het menselijk lichaam - vlaams-brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). een...

30
1 H ET MENSELIJK LICHAAM 2 D E EERSTE MINUTEN 3 L EVENSBEDREIGENDE AANDOENINGEN 4 D E GEWONDE PATIËNT 5 D E ZIEKE PATIËNT 6 Z WANGERSCHAP EN SPOEDBEVALLING 7 H ULPVERLENING AAN KINDEREN 8 U RGENTIES DOOR OMGEVINGSFACTOREN 9 P SYCHIATRISCHE URGENTIES 10 V ERPLAATSEN VAN DE PATIËNT 11 R AMPENGENEESKUNDE 12 O RGANISATIE 13 T ECHNIEKEN 14 A ANVULLINGEN 15 W OORDENLIJST

Upload: others

Post on 01-Apr-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

1 HET MENSEL I J K L I CHAAM

2 DE EERSTE M INUTEN

3 LEVENSBEDRE I GENDE AANDOEN INGEN

4 DE GEWONDE PAT I ËNT

5 DE Z IEKE PAT I ËNT

6 ZWANGERSCHAP EN SPOEDBEVALL ING

7 HULPVERLEN ING AAN K INDEREN

8 URGENT I ES DOOR OMGEV INGSFACTOREN

9 PSYCH IATR I S CHE URGENT I E S

10 VERPLAATSEN VAN DE PAT I ËNT

11 RAMPENGENEESKUNDE

12 ORGAN I SAT I E

13 TECHN I EKEN

14 AANVULL INGEN

15 WOORDENL I J S T

Page 2: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

INHOUD

5.1 Ziekte

5.2 Vergiftiging

5.3 Alcohol en drugs

5DE ZIEKE PATIENT

Page 3: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

5.1 Ziekte

De ambulance wordt dikwijls opgeroepen in geval van plots opgetredenziekte. Het is niet altijd dadelijk duidelijk of het om een ziekte gaat. Hetkan lijken alsof de patiënt een ongeval heeft gehad, terwijl de patiënt infeite ziek is.Iemand die bewusteloos in de wagen naast de weg wordt gevonden, kaneen ongeval gehad hebben met weinig schade aan de wagen maar meteen hersentrauma en bewusteloosheid tot gevolg. Het kan echter ook eensuikerzieke zijn die het bewustzijn heeft verloren door gebrek aan suiker.Anderzijds kan iemand die bij een ongeval betrokken was, plots last krij-gen van een ziekte. Een bejaarde man kan na een licht verkeersongevalongedeerd uit de wagen stappen en door de doorstane emoties proble-men aan zijn hart krijgen.De oorzaken van ziekten zijn zeer verscheiden: aangeboren afwijkingen,slijtage (bij voorbeeld van gewrichten of bloedvaten), kanker, besmettingdoor virussen of bacteriën, blootstelling aan giftige stoffen, ...

Een ziekte kan plots verschijnen bij een ogenschijnlijk gezond persoon(een hartaanval bij voorbeeld) of kan een opflakkering zijn van een ziek-te die al lang aanwezig is (zoals chronische bronchitis).

Het aantal ziekten dat aanleiding kan geven tot een noodoproep is zeergroot. Het is niet de taak van de ambulanciers om in al die gevallen eendiagnose te stellen noch om de juiste aard van de ziekte vast te stellen. Jemoet wel de ernst van de situatie kunnen inschatten en de gepaste – somslevensreddende – maatregelen kunnen treffen.

Ook hier blijven de universele regels van de eerste hulp gelden,zoals die in hoofdstuk 2 (‘De eerste minuten’) beschreven werden.Bij de eerste beoordeling volg je de ABC-procedures, evalueer jede vitale functies, ben je alert voor ademhalingsmoeilijkheden entref je bij shock of coma de nodige maatregelen.Bij de tweede beoordeling evalueer je de algemene toestand vande patiënt. Op basis van de informatie die je zo verzamelt, kan jede gepaste maatregelen treffen en de patiënt voorbereiden voorhet vervoer.

De basishandelingen die een ambulancier uitvoert, zijn in principe steedsdezelfde, of het nu gaat om een gekwetste of om een zieke patiënt. In dithoofdstuk zal je echter meer leren over de verschillende ziektebeelden,zodat je in staat bent gevaarlijke situaties te herkennen en gepast in tegrijpen.

2

5.2D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 4: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

1 . E E N D R U K K E N D G E V O E L O F P I J N O P D E B O R S T

Een drukkend gevoel of pijn op de borst kan verschillende oorzakenhebben. Als ambulancier hoef je de diagnose niet te stellen. Je moet welweten dat een drukkend gevoel of pijn op de borst heel vaak een signaalis dat er iets ernstigs aan de hand is. Deze tekens moeten daarom altijdals een alarmsignaal bestempeld worden.

T A B E L 5 . 1 : E N K E L E Z I E K T E T O E S T A N D E N D I E A A N L E I D I N G K U N N E NG E V E N T O T E E N D R U K K E N D G E V O E L O F P I J N O P D E B O R S T

• angina pectoris• een bloedklonter die de longslagader afsluit (longembolie)• scheuren in de grote lichaamsslagader• ontsteking van het hartzakje• ontsteking van het longvlies (pleuritis)• pneumothorax

Hart en longen (de vitale functies) zijn mogelijk ziek en bedreigd en datkan onmiddellijk levensgevaar betekenen. We bespreken hier de tweemeest voorkomende aandoeningen die deze klachten kunnen veroorza-ken: angina pectoris en het hartinfarct.

Angina pectoris betekent letterlijk ‘een toesnoerend gevoel in de borst’.Het is een aandoening van het hart. Het hart is een spier die ook zelf vanbloed (en zuurstof) voorzien moet worden. Dat gebeurt via de krans-slagader. Als de kransslagader om een of andere reden vernauwt, krijgt dehartspier te weinig zuurstof. Dat laat zich voelen op momenten dat hethart harder moet pompen, zoals bij een inspanning of wanneer men zich

5.3D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

FIG. 5.1

ZIEKTEN VAN DE KRANSSLAGADER

Hart met normale kransslagader Vernauwde kransslagader metzone met verminderdebloedtoevoer: angina pectoris

Volledige afsluiting van dekransslagader met infarctzone:hartinfarct

Page 5: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

opwindt. Bij angina pectoris verdwijnt de pijn in de regel snel, hetzijdoor rust, hetzij door aangepaste medicatie. Het hart blijft verder intact.

Men spreekt van een hartinfarct als de bloedtoevoer naar een bepaaldhartdeel helemaal ophoudt door een totale afsluiting van een kransslag-ader. Het deel van de hartspier dat van bloed voorzien werd door hetafgesloten bloedvat zal dan afsterven. Dit is wat men in de volksmond een‘hartaanval’ noemt.

Het gebrek aan zuurstof kan de normale werking van het hart ernstig ver-storen. Zo kan, als eerste verwikkeling, het ritmisch pompen van devoorkamers en de kamers verstoord worden. Die ritmestoornissen kun-nen sterk wisselen van aard: het hart kan te snel of te traag pompen ofeen volkomen onregelmatig ritme volgen. Ook de ernst van de ritme-stoornis kan sterk van geval tot geval verschillen. Je moet echter welweten dat een ventrikelfibrillatie (zie hoofdstuk 3), met onmiddellijkehartstilstand als gevolg, een zeer gevreesde en niet zo zeldzame verwik-keling van een hartinfarct is. Door de verzwakte werking van de hartpomp kan de bloedvoorzieningvan het lichaam in het gedrang komen, waardoor als tweede verwikkelingeen cardiogene shock kan ontstaan.Een andere verwikkeling kan zijn dat het linkerdeel van het hart niethard genoeg meer pompt om het bloed uit de longen terug te pompen.Dan blijft er vocht in de longen staan en ontstaat ‘longoedeem’.

Je moet met deze verwikkelingen zeer goed vertrouwd zijn. Ze zijn erimmers de oorzaak van dat nog steeds 40 tot 50% van alle mensen dieeen hartaanval krijgen, eraan sterft. Het merendeel van deze sterfgeval-len vindt plaats nog voor de patiënten in een ziekenhuis opgenomenkunnen worden. Deze verwikkelingen zijn dan ook de reden waarommen als ambulancier bij elk (vermoeden van) hartinfarct MUG-assisten-tie moet vragen. Het feit dat een patiënt met pijn op de borst er nog goeduitziet, doet absoluut geen afbreuk aan de noodzaak om MUG-assisten-tie te vragen. Een ventrikelfibrillatie treedt immers op van de ene op deander seconde. Ook kan een acuut longoedeem ontstaan, wat in minderdan 5 minuten rampzalige gevolgen heeft.

Zoals reeds hoger vermeld kunnen tal van aandoeningen een drukkendgevoel of pijn op de borst veroorzaken. Het is niet de taak van de ambu-lancier om de oorzaak te achterhalen. Een hartinfarct is vooral te vrezenwegens de grote kans op zware verwikkelingen. Je hoeft als ambulanciergeenszins de diagnose van een hartinfarct te kunnen stellen, maar de hier-navolgende tekst leert je wel op grond van welke factoren een hartinfarctkan vermoed worden. Hierbij moet het de regel zijn dat elke patiënt meteen drukkend gevoel of pijn op de borst een hartinfarct heeft tot hettegendeel bewezen is (in het ziekenhuis). Met andere woorden: bij de min-ste twijfel moet MUG-assistentie gevraagd worden.

Hoe beoordeel je pijn op de borst?

3.2

5.4D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 6: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

Bij de evaluatie door de ambulancier moeten drie elementen bekekenworden: het type patiënt, de voorgeschiedenis en het klachtenpatroon.

De meest typische persoon met een hartinfarct is een oudere man. Ditbetekent echter niet dat vrouwen of jongere mannen geen hartinfarct kun-nen krijgen. Men kan echter wel stellen dat de kans op een hartinfarct bijeen man jonger dan 35 jaar en bij een vrouw jonger dan 40 jaar zeer kleinis. Heel vaak zijn patiënten met een hartinfarct forse rokers, hebben ze sui-kerziekte, een hoge bloedruk of ernstige cholesterolverhoging.

De patiënt zelf of mensen uit de omgeving kunnen je meestal vertellen dathij of zij iets aan het hart heeft. Dikwijls heeft de patiënt daarvoor genees-middelen bij zich (pilletjes voor onder de tong, pleisters die op de huidworden aangebracht, ...).

De patiënt klaagt over pijn op de borst achter het borstbeen. In de medi-sche vakterminologie spreekt men van ‘retrosternale’ pijn. De pijn straaltsoms uit naar de schouder en de arm, meestal aan de linkerkant. Somsstraalt de pijn uit naar hals en onderkaak.Bij angina pectoris gaat de pijn voorbij, bij een hartinfarct houdt ze lan-ger aan. Je kan echter ter plaatse onmogelijk een onderscheid maken tus-sen de twee. Handel dus altijd alsof het om een hartinfarct gaat. De ernstvan de pijn kan ook zeer sterk wisselen. Sommige mensen voelen enkeleen druk op de borst. Bij anderen is de pijn niet te verdragen. De patiënthoudt zich meestal heel stil en is bang (doodsangst). Dat kan samengaanmet zweten en er bleek uitzien.Sommige patiënten hebben weinig of geen pijn maar voelen zich misse-lijk. Braken komt ook vaak voor. Ze zeggen niet zelden dat ze slechts watmaaglast of een ‘indigestie’ hebben. Je zal hen er echt van moeten over-tuigen dat ze naar het ziekenhuis gebracht moeten worden. Je moet alsambulancier op deze weerstand voorbereid zijn en je niet van je stuk latenbrengen.Zowel een hartinfarct als angina pectoris kunnen tot herkenbare ver-wikkelingen leiden. Je krijgt tekenen te zien van hartstilstand, tekenen vanlongoedeem (kortademigheid, ademhalingsmoeilijkheden, soms rozigschuim op de mond omdat vocht opborrelt uit de longen) en tekenen vanshock.

Beschouw elke klacht over pijn of drukkend gevoel op de borst als ernstig.Als de patiënt bij bewustzijn is, spreek je ermee, wat een kalmerendeffect heeft. Nog meer stress door jachtig en opgewonden gedrag is zeerslecht voor het hart. Laat de patiënt ook geen enkele inspanning doen.Laat de patiënt dus ook niet zelf naar de brancard stappen.

Als de patiënt kortademig is, geef je zuurstof met het masker (10-15l/min). Anders geef je zuurstof met de neusbril (2 l/min).Plaats de patiënt in een comfortabele houding.Elke patiënt met hartproblemen moet zo snel en veilig mogelijk naar het

Verwittig de MUG

Wat doe je bij pijn op de borst?

3

5.5D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 7: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

ziekenhuis gevoerd worden. Doe dat rustig. Snel rijden met loeiendesirenes zal de patiënt beangstigen.Leg de patiënt uit dat opname in het ziekenhuis echt nodig is om de scha-de aan het hart te beperken. Probeer de patiënt toch te overtuigen, ookals die niet erg gesteld is op transport naar het ziekenhuis. De MUG-artskan wellicht nog meer gewicht in de schaal werpen.

Observeer de patiënt zeer nauwgezet en verwittig het ziekenhuis. Bijlongoedeem zet je de patiënt in zittende houding en geef je zuurstof metmasker en reservoir (10-15 l/min).Bij hartstilstand begin je de reanimatie.Bij shock leg je de patiënt op de rug met de benen in hoogstand en geefje zuurstof met masker en reservoir (10-15 l/min).

cardiopulmonairereanimatieanima

cardiomonai

5.6D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 8: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

2 . E E N B E R O E R T E

Een beroerte is het gevolg van een aandoening van de bloedvaten die dehersenen van bloed en zuurstof voorzien. In de vaktaal noemt men heteen CVA, of CerebroVasculair Accident, met andere woorden eennoodsituatie in de bloedvaten (vasculair) van de hersenen (cerebro).Als een bloedvat vernauwd of afgesloten raakt, valt het achterliggendeweefsel zonder zuurstof, waardoor het zal afsterven. Het bloedvat kanafgesloten worden door een bloedklonter (dan spreekt men van een‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren,waardoor een hersenbloeding ontstaat.Wat er juist aan de hand is, kan je uitwendig niet zien. Wel merk je datdelen van de hersenen niet meer normaal werken.

De klachten van de patiënt en de tekenen van een CVA kunnen zeer ver-scheiden zijn en hangen voornamelijk af van de plaats en de omvang vanhet CVA. Een bewuste patiënt klaagt soms hoofdzakelijk over hevigehoofdpijn. De patiënt kan verward zijn. Soms heeft de patiënt een ver-minderd bewustzijn. Beoordeel het bewustzijn met de WAPA-methode.Je ziet dikwijls het verlies van kracht in of controle over de ledematen,dikwijls aan één kant van het lichaam. Eén mondhoek die afzakt, is eentypisch teken.Er treden soms spraakstoornissen op. Opgelet: het feit dat de patiënt nietmeer (vlot) kan spreken, betekent niet noodzakelijk dat de patiënt je ookniet meer kan verstaan.Een ongelijke pupilgrootte kan ook een teken van beroerte zijn.Soms is de ademhaling bemoeilijkt. Er kunnen eveneens stuiptrekkingenoptreden.

Als de patiënt bij bewustzijn is, probeer je hem te kalmeren. Dezepatiënten zijn gewoonlijk erg angstig, als gevolg van de spraakstoornissenen de verlammingsverschijnselen.Houd een nierbekken bij de hand voor het geval de patiënt begint tebraken.Geef zuurstof met masker en reservoir (10-15 l/min).Vervoer de patiënt in halfzittende houding.

Bij een patiënt met gedaald bewustzijn verwittig je de MUG.Zorg voor een vrije luchtweg.Controleer de ademhaling. Geef zuurstof met masker en reservoir (10-15 l/min) en ondersteun zo nodig de circulatie.Houd een nierbekken en aspiratietoestel klaar voor het geval de patiëntbegint te braken.Leg de patiënt in de veiligheidshouding en vervoer hem in die houding.

3.1

Wat doe je bij een CVA?

2.2

Hoe beoordeel je een CVA?

Wat is een beroerte?

5.7D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 9: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

3 . A D E M H A L I N G S M O E I L I J K H E D E N

Problemen met de ademhaling kunnen levensbedreigend zijn. Er bestaanverschillende ziekten die tot problemen met de ademhaling kunnen lei-den: longaandoeningen, longoedeem, vergiftiging, allergische reacties, ...Je moet in de eerste plaats een probleem met de ademhaling kunnen her-kennen en de gepaste maatregelen kunnen treffen.

Een patiënt bij bewustzijn klaagt over kortademigheid (‘dyspnoe’ in devaktaal).Bij ernstige ademhalingsmoeilijkheden kan de patiënt suf of zelfs bewus-teloos zijn. De ademhaling is dan zeer snel en ondiep. Bij verdere uitput-ting zal de ademhaling vertragen en zelfs helemaal stoppen.

Win inlichtingen in bij patiënt of omstanders over de mogelijke oorzaakvan de moeilijkheden.• Is het de eerste maal dat de patiënt last heeft van kortademigheid, of

komt het vaker voor?• Tref je de patiënt aan bij een brand, waardoor je vergiftiging door CO

kan vermoeden?• Heeft de patiënt een chronische aandoening van de luchtwegen (CARA,

zie verder)?• Neemt de patiënt geneesmiddelen? Neem die steeds mee naar het zie-

kenhuis.

Vraag bijstand van de MUG als de problemen ernstig zijn (bewustzijns-verlaging).Stel de patiënt gerust, praat ermee. Zorg voor een vrije luchtweg. Denkaan de mogelijkheid van een belemmering van de luchtweg door eenvreemd voorwerp.

3.1

5.2

Wat doe je bijademhalingsmoeilijkheden?

Hoe beoordeel jeademhalingsmoeilijkheden?

5.8D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

FIG. 5.2

TEKENEN VAN

ADEMHALINGSPROBLEMEN

• blauw verkleuren van de huid• gespannen hals- en gelaatsspieren• pijnlijk, drukkend gevoel op de

borst• gespannen buikspieren• patiënt is niet in staat om in

volledige zinnen te spreken• ‘neusvleugelademen’

(teken van ernstige problemen) • lippen dicht bij elkaar bij het

uitademen• hoesten, of kraaiende geluiden• piepende geluiden• gedaald bewustzijn• rechtop zitten en steun nemen

Page 10: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

Beadem met zuurstof, masker en reservoir bij ernstige moeilijkheden.Geef zuurstof met masker en reservoir (10-15 l/min). Bij een CARA-patiënt gebruik je de neusbril (1,5 l/min).Breng de patiënt in zittende of halfzittende houding naar het ziekenhuis.

CARA-patiënten hebben een Chronische Aspecifieke Respiratoire Aan-doening. Zij hebben een afwijking van de kleine luchtwegen, die dooretter of slijm vernauwd zijn (chronische bronchitis). Bij sommige patiën-ten zijn de longblaasjes beschadigd (emfyseem).Het gaat dikwijls om oudere mensen die zwaar roken of gerookt hebben.Een andere groep patiënten heeft ‘stoflongen’ (bij voorbeeld door lang-durig werken in koolmijnen). Ze hebben meestal chronisch last van hunluchtwegen en nemen daarvoor geneesmiddelen. Ze roepen medischehulp in omwille van een (plotse) opflakkering van de aandoening.Bij CARA-patiënten moet je omzichtig omspringen met zuurstof. Bij henkan het toedienen van zuurstof de ademhalingsreflex onderdrukken,omdat het lichaam denkt toch genoeg zuurstof te krijgen. Daarom geef jedeze patiënten zuurstof met de neusbril bij een laag debiet (1,5 l/min).Als de ademhaling snel vermindert of uitvalt, ga je steeds beademenmet masker en ballon waarbij je dan 100% zuurstof geeft. Verwittigonmiddellijk de MUG, indien dit nog niet gebeurd is.

Patiënten met astma hebben last van kortademigheid doordat de spierenin de kleine luchtwegen samentrekken, waardoor de luchtwegen ver-nauwen. De lucht komt nog moeilijk tot in de longblaasjes.Het gaat dikwijls om jongere patiënten die meestal geen chronische lasthebben van kortademigheid, maar slechts af en toe een astma-aanval krij-gen. Ze weten vaak zelf dat ze overgevoelig zijn voor bij voorbeeld huis-dieren of planten en dat een aanval uitgelokt kan worden door blootstel-ling aan die stoffen. De ademhaling gaat dikwijls piepend en de patiëntenvertonen dezelfde tekenen van kortademigheid als hierboven beschreven.Deze patiënten willen rechtop zitten, waarbij ze steunen op beide armen.Dikwijls ademen ze uit door licht toegeknepen lippen.Bij een zware aanval verwittig je de MUG.Dien zuurstof toe met masker en reservoir (10-15 l/min). Als je twijfelt ofhet om een CARA, dan wel om een astmapatiënt gaat, begin je bij elkepatiënt ouder dan 50 en (ex)roker met de neusbril en aan 1,5 l/min.

Bij hyperventilatie (‘meer-dan-normaal-ademen’) ademt de patiënt teveel en te diep. Op die manier wordt er meer koolstofdioxide (CO2) uit-geademd en daalt de concentratie van het CO2 in het bloed. Dat is deoorzaak van een reeks klachten. Mensen beginnen meestal te hyperven-tileren als reactie op een emotionele gebeurtenis of door angst.De patiënt krijgt last van een ijl gevoel in het hoofd. De patiënt heeft eengevoel van ademnood en dikwijls een beklemd gevoel op de borst.Omwille van het beklemmende gevoel op de borst kan bij de patiënt hetvermoeden van een hartaanval rijzen, wat vanzelfsprekend een uiterstverontrustende gedachte is. Door het gevoel van angst gaat de patiënt

Enkele belangrijkeaandoeningen die ademhalings-problemen kunnen veroorzaken

5.9D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 11: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

nog sneller ademen. Sommige patiënten voelen tintelingen in vingers oftenen of rond de mond (alsof die lichaamsdelen ‘slapen’).

Hyperventilatie kan ook optreden bij ernstige aandoeningen zoalsademhalingsmoeilijkheden of shock.

Stel de patiënt gerust door ermee te praten. Leg uit dat de problemen eengevolg zijn van te diep en te snel ademhalen. Het heeft niet veel zin de patiënt in een zak te laten ademen. (Dit wordtdikwijls aangeraden omdat op die manier de uitgeademde lucht – en dusook CO2 – opnieuw ingeademd wordt, waardoor de hoeveelheid CO2 inhet bloed kan toenemen.) Deze methode is beangstigend (plastiek zakkenworden geassocieerd met verstikking).

Heel belangrijk is het maken van het onderscheid tussen ‘emotioneel’hyperventileren en hyperventileren omwille van een ernstige, somslevensbedreigende aandoening. De behandeling van beide soorten isimmers sterk verschillend. Bij een levensbedreigende aandoening waar-door men gaat hyperventileren moet je immers zuurstof toedienen, ter-wijl je bij ‘emotioneel’ hyperventileren bij voorkeur geen zuurstof geeft.Het onderscheid kan moeilijk zijn. Daarom geven we enkele algemeneregels. Oudere personen vertonen zelden ‘emotioneel’ hyperventileren. Demeeste patiënten met ‘emotioneel’ hyperventileren zijn jong (< 30 jaar)en bij ondervraging is er vaak een emotioneel geladen moment te vinden.In elk geval moet je bij twijfel omtrent het soort hyperventilatie zuurstofgeven aan de patiënt. ‘Emotioneel’ hyperventileren is immers niet levens-bedreigend en zuurstof geven aan deze patiënten levert geen extra gevaarop, terwijl bij iemand met een ernstige aandoening als oorzaak van dehyperventilatie-aanval, geen zuurstof geven voor het slachtoffer welnadelig kan zijn.

Een longoedeem ontstaat als het linkerdeel van het hart slecht werkt,waardoor het bloed niet meer voldoende van de longen naar het lichaamwordt gepompt. Bloed en vocht stapelen zich dan in de longen op, waar-door die ‘overstromen’.Longoedeem tref je meestal aan bij oudere mensen met hartproblemen.Soms is het longoedeem het gevolg van een hartinfarct. De patiënt klaagtdan ook over pijn op de borst. De patiënt klaagt in ieder geval over kort-ademigheid en vertoont daar alle tekenen van. Soms staat er rozig schuimop de lippen.Vraag altijd de MUG. Laat de patiënt rechtop zitten, behalve bij tekenenvan shock. Geef zuurstof met masker en reservoir (10-15 l/min).

In zeldzame gevallen kan spontaan een pneumothorax ontstaan. Somsontstaat immers een scheurtje in het longvlies, zonder een ongeval. Hetgaat dikwijls om jonge, magere mensen. In sommige gevallen kan zo eenspanningspneumothorax ontstaan.Soms voelt de patiënt pijn op de borst bij het ontstaan van de pneumo-thorax. Je kan soms zien dat de beide helften van de borstkas niet samen

4.3

!

5.10D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 12: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

op en neer gaan. De patiënt is kortademig. Bij een spanningspneumot-horax zie je tekenen van shock en opgezette nekaders.Laat de patiënt zitten tijdens het vervoer en dien zuurstof toe met mas-ker en reservoir (10-15 l/min).Bij ernstige kortademigheid en tekenen van shock verwittig je steeds deMUG.

5.11D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 13: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

4 . S U I K E R Z I E K T E

Suikerziekte (diabetes) is een aandoening van het inwendig klierstelsel. Bijeen gezonde mens produceert de alvleesklier een hormoon (insuline)dat ervoor zorgt dat suiker uit ons bloed kan opgenomen worden door decellen. Als de alvleesklier te weinig insuline produceert, is de opname vansuiker uit het bloed door de lichaamscellen gestoord, stijgt het suiker-gehalte in het bloed en kan de werking van het lichaam ontregeld worden.Suikerzieken (diabetici) nemen geneesmiddelen of spuiten zich insuline inom het suikergehalte in hun bloed op peil te houden.Als de concentratie suiker in het bloed te laag wordt, spreekt men van een‘hypoglycemie’ (hypo = te laag; glycemie = suikergehalte). Dat kan gebeu-ren wanneer een patiënt te weinig voedsel heeft gegeten, of wanneerteveel insuline is ingespoten. Het gevaar bestaat er dan in dat de herse-nen te weinig suiker krijgen om nog goed te werken. In tegenstelling totandere organen gebruiken de hersencellen immers uitsluitend suiker alsenergiebron.De suikerconcentratie in het bloed kan ook te hoog worden (hyperglyce-mie). Hyperglycemie geeft tal van klachten, die evenwel zelden een drin-gende tussenkomst vanwege de ambulanciers vereisen. In sommige zwa-re gevallen kan hyperglycemie echter wel tot coma leiden.

In het begin zal de patiënt klagen over hoofdpijn of duizeligheid. Depatiënt wordt bleek, gaat zweten en krijgt hartkloppingen. Soms wordt depatiënt agressief, alsof het om overdadig drankgebruik gaat. De patiëntkan flauwvallen of bewusteloos raken. Soms treden urineverlies of stuip-trekkingen op.

Bij elke patiënt met verward gedrag of gedaald bewustzijn of eenaanval van stuipen vraag je aan de omstanders of de patiënt somssuikerziekte heeft.

Vraag bij het informeren naar de voorgeschiedenis van de patiënt altijd ofer suikerziekte in het spel kan zijn. Zo ja, vraag of de patiënt behandeldwordt met geneesmiddelen of injecties.Bij elke patiënt met gedaald bewustzijn of bewusteloosheid verwittig je deMUG. Die zal een suikeroplossing toedienen langs een ader.Zorg – zoals bij elke bewusteloze patiënt – voor een vrije luchtweg. Con-troleer de ademhaling. Als de patiënt braakt, gebruik je een aspiratie-toestel.Suikerzieke patiënten die nog bij bewustzijn zijn, herkennen dikwijls desymptomen van een hypoglycemie en nemen dan een suikerklontje, eenfrisdrank, ...Geef nooit iets te drinken aan een patiënt met gedaald bewustzijn. Dedrank kan in de longen terechtkomen en longontsteking veroorzaken.Soms kunnen de familieleden of kennissen die van de diabetes op dehoogte zijn, op vroegere aanbeveling door een arts, een injectie geven inde spieren. Die inspuiting bevat glucagon. Dit is een geneesmiddel dat de

Wat doe je bij een hypoglycemie?

!

Hoe beoordeel je eenhypoglycemie?

5.12D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 14: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

suikerspiegel op peil brengt. Geef deze injectie niet zelf, je bent er nietvoor opgeleid. Laat dit echter gerust gebeuren, het is zeer nuttig.Wat je bij eventuele stuiptrekkingen moet doen, lees je hierna.

Indien het slachtoffer een gedaald bewustzijn heeft, vraag je de MUG,zorg je voor een vrije luchtweg en geef je zuurstof.

Wat doe je bij eenhyperglycemie?

5.13D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 15: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

5 . S T U I P E N

Stuipen zijn ongecontroleerde schokkende bewegingen van armen ofbenen die gewoonlijk aan weerszijden van het lichaam voorkomen. Zezijn het gevolg van een abnormale activiteit van bepaalde delen van dehersenen.Stuipen kunnen het gevolg zijn van een aanval van epilepsie. Epilepsie(‘vallende ziekte’ in de volksmond) komt voor bij personen die verder vol-ledig gezond zijn. Epilepsie kan aangeboren zijn of ontstaan zijn na eenzwaar ongeval met hersentrauma. De meeste epileptici nemen genees-middelen en leiden verder een volkomen normaal leven.Stuipen kunnen ook veroorzaakt worden door:• koorts, bij kinderen tussen 6 maanden en 3 jaar

(zie het hoofdstuk ‘Hulpverlening aan kinderen)• vergiftiging• hypoglycemie• beroerte (CVA)• hersentrauma• alcoholmisbruik• tekort aan zuurstof (bij verstikking bij voorbeeld)• hersengezwellen• herseninfecties

Het is belangrijk dat je de stuipaanval nauwkeurig observeert. Uit deaard van de stuipen kan een arts later belangrijke conclusies trekken.Meld je observaties daarom nauwgezet aan de arts.De meest bekende vorm van stuipen is die van een veralgemeende aan-val van epilepsie. Een dergelijke aanval verloopt in fasen. 1. De patiënt verliest plots het bewustzijn en valt. Soms stoot de patiënt

hierbij een schreeuw uit. 2. De spieren verstijven. In deze fase komt het voor dat de patiënt zich

in de tong bijt of urine verliest. Deze fase duurt meestal een 30-talseconden.

3. Er treden hevig schokkende, ongecontroleerde bewegingen op. Ditduurt ongeveer 2-3 minuten, waarbij (soms bloederig) schuim op delippen kan komen te staan en het gelaat blauw wordt (cyanose).

4. Ten slotte ontspant het lichaam van de patiënt zich en verkeert depatiënt in een bewusteloze toestand die een halfuur of langer kanduren.

Je zal een epileptische patiënt na een oproep meestal aantreffen in delaatste fase, met een gedaald bewustzijn. Het verhaal van de omstandersen tekenen van bloedende tong of urineverlies zullen je aan een epilep-sieaanval doen denken.Een stuipaanval kan ook slechts een deel van het lichaam (arm, been ofgelaat) treffen. Er treedt dan geen bewusteloosheid op. De aanval kan zichwel geleidelijk uitbreiden over het hele lichaam.Een aanval van epilepsie duurt meestal slechts enkele minuten. Als dieuitzonderlijk toch langer duurt of wanneer verschillende aanvallen elkaar

Hoe beoordeel je stuipen?

7

5.14D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 16: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

zeer snel opvolgen, spreekt men van een blijvende epilepsie (of ‘statusepilepticus’). Dit is een levensbedreigende toestand omdat de ademhalingvan de patiënt gehinderd wordt door de blijvende spiercontracties.

Leg de patiënt op de grond, indien mogelijk in de laterale veiligheids-houding.Verwijder alle voorwerpen waaraan de patiënt zich zou kunnen verwon-den.Probeer nooit armen of benen van de patiënt vast te houden en de schok-kende bewegingen tegen te houden. Dat zou breuken en spierletselskunnen veroorzaken.Probeer nooit iets in de mond van de patiënt te plaatsen om te verhin-deren dat in de tong wordt gebeten. Dat kan alleen maar tanden doen bre-ken of de tong kwetsen.Leg de patiënt na de aanval in de veiligheidshouding, om te vermijden dater slijm in de longen loopt. Aspireer indien nodig.Controleer ademhaling en pols.Dien zuurstof toe met masker en reservoir (10-15 l/min).Vraag aan de omstanders of ze weten of de patiënt epilepsie heeft. Vraagnaar of zoek aanwijzingen voor vergiftiging door CO, hypoglycemie, her-senletsel, ... Vraag in deze gevallen steeds om de MUG.Als de aanval nog bezig is wanneer je aankomt, als de stuipen langer danenkele minuten duren of als er nieuwe aanvallen komen, verwittig jedadelijk de MUG.Vervoer de patiënt altijd naar het ziekenhuis voor verder onderzoek.Let op mogelijke door de aanval veroorzaakte verwondingen, zoals hoofd-wonden, schouderontwrichting, ...

Wat doe je bij een stuipaanval?

5.15D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 17: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

6 . P L O T S E B U I K P I J N

Plotse buikpijn kan veel oorzaken hebben: nierstenen, blindedarmont-steking, galblaasontsteking, alvleesklierontsteking, ... Je hoeft als ambu-lancier geen diagnose te stellen. Wel moet je bedacht zijn op het feit datbij acute buikpijn soms shock kan optreden, met name als gevolg van:• een barstende buikslagader • een buitenbaarmoederlijke zwangerschap • een oud trauma van de buik met een kneuzing van de milt die slechts in

tweede instantie gaat barsten• een maagzweer die de maagwand doorboort met zeer hevige buikpijn

als gevolgHet belangrijkste is dat de patiënt snel en veilig naar het ziekenhuisgevoerd wordt.

Wees alert voor tekenen van shock. Behandel de shock als die optreedten verwittig de MUG.Wees bedacht op braken. Als de patiënt braakt, moet je het braaksel ver-wijderen. Bij gedaald bewustzijn leg je de patiënt in de veiligheidshouding.Probeer geen diagnose te stellen.Geef niets te eten of te drinken.Laat de bewuste patiënt de houding aannemen die het meest comforta-bel is. Sommige patiënten zullen in een houding met opgetrokken knieënhet minste pijn voelen.

7 . B E W U S T E L O O S H E I D

Bewusteloosheid (of ‘coma’) is een toestand die lijkt op slapen. Bewuste-loosheid treedt op als de hersenen niet meer naar behoren werken. Demogelijke oorzaken zijn velerlei: verwondingen van de schedel en de her-senen, beroerte (CVA), tekort aan zuurstof door verdrinking of verstikking,vergiftiging door alcohol, CO, geneesmiddelen of drugs, hypoglycemie, ...

Beoordeel het bewustzijn met de WAPA-schaal en noteer ook de ele-menten die je toelaten nadien de Glasgow Comaschaal op te stellen. Let op de omstandigheden waarin je de patiënt vindt: een kachel wijst opeen eventuele CO-vergiftiging, bij een ongeval denk je aan een hersen-trauma. Stel gericht vragen aan omstanders of familie. (Is de patiëntgevallen? Heeft de patiënt suikerziekte?)Controleer de stand van de pupillen:• verwijde pupillen (mydriase) zijn een teken van tekort aan zuurstof of

vergiftiging door amfetamines of cocaïne.• versmalde pupillen (miose) wijzen op een vergiftiging door drugs zoals

heroïne.• ongelijke pupillen (anisocorie) moeten je doen denken aan hersenletsel

(hersenbloeding na val).

2.2

Hoe beoordeel je bewusteloosheid?

Wat doe je bij acute buikpijn?

5.16D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 18: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

Denk eerst aan je eigen veiligheid: open ramen en deuren als je vergifti-ging door CO vermoedt.Bij een vermoeden van CO-vergiftiging is het noodzakelijk de patiënt uitde vergiftigde ruimte te verwijderen. Bij bewusteloosheid verwittig je steeds dadelijk de MUG.Bij bewusteloosheid zijn de vitale functies in het gedrang. Het is dus deeerste taak van de ambulancier om de ABC-procedures te doorlopen. Je moet altijd de luchtweg van een bewusteloze patiënt vrijmaken. Kantel het hoofd en breng de kin naar voren. Geef zuurstof met masker en reservoir (10-15 l/min). Dit is zeker zeerbelangrijk als het om CO-vergiftiging gaat.Als de patiënt ademt en pols heeft, gebeurt het vervoer best in de veilig-heidshouding. Als de omstandigheden wijzen op mogelijke hoofd- ennekletsels, moet je een halskraag aanleggen.

10.2

ademhalingbeademingcirculatie

emhaliademirculat

Wat doe je bij bewusteloosheid?

5.17D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 19: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

8 . S Y N C O P E

Een syncope is een flauwte, waarbij een patiënt even ‘wegraakt’, voor kor-te tijd het bewustzijn verliest. Dit is een lichte vorm van coma die vanzelfweer overgaat. Het is een van de meest frequente aanleidingen voor hetoproepen van een ambulance. De oorzaken van dit flauwvallen zijn ech-ter zeer divers:• Gebrekkige bloedtoevoer naar de hersenen, veroorzaakt door een tij-

delijk slecht functioneren van het hart, door een onregelmatige hartslag,bij plots opstaan of bij hevige spierinspanning, door stress (het zien vanbloed bij voorbeeld) waardoor het hart trager klopt en de bloedvatenverwijden zodat de bloeddruk plots daalt.

• Vergiftigingen, zoals door CO (een gevolg van slecht afgeregeldekachels of warmwatertoestellen). Als men de patiënt verwijdert uit degiftige lucht en zuurstof geeft, zal de flauwte voorbijgaan; indien niet,kan ze tot coma leiden.

• Sommige psychiatrische patiënten kunnen door een psychisch pro-bleem ‘wegraken’.

• Medicatie: door inname in zittende houding van een pilletje gebruikt bijeen angina pectoris.

• Ritmestoornissen van het hart.• Voorbijgaande doorbloedingsstoornis van de hersenbloedvaten

Kijk of je geneesmiddelen opmerkt in de omgeving van de patiënt enneem die mee naar het ziekenhuis. Kijk uit naar warmwatertoestellen ofgas- en andere kachels. Zet onmiddellijk de ramen en deuren wijd openen verwijder de patiënt uit de ruimte.De patiënt zal vaak niets weten van wat er tijdens de syncope is gebeurd.Vraag dat dus aan de omstanders.

Controleer de vitale functies. Je moet je ervan vergewissen of de patiëntspontaan weer bijkomt (dan hebben we te doen met een ‘syncope’), of bewusteloos blijft (dan hebben we te doen met ‘coma’). Als de patiënt incoma is, behandel dan zoals elders beschreven.Als de patiënt weer bij bewustzijn komt, blijf je de vitale functies contro-leren: is de ademhaling sneller of trager dan voorheen, is het polsritmesneller of trager dan voorheen, is de patiënt bleek, transpireert de patiënt?Leg de patiënt plat op de rug. Bij ademhalingsmoeilijkheden of pijn op deborst laat je de patiënt voorovergebogen zitten.Breng de benen iets omhoog (op een opgerolde deken) zodat het bloedgemakkelijker terugvloeit naar het hart.Geef zuurstof met masker en reservoir (10-15 l/min).Bij braken of braakneigingen plaats je de patiënt in de laterale veilig-heidshouding. Houd een aspiratietoestel en nierbekken bij de hand.Als het verminderd bewustzijn blijft aanhouden, roep je de MUG op.

Soms zijn de verwondingen opgelopen tijdens het vallen erger dan desyncope zelf. Een val kan nekwervel- of hoofdletsels veroorzaken. Vraagde patiënt of hij hoofd- en nekpijn heeft en leg zo nodig een halskraag aan.

2.2

Wat doe je bij een syncope?

5.2

Wat is een syncope en hoe beoordeel je ze?

5.18D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 20: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

Elke patiënt met een syncope moet onderzocht worden door een arts.Neem de patiënt dus mee naar het ziekenhuis als er ter plaatse geen artsaanwezig is die kan oordelen over de noodzaak tot hospitalisatie.

5.19D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 21: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

5.2 Vergiftiging

Van alle patiënten die op de spoedgevallen terechtkomen gaat het in 5-7% van de gevallen om vergiftiging. Een vergiftiging is het gevolg vande schadelijke inwerking van een stof op het lichaam. Bepaalde stoffenzijn in zeer kleine hoeveelheden al gevaarlijk. Het aantal stoffen dat gif-tig kan zijn is zeer groot. Het is niet nodig die allemaal te kennen. Wel ishet nodig de klachten of tekenen van een vergiftiging te kunnen herken-nen en de vergiftiging op de juiste manier aan te pakken.

H O E K O M T H E T T O T E E N V E R G I F T I G I N G ?

Een vergiftiging kan het gevolg zijn van een vergissing of een onwetend-heid. Dat komt vooral voor bij jonge kinderen die nog geen gevaar ken-nen en nieuwsgierig alles verkennen en daarbij ook alles in de mondnemen. Voorkomen is ook in dit geval beter dan genezen: gevaarlijke pro-dukten moeten buiten het bereik van kinderen bewaard worden en het isbelangrijk dat je ouders, familie of kennissen daarvan op de hoogtebrengt.Ook bij volwassenen komt vergiftiging echter voor, in vele gevallen doorCO-gas. De CO ontstaat door een slecht trekkende schoorsteen, slechtonderhouden of slecht gebruikte verwarmings- of warmwatertoestellen.Op die manier kunnen de verbrandingsgassen niet goed afgevoerd wor-den.Bij volwassenen kan een vergiftiging ook het gevolg zijn van een pogingtot zelfdoding. In de dringende hulpverlening heb je hiermee vrij dikwijlste maken. Patiënten met psychische moeilijkheden vergiftigen soms zich-zelf om aandacht te vragen voor hun probleem, in een aantal gevallen ookom doelbewust een einde te maken aan hun leven. Je hebt in die geval-len dus niet alleen af te rekenen met een medische urgentie maar ook meteen psychische noodsituatie.In zeldzame gevallen gaat het om moord of moordpoging.

Bij de meeste vergiftigingen gaat het om één slachtoffer. In geval vanvoedselvergiftiging of gasuitwasemingen kunnen er meer slachtofferszijn. In dat geval handel je volgens de voorschriften van de rampenge-neeskunde.

Een giftige stof kan zowel in vloeibare als in vaste vorm, of ook als gasvoorkomen. Bepaalde paddestoelen zijn erg giftig. Gifslangen veroor-zaken vergiftiging na een beet. Besmet voedsel kan na inname vergiftigingveroorzaken. Gassen zoals CO zijn giftig.

11

9

5.20D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 22: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

Het gif kan op vier manieren in het lichaam terechtkomen: langs demond, langs de longen, door de huid of via inspuiting. De behandelingdoor de ambulancier zal afhangen van de weg waarlangs het gif hetlichaam is binnengedrongen.

Langs de mond

Vergiftiging via de mond gebeurt meestal door geneesmiddelen, huis-houdprodukten, industriële stoffen, bedorven voedsel, planten en pad-destoelen, landbouw- of petroleumprodukten.Verzamel snel zoveel mogelijk informatie. Als de vitale functies bedreigdzijn, moet je dit tijdens de eerste beoordeling doen. Ondervraag omstan-ders.

Kijk uit naar verpakkingen van geneesmiddelen en naar flessen of bussendie mogelijk giftige stoffen kunnen bevatten. Zijn er in de omgeving aan-wijzingen voor vergiftiging? (Was de patiënt aan het sproeien met eenchemische stof ?)Is er braaksel?De tekenen van een vergiftiging zijn heel uiteenlopend:• daling van het bewustzijn• gestoorde ademhaling (te traag, ondiep, belemmerd)• ongewone polsslag (te snel, te traag, te zwak, ...)• tekenen van shock• kleine puntvormige pupillen, of juist zeer wijde pupillen• sterk zweten• buikpijn• braken, diarree• stuiptrekkingen• brandwonden aan de mond• pijn aan de mond, pijn bij slikken, en (daardoor) speekselverlies uit de

mond• geur van alcohol of petroleumprodukten in de adem.

Bij bewusteloosheid, problemen met de vitale functies of shock, verwit-tig dadelijk de MUG. Zorg voor een vrije luchtweg.Beadem nooit mond-op-mond, wegens gevaar voor jezelf. Geef zuurstofmet een masker en reservoir (15 l/min).Begin met CPR bij hartstilstand. Behandel shock.Als de patiënt bewusteloos is en goed ademt, leg je de patiënt in de vei-ligheidshouding op de linkerzij. Zo voorkom je dat braaksel in de longenkan lopen.Een bewust slachtoffer vervoer je in halfzittende houding. Blijf bedacht opbraken.Geef niets te drinken. Ook geen melk, zoals wel eens door leken wordtaangeraden. Het kan braken veroorzaken!

cardiopulmonairereanimatieanima

cardiomonai

Wat doe je bij een vergiftiging langs de mond?

Hoe beoordeel je eenvergiftiging langs de mond?

2.1

5.21D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 23: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

In sommige gevallen hebben de familie of omstanders reeds het antigif-centrum gecontacteerd, en passen ze bepaalde richtlijnen toe. (Bijmethanolvergiftiging door brandalcohol of glasreinigingsprodukten alco-hol toedienen bij voorbeeld.) Laat dit gebeuren.Houd een nierbekken en aspiratietoestel klaar.Verzamel eventueel braaksel in een nierbekken en geef dat af aan despoedgevallendienst. Dit is onmisbaar voor laboratoriumonderzoek.Stel de patiënt gerust en houd het vervoer rustig. Daardoor help je bra-ken te voorkomen. Braken houdt immers risico’s in, voornamelijk bijvergiftiging met bijtende of vluchtige stoffen. Bij braken gaan brandendestoffen immers een tweede maal door de slokdarm en de mond en ver-oorzaken ze voor de tweede maal verwondingen. Vluchtige stoffen kun-nen bij braken gemakkelijk in de longen terechtkomen, met longontste-king als gevolg.Neem alle verdachte flessen of verpakkingen en resten van planten,voedsel of paddestoelen mee naar het ziekenhuis. Zo kan men daargemakkelijker onderzoeken wat de oorzaak van de vergiftiging is.

Langs de longen

Vergiftiging via de longen wordt veroorzaakt door gassen, dampen of ver-stuivingen, door stoffen die in huis of in de industrie voorkomen ofgebruikt worden.De meest frequente vergiftiging door gassen gebeurt door koolstofmo-noxide (CO). Andere stoffen zijn ammoniak (in koelsystemen), chloor (inzwembaden en de industrie), waterstofsulfide (in beerputten en de indus-trie), koolstofdioxide (CO2, in de industrie), insekticiden uit spuitbussenen vluchtige oplosmiddelen.Gassen die de patiënt vergiftigd hebben, kunnen ook de ambulanciervergiftigen. Het zal dus soms noodzakelijk zijn de patiënt eerst uit degevarenzone te laten evacueren door een redder met gasmasker of adem-apparatuur.

Koolstofmonoxide (CO) is een zeer gevaarlijk gas. Het is bovendienzeer verraderlijk omdat het geurloos en kleurloos is. Het is lichter danlucht.CO ontstaat als nevenprodukt van een onvolledige verbranding, metandere woorden bij een vlam die onvoldoende zuurstof krijgt. Bronnenvan CO zijn kolen- of gaskachels, watergeisers, brand, cokesovens, uit-laatgassen van een verbrandingsmotor.CO is giftig omdat het de rode bloedcellen verhindert zuurstof op tenemen. Bijgevolg wordt onvoldoende zuurstof doorheen het lichaamgetransporteerd. CO veroorzaakt dus onrechtstreeks een gebrek aanzuurstof.

5.22D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 24: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

Kijk uit voor bronnen van CO: een draaiende motor in een gesloten gara-ge of een warmwatertoestel op gas in de badkamer.Let op de klachten en tekenen van CO-vergiftiging: braken, hoofdpijn, dui-zeligheid, ademhalingsstoornissen (snelle ademhaling), hartkloppingen(snelle pols), gedaald bewustzijn of bewusteloosheid, grauwe huidskleur.(De kersenrode kleur die soms in de handboeken beschreven wordt,treedt zelden op en is een laattijdig teken van CO-vergiftiging dat dikwijlspas verschijnt als de patiënt al overleden is.)

CO = gevaar voor eigen veiligheid = geef maximaal zuurstof

Open dadelijk ramen en deuren van de ruimte waarin de patiënt zichbevindt. Breng de patiënt naar buiten.Als de patiënt bewusteloos is, verwittig dadelijk de MUG. Breng de patiënt in rugligging, maak de luchtweg vrij, ondersteun deademhaling indien nodig. Als de patiënt spontaan ademt: breng hem in deveiligheidshouding. Houd een aspiratietoestel met sonde klaar voor hetgeval de patiënt begint te braken.Geef zuurstof met masker en reservoir (10-15 l/min).

Andere giftige gassen hebben verschillende werkingsmechanismen.Sommige werken in op longen en luchtwegen, andere verstoren hetzenuwstelsel. Als je in bedrijven komt, zal de veiligheidsdienst je wellichtinlichten over de aard van de gassen en de te nemen maatregelen. Voorgevaarlijke produkten die in bedrijven gebruikt of getransporteerd wordenbestaan internationale codes. Die vind je in hoofdstuk 13.

Je kan sommige gassen goed waarnemen. Chloorgas veroorzaakt typi-sche prikkelingen ter hoogte van luchtwegen, ogen, ... Waterstofsulfideheeft de stank van rotte eieren, ammoniak heeft een typische doordrin-gende geur.Let op de volgende symptomen: kortademigheid, soms leidend tot adem-stilstand, hoesten (soms bloederige fluimen en veel slijmen), duizeligheid,gedaald bewustzijn tot bewusteloosheid, versnelde of vertraagde pols,geprikkelde ogen (het gevoel van zand in de ogen), branderig gevoel inneus, mond en op de borst, jeuk of branderigheid op de huid, hoofdpijnen braken, grauwe huidskleur.

In vele gevallen zal eerst een brandweerman met beschermende kledij enspeciale apparatuur de patiënt uit de gevarenzone evacueren. Draag,indien mogelijk, zelf ook beschermende kledij. Probeer nooit zelf slacht-offers te bevrijden als je daartoe niet bent opgeleid.

Wat doe je bij eengasvergiftiging?

Hoe beoordeel je eengasvergiftiging?

13.4

!

Wat doe je bij een CO-vergiftiging?

Hoe beoordeel je een CO-vergiftiging?

5.23D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 25: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

Verwittig de MUG bij patiënten die bewusteloos zijn of ademhalings-moeilijkheden hebben.Houd de ademweg vrij, controleer en ondersteun zo nodig de ademhalingen de circulatie.Geef maximaal zuurstof met masker en reservoir (10-15 l/min).Leg een bewusteloze en ademende patiënt in de veiligheidshouding.Breng een bewuste en kortademige patiënt in zittende of halfzittende hou-ding.Houd een aspiratietoestel en -sonde bij de hand voor het geval de patiëntbegint te braken.Verwijder kledingstukken die doordrenkt zijn met verdampende vloei-stoffen. Draag hierbij zelf beschermende kledij en handschoenen.Win informatie in zodat je het hulpcentrum 100 en de MUG kan verwit-tigen over de aard van het giftige gas. Verlucht de sanitaire cel van de zie-kenwagen.Vraag na of nog andere mensen gelijkaardige klachten hebben. Behandelhen of raad hen aan zich te laten behandelen.Vraag na het vervoer of het nodig is de ziekenwagen te ontsmetten.

Langs de huid

In sommige gevallen wordt de huid beschadigd, zoals door sterke zurenof basen die de huid aanvreten. Bepaalde giftige stoffen kunnen door dehuid het lichaam binnendringen, zelfs door onbeschadigde, gezonde huid.Bepaalde insekticiden (parathion of E605) kunnen via de huid wordenopgenomen en veralgemeende vergiftigingsverschijnselen veroorzaken.In zeldzame gevallen kan dit zelfs gebeuren zonder zichtbare beschadi-gingen van de huid.De behandeling van huidletsels door chemische stoffen wordt besprokenin het hoofdstuk over brandwonden.

Door inspuiting

De gevolgen van injectie van drugs worden in het volgende deel van dithoofdstuk besproken. De meest voorkomende vergiftigingen door inspui-ting zijn beten van insekten en reptielen. Gifslangen en schorpioenenkomen in onze streken alleen voor bij personen die deze dieren houdenals hobby.Overgevoeligheidsreacties bij insektenbeten werden besproken bij debehandeling van shock.

3.3

5.3

8

ademhalingbeademingcirculatie

emhaliademirculat

5.24D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 26: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

5.3 Alcohol en drugs

Ambulanciers worden dikwijls geconfronteerd met patiënten die acuteproblemen kregen door misbruik van alcohol en drugs. Je moet dezepatiënten kunnen herkennen en weten wat je in die gevallen moet doen.

A L C O H O L

Alcohol is een drug die de werking van de hersenen beïnvloedt. Alhoewelalcohol maatschappelijk aanvaard is, doet dit niets af van het feit dat heteen verslavende stof is. Het noodgeval waar je bij geroepen wordt kan het gevolg zijn van derechtstreekse inwerking van de alcohol op het lichaam van de drinker, ofeen onrechtstreeks gevolg van het drankmisbruik, zoals bij vechtpartijenof verkeersongevallen.De rechtstreekse lichamelijke effecten van alcohol op het lichaam kunnenzowel acuut (dronkenschap) als chronisch zijn (de aantasting van delever na jarenlang misbruik, waardoor een patiënt bloed kan braken).Gevallen van alcoholvergiftiging worden dikwijls niet ernstig genomenomdat een dronkeman lachwekkend kan zijn. Het zijn echter voor deambulancier hoe dan ook vaak lastige gevallen omdat de patiënt opstan-dig en twistziek kan zijn en het geduld van de hulpverleners erg op deproef kan stellen. Dezelfde patiënten worden dikwijls verscheidene kerenmet de ambulance opgehaald. Deze patiënten hebben meestal een zeerslechte hygiënische toestand. Je maakt als ambulancier bijgevolg dikwijlsde bedenking dat je de middelen van de dringende hulpverlening nuttigeraan andere patiënten zou besteden.Toch moet iemand met een alcoholvergiftiging met evenveel waardigheidbehandeld worden als elke andere patiënt. Acuut of chronisch alcohol-misbruik is een medisch probleem dat evenveel inspanning waard is alsde zorg bij een gebroken been.Vergeet echter niet dat je eigen veiligheid boven alles gaat. Als die doorde agressiviteit van de patiënt in gevaar komt, mag je niet aarzelen dehulp van de politie in te roepen.

De eerste en belangrijkste vraag is steeds: is alcohol het enige probleem?Laat je er niet te snel toe verleiden te denken dat alle klachten en tekenenhet gevolg zijn van de drank. Kijk goed rond en ondervraag de omstan-ders. Ook andere aandoeningen zien er soms uit als een alcoholvergifti-ging.

• Heeft de patiënt suikerziekte? Een te laag suikergehalte in het bloed kanhet beeld van een ‘dronken’ patiënt geven.

5.1

Hoe beoordeel je een alcoholvergiftiging?

9

5.25D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 27: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

• Zijn er aanwijzingen voor een trauma aan het hoofd? Een bloeding in dehersenen kan verwardheid en een gedaald bewustzijn veroorzaken.

• Heeft de patiënt epilepsie?

• De adem ruikt naar alcohol. Op zich is dit niet voldoende. Ook na éénglas kan iemands adem naar alcohol ruiken. Sommige sterke drankengeven dan weer juist weinig geur aan de adem.

• De patiënt spreekt met een dubbele tong, heeft ongeordende gedachten,spreekt in onsamenhangende woorden en zinnen.

• Het gelaat is vaak rood en bezweet.• De patient braakt.• Gestoorde gang en trage reacties.• Verwardheid, soms gaande tot gedaald bewustzijn of bewusteloosheid

die zeer diep kan zijn, waarbij zelfs de ademhaling onderdrukt kan zijn.• Soms hallucinaties (dingen waarnemen die er in werkelijkheid niet zijn).

Het lichaam van iemand die verslaafd is aan alcohol, past zich aan deconstante inname van deze lichaamsvreemde stof aan. Als die alcohol-stroom plots ophoudt, raakt het lichaam uit evenwicht. Dat verklaartallerlei acute verschijnselen als de verslaafde niet of minder drinkt. Datkan bij voorbeeld gebeuren bij een ziekte, wat dan typische tekenen van‘alcoholderving’ (abstinentie of onthouding) met zich meebrengt:• verwardheid en rusteloosheid• eigenaardig gedrag• hallucinaties (allerlei dingen waarnemen die er in werkelijkheid niet zijn)• sterk beven, vooral van handen en vingers• zweten en warm aanvoelen• stuiptrekkingen (komen bij vele patiënten voor en doen aan epilepsie

denken)• shock (kan optreden bij ernstige uitputting van het lichaam)Bij gedaald bewustzijn en hallucinaties spreekt men van een ‘delirium tre-mens’.

Controleer het bewustzijn (WAPA).Controleer de vitale functies. Bij een zeer ernstige vergiftiging kan de patiënt bewusteloos raken en zelfsademhalingsproblemen krijgen. Zorg dan voor een vrije luchtweg (doorhet strekken van de kin). Bij onvoldoende ademhaling, moet je beademenen zuurstof geven. Vraag steeds de MUG bij bewusteloosheid of adem-halingsmoeilijkheden.Bij ademhalingsfalen praat je met de patiënt om hem wakker te houden,wat aanzet om te blijven ademhalen.

Leg een halskraag aan als er aanwijzingen zijn voor hoofd- of nekletsel.(Na een val of bij het zien van een hoofdwonde bij voorbeeld.)

Bij braken leg je de patiënt in veiligheidshouding. Aspireer met een sonde.Wees erop voorbereid dat de patiënt stuiptrekkingen kan krijgen.Bescherm in dat geval de patiënt tegen verwondingen door voorwerpen

Wat doe je bij eenalcoholprobleem?

Hoe herken je eenalcoholderving?

Hoe herken je een acutealcoholvergiftiging?

5.1

5.26D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 28: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

uit de buurt te houden. Probeer de stuipen niet tegen te houden. Dat ver-oorzaakt alleen maar breuken en gewrichts- of spierkwetsuren. Geefzuurstof tijdens een stuipaanval.Breng de patiënt steeds naar het ziekenhuis.

D R U G S

Druggebruik is het innemen van middelen om een bepaalde gemoeds-toestand te bereiken. Die middelen zijn in een aantal gevallen genees-middelen. Mensen die door gebruik van deze middelen in de dringendehulpverlening terechtkomen, moeten beschouwd worden als patiënten endienen de gepaste hulp en verzorging te krijgen.

Stimulerende middelen prikkelen of stimuleren het zenuwstelsel. Zeworden gebruikt om zich ‘goed te voelen’ of om vermoeidheid tegen tegaan. Voorbeelden zijn de amfetamines (peppillen en aanverwante, metstraatnamen zoals ‘ecstasy’ of ‘speed’) en cocaïne (met straatnamenzoals ‘crack’ of ‘snow’). Deze middelen worden meestal geslikt als pillen.Cocaïne wordt dikwijls gesnoven, soms gerookt of ingespoten.Kalmerende middelen hebben een onderdrukkend, kalmerend effect ophet zenuwstelsel. Ze worden gebruikt om te ontspannen of te slapen. Debenzodiazepines zoals Valium® of Rohypnol® zijn slaapmiddelen die alsgeneesmiddelen verkocht worden maar dikwijls misbruikt worden voorniet-medische doeleinden. Barbituraten zijn slaapmiddelen die niet meerin de geneeskunde gebruikt worden, maar nog wel op de markt van deillegale drugs circuleren.Verdovende middelen veroorzaken een roes en verwekken slaperig-heid. Ze behoren tot de opiumachtigen en worden in de geneeskunde metsucces gebruikt voor het bestrijden van zware pijn (bij voorbeeld bij kan-kerpatiënten). Ze worden echter ook als drugs misbruikt. Heroïne wordtingespoten, andere zoals Burgodin® worden geslikt.Hallucinerende stoffen verstoren de werking van de hersenen zodanigdat de gebruiker hallucinaties krijgt. De waarneming van de omgevingwordt helemaal vertekend. Deze stoffen hebben geen toepassing in degeneeskunde en worden dus alleen door druggebruikers aangewend.LSD bij voorbeeld wordt in pilvorm ingenomen en dringt langs de mond-slijmvliezen het lichaam binnen.Er zijn ook stoffen, zoals marihuana of hashish, die geestesveranderendwerken zonder hallucinaties te veroorzaken. Ze beïnvloeden echter ookde samenhang van de bewegingen en verstoren de concentratie.Vluchtige bedwelmende stoffen worden ingeademd en prikkelen enonderdrukken het zenuwstelsel. Schoonmaakprodukten, lijmen of oplos-middelen worden hiertoe opgesnoven; men spreekt van ‘snuiven’.

Het zal altijd heel moeilijk zijn precies te weten welke drug er in het spelis. Elke gebruiker reageert anders op een drug en dikwijls worden er ookverschillende middelen door elkaar gebruikt. Toch zijn er een aantal teke-nen die belangrijke informatie geven. Ze worden hieronder opgesomd.

Hoe beoordeel je eendrugsintoxicatie?

Welke drugs zijn er?

5.27D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 29: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

Bij stimulerende middelen heb je te maken met een opgewonden, trans-pirerende patiënt waarbij je een snelle hartslag en wijde pupillen vaststelt.Dikwijls heeft de patiënt al lang niet meer geslapen.Bij kalmerende middelen is de patiënt traag, futloos en slaperig. Depatiënt spreekt onduidelijk of met dikke tong en loopt moeilijk. De adem-haling kan slecht zijn (traag, meet de frequentie). De vitale functies kun-nen bedreigd worden.Bij verdovende middelen is de ademhaling traag en ondiep. De pols istraag en slecht voelbaar. De slaperigheid kan bewusteloosheid worden, inzoverre zelfs dat de patiënt niet meer reageert op een pijnprikkel. Depupillen zijn vernauwd of zelfs puntvormig. In ernstige gevallen kan deademhaling stilvallen. Je kan de plaatsten zien waar ingespoten wordt (bijvoorbeeld de elleboogplooien).Bij hallucinerende middelen is de patiënt onrustig. Je krijgt er moeilijkcontact mee. Je hoort beschrijvingen van dingen die er niet zijn. Depatiënt is angstig en vertelt ‘onzin’. Soms is er agressie.Bij bedwelmende, vluchtige stoffen heeft de patiënt een wazige blik engeeft een afwezige indruk. Soms verliest de patiënt het bewustzijn. Bijsnuiven uit een plastic zak kan verstikking optreden wanneer de patiëntvoorover valt met het gezicht in de zak. Bij snuiven van oplosmiddelenkan ventrikelfibrillatie met hartstilstand optreden.Verslaafden die plots hun drug moeten missen, krijgen dervingsver-schijnselen: angst en opgewondenheid, zweten en braakneigingen, prik-kelbaarheid en verwardheid.

De aanpak is niet wezenlijk verschillend van elk ander urgentiegeval.Controleer de vitale functies en behandel zo nodig. Geef zuurstof bijademhalingsmoeilijkheden (masker en reservoir).Tracht contact te houden met de patiënt door te praten. Probeer ver-trouwen te winnen.Kijk goed rond en ondervraag omstanders. Kijk uit voor verpakkingen,prikplaatsen.Kijk naar verwondingen aan het hoofd of andere kwetsuren. Leg zo nodigeen verband of een halskraag aan.

Draag steeds handschoenen. Let op voor bloed en naalden. Ze leverenbesmettingsgevaar op (AIDS, hepatitis B).

Als de patiënt agressief is en je bedreigt, breng je jezelf in veiligheid enroep je politiehulp in.

!

Wat doe je bij drugsintoxicatie?

5.28D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

Page 30: HET MENSELIJK LICHAAM - Vlaams-Brabant · ‘trombose’; een ‘trombus’ is een klonter). Een bloedvat kan ook scheuren, waardoor een hersenbloeding ontstaat. Wat er juist aan

5.29D e z i e k e p a t i ë n tH o o f d s t u k 5

S A M E N V A T T I N G H O O F D S T U K 5

In de praktijk moet je als ambulancier hulp kunnen verle-nen aan patiënten die lijden aan zeer uiteenlopende ziektenof intoxicaties. In tegenstelling tot bij ongevallen zijn dediepere oorzaken van de slechte gezondheidstoestand vaneen zieke patiënt moeilijker te achterhalen.

De eerste beoordeling van de patiënt zoekt stelselmatignaar:• de toestand van het bewustzijn• de toestand van de ademhaling• de toestand van het hart- en bloedvatenstelsel.

Indien één of meer vitale functies van de patiënt bedreigdzijn, wordt onmiddellijk de hulp van de MUG gevraagd.

Indien je niet duidelijk de oorzaken van de ziekte van depatiënt kunt achterhalen, moet je de levensnoodzakelijkefuncties van de patiënt volgen en ondersteunen:• volg de evolutie van het bewustzijn• zorg voor een vrije ademweg• volg de ademhaling, zowel wat de frequentie als de ampli-

tude betreft• geef zuurstof aan de patiënt• volg het hart- en bloedvatenstelsel en de hartfrequentie• zoek naar tekenen van shock.

Wanneer je een zieke of geïntoxiceerde patiënt aantreft,zoek dan zoveel mogelijk naar aanwijzingen in de onmid-dellijke omgeving van de patiënt: welke ziekten zijn bij depatiënt gekend, welke geneesmiddelen neemt hij, welkegiftige produkten vind je in zijn nabijheid? Lijdt de patiëntaan suikerziekte, ...?