columnist nr 11

8
1 D E C O L U M N I S T N U M M E R 1 - M E I 1 9 9 8 De Columnist 5 e jaargang, nummer 11 - najaar 2002 verschijnt vier maal per jaar Officieel orgaan van Columni - Vereniging van Alumni CIW/Communicatiekunde Rijksuniversiteit Groningen Masterclass door Titus Ensink op 24 september 2002 Pretesten: een fase in tekstontwerp Iedereen onderkent het belang van het voorleggen van concepten van teksten en brochures aan een onafhankelijk panel. Toch gebeurt het in de dagelijkse praktijk van de zestien aanwezigen bij de Masterclass Pretesten nauwelijks. Alumni CDV, Communicatiekunde en CIW, tegenwoordig werkzaam bij onder meer Rijkswaterstaat, communicatie-adviesbureaus en ICT-bedrijven: ‘Het is gewoon te duur’, ‘ik twijfel altijd weer aan de betrouwbaarheid van de uitkomst’, … Het lijkt erop dat we onze publicaties dolgraag laten pretesten maar het toch niet doen. Is dat erg? Titus Ensink kennen we allemaal nog van de colleges Tekstwetenschap, en sommigen van ons kent hij zelf ook nog. Ensink gaat niet zonder meer mee in de neiging alles te laten pre- testen: ‘Maak altijd eerst de afweging óf er wel gepretest moet worden. En als dat regelmatig zo is, kijk dan of je altijd wel een bureau nodig hebt dat het voor je uitvoert’. Dit vereist natuur- lijk enige academische uitleg, waar- aan we na (meestal) enkele jaren van praktijkervaring ons hart weer even kunnen ophalen! We beginnen natuur- lijk met de literatuurlijst. Zelf pretesten ‘Het lezen van de boeken over tekst- evaluatie is tamelijk saai, maar wel veelzeggend als je echt iets over pretesten wilt weten’, vertelt Ensink over methodische werken als ‘Met het oog op de lezer’ van Schellens en Verhoeven (1995). En we hoeven niet perse zoals de mensen van Postbus 51 al onze publicaties geschikt te maken voor het totale nationale publiek. Sterker, we schijnen het pretesten voor een gedeelte best zelf te kunnen doen. Dit kan enerzijds door het lezen van de genoemde soort boeken, Inhoud Columni-plannen voor 2003 2 Wat doen zij nou? 3 Masterclass: Wim Vuijk 4 Wat doe jij nou? 5 Nieuwe bestuursleden 6 Schreivenderweis 7 Verenigingsnieuws 8 anderzijds door het zelf inrichten van een klein testpanel. Het belangrijkste is dat we ons realise- ren wat we precies willen testen, en hiermee de onderzoeksvraag vernau- wen. Hiermee voorkom je dat er een discussie ontstaat over of de tekst ‘leuk’ is of niet. We bepalen voor een gedegen test allereerst wat de functie is van een bepaalde tekst. Pander Maat (1994) onderscheidt informatieve, in- structieve, persuasieve, motiverende en affectieve teksten. Elk soort tekst heeft een ander doel, en een bijbe- horend criterium om te beoordelen of een tekst datgene realiseert wat was beoogd voor de doelgroep. Uit een in- structieve tekst volgt bijvoorbeeld ide- aliter de kennis bij de lezer over hoe hij een bepaalde handeling moet uit- voeren. Hier kun je allereerst beter ‘naartoe’ leren schrijven door eens boeken over tekstanalyse ter hand te nemen. Pander Maat & Renkema heb- ben deze gang van zaken zelf nog eens onderzocht en bewezen dat een tekst- analytische gereviseerde versie beter geëvalueerd wordt. lees verder op pagina 2 Foto: Kees van der Mark

Upload: alumnivereniging-columni

Post on 30-Mar-2016

215 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Het verslag van de afgelopen ALV van Columni is te raadplegen op de website www.columni.org.

TRANSCRIPT

1

D E C O L U M N I S TN U M M E R 1 - M E I 1 9 9 8

De Columnist5e jaargang, nummer 11 - najaar 2002 verschijnt vier maal per jaar

Officieel orgaan van Columni - Vereniging van Alumni CIW/Communicatiekunde Rijksuniversiteit Groningen

Masterclass door Titus Ensink op 24 september 2002

Pretesten: een fase in tekstontwerpIedereen onderkent het belang van het voorleggen van concepten van teksten en brochures aan een onafhankelijk panel. Toch gebeurt het in dedagelijkse praktijk van de zestien aanwezigen bij de Masterclass Pretestennauwelijks. Alumni CDV, Communicatiekunde en CIW, tegenwoordigwerkzaam bij onder meer Rijkswaterstaat, communicatie-adviesbureaus en ICT-bedrijven: ‘Het is gewoon te duur’, ‘ik twijfel altijd weer aan debetrouwbaarheid van de uitkomst’, … Het lijkt erop dat we onze publicatiesdolgraag laten pretesten maar het toch niet doen. Is dat erg?

Titus Ensink kennen we allemaal nogvan de colleges Tekstwetenschap, ensommigen van ons kent hij zelf ooknog. Ensink gaat niet zonder meermee in de neiging alles te laten pre-testen: ‘Maak altijd eerst de afwegingóf er wel gepretest moet worden. Enals dat regelmatig zo is, kijk dan of jealtijd wel een bureau nodig hebt dathet voor je uitvoert’. Dit vereist natuur-lijk enige academische uitleg, waar-aan we na (meestal) enkele jaren vanpraktijkervaring ons hart weer evenkunnen ophalen! We beginnen natuur-lijk met de literatuurlijst.

Zelf pretesten‘Het lezen van de boeken over tekst-evaluatie is tamelijk saai, maar welveelzeggend als je echt iets overpretesten wilt weten’, vertelt Ensinkover methodische werken als ‘Met hetoog op de lezer’ van Schellens enVerhoeven (1995). En we hoeven nietperse zoals de mensen van Postbus 51al onze publicaties geschikt te makenvoor het totale nationale publiek.Sterker, we schijnen het pretestenvoor een gedeelte best zelf te kunnendoen. Dit kan enerzijds door het lezenvan de genoemde soort boeken,

InhoudColumni-plannen voor 2003 2

Wat doen zij nou? 3

Masterclass: Wim Vuijk 4

Wat doe jij nou? 5

Nieuwe bestuursleden 6

Schreivenderweis 7

Verenigingsnieuws 8

anderzijds door het zelf inrichten vaneen klein testpanel.Het belangrijkste is dat we ons realise-ren wat we precies willen testen, enhiermee de onderzoeksvraag vernau-wen. Hiermee voorkom je dat er eendiscussie ontstaat over of de tekst‘leuk’ is of niet. We bepalen voor eengedegen test allereerst wat de functieis van een bepaalde tekst. Pander Maat(1994) onderscheidt informatieve, in-structieve, persuasieve, motiverendeen affectieve teksten. Elk soort tekstheeft een ander doel, en een bijbe-horend criterium om te beoordelen ofeen tekst datgene realiseert wat wasbeoogd voor de doelgroep. Uit een in-structieve tekst volgt bijvoorbeeld ide-aliter de kennis bij de lezer over hoehij een bepaalde handeling moet uit-voeren. Hier kun je allereerst beter‘naartoe’ leren schrijven door eensboeken over tekstanalyse ter hand tenemen. Pander Maat & Renkema heb-ben deze gang van zaken zelf nog eensonderzocht en bewezen dat een tekst-analytische gereviseerde versie betergeëvalueerd wordt.

lees verder op pagina 2Foto

: Kee

s va

n d

er M

ark

2

D E C O L U M N I S T N U M M E R 1 1 - N A J A A R 2 0 0 2

Collega’sJe kunt ook zelf een testpanel inrich-ten, desnoods bestaand uit collega’s.Een goede pretest hoeft beslist nietnoodzakelijkerwijs een enorm aantalonderzoekspersonen te tellen. Vijf we-ten meer dan één! Dat geldt zelfs voorde meest doorgewinterde tekstschrij-vers: ‘Zelfs de professionals lijkenmeestal toch voor zichzelf te schrijvenen zijn niet perse goed in het voor-spellen van het effect van hun tekst.Ook zij worden beter in het overbren-gen van de functionele intentie als zeeen aantal keren feedback van eenpanel verwerkt hebben’, zegt Ensink.‘Niemand is alwetend, dus principieelgezien doe je er altijd beter aan tek-stuele ontwerpen ook aan anderenvoor te leggen. Zo kun je proberen be-ter greep te krijgen op de mogelijkeperceptie van diverse lezers’. Uit hetpubliek wordt dit beaamd, al komthet er in de praktijk vaak op neer dater nog een paar collega’s naar eentekst kijken en er commentaar opgeven als het eigenlijk al helemaal ‘af’is, een soort post-test… De ervaring isdat er uit zulke opmerkingen soms

onverwacht waardevolle aanvullingenkomen, en dat het eigenlijk veel han-diger is deze structureel te verzame-len wanneer ze daadwerkelijk nog ver-werkt kunnen worden in het concept.

Fase in tekstontwerp‘Het is hoe dan ook belangrijk’, zegtEnsink, ‘dat je je realiseert dat pre-testen een onderdeel is van tekstont-werp. Het product van de fase schrij-ven is altijd een concepttekst. De vol-

gende fase bestaat uit de evaluatie enrevisie, waarvan het product de bijge-stelde tekst is. Die is altijd beterafgestemd op de beoogde functie ende doelgroep.’De concrete testmethoden kennen wevan naam nog wel uit onze studietijd.De cloze-test (woorden weglaten enlezer laten invullen), de hardop lezen-techniek en het groepsgesprek zijneen paar van de mogelijkheden omdoor middel van een panel achter deknelpuntjes van een tekst te komen.We leren wel dat de verbetering vaneen tekst zich niet echt in getallenlaat uitdrukken. Dan nog zal de ver-betering van beoogde effect in de ordevan grootte van een paar procentenbevinden, en geen tientallen. In demeeste gevallen, althans. Ter illustra-tie van extreme verbetermogelijkhe-den laat hij een jaarverslag uit 1987zien, dat inderdaad dramatisch verbe-terd had kunnen worden met watfeedback.

Pieke Hoekstra

Pieke is Manager interactieve marketing bij RVS Verzekeringen.

Een vooruitblik op Columni in 2003

Wat staat er op de agenda?Het was stil, die sombere en kille zaterdagmiddag van 12 oktober 2002.Het zaaltje dat ze hadden afgehuurd voor hun AlgemeneLedenvergadering (ALV) was leeg. Vijf minuten voor de vergadering vanstart zou gaan, druppelden nog wat Columni-leden binnen. Verbazingop het gezicht van het nieuwe bestuurslid dat speciaal voor deze gelegenheid uit de Randstad naar Groningen was afgereisd. Gelatenheid op de gezichten van zij die al wat langer meegingen in hetbestuur. Een ALV trekt nou eenmaal weinig publiek. Ook al heeft hetbestuur leuke plannen om in het vooruitzicht te stellen.

Het verenigingsjaar 2001/2002 was eenjaar waarin het Columni-bestuur veelactiviteiten op de rails heeft gezet. Ver-schillende activiteiten worden naar ver-wachting concreet in het komendeverenigingsjaar. Het bestuur wil de le-den wat vaker ontmoeten en spreekt dewens uit om een alumni-vereniging teworden die bestaat uit betrokken enenthousiaste leden. De activiteiten ende middelen die het bestuur daarbijkiest zijn vooral gericht op het verstevi-gen van de band met de huidige leden.Nieuwe leden werven heeft iets minder

prioriteit. Beter een klein maar boeiend,interessant en nuttig netwerk dan eengrote, ongeïnteresseerde groep leden.

Behoeften ledenBij het opzetten van activiteiten houdthet bestuur rekening met een aantalbehoeften die vanuit de vereniging zijngehoord: het up-to-date houden van jevakkennis, het op de hoogte blijven vanwaar oud-medestudenten nu werken,het onderhouden van een netwerk, enhet onderhouden van de band metGroningen en met de opleiding. In de

ALV is onder meer besloten om metmeer regelmaat – desnoods kleinere –activiteiten te organiseren, zodat deleden ook werkelijk andere leden lerenkennen. Daarbij speelt communicatievia de – dit jaar overigens compleet ver-nieuwde – website een rol.

ConcreetEen paar hele concrete acties die hetbestuur voor dit jaar heeft gepland, zijn:de organisatie van een drietal bedrijfs-bezoeken, de organisatie van een nieu-we reeks Masterclasses, het vernieuwenvan de digitale almanak, het uitroepenvan een Scriptieprijs voor huidige stu-denten en een voorlichtingsactiviteitgericht op studenten (in samenwerkingmet de SVOB en het LAC) over waar jezoal kunt werken. Verder werkt hetbestuur ideeën uit voor de organisatievan een seminar over onder meer ar-beidsmarktcommunicatie.

Meer weten?Het verslag van de afgelopen ALV vanColumni is te raadplegen op de websitewww.columni.org.

Foto

: Kee

s va

n d

er M

ark

3

D E C O L U M N I S TN U M M E R 1 1 - N A J A A R 2 0 0 2

Wat doen zij nou?

Nadat Maartje Smit in 2001 af-studeerde in Communicatie enInformatie Wetenschappen,besloot ze haar kennis uit tebreiden en aan te vullen metde studie Sociologie. Daar-naast geeft ze momenteel hetBasiscollege CIW aan eerste-jaarsstudenten CIW en zal zebinnenkort prof. dr. Kees deGlopper assisteren bij onder-zoek naar de effecten van ICT-gestuurde schrijfinstructiesbinnen het vakgebied Maatschappij-en Gedragswetenschappen. Eveneenssamen het de heer De Glopper gaat zebovendien het college Tekstanalyse enTekstverbetering geven. Maartje heefteen heldere visie op het communica-tievak ontwikkeld en is geïnteresseerdin de synergie tussen woorden enbeelden.

Aandacht voor woord en beeldIn het basiscollege CIW spelen vooralcases een centrale rol. Een belangrijkleerdoel in dit college is het dusdanigformuleren van een eenduidige vraag-stelling en een onderzoeksmethodedat objectiviteit gewaarborgd is.Maartje noemt als voorbeeld eengemeentelijke voorlichtingsfolderover de ombudsvrouw, waarin geletwordt op tekstuele analyse, structuur-aanduiders en verwachtingen van depotentiële lezer. Opvallend in de be-oordeling van de onderzoeksverslagenis volgens Maartje dat studenten vaakmoeite hebben met focussen op éénonderzoeksaspect. Maartje consta-teert dat ‘de nadruk binnen de Lette-renfaculteit helaas sterk op de verbalecommunicatie ligt. Ik vind het jam-mer dat er weinig aandacht is voor dewisselwerking tussen woord en beeld’.In haar eigen scriptie heeft Maartjetegen de gevestigde opinie in aan dehand van filmanalyses en recensiesgetracht aan te tonen hoe de bood-schap over de sociale werkelijkheid inNederlands Indië in het boek ‘Oeroeg’van Hella Haase is vormgegeven. ‘Er isveel discussie geweest over de vraag of

een dergelijk onderzoek wel vol-doende samenhang vertoonde methet vak communicatie. Ik ben vanmening dat een producent en/of eenauteur altijd, bewust of onbewust, eenboodschap overbrengt. Onder elkemontage zit een persoonlijke handte-kening. Ik vind het interessant om teonderzoeken hoe woord en beeld opelkaar inspelen. Achter elk verhaal ziteen wens. Onderzoekscolleges zijn bijuitstek geschikt om achterliggendecommunicatieboodschappen in woordén beeld te analyseren.’

Wat verbindt Communicatieen Sociologie?Op de vraag welke verband Maartjeziet tussen de disciplines Communi-catie en Sociologie, antwoordt ze dat‘communicatie vaak wordt gezien alsdé oplossing voor tekortkomingen inde maatschappij’. Volgens Maartje isoverheidsvoorlichting niet meer hetenige instrument om mensen bijvoor-beeld op een gebrek aan sociale con-trole of drankgebruik achter het stuuraan te spreken. Als gevolg van sociaal-economische ontwikkelingen zietMaartje een duidelijke samenhangontstaan tussen verschillende weten-schappelijke disciplines. ‘Mijn studieSociologie verruimt de blik en doetme beseffen dat Communicatie slechtseen onderdeel is in de richting vanhet zoeken naar oplossingen voormaatschappelijke problemen.’

Invloed van buiten Hoeveel invloed hebben exter-ne factoren op de invulling vanhet onderwijs? Maartje: ‘Die in-vloed is er. Ook binnen de vak-groep Taal & Communicatie issprake van een vakinhoude-lijke verschuiving ten opzichtevan een aantal jaren geleden.Terwijl toen informatie- en com-municatietechnologie allesbe-palend was, verschuift het per-spectief nu naar andere maat-

schappelijke zaken. Bijvoorbeeld dediscussie over normen en waarden.’ Binnen de vakgroep Taal & Communi-catie is er volgens Maartje veel vrij-heid voor studenten om de klooftussen wetenschap en praktijk tedichten. Als voorbeeld noemt ze eencasestudy over de politie, waarin decommunicatie met allochtone bevol-kingsgroepen is onderzocht. In ditkader noemt Maartje ook de in haarogen positieve ontwikkeling van deEuropese richtlijnen voor omvormingvan de studie naar de BaMa-structuur(Bachelor Master).

IJsberg‘Bij de vakgroep Sociologie is de bliknaar buiten in inhoudelijk opzichtoverigens automatisch aanwezig’, ver-volgt ze. ‘Zinloos geweld is bijvoor-beeld onderwerp van gesprek tijdenscolleges. Communicatie en anderevakgroepen lijken de actualiteit min-der snel te volgen. De druk vanuit deoverheid om een studie in vier jaartijd af te ronden, speelt daarin ookeen rol. De vakinhoudelijke gedreven-heid en het verwezenlijken van idea-len kunnen in vier jaar tijd niet totvolledige ontwikkeling komen. In vierjaar tijd ontdek je dat je maar hettopje van de ijsberg hebt gezien.’ Opde vraag wat ze over vijf jaar doet,antwoordt Maartje dat ze hopelijk isgepromoveerd op een vraagstellingdie sociologische en communicatieveaspecten op het snijvlak tussen onder-wijs en de markt/maatschappij omvat.

Ineke Woldringh

Dit is het eerste deel in een serie over docenten aan de opleiding CIW.

Maartje Smit

4

D E C O L U M N I S T N U M M E R 1 1 - N A J A A R 2 0 0 2

Masterclass Wim Vuijk

De onderzoeksmethoden van een adviseurOp dinsdagavond 26 november vond de derde door Columni georganiseerde masterclass plaats. Onderwerp van deze masterclass was het onderzoek dat Wim Vuijk heeft gedaan bij een groot communicatie-adviesbureau in Nederland (het onderzoek is vertrouwelijk gedaan, vandaardat de naam van het bureau niet is genoemd). Centraal stond de vraag: van welke kennis en onderzoeksmethoden maken communicatie-adviseursvan dit bureau gebruik bij het beschrijven en analyseren van een organisatie?

waarin de opdrachtgever zich bevindt,wat uiteindelijk leidt tot strategischadvies. De adviseurs binnen het be-treffende bureau houden zich niet ofnauwelijks bezig met de implemen-tatie van gegeven adviezen. Een – voormij – prikkelende constatering, aange-zien dit bij het bureau waar ik werkniet aan de orde is. De senior-advi-seurs hier houden zich op papier ookvoornamelijk met strategie bezig,maar de praktijk wijst vaak uit datook zij zich met beleid en uitvoeringbemoeien. Uiteraard zijn er bureausdie zich gespecialiseerd hebben in eenbepaalde manier van adviseren, in ditgeval strategisch advies. En dat maak-te de lezing nu ook zo interessant: hoegaan andere bureaus te werk en ver-schilt hun werkwijze nu zo veel vandie van andere bureaus?

OnderzoeksvormenWat verder opviel in het onderzoekvan Wim Vuijk was dat de verschil-lende onderzoeksvormen (document-onderzoek, observatie, interviews, en-quête, analyse empirisch materiaal)die de betreffende communicatie-adviseurs toepassen om de organisatieen communicatie te beoordelen,uiteenliepen. Bij het onderzoek van decommunicatie blijken ze geen ge-bruik te maken van documentonder-zoek, terwijl ze bij onderzoek op orga-nisatieniveau nauwelijks observeren.Dat zijn opvallende constateringen.Stel nu dat een bedrijf bij jouw bureauaanklopt met de concrete vraag of jijhet bedrijf wilt ondersteunen bij eengrootscheepse reorganisatie? Eén vande eerste dingen die ik dan zou doen,is de organisatie doorlichten op struc-tuur en cultuur door zowel met men-sen intern te praten en te observeren,als de documenten die er zijn kritischdoor te nemen. Op die manier krijg jevolgens mij een volledig beeld van eenorganisatie en kun je ook beter advise-ren.

Breder perspectiefMijn constateringen zijn uiteraardgebaseerd op mijn eigen ervaring ende werkwijze van ons bureau. Uiter-aard kan deze visie verschillen en datis maar goed ook. Een masterclasszoals deze biedt weer een breder per-spectief. Niet alleen door het onder-zoek van Wim, maar ook door demensen die aanwezig waren en deervaring en werkwijze die zij hebben.Ik ben dan ook benieuwd naar eeneventueel vervolg – zowel waar hetgaat om een vervolgonderzoek als eenvervolg op de masterclass.

Nynke Stoffers

Nynke is junior-consultant bij Paul Kok Consultants.

Wim ging voor zijn onderzoek uit vande volgende achtergrondinformatiedie adviseurs gebruiken bij het op-stellen van een advies op het gebiedvan interne communicatie: • Kennis over de situatie van de

opdrachtgever (doel advies, wat wil de opdrachtgever bereiken?).

• Kennis over de situatie waarin de opdrachtgever (organisatie) zich bevindt.

• Kennis van de theorie op het gebied van organisatie en interne communicatie.

StrategischHet onderzoek van Wim Vuijk weesuit dat het bureau waar hij zijn onder-zoek uitvoerde, zich voornamelijkricht op het vergaren van kennis overhet doel van het advies en de situatie

Foto

: Kee

s va

n d

er M

ark

5

D E C O L U M N I S TN U M M E R 1 1 - N A J A A R 2 0 0 2

Wat doe jij nou?

ingestapt op juniorniveau, watinhoudt dat hij in accountteamsvooral ondersteuning biedt aan de(senior) consultants.

OpdrachtgeversInmiddels heeft Kasper ruim een halfjaar ervaring bij zijn eerste werk-gever. Aan de hand van drie opdracht-gevers geeft hij een indruk van zijnwerkzaamheden tot nu toe. Als spon-sor van de Floriade 2002 heeft vD&Leen belangrijke bijdrage geleverd aande communicatie rondom het evene-ment. Op ad-hoc-basis is Kasper metenkele collega’s bezig geweest omevenementen onder de aandacht vanpubliek en media te brengen.Daartoe schreven ze onder andereartikelen, die ze kant-en-klaar aan-boden aan alle landelijke huis-aan-huisbladen. Ook het wekelijks na-bellen van RTV-media was een van deactiviteiten. Eén van de seniors isnauw betrokken geweest bij de voor-bereiding van verschillende perscon-ferenties. Een andere opdrachtgeveris de stichting Vlakglas RecyclingNederland, waarvoor vD&L zowel detotstandkoming van de website als deproductie van foldermateriaal heeftgecoördineerd. Doelstelling was omhet nieuwe, milieuvriendelijke afval-initiatief onder de aandacht te brengen bij de betrokken doel-groepen. In de komende maandenwordt een redactieformule voor de

nieuwsbrief van VRN ontwikkeld.Kasper vertelt: ‘Een derde klant, voorwie ik werk, is de Gemeente Gouda.Samen met een collega heb ik intwee weken tijd de volledige produc-tie van een nieuwsbrief verzorgd.Doel was om de bewoners van tweeachterstandswijken te informerenover wijkontwikkelingsplannen.Inmiddels zijn we ook bezig om eenplan uit te werken voor de inrichtingvan wijkinformatiepunten in de betreffende wijken. Voor een uit-gebreidere indruk van mijn werk-gever verwijs ik graag naarwww.vdlpr.com.’

De lakens uitdelen‘Het leuke aan het werk vind ik devariatie: veel verschillende opdracht-gevers. Maar het is minder leuk alswij in een te laat stadium wordeningeschakeld door een opdracht-gever; ik krijg dan soms de indrukdat we aan het puinruimen zijn’,aldus Kasper. Voor de toekomst wilKasper in ieder geval eerst enkelejaren veel leren en hard werken bijVan Dantzig & Lichtenveldt, hoewelhij ‘natuurlijk nooit weet welkemogelijkheden zich voordoen’.Kasper: ‘Concrete wensen en doelenheb ik niet, hoewel ik er wel naarstreef om ooit zelf de lakens te kun-nen uitdelen!’

Kim Elants

NaamKasper Vos

Afgestudeerdaugustus 2001

StudierichtingCommunicatiekunde, afstudeer-richting Externe Communicatie(afstudeeronderwerp: huisstijl)

WerkJunior Consultant bij VanDantzig & Lichtenveldt teRotterdam

Lid/abonnee vanwerkgever heeft breed scala aanvakbladen

Vervolgcursussencursus PR-medewerker B (in 2003)

Hemelsbreed op 25 meter van deMaas en op een steenworpafstandvan de Van Brienenoordbrug oefentKasper het communicatievak uit alsjunior consultant bij het in de top 10in Nederland genoteerde communi-catieadviesbureau Van Dantzig &Lichtenveldt. ‘Een mooie start vanmijn werkzame leven’, aldus Kasper.‘Nadat ik op 31 augustus 2001 mijnbul in ontvangst had genomen, benik ruim een half jaar op zoek geweestnaar een baan. Ik heb heel wat sollici-tatiebrieven verstuurd en enkele sollicitatieprocedures doorlopen.Uiteindelijk werd ik door mijn toen-malig stagegever – Ton Dohle PR teMeppel – geattendeerd op een vaca-ture bij Van Dantzig & Lichtenveldt.Na drie uitgebreide sollicitatie-gesprekken ben ik aangenomen.Achteraf ben ik blij dat ik niet bijeerdere sollicitaties ben aange-nomen. Mijn huidige werk ligtnadrukkelijk in het verlengde vanmijn studie, hoewel ik bij aanvangwel veel praktische kennis miste.’ Van Dantzig & Lichtenveldt kent consultants op drie niveaus.Vanzelfsprekend is Kasper als starter

6

D E C O L U M N I S T N U M M E R 1 1 - N A J A A R 2 0 0 2

Een Friezin in het HaagseElsbeth: ‘Mensen vragen mij wel eens “wat doet een Friesevrouw nu in Den Haag?”. Een avontuur? Een sprong inhet diepe? Een vergissing? Nee, eigenlijk was het eenweloverwogen keuze. Net zo’n weloverwogen keuze washet om in Groningen aan de Rijksuniversiteit te gaanstuderen. Wát ik wilde studeren wist ik niet. Maar na eenopen dag werd het me duidelijk. Communicatiekundezou het worden. Zowel Groningen als de studie Communicatiekundebleken achteraf een goede keus. In het tweede jaar vanmijn studie ben ik betrokken geweest bij de oprichtingvan de studentenvereniging Unitas en ik ben actief lidgeweest tot en met 2000, het jaar van mijn afstuderen. In dat laatste jaar heb ik stage gelopen bij communicatie-adviesbureau Vogel & Mulder, waar Peggy Limburg,voorzitter van Columni, mijn stagebegeleidster werd. Het begin van een langere samenwerking was geboren.Het beviel zo goed bij Vogel & Mulder dat ik er na mijnstage junior-communicatieadviseur werd. Vorig jaarbegon mijn hang naar avontuur weer te kriebelen enmaakten mijn vriend en ik de stap naar Den Haag. Ik lietme overplaatsen naar de vestiging die ons bureau inmiddels in Amsterdam was gestart en begon enthousiast. De uitdaging iets op te bouwen in hetWesterse filiaal van een Gronings adviesbureau vielechter tegen en ik begon om me heen te kijken naar eennieuwe uitdaging. Dat het tegelijkertijd slecht ging metVogel & Mulder motiveerde me in mijn plannen. Het bureau ging in juli van dit jaar failliet. Gelukkig hadik rond die tijd mijn plek bij de provincie Zuid-Hollandgevonden, waar ik in september kon beginnen alspersvoorlichter. Daar ontmoette ik Krista, ook een oud-studente uit Groningen. Een nieuwe samenwerkingwas geboren, zowel op de werkvloer als bij Columni. Ik heb zin in het komende bestuursjaar!’

Nieuwe bestuursledenColumni stellen zich voor

Krista van der Lugt en Elsbeth Sonnega Jzijn beiden persvoorlichter bij provincie Zuid-Holland en sinds kort ook bestuurslid van Columni.

Er gaat niets boven...Groningen? Utrecht? Amsterdam? Den Haag?

Krista: ‘Groningen was een heerlijke stad om in te studeren. Een stad waar elke student eigenlijk van

droomt. En wat wil je dan nog meer als je na je studiekunt blijven werken in Groningen aan je eigen faculteit…?

Dat dacht ik ook en zo ben ik na mijn studie begonnenals Beleidsmedewerker Voorlichting en PR aan de

Letterenfaculteit. Leuk en leerzaam, maar toch bleef hetkriebelen: tijd voor een nieuwe baan in een nieuwe

omgeving!’

Amsterdam: stad met onbegrensde mogelijkheden…?

‘Van Groningen ben ik verhuisd naar Utrecht, om elkedag naar Amsterdam te reizen. Als communicatiemanager

ben ik aan de slag gegaan bij Motivaction, een markt-onderzoeksbureau voor communicatieonderzoek. Hetteam waar ik in werkte was verantwoordelijk voor het

opzetten van een nieuwe poot binnen het bedrijf, gerichtop internetonderzoek. Erg spannend, en hiermee bedoel

ik niet alleen de baan maar eigenlijk ook de ‘ups endowns’ van het bedrijfsleven. Na een fusie kwam het

bedrijf in moeilijkheden. Dit betekende voor mij dat hetproject werd stilgelegd en ik aan een nieuwe uitdaging in

het bedrijf begon. Projectleider binnen een team gerichtop het uitvoeren van imago- en klanttevredenheids-

onderzoek. Na dit een aantal maanden gedaan te hebbenstond mijn besluit vast. Hier was ik eigenlijk niet voor

naar Amsterdam gekomen; ik wilde in een breder zin metcommunicatie bezig zijn.’

Den Haag; stad van…?‘Mijn treinroute veranderde van Utrecht naar Den Haag,

waar ik sinds april 2002 als persvoorlichter werk bij deprovincie Zuid-Holland. Een baan waarbij iedere dag

onvoorspelbaar is aangezien nieuws met de minuut kanveranderen. Even wennen was het wel. Niet voor mij

‘natuurlijk’, maar voor mijn collega’s afkomstig uit deprovincie Zuid-Holland waarvoor Groningen bijna in het

buitenland ligt.’

‘Er gaat niets boven… Ja, ik denk dat ik het voorlopigmaar hou op Columni! Wat mij betreft maken we

er een gevarieerd jaar van met vele activiteiten door het hele land!’

Krista (links) en Elsbeth

een antwoordkaart toegevoegd,waarmee je je belangstelling kenbaar kon maken. Je kon ookinvullen dat je geen belangstellinghad, en er was ruimte gereserveerdom dat toe te lichten. Daarinhebben we vriendelijk bedanktvoor de diensten van de ‘proffes-sionele tekstschrijver’. We dachtendat de organisatie zich wel de ogenuit het hoofd zou schamen, en dathet daar verder bij zou blijven.Maar wie schetst mijn verbazing alsik enkele weken later een telefoon-tje krijg van een jongeman, die meteen stevige aardappel in de keelrefereert aan de mailbrief. ‘Tsja, datwas natuurlijk niet zo slim, dathebben we er maar uitgehaald.Helaas is dat voor verzending overhet hoofd gezien. Maar… ik zouhierover graag eens verder met uwillen praten, kunnen we eenafspraak maken?’Laten we zeggen dat de marketing-kwaliteiten van tante Post beterwaren dan die op het gebied vantaal. Overigens is dat gelijk eenthema dat me interesseert; eenprobleem waar iedere alumniCommunicatiekunde ofCommunicatie Documentatie enVoorlichting, en wellicht ook deCommunicatie- en Informatie-wetenschapper, tegen aanloopt;communicatie sec bestaat nietmeer. Als je geluk hebt werk je alsspecialist op een afdeling, maar inveel gevallen moet je van meermarkten thuis zijn, wordt communi-catie niet meer los gezien van mar-keting. Hierbij moeten we met zijnallen goed oppassen dat communi-catie niet wordt gereduceerd tot deP van promotie (marketingcommu-nicatie). Communicatie dus, alsmanier van denken, als een way oflife.Komt jullie dit bekend voor? Ik benerg nieuwsgierig naar de ervaringvan mijn vakgenoten. Graag nodigik jullie dan ook uit om me temailen: [email protected]

Jennifer Moesker

7

D E C O L U M N I S TN U M M E R 1 1 - N A J A A R 2 0 0 2

SchreivenderweisNaar aanleiding van een discussieover wat men nu zoal magverwachten van communicatie-deskundigen, zijdelings ingezet opeen masterclass over pretesten doorTitus Ensink op 24 september jongstleden, is mij gevraagd eenbijdrage te leveren aan deColumnist. Op het gevaar af mezelfongelooflijk in het hemd te zettenwil ik na tien jaar praktijkervaringwel toelichten aan welke bewusteen onbewuste kwaliteiten demaatschappij behoefte lijkt tehebben binnen het werkveld. Als ik mij niet vergis ging het in dediscussie namelijk over een nood-zakelijke randvoorwaarde, namelijkeen uitstekende beheersing van deNederlandse taal. En nu weet ik datik mij regelmatig bezondig aanminstens type- en zoek- en vervangfouten, om niet te sprekenvan constructie- en stijlfouten. En ook mijn normen- en waarden-stelsel op het gebied van inter-punctie komt bij elke wisseling vanwerkgever – en dus van team vancommunicatiedeskundigen vanallerlei pluimage (van zij-instro-mers-Neerlandici tot bijgeschoolddocent of secretaresse) – weer opde kop te staan. Als communicatie-specialist weet je dan natuurlijk datje al in een vroeg stadium eenredactieteam moeten raadplegen,bij voorkeur mensen uit allerleigeledingen van de organisatie die‘iets met tekst’ hebben, dit is dantegelijk een efficiënte manier om al wat draagvlak voor de vorm eninhoud te genereren.Dat neemt niet weg dat je tochtenminste als bodemcompetentie –om maar weer eens met een inonderwijsland actueel begrip tespreken – moet beschikken overeen natuurlijk gevoel voor hetgebruik van d’s en t’s. Hieroverwordt vaak beweerd dat je hetzonder goede lagere school welkunt vergeten, maar ik geloof ernog steeds in, iedereen kan hetleren. Is het niet door middel vaneen standaard leermethode, dan

wel door gedragstherapie. Ik hebjaren samengewerkt met een colle-ga die op een welhaast dyslectischewijze na/naar en of/als door elkaarhaalde, en die van de d’s en de t’sen voltooide deelwoorden al hele-maal niets bakte. Het heeft danook enige jaren – en welhaast middeleeuwse sancties – gekost, tot mijn plezier zie ik deze collegategenwoordig echter als een soortwaakhond aan andermans tekstensnuffelen en ongevraagd commen-taar leveren. Het meest frappantvan mensen die ‘er geen oog voorhebben’ is dat ze zich ook in hetgeheel niet realiseren dat ze eenflater slaan bij de ontvanger vangehandicapte tekst. Ik hoor nogeen andere collega zeggen, als ikhaar er op wijs dat je klanten nuniet echt overtuigt van je aanbodals er zulke knoeperds van foutenin staan: ‘Ja, maar dat zien ze tochniet…’ Oftewel, wat ik niet zie datziet een ander ook niet. Hoe andersis de realiteit.Zo ontving ik eens een mailing vaneen groot, voormalig staatsbedrijfdat vroeger de post bezorgde entegenwoordig in allerlei aanver-wante branches werkzaam is, zoalsbijvoorbeeld direct marketing. Eerstdacht ik dat het om een grapjeging. De brief was geprint in hetCourier-lettertype, met zelfs zesjaar geleden al ouderwetse vorm-geving van zinnen die benadruktworden door middel van onder-streping. De brief las als een soortAlice in wonderland, er werdvooral de indruk gewekt dat directmail als verschijnsel volkomen uitde lucht kwam vallen en dat devoormalig postbezorger hier tochwel heel innovatief bezig was. Stelje voor, één standaardbrief die jemet behulp van – moeilijk woord –databasemarketing gepersonali-seerd naar je klant kon zenden, datwas toch wel baanbrekend. Alsklap op de vuurpijl werd aan-geboden om gebruik te maken vande diensten van een ‘proffessioneletekstschrijver’. Bij de mailing was

8

D E C O L U M N I S T N U M M E R 1 1 - N A J A A R 2 0 0 2

Ledenlijst Columni wordtopgeschoondOnze alumnivereniging telt op ditmoment 114 (betalende) leden. Op deledenlijst staan in totaal echter 181leden. Van deze leden hebben 67(soms gedurende langere tijd) nietbetaald. Ze hebben ook het machti-gingsformulier niet ingevuld dat zeafgelopen jaar toegezonden kregen.Deze leden hebben hun lidmaatschapechter nooit opgezegd. Daarom zijnwe er in eerste instantie vanuit ge-gaan dat zij graag lid wilden blijven(en nog zouden betalen) en hebben wedeze leden steeds voor alle activiteitenuitgenodigd. Bij de uitgave van deColumnist in september 2002 is daarverandering in gekomen. Toen zijn wegestart met het opschonen van onsledenbestand. Een aanzienlijk deelvan de wanbetalers heeft toen meteengeen Columnist meer ontvangen.Om de 67 niet-betalende leden vanColumni niet de dupe te laten wordenvan eventuele fouten in de financiëleadministratie en/of adresgege-vens, worden zij nog eenmaalper brief benaderd met de vraagof ze lid willen blijven.Twijfel jij er ook wel eens aan of jewel betaalt voor je lidmaatschap enof je gegevens up-to-date zijn?Neem dan contact op methet Columni-bestuur [email protected].

Alumnibureau RuG zoekt communicatie-wetenschappers van formaatIn april 2003 vinden verspreid inNederland weer de Voorjaarsdinersvan de RuG plaats. Tijdens het dinerworden door prominente alumni vanuniversiteit lezingen gehouden ofdebatten gevoerd. Alle alumni wordenuitgenodigd om deze diners in eenstad van hun voorkeur bij te wonen.De Voorjaarsdiners van 2002 wareneen groot succes, onder meer dankzijde vaak interessante combinaties vansprekers. Voor 2003 is het Alumni-bureau nog op zoek naar eventuelesprekers uit onze sector. Kennen wijcommunicatiedeskundigen van for-maat die zijn afgestudeerd aan deRuG en een boeiende loopbaan heb-ben (gehad) en/of opvallende resulta-ten hebben geboekt? Stuur je ideeëndoor naar [email protected] Alumnibureau is daarnaast opzoek naar VIP’s Communicatieweten-schappen die een plaats zouden kun-nen krijgen in de portrettengallerijvan de Rijksuniversiteit. Geef je sug-gesties door via bovengenoemd mail-adres.

Stelling nemen op de websiteWe konden natuurlijk niet achterblij-ven: welk medium heeft tegenwoor-

dig geen stelling op de website waar jeals bezoeker eventjes je mening kuntachterlaten? Columni doet het ook,maar het betreft dan wel stellingendie over ons vak gaan. Op de eerstestelling ‘communicatieadviseurs ver-dienen te weinig’ reageerde eenbehoorlijk aantal leden.Ben je nieuwsgierig naar wat je mede-Columni-leden van een vraagstuk vin-den en wil jij wel eens een stellingponeren op www.columni.org? Geefhet door via [email protected] bezoek de website om jouwmening over de andere stellingen tegeven!

Nieuwe leden• Nineke van Lieren,

productmanager Games (software) Davilex

• Astrid Borgman-Heijns, pr-functionaris De Brink

• Maurice van Dijk, afgestudeerd 31 mei 2002

• Monique Abbenbroe, docente Communicatie Hogeschool (HES) Rotterdam

Afgemeld als lid• Juliette Valk (is een eigen praktijk

gestart in massagetherapie en sportmassage in Groningen)

Andere baan & verhuisd• Sonja Wekema:

Cap Gemini Ernst & Young, afdeling Human Performance Consulting, verhuisd naar IJsselstein.

• Sicko van Dijk:werkt nu bij Nuon.

• Claudia Otten:is verhuisd naar Noordwijk (Groningen), is nog steeds consultant bij HSCG.

• Henriëtte Postema:is verhuisd binnen Zwolle. R

edac

tiea

dre

s: V

akg

roep

Taa

l en

Co

mm

un

icat

ie, t

.a.v

. red

acti

e C

olu

mn

ist,

Po

stb

us

716,

970

0 A

S G

ron

ing

en. E

-mai

l: co

lum

ni@

colu

mn

i.org

Inte

rnet

: ww

w.c

olu

mn

i.org

V

orm

gev

ing

: An

net

te v

an K

elck

ho

ven

BN

O, G

ron

ing

en.

Verenigingsnieuws

Columni wenst je een vrolijk 2003!