achtergronden van vechtsporten

140
+ + + ACHTERGRONDEN VAN VECHTSPORTEN BUDO-JUDO-YOGA- MEDITATIE-ENERGIE 1

Upload: independent

Post on 30-Apr-2023

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

+

++

ACHTERGRONDEN VAN VECHTSPORTEN

BUDO-JUDO-YOGA-

MEDITATIE-ENERGIE

1

BOEDDHISME-TAOISME-ZEN

ROEL DEN DUNNEN

INHOUD.

1.BUDO,WINNEN EN VERLIEZEN 4

2.KAT EN RAT. 7

3.ANGST VOOR DE DOOD. 10

4.ONSTAAN VAN VECHTKUNSTEN 16

5.TAOISME 19

6.JIGORO KANO 25

7.JUDO 27

2

8.ZEN-BOEDDHISME 48

9.CHI-ENERGIE-ADEM 58

10.ADEMHALING-HATHA YOGA 62 11.MEDITATIE 69

12.ACHTERGRONDEN EN VERBANDEN 76

BIJLAGE :BOEDDHISME 78

NOTEN,LITERATUUR 82

VOORWOORD.

Er bestaat heden ten dage in de westerse omgeving waarinik verkeer een toenemende belangstelling voor vechtsporten.Dat uit zich in deelname aantallen aan de vele vormen van vechtsporten zoals karate,jitsu,judo,pentjak en andere,maar ook in vele films waarin de (vaak virtuele)

3

helden mythische gevechten leveren tegen (even virtuele)tegenstanders.Alles circulerend rondom het basisscenario van goed en kwaad,waarbij het goede veelal als overwinnaar uit de strijd komt.De diverse takken van sport kennen allen hun leerlingen,meesters en kampioenen.Een deel van die sporten is reeds doorgedrongen tot de olympische arena.De beoefenaren zijn zich,met name hier in het westen,nauwelijks of niet bewust van de achtergronden van deze vechtsporten.Daarnaast zijn ze vaak nogal eenzijdig gericht op de lichamelijke kant ervan.Wellichtzou men tot een betere,completere beoefening komen als ook de geestelijke kant meer wordt bestudeerd.Ik doe in dit geschrift een poging om een paar van die achtergronden te schetsen en daarnaast een aantal verbanden te leggen met de filosofieën die (oorspronkelijk) achter deze lichamelijke uitingsvormen stonden en van waaruit zich ook vele ontwikkelingen hebben voorgedaan.Ik gebruik daarbij de judo beoefening als voorbeeld van een vechtsport.

4

BODHIDARMA,aartsvader van het ZEN-Boedhisme,grondvester van het Shaolin boksen en beschermheilige van de vechtkunstenaars .Zen meesters

5

worden bijna altijd lelijk en een beetje belachelijk afgebeeld.Ze benadrukten dat omdat ze wars waren van persoonsverheerlijking.1.BUDO-VECHTEN-WINNEN EN VERLIEZEN.De hedendaagse mens,deze rechtoplopende aap is een nieuwe variant tussen de levende wezens.Een variant die nog maar relatief kort ,bezien tegen de achtergrond van de leeftijd van onze aarde,aanwezig is.Het nieuwe aan die variant is zijn vermogen tot denken,en het vermogen om zich dingen voor te stellen,te verbeelden.Dat naast het hebben van een fysiek lichaam en het hebben van gevoelens.Met name door middel van het denken onderscheidt hij zich van de andere levensvormen.De mens is dus en lichaam-en gevoelens-en denken.,eensoort drieslag .Wil hij volledig functioneren dan ligt het voor de hand dat hij een beroep moet doen op alle ingangen,dus zowel lichamelijk als geestelijk.Bovendien niet een beetje maar voor de volle honderd procent!Dat in alle levenssituaties,dus ook in de sport.Hede ten dage constateren we een vergrote nadruk op het fysieke aspect en een onderwaardering van het denken(en de gevoelens).In de judosport uit zich dat in een overgrote concentratie op technieken,lichamelijke getraindheid-fitheid,uithoudingsvermogen ed.Zaken die zeker van belang zijn,maar is is meer.In het onderhavige werkje vraag ik meer aandacht voorde afstemming van lichaam-geest-gevoelens.Pas dan kande beoefenaar ,naar mijn mening ,tot een optimaal resultaat komen.

6

De algemeen gangbare vertaling in het Westen van het begrip Budo,namelijk vechtsporten ,is er een die je eigenlijk op het verkeerde been zet.Zowel het begrip''vechten'' als het begrip ''sport'' zijn hiervan de oorzaak.In het Engels is er al sprake van een ander element namelijk daar wordt gesproken van martial arts en daar duikt het woord ''art'' of kunst of weg op.Het eerste woord ''martial'' duidt, evenals in het Nederlands ,op krijgs-vecht bekwaamheden.

Het Japanse woord ''budo'' wordt met twee Chinese karakters geschreven namelijk '''bu''=dapper,krijg,krijgsman en ''do''=weg,manier,filosofie.Het Chinese karakter voor ''bu'' is in feite een samensmelting van twee andere karakters namelijk ''hoko=strijdbijl en ''tomeru''=stoppen,tegenhouden.Muramatsu(1) van wie de bovenstaande beschrijving is gaat nog verder wanneer hij zegt;''bu is dus een hulpmiddel om wanorde en onrust te onderdrukken.''

Budo is niet alleen een streven om zichzelf de sterkere te tonen,het is ook een weg waarlangs veel mensen inzicht krijgen in het raadsel van leven en dood.Met name in de klassieke tijden van het Budo in het Oosten was er geen sprake van een sport,maar betekende het overwonnen worden dus doodgaan.De dood in het aangezicht (kunnen) staan betekende niet alleen dat men een lichamelijke training moest ondergaan door middel van de beoefening van vele technieken(waza) maar ook een mentale training ,om zodichter bij de ware betekenis van leven en dood te komen.

7

Een militaire strateeg die in het Oosten veel wordt geciteerd,Sun-Tsu (die leefde circa 300 jaar voor onze jaartelling) maakte zelfs onderscheid tussen twee manieren van overwinnen.De eerste ''overwinnen door strijd''bestempelde hij als minderwaardig.De tweede ''overwinnen zonder strijd''vond hij superieur.(2)

In budo verstaat men onder de term ''winnen'' ook het''leven'',wat eigenlijk meer bedoeld is als ''overleven'' of ''niet verliezen.''"Het niet verliezen kan beschouwd worden als het uit de weg gaan van conflicten waarin men als verliezer zou kunnen eindigen.De meeste budoka''s uit vroeger eeuwen waren experts in het inschatten van de juiste waarde van een tegenstander.De manier van zich te verplaatsen,de lichaamshouding en de blik in de ogen waren allemaal gegevens die ze in een oogopslag registreerden.Vielen deze gegevens in hun nadeel uit dan vermeden ze meestal het gevecht en legden ze zichmet geduld en overgave toe op hun training.Een begrijpelijke houding als we weten dat zo’n gevecht altijd met de dood van een van beiden eindigde.''(3)

Vechtsporten waren(zijn) in het Oosten dus sterk ingebed in maatschappelijke filosofieen.Wil men het wezen van die ''do''s''doorgronden dan dient men die achterliggende filosofieën grondig te bestuderen.Andersom zijn de verschillende technieken(waza''s)prachtige voorbeelden van de filosofische wetmatigheden.In een aantal gevallen zelfs een soort gestolde rituelen zoals later zal blijken.Rituelen die de hoogte- en diepte punten van het menselijk leven laten zien en bij beoefening laten ondergaan.

8

De weg(do) van de krijger (shi)van de martiale kunsten(bu) ,de bushido kan worden samengevat in zeven essentiële punten(4);1.Gi:de juiste beslissing,in gelijkmoedigheid genomen,de juiste houding,de waarheid.''Als we moeten sterven,moeten we sterven.''2.Yu:dapperheid,neigend naar heldenmoed.3.Jui: de universele liefde,de welwillendheid tegenover mensen.4.Rei:het juiste gedrag5.Makato:volledige oprechtheid.6.Melyo:eer en roem.7.Chugi:toewijding,trouw.

Het gaat dus veel verder dan het zijn van een ''strijder'' zoals wordt weergegeven in de punten dapperheid(2),eer en roem(6) en in mindere mate al via de juiste houding(1).Ook zaken als universele liefde(3),volledige oprechtheid(5) zijn essentieel.Ergo dus geen sport maar een levenswijze!Naast de beheersing van de technieken benadrukken de grote meesters ook altijd de invloed van de geest.''Wij moeten niet naar het lichaam van de tegenstander kijken,maar onze eigen geest sturen.''(5)

Een aardige illustratie van deze principes wordt gegeven in het in vele varianten vertelde verhaal vande katten en de rat(of de muis).Een van de wijze lessen in dat verhaal was de volgende.Nadat de rat erin was geslaagd om diverse katten op de vlucht te jagen werd hij geconfronteerd met een ''oude''wijze kat.Die deed niets anders dan slapen.Weldra waagde derat het er open liep langs de kat die er schijnbaar onverschillig bijlag.Dat ging zo een tijdje door totdat op een

9

goede dag de kat ineens uithaalde,hem ving en hem neersloeg.''Lichaamskracht",zo sprak de oude kat ,''en vaardigheid zijn niets zonder de waakzaamheid van de geest.Een juist bewustzijn is vanwezenlijk belang voor de juiste beweging van het lichaam.''(6)Veel geoefende budokas weten dit en passen het toe.Over en weer benadrukken de Oosterse vechtkunstmeesters de samenhang tussen de techniek(waza) de energie(ki) en de houding(van het bewustzijn).Wanneer daarin geen eenheid is kan er geen juiste handeling plaatsvinden.Over energie(ki,ofchi) komen we later nog te spreken evenals over de parabel van de katten en de rat.Vooralsnog,meer in lijn met het bovenstaande nog een paar woorden over ''leegte'' en ''loslaten''.Een van de centrale ideeën uit het Boeddhisme,waar veel van de filosofische oorsprong van de vechtkunsten te vinden is,is dat de wereld waarin wijleven een subjectieve,door tijd en plaats bepaalde werkelijkheid vormt.Het is immers ''onze'' opvatting van tijd en plaats en die is per definitie subjectief.Boeddhisten duiden het zelfs aan als een schijnwereld.Het''ware'' leven is hier niet aanwezig en om daar inzicht in te krijgen is het zinvol om zich vertrouwd te maken met de dood.En dus het beoefenen van het ''loslaten''.Dit principe ,het loslaten van alles wat ons bindt, vinden we terug bij alle vechtsporten.Om dat met een voorbeeld te illustreren uit het judo,de sport waar ik wat meer mee vertrouwd ben komt een serie worpen voor die ''sutemis'' worden genoemd. .''Sute'' betekent letterlijk ''afstand doen'',en''mi''=lichaam.In het judo staan deze worpen bekend als offerworpen;;de eerste beweging bestaat uit het

10

jezelf opofferen door middel van het bewegen van je lichaam naar de grond en in die beweging je tegenstander mee te nemen.Niet alleen in het judo maar bij nagenoeg alle budo kunsten vinden we dit principe terug.''Je doet afstand van dingen waaraan je gehecht bent,van persoonlijke verlangens,van het ik.''(7)In meer algemene zin zou je kunnen stellen dat,als jeje ergens voor inzet,je dat zonder reserves moet doen.Zonder reserves wil dan zeggen ,zonder je te laten hinderen door gevoelens,denkbeelden;gaan voor honderd procent!

2.KAT EN RATIn het voorgaande heb ik al even verwezen naar het allegorische verhaal van de katten en de rat,of de muis.Het is een verhaal wat in vele varianten wordt verteld in het Oosten,wanneer men de principes achterde budo sporten wil toelichten.Hieronder volgt een vrijmoedige samenvatting van het verhaal zoals dat door twee budomeesters wordt weergegeven(8)

In het huis van een bekende budoka woonde sinds jaar en dag een grote rat(of muis)Het dier was zo vrijmoedig geworden dat hij zelfs op klaarlichte dag tevoorschijn kwam.Men besloot de kat van de buurman te lenen en vervolgens andere exemplaren maar,welke kat men ook binnenbracht,er was er niet een die de rat kon pakken.Na veel navraag attendeerde men de budoka op een kat uit een naburig dorp die grote faambezat.

11

Toen hij deze superkat onder ogen kreeg was hij zeer ontgoocheld.Wat hij zag was een half kale slaperige kat die er allesbehalve afschrikwekkend uitzag.Het had hem veel moeite gekost het dier naar zijn huis te halen en hij besloot dat het zijn kunsten dantoch maar eens moest laten zien.Hij pakte de kat bij het nekvel en gooide hem met een zwaai naar binnen.Tot zijn grote verbazing nam de rat ogenblikkelijk de benen om nooit meer terug te komen.Het vreemde was dat de vale,oude kat eigenlijk geen poot had verroerd maar alleen gezapig om zich heen had gekeken.

Die avond besloten alle katten die aan de rattenjachthadden deelgenomen een bijeenkomst te houden om over hun bevindingen te praten,en met algemene stemmen werd de oude veteraan tot voorzitter gekozen.Als eerste kwam de''snelle panterkat'' aan het woord.''Van jongsaf ben ik getraind in het vangen vanratten.Volwassen geworden vang ik alle ratten die op mijn pad komen,maar deze was me te snel af.''De oude kat antwoordde;''wat jij je leven lang hebt beoefend is techniek,vorm.Daarin ben je erg goed geworden.Maar achter elke beweging staat een gedachte.Als je tot actie overgaat zonder kennis van de ware zin,blijf je oppervlakkig bezig.''De ''grote tijgerkat'' een imposante gespierde kat sprak.''Naast techniek is enthousiasme en zelfvertrouwen belangrijk.Meestal verlam ik mijn tegenstander met mijn kiai,mijn schreeuw en wacht op zijn wanhopige aanval.Maar bij deze rat werkte het niet.''Weer sprak de oude kat;''Je methode werkt wel bij zwakkere tegenstanders maar niet bij een sterkere,zoals onze laatste rat.Het zelfvertrouwen

12

wat je hebt gekweekt is eigenlijk alleen vorm,een gestalte zonder inhoud.''Een oudere kat''grijze schaduw'' had aandachtig geluisterd en veelvuldig geknikt.''Mijn methode is een ''fluwelen''techniek in overeenstemming met mijn hart.Men moet zijn tegenstander als het ware opvangen zoals je een vallende steen zou opvangen op een veren kussen.''De oude kat;'Jouw harmonie heeft,naar wat ik hoor zeker een diepere inhoud.Jammer genoeg krijg ik de indruk dat jij op een logische,deduktieve manier te werk gaat.Je harmonie is nog niet natuurlijk.Met logisch denken alleen kom je niet ver genoeg.Absolute vereisten bij het bestrijden van de rat zijntechniek(waza) en spirit(ki).Dat laatste komt uit hethart.Als we beide waza en ki op een natuurlijke wijzetot uiting kunnen laten komen,zonder kunstmatige hulpmiddelen,zijn we al een eind op de goede weg.''

Maar hoe dan verder,wijze kat?Die antwoordde;''Zich op niets verlaten,zonder vijanden zijn,zichzelf vergeten en zich volmaakt voegen naar de dingen zoals ze ons overkomen,zonder een spoor achter te laten.''

Wat bedoeld U met ''zichzelf vergeten'' en ''zonder vijanden''?''Deze dingen zijn uiterst relatief.Omdat we ze steeds als een vast gegeven beschouwen slagen we erinom vijanden te maken.Schakel het ene uit en het andere verdwijnt automatisch.Het yin en yang principe,water en vuur,zijn ook dergelijke manifestaties.Zonder het ene kan er ook geen sprake zijn van het andere.Alle dingen overigens die vorm aannemen zijn relatief en precies daarom laten we onsertoe verleiden er een waarde aan toe te

13

kennen.Indien we dit niet zouden doen,zouden we ons ook niet druk hoeven maken over de antithesen van deze waarden.''

Dus wat is er allemaal van belang?Natuurlijk techniek,maar ook kracht,enthouisiasme,denken,en ook harmonie en ''geen vijandbeeld.''Als ik voor ik reageer op een aanval,eerst nog even moet bedenken dat de persoon tegenover mij mijn vijand is,heeft een budo meester eens gezegd ,ben ik te laat met mijn reactie

In dit verhaal zijn alle elementen van een levensfilosofie terug te vinden.In onze termen het lichamelijke,het gevoelsmatige,het geestelijke(denken) maar ook het spirituele;dat wat groter is dan alles wat we kunnen kennen,daar waar detegenstellingen niet meer opgaan

3.ANGST VOOR DE DOODNa deze wat lichtere kost,voor we toekomen aan de praktische vertaling,nog een paar gedachten over de dood,beter aangeduid via het begrip ;de angst voor dedood.Vechtsporten,zo constateerden we in het voorgaande,hebben alles te maken met winnen en verliezen.

14

In onze tijd wordt het sportieve karakter benadrukt,en is er altijd sprake van een veelheid aanregels om dat ''sportieve '' karakter te waarborgen.Oorspronkelijk was er mijns inziens geen sprake van het benadrukken van het sportieve.In de klassieke tijd van de 'samoerai'',de krijgslieden kaste betekende overwonnen worden sterven,de dood dus.Het was geen sport maar een methode om in leven te blijven.De ultieme kunst daarbij is om de angst voor de dood te overwinnen.Wanneer de mentale staat van zo’n vechter er een is van angst voor de dood, zal hij suboptimaal presteren, zal hij als het ware verstijven en geen adequate reacties vertonen,en dus naar alle waarschijnlijkheid worden gedood.Als hij in staat zou zijn die angstgevoelens van zichaf te zetten en meer ontspannen het strijdperk zou betreden, zou hij ook instaat zijn om zijn aangeleerde technieken beter te kunnen uitvoeren.''Indien we werkelijk kunnen bevatten wat de dood-hetgrootste gebeuren in het menselijk leven-betekent,danis er verder niets belangrijks meer waarover we ons druk hoeven te maken(9).Het is geen godgeleerde die hier sprekend wordt opgevoerd maar een karatemeester!Maar niet alleen karatemeesters hebben zich met de angst beziggehouden,ook westerse filosofen,en ze komen tot dezelfde conclusies als de vechtmeesters.Ons ‘’zijn’’,wanneer we het trachten te pakken,te definieren,slibt als het ware steeds door onze vingers heen.We kunnen het eigenlijk niet pakken-wel omschrijven;ademen,wonen,werken genieten eten slapen en dergelijke ,ergo we kunnen het aanduiden,via voorbeelden waarin we ons uitdrukken.Zaken die op elkvolgend moment weer nieuw zijn.Het echte ‘’zijn’’ is

15

eigenlijk niet te herleiden.Wel bestaat er, zo weten we proefondervindelijk een vast punt;dood gaan we allemaal.Maar wanneer en hoe daar valt in het algemeen weinig over te melden.Het is overigens wel een feit dat we daar ,allemaal,in meer of mindere mate een zekere angst voor vertonen. Kierkengaard(10) bijvoorbeeld zegt ,een beetje plechtiger dan ik hiervoor verwoordde ,over het ''er-zijn'' dat de concrete existentie niet te herleiden is.Volgens hem raken we pas de diepte van onze existentie,van het ''er-zijn'' via de angst.''De angst iseen grenservaring,de ervaring van de grens van alle ervaring. De angst confronteert de mens met het naakte ''dat hij is'',eerst de angst ,als de ervaringvan het niets van het bestaan ,maakt de weg vrij tot het eigenlijke existeren.''Bij Kierkengaard was dat eigenlijke existeren overigens het geloof.Bij een andere grote filosoof,Heidegger(11) wordt hetnog algemener geformuleerd.Hij ziet het ''er-zijn''als een soort ''onderweg zijn''.Dat ‘’onderweg zijn’’kent vele verschijningsvormen en mogelijkheden.''Er is echter een mogelijkheid die alle andere mogelijkheden omspant,te weten,de dood. De dood is deonherhaalbare,uiterste,meest eigen mogelijkheid van het ‘’Dasein’’. De zekerheid van de dood gaat gepaardmet de onbepaaldheid van zijn -wanneer.''Het kan morgen plaatsvinden maar ook over dertig jaar’’!

Hoe kan nu de nivellering van de dood worden doorbroken? Ook bij Heidegger is dat in de''Grundbefindlichkeit'' van de angst.''In de angst zinkt het zijnde in het geheel weg. Ik ervaar in de angst ''niets''. Dit ''niets''van de angst brengt ons werkelijk voor het naakte dat wij zijn en hebben te zijn.''Bij Kierkengaard zette de angst aan om het geloof te accepteren als zinvolle bezigheid,bij Heidegger leidt

16

het in zijn verdere betogen tot het trachten,''zin tegeven aan het leven''Bij Muramatsu krijgt het zingeven van het leven een hele praktische wending namelijk het willen overleven, maar ook hij gaat iets verder.''Budo is niet alleen een streven om zichzelf de sterkere te tonen, het is ook een weg waarlangs veel mensen inzicht krijgen in het raadsel van leven en dood.''(12)Verwante echo’s vinden we ook bij de opvattingen van de Stoïcijnen die eveneens tot een praktische invulling wilden komen.De leidende begrippen tijdens dit leven,aldus deze mensen,zijn; sober leven,zelfbeheersing,onaandoenlijkheid,deelnemen aan het maatschappelijk leven,en de nadruk leggen op geestelijke groei..''In grote lijnen komt het verschil tussen een wijs en een dwaas mens erop neer dat de een alles bezit wat de ander mist, want de wijze is-wijs, omdat hij volgens de rede wil leven, -rijk,omdat hij de deugd bezit, -vrij,omdat hij zijn emoties beheerst en geen slaaf is van uitwendige omstandigheden.''(13)Het noodlot slaat toch wel toe, dus waarom zou je je er druk over maken?

Mensen die bang zijn,zegt Deshimaro(14);''zijn egoistisch,ze denken alleen aan zichzelf. Als je afstand neemt van het ik,verdwijnt alle angst. Als jealtijd tegen de stroom oproeit komt de angst op de proppen. Zelfs in een gevecht moet je hetzelfde bewustzijn hebben als je tegenstander en niet tegen hem strijden maar met hem. Dat is een grote koan.(opdracht waarover je na moet denken.rdd) Je moet opgaan in de situatie en er niet buiten blijven staan. Een egoïstisch wezen kan nooit dapper zijn,nooit….Je moetniet willen winnen, alleen dan kan je winnen. Afstand

17

doen van het ik…Dat is het geheim van de juiste manier van leven.''

Ik volg de gedachtegangen van deze eminente denkers voor zover ze zijn toegespitst op leven en dood. Om in die situaties te trachten onbevooroordeeld en onbevangen het strijdperk te betreden,lijkt me een goede basis voor het overleven. Daar moet men zich zosystematisch op voorbereiden dat wanneer die keuze komt,men voorbereid is. Dat betekent dus een ''levenslange''training,letterlijk tot de dood erop volgt!Luister maar naar Deshimaro:"Zowel in Zen, als in de vechtkunsten is training heel belangrijk. Hoeveel tijd moet men trainen? Veel mensen hebben me gevraagd; hoeveel jaar moet ik Za-Zen beoefenen? En ik antwoord; tot aan de dood. Dat antwoord vinden ze weinig bevredigend. In Europa willen de mensen snel leren,liefst in een dag.Ik ben eenmaal geweest en ik heb het begrepen,zeggen ze. Maar een dojo is iets anders dan de universiteit. En ook in budo moet men doorgaan tot aan de dood."(15)Over Zen en Za-zen komen we verderop nog nader terug.Naast boven beschreven meer absolute interpretaties over de angst is er in ons dagelijks leven wel degelijk sprake van een nuttige, beheerste vorm van angst, die zinvolle correcties op ons gedrag veroorzaakt.Doordat ik bepaalde consequenties van gedragingen overzie of vermoed, stel ik mijn gedrag bij,en ''overleef'' met minder heftige (eventuele)gevolgen.Praktisch voorbeeld?Bij plotseling oversteken, zonder goed te kijken,kan ik worden aangereden door een auto.Of,wanneer ik een grote mond opentrek tegen een ander persoon die twee keer mijn fysiek heeft, kan ik (harde) klappen oplopen.Ik kijk dus uit bij het oversteken en ik

18

beheers me tegenover zichtbaar veel sterkere personen.Overigens, gemengd met enige beschaving ,ooktegenover mensen die zwakker zijn dan ik zelf.Dit gedrag vertoon ik uit angst voor bepaalde consequenties.Dit mechanisme ligt ten grondslag aan veel van onze gedragingen.Het is de angst voor consequenties van mijn handelen die mij zo doet gedragen. Zeker in het sociale verkeer is dit een noodzakelijke voorwaarde. Het duurt jaren, gemiddeld tot de volwassenheid en soms nog langer ,eer ik instaat ben om met een gewenste maatvoering te handelen. Dit geldt algemeen zo en manifesteert zich dus ook binnen de vechtsporten. Hetlijkt mij aanbevelingswaardig om zich er,ook binnen de vechtsporttrainingen , rekenschap van te geven totwat voor gevolgen onberedeneerde angst kan leiden..Enaan de andere kant de motiverende kracht te belevendigen ,de kracht die er vanuit kan gaan als men angst een goede plaats geeft binnen de trainingen.De regels van de sporten staan er borg voor dat er geen doden vallen tijdens de beoefening en competitie,maar een ''onbevangener '' houding ten aanzien van winnen en verliezen en daardoor tot betere prestaties komen is aan te bevelen.Natuurlijk geldt bovenstaand betoog niet alleen voor de vechtsporten maar is ook toepasbaar voor vele andere levensterreinen.Over doden en doodgaan valt wel wat meer te zeggen.In onze (westerse) beschaving wordt tegenover het doodgaan en het doden zelf een wat dubbelzinnige houding aangenomen. Leven,levend zijn, in het nu functioneren, carpe diem(pluk de dag) dat alles wordtbenadrukt en als positief ervaren. De dood wordt op een afstand gehouden, niet alleen in gesprekken maar

19

ook in de ruimte. Zie bijvoorbeeld maar de locatie van begraafplaatsen en crematoria. Die vinden we veelal aan de ‘’rand’’ van onze woonplaatsen,zeker niet centraal.(zoals vroeger wel het geval was,bijvoorbeeld rondom de kerk.)Aan de andere kant kent iedere krant zijn dagelijkse overlijdensberichtenOok in de media mag het doden, oorlogvoeren, mishandelingen zich in een grote aandacht verheugen.Dubbelzinnig dus,onze aandacht voor de dood en het doden.Waar moeten we dat fenomeen nu plaatsen, is het echt uit ons dagelijkse leven verdwenen of doen we maar alsof ?Voordat we komen tot een nadere beschrijving van een aantal, voornamelijk Oosterse opvattingen over dood en leven en hun betekenis voor de vechtsporten, is het zinvol om eerst eens een eigen positiebepaling teverwoorden.Daarnaast kan het doden nooit worden losgezien van macht. Puur fysieke macht in de eerste plaats, maar ook macht zoals die is neergelegd in regels en wetten.En naast emoties, die vaak een belangrijke rol spelenbij het doden is er ook nog de rede, het verstand.Kortom genoeg om op een rij te zetten.. Als mens is een standaardonderdeel van ons gedrag hetdoden van om ons levende natuur. We doden planten,granen,vruchten en dieren om in onze voedselvoorziening te voorzien. Maar we doden zo blijkt uit onze gedragingen ook en vaak uit machtsoverwegingen. Het doden om in onze voedselbehoefte te voorzien is deel van onze natuur en noodzakelijk om te overleven. Bij het doden uit machtsoverwegingen ben ik daar nog niet zo zeker van.

20

Het onderscheid tussen het doden van planten en dat van dieren en vervolgens het consumeren ervan is mijns inziens een relatief onderscheid.Bepaalde groeperingen ,bijvoorbeeld vegetariërs ,staan met betrekking tot hun voedsel heteerste toe en het tweede niet.Waarom dieren niet en planten wel? Vermoedelijk volgens de redenering dat planten geen duidelijk te identificeren zenuwstelsel hebben en dieren wel ? En omdat ze daardoor wellicht dichter bij de mensen staan ?Ik kan hier eigenlijk niets mee.We hebben granen,vruchten,groenten en eiwitten nodig voor ons dieet, en die verschaffen we ons.Wel met ''mate''. Het doden om de voedselvoorziening dient uitsluitend dat doel; daarnaast wellicht nog voor het aanleggen van enige strategische reserve ,verder niets.In de geschiedenis van onze soort en met name in de periode toen onze maatschappelijke organisatievorm die van jagers en verzamelaars was, maar ook in de vroege landbouwerstijd deed de ''maatvoeringsvraag'' zich niet voor.Het was eenvoudig onmogelijk om veel vlees of groenten of vruchten mee te nemen; het bedierf of verotte immers snel en preserveringstechnieken waren nog niet voorhanden.Dus beperkten we ons tot het noodzakelijke; dat wat nodig is om in gezondheid te (over)leven.Ook toen is er ongetwijfeld sprake geweest van enige voldoening gepaard gaande met het doden van prooien.''Ik heb de voedselvoorziening voor mijzelf en de mijnen weer veiliggesteld-wij hebben eten,althans voor de komende dagen.''Tevredenheid over de geslaagde operatie, daar is ook niets mis mee.In deze ''natuurlijke samenleving''herstelde zich hetevenwicht tussen aantallen mensen en hun behoefte aan

21

bv eiwitten, in de vorm van aantallen gedode dieren en planten en de natuurlijke aangroei, binnen redelijke tijd.Natuurlijk is het hier beweerde een versimpeling van de werkelijkheid.Niet alleen mensen maar ook dieren gebruiken elkaar als prooi,ook daar tendeert de situatie bij een gelijkblijvend klimaat naar een vorm van natuurlijk evenwicht..

Macht is ,in zeer algemene zin ,te omschrijven als het vermogen waarover een persoon of een groep beschikt om de gedragsalternatieven van anderen te beperken.Op zich is het een verschijnsel wat heel weltoegepast kan worden in het vreedzaam samenleven van mensen teneinde het welzijn van allen te bevorderen. De eerste,meest algemene randvoorwaarde daarbij is wel dat er sprake dient te zijn van een ''geven en nemen situatie''. Een soort ruilsituatie.De ene partij of individu geeft iets, bijvoorbeeld voedsel, penningen en krijgt wat terug, bijvoorbeeld veiligheid, bescherming, vrede, alles ingebed in een maatschappelijke organisatie vorm. De kern ervan iets is dat er sprake moet zijn van eentweezijdige relatie;geven en krijgen. De machtshebberwordt vertrouwd, men laat toe dat hij in staat is de gedragsalternatieven van anderen beperkt zolang hij de gevraagde goederen ook levert! In die zin is de machtsloze evenwaardig aan de machtshebber.Precies op dat punt gaat het vaak fout. De machtshebber krijgt het idee dat hij beter is, hoger is, dichter bij zijn schepper staat, recht heeft op respekt, dat voorrechten hem automatisch toekomen.ed.En hij vergeet dat er zonder mensen die de bereidheidhebben om geleid te worden geen leiders bestaan.

22

De gevolgen laten zich raden; extremere machtsuitoefening veelal leidende tot omverwerping van het bestaande systeem en over het algemeen gepaard gaand met onlusten, gewapend ingrijpen en doden.Dit in het geval van grotere maatschappelijke verbanden. Maar in het kleine nemen we dezelfde dynamiek waar. Ook daar, bijvoorbeeld tussen twee mensen, moet er sprake zijn van een door beide geaccepteerde ruilsituatie. Ook daar kan het evenwicht danig verstoord raken doordat een van twee de gedragsalternatieven van de ander te zeer beperkt,zodanig dat de relatie verbroken wordt en alle varianten die denkbaar zijn, van vreedzaam tot zeer violent, kunnen daar het gevolg van zijn.Er is een tweede argument, wat tot afwijkingen aanleiding kan geven, afwijkingen in die zin dat er onterechte machtsuitoefening uit kan voorkomen, uiteindelijk leidende tot strijd,oorlog, doden. Dat betreft de omstandigheid dat we altijd ergens,in een bepaald verband, worden geboren.Niet alleen maar altijd temidden van anderen. Die ''anderen'' hebben een zekere cultuur gemeen,vertonen vaak ook een aantal gemeenschappelijke kenmerken.Binnen dat geheel worden we opgevoed.Als mens hebben we de onbedwingbare behoefte om ''samen te leven'',ergens bij ter horenDaar gaat een geweldig motiverende kracht vanuit,een kracht die we over het algemeen benutten voor het welzijn van de,''onze'', groep.Maar dezelfde kracht roept tevens de ander op,hij dieniet deelneemt aan onze groep. En even doorredenerend, hij die bestreden dient te worden, bestreden uit naam van onze ideologie!

23

De kunst is om daar een goed evenwicht tussen te bewaren;''in'' de groep te functioneren en niet ''van'' de groep! ‘’Natuur’’ betekent altijd het recht van de sterkereover de zwakkere.Middels onze ''cultuur''trachten we hiervoor samenlevingsmodellen in de plaats te stellen. Bijvoorbeeld om een door allen, of de meerderheid aanvaard en in de wetgeving verankerd programma te accepteren waarbij het monopolie over geweld aan bepaalde instituties(politie en leger) wordt gedelegeerd, om deze wetten eventueel af te dwingen.Door midden van het ''ingieten'' van cultuur bij kleine kinderen trachten we hetzelfde te bereiken.Het is zo evident dat kinderen zeer egoïstisch zijn.Klaarblijkelijk als gevolg van een ''overlevingsstrategie''die in de genen is opgenomen.Middels cultuur trachten we allerlei normenen waarden(gij zult niet doden!)in te prenten tijdensde opvoeding. Alles gericht op een samenlevingsmodel waarbinnen we gezamenlijk kunnen en willen leven.

Doden is dus een aan ons bestaan inherent verschijnsel.We zijn in onze complexe maatschappij vaak vergeten dat dat zo is. Waarschijnlijk omdat hetdoden(van planten,vruchten en dieren) buiten ons zicht geschiedt.Wanneer er weer eens een grote besmetting uitbreekt onder onze vogels of dieren dan leidt dat bijna altijd tot verschrikte reactiesHet doden met betrekking tot onze voedselvoorziening is mijns inziens een noodzakelijke bezigheid. Een bezigheid waar we wel eisen in de vorm van ''dierwaardigheid'' van bestaan,zorgvuldigheid,zo gering mogelijk lijden van de onderwerpen ,en dergelijke mogen stellen.

24

Het doden wat daar bovenuitgaat zoals dat ter bevrediging van macht zonder uitdrukkelijk maatschappelijk doel dient strafbaar te zijn.Middels de rede ontwerpen we maatschappelijke systemen,komen we tot opvattingen over goed en kwaad,trachten we onze impulsen te beheersen.Voor zover dat betrekking heeft op de directe relaties en handelingen bestaat er snel consensus metbetrekking tot de op te leggen gedragsbeperkingen. Ophet makrogebied, landen ,geloofssystemen!, overheerstnog altijd ondanks de prachtig geformuleerde geboden en ethische gedragsregels de brute machtsuitoefening.Of om het wat bescheidener te formuleren, het zijn deachter de gedragingen stekende ideologieën die mensenmotiveren (en rechtvaardigen) om elkaar te doden.Daarnaast is de betekenis van de dood in de diverse levensfilosofieen verschillend.In het Westen overheerst de opvatting dat het leven wat we leiden het meest belangrijke is,vandaar uit nemen we ook eenconcentratie op dit leven waar.Met de dood is alles afgelopen ergo zo goed en zo lang mogelijk in leven blijven is geboden.In een aantal Oosterse filosofieen,bv binnen het Boeddhisme overheerst de opvatting dat deze wereld in wezen een schijnwereld is en dat we op zoek moeten gaan naar de ware wereld.Bovendien gelden daar andere opvattingen over de duur van het leven.Het werkelijke leven strekt zich dan over meerdere incarnaties(levens) uit.Dit leidt tot een andere manier van aankijken tegen het verschijnsel dood en wellicht ook tot een andere inzet wanneer men bedreigt wordt en er een kans bestaat dat men het leven verliest. En dan ben ik weer terug bij de achtergronden van de vechtsporten en de in het kader van de toen heersende filosofie met hun opvattingen over de schijnwereld en de

25

werkelijke wereld uitmondend in de ''juiste''vechthouding.

4.ONTSTAAN VAN VECHTKUNSTENIn Japan bestaat een kinderspeeltje genaamd DARUMA.Een soort van kantelpoppetje.Ovaal gevormd vanonder wat breder dan van boven, een soort ingezakt ei.Onderin bevindt zich een loodverzwaring. Wanneer je het popje omkegelt, van welke kant dan ook, komt het als gevolg van die verzwaring weer overeind.Dharuma(Bodhidarma) is ook de beschermheilige van de Japanse vechtkunstenaars, in vele sportlokalen vindenwe een portret van hem terug.Zie ook het portret op pagina 4. Een en ander verwijst naar de legende van de Bodhidarma, een monnik die in de zesde eeuw van India naar China is getrokken en geldt als de stichter van het Shaolin boksen. Anderen beschouwen hem ook als de stichter van het Zen-Boeddhisme. Overigens is de geschiedenis daarover niet helder. Wel worden hem vele gebeurtenissen toegeschreven, zoals legendarische ontmoetingen met de keizer van China.

‘’Bodhidarma,een Zen meester uit India is in PekingZijn roem spreidt en bereikt het hof.De keizer wil de oude monnik ontmoeten.Bodhidarma staat voor de troon.''Ik heb veel tempels laten bouwen.Ik heb het Boeddhisme overal geholpen.Ik heb veel kloosters laten stichten.Wat heb ik daarmee bereikt?''Bodhidarma kijkt de keizer van onder zijn lage voorhoofd aan.''Niets.''''Wat is het eerste principe van het Boeddhisme?''Bodhidarma staat als een rots.Een oude Indiër

26

Hij heeft een leven van meditatie achter zich.In China heeft hij negen jaar in een grot gewoond.Negen jaar lang heeft hij zijn meditatie niet gebroken.''Een oneindige leegte.''De keizer,tot in het diepst van zijn wezen geschokt,vraagt deze boodschapper wie hij is.''Ik heb geen flauw idee.''En de Bodhidarma draait zich om en verlaat het paleis.’’ Dit verhaal komt verschillende malen terug in vele boeken(16).Maar niet daar alleen.Het wordt vaak geciteerd door Zen studenten. Wanneer je dit verhaal op jezelf betrekt krijgt het al meer betekenis.Als mensen je vragen wie je bent dan antwoord je vaakmet vermelding van je beroep, je status of je verworvenheden. Of het blijkt uit de artikelen waar je mee omgaat; je huis, je mooie auto(s) ,de manier van met geld strooien. Allemaal verworvenheden uit het verleden, verworvenheden in dit ondermaanse, aan tijd en ruimte gebonden bestaan.Maar ben je dat ook?En ben je ,al verwervende een beter mens geworden, heb je iets begrepen van waarom je hier bent en waarom je zo gereageerd hebt op de omstandigheden zoals je hebt gedaan.? En maakt dat je dan meer,beterdan een ander?Als je geloofd dat de ware werkelijkheid niet te vangen is in deze aardse beperkingen dan moet je dat wel relativeren.De keizer(jij dus) heeft veel gepresteerd,maar heeft het ook iets met hem gedaan?Kun je jezelf wel leren kennen?De Bodhidarma heeft geen flauw idee! Hij zoekt het antwoord hierop binnen zichzelf en wel uiterst gedisciplineerd.

27

Dit verhaal duidt op een totaal andere dimensie dan dat van een vechter.We kunnen het ontstaan van de vechtsporten/kunsten dan ook niet los zien van de grote geestelijke stromingen in die landen(India-China-en later Japan)waar de geboorte ervan plaatsvond.‘’Veel krijgskunstenaars gaan ervan uit dat hun kunstin de zesde eeuw voor Christus is begonnen. Hun geloof is gebaseerd op de volgende legende.Op een dag arriveert er een monnik in de Songshan Tempel, een klooster aan de voet van de Songshan bergen in het koninkrijk Wei in China. De monnik onderwijst een nieuwe, meer directe benadering van het Boeddhisme, die ondermeer bestaat uit lange perioden van onbeweeglijk mediteren.Volgens de legende zat deze monnik negen jaar met zijn gezicht naar een grotwand gekeerd. Hij vroeg andere monniken hetzelfde te doen. Om ze te helpen delange meditatie-uren te doorstaan, leerde hij ze ademhalingstechnieken en oefeningen om zichzelf in afgelegen berggebieden te kunnen verdedigen.Men neemt aan dat de leer van deze monnik de basis vormde voor de ‘’dhyana’’ of meditatieve school van het Boeddhisme,die bij de Chinezen Ch’’an en bij de Japanners Zen genoemd wordt. De vechtkunst die bekend staat als Shaolin -ch’’an ofShaolin-tempelboksen zou gebaseerd zijn op deze oefeningen.Veel Chinese en Japanse vechtkunsten hebben zich uit deze traditie ontwikkeld.’’(17).Overigens betekend Ch’’a in vele talen ook thee.Een nog veel fantastisere legende vermeld dat de Bodhidarma, om wakker te blijven tijdens de vele lange meditaties ,zijn oogleden afsneed, oogleden dievervolgens gebruikt werden om er thee van te zetten!Feit is dat er in die periode vele contacten waren tussen India(waar het Boeddhisme vandaan komt)en

28

China. Contacten die gepaard gingen met lange eenzamereizen. Of het nu handelslieden of monniken waren ,allen werden geconfronteerd met een veelheid van rovers en bandieten. Om zich te kunnen verdedigenlag het voor de hand om zich te bekwamen in een of andere vechtsport.‘’De Shaolin tempel,gebouwd op de uitgestrekte vlakten van China heeft zeer veel invloed uitgeoefend….Misschien kan die invloed vergeleken worden met Athene in haar bloeitijd. Athene heeft netzon stempel gedrukt op het westerse denken,als de Shaolin op het oosterse denken. Dit is vooral te danken aan de stichting en verspreiding van het Ch’’an of Zen Boeddhisme.De Shaolin tempel heeft een indrukwekkende ligging. Vier van Chinas belangrijkste bergketens zijn te vinden op verschillende punten van het kompas. In hetmidden ligt het Songshan gebergte,in het district Denfeng,in de provincie Honan. Het Songshan of Centraal gebergte is van bescheiden hoogte. In 495 na Christus werd de Shaolin Tempel gebouwd aan de voet van de westelijke hellingen, in opdracht van keizer Hsiao-wen .Dit was ter ere van deIndiase monnik Batuo,die in het Chinees Fo Tuo heet. In Chinees Boeddhistische kloosters is zijn beeld vaak te vinden; een vrolijke monnik met een enorme buik en een brede grijns…in de zesde eeuw werd de tempel bezocht door een andere Indiase monnik Bodhidarma, die er zijn methoden van meditatie(langdurig roerloos zitten) en ademhalingstechnieken uiteenzette.Technieken die tot aan de dag van vandaag aan de basis liggen van vele martiale kunsten.Op het toppunt van zijn bloei zon 1300 jaar geleden had de Shaolin tempel een bevolking van 1500

29

monniken,waaronder 500 vechtende monniken….In opdracht van diverse keizers verleenden zijn assistentie in(voor de keizer) moeilijke tijden. Dit heeft ertoe geleid dat de aantallen monniken in de tijd zeer heeft gevarieerd.In slechte tijden waren erzelfs maar een handvol voortzetters van de techniekenen methodieken.(18)

‘’De vechtkunsten hebben ook een intellectuele inhoud.Ze belichamen een stelsel van waarden en zijn gebaseerd op bepaalde ideeën over de wereld en de plaats van de mens daarin.Daartoe moeten we teruggrijpen op de ideeën van de spraakmakende filosofen uit de begintijd. Twee van degrote filosofen van China hebben in de tweede helft van het eerste millennium voor Christus geleefd. Confutius had zijn theorieën over de mens en de menselijke gemeenschap rond 500 voor Christus op schrift gesteld. Lao-tse zou zijn mystieke visioen van de mens en zijn ‘’Tao’’ of de weg van de natuur rond 300 voor Christus hebben gehad.Vooral het Taoïsme is belangrijk voor de geschiedenisvan de Chinese vechtkunsten. Zo heeft ook de filosofie van het Boeddhisme,gesticht door prins Gautama Siddharta Boeddha,die rond 560 v Christus in Noordoost-India werd geboren invloed uitgeoefend op de gevechtssystemen van alle landen, of ze nu met elkaar in aanraking gekomen zijn in China,Japan,Indias of Zuidoost-Azie.’’(19)

30

5.TAOISME

Zoals al eerder vermeld kende het oude China twee grote filosofische stromingen,algemeen bekend onder de namen Confucianisme en Taoïsme.Waar het Confucianisme de rol van de mens en de maatschappij benadrukt leert het Taoïsme dat de mens in harmonie met de natuur moet leven en dat hij die harmonie kan ontdekken door de wezens en de gebeurtenissen in de natuurlijke wereld zorgvuldig tebestuderen(20)Het fundamentele bestanddeel van de Tao is de energieof chi.Toen chi eenmaal bestond, redeneerden de wijzen, werd het heelal gescheiden in licht en donkeren hard en zacht.Al deze contrasten werden ondergebracht in twee kosmische elementen yin en yang.

Als de mens leeft is hij zacht en zwakAls hij sterft is hij stijf en sterk.Als de dingen,het gras en de bomen leven zijn ze zacht en teerAls ze sterven zijn ze droog en schraalDaarom;stijfheid en sterkte zijn volgelingen van de doodZachtheid en zwakte zijn volgelingen van het levenEen boom die krachtig is staat ten dode opgeschrevenWat sterk is en groot is minderWat zacht is en zwak is meer.(Lao Tse ; Tao The Tsjing hoofdstuk 76)

Deze principes(kracht-weerstand,zacht-hard) vinden we, uitgewerkt, terug in diverse vechtkunsten zoals t’’ai chi, karate, judo, kendo, om er maar een paar te noemen.‘’In hun meditatieve oefeningen probeerden de Taoisten de zuiverheid terug te winnen die

31

bijvoorbeeld hoort bij de ademhaling van een baby. Zeprobeerden de plaats die de mens in de natuur inneemt,zo intens mogelijk te beleven. Deze doelstellingen zijn de basis van de China’’s zachte of interne vechtkunsten, of zoals onze expert MeesterHung I-hsiang uit Taiwan zegt: De mens is de zwakste van alle dieren. Onze geschiktheid en ons vermogen omte overleven zijn tamelijk klein. We hebben namelijk geen scherpe tanden en geen klauwen. De mens heeft echter zijn hogere intelligentie. De oude meesters observeerden de bewegingen van de verschillende vogels en andere dieren en hiervan leerden ze de fundamentele gevechtshoudingen. In plaats van deze bewegingen(hsing)letterlijk te imiteren, concentreerden de meesters zich op een idee(i). Vandaar de ontwikkeling van de hsing-i. Het uitganspunt was dat je de i(idee) achter de hsing (vorm) moest zien te vinden. Daarnaast heeft het accent altijd meer gelegen op de verdedigingstechnieken dan op de aanval. Een beer heeft veel kracht in zijn poten en klauwen.Van hem leren we dus bepaalde grepen. Een zwaluw daarentegen is licht en vlug. Van hem leren we dus hoe we snel naar onderen kunnen duiken.(21)Het doel van het Taoïsme is wegen aan te geven waaropde mens tot harmonie en vrede, maatschappelijk en kosmisch, kan komen. Daarbij moeten de evenwichten worden hersteld tussen yin en yang, tussen de vijf elementen en tussen de micro en macrokosmos.Iets verderop zullen we al die begrippen kort toelichten.In essentie is de mens een microkosmos die dezelfde krachten in zich heeft en dezelfde structuur heeft als de macrokosmos.De oorsprong ligt in de Chinese agrarische maatschappij waar de mens zich constant diende aan te

32

passen aan de natuur om hem heen. Lao Tse leerde dat het beter was om met de stroom van het leven mee te gaan dan zich ertegen te verzetten en hij formuleerdehet Tao of Dao als een transcendent immanent principevan opeenvolging van gebeurtenissen. Hiermee zette hij zich af tegen het streven naar macht, geld en kennis. Ook zag hij geen nut in morele regels omdat de ware moraliteit vanuit een diepere laag moet komen,nameliik het opgeven van verlangens en het zichvoegen naar de natuur.Het hier achterstekende transcendente principe is hetprincipe van de verandering . De werkelijkheid is dynamisch van aard, alles is in verandering. Twee principes gelden hierbij.a)een verandering in een bepaalde zin heeft als complement een verandering in de tegengestelde zin;actie is reactie.b)Hoe meer de verandering het midden verlaat, des te groter worden de krachten om de beweging om te keren;veranderingen zijn er rondom een centrum.Bij veranderingen zijn er dus twee polen. Hierbij is bij de ene pool nog altijd wat van de andere pool te vinden. Een zuivere kwaliteit komt niet voor. Daarom kan er weer een omslag zijn naar het andere.De oorsprong van alles is ‘geen energie’(wu chi), de leegte , voorgesteld door een lege cirkel. Dit is hetuiteindelijke Tao.Het uiteindelijke energetische principe waaruit allesontstaat is ‘Tai Chi’.Dit Tai Chi differentieert zich in twee principes, kwaliteiten of krachten nl yin en yang. Ze blijven dus in de Tai Chi samen een eenheid.De Tai Chi wordt daarom voorgesteld als een cirkel waarin yin en yang harmonisch met elkaar in evenwicht

33

en vervlochten zijn.Zie hiervoor ook de titelplaat bij dit boek.Yin staat voor;niet zijn,negativiteit , leegheid, potentialiteit, aarde, vrouwelijk, koude, ordening, vorm, maan.Yang staat voor; zijn, positiviteit, volheid, realiteit, hemel, mannelijk, warmte, niet geordende energie, het ongevormde, de zon.De Tai Chi uit zich eerst in de “drie zuivere krachten”;Hemelse,universele of oorspronkelijke energie, van sterren, melkwegstelsels en planeten, deze voedt de hogere geest en de chi.Kosmische energie of energie van het hogere menselijkenivo;neergevallen kosmische stof, waarvan het menselijk lichaam is gemaakt; voedt alle organen; mens als hoogste manifestatie van deze energie; deze is aan te trekken en te verzamelen in het lichaam door meditatie; absorbering via een punt tussen de wenkbrauwen.Aarde energie, van moeder aarde; planten, dieren, mineralen, natuurlijke formaties, inademing via de voetzolen, het perineum en de seksuele organen; voedthet fysieke lichaam, geneest, voedt vooral de yin ziel, de belangrijkste aspecten zijn zwaartekracht ,het elektromagnetische veld en de vijfelementen.De vijf elementen tenslotte,vormen de krachten,of energieen:water,hout,vuur,aarde en metaal. Ze ontstonden als vijf sterren die werden geboren vanuit de drie zuivere krachten. Zij lieten het universum ontstaan via tussenstadia; de poolster, de grote beer, de diverse sterrebeelden, de planeten en de zon en de aarde. De vijf krachten manifesteren zich op universeel, menselijk en aards nivo. Ze zijn

34

verbonden met allerlei aspecten van kosmos, mens en aarde.(22)Ook hier weer een poging om te ontsnappen aan tijd enruimte,denken en voelen en daar 'voorbij' te geraken.‘Het woord Dao of Tao betekent van oorsprong ‘weg’ of‘pad’. In ruimere zin werd dit de weg die de mens behoorde te volgen, de fundamentele regels, waaraan hij zich te houden had.In deze morele strekking werd de term Dao al vroeg door de confutianisten gebruikt.Het Dao werd derhalveook opgevat als een ordenend principe,dat op de wereld het samenleven van mensen regelde zoals een hemels Dao in het universum zorg droeg voor het juiste verloop van de kosmische processen.In de Daodejing( ook wel genoemd Tau Teh Tsjing) heeft de term nog een derde betekenis. Dao wordt hierals onbenoembaar ondefinieerbaar omschreven.Het is vormeloos en grenzenloos.Een vertaling die de inhoud nog het best benadert zou‘het oneindig grote’zijn. Het is het alomvattende, deoermoeder van alle dingen. Het Dao is hier niet louter een ordeningsprincipe,maar een realiteit waaruit het universum ontspringt. Het is een proces van voortdurende veranderingen,van cyclische bewegingen.Omkering is de beweging van Dao verklaart Lao-tse, want alles wat tot extremiteit neigt zal onontkoombaar in zijn tegendeel veranderen en dan weer tot het uitgangspunt terugkeren. Zo is ook het worden in het vergaan en de vergankelijkheid in het worden besloten-samen vormen ze een eenheid,de eenheid die een van de karakteristieken is van het Dao.’(23)

Taoïsme lijkt zo toegankelijk,zeker in de bloemrijke voorbeelden,maar is in feite nogal ontoegankelijk

35

middels de vele paradoxen die het bij voortduring opwerpt.Natuurlijk bedoeld om de beoefenaar, de volger van die weg, te onthechten, laten zien dat er andere perspectieven mogelijk zijn van waaruit geleefd kan worden, maar toch,zoals de subtitel van het boek van de Martelaere (24) al zo treffend zegt;’’de weg om niet te volgen.’’‘’De Chinese kosmologie gaat (25) uit van drievuldigheid; opsplitsing van het oer qi (energie rdd) van het Ene in yang ,het hemelse(het mededelende, voedende) en het yin het Aardse (ontvangende,voedende). Deze beide geven door hun onderlinge interactie en combinatie vorm aan de mens en vervolgens aan de tienduizend dingen.’’Lao Tse zelf formuleert het mijns inziens nog kernachtiger(26):Tao baart eenEen baart tweeTwee baart drieDrie baart de tienduizend dingen.

Aan het Ene gaat nog wat vooraf te weten het onuitsprekelijke, niet bewegende.Hier dringt zich een vergelijking op met de opvattingen binnen het christendom. Ook daar is sprake van een soort onbewogen beweger, die achter descheppende god staat en die niet te kennen is.(27)Het Tao denken nu gaat, in zijn toepassing door de mens, uit van twee soorten handelen, namelijk het handelen wat neerkomt op ‘’niet handelen ‘’omdat het vertrekt van een kracht buiten het ik en gekenmerkt wordt door een diepe onvermijdelijkheid, en het planmatig handelen dat uitgaat van het ik en dat besturen of leiden wordt genoemd.(28)

36

De Taoisten zoeken langs de weg van meditatie het onuitsprekelijke, het uitstijgen boven de tegenstellingen(yin en yang).Het grote verschil met ons denken is echter dat wat voor ons (westerlingen rdd) een theorie is ,in het Taoïsme onlosmakelijk verbonden is met een bepaalde lichaamservaring en-nog belangrijker met speciale technieken om het bereik van deze ervaring te veranderen en het lichaam te ‘’transformeren’’(29)De praktijk van het Taoïsme….,veronderstelt een uitgewerkte visie op wat,in westerse termen de ‘’samenhang’’tussen lichaam en geest wordt genoemd, de energieverdeling tussen de verschillende organen en de wijze waarop gevoelens en gedachten tegelijkertijd bepaald worden door- en bepalend kunnen zijn voor -fysieke toestanden.(30)In feite komt het erop neer, dat de basiscategorie van de Chinese geneeskunde niet het lichaam is-en evenmin de geest-maar een derde die aan de basis ligtvan beide; de qi ,met zijn drie componenten van de vitale essentie (jing) levensenergie (qi) en geest (shen).(31)De geest zetelt dus niet (zoals bij Plato) in het hoofd, of in neurologische termen in de hersenen. Ieder orgaan,ieder onderdeel van het lichaam heeft zijn eigen geest.Over ki/chi ga ik wat uitgebreider in in hoofdstuk 9.Samenwerking tussen lichaam en geest,dat brengt ons terug bij de Bodhidarma, die zowel actief als passiefzijn benadrukte.Ergo bewegen, vechten ,lichaamscontrole, maar ook zitten,staren, loskoppelen van het lichaam, gevoelensen gedachten.Best verwarrend!

37

Dus en functioneren, direkt en zonder bijgedachten ,en zoeken naar dat wat achter dit allessteekt.Het gaat (bij meditatie rdd) niet om het stilzitten op zich dat als zodanig niet noodzakelijk waardevoller is dan bewegen, maar om het inzicht (in de zin van lichamelijk besef) waartoe het stilzitten kan leiden, het ontdekken van een principe dat te maken heeft met onveranderlijkheid in verandering, eenheid in veelheid, handeling zonder doelgerichtheid….De echte verhevene is dan ook niet langer verheven, hij kan stilte worden in de stilte, maar ook in het rumoer, hij is een in zijn eenheid, maar net zo goed in zijn verdeeldheid.(32)Om het met een bloemrijk voorbeeld te illustreren:’’de volmaakte mens…is zoals de ‘’goede’’appelboom die ons veel vruchten geeft,maar die nooit de bedoeling had om dit te doen en die dan ook geen enkele reden heeft om de slechte appelboom te misprijzen.”(33)Dit is natuurlijk een metafoor en zoals zovele metaforen dekt hij de werkelijkheid niet geheel.Maar mediteren geeft ons wel de gelegenheid om het voortdurende denken,waarnemen en voelen te relativeren.Middels dit denken ,waarnemen en voelen en de referentiekaders die wij daarvoor gebruiken(de brillen die wij opzetten)selecteren we een bepaalde werkelijkheid.Wellicht bestaan er nog andere werkelijkheden.Wilen we die ontdekken dan is het nodig om afstand te nemen van ons ‘’denken en voelen’’ en toe te laten,te observeren wat er dan binnenkomt,wat zich in ons manifesteert.De(mijn) werkelijkheid is dat wij een nieuwe (darwinistische) variant zijn die niet alleen doelloos op en neer gaat met de hoeveelheid warmte enzon, maar ook via geest-woorden-denken ons zelf

38

bewust zijn-, tracht een op overleving ingesteld bestaan zo aangepast mogelijk te leven.Onze ´´evolutionaire verworvenheid´´, ons antwoord opde natuurlijke omgeving is, kort gezegd, de ontwikkeling van onze hersenen en daarmee gepaard hetvermogen om onszelf te kunnen beschouwen. Denk maar eens aan het voorbeeld van de Taiwanese meester Hung:wij bezitten niet de klauwen van de beer of de snellewendbaarheid van de zwaluw, maar we zijn wel instaat de essentie achter de bewegingen te doorgronden en vorm te geven.Dat is waarlijk een nieuwe manier om de evolutie vormte geven.Dat kent natuurlijk ook zijn beperkingen, het is afhankelijk van de bril,onze bril.Het blijft onze opvatting en het blijft de vraag of dat ´´de´´werkelijkheid is.De Martelaere zegt het zo;’’de mens wordt immers van kinds af aan getraind in het construeren van een ‘’menselijke’’wereld waarin de dingen van elkaar onderscheiden zijn en wederzijds exclusieve eigenschappen vertonen; wat groot is is niet klein, wat sterk is is niet zwak, wat goed is is niet slecht.Het spreekt vanzelf dat het aandeel van de taal in deze cognitief-perceptuele constructie niet te onderschatten is. Door het feit dat de taal hand in hand gaat met het onderscheidingsvermogen staat zij in eerste instantie een eenheidservaring in de weg enmoet zij overstegen worden…De zintuigen bedriegen onsnet zo goed als onze gedachten en onze gevoelens dat doen….(34)Over yin en yang meldt zij nog:’’Ten eerste gaat het hier over krachtsverhoudingen veeleer dan op zichzelfstaande krachten; yin en yang zijn gepolariseerde manifestaties van de qi ,en geen aparte entiteiten.

39

Ten tweede vertaalt de polarisatie zich zowel naar binnen als naar buiten toe, en dit principe tot in het oneindige; in alles wat yin en yang is ,zit opnieuw het onderscheid tussen yin en yang, zoals alles wat y en y is ook onderdeel vormt van een groter geheel dat op zijn beurt y en y is.’’Wat is nu de weg (Dao,Tao) waarlangs we de tegenstellingen moeten overkomen?In essentie komt het neer op het ‘’stilleggen van gedachten,gevoelens en wil (de drie egokrachten).Afstemmen op het pure, onversneden zijn, daarbij nietafgeleid door alles wat via zintuigen, gedachten, gevoelens tot ons komt.Concentratie op de adem als primair proces, overgave aan ‘’blind’’leven zonder filter, dat is goed voor mezelf als totaal maar ook voor alle cellen ,bacteriën ed in/met mij aanwezig.Daar kom ik ook vandaan,van dat blinde leven en daarmee ben ik het contact aardig kwijtgeraakt. Ergo stil,open,zonder referenties en filters zijn-ademen-leven. Simpel zijn,zoals vissen in een rivier zwemmen, zonder gedachten en gevoelens, zonder wil, niet om televen niet om te sterven.

Wat is daarvan het doel?De Taoistische wijzen (be)noemen dit de Hemel.Vertaald wellicht als de eenwording met het heelal ?De hoeveelheid jou toegemeten energie niet of zeer matig te verbruiken.Niet denken ,niet doen, schijnbaar doelloos zitten engedachteloos mediteren.Voor zover het helpt om mijn lichaam af te stemmen ophet optimaal functioneren is dat nastrevenswaardig, ergo dagelijkse aandacht ervoor is een must; in lopen,zitten,slapen eten,uitscheiden ed.

40

Maar het Taoistische mystieke doel?Dat lijkt mij nog ver weg te liggen.Bij de bespreking van het Zen Boeddhisme kom ik er nader op terug.Tenslotte zijn Taoisten tegen het teveel ‘’verbruiken’’van qi (de jou toegemeten hoeveelheid energie).Hard tegen de stroom inzwemmen kost veel energie.Maar zij bedoelen het niet alleen fysiek; veel denkenkost ook veel energie ergo je dient het juiste middente zoeken, maatvoering dus.Ik eindig maar met Lao Tse :(35)

Een ervaren krijgsman zei Ik durf niet beginnenIk wacht liever afIk durf geen duim vooruitgaan,ik ga liever een voet terugDit heet voortgaan zonder te gaanDreigen zonder de armen te strekkenOpdringen zonder dat men weerstand vindtAangrijpen zonder wapenenGeen groter ramp dan de vijand gering te achtenDe vijand gering te achten is bijna onze schat verliezenDaarom,waar twee vijandelijke legers elkander ontmoetenOverwint dat met het medegevoel.

6.JIGORO KANO..

Kano(1860-1938) geldt als de oprichter van het Judo.In zijn jeugd oefende hij bij verschillende meesters (jujitsu meesters), bestudeerde de diverse techniekenen kwam tot de conclusie dat jujitsu weliswaar zeer effectief is bij het uitschakelen van vijanden of

41

tegenstanders, maar weinig deed voor de mentale ontwikkeling van de beoefenaar.Elke meester had zo zijn eigen verzameling van technieken maar geen van hen had nagedacht over het waarom achter deze technieken. Hij zocht naar een algemeen principe of uitgangspuntwaarlangs hij de verschillende technieken kon beoordelen en kwam tot het volgende ‘’all pervasive principle’’(36)”After a thorough study of the subjectI discerned an all pervasive principle:to make the most effective use of mental and physical energy.” De kernbegrippen worden dus gevormd door-energie-mental-fysiek.’’Power is both physical strenght and mental power’’(37).Zie ook de kalligrafie op pagina 53 waar een en ander is geschilderd.Hij vroeg zich af wat het doel is van fysieke opvoeding en zijn antwoord is;’’making the body strong, useful and healthy while building character through mental and moral discipline.’’(38)Sprekend over sport kwam hij tot de conclusie dat alle sporten een gemeenschappelijk kenmerk vertonen nl ‘’competitie’’.Dit kenmerk benadrukt niet het komen tot een gebalanceerde fysieke ontwikkeling of een goede gezondheid.’’Inevitably some muscles are constantly overworked while others are neglected. As physical education many sports cannot be rated highly-in fact should be discarded or improved-for they fail to makethe most efficient use of mental and physical energy and impede progress toward the goal of promoting health, strengh and usefulness.’’(39).In gymnastiek zag hij meer algemene voordelen maar daar was ook weer een nadeel aan verbonden.’’they were lacking in two respects: interest and usefulness.’’

42

Hoe nu te komen tot een bezigheid/sport die zowel hetfysieke, allrounde en het mentale, geestelijke belevendigt?En dat in overeenstemming brengen met de energetischeprincipes die hij overal, in de natuur om zich heen waarnam.Hij vond dit in een nieuwe bewerking van de jitsu praktijken en gaf dat de naam judo mee. De zachte(ju)weg(do).Binnen de door hem ontwikkelde judo praktijken staan twee trainingsmethodes centraal namelijk ‘’kata en randori.’’‘’Kata, which means ‘’form’’ is a system of prearranged movements that teach the fundamentals of attack and defense. In addition to throwing and holding(also practiced in randori), it includes hitting, kicking, stabbing, slashing and a number of other techniques. These latter occur only in kata because it is only inkata that the movements are prearranged and each partner knows what the other will do.Randori may be practised either as training in the methods of attack and defence or as physical education. In either case,all movements are made in conformity with the principle of maximum efficiency. If training in attack and defense is the objective, concentration on the properexecution of techniques is sufficient.But beyond that randori is ideal for physical culture, since it involves all parts of the body, andunlike gymnastics, all movements are purposeful and executed with spirit.The objective of this systematicphysical training is perfect control over mind and body and to prepare a person to meet any emergency orattack,accidental or intentional.(40)Dat hij daadwerkelijk verder dacht dan puur lijfelijk, fysiek blijkt uit de aandacht die hij

43

geeft aan ‘’training of the mind’’ en ‘’ethical training’’.Als voorbeeld van het eerste;’’in randori we learn toemploy the principle of maximum efficiency even when we could easely overpower an opponent.Indeed it is much more impressive to beat the opponent with proper technique than with brute force.This lesson is equally applicable in daily life:the student realizes that persuation backed up by sound logic is ultimately more effective than coersion.(41)Als voorbeeld van het tweede principe ethical training:’’There are people who are exitable by nature and allow themselves to become angry for the most trivial of reasons. Judo can help such people learn to control themselves.Through training, they quicly realize that anger is a waste of energy,that has only negative effects on the self and others.’’(42).Kano was in de eerste plaats een opvoeder.Zelf was hij afgestudeerd in 1881 aan de Tokyo Imperial University met als vakken literatuur, politiek en economie.Tijdens zijn leven is hij lange tijd directeur en leraar geweest bij diverse scholen voor middelbaar onderwijs in Tokyo.Ook , rond 1900, minister voor opvoeding.Het is dus niet verbazingwekkend dat hij het karaktervormende deel van zijn systeem benadrukte.Niet alleen door lessen,discussies in zijn Kodokan dojo(zie pag.52.) maar ook door het formuleren van gedragsregels en het geven van het goede voorbeeld,door hemzelf en zijn leraren.Hij maakte onderscheid tussen judo in brede zin(jodanjudo) en in de nauwe zin(gedan judo).’’Judo in ther narrow sense is that form which has evolved from the ancient military art of jujutsu.The narrow interpretation of Judo did not satify Kano,for it

44

limits Judo to the mere acquisition of physical or motor skills(43)‘’He established Judo as an integral part of school physical education on the basis what he called the Three-Culture Principle.This suggests a balanced approach to education, and consists of intellectual, moral, and physical disciplines.Kano’’s emphasis was on the harmony of the three elements; he was against any form of education which lacked this harmony.’’(44)We kunnen dus een drietal elementen onderscheiden in de beoefening van het Judo; gevechtstechnieken(shiai) waarbij sprake is vanwedstrijden-competitie (volgens Kano ‘’important but narrow), katas ,werpen naar vorm, en randori,vrije oefening van diverse technieken met als doel het ontwikkelen van het principe om met een minimale energie inzet een maximaal resultaat te verkrijgen.De laatste twee vormen beschouwde hij als de belangrijkste.In de beginperiode van de ontwikkeling van het Judo (1878-1888) maar ook tijdens het standaardiseren ervan (1908-1938) gedurende het leven van Kano bleef deze nadruk.Kano zelf was daarover ook zeer uitgesproken.‘’After watching a Judo tournament,Kano reportedly gathered the participants together,and told them;You fought like young bulls locking horns;there was nothing refinde or dignified about any of the techniques I witnessed today.I neven taught anyone todo Kodkan Judo like that.If all you can think about is winning through brute strenght,that will be the end of Kodokan Judo.(internetsite van Zenjudo UK 2009)Het wedstrijd element heeft na de tweede wereldoorlogmeer aandacht gekregen.En dan nog sterker in het moderne westen dan in Japan, waar , naast het

45

belangrijke competitie-element ook de kata en randorielementen beoefend blijven.Als olympische sport is het pas in 1964 voor het eerst beoefend.Wellicht tot verbazing van Kano,die vanaf begin 20 ste eeuw tot zijn dood (1938)Japans afgevaardigde wasnaar het internationale olympische commitee en nooit pogingen heeft gewaagd om van het Judo een olympische(competitie)sport te maken.Kano was overigens niet de enige die het Judo tot ontwikkeling bracht en aandacht vroeg voor de meer filosofische kant ervan.Met name Kenshiro Abbe(1915-85) heeft de Zen-kant ervan benadrukt.Zeker in Engeland heeft dat veel navolging gekregen,mede veroorzaakt door het feit dat Abbe gedurende een tiental jaren(de dertiger jaren van de vorige eeuw)iinstruktie heeft gegeven in het Westen en zijn Kyu-Shin-Do school heeft gegrondvest.Een paar citaten uit de Kyoshindo folosofie,zoals dieis verwoord op de Zenjudo site verduidelijken dit.‘’The Universe was stated under the great principle of creation,which has existed from the beginning of time.The Universe has been controlled and governed bythe principle that all things transmigrate.-Kyo-Shin-Do is the understanding through knowledge and experience of the principles of the Universe and the understanding of the true way of life through Japanese Judo. -The student of Judo shall strive for perfection andharmonize with everything by opening his mind and body by relaxing first his mind and than his body.This idea conforms to nature.-The principal idea of Judo is always to give your best.The individual who makes an effort to give his best is always well rewarded in life.

46

-Kyu Sdhin Do starts from natural posture and this basically means the perfect relaxation of the mind and body,free from petty anxieties and illnesses…The actions are of gentle smooth movements,soft,quick andsafe..-We shall try to make an effort to harmonize with theUniverse,otherwise we will discover that it is against us…”We spreken dus meer over een levensfilosofie,dan overeen vechtsport.Een filosofie waar het besef,het begrijpen van de inrichting van het Universum loopt via een lichamelijke aktieve meditatieweg.

7.JUDOJudo is een vechtsport die in Nederland na de tweede wereldoorlog een grote groei heeft doorgemaakt. Zeker nadat een Nederlander, Anton Geesink, erin geslaagd was om als eerste niet Japanner, olympische en wereldtitels te veroveren in de klassen van het zwaargewicht en alle kategorieen..Maar niet hij alleen,ook andere Europese en wereldtitels behalende judokas (bv Wim Ruska) droegenhiertoe bij.Tot de verbeelding sprekende voorbeelden dragen altijd bij om een sport populair te maken.Met name onder de jeugd geniet de sport nog een grotebekendheid en een navenant groot aantal deelnemers.Bij het naderen van de volwassenheid is het percentage wat stopt aanzienlijk.Jammer ,daar judo mijns inziens meer een levenshouding vertegenwoordigten de beoefening ervan, ook op hogere leeftijd, zeer lonend kan zijn. Niet alleen fysiek maar ook geestelijk.''Ju'' in het Japans betekent'' zacht'' en'' Do'', zohebben we al eerder gezien,staat voor zaken als beginsel, weg, houding, instelling.

47

Letterlijk vertaald betekent judo dus de weg van het zachte,het meegevende. Harde en zachte vechtkunsten die termen zijn we indirect al eerder tegengekomen.De indeling in harde en zachte stijlen is vermoedelijk door onze westerse preoccupatie met ordening aangebracht.In de Chinese werkelijkheid zijn het twee loten aan dezelfde stam.Alles in dit ondermaanse is gevangen inzijn tegendeel.Yin-yang,licht –donker-hard-zacht. Hetzijn dus onderscheidingen geen scheidingen.In de kern van de zaak draait het om twee principes.Je kunt hard beantwoorden met (tegen)hard, ergo kracht beantwoorden met tegenkracht, slaan, trappen, confronteren.De beste bewegingen daarbij worden gevormd door rechte ,direkte,bewegingen.Je kunt hard ook beantwoorden door meegeven en de op je uitgeoefende kracht gebruiken tegen de aanvaller zelf.Dat gaat veelal gepaard met ronde,circulaire bewegingen.“De meesters van de zachte kunsten hebben in de praktijk ervaren dat hun technieken het meest effectief zijn als zowel de ledematen als het gehele lichaam een gebogen houding aannemen. Beoefenaaars van de zachte systemen leren hun schouders te laten zakken en naar voren te houden en hun benen licht te buigen. De armen worden zelden geheel gestrekt, maar bewegen in bogen door de lucht, met ontspannen maar gebogen ellebogen. De cirkelvorm is dus het belangrijkste in de zachte kunsten.’’(45)De zachte kunst gebruikt een methode waarbij vanuit de buik wordt ademgehaald. Vijf centimeter onder de navel bevindt zich het punt tan-tien.Dit wordt het cinnaber veld of het elixer veld genoemd.Het is het centrum van de vitale energie of chi.Hoewel de lucht

48

bij het inademing niet lager dan de longen wordt gebracht, stroomt de zuurstof nadat die in het bloed opgenomen is ,naar dit punt. De geest kan erin wordengetraind de zuurstof rechtstreeks naar dit punt te voelen stromen. Dit is een manier om de spieren van het middenrif te leren de longen op de meest efficiënte wijze met lucht te vullen. Deze methode wordt ook gebruikt door zangers en bij yoga en relaxoefeningen.Ook de ademhaling van pasgeboren baby’’s gaat op deze manier.(46)Op ademen en chi komen we nog nader te spreken,hier eerst maar terug naar de ‘’zachte weg.’’Wat moeten we nu daaronder verstaan; de weg van het meegevende?Het beste is omdat aan de hand van een vergelijking, gemaakt door Jigoro Kano te doen,de grondlegger van het moderne judo.''Laten we'', aldus Kano,''om een duidelijk voorbeeldte noemen,'de kracht van een mens aanduiden met een getal. De man die tegenover mij staat,heeft een kracht gelijk tien. Ikzelf,kleiner en minder sterk dan hij,heb de beschikking over een kracht gelijk zeven. Als hij mij achteruit drukt, met alle kracht die hij heeft, zal ik zeker worden teruggedrongen, ofzelfs op de grond vallen.Maar als ik hem niet weerstreef, als ik ruim baan maak voor zijn kracht, door mijn lichaam net zo hard mee te draaien als hij duwt, terwijl ik er tevens op let om mijn evenwicht te bewaren, dan neigt hij voorover en verliest hij zijn evenwicht. In deze nieuwe houding is hij een zwakke man. Hij bezit zijn kracht nog wel, maar juist op dit moment kan hij er geen gebruik van maken.Hij heeft geen steunpunt meer!.Van zijn tien krachtseenheden zijn er misschien maar drie over.

49

En ik ,die mijn evenwicht heb bewaard, beschik nog over de volle kracht, die we op zeven hadden gesteld.Een ogenblik ben ik in de meerderheid, en in dat ogenblik kan ik mijn tegenstander overwinnen zonder zelf al mijn krachten te gebruiken. Als ik sterker ben dan mijn tegenstander,zou ik hem kunnen wegdrukken. Maar zelfs als ik dat zou willen en ik had er de kracht toe,dan nog was het beter om eerst toe te geven. Want door zo te handelen bewaar ik mijnenergie en put die van mijn tegenstander uit.''(47)We leren uit deze uiteenzetting dat ju geen weekheid of weerloosheid betekent, het is veeleer een tegenwoordigheid van geest en zelfbeheersing, naast natuurlijk de beheersing van een aantal technieken.'''Het is te vergelijken met de soepelheidvan een hoge rietstengel,die buigend voor de harde wind,er de kracht aan ontneemt. Als de storm voorbij is richt de stengel zich moeiteloos en onbeschadigd op. Door toe te geven behaalde het de overwinning.''(48)Dit klinkt,na lezing van het voorafgaande al weer bekend in de oren.Voor Kano was het judo dan ook nietsimpel een vechtsport maar een praktische beoefening van het Zen.Naar haar ontstaan is het judo een Zen methode die gebaseerd is op oude reeds lang bestaande Jiujitsu technieken.''Jitsu'' betekent letterlijk handigheid,vaardigheid en Ju hebben we al besproken, zachtheid, meegaandheid.Het is in principe een zelfverdedigingsmethode, een gevechtsvorm waarbij een mens zijn lichaam, en de kenmerken, zwakke en sterke delen ervan, gebruikt om zich tegen een ander te verdedigen.Het is in Japan door de klasse der samoerai(krijgslieden) gedurende eeuwen geperfectioneerd en werd in vele scholen onderwezen.

50

Kano oefende omstreeks 1880 bij vele leermeesters om deze technieken onder de knie te krijgen. Zijn conclusie was dat jiujitsu weliswaar veel goede elementen bevatte, en een zeer effectief wapen tegen aanvallers vormde, die middels de toegepaste technieken gestopt werden in hun agressieve pogingen,maar weinig deed voor de geestelijke opvoeding van deleerling.Hij voegde de verschillende technieken die hij had bestudeerd samen, maakte er een keuze uit, tot een nieuw geheel, veranderde hier en daar bepaalde technieken in die zin dat ze minder op directe uitschakeling van de tegenstander waren gericht en noemde dit geheel ''judo''.Het ''do'' principe wil een indicatie van de meer meditatieve kant zijn.Kano zelf was een Zenboeddhist,dat mag na het voorafgaande geen verwondering meer wekken.In 1882 opende hij een nieuwe Zensekte die de naam ''Kodokan'' kreeg.''Kodo'' betekent letterlijk, de waarheid verkondigenen ''Kan'' is bijeenkomst.De twee leidende principes achter de nieuwe sekte verwoorde Kano alsvolgt;''Jita Kyoei'' wat het doel van het judo voorstelt en ''Seiryoko Zenyo'',het middel om dit doel te bereiken.Wat betekenen deze twee principes?In essentie zijn het samentrekkingen van verschillendebegrippen.''Ji'' is het zelf, terwijl'' Ta'' de ander betekent;in hun samenhang dus ''tesamen,ik en jij.Het woord ''Kyo'' betekent ''ervaren'' en het woord ''Ei'' tenslotte is resultaat,en in een andere betekenis''vreugde of welzijn.''Vrij samengevat;het samen beleven van vreugde en welzijn.Het middel daartoe is ''Seiryoku Zenyo''

51

waarbij Seiryoku staat voor kracht of energie, Zen indit verband letterlijk ''goed'' betekent en Yo staat voor ''gebruik''; met andere woorden via het juiste gebruik van de lichaamskracht.Iets lyrischer geformuleerd wordt dit laatste vaak aangeduid met de term ''het grootste resultaat''.Om Hein Essink nogmaals te citeren(51):''Het leven van Zen monniken gaat voorbij in een voortdurende en geconcentreerde arbeid.

A hanging scroll with the calligraphy,''Maximum-efficient use of power''written by Master Kano.Power

52

means both physical strength and mental power.KodokanJudo.

Toch wordt niet alle arbeid gewaardeerd. Enkel de ordelijke arbeid waarbij geen onnodige kracht wordt verbruikt.''En dat op een ontspannen maar volledig bewuste manier. De Chinezen gebruiken hiervoor het begrip ''Wu Wei'',wat letterlijk betekent''niet handelen".Hiermee wordt niet bedoeld het zich onthouden van handelen maar het zich onthouden van die activiteitendie niet in harmonie zijn met het aan de gang zijnde kosmische proces .''De arbeidsproducten van de Zen monniken dragenook het kenmerk van beheerste arbeid. Geen plant, geen bloem, geen steen die niet zijn speciale taak heeft…Met een vaas en een tak kersenbloemen, smaakvolgekozen en geraffineerd geplaatst bereikt men een voorstelling die met een bos dure orchideeën niet te evenaren is.."(49)Dojo heet trouwens de plaats waar de judosport beoefend wordt, een beetje algemener vertaald, de meditatieplaats.''De Dojo weerspiegelt in Japan het karakter en de leerstellingen van het Zen. Geen

53

overbodige versierselen,geen overbodig meubilair. De Dojo is geen plaats voor gezellig samenzijn, maar eengewijde plaats waar gewerkt wordt aan lichaam en geest.De Tokonama(ereplaats) onderscheidt zich duidelijk inhet vertrek. Hier hangen de portretten van de overleden en nog levende budo meesters (zie het portret van de Budhidarma.rdd); hier hangen de spreuken en liggen op standaards de samurai zwaarden van de leider van de betreffende Dojo.''(50)Zoals aan veel verschijnselen zitten er ook aan het Judo twee kanten.Het tot nu toe hierboven beschrevenelegt nogal de nadruk op de geestelijke achtergronden

daar die vaak onderbelicht zijn gebleven,zeker hier in het Westen.

54

Er bestaat natuurlijk ook een andere kant te weten deonverbiddelijke, harde,vechtsport.Het is niet voor niets dat er tijdens een competitie wedstrijd per partij drie scheidsrechters aanwezig zijn. Een contactsport als judo en dan nog een die gekenmerkt wordt door vele gevaarlijke technieken,gevaarlijk in die zin dat ze vrij eenvoudig tot groot letsel aanleiding kunnen geven, moet goed gecontroleerd worden.Ik breng nog even in herinnering dat de oorsprong washet doden van de tegenstander.Met name bij het grote arsenaal aan verwurgingen,overstrekkingen slagen en steken bestaat dat gevaar nog altijd.Bij de jeugd en de kompetitie judokas overheerst het vechtsport gehalte, bij de oudere beoefenaren de levensfilosofie.Daarnaast zijn er vele voorbeelden van beoefenaren die beide aspecten belevendigen.Het mooiste voorbeeld daarvan blijft voor mij Jigoro Kano zelf, de ontwerper van de sport die een goed ooghad voor de boeddhistische achtergronden maar ook bekend stond als een verbeten vechter. Zijn bijnaam was,''bansoko'',pleister, omdat hij vaak geplaagd werd door vele blessures.Zijn kleine tengere gestalte,1.60 meter groot heeft hem in gevechten met grotere en zwaardere tegenstanders best parten gespeeld. Aan de andere kant heeft hij, juist daardoor, diverse technieken ontwikkeld waarbij het ''klein zijn'' werd omgezet ineen voordeel.Voor insiders bijvoorbeeld goed zichtbaar bij de kataguruma,de schouderrol,waarbij het klein zijn en als het ware het ''onder'' de tegenstander kruipen beslist een voordeel is. Zie de titelpagina van deze publicatie waar een kata guruma staat afgebeeld. Het

55

is overigens een van de worpen waar de auteur,zelf 1.90 meter lang, nog altijd veel moeite mee heeft,behalve dan bij grotere tegenstanders.Kano heeft tijdens zijn leven geaarzeld, ten opzichtevan de druk die op hem werd uitgeoefend ,om van judo een olympische sport te maken.Zelf is hij als langjarig Japans afgevaardigde in hetolympisch comité er pas aan het eind van zijn leven,in 1938, mee akkoord gegaan.Terug naar de achtergronden en principes achter de sport.Een van de kernvaardigheden binnen het judo is het begrip ''evenwicht'',en nauw daarmee verbonden, herstel van evenwicht. Dit door middel van veel lichamelijke training, want niets is zo aanschouwelijk als en instructief als de lichamelijkeervaring! Een training die zo lang en zo volhardend dient te worden gevolgd,dat dit herstel van evenwichtplaatsvindt als een automatische reactie op een verstoring.Lichamelijke training alleen is daarbij niet genoeg, het dient vergezeld te gaan door het denken. Een worpis pas goed wanneer handelen,voelen en denken in een totale afstemming ineenvloeien.(denk aan de wijze oude kat!)Dan voltrekt zich de worp vanzelf!

Hij staat,beweegtZijn harai zit laagEn tochLigt hij in een flitsEn kijkt herkennendOmhoog.

Dit vereist dus niet alleen een goede handelingsvaardigheid en dus een getraind lichaam,

56

maar ook een juiste geladenheid met gevoelens en gedachten.Wanneer men een techniek perfect beheerst, maar geïrriteerd raakt door zijn tegenstander, medespeler,dan wil de uitvoering meestal niet goed lukken.Hetzelfde is waar met betrekking tot de afgestemdheid, wanneer men zijn verstand niet concentreert rond de uit te voeren techniek zal die niet goed worden uitgevoerd.Dit heeft, op zijn beurt ,alles te maken met het Japanse begrip ''harai''; het juiste midden.Wie oefent,dient de juiste houding te verwerven, hij moet in ''het juiste midden'' komen. Letterlijk betekent harai buik, in overdrachtelijke zin echter zwaartepunt,het juiste midden. Lijfelijk bevindt dit zich in het lagere deel van de romp, circa tien centimeter onder de navel.Overdrachtelijk is het juiste midden die toestand,waarin een mens bij al zijn doen en laten,onbekommerd en onverstoorbaar cirkelt rond de zin van zijn bestemming.Het hele leven is een strijd om evenwicht, een zoekenen soms benaderen van evenwicht.Groei komt in essentie voort uit het zoeken naar evenwicht en het daarvoor noodzakelijke opdoen van nieuwe ervaringen.Nieuwe ervaringen en feiten brengen ons uit evenwicht.We trachten die nieuwe verschijnselen te verwerken in ons systeem en zoeken daarbij naar een nieuw evenwicht.Direct hiermee in verband staat het begrip ''vallen''.Vallen is mijns inziens de meest moeilijke techniek binnen het judo systeem.Vanaf de geboorte, zeker na de eerste zes maanden, worden we aangeleerd om te lopen op de voeten en niette vallen.

57

Staan, lopen, het evenwicht bewaren, dit alles wordt ons aangeleerd en wordt in ons systeem opgenomen via het handelen, voelen en denken.En wel zodanig dat het staan en het staande voortbewegen als het ware een tweede natuur voor ons wordt.We corrigeren het lichaam automatisch wanneer het dreigt te vallen, een en ander zeer geraffineerd en haast onmerkbaar.De correctiebewegingen zijn als het ware geïnternaliseerd in ons handelen, automatisch.In het judo nu wordt ons ,bijna als eerste ,geleerd om deze controle los te laten en daarmee een nieuwe ervaring te ondergaan namelijk het vallen.En wel zo vaak en vanuit zulke verschillende positiesen uitgangspunten dat we ,net als bij het staan, dit vallen volkomen automatisch ondergaan,zonder er verder bij na te denken of er geëmotioneerd door te worden.''Dit is erg moeilijk!''In het judo worden alle worpen rechts zowel als linksuitgevoerd, doch de training over de rechterkant krijgt, zeker bij de lagere graden,meer aandacht dan de linker worpen.Rechtsgeworpen en dus over links vallen gaat beter dan andersom.

In meer esoterische zin betekent het argeloos vallen een dermate vertrouwen in de inrichting en de bewegingen van het universum dat men zich, zonder er bij na te denken en zonder er angstgevoelens bij te krijgen, durft over te geven aan het onbekende, daarbij vertrouwend op zijn reflexen.''Wu- wei''!(werkend wachten zie hoofdstuk 8 over Zen Boeddhisme))Wie zijn valtechnieken niet beheerst blijft bang voorhet vallen, vreest het risico van geworpen te worden en is dus geremd in zijn aanvallen.

58

KataTenslotte en dat een beetje uitgebreider, een van de fascinerende onderdelen van het judo te weten de ''Kata''s.''Ik begin maar met Oosterling,wanneer hij over kendo(de weg van het zwaard)schrijft(76a.H.Oosterlingin Met drie ogen.Asoka Rotterdam 2005 p.161).’’Alles draait in kendo om basisvormen-kata-die zich dynamisch tot gestandaardiseerde bewegingsreeksen verknopen.dit geldt voor alle budosporten-naast kendovoor kara-te(lege-hand)do,judo,iaido(zwaardtrekken),kyudo(boogschieten)en het recent ontwikkelde aikido-maar evenzeer voor bloemschikken(ikebana),papiervouwen(origami)en kalligraferen.Het hart van iedere belangenloze routine,cerimonie,elk protocol of ritueel is kata.Vanuit een hedendaags perspectief bezien is Japan(maar het geldt evenzeer voor het Westen.rdd)eennetwerksamenleving warin individueen binnen hierarchische structuren op allerlei vlakken een ‘’manier van iets doen’’-shi-kata –uitoefenen.En elke context vergt een andere kata.De juiste vorm van oefenen en uitoefenen is waarop het aankomt.’’Letterlijk, alweer ja, betekent kata vorm.Het bevat een tevoren opgezet geheel van worpen,grepen,klemmen en slagen. Wanneer men samen met een medespeler een van de kata''s uitvoert weet men precies wat de tegenstander gaat doen.De worpen zijn omgeven door een uitgebreid ritueel van buigingen en groeten, die uiterst nauwkeurig moeten worden uitgevoerd.Kata is oefening ,geen show.''Iedere worp is een constructie van vele onderdelen.Niemand kan een worp feilloos uitvoeren. Dat moet onderdeel voor onderdeel worden aangeleerd.

59

Langzamerhand gaat hij ''zitten''. Hoe vaker men een worp in kata uitvoert,des te dieper zal de worp doordringen in de motoriek, hersenen, spieren en zenuwen, totdat u hem blindelings,bijna gedachteloos kunt uitvoeren.''Het kata is een voortdurend zoeken naar en het vindenvan evenwicht.Volmaakt uitgevoerd is het een groot voorbeeld van het zich op elk moment in evenwicht bevinden, een zodanige beheersing van de stof laten zien dat men instinctief het juiste midden weet te bewaren.Dit komt tot uiting in alle bewegingen,het buigen,hetgroeten,het uitvoeren.Voor alle technieken,voet-, been-, heup-, offer-, greep-, klem-, verwurging-, slag-,bestaat er een kata.Het begin van elk kata is het maken van een buiging voor de leraar,om aan te geven waar de bron van de kennis is geplaatst; vervolgens maken de beide partners met gezicht naar elkaar toe een kniebuiging.Links eerst naar de grond, daarna rechts,vervolgens tenen spannen, handen in een driehoek plaatsen, waarbij de duimen de basis vormen en de wijsvingers de zijden, en buigen.Driehoeken zeker gelijkzijdige driehoeken staan in diverse esoterische systemen symbool voor ''bereikte vermogens'',in ieder geval een goede basis.Ook hier dus tegenover elkaar laten zien dat men een kata gaat beginnen dat geheel beheerst wordt.Vervolgens tenen weer recht, links omhoog, rechts omhoog, staan en links en rechts naar voren stappen, waarbij als het ware een opening wordt verricht.Het geheel, ook de uitvoering vindt ritmisch en beheerst plaats,De kleding is verder zeer ordentelijk. Wanneer de kleding na uitvoering van een of meerdere worpen in

60

de war is geraakt, keert men terug naar zijn beginpositie, maar dan met de rug naar de mede-uitvoerder en corrigeert zijn kleding.Bij de eerste vijf staande katas, het''Nage no kata"'(werpen naar vorm) is er een vast patroon van aanval, overnemen van de aanval en werpen.De eerste beweging komt altijd van de aanvaller in devorm van een duw, stap of slag.De uitvoerende partij anticipeert hierop door mee te gaan met de beweging. Vervolgens neemt hij de beweging over en maakt hem zodoende tot zijn beweging, waarbij hij de tegenstander verder uit balans haalt.Als derde element tenslotte, laat hij hem, met behulp van de kracht van die tegenstander, vallen. Daarbij zelf perfect in evenwicht blijvend, niet alleen met zijn lichaam maar ook met zijn ademhaling.Dezelfde techniek wordt bij iedere worp rechts en links uitgevoerd.

Er bestaan kata''s, zoals aangegeven, vanuit worpen naar vorm, kontrole naar vorm, vormen van zelfverdediging,tegenworpen naar vorm, soepelheid naar vorm, antieke vormen, kodokan zelfverdedigingsvorm en tenslotte het ''kata van vijf'', het ''Itsutsu no kata.''Van deze vele kata vormen zijn er twee die ik wat uitgebreider wil behandelen,omdat ze op zeer aanschouwelijke wijze de budo filosofieën illustreren,te weten het al genoemde ''Itsutsu no kata'' en het "Juno-kata.''Állereerst het Itsutsu no kata,waar het verband tussen techniek energie en geest het meest helder aanwezig is.

Itsutsu-no-kata

61

Voor Jigoro Kano, die dit kata heeft ontworpen, staathet aan de basis van het judo of beter gezegd verenigt dit kata in zich de basisvormen van het judomet de grote kosmische principes van energie, harmonie, evenwicht en cyclische verandering.Kano heeft het samengesteld vlak voor zijn dood en er geennamen meer aan gegeven,vandaar de benaming''kata van vijf.''De vijf principes zijn:Energie-direkte duwMeegaandheid-meegeven en overnemenDraaiing-elke rechte lijn komt in het heelal in draaiingCyclische verandering-komen en gaan,eb en vloed.Ledigheid.Deze vijf principes worden vertaald in een vijftal bewegingen,worpen die de partners gezamenlijk uitvoeren.Daarbij is zoals bij alle katas sprake van een"uitvoerder van de actie (Tori in het Japans)en een ''ontvanger''(Uke).

1.Een directe duw van de uitvoerder (Tori) waarbij de opponent omvalt.Verstoring van evenwicht door middel van gerichte, zich manifesterende energie leidt tot verandering; tai chi.(zie verderop waar dit wordt uitgelegd.rdd.)2.De omgevallene (Uke), de tegenkracht dus ,manifesteert zich, staat op en komt rechtstreeksop de aanvaller af.Deze neemt met een uki otoshi (letterlijk je tegenstander laten meevallen) de aanvallende kracht over.3.Beide staan op, zoeken naar evenwicht en draaien in cirkels om elkaar heen en vinden elkaar in het midden, met uitgestrekte armen,, op zoek naar het evenwicht

62

63

64

het wu chi(zie later rdd.). De ene kracht overheerst in de draaiing de andere kracht.Tori(de uitvoerder van de techniek) legt een hand onder de uitgestrekte arm van Uke(de ontvanger van de techniek) en de andere erop, draait door en werpt hem op de grond.4.Ze komen tot de conclusie dat er een voortgaande, eeuwig heen en weer gang bestaat, cyclische verandering, komen en gaan.Tori loopt langs Uke ,stopt strekt zijn armen uit ,loopt achterwaarts en neemt met zijn uitgestrekte arm Uke mee terwijl hij zelf op een kniegaat zitten.5.Opnieuw om elkaar heendraaiend op zoek naar de tegenkracht vinden ze met een offerworp door Tori (yoko wakare) de leegte, het evenwicht.De worp wordt zo uitgevoerd dat Tori zonder Uke aan te raken voor hem op de grond gaat liggen, zich opoffert, en Uke er met een koprol als het ware overheen duikt. Normaal uitgevoerd zou Tori Uke bij

65

de revers gepakt hebben en hem over zich heen naar degrond geworpen hebben.

Hoe moeten we deze acties nu duiden?Mijns inziens moeten we deze vijf principes bezien tegen de filosofische achtergrond van het Taoisme,zoals we dat beschreven hebben in hoofdstuk 5.Het doel van het Taoïsme is om wegen aan te geven waarop men tot harmonie en vrede kan komen, zowel maatschappelijk als kosmisch.Taoisten (zie het hoofdstuk erover) geloven in het principe van doorgaande verandering.Absolute ,ware kennis bestaat niet.''Niets is zuiver,alles gaat samen met het andere.''Heel kort door de bocht zijn zij ervan overtuigd dat:-er altijd een opeenvolging van gebeurtenissen zal zijn-onderscheidingen altijd relatief zijn.-opposities elkaar aanvullen-zienswijzen perspectivisch zijn en daarom beperkt (het is jouw blik )-ware kennis niet bestaat .De werkelijkheid is dus dynamisch,alles is in verandering.Twee principes begeleiden dit.1.een verandering in een bepaalde zin heeft als complement een verandering in tegengestelde zin;aktie=reactie2.hoe meer de verandering het midden verlaat,des te groter worden de krachten om die beweging om te keren.Er is dus altijd sprake van twee polen bij een verandering.Bij de ene pool is nog altijd wat van de andere pool te vinden.

66

Ik breng in herinnering een viertal kernbegrippen binnen het Taoïsme en laat daarna de verbinding naar het genoemde kata zien.

Wu chi; Alles wat er is is energie.De oorsprong ervan is wu chi te weten''geen energie'', de leegte, voorgesteld door een lege cirkel.

Tai chi: Het uiteindelijke energetische principe waaruitalles ontstaat.Deze tai chi differentieert zich in twee principes,kwaliteiten of krachten te weten yin en yang.

Yin: negativiteit, leegheid, potentialiteit, aarde, vrouwelijk, koude, ordening, vorm, maan.

Yang: positiviteit, volheid, realiteit, hemel, manlijk, warmte, niet geordende energie, het ongevormde, zon.

Yin en yang zijn nooit zuiver ze dragen altijd het tegendeel in zich,ze kunnen nooit apart bestaan,ze zijn altijd elkaars komplement.Door onderlinge interactie ontstaat de veelvormige werkelijkheid.

Hoe werk je nu met Chi?(energie)De geest beweegt en de energie volgt.Waar we onze aandacht op richten daar gaat de energie heen.Alles wordt geactiveerd waar we onze aandacht op richten.We kennen dat principe ook wel,denk maar eens aan de ervaring met koude voeten.Als we onze aandacht daar op richten krijgen we na enkele minuten een tintelendgevoel in die voeten.

67

Het uiteindelijke doel van de Taoisten is om een spiritueel lichaam te ontwikkelen,de terugkeer naar de Wu chi voor te bereiden,daarmee de onsterfelijkheid te verwerven,en op die manier de wedergeboorte te voorkomen.Nu weer terug naar het Itsutsu no Kata.Het natuurlijke proces begint dus met de manifestatievan energie(tai-chi); een directe duw van yang.Die energie(duw)richt zich op de ander, yin, die meebuigt.Denk aan Lao Tse; ga mee met de stroom van gebeurtenissenDe ander (yin )komt overeind, keert de rollen om maarzijn inzet aan energie wordt door yang overgenomen.Beide krachten (energieën) draaien vervolgens om elkaar heen, middelpunt zoekend en middelpunt vliedend,trachten om uit de tegenstellingen te komen.Vervolgens laten ze een komen en gaan (eb en vloed) zien een soort van eeuwig durende stroom van verandering.Tenslotte verdwijnen ze in de leegte, daar waar de tegenstellingen zijn verdwenen.,of anders gezegd het stadium van voor de tegenstellingen.(Wu—chi)

Itsutsu no kataDe kracht die zich laat zienDe kracht die wordt overgenomenDe eeuwige cirkelEb en vloedEr is niets meer

In de Kodokan dojo te Tokyo zie je vaak oudere judokas deze dans, want daar lijkt het op, uitvoeren.In zichzelf verzonken,bezig met een actieve meditatierond de essenties van hun bestaan.

68

Een wijder strekkende intepretatie zou kunnen zijn dat deze essenties vertaald worden naar geboorte(een kracht die zich laat zien)-opgroeien(veel kennis,krachten van je omgeving opnemen,leerprocessen),bepalen waar je nu eigenlijk staat.(uitgaan van jezelf of je laten meesleuren doorde gedachten,daden van anderen),ontdekken dat alles om je heen voldoet aan de wet van opkomst,groei,afname en vergaan,licht en donker,)sterven(ontbinden van de kracht)

Juno kataHet Juno kata laat een aantal toepassingen zien van flexibiliteit en overname en verandering van de op depersoon gerichte krachten.Volgens Blonk en de Bijl(52) kent dit kata een viertal doelstellingen.''In de eerste plaats streeft het naar een lenig en all round ontwikkeld lichaam.Verder leert het de beoefenaar zijn gehele lichaam geconcentreerd en precies te gebruiken bij het verstoren en handhaven van de balans.Een derde doelstelling heeft een grote psychologischewaarde; de handelingen van het kata leren omgaan met direct lichamelijk geweld.In de laatste plaats ontwikkelt het kata een innerlijke rust en zelfverzekerdheid voor het geval men aangevallen wordt.Om de eerste doelstellingen te bereiken moeten de strekkende bewegingen de spieren zo ver als mogelijk oprekken; het Juno kata in het bijzonder zorgt voor een extreem soepele ruggengraat.(in de behandeling van de Hatha Yoga,laat ik het verband van dit kata met de basishoudingen van het Yoga zien.rdd.)

69

Bij een aantal technieken wordt de partner opgetild en vervolgens in balans gehouden. Hierdoor worden de spieren van het lichaam en de benen geoefend.Wat de tweede doelstelling betreft leert de judoka dejuiste hoeveelheid kracht in de juiste richting te gebruiken en bovendien leert hij het lichaam als een geheel te gebruiken. Bij ongetrainde mensen zit het lichaamsbewustzijn ,motorisch zowel als sensorisch,voornamelijk in het gezicht en de handen.Beoefening van het Juno kata geeft een bewustzijn vanhet hele lichaam.Daarbij hebben de meeste mensen een heel slecht ontwikkeld evenwichtsgevoel.Het Juno kata verbetert dit.''Dit kata bestaat uit drie series van elk vijf technieken.In essentie laat het de verdediging zien op allerleisoorten aanvallen door middel van het gebruik van vingers,vuist en arm.De eerste serie omvat; het steken met een hand, duw tegen de schouder van achteren, grijpen van de beide polsen, draaien van het lichaam bij de schouders, steek naar het hoofd.De tweede serie; doorklieven van het hoofd met de zijkant van de hand, neerdrukken van de schouders vande tegenstander, handkantslag tegen de neus, van de zijkant grijpen van de pols, opheffen van een hand.De derde serie; grijpen van de broekband, duwen tegende borst, uppercut, vuistslag op het hoofd en een vingersteek naar de beide ogen.De verdedigingen tegen deze aanvallen worden niet in zijn geheel uitgevoerd, maar slechts zover als nodig is om de verschillende principes duidelijk te laten zien. Ze worden echter weer wel zover doorgevoerd datze als trainingsmiddel spierversterkend werken. Dit

70

laatste is met name duidelijk doorgevoerd ter training van de ruggenwervel.In de meeste gevallen eindigt de techniek in een strekking van de rug van de tegenstander, dan wel in een heuptechniek waarbij de tegenstander zijn rug hol maakt.In sommige gevallen eindigt de techniek met het optillen van de (gestrekte)tegenstander.Voor insidersvormt dit de aanzet tot een ura nage.(offerworp).De primaire verdedigingstechnieken bestaan uit het ontwijken en doorvoeren van de kracht van de tegenstander, bijvoorbeeld bij een directe steek of slag, daarnaast het van richting veranderen en draaiing van de kracht, daarbij ronde bewegingen(doorvoeringen) makend.

De uitvoering dient langzaam,vloeiend te geschieden, zodanig dat alle bewegingen goed te zien zijn en in een beheerste vorm tot hun recht komen.Wanneer de techniek is afgezonken en een automatisme is geworden kan een snelle uitvoering als vanzelf plaatsvinden.Het geheel is zodanig ontworpen dat de essentiële bewegingen binnen de verdediging en de te leren techniek goed tot uiting komen.De concentratie op de stand van de ruggengraat, het soepel maken van de ruggengraat vertoont verbanden met een groot aantal Hatha Yoga oefeningen.Ook bij de meditatie zal blijken dat de stand van de ruggengraat van eminent belang is voor de goede doorstroming van opwaartse en neerwaartse energie.Op de volgende pagina is een voorbeeld van een van debewegingen uit het Juno Kata afgedrukt afkomstig uit het boek Juno Kata van Blonk en de Bijl, waarin duidelijk de concentratie op de ruggengraat te zien is.

71

Tot zover de beschrijving van de katas in het judo.Zoals gezegd er bestaan veel katas,voor een veelheid van technieken.Ik heb hierop de nadruk gelegd omdat deze technieken veelal onderbelicht worden bij de beschrijving van de judosport. Daarin staat meestal de 'competitie' centraal.In het judo als ''levensfilosofie'' dienen mijns inziens deze,beschreven achtergronden meer centraal te staan.

JUNO KATA;Sankyo derde serie-Obi tori.

72

73

Harai.Het zwaartekrachtcentrum van ons lichaam bevindt zichzon zeven centimeter onder de navel. Rondom dit punt moeten alle belangrijke bewegingen met elkaar in evenwicht zijn. Als je je naar voren beweegt moet je de balans bewaren dooreen been naar achteren of naar voren te plaatsen. Als je bukt moet je gewicht gelijkmatig voor en achter,onder en boven dit punt verdeeld zijn.Een tegenstander die probeert te slaan zal uit evenwicht gebrascht worden als je hem in de richting van die aanval meetrekt zo liet Kano ons al zien.De Chinezen noemen dit punt ‘’tan-chien’’ en zeggen dat alle levenskracht hieruit voortvloeit.Door middel van bijvoorbeeld dansen en het beoefenen van de vechtkunsten kan je je van dit punt bewustworden(53). Zoals reeds opgemerkt maakt ‘’het goede staan in harai’’het moeilijk voor je tegenstander om je op te tillen of te verplaatsen of om te gooien.Overdrachtelijk gaat het hierbij natuurlijk over het ‘’staan in het leven’’.Enigszins poëtisch is dat beschreven door von Durkheim(54)”Altijd wanneer-als de zon in de wereld-het Zijn in het binnenste van de mens opgaat,verandert zijn levensgevoel van de grond uit….Alles wordt doordrongen door een ander licht,afgestemd op een andere toon en krijgt een nieuwe smaak.…Het is geen toeval dat de nieuwe betrekking tot het leven dikwijls eerst aan de zintuigen merkbaar is…hoe bij een wandeling of een rit door het landschap-de intensiteit van de kleuren ervan afhangt of zij met ‘’Hara’’lopen, of zitten-of zonder.”Met Hara blijf je

74

in het lood, zowel in doen als in dulden…wie Hara heeft kan,bereid als hij is voor alles,ook voor de dood,stil blijven en zijn rust bewaren onder alle omstandigheden.hij kan zich dan ook buigen voor de overwinnaar zonder zichzelf prijs te geven, hij kan wachten…

Dit gaat duidelijk verder dan een juiste houding aannemen tijdens het oefenen van een vechtsport,maar zet het over naar het totale leven.Iets van deze ideeën zoals verwoord door von Durkheim wil ik hier toch citeren daar ze die doorkijk daadwerkelijk bieden.Ik beperk me tot zijn opmerkingen over het ik, de juiste houding en de ademhaling.‘’Het ik verstart wanneer het fixerende ik-bewustzijnzijn eigen wegen gaat.Het behoort bij het wezen van het ik vast te stellen en het vastgestelde te houden-in de praktijk van het dagelijks leven en op het gebied van theoretisch inzicht en wereldbeschouwing. Star houdt de mens die in zijn ‘’ik’’is gevangen en verhard, vast wat in de loop van de tijd geworden en gewonnen is en hij lijdt onder alles wat verandert.Zijn houvast in schijnbaar ‘’objectieve’’posities wordt telkens weer onzeker.Hij lijdt onder de tegenstrijdigheid van het leven ende voorstellingen die hij zich daarvan heeft gemaakt.Maar hij weet zich daar niet anders tegen te verwerendan door zich steeds eigenzinniger achter zijn standpunt te verschansen of van zijn systeem uit te handelen.In zijn weten en handelen en vormgeven, wordt hij aldoor weer beperkt door vaste voorstellingen over wat is en wat zijn moet, en alleen wat begrijpelijk is en op zichzelf perfect, past daarin.Daarom moet hij altijd in delen en

75

rubriceren en op zijn plaats zetten en het nog beter proberen te maken.De dwang tot perfectie is een symptoomvan de mens diegevangen zit in de starre ‘’ik’’huls.(55)‘’De bewustzijnsorde van het fixerende ik, het in hetik verstrikte, overal aan vastzittende hart, de door het ik beengde natuur, dat alles moet worden weggegeven en achtergelaten op de reis naar’’onderen’’,eer de mens de tocht naar de ware hoogt en het ware licht kan beginnen.Maar dit betekent dat de mens zijn zwaartepunt in hetlichaam van boven naar beneden vastleggen moet..In plaats van lichaam en borst te beklemtonen en het onderlichaam en de gehele bekkenruimte in te snoeren en af te wijzen,moet tegen wat onder de navel ligt ‘’ja’’gezegd worden.(56)”Borst vooruit-buik in is de kortste formule voor eengrondig verkeerde houding van de mens, nauwkeuriger gezegd voor een lichaamshouding die van een onjuiste innerlijke houding blijk geeft en die fixeert…(57)Durkheim vindt dat we op zoek moeten naar de sfeer van in het onbewuste werkende oorspronkelijke leven.Dat zoekt hij in het geestelijke en in het lichamelijke, bijvoorbeeld in het in en uitademen.’’Reeds bij het begin van inzicht staat de ervaring dat elke uitvoering van een werk of daad bedorven wordt ,als men in de verkeerde, geblokkeerde vorm erbij is en angstig zijn adem inhoudt. Niet vanwege de lucht die naar buiten stroomt of ingevolge ‘’spierontspanning’’ maar omdat het zich latende angstige ik buiten spel zet en het kunnen dat aanwezig is toelaat.Alleen bij het loslaten van het ik, dat zich afschermt, in het uitademen wordt ademhaling na ademhaling de opkomst van het ware ik voorbereid.(58)

76

’’Een cipres vermeerdert haar ringen ook nog als een heel oude boom.Ja een mens moet groeien tot het ogenblik van zijn dood.(59)Durkheim breekt dus een lans voor een levenshouding die zich niet verschuilt achter de aangeleerde fixaties maar ‘’open’’ is naar de wereld en naar binnen.Een houding die ook geoefend en geleefd dient te worden anders blijft het aan de oppervlakte.Ik ben het er zeer mee eens maar besef terdege hoe moeilijk dat is, niet alleen in het judo maar zeker ook in het dagelijkse leven.!

MaHet begrip Ma heeft te maken met ruimte,het duidt de ruimte.“Ruimte wordt in het westerse,cartesiaanse denken doorgaans als een geometrisch te bepalen en te kwantificeren afstand tussen objecten opgevat.Tussen de reeds gegeven en gepositioneerde objecten islege ruimte.Echter in Japan is ruimte een energetisch veld dat alleen in zijn metafysische kwaliteit als Leegte wordt aangeduid.De harmonisering(ai) van de afstand(ma) is sociaal-cultureel geen berekbare aangelegenheid.Een absolute,universele maatstaf bestaat er niet in het Japanse leven.Alles is contextbepaald.Voor Japanners moet de juiste afstand telkens weer opnieuw worden ingesteld.”(59a)Henk Oosterling p164 in Met drie ogen.Asoka Rotterdam 2005)In het aikido,de weg(do) van de harmonische(ai) energie(ki) is het principe van de steeds weer in te stellen juiste afstand zeer aanschouwelijk uitgewerkt

77

en wordt dit principe in de uitvoering van de bewegingen steeds weer toegepast.De basisgedachte achter deze aikido-weg is om te trachten in harmonie te komen met de geestelijke krachtenHet aikido gaat uit van het principe van niet aanvallen,louter verdedigen.Elk wezen in de ruimte heeft zijn vaste plaats.Bij onenigheid-bij strijdendeenergieen komen er krachten vrij die tegen een ander mens kunnen wqorden gericht.Deze krachten zijn ‘’eindig’’ ergo beinvloeden elkaar slechts binnen eenbepaalde afstand.Daarbij zijn drie basisposities te onderscheiden.De energiecirkels van twee personen raken elkaar niet.De personen bezitten alle vrijheid om naar welkekant ook elkaar te ontwijken.De aangevallen persoon kan de bewegingen van de aanvaller ontspannen volgen.De aanvaller komt binnen de cirkel van de verdediger.die verdediger heeft nu vier basisreactiestot zijn beschikking.Hij kan uitstappen bv naar achteren of naar links of naar rechts,en zo buiten decirkel van de aanvaller komen.Hij kan ook,en dat is de vierde mogelijkheid instappen en de kracht van de aanvaller overnemen.De derde basispositie is de harmonieuze(ma-ai)waarbijde cirkels van de opponenten elkaar precies raken.Lettrelijk is dat op de afstand waarbij de uitgestrekte handen elkaar precies raken,war ze zich dus tov elkaar op armslengte bevinden.Daarbij zijn degeestelijke kracht(ki)en de ademkracht(kokyu)zonder weisselwerking met elkaar verbonden.Een doelmatige ontplooiing van de eigen ademkracht eneen onschadelijke opname van de krachten van buiten zijn overigens alleen mogelijk als de aikido beoefenaar over een stabiel centrum(lichaamscentrum-harai)beschikt.

78

Ook hier weer ,via een lichamelijke aktie het beoefenen ,realizeren van geestelijke principes.Wanneer we de cirkel niet alleen fysiek opvatten maarook overdrachtelijk dan zal duidelijk zijn dat ook inde denk-en ideeen werld er bij voortduring sprake is van een ‘’binnendringen’’ in mijn wereld.Dat wekt vaak agressie op,mijn agressie,ergo het mobiliseren van een kracht in mij die probeert om die op mij afkomende energie te weerstaan.Daarbij zoek ik voortdurend naar nieuwe evenwichten.

Het moge na lezing van het bovenstaande duidelijk zijn geworden dat het in feite gaat om een meditatieweg,een weg die de beoefenaar moet leiden naar een beter begrip van de werkzame principes in het Universum.Vandaar uit ook een beter ‘’staan’’ in de wereld.Een meditatieweg beoefend via een fysieke,lichamelijke realisatie.Dichtbij ons natuurlijke functioneren dus.Natuurlijk begint het met het in goede conditie houden van het fysieke lichaam,iets waar we vanuit onze ‘’natuur’’ altijd naar dienen te streven.Vroegerdaar we op die wijze onze overlevingskans vergrootten,maar een drang tot overleven die overdrachtelijk in ons bewuste leven nog altijd plaatsvindt(survival of the fittest)Daarbij uitgaan van je eigen positie,je eigen staan in dit leven(harai) en vandaaruit voortdurend oefenenin het bepalen en innemen van de juiste afstand naar de medemens.(ma-basho).

8.ZEN-BOEDDHISME‘’Als gij wandelt,wandel dan,als gij zit,zit dan,maarwiebel in geen geval’’(60)

79

Het woord Zen is in het voorgaande al veel gebruikt,zonder nader te specificeren wat ermee wordtbedoeld.Hier volgt een kleine uitweiding over de voornaamste kenmerken ervan.Zen leert ons de aandacht te vestigen op het nu, het ogenblikkelijke, een en ander zonder een beroep te doen op het denken, de gevoelens of gewaarwordingen.Vanaf de zesde eeuw kwamen boeddhistische en taoistische geschriften en monniken via China en Korea naar Japan.Daar ontwikkelde zich een geheel eigen vorm van Boeddhisme,aangeduid met de term Zen.Kernachtig samengevat leert het Zen-Boeddhisme dat wezen en verschijning samenvallen en dat er geen andere wereld is dan de zintuiglijk waarneembare. Concentreer je nu maar op deze direct voorhanden wereld, ga uit van jezelf als kerngegeven.Deze wereld met al haar vergankelijkheid is de enige volledige en niet dualistische werkelijkheid .Zoals in het Boeddhisme en Taoïsme speelt meditatie een belangrijke rol in alle scholen, maar in het Zenis het beoefenen van intense geestelijke concentratieverheven tot de weg waarlangs de totale onthechting (en daarmee de verlossing uit het lijden) kan worden bereikt….Tijdens de lange meditatie zittingen concentreert de monnik zich op zijn’’boeddha natuur’’die zich bevindt in zijn eigen geest.en tracht hij zich innerlijk als het ware leeg te maken.Het doel is het bereiken van de verlichting,een plotselinge overweldigende ervaring,die een innerlijke transfomatie teweeg brengt.Zen is geen systematisch uitgewerkte godsdienst of een levensstelsel maar meer een prakties toe te passen werkwijze. Daarbij zijn Zen meesters over het algemeen ook uitermate prakties ingesteld en willen

80

ze niet dat je je door jouw gedachten en gevoelens laat meeslepen of meevoeren.De zenmeester doet alleen een beroep op de ervaring die zijn leerling juist op dat moment heeft;….’’kijk’’ in plaats van’’herinner je.’’.Deze directeen zuivere ervaring is gevrijwaard van de storende invloeden die optreden bij conceptueel denken en het gevoelsmatige oordelen.Om het nog wat afstandelijker te formuleren;''De identificatie van de geest met de gefixeerde idee over zichzelf, als middel tot zelf-controle, wordt door de sociale conditionering aangekweekt; de mens denkt over zichzelf als het ''Ik'' ego. Hierdoor wordt het zwaartepunt verlegd van de spontane,oorspronkelijke geest naar het ego beeld.Is dit gebeurd dan wordt het centrum van ons psychisch leven vereenzelvigd met een zelf-controlerend mechanisme.Het wordt vrijwel onmogelijk te zien hoe''Ik'' mezelf kan laten gaan, want ik ben precies de gewoonte-inspanning om aan mezelf vast te klampen. Ik wordt volledig onbekwaam tot elke geestelijke handeling die niet geveinsd en onoprecht is. Daarom is alles wat ik doe om mezelf los te laten eenvermomde vorm van gewoonte inspanning om vast te klampen.Ik kan niet gewild bedoelingloos of gewild spontaan zijn.''(61)

De Zen kenmerken van het spontane leven zijn:-doorgaanzonder aarzeling-doelloosheid.(beter uitgedrukt als werkend wachten;wu-wei)envrij van gemaaktheid.''Zen is geen religie in de gewone zin des woords, want Zen heeft geen God om te aanbidden, geen

81

ceremoniële riten die inacht moeten worden genomen, geen toekomstige plaats waar de gestorvenen heengaan en tenslotte erkent Zen geen ziel, wier heil door iemand anders moet worden verzorgd en waarvan de onsterfelijkheid voor een aantal mensen van het grootste gewicht is.(62)''''Zen wil zich boven de logica verheffen, het wil eenhogere erkenning vinden waar geen tegenstellingen bestaan. Daarom wordt in Zen God noch ontkend noch beweerd dat hij er is; een voorstelling van God zoalsdie in de Joods-christelijke gedachtewereld voorkomt,bestaat in Zen niet.''(63)''Dit bewust worden van de werkelijke natuur van de eigen geest of de eigen ziel is het fundamentele doelvan het Zen Boeddhisme''

Hoe doet men dit dan,langs welk pad wandelt men?Daar worden op het eerste gezicht moeilijke antwoorden op gegeven,moeilijk in de zin dat ze nogalontregelend zijn.''De middelste weg, is de weg waar noch een midden is ,noch zijkanten zijn.Als je bent gebonden door de objectieve wereld, heb je een zijde, als je onrustig bent in je geest heb jede andere zijde. Wanneer je geen van beiden bent,is er geen midden en dat is de middelste weg.''(64)''Onwetendheid is een andere naam voor logisch dualisme.De sneeuw is wit en de raaf zwart, doch dat behoort tot de materiele wereld en haar onwetende wijze van zich uitdrukken.Indien wij willen doordringen tot de fundamentele waarheid der dingen,moeten wij hen zien vanuit het punt waar de wereld nog niet is geschapen, waar het bewustzijn van een buitenwereld nog niet is ontwaakt

82

en waar de geest is verzonken in zijn eigen identiteit dwz. in zijn rust en leegte.''(65)''Dit doorbreken van de tirannie van namen en logica (de bloem is niet rood,de wilg is niet groen) is tegelijkertijd een geestelijke emancipatie, want de geest is niet langer in zichzelf verdeeld. Door het verkrijgen van intellectuele vrijheid,is de geest in het volle bezit van zichzelf.Geboorte en dood martelen ons niet langer,want er is geen dualisme meer.Wij doorleven zelfs de dood! (66)''Toen Joshu werd gevraagd wat het Tao(of de waarheidvan Zen) was, antwoordde hij: Het dagelijks leven datis het Tao.Met andere woorden een rustig,zelfverzekerd en eerlijk leven is de waarheid van Zen…De bedoeling vanZen is, om het leven in zijn loop te grijpen."(67)Ergo achter de zich aan ons voordoende werkelijkheid,die noodzakelijkerwijs alleen via ruimte (voor,achter,onder,boven) en tijd( vroeger,later) dusin tegenstellingen kan worden gevangen en verwoord, is er sprake van een ''ware'' werkelijkheid die zich onttrekt aan die definities.Daar heerst geen dualiteit,maar eenheid,allesverbondenheid.

De intentie die eruit spreekt is goed te volgen.Mij bekruipt wel het gevoel dat een Zen meester, die immers altijd zeer praktisch is ingesteld alle geschreven woorden allemachtig prachtig zou hebben gevonden maar vervolgens aan ons gevraagd zou hebben;’’laat eens zien wat je nu hebt gezegd!’’Voorbeeld?''Een jonge monnik vroeg aan Joshu om te worden onderricht in het Zen geloof. De meester zeide: Heb je al ontbeten,of niet?Ja meester ,antwoordde de monnik.

83

Ga dan en was je kommen,was het onmiddellijke antwoord.En deze aansporing ontsloot op hetzelfde moment de geest van de monnik voor de waarheid van Zen''.(68)

De directe ervaring van het bestaan-de ervaring van hier en nu-is een diep mystiek inzicht .Zonder tussenkomst van lichaam ,gevoel en geest!De volmaakte weg kent geen moeilijkheden behalve dat hij weigert om voorkeur te tonen, alleen als hij bevrijd is van haat en liefde toont hij zich volledigen zonder vermomming, een paar millimeter verschil enhemel en aarde staan apart van elkaar.Als gij met eigen ogen wil zien bezit dan geen vaste gedachten tegen of voor.

Zen omvat een meditatieve levenswijze waarbij het huidige ogenblik met alle aandacht en een helder bewustzijn wordt beleefd.Het doel is allesverbondenheid,totaliteit ervaren en dit gaat boven lichaam,gevoel en geest uit. Dat doel steeds voor ogen houden in alle handelingen. Dus geenverabsoluteringen van juiste houdingen,precies gekruiste benen,kaarsrecht zitten ed. Het is zinvol ja dat wel.Een rechte ruggengraat laat de zenuwen vrij en zorgt voor een goede doorstroming,maar het is een middel,geen doel.

''Een levende man die zit en niet gaat liggen Een dode man die ligt en niet gaat zittenTenslotte zijn het maar vieze skeletten.(Hui Neng (Zen meester 637-714)

84

''De ware mens streeft niet naar wat hij uit het leven kan halen, maar naar wat het leven op zichzelf is, hij leeft volgens deze kennis…dan kan hij altijd handelen in harmonie met het universum''(69)

Een en ander is wel ingebed in een Spartaans kloosterleven waar hard wordt gewerkt en sober geleefd en waar elke taak met grote nederigheid en absolute discipline wordt verricht, of het nu mediteren, werken op het land, schoonmaken, slapen ofwaken is.Maar ondanks die zogenaamde eenvoudigheid gingen de Zen opleidingen er van uit dat de gemiddelde tijd om het stadium van een Boeddha te bereiken zon 30 jaar was/is.Wanneer je een indruk wilt krijgen van de training die een Zen leerling moet ondergaan is het boek van Janwillem van de Wetering (70) een aanrader.Het maakt iets duidelijk van de taaie volharding die de student moet bezitten om vol te houden, en de schijnbaar onduidelijke leiding die hij ontvangt van de meester.Uit dit verslag blijkt dat men dag in dag uit zo circa 3-4 uur in de morgen opstaat ,ontbijt en vervolgens naar de meditatiehal vertrekt alwaar men hele dagen in meditatie doorbrengt. Het ritme is;een half uur mediteren over de opgedragen koan (soort opdracht waarop men een antwoord moet formuleren) vijf minuten benen strekken en vervolgens weer een half uur mediteren.Dit tot het middaguur,dan een uur pauze om te eten vervolgens weer mediteren. Een maal per dag gedurendetwee minuten door de Zen meester ontvangen worden en in de gelegenheid gesteld om het antwoord op de koan te geven. Rinkelt hij met zijn belletje dan is het

85

niet het goede antwoord en dient men wederom te mediteren.Geef je het juiste antwoord dan draagt hij een nieuwekoan op.Daarnaast het taken verrichten voor de gemeenschap;s choonmaken, hout hakken, dieren verzorgen, in hun geval in de houtzagerij werken.Uit dit boek komt een 8-10 uur mediteren per dag naar voren. Niet te veel praten, vragen ed , zelf mediteren op de antwoorden.De Martino meldt:''Al naar het klooster wordt zes of acht maal per jaar een week per maand door de monnik of leerling geheel gewijd aan zazen en aan zijn koan. Gewoonlijk staat hij om drie uur s morgens op en zet deze zazen-behalve voor lichte werkzaamheden, het opzeggen van soetras, maaltijden,een voordracht, gesprekken met de meester en korte rusttijden die ookkunnen worden weggelaten-zeven opeenvolgende dagen tot tien uur s avonds of nog later voort. Deze periode wordt sessjin genoemden de verplichte en vrijwillige dagelijkse bezoeken, tussen twee en vijf-aan de meester,sanzen.(71)Waarheen leidt dit en waartoe leidt dit?''Je doet je best’’.Dat zei de Boeddha toen hij stierf, want hij wist datzijn leerlingen nog een laatste raadgeving wilden horen.Doe je best,zei hij,en stierf.''Dit antwoord is verbonden met de geschiedenis van de Boeddha.Het verhaal gaat dat hij voorvoelde om het aardse bestaan te moeten verlaten .Hij deelde dit mede aan zijn mede monniken, die dit zeer bedroefd aanhoorden.Zij verzochten hun meester om nog eenmaal een sermoente houden over de kern van het Boeddhisme.De boven geciteerde woorden vormden het sermoen.’’Je best doen’’,kan het eenvoudiger ?

86

Het lijkt zon simpele opdracht maar de werkelijkheid is ietwat complexer!''Maar intussen moet je wel je best doen. Wat voor taak je ook tegenkomt, doe het zo goed mogelijk. Laatde generaal vooral proberen zijn veldslag te winnen, laat de koopman proberen zijn fortuin te maken, laat de filosoof proberen zijn theorie te laten sluiten,laat de ingenieur aan zijn ontdekking werken.Maar als het je lukt is het resultaat van geen belang, en als het je niet lukt, nadat alles zo goed mogelijk geprobeerd is, is het resultaat ook niet vanbelang.Als je een medaille krijgt opgespeld moet je rustig blijven, en als ze met tomaten gaan gooien moet je ook rustig blijven. Er is geen enkel verschil tussen de medaille en de rotte tomaat.''(72) Allemachtig,prachtig!Zeer mee eens!Maar ernaar leven is een ander verhaal!En even verder vermeld vd Wetering:''Laat me je gezicht zien,het gezicht dat je had voorje ouders werden geboren.Een koan die ik nooit had opgekregen. Een bekende Zen koan.Ik vroeg me af of ik het goede antwoord had gevonden.Wat zeg je als je zo''n vraag krijgt Of zeg je niets en maak je alleen maar een gebaar? Een nietszeggend gebaar? Een gebaar waarmee je uit wilt drukken dat jegeen gezicht hebt, dat je blanco bent. Je bent nooit iets geweest, je bent nu niets en je zult nooit iets zijn.Ieder idee dat het hebben van identiteit aanwijst is a priorie foutief.Er is geen ''ik'',het ''ik'' is een waan idee.Zodra je over ''ik'' begint treed je een warwinkel van onzinnige situaties binnen.''Ik'' kom tekort.''Ik'' heb het niet ver genoeg

87

gebracht.''Ik''wordt niet geaccepteerd.''Ik'' betaal teveel belasting.''Ik''moet iets bereiken.''Ik'' is onzin.Zou dat waar zijn?Alle mystici beweren hetzelfde.De Christelijke kluizenaars uit de Middeleeuwen verboden zichzelf hetwoord ‘’ik’’ ooit uit te spreken. Ze spraken over zichzelf in de derde persoon.’’Hij heeft honger’’,en dan wezen ze op zichzelf.De Hindoes die iets aan hun geloof doen zeggen hetzelfde. Jan Jansen loopt op straat en maakt zich zorgen. Hij denkt erover na en constateert dat Jan Jansen op straat loopt en zich zorgen maakt.’’Ook dit is weer een voltreffer.Maar ernaar leven?We zijn vaak toch maar wat trots op onszelf of hebbenerg veel zelfmedelijden.Om daar wat afstandelijker,nuchterder mee om te gaan is niet zo eenvoudig.

Zen doet zich dus zeer prakties ,feitelijk voor. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het in het algemeen positief staat ten opzichte van de (westerse)wetenschap.Het Zen zegt Suzuki ,(73) moeten wij bedenken, heeftgeen enkel bezwaar tegen de wetenschappelijke benadering van de werkelijkheid.Zen wil de geleerden slechts zeggen dat hun benadering niet de enige is, maar dat er een andere benadering bestaat die ,volgens Zen rechtstreekser, innerlijker, werkelijker en personlijker is, die zij misschien subjectief noemen, maar die dat niet is op de wijze die zij bedoelen.'''Etymologisch gesproken werd het bewustzijn ergens inde loop van de evolutie uit het onbewuste gewekt. De natuur doet haar werk onbewust van zichzelf en de bewuste mens komt daaruit voort. Het bewustzijn is

88

een sprong ,maar die sprong betekent geen losmaking in de letterlijke betekenis. Want het bewustzijn staat in onafgebroken,voortdurende verbinding met hetonbewuste.Ja zonder dit laatste zou het eerste niet kunnen functioneren;het zou zijn werkterrein verliezen.Dit is de reden waarom Zen verklaart dat de Tao''iemands alledaagse geest is.''Met Tao bedoelt Zen natuurlijk het onbewuste dat onafgebroken in ons bewustzijn werkzaam is.(74)'' Zolang het onbewuste instinctmatig is, gaat het niet verder dan dat van dieren of kleine kinderen en kan het niet het onbewuste zijn van de volwassen mens. Deze laatste echter bezit het geoefende onbewuste waarin alle bewuste ervaringen die hij sinds zijn kinderjaren heeft opgedaan zijn belichaamd, zodat ze zijn hele wezen uitmaken.Om deze reden verdwijnen in het geval van de zwaardvechter, zodra hij het zwaard opneemt, zijn technische vaardigheid, tezamen met zijn bewustzijn van de gehele situatie naar de achtergronden begint zijn geoefend onderbewustzijn volledig zijnrol te spelen.Het zwaard wordt gehanteerd alsof het zelf een ziel bevat.''(75)

''Het menselijk bestaan legt een vraag voor. De mens verschijnt zonder zijn eigen wil in deze wereld en wordt er buiten zijn wil uit weggenomen.In tegenstelling tot het dier, dat in zijn instincten een ''ingebouwd'' mechanisme heeft om zich aan te passen aan zijn omgeving en dat geheel binnen de natuur leeft, mist de mens dit instinctieve mechanisme. Hij moet zijn leven leven,hij wordt er niet doorgeleefd. Hij is in de natuur en toch stijgt hij boven de natuur uit; hij is zich van zichzelf bewust en deze bewustheid van zichzelf als een afzonderlijke identiteit maakt

89

dat hij zich ondraaglijk alleen, verloren en machteloos voelt.''''De geboorte is niet een daad; ze is een proces.Het doel van het leven is volledig te worden geboren,hoewel de tragiek ervan is dat de meesten van ons sterven alvorens we zodanig geboren zijn.Leven is iedere minuut geboren worden. De dood treedtin wanneer de geboorte ophoudt.Fysiologisch bevindt ons cellenstelsel zich in een proces van voortdurende geboorte; maar psychologisch houden de meesten van ons op een bepaald punt op geboren te worden."(76)

Sprekend over het bewuste en het onbewuste lijkt hem een van de drijvende krachten om het onbewuste bewustte maken. Het onbewuste is voor hem zoiets als het totale in ons opgeslagen vermogen. Een vermogen waarvan we slechts delen door ons door laten dringen,nl die delen die ons helpen bij het functioneren in onze omgeving .En die daardoor ook worden gekleurd."Wij kunnen in feite dus slechts spreken over toestanden van verschillende graden van verdringing, hetgeen wil zeggen; een toestand waarin slechts die ervaringen tot het bewustzijn worden toegelaten welkedoor de sociale filter van taal logica en inhoud kunnen heendringen. In de mate waarin ik mezelf kan bevrijden van deze filter en ik mezelf kan ervaren als de universele mens, dwz in de mate waarin de verdringing vermindert, ben ik in aanraking met de diepste bronnen in mijzelf en dat betekent de gehele mensheid. Als alle verdringing is opgeheven bestaat er geen onbewust als tegenstelling tot bewust meer; er is eenrechtstreekse onmiddellijke ervaring; in de mate dat

90

ik voor mezelf geen vreemde ben,is niemand en niets mij vreemd.''(77)

Nu,het lijkt na deze brei van woorden en gedachten goed om eens een nadere positiebepaling te verrichten.Allereerst de filosofische achtergrond,de inbedding van het Zen.Het is minder ver weg dan we nogal eens zijn geneigd te denken.Het accent dat er in de leringen wordt gelegd op het kennen van de totale mens, dus niet alleen de denkende mens, het op zijn minst erkennen dat er achter de ''objectief'' waar te nemen persoon en zijnhandelingen sprake kan zijn van een andere inbedding,verband met het ''levende'' spreekt mij zeer aan.Ook het begrip ''groei'' via het met elkaar in verbinding brengen van het bewuste en het onbewuste is een pad wat verder bewandeld dient te worden.Eerst, en nog steeds, is daar het lichamelijk,organisch leven, een leven dat mijns inziens rechtstreeks verbonden is met regelmaat, dag en nacht, de systematiek van alle organische leven.Geboorte,groei,volwassenheid,afname,dood.De kern daarvan wordt gevormd door ademen-in en uit-,eten, stofwisseling en vermenigvuldiging.Aandacht daarvoor ,afstemming daarop blijft een primaire taak.Ergo gediciplineerd, in zekere mate Spartaans,leven, niet te veel eten en drinken, gezondheid nastreven, zo optimaal mogelijk gebruik maken van de lichamelijke potenties blijft een vereiste.Daarnaast een ''afstemming'' op dat proces, openheid voor het levensbeginsel en onze verbondenheid daarmee

91

middels aandacht, stil en onbevooroordeeld kijken naar onszelf, tot rust komen.Zoals al eerder vermeld een nieuwe variant van de natuur is de ontwikkeling van het denken.Middels gedachten en ordening van gedachten,meer greep krijgen op onszelf en de ons omringende natuur.Dat denken introduceerde een nieuw fenomeen namelijk;het onszelf kunnen beschouwen, objectiveren.Dus zowel in de eerste persoon( ik,jij) als in de derde persoon (het) kunnen waarnemen. Met name deze objectivering heeft, sinds de renaissance razendsnel om zich heen gegrepen.Het vormde de kern van de hedendaagse wetenschapsontwikkeling, en heeft ons inzicht in het leven en het levende daadwerkelijk vergroot.Deze ''groei'' verder belevendigen is mijns inziens essentieel in deze tijd.In deze incarnatie ben ik een''kind van mijn tijd'' en mijns inziens verplicht ookdat deel zo ver als binnen mijn mogelijkheden ligt verder te ontwikkelen.Zen doet een poging om de verhouding tussen het bewuste(denkende)deel van onszelf en het onbewuste deel te herzien.Op zijn minst te laten zien dat er andere uitgangsposities mogelijk zijn.Via ons denken filteren we de werkelijkheid. We latende werkelijkheid slechts zover toe dat we ermee kunnen blijven leven. Dat ''filter'' wordt voor een groot deel bepaald door onze opvoeding en sociale inbedding.We meten ons gedrag aan en opinies die in overeenstemming zijn met de groep waarbinnen we functioneren. Zouden gedragingen en opinies teveel afwijken van de gemiddelde groepsmening dan worden we letterlijk uitgestoten.

92

Onze manier van overleven is dus voor een groot deel conformeren.Zen vraagt van ons om het antwoord op wat het leven daadwerkelijk is niet in de wereld te zoeken maar binnen jezelf. Daar moet de persoonsontwikkeling en de zingeving gevonden worden.Het benadrukt de vrijheidszin en de onafhankelijkheidszin.Ergo leren je ''filter'' af te zetten. Achter de dagelijkse wereld is er een andere wereld,daar moet je je op concentreren.In de wereld moet je je dus niet laten prijzen, of als je geprezen wordt het waarlijk gelaten ondergaan,maar ook ongeluk en pech laconiek opnemen, sociaal bezig willen zijn zonder beloning, relativering van de eigen positie tot kern maken van je leven.Daarnaast met volle aandacht en compassie op zoek gaan-blijven naar je eigenlijke zelf.Zoals de kernopvattingen van het Zen verwoorden; doorgaan zonder aarzeling-doelloosheid (werkend wachten) -vrij van gemaaktheid.Of om het wat minder ambitieus te formuleren,zoals deBoeddha op zijn sterfbed;''je doet je best.''Dit is dus een waarlijk mystieke weg, een weg die wilje hem bewandelen een waarlijk Spartaanse is, zie hetdagschema van de Zen kloosterling,een dagschema wat feitelijk het gehele leven dient te worden volgehouden, compromisloos.In die vorm lijkt het voor ons westerlingen en zeker ook voor mij wel wat extreem.Leeflang(78) doet een suggestie die wellicht is te volgen ,een suggestie die in mijn geval is opgevolgd en die(zij het met mate)heeft gewerkt..“Wie als westerling dit voor hem waarschijnlijk toch niet bekende gebied van het Oostaziatische geestesleven wil binnendringen ziet zich gesteld voor

93

een bijvoorbaat hopeloze taak.Tenzij hij begint met de beoefening van een of meer van de Japanse kunsten die nauw met Zen in verbinding staan.Buiten Japan zijn daarvoor aangewezen de kunsten die gevat worden onder de term budo.Al heeft iemand geen flauw benul van Zen,als hij of zij een poosje serieus aan judo, karate, aikido, kendo, bo-jutsu of kyndo doet zal vroeg of laat dat onbestemde ‘’iets’’ zich aan hem voordoen.Als oefening op de innerlijke weg wordt in Japan nietalleen meditatie aanbevolen maar sinds de 14 de eeuw ook de beoefening van de krijgskunsten.’’ Leeflang beschrijft de diverse budo sporten op een wijze waar ik mij goed in kan vinden.''Bij het ontbreken van een meester is het beoefenen van een budo tak een manier (een weg) de aandacht in plaats van naar buiten naar binnen te richten. Het bewust en geconcentreerd aanleren van een budo techniek is in principe eenvoudig en herhaarbaar. Enig nut streeft het niet na,althans niet in de vorm van het winnen van wedstrijden, of het behalen van bekers of lintjes.Wanneer het bij het trainen van judo ,karate, kendo of aikido voor alles om de oefening zelf gaat, dan komt niet het resultaat nummer een te staan, maar de eigenlijke innerlijke houding.Voor de oppervlakkige toeschouwer blijft de budo training uiterlijk gericht op het volbrengen van een overwinning op de ander. Alleen de budoka zelf weet dat de essentie van zijn bezigheden niet het gevecht met de tegenstanders is,maar het gevecht met zichzelf. Het moet het hoogste ideaal zijn van de budoka zich te bevrijden van de persoonlijke verlangens, die slechts een pijnlijke illusie zijn. Voor de Zennist-budoka is Zengeen grote vergaarbak van wonderen en magie. Voor

94

niets gaat de zon op;er moet aan het bereiken van de ''verlichte geest'' gewerkt worden ,en hoe!(79)

Dit is ook de weg die ik al jaren bewandel,namelijk via de aan mijzelf opgelegde judo dicipline.die immers ook een continue herhaling van bepaalde bewegingen omvat en waar je, bij voldoende oefening tot een staat kan komen waarbij de beweging (de worp)zichzelf voltrekt.Dit wordt niet alleen bereikt door een grote handelingsvaardigheid, en dus een getraind lichaam, maar ook een juiste geladenheid van gevoelens en gedachten.Wanneer men een techniek perfect beheerst, maar geïrriteerd raakt door zijn medespeler-beoefenaar, dan wil de uitvoering meestal niet goed lukken.Hetzelfde is waar met betrekking tot de afgestemdheid; wanneer men zijn denjen niet concentreert rond de uit te voeren handeling zal dezeniet goed uitgevoerd worden.Dit heeft op zijn beurt alles te maken met het begrip“hara’,het juiste midden.Wie oefent, dient de juiste houding te verwerven, hijmoet in zijn juiste midden komen.Letterlijk betekent harah buik; in overdrachtelijke zin echter het zwaartepunt ,het juiste midden. Lijfelijk bevindt dit zich in het lagere deel van de romp,circa tien centimeter onder de navel.Overdrachtelijk is het juiste midden die toestand, waarin een mens bij al zijn doen en laten onbekommerden onverstoorbaar cirkelt rondom de zin van zijn bestemming.Waar bevindt zich dan de vijand?Binnen of buiten ons?Vanuit de contemplatieve optiek is het antwoord, binnen ons, het is het product van onze passie en agressie

95

.De vijand lijkt alleen maar buiten ons te bestaan doordat we de gedachte “Jan is de vijand”, op Jan projecteren. Sterker nog,als we ons op dat moment (weworden vervolgd door Jan met een mes in zijn hand) zouden verliezen in de gedachte; hier staat een vijand tegenover ons, kan het zijn dat we een fractievan een seconde te laat zijn om het mes te grijpen. Zon gedachte slaat een gat in onze oplettendheid en slagvaardigheid….De volleerde meester in deze martiale sporten is,”vrij van elke belemmering, fysiek ,emotioneel en intellectueel. Hij ziet de ander met het mes en reageert daarop. Met vijanden houdt hij zich niet bezig! Teruggebracht naar de leidende principes zoals die zijn geformuleerd door de stichter van die (judo)Zen sekte,Jigoro Kano draait het om:”Het samen beleven van vreugde en welzijn via “het juiste gebruik van de(lichaams)kracht..Zie verder hoofdstuk 10, waar een en ander uitvoeriger wordt besproken..

Met het ouder worden ben ik daadwerkelijk gaan proberen om wat meer van mezelf te geven in de werksituaties zonder teveel te koop te lopen met hobby’s als spiritualiteit,Taoisme en Zen.Doe je dat wel,dan wordt je afgeschoten in de zin datje “ingedeeld”wordt.Dat wat je ervan leert moet je niet benoemen maar op laten gaan in de dingen die je doet.Hoe doet je dat dan?”Als ik in een vergadering zit,dan probeer ik mezelf te zijn, mijn totale zelf; dus hoor je de meester vragen:”heb je je kom al gewassen?” Nou ga dan je komwassen! Zo simpel is het dus.Het ligt in de dingen om je heen.Daar waar je nu mee bezig bent,en dan met de juiste afgestemdheid.

96

Niet in kloosters,ver weg, maar hier en nu, herkenbaar in je gedrag.En dat is wat de verschillende meesters ons steeds voorhouden.

Om te besluiten nog een tweetal voorbeelden van dat wat eigenlijk wordt beoogt.Een van de vooraanstaande meesters binnen het Judo inNederland was Dr Schutte.(bij judokas beter bekend als opa Schutte).In het voorwoord van het boek van Leeflang schrijft hij de volgende passage;‘’Schrijven over budo is moeilijk,bezig zijn in de dojo moeilijker.Neem dat maar aan van opa’’Mijn eigen leraar Blonk verwoordt het over het algemeen zo:’’Laat het maar zien!’’.En zo is het!

9. CHI-ENERGIE-ADEMHet begrip chi is in het voorgaande al diverse malen ter sprake gekomen.Het wordt tijd daar eens wat nader op in te gaan.Onder het hoofdstuk handelend over het Taoïsme zijn hierover al opmerkingen gemaakt.Ik roep in herinnering de omschrijving van de Martelaere(p.124)’’De Chinese kosmologie gaat uit van de drievuldigheid: opsplitsing van het oer qi (chi) van het Ene in yang , het hemelse (het mededelende,voelende) en het yin, het aardse (ontvangende,voedende).Het qi kent drie componenten; vitale essentie, levensenergie en geest.’’In meer algemene zin zijn we er best mee vertrouwd.Onze ‘’energievoorraad’’ lijkt in ons dagelijks levenregelmatig aan schommelingen onderhevig. Soms voel jeje energiek,levenslustig,krachtig en gezond en op een

97

ander moment kun je nauwelijks de ene voet voor de andere krijgen.Ook zijn we vertrouwd met de wetmatigheid dat een te grote inzet van energie al gauw tot uitputting leidt.Te grote inzet veroorzaakt vermoeidheid vaak lichamelijk maar ook geestelijk merkbaar.Er is dus klaarblijkelijk sprake van een dagelijkse aanwezigheid van een hoeveelheid energie die we naar believen kunnen inzetten.Energie waarvan we aannemen,en ervaren dat ze opgebouwd wordt via rust,eten,slapen en die we vervolgens inzetten in onze dagelijkse werkzaamheden.Maar er is ook sprake van een soort continue aanwezigheid van dat fenomeen gedurende ons leven.Is er wellicht ook sprake van een soort opgetaste energievoorraad gedurende ons leven? Een voorraad diewe gaandeweg verbruiken, een voorraad die we wat kunnen aanvullen via voedsel,rust en met het leven zonder al te grote spanningen, fijne sociale contacten,inhoudsvol ervaren leven en werken.?

In de ruimste zin van het woord betekent chi energie.De Chinezen maken er op veel verschillende manieren gebruik van.Het is het fundamentele bestanddeel van het universum en manifesteert zich ook hier op aarde.Zoals al gezegd adem is chi maar chi is meer dan alleen lucht.Het is de kracht die ons in leven houdt.De Chinezen gaan ervan uit dat chi net als bloed doorhet lichaam stroomt en overal komt.Chi was het belangrijkste voor de Taoïstische monniken.Door in de bergen te leven,omringt door nevels(dus chi)en door speciale ademhalingsoefeningen, gymnastische, seksuele en misschien zelfs martiale

98

oefeningen te doen hoopten zij de chi in hun lichaam onder controle te krijgen.Zij geloofden dat het mogelijk was om het op te slaan en vast te houdfen, zelfs om het in bepaalde plaatsen van het lichaam te concentreren of het met kracht te bevrijden, wat vernietigende effecten zou opleveren.Uiteindelijk zou de kennis van chi niet alleen leidentot een lang leven,maar zelfs tot onsterfelijkheid.Chi is echter niet beperkt tot de lichamen van een paar Taoïstische kluizenaars. Alle mensen hebben het.Het stroomt door het lichaam langs wegen of kanalen die bekend staan als meridianen.Op bepaalde punten langs deze meridianen-bij kruisingen, knooppunten enz-is het mogelijk om de stroom van de chi te onderbreken, waardoor niet alleen dat kanaal wordt beinvloed, maar ook de kanalen die ermee in contact staan…Acupunctuur is hetbekendste systeem dat gebruik maakt van de chi stromen in het lichaam.’T’’ai Chi beoefening belevendigd die ‘’chi-stromen.’’De student begint methet leren beheersen van de nodige basis (correcte lichaamshouding,correct plaatsen van de voeten en hetopenen van de liezen) en het uitvoeren van de tai-chibewegingen zonder het gebruik van spierkracht.Daarna ligt het accent meer op de innerlijke beleving van debewegingen, met de aandacht voor de chi stroming in de meridianen.Uiteindelijk resulteert dit in ‘’innerlijke kracht’’,die wordt gekenmerkt door het vermogen om mee te gaan in elke beweging van een tegenstander zonder dat jezelf je balans verliest.Zo ver hoeven beoefenaren niet te gaan.Na enig trainen leert men ook het gevoel van stromende chi herkennen.Zowel jonge als oudere mensen kunnen deze bewegingskunst beoefenen.Men kan er lenig bij blijven

99

tot op hoge leeftijd het evenwichtsgevoel blijven trainen en er mee mediteren.Een correct beoefenen van tai-chi kan ook leiden tot het verdwijnen van ouderdomskwaaltjes,rug en nekklachten en hoofdpijn.(80)‘’Een fundamentele gedachte van het Taoïsme is dat kracht schuilt in zachtheid en meegaandheid.In vechttermen betekent dit dat een tegenstander die alleen op zijn kracht vertrouwt niets kan beginnen als zijn aanval wordt afgebogen….Het is darom beter in cirkels te bewegen!Een veel harmonieuzer antwoord op een krachtige aanval is zelf gebruik te maken van de kracht van de aanvaller.Op die manier gaat er geen energie verloren.Op een meer elementair niveau is de buitengewone traagheid van de Tái-Chi een opzettelijke overdrijving van de nadruk die de interne kunsten leggen op traagheid,ontspanning en vlakheid. Doordat de bewegingen zo langzaam zijn blijft er genoeg tijd over om na te denken.Weloverwogen,in alle rust uuitgevoerde handelingen moeten daarvan het resultaat zijn.De student moet ontspannen zijn om de oefeningen langzaam te kunnen uitvoeren.Als gevolg van regelmatige oefening krijgt de student een grote kalmte en ontspannenheid over zich.”(81)

Wakker worden

Vanuit de straatLoopt de oude vrouwMijn wereld binnenTas nederzettend stopt zeInkerend in haar eigen wereld

100

Wiekt ze metSoepel draaiende bewegingenLichaamsstromenOpgangNa een spagaatTegen de muurBuigt ze diepKamt het haarZet haar bril opDe tas opnemendVerdwijnt zij.(bundel Indrukken Roel den Dunnen 1989)

Het doel van al de oefeningen is om de ademhaling zodanig te reguleren dat de innerlijke qi (chi)op eenbepaalde manier in het lichaam circuleert.Regulering van de ademhaling is een fundamentele techniek binnen de gevechtskunsten.Kracht en evenwicht worden eruit geput.Met name de diepe buikademhaling verricht wonderen wanneer men tracht weer in zijn middelpunt te komen.

In simpeler vorm maken wij allen gebruik van deze technieken.Een opgewonden persoon wordt bijvoorbeeld vaak gesuggereerd om een paar keer diep adem te halen alvorens acties te ondernemen.

Al met al is qi een moeilijk te omschrijven fenomeen.Er valt ook veel onder.Chi gelijk stellen aan ademen is te kort door de bocht.Wel vormt zoals reeds gezxegd ademhaling een onderdeel van Chi.Teneinde toch een wat die[er inzicht te geven in de mogelijkheden van ademhaling voeg ik er een laatste hoofdstukje toe over

101

10.ADEMHALING

102

Als nader voorbeeld van de betekenis van de ademhaling wordt hieronder een beschrijving gegeven van het Indiase Hatha Yoga systeem.Deze beschrijving sluit aan bij de meer praktische ‘’doen-opvattingen’’ die in dit boekje centraal staan.Ze zijn evenwel nogal beperkt tot de fysieke kant vande Hatha Yoga.Ook hier geldt dat er zich achter de fysieke kant eengeestelijke wereld en werkelijkheid bevindt.Hatha Yoga is dus meer dan een fysiek oefensysteem.

In India bestaan diverse methodes om tot een doorleefd begrip te komen van dit leven.De mens kan op vele manieren zijn innerlijk doel nastreven.Een aantal grote leermeesters hebben verschillende systemen uitgewerkt die mensen helpen om hun doelen te verwezelijken.’’De verzamelnaam voor deze systemenis Yoga……De verschillende Yoga systemen onderscheidenzich van elkaar slechts in het uitgangspunt. Wezen endoel is bij allen hetzelfde; volkomen zelfkennis……Er zijn Yogas wier weg voert over de discipline van het verstand, er zijn er die met de heerschappij over de gevoelens beginnen en er zijn andere, wier uitgangspunt het lichaam is….’’(82)

Hatha Yoga is de weg van de volkomen gezondheid.’’De naam Hatha Yoga wijst op de waarheid,waarop dit Yoga systeem is opgebouwd.Ons lichaam wordt door positieve en negatieve stromingen in leven gehouden en wanneer deze stromingen zich in volkomen evenwicht bevinden,dan verheugen we ons in een volmaakte gezondheid.In de oertaal van het Oosten wordt de positieve stroming met de letters HA aangeduid-wat zoveel

103

betekent als ‘’zon’’.De negatieve stroming wordt met THA, de tweede klank aangeduid-wat zoveel wil zeggen als ‘’maan’’.Het woord Yoga heeft een dubbele betekenis;de ene is ‘’’vereniging’’ de tweede komt overeen met het begrip’’juk’’.HATHA Yoga betekent dus een volkomen kennis van de energieen, van de positieve zonne-en de negatieve maan-energieen,hun vereniging in volkomen harmonie enevenwicht en de bekwaamheid, onvoorwaardelijk over deze te heersen, d.w.z. de buiging van deze energieënonder het juk van ons ‘’ik’’.(83)

Een centrale plaats in deze filosofie wordt ingenomen door de adem.Maar niet alleen in het Oosten,ook wij duiden dit nader in die zin dat het besef aanwezig is dat onze adem een absoluut uniek verschijnsel is..Zonder ademen kunnen wij niet leven.Het ademen begint met de geboorte en bij de dood zeggen we over een gestorven persoon;''toen blies hijzijn laatste adem uit.''Ook wij kennen dus het begrip adem een meer dan gewone betekenis toe!

In de Veda’s gaat men uit van een soort fysische ziel, de''levensadem''.Het woord prana heeft hier nog vaak de betekenis van ''adem''.De Sanskriet term ''pran'' betekent inademen,blazen(als de wind).Later gaat het levenskracht, levensenergie betekenen,maar dan is dit de energie die sterk gebonden blijft aan het lichaam en zijn fysiologie.

104

Terwijl de ''manas''(luchtvormige schaduwachtige ziel) een rondtrekkende psychische ziel is, is asu/prana een lichaamsziel.In het Westen zijn dit de ''spiritus vitales et animales.'' Prana duidt dus op levensadem, levenskracht, levensenergie maar ook vitaliteit, kracht, adem, ademhaling, geest.Er is dus een relatie tussen de adem en de levensenergie,het leven.Adem is ademenergie.(84)Prana,in de definitie van energie vormt de bron van alle bestaan.''Het is het ene principe waaruit de kosmos voortkomten het is het onsterfelijke element in de mens dat vrij kan komen van het lichaam.''(85)''Het geheel van de energetische structuren vormt eenbepaald veld van lichamelijke werkelijkheid; de pranamayakosha,het omhulsel van levenskracht of het energielichaam. Dit energielichaam behoort met het denklichaam en andere lichamen tot het zogeheten subtiele lichaam en vormt de verbinding tussen lichaam en geest.''(86)

In diverse Hatha Yoga scholen wordt dit principe nader uitgewerkt.Yesudian verwoord het alsvolgt;''De lucht is gevuld met de vrije prana,en het menselijk organisme kan deze door het proces van ademhaling hetgemakkelijkst uit de frisse lucht opnemen.Bij normaleademhaling nemen we een normale hoeveelheid prana op,maar met een diepe ademhaling nog meer ,echter door de ademregeling van Yoga wordt bovendien nog eenbelangrijke hoeveelheid reserveprana in onze hersenenen zenuwcentra opgezameld,die we in noodgevallen kunnen gebruiken.''(87)

105

Natuurlijk zijn wij hiermee,maar dan in andere termen, vertrouwd.Tijdens allerhande spannende situaties zijn we geneigd om sneller te gaan ademen.I n het algemeen trachten we de dan opkomende emotionele spanningen via diep ademhalen te reguleren.Hoe vaak zeggen we niet tegen een geëmotioneerd persoon;éven diep ademen'' en dan pas reageren.Ademen is wel degelijk een apart essentieel fenomeen van het leven,het leven is er letterlijk van doortrokken!

In die zin is het logisch dat de studie van de ademhaling, het ''juiste'' ademen ons wellicht kan leren om beter te functioneren. En dan niet alleen lichamelijk maar ook psychisch.Hatha Yoga is zo’n dicipline, die ons bewust maakt van de werking van de in en rondom ons bewegende energieen. Ruim baan maken voor de praktische toepassing hiervan lijkt zinvol. De Hindoes beoefenendit al duizenden jaren en hebben een indrukwekkende hoeveelheid kennis opgebouwd over dit fenomeen.

De oefeningen van Hatha-Yoga bestaan uit drie delen; bewustzijnsbeheersing,ademregeling en lichaamshoudingen.De drie moeten tezamen beoefend worden,want geen van drieën is denkbaar zonder de twee anderen.De bewustzijnsbeheersing kan ik niet beoefenen zondereen zekere

106

Een paar voorbeelden van lichaamshoudingen uit Sport en Yoga van Yesudian.

107

lichaamshouding aan te nemen en zonder te ademen, en ik kan ook niet ademen zonder mijn lichaam in een of andere stand te houden, zonder het bewustzijn wanneerik het niet ergens anders heb, tenminste in het hoofdte hebben.De hatha-yoga oefeningen schrijven precies voor, hoe die drie te verbinden zijn, wanneer ik bereiken wil,dat mijn ontwikkeling regelmatig is en steeds grotere resultaten afwerpt.(88)

Bij het oefenen leren wij de macht van het zelfbewustzijn kennen.We komen zo ver dat we krachtstromingen op willekeurige punten van ons lichaam door eenvoudige gedachteconcentratie bewust kunnen opwekken.Voor alles moeten we ons eigen lichaam kennen,e chterniet in theorie, zoals de anatomie ons leert.De anatomie leert ons,wat er in het menselijk lichaamis en waar het te vinden is. Dat ik echter mijn eigenlichaam ken is iets geheel anders.Het betekent,dat wanneer ik met mijn verstand weet, waar het hart is, ik ook met mijn bewustzijn in het eigen hart kan binnenkomen, zo,dat ik zijn vormen ,kamers, voorkamers ,kleppen, zijn bewegingen en alles zo duidelijk en klaar ondervind, dat deze toestand op de volgende wijze tot uitdrukking gebracht kan worden:''Ik ben het hart!''.En dat moet ik evenzo met mijn maag, mijn darmen, de lever, de nieren en iedere vezel van mijn lichaam totstand kunnen brengen.Wie nog geen yoga oefeningen gemaakt heeft zal hoogstens zijn tong en het binnenste van zijn mond inbedoelde graad kennen.

108

Wie echter Hatha Yogi worden wil, moet zolang oefenen, tot hij zijn zelfbewustzijn ook in de kleinste deeltjes van zijn lichaam verplaatsen kan.Is hij zover gekomen dan bestaat de volgende stap daarin het bewustzijn, verenigd met de wilskracht, tot in de kleinste vezels van het lichaam te leiden.

Terugkerend naar het vroegere voorbeeld;het is nu niet meer voldoende,met het bewustzijn in mijn hart door te dringen,maar ik moet het ook van mij afhankelijk maken. Mijn hart moet zich aan mijn wil onderwerpen,opdat het bloed naar mijn goeddunken sneller of langzamer in het lichaam pompt.(89)

De basis en het uitgangspunt van alle oefeningen,die de ademhaling regelen,is de zogenaamde volle yoga ademhaling.Deze is samengesteld uit drie soorten:1.de hoge ademhaling2.de middelste ademhaling3.de buikademhaling.Bij de hoge ademhaling waarbij de ribben de schoudersen het sleutelbeen wordt opgeheven wordt slechts het bovenste deel van de longen gebruikt.Voor veel mensenis dit de enige vorm van ademhaling,zeker als de middelste delen van het lichaam middels kleren en riemen nauw zijn aangesnoerd.Ook de zittende manier van werken achter een bureau en daarbij lichtelijk voorover leunen geeft aanleiding tot deze vorm van ademen.De tussen de ribben ademhaling is ook een veel gebruikte wijze van ademen.Bij deze flank ademhaling worden ook het middelste deel van de longen gebruikt.De buikademhaling vinden we wanneer we ontspannen liggen en ademen.

109

Door mannen meer gebruikt dan door vrouwen.(knellendekleding?).Deze ademhaling heeft alles te maken met het functioneren van het middenrif.''Het middenrif speelt ook verder een zeer belangrijke rol in de pranayama der yogis. Het is daarom niet verkeerd,zijn functie te leren kennen.Het middenrif is een sterk, afscheidend spierstelsel tussen de buik-en borstorganen. In rusttoestand welfthet zich naar boven in de richting van de borstkas; is het in functie, dan wordt het steeds vlakker, drukt de buikorganen naar onderen en welft dus de buik naar buiten.Bij de hoge ademhaling wordt het bovenste deel van delongen met lucht gevuld, bij de middelste ademhaling slechts het midden en een klein deel van het bovendeel, bij de buikademhaling het gehele onderste en middelste deel.Daarom is ook de buikademhaling beter dan de eerste twee methoden.''(90)

De basisoefening van een volledige yoga ademhaling bestaat uit een combinatie van de drie beschreven soorten, met de nadruk op de buikademhaling.''Na een krachtige uitademing beginnen we (rechtopstaande) met inademen.De buikwand schuiven we langzaam vooruit,terwijl we het middenrif in werking zetten, dwz we welven de buik naar voren zonder bewust adem te scheppen…..Bij de tweede fase der ademhaling verwijden we onze ribben en het middelste deel van deborstkas, de lucht van het onderste deel trapsgewijzeovernemend..Het derde ritme van de inademing is de volledige uitwelving van de borst. Met deze ademteug zuigen we zoveel mogelijk lucht in onze verwijde longen. Bij deze laatste fase trekken we de buik in

110

opdat hij de longen als steun kan dienen en opdat gelijktijdig de bovenste longkwabben zich volledig met lucht kunnen vullen.Het laatste ritme is dus een volkomen voltrokken hoge ademhaling……Nu beginnen we langzaam de uitademing door de neus, zodat we in dezelfde volgorde de lucht uitstoten, als waarop het inademen geschied was.We trekken dus eerst de buikwand in,persen de onderste ribben samen en tenslotte laten we het sleutelbeen en de schouders zakken.''(91)

Het middenrif,dat door de yoga ademhaling op natuurlijke wijze functioneert, oefent een milde drukuit op de lever, de maag en de maagorganen en deze druk verandert ten gevolge van het ritme van de longademhaling in een zachte massagebeweging, die hetnatuurlijke functioneren van de organen bevordert.(92)

Tot zover een korte beschrijving van de kern van de ademhalingsoefeningen.Zoals al opgemerkt vormt een juiste ademhaling de basis van de Hatha Yoga en komt hij in vele oefeningen voor.Het tweede element wordt gevormd door de lichaamshoudingen,waarvan er zeer vele zijn.Ieder tekstboek over hatha yoga heeft er reeksen van..Zie ook de illustratie.Een centraal element bij vele houdingen wordt gevormddoor de (juiste) stand van de ruggengraat.Een juiste,rechte houding,van staartbeen tot hoofd bevordert de doorstroming van energieeen,van omhoog naar omlaag en vice-versa.

111

Overigens is de bovenstaande beschrijving ‘’een’’opvatting van Hatha Yoga , een die erg sterk uitgaat van de actieve,beheersende vormen.Er zijn ook andere opvattingen.Een voorbeeld daarvan is die vorm waarbij geconcentreerd wordt op de ontplooiing van de eigen energie, om daarmee directer in contact te komen met het ''ware zelf.En via dat ''ware zelf'' met de inrichting van het Universum.Dus voorbij de subjectieve wereld waarin wij ons bevinden.Dit vereist een totale overgave aan het''onbekende''.Volgens vele Yogi’s het ware!Zie hiervoor ook het gedeelte gewijd aan meditatie.

Veel van de oefeningen die men moet maken tijdens de Hatha Yoga trainingen komen ook voor in de judogymnastiek.Een essentieel verschil daarmee is dat bij de judo gymnastiek de herhaling en de spiertraining voorop staat ,terwijl de Hatha Yoga veel meer rond rekking van spieren en gewrichten en bewuste sturing van het denken geconcentreerd is.Overigens is dit onderscheid maar relatief, bij de beschrijving van het Juno kata hebben we een zelfde soort rekoefeningen gezien.Ook de ademhaling vormt in de budo trainingen een essentiële factor,bijvoorbeeld het belang van de uitademing.Probeer maar eens een krachtige kreet(ki!) te slaken terwijl men inademt.''De uitademing is de sleutel tot budo!''(93).Wanneer men in het judo de verschillende katas goed wil uitvoeren dan is de regulering van de ademhaling eveneens essentieel.Dit in termen van inademen en uitademen.

112

Bijvoorbeeld in het Nago no kata is dat goed waar te nemen.De bewegingen voltrekken zich daar veelal in drie fases namelijk;aanvallen-overnemen-werpen.Deze handelingen laten zich het beste voltrekken via de trits;uitademen-intademen-uitademen.Een van de doelstellingen van het uitvoeren van technieken in ''kata'' is dat men volledige beheersing toont.Die volledige beheersing uit zich ook via de controleover de adem.Op elk moment laten zien dat men rustig en evenwichtig doorademt.

Terug naar de Hatha Yoga.Tot nu toe hebben we de ademhaling en de houdingen behandeld.Het derde hiermee nauw samenhangend element wordt gevormd door de bewustzijnsbeheersing. Sluipenderwijs is dat al ter sprake gekomen.Door middel van het denk-beeldend- en gevoelsvermogenzichzelf te concentreren op de op te rekken spieren of gewrichten, de positie van de ruggengraat, het hoofd en de ledematen, wordt getracht om energie te sturen naar die onderdelen van het lichaamHet bewust sturen van de adem naar bijvoorbeeld de buikholte en via bewegingen van het middenrif het masseren van de organen aldaar bevordert onze gezondheid.Ook dat is iets waarmee we,in eenvoudige toepassingen, bekend zijn.Denk maar eens aan het al eerder gebruikte voorbeeld van het meer of minder bewust sturen van bloed naar koude voeten en het ervaren,na enkele ogenblikken,vaneen plezierige tinteling.Dit principe, maar dan via langjarige oefening en veel houdingen innemen, ver uitgewerkt,draagt zeker bij tot een meer bewustere omgang met ons lichaam.

113

Tot zover een beschrijving van de voornaamste principes achter de Hatha Yoga.Ik wil besluiten met een suggestie van Yesudian(94)Hij breekt ,in zijn boek Sport en Yoga, een lans voorhet zwemmen, wat hij, mits op de juiste wijze beoefend, een uitstekende vorm van Yoga beschouwt.Dan wel vergezeld van de juiste in en uitademingstechniek.Slag een inademen,s lag twee adem vasthouden , slag drie adem rustig laten uitstromen, slag vier inademenen zo voort.Dat dagelijks (jawel!) te beoefenen gedurende zon twintig tot dertig minuten.Wat in de Hatha Yoga trainingen bewust gebeurd via dehoudingen en het sturen van de adem naar bepaalde delen van het lichaam geschied bij het zwemmen min ofmeer automatisch.Voor al diegenen die de uitgebreide technieken van deHatha yoga een brug te ver vormen en die toch de'' heilzame'' weg interessant vinden, is dit wellicht een alternatief wat op een ontspannen manier beoefend kanworden.

11.MEDITATIEMeditatie heeft te maken met zaken als;trachten meer evenwichtig te worden, kalm,je hartslag terugbrengen tot een rustig tempo, in te zoemen in het ritme van het universum, dag en nacht, zon en koude.In het voorgaande zijn we het al verschillende malen tegengekomen.’’Je voegen naar het ritme van de natuur’’, zeggen de Taoisten, mee gaan met de stroom en daarbij streven naar diepere inzichten in jezelf, zaken die nastrevenswaardig zijn ter voorbereiding enuitoefening van vele activiteiten, niet alleen sport.

114

Ook daar bestaan diverse opvattingen over hoe diep enhoe vaak men dient te mediteren.De Bodhidarma,zo hebben we vernomen zat dagelijks gedurende negen jaar uren tegenover een kale rots en kwam zo tot inzicht.De beschrijving van vd Wetering over de dagelijkse gang van zaken in een zen-klooster liegen er ook nietom.Een aantal andere hedendaagse leraren is van mening dat mediteren ,al is het maar eens per dag, zonder jeteveel te forceren zeer bevorderlijk is voor je algemeen welzijn.In een afgezwakte vorm kennen ook de diverse sporten vormen van meditatie, bijvoorbeeld in de concentratievoorafgaande aan een sportontmoeting/prestatie. Enige‘’leiding’’ daarbij,gebruikmakende van de ervaring van erkende meesters op dit gebied lijkt aanbevelenswaard.De Japanse opvatting van Zen Boeddhisme heeft altijd de nadruk gelegd op doen in plaats van denken.Zo ook met betrekking tot meditatie.’’Meditation is the most direct method of working on the mind in order to raize your level of conciousness.’’(95)’It involves becoming more aware,more alert,more awake.Itmeans becoming more concentrated,more integrated,and also more emotionally rich,open and refined.’’(96)Dat beloofd nogal wat! In ieder geval genoeg om er wat dieper op in te gaan.Met de daarna volgende bespreking van de Chi-energie vormt dit deel het laatste en ,misschien wel meest moeilijk toegankelijke deel van deze achtergronden bij de vechtsporten. Alvorens daar wat dieper op in te gaan,breng ik in herinnering de budo opvattingen over overgave, het ''durven dood gaan'' en meer algemeen; het geheel meegaan met de instelling van de

115

tegenstander.Dus niet uitgaan van je eigen ''subjectieve'' waardesystemen!Dat is heel moeilijk!Alles wat je aan zekerheden hebt opgebouwd loslaten?En wat komt daarvoor dan wel in de plaats?En werkt dat dan daadwerkelijk?Hier in het Westen staan wij zeer kritisch tegenover dergelijke filosofieen.Het lijkt verdacht veel op eennieuwe godsdienst.Het heeft als centrale opvatting dat deze zich aan ons voordoende wereld maar een schijnwereld is,de ware wereld leren we pas kennen navolledige overgave,na de dood.De wetenschap laat ons hier in de steek,we betreden het gebied van het''geloven dat.''Om toch enige indicaties te geven van dit denken volgen hier een paar gedachten over meditatie.

Mediteren is gericht op het zoeken van de ''ware'' werkelijkheid, dat wat zich als het ware achter de fysieke en mentale werkelijkheid verbergt.Wat bevindt zich achter die voortdurende impulsen en wervelingen?Alles om mij heen,dieren, planten, mensen laten zien dat er dezelfde processen plaatsvinden te weten; geboorte-groei-volwassenheid-afname-dood.Waar komt dan dat leven vandaan?Wat is het dan dat leven geeft?Adem?Zo ja,wat beweegt de adem dan om plaats te nemen in dit lichaam?En wie of wat stuurt dan die adem, er moet toch sprake zijn van een soort van ''organiserend principe''?In het Itsutsu no kata bij de judosport zagen we als eerste beweging een zich manifesterende energie.

116

Maar die energie moet toch ergens door veroorzaakt worden?Waardoor dan?Toeval?Dat lijkt een wat makkelijke verklaring.

Samkhya Yoga filosofen (uit India) beweren dat ons universum gekenmerkt wordt door de wet van behoud van energie.Er is een totale hoeveelheid energie in ons ondermaanse , alleen de vormen waarin we die energie waarnemen verschillen.Bijvoorbeeld de energie die opgeslagen is in een stukhout neemt, als we dat stuk hout verbranden de vorm van warmte aan. Die warmte energie wordt deels door ons geabsorbeerd en komt deels weer in de atmosfeer terecht.Beide hoeveelheden, in ons lichaam en in de atmosfeer, worden weer benut in andere vormen.

Hun hiervan afgeleide kernopvatting is dat het gevolg van iets altijd in de oorzaak aanwezig is.Zoals gezegd; er is behoud van energie, alleen de vorm ervan wisselt.Achter al ons (schijn) leven in al zijn vormen moet er derhalve sprake zijn van een soort veroorzakend principe., iets wat duidt op een zich manifesterend beginsel.Dat nader te onderzoeken is de moeite waard.In het verre Oosten is met die zoektocht gedurende duizenden jaren ervaring opgedaan en zijn er op dat gebied vele getuigenissen van kennis omtrent deze beginselen.

117

Wat gebeurt er nu bij mediteren?De eerste stap in alle meditatievormen is om te trachten de maalstroom van lichaamsgewaarwordingen, gevoelens,beelden en gedachten stil te zetten.In onze ''normale'' doen-situatie is er een voortdurende prikkeling, interaktie tussen deze vier vermogens ,een voortdurende werveling.Die werveling te beheersen, stil te zetten,op te roepen wanneer ik dat wil ,daar wordt bij meditatie-oefeningen veel aandacht aan besteed.Die techniek beheersen is essentieel.Onze gedachten ,gevoelens beelden en lichaamservaringen zijn altijd in de ruimte en in detijd geplaatst ,en volgens Krisnamurti ,altijd historisch,in die zin dat de uitkomsten van die wervelingen altijd verbonden zijn met opgetaste ervaringen en er door gekleurd,neen sterker,er door bepaald worden.

118

Daar aan te ontsnappen is ,aldus meerdere kenners, demoeite waard,het brengt je dichter bij de ware wereld.De kern van de meditatie is in een viertal themas te vatten,ik zal ze kort beschrijven.Lichamelijk tot rust komen,lichamelijk stil zitten.In een houding zitten en wel zodanig dat de ruggengraat geheel gestrekt is en de energie,adem,zuurstof,koolstof vrij kan stromen.Rustig en regelmatig de adem in en uit laten stromen,met een concentratie op de buikademhaling.Registraties hebben aangetoond dat hetaantal ademhalingen per minuut ook terugloopt bij mensen die in een geconcentreerde staat van meditatieverkeren.Daarnaast de zintuigen tot rust laten komen.Geen geluiden opnemen, en wanneer je ze ontvangt ze weer loslaten,een plaats geven.Hetzelfde geldt voor zien,ruiken en tasten.Je als het ware loskoppelen van alle prikkelingen dievan buitenaf op je toekomen.Gedachten,beelden,gevoelens stil zetten.Ook hier alle opkomende gedachten loslaten,als het ware pauzes creeren, pauzes die steeds langer worden,zodat er uiteindelijk geen gedachten meer opkomen.Datzelfde met betrekking tot de beelden die we ook continu vormen.Ook pauzes inlassen, ze een plaats geven en loslaten.Als derde dezelfde weg volgen voor de gevoelens.Openheid creërenIn feite gebeurt dit als gevolg van de bovenstaande acties.Als je erin slaagt het lichaam,de zintuigen,degedachten,beelden en gevoelens stil te leggen, manifesteert zich een soort openheid .

119

Alles kan daarbinnen een plaats krijgen al de,de lichaamservaringen, gevoelens, beelden, gedachten dieeventueel nog opkomen.Geen wervelingen meer.Maar er is meer dan al die tot rust gekomen wervelingen.Achter die lichaamservaringen, gedachten gevoelens en beelden bestaat er een soort oneindige ruimte ;daar waar plaats is voor alles.Om die op te roepen dien je geen gebruik maken van mentale vormen, maar een situatie van stille openheid, een soort direct schouwen na te streven.Oplossen.Als je geheel los bent van alle gedachten,gevoelens,beelden en er geen lichamelijke prikkelingen meer geconstateerd worden,wat is er dan nog over van jezelf?Je bent je totale ik kwijt.Dus is er sprake van totale overgave.Boeddhisten zeggen dan dat alle schijnwerelden dan zijn opgelost.

De eerste vraag die zich ogenblikkelijk opdringt bij het lezen van een dergelijke tekst is; waarom doe je dit eigenlijk,dit mediteren.?Tiemersma van wie de kern van de bovenstaande beschrijving is overgenomen (97) geeft als doelen vande meditatie:''inkeer,stilte,inzicht,transformatie enovergave.Het betekent een vrij worden van wat je eerst beperkte.Dat is vooral:de absoluutheid van de buitenwereld,hetonophoudelijke denken,de eigen identificaties,de harde en ware materialiteit.''Een van de canonieke boeken/teksten die veel worden aangehaald binnen deze overtuigingen,de Yoga Sutra

120

zegt (98):''In de vorm van redeneren, bespiegelen, geluksgevoel en ik besef is het ''een''-zijn verbonden met het kennen, ''en even verder;''aan het andere ''een''-zijn met slechts sporen van herinnering ,gaat de oefening vooraf aan de impuls voor de stilstand''.

Dat zekere geluksgevoel is ,naar mijn ervaring ,op zich een plezierige toestand .. Het lekker in je vel zitten is goed te gebruiken in de richting van anderen.Een zekere rustige plezierige uitstraling helpt soms processen op gang te zetten bij/met anderen.Maar voor een groot aantal Yogi’s is dit slechts een tussenstation.De Yoga richting die ''leegte''als hoogste goed heeftis overigens zeer persoonsgebonden.Wanneer je van menig bent dat je naast een individueel leven ook een sociaal leven leidt kan hetredeneren, bespiegelen en een geluksgevoel mijns inziens ,best een goed instrument zijn.Het kan zo wie zo geen kwaad om regelmatig (dagelijks?) te bespiegelen ,jezelf af te vragen wat de betekenis is geweest van alle daden en gebeurtenissen van de afgelopen dag.Iets verdergaand zijn de suggesties van de Boeddha inde formulering van het achtvoudige pad;’’de juiste zienswijzen, bedoelingen, spreken, handelen, levensonderhoud, inspanning, waakzaamheid en concentratie..’’Deze ingangen systematisch overdenken en ernaar handelen lijkt zinvol.Makkelijk?Zeker niet,in werkelijkheid zeer ambitieus.!

121

De yogi’s kennen ook zo’’n ingang , ze noemen dat de vijf kwellingen(99).Daarmee worden bedoeld kwellende wervelingen van de geconditioneerde geest.Dit zijn;onwetendheid-ik besef-gehechtheid-afkeer en wil tot leven.En even verder wordt gesteld:''onwetendheid is de bodem van de overige,of ze nu sluimerend,zwak,ten dele of volop werkzaam zijn.''In het vroege Boeddhisme zijn het de volgende basisnoties van het ego die onwetendheid veroorzaken:Gehechtheid,hebzucht-afkeer-agressie-onverschilligheid-verdwazing van de geest-jalouzie-hoogmoed.In een notendop worden hier een groot aantal ''kwellingen'' genoemd waar we als gemiddeld mens dagelijks mee worden geconfronteerd.Als we er in slagen om ons onthechter ten opzichte daarvan te kunnen opstellen dan leiden we met zekerheid een plezieriger,evenwichtiger leven!''Ik kan niet zonder….,dat wil ik ook hebben….,daar hou ik niet van….,dat moet ik niet….,waarom hij wel….,ik weet het toch beter..'',allemaal uitingen van deze begrippen waar we zeer vertrouwd mee zijn!

Door op deze begrippen te concentreren via meditatie ben je beter in staat je verhouding tot deze begrippen te bepalen.''Als je (al mediterende rdd) iets opmerkt in het veld van je geest, stel je dit niet alleen bewust vast, maar je benoemd het ook..Het is een herkennen van a) de aard van het verschijnsel en b)het verband ermee met jou, met de psychische functies.Je neemt dus nota van deze psychische functies,ook wel handelingen van het bewustzijn,bewustzijnsverschijnselen en bewustzijnsprocessen genoemd,en je benoemt hen..''(100)

122

''In de boeddhistische optiek gaat het in deze meditatie om het idee kwijt te raken dat de bewustzijnsprocessen handelingen van een ‘’ik’’ zijn.Door ze te blijven observeren worden ze zelfstandiger.Het idee van een ik of van een persoon valt weg.Ook het bewustzijnsproces zelf stopt dan gemakkelijk en over blijft weer het actuele ademproces in de buik.Steeds is er een terugkeer naar het hier en nu,waarinje de verschijnselen die zich voordoen als zodanig vast kunt stellen en kunt accepteren, zonder terug tegrijpen naar een overkoepelend idee van een ik en eenwerkelijkheid die bestendig in de tijd zijn.''(101)

In sommige systemen zoals bijvoorbeeld de Indiase Advaita Vedanta meditatie gaat dit proces nog verder en wordt de aandacht gevraagd voor het ik gevoel en een teruggaan naar de oorsprong ervan'.'Daarnaast word je je bewust van jezelf als degene die dit alles ziet en vaststelt..Je aandacht gaat opnieuw verder terug naar jezelf in de nieuwe situatie.Hoe is die?In ieder geval is die situatie, ben jezelf,niet onderworpen aan de conditionering diewel aanwezig is in het ik dat zich met het verlangen,denken etc,. identificeert….Het is een zijnservaring waarin meer vrijheid ontstaat.''

In het bovenstaande zijn veel begrippen gebruikt en veel suggesties gedaan.Het is niet de bedoeling dat u ze halsoverkop gaat toepassen.Ik vermoed dat het dan geheel niet beklijft.Maar op gezette tijden rustig en volhardend deze ingangen te overdenken, meer aandacht te geven aan het ritme van de natuur en tijd te nemen voor het

123

verwerken van de eigen ervaringen leidt zeker tot eenevenwichtiger staan in het geraas van alledag.Ook het opvangen van tegenslagen zou wel eens veel beter kunnen gaan.

Terug naar de ‘’vechtkunsten’’,ook in de daadwerkelijke gevechten zou een rustige geconcentreerde houding wel eens grote resultaten kunnen teweegbrengen.

Tot zover een (te) beknopte beschrijving van de meditatie.Het zal duidelijk zijn geworden dat er waardevolle ingangen zitten tot het leiden van een meer evenwichtiger leven,ook zonder dat men het punt bereikt,of wil bereiken ,van een volledige overgave.Voor ons westerlingen blijft de enorme gehechtheid aan het ''ik''Ik doe ‘’ik’’-gebonden ervaringen op in dit leven om tot groter bewustzijn te komen.Die ervaringen zijn daarvoor essentieel,gebonden aan mijn ''lichamelijk,denken,voelen,verbeelden.''Dat daarbij de ''werkelijkheid'' mijn werkelijkheid is en dus ergens op het continuüm van beleefde subjectieve-tot objectieve werkelijkheid ligt,en er dus geen exact onderscheid te maken is tussen werkelijkheid enfictie,daar kan ik mee leven.Maar het levende ‘’ademende’’ ik is wel degelijk aanwezig gedurende mijn leven.

12.ACHTERGRONDEN EN VERBANDENDe bedoeling van dit schriftuur is om sporters te laten zien dat er zich achter hun (vecht)sport,met name achter de lichamelijke kant ervan nog vele perspectieven liggen.Perspectieven die,als men ze

124

belevendigd,wellicht zelfs prestatieverbeterend kunnen werken.Maar ook om te laten zien dat de sport zelf een lichamelijke uiting is van een aantal essentiele levensprincipes en dat aandacht daarvoor wellicht kan leiden tot een vollediger leven.Daarenboven is dit schriftuur ook gericht op geinterresseerde buitenstaanders daar de lessen en depraktijken die hieruit naar voren komen zeer wel toepasbaar zijn in het dagelijkse leven.Eerst maar eens terug naar het allereerste begin.Daar stelde ik dat de mens meer is dan een lichaam.Webezitten een lichaam,we kennen gevoelens ,kunnen beelden maken/verzinnen en kunnen denken.De hier behandelde achtergronden daarbij laten zien dat er aan de lichaamskant een en ander valt te verbeteren.Met name aan de ademhalingskant en het bewust werken met energie(chi/ki).Maar ook dat een richten van het denken en de gevoelens prestatieverbeterend kunnen werken.De mens is een drieslag,is lichaam-gevoelens en denken.Wil men in een (gevechts)situatie optimaal presteren dan moeten alle potenties zo volledig mogelijk wordenuitgebaat.Dus en lichaam en gevoel en geest!Niet alleen in sport maar in feite in alle levenssituatiers.In de hedendaagse judosport is er een te eenzijdige concentratie op het lichaam en zijn de verbanden naarde geest,het beter benutten van de energie(ki),en hetafstemmen(adem,tot rust brengen van de beweeglijke geest)ondergewaardeerd.Budo betitelen als een verzamelnaam voor vechtsportenwekt een verkeerde suggestie.Juister is het om te stellen dan vele vechtsporten zijn voortgekomen uit een budo opvatting.

125

Budo opvattingen zijn ingebet in levensfilosofieen, veelal Oosterse levensfilosofieen, die uiteindelijk de betekenis van dit, thans aanwezige ,leven van minder groot belang vinden dan wij hier in het Westen.Kern daarvan wordt gevormd door de Boeddhistische opvatting van het leven, zoals dat is verwoord in hetbegrip ''Maya'',zinsbegoocheling of schijn.We denken een werkelijk leven te leiden maar dat is maar schijn.In ieder geval is het subjectief,gebonden aan onze waarneming van de werkelijkheid.Het is ''onze'' kijk,gebonden aan tijd en plaats,die bepalend is voor wat we waarnemen. En dat kan anders zijn voor ieder ander.Maar ook dat onze opvattingen van realiteit lang nietzo precies te omschrijven en te begrijpen zijn als weoppervlakkig denkenIn het Oosten worden de opvattingen over realiteit enschijn verder verabsoluteerd in filosofieën over dit ondermaanse.Binnen die filosofieën wordt onderscheid gemaakt tussen;lichaam-energie-bewustzijn.De boodschap die hier wordt gegeven is dat je,wil je iets bereiken ,jeniet alleen lichamelijk moet prepareren,maar ook geestelijk.Dat laatste via je instelling;Wat wil je nu eigenlijk?Natuurlijk trainen,oefenen,je lichaam zodanig trainendat je uithoudingsvermogen hebt,sterk bent,al je technieken beheerst.Maar daarnaast je gedachten ordenen;wat wil je –waarom wil je dat en vervolgens met die instelling een en ander gaan uitvoeren.Daarna rust zien te vinden,energie opwekken,regelmatig ademen.

126

Het allermoeilijkste is om je tevens ‘’over te geven’’.Aan wat?Ïn ieder geval aan dat wat op je afkomt.Wel wellicht aan de grote ordenende krachten rondom ons.De gang van de natuur,het ritme van verandering.Maar wel onverschrokken,zonder twijfel,goed geprepareerd.’’Gaan met die banaan!

In het fysieke kan dit vele vormen aannemen, het hoeft niet perse tot uiting te komen in de weg (do) van de krijgsman(bu), maar kan eigenlijk in alle uitingsvormen verschijnen; van bloemstukken schikken,akkers bewerken, schaken, zwaardvechten, judo, jujitsu, aikido, karate of motoronderhoud.In al die levensuitingen zijn dezelfde algemene wetten werkzaam.In het onderhavige verband is een en ander nader uitgewerkt voor de buschido,de krijgsman.Maar we kunnen hier ook wel een stapje verder gaan.In samenhang met de opvattingen over ''bewust-zijn'' en energie zijn ze uitgewerkt tot zeer verfijnde systemen.Daarbij helpt het ons om via de aangereikte vormen(technieken) een beter inzicht te krijgen in dewerkzame levensprincipes.Omgekeerd verfijnen de levensprincipes de toepassing van de technieken.Het meest indringende is dat het geval rondom de opvattingen over leven en dood(en angst).Wanneer men ontspannen in het leven staat en de betekenis ervan goed kan relativeren, is men beter instaat om zich te weren in vele levenssituaties, dus ook in de vechtsport.Dit relativeren kan men zich prima eigen maken via meditatie en de daarmee verbonden levensfilosofieen.

127

De rust die van daar uit kan worden verkregen heeft een positieve uitwerking op de kompetitie resultaten,maar is ook niet te versmaden voor de kwaliteit van het leven in het algemeen.

Naast meditatie helpen ook Yoga technieken bij het bevorderen van de fysieke gesteldheid.Een deel van die technieken,zoals versterking van de ruggengraat, algemeen het verkrijgen van soepelheid en het opwekken van energie via ademtechnieken hebbenaanrakingsvlakken met de budo sporten.Overigens worden ze vaak verwaarloosd bij de moderne vechtsporten.Mij lijkt daar,zeker ter bevordering van de mentale staat van de sporter nog een wereld te winnen.Er bestaan overigens uitgebreide beschouwingen en series van praktisch toepasbare technieken met betrekking tot energiestromen door het lichaam en hunverbanden naar de fysieke gesteldheid.Een en ander lopend van zeer algemene beïnvloeding tot gerichte verbetering van spijsvertering, lever, milt maar ook het opheffen van spanningen.(katsu technieken)Hetzelfde geldt voor de meditatie.In het Oosten onverbrekelijk verbonden met de actie.Dus niet alleen fysiek in de weer zijn, maar ook geestelijk.Natuurlijk ik herhaal het nog eens,ingebed in een levensfilosofie.De hieruit in het Westen ontwikkelde sporten zijn diebanden veelal geheel vergeten.Er is ook niets tegen om een vechtsport te beoefenenlouter om zich fysiek lekker en gezond te voelen .Door dit met toewijding te doen kan men best ver komen in de beoefening en in de kompetitie.

128

Maar er zijn wijdere perspectieven aanwezig die ons inzicht kunnen verdiepen.Inzicht in de zin en onzin van ons bestaan.

Tot slot;niet alleen door denken,ook door handelen.''In zijn handelen herkent men de ander!''En vergezeld van de juiste afstemming,meditatie wellicht ook zichzelf!

BIJLAGEN

BOEDDHISMEHeel kort door de bocht geformuleerd; Boeddhisten gaan ervan uit dat we in een schijnwereld leven(maya)-onze werkelijkheid is subjectief, de warewerkelijkheid is een en ongedeeld, we moeten leren loslaten.Dat is nogal wat,zeker voor ons westerlingen.Wij leggen een grote nadruk op het ‘’ik’’,de persoon,onze eenmaligheid.Leren loslaten?Van alles wat we zijn?Daar denken de Boeddhisten dus gans anders over.“Hun psychologische inzichten dienen ertoe om ons te helpen een onvoorwaardelijke,intieme relatie met het menselijk bestaan aan te gaan. Die relatie veronderstelt de totale afwezigheid van een egocentrisch perspectief en reikt daarmee ver uit boven wat in de westerse psychotherapie wordt nagestreefd. Het gaat hier om een spirituele relatie zo u wil een religieuze relatie.Al is het boeddhisme in die zin een religie,het is geen godsdienst. Want het hanteert zeer nadrukkelijk geen godsbegrip.Het spreekt niet over God. Boeddhistiche spiritualiteit is dan ook niet gericht

129

op het aangaan of herstellen van een relatie met een transcendente macht of kracht of Schepper-God. Ook neemt het niet aan dat er een hogere macht in de vorm van een God of goden bestaat die ons kan helpen op het spirituele pad. In die zin vormt de visie van het boeddhisme een radicale breuk met het hindoeïsme en staat het ook ver af van de andere wereldgodsdiensten.De boodschap van de Boeddha is juist dat we als mens in staat zijn onze humaniteit te cultiveren.De mens draagt de mogelijkheid tot verlichting in zich. Daarmee ligt het boeddhisme dicht bij ons westerse humanisme,maar wel met dit verschil dat het humanismevooral op de rede(en conceptuele kennis)vertrouwt, terwijl het boeddhisme naast de rede ook beschikt over de discipline van meditatie als middel om onze humaniteit te cultiveren.Daarin ligt de grote bijdrage aan onze cultuur: het boeddhisme laat zien dat er een vorm van spiritualiteit bestaat waarin het niet gaat om (het herstel van)de relatie van de mens tot God, maar om (het herstel van) de relatie tussen mens en wereld….en die relatie wordt een verlichte relatie ,als de mens zich volledig heeft bevrijd van zijn egocentrische perspectief op het bestaan.”(102)Het belangrijkste onderricht van de Boeddha( of bij zijn aardse naam genoemd prins Siddharta Gautama dieleefde van 563-483 voor Christus) is dat van de vier edele waarheden.(103)Deze waarheden zijn:Er is lijden; het menselijk bestaan wordt gekenmerkt doorlijden;we willen wat we niet hebben en hebben wat we niet willen;we zouden de onvergankelijkheid willen bezitten,maar we zitten midden in de vergankelijkheid.Het lijden heeft een oorzaak: het verlangen,de dorst,debegeerte;in de eerste plaats is de begeerte gericht

130

op allerlei plezierige zaken,maar het meest essentiële is de begeerte naar een onvergankelijk leven.Het lijden kan worden weggenomen door de oorzaak weg te nemen; de begeerte opgeven ;dan is er het nirvana,datis het uitgedoofd zijn van de begeerte.De opheffing van de oorzaak van het lijden is mogelijk door de Middenweg te volgen; het achtvoudige pad.Dit achtvoudige pad bestaat uit; juiste zienswijzen, juiste bedoelingen, juist spreken ,juist handelen, juiste wijze van levensonderhoud te voorzien ,juiste inspanning, juiste waakzaamheid en juiste concentratie. Het gaat hierbij dus om wijsheid,ethisch gedrag (vanuit mededogen) en mentale dicipline.In feite behelst het een set van leefregels. Als je je daarin kunt vinden dan handel je in overeenstemming met de bedoeling van het heelal. Maakje nu maar niet al te druk over dat heelal zelf.Het is verhelderend om hier nog eens de strevingen van de Stoïcijnen naast te leggen.;:mensen behoren moreel verantwoord aan hun bestemming gestalte te geven en in dienst van de mensheid naar lotsverbetering voor allen te streven.;sober leven,zelfbeheersing,onaandoenlijkheid,deelnemen aan het maatschappelijk leven(hier dacht het Boeddhisme vaak anders over) en de nadruk leggen op geestelijke groei.En dat alles als persoon: in de daden zal men hem of haar kennen!Het lijkt allemaal zo voor de hand liggend, die principes van het achtvoudige pad,maar o wee als we het in de praktijk willen brengen.Een geheel andere wijze uit het verre oosten,die in onze tijd leefde,

131

Krisnamurti, geeft het zeer aanschouwelijk weer in denavolgende vraag:’Heb je wel eens geprobeerd, zonder morren, zonder terughouding, zonder verzet dat wat jehet meeste genoegen geeft op te geven? Werkelijk afstand doen?Probeer het eens. En als je dat doet zul je zien, hoede menselijke geest uitzonderlijk beweeglijk,levendigen gevoelig wordt, vrij en met niets beladen. Dan krijgt de oude dag een volledig andere betekenis, niet die van iets angstwekkends.(104).Zijn antwoord, oplossing is meestal in termen van wees je nu maar bewust van alle prikkels die op je afkomen en tracht vanuit jezelf te leven.Als je dat doet dan komen de resultaten vanzelf.

Alles wat je het meeste genoegen geeft opgeven?Het is zo eenvoudig geformuleerd,maar hoe nu te handelen in de praktijk?Vertaald naar mezelf zou dat betekenen het opgeven van het verlangen naar een gezond functionerend lichaam,het opgeven van het geven en ontvangen van warmte en liefde. Ophouden met het kritisch denken over alles om me heen, opgeven van mijn zelfstandigheid en vrijheid.Als tegenkanting daarvan het verdragen van pijn,gebrekkigheid, je onbewogen opstellen, geen analyses en verklaringen meer zoeken, hulpbehoevend worden, onvrij zijn.Past bij dit laatste een vrije,door niets beladen geest?Ik ben bang dat die geest geheel gepreoccupeerd wordtdoor de omstandigheden waarin ik dan verkeer.Om me daaruit te tillen lijkt een haast onmenselijke opgave.

132

Een tweede algemeen en centraal staand element(105) in de leer van het boeddhisme is de leer van ‘het niet zelf’.Volgens de derde edele waarheid kan het lijden wordenopgeheven door de begeerte op te geven.Maar de begeerte zit in het zelf.Het zelf zit vast aan wat het begeert en lijdt daardoor. Eigenlijk zijnhet zelf en de begeerte synoniem. Opheffing van de begeerte en van het zelf komt op hetzelfde neer.Dit is direct mogelijk door in te zien dat het zelf eigenlijk niet bestaat.Het is het product van gebrek aan inzicht,een mentale illusoire constructie vanuit elementaire processen, een gevoelsmatige spanning metals centrum iets wat ík’wordt genoemd. Wanneer deze spanning weg is wordt nog wel ik gezegd maar dat verwijst alleen naar een sommatie van lichamelijke enmentale processen.Ook de dingen in de wereld hebben geen zelf eenheid boven het geheel van de elementairedeeltjes en processen.Evenmin als in personen is er in dingen geen substantiële essentie die we zouden kunnen begeren.Dit laatste gaat mij allemaal weer wat te snel.Het ík’’ is voor mij meer dan een mentale constructie, Erbestaat (voor mij) wel degelijk een werkelijk ík’’, een soort samenballing van genetisch verworven eigenschappen,omgevingsinvloeden en persoonlijk willen wat aanwezig is,en handelt.De vraag is of dit ik niet in een groter verband functionneert,of zich daarachter nog niet een andere werkelijkheid bevindt.De derde centrale leerstelling is het ‘principe van het afhankelijk ontstaan’’Aansluitend bij de leer van het niet zelf wordt hier sterk de nadruk gelegd op de relatie tussen de onderdelen van het leven en werkelijkheid.

133

Deze relaties zijn sterk wisselend. Niets is permanent. Alles wat bestaat bevindt zich in een soort stroom,een proces van worden.In dit proces is het ene in zijn bestaan afhankelijk van het andere. Het ene roept het andere op. Er is een universele relatie tussen alle dingen die bestaan.De werkelijkheid is dus een voortdurend doorgaand proces van onderling afhankelijke factoren en dit wordt voorgesteld door ‘het wiel van het worden’’.De belangrijkste relaties in dit ‘wiel’’ zijn die tussen het waarnemen, het verlangen, het willen grijpen, het worden, de geboorte en ouderdom en dood(lijden).Deze stroomgedachte, het proces van worden is weer wel iets waar ik me wel weer zeer verwant mee voelTot zover,in het kort,de kernopvattingen van het Boeddhisme.

Noten

1.Hideo Muramatsu.Budo,grondslagen en achtergronden p.72.idem p.213.idem p.654.T.Deshimaru Zen en de oosterse martiale kunsten p.195.idem p.256.idem p.447.idem p.74

134

8.Muramatsu. p.126-131 en Deshimaru p.70-739.Muramatsu p.1610.Kierkengaard.Angst.p.5011.Heidegger.Zijn en tijd.p.327.12.Muramatsu p.9.13.H.vd Werf Seneca.p.4714.Deshimaru p.9415.idem p.2016.J.W. van der Wetering.Het dagende niets.De Amsterdam de Driehoek17.Howard Reid ea.De Oosterse krijgskunstenHaarlem Rostrum 2003 p.2018.idem,samenvatting van p.61-66.19.idem p.2420.Howard Reid ea.De Oosterse vechtkunsten p.8821.idem p.90.22.Ruim gebruik gemaakt van Tiemersma;Interculturele filosofie.Erasmus Univ. 2001-0223.Lao Tse Tau Teh Tsjing.Deventer 1963 Kluwer.24.P.de Martelaere.Taoisme.De weg om niet te volgen.Amsterdam 2006 Ambo.25.idem p.12426.Lao Tse Tau Teh Tsjing p.98.27.Zie bijvoorbeeld de opvatting van Boethius,die hetgoddelijke in twee niveaus beschrijft nl.Providentia;de volmaakte onveranderlijke harmonie van al het wereldgebeuren…enFatum;het tweede niveau van het goddelijke plan eea in J.Descorte.De waarheidals weg.Kampen 1992.Kok-Agora.28.de Marteleare p.13129.idem p.7.30.idem p.12.31.idem p.24.32.idem p.12.33.idem p.64.34.idem p.62-63.

135

35.Lao Tse p.125.36.J.Kano.Kodokan Judo.Tokyo 1986.p.16.37.idem p.21.38.idem p.20.39.idem p.20.40.idem p.22.41.idem p.23.42.idem p.23.43.T.Otaki en D.Draeger.Judo formal techniques.Tokyo 1983.p.24.44.idem p.25.45.H.Reid ea.p.61.46.idem p.60.47.H.Essink Elseviers Judoboek.Amsterdfam1963.p.21.48.idem p.22.49/50 T.Leeflang Zen in actie.p.55.51.H.Essink p.44.52.M.Blonk en R.de Bijl.Judo principes in Kata.p.11.53.H.Reid ea.Oosterse vechtkunsten p.15.54.K.von Durkheim.Hara.Het dragende midden vam de mens.Deventer.1974.Ank Hermes.55.idem p.98.56.idem p.118.57.idem p.19.58.idem p.180.59 idem p.235.60.A Bancroft.Wegwijzer naar de werkelijkheid.Haarlem1979.de Haan60.A.Watts.Zen-Boeddhisme.Zeist 1963.de Haan p.10862.D.T.Suzuki.Inleiding tot het Zen-Boeddhisme.Deventer.1968 p.39.63.idem p.41.64.idem p.5465.idem p.57.66.idem p.68.67.idem p.87.

136

68.idem p.10569.A.Bancroft p.18-19.70.zie noot 16.71.D.T.Suzuki,E Fromm,R de Martino.Zen Boeddhisme en psychoanalyse.Amsterdam !964 Ditmar p.210.72.vd Wetering p.138.73.Suzuki,Fromm de Martino,p.4774.idemp.32.75.idem p.34.76.idem p.11877.idem p.16878.T.Leeflang Zen in actie.Amsterdam 1975.Arbeiderspers.p.17.79.idem p.29.80/81 Wikepedia 2008 Chi.82.S.R.Yesudian.Sport en Yoga.Deventer 1965.p.9.83.idem p.10.84..idem 12 p.4.85.idem p.22.86.idem p.23.87.Yesudian p.5188.idem p.111.89.idem p.13.90.idem p.63.91.idem p.65.92.idem p.68.93.Deshimaru p.9694.Yesudian p.16.95.A.Fromm en H Soames.Meditation and Jusdo.Judo the genttle way.London 1982.p.98.96.idem p.99.97.D.Tiemersma.Mediteren leren Deel 1.Gouda 2002.Yogacentrum de Ruimte.p.3-4.98.Yoga Sutra.Pantajali p.1099.idem 2.3.100.D.Tiemsersma.Meditatie Deel 2 Gouda 2002 p.13.

137

101.idem102.R Goepper.Het oude China.Houten Bruna 1988 p.202103.D Tiemersma.Interculturele filosofie.Erasmus Univ. 2001-02 p.126-128104.J Krisnamurti.De wereld dat ben jij.Wassenaar 1978.Miranda p.136105.Tiemersma p.127

LiteratuurBagot.B.N. Zen judo a way of life Blandford London 1989Bancroft.A.Wegwijzer naar de werkelijkheid.Haarlem.1979.de Haan.Blonk,M,de Bijl R.Judo de weg naar de zwarte band.Nage no Kata.Elmar Rijswijk 2000Blonk,M de Bijl R.Judo de weg naar de derde dan.Katame no Kata.Elmar Rijswijk 2000Blonk,M de Bijl R.Judoprincipes in Kata.Kime no Kata.Rijswijk 2001Blonk,M de Bijl R.Judoprincipes in Kata.Juno Kata. Rijswijk 2001.Deshimaru,T.Zen en de Oosterse martiale kunsten.De Driehoek,Amsterdam 1987Dunnen den R.Steden en verandering.Staatsuitgeverij Den Haag 1995.

138

Durkheim,K.von,Hara,het dragende midden van de mens.Deventer 1974.Ank Hermes.Essink.H.Elseviers judoboek.Elsevier Amsterdam 1963Fromm A.Soames N.Judo,the gentle way.Routledge London1982Geesink,A.Judo veiligheid door perfectie.Spectrum Utrecht 1977Geesink,A.Judo based on social aspects and biomechanical principles.Kokushikan University.Tokyo 2000Goepper.R.Het oude China.Houten 1988.Bruna.Heidegger,M.Zijn en Tijd.Sun Nijmegen 1998Kano,J Kodokan Judo.Kodansha International.Tokyo 1986Kierkengaard.S.De Angst.Amsterdam 1932.Krisnamurti.J.De wereld dat ben jij.Wassenaar 1978Lao Tse.Tau Teh Tsjing.Deventer 1963 Bruna.Leeflang Th.Zen in actie.Arbeiderspers Amsterdam 1975Martelaere,de P.Taoisme.De weg om niet te volgen.Amsterdam 2006.Ambo.Muramatsu.H.Budo,grondslagen en achtergronden.Tiebosch - Uitgeversmy.bv.Amsterdam 1982Merleau Ponty.M.Fenomenologie van de waarneming.Ambo Amsterdam 1997.Mul de J.Cyberspace Odyssee.Klement Kampen 2003Otaki.T. en Draeger,D.Judo,formal techniques.Tokyo 1983.Reid,Howard.ea.De Oosterse krijgskunsten.Haarlem 2003Rostrum.Schreuder E.Het pellen van de ui.Erasmus Univ.fac Filosofie 2000-01Suzuki.D.T.Inleiding tot het Zen Boeddhisme.Deventer.1968.Kluwer.Suzuki,D.T.,Fromm E. de Martino,R.Zen Boeddhisme en psychoanalyse.Amsterdam 1964.v. Ditmar.

139

Tiemersma.D.Interculturele filosofie.Erasmus Univ.2001-02.Tiemersma,D.Mediteren leren Deel 1 en 2 Gouda 2002Tiemersma,D.Virtualiteit en werkelijkheid van het lichaam.Dokt.College 2002 Erasmus Universiteit.Fac.Filosofie.Tiemersma,D.Tekstboek Het lichaam in de indiase tradities.Dokt.Coll.2003 Erasmus Univ.fac Filosofie.Tiemersma,D.Pranayama Adem en levensfilosofie.Kennen ontplooien loslaten.Advaita Centrum Gouda 2003.Watts.A.W. Zen Boeddhisme.Zeist 1963.de Haan.Van der Wetering.J.W.Het dagende niets.Amsterdam .de Driehoek.Werf,H van de.Seneca.Agora 1999Yesudian S.R.en Haich E.Sport en Yoga.(Hatha Yoga)Kluwer Deventer 1965

140