OuderbriefThema 12: Dierentuindieren

Beste ouders/verzorgers,

Het thema van de komende periode is: ‘dierentuindieren’.

Op allerlei manieren worden er rond dit thema spelletjes en activiteiten gedaan. Dierentuindieren zijn niet de dieren die uw kind dagelijks tegenkomt, toch weten de meeste peuters al een heleboel dierentuindieren bij naam te noemen. Een leeuw, een olifant, een aap….uw kind ziet ze op een plaatje en reageert er meestal meteen op.

In de themakist zitten o.a. plastic dieren zoals een olifant, een giraf, een aap, een leeuw, een nijlpaard en een krokodil.

In de groep bekijken we de plastic dierentuindieren goed, doen ze na en zingen er liedjes over.

We bouwen een dierentuin van de duplo en de plastic dieren.Uw kind zal ook vast thuiskomen met een knutselwerk over een dierentuindier.

Woorden die aan de orde komen zijn: de oren, de bek, de staart, rennen, klimmen, zwemmen, groot/klein, lang/kort.

Opzegversje:

Een olifant, heeft dikke billen.Een aap, kan heel hard gillen.Een giraf, heeft een lange nek.

En een nijlpaard, heeft een hele grote bek

Leuke activiteiten voor thuis!

In de bibliotheek en bij de goedkope boekenwinkels zijn veel boeken verkrijgbaar over dierentuindieren! Peuters vinden het vaak leuk om samen met u een boekje te bekijken, dieren aan te wijzen en erover te praten.

Misschien heeft u plastic dierentuindieren. Maak thuis samen met uw kind een dierentuin met hokken van duplo of blokken of lege doosjes van bijvoorbeeld de thee/hagelslag.

Spelletje: Wie kan een …….. nadoen?Veel kinderen zijn dol op het nadoen van dieren. Doe met elkaar eens een leeuw, een olifant, een aap, een slang, een giraf, een krokodil of een pinguïn na!

Er bestaan veel liedjes over dieren. In de groep leert uw kind vast het liedje :

“Ze kunnen zeggen wat ze willen maar de olifantheeft de allerdikste billen van het hele landen de giraf de allerlangste nek, nek , neken de krokodil de allergrootste bek, bek ,bek “

Op de televisie komen vaak opnames van dieren voor.Mocht u een dierentuindier zien op de t.v., dan is het leuk om uw kind even te roepen en samen naar het dier te kijken.

Tips m.b.t. het voorlezen

Kinderen zijn dol op voorlezen. Sommige boeken willen ze wel 25 keer horen! Zelf kunt u het boekje al dromen, maar uw kind wil het toch nog een keer lezen. Het is juist goed om de boekjes vaak te herhalen. Uw kind leert zo de zinnen en woorden uit het boek goed. Aan 1 keer voorlezen heeft uw kind niet genoeg!

Sommige kinderen vinden het leuk om echt het verhaaltje te horen dat bij de plaatjes staat. Andere kinderen bekijken liever de plaatjes en vertellen er zelf bij. Ook dit is een manier om een boek te lezen. Bijvoorbeeld: uw kind pakt het boekje en wijst allerlei dingen aan, u kunt dan de woorden erbij zeggen. Sommige kinderen beginnen achteraan en bladeren dan naar voren. Volg wat uw kind doet en verwoord intussen wat uw kind doet of benoem de plaatjes. Bijvoorbeeld: “Ja, dat is een olifant, een slurf; oh, je slaat de bladzijde om, ja, een giraf, dat zijn z’n poten.”

Het is leuk om een vaste plek te hebben waar een paar boeken liggen voor uw kind. Bijvoorbeeld in een mand of op een ‘eigen’ boekenplank. Uw kind kan zo de boekjes zelf pakken en ‘lezen’ wanneer het dat wil.

Boekentips

Naar de dierentuin Pauline Oudmet Fien en Milo Nijntje in de dierentuin Dick BrunaBobbi naar de dierentuin Ingeborg BijlsmaApenhaar zit altijd raar Deborah Jackson