© Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap
2e Wormenseweg 84, 7331 VH Apeldoorn
Het leven van Christus, deel 2 Zes Bijbellessen om kinderen te vertellen over de
Heere Jezus, hun persoonlijke Verlosser
Oorspronkelijke titel: Life of Christ – vol. 2
Geschreven door: Lynda Pongracz
Illustraties: Cedric Hohnstadt
Verwerkt en aangepast voor Nederland: IKEG Literatuur Team
Er zijn 4 lesseries met in totaal 24 lessen over het leven van Christus:
"Het leven van Christus”, deel 1 t/m 4
Deze handleiding, met bijbehorende platen, mag niet tegen vergoeding uitgeleend worden zonder schriftelijke toestemming van het IKEG. Met toestemming vertaald en uitgegeven in het Nederlands door Stichting Kinder-Evangelisatie Genootschap (IKEG)
(de Nederlandse tak van Child Evangelism Fellowship).
2e Wormenseweg 84, 7331 VH Apeldoorn, telefoon (055) 542 37 31 Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding mag alleen gebruikt worden voor persoonlijke, non-profit en niet-commerciële doeleinden.
Bezoek www.teachkids.eu/nl voor de volledige voorwaarden van deze toestemming
Copyright © 1999-2000 by Child Evangelism Fellowship® Inc. All right reserved. This book or parts thereof, may not be reproduced in any form by branches of CEF or others, without written permission of the publisher. Published by Child Evangelism Fellowship Press. Warrenton, Missouri 63383 U.S.A
ATTENTIE!
De platen bij deze serie kunnen bij de meeste IKEG adressen en/of webshops gekocht worden. Kijk voor een overzicht van
de IKEG-adressen en webshops in Europa op www.teachkids.eu/nl en klik op “Adressen”.
2
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g Inhoud
Wie bereikt de kinderen met het evangelie? .............................................................................................. 3
De relatie tussen het IKEG en de plaatselijke gemeenten/kerken ..................................................... 4
Voorbereidingen voor de Bijbellessen ........................................................................................................... 5
Hoe leg je het evangelie aan een kind uit? ................................................................................................. 13
Hoe leer je een gelovig kind de Heere Jezus te volgen?....................................................................... 14
Les 1 De bruiloft te Kana ................................................................................................................................. 15
Les 2 Opnieuw geboren worden .................................................................................................................... 27
Les 3 De Samaritaanse vrouw ....................................................................................................................... 39
Les 4 De genezing van de zoon van de hoveling ........................................................................................ 51
Les 5 De blinde Bartimeüs .............................................................................................................................. 61
Les 6 Er zijn geen grenzen aan Jezus macht ........................................................................................... 73
Overzicht flanelfiguren .................................................................................................................................. 85
Tekstkaartjes .................................................................................................................................................... 87
Tekstballonnen les 2 ........................................................................................................................................ 88
Tekstplaatsen les 4 .......................................................................................................................................... 89
3
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Wie bereikt de kinderen met het evangelie?
Kinderen hebben de Heere Jezus nodig. Ze hebben het nodig om over Hem te horen en te leren,
maar nog belangrijker is dat zij in Hem gaan geloven als hun Verlosser. Zelfs jonge kinderen
kunnen begrijpen dat zij een Verlosser nodig hebben. Maar wie vertelt hen, Wie deze Verlosser
is? Bent u dat? Veel Christenen willen de verlorenen in hun buurt, hun woonplaats, en zelfs de
niet-gelovigen in hun kerken bereiken - maar ze weten niet hoe.
Bijgaande lessen kunnen u hierbij helpen. In deze serie wordt duidelijk uitgelegd dat de Heere
Jezus Christus de enige Verlosser is. Deze serie bevat zes lessen en is ontworpen voor
Bijbelclubs, maar kan ook gebruikt worden in de zondagsschool, catechisatie of bij andere
gelegenheden. Deze lessen lijken complex door de hoeveelheid informatie die er in staat, maar
zijn eenvoudig in gebruik.
Waarom Kinder Bijbelclubs? Een Kinder Bijbelclub is een geweldige manier om het evangelie aan buitenkerkelijke kinderen te
verkondigen. Dit evangelie moet duidelijk aan de kinderen uitgelegd worden, zodat zij tot geloof
kunnen komen.
Het doel van een Bijbelclub:
Een Bijbelclub heeft een drieledig doel:
1) het verkondigen van het evangelie aan niet gelovige kinderen (evangelisatiewerk)
2) de kinderen die tot geloof gekomen zijn, bekend maken met de (grond)principes van het
geloof en geestelijke voeding te geven om te kunnen groeien in geloof.
3) kinderen onder te brengen in Bijbelgetrouwe kerken (versterking van de plaatselijke
gemeenten.) Vrucht van een Bijbelclub:
1) De clubs (Goed Nieuws Club® of gemeenteclubs) zijn ook een geweldige manier om de
omgeving te beïnvloeden. De Kinder Bijbelclub is een uitstekende manier om het
gemeenschapsgevoel in een buurt te bevorderen, doordat het de kinderen met elkaar
verbindt en de gezinnen waaruit ze komen. Zo kan het huis van een leid(st)er voor hen
een veilige haven zijn, waar kinderen met hun moeilijkheden kunnen komen. En als een
kind leert van een positieve liefdevolle volwassene, zal het de Bijbelse normen in zijn of
haar omgeving introduceren. Ouders staan vaak heel open voor de club als ze de
verandering zien in het leven van hun kinderen.
2) Het is ook een goede manier om gemeenten te versterken. Clubkinderen die in de Heere
Jezus gaan geloven, worden aangemoedigd een Bijbelgetrouwe plaatselijke gemeente te
bezoeken. Dit is voor de kerk een geweldige gelegenheid om hele gezinnen te bereiken.
3) Tevens is het een uitstekende manier om betrokken te raken met evangelisatie.
Gemeenteleden die clubs houden, groeien in hun eigen geloof, en kunnen anderen ertoe
aanzetten ook een GNC® te starten en zo de verlorenen te zoeken. Een Bijbelclub brengt
het zendingsveld bij u op de stoep. Zo wordt het makkelijker om de kinderen bij u in de
buurt te bereiken.
4
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Waarom niet met een Goed Nieuws Club® beginnen?
Goed Nieuws Clubs® (GNC®) worden over de hele wereld gehouden en zijn gebaseerd op
de principes van het CEF (Child Evangelism Fellowship). De Nederlandse tak hiervan is het
IKEG (Internationaal KinderEvangelisatie Genootschap). Een Goed Nieuws Club® is een
geweldige manier om kinderen te bereiken, die nooit naar een kerk gaan of op een andere
manier het evangelie horen. GNC’s® worden, behalve in de zomermaanden, wekelijks,
tweewekelijks en soms maandelijks gehouden in particuliere huizen, klaslokalen,
buurthuizen enz. Kinderen luisteren naar een Bijbelles en zendingsverhaal, leren teksten
uit het hoofd, zingen liedjes en doen mee aan andere activiteiten en verwerkingen. Deze
clubs zijn erop gericht dat kinderen tot geloof in de Heere Jezus komen. Door de nazorg,
die ook bij de GNC® hoort, ontvangen deze kinderen een degelijke Bijbelse ondergrond,
die hen steunt in hun groei naar geestelijke volwassenheid.
De relatie tussen het IKEG en de plaatselijke gemeenten/kerken
Het IKEG wil graag de plaatselijke gemeenten dienen. Het is belangrijker voor ons om te vragen
hoe we de kerken kunnen helpen om meer kinderen te bereiken dan hoe de kerken ons kunnen
helpen. Uiteindelijk wil IKEG zich niet onmisbaar maken maar overbodig!
Dit dienen kan bestaan uit:
1. Nieuw leven inblazen:
Het IKEG staat er voor open kerkelijk werk te versterken, de kinderwerkers te
bemoedigen en om ze zo te helpen dat ze met nieuwe motivatie, visie en ideeën aan de slag
kunnen gaan.
2. Verbeteren:
Het IKEG geeft, indien daarom gevraagd wordt, advies en/of training om zo het
kinderwerk binnen de kerken en/of gemeenten te verbeteren.
3. Stimuleren om nieuw clubwerk op te zetten:
Het IKEG is bereid om kerken te helpen om nieuwe clubs op te zetten. Want ons hoofddoel
is om zoveel mogelijk kinderen bereiken met het evangelie.
(Wilt u meer informatie over hoe het IKEG uw gemeente kan helpen om kinderen te bereiken,
neem dan gerust contact met ons op.)
5
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Voorbereidingen voor de Bijbellessen
Stap 1 - Bestudeer het lesschema
Bij iedere les staat een lesschema, dat u kunt kopiëren. U kunt het gebruiken bij de
voorbereiding van uw Bijbelles, en daarna bij het bijbehorende Bijbelgedeelte in uw Bijbel
leggen. Iedere les bevat een lesoverzicht en een lesschema.
Een lesoverzicht bevat het volgende:
Bijbelgedeelte(n):
De belangrijkste gedeelten in de Bijbel waar de les op is gebaseerd.
Bijbeltekst om aan te leren:
Dit is de tekst, die in de club aangeleerd wordt, met de bedoeling dat de kinderen
hem uit het hoofd leren.
Doel van de les:
Het algemene doel - wat wilt u dat kinderen zullen weten en doen als resultaat
van het luisteren naar de Bijbelles?
Centrale waarheid:
De Centrale Waarheid (CW) is de hoofdgedachte van dit gedeelte. Het is de les die
u de kinderen mee wilt geven naar huis, die ze moeten onthouden. Deze waarheid
wordt in het clubuur uitgewerkt. Tijdens het geven van de Bijbelles wordt een
toepassing van de CW gegeven, zowel voor het leven van het gelovige kind als voor
het leven van het niet gelovige kind. Verder wordt de CW herhaald bij het zingen en
bij het aanleren van de Bijbeltekst. Om het geleerde nog sterker te benadrukken
worden kaarten gebruikt waarop de CW is geschreven. Deze kaarten kunt u op
eenvoudige manier zelf maken door de CW op een vel dik papier te schrijven.
Waar de CW in de les gebruikt wordt, wordt dit met een symbool weergegeven.
Daarnaast ziet u of de CW alleen vermeld wordt of dat de CW op het gelovige of
niet gelovige kind toegepast wordt. Ook wordt aangegeven op welk onderdeel van
het evangelie de CW van toepassing is.
Bijbelvertaling: Voor wat betreft namen van plaatsen en personen (en
Bijbelboeken) hebben we de Herziene Statenvertaling(HSV) aangehouden. Als de
kinderen thuis zelf een Bijbel hebben kunnen ze een andere vertaling hebben. U
kunt ze hier even op wijzen.
6
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Toepassing voor het gelovige en het niet-gelovige kind:
De toepassing is om het kind te helpen de Centrale Waarheid te begrijpen en toe te
passen in zijn/haar leven. Er zijn steeds twee soorten toepassingen: voor het
gelovige en voor het niet-gelovige kind. We moeten ervoor waken de kinderen te
laten denken dat ze vanzelf bij de Heere Jezus horen. Dat is misleidend. Het is
onze verantwoordelijkheid om een duidelijk verschil te maken tussen deze 2
groepen kinderen, terwijl het de taak van de Heilige Geest is om het kind te
overtuigen of hij/zij al dan niet gelooft.
Toepassing voor het niet-gelovige kind + uitnodiging.
Dit is voornamelijk een uitnodiging om zich te bekeren en in de Heere Jezus te
geloven als Verlosser. (Marcus 1:14-15)
Stel uzelf beschikbaar:
Omdat u graag persoonlijk contact met de kinderen wilt, is het goed om uzelf
beschikbaar te stellen. Dit houdt in dat u aanbiedt tijd te willen nemen voor een
pastoraal gesprek met een kind. Dit kan over elk onderwerp zijn, maar ook over wat
het inhoudt om je te bekeren en in de Heere Jezus te gaan geloven. Geef duidelijk
aan waar ze u kunnen vinden. U kunt bijvoorbeeld zeggen:
“Misschien heb je vragen over wat je nu hebt gehoord. Het kan zijn dat je je
afvraagt wat het betekent om in de Heere Jezus te geloven of je begrijpt iets niet
goed. Heb je zulke, of andere vragen waar je mee zit, dan mag je na de club bij mij
komen. Ik sta dan hier bij het flanelbord. (of andere geschikte plaats). Als je dan
bij me komt weet ik dat je met me wilt praten.” (Zorg dat u er dan ook staat, al
komen er geen kinderen op u af. Het is ook niet de tijd om dan met andere personen
van de leiding te praten.)
U kunt op elk tijdstip in het programma zeggen dat u beschikbaar bent. Op een
geschikt tijdstip in het verhaal (Let wel - niet na de uitnodiging), tijdens het
aanleren of na het zingen van een lied, tijdens het aanleren van een Bijbelvers of
zelfs na een antwoord bij het herhalingsspel/quizspel.
Lesschema’s:
Deze zijn erbij gevoegd om u een overzicht te geven van de Bijbelles. U zult merken dat de les in
vier onderwerpen is verdeeld.
De ‘inleiding’ vangt de aandacht van uw gehoor voor het onderwerp van uw les.
De ‘ontwikkeling van de gebeurtenissen’ volgt de Bijbelles langs alle onderdelen van het verhaal.
De ‘climax’ is de ontknoping van het verhaal.
Het ‘einde’ bevat een korte afronding.
Na deze gedeelten wordt een ‘uitnodiging’ aan het niet gelovige kind gedaan om in geloof op de
evangelieboodschap in te gaan. Soms volgt ook een ‘oproep’ voor het gelovige kind om de Centrale
Waarheid (CW)van dit gedeelte in zijn/haar leven meer/beter toe te passen.
7
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Voorgesteld clubprogramma:
Ontvangst kinderen
Zingen van een aantal liederen
Gebed
Aanleren van themalied
Bijbelles
Zingen (onder andere het themalied)
Bijbeltekst aanleren
Zingen
Kort zendingsverhaal (of iets anders wat u de kinderen wilt leren)
Herhalingsspel
Zingen
Verwerking. (Dit kan zijn een spel, waarin het geleerde verwerkt wordt, of een werkje)
Afsluiten met gebed en eventueel het themalied.
Pastoraal gesprek met kinderen die erop ingegaan zijn toen u zich beschikbaar gesteld
heeft.
U kunt dit programma naar eigen inzicht variëren en er andere onderdelen aan toevoegen. Onze
ervaring is dat de bovengenoemde elementen in het clubprogramma voor een afwisselend geheel
zorgen.
Stap 2 - Verzamel het materiaal
Bij iedere les wordt aangegeven welk materiaal u nodig heeft. Als u zelf ideeën heeft, kunt u ze
erbij schrijven. Alle hulpmiddelen zijn bij het IKEG verkrijgbaar, tenzij anders staat vermeld. U
kunt vrijblijvend en gratis een catalogus aanvragen bij:
Stichting Internationaal Kinder-Evangelisatie Genootschap (IKEG)
Postbus 20029
7302 HA Apeldoorn
tel. (055) 542 37 31
e-mail: [email protected]
Stap 3 - Voorbereiding van de Bijbelles en de andere activiteiten
Begin de voorbereiding van de les met de geschiedenis in de Bijbel te lezen. Let hierbij in het
bijzonder op de karakters van de personen in het verhaal, de plaatsen waar het zich afspeelt en
het tijdperk in de geschiedenis. Het is goed om éérst zelf de Bijbel te lezen en Gods Geest tot u
te laten spreken en zelf over het Bijbelgedeelte studie te doen en dàn de handleiding te lezen.
Als u zich vertrouwd heeft gemaakt met het verhaal, leest u de handleiding door; let daarbij op
de centrale waarheden en de toepassingen waar een symbool voor staat.
Deze symbolen geven ook aan waar de nadruk op gelegd wordt en, bij het aangeven van de
Centrale Waarheid(CW), voor welke kinderen deze toepassing bestemd is. Hierna volgt de
verklaring van de symbolen:
8
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
De persoon van God en Zijn liefde voor het kind.
De eigenschappen van God.
God is de Schepper - Hij heeft jou gemaakt.
God is heilig - in alles volmaakt.
God houdt van jou.
In de Bijbel staat: “Want zo lief heeft God de wereld gehad”. (Joh. 3:16)
Het kind en zijn probleem dat hij/zij zondig voor God staat.
Zonde is op je eigen manier willen leven, i.p.v. op Gods manier.
Zonde is opstand of rebellie tegen God.
Wij zijn als zondaren geboren.
In de Bijbel staat: “Want allen hebben gezondigd”. (Rom. 3:23)
Geef voorbeeld(en) van zonden.
Gods straf voor de zonde is de dood, dat is voor altijd van God gescheiden
zijn.
Gods oplossing - vergeving van zonden door de Heere Jezus Christus.
De Heere Jezus is God de Zoon en dus eeuwig God.
De Heere Jezus werd mens.
De Heere Jezus leefde volmaakt.
De Heere Jezus leed; Hij gaf aan het kruis Zijn leven om de straf voor onze
zonden op Zich te nemen. (Verzoening)
In de Bijbel staat: “En het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons
van alle zonde.” (1 Joh. 1:7)
De Heere Jezus stierf en stond weer op.
Hij leeft nu in de hemel.
Toepassing voor het niet-gelovige kind. Dit is voornamelijk een uitnodiging om
zich te bekeren en in de Heere Jezus als Verlosser te gaan geloven.
(Marc.1:14-15) Iemand die tot geloof en bekering komt:
Heeft toegegeven er spijt van te hebben dat hij/zij gezondigd heeft.
(Bekering)
Gelooft dat de Heere Jezus aan het kruis voor hem/haar gestorven is.
Zegt dat tegen Hem en vraagt Hem om zijn/haar zonden te vergeven
en weet uit de beloften van Gods Woord dat hij een kind van God is.
In de Bijbel staat: “Geloof in de Heere Jezus en u zult zalig worden”
(Hand. 16:31)
Toepassing voor het gelovige kind.
Een toepassing uit de les, met een bijbehorende tekst om het gelovige kind
te helpen groeien in zijn relatie met de Heere.
9
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Bestudeer deze toepassingen en let op waar ze in de les staan. Bij het vertellen van het
Bijbelverhaal maakt u regelmatig een ‘uitstapje’ om de geestelijke lessen te benadrukken die in
het Bijbelgedeelte naar voren komen. Verbindingszinnen voor en na de toepassing zorgen ervoor
dat u gemakkelijk overstapt. (Doet u de toepassingen pas aan het einde van het verhaal, dan bent
u de aandacht snel kwijt.)
Vertel de geschiedenis in uw eigen woorden, en ga vloeiend over in de toepassingen, zo zult u op
een effectieve manier de kinderen het evangelie onderwijzen.
Uitnodiging
We moeten niet-gelovigen uitnodigen om tot God te gaan (niet tot u). Dit doen ze niet
door uiterlijk iets te doen: bijvoorbeeld handen om hoog te steken of iets dergelijks.
Kinderen zijn gemakkelijk te manipuleren. Geloof en bekering houdt ook veel meer in
dan alleen een gebaar of actie.
Nodig daarom de kinderen altijd uit om tot God te gaan. Dit kunnen ze doen door
middel van stil gebed nu of later wanneer ze alleen zijn. Dit is altijd een deel van de
verkondiging van het evangelie. Het evangelie is niet iets waar ze neutraal naar
kunnen zitten luisteren. Men omhelst het of verwerpt het. Oefen geen druk uit op de
kinderen.
(LET WEL: Vertel nooit wanneer/waar u beschikbaar bent direct na de uitnodiging.
Kinderen hoeven niet naar ons te komen om in de Heere Jezus te gaan geloven. Ze
kunnen op elk moment tot God gaan of u er bent of niet. Uzelf beschikbaar stellen is
om er voor hen te zijn - om na te kunnen praten. Deze twee aspecten moeten
duidelijk gescheiden worden. - zie lesoverzicht over “jezelf beschikbaar stellen”.)
De Bijbeltekst
Dit is een onmisbaar onderdeel van het programma (1 Petrus 1:23 en Jakobus 1:18).
Bijbelteksten worden aangeleerd volgens de methode Inleiding, Presentatie, Uitleg,
Toepassing, Aanleren. U zult ontdekken, dat dit een effectieve en leuke manier is
om de Schrift in te prenten. Kinderen moeten begrijpen wat zij leren en moeten ook
de gelegenheid krijgen om de tekst op de club zo goed mogelijk te kennen/zoveel
mogelijk uit het hoofd te leren.
Als uw kinderen moeite hebben de teksten uit het hoofd te leren, gebruik dan niet
elke les een nieuwe tekst, maar kies twee of drie teksten uit die u verdeelt over de
hele serie.
10
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Tips bij het aanleren van een Bijbeltekst:
Begin nooit met: “Nu gaan we een Bijbeltekst aanleren...” maar met een leuke
inleiding. Dit pakt de aandacht van de kinderen. (Inleiding)
Zorg dat de kinderen altijd duidelijk weten dat de tekst in de Bijbel staat en
waar ze hem kunnen vinden (bv. OT of NT). Laat het visuele hulpmiddel zien
waarop de Bijbeltekst staat. (Presentatie)
Leg niet de hele tekst in één keer uit, maar iedere keer een stukje, door de
uitleg af te wisselen met het aanleren van de tekst. (Uitleg)
Help de kinderen om niet alleen de Bijbeltekst uit het hoofd te leren -
(aanleren), maar ook toe te passen in hun leven (Toepassing). Let op dat er een
aparte toepassing is voor het gelovige en het niet-gelovige kind.
Wissel de methodes van aanleren af. (Aanleren)
In de kantlijn staan de tekentjes voor de toepassing naar het niet gelovige kind en
de uitleg van het evangelie en voor de toepassing voor gelovige kinderen. Ze geven
aan waar u in de les daar de gelegenheid voor heeft. Evangelisatielessen moeten
gericht zijn op de uitleg van het evangelie met een aanvullende les voor het gelovige
kind, en lessen op geestelijke groei gericht moeten op hun beurt een boodschap
hebben voor het niet-gelovige kind.
Visuele hulpmiddelen:
Flanelfiguren of platen helpen u om de geschiedenis voor de kinderen zichtbaar te maken. Als u
zich vertrouwd heeft gemaakt met de vertelling, gaat u met de flanelfiguren of het platenboek
oefenen. Bij deze IKEG serie horen zowel flanelfiguren als een platenboek. U kunt kiezen wat u
wilt gebruiken. Er wordt telkens duidelijk aangegeven wanneer u de flanelfiguren of platen moet
veranderen. Achter in deze handleiding vindt u een overzicht van de flanelfiguren en hoe u ze bij
elke les moet plaatsen op het flanelbord.
Tips bij het gebruik van het platenboek:
Probeer de bladzijden zo om te slaan, dat het kind alleen de plaat te zien krijgt die aan
de beurt is en niet alvast de volgende plaat. Dit vereist enige oefening.
U hoeft niet de hele tijd de plaat te laten zien. Door het platenboek af en toe neer te
leggen en dan weer op te pakken kunt u de aandacht erbij houden.
Let erop dat u zelf niet naar de platen kijkt maar naar de kinderen.
Oefen de les hardop met gebruik van het platenboek, totdat de vertelling samen met
dit hulpmiddel soepel verloopt.
Tips bij het gebruik van de flanelfiguren:
Knip de figuren uit langs de dikke lijnen en berg de flanelplaten dan per les op, in bijv.
een showmap. Maak een lijst van de figuren die in meerdere lessen worden gebruikt.
Oefen de les hardop, met gebruik van de figuren, totdat het opzetten van de platen
tijdens de vertelling soepel verloopt. Sta aan één kant van het bord en plaats de
figuren snel, terwijl u zoveel mogelijk oogcontact met de kinderen houdt. Houd de
figuren liever niet bij het hoofd vast en ‘sla’ ze ook niet op het flanelbord.
11
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Kantlijn
Suggesties in de kantlijn, zowel in de linker als in de rechter geven achtergrondinformatie en
aanwijzingen hoe u de les boeiender kunt maken. Deze ideeën helpen de kinderen om het beter
te begrijpen. Ze richten zich vaak op verschillende leermogelijkheden van de kinderen.
Kinderen leren:
door te zien: daarom gebruiken we visuele hulpmiddelen;
door te horen, daarom houden we bijvoorbeeld kringgesprekjes;
door aan te raken en te ruiken; daarom nemen we soms voorwerpen mee;
door te doen, bijvoorbeeld door middel van activiteiten die ze door de week kunnen
doen of in de verwerking van de les zoals hieronder vermeld.
Niet alle aspecten komen altijd in elke les aan de orde. U kunt ook niet alle suggesties in uw
clubuur volgen. Kies datgene uit wat het beste bij uw groep kinderen past. Het gevaar is
aanwezig dat te veel tijd en aandacht wordt besteed aan het ‘doen’, de verwerking. Zorg voor
een goed overzicht en houd het doel in de gaten, namelijk dat kinderen het evangelie horen. Het
belangrijkste blijft de vertelling.
Liederen
Liederen worden gedurende het hele clubuur gezongen, om het geleerde te benadrukken en om
de aandacht vast te houden. Kies liederen uit die passen bij de Centrale Waarheid. Het
versterkt uw onderwijs. Als u een lied aanleert, zorg dan dat u het zo doet, dat kinderen zullen
begrijpen wat ze zingen. De methode Inleiding, Presentatie, Uitleg, Toepassing, Aanleren, die u
bij de tekst gebruikt, is ook goed te gebruiken bij het aanleren van liederen.
Herhalingsspelletjes
Herhalingsspelletjes en leeractiviteiten staan er iedere keer bij, namelijk om het geleerde beter
in te prenten. Herhalingsspelletjes zijn ontworpen om bij de vragen na de les te gebruiken. De
leeractiviteiten zijn een andere mogelijkheid om de les op een leuke manier te herhalen.
Kleuters
In de kantlijn staan ook tips en leeractiviteiten speciaal voor kleuters (niet bij elke les). Jonge
kinderen houden van actief meedoen. Laat hen voorwerpen aanraken en tellen.
Wees er bij het geven van de uitnodiging op alert dat kleuters graag iemand een plezier willen
doen. Zij zullen graag doen wat u wilt; ze hebben nog niet zo zeer een eigen mening. Leg ze het
evangelie uit en verwacht dat de Heilige Geest het uitwerkt in hun hart; maar wees zorgvuldig en
voorzichtig in uw pastoraal gesprek. Vermijd dat kleuters u na gaan zeggen.
12
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Gebruik van CW kaarten
Een kaart met Centrale Waarheid wordt gebruikt om deze extra in het geheugen te prenten. De
kaarten kunt u zelf maken door de Centrale Waarheid op een stevig vel papier te schrijven. In
de kantlijn staat wanneer u deze kaarten kunt laten zien en hoe u het moet toepassen.
Verwerking van de Bijbelles
Rom. 10:17
“Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord van God.”
Het IKEG is van mening dat, wanneer men het evangelie verkondigt, het voornamelijk een
vertelling (verbale communicatie) moet blijven. Visuele hulpmiddelen zijn er om de Bijbelles
(verbale communicatie of vertelling) te versterken en begrijpelijk te maken. (Zo heeft de Heere
Jezus het ook gedaan). Sketches, drama en mime kunnen soms als inleiding tot de Bijbelles
gebruikt worden, maar het liefst voor of na het programma als verwerking van de Centrale
Waarheid. Ze vervangen nooit de Bijbelles (vertelling) zelf. Ook adviseren we u om niet het
Bijbelgebeuren uit te spelen, want dan stapt u over naar visuele verkondiging. Alhoewel het leuk
is voor de kinderen, is het niet zoals God het bedoeld heeft.
Laat de kinderen liever de Centrale Waarheid, thema en/of dagelijkse situaties waar ze mee te
maken hebben uitspelen, of op andere manieren verwerken. Zorg ook dat uw visuele hulpmiddelen
passen bij de aard van de Bijbel en de grootheid van God en dat uw uitgangspunt voornamelijk is
- wat is tot eer van God, in plaats van wat vinden de kinderen leuk; anders zijn ze geen
hulpmiddel meer, maar een hindernis om de ware Bijbelse boodschap over te dragen.
Het IKEG heeft bij iedere les werkjes beschikbaar die u kunt bestellen. (Meestal voor oudere
en jongere kinderen.) Deze kunnen ook goed als verwerking gebruikt worden, ze sluiten aan bij
de Centrale Waarheid of lesinhoud. Wanneer de kinderen met het werkje bezig zijn, kunt u als
leiding vaak van deze tijd gebruik maken om met hen door te praten over wat ze gehoord
hebben. Persoonlijk contact blijft het belangrijkste.
13
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Hoe leg je het evangelie aan een kind uit?
1. Verlossing is “van de Heere”. (Jona 2:9; Efeze 2:8) Verlossing
is het werk van God. Zijn Geest overtuigt van zonde, geeft
berouw in het hart van het kind en brengt het kind tot geloof.
(Johannes 6:63, 16:8). De Heere wil u echter als instrument
gebruiken om het evangelie uit te leggen (Romeinen 10: 14).
2. Leg het kind uit dat hij verlossing nodig heeft. Zijn grootste
probleem is dat zijn zonde scheiding maakt tussen hem en God. Daardoor kan hij niet
naar de hemel gaan. Niemand is van zichzelf goed genoeg om in de hemel te komen.
(Romeinen 3:23; Romeinen 5:12; Jesaja 59:2)
3. Vertel het kind door Wie en hoe hij gered kan worden. De Heere Jezus heeft in Zijn
plaats de straf voor de zonden aan het kruis gedragen. Hij is gestorven, begraven en na
drie dagen opgestaan.(1 Korinthiërs 15: 3, 4). God wil het kind vergeving schenken en het
redden. (2 Petrus 3:9, Joh 6:40). God nodigt het kind uit dit geschenk, (nl. de vergeving
van zijn zonden en het eeuwige leven in Zijn Zoon Jezus Christus), te ontvangen door zich
te bekeren en het goede nieuws te geloven. (Marcus 1:15; Romeinen 10:13; Handelingen
16:31; Johannes 1:12) Het kind mag door gebed tot God gaan om Hem te vragen zijn
zonden te vergeven en om hem Zijn kind te maken (Jesaja 1:18; Lukas 18:13,14; Hebreeën
4:7b, 16).
4. Vertel het kind wat God in Zijn Woord zegt over de zekerheid van zijn verlossing.
(Romeinen 8:15,16) Zekerheid komt door het werk van de Heilige Geest in het leven van
het kind doordat Hij het kind wedergeboorte geschonken heeft. De Heilige Geest
gebruikt verder Gods Woord om de zekerheid te bevestigen. (1 Johannes 5:12, 13;
Johannes 3: 36). U kunt het kind niet die zekerheid geven, laat God het doen door Zijn
Woord. U kunt wel het kind aanmoedigen om God op Zijn Woord te vertrouwen, want Zijn
Woord is waar. Wijs het kind op de beloften in Gods Woord hierover (bijvoorbeeld
Romeinen 10:13; Johannes 1:12; Handelingen 16:31).
5. Leer het kind om getuigenis af te leggen van zijn geloof. Eerst aan u of een andere
medewerker, dan aan familie, vriendjes en wellicht in de gemeente (Mattheüs 10: 32).
14
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Hoe leer je een gelovig kind de Heere Jezus te volgen?
1. Vraag aan het kind of hij in de Heere Jezus gelooft als zijn
Verlosser. (Een ja/nee antwoord is niet voldoende.) Wanneer hij
hierover onduidelijk is, dan heeft hij het evangelie misschien nog
niet begrepen. Leg het evangelie uit zoals hiervoor beschreven.
2. Wanneer het kind zijn vertrouwen op de Heere Jezus gesteld
heeft,leer hem dan om zich helemaal aan God toe te wijden, door
God in alles te gehoorzamen (Romeinen 12: 1 of 1 Corinthiërs 6: 19,
20).
3. Leg het kind uit dat de Heilige Geest in Gods kinderen woont (1 Corinthiërs 6: 19;
1 Johannes 3: 24). Door de Bijbel spreekt de Heilige Geest tot hem en vertelt hem hoe
hij moet leven (Johannes 14: 26). Dit is bijvoorbeeld door zijn ouders gehoorzaam zijn te
zijn (Kolossenzen. 3: 20), een getuige van Christus te zijn (Handelingen 1: 8), tijd nemen
om de Bijbel te lezen en te bidden (1 Timotheüs 2: 1-5; 4: 15; 2 Timotheüs 2: 15) en bij
alles wat hij doet te leven zoals God het wil (1 Timotheüs 4: 12).
4. Wanneer je met het kind over deze dingen gesproken hebt, ga dan samen met hem
in gebed. Laat het kind aan de Heere Jezus vertellen dat hij Hem wil gehoorzamen en
volgen.
5. Vertel het kind wat het moet doen als hij gezondigd heeft. Leg uit dat hij God zijn
zonden mag belijden en dat de Heere hem dan vergeeft. Help hem te begrijpen hoe hij
dan God weer kan gehoorzamen. Leer hem om God de eerste plaats te geven in zijn leven
(1 Johannes 1: 9; Spreuken 3: 5, 6).
15
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Les 1 De bruiloft te Kana
Lesoverzicht
Bijbelgedeelte: Johannes 2:1-11
Bijbeltekst om aan te leren: “Wat Hij ook tegen u zal
zeggen, doe het!” – Johannes
2:5
Centrale Waarheid: De Heere Jezus is almachtig
Toepassing gelovig kind: Vertrouw bij al je problemen
op Hem.
Toepassing niet-gelovig kind: Vertrouw op Hem voor je
redding.
Visuele hulpmiddelen: Platen 1:1-6
Flanelfiguren 2C: 1-5
Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor
een pastoraal gesprek met de
kinderen tijdens één van de
programma onderdelen.
Verwerking: kruiken & invulplaat
2125.01 a & b
16
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g Lesschema
I. INLEIDING
Drukte in Kana
II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN
A. Voorbereidingen voor de bruiloft.
B. De Heere Jezus en Zijn discipelen zijn
uitgenodigd. (Joh. 2:2)
C. De gasten arriveren. (2:2)
D. De wijn raakt op. (2:3)
E. Maria vertelt de Heere Jezus wat er aan de
hand is. (2:3)
F. De Heere Jezus wijst Maria terecht. (2:4)
G. Maria zegt de bedienden, dat ze moeten doen
wat Jezus zegt. (2:5)
H. Jezus geeft de bedienden opdracht om de
vaten met water te vullen. (2:7)
I. De bedienden gehoorzamen; het water wordt
veranderd in wijn. (2:9)
III. CLIMAX
De ceremoniemeester zegt tegen de bruidegom:
“Van alle wijn is dit de beste.” (2:10)
IV. EINDE
De discipelen stellen hun vertrouwen op Christus.
(2:11)
17
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Visuele hulpmiddelen
Schrijf de Centrale Waarheid (CW): “De Heere Jezus is almachtig”
op een stevig stuk papier. Hang deze CW op een goed zichtbare
plaats. Aan het begin van de les kunt u dit omgekeerd neerhangen
om de nieuwsgierigheid op te wekken.
Aanleren van de Bijbeltekst
Tekst om aan te leren: Wat Hij ook tegen u zal zeggen, doe het!”
– Johannes 2:5
Inleiding
Max zat te huilen naast zijn omgekeerde fiets en een doosje met
bandenplakspul. Zijn band was lek en papa had hem verleden week
voorgedaan hoe hij een band moest plakken, maar nu was hij
helemaal vergeten hoe het moest.
Toen klonk achter hem een stem: “Max waarom huil jij?”
Het was papa
“Ik kan het niet, ik kan het niet!” snikte hij.
“Max als jij nu eens ophoudt met huilen dan doen we het samen,”
zei zijn vader.
Wilde pappa hem echt helpen? Papa had nog wel gezegd dat hij
het alleen moest kunnen.
“Jij plakt de band,” zei papa: “en ik zeg wat je moet doen.”
En zo gebeurde het. Max deed wat zijn vader zei en na een
kwartier stond zijn fiets overeind en was de band geplakt. Papa
had hem alleen geholpen om de band weer goed op het wiel te
zetten. Omdat Max precies deed wat zijn vader zei, werd zijn
band geplakt. Nu ga ik een zinnetje uit de Bijbel voorlezen en
daarin staat hoe de Heere Jezus ons kan helpen.
Presentatie Lees de tekst voor uit de Bijbel of laat een van de kinderen het
doen. Vraag dan aan de kinderen: “Wie is de Hij?” Laat de
aanleertekst zien, en lees die met elkaar op. Vraag dan: “Wanneer
kan de Heere Jezus jou helpen?
Uitleg
Als u de tekst na de Bijbelles aanleert, kunt u de inhoud van de
Bijbelles gebruiken om de tekst uit te leggen.
Hij: is de Heere Jezus.
Waarom is het beter om te doen wat de Heere Jezus zegt? (laat
de kinderen reageren) De Heere Jezus weet alles en kan
18
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
alles, omdat Hij de Zoon van God is.
Toepassing
Gelovig kind: Als je ergens mee zit, of je bent ergens verdrietig
over, of je zit in de problemen omdat je iets verkeerds gedaan
hebt, dan mag je er altijd mee naar de Heere Jezus gaan. Als je
Hem om raad vraagt kan Hij jou een gedachte te binnen brengen,
zodat je weet wat je moet doen. Het is dan natuurlijk wel
belangrijk dát je dat ook doet.
Niet gelovig kind: Het ergste probleem dat iemand kan hebben, is
dat zijn zonden niet vergeven zijn; daardoor kan hij niet in de
hemel komen; want zijn zonden maken scheiding tussen hem en
God. Als dat bij jou ook zo is vraag dan aan de Heere Jezus of Hij
jou je zonden wil vergeven. Hij wil je dan alles vergeven en jou
eeuwig leven geven.
Aanleren
De beste manier om de tekst aan te leren is het uitleggen en het
aanleren af te wisselen. Zeg de tekst één keer op. Keer steeds
een kruik om tot de kinderen de hele tekst kunnen opzeggen. Geef
dan kinderen een beurt om de tekst alleen op te zeggen.
U kunt tijdens het aanleren van
de Bijbeltekst u beschikbaar
stellen. U kunt bijvoorbeeld
zeggen: “Als je er met mij over
wilt praten, dan kan dat. Ik wil
jou graag helpen en je laten
zien wie Hij is en wat Hij voor
je gedaan heeft zodat je ook in
Hem kan gaan geloven. Kom dan
maar hier op de voorste rij
zitten, als de anderen naar huis
gaan. Dan zal ik bij je komen
zitten en kunnen we er samen
over praten hoe de Heere
Jezus jouw zonden kan
vergeven.”
19
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
BIJBELLES
Inleiding
Wat een drukte daar in Kana!
Er was een bruiloft op komst.
Ik weet zeker, dat al weken voor de trouwdag de bruid en de
bruidegom thuis allerlei plannen maakten.
De bruiloftskleren werden genaaid.
Er werden plannen gemaakt voor het bruiloftsmaal.
Hoeveel eten zouden ze nodig hebben? En hoeveel wijn?
Wie zouden ze voor de bruiloft uitnodigen?
Eindelijk was de grote dag aangebroken. Alles voor de trouwdag
was georganiseerd; de afspraken gemaakt. Alles stond klaar: het
feest kon beginnen! De gasten waren onderweg.
Plaat 1-1 Flanelvoorbeeld 1-1
De Heere Jezus en Zijn discipelen waren ook uitgenodigd.
Misschien was de Heere Jezus familie van de bruidegom of bruid,
want Zijn moeder, Maria, was ook als gast uitgenodigd.
Plaat 1-2
Toen Jezus en Zijn volgelingen te voet over de stoffige weg
gingen, hadden ze prachtige dagen in het vooruitzicht.
Als je die groep mannen voorbij had zien lopen, zou je niet
gedacht hebben dat één van hen totaal anders was dan de
anderen. Wie was dat? Ja, de Heere Jezus Christus natuurlijk!
Niet omdat Hij er anders uit zag - Hij was, net als de anderen,
een jonge man. Maar Hij was ook God - Gods eniggeboren Zoon -
want toen Hij mens werd bleef Hij God.
Op dat moment beseften Zijn discipelen nog niet dat ze naast
Degene liepen die de aarde, de zon, de maan, de sterren en de
planeten had geschapen. Degene die zij volgden was de Almachtige
Zoon van God, Die alles kan doen wat Hij wil. De discipelen
begrepen dit nog niet; ze wisten wel dat er iets bijzonders met de
Heere Jezus was en ze vonden het fijn om met Hem naar de
bruiloft te gaan.
Flanelplaten: Plaats 2C-1, de
Heere Jezus, en 2C-2, de
discipelen.
Omdat Jozef hier niet in de
Bijbel wordt genoemd, gaat
men ervan uit dat hij al was
overleden.
Laat de kinderen Kana op de
kaart opzoeken, vooral oudere
kinderen vinden dit interes-
sant. Deze geschiedenis volgt
op de doop en de verzoeking
van de Heere Jezus. Hij was
vlakbij Bethanië, toen hij de
eerste discipelen riep
(Andreas, Johannes, Petrus,
Jakobus, Filippus en
Nathanaël). Deze gebeurtenis
vond plaats, drie dagen nadat
de Heere Jezus Nathanaël had
geroepen.
Keer de kaart om waar de CW:
“De Heere Jezus is almachtig”
op staat.
20
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Plaat 1-3 Flanelvoorbeeld 1-2
Toen de gasten aankwamen bleven ze staan bij de grote
watervaten. De straten en wegen in die tijd waren stoffig en de
mensen droegen sandalen. Daardoor werden hun voeten vuil van
het lopen. Bij de watervaten stond een bediende om hun voeten te
wassen. In dat land was het de gewoonte dat de handen ook
gewassen moesten worden. Dus goot de bediende water over de
handen van iedereen; ook als de handen niet vuil waren. Om van al
die mensen de handen en de voeten te kunnen wassen, hadden de
bedienden grote vaten vol water nodig.
Toen iedereen er was, kon het feest beginnen. De maaltijd kon
opgediend worden. Dienbladen, met extra lekker eten, gingen van
hand tot hand. Wijnbekers werden gevuld uit grote kannen. Er
waren heel veel mensen uitgenodigd voor het feest.
Nu ging het bij bruiloften in dat land heel anders dan bij ons. Er
ging een bruidsstoet door de straten, waarbij de bruid naar het
huis van de bruidegom werd gebracht, en daar werd het feest
gehouden. De vrienden en buren werden uitgenodigd en vaak
duurde het feest dagen lang. Daar was heel wat eten en drinken
voor nodig. De bedienden liepen af en aan om ervoor te zorgen dat
iedereen genoeg kreeg.
Steeds opnieuw werden de kannen gevuld. Tot één van de
bedienden met zijn lege kan terugkeerde om die opnieuw te laten
vullen en te horen kreeg: "Sorry, er is geen wijn meer. "
Geen wijn meer!
Wat een ramp!
Het bruiloftsfeest zou nu al halverwege afgelopen zijn; iedereen
zou naar huis gaan. Dat was verdrietig voor de bruid en
bruidegom.
Maria, de moeder van de Heere Jezus, had in de gaten wat er aan
de hand was.
"Wat zouden we daar aan kunnen doen?" dacht ze bij zichzelf. Zij
kon niet helpen, maar haar Zoon wel. Ze wist dat Hij de Zoon van
God was; Hij kon alles, wat het ook was.
Maria had gelijk. De Heere Jezus was de Enige in dat huis die kon
voorkomen dat hierdoor het bruiloftsfeest zo verdrietig zou
aflopen.
Flanelplaten: Haal de vorige
figuren weg en plaats 2C-3, de
mannen met de vaten, en 2C-4,
de gasten.
Mocht u verwachten dat er
kinderen zijn die zich afvragen
waarom er (zoveel) wijn
gedronken werd, dan kunt u
uitleggen dat de wijn bij het
eten werd gedronken i.p.v.
water omdat daar geen zuiver
water was. Bovendien was het
geen sterke wijn.
Als de tijd het toelaat kunt u
water over de handen van één
medewerker van uw club gieten.
Als u wilt kunt u extra figuren
van mensen uit andere lessen
er bij plaatsen.
U kunt ook een blad met
lekkere dingetjes laten
rondgaan, om het geheel
levendiger te maken. (zorg
ervoor dat dit geen dingen zijn
met papiertjes; dit leidt te veel
af.)
Wijs naar de CW
21
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Weten jullie nog, waarom Hij kon helpen? Juist; Hij was niet
zomaar een gewone man, zoals alle andere mannen in het huis. Hij
is God - God de Zoon; Hij is almachtig. "Almachtig" houdt in, dat
er aan Zijn macht geen grenzen zijn. Jullie en ik, wij kunnen nooit
begrijpen hoeveel macht en kracht de Heere Jezus bezit. Hij
heeft de macht om problemen op te lossen, die niemand anders
kan oplossen.
Als je nog nooit je vertrouwen op de Heere Jezus als je Redder
hebt gesteld, dan is je grootste probleem je zonde. Je bent
geboren met het verlangen in je hart om verkeerde dingen te doen.
Wil jij iemand anders de schuld geven als jij iets verkeerds hebt
gedaan? Bijvoorbeeld: je kwam een uur later thuis dan afgesproken
was, en je bedacht een leugen, want ook een kleine leugen of een
smoesje is een leugen, omdat je hoopte dat je dan geen straf zou
krijgen. Daarmee was je niet eerlijk tegen je moeder of vader, maar
ook ongehoorzaam aan God. Hij zegt, dat je niet mag liegen. Zonde
is heel erg, want het is de oorzaak van de scheiding tussen God en
jou; en als je er niets aan doet, loop je het gevaar voor eeuwig van
God gescheiden te worden. Wat is zonde toch een verschrikkelijk
probleem!
Je kunt het probleem van je zonde niet zelf oplossen, dat kan ik
ook niet, geen mens op de wereld kan dat. Maar je herinnert je
vast nog wel dat ik zei, dat de Heere Jezus Christus almachtig is.
Niets is te moeilijk voor Hem. De Bijbel zegt ons, dat Hij je zonde
kan wegnemen en het weer goed kan maken tussen jou en God. De
Heere Jezus stierf aan het kruis en droeg Gods straf voor de
zonde. Hij is uit de doden opgestaan en leeft, ook vandaag nog,
want Hij is weer teruggegaan naar Zijn Vader in de hemel.
Hij is de Levende Heere en Hij is nog steeds Degene die alle
macht heeft - de Enige die weer vrede kan maken tussen God en
jou. Hij kan dingen doen, die niemand anders kan.
Plaat 1-4 Flanelvoorbeeld 1-3
Maria wist dat. Ze ging snel naar haar Zoon om te zeggen dat de
wijn op was.
Wijs naar de CW
Flanelplaten: Haal de figuren
weg en plaats 2C-1, de Heere
Jezus, en 2C-5, Maria
22
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
De Heere Jezus gaf een antwoord aan Maria dat ons heel vreemd
in de oren klinkt, totdat we gaan begrijpen wat het betekent.
Laten we eens lezen welk antwoord Hij gaf. Het staat in Johannes
2:4: "Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijn uur is nog niet
gekomen."
Maria wilde de Heere Jezus vertellen dat Hij het probleem moest
oplossen. Hij bleef beleefd tegen haar, maar zei beslist, dat zij
Hem niet mocht voorschrijven wanneer Hij van Zijn macht gebruik
zou maken. Hij was Gods Zoon; en daarom mocht Hij alleen naar
God, de Vader, luisteren. Dit was een les die Maria moest leren. De
Heere Jezus gebruikte Zijn macht niet wanneer Maria het vroeg,
maar wanneer God, Zijn Vader, wilde dat Hij iets deed. Hij zou
alleen iets doen als Zijn Vader dat wilde.
Probeer jij de Heere Jezus wel eens te vertellen wat Hij moet
doen? Soms doen Christen jongens en meisjes dat. Stel, je zit met
een probleem. Je hebt al bedacht wat de Heere eraan zou kunnen
doen. Bijvoorbeeld, jouw onderwijzer op school gelooft niet in de
Heere Jezus en hij zegt dat de Bijbel niet waar is. Misschien ben je
in de verleiding gekomen om te bidden "Heere, wilt U mij alstublieft
een andere meester geven?" Je hebt er vaak voor gebeden en toen
precies aan de Heere Jezus verteld wat Hij kon doen, maar het
probleem is er nog steeds.
Wat moet je nu doen? Welk antwoord is goed?
a) Ophouden met bidden en wachten tot Hij iets doet.
b) Blijven bidden en Hem blijven zeggen wat Hij voor jou zou
moeten doen.
c) Blijven bidden en Hem over je probleem blijven vertellen,
maar Hem tegelijk vragen om het op te lossen zoals Hij wil
en wanneer Hij dat wil.
Het derde antwoord is het beste. Blijf je probleem bij Hem
brengen, want Hij is Degene die alle macht heeft. Hij weet het
juiste antwoord op jouw probleem. Hij zal je helpen als het tijd
daarvoor is.
En op dit bruiloftsfeest was het de tijd dat Jezus zou laten zien
hoe machtig Hij was. Maria wist dat Hij de almachtige Zoon van God
was. Daarom ging ze naar de bedienden en zei: (misschien kan
opnieuw een van de kinderen dit hardop voorlezen): "Wat Hij ook
tegen u zal zeggen, doe het" (Johannes 2:5)
Ze bedoelde: "Als jullie doen wat Hij zegt, dan kan Hij jullie
probleem oplossen."
Plaat 1-5
Een poos later kwam de Heere Jezus naar de bedienden toe. Ze
keken Hem aan. Wat zou Hij gaan zeggen? Hij keek naar de zes
grote stenen watervaten die gebruikt waren voor het water
U zou dit een van de kinderen
hardop kunnen laten voorlezen.
Het beste is om dit, voordat de
les begint, met het
betreffende kind af te
spreken.
Het woord vrouw klinkt voor
ons in onze taal ruw en
afwijzend. Maar u moet het
eerder zien als mevrouw.
Dezelfde aanspreekvorm
gebruikte de Heere Jezus aan
het kruis als Hij daar Johannes
en Maria ziet staan. Vroeger
spraken de kinderen hun
ouders met veel respect aan
zoals meneer en mevrouw. Sara
noemde haar man zelfs ‘heer’.
Tip: Zet deze drie
mogelijkheden op een vel papier
zodat de kinderen het kunnen
lezen en kiezen welke
Flanelplaten: Haal figuur 2C -1
weg en zet figuur 2C- 3 op;
Maria en de bedienden.
Flanelplaten: Voeg figuur 2C -1,
de Heere Jezus, toe.
23
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
waarmee de handen en de voeten van de gasten gewassen waren. In
Johannes 2:7 lezen we wat Hij zei (lees Johannes 2:7): "Vul de
watervaten met water."
Misschien hebben de bedienden gedacht: “Wat vreemd om de vaten
nu met water te gaan vullen. Waarom moet dat? Alle gasten zijn er
al; iedereen heeft de voeten gewassen; we hebben geen water
nodig, maar wijn. Trekt Hij zich niets van ons probleem aan?”
De Heere Jezus trok er Zich heel veel van aan. Hij ging Zijn grote
macht gebruiken om te helpen.
Als je een kind van God bent, is het dan niet geweldig om te weten
dat de Heere Jezus elk probleem dat je hebt belangrijk vindt? Hij
houdt van je. Hij zal Zijn macht gebruiken om je te helpen.
Misschien gelooft je familie niet in de Heere Jezus, dan lijkt het
alsof niemand begrijpt wat jij gelooft. De almachtige Heere Jezus
Christus heeft aandacht voor jouw probleem en Hij wil je helpen.
Geen probleem is voor Hem te groot of te klein. Blijf Hem je
problemen vertellen. Bid elke dag tot Hem en vraag Hem om je te
helpen. Soms is het goed dat je nog iemand anders hebt, die met je
wil bidden wanneer je ergens mee zit.
Je mag weten dat ik ook graag voor je wil bidden als je met een
probleem zit. Wees niet bang om me dat te komen vertellen. Dan
kunnen we samen jouw probleem aan God vertellen en vragen of Hij
een oplossing wil geven en er op vertrouwen dat Hij het oplost. De
Heere Jezus heeft beloofd naar de gebeden van Zijn kinderen te
luisteren. Hij belooft niet dat voor christenen alles even
gemakkelijk zal gaan, maar wel dat Hij hen zal helpen.
Misschien laat Hij binnenkort iemand van jouw familie tot geloof
komen. Hij zal Zijn macht gebruiken om te zorgen dat je trouw
blijft aan Hem. Hij zal je helpen om thuis als christen te leven. Hij
wil je helpen, net zoals Hij dat deed op het bruiloftsfeest. Dat was
de reden waarom Hij zei, dat ze de vaten met water moesten vullen.
Ook al moet het de bedienden vreemd geleken hebben, toch volgden
ze Maria's raad op en deden ze wat de Heere Jezus zei. Ze vulden
elk vat; daar was heel wat water voor nodig, want elk vat had een
inhoud van 95 liter. (1 liter is 1 pak melk, dus zoveel als 95 pakken)
Toen alle vaten tot de rand gevuld waren, zei Jezus, "Schep er nu
iets uit en breng het naar de ceremoniemeester." (Dat is de leider
van het feest)
Misschien hebben de bedienden even geaarzeld, en vroegen ze zich
af waarom ze water zouden serveren aan de ceremoniemeester.
Maar ze gehoorzaamden opnieuw. Ze vulden hun kannen met het
water uit de grote vaten en ... ze konden hun ogen niet geloven. Het
was wijn! Ze hadden water in de vaten gedaan en wat ze eruit
haalden was wijn. Er was een wonder gebeurd!
Wijs naar de CW.
Tip:
U kunt het dramatisch
vertellen om de spanning vast
te houden. “Ze deden wat van
het water uit het vat in een kan
en brachten het naar de
ceremoniemeester. Die nam
een slokje …..Hij fronst zijn
wenkbrauwen, keek de
bedienden aan en zei: “Wat is
hier gebeurd?”
24
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Jezus had in een ogenblik water in wijn veranderd.
Waarom kon Hij dat doen? Omdat Hij God is, Hij is almachtig. Niets
is voor Hem te moeilijk. Hij kan alles doen, wat het ook is. Hij kan
vergeving en redding schenken zelfs aan de grootste zondaar ter
wereld. Hij kan jou ook redden.
Als je de Heere Jezus nog nooit gevraagd hebt om jou je zonden te
vergeven, en je begrijpt dat je dat wel moet doen, dan kun je Hem
dat nu vragen, gewoon op de plaats waar je zit of straks als je alleen
in je slaapkamer bent.
Als jij beseft dat jij door je zonden gescheiden bent van God en je
wilt dat het goed is tussen Hem en jou, dan mag je het aan de Heere
Jezus zeggen. Je zou kunnen zeggen: "Heere Jezus, ik ben een
zondaar. Ik kan zelf mijn zonde niet wegnemen, maar ik geloof dat
U het wel kunt. Wilt U dat alstublieft voor mij doen en mij Uw kind
maken. Amen"
De Bijbel zegt dat "Hij volkomen kan zalig maken, wie door Hem tot
God gaan" (Hebr. 7:25.) Dat betekent, dat Hij je helemaal kan
redden, ook al heb je nog zoveel verkeerde dingen gedaan.. Als je
werkelijk op Hem vertrouwt en in Hem gelooft, dan zal Hij al je
zonden wegnemen en zal het voor altijd goed zijn tussen God en jou.
Dat is een nog veel groter wonder, dan dat wat er op de bruiloft
gebeurde.
Plaat 1-6 Flanelvoorbeeld 1-5
CLIMAX
De ceremoniemeester van de bruiloft proefde van de wijn om hem
te keuren. Omdat hij niet wist waar deze wijn vandaan kwam, ging
hij snel op zoek naar de bruidegom. "Waar heb je deze wijn vandaan
gehaald?", vroeg hij. "Ik heb nog nooit meegemaakt dat iemand de
beste wijn het laatst liet opdienen. Bij elke andere bruiloft wordt
de beste wijn het eerste opgediend. Maar deze wijn is de
allerbeste!"
Geen wonder! Hij was gemaakt door de Heere Jezus Zelf, die bij de
schepping van de wereld alle dingen had gemaakt (Joh. 1:3.)
EINDE
De mensen die hoorden dat het water veranderd was in wijn, zouden
dat wonder voor de rest van hun leven niet meer vergeten. Ze
hadden iets gezien dat alleen God kon doen. Jezus Christus is de
almachtige Zoon van God. Vooral de discipelen zagen nu wie Hij was
en ze vertrouwden nog meer op Hem.
Wijs naar de CW.
Flanelplaten: Haal 2C - 3 weg,
voeg 2C - 2 toe.
Wijs naar de CW
25
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Als je een kind van God bent, ben je dan blij dat je Redder
almachtig is? Wanneer je beseft dat Hij alles kan doen, wat het ook
is, word je aangemoedigd om steeds meer op Hem te vertrouwen.
Als je problemen hebt, zal Hij je er doorheen helpen en dingen voor
je doen waartoe niemand anders in staat is.
Misschien ken je Hem nog niet als de Verlosser van je zonden. Je
hebt Hem nog nooit gevraagd of Hij je wil redden van het grootste
van alle problemen - het probleem van je zonde. Wil je vandaag niet
tot Hem komen en erop vertrouwen dat Hij je zonden wegneemt?
Als je op Hem vertrouwt zul je ook een almachtige Redder hebben:
de Heere Jezus Christus. "Hij kan volkomen zalig maken, wie door
Hem tot God gaan" (Hebr. 7:25.)
Herhalingsspel vragen
1. Waar heeft de Heere Jezus Zijn eerste wonder gedaan?
(Op de bruiloft in Kana.)
2. Wie waren nog meer op de bruiloft behalve de Heere
Jezus? (Zijn moeder en de discipelen.)
3. Waarom waren er voor de gasten grote watervaten
neergezet? (Zodat bij aankomst eerst hun stoffige
voeten en handen gewassen konden worden.)
4. Wat voor vervelends gebeurde er op het bruiloftsfeest?
(De wijn was op)
5. Naar wie ging Maria en naar wie moeten wij ook met onze
problemen gaan? (Naar de Heere Jezus Christus)
6. Wat zei de Heere Jezus tegen Maria toen zij vertelde
dat de wijn op was, en waarom zei Hij dat? (Jezus zei: het
is mijn tijd nog niet; en Hij zei dat omdat Hij alleen dat
moest doen wat Zijn Vader wilde.)
7. Welke opdracht gaf de Heere Jezus aan de bedienden?
(De watervaten vullen met water)
8. Wat gebeurde er toen ze hun kannen gingen vullen? (Het
water was veranderd in wijn - het was een wonder)
9. Waarom was de Heere Jezus Christus in staat om het
water in wijn te veranderen? (Hij is God - Hij is
almachtig)
10. Welk wonder kan de Heere vandaag doen in de levens van
jongens en meisjes, mannen en vrouwen? (Hij kan onze
zonde wegnemen en maken dat we voor eeuwig bij God
mogen horen)
Herhalingsspel
Boter, kaas eieren. De
bedoeling van het spel is welke
partij het eerst drie rondjes
of drie kruisjes op een rij
krijgt. Het kan een verticale,
horizontale, of diagonale lijn
zijn. De partijen moeten elkaar
tegenwerken om te voorkomen
dat de tegenpartij wint.
Neem een groot vel papier
(restje behang?) en teken daar
op de lijnen voor een boter
kaas en eieren spel. Verdeel de
groep in twee teams en stel de
teams om de beurt een vraag.
Het ene team krijgt de
rondjes, het andere de
kruisjes. Als een vraag goed
beantwoord is, mag het
betreffende kind aangeven
waar hij het tekentje van zijn
team geplaatst wil zien. Bij een
fout antwoord wordt geen
teken geplaatst. Het team dat
het eerst drie op een rij heeft,
heeft gewonnen.
Opmerking: waarschijnlijk
kennen kinderen dit spel. Voor
het geval ze het niet kennen,
zou u eerst even “droog”
kunnen oefenen.
26
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Kringgesprek
Help de kinderen de les te verwerken door de onderstaande vragen
te beantwoorden. U kunt dit in de vorm van een 'brainstorm' doen
na het verhaal.
Maak gebruik van een schoolbord of een groot stuk (behang) papier
en viltstift om de antwoorden op te schrijven die de kinderen geven.
Schrijf zo groot, dat ieder kind kan lezen wat er staat.
Hieronder staan een aantal mogelijke antwoorden, maar deze lijst is
niet volledig.
1. Noem eens een aantal andere problemen, waarbij de
almachtige Heere Jezus je kan helpen. (Mogelijke
antwoorden: moeilijk huiswerk, schoolexamens, ziekte,
eenzaamheid, gepest worden.)
2. Hoe kan de Heere Jezus Christen jongens en meisjes helpen
bij hun huiswerk? (Mogelijke antwoorden: Hij wil je helpen:
om goed te studeren, iemand op je weg brengen die je wil
helpen, om jezelf te concentreren op wat je moet doen, om
te verlangen Zijn wil te doen.)
3. Hoe kan Hij iemand die gelooft helpen wanneer hij of zij ziek
is? (Mogelijke antwoorden: Hij kan je helpen om snel beter
te worden, als dat Zijn wil is. Hij kan je helpen om tijdens je
ziekte geduldig te zijn.)
Verwerking
Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart
werkboek.
27
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Les 2 Opnieuw geboren worden
Lesoverzicht
Bijbelgedeelte: Johannes 3:1-16; Johannes
7:45-52; Johannes 19:39-42;
Numeri 21:5-10.
Bijbeltekst om aan te leren: “Want zo lief heeft God de
wereld gehad,dat Hij Zijn
eniggeboren Zoon gegeven
heeft, opdat ieder die in Hem
gelooft, niet verloren gaat,
maar eeuwig leven heeft.” –
Johannes 3:16.
Opmerking: als u wilt kunt u
deze tekst in tweeën splitsen
en de andere helft de volgende
keer aanleren.
Centrale Waarheid: Je moet opnieuw geboren
worden om een kind van God te
zijn.
Toepassing gelovig kind: Als je in de Heere Jezus
gelooft, heb je eeuwig leven.
Toepassing niet-gelovig kind: Vraag God of Hij een nieuw
mens van je maakt en jou in
Zijn familie opneemt.
Visuele hulpmiddelen: Platen 2:1-6
Flanelfiguren 2C: 6-13
Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor
een pastoraal gesprek met de
kinderen tijdens één van de
programma onderdelen.
Verwerking: rups-vlinder & wereldbol
2125.02 a & b
28
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g Lesschema
I. INLEIDING
“Hij is zo’n goed mens.”
II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN
A. Nicodemus gaat naar de Heere Jezus toe. (Joh. 3:1, 2a)
B. “U bent een leraar, die door God gezonden is.” (3:2)
C. “Als iemand niet opnieuw geboren wordt.” (3:3)
D. “Hoe?” (3:4)
E. Door God de Heilige Geest.” (3:5-8)
F. “Hoe?” (3:9)
G. Het verhaal van Mozes. (3:14-16)
H. “De Zoon des mensen moet verhoogd worden.” (3:14)
III. CLIMAX
Op een dag wordt Nicodemus opnieuw geboren.
(Joh. 7:45-52)
IV. EINDE
Het leven van Nicodemus is veranderd. (Joh. 19:38-42)
29
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Visuele hulpmiddelen
Gebruik de tekstballonnen achter in deze handleiding om tijdens
het gesprek van de Heere Jezus met Nicodemus de aandacht van
de kinderen te houden.
Schrijf op een stevig stuk papier: God wil dat je _________
geboren wordt. Zodra het in de les aangegeven wordt schrijft u het
woord “opnieuw” er tussen. Hang hem op een goed zichtbare plaats,
bijvoorbeeld het flanelbord
Aanleren van de Bijbeltekst
Tekst om aan te leren: “Want zo lief heeft God de wereld gehad,
dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in
Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.”-
Johannes 3:16
Opmerking: dit is een lange tekst. U bent vrij om hem in twee keer
aan te leren, eventueel in drie keer of vier keer.
Inleiding 1
Ze zaten met elkaar in de kring voor het wekelijkse klassengesprek.
“Wie houdt het meest van jullie?” vroeg de meester.
“Onze pappa en mamma,” zeiden verschillende kinderen.
“Hoe weet je dat?” vroeg de meester toen.
Het was even stil, toen stak Max zijn vinger op. Hij zei: “Ik moest
mijn band plakken en ik kon het niet en Lex wilde me niet helpen
maar pappa wilde me wel helpen.”
“Dus omdat jouw vader jou hielp, weet jij dat hij van jou houdt,” zei
de meester.
“Ja,” zei Max.
We gaan nu een stukje uit de Bijbel lezen waarin staat hoe God
heeft laten zien hoeveel Hij van ons houdt.
Presentatie
Lees de tekst helemaal op; vertel dan, dat u deze keer de eerste
helft aanleert en de volgende keer de tweede helft (d.w.z. het
geheel).
Als u de tekst in zijn geheel aanleert, gaat u verder met inleiding 2,
in het andere geval bewaart u dat voor de volgende keer.
Inleiding 2
Maar het klassengesprek was nog niet afgelopen. De meester
vroeg: Wat betekent geloven in iemand?
Dat was een moeilijke vraag. De meester gaf zelf maar het
antwoord: “het betekent dat je op iemand vertrouwt. Op wie
.
30
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
kun je vertrouwen?” Marieke stak haar hand op. “Op iemand die van
je houdt,” zei ze. Heeft Marieke gelijk? (Verwacht antwoord.)
Ik ga nu het zinnetje dat ik uit de Bijbel gelezen heb afmaken; en
daar staat iets over geloven in de Heere Jezus.
Presentatie 2
Lees Johannes 3:16 vanaf: opdat ieder die... . Lees dan de hele
tekst met elkaar op van de aanleertekst.
Uitleg
Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn
eniggeboren Zoon gegeven heeft.
Ik denk dat Max en Marieke af en toe flink ondeugend waren en
toch hielden hun ouders van hen. God houdt niet van ons omdat we
zo lief en aardig zijn en nooit verkeerd doen. Anders zou God nooit
van ons houden want wij zitten boordevol zonden. Door die zonden
gaan we verloren – dat betekent de vreselijke straf van God
krijgen. Maar God heeft de Heere Jezus aan ons gegeven en Hem
de straf gegeven die wij verdiend hebben.
De Heere Jezus is Gods eniggeboren Zoon.
opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar
eeuwig leven heeft.
Als jij helemaal op de Heere Jezus vertrouwt dan maakt de Heere
Jezus het goed tussen God en jou. Dan ga je niet verloren maar
dan mag je straks bij Hem in de hemel komen. Niet iedereen gaat
naar de hemel, alleen de mensen die in de Heere Jezus geloven
mogen in de hemel komen wonen.
Toepassing
Gelovig kind: Is het niet fijn dat de Heere Jezus zoveel van jou
houdt, dat Hij voor jouw zonden aan het kruis wilde sterven?
Vergeet niet Hem daar vaak voor te danken.
Niet gelovig kind: De enige manier om niet verloren te gaan, die
vreselijke straf van God te krijgen is door in de Heere Jezus te
geloven. Maar dat is toch niet moeilijk! Je mag bij hem komen zoals
je bent en Hij vergeeft al jouw zonden en je mag met Hem opnieuw
beginnen.
31
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Aanleren
Niet alles tegelijk!: Lees de tekst twee keer met elkaar op.
Verdeel de kinderen in drie of meer groepen, hangt ervan af
hoeveel kinderen er zijn. Wijs een groep aan; deze groep gaat staan
en begint de tekst op te zeggen. Op een bepaald moment wijst u
een ander groep aan. Dan gaat de vorige groep zitten en die groep
gaat staan en zegt de tekst verder op. U kunt het moeilijker maken
door steeds vaker te wisselen van groep.
BIJBELLES
Plaat 2-1 Flanelvoorbeeld 2-1
Inleiding
"Dat is nou echt een goed mens."
Ik weet zeker, dat veel mensen zo over Nicodemus spraken.
Nicodemus was een Farizeeër. De Farizeeërs waren een groep
mannen, die in de tijd leefden dat de Heere Jezus op de aarde was.
Ze waren heel godsdienstig. Vaak zeiden ze lange gebeden op, op de
hoeken van de straten; ze gaven tien procent van hun geld aan de
priesters in de tempel. Ze hadden veel strenge wetten en ze deden
heel erg hun best om die te gehoorzamen. Sterker nog: je zou
zeggen, dat deze mannen God werkelijk lief hadden en Hem wilden
blij maken. Nicodemus was niet zomaar een Farizeeër, maar hij was
één van hun leiders.
Door al zijn goede daden leek Nicodemus in de ogen van andere
mensen een goed mens. Maar God kon zien hoe hij werkelijk was.
God kon zien waar Nicodemus aan dacht en wat er leefde in zijn
hart. Nicodemus was, net als ieder van ons, geboren met een
zondige natuur. Hij had God niet lief met zijn hele hart. Hij deed
de dingen graag op zijn eigen manier, in plaats van steeds te doen
wat God wilde. Hoe godsdienstig hij ook was, nooit kon hij zijn
zondige natuur veranderen. Voor jou en mij geldt dat net zo.
Misschien probeer je elke dag goed je best te doen. Misschien ga
je wel regelmatig naar de kerk en zeg je geregeld je gebedje op;
maar daardoor wordt je diep van binnen niet veranderd. Je blijft
boze gedachten houden. Je bent nog steeds egoïstisch of jaloers.
Waarom ben je zo? Omdat je een zondige natuur hebt - daar ben
je mee geboren. Op geen enkele manier kun je daar iets aan
veranderen. Er is niemand in de hele wereld die jou kan veranderen.
Alleen God kan er voor zorgen dat je anders wordt. Hij alleen kan
een nieuw mens van je maken. Je kunt jezelf nooit zo veranderen,
dat je zo goed bent dat God blij met jou is.
Tip: Wissel aanleren en
uitleggen met elkaar af. U kunt
na iedere keer dat u uitgelegd
hebt, de moeilijkheidsgraad
iets opvoeren.
Flanelplaten: plaats figuur 2C-
6, Nicodemus
Plaats de CW op een plaats
waar de kinderen dit goed
kunnen zien en vul het woord
“opnieuw” in.
32
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Ontwikkeling van de gebeurtenissen
Nicodemus woonde in Jeruzalem. De Heere Jezus was ook naar
Jeruzalem gekomen. Alleen had Nicodemus Hem nog niet ontmoet.
Wel had hij gehoord van de wonderen die de Heere Jezus had
gedaan.
En hij was steeds nieuwsgieriger geworden en wilde de Heere
Jezus wel beter leren kennen. Hij vroeg zich af, hoe hij de Heere
Jezus te spreken kon krijgen.
Maar de andere Farizeeërs mochten hem beslist niet samen met de
Heere Jezus zien. Zij wilden helemaal niet naar de Heere Jezus
luisteren, omdat Hij liet zien hoe zondig ze waren, ook al deden ze
nog zoveel goede werken.
"Laat ik 's nachts gaan, als het donker is," dacht hij.
Plaat 2-2 Flanelvoorbeeld 2-2
En dat deed hij ook. Toen bijna iedereen sliep kwam Nicodemus
naar het huis waar de Heere Jezus logeerde. Misschien spraken ze
wel met elkaar onder de donkere sterrenhemel.
"Rabbi (dat betekent meester)," zei Nicodemus, "wij weten dat U
van God gekomen bent als leraar, want niemand kan deze tekenen (
wonderen)doen die U doet, als God niet met hem is."
Was de Heere Jezus een leraar? Kwam Hij bij God vandaan? Hij
was toch veel meer dan een leraar, die door God gezonden is? Ja,
natuurlijk was Hij dat. Hij was God ... God de Zoon. De Heere Jezus
zei tegen Nicodemus, dat hij opnieuw geboren moest worden.
Plaat 2-3 Flanelvoorbeeld 2-3
Laten we dit met elkaar opzeggen. Het staat in de Bijbel in
Johannes 3:3: "Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het
Koninkrijk van God niet zien." (Dit betekent: alleen als iemand
opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God zien.)
Was dat niet vreemd wat de Heere Jezus zei?
Weet je waarom Hij dat zei?
De Heere Jezus kende Nicodemus en Hij wist waar Nicodemus in
zijn gedachten veel mee bezig was. Nicodemus wilde in Gods
Koninkrijk komen. Hij wilde bij God horen en voor eeuwig met Hem
leven. Maar ook al was hij godsdienstig en zei hij gebeden op en
ging hij naar de tempel - daarom hoorde hij nog niet bij God!
Diep van binnen was Nicodemus nog net zo zondig en de Heere God
was niet blij met hem.
En dat geldt ook voor jullie en mij. Nicodemus, jullie en ik, allemaal
zijn we geboren met een zondig hart. Om in Gods familie te komen
moeten we opnieuw geboren worden.
Laat Jeruzalem op de kaart
zien.
Flanelplaten: Voeg 2C-7 toe
Plaats de tekstballon met “God”
bij Nicodemus.
Wijs naar de CW.
Flanelplaten: Voeg plaats figuur
2C-8 (mannetje met donker
hart) toe
Plaats tekstballon met “opnieuw
geboren” bij het flanelfiguur
van de Heere Jezus. U kunt het voorlezen uit uw
Bijbel en het de kinderen laten
nazeggen. Of u schrijft het op
een groot vel (behang?) papier
en leest het samen met de
kinderen op. Als de kinderen
een Bijbel meegenomen
hebben, kunt u het met hen
opzoeken en samen oplezen.
33
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Stel je nu voor dat jij erbij geweest was, wat zou jouw volgende
vraag zijn geweest? "Hoe?" of “Hoe bedoelt U dat?”
Die vraag had Nicodemus.
Hij zei, "Hoe kan nu een mens opnieuw geboren worden? Hoe kan hij
nu teruggaan naar de tijd dat hij een pasgeboren baby was?"
Nicodemus was erg verbaasd. De Heere Jezus legde hem uit dat er
twee verschillende geboorten zijn.
Eén wanneer er een baby wordt geboren; dan begint een nieuw
menselijk wezen zijn leven in deze wereld. Elke baby wordt, net als
alle mensen, geboren met vlees en beenderen, met een huid en met
bloed, én met een zondige natuur.
Flanelvoorbeeld 2-4
De andere geboorte, waar Jezus over sprak, gebeurt wanneer
iemand in Gods familie wordt geboren en van binnen nieuw wordt.
Het betekent niet, dat je dan een nieuw lichaam krijgt; maar dat
wat binnen in iemand woont verandert. De Bijbel noemt zo iemand
een "nieuwe schepping". Iemand die opnieuw geboren is ziet er aan
de buitenkant nog steeds hetzelfde uit, maar zijn zonden zijn hem
vergeven. Daar komt bij, dat God hem een nieuwe natuur geeft. Hij
ontvangt de kracht en het verlangen om zo te leven, dat God er blij
mee is. Zoiets kan alleen God doen. Jezus zei tegen Nicodemus dat
het God de Heilige Geest is die mensen nieuw maakt.
Je hebt gehoord dat jij je moet afkeren van de zonde en op de
Heere Jezus als je Redder moet vertrouwen.
Maar je zondige hart wil dat niet. Uit jezelf heb je niet de macht
om dat te veranderen. Wat je nodig hebt, is dat God de Heilige
Geest in jouw hart werkt om jou te laten zien dat je een zondaar
bent. Alleen dan kun je spijt hebben van je zonde en op de Heere
Jezus Christus gaan vertrouwen. Als jij lid wilt worden van Gods
gezin, moet de Heilige Geest van jou een nieuw mens maken.
Weer zei de Heere Jezus tegen Nicodemus, "Je moet twee keer
geboren worden, één keer als een baby(vlees) en één keer door God
de Heilige Geest die je helemaal nieuw maakt van binnen. Pas dan
kan je het koninkrijk van God binnengaan."
Nicodemus was er nog steeds niet zeker van of hij begreep wat de
Heere Jezus zei.
"Hoe kan dit gebeuren?", vroeg Hij aan de Zoon van God.
Plaat 2-4 Flanelvoorbeeld 2-5
Toen herinnerde de Heere Jezus hem aan iets dat lang geleden met
de Israëlieten gebeurd was. Nicodemus kende het verhaal heel
goed.
Honderden jaren geleden trok het Joodse volk uit Egypte
Tip: Laat de kinderen
antwoorden.
Plaats de tekstballon met
“Hoe?” bij Nicodemus en
verwijder de tekstballon met
“God”.
Flanelplaten: voeg figuur 2C-9
het mannetje met het witte
hart, toe.
Wijs naar de CW.
Plaats de tekstballon “Heilige
Geest” bij het flanelfiguur van
de Heere Jezus en verwijder
de tekstballon met “opnieuw
geboren”.
Wijs naar de tekstballon met
“Hoe?”.
Flanelplaten: haal 2C-8 en 9
weg, voeg 2C-10 toe, de
Israëlieten in de woestijn.
34
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
naar het land, dat God hen beloofd had. Ze mopperden en klaagden
en waren boos op Mozes, hun leider. God wilde hen daarvoor
straffen, want Hij vond het erg dat ze dat deden. Hij zond giftige
slangen onder het volk. Veel mensen stierven door de slangenbeten;
vele anderen konden elk moment sterven.
"Mozes", riepen ze uit, "we hebben gezondigd, want we hebben
zowel God, als u tegengesproken. Vraag toch aan God of Hij de
slangen wil wegnemen."
En Mozes ging voor het volk bidden. God luisterde naar zijn gebed.
Hij zorgde dat de mensen die gebeten waren genezen konden
worden. Hij vertelde Mozes dat hij van koper een slang moest
maken en deze daarna op een hoge stok moest plaatsen.
Plaat 2-5 Flanelvoorbeeld 2-6
Iedereen die in geloof omhoog keek naar de koperen slang zou
worden genezen. Mensen die niet geloofden dat ze daardoor zouden
worden genezen en niet naar de koperen slang keken, die zouden
sterven. En zo gebeurde het ook.
Luister nu naar wat de Heere Jezus tegen Nicodemus zei: "En zoals
Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des
mensen verhoogd worden, opdat ieder die in Hem gelooft, niet
verloren gaat, maar eeuwig leven heeft." (Johannes 3:14,15)
Flanelvoorbeeld 2-7
Wat bedoelde Hij? De Heere Jezus legde uit dat mensen die
opnieuw geboren zijn, geloven dat de Heere Jezus in hun plaats aan
het kruis gestorven is. Ze geloven dat Hij kwam, om de straf voor
al hun zonden te dragen door te sterven aan het kruis.
Als Hij niet in onze plaats gestorven was, zou er nooit iemand in
Gods Koninkrijk kunnen komen. Wat heeft de Heere Jezus een
hoge prijs betaald, opdat wij opnieuw geboren zouden kunnen
worden.
Misschien verlang je er echt naar om er zeker van te zijn, dat je
bij God hoort. Hoe kun je er nu zeker van zijn dat je opnieuw
geboren bent? De vraag is, of je in de Heere Jezus gelooft. Wat
moesten de mensen in de woestijn doen om genezen te worden? Ja,
naar de koperen slang kijken en op hetzelfde ogenblik werden ze
beter. Ze geloofden Zijn Woord toen God zei, dat alleen kijken hen
zou genezen. De Heere Jezus werd ook verhoogd aan het kruis toen
Hij voor onze zonden gestorven is. Toen Hij daar hing aan het kruis
droeg Hij de straf voor onze zonden en als jij dat gelooft, mag je
vragen of Hij jou je zonden wil vergeven. Hij kan je wel horen, want
de Heere Jezus is na Zijn sterven opgestaan uit de doden en is nu
weer bij Zijn Vader in de hemel.
Flanelplaten: voeg figuur 2C-11,
slang op de stok toe.
Plaats de tekstballon met
“verhoogd” bij de Heere Jezus
en verwijder de tekstballon
met “Heilige Geest”.
Flanelplaten: haal figuur 2C-10
weg en plaats figuur 2C-12, de
Heere Jezus aan het kruis.
35
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Als jij in de Heere Jezus wilt gaan geloven, dan zou je bijvoorbeeld
tegen Hem kunnen zeggen: "Lieve Heere Jezus, vergeef mij mijn
zonden. Dank u wel, dat U voor mijn zonden aan het kruis gestorven
bent. Wilt U alstublieft mijn zonden vergeven en de baas over mijn
leven worden?"
Als je ook eerlijk naar Hem "opkijkt", dan is het omdat God je
nieuw leven geeft om in de Heere Jezus te geloven. Dank Hem
daarvoor!
De Heere Jezus wilde Nicodemus ervan overtuigen dat het geloof
in Hem de enige weg tot God is. Hij sprak tot hem de volgende
liefdevolle woorden: "Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat
Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem
gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft." (Johannes
3:16) "Nicodemus, je moet in Mij geloven," zei de Heere Jezus die
de Verlosser is.
De Bijbel vertelt ons niet, wat er daarna gebeurde. We weten niet
of Nicodemus die nacht naar huis is gegaan om over alles wat hij
geleerd had na te denken. Misschien ging hij al voor hij vertrok in
de Heere Jezus geloven.
Soms hebben jongens en meisjes vragen over hoe je kunt gaan
geloven in de Heere Jezus Christus en ze willen graag hulp van
iemand. Als dat met jou het geval is, zal ik met alle plezier na de
club blijven om met jou te praten en proberen een antwoord op je
vragen te vinden.
Kom dan met je vragen naar me toe. Kom maar op één van deze
stoelen van de eerste rij zitten. Op die manier weet ik dan dat je
een vraag hebt.
Flanelvoorbeeld 2-9
CLIMAX
Nicodemus had geen vragen meer. Hij ging weg.
Maar we weten dat de Heilige Geest van hem een nieuw mens heeft
gemaakt. Niemand heeft gezien hoe de Heilige Geest van hem een
nieuwe mens maakte, omdat niemand God de Heilige Geest kan zien.
“Het is”, zei de Heere Jezus, “net als met de wind. Je kunt de wind
niet zien, maar je merkt wel dat hij waait.” Bijvoorbeeld: je ziet
boombladeren bewegen en bij harde wind merk je het nog veel
meer. Zo zagen de mensen de veranderingen die de Heilige Geest in
het leven van Nicodemus had gebracht. Toen op een dag de andere
Farizeeën Jezus hadden willen vermoorden, nam Nicodemus het
voor Hem op. Daar was moed voor nodig, maar God gaf hem die
moed. De laatste keer dat we in de Bijbel over Nicodemus lezen, is
op de avond van de dag waarop de Heere Jezus gestorven was. Al
Jezus' discipelen waren gevlucht, omdat ze bang waren voor
Platenboek: Leg platenboek op
zij.
Flanelplaten: Haal alle figuren
weg behalve figuur 2C-6,
Nicodemus
36
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
de Farizeeën en de mensen die de Heere Jezus gekruisigd hadden.
Maar Nicodemus ging naar de stadhouder en vroeg of hij het
lichaam van de Heere Jezus mocht halen en mocht begraven.
EINDE
Plaat 2-6 Flanelvoorbeeld 2-10
Hij had specerijen meegenomen om het lichaam te balsemen. Met
zijn vriend Jozef wikkelde Hij het lichaam van de Heere Jezus in
linnen en legde het in het graf. Kunnen jullie je voorstellen hoe blij
Nicodemus was, toen de Heere Jezus uit de doden was opgestaan?
Iedereen kon zien dat Nicodemus veranderd was.
Als je in de Heere Jezus gelooft en opnieuw geboren bent, zal je
leven veranderen. Je wordt thuis gehoorzamer en hulpvaardiger. Je
zult willen helpen met het netjes houden van je kamer, ook zul je
graag naar de winkel gaan, als je moeder dat vraagt. De andere
mensen zullen aan je zien dat je een nieuw mens bent.
Ben jij opnieuw geboren? Ik vraag niet, of je naar de kerk gaat, of
je gebeden opzegt, of je goed en vriendelijk bent. Nicodemus deed
dat ook, maar toch moest hij opnieuw geboren worden. De Heere
Jezus zegt ook tegen jou: "Jij moet opnieuw geboren worden."
Geloof vandaag nog in de Heere Jezus; vraag Hem om van jou een
nieuw mens te maken en je in Zijn familie op te nemen.
Je hoeft niet op een speciaal plekje te zitten om in de Heere Jezus
te gaan geloven. Je zou nu zelfs je hoofd kunnen buigen om Hem in
stilte te vragen jou te redden. Je kunt ook, als je straks naar huis
gaat, in je eigen slaapkamer je vertrouwen op Hem stellen. Je hebt
daar niemand bij nodig.
Maar het is wel heel belangrijk om die beslissing te nemen.
Eindig met gebed.
De Bijbel spreekt niet duidelijk
over de wedergeboorte van
Nicodemus, maar commentaren
wijzen er op dat het heel goed
gebeurd kan zijn. Zie Johannes
7:45-52; 19:38-42
Flanelplaten: plaats figuur 2C-
13, Nicodemus met de
specerijen
37
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Herhalingsspel vragen
1. Wat voor soort mensen waren de Farizeeën? (Ze waren heel
godsdienstig, zeiden lange gebeden op en het leek alsof ze
God liefhadden.)
2. Wat was de naam van de Farizeeër, die met de Heere Jezus
wilde spreken? (Nicodemus)
3. In welke stad kwam Nicodemus om 's nachts de Heere
Jezus te ontmoeten? (Jeruzalem)
4. Toen Nicodemus Jezus in de nacht ontmoette wie dacht hij
dat de Heere Jezus was? (Een door God gezonden leraar.)
5. Wat zei de Heere Jezus, dat er in het leven van Nicodemus
moest gebeuren? (Hij moest opnieuw geboren worden.)
6. Wat betekent het om opnieuw geboren te worden? (Dat
iemand een nieuw mens wordt, doordat God, de Heilige
Geest een wonder in hem bewerkt.)
7. Welke straf gaf God toen het volk Israël lang geleden op de
Heere God mopperde? (Hij stuurde giftige slangen, die hen
beten.)
8. Op welke manier konden die mensen beter worden? (Door
naar de koperen slang te kijken die Mozes van de Heere God
had moeten maken.)
9. Wat heeft de Heere Jezus gedaan om ons te redden van de
zonde. (Hij stierf voor onze zonden aan het kruis, en is weer
opgestaan uit de doden.)
10. Hoe kunnen we zeker weten of we opnieuw geboren zijn?
(Als je in de Heere Jezus gelooft.)
Herhalingsspel
Spaghetti-quiz.
Knip draadjes van verschillende
lengte (liefst verschillende
kleurtjes). Stop de draadjes in
een beker en zorg ervoor dat
aan de buitenkant niet te zien
is hoe lang ieder draadje is.
Verdeel de groep in twee
teams, en stel deze teams om
de beurt een vraag. Bij een
goed antwoord mag een kind
van het betreffende team een
draad pakken. Laat de kinderen
de draden die ze gewonnen
hebben aan elkaar vastknopen.
Het team met de langste draad
heeft gewonnen. (Als u geen
wol hebt, zijn dunne strookjes
papier een alternatief. Die
moeten dan aan elkaar geplakt
worden.)
38
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Groepsactiviteit
Blijken van nieuw leven
Kopieer de onderstaande situaties en doe de kaartjes in uw hand.
Laat om de beurt kinderen een kaartje uit uw hand trekken en het
zonder woorden uitbeelden. De anderen moeten raden wat er
uitgebeeld wordt. Houd een gesprekje, nadat is geraden wat er
uitgebeeld is. Help de kinderen met in te zien hoe deze en andere
situaties een nieuw leven met de Heere Jezus kunnen laten zien.
Op school bidden voor het eten.
Voor je ’s morgens opstaat, eerst in de Bijbel lezen.
Met een vriendje over de Heere Jezus spreken.
De verleiding weerstaan om iets uit een winkel te stelen.
Er voor kiezen om niet te spieken bij een repetitie.
Je ouders gehoorzamen door de TV af te zetten en je huiswerk
te gaan maken.
Verwerking
Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart
werkboek.
39
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Les 3 De Samaritaanse vrouw
Lesoverzicht
Bijbelgedeelte: Johannes 4:3-34, 39-42
Bijbeltekst om aan te leren: “Wie de Zoon heeft, heeft het
leven; wie de Zoon van God
niet heeft, heeft het leven
niet.” – 1 Johannes 5:12
Of het tweede gedeelte van
Johannes 3:16, zie vorige les.
Centrale Waarheid: Geloof in de Heere Jezus en je
krijgt eeuwig leven.
Toepassing gelovig kind: Als je een christen bent, kun
je er zeker van zijn dat je
eeuwig leven hebt ontvangen.
Toepassing niet-gelovig kind: De enige manier, waarop je
eeuwig leven kunt krijgen, is
tot Jezus Christus te gaan.
Visuele hulpmiddelen: Platen 3:1-6
Flanelfiguren 2C: 1, 2. 14-21
Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor
een pastoraal gesprek met de
kinderen tijdens één van de
programma onderdelen.
Verwerking: put met kruik & puzzelblad
2125.03 a & b
40
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g Lesschema
I. INLEIDING
Vermoeid, hongerig en dorstig. (Joh. 4:3-6)
II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN
A. Een Samaritaanse vrouw komt voor water. (4:7)
B. Gesprek met de Heere Jezus
a. “Wilt u me wat water geven?” (4:8)
b. “Ik ben een Samaritaanse.” (4:9)
c. “Ik kan u het levende water geven.” (4:10-14)
d. “Geef mij dit water.” (4:15)
e. “Ga, roep uw man.” (4:16)
f. “Ik heb geen man.” (4:17, 18)
g. “Waar moeten we aanbidden?” (4:19, 20)
h. “Aanbidden in geest en in waarheid.” (4:21-24)
i. “Ik weet dat de Messias komt.” (4:25)
j. “Ik ben het.” (4:26)
C. Terugkeer van de discipelen. (4:27)
D. De vrouw verlaat de bron. (4:28)
III. CLIMAX
“Kom en zie de man.” (4:29, 30)
IV. EINDE
De Heere Jezus wordt uitgenodigd om te blijven. (4:40)
Velen geloven. (4:41, 42)
41
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Visuele hulpmiddelen
Maak een kaart waarop de Centrale Waarheid staat: ‘Geloof in de
Heere Jezus en je krijgt eeuwig leven.’ Zet deze kaart op het bord,
zodra dit behandeld wordt, of hang of zet hem op een zichtbare
plaats. U kunt de kaart in de vorm van een cadeau tekenen en
daarop de CW schrijven.
Maak verder woordstroken waar de volgende kreten op staan, ook
deze kunt u van illustraties voorzien: KERK, GOED LEVEN,
BIDDEN. Laat deze zien als ze genoemd worden. U hebt ook een
grote zwarte zak nodig; gevuld met kussens of andere dingen. Plak
het woord ‘zonde’ op de zwarte zak. Maak ook een groot cadeau en
plak er de woorden ‘eeuwig leven’ op. Het cadeau moet zo groot zijn
dat je beide handen nodig hebt om het aan te pakken.
Aanleren van de Bijbeltekst
Tekst om aan te leren: “Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de
Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.” – 1 Johannes 5:12
Inleiding
Max en Marieke waren samen aan het spelen. Ineens zei Max:
“Marieke, houd jij van de Heere Jezus?” “Ja!” zei Marieke: “heel
veel; want als ik stout ben geweest, weet ik dat de Heere Jezus mij
wil vergeven.”
“Ik houd ook van de Heere Jezus,” zei Max: “want Hij wilde voor al
mijn verkeerde dingen aan het kruis sterven.”
Omdat Max en Marieke in de Heere Jezus geloofden, hadden ze
iets heel kostbaars. Ik ga nu een zinnetje voorlezen uit de Bijbel en
dan ga ik vragen wat voor kostbaars Max en Marieke hadden.
Presentatie
Lees de tekst voor uit de Bijbel en laat daarna de aanleertekst
zien. Lees de tekst met elkaar op en stel dan de vraag: Wat voor
kostbaars hadden Max en Marieke? Help de kinderen om op het
antwoord te komen: ze hebben de Heere Jezus en daardoor het
eeuwige leven. (Deze manier van presenteren helpt kinderen om de
Bijbel te leren bestuderen.)
Uitleg
Wie de Zoon heeft - de Zoon is de Heere Jezus.
Heeft betekent dat je in de Heere Jezus gelooft, of met andere
woorden: op Hem vertrouwt. Wat moet jij geloven?: Dat Hij
gestraft is voor jouw zonden.
Dit kan een moeilijk verhaal
zijn om te vertellen, omdat er
weinig handeling in zit en heel
wat conversatie en symboliek ("
levend water", geestelijke
"dorst", enz..) Om de aandacht
van de kinderen vast te houden
kunt u als visueel hulpmiddel
tijdens de inleiding een glas
water laten zien en daar naar,
bij wijze van contrast, kunnen
verwijzen, wanneer u het hebt
over "geestelijke dorst", "het
levende water" en "het
geschenk van God ontvangen."
42
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Heeft het leven; het leven is het eeuwige leven. Dat begint zodra
je in de Heere Jezus gaat geloven. Dit eeuwig leven krijg je in je en
dit blijft altijd. Het is het leven dat God geeft; je bent nieuw en
gaat dan veranderen. Dan leef je echt, omdat je met God leeft en
de Heere Jezus jouw grote Vriend wordt. Hij is Degene die jou
troost en helpt en Die jou een leven geeft dat waard is om te leven.
En als je komt te sterven, dan gaat dat eeuwige leven door in de
hemel, waar je bij de Heere Jezus mag wonen.
wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet - als je
niet gelooft in de Heere Jezus, moet je zonder de Heere Jezus
door het leven gaan. En als je komt te sterven kom je niet in de
hemel, en zul je zelf de straf voor jouw zonden moeten dragen en
dat is verschrikkelijk.
Toepassing
Gelovig kind: Ken jij kinderen die niet in de Heere Jezus geloven?
Wat is het dan fijn als jij hen over de Heere Jezus vertelt; dan
kunnen zij ook de Zoon van God gaan liefhebben en eeuwig leven
krijgen.
Niet gelovig kind: wil jij net als de twee kinderen uit ons
verhaaltje kunnen zeggen: ik houd van de Heere Jezus want Hij is
gestraft voor mijn verkeerde dingen? Wil jij op de Heere Jezus
gaan vertrouwen, maar heb je daar vragen over? Kom dan na de club
naar mij toe, dan kunnen wij samen daarover praten en kan ik jou
uitleggen wat het inhoudt om in de Heere Jezus te gaan geloven.
Aanleren
Hard en zacht: Zeg de tekst twee keer met elkaar op. Begin en
eindig met de tekstverwijzing. Spreek dan het volgende met de
kinderen af: als u uw hand laag doet moeten ze fluisteren, in het
midden gewoon spreken, hoog op harde toon. (Pas op dat het geen
schreeuwen wordt.) Nog een variatie: ping-pong. U zegt het eerste
woord, de kinderen het tweede, u het derde enz. Bij een kleine
groep kunnen de kinderen op een rij gaan staan en om de beurt een
woord van de tekst zeggen. Dit moet zonder onderbreking. Het
kind dat het woord niet weet of te laat zegt moet gaan zitten en is
af. Haal na een paar keer de tekst weg. Kijk naar een aantal malen
hoeveel kinderen er nog staan.
43
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
BIJBELLES
Inleiding
Plaat 3-1 Flanelvoorbeeld 3-1
"O, wat is het heet! Ze hebben samen een lange weg afgelegd en ze
zijn vermoeid, hongerig en dorstig. En ze hebben nog een lange reis
voor de boeg."
De Heere Jezus en Zijn discipelen liepen langs de stoffige weg van
Judea naar Galilea. Galilea was het gebied waar de Heere Jezus
opgegroeid was.
De kortste weg naar Galilea is die door Samaria. Maar meestal
gingen Joden niet door het land van de Samaritanen want zij waren
vijanden. Ze liepen altijd ver om. Maar de Heere Jezus ging wel
door Samaria omdat Hij daar een speciale bedoeling mee had. Nu
waren zij vlakbij de stad Sichar gekomen. Daar was een waterput.
Flanelvoorbeeld 3-2
Dit leek hun een mooie plek om de reis te onderbreken, want de
Heere Jezus was vermoeid. Ook al was Hij God, de Zoon, Hij was
ook echt mens. Net als andere mensen werd Hij moe en had Hij
rust en voedsel nodig.
Genieten jullie ook zo van een glas water als je dorst hebt, of van
iets te eten als je honger hebt? De discipelen liepen door om in de
stad eten te gaan kopen, terwijl de Heere Jezus bij de put bleef
zitten.
Ontwikkeling van de gebeurtenissen
Rond dezelfde tijd ging een vrouw met een waterkruik juist de stad
uit. Ze was op weg naar de put om drinkwater te halen.
Het was vreemd dat ze op die tijd ging. Vrouwen gingen altijd
‘s avonds naar de put. Misschien wilde ze niet gelijk met de andere
vrouwen gaan.
Ze leefde een heel zondig leven en daarom had ze misschien weinig
echte vrienden. Misschien vond ze dat zondige leven best fijn;
maar ze wist niet, dat ze een ander, veel beter, soort leven kon
ontvangen, het eeuwige leven. Ze was "dood door de overtredingen"
- zo noemt de Bijbel mensen die zonder de Heere Jezus leven.
(Efeze 2:5)
Flanelplaten: plaats 2C-1, de
Heere Jezus en 2C-2, de
discipelen
Laat op de kaart van Israël de
route zien, die de Heere Jezus
met de discipelen aflegde.
Samaritanen waren volken die
na de wegvoering van het
tienstammenrijk in het land
Israël waren komen wonen.
Joden en Samaritanen leefden
in onmin met elkaar. Voor meer
informatie zie: 2 Koningen
17:24-41; Ezra 4:1-6.
Flanelplaten: plaats 2C-14, de
Heere Jezus bij de put.
Houd een glas water omhoog.
Leg platenboek op zij.
Flanelplaten: Haal 2C-14 weg,
plaats 2C-15, de vrouw met de
kruik.
Als het kan zou u een
waterkruik aan de kinderen
kunnen laten zien, of anders
een voorwerp dat daarop lijkt
of een plaatje ervan.
Tegen jonge kinderen kunt u
zeggen: Deze mevrouw deed
dingen die God niet goed vindt.
44
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
In de Bijbel staat dat, doordat wij zondig zijn, wij allemaal 'dood'
zijn voor de Heere God. Dat betekent, dat wij van de Heere God
gescheiden zijn. Want Hij is heilig, zonder zonde, en wij zijn
zondig. We hebben eeuwig leven van God nodig. Zonder dat, zijn we
voor eeuwig van God gescheiden. Dit eeuwige leven is een geschenk
van God.
Er is als het ware een muur tussen de Heere God en ons in.
Deze vrouw, met heel haar zondige leven, had nog nooit gehoord,
dat ze eeuwig leven kon krijgen. Ze haastte zich naar de put (bron.)
Plaat 3-2 Flanelvoorbeeld 3-3
Toen ze bij de put kwam was ze heel verbaasd. Ze was niet alleen,
daar zat een man. "Laat ik maar gauw water putten en niet op hem
letten,” heeft ze misschien gedacht. Terwijl ze probeerde de
andere kant op te kijken, zette ze haar kruik op de rand van de put.
Plaat 3-3 Flanelvoorbeeld 3-4
Op dat ogenblik zei de vreemdeling iets tegen haar. "Wilt u mij
alstublieft wat water geven?" vroeg de Heere Jezus. Hij zei dat
niet alleen omdat Hij dorst had, maar omdat Hij vriendelijk tegen
haar wilde zijn.
De vrouw draaide zich om en keek Hem aan. Die man was een Jood!
En die Joodse meneer was vriendelijk tegen haar! Tegen haar, een
Samaritaanse vrouw! Joden spraken nooit vriendelijk tegen een
Samaritaan. Ze vroeg Hem, "Hoe kunt u, die een Jood bent, aan mij
water te drinken vragen? Ik ben een Samaritaanse."
"Als u de gave van God kende," antwoordde Hij, "en wist Wie Hij is,
Die tegen u zegt: Geef Mij te drinken, u zou het Hem hebben.
gevraagd en Hij zou u levend water gegeven hebben."
De vrouw antwoordde, "Meneer, u hebt niets bij u, waarmee u het
water uit de put omhoog kunt halen en de put is erg diep." "Waar
haalt u dan dat levende water vandaan? Denkt u soms dat u meer
bent dan Jakob, die ons deze beroemde bron gegeven heeft?" Ze
wist niet wie Jezus was en ze kon niet begrijpen waarover Hij
sprak.
Wat bedoelde de Heere Jezus met "levend water?
Laat de kinderen de CW zien.
Zorg dat alles afgeplakt is
behalve de woorden ‘eeuwig
leven’.
Maak nu de woorden ‘is een
geschenk van God’ zichtbaar.
Flanelplaten: plaats 2C-14
weer.
Flanelplaten: Haal figuur 2C-15
weg en plaats figuur 2C-16,
vrouw zonder kruik, en 2C-17,
kruik.
Er wordt gezegd dat de put
ongeveer 30 meter diep was.
45
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Plaat 3-4
De Heere Jezus bedoelde het eeuwige leven. Wij hebben water
nodig om hier op aarde te kunnen leven. Maar om bij de Heere God
te kunnen leven hebben we levend water nodig, dat is eeuwig leven.
Wanneer iemand eeuwig leven heeft, is hij niet langer dood voor de
Heere God. Hij kent de Heere God, houdt van God en zal eens voor
eeuwig bij de Heere God leven.
Maar hoe kun je eeuwig leven ontvangen?
Is één van de volgende manieren juist?
a) Je kunt het krijgen als je familie christelijk is en jij naar de
kerk gaat.
b) Je kunt het krijgen als beloning omdat je goed geleefd
hebt.
c) Je kunt het krijgen als je elke dag genoeg gebeden opzegt.
Denken jullie dat een van deze antwoorden juist is?
Nee, niet één daarvan is juist.
Weet je hoe je wel eeuwig leven kunt ontvangen?
d) Het is een geschenk van God.
Een geschenk is iets wat iemand jou aanbiedt; maar voordat het van
jou wordt, moet je moet het eerst aannemen. De Heere Jezus
Christus, de Zoon van God, is de Enige die eeuwig leven kan geven.
Eeuwig leven is het leven van God in ons, zodat wij kunnen beginnen
voor God te leven. De Heere Jezus biedt jou en mij het eeuwige
leven aan.
Hij wilde dat deze zondige vrouw zou weten dat Hij de Enige is, die
haar levend water kon geven. Maar zij hield nog vast aan haar
zondige leven en dan kun je niet het eeuwige leven als geschenk
aannemen. Hij zei tegen haar: "Iedereen die drinkt van het water
uit deze bron zal opnieuw dorst krijgen." Dat kon ze begrijpen. Ze
besefte dat ze elke dag water nodig had.
Maar de Heere Jezus zei nog meer: "Wie drinkt van het water dat
Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar
het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van
water, dat opwelt tot in het eeuwige leven."
"Geef mij dat water," zei ze, "zodat ik nooit meer dorst zal krijgen.
Dan hoef ik hier nooit meer terug te komen voor water."
Ze begreep het nog steeds niet.
Maar de Heere was nog niet klaar met het aan haar uit te leggen.
Hij zei iets vreemds tegen haar, "Ga en roep uw man en kom dan
hier terug."
Toen de Heere Jezus dit zei hield ze van schrik haar adem in.
Flanelplaten: plaats 2C-18,
ellips met “hemels servies”, en
2C-19 ellips met de hemelpoort
.
Wijs naar de CW
Laat de kreten KERK, GOED
LEVEN, BIDDEN zien op het
moment dat u ze noemt.
Haal de kreten KERK, GOED
LEVEN, BIDDEN één voor één
weg.
Laat nu alle woorden van de CW
zien.
Om dit voor de kinderen
makkelijker te maken om het
te begrijpen, kunt u nu de
grote zwarte zak met het
woord ‘zonde’ erop aan een kind
geven. (De zak en het cadeau
moeten zo groot zijn dat het
kind niet beide tegelijk kan
vasthouden.) Geef dan het
cadeau aan hetzelfde kind. Om
het cadeau aan te nemen moet
je dus eerst je zonden
neerleggen. Zo is het ook in je
geestelijk leven. Om eeuwig
leven te ontvangen moet jij je
zonden aan de Heere Jezus
geven en dan kan je het cadeau
van het eeuwig leven aannemen.
46
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Jezus wist alles over haar. Hoe was dat mogelijk? Hij wist het,
omdat Hij God was. Hij wist van het zondige leven, dat ze leidde.
Ze was dood in de zonden en gescheiden van God, ze had Gods
wetten overtreden, net zoals ieder van ons. De Bijbel zegt dat er
niemand is die goed doet. (Romeinen 3:12)
Dat kun je bij jezelf merken. Jouw speelgoed, TV programma’s, en
spelen zijn voor jou vaak veel belangrijker dan naar God te
luisteren. Maar in Gods wet staat: "Gij zult geen andere goden voor
Mijn aangezicht hebben." Niets mag in je leven belangrijker voor je
zijn dan God.
Ben je wel eens boos op je broer, en zeg je dan: "Ik haat hem"?
De Heere Jezus heeft gezegd: dat als je iemand haat, dit net zo
erg is, als dat je iemand doodslaat; en in Gods wet staat: "Gij zult
niet doodslaan."
Jouw leven is zondig. Misschien denk je, dat er veel grotere
zondaren zijn dan jij. Maar door één enkele zonde ben je al
gescheiden van God. Door die zonde zul je nooit eeuwig leven
ontvangen. Je zult God nooit leren kennen of in de eeuwigheid met
Hem leven. God zegt ook tegen jou dat jij je van de verkeerde
dingen/zonden moet afkeren en de zonden aan Hem geven.
Wanneer jij in de Heere Jezus gaat geloven als de Verlosser van je
zonden, dan geeft God jou eeuwig leven cadeau, helemaal gratis en
Hij helpt jou verkeerde dingen na te laten of te overwinnen. Dat
cadeau bood de Heere Jezus deze Samaritaanse vrouw aan. En Hij
biedt het jou ook aan.
"Ik heb geen man," zei ze.
"Ik weet het," antwoordde de Heere Jezus. "U hebt vijf mannen
gehad en met de man, waarmee u nu leeft, bent u niet getrouwd."
Nu was ze pas echt verbaasd. Hoe kon deze man zoveel over haar
weten? Hoe wist Hij van haar zonden? Misschien was hij wel de
profeet die God gezonden had. Ze begon te praten over het
aanbidden van God.
"Wij aanbidden op deze berg," zei ze, wijzend op de berg vlakbij,
"maar u, Joden, zegt dat in Jeruzalem moet worden aanbeden."
De Heere Jezus zei heel vriendelijk tegen haar. "Het belangrijkste
bij het aanbidden van God is niet waar we Hem aanbidden, maar
hoe. We moeten Hem aanbidden in geest en in waarheid."
De Heere wilde dat de vrouw zou begrijpen dat alleen zij, van wie
de harten en levens vernieuwd zijn door God, Hem kunnen
aanbidden. Zij, die Zijn grote gave van eeuwig leven hebben
ontvangen, kunnen tot Hem gaan en met Hem spreken, want hun
zonde brengt niet langer scheiding tussen hen en Hem. Ze kennen
Hem en hebben Hem lief. Dat is de betekenis van "aanbidden in
geest en in waarheid." Je kunt niet doen alsof het goed is tussen
God en jou. Er zijn zelfs mensen in kerken die schijnen God te
Wijs naar de zwarte zak.
Door te zeggen dat zij geen
man had, heeft ze erkent dat
ze zonden doet.
47
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
aanbidden, maar als ze nog nooit Gods gave van eeuwig leven
ontvingen, dan is het geen ware aanbidding. Deze vrouw kende de
ware God niet - ze aanbad Hem dus ook niet.
Ze zei, "Ik weet, dat God heeft beloofd om Iemand te zenden, die
Christus wordt genoemd. Wanneer Hij komt, zal Hij ons alles
vertellen."
"Ik ben het," zei de Heere Jezus Christus. "Die met u spreekt."
De Heere Jezus is die bijzondere Persoon, Hij wordt ook wel de
Messias of de Christus genoemd. Hij is het, die God eeuwen
geleden beloofd had. Hij, de Zoon van God, kwam om eeuwig leven
te geven. Hij kwam om voor de zonden te sterven, zodat iedereen,
die gelooft dat zijn of haar zonden vergeven zijn, eeuwig leven
ontvangt.
Als Hij nu dood zou zijn, dan was er geen eeuwig leven. Maar Hij is
opgestaan uit de doden; Hij is de Levende en zal voor eeuwig leven.
Iedereen die op Hem vertrouwt, kan er zeker van zijn dat, wanneer
hij sterft, hij voor eeuwig met Hem zal leven.
De Bijbel zegt: "Wie de Zoon heeft, heeft het leven." (1 Joh.5:12.)
Dat is Gods belofte aan jullie, die geloven. De duivel wil proberen je
aan het twijfelen te brengen. Soms zal hij tegen je zeggen: "Jij
bent ook geen goede Christen. Kijk eens wat je gedaan hebt. Zo kun
je helemaal niet bij de Heere Jezus horen."
Denk er dan aan wat God zegt: "Wie de Zoon heeft, heeft het
leven."
Als je weet dat de Heere Jezus je Heiland is, kun je er zeker van
zijn dat je eeuwig leven hebt - nu en voor eeuwig. Als je op Christus
vertrouwt, dank dan de Heere dat Hij je eeuwig leven gegeven
heeft.
Toen de vrouw hoorde dat deze Man de Messias was, de Christus,
die door God gezonden was, ging ze geloven en kreeg ze eeuwig
leven. Nooit zou ze meer dezelfde zijn. Heb jij al jouw vertrouwen
op de Heere Jezus gesteld en eeuwig leven gekregen?
Plaat 3-5 Flanelvoorbeeld 3-7
Inmiddels kwamen de discipelen terug uit de stad. Ze waren
verbaasd dat de Heere Jezus met een vrouw zat te praten, maar
geen van hen had de moed om Hem te vragen waarom Hij met haar
sprak. De vrouw draaide zich om en rende snel naar de stad.
Waarom rende ze ineens weg? Ze liet zelfs haar waterkruik staan.
Waarom? Was ze van plan om naar de bron terug te komen?
De discipelen wisten het niet, maar de vrouw wist precies
wat ze deed.
Wijs naar de CW,
Flanelplaten: Haal 2C-16 weg,
zet daarvoor in de plaats 2C-
20, wegrennende vrouw en 2C-
2, de discipelen.
48
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
CLIMAX
Ze snelde de stad binnen en zei tegen de mensen, die ze daar
aantrof: "Kom en zie Iemand Die mij alles gezegd heeft wat ik
gedaan hebt; zou Hij niet de Christus zijn?" De mensen werden
nieuwsgierig en gingen met haar mee de stad uit, naar de bron.
Plaat 3-6 Flanelvoorbeeld 3-9
EINDE
Ze verlangden er naar om de Man, over wie ze gehoord hadden, te
ontmoeten. Ze nodigden de Heere Jezus uit om naar hun stad te
komen. Hij nam hun uitnodiging graag aan. Hij bracht daar met Zijn
discipelen twee dagen door, twee dagen waarin Hij met veel
mensen in die stad over het eeuwige leven kon spreken.
Omdat de vrouw over de Heere Jezus vertelde, gingen daar veel
mensen in Hem geloven.
Ze hoorden over Hem, ze ontmoetten Hem, ze luisterden naar Hem
en geloofden in Hem. Ze ontvingen eeuwig leven.
Het is niet genoeg als je over Jezus gehoord hebt en weet dat Hij
eeuwig leven kan geven. Het is ook niet genoeg, als je alleen maar
weet dat je eeuwig leven nodig hebt.
Ga tot de Heere Jezus, vraag Hem om jouw je zonden te vergeven;
dan krijg je het geschenk van eeuwig leven.
Heb jij dit al gedaan? Denk eens aan wat Gods Woord zegt, dat zij,
die in Hem geloven, "niet verloren gaat (niet van God zullen worden
gescheiden), maar eeuwig leven heeft." (Joh. 3:16.) Als je nog niet
in Hem bent gaan geloven, blijf dan niet geestelijk dood door je
zonden. Je mag tegen de Heere Jezus zeggen dat je van je zonden
af wilt en Zijn gratis geschenk van eeuwig leven wilt ontvangen. Je
mag dat vandaag doen; vertrouw op Hem als je Redder en je kunt,
net als die mensen in Samaria, eeuwig leven hebben.
Tip:
U kunt dit dramatisch
vertellen. De vrouw die altijd
zo verlegen was is zo
veranderd en sprak iedereen
aan. Er moest iets heel
bijzonders gebeurd zijn.
Flanelplaten: Voeg toe: 2C-21
49
H
et le
ven
van
Ch
ristu
s - d
eel 2
© S
tichting I
nterna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisa
tie G
enootsch
ap
Herhalingsspel vragen
1. Waar onderbraken de Heere Jezus en Zijn discipelen de
reis om te rusten en te eten, toen ze op weg waren van
Judea naar Galilea? (Dichtbij Sichar in Samaria.)
2. Waarom ging de Heere Jezus bij de bron zitten? (Hij was
moe.)
3. Wie kwam midden op de dag drinkwater halen? (Een
Samaritaanse vrouw.)
4. Waarom was de vrouw verbaasd toen de Heere Jezus
haar vroeg om Hem wat water te drinken te geven? (Ze
verwachtte niet dat Hij haar zou aanspreken, omdat Hij
een Jood was; de Joden mochten de Samaritanen niet)
5. Wat wilde de Heere Jezus de vrouw geven als ze Hem
erom vroeg? (Levende water, eeuwig leven.)
6. Waarom vroeg de Heere Jezus naar haar man? (Zodat ze
haar zondigheid kon inzien, maar ook dat ze vergeving en
verandering nodig had.)
7. Wie zei de Heere Jezus Wie Hij was? (De Christus, de
beloofde Heiland.)
8. Waarom liet de vrouw haar waterkruik achter en rende
ze naar de stad? (Ze wilde de andere mensen vertellen
over de Heere Jezus: "Zou Hij de beloofde Christus
kunnen zijn?")
9. Wat gebeurde er toen de Heere Jezus twee dagen in
Sichar verbleef om met de mensen te spreken? (Nog veel
meer mensen geloofden in Hem als hun Redder.)
10. Wat moet jij doen om eeuwig leven te krijgen? (Ik hoef
zelf helemaal niets te doen om eeuwig leven te krijgen, ik
krijg dat als ik geloof dat de Heere Jezus de Zoon van
God is, die voor mijn zonden is gestorven.)
Herhalingsspel
De leider in het midden.
Verdeel de groep in twee teams
en laat elke team in een kring
zitten met een van de kinderen
als leider in het midden. Stel
de teams om de beurt een
vraag. Als een vraag goed
beantwoord is mag de leider
blijven zitten. Is de vraag
onjuist beantwoord, dan moet
de leider uit de kring en zit de
kring zonder leider. Zodra
weer een vraag goed
beantwoord is, mag er een
nieuwe leider gekozen worden,
die weer in kring gaat zitten.
De kring die het minst van
leider gewisseld heeft is
winnaar.
50
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Kringgesprek
Praat er met de kinderen over hoe ze het evangelie aan andere
kinderen kunnen vertellen. Vraag wat ze zouden zeggen over zonde,
Gods liefde, wie de Heere Jezus is en wat Hij heeft gedaan. Wat
iemand moet doen om bij de Heere Jezus te horen. Misschien wilt u
hun antwoorden opschrijven op een bord. Als de tijd het toelaat,
zou u twee kinderen kunnen laten uitspelen hoe ze kunnen getuigen
tegen andere kinderen.
Verwerking
Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart
werkboek.
51
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Les 4 De genezing van de zoon
van de hoveling
Lesoverzicht
Bijbelgedeelte: Johannes 4:46-54
Bijbeltekst om aan te leren: “Zonder geloof is het echter
onmogelijk God te behagen” –
Hebreeën 11:6a.
Centrale Waarheid: God wil dat jij in de Heere
Jezus gaat geloven.
Toepassing gelovig kind: Je moet dagelijks blijven
vertrouwen op de Heere Jezus
Christus en op Zijn Woord.
Toepassing niet-gelovig kind: Je moet alleen op de Heere
Jezus Christus vertrouwen
voor je redding.
Visuele hulpmiddelen: Platen 4:1-6
Flanelfiguren 2C: 7, 22-26
Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor
een pastoraal gesprek met de
kinderen tijdens één van de
programma onderdelen.
Verwerking: standaard vertrouwen &
invulplaat met rebus
2125.04 a & b
52
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g Lesschema
I. INLEIDING
“Iedereen in huis was verdrietig.”
II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN
A. De jongen is erg ziek. (Joh. 4:46)
B. De ouders horen dat de Heere in Kana is. (4:47)
C. De vader gaat naar Kana. (4:47)
D. De vader vraagt de Heere om te komen. (4:47, 48)
E. “Kom voordat mijn kind sterft.” (4:49)
III. CLIMAX
“Uw zoon leeft.” (4:50-53)
IV. EINDE
De familie gelooft. (4:53)
53
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Visuele hulpmiddelen
Maak woordstroken met “Wat is geloof?” en “Dit is vertrouwen dat
de Heere Jezus zal doen wat Hij beloofd heeft.”
Schrijf de Centrale Waarheid op een stevig stuk papier en laat dat
zien, wanneer dat in de les aangegeven wordt. Plaats het op een
manier dat het de hele tijd zichtbaar is.
Aanleren van de Bijbeltekst
Tekst om aan te leren: “Zonder geloof is het echter onmogelijk
God te behagen.” – Hebreeën 11:6a.
Inleiding
Ze hadden gym. Alle kinderen moesten om de beurt uit de ringen
springen. “Je hoeft niet bang te zijn,” zei de gymleraar: “Ik blijf er
bij staan en vang je op.”
Max maakte een verkeerde sprong, maar de gymleraar ving hem
toch handig op.
Elise aarzelde even, maar ze sprong toch, want ze wist zeker dat
de gymleraar haar opving als het niet goed ging
Iedereen was aan de beurt geweest, behalve Marieke; zij was op de
bank blijven zitten.
“Waarom doe jij niet mee Marieke?” vroeg de leraar.
“Ik durf niet!”
“Maar ik vang je toch op; ik heb wel tien kinderen opgevangen!”
“En toch durf ik niet!” zei Marieke. (Als u wilt, kunt u zelf verzinnen
waarom Marieke niet durfde.)
“Ik vind het jammer dat je me niet vertrouwt,” zei de gymleraar
teleurgesteld.
Waarom was de gymleraar teleurgesteld? (antwoord kinderen: ze
vertrouwde hem niet) Was hij te vertrouwen? Het was jammer dat
Marieke de gymleraar niet geloofde. Maar het is veel erger als je
God niet gelooft; en daarover ga ik jullie nu een zinnetje uit de
Bijbel voorlezen.
Presentatie
Lees de tekst voor uit de Bijbel, zeg tegen de kinderen dat ze hun
hand op moeten steken op het moment dat u het woordje geloof
zegt. (luisteroefening) Lees hem met elkaar.
Uitleg
Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen.
Wat betekent geloof? (Antwoord: vertrouwen.)
Wie kan het woord behagen aanwijzen? (Laat een kind het
54
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
aanwijzen.) Iemand behagen betekent: iemand blij maken met wat
je doet.
Zonder geloof is het onmogelijk om te doen en te leven zoals God
dit wil en goedvindt.
Toepassing
Gelovig kind: Als jij problemen hebt, of verdriet, of iets anders
wat naar is, dan wil God graag, dat jij gelooft dat Hij jou kan helpen
en troosten en alles voor jou wil doen wat Hij nodig vindt. Als jij
zegt: bidden helpt toch niet; dan maak je God verdrietig. Want
bidden helpt wel; als jij bidt zal God jou misschien niet geven wat
jij graag wilt, maar wel wat jij nodig hebt.
Niet gelovig kind: Als jij niet gelooft dat de Heere Jezus voor
jouw zonden is gestorven, en jij niet opnieuw geboren bent (weet je
nog van de vorige les?) dan kan de Heilige Geest jou niet duidelijk
maken wat God goed vindt. Jij weet dan niet wat Gods wil is. Toch
wil God jou dat heel graag leren. Maar dan moet jij wel tegen Hem
zeggen dat je graag bij God wil horen. Als je niet begrijpt hoe dat
kan, dan mag je na de club naar mij toekomen en kan ik je het
uitleggen.
Aanleren
Zeg de tekst twee keer met elkaar op van de aanleertekst. Nu zegt
u het eerste woord van de tekst, de kinderen het tweede, u het
derde, enz. Begin en eindig met de tekstverwijzing. Een variatie
hierop: Laat de kinderen staan. Wijs een kind aan welke het eerste
woord zegt, en vervolgens een ander kind dat het tweede woord
zegt. Zo gaat u door tot de hele tekst is opgezegd. Het kind dat
het verkeerde woord zegt of te laat is, is af en moet gaan zitten.
BIJBELLES
Inleiding
Misschien woonde hij wel in het mooiste huis van heel Kapernaüm.
Want deze man, had een heel belangrijke baan. Hij was officier bij
de koning; of zoals hij genoemd werd "een hoveling". Een hoveling is
een hoge ambtenaar. Maar toch was iedereen in dit huis verdrietig.
Wijs Kapernaüm en Kana aan op
de kaart op het moment dat ze
genoemd worden. Voor de
kinderen die topografie op
school krijgen, zal dit extra
aanspreken.
55
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Ontwikkeling van de
gebeurtenissen
De zoon van deze hoveling was ziek. Hij had heel hoge koorts en
was zo ziek dat hij elk moment kon sterven. Er waren geen
medicijnen voor hem, de dokters konden hem niet helpen.
Flanelvoorbeeld 4-2
Kunnen jullie je voorstellen hoe verdrietig iedereen in dit gezin
was? Er leek geen hoop meer te zijn. En het kan zijn, dat juist op
dat moment een bediende de kamer binnen rende.
"Jezus is in Kana."
"Jezus? Oh ja! De Man die water in wijn veranderde."
Natuurlijk hadden de mensen van Kapernaüm het nieuws over het
wonder van de Heere Jezus gehoord, want het lag op 30 kilometer
bij Kana vandaan. Ook de hoveling en zijn vrouw hadden gehoord
over de Heere Jezus en ze wisten dat Hij macht had om wonderen
te doen.
"Zou Jezus willen komen om onze zoon te genezen?" vroegen ze
zich af.
"Ik zal naar Hem toegaan en het Hem vragen," zei de hoveling.
Plaat 4-2
Nog nooit had de reis naar Kana hem zo lang geduurd. Zijn kleine
jongen lag op sterven, dus iedere minuut was kostbaar.
Toen de hoveling snel over de weg liep, heeft hij vast over de
Heere Jezus nagedacht. Hij was zo blij dat hij over Hem gehoord
had. Als niemand hem dat verteld had, wat voor hoop zou hij dan nu
gehad hebben?
Het is heel belangrijk om over de Heere Jezus Christus te horen.
Niemand kan in Hem gaan geloven, als hij niet eerst over Hem
gehoord heeft. Op de Goed Nieuws Club hebben jullie over Hem
gehoord. Jullie weten wie Hij is en wat Hij gedaan heeft. Kunnen
jullie een paar dingen opnoemen, die jullie gehoord hebben? (Geef
de kinderen gelegenheid om te antwoorden.)
We weten dat dit allemaal waar is, omdat we erover lezen in de
Bijbel.
We weten dat de Heere Jezus alles kan doen, wat Hij wil, wat het
ook maar is.
We weten dat Hij altijd doet wat Hij belooft. We weten dat Hij
zonden vergeeft en dat Hij eeuwig leven geeft.
Flanelplaten: voeg toe figuur
2C-23, de vrouw van de
hoveling
Flanelplaten: haal figuur figuur
2C- 23 weg.
56
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Het is heel belangrijk dat jij van de Heere Jezus gehoord hebt,
maar één ding is nog belangrijker. Het belangrijkste is, dat je op
Hem gaat vertrouwen als de Verlosser van je zonden. Ook al weten
we nog zoveel over Hem, als we niet op Hem vertrouwen, kunnen we
God niet blij maken. God zegt in Zijn Woord: "Zonder geloof echter
is het echter onmogelijk God te behagen" (Hebreeën 11:6). Dat
betekent: "Als iemand niet gelooft, kan God niet tevreden/blij met
hem zijn."
Wat is het belangrijk om God blij te maken; om eer te geven aan
Hem die de Koning der koningen en de Heere der Heeren is, onze
Schepper en enige Redder!
God vindt het goed en verheugt Zich wanneer je in de Heere Jezus
gaat geloven en Hem aanvaardt als je persoonlijke Heere en
Redder. Zijn jullie niet blij dat je gehoord hebt over Jezus, net als
de hoveling?
Eindelijk kwam hij in het stadje Kana aan, en meteen ging hij op
zoek naar de Heere Jezus.
Plaat 4-3 & 4-4 Flanelvoorbeeld 4-4
Zodra hij de Heere Jezus vond, smeekte de vader van de zieke
jongen: "Wilt U alstublieft direct mee naar mijn huis komen om
mijn zoon beter te maken, want hij ligt op sterven".
Tot in het diepst van zijn hart wist de vader, dat de Heere Jezus
zijn zoon kon genezen.
Ben jij er tot in het diepst van je hart van overtuigd, dat de Heere
je al je zonden kan vergeven? Geloof je echt, dat Hij je eeuwig
leven kan geven?
Het is belangrijk dat jij van Hem gehoord hebt, net zoals de
hoveling. Het is belangrijk dat je ervan overtuigd bent dat Hij je
kan vergeven. Maar ook al weet je dat allemaal, toch kun je nog
verloren zijn in je zonden. Je moet persoonlijk geloven dat Hij jou
al jouw zonden wil vergeven.
Stel je eens voor dat je ziek bent en de dokter heeft je medicijnen
gegeven, wat moet je dan doen?
Zou je er iets aan hebben als je het laat staan op het tafeltje
naast je bed?
Zou je er iets aan hebben als de dokter zegt dat dit het beste
medicijn van de wereld is?
Natuurlijk niet. Je moet het innemen.
Je kunt een heleboel over de Heere Jezus gehoord hebben, en je
kunt geloven dat Hij alles kan; maar je leven wordt pas veranderd
als jij er met je hele hart op vertrouwt dat Hij jou je zonden
vergeven heeft. Dat is geloof.
Laat de kinderen de CW zien.
Laat plaat 4-3 even zien en sla
dan meteen om naar 4-4.
Flanelplaten: Haal de figuren
weg en plaats figuur 2C-7, de
Heere Jezus, en 2C-24.
Tip:
Haal een potje medicijnen
tevoorschijn en vraag aan de
kinderen wat het is, waarom je
dit krijgt en wat er gebeurt als
je het niet inneemt.
57
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
"Heere, kom alstublieft, voordat mijn kind sterft," vroeg de man.
"Ga naar huis en maakt u zich geen zorgen, uw zoon leeft," zei de
Heere Jezus. Hij bood niet aan met de vader mee te gaan om zijn
zoon te zien. De vader drong niet opnieuw aan.
Waarom? (Laat de kinderen antwoord geven.)
Juist, de vader geloofde de Heere Jezus op Zijn woord.
Geloof is: dat je erop vertrouwt dat de Heere Jezus zal doen wat
Hij gezegd heeft. Hij belooft eeuwig leven te geven aan allen die
geloven dat Hij de Zoon van God is die voor onze zonden aan het
kruis gestorven is.
"Opdatieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig
leven heeft". (Joh. 3:16) Je kunt vandaag nog op Hem gaan
vertrouwen en eeuwig leven hebben. Je zou bijvoorbeeld zoiets als
het volgende tegen Hem kunnen zeggen: "Lieve Heere Jezus, ik
weet dat U de Enige bent die mij eeuwig leven kunt geven. Ik geloof
dat U voor mijn zonden aan het kruis bent gestorven. Wilt U mij
alstublieft mijn zonden vergeven en mij eeuwig leven geven? Wilt U
de baas over mijn leven, en mijn Heere en mijn Heiland zijn? Amen."
Als jij met je hele hart gelooft dat God jou je zonden heeft
vergeven, dan zegt God in de Bijbel dat het goed tussen God en jou
is en kun je gaan leven naar Zijn wil.
Plaat 4-1 & 4-5
De hoveling geloofde wat de Heere Jezus zei. Hij verliet de Heere
Jezus en om de een of andere reden ging hij die dag niet direct
naar huis. Het was vroeg in de middag en Kapernaüm lag ongeveer
30 kilometer verder weg, zes uur lopen.
Toen hij de volgende dag terug naar zijn woonplaats liep, zag hij in
de verte een paar mannen hem tegemoet komen, het waren zijn
bedienden.
CLIMAX
Toen ze dichterbij kwamen, zag hij hoe ze straalden van blijdschap
en hij hoorde hen zeggen: "Uw zoon leeft en is weer gezond."
Het was precies zo als de Heere Jezus gezegd had.
"Wanneer begon hij zich beter te voelen?" vroeg de vader.
"Gistermiddag om één uur ging de koorts weg," antwoordden de
bedienden. Toen drong het tot de man door, dat precies op die tijd
hij met de Heere Jezus had gesproken. Hij was helemaal ontroerd.
Snel ging hij met de bedienden naar huis.
Plaat 4-6
En wat was hij blij toen hij zijn vrouw zag en zijn volkomen gezonde
zoon.
Leg het platenboek opzij.
Flanelplaten: Haal het bord
leeg.
Plaats de woordstroken
wanneer u over geloof praat, op
een plaats die de kinderen
kunnen zien (bv. het
flanelbord).
Laat de kinderen plaat 4-1 weer
zien, en zodra u het noemt,
plaat 4-5.
Flanelplaten: Plaats figuur 2C-
22 en 2C-25, de knechten,
zodra ze genoemd worden.
Tip om het spannend te
vertellen:
De volgende dag liep hij terug
naar huis. Toen hij vlak bij huis
was zag hij een paar mannen
aankomen. (doe alsof u in de
verte tuurt) Wie zouden dat
zijn? Hij keek nog eens goed.
Zouden dat zijn bedienden
zijn? (Pauze) Ja dat waren ze!
Wat zouden ze te vertellen
hebben? Ze kwamen steeds
dichter bij. Nu kon hij ze zien.
Wat keken ze blij. Die hadden
goed nieuws hoor. En ja ze
riepen: “Uw zoon leeft en is
weer helemaal de oude.”
Flanelplaten: Haal 2C-25 weg,
plaats figuur 2C-26, de vrouw
met haar zoon.
58
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
EINDE
Kunnen jullie de blijdschap in dat gezin voorstellen?
Maar ze werden nog blijer toen de vader alles over de Heere Jezus
vertelde. Op die dag stelde iedereen in dat huis zijn vertrouwen op
de Heere Jezus.
Misschien heb jij al je vertrouwen op de Heere Jezus gesteld, en
weet je dat Hij het goed gemaakt heeft tussen God en jou. Dan ben
je een Christen; want je weet dat je zonden vergeven zijn en dat
Hij jou eeuwig leven heeft gegeven. Maar daarmee is je vertrouwen
op Hem niet afgelopen. God vraagt van je dat je elke dag op Hem
vertrouwt. Vertrouw op Hem wanneer Hij in de Bijbel zegt: "En zie,
Ik ben met u al de dagen tot de voleinding van de wereld" (Matth.
28:20.)
Geloof dat Hij bij jou is, op school, thuis, als je alleen bent en ook
als je slaapt. Iedere keer dat je een belofte leest in de Bijbel, kun
je er zeker van zijn dat die waar is. Geloof dat God wil doen wat Hij
belooft. Dan vertrouw je op Hem, net zoals het gezin van de
hoveling.
Als je nog niet je vertrouwen op de Heere Jezus hebt gesteld en je
wilt graag weten hoe je een kind van God kunt worden of je hebt
andere vragen, dan mag je na de club naar me toekomen en kunnen
we er samen over praten.
Wijs naar de CW.
Praat er met de (gelovige)
kinderen over hoe God je helpt
in alle genoemde situaties.
Misschien hebt u zelf een
ervaring die u door wilt geven,
of nog beter één van de
kinderen laten getuigen, hoe ze
Gods aanwezigheid hebben
ervaren. De niet gelovige
kinderen die meeluisteren
zouden op die manier tot
‘jaloersheid gewekt’ kunnen
worden. U kunt dit na de
Bijbelles doen, maar ook bij de
quiz of als verwerking daarna.
59
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Herhalingsspel vragen
1. Naar welke stad moest de hoveling gaan om de Heere Jezus
te gaan halen? (Kana)
2. Waarom wilde deze man de Heere Jezus spreken? (Zijn
kleine jongen was ziek)
3. Wat zei de Heere Jezus tegen de hoveling? ("Ga naar huis.
Uw zoon leeft")
4. Wat deed de man toen hij deze woorden hoorde? (Hij
geloofde wat de Heere Jezus gezegd had.)
5. Waarom denk je dat de Heere Jezus niet met de hoveling
meeging? (Dat was niet nodig. De Heere Jezus kon de
jongen ook zó genezen.)
6. Wat is het belangrijkste dat jij over de Heere Jezus moet
geloven? (Dat Hij de Enige is die het goed kan maken tussen
God en jou.)
7. Wie kwamen de hoveling de volgende dag toen hij bijna thuis
was tegemoet en wat vertelden ze hem? (Zijn bedienden;
dat zijn zoon was genezen.)
8. Op welk tijdstip was zijn zoon genezen? (Precies op het
tijdstip waarop de Heere Jezus gezegd had: Uw zoon leeft.)
9. Wat gebeurde er toen de vader weer bij zijn vrouw en kind
was? (Iedereen stelde zijn vertrouwen op de Heere Jezus
Christus.)
10. Als jij in de Heere Jezus gelooft, waar mag je dan op
vertrouwen dat Hij zal doen? (Hij is altijd bij mij, op school,
thuis, als ik alleen ben, anders.)
Herhalingsspel
“Kom over!”
Verdeel de groep in twee
teams. Stel de kinderen van
elk team op in twee rijen
tegenover elkaar. Stel de
teams om de beurt een vraag.
Bij een goed antwoord, komt
een kind van de andere groep
in dat team. Het team dat aan
het eind de meeste leden kent
is winnaar.
Vraag 6 is een moeilijke vraag,
zeker voor buitenkerkelijke
kinderen. U zou hier een
multiple choice vraag van
kunnen maken, met 3
mogelijkheden. Bijvoorbeeld:
Dat Hij de enige is die het
goed kan maken tussen God en
jou.
Dat Hij wonderen kan doen.
Dat Hij wil dat jij lief bent.
Naar aanleiding van vraag 6
zou u kunnen zeggen: als jij
graag wilt dat het goed komt
tussen God en jou maar je
begrijpt niet goed hoe dat kan,
dan wil ik er graag na de club
met jou over spreken. Als jij
dat wilt, mag je onder het
werkje (of ander tijdstip) naar
…….(wijs een plaats aan) gaan.
Als ik jou daar zie, weet ik dat
jij met mij wilt praten en dan
zullen we samen in de Bijbel
kijken hoe de Heere Jezus het
goed kan maken tussen God en
jou.
60
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Groepsactiviteit
Staan op Gods beloften
Kopieer en knip de tekstplaatsen uit die achterin de handleiding
staan en leg ze omgekeerd op een tafel. Laat de kinderen één voor
één een kaartje uitkiezen en proberen de tekst in de Bijbel op te
zoeken. Help het kind het vers te vinden, of als hij dat kan, vraag
of hij/zij de andere kinderen kan vertellen hoe hij/zij dat doet.
Laat het kind de tekst hardop voorlezen en de belofte noemen.
Praat met elkaar over de belofte en laat de kinderen nadenken over
een situatie waarin zij op die belofte moeten vertrouwen. Als u
vermoedt dat opzoeken met uw groep kinderen een tijd en
aandacht rovend karwei dreigt te worden, kunt u de kaartjes in de
Bijbel stoppen op de plaats waar de tekst staat. (Veel kinderen die
niet met de Bijbel vertrouwd zijn, vinden dit heel interessant.)
Verwerking
Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart
werkboek.
61
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Les 5 De blinde Bartimeüs
Deze les is ook geschikt om voor een evangelisatie actie te gebruiken
Lesoverzicht
Bijbelgedeelte: Marcus 10:46-52; Lucas 18:35-
43
Bijbeltekst om aan te leren: “Ik ben het licht der wereld;
wie Mij volgt, zal beslist niet
in de duisternis wandelen,
maar zal het licht van het
leven hebben.” – Johannes 8:12
Centrale Waarheid: Alleen de Heere Jezus kan de
duisternis van de zonde
wegnemen.
Toepassing gelovig kind: Het is belangrijk dat je in het
licht blijft wandelen.
Toepassing niet-gelovig kind: Geloof dat de Heere Jezus de
duisternis van jouw zonden wil
wegnemen.
Visuele hulpmiddelen: Platen 4:1-6
Flanelfiguren 2C:2. 7, 21, 27,
28
Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor
een pastoraal gesprek met de
kinderen tijdens één van de
programma onderdelen.
Verwerking: donker-licht & kandelaar
2125.05 a & b
62
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g Lesschema
I. INLEIDING
Sluit je ogen.
II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN
A. Er zit een blinde man te bedelen. (Luc. 18:35)
Zonde tegen God.
1. Niemand kan zijn eigen blindheid genezen.
2. Zonde kun je zelf niet wegnemen.
B. Bartimeüs hoort over de Heere Jezus Christus.
De Heere Jezus is de Enige die de zonden kan
wegnemen.
3. Zijn dood.
C. De Heere Jezus komt naar Jericho. (18:35)
D. Bartimeüs roept tot de Heere Jezus. (18:37-39)
4. De kosten van het geloven en volgen.
E. Jezus Christus roept Bartimeüs. (18:40; Marc. 10:49)
5. De liefde van Christus.
F. “Wat wilt u dat Ik voor u doen zal?” (Luc. 18:41)
6. Redding
III. CLIMAX
Bartimeüs kan weer zien. (18:42, 43)
IV. EINDE
Redding
63
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Visuele hulpmiddelen
Schrijf de Centrale Waarheid: “Alleen de Heere Jezus kan de
duisternis van de zonde wegnemen” op een lange strook papier. Rol
aan beide zijden de strook op, zó dat alleen het woord duisternis
zichtbaar blijft. Bevestig dit op het (flanel)bord of op een andere
plaats.
Maak een woordstrook met daarop de volgende raadselachtige zin:
“Je kunt zien en in de duisternis leven en blind zijn en in het licht
leven.”
Aanleren van de Bijbeltekst
Tekst om aan te leren.: “Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt,
zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het
leven hebben.” – Johannes 8:12
Inleiding
Max werd midden in de nacht wakker. Hij moest naar de WC. Het
was aardedonker. “Och,” dacht Max: “ik ben niet bang in het
donker, ik weet precies hoe ik moet lopen.” Stoer liep hij in het
pikkedonker over de overloop. Ineens! Pats!, Boem! Daar lag hij. Oei,
wat schrok hij, en wat deed dat zeer.
Hoe kwam het dat Max gevallen was? Castor, de hond was midden in
de nacht naar boven gelopen en op de overloop gaan liggen. Doordat
het donker was, had Max de hond niet gezien en was hij er
overheen gevallen.
Doordat het donker was, liep Max verkeerd en viel hij. Maar, er is
ook nog een andere duisternis, en als je daarin wandelt, gebeuren
er veel ergere dingen.
Presentatie
Lees de tekst hardop voor uit uw Bijbel. Vraag, of de kinderen u
daarna kunnen vertellen, hoe vaak ze het woord ‘duisternis’, en hoe
vaak het woord ‘licht’ gehoord hebben. Haal dan de aanleertekst te
voorschijn om te zien wie er gelijk heeft.
Uitleg
“Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de
duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben. –
Johannes 8:12
Wie is de Ik in deze tekst: (De Heere Jezus)
De Heere Jezus is het licht der wereld betekent, dat Hij de
64
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
mensen laat zien hoe ze bij God in de hemel kunnen komen en hoe
ze naar Gods wil kunnen leven.
Met duisternis wordt hier bedoeld: de zonde. In de duisternis
wandelen betekent: dat je verkeerde dingen kunt doen, zonder dat
je snapt dat het verkeerd is. Bijvoorbeeld je doet een
computerspelletje met allemaal gemene dingen.
De Heere Jezus volgen begint met weten dat je gezondigd hebt en
geloven dat de Heere Jezus voor jouw zonden gestorven is. Als je
echt met je hart gelooft wil je de Heere Jezsu ook gehoorzamen.
Stel dat Max het licht had aangedaan toen hij naar de WC moest,
dan had hij Castor gezien en was hij niet over hem gestruikeld. Je
zou kunnen zeggen: dan had hij het licht van de overloop gehad.
Als jij in de Heere Jezus gelooft dan heb jij
Het licht van het leven. De Heere Jezus woont in jou en laat jou
zien dat pesten gemeen is, dat sommige televisie programma’s jou
verkeerde dingen leren. 1 Als jij ruzie hebt gehad met een vriendje
of je bent brutaal geweest tegen je moeder, dan krijg je daar spijt
van en je wilt het goed maken. Dat komt omdat de Heere Jezus in
jouw hart woont.
Toepassing
Gelovig kind: Misschien besef je niet dat het om ons heen duister
is, maar er zijn heel veel manieren waarop de duivel probeert om
ons te laten vallen, bijvoorbeeld met occulte spelletjes, of films, of
video’s die niet goed voor je zijn. Maar ook bijvoorbeeld om iets
weg te pakken of te liegen. Je hebt dan de Heere Jezus nodig om
jou te helpen op de goede weg te wandelen.
Niet gelovig kind: Als je nog niet de Heere Jezus hebt aangenomen
als je Verlosser; als je nog niet aan Hem hebt gevraagd om jou je
zonden te vergeven, dan leef je nog in de duisternis; dan ben je van
God gescheiden. Je kunt dat veranderen door de Heere Jezus te
vragen het licht van jouw leven te worden. Je mag je zonden
belijden en voor altijd bij de Heere Jezus horen en Hem volgen.
Aanleren
Zeg de tekst een aantal malen op. Leg na iedere twee keer
opzeggen iets van de tekst uit (zoals hierboven staat). Na iedere
1 De praktijk laat zien dat gelovige kinderen de televisie uitzetten
of wegzappen als het programma een occulte lading heeft. Onze
ervaring bij IKEG is dat kinderen zelf met bezwaren komen over
occulte programma’s en internet sites. Het aanleren van deze
tekst kan aanleiding geven tot een klassengesprekjes. Neem de
tijd om de vragen van de kinderen te bespreken.
65
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
twee keer opzeggen laat u een (jong) kind een stuk van de tekst
weghalen.
Is de tekst op één blad papier geschreven, dan neemt u drie
(kranten) vellen, die iets groter zijn dan het tekstblad. In het
eerste vel knipt u een paar grote gaten. In het tweede vel iets
kleinere, en in het derde vel nog kleinere. Na iedere twee
keer opzeggen, legt u respectievelijk het eerste, tweede en derde
vel papier over de tekst. (Zorg dat de artikelen en foto’s niet
afleiden.)
BIJBELLES
Inleiding
Doe eens allemaal je ogen dicht. Ik tel tot tien; daarna mag jij je
ogen weer opendoen. (Tel niet te vlug)
Wat konden jullie, met je ogen stijf dicht, zien? Niets.
Denken jullie dat je met gesloten ogen mij hadden kunnen vinden?
Waarschijnlijk wel, omdat je wist waar ik stond. (Kies een kind uit.)
Johan, ik doe jou een blinddoek om. (Blinddoek het kind en breng
hem naar de andere kant van de kamer)
Nu loop ik een eindje bij je vandaan. Ik zeg niks; ik beweeg me heel
zachtjes; en jij moet mij gaan zoeken. Ik zal de anderen een
seintje geven als ik zover ben.
Het is duidelijk dat dit voor hem bijna onmogelijk is, want u kunt
altijd voor hem uitwijken. Houd hem staande en laat de blinddoek
voor.
Wat moet Johan doen, als hij mij te pakken wil krijgen? Juist, hij
moet zijn blinddoek afdoen. (Doe Johan de blinddoek af)
Nu kan hij weer zien - hij tast niet langer rond in het donker. Maar
kun jij je indenken hoe moeilijk het moet zijn, als je nooit iets kunt
zien.
Deze man wist dat wel.
Ontwikkeling van de gebeurtenissen
Plaat 5-1 Flanelvoorbeeld 5-1
Daar zat hij, buiten de stad Jericho, aan de kant van de weg. Het
was een prachtige stad, maar de man kon de hoge palmbomen, die
heen en weer waaiden in de wind, niet zien. Hij kon de tuinen met
rozen of andere bloemen, die in de hele stad in bloei stonden, niet
zien. Hij kon de geur van de balsemstruiken en van de prachtige
bloemen, die vlakbij groeiden, wel ruiken, maar hij kon ze niet zien.
Hij was blind.
Opmerkingen:
Als u een groep heeft die
moeilijk in de hand te houden
is, kan het beter zijn om de
inleiding over te slaan en te
beginnen met ontwikkeling van
de gebeurtenissen.
Laat de kinderen de CW zien
en wijs naar het woord
“duisternis”
Laat de kinderen de
raadselachtige zin zien: “Je
kunt zien en in de duisternis
leven en blind zijn en in het
licht leven.” Vraag de kinderen
of ze weten wat dit betekent.
Geef ze nog niet het juiste
antwoord maar zeg dat het
verhaal het duidelijk zal
maken. Zorg ervoor dat de zin
de hele tijd zichtbaar is.
. Flanelplaten: Plaats figuur 2C-
27, Bartimeüs.
Wijs Jeruzalem en Jericho op
de kaart aan.
66
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
En hij was niet alleen blind, maar ook erg arm; voor blinde mensen
was er in die dagen geen werk.
Tegenwoordig kunnen blinden een heleboel dingen doen. Ze kunnen
bijvoorbeeld leren lezen. Hoe doet een blinde dat? Hij leest door
de kleine bobbeltjes, die op een bladzijde staan, te voelen. Dat
wordt het brailleschrift genoemd.
Iemand die blind is, kan leren typen. Hij kan veel dingen met zijn
handen doen. Maar in de tijd, waarin deze man leefde, was er
meestal maar één ding dat een blinde kon doen. Bedelen. In de
Bijbel lezen we dat de naam van deze blinde bedelaar "Bartimeüs"
was.
Weet je dat er in de Bijbel staat, dat, als je de Heere Jezus niet
kent als jouw Verlosser, je net zo als Bartimeüs in de duisternis
leeft? Ik weet wat jullie denken: het is toch niet donker om ons
heen, we kunnen toch zien? Dat is natuurlijk zo. De duisternis waar
ik het over heb, is die van de zonde. Het niet gehoorzamen van
Gods geboden. Met jouw zondige leven doe je God erg veel
verdriet.
Misschien heb je wel eens gevloekt als iets tegen zat, of zomaar,
om ‘stoer’ te doen. Weet je, dat de Heere God dat heel erg vindt?
In de Bijbel staat: "U zult de Naam van de Heere, uw God, niet
ijdel (=zomaar/onnodig) gebruiken." Of denk eens aan die jongen in
je klas die je niet zo graag mag, omdat hij een mooiere fiets heeft
dan jij. God zegt: "U zult niet begeren...." (niet iets willen hebben
wat van een ander is).
En toch wil je liever die mooie fiets dan je eigen gewone fiets.
Wanneer je ongehoorzaam bent aan deze, of aan andere geboden
van God, dan zondig je en God zegt dat zonde gelijk is aan de
duisternis. God kan nooit toestaan dat er in Zijn tegenwoordigheid
zonde voorkomt, want in de Bijbel staat: "God is licht, er is in Hem
geen spoor van duisternis." God is zuiver en zonder zonde. Dus als
je leven vol is van de duisternis van zonde, dan ben je ver bij God
vandaan; je kunt dan nooit bij Hem in de hemel komen. Dat is een
ernstige zaak, want de duisternis van je leven is veel erger dan
welke vorm van blindheid ook.
Blindheid is een grote handicap. Het leven is voor blinde mensen zo
heel anders. Mogelijk heeft Bartimeüs' leven er als volgt uitgezien:
dag in, dag uit zat hij langs de kant van de weg, die naar de stad
liep. De naam van die stad was Jericho. Het was een drukke weg
met veel reizigers, want het was de weg naar Jeruzalem. Dag in,
dag uit zat hij daar en riep: "Aalmoes! Aalmoes, een aalmoes
alstublieft. Geeft u me alstublieft iets."
Een goed idee is om de
kinderen een paar bladzijden
brailleschrift te laten zien.
Rol een stukje (van de
rechterzijde) van de CW
(verder) uit, zodat de woorden
“duisternis van de zonde”
zichtbaar zijn.
67
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Er kwamen veel mensen langs. Af en toe gaf iemand hem een
muntje. Als hij genoeg aalmoezen gekregen had, kon hij weer wat
eten kopen. Hij was blij dat er mensen waren die hem hielpen om
aan eten te komen. Maar aan zijn blindheid kon niemand iets doen.
Niemand kon hem ziende maken.
Zo is het ook met de duisternis van de zonde. Geen mens kan de
duisternis van jouw zonde wegnemen en je kunt het zelf ook niet.
Sommige mensen proberen dat wel. Ze denken dat ze God wel een
handje kunnen helpen om hun zonde weg te krijgen. Ze denken dat,
als ze zo goed mogelijk proberen te leven of elke dag hun gebeden
opzeggen of naar de kerk gaan, hun zonden wel weggenomen
worden. Maar zelfs door het doen van deze goede dingen kun je de
zonde niet kwijtraken.
Als God Zelf er niets aan zou doen om de duisternis van de zonde
weg te nemen, zou je leven altijd vol met zonden blijven. De zonde
zou altijd de baas over jou blijven. Je kunt jezelf er niet van
verlossen - net zo min als Bartimeüs zich van zijn blindheid kon
genezen.
Het enige dat hij kon doen was zitten bedelen en luisteren naar de
menigte die voorbij kwam.
Plaat 5-2 Flanelvoorbeeld 5-2
Bartimeüs had zo langzamerhand de voetstappen en stemmen van
veel voorbijgangers leren herkennen. Sommigen kwamen geregeld
voorbij. Ze moeten het roepen van de blinde bedelaar vaak gehoord
hebben. Wat riep hij?
(Geef de kinderen gelegenheid om antwoord te geven.)
Sommige mensen werden zijn vrienden; ze gaven hem niet alleen
een aalmoes, maar bleven ook staan om een praatje met hem te
maken. Misschien vertelden ze hem wel de laatste nieuwtjes uit
Jericho of uit Jeruzalem.
Misschien was het één van deze vrienden die hem voor het eerst
over de Heere Jezus vertelde. Ik denk dat Bartimeüs alles wilde
horen - over de wonderen, over het water dat veranderd werd in
wijn en over de mensen die genezen werden. Wat zal hij veel vragen
gesteld hebben, zoals: "Wie is deze Jezus? Is Hij Degene die God
beloofd had te zenden?"
Langzamerhand kwam Bartimeüs er achter dat Jezus van Nazareth
de Enige was die hem kon helpen. Als hij ooit nog eens zou willen
zien, dan zou het alleen maar kunnen als de Heere Jezus de
duisternis van zijn ogen wegnam.
Ontrol nu de rechterkant van
de CW helemaal zodat er te
lezen is: “duisternis van de
zonde wegnemen.”
Flanelplaten: Voeg toe 2C-21
U zou de kinderen kunnen
vragen: wat zouden deze
vrienden over de Heere Jezus
verteld kunnen hebben, zo
worden ze herinnerd aan de
vorige lessen.
Flanelplaten: Haal figuur 2C-21
weg.
Platenboek: leg het platenboek
opzij.
68
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Weet je dat dezelfde Heere Jezus Christus de Enige is die de
duisternis van de zonde kan wegnemen? Hij noemde Zichzelf "het
Licht van de wereld." Wat bedoelde Hij daarmee? Hij bedoelde dat
Hij zuiver en zonder zonde is. Wanneer Hij in je leven komt, dan
gaat de duisternis van de zonde op datzelfde moment weg - ... voor
eeuwig. Je wordt niet langer door de zonde geregeerd. Je zonden
worden je vergeven. Jezus neemt ze geheel en al weg. Hoe kan Hij
dat? Dat kan Hij, omdat Hij, de Zoon van God, aan het kruis stierf
om de zonde te dragen. Hij ontving de straf, alsof Zijn leven vol
was van de duisternis van de zonde. In werkelijkheid was Zijn leven
zuiver en zonder zonde, maar Hij stierf en werd door God voor de
zonden gestraft. Hij stierf aan het kruis in onze plaats. Hij stond
op uit de doden en leeft nu in de hemel. Daarom kan Hij, Hij alleen,
de duisternis van de zonde wegnemen. Jij hebt de Heere Jezus
Christus nodig en dat gold ook voor Bartimeüs.
Vanaf die dag verlangde Bartimeüs er wanhopig naar om de Heere
Jezus te ontmoeten.
"Kon ik Hem maar één keer ontmoeten," dacht hij, "ik weet zeker
dat Hij mij kan laten zien."
Maar de tijd verstreek. Bartimeüs was nog steeds blind en nog
steeds arm.
Wat zal hij uitgekeken hebben naar de volgende paar dagen. Het
was bijna Paasfeest. Rond deze tijd reisden er ieder jaar vele
mensen naar Jeruzalem. De wegen waren vol met mensen. Ze
kwamen ook langs de plaats waar Bartimeüs zat. Hij kreeg dan ook
veel meer geld dan anders.
Plaat 5-3 Flanelvoorbeeld 5-3
Toen hij daar zo zat te bedelen, merkte hij, dat er iets ongewoons
aan de hand was. Wat was dat voor rumoer? Er was meer drukte
dan anders om deze tijd. Hij hoorde een grote menigte over de weg
vanuit Jericho zijn kant op komen. Wat was er aan de hand? Hij
moest het eigenlijk te weten komen. Eindelijk wist hij iemands
aandacht te trekken en die vertelde hem: "Jezus van Nazareth
komt eraan."
Jezus van Nazareth? Jezus, de Zoon van David? Degene die God
beloofd had te zenden? Degene die zijn blindheid kon wegnemen?
Dit was het moment waarop Bartimeüs had zitten wachten.
"Jezus," schreeuwde hij, "Jezus, Zoon van David, heb medelijden
met mij!"
Ze geloofden niet dat de Heere Jezus de Zoon van David was. Dat
Hij Degene was die God beloofd had om hen te redden. En daarom
riepen ze: "Hou je stil! Hou op met dat geschreeuw!"
Ontrol nu de linkerkant van de
CW. Nu staat er de hele zin:
“Alleen de Heere Jezus kan de
duisternis van de zonde
wegnemen”.
Flanelplaten: Plaats figuur 2C-
28
69
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Misschien proberen jouw vriendjes net zoiets bij jou te doen. Als
ze te weten komen, dat jij graag wilt, dat de Heere Jezus jouw
zonden wegneemt, zeggen ze misschien wel: "Dat moet je niet
geloven joh, dat is allemaal onzin" of "Je gelooft toch - je gaat toch
naar de kerk?"
Of ze zeggen: "Als je dat gaat geloven, kunnen we geen vrienden
meer van je zijn." Wat doe je dan?
Je moet dan luisteren naar wat God zegt en niet naar wat anderen
zeggen. Bartimeüs luisterde niet naar degenen die hem probeerden
het zwijgen op te leggen. Hij begon zelfs nog harder te
schreeuwen: "Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!"
De Heere Jezus hoorde hem. Hij bleef staan en luisterde.
"Roep die man," zei Hij. "Zeg tegen hem, dat hij bij Mij moet
komen."
De Heere gaf om Bartimeüs.
Hij hield van hem en Hij houdt ook van jou. Jullie en ik, wij,
verdienen niet, dat Hij ons liefheeft. Hij is het Licht van de wereld
- Hij is zo volmaakt en zuiver, maar wij zijn zo vol van de duisternis
van de zonde. En toch houdt Hij van ons. En daarom nodigt Hij jou
uit om vandaag nog bij Hem te komen. Hij wil je zonde wegnemen.
Wil jij beh Hem komen? Bartimeüs deed dat.
Plaat 5-4 Flanelvoorbeeld 5-5
Hij was nog nooit zo opgewonden geweest! Hij gooide zijn mantel
van zich af en sprong op. Eén van de omstanders loodste hem door
de menigte heen naar de Heere Jezus toe. Nu stond hij voor
Degene die hem van zijn blindheid kon genezen!
"Wat wilt u dat Ik voor u doen zal?", vroeg de Heere Jezus.
Welk antwoord zou Bartimeüs geven? Zou hij om een aalmoes
vragen? Zou hij om zoveel geld vragen dat hij nooit meer in zijn
leven zou hoeven te bedelen? Nee! Het liefst van alles wenste
Bartimeüs dat hij kon zien. Hij wilde dat de duisternis werd
weggenomen.
"Heere, dat ik ziende mag worden," zei hij.
Plaat 5-5
Als Jezus jou vandaag eens vroeg wat je graag zou willen, welk
antwoord zou jij dan geven? Is het jouw grootste wens dat je
zonden je vergeven worden? Wil je graag een leven hebben dat
totaal veranderd is - een leven dat niet langer door de zonde wordt
geregeerd? Als je Jezus Christus vraagt, om jou je zonden te
vergeven en je leven te veranderen, zul je niet teleurgesteld
worden. Kijk maar naar Bartimeüs, hij werd ook niet teleurgesteld.
De Heere Jezus zei tegen hem: "Word ziende, Uw geloof heeft u
behouden."
Flanelplaten: Verwissel figuur
2C-27, zittende Bartimeüs,
met 2C-29 staande Bartimeüs,
voeg verder toe 2C-7, de
Heere Jezus en 2C-2, de
menigte.
70
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Plaat 5-6 Flanelvoorbeeld 5-6
CLIMAX
Plotseling werden zijn ogen net zo als bij andere mensen. Hij kon
zien! Hij kon de Heere Jezus zien, de menigte, de lucht, alles - hij
kon zien! Het was schitterend - dit was de mooiste dag van zijn
leven!
EINDE
Als jij de Heere Jezus vandaag nog vraagt om je zonden weg te
nemen dan zal dat zeker de schitterendste dag van jouw leven
worden. Hij belooft dat diegenen die Hem vragen om hun zonden
weg te nemen, "beslist niet in de duisternis wandelen"; je zult nooit
meer onder de heerschappij van de zonde leven. Je zult het zeker
weten dat je zonden zijn weggenomen en dat je, wanneer je gaat
sterven, klaar bent voor de hemel. In de Bijbel staat: "Ieder die de
Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden."(Romeinen
10:13) Bartimeüs riep de Heere Jezus en werd verlost van zijn
blindheid. Roep de Heere Jezus aan en je zult van je zonden verlost
worden.
Wil jij de Heere Jezus aanroepen om jou vandaag nog te redden?
Stel het niet uit. Laat anderen je er niet vanaf houden. Niets in de
hele wereld is belangrijker dan dit.
Je mag tegen Hem zeggen: "Lieve Heere Jezus, in mijn leven is er
de duisternis van de zonde. Neemt U die alstublieft weg."
Hij zal het doen; je zult nooit meer dezelfde zijn. Bartimeüs was
nooit meer dezelfde. Zijn leven was zo heel anders geworden. Hij
hoefde niet langer te bedelen; voortaan was hij een volgeling van de
Heere Jezus. Ook jouw leven zal heel anders worden, wanneer de
Heere Jezus de duisternis van je weg neemt. Je zult niet meer
kunnen genieten van zondige dingen. Je zult anders willen zijn dan
mensen die in zonde leven. Je zult God blij willen maken met je
leven. Je leven zal veranderen. Jezus Christus zal bij je zijn tot in
eeuwigheid. Wil je niet nu, op dit moment, tot Hem komen? Je mag
het ook vanavond doen als je alleen bent. Vraag Hem of Hij de
duisternis wegneemt.
En bedenk: " Ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal
zalig worden."
Flanelplaten: Verwissel figuur
2C-29 met 2C-30, de ziende
Bartimeüs.
Wijs naar de CW.
Vraag de kinderen of ze nu de
woorden van de zin begrijpen
en leg de zin uit.
71
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Herhalingsspel vragen
1. Hoe heette de man die door de Heere Jezus werd genezen
van zijn blindheid? (Bartimeüs)
2. Hoe kan het donker zijn in je leven, terwijl je wel met je
ogen kunt zien? (Je leeft dan in de duisternis van de zonde.)
3. Wat deed Bartimeüs om aan geld te komen, zodat hij eten
kon kopen? (Hij bedelde)
4. Waarom kan alleen de Heere Jezus Christus onze zonde
wegnemen? (Hij, de Zoon van God, stierf aan het kruis voor
onze zonden en stond weer op uit de doden)
5. Waarom liepen er op een bepaalde dag zoveel mensen over
de weg van Jericho naar Jeruzalem? (Het was vlak voor
Pasen; de Heere Jezus was er.)
6. Wat deed Bartimeüs toen hij hoorde dat de Heere Jezus
voorbij trok? (Hij riep: "Jezus, Zoon van David, heb
medelijden met mij.")
7. Hoe reageerden de mensen daarop? (Ze zeiden dat hij stil
moest zijn)
8. Wat deed de Heere Jezus toen Hij Bartimeüs hoorde? (Hij
zei dat Bartimeüs naar Hem toe moest komen)
9. Wat zei Bartimeüs toen de Heere Jezus aan hem vroeg:
"Wat wilt u dat Ik voor u zal doen?" ("Heere, ik wil zo graag
zien.")
10. Wat is het belangrijkste wat je de Heere Jezus kan vragen?
(Dat je zonden door de Heere Jezus worden vergeven)
Herhalingsspel
Blinde stemming.
Verdeel de groep in twee
teams. Stel de teams om de
beurt een vraag. Dat gaat als
volgt. Roep één kind naar voren
en vraag hem of haar de vraag
te beantwoorden. Als het kind
het antwoord gegeven heeft,
sluiten alle kinderen hun ogen
en doen hun duim omhoog als
het antwoord juist is, en naar
beneden als het antwoord fout
is. Tel de kinderen van elk team
dat de juiste beoordeling heeft
gegeven. Het team met de
meeste juiste keuzes is
winnaar. Ga door tot alle vragen
zijn beantwoord.
Vraag 4 en 10 zijn moeilijke
vragen, en de kans dat een kind
een verkeerd antwoord geeft is
groot. Naar aanleiding van deze
vragen zou u zichzelf
beschikbaar kunnen stellen
voor kinderen die persoonlijk
met u willen spreken. U kunt
bijvoorbeeld zeggen: als jij niet
begrijpt hoe de Heere Jezus
jou kan bevrijden uit de
duisternis van de zonde en je
wil daar graag met mij over
praten, dan mag je zo meteen
(wijs een tijd aan) daar (wijs
een plaats aan) naar toe gaan,
en dan kom ik naar jou toe om
jou vanuit de Bijbel daar meer
over uit te leggen.
72
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Groepsactiviteit
Goede dingen
Laat de kinderen twee aan twee aan elkaar vertellen welke goede
dingen de Heere voor hen gedaan heeft. Als iedereen klaar lijkt te
zijn, brengt u de kinderen weer bij elkaar in de kring. Nu moet van
ieder tweetal de kinderen vertellen wat de Heere heeft gedaan in
het leven van het andere kind. Als alle kinderen een beurt hebben
gehad, bidt u met elkaar en dankt u God voor al het goede dat Hij
gedaan heeft.
Verwerking
Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart
werkboek.
73
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Les 6 Er zijn geen grenzen aan
Jezus macht
Lesoverzicht
Bijbelgedeelte: Marcus 5:21-43;
Lucas 8:40-56
Bijbeltekst om aan te leren: “Jezus Christus is de Heere,
tot heerlijkheid van God de
Vader!” – Filippenzen 2:11.
Centrale Waarheid: De Heere Jezus heeft
belangstelling voor ieder mens.
Toepassing gelovig kind: Hij houdt van jou en stierf
voor jou; Zijn liefde en zorg
voor jou zullen nooit ophouden.
Vertel Hem daarom gerust
over al je problemen.
Toepassing niet-gelovig kind: Je kunt er zeker van zijn dat
Hij je zal redden, als je tot
Hem komt.
Visuele hulpmiddelen: Platen 6:1-6
Flanelfiguren 2C: 7, 21, 25, 28,
31-38
Beschikbaar stellen: Stel uzelf beschikbaar voor
een pastoraal gesprek met de
kinderen tijdens één van de
programma onderdelen.
Verwerking: schuif/kleurplaat &
puzzel/kleurplaat
2125.06 a & b
74
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g Lesschema
I. INLEIDING
Opschudding in de stad.
II. ONTWIKKELING VAN DE GEBEURTENISSEN
A. De zieke vrouw – zou de Heere Jezus om haar geven?
(Marcus 5:25, 26)
B. Het zieke meisje – zou de Heere Jezus om haar geven?
C. Jaïrus en de vrouw zoeken naar de Heere Jezus.
(5:22a, 27a)
D. Jaïrus ontmoet de Heere. (5:22, 23)
E. De zieke vrouw wordt genezen. (5:27-29)
F. De Heere Jezus spreekt met de vrouw. (5:30-34)
G. Het bericht van de dood van het meisje. (5:35)
H. "Uw dochter zal leven." (Lucas 8:50)
I. De Heere gaat de kamer van het meisje binnen.
(Marcus 5:40)
J. "Meisje, sta op." (5:41)
III. CLIMAX
Vreugde in dat huis. (5:42)
IV. EINDE
“Geef haar te eten.” (5:43)
75
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Visuele hulpmiddelen
Schrijf de CW: “De Heere Jezus heeft belangstelling voor ieder
mens” op een stevig stuk papier, en hang dit omgekeerd aan het
flanelbord of op een andere plaats.
Aanleren van de Bijbeltekst
Tekst om aan te leren: “Jezus Christus is de Heere, tot
heerlijkheid van God de Vader!" - Filippenzen 2:11
Inleiding
Marieke’s moeder had een Bijbelclub aan huis en Max kwam daar
ook. Op een dag kwam Max thuis en hij zei tegen zijn moeder:
“Mam, we hebben nou een gaaf versje geleerd.” En meteen zong hij:
“Hij is Heer, Hij is Heer, Hij is opgestaan, want Jezus Hij is Heer.”
(U kunt dit lied de kinderen aanleren en met ze zingen.)
“Geloof je echt dat Jezus Heer is?” vroeg zijn moeder.
“Ja,” zei Max: “want de Heere Jezus kan alles.”
Max had gelijk, de Heere Jezus is Heer. Het staat ook in de Bijbel.
Presentatie
Lees de tekst voor uit de Bijbel, en lees hem dan met elkaar op van
de aanleertekst.
Uitleg
“Jezus Christus is de Heere, tot heerlijkheid van God de Vader." -
Filippenzen 2:11
Waarom is de Heere Jezus de Heere? Hij heeft alles gemaakt, de
hemel, de aarde, de mensen en alles wat leeft. Hij is naar deze
aarde gekomen om te lijden en te sterven aan het kruis. Zo kon Hij
het weer in orde maken tussen God en de mensen. Voor ieder die
gelooft is er nu vergeving van zonden mogelijk en een eeuwig leven.
De Heere Jezus heeft de dood overwonnen; op de 3e dag is Hij
opgestaan uit het graf en na 40 dagen is Hij opgevaren naar Zijn
Vader in de hemel. Daar zit Hij nu op de troon. God de Vader heeft
Hem tot Heere over alles gemaakt, en God is daar heel blij mee.
Toepassing
Gelovig kind: De meeste mensen op aarde geloven niet dat Jezus
Heere is. Maar eens zal de Heere Jezus terugkomen naar de aarde
en dan zal iedereen, ook Zijn vijanden, moeten zeggen: Jezus is
Heere!
76
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Niet gelovig kind: de Heere Jezus wil ook de Heer van jouw leven
zijn. Dat wordt Hij, als jij je bekeert (spijt hebt van je zonden en
ze belijdt en je ervan af willen keren) omdat jij gelooft dat Hij ook
voor jouw zonden aan het kruis is gestorven.
Aanleren
Zeg de tekst een paar maal met elkaar op. U kunt het afwisselen
door kinderen een beurt te geven die iets roods aan hebben; iets
groens; sportschoenen enz.
Laat dan één kind naar voren komen en met de rug naar de club
gaan staan, zó dat hij/zij de aanleertekst niet ziet. Spreek met
elkaar een woord af dat u overslaat. Als u de tekst met elkaar
opgezegd heeft, moet het kind zeggen welk woord is overgeslagen.
U kunt dat een paar keer doen.
BIJBELLES
Inleiding
Flanelvoorbeeld 6-1
Er heerste grote opschudding in het stadje op de noordelijke oever
van het meer. Heel wat mensen hadden hun huis verlaten en
stonden nu op het strand.
Ze wachtten op Iemand, op een heel bijzonder Iemand. Het bericht
was als een lopend vuurtje rond gegaan: de Heere Jezus was bezig
het meer over te steken en kwam in de richting van hun stad. Het
bericht ging van mond tot mond: "Jezus is in aantocht." Steeds
meer mensen liepen naar het strand.
Ontwikkeling van de gebeurtenissen
Ook een magere zieke vrouw hoorde het bericht en langzaam,
voetje voor voetje, kwam ze uit haar huis. Ze was ook zo zwak. Het
lopen viel haar moeilijk. Twaalf jaar lang was ze nu al ziek. De ene
dokter na de andere had ze bezocht. Ze had er heel wat geld aan
uitgegeven, maar ze was nog steeds ziek. Langzaam, met grote
moeite, strompelde ze in de richting van het meer - alleen. Niemand
scheen zich iets van haar aan te trekken. Iedereen rende langs
haar heen. De mensen probeerden zich een weg te banen door de
nauwe straatjes, om maar goed plaatsje te krijgen, waar ze de
Heere Jezus konden horen en zien.
"Zal de Heere Jezus Zich iets van mij aantrekken?" heeft ze
misschien gedacht.
Flanelplaten: Plaats de figuren
2C-21 en 28, wachtende
menigte.
Om bij jonge kinderen duidelijk
te maken wat een grote
menigte is, kunt u zeggen: het
was net zo vol als op de markt,
of een andere plaats die
kinderen kennen.
77
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Op dezelfde tijd in een ander huis in dit stadje Kapernaüm, waren
er een vader en een moeder die zich grote zorgen maken.
Hun enig kind, een meisje van 12 jaar, is erg ziek. Zo ziek, dat ze op
sterven ligt. Geen wonder dat ze zo bezorgd zijn.
Dan horen ook zij het bericht: "Jezus is in aantocht."
En waarschijnlijk vragen zij zich ook af: "Zal Jezus het Zich
aantrekken dat ons meisje zo ziek is?"
Denken jullie dat Jezus Zich hun problemen aan zou trekken? Ja,
natuurlijk zou Hij dat doen. De Heere Jezus houdt immers van de
mensen. Hij liet toch Zijn liefde zien aan de vrouw bij de bron in
Samaria? Hij luisterde toch naar Bartimeüs, toen andere mensen
zeiden dat hij zijn mond moest houden?
De Heere Jezus heeft de hemel verlaten om in deze wereld te
leven en te sterven aan het kruis, omdat Hij de mensen liefheeft.
Daar in Kapernaüm waren mensen die Hem nodig hadden, mensen
zoals de zieke vrouw en het zieke meisje.
Toen de vader van het zieke meisje hoorde dat Jezus eraan kwam,
rende hij het huis uit.
Ongeveer rond die tijd zette de Heere Jezus voet aan land, en
begaf Zich onder de wachtende mensen.
Plaat 6-1 Flanelvoorbeeld 6-3
Jaïrus, zo heette die vader, wilde zo vlug mogelijk naar de Heere
Jezus toe. Maar hoe kwam hij ooit door die mensenmassa heen! Er
waren zoveel mensen gekomen, die allemaal dichtbij de Heere
Jezus wilden zijn. Zou hij de Heere Jezus op tijd kunnen bereiken?
Zou Jezus Zich iets van zijn moeilijkheden aantrekken?
Tussen al die mensen bevond zich ook de magere zieke vrouw. Ze
was niet sterk genoeg om zich door de menigte heen te dringen.
Zou het mogelijk zijn, dat Jezus de hele stad door zou gaan,
zonder dat Hij iets te weten kwam van haar moeite? Zou Hij Zich
iets van haar aantrekken?
Natuurlijk wel.
Jezus, de Zoon van God, houdt van de mensen.
Hij houdt niet alleen van een heleboel mensen bij elkaar, maar Hij
houdt ook van ieder mens apart. En als jij weet, dat de Heere
Jezus voor jou aan het kruis gestorven is en jou je zonden heeft
vergeven, dan houdt Hij op een heel bijzondere manier van je. Je
bent dan een kind van God en in Zijn familie opgenomen. Hij is
geïnteresseerd in alle dingen van je leven. Misschien vinden andere
mensen jouw problemen helemaal niet belangrijk, maar de Heere
Jezus heeft belangstelling voor ieder probleem dat je hebt.
Flanelplaten: Plaats in een
apart hoekje de figuren 2C-36,
37, Jaïrus en zijn vrouw en het
zieke meisje.
Keer de CW om zodat de zin:
“De Heere Jezus heeft
belangstelling voor ieder mens”
voor de kinderen zichtbaar
wordt.
Flanelplaten: Haal de figuren
2C-36, 37 weg.
Flanelplaten: figuren 2C 21, 28,
31 de menigte, 2C-7 de Heere
Jezus.
Wijs naar de CW.
78
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Met welke problemen heb jij in je leven te maken?
Heb je op school moeilijkheden met je vrienden?
Ben je vaak ziek?
Word je gepest?
Welk probleem heb jij?
Welk probleem je ook hebt, de Heere Jezus vindt het fijn als je
met Hem over je problemen praat. Hij zal je helpen, bijvoorbeeld
door je te laten weten wat je moet doen. In de Bijbel staat: "Werp
al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u." (1 Petrus. 5:7)
Als jij in de Heere Jezus gelooft, hoef jij je geen zorgen te maken
over de problemen die je hebt. De vader van het kleine meisje had
ook een probleem; maar hij geloofde dat Jezus kon helpen.
Met een bang en onrustig hart baande hij zich een weg door de
menigte. De mensen keken om, om te zien wie er zo duwde. Ze
zullen zich wel verbaasd hebben toen ze zagen wie het was. Ja, ze
kenden hem wel: het was Jaïrus. Hij was één van de oversten in hun
synagoge - je zou hem kunnen vergelijken met de dominee van een
kerk. De meeste voorgangers in de synagoge hadden geen tijd voor
de Heere Jezus. Ze geloofden niet dat Hij de Zoon van God was.
Maar Jaïrus wilde Hem graag ontmoeten. Misschien deden enkele
mensen wel een paar stappen opzij om hem door te laten. Toen
Jaïrus dichtbij de Heere Jezus was gekomen, boog hij zich diep
voor Hem neer.
Plaat 6-2 Flanelvoorbeeld 6-4
"Mijn dochter kan elk ogenblik sterven," zei hij. "Komt U
alstublieft mee en leg haar de handen op, dan zal ze beter worden
en hoeft ze niet te sterven." Jaïrus smeekte de Heere Jezus
dringend om hulp. De Heere treuzelde niet. Hij ging onmiddellijk
met Jaïrus op weg naar zijn huis.
Plaat 6-3 Flanelvoorbeeld 6-5
Maar, iedereen ging mee. De mensen duwden en drongen aan alle
kanten. En tussen al die mensen bevond zich de arme, zieke vrouw.
Ze dacht de hele tijd: "Hoe kan ik ooit bij Hem in de buurt komen?
Als ik maar dicht genoeg bij Hem kan komen om Zijn mantel aan te
raken.” Zij geloofde, dat dat genoeg was om genezen te worden.
Ze merkte dat de menigte zich langzaam in een andere richting
bewoog, bij de oever van het meer vandaan. Het ging nu in de
richting van de stad. Ze liet zich door de mensenmassa meevoeren.
Ineens stond de Heere vlakbij haar. Maar heel eventjes had ze de
kans. Pijlsnel stak ze haar hand uit en raakte de kwast van Zijn
kleed aan. En weet je wat er gebeurde? Op hetzelfde moment was
ze genezen! Ze merkte dat haar ziekte was verdwenen. Ze kon wel
zingen/dansen van blijdschap. Haar hart was vol vreugde. Na
Flanelplaten: Voeg figuur 2C-
32, Jaïrus toe.
Flanelplaten: Verwissel figuur
2C-32 met figuur 2C-33, de
knielende Jaïrus.
Flanelplaten: Haal de figuren
2C-7 en 33 weg, en zet daar
voor in de plaats, de figuren
2C-32, 34
79
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
twaalf jaren van ziekte was ze helemaal gezond! Ze wilde
ongemerkt/stilletjes weer naar huis gaan. Maar wat was dat?
Plotseling stond de Heere Jezus stil en keek om Zich heen. "Wie
heeft Mijn kleren aangeraakt?" vroeg Hij.
"Wat een vreemde vraag," dachten de discipelen.
Misschien vond Jaïrus dat ook wel. Hij maakte zich zorgen over zijn
dochter: "Laat Jezus nu toch opschieten."
Maar de Heere Jezus bleef wachten.
De discipelen zeiden: "Meester, de menigten duwen en dringen
tegen U op - en U vraagt: 'Wie heeft Mijn kleren aangeraakt?'
Overal zijn er mensen. Er zijn wel honderd mensen, die U
aangeraakt hebben."
Maar de Heere Jezus legde uit, dat Hij op een andere manier
aangeraakt was - niet per ongeluk.
Hij zei: "Ik voelde kracht van Mij uitgaan. Ik weet dat iemand Mij
heeft aangeraakt en daardoor hulp heeft ontvangen."
Wat denken jullie, zou de Heere Jezus weten wie Hem had
aangeraakt? Ja, zeker! Hoe wist Hij dat? (Geef de kinderen
gelegenheid om te antwoorden.) Goed geantwoord. Hij is God en Hij
kent alles en iedereen, zelfs toen Hij de vraag stelde: "Wie heeft
Mijn kleren aangeraakt?" wist Hij het antwoord al. Zijn blik was op
de vrouw gericht. Waarom stelde Hij dan toch die vraag? (U kunt
de kinderen de gelegenheid geven om met verschillende redenen te
komen)
Misschien wilde Hij dat de vrouw openlijk zou laten zien dat ze in
Hem geloofde. Hij wilde waarschijnlijk ook, dat al die mensen
zouden zien dat Hij geïnteresseerd was in de nood van één enkele
zieke vrouw. Ze was genezen en Jezus wilde dat de mensen dat te
weten kwam.
De vrouw kon zich niet langer stilhouden. Ze begreep dat ze zich
voor Jezus niet kon verbergen. Zenuwachtig kwam ze naar voren en
knielde neer aan Zijn voeten.
Plaat 6-4 Flanelvoorbeeld 6-7
"Ik ben het die U heeft aangeraakt," zei ze. En toen vertelde ze
haar verhaal, en alle mensen uit Kapernaüm konden het horen.
De Heere Jezus zei tegen haar: "Dochter, uw geloof heeft u
behouden; Ga heen in vrede en wees genezen van uw aandoening."
Ze had geloofd dat Jezus haar kon genezen en dat was precies wat
Hij had gedaan. Jezus had belangstelling voor haar en Hij heeft
ook belangstelling voor jou.
Wijs naar de CW
Flanelplaten: Plaats 2C-35, de
knielende vrouw, erbij.
Wijs naar de CW
80
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Hij vindt het heel erg dat er zoveel mensen niet in Hem willen
geloven. Misschien hoor jij daar ook wel bij?
De Heere Jezus kent jou. Hij weet hoe je bent. Ook dat je weleens
jaloers bent of dat je niet graag wilt dat andere kinderen met jouw
speelgoed spelen. Misschien heb je wel een heel erge hekel aan
iemand. Dat komt, omdat je geboren bent met een zondig hart. Alle
mensen worden geboren als zondaar en niemand doet wat God wil.
Toch heeft Hij zondaren lief - Hij heeft jou lief. Hij stierf om de
straf voor jouw zonden te dragen. Hij wil dat je je afkeert van je
zonden en naar Hem toe gaat en Hem vraagt om jou van de straf
voor jouw zonden te redden. Misschien durf je niet naar Hem toe
gaan; misschien denk je: "Zal Hij mij wel aannemen als ik dat doe?
Ben ik wel belangrijk genoeg, of ben ik soms te slecht?" In de
Bijbel zegt Hij: " Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast
bent, en Ik zal u rust geven. " (Mattheüs 11:28)
Hij zal jou niet afwijzen als je Hem vraagt of Hij je wil vergeven en
redden. Als je tot Hem komt, zul je merken dat Hij je op deze
bijzondere manier lief heeft; je mag de bijzondere liefde die Hij
voor Zijn eigen kinderen heeft, leren kennen. Je mag vandaag nog
tot Hem gaan. Het grootste wonder dat je kan overkomen is dat de
Heere Jezus jou verlost van jouw zonden.
De vrouw was heel blij dat zij genezen was. Maar al die tijd kon
Jaïrus alleen maar blijven staan wachten. Natuurlijk vroeg hij zich
af hoe het met zijn dochter ging. Wat zal hij gewenst hebben, dat
Jezus nu eens zou opschieten. Plotseling drong zich, terwijl Jezus
nog aan het spreken was, iemand door de menigte heen naar voren.
Plaat 6-5 Flanelvoorbeeld 6-9
Iemand uit Jaïrus' huis...
Het leek of Jaïrus' hart stilstond.
Het was een verdrietige boodschap die hij kreeg. "Uw dochter is
gestorven. U hoeft de Meester niet langer lastig te vallen."
Arme Jaïrus! Wat een verdriet!
Wat was hij teleurgesteld, toen hij zich langzaam omdraaide om
naar huis te gaan. "Nu is het te laat," dacht hij. "Als Jezus niet
had stilgehouden bij die vrouw, waren we misschien op tijd
geweest."
Toen zei de Heere Jezus tegen Jaïrus: "Wees niet bevreesd,
geloof alleen."
De Heere Jezus hield van Jaïrus en ook van zijn dochtertje dat nu
gestorven was. Jezus was niet vergeten wat er met het meisje aan
de hand was toen Hij stil hield bij de vrouw. De Heere Jezus
vergeet nooit iets.
U kunt deze voorbeelden ook
vervangen door andere als die
relevanter zijn voor uw groep.
Flanelplaten: Voeg 2C-25, de
bedienden, toe.
81
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Wij doen dat wel. Soms beloof jij je kamer op te ruimen, en dan
vergeet je het. Misschien had jouw moeder jou iets beloofd, en is
ze het vergeten. Zelfs als we heel veel van iemand houden, kunnen
we nog van alles vergeten. Maar als jij bij de Heere Jezus hoort,
vergeet Hij jou nooit. Elke minuut van de dag en elke minuut van de
nacht stelt Hij belang in jou. Hij is altijd bij je. Hij vergeet nooit
een probleem van jou. Hij vergeet ook niet waar jij om gebeden
hebt, ook al heeft Hij daar niet meteen antwoord op gegeven.
Hij doet altijd wat voor jou het allerbeste is, omdat Hij van je
houdt.
Hij deed wat voor Jaïrus het beste was, ook al was het moeilijk
voor Jaïrus om geduldig te zijn. Had Jaïrus echt vertrouwen in de
Heere Jezus?
"Vertrouw op Mij en ze zal gezond worden," had de Heere Jezus
gezegd. Jaïrus draaide zich om en ging voor de Heere Jezus uit in
de richting van zijn huis. De Heere Jezus volgde hem, maar ook de
menigte. Iedereen wilde graag zien wat er ging gebeuren.
Toen ze bij het huis aankwamen, was het vol mensen. Wat maakten
ze een lawaai met elkaar! Er klonk gehuil en gejammer; mensen
schreeuwden luid.
“Weent niet”, zei Jezus, “zij is niet gestorven, maar ze slaapt.”
Iedereen wist dat het meisje gestorven was. Hoe kon de Heere
Jezus dan zeggen: "Ze is niet gestorven, ze slaapt alleen maar?"
Ze lachten de Heere Jezus in Zijn gezicht uit.
Wat bedoelde de Heere Jezus?
Hij bedoelde dat Hij haar uit de dood kon opwekken alsof ze alleen
maar in slaap was gevallen. Maar dat konden de mensen niet
geloven. De Heere Jezus stuurde ze allemaal het huis uit, behalve
Jaïrus en zijn vrouw en drie van Zijn discipelen: Petrus, Jakobus en
Johannes. Deze vijf gingen met Jezus de stille kamer binnen, waar
het jonge meisje op bed lag.
Flanelvoorbeeld 6-10
Haar wangen waren niet langer roodgloeiend van de hoge koorts. Ze
lag daar wit, stil en koud. De Heere Jezus keek naar haar. Hij hield
van haar.
Is het niet prachtig dat de Bijbel ons vertelt dat de Heere Jezus
van kinderen houdt? Kinderen gaan Hem aan het hart. Soms krijgen
kinderen wel eens het gevoel dat grote mensen ze niet eens zien.
Soms doen volwassenen alsof de kinderen niet belangrijk zijn. Maar
de Heere Jezus vindt kinderen heel belangrijk. Hij heeft zelfs een
keer de kinderen speciaal bij Zich geroepen om ze te zegenen.
Zelfs de twaalf discipelen vonden dat kinderen onbelangrijk waren.
Jezus herinnerde hen er toen op strenge toon aan dat Hij
Leg platenboek opzij. - Maak
het bord leeg
In het Oosten was het de
gewoonte dat mensen luidkeels
hun verdriet uiten. Er werden
zelfs voor die gelegenheid
klaagvrouwen ingehuurd.
Flanelplaten: Plaats 2C-31, 34,
36, 37
82
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
van kinderen houdt. Hij zei: "Laat de kinderen bij Mij komen."
(Marcus 10:14)
Misschien ben je nog niet zo groot. Toch wil de Heere Jezus jou je
zonden vergeven. Hij wil dat je tot Hem gaat en Hem vraagt of Hij
je zonden wil vergeven. Als je dat doet, zul je weten dat Hij je voor
eeuwig liefheeft.
Als je niet begrijpt hoe de Heere Jezus jou je zonden kan
vergeven, mag je na de club op deze voorste rij gaan zitten en zal ik
het je uitleggen. Ook jij bent heel belangrijk voor de Heere Jezus.
Net zo als het dochtertje van Jaïrus.
Liefdevol strekte de Heere Jezus Zijn hand naar haar uit en greep
de witte, koude, levenloze hand van het meisje vast.
"Meisje, sta op," zei Hij.
Jaïrus, zijn vrouw en de drie discipelen keken gespannen toe.
CLIMAX
Plaat 6-6 Flanelvoorbeeld 6-11
De ogen van het meisje gingen open en knipperden! Ze keek om zich
heen, alsof ze net uit haar slaap wakker was geworden. Ze ging
rechtop in haar bed zitten! Ze zette haar voeten neer op de vloer
en stond op! Ze liep - ... het zal wel rennen geweest zijn - naar haar
moeder en vader toe.
EINDE
Nog nooit waren Jaïrus en zijn vrouw zo verbaasd, ontroerd en
gelukkig geweest.
"Geef haar iets te eten," zei de Heere Jezus. Ja, zelfs daar dacht
Hij aan. Het meisje was erg ziek geweest en verzwakt. Maar nu was
ze weer helemaal gezond en moest ze weer eten.
Wat een geweldig wonder had de Heere Jezus gedaan. Wat een
blijdschap had Hij in dit gezin gebracht. Jaïrus en zijn vrouw
konden het haast niet geloven. Hun dochtertje was dood geweest
en leefde weer. Wat fijn dat Jaïrus met zijn probleem naar de
Heere Jezus was gegaan.
Als je in de Heere Jezus gelooft, vergeet dan nooit, hoeveel de
Heere Jezus van je houdt en hoe groot Zijn zorg voor je is. Nooit
zal Zijn zorg voor jou ophouden. Probeer in de komende week eens
een paar dingen op te schrijven waaruit blijkt dat God voor jou
zorgt. Laat me dan volgende week aan het begin van het clubuur
zien wat je opgeschreven hebt. Misschien kunnen één of twee van
jullie vertellen hoe ze gemerkt hebben hoe God voor hen gezorgd
heeft.
Flanelplaten: Verwissel 2C-37
met 2C-38
Tip: Vraag de kinderen de
volgende keer hierna.
83
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Is de Heere Jezus nog niet jouw Verlosser? Wil je dan niet
vandaag nog tot Hem komen? Zijn liefde voor jou is zo groot, dat
Hij stierf om de straf op Zich te nemen die jij verdiende. Als je nu,
op dit ogenblik of vanavond op je kamer, tot Hem bidt en Hem
vraagt of Hij je Heere en Redder wil zijn, dan zal Hij je redden en
je tot in alle eeuwigheid liefhebben. Elke dag opnieuw zul je dan
Zijn zorg voor jou ervaren.
Herhalingsspel vragen
1. Hoe heette de overste van de synagoge die een zieke
dochter had? (Jaïrus)
2. Wat deed de Heere Jezus toen Jaïrus Hem vroeg om met
hem mee te komen en zijn dochter te genezen? (De Heere
Jezus ging onmiddellijk met hem mee)
3. Wat gebeurde er toen ze onderweg waren naar het huis van
Jaïrus? (Een vrouw raakte de kwast van het kleed van de
Heere aan en werd genezen.)
4. Hoe weten wij dat de Heere Jezus gemerkt had wat er
gebeurd was?(Hij zei: "Wie heeft Mijn kleren aangeraakt?")
5. Welk slecht nieuws kreeg Jaïrus te horen terwijl hij nog
met de Heere Jezus onderweg was? ("Uw dochter is
gestorven.")
6. Wie nam de Heere Jezus met Zich mee naar het bed van
het gestorven meisje? (Jaïrus en zijn vrouw, Petrus,
Jakobus en Johannes)
7. Welk wonder gebeurde in het huis van Jaïrus? (De Heere
Jezus wekte Jaïrus' dochter op uit de dood)
8. Op wat voor bijzondere manier liet de Heere Jezus Zijn
liefde voor ons zien? (Hij stierf aan het kruis voor onze
zonde)
9. Wat is het grootste wonder dat jou kan overkomen? (Het
wonder dat de Heere Jezus mij verlost van mijn zonden)
10. Hoe oud was het dochtertje van Jaïrus? (Twaalf jaar oud)
Herhalingsspel
Gebruik dit keer het spel dat
de kinderen het leukste vonden
de afgelopen keren.
84
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Groepsactiviteit
Niets is te moeilijk
Verdeel de kinderen in twee teams en geef elk team een stuk
papier en potlood. Laat ze twee minuten lang (of iets langer)
wonderen opschrijven, die God gedaan heeft, zoals de schepping, de
splitsing van de Rode Zee; Jezus wandelend op het water) Laat als
de tijd om is, elk team oplezen, wat zij opgeschreven hebben. Het
team met de langste lijst verdient een prijsje. Als de tijd het
toelaat kunt u een paar kinderen getuigenissen laten geven over wat
God in hun leven heeft gedaan. Sluit af door de kinderen er op te
wijzen dat er geen grenzen zijn aan Jezus’ macht.
Verwerking
Het IKEG heeft werkjes bij deze les beschikbaar in een apart
werkboek.
85
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Overzicht flanelfiguren
87
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Tekstkaartjes
U kunt deze kaartjes voor eigen gebruik kopiëren
88
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g Tekstballonnen les 2
Vergroot deze tekstballonnen en kopieer het op stevig papier.
Hoe?
Heilige
Geest
God
verhoogd
opnieuw
geboren
89
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Tekstplaatsen les 4
Jesaja 41:10
Hebreeën 13:6
Mattheüs 7:7
Filippenzen 4:6-7
Romeinen 8:38-39
Filippenzen 4:19
Romeinen 8:28
90
© S
tich
ting
Int
ern
ation
aal Kinder-
Eva
ngelisa
tie G
eno
otsc
hap
H
an
dle
idin
g
Aanleerteksten les 1
91
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Les 2
93
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
Les 3
95
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap
les 4
97
Het le
ven
van
Ch
ristu
s - deel 2
Stich
ting Interna
tionaal K
inder-
Eva
ngelisatie G
enootsch
ap