eindrapportage onderzoek grondwateroverlast enschede noord · 2018. 4. 9. · 6/18 kenmerk...

18
Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord 5 april 2018

Upload: others

Post on 25-Jul-2021

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord 5 april 2018

Page 2: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

2/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

Verantwoording

Titel Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord

Opdrachtgever Gemeente Enschede

Projectleider Maik Voppen

Auteur(s) Rob Ligtenberg

Tweede lezer Willem Capel

Projectnummer 1237062

Aantal pagina’s 18

Datum 5 april 2018

Handtekening Ontbreekt in verband met digitale verwerking.

Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven.

Colofon

Tauw bv

Handelskade 37

Postbus 133

7400 AC Deventer

T +31 57 06 99 911

E [email protected]

Page 3: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

3/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

Inhoud

1 Inleiding ..................................................................................................................................... 4

2 Gemeentelijk grondwaterbeleid ................................................................................................. 6

3 Het optreden van hoge grondwaterstanden .............................................................................. 8

4 Overlast in de onderzoeksgebieden ........................................................................................ 11

4.1 Kottendijk ......................................................................................................................... 11

4.2 Boddenkamp .................................................................................................................... 12

4.3 Roombeek ........................................................................................................................ 12

4.4 Kotkamp ........................................................................................................................... 12

4.5 Bolhaar ............................................................................................................................. 12

4.6 Lonneker .......................................................................................................................... 12

5 Afweging maatregelen tegen grondwateroverlast ................................................................... 14

5.1 Pompproef ........................................................................................................................ 14

5.2 Afweging van maatregelen ............................................................................................... 14

6 Doelmatigheidstoetsing maatregelen ...................................................................................... 16

Page 4: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

4/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

1 Inleiding

Naar aanleiding van klachten over overlast als gevolg van hoge grondwaterstanden is de gemeente Enschede begin 2015 gestart met een onderzoek naar deze problematiek in Enschede Noord. De gemeente heeft in de periode 2015-2017 verschillende onderzoeken uitgevoerd. Deze rapportage betreft een samenvatting van de uitgevoerde onderzoeken en de hieruit voortvloeiende conclusies. In figuur 1.1 is het onderzochte gebied Enschede Noord weergegeven. Het gebied ligt ten noorden van het centrum van Enschede op de flank van de stuwwal. Het maaiveld loopt in westelijke richting af. Verspreid in het hele gebied komen klachten over hoge grondwaterstanden voor (natte kruipruimtes en/of kelders). Omwille van soortgelijke klachten in de kern Lonneker is het onderzoeksgebied later uitgebreid met deze kern, welke ten noorden van de stad Enschede is gelegen (figuur 1.2).

Figuur 1.1 Maaiveldverloop (AHN2) in het onderzoeksgebied Enschede Noord

Page 5: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

5/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

Figuur 1.2 Maaiveldverloop (AHN2) in de kern Lonneker

In 2015 is gestart met het uitvoeren van een watersysteemanalyse voor beide gebieden. De rapportage hiervan is begin 2016 opgeleverd1. Het onderzoeksgebied is later uitgebreid met de kern Lonneker, waarvoor ook een dergelijke gebiedsanalyse is uitgevoerd2. Naar aanleiding van deze analyses is in een zestal gebieden nader onderzoek uitgevoerd naar het gedrag van de grondwaterstand. Aanvullend is er een enquête gehouden onder de bewoners van deze gebieden. Parallel aan dit onderzoek zijn mogelijke oplossingsrichtingen onderzocht, mede door het uitvoeren van een pompproef aan de Deurningerstraat3, en een kosteneffectiviteitsanalyse van diverse maatregelen. Door de GGD is (in nauwe samenwerking met de gemeente) een onderzoek uitgevoerd naar de relatie tussen het optreden van overlast in de woning (met eventuele gevolgen voor de volksgezondheid) en het voorkomen van hoge grondwaterstanden in de verschillende gebieden. De resultaten van al deze onderzoeken zijn gecombineerd, waarna samen met het beleid van de gemeente Enschede een doelmatigheidstoetsing is uitgevoerd om te bepalen in welke straten er door de gemeente maatregelen worden getroffen te treffen. In het achtergronddocument4 is de nadere uitwerking en onderbouwing van alle onderzoeken opgenomen.

1 Evaluatie watersysteem Enschede Noord, Tauw, van 12 mei 2016, kenmerk: R001-1237062HWC-mdg-V01-NL 2 Beleidstoetsing grondwatersituatie Lonneker, Tauw, van 23 maart 2018, kenmerk: R004-1237062LIG-mdg-V01-NL 3 Uitwerking pompproef Deurningerstraat, Tauw, van 15 maart 2018, kenmerk: R003-1237062LIG-evp-V01-NL 4 Achtergronddocument onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord, Tauw, van 5 april 2018, kenmerk R005-1237062LIG-lvi-V01-NL

Page 6: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

6/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

2 Gemeentelijk grondwaterbeleid

Het grondwaterbeleid van de gemeente Enschede is beschreven in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2016-2020. Het GRP vormt het kader voor de uitgevoerde onderzoeken en biedt een kader voor het afwegen van te nemen maatregelen. In dit hoofdstuk vatten we het beleid en doelstellingen van de gemeente Enschede ten aanzien van overlast als gevolg van grondwater kort samen. De gemeente heeft een wettelijke zorgplicht voor het grondwater in openbaar gebied. De gemeente Enschede geeft hieraan invulling door doelmatige maatregelen te treffen in gebieden waar sprake is van niet acceptabele risico’s voor de volksgezondheid als gevolg van hoge grondwaterstanden. Voor overlast op particulier terrein zijn eigenaren in beginsel zelf verantwoordelijk, maar in gebieden waar een aanpak door de gemeente doelmatiger is dan een individuele aanpak door particulieren neemt de gemeente alsnog maatregelen. Voor het afwegen van de noodzaak voor het nemen van maatregelen maakt de gemeente Enschede gebruik van de principes van risico gestuurd beheer. Dit betekent dat middelen worden ingezet op de plekken waar de risico’s (voor de volksgezondheid) het grootst zijn. De gemeente heeft voor het thema grondwateroverlast een risicomatrix ontwikkeld (figuur 2.1), welke gebruikt wordt om deze afweging te maken.

Figuur 2.1 Risicomatrix gemeentelijk beleid (omvang van de overlast versus de duur van de overlast)

In deze matrix wordt de omvang van de overlast ingedeeld in categorieën die variëren van ‘Zeer klein’ tot ‘Zeer ernstig’. Daarnaast wordt de duur van overlast ingedeeld in de categorieën ‘(vrijwel) Onmogelijk’ tot ‘Vaak’. De gemeente stelt dat er een risico voor de volksgezondheid is op het moment dat er sprake is van een ‘Zeer hoog risico’ of ‘Extreem hoog risico’. Vervolgens moet beoordeeld worden in hoeverre het doelmatig is dat de gemeente of de particulier zelf fysieke maatregelen treft.

Page 7: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

7/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

In de praktijk betekent dit dat alleen maatregelen worden genomen op plekken waar grondwateroverlast leidt tot risico’s voor de volksgezondheid en dat er prioriteit wordt gegeven aan maatregelen die de grootste bijdrage leveren aan het verlagen van risico’s voor de volksgezondheid. De gemeente Enschede heeft zichzelf tot doel gesteld om in de periode 2016-2020 voor alle potentiële grondwateroverlast locaties binnen de gemeente nader onderzoek uit te voeren, zodat duidelijk wordt waar er maatregelen nodig zijn en hoe deze kunnen worden geprioriteerd. De uitgevoerde onderzoeken voor Enschede Noord en Lonneker maken onderdeel uit van deze doelstelling.

Page 8: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

8/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

3 Het optreden van hoge grondwaterstanden

Naar aanleiding van de sterke toename van het aantal klachten begin 2016 over wateroverlast in Enschede Noord is een watersysteemanalyse uitgevoerd voor dit gebied. In dit hoofdstuk zijn de conclusies uit deze analyse samengevat. Uit de meerjarige meetreeksen blijkt dat met name in het westelijk deel van het onderzochte gebied regelmatig grondwaterstanden voorkomen ondieper dan 1,5 m-mv. Bij deze grondwaterstanden kunnen natte kelders voorkomen. In enkele delen van het gebied komen vaak (jaarlijks) grondwaterstanden ondieper dan 0,8 m-mv voor. Bij deze grondwaterstanden kunnen natte kruipruimtes voorkomen. In het oostelijk deel van het gebied ligt de grondwaterstand op basis van langjarige meetreeksen dieper beneden het maaiveld. De peilbuizen in dit deel van het gebied staan echter relatief diep (> 5 m-mv), waardoor deze mogelijk geen goed beeld geven van de freatische grondwaterstanden vanwege de aanwezigheid van slecht doorlatende lagen in de ondergrond. In een deel van het gebied (voornamelijk in Roombeek) is mogelijk sprake van overlast als gevolg van stagnerend water dat langdurig blijft staan op de ondiep voorkomende slecht doorlatende lagen.

Figuur 3.1 Indicatieve ontwateringsdiepte (16-18 december 2015)

In figuur 3.1 is de indicatieve ontwateringsdiepte in het gebied weergegeven. Het beeld is gebaseerd op de relatief hoge grondwaterstanden van december 2015 en maaiveldhoogtekaart AHN2. Als gevolg van de wisselende spreiding van het aantal beschikbare en betrouwbare peilbuizen is de ontwateringsdiepte niet voor elk gebied even betrouwbaar.

Page 9: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

9/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

Voor het gebied Lonneker is een soortgelijke indicatieve ontwateringsdieptekaart gemaakt. Langs de randen wordt duidelijk dat hier (hele) natte plekken voorkomen. Door het ontbreken van bruikbare data in het centrale deel van de dorpskern, is het hier niet goed mogelijk om uitspraken te doen over de ontwateringsdiepte, mede vanwege het feit dat dit deel van het gebied wat hoger ligt dan de omgeving. De verwachting is dat vanwege de aanwezigheid van een relatief dunne zandlaag op een dik kleipakket er wel hoge grondwaterstanden op zouden kunnen treden, wat in lijn zou liggen met de ontvangen klachten uit dit gebied. De grondwaterstanden in het gebied werden en worden nog steeds beïnvloed door (industriële) winningen. Dit effect kan ruimtelijk sterk variëren als gevolg van de bekende heterogene bodemopbouw (voorkomen van leemlagen op verschillende diepten en plaatsen) en lokale verschillen in maaiveldhoogte. Uit enkele historische grondwaterstandsmeetreeksen blijkt dat (mede door afname van de onttrekkingshoeveelheid c.q. verplaatsing van winningen), de grondwaterstanden in het gebied vanaf de jaren ‘90 zijn gestegen tot het huidige niveau. De meetreeksen vanaf 2011 laten geen structurele stijging meer zien (figuur 3.2). In deze figuur is tevens in het verloop van de grondwaterstanden te zien dat met name februari 2016, maar ook het voorjaar van 2015, door relatief grote neerslaghoeveelheden ondieper waren dan normaal. Als gevolg van klimaatverandering wordt de komende jaren een toename van het neerslagoverschot verwacht. Bij het meest extreme klimaatscenario is een stijging van de grondwaterstanden van 5 à 10 cm in 2050 berekend. Voor een nadere toelichting op de historische grondwaterstanden wordt verwezen naar de rapportages voor Enschede Noord5 en Lonneker6.

Figuur 3.2 Verloop historische freatische grondwaterstanden (locaties Lyceumlaan en Kottendijk, 2011-2016)

Uit een beknopte klachtenanalyse is naar voren gekomen dat de vervanging van (lekke) riolering mogelijk invloed heeft op de grondwaterstanden. Met name in de Minister dr. De Visserstraat en de Walhofstraat lijkt deze relatie aanwezig te zijn. Uit een visuele beoordeling van enkele grondwaterstandsreeksen is deze relatie echter niet eenduidig vast te stellen. 5 Evaluatie watersysteem Enschede Noord, Tauw, van 12 mei 2016, kenmerk: R001-1237062HWC-mdg-V01-NL 6 Beleidstoetsing grondwatersituatie Lonneker, Tauw, van 23 maart 2018, kenmerk: R004-1237062LIG-mdg-V01-NL

Page 10: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

10/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

Daarnaast is de winning van Vitens aan de Weerseloseweg in september 2013 volledig beëindigd, nadat deze in de jaren daarvoor reeds in onttrekkingshoeveelheid sterk was verminderd. Door Vitens zijn de effecten van deze sluiting op de grondwaterstanden middels een evaluatie in beeld gebracht. Hieruit is naar voren gekomen dat in de noordwesthoek van Enschede Noord (gebied Bolhaar) enige vernatting is opgetreden. Tot slot wordt opgemerkt dat er in het verleden (historisch beeld) een aantal watergangen in het gebied aanwezig waren die een belangrijke rol speelden in de afwatering van het gebied. Deze watergangen zijn inmiddels allemaal verdwenen; de Roombeek is momenteel het enig aanwezige oppervlaktewater, echter is deze beek voor een deel in een betonnen bak aangelegd. Hierdoor is de ‘natuurlijke’ ontwatering van het gebied niet meer aanwezig (geen afvoer van grondwater).

Page 11: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

11/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

4 Overlast in de onderzoeksgebieden

Op basis van de systeemanalyses zijn vijf gebieden in Enschede Noord en de kern Lonneker gedefinieerd als potentiële overlastgebieden. In deze zes gebieden komen regelmatig (jaarlijks) grondwaterstanden < 0,8 m-mv voor en/of er is sprake van een clustering van klachten. In figuur 4.1 zijn de gebieden in Enschede Noord op kaart weergegeven. In alle zes gebieden (inclusief Lonneker) is in 2016 middels extra peilbuizen aanvullend onderzoek uitgevoerd naar het gedrag van de lokale grondwaterstand. In dit hoofdstuk zijn de resultaten per gebied samengevat.

Figuur 4.1 Gebieden waar mogelijk sprake is van overlast als gevolg van hoge grondwaterstanden

4.1 Kottendijk In het gebied Kottendijk komen op basis van de systeemanalyse vaak grondwaterstanden ondieper dan 0,8 m-mv voor. Daarnaast zijn er in dit gebied veel klachten over het voorkomen van grondwateroverlast. In 2016/2017 zijn de grondwaterstanden op een aantal locaties in het gebied gemonitord. De monitoring laat zien dat in de freatische peilbuizen in dit deelgebied (PB1, PB2 en PB4) de grondwaterstand vaak (> 30 dagen per jaar) dicht aan maaiveld komt. Er is een duidelijke relatie tussen de grondwaterstanden en neerslag; in natte perioden is er een verhoogde kans op hoge grondwaterstanden. In relatie tot het gemeentelijke beleid is in dit gebied de kans op het optreden van hoge grondwaterstanden geclassificeerd als ‘Geregeld’ tot ‘Vaak’.

Page 12: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

12/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

4.2 Boddenkamp In het gebied Boddenkamp is net als in Kottendijk sprake van ondiepe grondwaterstanden in combinatie met klachten. Gedurende de meetperiode van het aanvullende onderzoek is de ontwateringsdiepte van 0,8 m-mv echter niet overschreden. Voor dit gebied wordt geconcludeerd dat de kans op overschrijding van de ontwateringsdiepte beperkt is tot enkele dagen per jaar en alleen zal optreden in (erg) natte periodes. Voor dit gebied is de kans van optreden van hoge grondwaterstanden geclassificeerd als ‘Waarschijnlijk’. 4.3 Roombeek In het gebied Roombeek bestaat onduidelijkheid over de frequentie van overschrijding van de ontwateringsdiepte van 0,8 m-mv. Er komen hier verspreid over het gebied klachten in kruipruimte voor. In het aanvullend onderzoek is aangetoond dat in dit gebied sprake is van stagnerend ondiep grondwater (schijngrondwaterstand). De ontwateringsdiepte in het freatisch grondwater bereikt regelmatig niveaus minder dan 0,8 m-mv, terwijl de stijghoogte in het watervoerend pakket vaak ruim een meter lager staat. Het optreden van dit effect is sterk afhankelijk van de slecht doorlatende lagen in de ondergrond. Als gevolg van de schijngrondwaterstand is de freatische grondwaterstand meer dan 30 dagen per jaar ondieper dan 0,8 m-mv. Voor de freatische (schijn)grondwaterstand is bepaald dat de kans van optreden ‘Vaak’ is. 4.4 Kotkamp In het gebied Kotkamp komen klachten voor over vocht in kruipruimtes. Er lijken op basis van de meetreeksen ondiepe grondwaterstanden voor te komen, maar er zijn erg weinig meetgegevens in dit gebied. In het aanvullende onderzoek zijn extra peilbuizen in de wijk geplaatst, maar omdat de meetperiode in een erg droge periode viel zijn geen hoge grondwaterstanden aangetoond. Op basis van tijdreeksanalyse is ingeschat dat de ontwateringsdiepte van 0,8 m-mv in dit gebied tussen 3 en 30 dagen per jaar wordt overschreden. Daarmee wordt dit gebied geclassificeerd als ‘Geregeld’ voor het optreden van hoge grondwaterstanden. 4.5 Bolhaar In het gebied Bolhaar liggen de gemeten grondwaterstanden op basis van de tijdreeksen overwegend dieper dan 0,8 m-mv. Er komen in dit gebied echter wel geconcentreerd klachten voor over natte kruipruimten. Het aanvullende onderzoek bevestigd de conclusie uit de meetreeksen; er zijn grondwaterstanden tot maximaal 1,0 m-mv gemeten. Gedurende (erg) natte periodes kan de grondwaterstand ondieper zijn dan 0,8 m-mv, maar dit is beperkt tot enkele dagen per jaar. Daarmee wordt dit gebied geclassificeerd als ‘Geregeld’ voor het optreden van hoge grondwaterstanden. De lokale bodemopbouw geeft geen directe aanleiding om hier schijngrondwaterspiegels te verwachten. 4.6 Lonneker De nieuwe peilbuizen in Lonneker laten een gevarieerd beeld zien. Aan de Dorpsstraat worden de meest ondiepe grondwaterstanden gemeten (tot 0,45 m-mv). Aan de Demmerskamp is in maart 2017 een ontwateringsdiepte van circa 0,6 m-mv gemeten.

Page 13: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

13/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

De peilbuis aan de Voortsweg heeft lange tijd droog gestaan en er is in februari/maart 2017 een ontwateringsdiepte gemeten die ruim beneden 1,0 m-mv bleef. In delen van Lonneker komen hoge grondwaterstanden naar verwachting meer dan 30 dagen per jaar voor, terwijl in andere delen van het gebied geen hoge grondwaterstanden zijn aangetoond. Vermoedelijk wordt dit veroorzaakt door het wisselend voorkomen c.q. dagzomen van tertiaire kleien in de ondergrond. Voor Lonneker is de kans van optreden van hoge grondwaterstanden geclassificeerd als ‘Waarschijnlijk’ tot ‘Vaak’, afhankelijk van de locatie.

Page 14: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

14/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

5 Afweging maatregelen tegen grondwateroverlast

Parallel aan het onderzoek naar het voorkomen en de oorzaak van hoge grondwaterstanden is nagedacht over mogelijke oplossingsrichtingen. Onderdeel daarvan is het uitvoeren van een pompproef aan de Deurningerstraat om de effectiviteit hiervan te onderzoeken. Aanvullend is een brede afweging gemaakt van de kosteneffectiviteit van verschillende maatregelen. In dit hoofdstuk gaan we in op de resultaten en conclusies van beide onderzoeken. 5.1 Pompproef In de systeemanalyse is geconstateerd dat de grondwaterstanden vanaf de jaren ’90 langzaam zijn toegenomen als gevolg van het vertrekken van meerdere industriële onttrekkingen uit het gebied. Het terugbrengen van deze onttrekkingen is dan ook een veel genoemde oplossingsrichting. Om te toetsen hoe effectief deze oplossingsrichting is, is van september 2016 tot en met september 2017 een pompproef uitgevoerd in een tweetal oude, niet meer in gebruik zijnde, winputten aan de Deurningerstraat. De onttrekkingsfilters bevinden zich op circa 15 m-mv diepte in het watervoerend pakket, onder de slecht doorlatende leemlaag. Uit de pompproef blijkt dat het onttrekken van grondwater uit het watervoerend pakket een effect heeft op de freatische grondwaterstanden. De verlagingen die in het freatische pakket bereikt worden, zijn statistisch onderzocht en gekwantificeerd. Op basis van deze verlagingen is een verlagingsbeeld samengesteld voor het freatische grondwater en de stijghoogte in het watervoerend pakket. Het effect van de onttrekking op het freatische grondwaterwater blijkt beperkt van omvang te zijn als gevolg van de aanwezigheid van de slecht doorlatende leemlaag in de ondergrond. Om in een groter gebied effect op de freatische grondwaterstand te realiseren betekent dit dat er of grotere onttrekkingsdebieten nodig zijn of meer onttrekkingsbronnen. Daarnaast blijkt uit de pompproef dat de invloedstraal van de onttrekkingen asymmetrisch is, vermoedelijk wordt dit veroorzaakt door het feit dat er scheef gestelde slecht doorlatende lagen in de bodem voorkomen. Deze lagen zijn ontstaan als afzettingen in de oevers van oude geulsystemen. Bij de pompproef aan de Deurningerstraat blijkt uit de monitoring van de grondwaterstanden dat de onttrekking een duidelijk effect heeft op de grondwaterstanden ten oosten en zuiden hiervan. In noordwestelijke richting (richting de Minister dr. De Visserstraat) dempt het effect van de onttrekking al snel uit. Alle bevindingen van de pompproef 2016/2017 zijn terug te vinden in de betreffende rapportage7. 5.2 Afweging van maatregelen Naast de pompproef zijn ook andere mogelijke maatregelen in openbaar terrein onderzocht op hun effectiviteit. Dit is gedaan door tien oplossingsmaatregelen uit te beschouwen en te toetsen op de criteria aanleg- en realisatiekosten, exploitatiekosten, doelmatigheid en de mate van

7 Uitwerking pompproef Deurningerstraat, Tauw, van 15 maart 2018, kenmerk: R003-1237062LIG-evp-V01-NL

Page 15: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

15/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

zekerheid om het gewenste effect te bereiken (verlagen grondwaterstand) en de praktische uitvoerbaarheid. De volgende maatregelen zijn nader beschouwd: • Horizontale drainage (passief/actief) • Deepwells (her ingebruikname/nieuw) • DT/IT-riool • Nieuw oppervlaktewater (beken terug in de stad brengen) • Ophogen maaiveld • Bovenstroomse maatregelen • Wegcunetten van drainzand Na het beoordelen zijn de volgende maatregelen als doelmatig en haalbaar beoordeeld: • Drainage (passief/actief) is relatief goedkoop in aanleg en onderhoud. Daarbij worden de

drains onder de grondwaterstand aangelegd om verstopping te voorkomen. Ze voeren middels een pomp of onder vrij verval het teveel aan grondwater af naar de riolering of naar oppervlaktewater. Passieve drainage is uiteindelijk de meest kosteneffectieve maatregel om de grondwateroverlast collectief aan te pakken

• DT/IT-riool (passief/actief) blijkt een robuuste en bedrijfszekere oplossing. Dit riool voert het water in principe onder vrij verval af, waardoor er geen storingsgevoelige elementen zoals pompen nodig zijn. In bepaalde situaties kan een pomp echter wel noodzakelijk zijn. Het systeem heeft een levensduur van 60 à 80 jaar. Hier staat tegenover dat de aanleg van een DT/IT-riool hoge investeringskosten en meer overlast met zich meebrengt, omdat naast de voorziening in de aan te pakken straten ook een forse afvoerleiding moet worden gerealiseerd in andere straten

• Deepwells (nieuw) zijn relatief goedkoop in de aanleg, maar brengen hoge exploitatiekosten (elektriciteit, lozingsheffing, onderhoud pompen, storingsmelding, et cetera) met zich mee. Daarnaast is de effectiviteit van deze maatregel het minst zeker als gevolg van de heterogene bodemopbouw (zie resultaten pompproef) in het gebied. Bovendien dient relatief veel water te worden onttrokken om de gewenste verlaging te krijgen (met risico dat deze op afstand van de deepwell niet wordt gehaald)

Particuliere maatregelen Indien bovenstaande maatregelen niet voldoende zijn om de overlast aan te pakken, kan men ervoor kiezen om (andere) maatregelen op particulier terrein te nemen. Op particulier terrein zal de keuze eerder vallen op bouwkundige maatregelen, waaronder het waterdicht maken van kelders, injecteren van (spouw)muren, opvullen van kruipruimtes of het vervangen van de begane grondvloer. Deze maatregelen zijn in deze rapportage niet nader beschouwd, omdat deze onder de verantwoordelijkheid van de (particuliere) eigenaar vallen. Na het beoordelen van voornoemde maatregelen op de aspecten aanlegkosten, exploitatiekosten, praktische realiseerbaarheid en de levensduur/bedrijfszekerheid, is geconcludeerd dat passieve horizontale drainage de meest doelmatige maatregel is.

Page 16: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

16/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

6 Doelmatigheidstoetsing maatregelen

Het gemeentelijk beleid is dat de gemeente effectieve maatregelen neemt op die plekken waar de overlast leidt tot risico’s voor de volksgezondheid en waar een collectieve maatregel doelmatiger is dan het nemen van individuele maatregelen (door bewoners). Om te kunnen bepalen (prioriteren) waar maatregelen genomen moeten worden is inzicht nodig in hoeveel bewoners overlast ervaren, waar ze deze overlast ervaren en hoe ernstig de overlast is. Om inzicht te krijgen heeft de gemeente via I&O Research een enquête laten uitvoeren waarin bewoners een vragenlijst kregen voorgelegd over hoe zij grondwateroverlast ervaren. De enquête is verstuurd naar de bewoners van de zes overlastgebieden en een ruime zone hieromheen. De enquête geeft inzicht in welke bewoners overlast ervaren, waar in de woning zij overlast ervaren en hoe vaak ze overlast ervaren. De gemeente heeft als beleid dat ze alleen maatregelen treft wanneer bewoners overlast ervaren in de woonruimte. Aanvullend op de enquête heeft de GGD IJsselland/Twente een twintigtal huisbezoeken uitgevoerd, waarbij in elk gebied enkele woningen zijn bezocht. Daarbij is onder meer onderzoek gedaan naar het vochtgehalte in de vloer en muren, evenals de materialisatie van de vloer (hout/beton) en de leeftijd van de woning. Uit deze huisbezoeken is geen volledig eenduidig beeld op te maken van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan wil een woning wel/geen grondwater gerelateerde overlast hebben. Uit het Model Bouwverordening uit 1992 volgt dat voor alle nieuwe woningen vanaf dat moment een vochtwerende fundering en bouwmuren vereist zijn. Dit betekent dat op basis van deze Model Bouwverordening mag worden aangenomen dat alleen woningen van vóór 1992 vochtoverlast in de woonruimte kunnen hebben als gevolg van hoge grondwaterstanden. Bij de uiteindelijke prioritering is rekening gehouden met deze randvoorwaarde. Op basis van het fysiek voorkomen van hoge grondwaterstanden en het aantal woningen (ouder dan 1992) met vochtoverlast in de woonruimte (vertegenwoordigd door de zwarte stippen in figuur 6.1) is een voorselectie gemaakt van (delen van) straten waar potentieel maatregelen nodig zijn. De aanwezigheid van zwarte stippen in een straat (figuur 6.1) betekent niet automatisch dat de gemeente in die straten ook maatregelen treft. Wanneer de woningen met overlast erg verspreid in de straat voorkomen, of het aantal woningen met overlast in de straat gering is, dan is een individuele maatregel op het eigen perceel vanuit kostenoogpunt meestal doelmatiger.

Page 17: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

17/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

Figuur 6.1 Resultaten enquête I&O Research (zwarte stippen = overlast in de woonruimte; woningen vóór 1992)

Om te bepalen in welke straten de gemeente maatregelen gaat uitvoeren, is voor straten waar woningen vochtoverlast in de woonruimte hebben een doelmatigheidsonderzoek uitgevoerd. Als voorwaarde geldt dat er sprake moet zijn van hoge grondwaterstanden ter plaatse van deze woningen en dat de woningen vóór 1992 zijn gebouwd. Er is gekeken of het goedkoper is wanneer de gemeente een collectieve maatregel uitvoert of wanneer de bewoners individuele maatregelen treffen. Ten slotte is ook het verhardingstype van de openbare weg (klinkers of asfalt) meegenomen in de afweging, omdat het in een straat met asfaltverharding duurder is (en daardoor vanuit de gemeente gezien minder doelmatig) om maatregelen te treffen. In tabel 6.1 zijn de straten opgenomen waar de gemeente maatregelen zal treffen omdat beoordeeld is dat het doelmatig is om hier een collectieve maatregel in openbaar terrein te treffen. De geografische ligging van de straten is in figuur 6.2 gepresenteerd. Tabel 6.1 Straten per onderzoeksgebied waar maatregelen worden getroffen

Onderzoeksgebied Straten

Kottendijk Minister dr. De Visserstraat, Drienerweg en Schaperstraat

Boddenkamp Van der Capellenstraat

Roombeek Reggestraat, Dinkelstraat, Schurinksweg en Jacob van Lennepstraat

Kotkamp Minkmaatstraat, Dahliastraat, Pinksterbloemstraat en Elsmaathorst

Bolhaar Bizetlaan

Lonneker Pastoriestraat / P.H. ter Meulenplantsoen

Lonneker Roombeek Bolhaar Kotkamp Kottendijk Boddenkamp

Page 18: Eindrapportage onderzoek grondwateroverlast Enschede Noord · 2018. 4. 9. · 6/18 Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL 2 Gemeentelijk grondwaterbeleid Het grondwaterbeleid van de gemeente

18/18

Kenmerk R006-1237062LIG-V01-lvi-NL

Figuur 6.2 De 14 geselecteerde straten waar de gemeente Enschede maatregelen treft

Bij het gebied Roombeek moet opgemerkt worden dat hier in de betreffende straten feitelijk geen hoge grondwaterstanden zijn gemeten. De grondwaterstand kan hier echter wel hoog staan als gevolg van storende leemlagen in de ondiepe ondergrond, die hier (lokaal) vrijwel zeker aanwezig zijn. Hierdoor kunnen schijngrondwaterspiegels ontstaan, net als elders in de wijk. Om overlast in de straten en de kosten zo laag mogelijk te houden is de volgorde waarin de gemeente de maatregelen tegen de wateroverlast zal gaan uitvoeren afhankelijk van andere geplande werkzaamheden, de planning en het budget.