaar®’, naar overheidsorganisaties die zich hebben on-
derscheiden. Ze schitteren door hun tevreden ‘klanten’, door hun doel-
treffende en innovatieve organisatie, en door een strategische visie.
Voor de winnaar van ‘Onderneming van het Jaar®’ is groei de
inzet: in omzet, in toegevoegde waarde, in tewerkstelling ... Dat is
niet het doel van een overheidsorganisatie. Een overheidsorgani-
satie kan haar klanten ook niet kiezen. Ze werkt voor iedereen,
voor àlle burgers. Tegelijk zijn ambitie en performantie wel verge-
lijkbaar. Efficiënte overheidsorganisaties zijn belangrijk voor onze
economie én voor de burger en de bedrijven. Ze kunnen bovendien
een hefboom zijn voor de realisatie van groei en welvaart. Daarom
verdienen ze een aparte award. Die komt er nu. Een jury van be-
drijfsleiders en academici beoordeelde federale, regionale en lokale
overheidsorganisaties.
Meer nog dan de nood aan een correcte beeldvorming over over-
heidsorganisaties, hebben we nood aan meer synergie tussen de
publieke en de private sector. Dat blijkt nadrukkelijk uit de recente
G20 Barometer van EY. Overheidsorganisaties kunnen een hef-
boom zijn voor de verwezenlijking van groei. Juryvoorzitter, voor-
zitter van het VBO en captain of industry Pierre Alain De Smedt
bepleit dit belang in zijn ‘Woord van de voorzitter’.
De nieuwe bekroning is een initiatief van EY in samenwerking met
dezelfde partners van ‘Onderneming van het Jaar®’ – De Tijd en BNP
Paribas Fortis en van Hendrik Bogaert, staatssecretaris voor Ambte-
narenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten. De staats-
secretaris – zo zegt hij - wil de mentale muren tussen de private en
de publieke sector slopen. Dat is nodig, meent hij, om de competiti-
viteit van het land te herstellen. En daarvoor heeft hij rolmodellen
nodig. De onderscheiding ‘Overheidsorganisatie van het Jaar®’ zal
die jaar na jaar aanreiken.
Dit boek geeft u een zicht op de nieuwe on-
derscheiding voor overheidsorganisaties. Het
licht de categorieën toe, stelt de genomineer-
den voor en presenteert de bevindingen van
de experts.
9
Rudi Braes, managing partner EY België © Dries Luyten
10
Ik weet het, het VBO is niet
altijd lief voor de overheid.
We uiten geregeld bedenkin-
gen bij het grote overheids-
beslag van dit land en op de ineffi-
ciënte werking van sommige
overheidsorganisaties. Dat is zo en
we zullen dat blijven zeggen zolang
het pertinent is. De overheid moet rijden en omzien. Efficiëntie
is dus bepalend voor succes.
Tegelijk zien we ook in dat een onheuse veralgemening dreigt.
Onze kritiek heeft misschien mee aanleiding gegeven tot een
negatieve beeldvorming ten aanzien van de publieke sector in
het algemeen. Dat is geenszins onze bedoeling. Er zijn wel de-
gelijk overheidsorganisaties die uitstekend functioneren, die
hun arbeidsorganisatie hebben verbeterd, die een duidelijke
corporate governance hebben ontwikkeld en die met hun speci-
fieke doelstellingen een sterk rendement halen.
Pierre Alain De Smedt, Juryvoorzitter‘Overheidsorganisatie vanhet Jaar®’ Voorzitter VBO
Woord van de voorzitter
‘Er zijn pareltjes, dàt moetenwe ook durven zeggen’
© D
rie
s L
uy
ten
11
Er zijn pareltjes. Dàt moeten we ook durven te zeggen. Daar
hebben we tot nog toe te weinig oog voor gehad. Daarom steunt
het VBO de jaarlijkse onderscheiding voor de ‘Overheidsorgani-
satie van het Jaar®’, naar het voorbeeld van de succesvolle en
invloedrijke ‘Onderneming van het Jaar®’.
Dat de private sector een onderscheiding geeft aan een over-
heidsorganisatie is geenszins een paternalistische demarche.
Het is een blijk van evenwaardigheid en authentieke waardering.
We geven aan dat we de lat gelijk leggen en geen onderscheid
willen maken tussen de waarde van publiek en privaat onderne-
men. We geven aan dat we elkaar nodig hebben, van elkaar
kunnen leren zelfs, bijvoorbeeld als het gaat over arbeidsorga-
nisatie, en elkaar sterker moeten maken. We geven aan dat het
aanwijzen van excellerende organisaties richtinggevend is en
ambitie brengt.
Het wordt tijd dat we het cliché van de twee werelden doorbre-
ken. Als we onze welvaart intact willen houden, zullen onderne-
mingen en overheidsorganisaties in een wereld met een toene-
mende complexiteit moeten samenwerken en hefbomen zoeken
voor groei en dus werkgelegenheid en welvaart. Ondernemen
is een werk van mensen, in overheidsorganisaties net zo goed
als in privéondernemingen. De motivering en ambitie van men-
sen maakt het verschil. Mensen die zich gewaardeerd weten,
presteren beter. Met ‘Overheidsorganisatie van het Jaar®’
proberen we het cliché te doen verstommen, alle overheids -
organisaties in een gelijkwaardige dynamiek van verbetering te
brengen en hopen we ondernemingen en overheidsorganisaties
dichter bijeen te brengen.
12
Onderscheiding voor excellerende overheidsorganisaties
De jury van captains of industry en academici is
eruit: voor het eerst mogen enkele federale, regio-
nale, lokale overheidsorganisaties zich ‘Overheids-
organisatie van het Jaar®’ noemen. Een eretitel die
grote waardering uitdrukt. En die de overheidsgelederen moet
aansporen tot een ambitieuze dynamiek.
De organisator van ‘Onderneming van het Jaar®’ – EY, kent samen
met Hendrik Bogaert, staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en
Modernisering van de Openbare Diensten, en met de steun van
De Tijd en BNP Paribas Fortis de onderscheidingen ‘Overheidsorga-
nisatie van het Jaar®’ toe.
Federaal, regionaal, lokaalSinds 1995 is ‘Onderneming van het Jaar®’ de meest gerenom-
meerde onderscheiding voor Belgische ondernemingen met een
grote impact op het ambitieniveau van deze ondernemingen. Naar
analogie met die bekroning hebben de initiatiefnemers een nieuwe
prijs ingesteld, waaraan een belangrijk deel van de 2.400 overheids-
organisaties, diensten, instellingen, entiteiten en afdelingen op ver-
schillende niveaus heeft deelgenomen.
Een onafhankelijke jury van bedrijfsleiders en academici heeft de fe-
derale, regionale en lokale overheidsorganisaties geselecteerd die
zich onderscheiden in klantgerichtheid, effectiviteit & efficiëntie,
duurzaamheid en strategie. De overheidsorganisaties die deelnemen
Inleiding
13
hebben een dossier samengesteld aan de hand van een vragenlijst
die EY-experts samenstelden.
Er zijn vijf bekroningen: één gaat naar een federale overheidsorga-
nisatie, drie gaan telkens naar een organisatie in de Vlaamse,
Waalse/Franstalige & Duitstalige Gemeenschap en Brussel en één
naar een lokale overheidsorganisatie.
Jury onder de indruk van kwaliteitDe selectieprocedure verliep in vijf stappen. In november stelden
overheidsorganisaties zich kandidaat. Daarop volgde een screening
door EY en in januari werd een selectie organisaties uitgenodigd
voor een interview. Daarover rapporteerden de EY experts aan de
Academische Raad, een groep van professoren en een vertegen-
woordiging van de partners De Tijd en BNP Paribas Fortis. Dat panel
selecteerde de genomineerden per categorie. Vervolgens selecteerde
de jury de respectievelijke winnaars. De jury bestaat uit: Pierre Alain
De Smedt, voorzitter van het VBO en juryvoorzitter, de beide voor-
zitters van de Nederlandstalige en Franstalige editie van ‘Onderne-
ming van het Jaar®’, met name baron Paul Buysse, baron
Jean Stéphenne, professor en barones Lutgart Van den Berghe,
executive director Guberna en Marc Michils, voormalig voorzitter
van de Raad voor Reclame en voormalig CEO van Saatchi & Saatchi
Brussels. De jury liet al voor de toekenning weten dat ze onder de
indruk is van de kwaliteit van de dossiers.
Meetbare resultaten bepalendMet de onderscheiding drukken de initiatiefnemers waardering en
erkenning uit voor doeltreffende en innoverende initiatieven van
overheidsorganisaties die burgers en bedrijven ten goede komen.
Ze vragen aandacht voor de onmisbare, ondersteunende kracht van
overheidsorganisaties. De kernboodschap is dat de overheid een
moderne omgeving is, waar talentvolle mensen graag werken en
waar doelstellingen en meetbare resultaten bepalend zijn. De hoop
is dat de bekroonde organisaties een voorbeeld en aanmoediging
betekenen voor alle overheidsorganisaties die werken aan een klant-
gerichte dienstverlening.
14
16 genomineerden
Net zo performant als de betere onderneming
De 16 genomineerden voor de Overheidsorganisatie
van het Jaar® zijn aan elkaar gewaagd. Ze onder-
scheiden zich door innovatie in arbeidsprocessen,
door administratieve vereenvoudiging, door kwali-
teits- en controlesystemen en vooral: door een niet aflatend
streven naar een betere service voor hun klanten - ook al zijn
hun missies verschillend.
Een stad heeft andere uitdagingen dan een ziekenhuis, een con-
troleorganisme andere dan een nutsbedrijf, een sociale instelling
andere dan een wetenschap pelijke. Ook de uitdagingen waar ze
voorstaan verschillen, al is de boodschap vaak dezelfde: meer
doen met minder middelen. Dat is geen driver, het is een onge-
lukkige omstandigheid die de betere overheidsorganisaties
kunnen ombuigen in een opportuniteit. Meer met minder doen:
het noopt tot vindingrijkheid en doortastende acties voor meer
efficiëntie en effectiviteit. Het versterkt het inzicht dat alles
beter kan. Daardoor zijn er aan het einde van de rit alleen maar
winnaars. En is less uiteindelijk écht more.
Hierna onderzoeken we wat overheidsorganisaties bijzonder
maakt en waarom hun gedrevenheid en aanpak een inspiratie
kunnen betekenen voor andere organisaties - inclusief onder-
nemingen. We doen dit op basis van de speerpuntassen
klantvriendelijkheid, efficiëntie/effectiviteit, duurzaamheid en
strategie. Wat volgt is een overtuigende blijk van de dynamiek
en het sterke professionalisme van overheidsorganisaties.
15
Federaal
ª Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedsel-
keten (FAVV) waakt over de kwaliteit van ons voedsel en
de veiligheid van de volledige voedselketen.
ª Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KSZ) is de motor en
coördinator van e-government in de sociale sector en streeft
daarbij naar een modernisering en vereenvoudiging van de
formaliteiten die ondernemingen moeten vervullen evenals
een efficiëntere organisatie van de overheidsdiensten.
ª Programmatorische federale Overheidsdienst Weten-
schapsbeleid (BELSPO) biedt wetenschappers een uitzon-
derlijk onderzoekskader en –instrumentarium aan, huisvest
kunst- en historische collecties en coördineert de onder-
zoeksinspanningen van alle Belgische overheden.
Regionaal: Vlaanderen
ª Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) biedt als in-
vesteringsmaatschappij een combinatie aan van risicokapi-
taal en infrastructuur en streeft ernaar om zo Limburg als
duurzame topregio verder te ontwikkelen.
ª Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM)
staat in Vlaanderen in voor het afvalbeleid en de bodemsa-
nering.
ª Vlaamse Radio- en Televisieomroep (VRT) is de Neder-
landstalige openbare omroep voor radio en televisie en
heeft als opdracht om een zo groot mogelijk aantal media-
gebruikers te bereiken met een diversiteit aan hoogkwalita-
tieve programma’s.
16
Regionaal: Wallonië
ª Agence Wallonne à l’Exportation et aux Investissements
Etrangers (AWEX) staat in voor de promotie van buiten-
landse handel en de ontvangst van buitenlandse investeer-
ders in Wallonië.
ª Le Greffe du Parlement Wallon is verantwoordelijk voor
het wetgevende & budgettaire werk van het Waalse parle-
ment, alsook voor de website van het Waalse parlement.
ª Wallonie Bruxelles Simplification (eWBS) staat in voor de
administratieve vereenvoudiging en het elektronische be-
stuur van het Waalse gewest en de Franse Gemeenschap.
Regionaal: Brussel
ª Centre Hospitalier Universitaire Saint-Pierre (CHU Saint-
Pierre) is als Brussels openbaar ziekenhuis verantwoordelijk
voor een permanente opvang en behandeling van zieken, zon-
der discriminatie en met respect voor de minstbedeelden.
ª Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel
(MIVB) verzorgt als vervoersmaatschappij elke dag de mo-
biliteit van meer dan 800.000 personen in onze hoofdstad.
16 genomineerden
17
Lokaal
ª Stad Genk tracht enerzijds om via verscheidene initiatieven
en diensten het leven van de inwoners van Genk te faciliteren
en stimuleert anderzijds een continue duurzame groei en
ontwikkeling van de stad.
ª Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW)
Roeselare verstrekt diensten aan kansarmen, zorg aan ouderen
en psychische hulp aan de inwoners van Roeselare.
ª Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor
Waterbedeling (TMVW) staat in voor de productie en
distributie van drinkwater en is daarnaast ook actief op het
vlak van sanering van afvalwater en het beheer van zwem-
bad- en sportinfrastructuur. Het is geëvolueerd van een
integraal waterbedrijf naar een multiservicebedrijf.
ª VIVAQUA zorgt er elke dag opnieuw voor dat ruim 2,1 miljoen
Belgen van water voorzien worden en staat aldus in voor de pro-
ductie en distributie van drinkwater en de sanering van afvalwater.
ª Centre Public d’Action Social (CPAS) de Liège speelt een be-
langrijke rol in de voorziening van sociale hulp en acties rond
gezondheids- en thuisszorg in Luik alsook in schuldbemiddeling.
18
“Eerstelijnsmedewerkers moet je waarderen. Zij zijn hetgezicht van je dienstverlening.”Besturen hechten veel belang aan openheid en transparantie
over hun missie, strategie en operationele doelstellingen. Maar
dat is top down. Veel belangrijker in goed functionerende steden
is de participatie van de inwoners en andere klanten. Het bestuur
ziet een klantgerichte en vriendelijke attitude als succesfactor
voor relationele kwaliteit, aangevuld met sterke communicatieve
vaardigheden. Vaak gaan ze voor alle communicatievormen een
verstaanbare klantentaal gebruiken. Voor die vorm van vereen-
voudiging bestaat nog te weinig aandacht, vindt een genomi-
neerde. En ook eerstelijnsmedewerkers moet je waarderen: zij
zijn voor de inwoners het gezicht van de lokale overheid.
Door de relationele en functionele kwaliteitservaringen van klan-
ten periodiek te onderzoeken en te analyseren komen er verbe-
Selectiecriteria
Klantvriendelijkheid
19
tervoorstellen waarvan iedereen heel snel het nut inziet. Dat
stimuleert creativiteit, leidt tot een groter draagvlak van het
beleid en boeiende resultaten op het terrein. In een ideale situ-
atie overlegt een bestuur in dat proces met relevante doelgroe-
pen, zoals met studenten hoger onderwijs over het studenten-
beleid, met holebi’s over het holebi- en transgenderbeleid, met
handelaars, ondernemers en creatievelingen over leegstand in
het stadscentrum, en met werkzoekenden en werkgevers over
werk. Door gericht doelgroepenoverleg kun je snel reageren op
wijzigende verwachtingen. Vragen stellen aan de bevolking moet
een traditie worden, iets ‘gewoons’, waarvan iedereen het goede
inziet.
Een ereplaats voor communicatie Een goed bestuur geeft communicatie een ereplaats. Systema-
tisch en langs verschillende kanalen communiceren over voort-
gang werkt imagoversterkend en propageert trots en verbon-
denheid met de stad. Een coherente citymarketingstrategie
maakt externe stadsklanten en doelgroepen sterker bewust van
de kwaliteiten van een stad, ze voelen er zich door aangetrokken
en worden naast deelnemer of klant, ook ambassadeur van de
stad. Er is ook het strategische belang van interne communicatie
in organisatiebeheersing.
Een centrale controle van de communicatie is uiteraard nuttig.
Maar vooral betere communicatievaardigheden van aanspreek-
punten in gedecentraliseerde diensten leidt tot grotere betrok-
kenheid. Sommige besturen leiden mensen op zodat ze zelf-
Klantvriendelijkheid
20
standig op een correcte manier de communicatie kunnen aan-
vullen. Die communicatie verloopt uiteraard vaker langs sociale
media. Een ‘Social Media Policy’ is dan erg nuttig.
Klantgerichtheid is een kerncompetentieEén centraal nummer voor de klant, elke klant, bevordert de
toegankelijkheid van een bestuur. Een klantencontactcenter han-
delt gemiddeld de helft af van de telefonische klantenvragen in
eerste lijn - dus zonder doorschakeling naar een backoffice -
medewerker. Dé troeven voor een moderne overheidsorganisa-
tie? Een kanaalonafhankelijke en klantgerichte dienstverlening
vanuit één gecentraliseerde balie, én een optimalisatie van de
interne processen voor deze dienstverlening.
Sommige organisaties werken samen met een extern callcenter
(hun frontoffice), waarvan ze zelf vennoot zijn. De norm voor
responstijden ligt doorgaans zeer hoog en wordt streng gemo-
nitord. In één geval is de stelregel “dat 80 procent van de op-
roepen binnen 20 seconden moet worden beantwoord”. Bij een
telefonische oproep wordt het keuzemenu voor de klant ook
zeer beperkt gehouden, met drie keuzes.
In de sociale sector zijn de diensten de afgeleide van een in-
ventarisatie van behoeften. Statistieken moeten de doelstellin-
gen bijsturen en de uit te werken projecten en diensten vast-
leggen. De meeste diensten houden statistieken bij, waarmee
ze hun activiteitsniveau opvolgen en de organisatie kunnen
aanpassen.
Dankzij gedecentraliseerde diensten staan de beambten te mid-
den van de bevolking. En staan ze dus ook veel dichter bij de
mensen die op de sociale diensten een beroep moeten doen.
Cijfertjes en procedureszijn belangrijk, maar hetmooie aan de job is mijncontact met de burger.Ik ben blij als ik mensendie op kantoorlangskomen kan helpenmet hun vragen.”
Kris
21
22
Klantvriendelijkheid
Organisaties hanteren klantgerichtheid als een kerncompetentie
die van toepassing is op alle functies: zowel bij rekrutering als
bij evaluatie.
Verwachtingen moet je objectiverenWat valt nog op bij de genomineerden? Een doorgedreven ob-
jectivering van het peilen naar de verwachtingen van klanten
en van de manier waarop die informatie vertaald wordt. Daar-
voor gebruiken organisaties tools en public-marketingmethodes,
die allemaal draaien rond de gebruikersbenadering (de gebruiker
staat in het middelpunt), het gebruikerstraject en de levenslijn
van de gebruikers. Met typeprofielen worden de behoeften ge-
segmenteerd. Per doelgroep worden thema’s geïdentificeerd,
die worden gedefinieerd in functie van hun concrete behoeften
(zoals ouder worden, een bedrijf opstarten, …).
Een van de genomineerden kan dankzij zijn geïntegreerde kwa-
liteitssysteem kwaliteit evalueren en, waar nodig, optimaliseren.
Het systeem splitst kwaliteit op in drie dimensies: publieke meer-
waarde (publieke en ethische kwaliteit), functionele kwaliteit en
operationele kwaliteit. “Elke dimensie kan op zijn beurt opge-
deeld worden in componenten en indicatoren. Publieke meer-
waarde wordt geoperationaliseerd aan de hand van kwaliteit-
sindicatoren op het vlak van diversiteit, betrouwbaarheid,
maatschappelijke impact, onderscheidend aanbod, innovatie.
Als indicatoren voor de functionele kwaliteit gebruiken we klan-
tentevredenheid. De operationele kwaliteit tot slot bestaat uit
de professionele kwaliteit, productionele kwaliteit en kostenef-
ficiëntie.”
Heel belangrijk voor de perceptie van klantgerichtheid is een
correcte, snelle en efficiënte klachtenbehandeling. Als de ruimte
23
ervoor bestaat, is er een ‘klachtencoördinator’ die ook intern
rapporteert. In één geval worden actiepunten die uit de klachten
voortvloeien nog dezelfde dag opgestart en besproken en zijn
ze discussiestof voor de directie.
Iedereen wint bij vereenvoudigingVerschillende initiatieven werken aan vereenvoudiging. Door
gegevens te delen kunnen administratieve formaliteiten voor
de gebruikers afgeschaft worden. “De beste manier om een
dienst te verbeteren? Schrap onnodige stappen. Een studiebeurs
aanvragen via internet, dat is een concreet voorbeeld van een
geslaagd project.” Gegevens delen, gecombineerd met vereen-
voudiging en informatisering, gaf een werkelijke meerwaarde
aan de dienstverlening.
Feedback leidt tot constante verbeteringDe betere overheidsorganisatie is ten slotte gedreven door een
aanhoudend streven naar verbetering en de observatie dat het
altijd nog beter kan. Eén van de genomineerden vertelt over
een werkinstrument, een rondvraag die continu een beter zicht
geeft op klantgerichtheid: “Het onderzoek is gaandeweg ge-
ëvolueerd. We voerden een systeem in dat meet welk belang
werd gehecht aan welke thema’s. Bedoeling? Een overzicht krij-
gen van de thema’s die onze klanten als prioritair beschouwen.
Alle diensthoofden en iedereen die in contact komt met klanten
kregen de resultaten, en ook de commentaren en suggesties
uit de vragenlijst. Die feedback gebeurt met het oog op een
constante verbetering. De informatie vormt een belangrijke voe-
dingsbodem voor nieuwe projecten, die opgenomen zijn in het
prioriteitenplan inzake e-government en veiligheid van de in-
formatie in de sociale sector en in het bestuursplan voor het
volgend boekjaar.”
24
Doeltreffend werken geeft betere serviceEffectiviteit en efficiëntie zijn doorgaans rechtstreeks gerela-
teerd aan klantgerichtheid én klantentevredenheid. Want wie
doeltreffend werkt, bedient zijn klanten beter. Productieproces-
sen (zowel operationeel als ondersteunend) worden verbeterd,
alleen al doordat de omgevingsfactoren en verwachtingen effi-
ciënter georganiseerd worden. Sommige organisaties bereiken
verbetering door projectteams meer vrijheid én meer verant-
woordelijkheid te geven: “Hoe motiveer je efficiënter werken?
Wat bespaard wordt, nemen we niet af. We zetten die middelen
in om meer en een beter aanbod te realiseren. Verder maakten
we ook een grote evolutie mee de laatste jaren, wat betreft de
toekenning van budgetten. Vandaag worden die alleen nog toe-
gekend als het kostenoverzicht volledig in kaart is gebracht.”
Benchmarken, voortdurendEffectiviteit en efficiëntie zijn meetbaar dankzij doelstellingen.
Een genomineerde: “We hebben honderd strategische en ope-
rationele doelstellingen. Die doelstellingen worden per kwartaal
opgevolgd op verschillende niveaus: medewerkers, verantwoor-
Selectiecriteria
Effectiviteit en efficiëntie
25
delijke directie, algemene directie. Op basis van deze opvolging
definiëren we bijkomende acties. Doelstellingen die we nog niet
haalden, krijgen extra aandacht in het ondernemingsplan. De
doelstellingen voor de organisatie vertalen we naar collectieve
doelstellingen die gelden voor het hele managementteam. Daar-
naast krijgt elke directie en elke individuele manager nog indi-
viduele doelstellingen. De doelstellingencyclus is jaarlijks.”
De meeste deelnemende overheidsorganisaties doen aan pro-
cesoptimalisatie. Ze doen benchmarkoefeningen met daaraan
gekoppeld procesreorganisaties of –optimalisaties van onder
meer HR-processen. Een mooi initiatief is de oprichting van een
‘business case’-comité, dat de business cases van investerings-
projecten evalueert en opvolgt, door een nacalculatie van de te
realiseren efficiëntiewinsten.
Externe audits: meer regel dan uitzonderingHoewel het beeld misschien leeft dat overheidsorganisaties wei-
nig tuk zijn op externe audits, zien we dat de genomineerden
wel zelf die externe beoordeling inschakelen. Of ze werken in-
tensief mee om een onderscheiding te behalen. Het EFQM-model
(European Foundation for Quality Management) bijvoorbeeld
ondersteunt Europese ondernemingen op het vlak van uitmun-
tendheid en kwaliteitsbeheer.
Dit EFQM-model wordt toegekend aan organisaties die zich on-
derscheiden door een uitstekend managementconcept, wat zich
vertaalt in uitmuntende bedrijfsresultaten. Het is een prestigi-
26
Effectiviteit en efficiëntie
euze en begeerde erkenning, alsook een vergelijkingsbasis
(benchmark) met andere ondernemingen. Met dit label geeft
een van onze genomineerden een sterk signaal aan medewer-
kers, klanten, leveranciers en aan de gemeenschap in het alge-
meen. Een signaal dat duidelijk de nadruk legt op zijn dienst-
verlening.
Maar ook externe audits zijn schering en inslag, net zoals de
norm ISO 9001, die een voortdurende procesverbetering ver-
tegenwoordigt, of ISO 17020, een norm die per definitie door
externen wordt ingeschat. LEAN-workshops helpen een hoger
efficiëntieniveau te bereiken. Of: “De Balanced Scorecard, Re-
porting en Benchmarking zorgen voor een permanente evalu-
atie van onze activiteiten. De ondersteunende processen wor-
den gemeten voor verschillende diensten (Human Resources,
Milieu, Klantentevredenheid) en opgewaardeerd om hun re-
sultaten te verbeteren. Ook de prestaties van het personeel
worden regelmatig geëvalueerd. In het kader van de ISO 9001
certificering gebeurt er een driejaarlijkse evaluatie van het
budget door externe auditors. Zij voeren ook tussentijdse eva-
luaties uit.”
De wil om te verbeteren moet er zijn“Je kunt je altijd verbeteren, maar de wil om dat te doen moet
er wel zijn”, zegt een van de genomineerden. “Dat principe han-
teren wij. Met het oog op continue verbetering voerden we het
geïntegreerde kwaliteits- en milieumanagementsysteem ISO
9001-EMAS in. Niet alleen willen we voortdurend de resultaten
van onze interne en externe audits verbeteren, maar ook die
van de indicatoren en de analyse daarvan, de zaken die niet
conform zijn en het potentieel tot verbetering, de klachten, de
beoordeling door de directie. Bedoeling? Onze maatschappelijke
Wij zijn een soort schakeltussen de beslissingen dieeen overheid neemt en detoepassing ervan op hetterrein. De impact van onswerk treft dus heel veelmensen. Daarom is deplicht om dat zo goedmogelijk te doen ook heelgroot. Ik kan alleen maargetuigen dat al mijncollega’s dat plichtsgevoeldelen.”
Daniëlle
27
28
Effectiviteit en efficiëntie
opdracht zo goed mogelijk uitvoeren. Wij bekrachtigen het
antwoord en blikken terug op de processen die al in detail werden
uitgewerkt. Resultaten worden permanent opgevolgd door soft-
ware. Dankzij die software kunnen we de behaalde doelstellingen
constant visualiseren. Vandaag behaalt onze organisatie 74 pro-
cent van haar doelstellingen. Bovendien rapporteert ze half-
jaarlijkse evaluaties van haar activiteiten. Wij ontvingen de uit-
voerig gestoffeerde bundel van de prestatie-indicatoren.
Iedereen kan die via de website raadplegen.”
Het voortdurende streven naar beter. Dat typeert de overheids-
organisaties die zich voor de onderscheiding van ‘Overheidsor-
ganisatie van het Jaar®’ aandienden en in de finale geraakten.
Hun dynamiek komt tot uiting in het anticiperend vermogen
waarmee ze omgaan met kansen en bedreigingen. Een genomi-
neerde vertelt: “Wij stellen ons telkens opnieuw ter discussie.
Ons kwaliteitssysteem is een niet aflatende zoektocht naar voort-
durende verbetering. Verschillende domeinen kunnen nog ver-
beterd worden, om meer performante tools te ontwikkelen ter
ondersteuning van de interne communicatie, het kennismanage-
ment, de integratie van de informatie en het beheer van de aan-
kopen, het materieel en de voorraden.
Kwalitatieve evaluaties? Net zo belangrijk als kwantitatieve!Een andere organisatie vertelt hoe ze hecht aan externe evalu-
atie: “Halverwege vond er een externe evaluatie plaats. Het Re-
kenhof heeft verschillende audits uitgevoerd. Het plan van de
ambtenaar-generaal wordt geëvalueerd. Die evaluatie wordt ook
uitgebreid tot het personeel volgens de regels van de overheids-
dienst. Ongeveer een keer per maand worden individuele ge-
sprekken georganiseerd. Dankzij die tussentijdse evaluatie kon-
29
den we belangrijke aanpassingen doorvoeren. Elke maand vindt
op basis van een aantal criteria een zelfevaluatie van de projec-
ten plaats. De beoordelingen per portfolio gebeuren maandelijks.
Daardoor worden prestatieproblemen snel gedetecteerd. Voorts
vinden minstens één keer per kwartaal andere specifieke evalu-
aties plaats in het directiecomité: budgetten, openbare aanbe-
stedingen, ...”
Ook monitoring is common practice bij overheidsorganisaties:
“Voor de generieke effectiviteitsmeting van onze werkzaamhe-
den en de prestatie-evaluatie van de organisatie doen we drie
keer per jaar een kwalitatieve, dus niet-financiële, meting van
de voortgang van al onze operationele doelstellingen. Deze
voortgangsmeting gebeurt decentraal, door de diensten zelf,
en wordt gerapporteerd aan het managementteam en het be-
stuur. Elke meting wordt gevolgd door een bijsturingsmogelijk-
heid via een budgetwijziging. Een budgetwijziging kan financieel
zijn, maar zeker ook inhoudelijk. Stel dat we bijvoorbeeld bij de
uitvoering vaststellen dat we de doelstellingen moeten aanpas-
sen. Bovendien hebben we een jarenlange traditie van indicato-
renopvolging, waarbij we talrijke indicatoren monitoren, geclus-
terd per beleidsdomein.”
“Die monitoringinitiatieven maken een wezenlijk deel uit van
ons intern controlesysteem. We werken bovendien ook aan de
integratie van leereffecten in onze werking. Een voorbeeld? Bij
de ontwikkeling van een dienstverleningssysteem deden we er-
varing en kennis op in project- en programmamanagement, busi-
nessanalyse en procesoptimalisatie, draagvlakcreatie, verande-
ringsmanagement en innovatieve, waarderende HR-technieken.
Die leereffecten maken de organisatie sterker voor de toekom-
stige uitdagingen.”
30
Effectiviteit en efficiëntie
Meer dan efficiëntie en effectiviteitEn dan zijn er de innovatieve en gedurfde investeringen in de
overheidsorganisatie van de toekomst, mét terugverdieneffec-
ten. Een genomineerde vertelt: “We hebben een nieuwe dienst
‘ontwikkeling dienstverlening’ opgenomen in het organogram.
Die dienst werkt aan de hand van businessanalyses en intensieve
begeleiding van diensten aan meer efficiëntie en effectiviteit in
de dienstverleningsprocessen, en verwezenlijkt dit volledig in
eigen beheer.”
Maar er is meer dan efficiëntie: “Onze opdracht is niet alleen
gebaseerd op efficiëntiewinst, maar ook op de maatschappe-
lijke effecten en op de stimulerende houding ten aanzien van
inwonerinitiatieven en partnerschappen. De opdracht en de
rol bepalen van een stad of een OCMW is een continu, meerjarig
proces. Via een participatief model tussen bestuur, admini-
stratie en inwoners/partners moet dat leiden tot gedragen keu-
zes.”
Management is een zaak van mensen, niet alleen van cijfertjes.
Die inschatting ervaren overheidsorganisaties, meer nog dan
ondernemingen, als een onderdeel van hun specifieke missie.
“Wij willen en hebben geëngageerde medewerkers zonder ‘amb-
tenarenmentaliteit’. Integendeel, ze hebben een hart voor hun
klanten, voor onze publieke opdracht, voor dienstbaarheid. Dat
is elementair in onze rekrutering en selectie. We delegeren ver-
regaand bevoegdheden, wat een snelle en efficiënte besluitvor-
ming oplevert. De politiek speelt geen enkele rol in de operatio-
nele personeelsprocessen, ook niet formeel: de aanstellings- en
ontslagbevoegdheid is volledig gedelegeerd naar onze organi-
satie. Er leeft een groot financieel bewustzijn. Aangepaste in-
strumenten worden gebruikt, zoals een financieel dashboard
31
dat via het intranet permanent toegankelijk is voor alle budget -
houders. Er zijn sterke opvolgings- en rapportagemechanismen
voor de grootste uitgavenposten. Ook inhoudelijk volgen we de
ontwikkelingen strak op met geautomatiseerde boordtabellen.”
Delegeren is een ordewoordDelegeren is een woord dat vaak terugkeert in de dossiers over
en de gesprekken met de genomineerden van ‘Overheidsorga-
nisatie van het Jaar®’. Ook daar zit efficiëntiewinst: “In onze
organisatie moet iedereen zijn verantwoordelijkheid opnemen.
‘Management by exception’ is een realiteit. We onderscheiden
verschillende autonome verantwoordelijkheidsniveaus: expert,
projectverantwoordelijke, sponsor, verantwoordelijke van het
programma, sponsor van het programma, directiecomité, be-
leidsraad, regering. Tot nu toe moesten we de beleidsraad nog
nooit inschakelen. Die heeft vooral een oriënterende en sturende
taak.”
Als het over telewerken gaat, staan veel overheidsorganisaties
verder dan privébedrijven: “De werksfeer is bijzonder aange-
naam. Wij hebben een zeer grote autonomie. Wij moeten onze
aanwezigheid niet registreren via een prikklok, we kunnen ons
werk flexibel organiseren, telewerken of opleidingen volgen. Het
personeel heeft inspraak in de interne werking. Enkele mede-
werkers hebben bijvoorbeeld een voorstel tot invoering van te-
lewerk ingediend.”
Afwijken van diplomavoorwaardenEén genomineerde trekt de aandacht met een apart, maar waar-
devol personeelsbeleid: “Ons personeelsbeleid gebruikt in zeer
verregaande mate de reglementaire mogelijkheden voor mo-
dernisering: we wijken af van diplomavoorwaarden. Selecties
32
Effectiviteit en efficiëntie
op basis van competenties zijn meer regel dan uitzondering.
Het loon van het management is verbonden met de prestaties
die ze leveren. Voor de evaluatie van de leden van het manage-
mentteam doen we een beroep op een extern bureau. Die ex-
terne deskundigen in personeelsbeleid maken een voorbereidend
rapport gebaseerd op een 360 gradenfeedback.”
De waarde van competente medewerkers, die doordrongen zijn
van het belang van hun overheidsopdracht: dat is een punt van
eer voor alle genomineerden.
Maar ook zelfkritiek wordt niet geschuwd: “Wij hielden ons vroeger
met te veel projecten bezig. Het nieuwe plan beperkt onze activiteit
tot 45 prioritaire projecten. Daardoor kunnen we ons plan nog beter
afstemmen op de echte prioriteiten. De recente invoering van be-
paalde programma’s moet voor een bepaalde sector (burgers, on-
dernemingen…) de projectenportfolio optimaliseren. Zo kan die de
grootste meerwaarde bieden, rekening houdend met de prioriteiten
die in overleg met de vertegenwoordigers van die sector werden
gedefinieerd. De grote uitdaging voor onze organisatie? Krachtiger
worden, door kennis en good practices te delen met de administratie.
We zouden efficiënter werken, als we ons minder zouden bezig
houden met projecten die andere overheidsorganisaties beter tot
ontwikkeling laten komen. Wij willen in de overheidsdienst ook het
LEAN-management geleidelijk aan bespreekbaar maken.”
Organisaties moeten hun efficiëntie en effectiviteit halen in een
context die wijzigingen ondergaat: “In drie van de vier afdelingen
hebben we processen verbeterd tijdens verandertrajecten. Zo heb-
ben we de organisatie afgestemd op een wijzigende beleidscontext.
Dit betekende dat we ook beleidsinstrumenten en processen op-
nieuw moesten bekijken.”
Ik had niet veelkwalificaties, geen hogerdiploma. Ik ben helemaalonderaan de ladderbegonnen en ik heb hetbeste van mezelfgegeven. Ik hebvertrouwen in ruilgekregen en intussenheb ik een heelverrijkende job.”
Petra
33
34
What’s in a nameWat betekent duurzaamheid nog? Voor overheidsorganisaties
is het alvast geen modewoord of leeg begrip. Er zijn de voor de
hand liggende ingrepen: papier besparen door documenten elek-
tronisch te verzenden. Er zijn de vindingrijke ingrepen: een CO2-
vergoeding betalen om een duurzaam project in een Afrikaans
land te ondersteunen.
Er is oog voor de verschillende betekenissen van het woord
‘duurzaam’: “In de eerste plaats voert onze organisatie een
duurzaam beleid via haar strategisch plan. Dat is een duurzaam
initiatief, aangezien het een geprogrammeerd, gepland en evo-
lutief plan is dat geëvalueerd wordt. Maar het woord ‘duurzaam’
kan ook een meer ecologische betekenis hebben. Onze organi-
satie nam verschillende maatregelen rond sensibilisering voor
duurzame ontwikkeling (elektriciteitsbesparing, afvalsorte-
ring...). We ontwikkelden preventieve en curatieve diensten die
aan energie gelinkt zijn: een dienst Ecowoningen, een dienst
Energie die zich richt tot iedereen die energie besparen in zijn
woning moeilijk vindt,…”
Selectiecriteria
Duurzaamheid
35
Onderdeel van opleiding nieuwelingenElke overheidsorganisatie voert geregeld sensibiliserings- en
opleidingscampagnes over duurzaamheid en maakt duurzaam-
heid onderdeel van de opleiding voor elke nieuwe medewerker.
“De medewerkers,” zo schrijft een EY-expert in zijn verslag,
“worden van bij hun aanwerving gesensibiliseerd voor duurzame
ontwikkeling. Dat gebeurt tijdens de onthaalsessie en gaat het
hele jaar door via interne mededelingen. Het lastenboek, de
zoektocht naar een gebouw dat aan de vereisten voldeed, be-
vatte een aantal criteria rond duurzame ontwikkeling. De site is
dan ook een pareltje. Het is een complex van gebouwen waarbij
warmtekrachtkoppeling het beheer van het gebouw optimali-
seert. Een zeer nauwkeurig informaticasysteem regelt de tem-
peratuur voor het hele gebouw centraal. Daardoor is een betere
harmonisering van de temperatuur mogelijk en zijn er minder
temperatuurverschillen tussen de lokalen en verdiepingen.”
“Het gebouw beschikt over performante isolatie en een systeem
van koude en warme luchtstromen met koelplafonds. Bovendien
regelt de warmte van de convectoren de temperatuur optimaal.
Omdat het datacenter een grote hoeveelheid warmte produ-
ceert, ligt het ondergronds. Op die manier moet er minder ge-
koeld worden. De organisatie gebruikt water van een kanaal
om het koelsysteem van het lokaal te voeden. Zo kunnen we
heel wat besparen en onze partners stockageruimte aanbieden
die veel goedkoper is dan wat ze op de markt vinden. De bui-
tenjaloezieën van de ramen worden elektronisch geregeld via
sensoren. Die bepalen in functie van de invalshoek, de sterkte
en de duur van de zonnestralen of de ramen bedekt moeten
worden. Ook de verlichting is geautomatiseerd. Een applicatie
dooft het licht om 20u, na het vertrek van de schoonmaakploeg,
tot de volgende ochtend.”
36
Duurzaamheid
“De organisatie heeft aandacht voor de marktevolutie inzake fair-
trade. De openbare aanbestedingen bevatten een ‘IT green’ clau-
sule, printers moeten gebruik maken van gerecycleerd FSC-papier
(Forest Stewardship Council). We bieden waterkoelers aangesloten
op het stadswater in plaats van individuele plastic flessen, ge-
deeltelijke afvalsortering (PMD, papier, restafval), enzovoort.”
Telewerken als vorm van duurzaamheidTelewerken is ook een doortastende vorm van duurzaamheid.
Een van de genomineerden: “Wij hebben structureel telewerken
tot twee dagen per week ingevoerd. We willen zo enerzijds
bijdragen tot een beter evenwicht tussen privéleven en werk en
anderzijds de ecologische voetafdruk van de pendelaars
verkleinen. En we promoten het gebruik van het openbaar ver-
voer. Alle medewerkers krijgen gratis een abonnement op het
openbaar vervoer als ze dat nodig hebben.”
Een van de overheidsorganisaties is betrokken bij een project waar-
bij steden, gemeenten en bedrijven elektrische voertuigen kunnen
gebruiken. Ook hier weer is er externe controle: “De controle op
duurzame projecten wordt uitgevoerd door een externe revisor,
door de regeringscommissaris en door verschillende comités in de
eigen organisatie, al beseffen we dat er zeker nog ruimte voor ver-
betering is.” Vermeldenswaard is nog een overheidsorganisatie die
niet alleen het label Ecodynamische onderneming kreeg, maar ook
het ISO 14001 certificaat behaalde. Bovendien was ze partner en
leadmanager van het project Ticket to Kyoto, en ontwikkelde ze
een low-carbonstrategie en een bedrijfsvervoersplan.
Duurzaamheid als strategische keuze“We willen bijdragen tot een beter milieu”, zegt een genomi-
neerde voor ‘Overheidsorganisatie van het Jaar®’. “We hebben
Ambtenaar zijn, dat isbovenal een keuze. In deprivé is de ambitieuiteindelijk winst maken.Daar is niets mis mee.Maar voor de overheidwerken geeft mijnprofessionele leven de zindie ik voor mezelf wens. De dienstverlening aan deburger beter maken, is eenwaardevol streven. Ik zetmij in voor waarden die ikzelf belangrijk vind.”
Toon
37
38
Duurzaamheid
er resoluut voor gekozen om duurzaamheid als strategische
keuze op te nemen in het meerjarenplan 2014-2019. We en-
gageren ons om onze ecologische voetafdruk jaar na jaar te
verminderen. Meer aandacht voor duurzaamheid, dat gebeurt
op verschillende manieren: door medewerkers te sensibilise-
ren, en door acties. De reflex om voor een duurzame oplossing
te kiezen, blijft niet beperkt tot goede bedoelingen. Wij richten
de organisatieprocessen op een ecologisch vriendelijke manier
in. Daar speelt het Ecoteam een belangrijke rol. Het Ecoteam
is een groep geëngageerde medewerkers die oplossingen be-
denken om de ecologische voetafdruk van de organisatie te
verkleinen. Het team speelt ‘luis in de pels’ om medewerkers
en het bestuur wakker te houden, zodat ze voortdurend aan-
dacht hebben voor ecologie op het werk. Binnenkort zullen
we duurzaamheidsindicatoren opnemen in de boordtabellen,
zodat we onze inspanningen rond duurzaamheid kunnen mo-
nitoren.”
Ook bij lokale besturen is duurzaamheid meer dan een mode-
woord. “Wij willen een voortrekkersrol. We willen het potentieel
van kennisinstellingen gebruiken in ons duurzaamheidsbeleid.
Dit vraagt een geïntegreerde beleidsbenadering over diverse
beleidsthema’s heen. We moeten duurzaamheid combineren
met zelfvoorzienigheid. Alternatief vervoer krijgt voorrang. Idem
voor alternatieve vormen van energieproductie en -reductie
voor de stad, de burgers en de ondernemers, … Dit moet de
leefbaarheid van de stad versterken, maar ook kosten besparen
voor burgers en ondernemers. Een smart city, dat is ons doel.
Zo streven we, samen met het OCMW, naar een duurzaam en
proactief HR-beleid en naar een duurzame toetsing van stedelijke
beleidsplannen en projecten. We werken aan een energieplan
voor onze gebouwen.”
De overheid kan meer enbeter, dat moeten weonder ogen durven zien.Maar veralgemenen is nietgepast. En klagen alleenhelpt niet. Ik zet mij in vooreen gedrevenoverheidscommunicatie enik geloof echt dat die hetverschil maakt in de relatiemet de burger, door deafstand kleiner te maken.”
Dorien
39
40
Missie & visieUit de gesprekken met de kandidaat-overheidsorganisaties blijkt een
ding heel duidelijk: de genomineerden hebben een zeer precies beeld
van hun missie, en vooral, ze zien die missie als evolutief. Wat van-
daag aan de orde is, kan morgen slechts overleven als de organisatie
zich aanpast aan gewijzigde omgevingsfactoren die zelfs de missie
beïnvloeden. Een elementaire dienst aan de burger blijft bijvoorbeeld
alleen dan betaalbaar, als andere activiteiten die betaalbaar kunnen
houden. En dus verandert de missie van bijvoorbeeld nutsvoorziening
naar een beheersbare prijszetting van die nutsvoorziening. En dat
heeft grote consequenties voor de organisaties, voor de aard van
hun beheer en de competenties die ze nodig hebben om succesvol
te zijn onder een gewijzigde missie.
We leven in een samenleving en in een wereld die exponentieel
kennis verwerft, nieuwe behoeften doet ontstaan en waarin over-
heidsorganisaties het status quo moeten inruilen voor een voortdu-
rende aanpassing. Ze kunnen niet meer uitgaan van hun aanbod,
maar moeten nagaan hoe de vraag evolueert, wat het draagvlak bij
de burger is, en hun missie dan daarop afstemmen. Deze mentale
veerkracht en de wil om een voortdurend veranderingsproces te
aanvaarden, in het beste geval te omarmen als een nieuwe, vanzelf-
sprekende attitude, is een fundamentele verschuiving in het midden
van overheidsorganisaties.
Selectiecriteria
Strategie
41
Het inzicht neemt toe dat in de missie van een overheidsorganisatie
samenwerking (met andere overheidsorganisaties, met burgergroe-
pen, met ondernemingen, met buitenlandse initiatieven) een sleu-
telfactor is. We zien dat verschillende genomineerden reizen om te
leren en omgekeerd. Een lerende organisatie zijn, met inzicht in de
toenemende complexiteit van wereld en samenleving. Dat is met
andere woorden een vaak impliciet onderdeel van de missie van de
moderne overheidsorganisatie.
Duidelijke en meetbare doelstellingen“Ons beleid is gebaseerd op duidelijke en meetbare doelstellingen:
ª jaarlijkse vaststelling van de prioriteiten, waarbij we rekening
houden met de verwachtingen en de beschikbare middelen
ª verwezenlijking van een strategisch plan
ª verwezenlijking van een operationeel plan in drie jaar en van
een bestuursplan in één jaar waarin de taken driemaandelijks
gepland en geëvalueerd worden.
Op basis van die plannen krijgt iedere medewerker in het begin van
het jaar doelstellingen die hij dat jaar moet halen. Die doelstellingen
worden halverwege het jaar geanalyseerd en besproken tijdens de
functioneringsgesprekken. Het directiecomité onderzoekt elk kwar-
taal welke problemen tijdens de evaluatie van de plannen naar boven
komen en hoe die opgelost kunnen worden. Een analytische boek-
houding berekent de kosten voor de organisatie: kostprijs per bericht,
vastgestelde kosten van de projecten, standaardkosten aan de hand
waarvan het budget opgesteld kan worden, enzovoort. Wij maken
gebruik van een portfolio om de projecten en de gegevensstromen
op te volgen en te evalueren”, zo verduidelijkt een genomineerde.
42
Strategie
Wanneer de corebusiness van een overheidsorganisatie te eng wordt
en de rendabiliteit onder druk staat, merken we zeer veel onderne-
mingszin. Pientere overheidsorganisaties halen toch hun resultaten
door activiteiten op te zetten in nieuwe groeimarkten. Bovendien
slagen ze daar in zonder de vooropgestelde budgettaire mogelijk-
heden te overschrijden.
Minder geld? Innovatie en meer anticiperen!Minder middelen. Dat is de meest gehoorde uitdaging voor over-
heidsorganisaties vandaag. Maar geen enkele organisatie vindt dat
onoverkomelijk. De sleutel? Voorbereid zijn. “Wij kunnen de huidige
budgettaire beperkingen aan, dankzij de maatregelen die we vele
jaren geleden al hebben genomen: sensibiliseringscampagne, aan-
dacht vestigen op onze troeven, …”
Kritieke prestatie-indicatoren of KPI’s helpen om te anticiperen: “De
definitie van onze KPI’s is het resultaat van een proces. We analyseren
de veranderingen die zich voordoen of verwacht worden. En bestu-
deren de totale context waarin we evolueren, alsook het ons omrin-
gende milieu. We maken een SWOT-analyse (Strengths, Weaknesses,
Opportunities,Threats). Dankzij risicoanalyse en interne controle
hebben wij een exact beeld van de risico’s en namen we maatregelen
om die risico’s te counteren. De KPI’s die belangrijk geacht worden
om de strategische en operationele doelstellingen te behalen, worden
ieder jaar voor elke sectie geactualiseerd. Wij benaderen dit vanuit
vier dimensies: resultaten, kwaliteit, interne processen en innovatie.”
Dat brengt ons bij een nieuw antwoord op beperktere middelen: in-
novatie.
“Bij ons”, vertelt een genomineerde, “is innovatie geen doel op zich,
of geen aspect dat we afzonderlijk monitoren. Neem onze sterke fo-
cus op voortdurende veranderingen in en verbeteringen aan de or-
Wat we moeten doen, is heel concreet. Wemoeten mensen helpen.En je ziet het resultaatdat je met hen hebtbehaald. Het is tastbaar.Sommige mensen zijnjaloers op mij, omdat ikmijn werk zo graag doe.”
Herman
43
44
Strategie
ganisatieverandering, een sterke blik op de buitenwereld, zeg maar
benchmarking, en het aanzetten tot denken “out-of-the-box”. Met
die mix komen we heel vaak tot innovatieve benaderingen. Zo vol-
doen we aan de wettelijke verplichtingen, én konden we onze sterke
boekhouding behouden.”
Samenwerking en schaalvergrotingNog een antwoord op schaarste zijn samenwerking en schaalver-
groting: “Partnership impliceert de ontwikkeling van innovatieve en
performante tools om de honderden nieuwe opportuniteiten te be-
heren.” Samenwerking is des te relevanter in de zeer complexe con-
text waarin overheidsorganisaties opereren. “Er zijn overheidsorga-
nisaties die andere uitdagingen moeten aangaan om hun groei te
ondersteunen, in de niet-commerciële operationele infrastructuur
alsook strategische akkoorden die een groot aantal betrokken partijen
impliceren (andere operatoren, gewesten, gemeentes, politici, en-
zovoort). Een voorbeeld? De overheidsorganisatie die een Strategie
en Innovatie-organisatie oprichtte. Zij zet haar visie daarbij om in
strategie. Die wordt vertaald in een portfoliowaaier van projecten.”
Of nog: “Als antwoord op de ongunstige budgettaire evolutie, ver-
hogen wij onze productiviteit en de efficiëntie van onze werknemers
door rationaliserings- en verbeteringsprojecten en -acties, projecten
ter verbetering van de efficiëntie die gebaseerd zijn op de LEAN-
methode,…”
“De budgetten voor onze sector worden steeds krapper”, lezen we
elders. “Via haar programma’s, haar projecten en haar werking
tracht de organisatie de kosten te rationaliseren en meer perfor-
mantie na te streven. Zij pleit voor een maximaal gebruik en voor
opwaardering van good practices voor de gehele openbare sector.
Om schaalvoordeel en efficiëntiewinst te realiseren, werkte ze in
45
overleg met de sector zeer concrete voorstellen uit om tot synergie
te komen.”
Omgaan met het verzet tegen veranderingMeer efficiëntie levert hier en daar een spanningsveld op. Opvallend
in het onderzoek is de aandacht die onder de noemer ‘strategie’ uit-
gaat naar personeelsbeleid. Een zorginstelling getuigt: “De directie
wilde het personeel stabiliseren door het interim-verplegend perso-
neel te vervangen door vast personeel. Gezien de financiële beper-
kingen moesten we nadenken over het optimaliseren van de middelen
die we hebben voor ons einddoel, en dat is de patiënt. Dankzij de
bepaling van tijdverlies en nutteloze verplaatsingen, vereenvoudiging
van de stromen, … kon de verplegende activiteit zich tot ieders te-
vredenheid opnieuw op de patiënt focussen.”
Bovendien stijgt in de zorgsector de vraag naar hulp en zorg, onder
andere door de langere levensverwachting en de veroudering van
de bevolking, maar ook door nieuwe wetgeving. “Een van de proble-
men vloeit voort uit de toenemende vraag naar sociale bijstand. Wij
zijn onophoudelijk op zoek naar nieuwe oplossingen om een antwoord
te bieden op de wetgeving. De werkdruk neemt dus toe, terwijl we
geen budget hebben voor extra personeel. Daarnaast zijn er te
weinig middelen om de toenemende en steeds ingewikkeldere op-
drachten correct uit te voeren. Gelukkig bewegen wij hemel en aarde
om nieuwe sociale projecten op te starten en subsidies los te peute-
ren.” “De verarming van de bevolking kan leiden tot meer open-
staande facturen en meer dossiers van wanbetaling. Die administra-
tieve overlast vraagt een grotere flexibiliteit van onze medewerkers
van de klantendienst, voornamelijk dan tegenover agressief gedrag.”
Een andere organisatie in de zorgsector ondervindt hetzelfde, naar
aanleiding van de nood aan informatisering: “Sommige diensten
46
Strategie
kampen met een probleem: verzet tegen verandering. Andere dien-
sten hebben dan weer te weinig informaticamaterieel. Gewoon al
het idee om software te moeten gebruiken, schrikt een deel van het
personeel af. Wij zijn ons bewust van de grote organisatorische ver-
anderingen van al die innovaties en hechten bijzonder veel aandacht
aan de beheersing van de verandering. En dat onder meer door di-
verse opleidingen, ook op het terrein.”
Wat ik mee heb bedacht, vind ik beterIntensieve participatie is het sleutelwoord in de veranderingspro-
cessen. Wat mensen mee hebben bedacht of waar ze zich bij be-
trokken voelen, dat vinden ze beter. “De strategie van onze organi-
satie komt tot stand via een sterk intern participatief planningsproces.
Zowel de missie, visie en waarden als de beleidsdoelstellingen komen
tot stand na consultatie van de medewerkers. De medewerkers die
dagelijks in contact komen met de klanten kennen de noden en uit-
dagingen in het werkveld. Ze weten waar de organisatie extra op
moet focussen. Budgethouders stellen acties voor om de beleids-
doelstellingen te realiseren en wijzen telkens ook een projectverant-
woordelijke aan. Op deze manier vertalen we de organisatiedoel-
stellingen naar dienst- en individuele doelstellingen.”
Welke ook de uitdagingen zijn, de lat ligt hoog bij de genomineerden
van de ‘Overheidsorganisatie van het Jaar®’. Een EY-expert legt uit:
“De organisatie wil haar eerste doelstelling inzake administratieve
vereenvoudiging voor de gebruikers overstijgen. Zij wil zich ook
meer stroomopwaarts positioneren en het openbaar ambt sensibili-
seren voor het belang van ‘service management’ en de kwaliteit van
de geleverde diensten. De organisatie legt zich ook steeds meer toe
op opleidingen: intern in de administratie, maar ook extern door
mee te werken aan opleidingscycli aan universiteiten. Zij beschouwen
hun acties als een ware evolutie.”
Wij zijn heel vrij om zelfinitiatief te nemen,voorstellen te doen, enals die goedgekeurdworden, ze uit te voeren.De inhoud van de job isvoor mij het belangrijkst.Het gevoel dat wat wijdoen er toe doet, eenverschil maakt.”
Quinten
47
48
Hoe efficiënt werkt onze overheid? Efficiëntie steeds hoger op de agenda!
Een bovenlaag van overheidsorganisaties presteert
op het niveau van de beste ondernemingen. Alleen
communiceren ze daar nog te weinig over, intern en
extern. En blijft de perceptie soms ongenuanceerd.
De kwaliteit van de dienstverlening is doorgaans rechtstreeks
gekoppeld aan de competentie én de gedrevenheid van het
management en zijn directieteam. Overheidsorganisaties zijn
toonaangevend in personeelsbeleid.
Dat zijn de meest in het oog springende, bemoedigende
conclusies van het EY-team van experts, dat de kandidaten
voor de nieuwe onderscheiding ‘Overheidsorganisatie van
het Jaar®’ kritisch tegen het licht hield.
Doorgelicht
49
In een andere wereld terechtgekomenEY is goed vertrouwd met de openbare sector. Maar toch heeft
niet iedereen in de Belgische afdeling van het internationale
advieskantoor daar veel contact mee. “Voor sommige mede-
werkers was de openbare sector nieuw terrein”, vertelt het EY-
team. “En zij werden zeer aangenaam verrast door de compe-
tentie van de managers én het niveau van de dienstverlening.
Toegegeven, sommigen zaten nog met het beeld van ‘De Col-
lega’s’ in hun hoofd, de televisieserie uit de jaren 70. Maar dat
beeld maakte tijdens hun onderzoek snel plaats voor een genu-
anceerde inschatting en voor respect. Ze zijn in een heel andere
wereld terechtgekomen.”
Op bezoek bij de koplopersDe EY-experts bezochten de organisaties die zich kandidaat stel-
den. “We mogen er van uitgaan dat de meeste kandidaten kop-
lopers zijn. Het zijn organisaties die het gevoel hebben: we zijn
er klaar voor. De strategie ligt er vast, ze wordt vertaald in doel-
stellingen tot op het niveau van de individuele medewerker en
deze doelstellingen worden opgevolgd. Ze meten hun perfor-
50
Doorgelicht
mantie en er zijn zorgvuldige evaluaties. Wellicht zijn er ook
overheidsorganisaties die onderpresteren, maar die hebben we
niet gezien voor de selectie van ‘Overheidsorganisatie van het
Jaar®’.”
Zwakke broertjes?“Uiteraard mag je nu niet besluiten dat organisaties die niet
hebben deelgenomen dan de zwakkere broertjes zijn. Maar het
kwam hen blijkbaar niet uit om nu deel te nemen. Wellicht zijn
ze er wel bij voor de volgende editie.”
“Organisaties namen deel omdat ze zich willen benchmarken”,
zegt het EY-team. “Ze willen een idee krijgen: waar staan we
vandaag voor de verschillende performantieparameters ten op-
zichte van andere overheidsorganisaties, ten opzichte van onze
eigen inschatting en verwachtingen? Ze willen verbeterpunten
zien en leren uit goede praktijken.”
Zeg maar metamorfose“Veel overheidsorganisaties maken een intensieve hervorming
mee, misschien mogen we zelfs spreken van een metamorfose.
Ze zijn zich daar ook bewust van, ze zien de noodzaak in én
werken daar hard aan. Anders gezegd: er is een verregaande
professionalisering van het management aan de gang. Dat begint
met het inzicht dat hun opdracht start met de definitie van stra-
tegische doelstellingen op basis van de opdracht van de federale
of regionale regeringen of een lokaal bestuur. Dat gaat over
welke resultaatverbintenis ze aangaan tegen welke timing, wat
de aanpak wordt, per dienst, per bedrijfseenheid, hoe de orga-
nisatie voortgang wil meten. Belangrijk ook: inspraak, iedereen
meekrijgen. De surplus is dan: innoveren, zich aanpassen aan
nieuwe verwachtingen.”
De overheid zet zich invoor een goededienstverlening. En ikben trots dat ik daaraankan meewerken. Ik hebhet gevoel dat mijn werkhet verschil maakt voormensen.”
Caroline
51
52
Daar is de ‘klant’ “Ook al blijven we nog wat vastzitten aan een onheuse perceptie
van de dienstverlening door de overheid, het moet elke burger
opgevallen zijn dat de verandering is ingezet. Het begrip ‘klant’
heeft zijn intrede gedaan. Tot tien, vijftien jaar geleden spraken
ze bij de overheid niet over klanten. Het woord ‘klant’ was een
politiek statement. Je sprak over de belastingplichtige, de rechts-
onderhorige.”
“Toen in mei 2013 in het leidingwater van een gemeente een
lichte bacteriële besmetting werd vastgesteld, gingen medewer-
kers van het waterbedrijf dag na dag bij bewoners langs om hen
op de hoogte te houden van de ontwikkelingen. Ze hebben daar
een klantendienst en weten perfect te zeggen hoeveel die kost
per klant. Dat was vroeger ondenkbaar. De klantgerichtheid
bleek heel belangrijk in alle overheidsorganisaties die we hebben
gepeild, en dat was een heel aangename observatie. Dit is zon-
der meer toonaangevend.”
Het begrip dienstverlening“Bij de douane begeleiden ze in de havens nu 16 uur per dag
bedrijven die schepen binnenbrengen. Vroeger was de douane
open van 9 tot 6 en draaiden ze uitzonderlijk overuren als er
een heel groot schip aankwam. Nu hebben ze twee shifts van 8
uur en werken ze van 6 tot 2 en van 2 tot 10. In de luchthaven
zijn ze dag en nacht actief. Waarom? Voor de klant, in een stre-
ven naar een optimale dienstverlening.”
“Een bepaalde overheidsorganisatie heeft een project ingediend
om de controle op de fondsen beter te organiseren. Dat berust
bij transparantie – duidelijkheid over wat ze gaan controleren –
en, heel vernieuwend voor de overheid, de kassen krijgen een
Doorgelicht
53
‘responsabiliseringsbijdrage’ op basis van de kwaliteit die ze le-
veren. Hoe beter ze functioneren, hoe meer middelen ze krijgen.
Een andere overheidsorganisatie helpt mensen om vlot elektri-
citeits- en telecomtarieven te vergelijken. Dàt is toch dienstver-
lening? En het brengt de ambtenaar tot bij de klant.”
Stakeholders besturen mee“Een belangrijke hefboom voor dienstverlening is de aanwezig-
heid van klanten in beheersorganen. Dat helpt zeker voor orga-
nisaties die een sector controleren. De perceptie die we van
zulke organisaties hebben, is van oudsher veeleer repressief.
Maar eigenlijk zijn ze van strakke controles geëvolueerd naar
preventie, coaching en begeleiding. De benadering is meer em-
pathisch. Stakeholders in het bestuur versterken dat proces.
De stakeholders brengen geld in, soms hebben ze aan het eind
van het jaar geld over en dan is de reactie niet: nu gaan we min-
der bijdragen. Iedereen wil degelijke, competente controles. Ze
investeren liever in niet méér, maar betere controles en sensibi-
lisering. Dat is dus een aanbeveling: haal je klanten in je bestuur.
Dat is nog een stap die veel organisaties kunnen zetten. Maar
uiteraard kan niet elke overheidsorganisatie dat.”
Op een goede plek in de lijstjes‘Wat ik zie, staat mijlenver af van goed bestuur’, aldus de voor-
zitter van het federale auditcomité, toen hij eind 2013 opstapte.
Politieke onwil en verzet door sommige topambtenaren fnuiken
volgens hem een ernstige controle op de overheidsdiensten.
“Als dat zo is, is dat natuurlijk een slechte zaak”, vinden de EY-
experts. “Het vertrek van de voorzitter is een signaal dat de fe-
derale overheidsdiensten ernstig moeten nemen. Maar uit onze
ervaring blijkt wel dat voor de overheid terughoudendheid ten
54
aanzien van een externe audit zeker niet representatief is, want
de meeste leidinggevende ambtenaren weten dat ze eruit
kunnen leren. Dat vraagt moed, ja. En een nieuwe mindset
gloort, en die heeft soms wat tijd nodig. Tijd om voortrekkers
hun rol te laten spelen. Tijd om een betere dienstverlening
onontkoombaar te maken.”
“Want de klant, de burger dus, ziet ook wel dat organisatie A
hem uitstekend voorthelpt. En dus zal hij nog minder aanvaarden
dat organisatie B dat niet doet. Als je in de krant in een lijstje
staat – op zich een goede zaak, kijk naar de ratings van zieken-
huizen – sta je maar beter op een goede plek. Aan transparantie
zitten alleen maar goede kanten.”
De kloof tussen de besten en zwaksten van de klas Er zijn dus goed tot uitstekend functionerende overheidsorga-
nisaties, die niet moeten onderdoen voor privéondernemingen,
en overheidsorganisaties die wat achterop hinken. Het verschil
tussen beiden kan groot zijn. “Uitmuntende organisaties excel-
leren in overtreffende trap en laten onderling geen grote ver-
schillen optekenen in de criteria die we onderzochten: klantge-
richtheid, efficiëntie, duurzaamheid – ook in personeelsbeleid -,
doeltreffendheid en strategie. Anderen gaan iets minder snel
vooruit. De kloof wordt dan iets groter. Dat denken we toch,
want de ‘zwakke broertjes’ hebben wellicht niet deelgenomen
aan de rit voor ‘Overheidsorganisatie van het Jaar®’.”
Start spreading the news…Er zijn overheidsorganisaties die prachtige dingen doen, alleen:
weinig burgers weten dat. “Ze vertellen het niet. Ze investeren
nog te weinig in communicatie. Ambtenaren hebben niet de ge-
woonte om veel te communiceren. Ze zijn minder vertrouwd
met marketing en branding. Ze zien zelf in dat ze daar hoog-
Doorgelicht
55
dringend een weg moeten afleggen. De moeilijkheid is ook dat
wat ze kunnen communiceren vaak goed nieuws is, terwijl dat
voor de media dan weer geen nieuws is. Maar toch blijft meer
externe communicatie, vooral proactief, dé boodschap.”
“Overheidsorganisaties moeten alvast de eerste stap zetten als
ze dat nog niet hebben gedaan: zeggen wat ze doen, aan hun
stakeholders en ruimer. En dan zorgen dat mensen dat vernemen
en hún belang in het verhaal inzien. Dat maakt ook deel uit van
klantentevredenheid. De burger is zeer mondig. Daar moet een
grote, alerte communicatiebereidheid tegenover staan. De bur-
ger verwacht ook, en zeer terecht, transparantie. Transparantie
is er maar als er communicatie is. Volwassen organisaties on-
derscheiden zich bij uitstek door het belang dat ze daaraan
hechten.”
Woorden wekken, voorbeelden strekken“Wat beeldvorming betreft, is er inderdaad werk aan de winkel.
Vandaar ook de onderscheiding ‘Overheidsorganisatie van het
Jaar®’, naar het voorbeeld van ‘Onderneming van het Jaar®’.
De overheidsorganisaties moeten zien dat het bedrijfsleven hen
oprecht waardeert en dat het mogelijk is om met goed werk op-
gemerkt te worden. Medewerkers en managers moeten wéten
dat ze het verschil kunnen maken. Goede praktijken moeten an-
deren inspireren, bij de overheidsdiensten en tussen overheids-
diensten en privéondernemingen.”
“Positieve voorbeelden leiden tot een positieve beeldvorming.
Overheidsorganisaties zijn bezig met een dienstverlening die
van tel is in een samenleving. De relevantie van hun werk is in
maatschappelijke termen per definitie groot. Er is niets mis met
winst als drijfveer, maar voor overheidsinstellingen speelt dat
principe niet of toch minder. De mate waarin zij performant zijn,
bepaalt het evenwicht tussen waarden in een samenleving.”
56
Doorgelicht
Anderhalve minuut wachten“De media besteden wel aandacht aan de moeilijkheden die de
burger ondervindt met de overheid. En dat is goed, dat zet druk
op de ketel, dat vuurt het veranderingsproces aan. De burger is
ook aanzienlijk mondiger geworden en heeft veel meer commu-
nicatiemiddelen om, heel kort op de bal, lucht te geven aan zijn
genoegen of ongenoegen. Niet antwoorden, niet reageren: daar
kwam je vroeger nog mee weg, nu is dat dodelijk. Doorlooptijden
worden goed gemonitord intussen. Niet zolang geleden waren
er in het callcenter van een overheidsorganisatie wachttijden
tot een kwartier. Nu zitten ze op een gemiddelde van minder
dan anderhalve minuut.”
“Dat is vaak ook een kwestie van innovatie. De manier waarop
een overheidsorganisatie bijvoorbeeld zijn zeer complexe pro-
cessen eerst vereenvoudigt vooraleer ze door een nieuwe ICT
te sturen, is innoverend. Door zo’n vereenvoudiging geraken
mensen die vaak zorgbehoevend zijn sneller bediend. De auto-
matische toekenning van sociale rechten is innoverend. Het in-
stellen van gedeelde dienstencentra is innoverend: steden en
gemeenten aan de ene kant en OCMW’s aan de andere kant die
hun boekhouding en personeelsbeheer samenbrengen, met één
leidinggevende. OCMW’s die samen aankopen doen. Deze ‘shared
service’-aanpak wint veld. Er is dus een groot draagvlak bij de
overheid voor dat streven naar meer efficiëntie.”
The tone at the top“Als een overheidsorganisatie goed functioneert, speelt de com-
petentie van de leidinggevend ambtenaar daar een belangrijke
rol in”, oordelen ze bij EY. The tone at the top bepaalt de be-
reidheid tot dansen. “Als de topman/topvrouw erin slaagt
zijn/haar mensen te overtuigen van zijn/haar visie, en dus een
Ik ben tevreden dat deoverheid eindelijk werkmaakt van een nieuweambtenarenloopbaan,dat we collega’s kunnenhelpen om beter tepresteren en afscheidkunnen nemen vancollega’s die dat nietwensen. Ik hoop dat wemet de nieuwe loopbaannog trotser worden datwe ambtenaar zijn.”
Johan
57
58
visie en een strategie heeft en gedreven is door het bereiken
van een hoge managementkwaliteit, dan volgt het team.
En de vastbenoemde ambtenaar?De overheidsmanager heeft de handen nochtans niet helemaal
vrij. Het personeelsstatuut en dan vooral de vaste benoeming
van ambtenaren verhindert dat goed management rendeert.
“Als een overheidsmanager doet wat hij veronderstelt wordt te
doen, namelijk meer efficiëntie bewerken, zit hij aan het einde
van de rit met een probleem. Het werk is efficiënter georgani-
seerd en daardoor kan het met x-aantal mensen minder gebeu-
ren. Het verhaal eindigt met de vaststelling dat dat zou kunnen.
Omscholing kan soms een alternatief zijn.
“Als een medewerker twee jaar na elkaar een negatieve evalu-
atie krijgt, kunnen er gevolgen zijn. Maar laten we wel wezen:
twee jaar? Dat is toch erg lang. Leidinggevende ambtenaren
geven duidelijk aan dat ze vrijer willen zijn in hun personeels-
beleid. Nu is er de tweespalt ambtenaren-contractuelen.
Waarom zijn er contractuelen? Om het personeelsbeleid han-
teerbaar te houden. Natuurlijk valt er iets te zeggen voor een
vaste benoeming. Maar zoals het verschil tussen arbeiders en
bedienden op langere termijn onhoudbaar was, zo denken lei-
dinggevende ambtenaren dat ook het onderscheid tussen amb-
tenaren en contractuelen geen lang leven meer beschoren kan
zijn. Duidelijkheid hierover is ook in het belang van een genu-
anceerde beeldvorming.”
Ondernemers hebben kritiek op het overheidsbeslag. Maar, weet
EY, ze zijn nadrukkelijk vragende partij voor een efficiënte over-
heid: “Voor hen maakt het een groot verschil hoe lang ze moeten
wachten op bijvoorbeeld een bouwvergunning. In een bepaalde
Doorgelicht
59
stad heb je binnen de 60 dagen na je aanvraag een beslissing.
Ook om die reden moeten topambtenaren meer armslag krij-
gen.”
Wat aan de keizer toekomt“Topmensen zeggen: wij besparen, wij verbeteren onze efficiën-
tie, maar we hébben er niets aan. Onder president Sarkozy
mochten Franse overheidsdiensten de helft van wat ze uitspaar-
den houden, en opnieuw investeren. Hier kan dat niet en toch is
er, gelukkig, een grote gedrevenheid om te excelleren. Dus wat
hebben we nodig? Een soepel personeelsstatuut en een incentive
voor organisaties die het beter doen.”
“De overheid slaagt er in competente mensen binnen te halen,
en die mensen behoorlijk te betalen. Ze wordt gezien als een
aantrekkelijke werkgever die ver vooruit is, denk aan thuiswerk
en de combinatie werk-gezin. De weg is dus vrij. Ondernemers
komen luisteren naar topmensen uit de administratie: omdat ze
heel goed weten dat ze iets kunnen leren. Bij de overheid is er
een tendens om output te meten en is men niet bezig met aan-
wezigheidspolitiek.
Een luxeprobleemDe keuze uit de genomineerden was moeilijk. Ze waren sterk
aan elkaar gewaagd. “We hadden een luxeprobleem. De kandi-
daturen die de Academische Raad heeft geselecteerd voor de
finale juryberaadslaging zijn werkelijk stuk voor stuk overheids-
organisaties om u tegen te zeggen. Dat is nek aan nek.”
“We koesteren nu de hoop dat de voortrekkers voortaan de
toon zetten. Met elk jaar excellerende overheidsorganisaties
van het jaar moet dat lukken.”
60
Een minderheid van de ondervraagde ondernemers is
ervan overtuigd dat de federale overheden een cultuur
activeren die het ondernemerschap stimuleert, zo blijkt
uit de G20 Entrepreneurship Barometer van EY. Maar er is
hoop: meer samenwerking tussen kmo’s, grote ondernemingen
én goed functionerende overheidsorganisaties kan de
competentiepositie van de ondernemingen in dit land
versterken.
De G20, de groep van 19 industrielanden en de Europese Unie,
observeert een slabakkende economie. De ondernemersbaro-
meter van EY noemt ondernemers onontbeerlijk voor een eco-
nomische verbetering. Samen met grote ondernemingen én
overheden en dus overheidsorganisaties moeten ze de handen
in elkaar slaan: alleen met z’n drieën zijn ze sterk genoeg om
een economische omslag te verwezenlijken. Daarvoor is de toe-
gang tot kapitaal van belang.
Meten is wetenContinu meten en ondervragen is voor EY een van voorwaarden
om te weten wat ondernemers in de G20-landen echt nodig
hebben. De barometer – opgemaakt op basis van interviews met
meer dan 1.500 ondernemers in de G20- landen – bevat
Ondernemingscultuur
EY G20 Entrepreneurship Barometer 2013
61
concrete aanbevelingen die een beter ecosysteem voor onder-
nemers moeten opleveren: toegang tot kapitaal, een onderne-
merschapscultuur, gunstige belastingen en een aangepaste re-
gelgeving, opleiding en training en gecoördineerde steun. Uit
de barometer blijkt dat de nood aan gecoördineerde actie op
deze vijf gebieden groter is dan ooit tevoren.
Hand in eigen boezemSteek de hand in eigen boezem, concludeert EY, na de vaststel-
ling dat maar een klein aantal van de ondervraagde onderne-
mingen meent dat de federale overheid werkt aan een bedrijfs-
vriendelijke cultuur. Overheden moeten dringend een grondige
zelfevaluatie maken van hun ondernemingscultuur. Dit zelfon-
derzoek moet ertoe leiden dat overheden een goede financie-
ringspolitiek uitwerken, en het juiste type kapitaal beschikbaar
maken voor ondernemingen in alle fases van hun levenscyclus.
“Promoot actief de kracht van ondernemerschap als motor van
economische groei. Vier ondernemers als rolmodellen”, zegt
de studie.
EU is middenmoterIn de groep van de G20 speelt de Europese Unie haar rol in de
samenwerking tussen ondernemers, grote bedrijven en overhe-
den. Maar ze speelt die rol slechts als middenmoter, zeker niet
als leidende mogendheid. Hierna ziet u waar de EU gerangschikt
staat voor de vijf steunpilaren die in dit rapport zijn onderzocht.
In geen enkele onderzochte categorie is de EU primus inter pa-
res. De samenwerking van overheden, kmo’s en grote onderne-
mingen is een krachtige hefboom om daar verandering in te
brengen.
62
EY G20 Entrepreneurship Barometer 2013
Ranking Toegang Score Ondernemers- Score tot kapitaal cultuur
1 Verenigde Staten 7.12 Verenigde Staten 7.67
2 Verenigd Koninkrijk 6.86 Zuid-Korea 7.53
3 China 6.75 Canada 7.45
4 Canada 6.62 Japan 7.28
5 Australië 6.48 Australië 7.18
6 Zuid-Afrika 5.95 Verenigd Koninkrijk 7.00
7 Japan 5.81 Duitsland 6.88
8 Zuid-Korea 5.75 EU 6.07
9 Brazilië 5.67 Frankrijk 5.68
10 Indonesië 5.53 Rusland 5.05
11 India 5.48 India 4.95
12 EU 5.41 Brazilië 4.88
13 Saoudi-Arabië 5.25 Italië 4.67
14 Duitsland 5.23 Zuid-Afrika 4.33
15 Rusland 5.04 Turkije 4.30
16 Frankrijk 4.74 Argentinië 4.06
17 Turkije 4.57 Mexico 3.96
18 Mexico 4.42 China 3.88
19 Italië 4.03 Indonesië 3.80
20 Argentinië 3.27 Saoudi-Arabië 3.38
Het volledig rapport is beschikbaar op www.ey.com/G20
63
Belastingen en Score Opleiding en Score Gecoördineerde Scoreregelgeving training steun
Saoudi-Arabië 6.40 Frankrijk 6.58 Rusland 6.23
Canada 6.34 Australië 6.53 Mexico 5.89
Zuid-Korea 6.34 Verenigde Staten 6.50 Brazilië 5.87
Verenigd Koninkrijk 6.19 Zuid-Korea 6.40 Indonesië 5.84
Zuid-Afrika 6.10 EU 6.25 India 5.76
Japan 6.07 Verenigd Koninkrijk 5.98 China 5.75
Duitsland 5.84 Duitsland 5.89 Turkije 5.66
Australië 5.75 Argentinië 5.85 Zuid-Afrika 5.65
Rusland 5.65 Canada 5.81 Argentinië 5.64
EU 5.48 Brazilië 5.78 Duitsland 5.53
Turkije 5.45 Zuid-Afrika 5.67 Frankrijk 5.41
Indonesië 5.38 Saoudi-Arabië 5.66 Saoudi-Arabië 5.39
Verenigde Staten 5.33 Italië 5.47 EU 5.37
Mexico 5.21 Rusland 5.46 Zuid-Korea 5.36
Frankrijk 5.12 Mexico 5.32 Australië 5.31
China 5.07 Japan 4.72 Canada 5.29
Brazilië 4.83 Turkije 4.39 Verenigd Koninkrijk 5.19
Italië 4.76 China 4.35 Japan 5.04
India 4.39 Indonesië 3.88 Italië 4.97
Argentinië 4.31 India 3.49 Verenigde Staten 4.85
64
BNP Paribas Fortis
Er bestaan heel wat vooroordelen over de publieke
sector. Nochtans bewijst ‘Overheidsorganisatie van
het jaar®’ dat openbare instellingen bruisen van
vernieuwende ideeën. Sinds enkele jaren trekt ook
BNP Paribas Fortis volop de kaart van de innovatie in zijn
benadering van de publieke sector. We zijn dan ook bijzonder
trots dat we deze award kunnen steunen.
Duurzaamheid als gezamenlijke doelstellingWe willen een echt partnership aangaan met onze klanten uit
de publieke sector. “Dat betekent dat we al hun noden willen
begrijpen en er samen de gepaste oplossingen voor bedenken”,
zegt Marina Vanstipelen, Head of Public Banking bij BNP Paribas
Fortis.
“Op die manier kunnen we hen echt begeleiden bij al hun stra-
tegische projecten en denkoefeningen. Daarnaast zoeken we
gezamenlijk naar de meest geschikte formule of manier om
aan de behoeften te voldoen. Zo hebben we in overleg met de
sector alternatieven uitgewerkt voor financieringen op lange
termijn.”
Dat bevestigen ook Luc Hujoel en Luc Zabeau, respectievelijk
General Manager en CFO van Sibelga, dat de distributienetwer-
ken voor gas en elektriciteit beheert voor de gemeenten van
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. “We hebben onze financiële
behoeften grondig geanalyseerd en nagedacht over de beste
Samen nadenken over eengezamenlijke doelstelling.
65
66
manier om ze te financieren. In overleg met de teams van
BNP Paribas Fortis kozen we uiteindelijk voor een obligatie-
emissie. Zo kregen we niet alleen aantrekkelijke voorwaarden
qua rente en looptijd, maar bleef ook onze bankfinancierings-
capaciteit intact.”
De expertise van BNP Paribas Fortis in dit domein steunt op een
grondige kennis van de kapitaalmarkten, de mogelijkheid om
ingewikkelde constructies op te zetten en een uitgebreide
financierings- en plaatsingscapaciteit. Het is onze job om inves-
teerders te vinden. In 2012 en 2013 hebben we voor bijna
2 miljard aan obligaties uitgegeven voor rekening van organisa-
ties uit de publieke en non-profitsector.
Leren van onze klantenLuisteren vormt de basis van onze aanpak. Om publieke organisa-
ties optimaal te kunnen bedienen, moeten we de omgeving waarin
ze dagelijks actief zijn en hun reglementaire en operationele
belemmeringen kennen.
Bovendien mogen we niet vergeten dat deze organisaties met
belastinggeld werken, wat een rigoureus risicobeheer onont-
beerlijk maakt. Wat is dus onze opdracht? Niet: onze klanten zo
veel mogelijk winst laten maken. Wel: hen zo efficiënt mogelijk
laten werken. Duurzaamheid moet voor beide partijen centraal
staan.
Onze tussenkomst bestaat uit een gedegen voorbereiding,
gevolgd door uitgebreide besprekingen om tot de juiste oplossing
op het juiste moment te komen.
Muriel Reynaerts, relatiebeheerder: “Een klant die financiering
nodig heeft, stapt doorgaans op ons af met een heel precieze
vraag. Hij wil een product dat hij kent, meestal een bankkrediet.
Maar het is niet mijn taak om op deze concrete vraag te ant-
woorden, ik moet inspelen op de achterliggende behoefte. We
BNP Paribas Fortis
67
moeten dus samen met de klant nadenken over alternatieven
en hem begeleiden bij operaties die voor hem onbekend terrein
zijn. Zo hebben we in 2013 samen met de zaakvoerders van
Infrax (een van de netwerkbeheerders die in Vlaanderen instaan
voor nutsvoorzieningen zoals aardgas, elektriciteit, kabeltelevisie
en riolering) een ‘Euro Medium Term Note’-programma uitge-
werkt en gelanceerd. Meestal reageren de klanten eerst verrast,
maar al snel beseffen ze dat ze echt op onze expertise kunnen
rekenen. Al is het maar om de nodige documenten te verzamelen
of regelingen te treffen met de FSMA. Zo leren ze onze flexibili-
teit waarderen.”
De troeven van een sectoraanpakOm onze klanten een dienstverlening op maat te kunnen aan-
bieden, zijn onze relatiebeheerders georganiseerd per sector.
De verwachtingen van een universiteit of een ziekenhuis zijn nu
eenmaal anders dan die van een gemeente of intercommunale.
Als onderdeel van een wereldwijde groep kan BNP Paribas Fortis
ook terugvallen op de diensten van een uitgebreid team van ex-
perts (met kennis van kapitaalmarkten, rente, beleggingsfond-
sen, vastgoed, …). Zo zijn we uitstekend gewapend om, samen
met de organisaties uit de publieke sector, de uitdagingen van
morgen aan te gaan.
De behoeften van de sectorblijven groot. Erop inspelenvraagt creatieve oplossingen.
Dit is een bijzonder moment.
De overheid krijgtnamelijk niet
iedere dagfelicitaties van
De Tijd.
Ziet u al de mogelijkheden?
Maar daarom zijn ze niet minder gemeend. De Tijdwenst alle genomineerde overheidsorganisaties vanharte proficiat. Er waait een frisse wind door deoverheidsbedrijven met mooie resultaten als gevolg.Dat kunnen wij alleen maar toejuichen.
Naar het voorbeeld van het gerenommeerde
‘Onderneming van het Jaar®’, organiseert EY,
met steun van De Tijd en BNP Paribas Fortis,
nu ‘Overheidsorganisatie van het Jaar®’. Want het
wordt tijd om de clichés rond overheidsorganisaties
te nuanceren. In korte tijd is er veel veranderd.
Overheidsorganisaties zijn met een verrassende snelheid
gaan professionaliseren. En dat verdient aandacht,
aanmoediging en waardering. In dit boek leest u de
bevindingen van de EY-experts die de kandidaten
bezochten. “Voortdurend streven naar beter” vertelt
wat overheidsorganisaties bijzonder maakt en waarom
hun gedrevenheid en aanpak een inspiratie kunnen
betekenen. “Voortdurend streven naar beter” werpt
een overtuigende blik op de dynamiek en het sterke
professionalisme van overheidsorganisaties.
In samenwerking met
Hendrik Bogaert, Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken enModernisering van de Openbare Diensten
Een initiatief van