columnist nr 03

8
1 D E C O L U M N I S T N U M M E R 1 - M E I 1 9 9 8 De Columnist 1 e jaargang, nummer 3 - mei 1999 verschijnt drie maal per jaar Officieel orgaan van Columni - Vereniging van Alumni Communicatiekunde Rijksuniversiteit Groningen De uitdagingen van de Internetdemocratie Een bekend politicus heeft eens tijdens een openingshandeling de computermuis gehanteerd als een afstandsbediening van een TV. Aan sommige mensen valt geen eer meer te behalen, maar voor al die anderen: de ontwikkelingen op het gebied van de Internettechnologie gaan razendsnel. Dat mag door geen enkele Tweede Kamerpoliticus of ander lid van een overheidsbestuur worden genegeerd. boden nog in de kranten, maar op den duur was het geen nieuws meer. Via Internet kon het ministerie zijn infor- matie volledig, ongecensureerd bij de burger brengen. Verbeteren besluitvorming Niet alleen de communicatie met de burger kan worden verbeterd. Ook de dienstverlening kan met de Internet- technologie veel meer op de behoefte van de burger worden afgestemd. Hierbij valt te denken aan de digitale adreswijziging van de gemeente Gro- ningen of aan de gemeente Enkhui- zen, die de mogelijkheid biedt om via Internet verschillende waardepapie- ren aan te vragen. Verkleinen machtskloof Er zijn vele voordelen van het infor- meren en consulteren van burgers via Internet. Het kan het proces van be- sluitvorming versnellen. Door beleids- relevante informatie via Internet aan te bieden, toont de overheid haar be- reidheid om de burger te laten delen in de macht en kan de machtskloof verkleind worden. Een andere mogelijkheid om de af- stand tussen burger en overheid te verkleinen is het voeren van het pub- lieke debat via Internet. Dat kan op verschillende manieren, over verschil- lende onderwerpen, met verschil- lende groepen van deelnemers en op verschillende momenten in de be- sluitvormingsprocedure. Al deze vari- abelen bepalen de wijze van ondersteu- ning van een publiek debat langs elek- tronische weg. Ze bepalen ook het suc- ces ervan. In alle gevallen is een goede voorbereiding en een strakke begelei- ding voorwaarde voor succes. Virtual reality Er lopen diverse experimenten met beleids- en meningsvorming met behulp van Internet. Het is bijvoor- beeld mogelijk om via virtual reality een kijkje te nemen in de nog te bouwen ‘Prinsenhofgarage’ in Delft (www.dsdelft.nl/~infra/parkeergarage /index.html). Burgers kunnen per e- mail reageren op het ontwerp of hun reactie in het gastenboek plaatsen. Het geeft een realistisch beeld van de te bouwen garage. Het onder-steunt daardoor het voorstellingsvermogen van zowel de beslissers als van de burger. Transparant Amsterdam Transparant Amsterdam geeft een blik op de planologische toekomst van de regio Amsterdam (www.transpa- Inhoud Grafisch uitje 2 Bedrijven en ‘nieuw media’ 3 Wat doe jij nou? 4 Het WEB kent geen lezers 6 Werk in uitvoering 7 Verenigingsnieuws 8 Een groot aantal bestuurders in over- heidsland denkt dat Internet vooral voor commerciële doeleinden ge- schikt is. Maar juist de overheid kan profiteren van de nieuwe technolo- gieën. Het inzetten van de Internet- technologie kan de democratie ver- sterken. Het kan worden aangewend om het democratische gehalte van onze samenleving te verhogen en de besluitvorming te verbeteren. ‘Ver van mijn bed-show’ Internet kan worden gebruikt om de communicatie tussen overheid en burger te verbeteren. Dat dat hard nodig is, blijkt uit de opkomstpercen- tages van bijvoorbeeld de provinciale statenverkiezingen. Het openbaar be- stuur is veelal een ‘ver-van-mijn-bed- show’ voor de burgers. Het gebruik van Internet kan een manier zijn om de afstand tussen overheid en burger te verkleinen. Het onlangs openstel- len van een website voor reacties op de Bijlmer-enquête is een poging de ‘nieuwe’ vorm te gebruiken voor ver- betering van de communicatie tussen overheid en burger. Maar ook het plaatsen van de vervoersverboden tij- dens de varkenspest op Internet door het Ministerie van Landbouw, Natuur- beheer en Visserij is een voorbeeld. In het begin verschenen de vervoersver-

Upload: alumnivereniging-columni

Post on 07-Mar-2016

217 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

Officieel orgaan van Columni - Vereniging van Alumni Communicatiekunde Rijksuniversiteit Groningen

TRANSCRIPT

1

D E C O L U M N I S TN U M M E R 1 - M E I 1 9 9 8

De Columnist1e jaargang, nummer 3 - mei 1999 verschijnt drie maal per jaar

Officieel orgaan van Columni - Vereniging van Alumni Communicatiekunde Rijksuniversiteit Groningen

De uitdagingen van de InternetdemocratieEen bekend politicus heeft eens tijdens een openingshandeling de computermuis gehanteerd als een afstandsbediening van een TV. Aan sommige mensen valt geen eer meer te behalen, maar voor al die anderen:de ontwikkelingen op het gebied van de Internettechnologie gaan razendsnel. Dat mag door geen enkele Tweede Kamerpoliticus of ander lidvan een overheidsbestuur worden genegeerd.

boden nog in de kranten, maar op denduur was het geen nieuws meer. ViaInternet kon het ministerie zijn infor-matie volledig, ongecensureerd bij deburger brengen.

Verbeteren besluitvormingNiet alleen de communicatie met deburger kan worden verbeterd. Ook dedienstverlening kan met de Internet-technologie veel meer op de behoeftevan de burger worden afgestemd.Hierbij valt te denken aan de digitaleadreswijziging van de gemeente Gro-ningen of aan de gemeente Enkhui-zen, die de mogelijkheid biedt om viaInternet verschillende waardepapie-ren aan te vragen.

Verkleinen machtskloofEr zijn vele voordelen van het infor-meren en consulteren van burgers viaInternet. Het kan het proces van be-sluitvorming versnellen. Door beleids-relevante informatie via Internet aante bieden, toont de overheid haar be-reidheid om de burger te laten delenin de macht en kan de machtskloofverkleind worden.Een andere mogelijkheid om de af-stand tussen burger en overheid teverkleinen is het voeren van het pub-lieke debat via Internet. Dat kan opverschillende manieren, over verschil-

lende onderwerpen, met verschil-lende groepen van deelnemers en opverschillende momenten in de be-sluitvormingsprocedure. Al deze vari-abelen bepalen de wijze van ondersteu-ning van een publiek debat langs elek-tronische weg. Ze bepalen ook het suc-ces ervan. In alle gevallen is een goedevoorbereiding en een strakke begelei-ding voorwaarde voor succes.

Virtual realityEr lopen diverse experimenten metbeleids- en meningsvorming metbehulp van Internet. Het is bijvoor-beeld mogelijk om via virtual realityeen kijkje te nemen in de nog tebouwen ‘Prinsenhofgarage’ in Delft(www.dsdelft.nl/~infra/parkeergarage/index.html). Burgers kunnen per e-mail reageren op het ontwerp of hunreactie in het gastenboek plaatsen.Het geeft een realistisch beeld van dete bouwen garage. Het onder-steuntdaardoor het voorstellingsvermogenvan zowel de beslissers als van deburger.

Transparant AmsterdamTransparant Amsterdam geeft eenblik op de planologische toekomst vande regio Amsterdam (www.transpa-

InhoudGrafisch uitje 2

Bedrijven en ‘nieuw media’ 3

Wat doe jij nou? 4

Het WEB kent geen lezers 6

Werk in uitvoering 7

Verenigingsnieuws 8

Een groot aantal bestuurders in over-heidsland denkt dat Internet vooralvoor commerciële doeleinden ge-schikt is. Maar juist de overheid kanprofiteren van de nieuwe technolo-gieën. Het inzetten van de Internet-technologie kan de democratie ver-sterken. Het kan worden aangewendom het democratische gehalte vanonze samenleving te verhogen en debesluitvorming te verbeteren.

‘Ver van mijn bed-show’Internet kan worden gebruikt om decommunicatie tussen overheid enburger te verbeteren. Dat dat hardnodig is, blijkt uit de opkomstpercen-tages van bijvoorbeeld de provincialestatenverkiezingen. Het openbaar be-stuur is veelal een ‘ver-van-mijn-bed-show’ voor de burgers. Het gebruikvan Internet kan een manier zijn omde afstand tussen overheid en burgerte verkleinen. Het onlangs openstel-len van een website voor reacties opde Bijlmer-enquête is een poging de‘nieuwe’ vorm te gebruiken voor ver-betering van de communicatie tussenoverheid en burger. Maar ook hetplaatsen van de vervoersverboden tij-dens de varkenspest op Internet doorhet Ministerie van Landbouw, Natuur-beheer en Visserij is een voorbeeld. Inhet begin verschenen de vervoersver-

2

D E C O L U M N I S T N U M M E R 3 - M E I 1 9 9 9

rant.net). Op basis van de geografischekaart van die regio worden gegevensover de stad en de plannen voor destedebouwkundige toekomst van deregio ontsloten. Zo kunnen bijvoor-beeld openbaar vervoer trajecten enbouwplannen voor woon- en bedrijfs-gebieden worden opgevraagd of is hetmogelijk een beeld te krijgen van deregio Amsterdam in 2005 of 2010. Eenaudiovisuele tour geeft een toelicht-ing op de projecten die het aanzichtvan de stad zullen veranderen. Hetexperiment kent een discussie tussendeskundigen en een echte publieks-

groot voordeel van het gebruik van deinformatietechnologie bij het procesvan besluitvorming is dat het minderonderworpen is aan de eisen van fysie-ke aanwezigheid op eenzelfde plaatsen tijd. Wellicht is stemmen viaInternet in 2003 de ultieme oplossingom de opkomst bij de provinciale sta-tenverkiezingen te verhogen? Met devoorwaarde dat er vaker publiekdebat en andere tweezijdige commu-nicatie via Internet plaatsvindt dekomende vier jaar.

Liseth Kruisman

discussie, die inmiddels al isafgerond. Op deze manier wordenkansen geboden aan politieke partijenen individuele bestuurders om zich temengen in het publieke debat.Bovendien kunnen ze in contactkomen c.q. blijven met hun leden ofhun kiezers.

Geen bedreigingNieuwe informatietechnologieën bie-den vele uitdagingen voor politiekebestuurders. Daarom moeten zij dezeniet zozeer zien als bedreiging maarals versterking van de democratie. Een

Foto

: Wie

p H

amst

ra

Leden met inkt aan de slag

Een grafisch uitje in GroningenWat is een degelpers? Hoe maakteen drukker een 'zetsel'? Hoe zieteen oude drukkerij er van binnenuit? Op deze en vele andere vragenkreeg een groep Columni-ledenzaterdag 13 maart antwoord tijdenseen boeiende rondleiding in hetGrafisch Museum in Groningen.

Kijken deden we in dit geval wel metonze handen, want we gingen zelf aande slag. De mouwen opgestroopt, eenvies oud shirt aan en... onze creatievegeesten kwamen boven om zelf eenkunstwerk te vervaardigen.

Prachtig gebouwHet prachtige gebouw is zelf al redengenoeg eens een kijkje binnen demuren te nemen, en we lieten onsgraag langs oude (en werkende)machines leiden. Onze enthousiastegids voerde ons langs kleitabletten,naar zetbanken, de eerste machinesen drukpersen. Het maken van zetselsis een zwaar en moeilijk karwei, datwerd ons al snel duidelijk. Verder kre-gen we een hele goede indruk vanontwikkelingen in de drukkunst. Hetmuseum geeft een prachtig overzichtvan ook de meer moderne techniekenin de grafiek.. en de ouderwetse sten-cilmachine (bekend van de school-krant!) ontbreekt natuurlijk niet.

WerkmantechniekenEen artistieke toepassing van druk-technieken zijn de zogenaamde‘Werkmantechnieken’. De Groningsedrukker Hendrik Nicolaas Werkmanmaakte in het begin van deze eeuw inzijn atelier prenten die hij drukselsnoemde. Ook wij mochten proevenaan deze techniek; boven in het muse-um is een gezellige zolder ingericht

als werkruimte. Met metalen verfrol-len, persen en sjablonen gingen weonder leiding van een kunstenaar aande slag. Afgaand op het enthousiasmevan de Columni-leden (en mijn eigenplezier) kan ik zeggen dat de rondlei-ding en de workshop een geweldigsucces zijn geweest. Het lijkt me zekervoor herhaling vatbaar!

Wiep Hamstra

Columni-leden in de weer met inkt en roller in het Grafisch Museum.

Deze Columnist staat grotendeels in het teken van nieuwe media. Het zal je dan ook niet verbazen dat de column ‘Het instituut’ van

Wim Vuijk deze keer exclusief op het internet is te lezen:www.let.rug.nl/~vuijk/columni/column/inst3.htm

3

D E C O L U M N I S TN U M M E R 3 - M E I 1 9 9 9

Moderne informatie- en communica-tietechnologieën kenmerken zichdoor integratie, interactiviteit en indi-vidualisering van informatiestromen.Zij scheppen daarmee de voorwaar-den voor een op maat gesneden, geïn-tegreerd intern en extern communi-catiebeleid (zie Schultz et al 1994).

De ‘nieuwe media’ zijn met nameinternet en intranet (e-mail, ftp, www,kennisdelingsapplicaties), cd-rom, cd-iof DVD (digital video disc), alsmedeinteractive televisie (waar ik hier nietverder op zal ingaan). Door combi-naties van het World Wide Web (www)en bijvoorbeeld cd-rom kunnen devoordelen van deze media optimaalbenut worden: grote bestanden metrelatief bestendige gegevens kunnenop de cd-rom geplaatst worden metlinks naar het www, waar actuelebestanden met relatief snel veran-derende gegevens opgeroepen kun-nen worden zonder de soms extremewachttijden die het ‘downloaden’ vangrote bestanden van het web met zichmee kan brengen.

Het World Wide WebOp het www kan een bedrijf zich pre-senteren met een eigen website of eensub-site binnen de site van een inter-net-uitgever. Bij de promotie voor zo’nsite kan gedacht worden aan alle tra-ditionele reclamemedia, maar ookaan het web zelf. De site kan aange-meld worden bij zoekmachines en erkunnen op strategische plaatsen ophet web (bijvoorbeeld bij zoekma-chines of bij de homepage van eenkrant, enzovoort) zogenaamde ‘but-tons’ (knoppen) of ‘banners’ (balkenmet logo en/of tekst, soms met uitk-lapmenu’s en dergelijke) geplaatstworden, die uitnodigen naar de web-site door te klikken. Uit onderzoek(bijvoorbeeld Notenbomer & Koomen1998) blijkt dat het ‘doorklik-percen-tage’ voor banners met ongeveer 1%

zeer laag ligt; binnen enkele dagen iseen banner bovendien helemaal aanvervanging/vernieuwing toe. Wel heb-ben buttons/banners ook dan effectals niet doorgeklikt wordt, doordat deinformatie die deze elementen zelfgeven, vaak toch onthouden wordt.Commerciële websites beperken zichvaak tot presentatie van informatieover het bedrijf en haar producten ofdiensten (themacommunicatie). Opdat soort sites is men echter gauw uit-gekeken en de kans dat de klant terug-komt is relatief klein. Er zijn echtersteeds meer sites die ook interactiemet de klant toelaten, waaronder hetbestellen van producten, soms met demogelijkheid om het product (bijvoor-beeld een pc of een mountainbike)naar eigen wens samen te stellen. Dewaarschijnlijk meest interessanteoptie echter is het individualiserenvan de geboden informatie op basisvan voorkeuren en interesses die deklant kan aangeven. De web-boekhan-del www.amazon.com werkt bijvoor-beeld met dergelijke bezoekerprofie-len. Een andere mogelijkheid om eensite aantrekkelijk te maken is hettoevoegen van nuttige of interessanteinformatie, zoals uitgaansinformatie(bijvoorbeeld op de Heinekensite) offilminformatie (bij Grolsch). Gedetail-leerd advies voor internetreclame is tevinden bij Schwartz (1997), die veelpositieve en negatieve praktijkvoor-beelden bespreekt.Om te bepalen of investeren in eenwebsite commercieel interessant is,moeten bij de begroting niet alleen deinitiële kosten maar vooral ook dekosten voor het up-to-date houden vande site meegenomen worden. Voortsmoet men zich realiseren dat het be-reik van het web in Nederland metcirca 700.000 regelmatige internet-gebruikers nog steeds zeer beperkt is.Het gaat wel om een zeer aantrekke-lijke doelgroep van jonge (gemiddeld32 jaar), hogeropgeleide, bovenmo-

Informatie- en communicatietechnologie: bedrijven en ‘nieuwe media’Afgelopen najaar gaf prof.dr. G. Redeker, hoogleraar Communicatiekundeaan de Rijksuniversiteit Groningen, een lezing over bedrijven en nieuwemedia voor het Jong Management Congres van de VNO. Hieronder volgt een weergave van die lezing.

daal verdienenden; waarvan overigensruim 90% man is (Den Boon enNeijens 1998).

E-mailAl vrij lang bekend is het gebruik vane-mail tussen en binnen organisaties.Als medium voor interne communi-catie heeft e-mail het effect de com-municatie informeler en flexibeler temaken. Ook wordt een bredere diffu-sie van informatie bereikt doordat e-mail zonder extra kosten ook aan nietdirect aangesprokenen verstuurd kanworden. Hierdoor kan ‘verschraling’van top-down communicatiestromenen maginalisering van medewerkersin minder centrale lokaties (die vaakminder informele contacten hebben)tegengewerkt worden, wat het bedrijf-sclimaat en de identificatie met de‘corporate identity’ ten goede komt.(Zie ook Van den Hooff 1997, Kraut &Attewell 1997.)Als een ‘asynchroon’ medium vormte-mail minder gauw dan bijv. telefooneen storing van de werkzaamheden.Een hoog e-mail volume veroorzaaktevenwel problemen van ‘e-mail over-load’, doordat e-mails niet altijd inprecies één categorie (en dus één mailfolder) te passen zijn (Whittaker &Sidner 1997). Ook betekent het veel-vuldig verspreiden van allerlei docu-menten aan bredere groepen vanbetrokkenen een enorme duplicatievan informatie in het netwerk (‘e-mail-vervuiling’). Uitkomst hierbij bie-den de binnen moderne mail-pro-gramma’s beschikbare ‘noticeboards’(digitale prikborden) waar alle voorbepaalde groepen relevante infor-matie gepost wordt.

IntranetDe toekomst van ICT voor interne com-municatie ligt bij de verzameling vanapplicaties die via een zogenaamd

lees verder op pagina 5

4

D E C O L U M N I S T N U M M E R 3 - M E I 1 9 9 9

Wat doe jij nou?NaamPieke Hoekstra

AfgestudeerdAugustus 1997

StudierichtingCommunicatiekunde

WerkCommunicatiemanager voorInternet/Intranet bij RVSVerzekeringen

Lid/abonnee vanBusiness Online, Communicatie,Adformatie

VervolgcursussenInteractieve Marketing, E-Commerce (Tias Tilburg)

‘Tijdens mijn studie kon ik me nauwe-lijks voorstellen dat er een momentkwam dat ik de studie succesvol zouafronden en daarna een leuke baanzou vinden. Toch is dit gelukt, ineerste instantie door me te concentre-ren op wat me een fantastisch scrip-tie-onderwerp leek: navigatiegedragop Internet. In 1996/97 was hierovernauwelijks wetenschappelijke litera-tuur; mijn interesse was voornamelijkgestoeld op mijn onderzoekscollegedat als pilot gebruik maakte van com-municatie per satelliet en E-mail. Wekonden destijds onze lol al niet opmet het mailsysteem van de universi-teit, en mijn fascinatie voor hetnieuwe medium Internet was enorm.Door de turbulentie van het mediumholden eigenlijk alle publicaties enmeningen achter de feiten aan, zodatik het gevoel kreeg dat er nog heelveel moest gebeuren om begrip te krij-gen van de ontwikkelingen die onsnog te wachten stonden. En in feite isdit gevoel nog steeds niet veranderd,alleen werk ik nu in een grote organi-satie, waarin er veel meer moetgebeuren dan vooruitlopen alleen.Zeker nu we op concernniveau (RVSVerzekeringen is onderdeel van INGGroep) veel proberen te overleggen op

het gebied van Internet, Intranet en E-Commerce: belangrijk is vooral datwat we ontwikkelen, werkt en aan-slaat bij de gebruikers. Banken en ver-zekeraars, waaruit de ING Groep issamengesteld, beseffen onderhandmaar al te goed dat er veel gaat veran-deren - electronic en virtual bankingen dito beleggen, direct verzekeringensluiten via Internet tegen lage prijzen,etcetera - en dat er dus veel moetgebeuren om hierop in te spelen.‘De functie die ik heb bij RVS, houdtin dat ik het beleid uitzet voor de web-site en nu ook Intranet applicatiesvoor onze binnen- en buitendienst diebeide 1200 man sterk zijn. Uiteraardlinks en rechts rapporterend en over-leggend, wat ik wel heb moetenleren… Hetzelfde geldt overigens voor“planning en voortgangscontrole”,wat bij het projectleiderschap hoortdat ik voor de website op me neem; altijdens mijn studie was dit niet mijnsterkste punt.

‘Ik ben uiteindelijk toevallig in debaan gerold; doordat ik in mijn laatstestudiejaar veel redactionele ervaringhad opgedaan - door te schrijven vooronder meer een publicatie voor star-tende ondernemers - solliciteerde ikin eerste instantie op de functie vanBedrijfsjournalist. Mijn scriptie wasreden voor RVS om me mijn huidigebaan aan te bieden, en dit trok meveel meer aan! Wat zeker geholpenheeft bij dit proces, is het feit dat iktijdens mijn laatste jaar vrij regel-matig solliciteerde.Gesprekkenrondes, assessments methet spontaan reageren op plaatjes vankoffers en heuvels en dergelijke. Ikheb het allemaal langs zien komen.Nadat ik bij twee leuke functies naalle rondes werd afgewezen op gron-den die ik eigenlijk alleen maar hadgespeeld, besloot ik bij RVS volledigals mezelf te gaan. Dat doe ik nu nogsteeds.’

5

D E C O L U M N I S TN U M M E R 3 - M E I 1 9 9 9

• scholing/training van medewerkers• gebruik aantrekkelijk maken, moti-

veren/sturen• haalbaarheid en beheerbaarheid

(liever eerst weinig applicaties diegoed te onderhouden zijn, dan eenonbeheersbaar grote hoeveelheidmet het risico dat de informatieniet bijgehouden kan worden enveroudert)

• goed gestructureerde hypertekst(dat wil zeggen relatief kleine stuk-jes tekst die onderling verbondenzijn zodat het ene stuk bijvoorbeelduitleg of aanvulling bij een begripof thema van het andere biedt)

• demo en pilotfase inplannen.

De toekomst: individualiseringDe opkomst van het www betekendeeen overgang van push-media zoalsdirect-mail, advertenties, commer-cials en e-mail naar pull-media zoalsde meeste hierboven besproken www-en intranet-toepassingen. Met toene-mend gebruik van de interactiviteitvan het web begint inmiddels her-nieuwde aandacht op te komen voorpush-media, maar nu in geïndividuali-seerde vorm. Ten eerste vragen aanbie-

intranet aan de medewerkers beschik-baar gesteld worden. Naast e-mail ennoticeboards gaat het daarbij vaak ominformatievoorzieningen (‘wie-is-wie’-lijst, laatste nieuwtjes, vacaturebank,cursusaanbod, enzovoort) en in toene-men-de mate om zogenaamde ‘kennis-delingstools’, dat wil zeggen applica-ties waarmee vanuit verschillendeplaatsen op een gegevensbestandtoegegrepen kan worden. Met namede informatievoorzieningen zijn pu-bliekstrekkers (zogenaamde ‘killerap-plicaties’) en kunnen ervoor zorgendat het intranet niet los blijft staanvan de gewone werkzaamheden maarer een integraal bestanddeel vanwordt. De volgende aandachtspuntenzijn belangrijk bij het opbouwen vaneen intranet-voorziening (zie ook VanHasselt & Van Koppen 1997, Pattje1998):• integratie in de workflow• integratie in de communicatie-mix

(communiceer elders over het neten op het net over andere communi-catie-activiteiten)

• inhoud zelf bepalen (niet door IT-erslaten uitwerken)

ders op het web vaak of de klant per e-mail op de hoogte gehouden wenst teworden van aanbiedingen en derge-lijke. Een nog geavanceerder voor-beeld van individualisering is eenscreensaver die van het web gehaaldkan worden en die volgens specifica-ties van de gebruiker geselekteerdenieuwsberichten met ertussen adver-tenties op het scherm doet verschij-nen als de computer een tijdje onge-bruikt staat.Meer algemeen kan geconstateerdworden dat de vergaande standaardi-sering, die de door snelle adoptie vanhet www gestimuleerd is, de koppe-ling van verschillende soorten appara-tuur vergemakkelijkt. In de niet meerverre toekomst zal in principe alleelektronische apparatuur in eenlokaal netwerkje (bijvoorbeeld eenhome area network) kunnen zitten. Degebruiker kan dan per afstandbedien-ing informatie van het net halen (nietalleen voor nieuws, muziek en films,maar ook programma’s voor de elek-trische piano of de breimachine. Inzo’n omgeving ontstaat er weer eenwereld van mogelijkheden voor één-op-één marketing.

Gisela Redeker

nuttige web-adressen

[email protected] Adviesgroep Nieuwe Media

www.e-commerce.nl Nieuwsbrief over Elektronisch

Zakendoen

www.ecp.nl Electronic Commerce Platform

www.innergy.com Intranet Design Magazine

www.notenbomer.nl/internetmarketing International Platform for Internet

Marketing

spoed.wirehub.net Stimuleringsprogramma Opkomst

Elektronische Diensten

LiteratuurDen Boon, Arie, & Peter Neijens (red.)

(1998). Media & reclame 1998/99.

Wolters-Noordhoff.

Van den Broek, Eelco, & Pim Verver (1998).

Managementwijzer Internet.

Noordwijk: De Baak.

Groebel, Jo (1997). ‘New media develop-

ment: Stability and change in communi-

cation behaviour.’ Trends in Communi-

cation 1(1), 5-17.

Van Hasselt, Jan-Jelle, & Gerdine van

Koppen (1998). Beter een levende

dwerg dan een dode dinosaurus.

Communicatie 4 (6), 24-27.

Van den Hooff, B. (1997). Elektronische

post en organisationele innovatie. In:

P.J.M.C. Schellens et al (red.) Jaarboek

Onderzoek Communicatiemanagement

1997 (pp. 134-149).

Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

Kraut, Robert E., & Paul Attewell (1997).

‘Media use in a global corporation:

Electronic mail and organizational

knowledge.’ In: Sara Kiesler (ed.)

Culture of the internet (pp. 323-342).

Mahwah, NJ: Erlbaum.

Notenbomer, René, & Annemiek Koomen

(1998). Effectiviteit van banners neemt

af. Tijdschrift voor Multimedia 9, 1998,

20-23.

Notenbomer, René, & Jacolien Vreugenhil

(1997). Internet als Marketinginstru-

ment; theorie en toepassing voor uw

onderneming. Amsterdam: Contact.

Pattje, Lian (1998). Een intranet: speels of

zakelijk? Doctoraalscriptie, Opleiding

Communicatiekunde, Rijksuniversiteit

Groningen.

Schultz, D.E., S.I. Tannenbaum, & R.F.

Lauterborn (1994). The New Marketing

Paradigm: Integrated Marketing

Communications. Lincolnwood, Ill:

NTC Businessbooks.

Schwartz, Ewan (1997). Webonomie.

Amsterdam: Contact.

Whittaker, Steve & Candace Sidner (1997).

‘Email overload: Exploring personal

information management of email.’

In: Sara Kiesler (ed.) Culture of the

internet (pp. 277-295). Mahwah, NJ:

Erlbaum.

vervolg van pagina 3

6

D E C O L U M N I S T N U M M E R 3 - M E I 1 9 9 9

‘Schrijven voor gebruikers die nietlezen.’ Dát is de paradoxale opgavewaar je voor staat als je teksten vooreen internetsite schrijft. Onderzoekheeft uitgewezen dat de gemiddeldewebsurfer de tekst scant en er derelevante zinnen of zinsdelen uitpikt. Hoe sneller hij de informatie vindt, hoe beter hij detekst waardeert. Maar wat maakt nueen tekst tot een goede webtekst?Een aantal tips (met dank aan internetgoeroe Jakob Nielsen).

Kort, korter, kortstLezen vanaf een computerschermgaat een kwart langzamer dan het le-zen van papier. Daarbij komt dat veelmensen het lezen vanaf een beeld-scherm vermoeiend vinden én eenhekel hebben aan ‘scrollen’. Voldoen-de reden dus om je teksten zo kortmogelijk te houden. Wat je op papierin 100 woorden zegt, moet op het Webin 50. Probeer bovendien om je pagi-na’s binnen één schermgrootte tehouden. Lukt dat niet, kies er danvoor om bovenaan de pagina eenmini-inhoudsopgave te maken methyperlinks naar elders in de pagina.

ScanbaarJe lezers willen snel de gewenste infor-matie vinden. Zo ben je ze daarbij be-hulpzaam:• Gebruik veel opsommingen en

tussenkopjes.• Laat kernbegrippen er uitspringen.

Zet ze vet of gebruik de HTML-code<STRONG>.

• Cursiveer spaarzaam. Cursieve tekstop een beeldscherm leest langza-mer.

• Kies voor betekenisvolle tussenkop-jes in plaats van voor ‘leuke’ of‘slimme’ aanduidingen. Zeg waarhet op staat. Dus niet: ‘We staanlanger voor u klaar’, maar: ‘Vanafheden geopend van 08.00 tot 20.00uur’.

• Wees objectief. Holle marketingtaalwordt slecht gewaardeerd (maarhelaas veel toegepast). Beantwoordbij de rubriek ‘veelgestelde vragen’

de vraag: ‘Wat is de levertijd?’ nietmet: ‘De klant is bij ons koning. Wijweten als geen ander hoeveel waar-de u hecht aan het snel in huishebben van uw producten. Vandaardat wij als credo hanteren: ‘vandaagbesteld, morgen bezorgd!’.

• Pas de conventionele schrijfwijshe-den toe: een goede structuur, actieftaalgebruik, taalgebruik afgestemdop de doelgroep, één idee per alineaen in die alinea de kernzin voorop.

HypertekststructuurHét kenmerk van een internetpaginais de mogelijkheid om hyperlinks tegebruiken. Zo kun je achtergronden,uitwijdingen en toelichtingen schei-den van het absolute ‘need to know’.Elke webpagina blijft op die manierkort en bondig, terwijl je op de totalewebsite meer informatie kunt gevendan je op papier zou kwijt kunnen.Minder belangrijke links kun je onderaan de pagina groeperen onder eenkopje ‘meer informatie’.Let er wel op dat je hyperlinks alleengebruikt om je verhaal te splitsen in

afzonderlijke coherente pagina’s metieder een duidelijk, afgebakend onder-werp. Gebruik hyperlinks niet om eenlang - lineair - verhaal op te delen. Zetdus niet onderaan de pagina eenhyperlink met ‘lees verder op de vol-gende pagina’. Dat vertraagt de lees-snelheid en bemoeilijkt het printen.

Omgekeerde pyramideWebteksten vragen om een journalis-tieke schrijfwijze, ook wel bekendonder de naam ‘omgekeerde pyra-mide’. Zoals ik al eerder aangaf,scrollen websurfers nauwelijks. Begindaarom elke webpagina met hetbelangrijkste gegeven of met de con-clusie van je betoog. Geef daarna debelangrijkste details en eindig met deachtergronden.

Erik Meijerink

Erik Meijerink ([email protected]) is tekstschrijver/communicatie-adviseur enmede-oprichter van Brouwer & MeijerinkCommunicatie in Groningen. Al sindseind jaren ‘80 is hij verslaafd aan hetInternet. Afkickpogingen hebben nietgeholpen.

‘Dus u wilt een webtekst schrijven?’

Het Web kent geen lezers

Meer informatieHet internet biedt een schat aan informatie over het schrijven voor het Web.De beste startpunten zijn:• www.useit.com De internetsite van Jakob Nielsen.

Alles over scannability, inverted pyramids, leessnelheid en dergelijke.• www.sun.com/980713/webwriting Sun Microsystem’s guide to writing

on the web.• www.contentious.com Een webzine voor schrijvers en redacteuren van

webteksten.

Sun Microsystem’s guide to

writing on the web.

Intern

ut?

verwijzingen op de eigen site(links) en voor verwijzingen naar deeigen site op andere sites (jointventures). En aan profielvormingdoen: geef de klant een stukje site,bouw een relatie op en zorg con-tinue voor een update van infor-matie die voor hem van belang is.

7

D E C O L U M N I S TN U M M E R 3 - M E I 1 9 9 9

Werk in uitvoeringdoor Perry ten Hoor

Een beetje organisatie ‘zit er in-middels op’. De één voorzichtigjesmet wat tekstjes en foto’s, de anderpakt fors uit met complete animatiefilmpjes op de homepage.De tijd dat informatici de scepterzwaaiden over het opzetten vanInternetsites is gelukkig voorbij.Sporadisch wordt er nog wel eenseen brochure integraal op Internetgekwakt, maar over het algemeenis de invloed van de communicatie-deskundige toch zichtbaar. Veelillustraties, objecten en foto’s alsstructuuraanduiders, niet te veeltekst met te kleine letters en veelaandacht voor een logischeopbouw en bladerfunctie. Internetals medium stelt zo haar eigeneisen, evenals de gebruiker ervan. Over het strategisch inzetten vanInternet bestaat bij veel bedrijvenechter nog merkbaar veel onbe-kendheid. De meest gehoordereden om op het net te gaan isomdat ‘de concurrent er toch ookopzit’. Maar dat is vanuit de klant geredeneerd wel wat al te kortdoor de bocht. Internet is tochvooral een middel om te communi-ceren met je doelgroep. En het iswat dat betreft grappig te zien dater op Internet sprake is van verschillende generaties sites. Eenoud-collega communicatie-deskundige illustreerde dit altijdmet het volgende voorbeeld: stel jevoor je hebt een frietkraam en jewilt friet verkopen via Internet.De eerste site zal er één zijn metéén doel, aanwezig zijn op het net.De boodschap is simpel: ‘Mijn naamis Jan Patat en ik verkoop delekkerste patat van de stad’. Naastde mensen die je via parallelle communicatie naar je site lokt(www.janpatat.nl op je patatzakjesbijvoorbeeld) zul je niet veel

retourverkeer genereren. Eenmaalde boodschap gelezen hebbendegeloof je het wel als gebruiker. Hetis dus zaak om je bezoekers te stimuleren telkens opnieuw eenkijkje te nemen op je site. Het isoverigens verbazingwekkend tezien hoeveel bedrijven zijn blijvensteken in deze eerste generatiesite. Fase twee dus: terugkeer stimuleren. Je bouwt een mechanisme in dat bezoekers triggert om weer terug te surfen.‘Mijn naam is Jan Patat en dezeweek zijn de frikadellen in de aan-bieding. En volgende week? Kijkmaandag op deze site!’Het wordt pas echt interessant voorde surfende klant wanneer hij viainteractie met de boodschapperdirect persoonlijk nut kan bewerkstelligen. En eigenlijk beginthier het echte Internetverhaal.‘Mijn naam is Jan Patat en wanneerje door middel van de buttons jekeuze aangeeft en je adres invult isde bestelling binnen een kwartierbij je thuis.’De laatste generatie sites gaan uitvan een optimale benutting van demogelijkheden van het mediumInternet gekoppeld aan een verregaand klantdenken. Nietlanger het bedrijf of de site staatcentraal, maar de informatie-behoefte van de klant. Deze zoektmaatwerk in het woud van sitesmet soortgelijke onderwerpen. ‘Ik ben Jan Patat. U kunt hierterecht voor patat, maar als ubestek nodig heeft zorgen we daarook voor. Klik hiervoor op een vande volgende links of vul uw per-soonlijke profiel in zodat we utelkens op de hoogte kunnenhouden van het laatste nieuwswaarin u geïnteresseerd bent’.Dit betekent dus zorgen voor

Perry ten Hoor studeerde in 1991 af in de Nederlandse Taal- en Letterkunde (afstudeervariant Communicatie inOrganisaties) aan de RUG. Na zijn studie heeft hij als communicatie-adviseur en accountmanager gewerkt bijde Informatie Beheer Groep. Momenteel is hij werkzaam als accountmanager bij het reclame-adviesbureau LaCompagnie in Groningen.

8

D E C O L U M N I S T N U M M E R 3 - M E I 1 9 9 9

C O L O F O NDe Columnist is het officiëleorgaan van Columni, Verenigingvan Alumni CommunicatiekundeRijksuniversiteit Groningen. DeColumnist verschijnt drie keer perjaar.

Redactieadres:Vakgroep Taal en CommunicatieT.a.v. redactie ColumnistPostbus 7169700 AS Groningene-mail: [email protected]

Redactie:Liseth KruismanKees van der MarkSandra SchuitenBernice SpijkerVaste medewerkers:Perry ten HoorWim VuijkVerder werkten mee aan dit nummer:Wiep Hamstra, Pieke Hoekstra,Anneke Kok, Erik Meijerink, Gisela RedekerVormgeving en opmaak:Annette van Kelckhoven BNO,GroningenReproductie:RCG, Groningen

Het volgende nummer verschijnt in september. De deadline is 20 augustus. Kopij is welkom.

Omdat we zowel een papieren als een(beveiligde) Internet versie maken,ontvangen we je gegevens het liefstper email. Vul daarom snel het elek-tronische formulier in op: http://odur.let.rug.nl/ck/alumni/fm-alum.htm.

LedenbestandHet ledenbestand van Columni groeitgestaag. Op 1 april (en dit is geen grap)telde de vereniging 156 leden. We voe-ren een actief wervingsbeleid onderpas-afgestudeerden. Zij ontvangen en-kele dagen na de buluitreiking eenfelicitatiekaart van het Columni-bestuur, en krijgen een aantal wekenlater een informatiepakketje in debus. Overige nieuwe leden komenvooral binnen door mond-tot-mondreclame. Dus, ken je nog oud-studie-genoten die geen lid zijn: verwijs zenaar onze website…

ALVHet is al weer geruime tijd geleden,maar op 7 november 1998 hieldColumni haar jaarlijkse Algemene

Ledenvergadering (ALV). De vergade-ring werd bezocht door zo’n vijftienleden, de forumdiscussie die daaropvolgde trok gelukkig flink wat meerleden. Forumleden waren Yorien vanden Hombergh, hoofd Voorlichting bijde Regiopolitie Groningen (zie ookhet interview met haar in de vorigeColumnist) en Menno Hoexum, chefnieuwsdienst van het Nieuwsblad vanhet Noorden. De discussie werd geleiddoor Sicko van Dijk, oud-studentCommunicatiekunde en tegenwoor-dig werkzaam bij Hemmen en SolarzCommunicatie Groep. De volgendeALV zal naar verwachting in novem-ber van dit jaar worden gehouden.Meer nieuws daarover volgt.

Het forum discusieert met de leden tijdens de activiteit van 7 november. V.l.n.r. achter de tafel: Menno Hoexum, Sicko van Dijk en Yorien van den Hombergh.

Foto

: Kee

s va

n d

er M

ark

LustrumAls de op een na oudste universiteitvan ons land viert de RUG op 12 juniaanstaande haar 385-jarige bestaan.

Reden voor een groot feest tot in delate uurtjes. Over deze unieke moge-lijkheid om oude studie- en kroeg-vrienden te ontmoeten, heb je on-langs post ontvangen. Voorafgaandaan het feest (van 15.00 - 16.30 uur)organiseert Columni een discussiebij-eenkomst met leden en vakgroepme-dewerkers over de afstemming van destudie Communicatiekunde op dearbeidsmarkt. Wie via Columni geenkaarten heeft besteld voor het feest,kan nog terecht bij het Lustrum-bureau (tel. 050-3636666).

WebsiteDe Columni-site op Internet (http://odur.let.rug.nl/ck/alumni/columni.htm)begint er steeds professioneler uit tezien. Wim Vuijk ontwikkelt zich toteen heuse webmaster. Op de site vindje onder meer info over activiteiten,borrels, de Columnist en een digitale(proef)versie van de almanak. Neem’m op in je bookmarklist!

AlmanakVergeten je gegevens voor de almanakaan te leveren? Geen nood. Als je hetvoor 10 juni alsnog doet, krijg je ookeen plaatsje in de Columni-almanak.

Verenigingsnieuws