het leven van christus, deel 2 - teach kids · 2016. 9. 1. · geloof en geestelijke voeding te...

99
© Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap 2 e Wormenseweg 84, 7331 VH Apeldoorn Het leven van Christus, deel 2 Zes Bijbellessen om kinderen te vertellen over de Heere Jezus, hun persoonlijke Verlosser Oorspronkelijke titel: Life of Christ – vol. 2 Geschreven door: Lynda Pongracz Illustraties: Cedric Hohnstadt Verwerkt en aangepast voor Nederland: IKEG Literatuur Team Er zijn 4 lesseries met in totaal 24 lessen over het leven van Christus: "Het leven van Christus”, deel 1 t/m 4 Deze handleiding, met bijbehorende platen, mag niet tegen vergoeding uitgeleend worden zonder schriftelijke toestemming van het IKEG. Met toestemming vertaald en uitgegeven in het Nederlands door Stichting Kinder-Evangelisatie Genootschap (IKEG) (de Nederlandse tak van Child Evangelism Fellowship). 2e Wormenseweg 84, 7331 VH Apeldoorn, telefoon (055) 542 37 31 Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding mag alleen gebruikt worden voor persoonlijke, non-profit en niet-commerciële doeleinden. Bezoek www.teachkids.eu/nl voor de volledige voorwaarden van deze toestemming Copyright © 1999-2000 by Child Evangelism Fellowship® Inc. All right reserved. This book or parts thereof, may not be reproduced in any form by branches of CEF or others, without written permission of the publisher. Published by Child Evangelism Fellowship Press. Warrenton, Missouri 63383 U.S.A ATTENTIE! De platen bij deze serie kunnen bij de meeste IKEG adressen en/of webshops gekocht worden. Kijk voor een overzicht van de IKEG-adressen en webshops in Europa op www.teachkids.eu/nl en klik op “Adressen”.

Upload: others

Post on 07-Oct-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

© Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap

2e Wormenseweg 84, 7331 VH Apeldoorn

Het leven van Christus, deel 2 Zes Bijbellessen om kinderen te vertellen over de

Heere Jezus, hun persoonlijke Verlosser

Oorspronkelijke titel: Life of Christ – vol. 2

Geschreven door: Lynda Pongracz

Illustraties: Cedric Hohnstadt

Verwerkt en aangepast voor Nederland: IKEG Literatuur Team

Er zijn 4 lesseries met in totaal 24 lessen over het leven van Christus:

"Het leven van Christus”, deel 1 t/m 4

Deze handleiding, met bijbehorende platen, mag niet tegen vergoeding uitgeleend worden zonder schriftelijke toestemming van het IKEG. Met toestemming vertaald en uitgegeven in het Nederlands door Stichting Kinder-Evangelisatie Genootschap (IKEG)

(de Nederlandse tak van Child Evangelism Fellowship).

2e Wormenseweg 84, 7331 VH Apeldoorn, telefoon (055) 542 37 31 Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding mag alleen gebruikt worden voor persoonlijke, non-profit en niet-commerciële doeleinden.

Bezoek www.teachkids.eu/nl voor de volledige voorwaarden van deze toestemming

Copyright © 1999-2000 by Child Evangelism Fellowship® Inc. All right reserved. This book or parts thereof, may not be reproduced in any form by branches of CEF or others, without written permission of the publisher. Published by Child Evangelism Fellowship Press. Warrenton, Missouri 63383 U.S.A

ATTENTIE!

De platen bij deze serie kunnen bij de meeste IKEG adressen en/of webshops gekocht worden. Kijk voor een overzicht van

de IKEG-adressen en webshops in Europa op www.teachkids.eu/nl en klik op “Adressen”.

2

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Inhoud

Wie bereikt de kinderen met het evangelie? .............................................................................................. 3

De relatie tussen het IKEG en de plaatselijke gemeenten/kerken ..................................................... 4

Voorbereidingen voor de Bijbellessen ........................................................................................................... 5

Hoe leg je het evangelie aan een kind uit? ................................................................................................. 13

Hoe leer je een gelovig kind de Heere Jezus te volgen?....................................................................... 14

Les 1 De bruiloft te Kana ................................................................................................................................. 15

Les 2 Opnieuw geboren worden .................................................................................................................... 27

Les 3 De Samaritaanse vrouw ....................................................................................................................... 39

Les 4 De genezing van de zoon van de hoveling ........................................................................................ 51

Les 5 De blinde Bartimeüs .............................................................................................................................. 61

Les 6 Er zijn geen grenzen aan Jezus macht ........................................................................................... 73

Overzicht flanelfiguren .................................................................................................................................. 85

Tekstkaartjes .................................................................................................................................................... 87

Tekstballonnen les 2 ........................................................................................................................................ 88

Tekstplaatsen les 4 .......................................................................................................................................... 89

3

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Wie bereikt de kinderen met het evangelie?

Kinderen hebben de Heere Jezus nodig. Ze hebben het nodig om over Hem te horen en te leren,

maar nog belangrijker is dat zij in Hem gaan geloven als hun Verlosser. Zelfs jonge kinderen

kunnen begrijpen dat zij een Verlosser nodig hebben. Maar wie vertelt hen, Wie deze Verlosser

is? Bent u dat? Veel Christenen willen de verlorenen in hun buurt, hun woonplaats, en zelfs de

niet-gelovigen in hun kerken bereiken - maar ze weten niet hoe.

Bijgaande lessen kunnen u hierbij helpen. In deze serie wordt duidelijk uitgelegd dat de Heere

Jezus Christus de enige Verlosser is. Deze serie bevat zes lessen en is ontworpen voor

Bijbelclubs, maar kan ook gebruikt worden in de zondagsschool, catechisatie of bij andere

gelegenheden. Deze lessen lijken complex door de hoeveelheid informatie die er in staat, maar

zijn eenvoudig in gebruik.

Waarom Kinder Bijbelclubs? Een Kinder Bijbelclub is een geweldige manier om het evangelie aan buitenkerkelijke kinderen te

verkondigen. Dit evangelie moet duidelijk aan de kinderen uitgelegd worden, zodat zij tot geloof

kunnen komen.

Het doel van een Bijbelclub:

Een Bijbelclub heeft een drieledig doel:

1) het verkondigen van het evangelie aan niet gelovige kinderen (evangelisatiewerk)

2) de kinderen die tot geloof gekomen zijn, bekend maken met de (grond)principes van het

geloof en geestelijke voeding te geven om te kunnen groeien in geloof.

3) kinderen onder te brengen in Bijbelgetrouwe kerken (versterking van de plaatselijke

gemeenten.) Vrucht van een Bijbelclub:

1) De clubs (Goed Nieuws Club® of gemeenteclubs) zijn ook een geweldige manier om de

omgeving te beïnvloeden. De Kinder Bijbelclub is een uitstekende manier om het

gemeenschapsgevoel in een buurt te bevorderen, doordat het de kinderen met elkaar

verbindt en de gezinnen waaruit ze komen. Zo kan het huis van een leid(st)er voor hen

een veilige haven zijn, waar kinderen met hun moeilijkheden kunnen komen. En als een

kind leert van een positieve liefdevolle volwassene, zal het de Bijbelse normen in zijn of

haar omgeving introduceren. Ouders staan vaak heel open voor de club als ze de

verandering zien in het leven van hun kinderen.

2) Het is ook een goede manier om gemeenten te versterken. Clubkinderen die in de Heere

Jezus gaan geloven, worden aangemoedigd een Bijbelgetrouwe plaatselijke gemeente te

bezoeken. Dit is voor de kerk een geweldige gelegenheid om hele gezinnen te bereiken.

3) Tevens is het een uitstekende manier om betrokken te raken met evangelisatie.

Gemeenteleden die clubs houden, groeien in hun eigen geloof, en kunnen anderen ertoe

aanzetten ook een GNC® te starten en zo de verlorenen te zoeken. Een Bijbelclub brengt

het zendingsveld bij u op de stoep. Zo wordt het makkelijker om de kinderen bij u in de

buurt te bereiken.

4

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Waarom niet met een Goed Nieuws Club® beginnen?

Goed Nieuws Clubs® (GNC®) worden over de hele wereld gehouden en zijn gebaseerd op

de principes van het CEF (Child Evangelism Fellowship). De Nederlandse tak hiervan is het

IKEG (Internationaal KinderEvangelisatie Genootschap). Een Goed Nieuws Club® is een

geweldige manier om kinderen te bereiken, die nooit naar een kerk gaan of op een andere

manier het evangelie horen. GNC’s® worden, behalve in de zomermaanden, wekelijks,

tweewekelijks en soms maandelijks gehouden in particuliere huizen, klaslokalen,

buurthuizen enz. Kinderen luisteren naar een Bijbelles en zendingsverhaal, leren teksten

uit het hoofd, zingen liedjes en doen mee aan andere activiteiten en verwerkingen. Deze

clubs zijn erop gericht dat kinderen tot geloof in de Heere Jezus komen. Door de nazorg,

die ook bij de GNC® hoort, ontvangen deze kinderen een degelijke Bijbelse ondergrond,

die hen steunt in hun groei naar geestelijke volwassenheid.

De relatie tussen het IKEG en de plaatselijke gemeenten/kerken

Het IKEG wil graag de plaatselijke gemeenten dienen. Het is belangrijker voor ons om te vragen

hoe we de kerken kunnen helpen om meer kinderen te bereiken dan hoe de kerken ons kunnen

helpen. Uiteindelijk wil IKEG zich niet onmisbaar maken maar overbodig!

Dit dienen kan bestaan uit:

1. Nieuw leven inblazen:

Het IKEG staat er voor open kerkelijk werk te versterken, de kinderwerkers te

bemoedigen en om ze zo te helpen dat ze met nieuwe motivatie, visie en ideeën aan de slag

kunnen gaan.

2. Verbeteren:

Het IKEG geeft, indien daarom gevraagd wordt, advies en/of training om zo het

kinderwerk binnen de kerken en/of gemeenten te verbeteren.

3. Stimuleren om nieuw clubwerk op te zetten:

Het IKEG is bereid om kerken te helpen om nieuwe clubs op te zetten. Want ons hoofddoel

is om zoveel mogelijk kinderen bereiken met het evangelie.

(Wilt u meer informatie over hoe het IKEG uw gemeente kan helpen om kinderen te bereiken,

neem dan gerust contact met ons op.)

5

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Voorbereidingen voor de Bijbellessen

Stap 1 - Bestudeer het lesschema

Bij iedere les staat een lesschema, dat u kunt kopiëren. U kunt het gebruiken bij de

voorbereiding van uw Bijbelles, en daarna bij het bijbehorende Bijbelgedeelte in uw Bijbel

leggen. Iedere les bevat een lesoverzicht en een lesschema.

Een lesoverzicht bevat het volgende:

Bijbelgedeelte(n):

De belangrijkste gedeelten in de Bijbel waar de les op is gebaseerd.

Bijbeltekst om aan te leren:

Dit is de tekst, die in de club aangeleerd wordt, met de bedoeling dat de kinderen

hem uit het hoofd leren.

Doel van de les:

Het algemene doel - wat wilt u dat kinderen zullen weten en doen als resultaat

van het luisteren naar de Bijbelles?

Centrale waarheid:

De Centrale Waarheid (CW) is de hoofdgedachte van dit gedeelte. Het is de les die

u de kinderen mee wilt geven naar huis, die ze moeten onthouden. Deze waarheid

wordt in het clubuur uitgewerkt. Tijdens het geven van de Bijbelles wordt een

toepassing van de CW gegeven, zowel voor het leven van het gelovige kind als voor

het leven van het niet gelovige kind. Verder wordt de CW herhaald bij het zingen en

bij het aanleren van de Bijbeltekst. Om het geleerde nog sterker te benadrukken

worden kaarten gebruikt waarop de CW is geschreven. Deze kaarten kunt u op

eenvoudige manier zelf maken door de CW op een vel dik papier te schrijven.

Waar de CW in de les gebruikt wordt, wordt dit met een symbool weergegeven.

Daarnaast ziet u of de CW alleen vermeld wordt of dat de CW op het gelovige of

niet gelovige kind toegepast wordt. Ook wordt aangegeven op welk onderdeel van

het evangelie de CW van toepassing is.

Bijbelvertaling: Voor wat betreft namen van plaatsen en personen (en

Bijbelboeken) hebben we de Herziene Statenvertaling(HSV) aangehouden. Als de

kinderen thuis zelf een Bijbel hebben kunnen ze een andere vertaling hebben. U

kunt ze hier even op wijzen.

6

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Toepassing voor het gelovige en het niet-gelovige kind:

De toepassing is om het kind te helpen de Centrale Waarheid te begrijpen en toe te

passen in zijn/haar leven. Er zijn steeds twee soorten toepassingen: voor het

gelovige en voor het niet-gelovige kind. We moeten ervoor waken de kinderen te

laten denken dat ze vanzelf bij de Heere Jezus horen. Dat is misleidend. Het is

onze verantwoordelijkheid om een duidelijk verschil te maken tussen deze 2

groepen kinderen, terwijl het de taak van de Heilige Geest is om het kind te

overtuigen of hij/zij al dan niet gelooft.

Toepassing voor het niet-gelovige kind + uitnodiging.

Dit is voornamelijk een uitnodiging om zich te bekeren en in de Heere Jezus te

geloven als Verlosser. (Marcus 1:14-15)

Stel uzelf beschikbaar:

Omdat u graag persoonlijk contact met de kinderen wilt, is het goed om uzelf

beschikbaar te stellen. Dit houdt in dat u aanbiedt tijd te willen nemen voor een

pastoraal gesprek met een kind. Dit kan over elk onderwerp zijn, maar ook over wat

het inhoudt om je te bekeren en in de Heere Jezus te gaan geloven. Geef duidelijk

aan waar ze u kunnen vinden. U kunt bijvoorbeeld zeggen:

“Misschien heb je vragen over wat je nu hebt gehoord. Het kan zijn dat je je

afvraagt wat het betekent om in de Heere Jezus te geloven of je begrijpt iets niet

goed. Heb je zulke, of andere vragen waar je mee zit, dan mag je na de club bij mij

komen. Ik sta dan hier bij het flanelbord. (of andere geschikte plaats). Als je dan

bij me komt weet ik dat je met me wilt praten.” (Zorg dat u er dan ook staat, al

komen er geen kinderen op u af. Het is ook niet de tijd om dan met andere personen

van de leiding te praten.)

U kunt op elk tijdstip in het programma zeggen dat u beschikbaar bent. Op een

geschikt tijdstip in het verhaal (Let wel - niet na de uitnodiging), tijdens het

aanleren of na het zingen van een lied, tijdens het aanleren van een Bijbelvers of

zelfs na een antwoord bij het herhalingsspel/quizspel.

Lesschema’s:

Deze zijn erbij gevoegd om u een overzicht te geven van de Bijbelles. U zult merken dat de les in

vier onderwerpen is verdeeld.

De ‘inleiding’ vangt de aandacht van uw gehoor voor het onderwerp van uw les.

De ‘ontwikkeling van de gebeurtenissen’ volgt de Bijbelles langs alle onderdelen van het verhaal.

De ‘climax’ is de ontknoping van het verhaal.

Het ‘einde’ bevat een korte afronding.

Na deze gedeelten wordt een ‘uitnodiging’ aan het niet gelovige kind gedaan om in geloof op de

evangelieboodschap in te gaan. Soms volgt ook een ‘oproep’ voor het gelovige kind om de Centrale

Waarheid (CW)van dit gedeelte in zijn/haar leven meer/beter toe te passen.

7

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Voorgesteld clubprogramma:

Ontvangst kinderen

Zingen van een aantal liederen

Gebed

Aanleren van themalied

Bijbelles

Zingen (onder andere het themalied)

Bijbeltekst aanleren

Zingen

Kort zendingsverhaal (of iets anders wat u de kinderen wilt leren)

Herhalingsspel

Zingen

Verwerking. (Dit kan zijn een spel, waarin het geleerde verwerkt wordt, of een werkje)

Afsluiten met gebed en eventueel het themalied.

Pastoraal gesprek met kinderen die erop ingegaan zijn toen u zich beschikbaar gesteld

heeft.

U kunt dit programma naar eigen inzicht variëren en er andere onderdelen aan toevoegen. Onze

ervaring is dat de bovengenoemde elementen in het clubprogramma voor een afwisselend geheel

zorgen.

Stap 2 - Verzamel het materiaal

Bij iedere les wordt aangegeven welk materiaal u nodig heeft. Als u zelf ideeën heeft, kunt u ze

erbij schrijven. Alle hulpmiddelen zijn bij het IKEG verkrijgbaar, tenzij anders staat vermeld. U

kunt vrijblijvend en gratis een catalogus aanvragen bij:

Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap (IKEG)

Postbus 20029

7302 HA Apeldoorn

tel. (055) 542 37 31

e-mail: [email protected]

Stap 3 - Voorbereiding van de Bijbelles en de andere activiteiten

Begin de voorbereiding van de les met de geschiedenis in de Bijbel te lezen. Let hierbij in het

bijzonder op de karakters van de personen in het verhaal, de plaatsen waar het zich afspeelt en

het tijdperk in de geschiedenis. Het is goed om éérst zelf de Bijbel te lezen en Gods Geest tot u

te laten spreken en zelf over het Bijbelgedeelte studie te doen en dàn de handleiding te lezen.

Als u zich vertrouwd heeft gemaakt met het verhaal, leest u de handleiding door; let daarbij op

de centrale waarheden en de toepassingen waar een symbool voor staat.

Deze symbolen geven ook aan waar de nadruk op gelegd wordt en, bij het aangeven van de

Centrale Waarheid(CW), voor welke kinderen deze toepassing bestemd is. Hierna volgt de

verklaring van de symbolen:

8

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

De persoon van God en Zijn liefde voor het kind.

De eigenschappen van God.

God is de Schepper - Hij heeft jou gemaakt.

God is heilig - in alles volmaakt.

God houdt van jou.

In de Bijbel staat: “Want zo lief heeft God de wereld gehad”. (Joh. 3:16)

Het kind en zijn probleem dat hij/zij zondig voor God staat.

Zonde is op je eigen manier willen leven, i.p.v. op Gods manier.

Zonde is opstand of rebellie tegen God.

Wij zijn als zondaren geboren.

In de Bijbel staat: “Want allen hebben gezondigd”. (Rom. 3:23)

Geef voorbeeld(en) van zonden.

Gods straf voor de zonde is de dood, dat is voor altijd van God gescheiden

zijn.

Gods oplossing - vergeving van zonden door de Heere Jezus Christus.

De Heere Jezus is God de Zoon en dus eeuwig God.

De Heere Jezus werd mens.

De Heere Jezus leefde volmaakt.

De Heere Jezus leed; Hij gaf aan het kruis Zijn leven om de straf voor onze

zonden op Zich te nemen. (Verzoening)

In de Bijbel staat: “En het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons

van alle zonde.” (1 Joh. 1:7)

De Heere Jezus stierf en stond weer op.

Hij leeft nu in de hemel.

Toepassing voor het niet-gelovige kind. Dit is voornamelijk een uitnodiging om

zich te bekeren en in de Heere Jezus als Verlosser te gaan geloven.

(Marc.1:14-15) Iemand die tot geloof en bekering komt:

Heeft toegegeven er spijt van te hebben dat hij/zij gezondigd heeft.

(Bekering)

Gelooft dat de Heere Jezus aan het kruis voor hem/haar gestorven is.

Zegt dat tegen Hem en vraagt Hem om zijn/haar zonden te vergeven

en weet uit de beloften van Gods Woord dat hij een kind van God is.

In de Bijbel staat: “Geloof in de Heere Jezus en u zult zalig worden”

(Hand. 16:31)

Toepassing voor het gelovige kind.

Een toepassing uit de les, met een bijbehorende tekst om het gelovige kind

te helpen groeien in zijn relatie met de Heere.

9

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Bestudeer deze toepassingen en let op waar ze in de les staan. Bij het vertellen van het

Bijbelverhaal maakt u regelmatig een ‘uitstapje’ om de geestelijke lessen te benadrukken die in

het Bijbelgedeelte naar voren komen. Verbindingszinnen voor en na de toepassing zorgen ervoor

dat u gemakkelijk overstapt. (Doet u de toepassingen pas aan het einde van het verhaal, dan bent

u de aandacht snel kwijt.)

Vertel de geschiedenis in uw eigen woorden, en ga vloeiend over in de toepassingen, zo zult u op

een effectieve manier de kinderen het evangelie onderwijzen.

Uitnodiging

We moeten niet-gelovigen uitnodigen om tot God te gaan (niet tot u). Dit doen ze niet

door uiterlijk iets te doen: bijvoorbeeld handen om hoog te steken of iets dergelijks.

Kinderen zijn gemakkelijk te manipuleren. Geloof en bekering houdt ook veel meer in

dan alleen een gebaar of actie.

Nodig daarom de kinderen altijd uit om tot God te gaan. Dit kunnen ze doen door

middel van stil gebed nu of later wanneer ze alleen zijn. Dit is altijd een deel van de

verkondiging van het evangelie. Het evangelie is niet iets waar ze neutraal naar

kunnen zitten luisteren. Men omhelst het of verwerpt het. Oefen geen druk uit op de

kinderen.

(LET WEL: Vertel nooit wanneer/waar u beschikbaar bent direct na de uitnodiging.

Kinderen hoeven niet naar ons te komen om in de Heere Jezus te gaan geloven. Ze

kunnen op elk moment tot God gaan of u er bent of niet. Uzelf beschikbaar stellen is

om er voor hen te zijn - om na te kunnen praten. Deze twee aspecten moeten

duidelijk gescheiden worden. - zie lesoverzicht over “jezelf beschikbaar stellen”.)

De Bijbeltekst

Dit is een onmisbaar onderdeel van het programma (1 Petrus 1:23 en Jakobus 1:18).

Bijbelteksten worden aangeleerd volgens de methode Inleiding, Presentatie, Uitleg,

Toepassing, Aanleren. U zult ontdekken, dat dit een effectieve en leuke manier is

om de Schrift in te prenten. Kinderen moeten begrijpen wat zij leren en moeten ook

de gelegenheid krijgen om de tekst op de club zo goed mogelijk te kennen/zoveel

mogelijk uit het hoofd te leren.

Als uw kinderen moeite hebben de teksten uit het hoofd te leren, gebruik dan niet

elke les een nieuwe tekst, maar kies twee of drie teksten uit die u verdeelt over de

hele serie.

10

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Tips bij het aanleren van een Bijbeltekst:

Begin nooit met: “Nu gaan we een Bijbeltekst aanleren...” maar met een leuke

inleiding. Dit pakt de aandacht van de kinderen. (Inleiding)

Zorg dat de kinderen altijd duidelijk weten dat de tekst in de Bijbel staat en

waar ze hem kunnen vinden (bv. OT of NT). Laat het visuele hulpmiddel zien

waarop de Bijbeltekst staat. (Presentatie)

Leg niet de hele tekst in één keer uit, maar iedere keer een stukje, door de

uitleg af te wisselen met het aanleren van de tekst. (Uitleg)

Help de kinderen om niet alleen de Bijbeltekst uit het hoofd te leren -

(aanleren), maar ook toe te passen in hun leven (Toepassing). Let op dat er een

aparte toepassing is voor het gelovige en het niet-gelovige kind.

Wissel de methodes van aanleren af. (Aanleren)

In de kantlijn staan de tekentjes voor de toepassing naar het niet gelovige kind en

de uitleg van het evangelie en voor de toepassing voor gelovige kinderen. Ze geven

aan waar u in de les daar de gelegenheid voor heeft. Evangelisatielessen moeten

gericht zijn op de uitleg van het evangelie met een aanvullende les voor het gelovige

kind, en lessen op geestelijke groei gericht moeten op hun beurt een boodschap

hebben voor het niet-gelovige kind.

Visuele hulpmiddelen:

Flanelfiguren of platen helpen u om de geschiedenis voor de kinderen zichtbaar te maken. Als u

zich vertrouwd heeft gemaakt met de vertelling, gaat u met de flanelfiguren of het platenboek

oefenen. Bij deze IKEG serie horen zowel flanelfiguren als een platenboek. U kunt kiezen wat u

wilt gebruiken. Er wordt telkens duidelijk aangegeven wanneer u de flanelfiguren of platen moet

veranderen. Achter in deze handleiding vindt u een overzicht van de flanelfiguren en hoe u ze bij

elke les moet plaatsen op het flanelbord.

Tips bij het gebruik van het platenboek:

Probeer de bladzijden zo om te slaan, dat het kind alleen de plaat te zien krijgt die aan

de beurt is en niet alvast de volgende plaat. Dit vereist enige oefening.

U hoeft niet de hele tijd de plaat te laten zien. Door het platenboek af en toe neer te

leggen en dan weer op te pakken kunt u de aandacht erbij houden.

Let erop dat u zelf niet naar de platen kijkt maar naar de kinderen.

Oefen de les hardop met gebruik van het platenboek, totdat de vertelling samen met

dit hulpmiddel soepel verloopt.

Tips bij het gebruik van de flanelfiguren:

Knip de figuren uit langs de dikke lijnen en berg de flanelplaten dan per les op, in bijv.

een showmap. Maak een lijst van de figuren die in meerdere lessen worden gebruikt.

Oefen de les hardop, met gebruik van de figuren, totdat het opzetten van de platen

tijdens de vertelling soepel verloopt. Sta aan één kant van het bord en plaats de

figuren snel, terwijl u zoveel mogelijk oogcontact met de kinderen houdt. Houd de

figuren liever niet bij het hoofd vast en ‘sla’ ze ook niet op het flanelbord.

11

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Kantlijn

Suggesties in de kantlijn, zowel in de linker als in de rechter geven achtergrondinformatie en

aanwijzingen hoe u de les boeiender kunt maken. Deze ideeën helpen de kinderen om het beter

te begrijpen. Ze richten zich vaak op verschillende leermogelijkheden van de kinderen.

Kinderen leren:

door te zien: daarom gebruiken we visuele hulpmiddelen;

door te horen, daarom houden we bijvoorbeeld kringgesprekjes;

door aan te raken en te ruiken; daarom nemen we soms voorwerpen mee;

door te doen, bijvoorbeeld door middel van activiteiten die ze door de week kunnen

doen of in de verwerking van de les zoals hieronder vermeld.

Niet alle aspecten komen altijd in elke les aan de orde. U kunt ook niet alle suggesties in uw

clubuur volgen. Kies datgene uit wat het beste bij uw groep kinderen past. Het gevaar is

aanwezig dat te veel tijd en aandacht wordt besteed aan het ‘doen’, de verwerking. Zorg voor

een goed overzicht en houd het doel in de gaten, namelijk dat kinderen het evangelie horen. Het

belangrijkste blijft de vertelling.

Liederen

Liederen worden gedurende het hele clubuur gezongen, om het geleerde te benadrukken en om

de aandacht vast te houden. Kies liederen uit die passen bij de Centrale Waarheid. Het

versterkt uw onderwijs. Als u een lied aanleert, zorg dan dat u het zo doet, dat kinderen zullen

begrijpen wat ze zingen. De methode Inleiding, Presentatie, Uitleg, Toepassing, Aanleren, die u

bij de tekst gebruikt, is ook goed te gebruiken bij het aanleren van liederen.

Herhalingsspelletjes

Herhalingsspelletjes en leeractiviteiten staan er iedere keer bij, namelijk om het geleerde beter

in te prenten. Herhalingsspelletjes zijn ontworpen om bij de vragen na de les te gebruiken. De

leeractiviteiten zijn een andere mogelijkheid om de les op een leuke manier te herhalen.

Kleuters

In de kantlijn staan ook tips en leeractiviteiten speciaal voor kleuters (niet bij elke les). Jonge

kinderen houden van actief meedoen. Laat hen voorwerpen aanraken en tellen.

Wees er bij het geven van de uitnodiging op alert dat kleuters graag iemand een plezier willen

doen. Zij zullen graag doen wat u wilt; ze hebben nog niet zo zeer een eigen mening. Leg ze het

evangelie uit en verwacht dat de Heilige Geest het uitwerkt in hun hart; maar wees zorgvuldig en

voorzichtig in uw pastoraal gesprek. Vermijd dat kleuters u na gaan zeggen.

12

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Gebruik van CW kaarten

Een kaart met Centrale Waarheid wordt gebruikt om deze extra in het geheugen te prenten. De

kaarten kunt u zelf maken door de Centrale Waarheid op een stevig vel papier te schrijven. In

de kantlijn staat wanneer u deze kaarten kunt laten zien en hoe u het moet toepassen.

Verwerking van de Bijbelles

Rom. 10:17

“Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord van God.”

Het IKEG is van mening dat, wanneer men het evangelie verkondigt, het voornamelijk een

vertelling (verbale communicatie) moet blijven. Visuele hulpmiddelen zijn er om de Bijbelles

(verbale communicatie of vertelling) te versterken en begrijpelijk te maken. (Zo heeft de Heere

Jezus het ook gedaan). Sketches, drama en mime kunnen soms als inleiding tot de Bijbelles

gebruikt worden, maar het liefst voor of na het programma als verwerking van de Centrale

Waarheid. Ze vervangen nooit de Bijbelles (vertelling) zelf. Ook adviseren we u om niet het

Bijbelgebeuren uit te spelen, want dan stapt u over naar visuele verkondiging. Alhoewel het leuk

is voor de kinderen, is het niet zoals God het bedoeld heeft.

Laat de kinderen liever de Centrale Waarheid, thema en/of dagelijkse situaties waar ze mee te

maken hebben uitspelen, of op andere manieren verwerken. Zorg ook dat uw visuele hulpmiddelen

passen bij de aard van de Bijbel en de grootheid van God en dat uw uitgangspunt voornamelijk is

- wat is tot eer van God, in plaats van wat vinden de kinderen leuk; anders zijn ze geen

hulpmiddel meer, maar een hindernis om de ware Bijbelse boodschap over te dragen.

Het IKEG heeft bij iedere les werkjes beschikbaar die u kunt bestellen. (Meestal voor oudere

en jongere kinderen.) Deze kunnen ook goed als verwerking gebruikt worden, ze sluiten aan bij

de Centrale Waarheid of lesinhoud. Wanneer de kinderen met het werkje bezig zijn, kunt u als

leiding vaak van deze tijd gebruik maken om met hen door te praten over wat ze gehoord

hebben. Persoonlijk contact blijft het belangrijkste.

13

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Hoe leg je het evangelie aan een kind uit?

1. Verlossing is “van de Heere”. (Jona 2:9; Efeze 2:8) Verlossing

is het werk van God. Zijn Geest overtuigt van zonde, geeft

berouw in het hart van het kind en brengt het kind tot geloof.

(Johannes 6:63, 16:8). De Heere wil u echter als instrument

gebruiken om het evangelie uit te leggen (Romeinen 10: 14).

2. Leg het kind uit dat hij verlossing nodig heeft. Zijn grootste

probleem is dat zijn zonde scheiding maakt tussen hem en God. Daardoor kan hij niet

naar de hemel gaan. Niemand is van zichzelf goed genoeg om in de hemel te komen.

(Romeinen 3:23; Romeinen 5:12; Jesaja 59:2)

3. Vertel het kind door Wie en hoe hij gered kan worden. De Heere Jezus heeft in Zijn

plaats de straf voor de zonden aan het kruis gedragen. Hij is gestorven, begraven en na

drie dagen opgestaan.(1 Korinthiërs 15: 3, 4). God wil het kind vergeving schenken en het

redden. (2 Petrus 3:9, Joh 6:40). God nodigt het kind uit dit geschenk, (nl. de vergeving

van zijn zonden en het eeuwige leven in Zijn Zoon Jezus Christus), te ontvangen door zich

te bekeren en het goede nieuws te geloven. (Marcus 1:15; Romeinen 10:13; Handelingen

16:31; Johannes 1:12) Het kind mag door gebed tot God gaan om Hem te vragen zijn

zonden te vergeven en om hem Zijn kind te maken (Jesaja 1:18; Lukas 18:13,14; Hebreeën

4:7b, 16).

4. Vertel het kind wat God in Zijn Woord zegt over de zekerheid van zijn verlossing.

(Romeinen 8:15,16) Zekerheid komt door het werk van de Heilige Geest in het leven van

het kind doordat Hij het kind wedergeboorte geschonken heeft. De Heilige Geest

gebruikt verder Gods Woord om de zekerheid te bevestigen. (1 Johannes 5:12, 13;

Johannes 3: 36). U kunt het kind niet die zekerheid geven, laat God het doen door Zijn

Woord. U kunt wel het kind aanmoedigen om God op Zijn Woord te vertrouwen, want Zijn

Woord is waar. Wijs het kind op de beloften in Gods Woord hierover (bijvoorbeeld

Romeinen 10:13; Johannes 1:12; Handelingen 16:31).

5. Leer het kind om getuigenis af te leggen van zijn geloof. Eerst aan u of een andere

medewerker, dan aan familie, vriendjes en wellicht in de gemeente (Mattheüs 10: 32).

14

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Hoe leer je een gelovig kind de Heere Jezus te volgen?

1. Vraag aan het kind of hij in de Heere Jezus gelooft als zijn

Verlosser. (Een ja/nee antwoord is niet voldoende.) Wanneer hij

hierover onduidelijk is, dan heeft hij het evangelie misschien nog

niet begrepen. Leg het evangelie uit zoals hiervoor beschreven.

2. Wanneer het kind zijn vertrouwen op de Heere Jezus gesteld

heeft,leer hem dan om zich helemaal aan God toe te wijden, door

God in alles te gehoorzamen (Romeinen 12: 1 of 1 Corinthiërs 6: 19,

20).

3. Leg het kind uit dat de Heilige Geest in Gods kinderen woont (1 Corinthiërs 6: 19;

1 Johannes 3: 24). Door de Bijbel spreekt de Heilige Geest tot hem en vertelt hem hoe

hij moet leven (Johannes 14: 26). Dit is bijvoorbeeld door zijn ouders gehoorzaam zijn te

zijn (Kolossenzen. 3: 20), een getuige van Christus te zijn (Handelingen 1: 8), tijd nemen

om de Bijbel te lezen en te bidden (1 Timotheüs 2: 1-5; 4: 15; 2 Timotheüs 2: 15) en bij

alles wat hij doet te leven zoals God het wil (1 Timotheüs 4: 12).

4. Wanneer je met het kind over deze dingen gesproken hebt, ga dan samen met hem

in gebed. Laat het kind aan de Heere Jezus vertellen dat hij Hem wil gehoorzamen en

volgen.

5. Vertel het kind wat het moet doen als hij gezondigd heeft. Leg uit dat hij God zijn

zonden mag belijden en dat de Heere hem dan vergeeft. Help hem te begrijpen hoe hij

dan God weer kan gehoorzamen. Leer hem om God de eerste plaats te geven in zijn leven

(1 Johannes 1: 9; Spreuken 3: 5, 6).

15

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Les 1 De bruiloft te Kana

Lesoverzicht

Bijbelgedeelte: Johannes 2:1-11

Bijbeltekst om aan te leren: “Wat Hij ook tegen u zal

zeggen, doe het!” – Johannes

2:5

Centrale Waarheid: De Heere Jezus is almachtig

Toepassing gelovig kind: Vertrouw bij al je problemen

op Hem.

Toepassing niet-gelovig kind: Vertrouw op Hem voor je

redding.

Visuele hulpmiddelen: Platen 1:1-6

Flanelfiguren 2C: 1-5

Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor

een pastoraal gesprek met de

kinderen tijdens één van de

programma onderdelen.

Verwerking: kruiken & invulplaat

2125.01 a & b

16

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Lesschema

I. INLEIDING

Drukte in Kana

II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN

A. Voorbereidingen voor de bruiloft.

B. De Heere Jezus en Zijn discipelen zijn

uitgenodigd. (Joh. 2:2)

C. De gasten arriveren. (2:2)

D. De wijn raakt op. (2:3)

E. Maria vertelt de Heere Jezus wat er aan de

hand is. (2:3)

F. De Heere Jezus wijst Maria terecht. (2:4)

G. Maria zegt de bedienden, dat ze moeten doen

wat Jezus zegt. (2:5)

H. Jezus geeft de bedienden opdracht om de

vaten met water te vullen. (2:7)

I. De bedienden gehoorzamen; het water wordt

veranderd in wijn. (2:9)

III. CLIMAX

De ceremoniemeester zegt tegen de bruidegom:

“Van alle wijn is dit de beste.” (2:10)

IV. EINDE

De discipelen stellen hun vertrouwen op Christus.

(2:11)

17

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Visuele hulpmiddelen

Schrijf de Centrale Waarheid (CW): “De Heere Jezus is almachtig”

op een stevig stuk papier. Hang deze CW op een goed zichtbare

plaats. Aan het begin van de les kunt u dit omgekeerd neerhangen

om de nieuwsgierigheid op te wekken.

Aanleren van de Bijbeltekst

Tekst om aan te leren: Wat Hij ook tegen u zal zeggen, doe het!”

– Johannes 2:5

Inleiding

Max zat te huilen naast zijn omgekeerde fiets en een doosje met

bandenplakspul. Zijn band was lek en papa had hem verleden week

voorgedaan hoe hij een band moest plakken, maar nu was hij

helemaal vergeten hoe het moest.

Toen klonk achter hem een stem: “Max waarom huil jij?”

Het was papa

“Ik kan het niet, ik kan het niet!” snikte hij.

“Max als jij nu eens ophoudt met huilen dan doen we het samen,”

zei zijn vader.

Wilde pappa hem echt helpen? Papa had nog wel gezegd dat hij

het alleen moest kunnen.

“Jij plakt de band,” zei papa: “en ik zeg wat je moet doen.”

En zo gebeurde het. Max deed wat zijn vader zei en na een

kwartier stond zijn fiets overeind en was de band geplakt. Papa

had hem alleen geholpen om de band weer goed op het wiel te

zetten. Omdat Max precies deed wat zijn vader zei, werd zijn

band geplakt. Nu ga ik een zinnetje uit de Bijbel voorlezen en

daarin staat hoe de Heere Jezus ons kan helpen.

Presentatie Lees de tekst voor uit de Bijbel of laat een van de kinderen het

doen. Vraag dan aan de kinderen: “Wie is de Hij?” Laat de

aanleertekst zien, en lees die met elkaar op. Vraag dan: “Wanneer

kan de Heere Jezus jou helpen?

Uitleg

Als u de tekst na de Bijbelles aanleert, kunt u de inhoud van de

Bijbelles gebruiken om de tekst uit te leggen.

Hij: is de Heere Jezus.

Waarom is het beter om te doen wat de Heere Jezus zegt? (laat

de kinderen reageren) De Heere Jezus weet alles en kan

18

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

alles, omdat Hij de Zoon van God is.

Toepassing

Gelovig kind: Als je ergens mee zit, of je bent ergens verdrietig

over, of je zit in de problemen omdat je iets verkeerds gedaan

hebt, dan mag je er altijd mee naar de Heere Jezus gaan. Als je

Hem om raad vraagt kan Hij jou een gedachte te binnen brengen,

zodat je weet wat je moet doen. Het is dan natuurlijk wel

belangrijk dát je dat ook doet.

Niet gelovig kind: Het ergste probleem dat iemand kan hebben, is

dat zijn zonden niet vergeven zijn; daardoor kan hij niet in de

hemel komen; want zijn zonden maken scheiding tussen hem en

God. Als dat bij jou ook zo is vraag dan aan de Heere Jezus of Hij

jou je zonden wil vergeven. Hij wil je dan alles vergeven en jou

eeuwig leven geven.

Aanleren

De beste manier om de tekst aan te leren is het uitleggen en het

aanleren af te wisselen. Zeg de tekst één keer op. Keer steeds

een kruik om tot de kinderen de hele tekst kunnen opzeggen. Geef

dan kinderen een beurt om de tekst alleen op te zeggen.

U kunt tijdens het aanleren van

de Bijbeltekst u beschikbaar

stellen. U kunt bijvoorbeeld

zeggen: “Als je er met mij over

wilt praten, dan kan dat. Ik wil

jou graag helpen en je laten

zien wie Hij is en wat Hij voor

je gedaan heeft zodat je ook in

Hem kan gaan geloven. Kom dan

maar hier op de voorste rij

zitten, als de anderen naar huis

gaan. Dan zal ik bij je komen

zitten en kunnen we er samen

over praten hoe de Heere

Jezus jouw zonden kan

vergeven.”

19

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

BIJBELLES

Inleiding

Wat een drukte daar in Kana!

Er was een bruiloft op komst.

Ik weet zeker, dat al weken voor de trouwdag de bruid en de

bruidegom thuis allerlei plannen maakten.

De bruiloftskleren werden genaaid.

Er werden plannen gemaakt voor het bruiloftsmaal.

Hoeveel eten zouden ze nodig hebben? En hoeveel wijn?

Wie zouden ze voor de bruiloft uitnodigen?

Eindelijk was de grote dag aangebroken. Alles voor de trouwdag

was georganiseerd; de afspraken gemaakt. Alles stond klaar: het

feest kon beginnen! De gasten waren onderweg.

Plaat 1-1 Flanelvoorbeeld 1-1

De Heere Jezus en Zijn discipelen waren ook uitgenodigd.

Misschien was de Heere Jezus familie van de bruidegom of bruid,

want Zijn moeder, Maria, was ook als gast uitgenodigd.

Plaat 1-2

Toen Jezus en Zijn volgelingen te voet over de stoffige weg

gingen, hadden ze prachtige dagen in het vooruitzicht.

Als je die groep mannen voorbij had zien lopen, zou je niet

gedacht hebben dat één van hen totaal anders was dan de

anderen. Wie was dat? Ja, de Heere Jezus Christus natuurlijk!

Niet omdat Hij er anders uit zag - Hij was, net als de anderen,

een jonge man. Maar Hij was ook God - Gods eniggeboren Zoon -

want toen Hij mens werd bleef Hij God.

Op dat moment beseften Zijn discipelen nog niet dat ze naast

Degene liepen die de aarde, de zon, de maan, de sterren en de

planeten had geschapen. Degene die zij volgden was de Almachtige

Zoon van God, Die alles kan doen wat Hij wil. De discipelen

begrepen dit nog niet; ze wisten wel dat er iets bijzonders met de

Heere Jezus was en ze vonden het fijn om met Hem naar de

bruiloft te gaan.

Flanelplaten: Plaats 2C-1, de

Heere Jezus, en 2C-2, de

discipelen.

Omdat Jozef hier niet in de

Bijbel wordt genoemd, gaat

men ervan uit dat hij al was

overleden.

Laat de kinderen Kana op de

kaart opzoeken, vooral oudere

kinderen vinden dit interes-

sant. Deze geschiedenis volgt

op de doop en de verzoeking

van de Heere Jezus. Hij was

vlakbij Bethanië, toen hij de

eerste discipelen riep

(Andreas, Johannes, Petrus,

Jakobus, Filippus en

Nathanaël). Deze gebeurtenis

vond plaats, drie dagen nadat

de Heere Jezus Nathanaël had

geroepen.

Keer de kaart om waar de CW:

“De Heere Jezus is almachtig”

op staat.

20

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Plaat 1-3 Flanelvoorbeeld 1-2

Toen de gasten aankwamen bleven ze staan bij de grote

watervaten. De straten en wegen in die tijd waren stoffig en de

mensen droegen sandalen. Daardoor werden hun voeten vuil van

het lopen. Bij de watervaten stond een bediende om hun voeten te

wassen. In dat land was het de gewoonte dat de handen ook

gewassen moesten worden. Dus goot de bediende water over de

handen van iedereen; ook als de handen niet vuil waren. Om van al

die mensen de handen en de voeten te kunnen wassen, hadden de

bedienden grote vaten vol water nodig.

Toen iedereen er was, kon het feest beginnen. De maaltijd kon

opgediend worden. Dienbladen, met extra lekker eten, gingen van

hand tot hand. Wijnbekers werden gevuld uit grote kannen. Er

waren heel veel mensen uitgenodigd voor het feest.

Nu ging het bij bruiloften in dat land heel anders dan bij ons. Er

ging een bruidsstoet door de straten, waarbij de bruid naar het

huis van de bruidegom werd gebracht, en daar werd het feest

gehouden. De vrienden en buren werden uitgenodigd en vaak

duurde het feest dagen lang. Daar was heel wat eten en drinken

voor nodig. De bedienden liepen af en aan om ervoor te zorgen dat

iedereen genoeg kreeg.

Steeds opnieuw werden de kannen gevuld. Tot één van de

bedienden met zijn lege kan terugkeerde om die opnieuw te laten

vullen en te horen kreeg: "Sorry, er is geen wijn meer. "

Geen wijn meer!

Wat een ramp!

Het bruiloftsfeest zou nu al halverwege afgelopen zijn; iedereen

zou naar huis gaan. Dat was verdrietig voor de bruid en

bruidegom.

Maria, de moeder van de Heere Jezus, had in de gaten wat er aan

de hand was.

"Wat zouden we daar aan kunnen doen?" dacht ze bij zichzelf. Zij

kon niet helpen, maar haar Zoon wel. Ze wist dat Hij de Zoon van

God was; Hij kon alles, wat het ook was.

Maria had gelijk. De Heere Jezus was de Enige in dat huis die kon

voorkomen dat hierdoor het bruiloftsfeest zo verdrietig zou

aflopen.

Flanelplaten: Haal de vorige

figuren weg en plaats 2C-3, de

mannen met de vaten, en 2C-4,

de gasten.

Mocht u verwachten dat er

kinderen zijn die zich afvragen

waarom er (zoveel) wijn

gedronken werd, dan kunt u

uitleggen dat de wijn bij het

eten werd gedronken i.p.v.

water omdat daar geen zuiver

water was. Bovendien was het

geen sterke wijn.

Als de tijd het toelaat kunt u

water over de handen van één

medewerker van uw club gieten.

Als u wilt kunt u extra figuren

van mensen uit andere lessen

er bij plaatsen.

U kunt ook een blad met

lekkere dingetjes laten

rondgaan, om het geheel

levendiger te maken. (zorg

ervoor dat dit geen dingen zijn

met papiertjes; dit leidt te veel

af.)

Wijs naar de CW

21

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Weten jullie nog, waarom Hij kon helpen? Juist; Hij was niet

zomaar een gewone man, zoals alle andere mannen in het huis. Hij

is God - God de Zoon; Hij is almachtig. "Almachtig" houdt in, dat

er aan Zijn macht geen grenzen zijn. Jullie en ik, wij kunnen nooit

begrijpen hoeveel macht en kracht de Heere Jezus bezit. Hij

heeft de macht om problemen op te lossen, die niemand anders

kan oplossen.

Als je nog nooit je vertrouwen op de Heere Jezus als je Redder

hebt gesteld, dan is je grootste probleem je zonde. Je bent

geboren met het verlangen in je hart om verkeerde dingen te doen.

Wil jij iemand anders de schuld geven als jij iets verkeerds hebt

gedaan? Bijvoorbeeld: je kwam een uur later thuis dan afgesproken

was, en je bedacht een leugen, want ook een kleine leugen of een

smoesje is een leugen, omdat je hoopte dat je dan geen straf zou

krijgen. Daarmee was je niet eerlijk tegen je moeder of vader, maar

ook ongehoorzaam aan God. Hij zegt, dat je niet mag liegen. Zonde

is heel erg, want het is de oorzaak van de scheiding tussen God en

jou; en als je er niets aan doet, loop je het gevaar voor eeuwig van

God gescheiden te worden. Wat is zonde toch een verschrikkelijk

probleem!

Je kunt het probleem van je zonde niet zelf oplossen, dat kan ik

ook niet, geen mens op de wereld kan dat. Maar je herinnert je

vast nog wel dat ik zei, dat de Heere Jezus Christus almachtig is.

Niets is te moeilijk voor Hem. De Bijbel zegt ons, dat Hij je zonde

kan wegnemen en het weer goed kan maken tussen jou en God. De

Heere Jezus stierf aan het kruis en droeg Gods straf voor de

zonde. Hij is uit de doden opgestaan en leeft, ook vandaag nog,

want Hij is weer teruggegaan naar Zijn Vader in de hemel.

Hij is de Levende Heere en Hij is nog steeds Degene die alle

macht heeft - de Enige die weer vrede kan maken tussen God en

jou. Hij kan dingen doen, die niemand anders kan.

Plaat 1-4 Flanelvoorbeeld 1-3

Maria wist dat. Ze ging snel naar haar Zoon om te zeggen dat de

wijn op was.

Wijs naar de CW

Flanelplaten: Haal de figuren

weg en plaats 2C-1, de Heere

Jezus, en 2C-5, Maria

22

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

De Heere Jezus gaf een antwoord aan Maria dat ons heel vreemd

in de oren klinkt, totdat we gaan begrijpen wat het betekent.

Laten we eens lezen welk antwoord Hij gaf. Het staat in Johannes

2:4: "Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijn uur is nog niet

gekomen."

Maria wilde de Heere Jezus vertellen dat Hij het probleem moest

oplossen. Hij bleef beleefd tegen haar, maar zei beslist, dat zij

Hem niet mocht voorschrijven wanneer Hij van Zijn macht gebruik

zou maken. Hij was Gods Zoon; en daarom mocht Hij alleen naar

God, de Vader, luisteren. Dit was een les die Maria moest leren. De

Heere Jezus gebruikte Zijn macht niet wanneer Maria het vroeg,

maar wanneer God, Zijn Vader, wilde dat Hij iets deed. Hij zou

alleen iets doen als Zijn Vader dat wilde.

Probeer jij de Heere Jezus wel eens te vertellen wat Hij moet

doen? Soms doen Christen jongens en meisjes dat. Stel, je zit met

een probleem. Je hebt al bedacht wat de Heere eraan zou kunnen

doen. Bijvoorbeeld, jouw onderwijzer op school gelooft niet in de

Heere Jezus en hij zegt dat de Bijbel niet waar is. Misschien ben je

in de verleiding gekomen om te bidden "Heere, wilt U mij alstublieft

een andere meester geven?" Je hebt er vaak voor gebeden en toen

precies aan de Heere Jezus verteld wat Hij kon doen, maar het

probleem is er nog steeds.

Wat moet je nu doen? Welk antwoord is goed?

a) Ophouden met bidden en wachten tot Hij iets doet.

b) Blijven bidden en Hem blijven zeggen wat Hij voor jou zou

moeten doen.

c) Blijven bidden en Hem over je probleem blijven vertellen,

maar Hem tegelijk vragen om het op te lossen zoals Hij wil

en wanneer Hij dat wil.

Het derde antwoord is het beste. Blijf je probleem bij Hem

brengen, want Hij is Degene die alle macht heeft. Hij weet het

juiste antwoord op jouw probleem. Hij zal je helpen als het tijd

daarvoor is.

En op dit bruiloftsfeest was het de tijd dat Jezus zou laten zien

hoe machtig Hij was. Maria wist dat Hij de almachtige Zoon van God

was. Daarom ging ze naar de bedienden en zei: (misschien kan

opnieuw een van de kinderen dit hardop voorlezen): "Wat Hij ook

tegen u zal zeggen, doe het" (Johannes 2:5)

Ze bedoelde: "Als jullie doen wat Hij zegt, dan kan Hij jullie

probleem oplossen."

Plaat 1-5

Een poos later kwam de Heere Jezus naar de bedienden toe. Ze

keken Hem aan. Wat zou Hij gaan zeggen? Hij keek naar de zes

grote stenen watervaten die gebruikt waren voor het water

U zou dit een van de kinderen

hardop kunnen laten voorlezen.

Het beste is om dit, voordat de

les begint, met het

betreffende kind af te

spreken.

Het woord vrouw klinkt voor

ons in onze taal ruw en

afwijzend. Maar u moet het

eerder zien als mevrouw.

Dezelfde aanspreekvorm

gebruikte de Heere Jezus aan

het kruis als Hij daar Johannes

en Maria ziet staan. Vroeger

spraken de kinderen hun

ouders met veel respect aan

zoals meneer en mevrouw. Sara

noemde haar man zelfs ‘heer’.

Tip: Zet deze drie

mogelijkheden op een vel papier

zodat de kinderen het kunnen

lezen en kiezen welke

Flanelplaten: Haal figuur 2C -1

weg en zet figuur 2C- 3 op;

Maria en de bedienden.

Flanelplaten: Voeg figuur 2C -1,

de Heere Jezus, toe.

23

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

waarmee de handen en de voeten van de gasten gewassen waren. In

Johannes 2:7 lezen we wat Hij zei (lees Johannes 2:7): "Vul de

watervaten met water."

Misschien hebben de bedienden gedacht: “Wat vreemd om de vaten

nu met water te gaan vullen. Waarom moet dat? Alle gasten zijn er

al; iedereen heeft de voeten gewassen; we hebben geen water

nodig, maar wijn. Trekt Hij zich niets van ons probleem aan?”

De Heere Jezus trok er Zich heel veel van aan. Hij ging Zijn grote

macht gebruiken om te helpen.

Als je een kind van God bent, is het dan niet geweldig om te weten

dat de Heere Jezus elk probleem dat je hebt belangrijk vindt? Hij

houdt van je. Hij zal Zijn macht gebruiken om je te helpen.

Misschien gelooft je familie niet in de Heere Jezus, dan lijkt het

alsof niemand begrijpt wat jij gelooft. De almachtige Heere Jezus

Christus heeft aandacht voor jouw probleem en Hij wil je helpen.

Geen probleem is voor Hem te groot of te klein. Blijf Hem je

problemen vertellen. Bid elke dag tot Hem en vraag Hem om je te

helpen. Soms is het goed dat je nog iemand anders hebt, die met je

wil bidden wanneer je ergens mee zit.

Je mag weten dat ik ook graag voor je wil bidden als je met een

probleem zit. Wees niet bang om me dat te komen vertellen. Dan

kunnen we samen jouw probleem aan God vertellen en vragen of Hij

een oplossing wil geven en er op vertrouwen dat Hij het oplost. De

Heere Jezus heeft beloofd naar de gebeden van Zijn kinderen te

luisteren. Hij belooft niet dat voor christenen alles even

gemakkelijk zal gaan, maar wel dat Hij hen zal helpen.

Misschien laat Hij binnenkort iemand van jouw familie tot geloof

komen. Hij zal Zijn macht gebruiken om te zorgen dat je trouw

blijft aan Hem. Hij zal je helpen om thuis als christen te leven. Hij

wil je helpen, net zoals Hij dat deed op het bruiloftsfeest. Dat was

de reden waarom Hij zei, dat ze de vaten met water moesten vullen.

Ook al moet het de bedienden vreemd geleken hebben, toch volgden

ze Maria's raad op en deden ze wat de Heere Jezus zei. Ze vulden

elk vat; daar was heel wat water voor nodig, want elk vat had een

inhoud van 95 liter. (1 liter is 1 pak melk, dus zoveel als 95 pakken)

Toen alle vaten tot de rand gevuld waren, zei Jezus, "Schep er nu

iets uit en breng het naar de ceremoniemeester." (Dat is de leider

van het feest)

Misschien hebben de bedienden even geaarzeld, en vroegen ze zich

af waarom ze water zouden serveren aan de ceremoniemeester.

Maar ze gehoorzaamden opnieuw. Ze vulden hun kannen met het

water uit de grote vaten en ... ze konden hun ogen niet geloven. Het

was wijn! Ze hadden water in de vaten gedaan en wat ze eruit

haalden was wijn. Er was een wonder gebeurd!

Wijs naar de CW.

Tip:

U kunt het dramatisch

vertellen om de spanning vast

te houden. “Ze deden wat van

het water uit het vat in een kan

en brachten het naar de

ceremoniemeester. Die nam

een slokje …..Hij fronst zijn

wenkbrauwen, keek de

bedienden aan en zei: “Wat is

hier gebeurd?”

24

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Jezus had in een ogenblik water in wijn veranderd.

Waarom kon Hij dat doen? Omdat Hij God is, Hij is almachtig. Niets

is voor Hem te moeilijk. Hij kan alles doen, wat het ook is. Hij kan

vergeving en redding schenken zelfs aan de grootste zondaar ter

wereld. Hij kan jou ook redden.

Als je de Heere Jezus nog nooit gevraagd hebt om jou je zonden te

vergeven, en je begrijpt dat je dat wel moet doen, dan kun je Hem

dat nu vragen, gewoon op de plaats waar je zit of straks als je alleen

in je slaapkamer bent.

Als jij beseft dat jij door je zonden gescheiden bent van God en je

wilt dat het goed is tussen Hem en jou, dan mag je het aan de Heere

Jezus zeggen. Je zou kunnen zeggen: "Heere Jezus, ik ben een

zondaar. Ik kan zelf mijn zonde niet wegnemen, maar ik geloof dat

U het wel kunt. Wilt U dat alstublieft voor mij doen en mij Uw kind

maken. Amen"

De Bijbel zegt dat "Hij volkomen kan zalig maken, wie door Hem tot

God gaan" (Hebr. 7:25.) Dat betekent, dat Hij je helemaal kan

redden, ook al heb je nog zoveel verkeerde dingen gedaan.. Als je

werkelijk op Hem vertrouwt en in Hem gelooft, dan zal Hij al je

zonden wegnemen en zal het voor altijd goed zijn tussen God en jou.

Dat is een nog veel groter wonder, dan dat wat er op de bruiloft

gebeurde.

Plaat 1-6 Flanelvoorbeeld 1-5

CLIMAX

De ceremoniemeester van de bruiloft proefde van de wijn om hem

te keuren. Omdat hij niet wist waar deze wijn vandaan kwam, ging

hij snel op zoek naar de bruidegom. "Waar heb je deze wijn vandaan

gehaald?", vroeg hij. "Ik heb nog nooit meegemaakt dat iemand de

beste wijn het laatst liet opdienen. Bij elke andere bruiloft wordt

de beste wijn het eerste opgediend. Maar deze wijn is de

allerbeste!"

Geen wonder! Hij was gemaakt door de Heere Jezus Zelf, die bij de

schepping van de wereld alle dingen had gemaakt (Joh. 1:3.)

EINDE

De mensen die hoorden dat het water veranderd was in wijn, zouden

dat wonder voor de rest van hun leven niet meer vergeten. Ze

hadden iets gezien dat alleen God kon doen. Jezus Christus is de

almachtige Zoon van God. Vooral de discipelen zagen nu wie Hij was

en ze vertrouwden nog meer op Hem.

Wijs naar de CW.

Flanelplaten: Haal 2C - 3 weg,

voeg 2C - 2 toe.

Wijs naar de CW

25

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Als je een kind van God bent, ben je dan blij dat je Redder

almachtig is? Wanneer je beseft dat Hij alles kan doen, wat het ook

is, word je aangemoedigd om steeds meer op Hem te vertrouwen.

Als je problemen hebt, zal Hij je er doorheen helpen en dingen voor

je doen waartoe niemand anders in staat is.

Misschien ken je Hem nog niet als de Verlosser van je zonden. Je

hebt Hem nog nooit gevraagd of Hij je wil redden van het grootste

van alle problemen - het probleem van je zonde. Wil je vandaag niet

tot Hem komen en erop vertrouwen dat Hij je zonden wegneemt?

Als je op Hem vertrouwt zul je ook een almachtige Redder hebben:

de Heere Jezus Christus. "Hij kan volkomen zalig maken, wie door

Hem tot God gaan" (Hebr. 7:25.)

Herhalingsspel vragen

1. Waar heeft de Heere Jezus Zijn eerste wonder gedaan?

(Op de bruiloft in Kana.)

2. Wie waren nog meer op de bruiloft behalve de Heere

Jezus? (Zijn moeder en de discipelen.)

3. Waarom waren er voor de gasten grote watervaten

neergezet? (Zodat bij aankomst eerst hun stoffige

voeten en handen gewassen konden worden.)

4. Wat voor vervelends gebeurde er op het bruiloftsfeest?

(De wijn was op)

5. Naar wie ging Maria en naar wie moeten wij ook met onze

problemen gaan? (Naar de Heere Jezus Christus)

6. Wat zei de Heere Jezus tegen Maria toen zij vertelde

dat de wijn op was, en waarom zei Hij dat? (Jezus zei: het

is mijn tijd nog niet; en Hij zei dat omdat Hij alleen dat

moest doen wat Zijn Vader wilde.)

7. Welke opdracht gaf de Heere Jezus aan de bedienden?

(De watervaten vullen met water)

8. Wat gebeurde er toen ze hun kannen gingen vullen? (Het

water was veranderd in wijn - het was een wonder)

9. Waarom was de Heere Jezus Christus in staat om het

water in wijn te veranderen? (Hij is God - Hij is

almachtig)

10. Welk wonder kan de Heere vandaag doen in de levens van

jongens en meisjes, mannen en vrouwen? (Hij kan onze

zonde wegnemen en maken dat we voor eeuwig bij God

mogen horen)

Herhalingsspel

Boter, kaas eieren. De

bedoeling van het spel is welke

partij het eerst drie rondjes

of drie kruisjes op een rij

krijgt. Het kan een verticale,

horizontale, of diagonale lijn

zijn. De partijen moeten elkaar

tegenwerken om te voorkomen

dat de tegenpartij wint.

Neem een groot vel papier

(restje behang?) en teken daar

op de lijnen voor een boter

kaas en eieren spel. Verdeel de

groep in twee teams en stel de

teams om de beurt een vraag.

Het ene team krijgt de

rondjes, het andere de

kruisjes. Als een vraag goed

beantwoord is, mag het

betreffende kind aangeven

waar hij het tekentje van zijn

team geplaatst wil zien. Bij een

fout antwoord wordt geen

teken geplaatst. Het team dat

het eerst drie op een rij heeft,

heeft gewonnen.

Opmerking: waarschijnlijk

kennen kinderen dit spel. Voor

het geval ze het niet kennen,

zou u eerst even “droog”

kunnen oefenen.

26

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Kringgesprek

Help de kinderen de les te verwerken door de onderstaande vragen

te beantwoorden. U kunt dit in de vorm van een 'brainstorm' doen

na het verhaal.

Maak gebruik van een schoolbord of een groot stuk (behang) papier

en viltstift om de antwoorden op te schrijven die de kinderen geven.

Schrijf zo groot, dat ieder kind kan lezen wat er staat.

Hieronder staan een aantal mogelijke antwoorden, maar deze lijst is

niet volledig.

1. Noem eens een aantal andere problemen, waarbij de

almachtige Heere Jezus je kan helpen. (Mogelijke

antwoorden: moeilijk huiswerk, schoolexamens, ziekte,

eenzaamheid, gepest worden.)

2. Hoe kan de Heere Jezus Christen jongens en meisjes helpen

bij hun huiswerk? (Mogelijke antwoorden: Hij wil je helpen:

om goed te studeren, iemand op je weg brengen die je wil

helpen, om jezelf te concentreren op wat je moet doen, om

te verlangen Zijn wil te doen.)

3. Hoe kan Hij iemand die gelooft helpen wanneer hij of zij ziek

is? (Mogelijke antwoorden: Hij kan je helpen om snel beter

te worden, als dat Zijn wil is. Hij kan je helpen om tijdens je

ziekte geduldig te zijn.)

Verwerking

Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart

werkboek.

27

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Les 2 Opnieuw geboren worden

Lesoverzicht

Bijbelgedeelte: Johannes 3:1-16; Johannes

7:45-52; Johannes 19:39-42;

Numeri 21:5-10.

Bijbeltekst om aan te leren: “Want zo lief heeft God de

wereld gehad,dat Hij Zijn

eniggeboren Zoon gegeven

heeft, opdat ieder die in Hem

gelooft, niet verloren gaat,

maar eeuwig leven heeft.” –

Johannes 3:16.

Opmerking: als u wilt kunt u

deze tekst in tweeën splitsen

en de andere helft de volgende

keer aanleren.

Centrale Waarheid: Je moet opnieuw geboren

worden om een kind van God te

zijn.

Toepassing gelovig kind: Als je in de Heere Jezus

gelooft, heb je eeuwig leven.

Toepassing niet-gelovig kind: Vraag God of Hij een nieuw

mens van je maakt en jou in

Zijn familie opneemt.

Visuele hulpmiddelen: Platen 2:1-6

Flanelfiguren 2C: 6-13

Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor

een pastoraal gesprek met de

kinderen tijdens één van de

programma onderdelen.

Verwerking: rups-vlinder & wereldbol

2125.02 a & b

28

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Lesschema

I. INLEIDING

“Hij is zo’n goed mens.”

II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN

A. Nicodemus gaat naar de Heere Jezus toe. (Joh. 3:1, 2a)

B. “U bent een leraar, die door God gezonden is.” (3:2)

C. “Als iemand niet opnieuw geboren wordt.” (3:3)

D. “Hoe?” (3:4)

E. Door God de Heilige Geest.” (3:5-8)

F. “Hoe?” (3:9)

G. Het verhaal van Mozes. (3:14-16)

H. “De Zoon des mensen moet verhoogd worden.” (3:14)

III. CLIMAX

Op een dag wordt Nicodemus opnieuw geboren.

(Joh. 7:45-52)

IV. EINDE

Het leven van Nicodemus is veranderd. (Joh. 19:38-42)

29

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Visuele hulpmiddelen

Gebruik de tekstballonnen achter in deze handleiding om tijdens

het gesprek van de Heere Jezus met Nicodemus de aandacht van

de kinderen te houden.

Schrijf op een stevig stuk papier: God wil dat je _________

geboren wordt. Zodra het in de les aangegeven wordt schrijft u het

woord “opnieuw” er tussen. Hang hem op een goed zichtbare plaats,

bijvoorbeeld het flanelbord

Aanleren van de Bijbeltekst

Tekst om aan te leren: “Want zo lief heeft God de wereld gehad,

dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in

Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.”-

Johannes 3:16

Opmerking: dit is een lange tekst. U bent vrij om hem in twee keer

aan te leren, eventueel in drie keer of vier keer.

Inleiding 1

Ze zaten met elkaar in de kring voor het wekelijkse klassengesprek.

“Wie houdt het meest van jullie?” vroeg de meester.

“Onze pappa en mamma,” zeiden verschillende kinderen.

“Hoe weet je dat?” vroeg de meester toen.

Het was even stil, toen stak Max zijn vinger op. Hij zei: “Ik moest

mijn band plakken en ik kon het niet en Lex wilde me niet helpen

maar pappa wilde me wel helpen.”

“Dus omdat jouw vader jou hielp, weet jij dat hij van jou houdt,” zei

de meester.

“Ja,” zei Max.

We gaan nu een stukje uit de Bijbel lezen waarin staat hoe God

heeft laten zien hoeveel Hij van ons houdt.

Presentatie

Lees de tekst helemaal op; vertel dan, dat u deze keer de eerste

helft aanleert en de volgende keer de tweede helft (d.w.z. het

geheel).

Als u de tekst in zijn geheel aanleert, gaat u verder met inleiding 2,

in het andere geval bewaart u dat voor de volgende keer.

Inleiding 2

Maar het klassengesprek was nog niet afgelopen. De meester

vroeg: Wat betekent geloven in iemand?

Dat was een moeilijke vraag. De meester gaf zelf maar het

antwoord: “het betekent dat je op iemand vertrouwt. Op wie

.

30

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

kun je vertrouwen?” Marieke stak haar hand op. “Op iemand die van

je houdt,” zei ze. Heeft Marieke gelijk? (Verwacht antwoord.)

Ik ga nu het zinnetje dat ik uit de Bijbel gelezen heb afmaken; en

daar staat iets over geloven in de Heere Jezus.

Presentatie 2

Lees Johannes 3:16 vanaf: opdat ieder die... . Lees dan de hele

tekst met elkaar op van de aanleertekst.

Uitleg

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn

eniggeboren Zoon gegeven heeft.

Ik denk dat Max en Marieke af en toe flink ondeugend waren en

toch hielden hun ouders van hen. God houdt niet van ons omdat we

zo lief en aardig zijn en nooit verkeerd doen. Anders zou God nooit

van ons houden want wij zitten boordevol zonden. Door die zonden

gaan we verloren – dat betekent de vreselijke straf van God

krijgen. Maar God heeft de Heere Jezus aan ons gegeven en Hem

de straf gegeven die wij verdiend hebben.

De Heere Jezus is Gods eniggeboren Zoon.

opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar

eeuwig leven heeft.

Als jij helemaal op de Heere Jezus vertrouwt dan maakt de Heere

Jezus het goed tussen God en jou. Dan ga je niet verloren maar

dan mag je straks bij Hem in de hemel komen. Niet iedereen gaat

naar de hemel, alleen de mensen die in de Heere Jezus geloven

mogen in de hemel komen wonen.

Toepassing

Gelovig kind: Is het niet fijn dat de Heere Jezus zoveel van jou

houdt, dat Hij voor jouw zonden aan het kruis wilde sterven?

Vergeet niet Hem daar vaak voor te danken.

Niet gelovig kind: De enige manier om niet verloren te gaan, die

vreselijke straf van God te krijgen is door in de Heere Jezus te

geloven. Maar dat is toch niet moeilijk! Je mag bij hem komen zoals

je bent en Hij vergeeft al jouw zonden en je mag met Hem opnieuw

beginnen.

31

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Aanleren

Niet alles tegelijk!: Lees de tekst twee keer met elkaar op.

Verdeel de kinderen in drie of meer groepen, hangt ervan af

hoeveel kinderen er zijn. Wijs een groep aan; deze groep gaat staan

en begint de tekst op te zeggen. Op een bepaald moment wijst u

een ander groep aan. Dan gaat de vorige groep zitten en die groep

gaat staan en zegt de tekst verder op. U kunt het moeilijker maken

door steeds vaker te wisselen van groep.

BIJBELLES

Plaat 2-1 Flanelvoorbeeld 2-1

Inleiding

"Dat is nou echt een goed mens."

Ik weet zeker, dat veel mensen zo over Nicodemus spraken.

Nicodemus was een Farizeeër. De Farizeeërs waren een groep

mannen, die in de tijd leefden dat de Heere Jezus op de aarde was.

Ze waren heel godsdienstig. Vaak zeiden ze lange gebeden op, op de

hoeken van de straten; ze gaven tien procent van hun geld aan de

priesters in de tempel. Ze hadden veel strenge wetten en ze deden

heel erg hun best om die te gehoorzamen. Sterker nog: je zou

zeggen, dat deze mannen God werkelijk lief hadden en Hem wilden

blij maken. Nicodemus was niet zomaar een Farizeeër, maar hij was

één van hun leiders.

Door al zijn goede daden leek Nicodemus in de ogen van andere

mensen een goed mens. Maar God kon zien hoe hij werkelijk was.

God kon zien waar Nicodemus aan dacht en wat er leefde in zijn

hart. Nicodemus was, net als ieder van ons, geboren met een

zondige natuur. Hij had God niet lief met zijn hele hart. Hij deed

de dingen graag op zijn eigen manier, in plaats van steeds te doen

wat God wilde. Hoe godsdienstig hij ook was, nooit kon hij zijn

zondige natuur veranderen. Voor jou en mij geldt dat net zo.

Misschien probeer je elke dag goed je best te doen. Misschien ga

je wel regelmatig naar de kerk en zeg je geregeld je gebedje op;

maar daardoor wordt je diep van binnen niet veranderd. Je blijft

boze gedachten houden. Je bent nog steeds egoïstisch of jaloers.

Waarom ben je zo? Omdat je een zondige natuur hebt - daar ben

je mee geboren. Op geen enkele manier kun je daar iets aan

veranderen. Er is niemand in de hele wereld die jou kan veranderen.

Alleen God kan er voor zorgen dat je anders wordt. Hij alleen kan

een nieuw mens van je maken. Je kunt jezelf nooit zo veranderen,

dat je zo goed bent dat God blij met jou is.

Tip: Wissel aanleren en

uitleggen met elkaar af. U kunt

na iedere keer dat u uitgelegd

hebt, de moeilijkheidsgraad

iets opvoeren.

Flanelplaten: plaats figuur 2C-

6, Nicodemus

Plaats de CW op een plaats

waar de kinderen dit goed

kunnen zien en vul het woord

“opnieuw” in.

32

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Ontwikkeling van de gebeurtenissen

Nicodemus woonde in Jeruzalem. De Heere Jezus was ook naar

Jeruzalem gekomen. Alleen had Nicodemus Hem nog niet ontmoet.

Wel had hij gehoord van de wonderen die de Heere Jezus had

gedaan.

En hij was steeds nieuwsgieriger geworden en wilde de Heere

Jezus wel beter leren kennen. Hij vroeg zich af, hoe hij de Heere

Jezus te spreken kon krijgen.

Maar de andere Farizeeërs mochten hem beslist niet samen met de

Heere Jezus zien. Zij wilden helemaal niet naar de Heere Jezus

luisteren, omdat Hij liet zien hoe zondig ze waren, ook al deden ze

nog zoveel goede werken.

"Laat ik 's nachts gaan, als het donker is," dacht hij.

Plaat 2-2 Flanelvoorbeeld 2-2

En dat deed hij ook. Toen bijna iedereen sliep kwam Nicodemus

naar het huis waar de Heere Jezus logeerde. Misschien spraken ze

wel met elkaar onder de donkere sterrenhemel.

"Rabbi (dat betekent meester)," zei Nicodemus, "wij weten dat U

van God gekomen bent als leraar, want niemand kan deze tekenen (

wonderen)doen die U doet, als God niet met hem is."

Was de Heere Jezus een leraar? Kwam Hij bij God vandaan? Hij

was toch veel meer dan een leraar, die door God gezonden is? Ja,

natuurlijk was Hij dat. Hij was God ... God de Zoon. De Heere Jezus

zei tegen Nicodemus, dat hij opnieuw geboren moest worden.

Plaat 2-3 Flanelvoorbeeld 2-3

Laten we dit met elkaar opzeggen. Het staat in de Bijbel in

Johannes 3:3: "Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het

Koninkrijk van God niet zien." (Dit betekent: alleen als iemand

opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God zien.)

Was dat niet vreemd wat de Heere Jezus zei?

Weet je waarom Hij dat zei?

De Heere Jezus kende Nicodemus en Hij wist waar Nicodemus in

zijn gedachten veel mee bezig was. Nicodemus wilde in Gods

Koninkrijk komen. Hij wilde bij God horen en voor eeuwig met Hem

leven. Maar ook al was hij godsdienstig en zei hij gebeden op en

ging hij naar de tempel - daarom hoorde hij nog niet bij God!

Diep van binnen was Nicodemus nog net zo zondig en de Heere God

was niet blij met hem.

En dat geldt ook voor jullie en mij. Nicodemus, jullie en ik, allemaal

zijn we geboren met een zondig hart. Om in Gods familie te komen

moeten we opnieuw geboren worden.

Laat Jeruzalem op de kaart

zien.

Flanelplaten: Voeg 2C-7 toe

Plaats de tekstballon met “God”

bij Nicodemus.

Wijs naar de CW.

Flanelplaten: Voeg plaats figuur

2C-8 (mannetje met donker

hart) toe

Plaats tekstballon met “opnieuw

geboren” bij het flanelfiguur

van de Heere Jezus. U kunt het voorlezen uit uw

Bijbel en het de kinderen laten

nazeggen. Of u schrijft het op

een groot vel (behang?) papier

en leest het samen met de

kinderen op. Als de kinderen

een Bijbel meegenomen

hebben, kunt u het met hen

opzoeken en samen oplezen.

33

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Stel je nu voor dat jij erbij geweest was, wat zou jouw volgende

vraag zijn geweest? "Hoe?" of “Hoe bedoelt U dat?”

Die vraag had Nicodemus.

Hij zei, "Hoe kan nu een mens opnieuw geboren worden? Hoe kan hij

nu teruggaan naar de tijd dat hij een pasgeboren baby was?"

Nicodemus was erg verbaasd. De Heere Jezus legde hem uit dat er

twee verschillende geboorten zijn.

Eén wanneer er een baby wordt geboren; dan begint een nieuw

menselijk wezen zijn leven in deze wereld. Elke baby wordt, net als

alle mensen, geboren met vlees en beenderen, met een huid en met

bloed, én met een zondige natuur.

Flanelvoorbeeld 2-4

De andere geboorte, waar Jezus over sprak, gebeurt wanneer

iemand in Gods familie wordt geboren en van binnen nieuw wordt.

Het betekent niet, dat je dan een nieuw lichaam krijgt; maar dat

wat binnen in iemand woont verandert. De Bijbel noemt zo iemand

een "nieuwe schepping". Iemand die opnieuw geboren is ziet er aan

de buitenkant nog steeds hetzelfde uit, maar zijn zonden zijn hem

vergeven. Daar komt bij, dat God hem een nieuwe natuur geeft. Hij

ontvangt de kracht en het verlangen om zo te leven, dat God er blij

mee is. Zoiets kan alleen God doen. Jezus zei tegen Nicodemus dat

het God de Heilige Geest is die mensen nieuw maakt.

Je hebt gehoord dat jij je moet afkeren van de zonde en op de

Heere Jezus als je Redder moet vertrouwen.

Maar je zondige hart wil dat niet. Uit jezelf heb je niet de macht

om dat te veranderen. Wat je nodig hebt, is dat God de Heilige

Geest in jouw hart werkt om jou te laten zien dat je een zondaar

bent. Alleen dan kun je spijt hebben van je zonde en op de Heere

Jezus Christus gaan vertrouwen. Als jij lid wilt worden van Gods

gezin, moet de Heilige Geest van jou een nieuw mens maken.

Weer zei de Heere Jezus tegen Nicodemus, "Je moet twee keer

geboren worden, één keer als een baby(vlees) en één keer door God

de Heilige Geest die je helemaal nieuw maakt van binnen. Pas dan

kan je het koninkrijk van God binnengaan."

Nicodemus was er nog steeds niet zeker van of hij begreep wat de

Heere Jezus zei.

"Hoe kan dit gebeuren?", vroeg Hij aan de Zoon van God.

Plaat 2-4 Flanelvoorbeeld 2-5

Toen herinnerde de Heere Jezus hem aan iets dat lang geleden met

de Israëlieten gebeurd was. Nicodemus kende het verhaal heel

goed.

Honderden jaren geleden trok het Joodse volk uit Egypte

Tip: Laat de kinderen

antwoorden.

Plaats de tekstballon met

“Hoe?” bij Nicodemus en

verwijder de tekstballon met

“God”.

Flanelplaten: voeg figuur 2C-9

het mannetje met het witte

hart, toe.

Wijs naar de CW.

Plaats de tekstballon “Heilige

Geest” bij het flanelfiguur van

de Heere Jezus en verwijder

de tekstballon met “opnieuw

geboren”.

Wijs naar de tekstballon met

“Hoe?”.

Flanelplaten: haal 2C-8 en 9

weg, voeg 2C-10 toe, de

Israëlieten in de woestijn.

34

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

naar het land, dat God hen beloofd had. Ze mopperden en klaagden

en waren boos op Mozes, hun leider. God wilde hen daarvoor

straffen, want Hij vond het erg dat ze dat deden. Hij zond giftige

slangen onder het volk. Veel mensen stierven door de slangenbeten;

vele anderen konden elk moment sterven.

"Mozes", riepen ze uit, "we hebben gezondigd, want we hebben

zowel God, als u tegengesproken. Vraag toch aan God of Hij de

slangen wil wegnemen."

En Mozes ging voor het volk bidden. God luisterde naar zijn gebed.

Hij zorgde dat de mensen die gebeten waren genezen konden

worden. Hij vertelde Mozes dat hij van koper een slang moest

maken en deze daarna op een hoge stok moest plaatsen.

Plaat 2-5 Flanelvoorbeeld 2-6

Iedereen die in geloof omhoog keek naar de koperen slang zou

worden genezen. Mensen die niet geloofden dat ze daardoor zouden

worden genezen en niet naar de koperen slang keken, die zouden

sterven. En zo gebeurde het ook.

Luister nu naar wat de Heere Jezus tegen Nicodemus zei: "En zoals

Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des

mensen verhoogd worden, opdat ieder die in Hem gelooft, niet

verloren gaat, maar eeuwig leven heeft." (Johannes 3:14,15)

Flanelvoorbeeld 2-7

Wat bedoelde Hij? De Heere Jezus legde uit dat mensen die

opnieuw geboren zijn, geloven dat de Heere Jezus in hun plaats aan

het kruis gestorven is. Ze geloven dat Hij kwam, om de straf voor

al hun zonden te dragen door te sterven aan het kruis.

Als Hij niet in onze plaats gestorven was, zou er nooit iemand in

Gods Koninkrijk kunnen komen. Wat heeft de Heere Jezus een

hoge prijs betaald, opdat wij opnieuw geboren zouden kunnen

worden.

Misschien verlang je er echt naar om er zeker van te zijn, dat je

bij God hoort. Hoe kun je er nu zeker van zijn dat je opnieuw

geboren bent? De vraag is, of je in de Heere Jezus gelooft. Wat

moesten de mensen in de woestijn doen om genezen te worden? Ja,

naar de koperen slang kijken en op hetzelfde ogenblik werden ze

beter. Ze geloofden Zijn Woord toen God zei, dat alleen kijken hen

zou genezen. De Heere Jezus werd ook verhoogd aan het kruis toen

Hij voor onze zonden gestorven is. Toen Hij daar hing aan het kruis

droeg Hij de straf voor onze zonden en als jij dat gelooft, mag je

vragen of Hij jou je zonden wil vergeven. Hij kan je wel horen, want

de Heere Jezus is na Zijn sterven opgestaan uit de doden en is nu

weer bij Zijn Vader in de hemel.

Flanelplaten: voeg figuur 2C-11,

slang op de stok toe.

Plaats de tekstballon met

“verhoogd” bij de Heere Jezus

en verwijder de tekstballon

met “Heilige Geest”.

Flanelplaten: haal figuur 2C-10

weg en plaats figuur 2C-12, de

Heere Jezus aan het kruis.

35

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Als jij in de Heere Jezus wilt gaan geloven, dan zou je bijvoorbeeld

tegen Hem kunnen zeggen: "Lieve Heere Jezus, vergeef mij mijn

zonden. Dank u wel, dat U voor mijn zonden aan het kruis gestorven

bent. Wilt U alstublieft mijn zonden vergeven en de baas over mijn

leven worden?"

Als je ook eerlijk naar Hem "opkijkt", dan is het omdat God je

nieuw leven geeft om in de Heere Jezus te geloven. Dank Hem

daarvoor!

De Heere Jezus wilde Nicodemus ervan overtuigen dat het geloof

in Hem de enige weg tot God is. Hij sprak tot hem de volgende

liefdevolle woorden: "Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat

Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem

gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft." (Johannes

3:16) "Nicodemus, je moet in Mij geloven," zei de Heere Jezus die

de Verlosser is.

De Bijbel vertelt ons niet, wat er daarna gebeurde. We weten niet

of Nicodemus die nacht naar huis is gegaan om over alles wat hij

geleerd had na te denken. Misschien ging hij al voor hij vertrok in

de Heere Jezus geloven.

Soms hebben jongens en meisjes vragen over hoe je kunt gaan

geloven in de Heere Jezus Christus en ze willen graag hulp van

iemand. Als dat met jou het geval is, zal ik met alle plezier na de

club blijven om met jou te praten en proberen een antwoord op je

vragen te vinden.

Kom dan met je vragen naar me toe. Kom maar op één van deze

stoelen van de eerste rij zitten. Op die manier weet ik dan dat je

een vraag hebt.

Flanelvoorbeeld 2-9

CLIMAX

Nicodemus had geen vragen meer. Hij ging weg.

Maar we weten dat de Heilige Geest van hem een nieuw mens heeft

gemaakt. Niemand heeft gezien hoe de Heilige Geest van hem een

nieuwe mens maakte, omdat niemand God de Heilige Geest kan zien.

“Het is”, zei de Heere Jezus, “net als met de wind. Je kunt de wind

niet zien, maar je merkt wel dat hij waait.” Bijvoorbeeld: je ziet

boombladeren bewegen en bij harde wind merk je het nog veel

meer. Zo zagen de mensen de veranderingen die de Heilige Geest in

het leven van Nicodemus had gebracht. Toen op een dag de andere

Farizeeën Jezus hadden willen vermoorden, nam Nicodemus het

voor Hem op. Daar was moed voor nodig, maar God gaf hem die

moed. De laatste keer dat we in de Bijbel over Nicodemus lezen, is

op de avond van de dag waarop de Heere Jezus gestorven was. Al

Jezus' discipelen waren gevlucht, omdat ze bang waren voor

Platenboek: Leg platenboek op

zij.

Flanelplaten: Haal alle figuren

weg behalve figuur 2C-6,

Nicodemus

36

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

de Farizeeën en de mensen die de Heere Jezus gekruisigd hadden.

Maar Nicodemus ging naar de stadhouder en vroeg of hij het

lichaam van de Heere Jezus mocht halen en mocht begraven.

EINDE

Plaat 2-6 Flanelvoorbeeld 2-10

Hij had specerijen meegenomen om het lichaam te balsemen. Met

zijn vriend Jozef wikkelde Hij het lichaam van de Heere Jezus in

linnen en legde het in het graf. Kunnen jullie je voorstellen hoe blij

Nicodemus was, toen de Heere Jezus uit de doden was opgestaan?

Iedereen kon zien dat Nicodemus veranderd was.

Als je in de Heere Jezus gelooft en opnieuw geboren bent, zal je

leven veranderen. Je wordt thuis gehoorzamer en hulpvaardiger. Je

zult willen helpen met het netjes houden van je kamer, ook zul je

graag naar de winkel gaan, als je moeder dat vraagt. De andere

mensen zullen aan je zien dat je een nieuw mens bent.

Ben jij opnieuw geboren? Ik vraag niet, of je naar de kerk gaat, of

je gebeden opzegt, of je goed en vriendelijk bent. Nicodemus deed

dat ook, maar toch moest hij opnieuw geboren worden. De Heere

Jezus zegt ook tegen jou: "Jij moet opnieuw geboren worden."

Geloof vandaag nog in de Heere Jezus; vraag Hem om van jou een

nieuw mens te maken en je in Zijn familie op te nemen.

Je hoeft niet op een speciaal plekje te zitten om in de Heere Jezus

te gaan geloven. Je zou nu zelfs je hoofd kunnen buigen om Hem in

stilte te vragen jou te redden. Je kunt ook, als je straks naar huis

gaat, in je eigen slaapkamer je vertrouwen op Hem stellen. Je hebt

daar niemand bij nodig.

Maar het is wel heel belangrijk om die beslissing te nemen.

Eindig met gebed.

De Bijbel spreekt niet duidelijk

over de wedergeboorte van

Nicodemus, maar commentaren

wijzen er op dat het heel goed

gebeurd kan zijn. Zie Johannes

7:45-52; 19:38-42

Flanelplaten: plaats figuur 2C-

13, Nicodemus met de

specerijen

37

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Herhalingsspel vragen

1. Wat voor soort mensen waren de Farizeeën? (Ze waren heel

godsdienstig, zeiden lange gebeden op en het leek alsof ze

God liefhadden.)

2. Wat was de naam van de Farizeeër, die met de Heere Jezus

wilde spreken? (Nicodemus)

3. In welke stad kwam Nicodemus om 's nachts de Heere

Jezus te ontmoeten? (Jeruzalem)

4. Toen Nicodemus Jezus in de nacht ontmoette wie dacht hij

dat de Heere Jezus was? (Een door God gezonden leraar.)

5. Wat zei de Heere Jezus, dat er in het leven van Nicodemus

moest gebeuren? (Hij moest opnieuw geboren worden.)

6. Wat betekent het om opnieuw geboren te worden? (Dat

iemand een nieuw mens wordt, doordat God, de Heilige

Geest een wonder in hem bewerkt.)

7. Welke straf gaf God toen het volk Israël lang geleden op de

Heere God mopperde? (Hij stuurde giftige slangen, die hen

beten.)

8. Op welke manier konden die mensen beter worden? (Door

naar de koperen slang te kijken die Mozes van de Heere God

had moeten maken.)

9. Wat heeft de Heere Jezus gedaan om ons te redden van de

zonde. (Hij stierf voor onze zonden aan het kruis, en is weer

opgestaan uit de doden.)

10. Hoe kunnen we zeker weten of we opnieuw geboren zijn?

(Als je in de Heere Jezus gelooft.)

Herhalingsspel

Spaghetti-quiz.

Knip draadjes van verschillende

lengte (liefst verschillende

kleurtjes). Stop de draadjes in

een beker en zorg ervoor dat

aan de buitenkant niet te zien

is hoe lang ieder draadje is.

Verdeel de groep in twee

teams, en stel deze teams om

de beurt een vraag. Bij een

goed antwoord mag een kind

van het betreffende team een

draad pakken. Laat de kinderen

de draden die ze gewonnen

hebben aan elkaar vastknopen.

Het team met de langste draad

heeft gewonnen. (Als u geen

wol hebt, zijn dunne strookjes

papier een alternatief. Die

moeten dan aan elkaar geplakt

worden.)

38

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Groepsactiviteit

Blijken van nieuw leven

Kopieer de onderstaande situaties en doe de kaartjes in uw hand.

Laat om de beurt kinderen een kaartje uit uw hand trekken en het

zonder woorden uitbeelden. De anderen moeten raden wat er

uitgebeeld wordt. Houd een gesprekje, nadat is geraden wat er

uitgebeeld is. Help de kinderen met in te zien hoe deze en andere

situaties een nieuw leven met de Heere Jezus kunnen laten zien.

Op school bidden voor het eten.

Voor je ’s morgens opstaat, eerst in de Bijbel lezen.

Met een vriendje over de Heere Jezus spreken.

De verleiding weerstaan om iets uit een winkel te stelen.

Er voor kiezen om niet te spieken bij een repetitie.

Je ouders gehoorzamen door de TV af te zetten en je huiswerk

te gaan maken.

Verwerking

Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart

werkboek.

39

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Les 3 De Samaritaanse vrouw

Lesoverzicht

Bijbelgedeelte: Johannes 4:3-34, 39-42

Bijbeltekst om aan te leren: “Wie de Zoon heeft, heeft het

leven; wie de Zoon van God

niet heeft, heeft het leven

niet.” – 1 Johannes 5:12

Of het tweede gedeelte van

Johannes 3:16, zie vorige les.

Centrale Waarheid: Geloof in de Heere Jezus en je

krijgt eeuwig leven.

Toepassing gelovig kind: Als je een christen bent, kun

je er zeker van zijn dat je

eeuwig leven hebt ontvangen.

Toepassing niet-gelovig kind: De enige manier, waarop je

eeuwig leven kunt krijgen, is

tot Jezus Christus te gaan.

Visuele hulpmiddelen: Platen 3:1-6

Flanelfiguren 2C: 1, 2. 14-21

Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor

een pastoraal gesprek met de

kinderen tijdens één van de

programma onderdelen.

Verwerking: put met kruik & puzzelblad

2125.03 a & b

40

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Lesschema

I. INLEIDING

Vermoeid, hongerig en dorstig. (Joh. 4:3-6)

II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN

A. Een Samaritaanse vrouw komt voor water. (4:7)

B. Gesprek met de Heere Jezus

a. “Wilt u me wat water geven?” (4:8)

b. “Ik ben een Samaritaanse.” (4:9)

c. “Ik kan u het levende water geven.” (4:10-14)

d. “Geef mij dit water.” (4:15)

e. “Ga, roep uw man.” (4:16)

f. “Ik heb geen man.” (4:17, 18)

g. “Waar moeten we aanbidden?” (4:19, 20)

h. “Aanbidden in geest en in waarheid.” (4:21-24)

i. “Ik weet dat de Messias komt.” (4:25)

j. “Ik ben het.” (4:26)

C. Terugkeer van de discipelen. (4:27)

D. De vrouw verlaat de bron. (4:28)

III. CLIMAX

“Kom en zie de man.” (4:29, 30)

IV. EINDE

De Heere Jezus wordt uitgenodigd om te blijven. (4:40)

Velen geloven. (4:41, 42)

41

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Visuele hulpmiddelen

Maak een kaart waarop de Centrale Waarheid staat: ‘Geloof in de

Heere Jezus en je krijgt eeuwig leven.’ Zet deze kaart op het bord,

zodra dit behandeld wordt, of hang of zet hem op een zichtbare

plaats. U kunt de kaart in de vorm van een cadeau tekenen en

daarop de CW schrijven.

Maak verder woordstroken waar de volgende kreten op staan, ook

deze kunt u van illustraties voorzien: KERK, GOED LEVEN,

BIDDEN. Laat deze zien als ze genoemd worden. U hebt ook een

grote zwarte zak nodig; gevuld met kussens of andere dingen. Plak

het woord ‘zonde’ op de zwarte zak. Maak ook een groot cadeau en

plak er de woorden ‘eeuwig leven’ op. Het cadeau moet zo groot zijn

dat je beide handen nodig hebt om het aan te pakken.

Aanleren van de Bijbeltekst

Tekst om aan te leren: “Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de

Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.” – 1 Johannes 5:12

Inleiding

Max en Marieke waren samen aan het spelen. Ineens zei Max:

“Marieke, houd jij van de Heere Jezus?” “Ja!” zei Marieke: “heel

veel; want als ik stout ben geweest, weet ik dat de Heere Jezus mij

wil vergeven.”

“Ik houd ook van de Heere Jezus,” zei Max: “want Hij wilde voor al

mijn verkeerde dingen aan het kruis sterven.”

Omdat Max en Marieke in de Heere Jezus geloofden, hadden ze

iets heel kostbaars. Ik ga nu een zinnetje voorlezen uit de Bijbel en

dan ga ik vragen wat voor kostbaars Max en Marieke hadden.

Presentatie

Lees de tekst voor uit de Bijbel en laat daarna de aanleertekst

zien. Lees de tekst met elkaar op en stel dan de vraag: Wat voor

kostbaars hadden Max en Marieke? Help de kinderen om op het

antwoord te komen: ze hebben de Heere Jezus en daardoor het

eeuwige leven. (Deze manier van presenteren helpt kinderen om de

Bijbel te leren bestuderen.)

Uitleg

Wie de Zoon heeft - de Zoon is de Heere Jezus.

Heeft betekent dat je in de Heere Jezus gelooft, of met andere

woorden: op Hem vertrouwt. Wat moet jij geloven?: Dat Hij

gestraft is voor jouw zonden.

Dit kan een moeilijk verhaal

zijn om te vertellen, omdat er

weinig handeling in zit en heel

wat conversatie en symboliek ("

levend water", geestelijke

"dorst", enz..) Om de aandacht

van de kinderen vast te houden

kunt u als visueel hulpmiddel

tijdens de inleiding een glas

water laten zien en daar naar,

bij wijze van contrast, kunnen

verwijzen, wanneer u het hebt

over "geestelijke dorst", "het

levende water" en "het

geschenk van God ontvangen."

42

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Heeft het leven; het leven is het eeuwige leven. Dat begint zodra

je in de Heere Jezus gaat geloven. Dit eeuwig leven krijg je in je en

dit blijft altijd. Het is het leven dat God geeft; je bent nieuw en

gaat dan veranderen. Dan leef je echt, omdat je met God leeft en

de Heere Jezus jouw grote Vriend wordt. Hij is Degene die jou

troost en helpt en Die jou een leven geeft dat waard is om te leven.

En als je komt te sterven, dan gaat dat eeuwige leven door in de

hemel, waar je bij de Heere Jezus mag wonen.

wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet - als je

niet gelooft in de Heere Jezus, moet je zonder de Heere Jezus

door het leven gaan. En als je komt te sterven kom je niet in de

hemel, en zul je zelf de straf voor jouw zonden moeten dragen en

dat is verschrikkelijk.

Toepassing

Gelovig kind: Ken jij kinderen die niet in de Heere Jezus geloven?

Wat is het dan fijn als jij hen over de Heere Jezus vertelt; dan

kunnen zij ook de Zoon van God gaan liefhebben en eeuwig leven

krijgen.

Niet gelovig kind: wil jij net als de twee kinderen uit ons

verhaaltje kunnen zeggen: ik houd van de Heere Jezus want Hij is

gestraft voor mijn verkeerde dingen? Wil jij op de Heere Jezus

gaan vertrouwen, maar heb je daar vragen over? Kom dan na de club

naar mij toe, dan kunnen wij samen daarover praten en kan ik jou

uitleggen wat het inhoudt om in de Heere Jezus te gaan geloven.

Aanleren

Hard en zacht: Zeg de tekst twee keer met elkaar op. Begin en

eindig met de tekstverwijzing. Spreek dan het volgende met de

kinderen af: als u uw hand laag doet moeten ze fluisteren, in het

midden gewoon spreken, hoog op harde toon. (Pas op dat het geen

schreeuwen wordt.) Nog een variatie: ping-pong. U zegt het eerste

woord, de kinderen het tweede, u het derde enz. Bij een kleine

groep kunnen de kinderen op een rij gaan staan en om de beurt een

woord van de tekst zeggen. Dit moet zonder onderbreking. Het

kind dat het woord niet weet of te laat zegt moet gaan zitten en is

af. Haal na een paar keer de tekst weg. Kijk naar een aantal malen

hoeveel kinderen er nog staan.

43

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

BIJBELLES

Inleiding

Plaat 3-1 Flanelvoorbeeld 3-1

"O, wat is het heet! Ze hebben samen een lange weg afgelegd en ze

zijn vermoeid, hongerig en dorstig. En ze hebben nog een lange reis

voor de boeg."

De Heere Jezus en Zijn discipelen liepen langs de stoffige weg van

Judea naar Galilea. Galilea was het gebied waar de Heere Jezus

opgegroeid was.

De kortste weg naar Galilea is die door Samaria. Maar meestal

gingen Joden niet door het land van de Samaritanen want zij waren

vijanden. Ze liepen altijd ver om. Maar de Heere Jezus ging wel

door Samaria omdat Hij daar een speciale bedoeling mee had. Nu

waren zij vlakbij de stad Sichar gekomen. Daar was een waterput.

Flanelvoorbeeld 3-2

Dit leek hun een mooie plek om de reis te onderbreken, want de

Heere Jezus was vermoeid. Ook al was Hij God, de Zoon, Hij was

ook echt mens. Net als andere mensen werd Hij moe en had Hij

rust en voedsel nodig.

Genieten jullie ook zo van een glas water als je dorst hebt, of van

iets te eten als je honger hebt? De discipelen liepen door om in de

stad eten te gaan kopen, terwijl de Heere Jezus bij de put bleef

zitten.

Ontwikkeling van de gebeurtenissen

Rond dezelfde tijd ging een vrouw met een waterkruik juist de stad

uit. Ze was op weg naar de put om drinkwater te halen.

Het was vreemd dat ze op die tijd ging. Vrouwen gingen altijd

‘s avonds naar de put. Misschien wilde ze niet gelijk met de andere

vrouwen gaan.

Ze leefde een heel zondig leven en daarom had ze misschien weinig

echte vrienden. Misschien vond ze dat zondige leven best fijn;

maar ze wist niet, dat ze een ander, veel beter, soort leven kon

ontvangen, het eeuwige leven. Ze was "dood door de overtredingen"

- zo noemt de Bijbel mensen die zonder de Heere Jezus leven.

(Efeze 2:5)

Flanelplaten: plaats 2C-1, de

Heere Jezus en 2C-2, de

discipelen

Laat op de kaart van Israël de

route zien, die de Heere Jezus

met de discipelen aflegde.

Samaritanen waren volken die

na de wegvoering van het

tienstammenrijk in het land

Israël waren komen wonen.

Joden en Samaritanen leefden

in onmin met elkaar. Voor meer

informatie zie: 2 Koningen

17:24-41; Ezra 4:1-6.

Flanelplaten: plaats 2C-14, de

Heere Jezus bij de put.

Houd een glas water omhoog.

Leg platenboek op zij.

Flanelplaten: Haal 2C-14 weg,

plaats 2C-15, de vrouw met de

kruik.

Als het kan zou u een

waterkruik aan de kinderen

kunnen laten zien, of anders

een voorwerp dat daarop lijkt

of een plaatje ervan.

Tegen jonge kinderen kunt u

zeggen: Deze mevrouw deed

dingen die God niet goed vindt.

44

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

In de Bijbel staat dat, doordat wij zondig zijn, wij allemaal 'dood'

zijn voor de Heere God. Dat betekent, dat wij van de Heere God

gescheiden zijn. Want Hij is heilig, zonder zonde, en wij zijn

zondig. We hebben eeuwig leven van God nodig. Zonder dat, zijn we

voor eeuwig van God gescheiden. Dit eeuwige leven is een geschenk

van God.

Er is als het ware een muur tussen de Heere God en ons in.

Deze vrouw, met heel haar zondige leven, had nog nooit gehoord,

dat ze eeuwig leven kon krijgen. Ze haastte zich naar de put (bron.)

Plaat 3-2 Flanelvoorbeeld 3-3

Toen ze bij de put kwam was ze heel verbaasd. Ze was niet alleen,

daar zat een man. "Laat ik maar gauw water putten en niet op hem

letten,” heeft ze misschien gedacht. Terwijl ze probeerde de

andere kant op te kijken, zette ze haar kruik op de rand van de put.

Plaat 3-3 Flanelvoorbeeld 3-4

Op dat ogenblik zei de vreemdeling iets tegen haar. "Wilt u mij

alstublieft wat water geven?" vroeg de Heere Jezus. Hij zei dat

niet alleen omdat Hij dorst had, maar omdat Hij vriendelijk tegen

haar wilde zijn.

De vrouw draaide zich om en keek Hem aan. Die man was een Jood!

En die Joodse meneer was vriendelijk tegen haar! Tegen haar, een

Samaritaanse vrouw! Joden spraken nooit vriendelijk tegen een

Samaritaan. Ze vroeg Hem, "Hoe kunt u, die een Jood bent, aan mij

water te drinken vragen? Ik ben een Samaritaanse."

"Als u de gave van God kende," antwoordde Hij, "en wist Wie Hij is,

Die tegen u zegt: Geef Mij te drinken, u zou het Hem hebben.

gevraagd en Hij zou u levend water gegeven hebben."

De vrouw antwoordde, "Meneer, u hebt niets bij u, waarmee u het

water uit de put omhoog kunt halen en de put is erg diep." "Waar

haalt u dan dat levende water vandaan? Denkt u soms dat u meer

bent dan Jakob, die ons deze beroemde bron gegeven heeft?" Ze

wist niet wie Jezus was en ze kon niet begrijpen waarover Hij

sprak.

Wat bedoelde de Heere Jezus met "levend water?

Laat de kinderen de CW zien.

Zorg dat alles afgeplakt is

behalve de woorden ‘eeuwig

leven’.

Maak nu de woorden ‘is een

geschenk van God’ zichtbaar.

Flanelplaten: plaats 2C-14

weer.

Flanelplaten: Haal figuur 2C-15

weg en plaats figuur 2C-16,

vrouw zonder kruik, en 2C-17,

kruik.

Er wordt gezegd dat de put

ongeveer 30 meter diep was.

45

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Plaat 3-4

De Heere Jezus bedoelde het eeuwige leven. Wij hebben water

nodig om hier op aarde te kunnen leven. Maar om bij de Heere God

te kunnen leven hebben we levend water nodig, dat is eeuwig leven.

Wanneer iemand eeuwig leven heeft, is hij niet langer dood voor de

Heere God. Hij kent de Heere God, houdt van God en zal eens voor

eeuwig bij de Heere God leven.

Maar hoe kun je eeuwig leven ontvangen?

Is één van de volgende manieren juist?

a) Je kunt het krijgen als je familie christelijk is en jij naar de

kerk gaat.

b) Je kunt het krijgen als beloning omdat je goed geleefd

hebt.

c) Je kunt het krijgen als je elke dag genoeg gebeden opzegt.

Denken jullie dat een van deze antwoorden juist is?

Nee, niet één daarvan is juist.

Weet je hoe je wel eeuwig leven kunt ontvangen?

d) Het is een geschenk van God.

Een geschenk is iets wat iemand jou aanbiedt; maar voordat het van

jou wordt, moet je moet het eerst aannemen. De Heere Jezus

Christus, de Zoon van God, is de Enige die eeuwig leven kan geven.

Eeuwig leven is het leven van God in ons, zodat wij kunnen beginnen

voor God te leven. De Heere Jezus biedt jou en mij het eeuwige

leven aan.

Hij wilde dat deze zondige vrouw zou weten dat Hij de Enige is, die

haar levend water kon geven. Maar zij hield nog vast aan haar

zondige leven en dan kun je niet het eeuwige leven als geschenk

aannemen. Hij zei tegen haar: "Iedereen die drinkt van het water

uit deze bron zal opnieuw dorst krijgen." Dat kon ze begrijpen. Ze

besefte dat ze elke dag water nodig had.

Maar de Heere Jezus zei nog meer: "Wie drinkt van het water dat

Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar

het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van

water, dat opwelt tot in het eeuwige leven."

"Geef mij dat water," zei ze, "zodat ik nooit meer dorst zal krijgen.

Dan hoef ik hier nooit meer terug te komen voor water."

Ze begreep het nog steeds niet.

Maar de Heere was nog niet klaar met het aan haar uit te leggen.

Hij zei iets vreemds tegen haar, "Ga en roep uw man en kom dan

hier terug."

Toen de Heere Jezus dit zei hield ze van schrik haar adem in.

Flanelplaten: plaats 2C-18,

ellips met “hemels servies”, en

2C-19 ellips met de hemelpoort

.

Wijs naar de CW

Laat de kreten KERK, GOED

LEVEN, BIDDEN zien op het

moment dat u ze noemt.

Haal de kreten KERK, GOED

LEVEN, BIDDEN één voor één

weg.

Laat nu alle woorden van de CW

zien.

Om dit voor de kinderen

makkelijker te maken om het

te begrijpen, kunt u nu de

grote zwarte zak met het

woord ‘zonde’ erop aan een kind

geven. (De zak en het cadeau

moeten zo groot zijn dat het

kind niet beide tegelijk kan

vasthouden.) Geef dan het

cadeau aan hetzelfde kind. Om

het cadeau aan te nemen moet

je dus eerst je zonden

neerleggen. Zo is het ook in je

geestelijk leven. Om eeuwig

leven te ontvangen moet jij je

zonden aan de Heere Jezus

geven en dan kan je het cadeau

van het eeuwig leven aannemen.

46

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Jezus wist alles over haar. Hoe was dat mogelijk? Hij wist het,

omdat Hij God was. Hij wist van het zondige leven, dat ze leidde.

Ze was dood in de zonden en gescheiden van God, ze had Gods

wetten overtreden, net zoals ieder van ons. De Bijbel zegt dat er

niemand is die goed doet. (Romeinen 3:12)

Dat kun je bij jezelf merken. Jouw speelgoed, TV programma’s, en

spelen zijn voor jou vaak veel belangrijker dan naar God te

luisteren. Maar in Gods wet staat: "Gij zult geen andere goden voor

Mijn aangezicht hebben." Niets mag in je leven belangrijker voor je

zijn dan God.

Ben je wel eens boos op je broer, en zeg je dan: "Ik haat hem"?

De Heere Jezus heeft gezegd: dat als je iemand haat, dit net zo

erg is, als dat je iemand doodslaat; en in Gods wet staat: "Gij zult

niet doodslaan."

Jouw leven is zondig. Misschien denk je, dat er veel grotere

zondaren zijn dan jij. Maar door één enkele zonde ben je al

gescheiden van God. Door die zonde zul je nooit eeuwig leven

ontvangen. Je zult God nooit leren kennen of in de eeuwigheid met

Hem leven. God zegt ook tegen jou dat jij je van de verkeerde

dingen/zonden moet afkeren en de zonden aan Hem geven.

Wanneer jij in de Heere Jezus gaat geloven als de Verlosser van je

zonden, dan geeft God jou eeuwig leven cadeau, helemaal gratis en

Hij helpt jou verkeerde dingen na te laten of te overwinnen. Dat

cadeau bood de Heere Jezus deze Samaritaanse vrouw aan. En Hij

biedt het jou ook aan.

"Ik heb geen man," zei ze.

"Ik weet het," antwoordde de Heere Jezus. "U hebt vijf mannen

gehad en met de man, waarmee u nu leeft, bent u niet getrouwd."

Nu was ze pas echt verbaasd. Hoe kon deze man zoveel over haar

weten? Hoe wist Hij van haar zonden? Misschien was hij wel de

profeet die God gezonden had. Ze begon te praten over het

aanbidden van God.

"Wij aanbidden op deze berg," zei ze, wijzend op de berg vlakbij,

"maar u, Joden, zegt dat in Jeruzalem moet worden aanbeden."

De Heere Jezus zei heel vriendelijk tegen haar. "Het belangrijkste

bij het aanbidden van God is niet waar we Hem aanbidden, maar

hoe. We moeten Hem aanbidden in geest en in waarheid."

De Heere wilde dat de vrouw zou begrijpen dat alleen zij, van wie

de harten en levens vernieuwd zijn door God, Hem kunnen

aanbidden. Zij, die Zijn grote gave van eeuwig leven hebben

ontvangen, kunnen tot Hem gaan en met Hem spreken, want hun

zonde brengt niet langer scheiding tussen hen en Hem. Ze kennen

Hem en hebben Hem lief. Dat is de betekenis van "aanbidden in

geest en in waarheid." Je kunt niet doen alsof het goed is tussen

God en jou. Er zijn zelfs mensen in kerken die schijnen God te

Wijs naar de zwarte zak.

Door te zeggen dat zij geen

man had, heeft ze erkent dat

ze zonden doet.

47

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

aanbidden, maar als ze nog nooit Gods gave van eeuwig leven

ontvingen, dan is het geen ware aanbidding. Deze vrouw kende de

ware God niet - ze aanbad Hem dus ook niet.

Ze zei, "Ik weet, dat God heeft beloofd om Iemand te zenden, die

Christus wordt genoemd. Wanneer Hij komt, zal Hij ons alles

vertellen."

"Ik ben het," zei de Heere Jezus Christus. "Die met u spreekt."

De Heere Jezus is die bijzondere Persoon, Hij wordt ook wel de

Messias of de Christus genoemd. Hij is het, die God eeuwen

geleden beloofd had. Hij, de Zoon van God, kwam om eeuwig leven

te geven. Hij kwam om voor de zonden te sterven, zodat iedereen,

die gelooft dat zijn of haar zonden vergeven zijn, eeuwig leven

ontvangt.

Als Hij nu dood zou zijn, dan was er geen eeuwig leven. Maar Hij is

opgestaan uit de doden; Hij is de Levende en zal voor eeuwig leven.

Iedereen die op Hem vertrouwt, kan er zeker van zijn dat, wanneer

hij sterft, hij voor eeuwig met Hem zal leven.

De Bijbel zegt: "Wie de Zoon heeft, heeft het leven." (1 Joh.5:12.)

Dat is Gods belofte aan jullie, die geloven. De duivel wil proberen je

aan het twijfelen te brengen. Soms zal hij tegen je zeggen: "Jij

bent ook geen goede Christen. Kijk eens wat je gedaan hebt. Zo kun

je helemaal niet bij de Heere Jezus horen."

Denk er dan aan wat God zegt: "Wie de Zoon heeft, heeft het

leven."

Als je weet dat de Heere Jezus je Heiland is, kun je er zeker van

zijn dat je eeuwig leven hebt - nu en voor eeuwig. Als je op Christus

vertrouwt, dank dan de Heere dat Hij je eeuwig leven gegeven

heeft.

Toen de vrouw hoorde dat deze Man de Messias was, de Christus,

die door God gezonden was, ging ze geloven en kreeg ze eeuwig

leven. Nooit zou ze meer dezelfde zijn. Heb jij al jouw vertrouwen

op de Heere Jezus gesteld en eeuwig leven gekregen?

Plaat 3-5 Flanelvoorbeeld 3-7

Inmiddels kwamen de discipelen terug uit de stad. Ze waren

verbaasd dat de Heere Jezus met een vrouw zat te praten, maar

geen van hen had de moed om Hem te vragen waarom Hij met haar

sprak. De vrouw draaide zich om en rende snel naar de stad.

Waarom rende ze ineens weg? Ze liet zelfs haar waterkruik staan.

Waarom? Was ze van plan om naar de bron terug te komen?

De discipelen wisten het niet, maar de vrouw wist precies

wat ze deed.

Wijs naar de CW,

Flanelplaten: Haal 2C-16 weg,

zet daarvoor in de plaats 2C-

20, wegrennende vrouw en 2C-

2, de discipelen.

48

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

CLIMAX

Ze snelde de stad binnen en zei tegen de mensen, die ze daar

aantrof: "Kom en zie Iemand Die mij alles gezegd heeft wat ik

gedaan hebt; zou Hij niet de Christus zijn?" De mensen werden

nieuwsgierig en gingen met haar mee de stad uit, naar de bron.

Plaat 3-6 Flanelvoorbeeld 3-9

EINDE

Ze verlangden er naar om de Man, over wie ze gehoord hadden, te

ontmoeten. Ze nodigden de Heere Jezus uit om naar hun stad te

komen. Hij nam hun uitnodiging graag aan. Hij bracht daar met Zijn

discipelen twee dagen door, twee dagen waarin Hij met veel

mensen in die stad over het eeuwige leven kon spreken.

Omdat de vrouw over de Heere Jezus vertelde, gingen daar veel

mensen in Hem geloven.

Ze hoorden over Hem, ze ontmoetten Hem, ze luisterden naar Hem

en geloofden in Hem. Ze ontvingen eeuwig leven.

Het is niet genoeg als je over Jezus gehoord hebt en weet dat Hij

eeuwig leven kan geven. Het is ook niet genoeg, als je alleen maar

weet dat je eeuwig leven nodig hebt.

Ga tot de Heere Jezus, vraag Hem om jouw je zonden te vergeven;

dan krijg je het geschenk van eeuwig leven.

Heb jij dit al gedaan? Denk eens aan wat Gods Woord zegt, dat zij,

die in Hem geloven, "niet verloren gaat (niet van God zullen worden

gescheiden), maar eeuwig leven heeft." (Joh. 3:16.) Als je nog niet

in Hem bent gaan geloven, blijf dan niet geestelijk dood door je

zonden. Je mag tegen de Heere Jezus zeggen dat je van je zonden

af wilt en Zijn gratis geschenk van eeuwig leven wilt ontvangen. Je

mag dat vandaag doen; vertrouw op Hem als je Redder en je kunt,

net als die mensen in Samaria, eeuwig leven hebben.

Tip:

U kunt dit dramatisch

vertellen. De vrouw die altijd

zo verlegen was is zo

veranderd en sprak iedereen

aan. Er moest iets heel

bijzonders gebeurd zijn.

Flanelplaten: Voeg toe: 2C-21

49

H

et le

ven

van

Ch

ristu

s - d

eel 2

© S

tichting I

nterna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisa

tie G

enootsch

ap

Herhalingsspel vragen

1. Waar onderbraken de Heere Jezus en Zijn discipelen de

reis om te rusten en te eten, toen ze op weg waren van

Judea naar Galilea? (Dichtbij Sichar in Samaria.)

2. Waarom ging de Heere Jezus bij de bron zitten? (Hij was

moe.)

3. Wie kwam midden op de dag drinkwater halen? (Een

Samaritaanse vrouw.)

4. Waarom was de vrouw verbaasd toen de Heere Jezus

haar vroeg om Hem wat water te drinken te geven? (Ze

verwachtte niet dat Hij haar zou aanspreken, omdat Hij

een Jood was; de Joden mochten de Samaritanen niet)

5. Wat wilde de Heere Jezus de vrouw geven als ze Hem

erom vroeg? (Levende water, eeuwig leven.)

6. Waarom vroeg de Heere Jezus naar haar man? (Zodat ze

haar zondigheid kon inzien, maar ook dat ze vergeving en

verandering nodig had.)

7. Wie zei de Heere Jezus Wie Hij was? (De Christus, de

beloofde Heiland.)

8. Waarom liet de vrouw haar waterkruik achter en rende

ze naar de stad? (Ze wilde de andere mensen vertellen

over de Heere Jezus: "Zou Hij de beloofde Christus

kunnen zijn?")

9. Wat gebeurde er toen de Heere Jezus twee dagen in

Sichar verbleef om met de mensen te spreken? (Nog veel

meer mensen geloofden in Hem als hun Redder.)

10. Wat moet jij doen om eeuwig leven te krijgen? (Ik hoef

zelf helemaal niets te doen om eeuwig leven te krijgen, ik

krijg dat als ik geloof dat de Heere Jezus de Zoon van

God is, die voor mijn zonden is gestorven.)

Herhalingsspel

De leider in het midden.

Verdeel de groep in twee teams

en laat elke team in een kring

zitten met een van de kinderen

als leider in het midden. Stel

de teams om de beurt een

vraag. Als een vraag goed

beantwoord is mag de leider

blijven zitten. Is de vraag

onjuist beantwoord, dan moet

de leider uit de kring en zit de

kring zonder leider. Zodra

weer een vraag goed

beantwoord is, mag er een

nieuwe leider gekozen worden,

die weer in kring gaat zitten.

De kring die het minst van

leider gewisseld heeft is

winnaar.

50

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Kringgesprek

Praat er met de kinderen over hoe ze het evangelie aan andere

kinderen kunnen vertellen. Vraag wat ze zouden zeggen over zonde,

Gods liefde, wie de Heere Jezus is en wat Hij heeft gedaan. Wat

iemand moet doen om bij de Heere Jezus te horen. Misschien wilt u

hun antwoorden opschrijven op een bord. Als de tijd het toelaat,

zou u twee kinderen kunnen laten uitspelen hoe ze kunnen getuigen

tegen andere kinderen.

Verwerking

Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart

werkboek.

51

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Les 4 De genezing van de zoon

van de hoveling

Lesoverzicht

Bijbelgedeelte: Johannes 4:46-54

Bijbeltekst om aan te leren: “Zonder geloof is het echter

onmogelijk God te behagen” –

Hebreeën 11:6a.

Centrale Waarheid: God wil dat jij in de Heere

Jezus gaat geloven.

Toepassing gelovig kind: Je moet dagelijks blijven

vertrouwen op de Heere Jezus

Christus en op Zijn Woord.

Toepassing niet-gelovig kind: Je moet alleen op de Heere

Jezus Christus vertrouwen

voor je redding.

Visuele hulpmiddelen: Platen 4:1-6

Flanelfiguren 2C: 7, 22-26

Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor

een pastoraal gesprek met de

kinderen tijdens één van de

programma onderdelen.

Verwerking: standaard vertrouwen &

invulplaat met rebus

2125.04 a & b

52

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Lesschema

I. INLEIDING

“Iedereen in huis was verdrietig.”

II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN

A. De jongen is erg ziek. (Joh. 4:46)

B. De ouders horen dat de Heere in Kana is. (4:47)

C. De vader gaat naar Kana. (4:47)

D. De vader vraagt de Heere om te komen. (4:47, 48)

E. “Kom voordat mijn kind sterft.” (4:49)

III. CLIMAX

“Uw zoon leeft.” (4:50-53)

IV. EINDE

De familie gelooft. (4:53)

53

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Visuele hulpmiddelen

Maak woordstroken met “Wat is geloof?” en “Dit is vertrouwen dat

de Heere Jezus zal doen wat Hij beloofd heeft.”

Schrijf de Centrale Waarheid op een stevig stuk papier en laat dat

zien, wanneer dat in de les aangegeven wordt. Plaats het op een

manier dat het de hele tijd zichtbaar is.

Aanleren van de Bijbeltekst

Tekst om aan te leren: “Zonder geloof is het echter onmogelijk

God te behagen.” – Hebreeën 11:6a.

Inleiding

Ze hadden gym. Alle kinderen moesten om de beurt uit de ringen

springen. “Je hoeft niet bang te zijn,” zei de gymleraar: “Ik blijf er

bij staan en vang je op.”

Max maakte een verkeerde sprong, maar de gymleraar ving hem

toch handig op.

Elise aarzelde even, maar ze sprong toch, want ze wist zeker dat

de gymleraar haar opving als het niet goed ging

Iedereen was aan de beurt geweest, behalve Marieke; zij was op de

bank blijven zitten.

“Waarom doe jij niet mee Marieke?” vroeg de leraar.

“Ik durf niet!”

“Maar ik vang je toch op; ik heb wel tien kinderen opgevangen!”

“En toch durf ik niet!” zei Marieke. (Als u wilt, kunt u zelf verzinnen

waarom Marieke niet durfde.)

“Ik vind het jammer dat je me niet vertrouwt,” zei de gymleraar

teleurgesteld.

Waarom was de gymleraar teleurgesteld? (antwoord kinderen: ze

vertrouwde hem niet) Was hij te vertrouwen? Het was jammer dat

Marieke de gymleraar niet geloofde. Maar het is veel erger als je

God niet gelooft; en daarover ga ik jullie nu een zinnetje uit de

Bijbel voorlezen.

Presentatie

Lees de tekst voor uit de Bijbel, zeg tegen de kinderen dat ze hun

hand op moeten steken op het moment dat u het woordje geloof

zegt. (luisteroefening) Lees hem met elkaar.

Uitleg

Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen.

Wat betekent geloof? (Antwoord: vertrouwen.)

Wie kan het woord behagen aanwijzen? (Laat een kind het

54

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

aanwijzen.) Iemand behagen betekent: iemand blij maken met wat

je doet.

Zonder geloof is het onmogelijk om te doen en te leven zoals God

dit wil en goedvindt.

Toepassing

Gelovig kind: Als jij problemen hebt, of verdriet, of iets anders

wat naar is, dan wil God graag, dat jij gelooft dat Hij jou kan helpen

en troosten en alles voor jou wil doen wat Hij nodig vindt. Als jij

zegt: bidden helpt toch niet; dan maak je God verdrietig. Want

bidden helpt wel; als jij bidt zal God jou misschien niet geven wat

jij graag wilt, maar wel wat jij nodig hebt.

Niet gelovig kind: Als jij niet gelooft dat de Heere Jezus voor

jouw zonden is gestorven, en jij niet opnieuw geboren bent (weet je

nog van de vorige les?) dan kan de Heilige Geest jou niet duidelijk

maken wat God goed vindt. Jij weet dan niet wat Gods wil is. Toch

wil God jou dat heel graag leren. Maar dan moet jij wel tegen Hem

zeggen dat je graag bij God wil horen. Als je niet begrijpt hoe dat

kan, dan mag je na de club naar mij toekomen en kan ik je het

uitleggen.

Aanleren

Zeg de tekst twee keer met elkaar op van de aanleertekst. Nu zegt

u het eerste woord van de tekst, de kinderen het tweede, u het

derde, enz. Begin en eindig met de tekstverwijzing. Een variatie

hierop: Laat de kinderen staan. Wijs een kind aan welke het eerste

woord zegt, en vervolgens een ander kind dat het tweede woord

zegt. Zo gaat u door tot de hele tekst is opgezegd. Het kind dat

het verkeerde woord zegt of te laat is, is af en moet gaan zitten.

BIJBELLES

Inleiding

Misschien woonde hij wel in het mooiste huis van heel Kapernaüm.

Want deze man, had een heel belangrijke baan. Hij was officier bij

de koning; of zoals hij genoemd werd "een hoveling". Een hoveling is

een hoge ambtenaar. Maar toch was iedereen in dit huis verdrietig.

Wijs Kapernaüm en Kana aan op

de kaart op het moment dat ze

genoemd worden. Voor de

kinderen die topografie op

school krijgen, zal dit extra

aanspreken.

55

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Ontwikkeling van de

gebeurtenissen

De zoon van deze hoveling was ziek. Hij had heel hoge koorts en

was zo ziek dat hij elk moment kon sterven. Er waren geen

medicijnen voor hem, de dokters konden hem niet helpen.

Flanelvoorbeeld 4-2

Kunnen jullie je voorstellen hoe verdrietig iedereen in dit gezin

was? Er leek geen hoop meer te zijn. En het kan zijn, dat juist op

dat moment een bediende de kamer binnen rende.

"Jezus is in Kana."

"Jezus? Oh ja! De Man die water in wijn veranderde."

Natuurlijk hadden de mensen van Kapernaüm het nieuws over het

wonder van de Heere Jezus gehoord, want het lag op 30 kilometer

bij Kana vandaan. Ook de hoveling en zijn vrouw hadden gehoord

over de Heere Jezus en ze wisten dat Hij macht had om wonderen

te doen.

"Zou Jezus willen komen om onze zoon te genezen?" vroegen ze

zich af.

"Ik zal naar Hem toegaan en het Hem vragen," zei de hoveling.

Plaat 4-2

Nog nooit had de reis naar Kana hem zo lang geduurd. Zijn kleine

jongen lag op sterven, dus iedere minuut was kostbaar.

Toen de hoveling snel over de weg liep, heeft hij vast over de

Heere Jezus nagedacht. Hij was zo blij dat hij over Hem gehoord

had. Als niemand hem dat verteld had, wat voor hoop zou hij dan nu

gehad hebben?

Het is heel belangrijk om over de Heere Jezus Christus te horen.

Niemand kan in Hem gaan geloven, als hij niet eerst over Hem

gehoord heeft. Op de Goed Nieuws Club hebben jullie over Hem

gehoord. Jullie weten wie Hij is en wat Hij gedaan heeft. Kunnen

jullie een paar dingen opnoemen, die jullie gehoord hebben? (Geef

de kinderen gelegenheid om te antwoorden.)

We weten dat dit allemaal waar is, omdat we erover lezen in de

Bijbel.

We weten dat de Heere Jezus alles kan doen, wat Hij wil, wat het

ook maar is.

We weten dat Hij altijd doet wat Hij belooft. We weten dat Hij

zonden vergeeft en dat Hij eeuwig leven geeft.

Flanelplaten: voeg toe figuur

2C-23, de vrouw van de

hoveling

Flanelplaten: haal figuur figuur

2C- 23 weg.

56

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Het is heel belangrijk dat jij van de Heere Jezus gehoord hebt,

maar één ding is nog belangrijker. Het belangrijkste is, dat je op

Hem gaat vertrouwen als de Verlosser van je zonden. Ook al weten

we nog zoveel over Hem, als we niet op Hem vertrouwen, kunnen we

God niet blij maken. God zegt in Zijn Woord: "Zonder geloof echter

is het echter onmogelijk God te behagen" (Hebreeën 11:6). Dat

betekent: "Als iemand niet gelooft, kan God niet tevreden/blij met

hem zijn."

Wat is het belangrijk om God blij te maken; om eer te geven aan

Hem die de Koning der koningen en de Heere der Heeren is, onze

Schepper en enige Redder!

God vindt het goed en verheugt Zich wanneer je in de Heere Jezus

gaat geloven en Hem aanvaardt als je persoonlijke Heere en

Redder. Zijn jullie niet blij dat je gehoord hebt over Jezus, net als

de hoveling?

Eindelijk kwam hij in het stadje Kana aan, en meteen ging hij op

zoek naar de Heere Jezus.

Plaat 4-3 & 4-4 Flanelvoorbeeld 4-4

Zodra hij de Heere Jezus vond, smeekte de vader van de zieke

jongen: "Wilt U alstublieft direct mee naar mijn huis komen om

mijn zoon beter te maken, want hij ligt op sterven".

Tot in het diepst van zijn hart wist de vader, dat de Heere Jezus

zijn zoon kon genezen.

Ben jij er tot in het diepst van je hart van overtuigd, dat de Heere

je al je zonden kan vergeven? Geloof je echt, dat Hij je eeuwig

leven kan geven?

Het is belangrijk dat jij van Hem gehoord hebt, net zoals de

hoveling. Het is belangrijk dat je ervan overtuigd bent dat Hij je

kan vergeven. Maar ook al weet je dat allemaal, toch kun je nog

verloren zijn in je zonden. Je moet persoonlijk geloven dat Hij jou

al jouw zonden wil vergeven.

Stel je eens voor dat je ziek bent en de dokter heeft je medicijnen

gegeven, wat moet je dan doen?

Zou je er iets aan hebben als je het laat staan op het tafeltje

naast je bed?

Zou je er iets aan hebben als de dokter zegt dat dit het beste

medicijn van de wereld is?

Natuurlijk niet. Je moet het innemen.

Je kunt een heleboel over de Heere Jezus gehoord hebben, en je

kunt geloven dat Hij alles kan; maar je leven wordt pas veranderd

als jij er met je hele hart op vertrouwt dat Hij jou je zonden

vergeven heeft. Dat is geloof.

Laat de kinderen de CW zien.

Laat plaat 4-3 even zien en sla

dan meteen om naar 4-4.

Flanelplaten: Haal de figuren

weg en plaats figuur 2C-7, de

Heere Jezus, en 2C-24.

Tip:

Haal een potje medicijnen

tevoorschijn en vraag aan de

kinderen wat het is, waarom je

dit krijgt en wat er gebeurt als

je het niet inneemt.

57

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

"Heere, kom alstublieft, voordat mijn kind sterft," vroeg de man.

"Ga naar huis en maakt u zich geen zorgen, uw zoon leeft," zei de

Heere Jezus. Hij bood niet aan met de vader mee te gaan om zijn

zoon te zien. De vader drong niet opnieuw aan.

Waarom? (Laat de kinderen antwoord geven.)

Juist, de vader geloofde de Heere Jezus op Zijn woord.

Geloof is: dat je erop vertrouwt dat de Heere Jezus zal doen wat

Hij gezegd heeft. Hij belooft eeuwig leven te geven aan allen die

geloven dat Hij de Zoon van God is die voor onze zonden aan het

kruis gestorven is.

"Opdatieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig

leven heeft". (Joh. 3:16) Je kunt vandaag nog op Hem gaan

vertrouwen en eeuwig leven hebben. Je zou bijvoorbeeld zoiets als

het volgende tegen Hem kunnen zeggen: "Lieve Heere Jezus, ik

weet dat U de Enige bent die mij eeuwig leven kunt geven. Ik geloof

dat U voor mijn zonden aan het kruis bent gestorven. Wilt U mij

alstublieft mijn zonden vergeven en mij eeuwig leven geven? Wilt U

de baas over mijn leven, en mijn Heere en mijn Heiland zijn? Amen."

Als jij met je hele hart gelooft dat God jou je zonden heeft

vergeven, dan zegt God in de Bijbel dat het goed tussen God en jou

is en kun je gaan leven naar Zijn wil.

Plaat 4-1 & 4-5

De hoveling geloofde wat de Heere Jezus zei. Hij verliet de Heere

Jezus en om de een of andere reden ging hij die dag niet direct

naar huis. Het was vroeg in de middag en Kapernaüm lag ongeveer

30 kilometer verder weg, zes uur lopen.

Toen hij de volgende dag terug naar zijn woonplaats liep, zag hij in

de verte een paar mannen hem tegemoet komen, het waren zijn

bedienden.

CLIMAX

Toen ze dichterbij kwamen, zag hij hoe ze straalden van blijdschap

en hij hoorde hen zeggen: "Uw zoon leeft en is weer gezond."

Het was precies zo als de Heere Jezus gezegd had.

"Wanneer begon hij zich beter te voelen?" vroeg de vader.

"Gistermiddag om één uur ging de koorts weg," antwoordden de

bedienden. Toen drong het tot de man door, dat precies op die tijd

hij met de Heere Jezus had gesproken. Hij was helemaal ontroerd.

Snel ging hij met de bedienden naar huis.

Plaat 4-6

En wat was hij blij toen hij zijn vrouw zag en zijn volkomen gezonde

zoon.

Leg het platenboek opzij.

Flanelplaten: Haal het bord

leeg.

Plaats de woordstroken

wanneer u over geloof praat, op

een plaats die de kinderen

kunnen zien (bv. het

flanelbord).

Laat de kinderen plaat 4-1 weer

zien, en zodra u het noemt,

plaat 4-5.

Flanelplaten: Plaats figuur 2C-

22 en 2C-25, de knechten,

zodra ze genoemd worden.

Tip om het spannend te

vertellen:

De volgende dag liep hij terug

naar huis. Toen hij vlak bij huis

was zag hij een paar mannen

aankomen. (doe alsof u in de

verte tuurt) Wie zouden dat

zijn? Hij keek nog eens goed.

Zouden dat zijn bedienden

zijn? (Pauze) Ja dat waren ze!

Wat zouden ze te vertellen

hebben? Ze kwamen steeds

dichter bij. Nu kon hij ze zien.

Wat keken ze blij. Die hadden

goed nieuws hoor. En ja ze

riepen: “Uw zoon leeft en is

weer helemaal de oude.”

Flanelplaten: Haal 2C-25 weg,

plaats figuur 2C-26, de vrouw

met haar zoon.

58

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

EINDE

Kunnen jullie de blijdschap in dat gezin voorstellen?

Maar ze werden nog blijer toen de vader alles over de Heere Jezus

vertelde. Op die dag stelde iedereen in dat huis zijn vertrouwen op

de Heere Jezus.

Misschien heb jij al je vertrouwen op de Heere Jezus gesteld, en

weet je dat Hij het goed gemaakt heeft tussen God en jou. Dan ben

je een Christen; want je weet dat je zonden vergeven zijn en dat

Hij jou eeuwig leven heeft gegeven. Maar daarmee is je vertrouwen

op Hem niet afgelopen. God vraagt van je dat je elke dag op Hem

vertrouwt. Vertrouw op Hem wanneer Hij in de Bijbel zegt: "En zie,

Ik ben met u al de dagen tot de voleinding van de wereld" (Matth.

28:20.)

Geloof dat Hij bij jou is, op school, thuis, als je alleen bent en ook

als je slaapt. Iedere keer dat je een belofte leest in de Bijbel, kun

je er zeker van zijn dat die waar is. Geloof dat God wil doen wat Hij

belooft. Dan vertrouw je op Hem, net zoals het gezin van de

hoveling.

Als je nog niet je vertrouwen op de Heere Jezus hebt gesteld en je

wilt graag weten hoe je een kind van God kunt worden of je hebt

andere vragen, dan mag je na de club naar me toekomen en kunnen

we er samen over praten.

Wijs naar de CW.

Praat er met de (gelovige)

kinderen over hoe God je helpt

in alle genoemde situaties.

Misschien hebt u zelf een

ervaring die u door wilt geven,

of nog beter één van de

kinderen laten getuigen, hoe ze

Gods aanwezigheid hebben

ervaren. De niet gelovige

kinderen die meeluisteren

zouden op die manier tot

‘jaloersheid gewekt’ kunnen

worden. U kunt dit na de

Bijbelles doen, maar ook bij de

quiz of als verwerking daarna.

59

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Herhalingsspel vragen

1. Naar welke stad moest de hoveling gaan om de Heere Jezus

te gaan halen? (Kana)

2. Waarom wilde deze man de Heere Jezus spreken? (Zijn

kleine jongen was ziek)

3. Wat zei de Heere Jezus tegen de hoveling? ("Ga naar huis.

Uw zoon leeft")

4. Wat deed de man toen hij deze woorden hoorde? (Hij

geloofde wat de Heere Jezus gezegd had.)

5. Waarom denk je dat de Heere Jezus niet met de hoveling

meeging? (Dat was niet nodig. De Heere Jezus kon de

jongen ook zó genezen.)

6. Wat is het belangrijkste dat jij over de Heere Jezus moet

geloven? (Dat Hij de Enige is die het goed kan maken tussen

God en jou.)

7. Wie kwamen de hoveling de volgende dag toen hij bijna thuis

was tegemoet en wat vertelden ze hem? (Zijn bedienden;

dat zijn zoon was genezen.)

8. Op welk tijdstip was zijn zoon genezen? (Precies op het

tijdstip waarop de Heere Jezus gezegd had: Uw zoon leeft.)

9. Wat gebeurde er toen de vader weer bij zijn vrouw en kind

was? (Iedereen stelde zijn vertrouwen op de Heere Jezus

Christus.)

10. Als jij in de Heere Jezus gelooft, waar mag je dan op

vertrouwen dat Hij zal doen? (Hij is altijd bij mij, op school,

thuis, als ik alleen ben, anders.)

Herhalingsspel

“Kom over!”

Verdeel de groep in twee

teams. Stel de kinderen van

elk team op in twee rijen

tegenover elkaar. Stel de

teams om de beurt een vraag.

Bij een goed antwoord, komt

een kind van de andere groep

in dat team. Het team dat aan

het eind de meeste leden kent

is winnaar.

Vraag 6 is een moeilijke vraag,

zeker voor buitenkerkelijke

kinderen. U zou hier een

multiple choice vraag van

kunnen maken, met 3

mogelijkheden. Bijvoorbeeld:

Dat Hij de enige is die het

goed kan maken tussen God en

jou.

Dat Hij wonderen kan doen.

Dat Hij wil dat jij lief bent.

Naar aanleiding van vraag 6

zou u kunnen zeggen: als jij

graag wilt dat het goed komt

tussen God en jou maar je

begrijpt niet goed hoe dat kan,

dan wil ik er graag na de club

met jou over spreken. Als jij

dat wilt, mag je onder het

werkje (of ander tijdstip) naar

…….(wijs een plaats aan) gaan.

Als ik jou daar zie, weet ik dat

jij met mij wilt praten en dan

zullen we samen in de Bijbel

kijken hoe de Heere Jezus het

goed kan maken tussen God en

jou.

60

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Groepsactiviteit

Staan op Gods beloften

Kopieer en knip de tekstplaatsen uit die achterin de handleiding

staan en leg ze omgekeerd op een tafel. Laat de kinderen één voor

één een kaartje uitkiezen en proberen de tekst in de Bijbel op te

zoeken. Help het kind het vers te vinden, of als hij dat kan, vraag

of hij/zij de andere kinderen kan vertellen hoe hij/zij dat doet.

Laat het kind de tekst hardop voorlezen en de belofte noemen.

Praat met elkaar over de belofte en laat de kinderen nadenken over

een situatie waarin zij op die belofte moeten vertrouwen. Als u

vermoedt dat opzoeken met uw groep kinderen een tijd en

aandacht rovend karwei dreigt te worden, kunt u de kaartjes in de

Bijbel stoppen op de plaats waar de tekst staat. (Veel kinderen die

niet met de Bijbel vertrouwd zijn, vinden dit heel interessant.)

Verwerking

Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart

werkboek.

61

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Les 5 De blinde Bartimeüs

Deze les is ook geschikt om voor een evangelisatie actie te gebruiken

Lesoverzicht

Bijbelgedeelte: Marcus 10:46-52; Lucas 18:35-

43

Bijbeltekst om aan te leren: “Ik ben het licht der wereld;

wie Mij volgt, zal beslist niet

in de duisternis wandelen,

maar zal het licht van het

leven hebben.” – Johannes 8:12

Centrale Waarheid: Alleen de Heere Jezus kan de

duisternis van de zonde

wegnemen.

Toepassing gelovig kind: Het is belangrijk dat je in het

licht blijft wandelen.

Toepassing niet-gelovig kind: Geloof dat de Heere Jezus de

duisternis van jouw zonden wil

wegnemen.

Visuele hulpmiddelen: Platen 4:1-6

Flanelfiguren 2C:2. 7, 21, 27,

28

Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor

een pastoraal gesprek met de

kinderen tijdens één van de

programma onderdelen.

Verwerking: donker-licht & kandelaar

2125.05 a & b

62

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Lesschema

I. INLEIDING

Sluit je ogen.

II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN

A. Er zit een blinde man te bedelen. (Luc. 18:35)

Zonde tegen God.

1. Niemand kan zijn eigen blindheid genezen.

2. Zonde kun je zelf niet wegnemen.

B. Bartimeüs hoort over de Heere Jezus Christus.

De Heere Jezus is de Enige die de zonden kan

wegnemen.

3. Zijn dood.

C. De Heere Jezus komt naar Jericho. (18:35)

D. Bartimeüs roept tot de Heere Jezus. (18:37-39)

4. De kosten van het geloven en volgen.

E. Jezus Christus roept Bartimeüs. (18:40; Marc. 10:49)

5. De liefde van Christus.

F. “Wat wilt u dat Ik voor u doen zal?” (Luc. 18:41)

6. Redding

III. CLIMAX

Bartimeüs kan weer zien. (18:42, 43)

IV. EINDE

Redding

63

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Visuele hulpmiddelen

Schrijf de Centrale Waarheid: “Alleen de Heere Jezus kan de

duisternis van de zonde wegnemen” op een lange strook papier. Rol

aan beide zijden de strook op, zó dat alleen het woord duisternis

zichtbaar blijft. Bevestig dit op het (flanel)bord of op een andere

plaats.

Maak een woordstrook met daarop de volgende raadselachtige zin:

“Je kunt zien en in de duisternis leven en blind zijn en in het licht

leven.”

Aanleren van de Bijbeltekst

Tekst om aan te leren.: “Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt,

zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het

leven hebben.” – Johannes 8:12

Inleiding

Max werd midden in de nacht wakker. Hij moest naar de WC. Het

was aardedonker. “Och,” dacht Max: “ik ben niet bang in het

donker, ik weet precies hoe ik moet lopen.” Stoer liep hij in het

pikkedonker over de overloop. Ineens! Pats!, Boem! Daar lag hij. Oei,

wat schrok hij, en wat deed dat zeer.

Hoe kwam het dat Max gevallen was? Castor, de hond was midden in

de nacht naar boven gelopen en op de overloop gaan liggen. Doordat

het donker was, had Max de hond niet gezien en was hij er

overheen gevallen.

Doordat het donker was, liep Max verkeerd en viel hij. Maar, er is

ook nog een andere duisternis, en als je daarin wandelt, gebeuren

er veel ergere dingen.

Presentatie

Lees de tekst hardop voor uit uw Bijbel. Vraag, of de kinderen u

daarna kunnen vertellen, hoe vaak ze het woord ‘duisternis’, en hoe

vaak het woord ‘licht’ gehoord hebben. Haal dan de aanleertekst te

voorschijn om te zien wie er gelijk heeft.

Uitleg

“Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de

duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben. –

Johannes 8:12

Wie is de Ik in deze tekst: (De Heere Jezus)

De Heere Jezus is het licht der wereld betekent, dat Hij de

64

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

mensen laat zien hoe ze bij God in de hemel kunnen komen en hoe

ze naar Gods wil kunnen leven.

Met duisternis wordt hier bedoeld: de zonde. In de duisternis

wandelen betekent: dat je verkeerde dingen kunt doen, zonder dat

je snapt dat het verkeerd is. Bijvoorbeeld je doet een

computerspelletje met allemaal gemene dingen.

De Heere Jezus volgen begint met weten dat je gezondigd hebt en

geloven dat de Heere Jezus voor jouw zonden gestorven is. Als je

echt met je hart gelooft wil je de Heere Jezsu ook gehoorzamen.

Stel dat Max het licht had aangedaan toen hij naar de WC moest,

dan had hij Castor gezien en was hij niet over hem gestruikeld. Je

zou kunnen zeggen: dan had hij het licht van de overloop gehad.

Als jij in de Heere Jezus gelooft dan heb jij

Het licht van het leven. De Heere Jezus woont in jou en laat jou

zien dat pesten gemeen is, dat sommige televisie programma’s jou

verkeerde dingen leren. 1 Als jij ruzie hebt gehad met een vriendje

of je bent brutaal geweest tegen je moeder, dan krijg je daar spijt

van en je wilt het goed maken. Dat komt omdat de Heere Jezus in

jouw hart woont.

Toepassing

Gelovig kind: Misschien besef je niet dat het om ons heen duister

is, maar er zijn heel veel manieren waarop de duivel probeert om

ons te laten vallen, bijvoorbeeld met occulte spelletjes, of films, of

video’s die niet goed voor je zijn. Maar ook bijvoorbeeld om iets

weg te pakken of te liegen. Je hebt dan de Heere Jezus nodig om

jou te helpen op de goede weg te wandelen.

Niet gelovig kind: Als je nog niet de Heere Jezus hebt aangenomen

als je Verlosser; als je nog niet aan Hem hebt gevraagd om jou je

zonden te vergeven, dan leef je nog in de duisternis; dan ben je van

God gescheiden. Je kunt dat veranderen door de Heere Jezus te

vragen het licht van jouw leven te worden. Je mag je zonden

belijden en voor altijd bij de Heere Jezus horen en Hem volgen.

Aanleren

Zeg de tekst een aantal malen op. Leg na iedere twee keer

opzeggen iets van de tekst uit (zoals hierboven staat). Na iedere

1 De praktijk laat zien dat gelovige kinderen de televisie uitzetten

of wegzappen als het programma een occulte lading heeft. Onze

ervaring bij IKEG is dat kinderen zelf met bezwaren komen over

occulte programma’s en internet sites. Het aanleren van deze

tekst kan aanleiding geven tot een klassengesprekjes. Neem de

tijd om de vragen van de kinderen te bespreken.

65

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

twee keer opzeggen laat u een (jong) kind een stuk van de tekst

weghalen.

Is de tekst op één blad papier geschreven, dan neemt u drie

(kranten) vellen, die iets groter zijn dan het tekstblad. In het

eerste vel knipt u een paar grote gaten. In het tweede vel iets

kleinere, en in het derde vel nog kleinere. Na iedere twee

keer opzeggen, legt u respectievelijk het eerste, tweede en derde

vel papier over de tekst. (Zorg dat de artikelen en foto’s niet

afleiden.)

BIJBELLES

Inleiding

Doe eens allemaal je ogen dicht. Ik tel tot tien; daarna mag jij je

ogen weer opendoen. (Tel niet te vlug)

Wat konden jullie, met je ogen stijf dicht, zien? Niets.

Denken jullie dat je met gesloten ogen mij hadden kunnen vinden?

Waarschijnlijk wel, omdat je wist waar ik stond. (Kies een kind uit.)

Johan, ik doe jou een blinddoek om. (Blinddoek het kind en breng

hem naar de andere kant van de kamer)

Nu loop ik een eindje bij je vandaan. Ik zeg niks; ik beweeg me heel

zachtjes; en jij moet mij gaan zoeken. Ik zal de anderen een

seintje geven als ik zover ben.

Het is duidelijk dat dit voor hem bijna onmogelijk is, want u kunt

altijd voor hem uitwijken. Houd hem staande en laat de blinddoek

voor.

Wat moet Johan doen, als hij mij te pakken wil krijgen? Juist, hij

moet zijn blinddoek afdoen. (Doe Johan de blinddoek af)

Nu kan hij weer zien - hij tast niet langer rond in het donker. Maar

kun jij je indenken hoe moeilijk het moet zijn, als je nooit iets kunt

zien.

Deze man wist dat wel.

Ontwikkeling van de gebeurtenissen

Plaat 5-1 Flanelvoorbeeld 5-1

Daar zat hij, buiten de stad Jericho, aan de kant van de weg. Het

was een prachtige stad, maar de man kon de hoge palmbomen, die

heen en weer waaiden in de wind, niet zien. Hij kon de tuinen met

rozen of andere bloemen, die in de hele stad in bloei stonden, niet

zien. Hij kon de geur van de balsemstruiken en van de prachtige

bloemen, die vlakbij groeiden, wel ruiken, maar hij kon ze niet zien.

Hij was blind.

Opmerkingen:

Als u een groep heeft die

moeilijk in de hand te houden

is, kan het beter zijn om de

inleiding over te slaan en te

beginnen met ontwikkeling van

de gebeurtenissen.

Laat de kinderen de CW zien

en wijs naar het woord

“duisternis”

Laat de kinderen de

raadselachtige zin zien: “Je

kunt zien en in de duisternis

leven en blind zijn en in het

licht leven.” Vraag de kinderen

of ze weten wat dit betekent.

Geef ze nog niet het juiste

antwoord maar zeg dat het

verhaal het duidelijk zal

maken. Zorg ervoor dat de zin

de hele tijd zichtbaar is.

. Flanelplaten: Plaats figuur 2C-

27, Bartimeüs.

Wijs Jeruzalem en Jericho op

de kaart aan.

66

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

En hij was niet alleen blind, maar ook erg arm; voor blinde mensen

was er in die dagen geen werk.

Tegenwoordig kunnen blinden een heleboel dingen doen. Ze kunnen

bijvoorbeeld leren lezen. Hoe doet een blinde dat? Hij leest door

de kleine bobbeltjes, die op een bladzijde staan, te voelen. Dat

wordt het brailleschrift genoemd.

Iemand die blind is, kan leren typen. Hij kan veel dingen met zijn

handen doen. Maar in de tijd, waarin deze man leefde, was er

meestal maar één ding dat een blinde kon doen. Bedelen. In de

Bijbel lezen we dat de naam van deze blinde bedelaar "Bartimeüs"

was.

Weet je dat er in de Bijbel staat, dat, als je de Heere Jezus niet

kent als jouw Verlosser, je net zo als Bartimeüs in de duisternis

leeft? Ik weet wat jullie denken: het is toch niet donker om ons

heen, we kunnen toch zien? Dat is natuurlijk zo. De duisternis waar

ik het over heb, is die van de zonde. Het niet gehoorzamen van

Gods geboden. Met jouw zondige leven doe je God erg veel

verdriet.

Misschien heb je wel eens gevloekt als iets tegen zat, of zomaar,

om ‘stoer’ te doen. Weet je, dat de Heere God dat heel erg vindt?

In de Bijbel staat: "U zult de Naam van de Heere, uw God, niet

ijdel (=zomaar/onnodig) gebruiken." Of denk eens aan die jongen in

je klas die je niet zo graag mag, omdat hij een mooiere fiets heeft

dan jij. God zegt: "U zult niet begeren...." (niet iets willen hebben

wat van een ander is).

En toch wil je liever die mooie fiets dan je eigen gewone fiets.

Wanneer je ongehoorzaam bent aan deze, of aan andere geboden

van God, dan zondig je en God zegt dat zonde gelijk is aan de

duisternis. God kan nooit toestaan dat er in Zijn tegenwoordigheid

zonde voorkomt, want in de Bijbel staat: "God is licht, er is in Hem

geen spoor van duisternis." God is zuiver en zonder zonde. Dus als

je leven vol is van de duisternis van zonde, dan ben je ver bij God

vandaan; je kunt dan nooit bij Hem in de hemel komen. Dat is een

ernstige zaak, want de duisternis van je leven is veel erger dan

welke vorm van blindheid ook.

Blindheid is een grote handicap. Het leven is voor blinde mensen zo

heel anders. Mogelijk heeft Bartimeüs' leven er als volgt uitgezien:

dag in, dag uit zat hij langs de kant van de weg, die naar de stad

liep. De naam van die stad was Jericho. Het was een drukke weg

met veel reizigers, want het was de weg naar Jeruzalem. Dag in,

dag uit zat hij daar en riep: "Aalmoes! Aalmoes, een aalmoes

alstublieft. Geeft u me alstublieft iets."

Een goed idee is om de

kinderen een paar bladzijden

brailleschrift te laten zien.

Rol een stukje (van de

rechterzijde) van de CW

(verder) uit, zodat de woorden

“duisternis van de zonde”

zichtbaar zijn.

67

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Er kwamen veel mensen langs. Af en toe gaf iemand hem een

muntje. Als hij genoeg aalmoezen gekregen had, kon hij weer wat

eten kopen. Hij was blij dat er mensen waren die hem hielpen om

aan eten te komen. Maar aan zijn blindheid kon niemand iets doen.

Niemand kon hem ziende maken.

Zo is het ook met de duisternis van de zonde. Geen mens kan de

duisternis van jouw zonde wegnemen en je kunt het zelf ook niet.

Sommige mensen proberen dat wel. Ze denken dat ze God wel een

handje kunnen helpen om hun zonde weg te krijgen. Ze denken dat,

als ze zo goed mogelijk proberen te leven of elke dag hun gebeden

opzeggen of naar de kerk gaan, hun zonden wel weggenomen

worden. Maar zelfs door het doen van deze goede dingen kun je de

zonde niet kwijtraken.

Als God Zelf er niets aan zou doen om de duisternis van de zonde

weg te nemen, zou je leven altijd vol met zonden blijven. De zonde

zou altijd de baas over jou blijven. Je kunt jezelf er niet van

verlossen - net zo min als Bartimeüs zich van zijn blindheid kon

genezen.

Het enige dat hij kon doen was zitten bedelen en luisteren naar de

menigte die voorbij kwam.

Plaat 5-2 Flanelvoorbeeld 5-2

Bartimeüs had zo langzamerhand de voetstappen en stemmen van

veel voorbijgangers leren herkennen. Sommigen kwamen geregeld

voorbij. Ze moeten het roepen van de blinde bedelaar vaak gehoord

hebben. Wat riep hij?

(Geef de kinderen gelegenheid om antwoord te geven.)

Sommige mensen werden zijn vrienden; ze gaven hem niet alleen

een aalmoes, maar bleven ook staan om een praatje met hem te

maken. Misschien vertelden ze hem wel de laatste nieuwtjes uit

Jericho of uit Jeruzalem.

Misschien was het één van deze vrienden die hem voor het eerst

over de Heere Jezus vertelde. Ik denk dat Bartimeüs alles wilde

horen - over de wonderen, over het water dat veranderd werd in

wijn en over de mensen die genezen werden. Wat zal hij veel vragen

gesteld hebben, zoals: "Wie is deze Jezus? Is Hij Degene die God

beloofd had te zenden?"

Langzamerhand kwam Bartimeüs er achter dat Jezus van Nazareth

de Enige was die hem kon helpen. Als hij ooit nog eens zou willen

zien, dan zou het alleen maar kunnen als de Heere Jezus de

duisternis van zijn ogen wegnam.

Ontrol nu de rechterkant van

de CW helemaal zodat er te

lezen is: “duisternis van de

zonde wegnemen.”

Flanelplaten: Voeg toe 2C-21

U zou de kinderen kunnen

vragen: wat zouden deze

vrienden over de Heere Jezus

verteld kunnen hebben, zo

worden ze herinnerd aan de

vorige lessen.

Flanelplaten: Haal figuur 2C-21

weg.

Platenboek: leg het platenboek

opzij.

68

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Weet je dat dezelfde Heere Jezus Christus de Enige is die de

duisternis van de zonde kan wegnemen? Hij noemde Zichzelf "het

Licht van de wereld." Wat bedoelde Hij daarmee? Hij bedoelde dat

Hij zuiver en zonder zonde is. Wanneer Hij in je leven komt, dan

gaat de duisternis van de zonde op datzelfde moment weg - ... voor

eeuwig. Je wordt niet langer door de zonde geregeerd. Je zonden

worden je vergeven. Jezus neemt ze geheel en al weg. Hoe kan Hij

dat? Dat kan Hij, omdat Hij, de Zoon van God, aan het kruis stierf

om de zonde te dragen. Hij ontving de straf, alsof Zijn leven vol

was van de duisternis van de zonde. In werkelijkheid was Zijn leven

zuiver en zonder zonde, maar Hij stierf en werd door God voor de

zonden gestraft. Hij stierf aan het kruis in onze plaats. Hij stond

op uit de doden en leeft nu in de hemel. Daarom kan Hij, Hij alleen,

de duisternis van de zonde wegnemen. Jij hebt de Heere Jezus

Christus nodig en dat gold ook voor Bartimeüs.

Vanaf die dag verlangde Bartimeüs er wanhopig naar om de Heere

Jezus te ontmoeten.

"Kon ik Hem maar één keer ontmoeten," dacht hij, "ik weet zeker

dat Hij mij kan laten zien."

Maar de tijd verstreek. Bartimeüs was nog steeds blind en nog

steeds arm.

Wat zal hij uitgekeken hebben naar de volgende paar dagen. Het

was bijna Paasfeest. Rond deze tijd reisden er ieder jaar vele

mensen naar Jeruzalem. De wegen waren vol met mensen. Ze

kwamen ook langs de plaats waar Bartimeüs zat. Hij kreeg dan ook

veel meer geld dan anders.

Plaat 5-3 Flanelvoorbeeld 5-3

Toen hij daar zo zat te bedelen, merkte hij, dat er iets ongewoons

aan de hand was. Wat was dat voor rumoer? Er was meer drukte

dan anders om deze tijd. Hij hoorde een grote menigte over de weg

vanuit Jericho zijn kant op komen. Wat was er aan de hand? Hij

moest het eigenlijk te weten komen. Eindelijk wist hij iemands

aandacht te trekken en die vertelde hem: "Jezus van Nazareth

komt eraan."

Jezus van Nazareth? Jezus, de Zoon van David? Degene die God

beloofd had te zenden? Degene die zijn blindheid kon wegnemen?

Dit was het moment waarop Bartimeüs had zitten wachten.

"Jezus," schreeuwde hij, "Jezus, Zoon van David, heb medelijden

met mij!"

Ze geloofden niet dat de Heere Jezus de Zoon van David was. Dat

Hij Degene was die God beloofd had om hen te redden. En daarom

riepen ze: "Hou je stil! Hou op met dat geschreeuw!"

Ontrol nu de linkerkant van de

CW. Nu staat er de hele zin:

“Alleen de Heere Jezus kan de

duisternis van de zonde

wegnemen”.

Flanelplaten: Plaats figuur 2C-

28

69

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Misschien proberen jouw vriendjes net zoiets bij jou te doen. Als

ze te weten komen, dat jij graag wilt, dat de Heere Jezus jouw

zonden wegneemt, zeggen ze misschien wel: "Dat moet je niet

geloven joh, dat is allemaal onzin" of "Je gelooft toch - je gaat toch

naar de kerk?"

Of ze zeggen: "Als je dat gaat geloven, kunnen we geen vrienden

meer van je zijn." Wat doe je dan?

Je moet dan luisteren naar wat God zegt en niet naar wat anderen

zeggen. Bartimeüs luisterde niet naar degenen die hem probeerden

het zwijgen op te leggen. Hij begon zelfs nog harder te

schreeuwen: "Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!"

De Heere Jezus hoorde hem. Hij bleef staan en luisterde.

"Roep die man," zei Hij. "Zeg tegen hem, dat hij bij Mij moet

komen."

De Heere gaf om Bartimeüs.

Hij hield van hem en Hij houdt ook van jou. Jullie en ik, wij,

verdienen niet, dat Hij ons liefheeft. Hij is het Licht van de wereld

- Hij is zo volmaakt en zuiver, maar wij zijn zo vol van de duisternis

van de zonde. En toch houdt Hij van ons. En daarom nodigt Hij jou

uit om vandaag nog bij Hem te komen. Hij wil je zonde wegnemen.

Wil jij beh Hem komen? Bartimeüs deed dat.

Plaat 5-4 Flanelvoorbeeld 5-5

Hij was nog nooit zo opgewonden geweest! Hij gooide zijn mantel

van zich af en sprong op. Eén van de omstanders loodste hem door

de menigte heen naar de Heere Jezus toe. Nu stond hij voor

Degene die hem van zijn blindheid kon genezen!

"Wat wilt u dat Ik voor u doen zal?", vroeg de Heere Jezus.

Welk antwoord zou Bartimeüs geven? Zou hij om een aalmoes

vragen? Zou hij om zoveel geld vragen dat hij nooit meer in zijn

leven zou hoeven te bedelen? Nee! Het liefst van alles wenste

Bartimeüs dat hij kon zien. Hij wilde dat de duisternis werd

weggenomen.

"Heere, dat ik ziende mag worden," zei hij.

Plaat 5-5

Als Jezus jou vandaag eens vroeg wat je graag zou willen, welk

antwoord zou jij dan geven? Is het jouw grootste wens dat je

zonden je vergeven worden? Wil je graag een leven hebben dat

totaal veranderd is - een leven dat niet langer door de zonde wordt

geregeerd? Als je Jezus Christus vraagt, om jou je zonden te

vergeven en je leven te veranderen, zul je niet teleurgesteld

worden. Kijk maar naar Bartimeüs, hij werd ook niet teleurgesteld.

De Heere Jezus zei tegen hem: "Word ziende, Uw geloof heeft u

behouden."

Flanelplaten: Verwissel figuur

2C-27, zittende Bartimeüs,

met 2C-29 staande Bartimeüs,

voeg verder toe 2C-7, de

Heere Jezus en 2C-2, de

menigte.

70

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Plaat 5-6 Flanelvoorbeeld 5-6

CLIMAX

Plotseling werden zijn ogen net zo als bij andere mensen. Hij kon

zien! Hij kon de Heere Jezus zien, de menigte, de lucht, alles - hij

kon zien! Het was schitterend - dit was de mooiste dag van zijn

leven!

EINDE

Als jij de Heere Jezus vandaag nog vraagt om je zonden weg te

nemen dan zal dat zeker de schitterendste dag van jouw leven

worden. Hij belooft dat diegenen die Hem vragen om hun zonden

weg te nemen, "beslist niet in de duisternis wandelen"; je zult nooit

meer onder de heerschappij van de zonde leven. Je zult het zeker

weten dat je zonden zijn weggenomen en dat je, wanneer je gaat

sterven, klaar bent voor de hemel. In de Bijbel staat: "Ieder die de

Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden."(Romeinen

10:13) Bartimeüs riep de Heere Jezus en werd verlost van zijn

blindheid. Roep de Heere Jezus aan en je zult van je zonden verlost

worden.

Wil jij de Heere Jezus aanroepen om jou vandaag nog te redden?

Stel het niet uit. Laat anderen je er niet vanaf houden. Niets in de

hele wereld is belangrijker dan dit.

Je mag tegen Hem zeggen: "Lieve Heere Jezus, in mijn leven is er

de duisternis van de zonde. Neemt U die alstublieft weg."

Hij zal het doen; je zult nooit meer dezelfde zijn. Bartimeüs was

nooit meer dezelfde. Zijn leven was zo heel anders geworden. Hij

hoefde niet langer te bedelen; voortaan was hij een volgeling van de

Heere Jezus. Ook jouw leven zal heel anders worden, wanneer de

Heere Jezus de duisternis van je weg neemt. Je zult niet meer

kunnen genieten van zondige dingen. Je zult anders willen zijn dan

mensen die in zonde leven. Je zult God blij willen maken met je

leven. Je leven zal veranderen. Jezus Christus zal bij je zijn tot in

eeuwigheid. Wil je niet nu, op dit moment, tot Hem komen? Je mag

het ook vanavond doen als je alleen bent. Vraag Hem of Hij de

duisternis wegneemt.

En bedenk: " Ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal

zalig worden."

Flanelplaten: Verwissel figuur

2C-29 met 2C-30, de ziende

Bartimeüs.

Wijs naar de CW.

Vraag de kinderen of ze nu de

woorden van de zin begrijpen

en leg de zin uit.

71

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Herhalingsspel vragen

1. Hoe heette de man die door de Heere Jezus werd genezen

van zijn blindheid? (Bartimeüs)

2. Hoe kan het donker zijn in je leven, terwijl je wel met je

ogen kunt zien? (Je leeft dan in de duisternis van de zonde.)

3. Wat deed Bartimeüs om aan geld te komen, zodat hij eten

kon kopen? (Hij bedelde)

4. Waarom kan alleen de Heere Jezus Christus onze zonde

wegnemen? (Hij, de Zoon van God, stierf aan het kruis voor

onze zonden en stond weer op uit de doden)

5. Waarom liepen er op een bepaalde dag zoveel mensen over

de weg van Jericho naar Jeruzalem? (Het was vlak voor

Pasen; de Heere Jezus was er.)

6. Wat deed Bartimeüs toen hij hoorde dat de Heere Jezus

voorbij trok? (Hij riep: "Jezus, Zoon van David, heb

medelijden met mij.")

7. Hoe reageerden de mensen daarop? (Ze zeiden dat hij stil

moest zijn)

8. Wat deed de Heere Jezus toen Hij Bartimeüs hoorde? (Hij

zei dat Bartimeüs naar Hem toe moest komen)

9. Wat zei Bartimeüs toen de Heere Jezus aan hem vroeg:

"Wat wilt u dat Ik voor u zal doen?" ("Heere, ik wil zo graag

zien.")

10. Wat is het belangrijkste wat je de Heere Jezus kan vragen?

(Dat je zonden door de Heere Jezus worden vergeven)

Herhalingsspel

Blinde stemming.

Verdeel de groep in twee

teams. Stel de teams om de

beurt een vraag. Dat gaat als

volgt. Roep één kind naar voren

en vraag hem of haar de vraag

te beantwoorden. Als het kind

het antwoord gegeven heeft,

sluiten alle kinderen hun ogen

en doen hun duim omhoog als

het antwoord juist is, en naar

beneden als het antwoord fout

is. Tel de kinderen van elk team

dat de juiste beoordeling heeft

gegeven. Het team met de

meeste juiste keuzes is

winnaar. Ga door tot alle vragen

zijn beantwoord.

Vraag 4 en 10 zijn moeilijke

vragen, en de kans dat een kind

een verkeerd antwoord geeft is

groot. Naar aanleiding van deze

vragen zou u zichzelf

beschikbaar kunnen stellen

voor kinderen die persoonlijk

met u willen spreken. U kunt

bijvoorbeeld zeggen: als jij niet

begrijpt hoe de Heere Jezus

jou kan bevrijden uit de

duisternis van de zonde en je

wil daar graag met mij over

praten, dan mag je zo meteen

(wijs een tijd aan) daar (wijs

een plaats aan) naar toe gaan,

en dan kom ik naar jou toe om

jou vanuit de Bijbel daar meer

over uit te leggen.

72

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Groepsactiviteit

Goede dingen

Laat de kinderen twee aan twee aan elkaar vertellen welke goede

dingen de Heere voor hen gedaan heeft. Als iedereen klaar lijkt te

zijn, brengt u de kinderen weer bij elkaar in de kring. Nu moet van

ieder tweetal de kinderen vertellen wat de Heere heeft gedaan in

het leven van het andere kind. Als alle kinderen een beurt hebben

gehad, bidt u met elkaar en dankt u God voor al het goede dat Hij

gedaan heeft.

Verwerking

Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart

werkboek.

73

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Les 6 Er zijn geen grenzen aan

Jezus macht

Lesoverzicht

Bijbelgedeelte: Marcus 5:21-43;

Lucas 8:40-56

Bijbeltekst om aan te leren: “Jezus Christus is de Heere,

tot heerlijkheid van God de

Vader!” – Filippenzen 2:11.

Centrale Waarheid: De Heere Jezus heeft

belangstelling voor ieder mens.

Toepassing gelovig kind: Hij houdt van jou en stierf

voor jou; Zijn liefde en zorg

voor jou zullen nooit ophouden.

Vertel Hem daarom gerust

over al je problemen.

Toepassing niet-gelovig kind: Je kunt er zeker van zijn dat

Hij je zal redden, als je tot

Hem komt.

Visuele hulpmiddelen: Platen 6:1-6

Flanelfiguren 2C: 7, 21, 25, 28,

31-38

Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor

een pastoraal gesprek met de

kinderen tijdens één van de

programma onderdelen.

Verwerking: schuif/kleurplaat &

puzzel/kleurplaat

2125.06 a & b

74

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Lesschema

I. INLEIDING

Opschudding in de stad.

II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN

A. De zieke vrouw – zou de Heere Jezus om haar geven?

(Marcus 5:25, 26)

B. Het zieke meisje – zou de Heere Jezus om haar geven?

C. Jaïrus en de vrouw zoeken naar de Heere Jezus.

(5:22a, 27a)

D. Jaïrus ontmoet de Heere. (5:22, 23)

E. De zieke vrouw wordt genezen. (5:27-29)

F. De Heere Jezus spreekt met de vrouw. (5:30-34)

G. Het bericht van de dood van het meisje. (5:35)

H. "Uw dochter zal leven." (Lucas 8:50)

I. De Heere gaat de kamer van het meisje binnen.

(Marcus 5:40)

J. "Meisje, sta op." (5:41)

III. CLIMAX

Vreugde in dat huis. (5:42)

IV. EINDE

“Geef haar te eten.” (5:43)

75

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Visuele hulpmiddelen

Schrijf de CW: “De Heere Jezus heeft belangstelling voor ieder

mens” op een stevig stuk papier, en hang dit omgekeerd aan het

flanelbord of op een andere plaats.

Aanleren van de Bijbeltekst

Tekst om aan te leren: “Jezus Christus is de Heere, tot

heerlijkheid van God de Vader!" - Filippenzen 2:11

Inleiding

Marieke’s moeder had een Bijbelclub aan huis en Max kwam daar

ook. Op een dag kwam Max thuis en hij zei tegen zijn moeder:

“Mam, we hebben nou een gaaf versje geleerd.” En meteen zong hij:

“Hij is Heer, Hij is Heer, Hij is opgestaan, want Jezus Hij is Heer.”

(U kunt dit lied de kinderen aanleren en met ze zingen.)

“Geloof je echt dat Jezus Heer is?” vroeg zijn moeder.

“Ja,” zei Max: “want de Heere Jezus kan alles.”

Max had gelijk, de Heere Jezus is Heer. Het staat ook in de Bijbel.

Presentatie

Lees de tekst voor uit de Bijbel, en lees hem dan met elkaar op van

de aanleertekst.

Uitleg

“Jezus Christus is de Heere, tot heerlijkheid van God de Vader." -

Filippenzen 2:11

Waarom is de Heere Jezus de Heere? Hij heeft alles gemaakt, de

hemel, de aarde, de mensen en alles wat leeft. Hij is naar deze

aarde gekomen om te lijden en te sterven aan het kruis. Zo kon Hij

het weer in orde maken tussen God en de mensen. Voor ieder die

gelooft is er nu vergeving van zonden mogelijk en een eeuwig leven.

De Heere Jezus heeft de dood overwonnen; op de 3e dag is Hij

opgestaan uit het graf en na 40 dagen is Hij opgevaren naar Zijn

Vader in de hemel. Daar zit Hij nu op de troon. God de Vader heeft

Hem tot Heere over alles gemaakt, en God is daar heel blij mee.

Toepassing

Gelovig kind: De meeste mensen op aarde geloven niet dat Jezus

Heere is. Maar eens zal de Heere Jezus terugkomen naar de aarde

en dan zal iedereen, ook Zijn vijanden, moeten zeggen: Jezus is

Heere!

76

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Niet gelovig kind: de Heere Jezus wil ook de Heer van jouw leven

zijn. Dat wordt Hij, als jij je bekeert (spijt hebt van je zonden en

ze belijdt en je ervan af willen keren) omdat jij gelooft dat Hij ook

voor jouw zonden aan het kruis is gestorven.

Aanleren

Zeg de tekst een paar maal met elkaar op. U kunt het afwisselen

door kinderen een beurt te geven die iets roods aan hebben; iets

groens; sportschoenen enz.

Laat dan één kind naar voren komen en met de rug naar de club

gaan staan, zó dat hij/zij de aanleertekst niet ziet. Spreek met

elkaar een woord af dat u overslaat. Als u de tekst met elkaar

opgezegd heeft, moet het kind zeggen welk woord is overgeslagen.

U kunt dat een paar keer doen.

BIJBELLES

Inleiding

Flanelvoorbeeld 6-1

Er heerste grote opschudding in het stadje op de noordelijke oever

van het meer. Heel wat mensen hadden hun huis verlaten en

stonden nu op het strand.

Ze wachtten op Iemand, op een heel bijzonder Iemand. Het bericht

was als een lopend vuurtje rond gegaan: de Heere Jezus was bezig

het meer over te steken en kwam in de richting van hun stad. Het

bericht ging van mond tot mond: "Jezus is in aantocht." Steeds

meer mensen liepen naar het strand.

Ontwikkeling van de gebeurtenissen

Ook een magere zieke vrouw hoorde het bericht en langzaam,

voetje voor voetje, kwam ze uit haar huis. Ze was ook zo zwak. Het

lopen viel haar moeilijk. Twaalf jaar lang was ze nu al ziek. De ene

dokter na de andere had ze bezocht. Ze had er heel wat geld aan

uitgegeven, maar ze was nog steeds ziek. Langzaam, met grote

moeite, strompelde ze in de richting van het meer - alleen. Niemand

scheen zich iets van haar aan te trekken. Iedereen rende langs

haar heen. De mensen probeerden zich een weg te banen door de

nauwe straatjes, om maar goed plaatsje te krijgen, waar ze de

Heere Jezus konden horen en zien.

"Zal de Heere Jezus Zich iets van mij aantrekken?" heeft ze

misschien gedacht.

Flanelplaten: Plaats de figuren

2C-21 en 28, wachtende

menigte.

Om bij jonge kinderen duidelijk

te maken wat een grote

menigte is, kunt u zeggen: het

was net zo vol als op de markt,

of een andere plaats die

kinderen kennen.

77

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Op dezelfde tijd in een ander huis in dit stadje Kapernaüm, waren

er een vader en een moeder die zich grote zorgen maken.

Hun enig kind, een meisje van 12 jaar, is erg ziek. Zo ziek, dat ze op

sterven ligt. Geen wonder dat ze zo bezorgd zijn.

Dan horen ook zij het bericht: "Jezus is in aantocht."

En waarschijnlijk vragen zij zich ook af: "Zal Jezus het Zich

aantrekken dat ons meisje zo ziek is?"

Denken jullie dat Jezus Zich hun problemen aan zou trekken? Ja,

natuurlijk zou Hij dat doen. De Heere Jezus houdt immers van de

mensen. Hij liet toch Zijn liefde zien aan de vrouw bij de bron in

Samaria? Hij luisterde toch naar Bartimeüs, toen andere mensen

zeiden dat hij zijn mond moest houden?

De Heere Jezus heeft de hemel verlaten om in deze wereld te

leven en te sterven aan het kruis, omdat Hij de mensen liefheeft.

Daar in Kapernaüm waren mensen die Hem nodig hadden, mensen

zoals de zieke vrouw en het zieke meisje.

Toen de vader van het zieke meisje hoorde dat Jezus eraan kwam,

rende hij het huis uit.

Ongeveer rond die tijd zette de Heere Jezus voet aan land, en

begaf Zich onder de wachtende mensen.

Plaat 6-1 Flanelvoorbeeld 6-3

Jaïrus, zo heette die vader, wilde zo vlug mogelijk naar de Heere

Jezus toe. Maar hoe kwam hij ooit door die mensenmassa heen! Er

waren zoveel mensen gekomen, die allemaal dichtbij de Heere

Jezus wilden zijn. Zou hij de Heere Jezus op tijd kunnen bereiken?

Zou Jezus Zich iets van zijn moeilijkheden aantrekken?

Tussen al die mensen bevond zich ook de magere zieke vrouw. Ze

was niet sterk genoeg om zich door de menigte heen te dringen.

Zou het mogelijk zijn, dat Jezus de hele stad door zou gaan,

zonder dat Hij iets te weten kwam van haar moeite? Zou Hij Zich

iets van haar aantrekken?

Natuurlijk wel.

Jezus, de Zoon van God, houdt van de mensen.

Hij houdt niet alleen van een heleboel mensen bij elkaar, maar Hij

houdt ook van ieder mens apart. En als jij weet, dat de Heere

Jezus voor jou aan het kruis gestorven is en jou je zonden heeft

vergeven, dan houdt Hij op een heel bijzondere manier van je. Je

bent dan een kind van God en in Zijn familie opgenomen. Hij is

geïnteresseerd in alle dingen van je leven. Misschien vinden andere

mensen jouw problemen helemaal niet belangrijk, maar de Heere

Jezus heeft belangstelling voor ieder probleem dat je hebt.

Flanelplaten: Plaats in een

apart hoekje de figuren 2C-36,

37, Jaïrus en zijn vrouw en het

zieke meisje.

Keer de CW om zodat de zin:

“De Heere Jezus heeft

belangstelling voor ieder mens”

voor de kinderen zichtbaar

wordt.

Flanelplaten: Haal de figuren

2C-36, 37 weg.

Flanelplaten: figuren 2C 21, 28,

31 de menigte, 2C-7 de Heere

Jezus.

Wijs naar de CW.

78

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Met welke problemen heb jij in je leven te maken?

Heb je op school moeilijkheden met je vrienden?

Ben je vaak ziek?

Word je gepest?

Welk probleem heb jij?

Welk probleem je ook hebt, de Heere Jezus vindt het fijn als je

met Hem over je problemen praat. Hij zal je helpen, bijvoorbeeld

door je te laten weten wat je moet doen. In de Bijbel staat: "Werp

al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u." (1 Petrus. 5:7)

Als jij in de Heere Jezus gelooft, hoef jij je geen zorgen te maken

over de problemen die je hebt. De vader van het kleine meisje had

ook een probleem; maar hij geloofde dat Jezus kon helpen.

Met een bang en onrustig hart baande hij zich een weg door de

menigte. De mensen keken om, om te zien wie er zo duwde. Ze

zullen zich wel verbaasd hebben toen ze zagen wie het was. Ja, ze

kenden hem wel: het was Jaïrus. Hij was één van de oversten in hun

synagoge - je zou hem kunnen vergelijken met de dominee van een

kerk. De meeste voorgangers in de synagoge hadden geen tijd voor

de Heere Jezus. Ze geloofden niet dat Hij de Zoon van God was.

Maar Jaïrus wilde Hem graag ontmoeten. Misschien deden enkele

mensen wel een paar stappen opzij om hem door te laten. Toen

Jaïrus dichtbij de Heere Jezus was gekomen, boog hij zich diep

voor Hem neer.

Plaat 6-2 Flanelvoorbeeld 6-4

"Mijn dochter kan elk ogenblik sterven," zei hij. "Komt U

alstublieft mee en leg haar de handen op, dan zal ze beter worden

en hoeft ze niet te sterven." Jaïrus smeekte de Heere Jezus

dringend om hulp. De Heere treuzelde niet. Hij ging onmiddellijk

met Jaïrus op weg naar zijn huis.

Plaat 6-3 Flanelvoorbeeld 6-5

Maar, iedereen ging mee. De mensen duwden en drongen aan alle

kanten. En tussen al die mensen bevond zich de arme, zieke vrouw.

Ze dacht de hele tijd: "Hoe kan ik ooit bij Hem in de buurt komen?

Als ik maar dicht genoeg bij Hem kan komen om Zijn mantel aan te

raken.” Zij geloofde, dat dat genoeg was om genezen te worden.

Ze merkte dat de menigte zich langzaam in een andere richting

bewoog, bij de oever van het meer vandaan. Het ging nu in de

richting van de stad. Ze liet zich door de mensenmassa meevoeren.

Ineens stond de Heere vlakbij haar. Maar heel eventjes had ze de

kans. Pijlsnel stak ze haar hand uit en raakte de kwast van Zijn

kleed aan. En weet je wat er gebeurde? Op hetzelfde moment was

ze genezen! Ze merkte dat haar ziekte was verdwenen. Ze kon wel

zingen/dansen van blijdschap. Haar hart was vol vreugde. Na

Flanelplaten: Voeg figuur 2C-

32, Jaïrus toe.

Flanelplaten: Verwissel figuur

2C-32 met figuur 2C-33, de

knielende Jaïrus.

Flanelplaten: Haal de figuren

2C-7 en 33 weg, en zet daar

voor in de plaats, de figuren

2C-32, 34

79

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

twaalf jaren van ziekte was ze helemaal gezond! Ze wilde

ongemerkt/stilletjes weer naar huis gaan. Maar wat was dat?

Plotseling stond de Heere Jezus stil en keek om Zich heen. "Wie

heeft Mijn kleren aangeraakt?" vroeg Hij.

"Wat een vreemde vraag," dachten de discipelen.

Misschien vond Jaïrus dat ook wel. Hij maakte zich zorgen over zijn

dochter: "Laat Jezus nu toch opschieten."

Maar de Heere Jezus bleef wachten.

De discipelen zeiden: "Meester, de menigten duwen en dringen

tegen U op - en U vraagt: 'Wie heeft Mijn kleren aangeraakt?'

Overal zijn er mensen. Er zijn wel honderd mensen, die U

aangeraakt hebben."

Maar de Heere Jezus legde uit, dat Hij op een andere manier

aangeraakt was - niet per ongeluk.

Hij zei: "Ik voelde kracht van Mij uitgaan. Ik weet dat iemand Mij

heeft aangeraakt en daardoor hulp heeft ontvangen."

Wat denken jullie, zou de Heere Jezus weten wie Hem had

aangeraakt? Ja, zeker! Hoe wist Hij dat? (Geef de kinderen

gelegenheid om te antwoorden.) Goed geantwoord. Hij is God en Hij

kent alles en iedereen, zelfs toen Hij de vraag stelde: "Wie heeft

Mijn kleren aangeraakt?" wist Hij het antwoord al. Zijn blik was op

de vrouw gericht. Waarom stelde Hij dan toch die vraag? (U kunt

de kinderen de gelegenheid geven om met verschillende redenen te

komen)

Misschien wilde Hij dat de vrouw openlijk zou laten zien dat ze in

Hem geloofde. Hij wilde waarschijnlijk ook, dat al die mensen

zouden zien dat Hij geïnteresseerd was in de nood van één enkele

zieke vrouw. Ze was genezen en Jezus wilde dat de mensen dat te

weten kwam.

De vrouw kon zich niet langer stilhouden. Ze begreep dat ze zich

voor Jezus niet kon verbergen. Zenuwachtig kwam ze naar voren en

knielde neer aan Zijn voeten.

Plaat 6-4 Flanelvoorbeeld 6-7

"Ik ben het die U heeft aangeraakt," zei ze. En toen vertelde ze

haar verhaal, en alle mensen uit Kapernaüm konden het horen.

De Heere Jezus zei tegen haar: "Dochter, uw geloof heeft u

behouden; Ga heen in vrede en wees genezen van uw aandoening."

Ze had geloofd dat Jezus haar kon genezen en dat was precies wat

Hij had gedaan. Jezus had belangstelling voor haar en Hij heeft

ook belangstelling voor jou.

Wijs naar de CW

Flanelplaten: Plaats 2C-35, de

knielende vrouw, erbij.

Wijs naar de CW

80

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Hij vindt het heel erg dat er zoveel mensen niet in Hem willen

geloven. Misschien hoor jij daar ook wel bij?

De Heere Jezus kent jou. Hij weet hoe je bent. Ook dat je weleens

jaloers bent of dat je niet graag wilt dat andere kinderen met jouw

speelgoed spelen. Misschien heb je wel een heel erge hekel aan

iemand. Dat komt, omdat je geboren bent met een zondig hart. Alle

mensen worden geboren als zondaar en niemand doet wat God wil.

Toch heeft Hij zondaren lief - Hij heeft jou lief. Hij stierf om de

straf voor jouw zonden te dragen. Hij wil dat je je afkeert van je

zonden en naar Hem toe gaat en Hem vraagt om jou van de straf

voor jouw zonden te redden. Misschien durf je niet naar Hem toe

gaan; misschien denk je: "Zal Hij mij wel aannemen als ik dat doe?

Ben ik wel belangrijk genoeg, of ben ik soms te slecht?" In de

Bijbel zegt Hij: " Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast

bent, en Ik zal u rust geven. " (Mattheüs 11:28)

Hij zal jou niet afwijzen als je Hem vraagt of Hij je wil vergeven en

redden. Als je tot Hem komt, zul je merken dat Hij je op deze

bijzondere manier lief heeft; je mag de bijzondere liefde die Hij

voor Zijn eigen kinderen heeft, leren kennen. Je mag vandaag nog

tot Hem gaan. Het grootste wonder dat je kan overkomen is dat de

Heere Jezus jou verlost van jouw zonden.

De vrouw was heel blij dat zij genezen was. Maar al die tijd kon

Jaïrus alleen maar blijven staan wachten. Natuurlijk vroeg hij zich

af hoe het met zijn dochter ging. Wat zal hij gewenst hebben, dat

Jezus nu eens zou opschieten. Plotseling drong zich, terwijl Jezus

nog aan het spreken was, iemand door de menigte heen naar voren.

Plaat 6-5 Flanelvoorbeeld 6-9

Iemand uit Jaïrus' huis...

Het leek of Jaïrus' hart stilstond.

Het was een verdrietige boodschap die hij kreeg. "Uw dochter is

gestorven. U hoeft de Meester niet langer lastig te vallen."

Arme Jaïrus! Wat een verdriet!

Wat was hij teleurgesteld, toen hij zich langzaam omdraaide om

naar huis te gaan. "Nu is het te laat," dacht hij. "Als Jezus niet

had stilgehouden bij die vrouw, waren we misschien op tijd

geweest."

Toen zei de Heere Jezus tegen Jaïrus: "Wees niet bevreesd,

geloof alleen."

De Heere Jezus hield van Jaïrus en ook van zijn dochtertje dat nu

gestorven was. Jezus was niet vergeten wat er met het meisje aan

de hand was toen Hij stil hield bij de vrouw. De Heere Jezus

vergeet nooit iets.

U kunt deze voorbeelden ook

vervangen door andere als die

relevanter zijn voor uw groep.

Flanelplaten: Voeg 2C-25, de

bedienden, toe.

81

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Wij doen dat wel. Soms beloof jij je kamer op te ruimen, en dan

vergeet je het. Misschien had jouw moeder jou iets beloofd, en is

ze het vergeten. Zelfs als we heel veel van iemand houden, kunnen

we nog van alles vergeten. Maar als jij bij de Heere Jezus hoort,

vergeet Hij jou nooit. Elke minuut van de dag en elke minuut van de

nacht stelt Hij belang in jou. Hij is altijd bij je. Hij vergeet nooit

een probleem van jou. Hij vergeet ook niet waar jij om gebeden

hebt, ook al heeft Hij daar niet meteen antwoord op gegeven.

Hij doet altijd wat voor jou het allerbeste is, omdat Hij van je

houdt.

Hij deed wat voor Jaïrus het beste was, ook al was het moeilijk

voor Jaïrus om geduldig te zijn. Had Jaïrus echt vertrouwen in de

Heere Jezus?

"Vertrouw op Mij en ze zal gezond worden," had de Heere Jezus

gezegd. Jaïrus draaide zich om en ging voor de Heere Jezus uit in

de richting van zijn huis. De Heere Jezus volgde hem, maar ook de

menigte. Iedereen wilde graag zien wat er ging gebeuren.

Toen ze bij het huis aankwamen, was het vol mensen. Wat maakten

ze een lawaai met elkaar! Er klonk gehuil en gejammer; mensen

schreeuwden luid.

“Weent niet”, zei Jezus, “zij is niet gestorven, maar ze slaapt.”

Iedereen wist dat het meisje gestorven was. Hoe kon de Heere

Jezus dan zeggen: "Ze is niet gestorven, ze slaapt alleen maar?"

Ze lachten de Heere Jezus in Zijn gezicht uit.

Wat bedoelde de Heere Jezus?

Hij bedoelde dat Hij haar uit de dood kon opwekken alsof ze alleen

maar in slaap was gevallen. Maar dat konden de mensen niet

geloven. De Heere Jezus stuurde ze allemaal het huis uit, behalve

Jaïrus en zijn vrouw en drie van Zijn discipelen: Petrus, Jakobus en

Johannes. Deze vijf gingen met Jezus de stille kamer binnen, waar

het jonge meisje op bed lag.

Flanelvoorbeeld 6-10

Haar wangen waren niet langer roodgloeiend van de hoge koorts. Ze

lag daar wit, stil en koud. De Heere Jezus keek naar haar. Hij hield

van haar.

Is het niet prachtig dat de Bijbel ons vertelt dat de Heere Jezus

van kinderen houdt? Kinderen gaan Hem aan het hart. Soms krijgen

kinderen wel eens het gevoel dat grote mensen ze niet eens zien.

Soms doen volwassenen alsof de kinderen niet belangrijk zijn. Maar

de Heere Jezus vindt kinderen heel belangrijk. Hij heeft zelfs een

keer de kinderen speciaal bij Zich geroepen om ze te zegenen.

Zelfs de twaalf discipelen vonden dat kinderen onbelangrijk waren.

Jezus herinnerde hen er toen op strenge toon aan dat Hij

Leg platenboek opzij. - Maak

het bord leeg

In het Oosten was het de

gewoonte dat mensen luidkeels

hun verdriet uiten. Er werden

zelfs voor die gelegenheid

klaagvrouwen ingehuurd.

Flanelplaten: Plaats 2C-31, 34,

36, 37

82

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

van kinderen houdt. Hij zei: "Laat de kinderen bij Mij komen."

(Marcus 10:14)

Misschien ben je nog niet zo groot. Toch wil de Heere Jezus jou je

zonden vergeven. Hij wil dat je tot Hem gaat en Hem vraagt of Hij

je zonden wil vergeven. Als je dat doet, zul je weten dat Hij je voor

eeuwig liefheeft.

Als je niet begrijpt hoe de Heere Jezus jou je zonden kan

vergeven, mag je na de club op deze voorste rij gaan zitten en zal ik

het je uitleggen. Ook jij bent heel belangrijk voor de Heere Jezus.

Net zo als het dochtertje van Jaïrus.

Liefdevol strekte de Heere Jezus Zijn hand naar haar uit en greep

de witte, koude, levenloze hand van het meisje vast.

"Meisje, sta op," zei Hij.

Jaïrus, zijn vrouw en de drie discipelen keken gespannen toe.

CLIMAX

Plaat 6-6 Flanelvoorbeeld 6-11

De ogen van het meisje gingen open en knipperden! Ze keek om zich

heen, alsof ze net uit haar slaap wakker was geworden. Ze ging

rechtop in haar bed zitten! Ze zette haar voeten neer op de vloer

en stond op! Ze liep - ... het zal wel rennen geweest zijn - naar haar

moeder en vader toe.

EINDE

Nog nooit waren Jaïrus en zijn vrouw zo verbaasd, ontroerd en

gelukkig geweest.

"Geef haar iets te eten," zei de Heere Jezus. Ja, zelfs daar dacht

Hij aan. Het meisje was erg ziek geweest en verzwakt. Maar nu was

ze weer helemaal gezond en moest ze weer eten.

Wat een geweldig wonder had de Heere Jezus gedaan. Wat een

blijdschap had Hij in dit gezin gebracht. Jaïrus en zijn vrouw

konden het haast niet geloven. Hun dochtertje was dood geweest

en leefde weer. Wat fijn dat Jaïrus met zijn probleem naar de

Heere Jezus was gegaan.

Als je in de Heere Jezus gelooft, vergeet dan nooit, hoeveel de

Heere Jezus van je houdt en hoe groot Zijn zorg voor je is. Nooit

zal Zijn zorg voor jou ophouden. Probeer in de komende week eens

een paar dingen op te schrijven waaruit blijkt dat God voor jou

zorgt. Laat me dan volgende week aan het begin van het clubuur

zien wat je opgeschreven hebt. Misschien kunnen één of twee van

jullie vertellen hoe ze gemerkt hebben hoe God voor hen gezorgd

heeft.

Flanelplaten: Verwissel 2C-37

met 2C-38

Tip: Vraag de kinderen de

volgende keer hierna.

83

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Is de Heere Jezus nog niet jouw Verlosser? Wil je dan niet

vandaag nog tot Hem komen? Zijn liefde voor jou is zo groot, dat

Hij stierf om de straf op Zich te nemen die jij verdiende. Als je nu,

op dit ogenblik of vanavond op je kamer, tot Hem bidt en Hem

vraagt of Hij je Heere en Redder wil zijn, dan zal Hij je redden en

je tot in alle eeuwigheid liefhebben. Elke dag opnieuw zul je dan

Zijn zorg voor jou ervaren.

Herhalingsspel vragen

1. Hoe heette de overste van de synagoge die een zieke

dochter had? (Jaïrus)

2. Wat deed de Heere Jezus toen Jaïrus Hem vroeg om met

hem mee te komen en zijn dochter te genezen? (De Heere

Jezus ging onmiddellijk met hem mee)

3. Wat gebeurde er toen ze onderweg waren naar het huis van

Jaïrus? (Een vrouw raakte de kwast van het kleed van de

Heere aan en werd genezen.)

4. Hoe weten wij dat de Heere Jezus gemerkt had wat er

gebeurd was?(Hij zei: "Wie heeft Mijn kleren aangeraakt?")

5. Welk slecht nieuws kreeg Jaïrus te horen terwijl hij nog

met de Heere Jezus onderweg was? ("Uw dochter is

gestorven.")

6. Wie nam de Heere Jezus met Zich mee naar het bed van

het gestorven meisje? (Jaïrus en zijn vrouw, Petrus,

Jakobus en Johannes)

7. Welk wonder gebeurde in het huis van Jaïrus? (De Heere

Jezus wekte Jaïrus' dochter op uit de dood)

8. Op wat voor bijzondere manier liet de Heere Jezus Zijn

liefde voor ons zien? (Hij stierf aan het kruis voor onze

zonde)

9. Wat is het grootste wonder dat jou kan overkomen? (Het

wonder dat de Heere Jezus mij verlost van mijn zonden)

10. Hoe oud was het dochtertje van Jaïrus? (Twaalf jaar oud)

Herhalingsspel

Gebruik dit keer het spel dat

de kinderen het leukste vonden

de afgelopen keren.

84

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Groepsactiviteit

Niets is te moeilijk

Verdeel de kinderen in twee teams en geef elk team een stuk

papier en potlood. Laat ze twee minuten lang (of iets langer)

wonderen opschrijven, die God gedaan heeft, zoals de schepping, de

splitsing van de Rode Zee; Jezus wandelend op het water) Laat als

de tijd om is, elk team oplezen, wat zij opgeschreven hebben. Het

team met de langste lijst verdient een prijsje. Als de tijd het

toelaat kunt u een paar kinderen getuigenissen laten geven over wat

God in hun leven heeft gedaan. Sluit af door de kinderen er op te

wijzen dat er geen grenzen zijn aan Jezus’ macht.

Verwerking

Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart

werkboek.

85

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Overzicht flanelfiguren

86

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

87

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Tekstkaartjes

U kunt deze kaartjes voor eigen gebruik kopiëren

88

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g Tekstballonnen les 2

Vergroot deze tekstballonnen en kopieer het op stevig papier.

Hoe?

Heilige

Geest

God

verhoogd

opnieuw

geboren

89

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Tekstplaatsen les 4

Jesaja 41:10

Hebreeën 13:6

Mattheüs 7:7

Filippenzen 4:6-7

Romeinen 8:38-39

Filippenzen 4:19

Romeinen 8:28

90

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Aanleerteksten les 1

91

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Les 2

92

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

93

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Les 3

94

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

95

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

les 4

96

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

Les 5

97

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

98

© S

tich

ting

Int

ern

ation

aal Kinder-

Eva

ngelisa

tie G

eno

otsc

hap

H

an

dle

idin

g

99

Het le

ven

van

Ch

ristu

s - deel 2

Stich

ting Interna

tionaal K

inder-

Eva

ngelisatie G

enootsch

ap

Les 6