knie operatie

30
Uw knie-operatie stap voor stap Goede voorbereiding helpt u snel weer op de been! Orthopedie

Upload: amphia-ziekenhuis

Post on 29-Jul-2016

241 views

Category:

Documents


4 download

DESCRIPTION

Uitgebreide informatie om u goed voor te bereiden op uw knie-operatie vindt u in deze brochure.

TRANSCRIPT

Page 1: Knie operatie

Uw knie-operatie stap voor stapGoede voorbereiding helpt u snel weer op de been!

Orthopedie

Page 2: Knie operatie

3

HET GEBRUIK VAN DIT INFORMATIEBOEKJE

In dit boekje leest u alle belangrijke informatie over uw behandeling. Het is belangrijk om dit boekje bij ieder bezoek aan het ziekenhuis mee te nemen. Daarnaast informeren artsen en andere zorgverleners u zo goed mogelijk. Het is goed om u te realiseren dat uw persoonlijke situatie anders kan zijn dan in dit boekje is beschreven.

3

Page 3: Knie operatie

54

INHOUDSOPGAVE

Inleiding 5

Bereikbaarheidsgegevens 6

Polikliniek Orthopedie 9

Medische informatie over knieslijtage en knieprothese 15

Voorbereiding opname 21

Uw opname in het ziekenhuis 33

Na uw opname in het ziekenhuis 41

Fysiotherapie na een knieoperatie 51

INLEIDING

De orthopedisch chirurg heeft met u besproken dat een operatie nodig is. Voordat u zich aan uw knie laat opereren, moet u goed weten waarom een operatie nodig is, wat de operatie inhoudt en hoe het herstel van de operatie zal verlopen.

Zo’n operatie is geen kleinigheid en de revalidatie vraagt veel wilskracht en inspanning van de u en uw familie/mantelzorg. Een goede voorbereiding draagt zeker bij aan een vlot herstel. De groepsrevalidatie (Rapid Recovery) waaraan u na uw operatie zult deelnemen is bedoeld om u hierbij zo goed mogelijk te ondersteunen. Het is belangrijk dat u zich gedurende het gehele traject laat vergezellen door iemand die regelmatig bij u kan zijn, zodat deze begeleider/coach ook volledig op de hoogte is van het te volgen traject en u daarbij kan helpen.

Page 4: Knie operatie

76

BEREIKBAARHEIDSGEGEVENS

Bezoekadres Amphia Ziekenhuis, locatie Molengracht Molengracht 21, Postbus 90158 4818 CK Breda, 4800 RK Breda (076) 595 50 00

Bezoekadres Amphia Ziekenhuis, locatie Pasteurlaan Pasteurlaan 9, Postbus 67 4901 DH Oosterhout, 4900 AB Oosterhout NB (076) 595 50 00

Bezoekadres Amphia Ziekenhuis, locatie Etten-Leur Trivium 76 4873 LP Etten-Leur (076) 595 50 00

Locatie Pasteurlaan poli 11Locatie Molengracht poli Oost 23Locatie Etten-Leur Trivium 3e etage

Opnameplanning Orthopedie (076) 595 30 84 Bereikbaar tussen 13.30-15.30 uur

Intakeverpleegkundige (076) 595 44 17 Bereikbaar tijdens kantooruren

Polikliniek Orthopedie (076) 595 30 80

Verpleegkundig specialist (076) 595 53 84 (076) 595 15 03 (076) 595 21 87 Bereikbaar tijdens kantooruren

Voor ‘niet’ acute vragenE-mail [email protected] hoofdstuk ‘Na uw opname in het ziekenhuis’.

AfmeldenHeeft u een afspraak gemaakt en bent u onverhoopt verhinderd, laat dat dan zo snel mogelijk weten. U kunt meteen een nieuwe afspraak maken.

Bij vragen na opnameUnit 51, Molengracht (076) 595 49 51

Unit 53, Molengracht (076) 595 49 53

Unit 31, Pasteurlaan (0162) 32 78 31

Meer informatieInternetsite www.amphia.nl www.amphia.nl/filmpjes

Informatie over uw operatie kunt u ook makkelijk en gratis digitaal down-loaden op uw telefoon of tablet via een handige app. Deze app is te down-loaden voor iPhone, iPad en Android telefoons en tablets in de App Store of de Google Play Store (zoek op Amphia).

Page 5: Knie operatie

98

PolikliniekPolikliniekVragen en aantekeningen Polikliniek Orthopedie

Page 6: Knie operatie

1110

UW BEZOEK AAN DE POLIKLINIEK

Het spreekuurDe specialisten en medewerkers van de polikliniek streven ernaar om op tijd te werken. Helaas zijn wachttijden niet altijd te voorkomen. Loopt het spreekuur uit dan informeren wij u hierover.

Arts-assistentenAmphia heeft de kwalificatie om artsen op te leiden. Dit betekent dat u te maken kunt krijgen met artsen die zich specialiseren (assistenten) en met medisch studenten die hier hun praktijkervaring opdoen (co-assistenten). Soms nemen zij taken van de specialist over. Als zij dat doen leggen zij u uit wie zij zijn en vragen zij of u er bezwaar tegen heeft dat zij deze taken overnemen.

Verpleegkundig specialistUw orthopedisch chirurg kan u, afhankelijk van de reden van uw bezoek aan de polikliniek, doorverwijzen naar een verpleegkundig specialist. Deze verpleegkundig specialist kan u aanvullende informatie geven en u begelei-den tijdens uw behandeling. De verpleegkundig specialist orthopedie voert haar werkzaamheden uit in nauwe samenwerking en onder supervisie van de behandelende orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg is altijd bereikbaar om (eventueel tussentijds) mee te overleggen om zodoende een optimale zorg te garanderen.

Contact met de orthopedisch chirurgDe orthopedisch chirurg vraagt naar uw gezondheidsklachten en spreekt met u af welke aanvullende onderzoeken nodig zijn. U krijgt informatie over de oorzaak van uw klachten en over de behandeling. Als de informatie niet duidelijk is, geef dit dan aan. Heeft u vragen over bijvoorbeeld het doel van een onderzoek en de gevolgen van een behandeling, stel deze gerust.

Sommige onderzoeken vinden direct plaats en soms wordt u gevraagd daar-voor een aparte afspraak te maken.

Page 7: Knie operatie

1312

BehandelingTijdens uw afspraak op de polikliniek, kunnen uw orthopedisch chirurg en u besluiten tot een operatie of een andere medische behandeling. Als u hiervoor moet worden opgenomen, kunt u direct na uw afspraak met de orthopedisch chirurg door naar het voorbereidingsplein.Uitleg over het voorbereidingsplein volgt in een later hoofdstuk.

Verslag naar de huisartsZijn de onderzoeken en/of behandelingen afgerond en hoeft u niet meer terug te komen op de polikliniek, dan stuurt de arts een verslag van de be-vindingen naar uw huisarts. Bent u langer onder behandeling, dan doet de arts soms ook tussentijds verslag aan de huisarts.

MRSA bacterieAls u de afgelopen twee maanden in een buitenlands ziekenhuis bent ge-weest óf als u beroepsmatig contact heeft met levende varkens of kalveren of woonachtig bent op een varkens/ vleeskalveren-houderij, is het belangrijk dat u dit aangeeft vóór uw bezoek aan de polikliniek. U kunt dan name-lijk een bepaalde bacterie, MRSA geheten, bij u dragen. U ondervindt daar meestal zelf geen hinder van, maar deze bacterie kan gevaarlijk zijn voor andere patiënten. Is bovenstaande situatie voor u van toepassing, neem dan voor uw bezoek aan de polikliniek telefonisch contact met hen op.

Handig om te weten

ServicebureauIn de centrale hal van het ziekenhuis bevindt zich het Servicebureau. Hier kunt u terecht voor aanvullende informatie over aandoeningen en behande-lingen, meestal in de vorm van schriftelijke informatie.Ook voor adressen van patiëntenverenigingen kunt u hier terecht. De vrij-willigers van het Servicebureau zorgen tevens voor de eerste opvang van klachten. De openingstijden zijn: Maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 16.30 uur.

Rechten en plichtenIedere patiënt heeft rechten die wettelijk geregeld zijn in de Wet Genees-kundige BehandelingsOvereenkomst (WGBO). Zo heeft u recht op duidelijke informatie over uw ziekte, de diagnose en de behandelingsmogelijkheden. Ook moet u weten wat de gevolgen van een behandeling kunnen zijn en welke risico’s eraan verbonden zijn. Op basis van deze gegevens kunt u zelf beslissen of u de behandeling wel of niet wilt ondergaan. Pas als u toestem-ming heeft gegeven, mag de arts de behandeling uitvoeren. Een uitzonde-ring hierop zijn acute situaties waarin geen tijd of mogelijkheid is om de patiënt om toestemming te vragen.

U heeft ook recht op inzage, afschrift, correctie en verwijdering van uw medische gegevens. Houd rekening met een verwerkingstijd van vier weken. Bij het Servicebureau is een formulier beschikbaar waarmee u dit kunt aan-vragen. Of kijk op www.amphia.nl.

Naast rechten heeft u als patiënt ook plichten. U moet meewerken aan de overeengekomen geneeskundige behandeling door redelijke adviezen van de hulpverlener op te volgen en hem/haar duidelijk en volledig te informeren. U moet een goede gang van zaken in het ziekenhuis bevorderen door uw behandelafspraken na te komen of tijdig te annuleren wanneer u verhinderd bent. U moet respect en begrip tonen voor medepatiënten en medewerkers.

KlachtenAls u ontevreden bent over de gang van zaken in het ziekenhuis kunt u een klacht indienen. Een klacht of probleem kunt u het beste rechtstreeks bespreken met degene die de oorzaak is van uw onvrede. Komt u er samen niet uit dan kunt u terecht bij het Servicebureau. Hier kunt u mondeling uw klacht uiten en een klachtenformulier ophalen. Als u dit formulier invult en opstuurt, komt dit bij de klachtenfunctionaris die de klacht in behandeling neemt. Dit formulier kunt u ook invullen via de website www.amphia.nl.

Page 8: Knie operatie

1514

DE ORTHOPEDISCH CHIRURG HEEFT MET U GESPROKEN OVER:

• De oorzaak van uw klachten.• Welke onderzoeken noodzakelijk zijn.• Welke behandelingen mogelijk zijn.• Gevolgen bij het niet behandelen.• De operatie.• Kans op complicatie.• Deelname Rapid Recovery.• Neuskweek.

Medische informatie over knieslijtage en knieprothese

TEKST HIERONDER AANWEZIG, NIET ZICHTBAAR

Page 9: Knie operatie

1716

MEDISCHE INFORMATIE OVER KNIESLIJTAGE EN KNIEPROTHESE

KniegewrichtUw kniegewricht wordt gevormd door drie botuiteinden. Dit zijn de onder-kant van het dijbeen, de bovenkant van het scheenbeen en de knieschijf. Zowel het uiteinde van het dijbeen als de bovenkant van het scheenbeen is bedekt met een gladde laag kraakbeen. Ook de achterzijde van de knieschijf is hiermee bedekt. Dit kraakbeen is elastisch, kan schokken en stoten op-vangen. Tussen de botuiteinden van het dijbeen en het scheenbeen bevin-den zich in elke knie een meniscus aan de binnen- en aan de buitenzijde. De meniscus functioneert als een lager. Een stevig omhulsel (het ‘kapsel’) en de spieren houden de botdelen van een gewricht op hun plaats.

Oorzaken van klachtenBij sommige mensen wordt de kraakbeenlaag zo slecht van kwaliteit, dat deze gaat afslijten. Deze slijtage wordt artrose genoemd. Meestal betreft het gewone slijtage op oudere leeftijd, maar soms ook op jongere leeftijd. Oorzaken van slijtage in de knie zijn onder meer een ongeval, een bot-breuk, overgewicht of een reumatische ontsteking. Ook als uw meniscus verwijderd is, verhoogt dit de kans op slijtage. Als een kniegewricht ernstig beschadigd of versleten is, kan vervanging van het gewricht door een knie-prothese noodzakelijk zijn. Het belangrijkste doel van een plaatsing van een knieprothese is pijnbestrijding in de versleten knie.

KlachtenBij een beschadigde of versleten knie treedt pijn meestal op bij (trap) lopen en lang staan. Ook startpijn komt voor. Fietsen levert doorgaans de min-ste pijnklachten op. In een vergevorderd stadium treedt verstijving op. Er ontstaat dan bewegingsbeperking waardoor volledige strekking van de knie onmogelijk wordt. Ook kan zich een X- of O-beenstand ontwikkelen waarbij de knie in toenemende mate moe en instabiel aanvoelt.

Page 10: Knie operatie

1918

Verminderen van de klachtenEr zijn verschillende mogelijkheden om de klachten te verminderen. In overleg met de orthopedisch chirurg wordt er een persoonlijk behandelplan opgesteld. Eerst wordt een niet-operatieve (conservatieve) behandeling geprobeerd, met bijvoorbeeld:

• Pijnstillers, die de arts voorschrijft.• Lopen met een stok.• Gewichtsvermindering.• Kniebrace of ander hulpmiddel.• Fysiotherapie: de fysiotherapeut probeert door middel van oefeningen

de pijn te verlichten en uw kniegewricht zo beweeglijk mogelijk te houden.

Als deze behandeling ontoereikend is, wordt een operatieve behandeling overwogen. De orthopedisch chirurg bespreekt dan met u de mogelijkheden van het vervangen van het versleten kniegewricht door een knieprothese.

KnieprotheseKnieprothesen zijn grofweg in te delen in twee typen: de totale knieprothe-se en de halve knieprothese. De orthopedisch chirurg bespreekt met u welke vorm voor u het meest geschikt is. Dit is vooral afhankelijk van de plaats en de mate van slijtage van uw knie en of er bijkomend letsel bestaat zoals bijvoorbeeld een kruisbandprobleem of een standsafwijking.

Totale knieprotheseDe totale knieprothese bestaat meestal uit twee meta-len delen. Soms wordt het gewrichtsvlak van de knie-schijf ook vervangen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een kunststof prothese. Van de gewrichtsknokkels van zowel dijbeen als scheenbeen wordt ongeveer een centimeter verwijderd. Hierop wordt een metalen gewrichtsvlak bevestigd met een soort cement. Tussen de twee metalen delen komt een polyethyleen (kunst-stof) schijfje zodat er geen contact is tussen de twee metalen delen.

Halve knieprotheseWanneer uw knie slechts aan één kant door artrose is aangetast, kan de orthopedisch chirurg besluiten een halve knieprothese te plaatsen. Deze halve knieprothese is een prothese die alleen aan de binnenkant of aan de buitenkant van de knie geplaatst wordt. De niet aangetaste gewrichtsoppervlakken aan de andere kant van de knie blijven behouden.

De halve knieprothese kan in vergelijking met een totale knieprothese via een veel kleinere operatiewond geplaatst worden. Men spreekt dan van een ‘mini-open operatietechniek’. Als deze techniek toegepast wordt, heeft u minder pijn na de operatie, verloopt de algehele revalidatie snel en kan u de knie goed buigen.

De operatieDe operatie vindt plaats onder algehele narcose of onder plaatselijke verdoving (ruggenprik). De ruggenprik kan worden gecombineerd met een slaapmiddel, waardoor u niets van de operatie merkt. De anesthesist of anesthesiemedewerker heeft dit met u besproken op het voorbereidingsplein.

De knieprotheseOm het kniegewricht te kunnen bereiken, maakt de orthopedisch chirurg een snede van ongeveer 20 cm aan de voorkant van uw knie. Hij verwijdert de aangetaste gewrichtsvlakken. Met speciale instrumenten wordt het bot aangepast aan de vorm van de prothese. Dan plaatst de chirurg de prothese en sluit de operatiewond. De operatie duurt gemiddeld anderhalf uur.

Toestemming voor een operatieAls u een operatie moet ondergaan is het van belang dat u het daarmee eens bent. Dat lijkt een formaliteit, maar het is en blijft een serieuze aange-legenheid. Bespreek daarom voor de operatie al uw vragen en zorgen.

Vaak wordt u gevraagd of u de gang van zaken rondom de operatie heeft begrepen. U moet zich dan afvragen of de voorlichting die u heeft gekregen,

Page 11: Knie operatie

2120

voor u voldoende is geweest. Pas dan kunt u achter de beslissing staan en uw toestemming geven voor de operatie.

Niet iedereen wil alle specifieke details over de procedure rond de operatie weten. Toch is het verstandig wanneer u goed geïnformeerd bent. Nadat u alle informatie heeft ontvangen zou u eigenlijk een antwoord moeten weten op vragen als:

• Wat zijn de beweegredenen van mijn arts om bij mij een operatie voor te stellen?

• Zijn er eventueel andere behandelmogelijkheden?• Wat kan er gebeuren als ik mij niet laat opereren?• Wat wordt er bij een operatie gedaan?• Wat zijn de risico’s van de operatie?• Welk resultaat mag ik van de operatie verwachten?• Welke invloed heeft de operatie op mijn gezondheid en kwaliteit van

leven?• Is ziekenhuisopname noodzakelijk en zo ja, hoe lang kan de opname

duren?

Veel van deze vragen zijn al spontaan door uw orthopedisch chirurg tijdens de voorlichting over de operatie beantwoord. Het is daarbij goed te reali-seren dat geen enkele orthopedisch chirurg het resultaat van een operatie volledig kan garanderen. Er zijn zoveel factoren die een rol kunnen spelen. Zo is elke operatie weer anders en afhankelijk van lokale omstandigheden en reacties van elke individuele patiënt.

Tot slotBent u van mening dat bepaalde informatie ontbreekt of onduidelijk is, dan raden wij u aan contact op te nemen met de verpleegkundig specialist of de intake verpleegkundige (voor telefoonnummers van deze aanspreekpunten zie hoofdstuk Bereikbaarheidsgegevens).

Voorbereiding opname

Page 12: Knie operatie

2322

VOORBEREIDING VOOR OPNAME

VoorbereidingspleinZodra besloten is dat u geopereerd wordt, gaat u vanuit de orthopedische polikliniek door naar het voorbereidingsplein. Op het voorbereidingsplein gaat u langs bij:

• De apothekersassistentie (alleen wanneer u medicijnen gebruikt).• De anesthesiemedewerker, waar u een intakegesprek krijgt over de

verdoving tijdens de operatie.• De intakeverpleegkundige / opnameverpleegkundige legt uw

persoonlijke situatie vast en bekijkt samen met u naar de thuissituatie.• De opnameplanning. Zij schrijven u in voor de operatie. Als het mogelijk

is krijgt u de operatiedatum al te horen. Soms is dit niet mogelijk, bijvoorbeeld doordat er nog aanvullend onderzoek nodig is, dan wordt u op de wachtlijst geplaatst.

Page 13: Knie operatie

2524

ApothekersassistenteAls u medicijnen gebruikt, neemt de apothekersassistente uw lijst met u door.

Anesthesiemedewerker/anesthesioloogDeze bespreekt met u de mogelijkheden en de risico’s van de verdoving. Daarbij rekening houdend met de aard van de operatie, uw algehele con-ditie, eerdere operaties en verdovingen, overgevoeligheden (allergieën), medicijngebruik en uw wensen. Alle vragen over de verdoving kunt u tijdens dit gesprek stellen.

Aandacht voor uw algehele lichamelijke conditieHet inbrengen van een prothese is een grote operatie, die altijd met bloed-verlies gepaard gaat. Met name dit bloedverlies zorgt ervoor dat u zich na de operatie slap kunt voelen. In verband met het snel opstarten van de revalida-tie en de korte opnameduur in het ziekenhuis, is het van belang dat u zich zo snel mogelijk na de operatie weer goed voelt. In ons ziekenhuis streven we ernaar om u voor de ingreep in een optimale conditie te brengen.

BloedarmoedeAls uit het bloedonderzoek blijkt dat u een lichte bloedarmoede heeft, schrijft de anesthesioloog een recept voor Eprex en ijzertabletten voor. Om zo uw bloed in de beste conditie te brengen voor de operatie.

Eprex wordt in vier injecties gegeven. De injecties worden al in de thuissitua-tie toegediend door een verpleegkundige van de Eprex Thuisservice. Het kan zijn dat u de vierde injectie nog in het ziekenhuis toegediend moet krijgen. Vertel dit dan bij opname. U moet bij deze injecties ook de ijzertabletten slikken. Die zorgen voor een goede opbouw van de rode bloedcellen.

Wanneer moet u stoppen met de bloedverdunnende en/of andere medicijnen?Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, is het soms noodzakelijk dat u enkele dagen voor de operatie stopt met het innemen ervan. Dit kan ook gelden voor eventuele andere medicijnen die u gebruikt. Stop niet uit eigen beweging! Uw orthopedisch chirurg en anesthesioloog/ anesthesiemede-werker bespreken tijdens uw bezoek aan de polikliniek en voorbereidings-plein met u wanneer u met welke medicijnen moet stoppen.

Of eventueel aanvullend onderzoek nodig is, is afhankelijk van uw leeftijd en gezondheidstoestand.

Onderdelen van het onderzoek kunnen zijn:• Bloed en urine onderzoek• Hartfilmpje (ECG)• X-thorax (longfoto)

Eventueel verder onderzoek bij de internist, de cardioloog of een andere specialist.

Preoperatieve screening op staphylococcus aureus in de neusEen prothese-operatie is een ingreep die belastend kan zijn voor het lichaam en die gevoelig is voor infecties. Voor de operatie mogen er daarom geen bronnen van infectie in uw lichaam zijn. Een slecht gebit dient bijvoorbeeld voor de opname te zijn gesaneerd. Bijzondere aandacht verdienen infecties van onder andere keel, blaas, onderlichaam, tenen en voeten. Heeft u een infectie of denkt u die te hebben, meld dit dan aan de medewer-ker van het voorbereidingsplein.

Om bacteriën, die gevaarlijk kunnen zijn wanneer u een prothese krijgt, op te sporen wordt standaard met een wattenstokje wat neusslijm afgenomen door de polikliniekassistente. Vervolgens wordt de neus uitstrijk (kweek) naar het laboratorium gestuurd voor onderzoek. U krijgt hierover tevens een informatiefolder ‘Voorkomen wondinfectie door Staphylococcus aureus’. Als uit de neus uitstrijk (kweek) is gebleken dat u geen drager bent van bacterie Staphylococcus aureus dan ontvangt u geen recept thuis. Indien u positief wordt bevonden ontvangt u per post een recept voor de neuszalf en desinfecterende zeep.

De behandeling van staphylococcus aureus voorafgaand aan uw orthopedische operatieHet doel van deze behandeling is het voorkómen van infecties met de bacte- rie Staphylococcus aureus (S. aureus). De behandeling verwijdert de bacterie op een snelle manier uit de neus en van de huid. De bacterie S. aureus komt voor in de neus bij 20 tot 30% van de gezonde mensen. Daar doet hij geen

Page 14: Knie operatie

2726

kwaad en u merkt er niets van. Als iemand met de bacterie in de neus wordt opgenomen in het ziekenhuis, heeft hij echter een drie maal grotere kansop een infectie met S. aureus ergens anders in het lichaam. Een voorbeeld hiervan is een infectie aan de wond na een operatie. Deze kortdurende be-handeling verkleint de kans op een infectie. De behandeling bestaat uit het gebruik van een neuszalf en het wassen met een desinfecterende zeep.

NeuszalfU start met de behandeling drie dagen voor de operatie. De neuszalf moet gedurende 5 opeenvolgende dagen twee maal daags aangebracht worden. (Er zijn geen bijwerkingen bekend van de neuszalf). Toediening van de neuszalf gebeurt als volgt:

• Doe een kleine hoeveelheid zalf (ter grootte van een luciferkopje) op een droog wattenstokje.

• Breng de zalf aan in het voorste gedeelte van één van de neusgaten.• Doe hetzelfde met zalf in het andere neusgat. Gebruik een schoon

wattenstokje.• Druk de neus met duim en wijsvinger dicht en masseer zachtjes

gedurende 10 seconden.

Desinfecterende zeepU start met de behandeling drie dagen voor de operatie. De desinfecteren-de zeep moet gedurende 5 opeenvolgende dagen éénmaal daags gebruikt worden.

• Gebruik van de desinfecterende zeep vervangt het gebruik van ‘normale’ zeep.

• Het gehele lichaam, met uitzondering van het haar, dient met desinfecterende zeep gewassen te worden.

U neemt de neuszalf en de desinfecterende zeep mee naar het ziekenhuis om de behandeling af te maken.

Intake verpleegkundige / opname verpleegkundigeZij voert met u een gesprek dat gericht is op uw opname in het ziekenhuis en de periode erna. Samen met u wordt besproken wat er allemaal geregeld moet worden. Zij adviseert u wat te doen of zij onderneemt zelf actie. Indien er nazorg geregeld moet worden vindt het gesprek altijd plaats op locatie Molengracht.

Eventueel geregelde thuiszorg:

VoorlichtingsbijeenkomstVoor alle patiënten die een knieprothese krijgen, organiseert Amphia een gezamenlijke voorlichtingsbijeenkomst. Tijdens deze 1,5 uur durende bijeen-komst komen meerdere disciplines aan bod:

• De verpleegkundig specialist. Zij geeft informatie over het medische orthopedische gedeelte. Medische vragen kunt u aan haar stellen.

• De fysiotherapeut geeft u uitleg over het Rapid Recovery revalidatie-programma. Alvast wat tips: • Als u uw operatiedatum te horen krijgt, neem contact op met uw

fysiotherapeut zodat hij u alvast in kan plannen na de operatie.• Informeer bij uw zorgverzekeraar naar de vergoeding voor fysio-

therapie. Eventueel kunt u uw aanvullende verzekering aanpassen.

Wat neemt u mee naar deze bijeenkomst:• Uw coach.• Uw informatieboekje.

Rol van de coachBij het herstel gedurende de eerste twee maanden na een knieoperatie kan een vertrouwd iemand een belangrijke rol spelen. Het woord coach zegt het al; hij/zij is uw begeleider, helper en aanmoediger in de herstelfase. Om dit goed te doen, is het belangrijk dat de coach vanaf het begin zoveel mogelijk overal bij betrokken is. Een coach kan een partner zijn, maar ook een kind of

Page 15: Knie operatie

2928

een vriend/vriendin. Het is raadzaam dat uw coach aanwezig is bij het be-zoek aan de voorlichtingsbijeenkomst, de instructies door de fysiotherapeut tijdens uw opname en de wondverzorging.

De rol van de coach tijdens de opname is vooral gericht op betrokkenheid bij de instructies over de wondverzorging en de leefregels voor de eerste twee maanden. Het juist opvolgen hiervan bevordert het herstel en kan compli-caties voorkomen. Daarnaast kan de coach tijdens de opname langskomen voor een stimulerend en opbeurend praatje en hulp bieden in de huiskamer.

Daarbij kunt u denken aan:• Het aangeven van drinken of de krant.• Meekijken tijdens de fysiotherapie. Uw coach ziet dan zelf hoe snel u

herstelt. We hopen dat uw coach hierdoor ‘gemakkelijker’ met u kan meedenken, vragen kan stellen en goed op de hoogte is van wat u wel en niet kan en mag na de operatie.

• Bijdragen aan gezelligheid voor de patiënt.

Wij vinden het fijn als uw coach die rol wil vervullen. Er wordt een behoor-lijke inzet van hem/haar gevraagd. Het is voor de coach echter niet nodig om constant aanwezig te zijn. We kunnen ons voorstellen dat dit misschien niet altijd mogelijk is. De rol van coach mag verdeeld worden over meerdere personen. Overleg samen met de coach en de verpleegkundige hoe de rol als coach het best ingevuld kan worden.

ErgotherapieErgotherapie is bedoeld voor mensen die door een (chronische) ziekte, operatie of trauma beperkt zijn in het uitvoeren van hun dagelijkse hande-lingen, zoals zelfverzorging, huishouden, werk/school, hobby’s en vervoer. De ergotherapeut helpt u om deze handelingen weer zo zelfstandig mogelijk uit te kunnen voeren.

In de eerste weken na de operatie bent u misschien wat beperkt in een aan-tal activiteiten. Dit kan zijn bij:• Het wassen en drogen van de voeten.• Aankleden van het onderlichaam.• Het strikken van veterschoenen.

• Opstaan van het toilet of bed met normale hoogte.

De ergotherapeut heeft hiervoor een aantal oplossingen. Hieronder worden verschillende hulpmiddelen en adviezen aangegeven.

Hulpmiddelen ten behoeve van de dagelijkse verzorging• Helping hand/ grijper: hiermee kunt u spullen van de grond pakken.• Sok aantrekker: hiermee kunt u uw sokken aantrekken. Deze is alleen

geschikt voor sokken en pantykousen, NIET voor elastische kousen/steunkousen.

• Lange schoenlepel: hiermee kunt u uw schoenen aan- en uittrekken zon-der te bukken.

• Elastische schoenveter: vervang uw gewone veter door de elastische ve-ter en strik eenmalig uw schoen. De veter rekt mee als de voet erin gaat en krimpt weer in als de voet er in zit. De schoen heeft nu een instap functie.

• Badborstel: hiermee kunt u de onderbenen en voeten wassen. De badbor-stel kan ook worden gebruikt om onder- benen en voeten te drogen door een droog washandje om de badborstel te binden.

• Bretels: hiermee kunt u uw (onder) broek aantrekken. Door de bretels aan de voor- en achterkant van uw (onder) broek te bevestigen, kunt u m.b.v. de bretels uw (onder) broek omhoog te trekken.

Hulpmiddelen en adviezen ten behoeve van de thuissituatie

Badkamer & toilet• Verwijder losliggende wc– en badmatjes tijdelijk, dit om te voorkomen

dat u hierover struikelt/valt.

Badkamer• Douche: plaats een antislipmatje in de douche. Water en zeep maken dat

de vloer gladder wordt, waardoor er meer risico is op uitglijden. M.b.v. een antislipmat verkleint u dit risico. U mag zowel staand als zittend douchen, indien u zittend wilt douchen kunt u een douchestoel huren bij de thuiszorgwinkel.

• Badplank: als u thuis alleen een bad heeft dan is de badplank een prima hulpmiddel om toch gebruik te kunnen maken van het bad. De badplank

Page 16: Knie operatie

3130

wordt geklemd tegen de badranden met behulp van verstelbare pootjes. Stap tot aan de rand van het bad met de krukken. Draai met de rug naar de badplank (dus met de kuiten tegen het bad). Ga erop zittenen til de benen over de badkuiprand door als een geheel te draaien, Bij het heffen van de benen over de rand kan het geopereerde been ondersteund wor-den met het niet geopereerde been of met beide handen. Om uit bad te stappen tilt u eerst de benen over de badkuiprand terwijl u zich als een geheel draait op de badplank. Vervolgens duwt u zich af op de badplank om recht te komen staan.

Toilet• Toilet: u kunt makkelijker opstaan en gaan zitten als uw toilet verhoogd

is. Indien uw toilet niet verhoogd is dan kunt u, indien nodig, bij de thuiszorgwinkel een toiletverhoger huren. LET OP: het is belangrijk dat de voeten steun hebben op de grond.

Slaapkamer• Bed: als het bed te laag is, kan het opstaan lastig zijn. Het is dan

mogelijk om het bed op te hogen. Dit kan met klossen, te huur bij de thuiszorgwinkel, die u onder de poten van het bed plaatst om het bed te verhogen. Ook kunt u het matras verhogen door er een extra matras op te plaatsen. Het is dan wel belangrijk om een spanband om de matrassen te bevestigen zodat deze niet kunnen schuiven.

Vervoer• Plastic vuilniszak: het in en uit stappen bij een auto kan lastig zijn. U

kunt dit makkelijker maken door de autostoel een stuk naar achteren te schuiven en de rugleuning een stukje naar achteren te zetten. Op het kussen/de zitting kunt een plastic zak leggen, dit zorgt ervoor dat u, als u zit, makkelijker in en uit de auto kunt draaien. Verwijder de plastic zak voordat de auto gaat rijden. Haal de plastic zak eerst onder het niet geopereerde en dan aan het geopereerde been uit.

Er zijn ook draaischijfkussens, dat is een kussen met een draaischijf erin dat ervoor zorgt dat u makkelijk in en uit de auto kunt draaien.

U kunt gedurende de autorit op dit kussen blijven zitten.

In- en uitstappen auto:• Zorg er bij het parkeren van de auto voor, dat deze niet te dicht naast de

stoeprand wordt geparkeerd. Dit maakt zowel het in als het uitstappen lastiger, de stoeprand ligt hoger dan het wegdek.

Page 17: Knie operatie

3332

Uw opname in het ziekenhuis

Page 18: Knie operatie

3534

RAPID RECOVERY PRINCIPE

Rapid RecoveryIn Amphia wordt de knieoperatie uitgevoerd als onderdeel van de zoge-naamde ‘Rapid Recovery methode’.

De Rapid Recovery methode gaat uit van de filosofie dat de impact die de ingreep op uw lichaam en geest heeft, zoveel mogelijk geminimaliseerd moet worden. Dit wordt mogelijk gemaakt door een goede voorbereiding op hetgeen u tijdens en na de ingreep te wachten staat en een snelle start van de mobilisatie, met zo min mogelijk pijn, direct na de knieoperatie.Met name deze snelle mobilisatie blijkt voor een beter en sneller herstel te zorgen. Bij Rapid Recovery staan kwaliteit van zorg, cliëntveiligheid, actie-ve deelname en uw eigen verantwoordelijkheid centraal. De behandeling wordt uitgevoerd door een multidisciplinair team.

Door goede en andere pijnstilling met onder andere zenuwpijnremmers en inspuiting van lokale verdoving rondom het gewricht, ervaart u de pijn min-der en kan de revalidatie vrijwel direct na de operatie beginnen. Op de kamer waar u bijkomt na de operatie kan het geopereerde been al actief worden bewogen. Dit wordt gedaan door een fysiotherapeut of verpleegkundige.Na vier uur mag u zelfs al naast het bed staan en een stukje lopen.

Vooraf is elke stap van de revalidatie en de vroege mobilisatie goed met u doorgesproken, zodat u actief kan bijdragen aan uw eigen herstel.

Tijdens de opname krijgt u twee keer per dag fysiotherapie. In de ochtend vindt dit groepsgewijs plaats en ’s middags individueel. Na elke oefensessie wordt met u bekeken of het ontslag plaats kan vinden.

Page 19: Knie operatie

3736

DE DAG VAN OPNAME EN OPERATIE

Het personeel van de verpleegafdeling wil u langs deze weg welkom heten en u een voorspoedig herstel toewensen. Wij realiseren ons dat deze opna-me voor u een ingrijpende gebeurtenis kan zijn. Om u sneller wegwijs te maken op de afdeling hebben wij een aantal zaken voor u op papier gezet.

Wat brengt u mee naar het ziekenhuis?Wanneer u voor opname naar het ziekenhuis komt, neemt u naast de ge-bruikelijke zaken zoals ondergoed, nachtgoed en toiletartikelen ook mee:

• Dit boekje.• Uw krukken of ander hulpmiddel bij het lopen.• De medicijnen die u thuis al gebruikt, in de originele verpakking. (Over-

leg altijd met de verpleegkundige die voor u zorgt, voordat u uw eigen medicatie inneemt.)

• Gemakkelijke ruim zittende kleding (geen knellende onderkleding of panty’s).

• Schoenen of pantoffels om overdag te dragen. Zorg voor stevig schoei-sel met een brede hak en met veters of klittenband. Slippers zijn niet geschikt.

• Een lange schoenlepel.• Reanimatiebesluit.

Ontvangst op de verpleegafdelingU wordt opgenomen op een verpleegafdeling voor het specialisme ortho-pedie. De opnameplanner orthopedie belt u een week voor de operatie om de opnamedatum door te geven en vertelt u op welke locatie en afdeling u wordt verwacht. Een verpleegkundige ontvangt u en uw coach en geeft u in-formatie over de voorbereiding op de operatie en de gang van zaken tijdens uw verblijf op de afdeling. Daarnaast controleert de verpleegkundige een aantal persoonlijke gegevens. U krijgt tijdens dit gesprek de gelegenheid om vragen te stellen. De opnamedag is tevens de operatiedag.

Voorbereiding op de operatieNa het gesprek met de verpleegkundige wordt u verder voorbereid op de operatie. Uw bloeddruk, pols en temperatuur worden gemeten. De verpleeg-

kundige verwijdert met een tondeuse de haren rondom het operatiegebied, als dit nodig is. De verpleegkundige brengt ook een markering aan op het te opereren been. Verder krijgt u pre-medicatie die is voorgeschreven door de anesthesioloog en u krijgt een operatiebroekje en operatiehemd aan.

Het is niet toegestaan tijdens de operatie nagellak, make-up en sieraden te dragen. Het gebruik van bodylotion voor de operatie is ook niet toegestaan, omdat het dan moeilijker is om de huid te desinfecteren.

Na deze voorbereidingen bent u klaar voor de operatie. De verpleegkundige brengt u vanaf de afdeling in uw bed naar de voorbereidingsruimte (hol- ding) op de operatieafdeling. In de voorbereidingsruimte is het kouder dan op de afdeling. Mocht u het erg koud vinden, dan kunt u om een extra deken vragen.

Na de operatieDe operatie duurt ongeveer anderhalf uur, daarna verblijft u op de uitslaap- kamer (recovery). Op de uitslaapkamer wordt een röntgenfoto van uw knie gemaakt.Uw bloeddruk, pols en temperatuur worden gecontroleerd. U kunt een zuurstof slangetje (brilletje) in uw neus hebben om het zuurstof gehalte in uw bloed op peil te houden. Daarnaast wordt er met een soort echo naar de inhoud van de blaas geke-ken. Zit uw blaas te vol en kunt u nog niet goed plassen, dan wordt er een (tijde-lijk) slangetje in uw blaas ingebracht om de urine te verwijderen.

U kunt pijn voelen. De recoveryverpleegkundige geeft pijnstilling. Als de pijn onder controle is en uw bloeddruk, pols en temperatuur stabiel zijn bepaalt de anesthesioloog wanneer u terug mag naar de afdeling. De afdelings- verpleegkundige komt u dan ophalen.

Wij nemen contact op met uw coachZodra u terug bent op de afdeling neemt de verpleegkundige telefonisch contact op met uw coach. De verpleegkundige overlegt dan ook met uw coach hoe laat hij/ zij het beste langs kan komen.

Page 20: Knie operatie

3938

Buiten de coach gelden voor overige bezoekers de algemene bezoektijden van het ziekenhuis. Deze zijn dagelijks van:• 13.30 - 14.30 uur• 18.30 - 20.00 uur

Terug op de afdelingOp de afdeling begint u ook direct met het bewegen van de benen. Binnen enkele uren begint het mobiliseren. Na de operatie komt de verpleegkundige regelmatig bij u om te kijken of alles goed gaat. De verpleegkundige contro-leert regelmatig uw bloeddruk, pols, temperatuur, hoeveelheid wondvocht, blaasinhoud, pijnervaring, de houding, de gevoeligheid en beweeglijkheid van het been.

• Iedere werkdag loopt een orthopeed, arts assistent of verpleegkundig specialist visite.

• U krijgt antibiotica via het infuus om infecties te voorkomen.• U krijgt vanaf vandaag iedere dag een injectie ter preventie (voorkomen)

van trombose.• Na de operatie mag u gelijk eten en drinken mits u niet misselijk bent en

zich goed voelt.

Het eerste herstel na de operatie.Zodra de verdoving uitgewerkt is begint u met het bewegen van de benen. Binnen vier uur na de operatie gaat u uw eerste stappen alweer maken met een loophulpmiddel, onder begeleiding van een verpleegkundige of fysiotherapeut in uw gewone kleding. Op de afdeling krijgt u nog twee keer antibiotica, daarna wordt uw infuus verwijderd, zodat u zonder slangetjes kunt bewegen.

Als het kan mag u de dag van de operatie al onder begeleiding naar het toilet lopen. Standaard krijgt u pijnstilling, een medicijn om kalkafzetting op de prothese te voorkomen, dit is tevens ook een pijnstiller. Daarnaast krijgt u nog een medicijn ter bescherming van de maag. Op de dag van de operatie start u met het injecteren ter preventie van trombose (antistollingsmedi-cijn). De verpleegkundige begeleidt u hierin.

De dag na de operatie wordt er bloed afgenomen. U krijgt hulp bij de licha-

melijk verzorging in de badkamer. U kunt zelf aangeven wat u wel en niet kunt. Na de verzorging gaat u onder begeleiding naar de therapiekamer voor de ochtendsessie fysiotherapie. De fysiotherapeut neemt met u de oefenin-gen door, waardoor u straks weer zo goed mogelijk kunt lopen.

’s Middags oefent de fysiotherapeut individueel met u. Het oefenen in de groep en individueel met de fysiotherapeut is echter niet voldoende. Het is de bedoeling dat u ook de momenten tussendoor benut om de oefeningen te herhalen. U vindt de oefeningen in deze informatiefolder. Uw coach is iedere dag welkom vanaf 10:00 tot 20:00 uur.

WondlekkageU kunt de eerste dagen na de operatie nog bloed of wondvocht verliezen uit de wond. Dit maakt deel uit van het normale genezingsproces.

ZwellingAls u na de operatie lang rechtop zit, treedt er vaak een zwelling (=vocht- ophoping) op in uw onderbeen. Om deze zwelling te voorkomen is het zinvol 2 à 3 maal per dag, bijvoorbeeld na de maaltijd, gedurende een uur (bed) rust te nemen in een houding waarbij de benen omhoog liggen. Te lang in een stoel blijven zitten (langer dan een uur, met de voeten op de grond) kan de zwelling in stand houden en bovendien verstijving van de spieren en gewrichten veroorzaken. Daarom is het goed regelmatig te wandelen en vaak van houding te veranderen. Ondanks deze maatregel kan de zwelling maandenlang aanhouden, waardoor u moeilijker kunt lopen en bewegen. Wij adviseren u ondanks een eventuele zwelling toch gewoon door te gaan met de opbouw van uw activiteitenpatroon.

OntslagWanneer u aan de volgende criteria voldoet, kunt u met ontslag:

• Geen medisch inhoudelijke bezwaren.• Zelfstandig lopen met loophulpmiddel.• Zelfstandig in en uit bed.• Zelfstandig van en naar toilet.• Traplopen indien nodig.• Het buigen van de knie gaat vooruit.

Page 21: Knie operatie

4140

Na elke oefensessie wordt met u bekeken of het ontslag plaats kan vinden. Heeft u vragen? Stel ze aan de verpleegkundige.

De laatste regelzaken voor ontslagDe verpleegkundige regelt alle formaliteiten rond uw ontslag, zoals:

• Afspraken voor het verwijderen van uw hechtingen op de wondpolikliniek en een controle bij de verpleegkundig specialist.

• Recepten voor uw medicijnen. Deze krijgt u mee naar huis.• Fysiotherapie gaat thuis ook nog door. U krijgt een brief mee voor de

fysiotherapeut bij u in de buurt.

Advies nodig?Bij vragen en/of problemen kunt u contact opnemen met de personen/ telefoonnummers die in deze informatiefolder vermeld staan.

Wij hopen dat uw verblijf op onze afdeling prettig is verlopen.

Na uw opname in het ziekenhuis

Page 22: Knie operatie

4342

NA UW OPNAME IN HET ZIEKENHUIS

Mogelijke complicaties die zich kunnen voordoen zijn:• Trombose: Om de kans op trombose te verkleinen spuit u gedurende

zes weken, dus ook thuis, een injectie. Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Dan bespreekt de orthopedisch chirurg met u of u dit moet blijven doen.

• Infectie: Na de operatie krijgt u antibiotica via het infuus om infectie van de prothese en het gebied eromheen te voorkomen.

Let op: Omdat een prothese geen eigen afweer heeft, is deze gevoelig voor ontstekingen en infecties. Wanneer er bacteriën in het bloed (zouden kunnen ) komen, moet de gewrichtsprothese beschermd worden met een antibioticum. Zo’n situatie doet zich voor als er een tand of een kies getrokken wordt, als u een operatie of andere ingreep moet ondergaan of wanneer u een ontsteking heeft. Voorbeelden van ontstekingen zijn: abces, steenpuist, tandwortel- granuloom, wondroos, ontstoken likdoorn, ingegroeide teennagel, blaasontsteking, longontsteking etc. in al deze gevallen moet u direct contact opnemen met uw huisarts of tandarts. Zij weten welk antibioticum u moet krijgen.

In uw eigen belang wordt u verzocht om hier zelf alert op te zijn en ook te blijven. Voor alle duidelijkheid: dit dringende advies blijft levenslang van kracht en geldt dus niet alleen voor de eerst maanden na de gewrichtsoperatie.

Problemen die zich kunnen voordoen zijn:• De pijn in het operatiegebied neemt toe, in combinatie met roodheid en

eventueel koorts.• Lekken van veel bloed of wondvocht uit de wond.• Een opgezwollen, glanzend en pijnlijk onderbeen.• U twijfelt over het injecteren van het medicijn ter preventie van

trombose of over eventuele bijwerkingen.

Heeft u na uw ontslag uit het ziekenhuis vragen met betrekking tot uw orthopedische behandeling of ervaart u problemen? Neem dan contact op met ons via een van onderstaande mogelijkheden:

Van maandag t/m vrijdag (8.00 – 17.00 uur)• Bij vragen over uw wond (rood, warm, pijn, gezwollen) kunt u contact op-

nemen met de polikliniek Orthopedie op het volgende telefoonnummer (076) 595 30 80. Wij streven er naar dat u nog dezelfde dag terecht kunt op het daarvoor beschikbaar gestelde spreekuur.

Via internet• Bij ‘niet acute’ vragen kunt u mailen naar [email protected]. We streven ernaar uw vragen binnen vier werkdagen te beantwoorden.

Buiten kantoortijden en in het weekend• In de avonduren en in het weekend kunt u met uw vragen terecht op de

verpleegafdeling waar u gelegen heeft. Wanneer u in het weekend belt, verzoeken wij u dit te doen tussen 10.00 - 15.00 uur.

Unit 51: telefoonnummer (076) 595 49 51 Unit 53: telefoonnummer (076) 595 49 53 Unit 31: (Pasteurlaan) telefoonnummer (0162) 32 78 31

Page 23: Knie operatie

4544

POLIKLINISCHE CONTROLES NA UW OPERATIE

Na uw operatie wordt u een aantal keren terug verwacht in het ziekenhuis om uw herstel te bespreken.

• Wondcontrole Twee weken na de operatie komt u terug op het wondspreekuur

(polikliniek Orthopedie) om de hechtingen te laten verwijderen.

• Controle 6 - 8 weken na de operatie Voordat u naar de polikliniek gaat, laat u eerst een röntgenfoto maken

bij de röntgenafdeling. Als u een halve knieprothese hebt gekregen is er een speciale röntgenfoto nodig. Deze röntgenfoto wordt al op een eerder moment op de locatie Pasteurlaan gemaakt. De controle wordt uitgevoerd door de verpleegkundig specialist.

• Prothesecontrole 1 jaar na de operatie Na 1 jaar heeft u een afspraak bij de verpleegkundig specialist op

het ‘prothesespreekuur’. Dit spreekuur is uitsluitend bedoeld om het functioneren van uw prothese te controleren. Vragen van medische aard over andere aandoeningen kunt u tijdens dit spreekuur niet stellen.

Mocht tijdens de controle door de verpleegkundig specialist blijken dat nader orthopedisch onderzoek nodig is, dan wordt uw orthopedisch chirurg geraadpleegd of wordt er een afspraak gemaakt op het spreekuur van uw orthopedisch chirurg. Vervolgens wordt u nog 2 keer verwacht op het pro-thesespreekuur. Dit is na 5 jaar en 10 jaar.Al deze controle momenten zijn in een landelijk richtlijn vastgesteld. Op deze manier houden we uw prothese in de gaten om vroegtijdig eventuele problemen te signaleren.

VragenlijstenVanuit landelijke richtlijnen wordt verwacht dat wij de voortgang van patiënten door middel van vragenlijsten monitoren. Deze vragenlijsten worden PROMS genoemd. Hierop geeft de patiënt zijn kwaliteit van leven of niveau van functioneren aan. Met deze vragenlijsten worden de uitkomsten van zorg vanuit het perspectief van de patiënt vastgesteld. Daarom bent u

reeds gevraagd om u aan te melden bij onze database. Via deze database zult u voor de operatie, 3 maanden na de operatie en 1 jaar na de operatie een oproep ontvangen om deze vragenlijsten digitaal in te vullen.Patiënten onder de leeftijd van 70 jaar zullen 5 en 10 jaar na de operatie nog een oproep ontvangen om deze vragenlijsten in te vullen.

Page 24: Knie operatie

4746

MEEST GESTELDE VRAGEN

De meest gestelde vragen na het plaatsen van een nieuwe knie:

1. Hoe lang blijft mijn knie pijnlijk? Na de operatie zult u merken dat de pijn geleidelijk minder wordt. Tot

ruim 6 maanden na de operatie treedt er nog steeds verbetering op. ‘Startpijn’ of pijn bij de eerste stappen kan het eerste half jaar aan- houden. Het betekent niet dat de prothese niet goed functioneert of los zit. Sommige mensen voelen een doffe pijn na lange wandelingen tot ongeveer 1 jaar na de operatie.

2. Hoe lang blijft mijn knie opgezwollen? De zwelling vermindert de eerste maanden na het ontslag. De zwelling

is meestal ’s avonds het grootst en neemt af wanneer u goed blijft oefenen. Het vermindert als u regelmatig uw been hoog legt (op een stoel).

3. Er ontstaat een blauwe verkleuring in de wondregio, hoe komt dat? Na de operatie kan er rondom de wond een blauwe verkleuring

ontstaan. Dit komt door een onderhuidse bloeduitstorting tijdens de operatie. De bloeduitstorting kan gevoelig zijn en naar uw onderbeen uitzakken. De bloeduitstorting kan geen kwaad en verdwijnt na verloop van tijd vanzelf.

4. Mijn huid voelt doof naast de wond, hoe komt dat? De buitenkant van de huid, naast de wond, is doof doordat de

omliggende gevoelszenuwtakjes zijn doorgenomen. Dit voelt eerst vreemd aan, maar op de lange duur went u daaraan.

5. Hoe vaak moet ik oefenen? U moet uw oefeningen vaak doen. De fysiotherapeut bespreekt dit met

u. Voer de oefeningen serieus uit, maar overdrijf het niet.

6. Wanneer mag ik weer gaan autorijden? Als u voldoende controle heeft over uw geopereerde been, kunt na 6

weken weer autorijden. Het is niet verstandig om te rijden wanneer u

nog pijnmedicatie slikt. Raadpleeg uw arts en ook de polisvoorwaarden van uw verzekeringsmaatschappij.

7. Wanneer mag ik weer fietsen? Als u voor de operatie ook al regelmatig fietste, mag u ongeveer zes

weken na de operatie weer gaan fietsen. U moet wel weer voldoende controle over uw been hebben (en uw knie 95 tot 100 graden kunnen buigen). Gebruik een damesfiets vanwege de lage instap. We raden u aan eerst te oefenen op een hometrainer.

8. Wanneer mag ik weer douchen? Na 48 uur mag u weer douchen indien de wond droog is.

9. Hoe verzorg ik mijn wond? De pleister die bij uw ontslag op de wond is geplakt mag 7 dagen blijven

zitten. U mag met deze pleister douchen. Na 7 dagen vervangt u deze pleister door de pleister die u mee heeft

gekregen uit het ziekenhuis. Met deze pleister mag u douchen als de wond droog is. U vervangt deze pleister door een Hansaplast (sensitive) pleister, na het douchen, als de wond lekt, of als hij loslaat. Neem contact op met het ziekenhuis bij lekken langs de pleister, bij roodheid, zwelling, meer pijnklachten en koorts.

10. Welke schoenen kan ik het beste aantrekken? Het is verstandig om schoenen te dragen die vast aan de voet zitten en

een brede hak hebben. Draag de eerste 3 maanden geen hoge hakken of slippers.

11. Hoe lang moet ik de injecties ter voorkoming van trombose blijven gebruiken?

Om de kans op trombose te verkleinen spuit u gedurende 6 weken (dus ook thuis) een injectie. Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Dan bespreekt de orthopedisch chirurg dit onderwerp met u.

12. Wanneer mag ik weer op mijn zij slapen? U mag op uw zij slapen met een kussen tussen uw knieën. Leg geen

kussen onder uw knie!

Page 25: Knie operatie

4948

13. Waar moet ik op letten na de operatie? Houd de eerste 6 tot 8 weken na de operatie rekening met de volgende

bewegingen:

• U mag niet met uw benen over elkaar zitten. • U mag niet hurken. • U mag niet op een lage kruk of stoel zitten. • Vermijd extreme bewegingen. • Los staan kan en mag (staan aan het aanrecht mag gewoon). • Zwemmen kan en mag na ongeveer 6 weken (na overleg met uw arts

en de fysiotherapeut). • Ouderengymnastiek en (beperkt) sporten kan en mag (na overleg

met uw arts).

14. Hoe lang moet ik gebruik maken van een loophulpmiddel? Als u vertrouwd en veilig op de been bent, mag u zonder hulpmiddelen

lopen. Soms kan dit al na 2 weken zijn.

15. Hoe ver kan ik mijn knie buigen? Het gemiddelde is 110 graden, maar er is niets mis als dit niet helemaal

lukt. Om te kunnen fietsen moet u uw knie in ieder geval 95-100 graden kunnen buigen.

16. Hoe lang blijft mijn knie warm aanvoelen? Uw knie kan 6 tot 12 maanden na de operatie nog warm aanvoelen.

17. Is het normaal dat mijn knie een klikgeluid maakt? Dit is normaal en niet verontrustend. Ongeveer 70 % van de mensen

hoort dit geluid.

18. Wanneer mag ik weer sex hebben? Na 6 weken zijn er ook op dit gebied geen beperkingen meer.

19. Wat moet ik doen als de thuiszorg niet langs is geweest? (Indien thuiszorg afgesproken is).

Wanneer na de operatie met u is afgesproken dat de thuiszorg zou komen en deze is niet geweest, dan kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de intakeverpleegkundige. Na kantooruren of in het weekend moet u zelf de thuiszorgorganisatie waar u bij bent aangemeld bellen.

Telefoonnummers thuiszorgorganisaties:

Careyn (088) 123 99 88

Thebe West Brabant/ Midden Brabant (0900) 81 22

TWB Thuiszorg met aandacht (088) 560 20 00

Buurtzorg (0900) 690 69 06

SurPlus (0168) 33 18 26

Elisabeth Zorg Thuis (076) 527 62 27

Page 26: Knie operatie

5150

Fysiotherapie na een knie-operatie

Page 27: Knie operatie

5352

FYSIOTHERAPIE NA EEN KNIE-OPERATIE

De fysiotherapeut helpt u weer vertrouwen te krijgen in bewegen. We stre-ven ernaar dat u zo snel mogelijk weer zelfstandig bent. Om dit te bereiken nemen wij een aantal oefeningen met u door, individueel of in een groep.

• De fysiotherapeut vertelt u hoe zwaar u uw knie mag belasten. U hoort van hem/haar hoe de belasting de komende 6 - 8 weken wordt

opgebouwd.• De eerste weken na de operatie loopt u met een loophulpmiddel. De fysiotherapeut kiest een hulpmiddel uit waarmee u veilig loopt: één of twee krukken, een looprek of een rollator.• De fysiotherapeut die u in de thuissituatie behandelt, bepaalt samen

met u wanneer u het loophulpmiddel niet meer hoeft te gebruiken. Dit kan soms al na 2 weken zijn.

• U krijgt op de dag van uw ontslag uit het ziekenhuis een machtiging en een brief mee voor de fysiotherapie aan huis. U dient zelf te zorgen voor een afspraak bij een fysiotherapeut. Het is verstandig deze afspraak te maken op het moment dat u weet wanneer u geopereerd wordt.

In grote lijnen verwachten we van u het volgende:

De dag van de operatie• Binnen 2 uur na de operatie wordt er gestart met het buigen en strekken

van de knie op bed. Dit wordt gedaan door de verpleegkundige of de fysiotherapeut.

• Binnen 4 uur na de operatie gaat u in gewone kleding voor de eerste keer uit bed, om de eerst passen te maken en om even op te zitten.

De eerste dag na de operatie• Om 10 uur worden, gezamenlijk, alle oefeningen en instructies doorge-

nomen in de huiskamer.• In de loop van de dag krijgt u individueel loopoefeningen met een loop-

hulpmiddel en wordt zo mogelijk (en zo nodig) het traplopen geoefend.• Na elke oefensessie wordt met u bekeken of het ontslag plaats kan

vinden.• Het ontslag naar huis vindt plaats mits u voldoet aan de ontslagcriteria.

Page 28: Knie operatie

5554

De tweede dag na de operatie• Als het ontslag nog niet heeft plaatsgevonden komt de fysiotherapeut

voor 10 uur op de kamer individuele instructies en oefeningen geven.• Het ontslag naar huis vindt hierna plaats, mits u voldoet aan de ontslag-

criteria.

RichtlijnenHet is belangrijk dat u de eerste zes weken de onderstaande richtlijnen opvolgt:

• Leg liever niet langdurig een kussen onder uw knie.• Doe zeer regelmatig buig- en strekoefeningen voor de knie. U mag op

uw zijde slapen, het liefst met het geopereerde been op het matras (dus onder). Indien u het geopereerde been boven heeft dan een kussen tussen de knieën leggen.

• Als u wilt draaien terwijl u staat, doe dit dan stapsgewijs.• Gebruik bij het traplopen aan één kant de trapleuning. Omhoog: zet eerst het niet-geopereerde been omhoog, dan het andere

been en de kruk. Omlaag: zet eerst de kruk en het geopereerde been omlaag en dan het

niet-geopereerde been.• Uw knie zal de eerste weken wat zwelling vertonen. Leg uw been regel-

matig hoog, hierbij de hiel hoger leggen dan de knie en de knie hoger dan de heup. Doe regelmatig uw voetoefeningen.

OEFENINGEN NA DE OPERATIE

De fysiotherapeut geeft aan welke oefeningen u moet gaan doen.

Over het algemeen geldtOefen liever kort en vaak in plaats van één keer lang achter elkaar.De therapeut bespreekt dit met u.

• (Op uw rug liggen) Voeten optrekken en wegduwen. Alleen de voeten bewegen, de benen blijven stil liggen.

• (Op uw rug liggen) Uw knie rustig buigen en strekken.

Page 29: Knie operatie

5756

• (Op uw rug liggen) Plaats een rolletje onder uw knie. Uw bovenbeen-spieren aanspannen door uw knie te strekken. Probeer met de hiel los te komen van het matras.

• Leg de knie van het geopereerde been zo gestrekt mogelijk neer. Laat uw been niet naar links of rechts draaien.

• (Zittend oefenen) Buig uw knie door uw voet over de vloer naar achteren te schuiven (leg eventueel een handdoek op de grond om makkelijker te kunnen schuiven).

• (Zittend oefenen) Ga goed achterin de stoel zitten. Nu uw knie (van het geopereerde been) strekken.

• (Staand oefenen) Buig uw knie door de hak naar uw billen te brengen.

• (Staand oefenen) Ga met uw rug, billen en uw hak tegen een muur staan en strek uw knie. Probeer uw kuit tegen de muur te duwen.

Probeer (na overleg met uw fysiotherapeut) de oefeningen die u staande doet, ook eens uit te voeren met uw niet-geopereerde been.

Page 30: Knie operatie

5958

Vragen en aantekeningen