v e g h e p e y s e n k l o e k e d a e t d omembers.casema.nl/e.holleman/vedo/gnkd/g01_2.pdf ·...

23
I M P R I M É / D R U K W E R K V E G H E P E Y S E N K L O E K E D A E T D O VERENIGING VAN OUD-LEERLINGEN VAN HET CHRISTELIJK LYCEUM TE BANDOENG Nr 2, juni 2001 Indien onbestelbaar s.v.p. retourneren naar: Tineke Holleman-Bangert Gentiaanstraat 11, 1402 CP Bussum Nederland ± tel.: +31 35 6930650 [email protected] TNT Post Port betaald Port payé Pays-Bas

Upload: others

Post on 17-Aug-2020

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

I M P R I M É / D R U K W E R K

V E

G H E P E Y S E N K L O E K E D A E T D O

VERENIGING VAN OUD-LEERLINGEN VAN HET CHRISTELIJK LYCEUM TE BANDOENG Nr 2, juni 2001 Indien onbestelbaar s.v.p. retourneren naar: Tineke Holleman-Bangert Gentiaanstraat 11, 1402 CP Bussum Nederland – tel.: +31 35 6930650 [email protected]

TNT Post Port betaald Port payé Pays-Bas

VOORWOORD ................................ ................................ ................................ ................................ ........1 VAN HET BESTUUR................................ ................................ ................................ ................................ 1

Van de penningmeester................................ ................................ ................................ .................. 2 Contributie-achterstand................................ ................................ ................................ ................... 2 Welkom nieuwe leden................................ ................................ ................................ ..................... 3

IN MEMORIAM................................ ................................ ................................ ................................ .........3 JUBILEUM-REÜNIE 2001 ................................ ................................ ................................ ........................ 4 MEDEDELINGEN en BINNENGEKOMEN STUKKEN ................................ ................................ ............. 8

Algemene Ledenvergadering 2002................................ ................................ ................................ .8 Bloemlezing van per e-mail ontvangen dankzeggingen................................ ................................ ..8 Ingezonden brief ................................ ................................ ................................ ............................. 9 Herdenking 15 augustus 1945 ................................ ................................ ................................ ......10 Herdenking op 14 augustus in Amstelveen................................ ................................ ................... 10

VAN 'JAPPENKAMP' NAAR 'JAPANS INTERNERINGSKAMP' - Henny v.d. Leeden ........................... 10 VAN ONZE COPYWRITERS ................................ ................................ ................................ ................. 12 EEN ZEEREISJE DOOR DE MOLUKKEN (3) - Hans Indewey Gerlings................................ ................ 12 BELEVENISSEN IN EEN VREEMD (OF IS HET NIEUW ) LAND - Cap v. Balgooy................................ 15 DE WEGEN - Jan Prins ................................ ................................ ................................ ......................... 18 DAGBOEK van een JAPANSE SOLDAAT (3) ................................ ................................ ....................... 18 DAGBOEK van een JAPANSE SOLDAAT (3) ................................ ................................ ....................... 19 ALGEMENE GEGEVENS ................................ ................................ ................................ ...................... 21

Bestuur en Redactie ................................ ................................ ................................ ..................... 21 Lidmaatschap:................................ ................................ ................................ ............................... 21 Bankrelatie: ................................ ................................ ................................ ................................ ...21

N.b. Ingezonden mededelingen worden buiten verantwoordelijkheid van bestuur en redactie geplaatst. Verzoeke kopij voor de volgende uitgave vóór 1 september 2001 per post te zenden naar: Tineke Holleman-Bangert: Gentiaanstraat 11, 1402 CP Bussum of per e-mail naar: [email protected] Adreswijzigingen en berichten van overlijden gelieve u te zenden naar: Noesje Kiliaan, Fahrenheitstraat 68, 7311 KZ Apeldoorn Website VEDO: http://home.planet.nl/~ehollema

1

VOORWOORD In deze G&KD vindt u een verslag en foto's van onze jubileumreünie. De foto's zijn van onze "huisfotograaf" Chris Eweg, die wij - mede namens het bestuur - hartelijk danken voor alle moeite die hij doet om onze bijeenkomsten vast te leggen.

Dit verslag en de ingezonden brieven n.a.v. deze reünie nemen zoveel plaats in, dat wij ons genoodzaakt zien een deel van de reeds ingezonden kopij in volgende edities te publiceren. Weest u er echter van verzekerd, dat wij dankbaar gebruik zullen maken van de ingezonden kopij!

De redactie

VAN HET BESTUUR Tijdens de reünie mochten wij als speciale gasten de vertegenwoordigers van de verschillende zuster-verenigingen verwelkomen. Zij verrasten ons met schitterende bloemstukken ter gelegenheid van ons jubileum. Het bestuur is hen daarvoor zeer erkentelijk en dankt hen daarvoor bij deze nogmaals hartelijk.

Vedoanen en speciale gasten begroeten elkaar

Tot onze speciale gasten rekenen wij ook het ongekend grote aantal Vedoanen uit het buitenland, dat het de moeite waard gevonden heeft om naar deze reünie te komen. Met name het Amerikaanse continent was goed vertegenwoordigd. Echter, ook uit Australië, Indonesië, de Filippijnen, en diverse Europese landen kwam men naar de reünie. Onder andere hierdoor ontmoetten vele oude vrienden en klasgenoten elkaar weer, sommigen zelfs voor het eerst na meer dan 50 jaar.

Dit werd niet alleen door het bestuur, maar ook door de reünisten uit Nederland buitengewoon gewaardeerd (zie de ingezonden brief van Conny Brouwer-van Rosmalen op pagina 8). Bij het bestuur zijn vele telefoontjes, brieven, kaarten en e-mails binnengekomen waarin het bestuur wordt bedankt voor al het werk dat het heeft gedaan voor het organiseren en welslagen van de reünie. Een bloemlezing daarvan geven wij onder het hoofdstuk "Mededelingen en Binnengekomen Stukken".

Al deze blijken van waardering hebben het bestuur goed gedaan. Wij weten tenminste weer waarvoor wij het doen.

2

Van de penningmeester

Het aantal bezoekers van de reünie in de Reehorst op 21 april j.l. was groter dan het bestuur had verwacht. Een groot aantal reü-nisten verscheen zonder

vooraankondiging. Sommigen daarvan hadden te laat betaald; anderen betaalden ter plekke. Hierdoor ont-stond vertraging bij de ingang. We hopen dat de reünisten bij vol-gende reünies eerder reageren op de aan-kondiging in de krant.

Enkele dames van het ontvangstcomité, v.l.n.r. Inge Vuyk, Haydee Jansen, Noesje Kiliaan, Irene Liem, Magda Burger Op de acceptgiro staat de vraag of men de reünie denkt te bezoeken. Deze vraag zien velen over het hoofd. Daarom zal deze vraag op de nieuwe Euro-acceptgiro een meer in het oog springende plaats krijgen. Ondanks enige organisatorische verwarring door de grote opkomst bleek de reünie toch een groot succes: veel VEDO-anen die al jaren niet van zich hadden laten hebben horen, werden weer lid. Momenteel telt de vereniging 831 leden! Het hernieuwde enthousiasme voor VEDO is een grote stimulans voor het bestuur. De penningmeester heefthet druk en Sven verkoopt adreslijsten

Contributie-achterstand

Er zijn nog 82 leden die de contributie voor 2001 en/of voor 2000(!) niet hebben betaald. Kijk op de adressticker van dit blad of u tot deze nalatigen behoort: in dat geval staat het bedrag van uw achterstand vermeld achter uw lidnummer. U bespaart VEDO de kosten van aanmaningen, indien u dit bedrag z.s.m. overmaakt naar ons gironummer als vermeld op het achterblad.

3

Welkom nieuwe leden

De afgelopen maanden hebben zich zo veel nieuwe leden aangemeld, dat het ondoenlijk is jullie allen persoonlijk hier te verwelkomen. Daarom bij deze: allen hartelijk welkom! Wij hopen jullie nog vaak op onze bijeenkomsten te mogen begroeten.

IN MEMORIAM Uit Indonesië ontvingen wij op 16 januari een e-mail met de volgende treurige mededeling:

Ik vind het helemaal niet leuk om je weer te moeten e-mailen voor een overlijdensbericht. Kort geleden nog e-mailde ik je over het plotselinge heengaan van Tilly Loho-Karamoy. Maar ik denk toch wel dat het belangrijk is dat onze Vedo vrienden worden ingelicht over het plotseling overlijden van onze vriendin Ietje Nayoan-Gadroen.

Op Vrijdag nog ontmoette Myrna haar kerngezond bij haar thuis. Ze zou het weekend naar Malang gaan om het graf van haar schoonvader te bezoeken. Om onbekende reden viel ze tijdens haar kort verblijf in Malang, bewusteloos neer en kwam nooit meer bij. Ze overleed ter plekke. Bekend was wel dat ze aan diabetes en hoge bloeddruk leed. Wij zullen haar node missen.

Haar vriendinnetjes die elkaar regelmatig ontmoetten op Lisa's kantoor, Babes Djajakoesoema-Ferdinandes Myrna Fuchs-Juch Lisa Harun-Boutmy Kort na elkaar overleden een paar heel trouwe leden van VEDO: op 23 januari Robin Adèr, op 1 februari Hans Indewey Gerlings, op 6 februari Elly Brinkman-Adams, op 27 februari Anton Smits, op 11 maart Carla Verhoeff-Timmer en op 14 maart Like Vermaase-Hendriks.

Met het overlijden van Piet Bruins op 25 maart, verliezen wij een zeer gewaardeerde Vedoaan uit de directe naoorlogse periode van onze school. Velen zullen zich nog het befaamde honkbalteam “Blaas de Bocht 1” herinneren, dat onder Piets leiding vele overwinningen in de wacht wist te slepen. Tevens werden wij in kennis gesteld van het overlijden van: Johan Holtrop op 1 october 2000; Greet Veldhorst-Blokhuis op 21 november 2000; Klaas Büchli op 25 november 2000; Jaap Boreel op 5 januari; Nel Muller-Teillers op 23 januari; Henk Jantzen op 12 februari; Annie Damstra-Schmidt op 30 maart.

Eveneens werd het overlijden van de volgende personen aan ons doorgegeven, echter zonder een exacte overlijdensdatum: Mw. J.J. Wentink-Frumeau Jaap Beets Rob Kokke Coen Koomen Iwan Soeria Santoso Ockie Tan Dian Whoe.

Wij betuigen ons oprecht medeleven met alle nabestaanden en vrienden van de overledenen en wensen hun veel kracht bij het dragen van hun verlies.

4

JUBILEUM-REÜNIE 2001 Terugblik. Op 15 december 1926 heeft de Gouverneur Generaal van Nederlands Indië de statuten van de vereniging het Christelijk Lyceum te Bandoeng goedgekeurd. Hiermede is de basis gelegd voor de gelijknamige school, het internaat, de schoolvereniging Vedo en het schoolorgaan Gepheys en Kloeke Daet. Oud-docenten en -leerlingen van het Christelijk Lyceum kwamen in Nederland reeds vóór de oorlog regelmatig bijeen. Deze goede gewoonte is direct na de oorlog voortgezet. Zo is op 28 april 1968 de Vereniging van reünisten Vedo opgericht, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit 54. Op 3 mei 1994 zijn de statuten van Vedo aangepast aan de nieuwe wetgeving en verstrekt de vereniging sinds 1996 drie keer per jaar aan haar leden het verenigingsblad Gepheys en Kloeke Daet.

21 april 2001. Dank zij de steun en het enthousiasme van vele bij de vereniging aangesloten leden, voorgaande besturen en het huidige bestuur is het gelukt om 75 jaar nadat de basis werd gelegd voor ons Christelijk Lyceum, deze reünie te houden. Het huidige bestuur, maar zeker onze voorzitter Tineke Holleman verdient alle lof voor de noodzakelijke inspanningen en voorbereidingen.

De belangstelling voor deze bijeenkomst was overweldigend. Ruim 600 Vedoanen hebben deze gelegenheid aangegrepen om elkaar weer te ontmoeten. De grootste buitenlandse afvaar-diging kwam uit Amerika. Reeds vroeg waren onze trouwe assistenten in de weer om de spekkoeken aan te snijden om de grote schare van bezoekers op de gebruikelijke Indische wijze te kunnen ontvangen. Tegen 12 uur kwamen de eerste reünisten binnen en werd het geroezemoes in de Verdifoyer en de Wintertuin regelmatig overstemd door de enthousiaste begroetingen van hen die elkaar na zo vele jaren weer hadden ontmoet. De spekkoek vindt gretig aftrek

Voor de lunch kon men tegen betaling kiezen uit overheerlijke Indische hapjes zoals: risolles, loempia’s, pasteitjes en lempers.

5

In de Verdifoyer had mevrouw Marijke Idema-Posthumus een tentoonstelling ingericht van door haar moeder - mevrouw Posthumus-Kampman - vervaardigde silhouetten van diverse Indonesische land-schappen en taferelen. Uit deze prachtige beeltenissen, sprak duidelijk de verknochtheid van haar moeder aan Indonesië.

Om 15.00 uur opende voorzitter Tineke Holleman de Algemene Ledenvergadering. Voorzitter heette allen welkom, met name de ereleden mw. Thijsse en dhr. Suyderhoud, diens echtgenote, lid van verdienste mw. Edauw en de deputaties van andere schoolverenigingen. Zij dankte ook voor de bloemen, die zij mocht ontvangen van de Cas, Advendo en Stichting KRIS. Last but not least werden de vele Vedoanen afkomstig uit het buitenland hartelijk welkom geheten.

Dhr. Suyderhoud spreekt het bestuur toe Nadat Vz. alle medewerkers had bedankt, werden staande de Vedoanen herdacht, die in de afgelopen periode waren overleden. Hierna werden de overige agendapunten besproken en afgehandeld. Zoals gebruikelijk heeft ons oudste erelid dhr. Suyderhoud het bestuur bedankt en met een plechtige toespraak de vergadering gesloten. Een volledig verslag van deze vergadering wordt vermeld in G&KD nr. 1 van 2002.

6

Een kleurrijk optreden van het angklung orkest Perwarindo in de Verdifoyer bracht de stemming er goed in.

Hierna brak het borreluurtje aan en kon men een dansje wagen op de achtergrondmuziek verzorgd door het trio “Partners in Music“ van René Montfils.

Even na 18.00 uur kon men genieten van een heerlijke Indische rijsttafel. Terwijl velen nog in de rij stonden om het toetje “een ijshoorntje” te bemachtigen, werden reeds de voorbereidingen getroffen voor het optreden van tante Lien (Wieteke van Dort).

7

Het bestuur werd door Tante Lien voor het voetlicht gehaald

Om 20.00 uur waren vele Vedoanen in de Verdifoyer getuige van een voortreffelijke show van tante Lien, die met haar zang en declamatie menige gevoelige en vrolijke snaar wist te raken en daarmee aan het feest extra luister gaf. Ook Mathijs Nuberg, die samen met tante Lien optrad bracht enkele vrolijke liedjes ten gehore. Hoewel velen reeds waren vertrokken, bracht de stemmige muziek van het trio “Partners in Music” enkele enthousiaste Vedoanen ertoe de dansvloer op te zoeken. Op de toepasselijke klanken van het lied: “We will meet again some sunny day, don’t know where, don’t know when“ kwam er een eind aan deze zeer geslaagde Vedo reünie.

Thelma bedankt Tante Lien met een bos bloemen

8

MEDEDELINGEN en BINNENGEKOMEN STUKKEN Algemene Ledenvergadering 2002

Voor de nieuwe leden die het wellicht nog niet weten het volgende. Een Algemene Ledenvergadering (al dan niet in combinatie met een reünie) vindt altijd plaats op de eerste zaterdag na Pasen. Derhalve is de volgende Algemene Ledenvergadering op zaterdag 6 april 2002.

Nadere invulling van deze dag wordt in een volgende G&KD bekend gemaakt. Bloemlezing van per e-mail ontvangen dankzeggingen

"Hiermede nogmaals bedankt voor de zeer geslaagde reünie! Wij, maar ook S. en N. hebben naar hun eigen zeggen: genoten! E. die voor het eerst op een VEDO-reünie was, heeft ook genoten. J. en ik hebben spijt dat wij nog met zoveel mensen hadden willen praten, doch door tijdgebrek er niet aan toe gekomen zijn!

Zou je al die buitenlandse Vedoanen, die de moeite genomen hebben naar Ede te komen, heel hartelijke willen bedanken voor hun aanwezigheid (in de e.v. nieuwsbrief). Ze hebben dit 75-jarige jubileum extra cachet en glans gegeven, want uiteindelijk zijn zíj toch de vips (of de sterren, of hoe zeg je dat) waar het om gaat! En het is toch daarvoor dat ik (wij) naar een VEDO-reünie komen! Een paar van hen heb ik na 1958 voor het eerst weer teruggezien. Geweldig!

Conny Brouwer-v. Rosmalen

Beste Tineke, "Het is mij een behoefte.." begon ze statig. Hah, wat ik zeggen wi1 is: Hulde aan het hele VEDO-bestuur voor de schitterende reünie van afgelopen Zaterdag - ik heb genoten, en te oordelen naar alle enthousiaste verhalen en reacties, ik was beslist niet de enige. Good mood, good food, good company!! Dank jullie wel.

Masja Dragt-Kalkman, Rijen

Wat een prachtig feest hebben jullie georganiseerd, in een woord GEWELDIG! Bedankt voor jullie inzet, ook namens Stella, mijn vrouw, die niemand kende maar toch heeft genoten van de sfeer. Wij hopen echt, dat jullie nog vele jaren zullen doorgaan met zulke feesten organiseren. Stella had er al twee maanden tevoren vrij voor gevraagd van haar 'full-time' job. Nogmaals: Gefeliciteerd!

Wally Grabner Beste Tineke, overige bestuursleden en allen die hebben meegewerkt aan de voorbereiding en uitvoering van de jubileumreünie op 21 april j.1. Nu we ons weer in rustig vaarwater bevinden wilde ik jullie allen, en ik neem aan ook namens vele andere oud-Vedoanen, bedanken voor al jullie inzet en moeite bij het organiseren van deze reu nie. Ik heb tijdens de reünie niets dan lof gehoord. Het was voor jullie zeker niet gemakkelijk geweest om het allemaal voor elkaar en op tijd gereed te krijgen. Tijdens de algemene vergadering was er een oud-Vedoaan, die vertelde dat hij door toedoen van Rob Westbroek onlangs lid is geworden van onze vereniging. Dit heeft mij aan het denken gebracht. Mogelijk zijn er nog vele oud-leerlingen (van het Christelijk Lyceum) in Nederland en vooral over de hele wereld verspreid die niet op de hoogte zijn dat de vereniging VEDO nog leeft en zelfs zeer actief is met het organiseren van jaarlijkse algemene vergaderingen al dan niet gekoppeld aan een reünie. Mogelijk zou over onze vereniging wat meer PR gedaan kunnen worden, dan slechts mond op mond reclame. De mond op mond reclame bestrijkt slechts een kleine kring. Mogelijk zou de Secretaris een klein verslagje (evt. met een foto) kunnen maken en deze in het tijdschrift Moesson laten opnemen. In dit artikel moet dan ook komen te staan dat indien men dat wil, men zich als lid kan opgeven bij de Secretaris van VEDO (adres en/of telefoonnummer erbij vermelden).

9

Dit tijdschrift heeft nl. een grote verspreiding en allicht wordt het artikel dan ook gelezen door oud-leerlingen van het Christelijk Lyceum te Bandoeng die nog geen lid zijn. Het is maar een suggestie. Het bestuur moet zich hierover maar beraden of ze deze manier van PR wil volgen. Nogmaals hartelijk dank voor de fijne reünie. Het was onvergetelijk!

Ton Bakker Beste Tineke, Langs deze weg wil ik je, ook namens mijn vrouw, hartelijk bedanken voor de voortreffelijke verzorging van de reünie. Ook alle anderen van het bestuur en natuurlijk iedereen die z'n steentje bijgedragen heeft om van deze dag zo'n geweldige dag te maken. We hebben werkelijk genoten van het begin tot bet eind en we realiseren ons dat jullie daarvoor een heleboel werk verzet hebben om deze dag zo succesvol te doen verlopen. Echt ons petje af. Ondanks de lange dag is het voor mij toch nog te kort geweest. Het is voor mij na 45 jaar een confrontatie geweest met een klein stukje uit mijn jeugd. Zoveel mensen teruggezien. Met zoveel mensen gesproken en herinneringen opgehaald en toch achteraf geen gelegenheid gehad om iedereen te spreken en met iedereen gezamenlijke herinneringen te delen. Gelukkig hebben we een heleboel adressen en telefoonnummers uitgewisseld zodat we voorlopig onze afspraken kunnen maken om elkaar elders te ontmoeten en ik wil ook met enkele mensen gaan corresponderen die niet geweest zijn. Daar hebben we gelukkig jullie prachtige adreslijst voor. Deze dag was voor mij net een droom en nog steeds komen in mijn gedachten vele dingen weer naar boven. Het was echt een geweldige dag! Nogmaals iedereen bedankt voor de voortreffelijke organisatie. Groetjes en tot hoors of ziens.

Rob Vitalis Beste Tineke. Het is alweer een week geleden dat we de VEDO-reünie , waar we met veel spanning naar uitgekeken hebben, mochten beleven. Vanuit Recht willen we jou en je mede-bestuursleden nogmaals heel hartelijk danken voor deze fantastische dag. Dat de Algemene Vergadering later begon dan de bedoeling was.... apa boleh buat. Eigenlijk een bewijs dat het lekker ongedwongen was en iedereen blij was met de grote opkomst en dus druk aan het bijpraten was. Ank en ik hebben genoten van de vele contacten en uiteraard ook van het optreden van Wieteke van Dort en het Angklung orkest. Klasse. Ook de rijsttafel was heel goed verzorgd, compliment voor de koks. Omdat we in De Reehorst overnacht hebben, hadden we zondagmorgen nog een gezellig ontbijt met klas- en tijdgenoten. Zoals altijd met fijne dingen, was het te snel voorbij. Hartelijke groeten en tot een volgende keer.

Ank en John Boon von Ochssee

Ingezonden brief

Van Eric de Sera ontvingen wij volgende e-mail:

Geachte mevrouw Holleman, Hartelijk dank voor de uitnodiging. Om verschillende redenen zal ik niet op het feest aanwezig kunnen zijn. Ik zou het op prijs stellen als u deze mailing op een of andere manier aan het gezelschap zou willen tonen, in de hoop dat mijn generatiegenoten op mijn naam kunnen reageren. Naam : Eric de Séra Leeftijd : 78 Jaar : 1942 (klas 3 P) e-mail : [email protected] Bij voorbaat dank voor de te nemen moeite. Met vriendelijke groet en een plezierig feest toegewenst.

10

Herdenking 15 augustus 1945

Indien u de jaarlijkse herdenking op woensdag 15 augustus 2001 wilt bijwonen, dient u zich zo spoedig mogelijk per briefkaart op te geven bij de Stichting Herdenking 15 augustus 1945; Postbus 85747, 2508 CK Den Haag onder vermelding van uw naam, adres, woonplaats met postcode en telefoonnummer. Voor deelname aan deze dag is ƒ 12,50 per persoon aan administratiekosten verschuldigd. Na ontvangst van uw aanmelding ontvangt u van de Stichting een antwoordkaart met gedetailleerde gegevens.

Donateurs van de Stichting ontvangen automatisch een rechtstreekse uitnodiging.

Herdenking op 14 augustus in Amstelveen

Pans Schomper deelt ons mede dat hij op 14 augustus a.s. tijdens de dodenherdenking bij het monument in het Broerse Park te Amstelveen een declamatie zal houden. Aanvang 19.30 uur. U wordt verzocht om 19.15 uur aanwezig te zijn. De herdenking duurt ongeveer een uur.

VAN 'JAPPENKAMP' NAAR 'JAPANS INTERNERINGSKAMP' - Henny v.d. Leeden We ontmoeten elkaar bij de reünie op weg naar een drankje. 'Andere lichting', zeg ik, kijkend naar het rode rondje op zijn badge. 'Ik hoef je dus niet te kennen.' Mijn gele rondje betekent dat ik tussen 1950 en 1953 op het Christelijk Lyceum in Bandung gezeten heb. Wim vult over zichzelf aan: 'Van voor de oorlog. Maar misschien ken je mijn vader? Hij was leraar.' De naam Lindeijer zegt mij echter niets. 'Welk vak?', vraag ik. 'Scheikunde', zegt hij. 'Maar ik had daar heel lang slechte punten voor. Ik ben later in Delft W eg- en Waterbouwkunde gaan studeren.' Ik herken dat. 'Mijn vader gaf natuurkunde en ik had voor dat vak ook altijd een mager zesje. Tot mijn eindexamen, toen heb ik het ingehaald. Meer voor hem.' Intussen heb ik mijn pilsje bemachtigd. Hij bestelt er twee en geeft er één aan de man die aldoor al geduldig naast hem staat. Zij moeten jaargenoten zijn, maar Wim ziet er veel jonger uit dan deze man. Hij zou zelfs gemakkelijk aan de jonge kant van 'mijn' groep kunnen zitten. Hij legt zijn hand op de arm van de man en zegt: 'Blijf er gerust bij.' De man blijft ook, maar mengt zich niet in het gesprek.

Wim begint te vertellen over zijn vader en ik luister geboeid. Het gezin heeft in de oorlog in Indonesië in vijf Japanse interneringskampen gezeten. Zijn vader was krijgsgevangene in Japan. Voor zijn moreel behoud schreef hij geregeld brieven aan zijn vrouw die hij natuurlijk niet kon versturen. Wim was de oudste van vier jonge kinderen en verbleef bij zijn moeder. 'Mijn vader schreef bij alle bijzondere gelegenheden, vooral ook voor mijn verjaardagen. Uit die brieven weet ik nu dat hij een heel aparte rol vervulde in het kamp. Hij leerde ook speciaal Japans.'

'Zo van: Ken uw vijand?', vul ik aan, 'Ik heb indertijd overwogen om daarvoor Russisch te teren. Maar dat is nu achterhaald.' 'Nee, zo niet. Hij had gewoon hart voor de mensen om hem heen, ook voor de Japanners. Daarvoor moest hij hun taal kunnen spreken.' 'Toch riskant', bedenk ik. 'Je kunt beticht worden van heulen met de vijand. Laatst is dat onderwerp aan de orde geweest bij Buitenhof. Een geschiedschrijver had een boek geschreven over de 'grijze massa' in de oorlog, maar hij kreeg de wind van voren omdat hij pas laat in zijn boek vermeldde dat zijn vader 'fout' was geweest in de oorlog.' 'Maar mijn vader nam heel duidelijk stelling. Hij weigerde om mee te werken aan 'fout' werk. En het leuke is, dat zijn houding niet alleen door zijn kampgenoten werd gewaardeerd, maar ook door enkele Japanners. Dat is in minstens twee Japanse dagboeken terug te vinden. Mijn boek over het dagboek van mijn vader dat ik voor Japanners geschreven had, bewerk ik nu voor Nederlanders.'

11

'Wat leuk!', zeg ik. 'Ik was eigenlijk van plan om bij de rondvraag daarnet voor te stellen om in Ghepeys en Kloeke Daet niet uitsluitend over het verleden te schrijven, maar verbanden te leggen om te zien hoe dat verleden uitwerkt in het heden. Zeg maar: Wat heb je gedaan met wat je is overkomen. Dan wordt het meer levend. Anders blijven we allemaal zo in het verleden hangen en daar weet ik so wie so niet zo veel van. Ik heb het alleen niet gezegd, omdat de stemming met die 600 reünisten te onrustig was. Je kon bijna niemand verstaan. Maar jouw verhaal zou daar een goed voorbeeld van zijn.' 'Moet je doen!', zegt Wim, 'Lijkt me een heel goed idee.' En hij vertelt verder, nu over zijn moeder. Hoe zij zonder enige haat of wrok jegens de Japanners afscheid van hen vieren heeft kunnen nemen op haar sterfbed in het kamp. 'Dat viel mij toen al op als heel bijzonder. Je maakt toch van alles mee en ik voelde me, als oudste, beschermer van mijn moeder.'

'Wij werden daarna opgevangen door een vrouw die samen met haar zuster het opvangen van oorlogswezen als haar roeping zag. Mijn vader hoorde van het werk van deze vrouw, die hij eenmaal eerder ontmoet had, en vroeg haar in een brief ten huwelijk. Ze wees hem af, want ze vond dit werk te belangrijk. Maar nu komt het. Mijn moeder had in een brief geschreven, dat mijn vader haar heel gelukkig zou maken als hij deze bijzondere vrouw zou trouwen. En die brief droeg ik toen nog om mijn hals!' De tranen staan in mijn ogen als ik zeg: 'Wat mooi! Wat moeten jouw ouders een gelukkig huwelijk gehad hebben!' 'Dat was ook zeker zo', beaamt Wim. 'Maar daarna kon ze toch geen nee meer zeggen?', vraag ik dringend. 'Inderdaad. Ze is mijn tweede moeder geworden en ze heeft net zo liefdevol voor ons gezorgd als mijn eigen moeder. Ik heb ook een heel bijzondere band met haar.'

Wat later vond Wim de dagboekbrieven van zijn vader gewoon in de boekenkast en las ze allemaal als vroegrijpe jonge jongen. Zijn vader zag dat en zei: 'Laten we die nog maar even opzij zetten. Als je wat ouder bent, nemen we ze een keer samen door.' Beiden onthielden dat wel, maar het leven hernam zijn gewone loop en het kwam er niet van. Pas na het overlijden van zijn vader en nu Wim zelf met pensioen is, is hij er weer in gedoken. Hij heeft ook mensen in Japan gesproken. Ik onderbreek hem: 'Je hebt het nu aldoor over je vader. Hoe heeft het eigenlijk op jou uitgewerkt dat je hem zo bewonderde. Heb je niet het gevoel gehad in zijn schaduw te staan? Wat heb jij je ten doel gesteld in je leven?' 'Mijn vrouw heeft er ook wel moeite mee dat ik hier aldoor zo mee bezig ben.', zegt hij dan. 'Ze wil ook niet mee naar Japan. Het dagboek van mijn vader lees ik nu samen met mijn moeder.' 'Je tweede moeder', begrijp ik. 'Ja, inderdaad', zegt Wim. 'Zij is er ook helemaal door gegrepen.' Iemand spreekt me aan en Wim zegt dan: 'Ik zal je nu niet langer ophouden.'

De reünie gaat genoeglijk door en ik meng me weer onder de anderen. Ik heb deze keer ook 'oude vlammen' gezien. Ik merk dat er een soort kristallisatie heeft plaats gevonden. Veel sterren uit het verleden staan wat verdwaasd te wachten op hun bewonderaars. Het doet me denken aan de ijdeltuit uit Le petit prince. Anderen hebben een heel eigen nieuwe glans ontwikkeld. Met velen van hen kan ik als vanzelf een genoeglijk gesprek voeren.

Aan een tafeltje zie ik een man en een vrouw staan, Indonesische types. 'Bent U ook van onze school?', vraag ik de vrouw. 'Nee. Wij verzamelen hier handtekeningen. We willen niet dat deze Japanse film vertoond wordt. Het is geschiedvervalsing.' Ze wijst op de stapels pamfletten die op tafel liggen. 'Als u een handtekening zet, mag u er één meenemen.' 'Maar ik wil niet zomaar mijn handtekening zetten. Ik wil eerst weten wat er in staat. Ik ben ook niet zonder meer voor verbieden. Verbeteren vind ik voldoende.' Ik moet denken aan de handtekening die de aanstaande schoonmoeder van prins Willem-Alexander indertijd gezet heeft met ver reikende consequenties.

12

Ik vertel de vrouw dat ik juist iemand gesproken heb, die vergeven en verzoenen en leren leven met het verleden belangrijker vindt dan het vasthouden van haat. Ze luistert niet echt. En de man staat er zo star en zelf ingenomen bij dat ik me aan hem niet eens waag. Bij mijn pogingen indertijd om mijn eigen ontdekkingen over alternatieve geneeswijzen door te geven, had ik al goed genoteerd dat communicatie begint met belangstellend luisteren. Als die aandacht er niet is, kun je het gesprek wel laten. 'U mag het toch wel zo meenemen', zegt de vrouw dan. Ze heeft kennelijk respect voor mijn volharding. En respect is ook een belangrijk punt bij communicatie.

Als ik een tafeltje verder het pamflet sta te lezen, komt Wim toevallig net naar me toe. Ik zeg: 'Jij wilt je boodschap toch doorgeven? Dan kun je nu de praktijk in.' We zijn het er samen over eens dat alleen de bewuste vrouw een mogelijke ingang is voor een bredere kijk. Even later zie ik ze in gesprek. Ben benieuwd naar het vervolg!

Henny van der Leeden, Best, 23 april 2001 Het Japanse boek van Wim Lindeijer verscheen onder de titel 'Kusjes voor Nel en de kinderen'. De Nederlandse bewerking van bet boek zal voorjaar 2002 uitkomen bij Elsevier. De titel staat nog niet vast.

VAN ONZE COPYWRITERS

Op 1 febr. j.l. overleed Hans Indewey Gerlings. Hij was een aimabele persoon en trouw Vedoaan met hart voor de vereniging, die door zijn vrienden en bekenden op de reünies en daarbuiten zeer gemist wordt. Ruim een jaar voor zijn overlijden zond Hans ons een verslag van een zeereis door de Molukken die hij samen met zijn zoon maakte. Het is spijtig dat hij het verschijnen van het laatste deel in G&KD niet meer mag meemaken. Wij zijn Hans zeer erkentelijk voor alles wat hij voor de vereniging heeft gedaan.

EEN ZEEREISJE DOOR DE MOLUKKEN (3) - Hans Indewey Gerlings Lontar

De volgende dag was een tocht naar het nabijgelegen eiland Lontar gepland. De belangrijkste bezienswaardigheden, die op het programma stonden waren: - de put van Jan Pietersz. Coen - de ruïne van een VOC fort - en menir van den Broecke (met ck), de laatste perkenier.

NB: Menir van den Broecke acht het vanzelfsprekend, dat toeristen (Nederlandse?), die Lontar bezoeken ook bij hem langskomen. Reisleiders kondigen dan ook van tevoren aan, dat zij de volgende dag met de groep bij hem hun opwachting komen maken.

Met een motorprauw naar Lontar gevaren. Een trap van cement leidde naar een desa in de heuvels. Dat viel niet erg mee als je niet gewend bent om trappen te lopen. Moest onderweg vele malen uitblazen en op adem komen. Onze reisleider deelde mede, dat de desa 60 meter boven zeespiegel lag. De put van J.P. Coen is inderdaad een klassieke put met een terrasje van tegels erom heen, want het is een gewijde plaats. Iedere jaar worden hier reinigingsrituelen gehouden door de Bandanezen.

Begin 1600 had de VOC verdragen gesloten met de plaatselijke machthebbers op de verschillende eilanden. De VOC kreeg hierbij het monopolie op inkoop van notenmuskaat en andere specerijen. Afgesproken was, dat de Bandanezen geen handel mochten drijven met Portugezen, Engelsen of andere vreemdelingen, die toevallig deze eilanden aandeden. De machthebbers hebben waarschijnlijk niet helemaal begrepen wat de strekking van de inhoud van deze verdragen was en bleven rustig handelen met een ieder, die hun notenmuskaat wilde kopen.

13

Natuurlijk kwam de VOC hier achter en besloot toen een strafexpeditie naar de Molukken uit te rusten. Aldus geschiedde met de zegen des Heeren en op Banda, Lontar en andere eilanden werd een groot deel van de mannelijke bevolking gewoon uitgeroeid. En op Lontar werden in die put een aantal lijken gedumpt, als extra straf want men wist dat water op deze eilanden schaars is. De put was dus verontreinigd en kon niet meer, nooit meer gebruikt worden en is nu een soort bedevaartsplaats. Een eind verder hebben de Lontarezen overigens een nieuwe put gegraven, die er nu nog ligt en gebruikt wordt.

Het VOC fort is niet meer dan een ruïne; alleen een deel van de ingestorte muren staat nog overeind: de stenen zijn in de loop der jaren gebruikt om er huizen van te bouwen.

Ja, toen de VOC eenmaal een groot aantal mannelijke Bandanezen had uitgeroeid, kwamen zij tot de ontdekking dat de aanvoer van notenmuskaat sterk terugliep. De aanplant werd niet meer onderhouden, nieuwe aanplant van bomen kwam tot stilstand en de noten konden niet meer worden geoogst. Ergo, de VOC had zichzelf in de vingers gesneden. Toen werd besloten om maar Hollanders te "ronselen" voor de productie van specerijen. De VOC was bereid om gratis stukken grond ("perken") ter beschikking te stellen aan hen, die bereid waren om zich op Lontar en andere eilanden te vestigen, uiteraard onder voorwaarde dat zij zich bezig zouden houden met de verbouw van notenmuskaat en de plicht om deze producten alleen aan de VOC te verkopen. Schepelingen, soldaten en ook beambten van de VOC in Jakarta hebben zich in de loop der jaren op de Molukken gevestigd en zo ontstonden de perkeniersgeslachten, die zich tot 1942 hebben gehandhaafd op de verschillend eilanden. Weliswaar hebben zij zich in de loop van drie eeuwen vermengd met de plaatselijke bevolking, maar het bleven Nederlandse geslachten. Na de soevereiniteitsoverdracht in 1950 hebben de perkeniers er de brui aan gegeven en zijn vertrokken. Behalve menir van den Broecke (met ck), zoals hij zichzelf voorstelde. Hij is gebleven en is dus de laatste perkenier. Zij perk werd door de Indonesische regering geconfisqueerd, hoewel hij inmiddels Indonesisch staatsburger was geworden. Alleen zijn originele perkenierswoning aan de baai (daterend uit ca. 1750) en het erf er omheen mocht hij behouden. Later is een klein deel van het oorspronkelijke perk aan hem teruggegeven en nu leeft hij van de schaarse opbrengst van zijn notenmuskaataanplant en datgene wat zijn erf opbrengt aan groenten, fruit, kokosnoten, kippen, eenden en eieren. En van de verkoop van water uit zijn put, een van de twee op het eiland die zoetwater leveren, aan een Japans bedrijfje op Lontar.

Wat menir van den Broecke het meest verdriet is, dat met zijn dood de laatste perkenier zal verdwijnen. Zijn zoon, die ambtenaar is in Jakarta is niet van plan om het perk over te nemen. Tijdens deze ontmoeting serveerde zijn vrouw limonade en enige versnaperingen; de kleur van de limonade is steevast oranje, want van den Broecke is nog steeds een fervente aanhanger van ons Koninklijk Huis, en een fel tegenstander van Suharto en de kliek in Jakarta. Hij stak zijn mening niet onder stoelen en banken. Toen ik de opmerking maakte, dat er ook op Lontar spionnen van de regering konden rondlopen, en of hij niet bang was om gearresteerd te worden, was zijn antwoord: "Nee, de Lontarezen staan achter mij, want die denken er ook zo over"

Overigens is van den Broecke er van overtuigd, dat de legende van Djoyoboyo zal uitkomen; hij verwacht een bloedige revolutie op Java (Indonesia?) en dan valt Indonesië uiteen. Wie weet??

NB: Voor de historische juistheid van bovenstaand verhaal sta ik niet; voor de bevolking van Lontar en omliggende eilanden is het echter allemaal gebeurd zoals ik heb verhaald. In de volksmond heet de put nog steeds "put van Coen".

Voor de middag was een bestijging van de Goenoeg Api gepland. Ook ik had mij in mijn enthousiasme aangemeld voor deze beklimming, daar ik een zwak heb voor werkende kraters. Na de ervaring met het bestijgen van de cementen trap op Lontar tot slechts 60 meter boven zeespiegel, was mijn enthousiasme om de 600 meter hoge Goenoeng Api te bestijgen aardig bekoeld. Dus deelde ik de reisleider mede, dat ik mij terugtrok. Hij gaf mij groot gelijk, want de eerste ca 400 meter door het oerwoud ging nog wel omdat daar een bospad doorheen liep. Maar de laatste 200 meter ging door een ongebaand terrein van uitsluitend steen en lavablokken in de gloeiende hitte.

Uiteindelijk bleven er slechts drie enthousiastelingen over: de beide vrouwelijke groepsleden Annabé en Inez en Jeroen. Nils, Paul en de Australiër gingen liever diepzeeduiken; Jan en ik, de oudsten van

14

het gezelschap nestelden ons op het achterdek van de Ombak Putih met een boek en een drankje. Van daaruit hadden wij een mooi uitzicht op de top en krater van de Goenoeng Api. Ongeveer twee uur later zagen wij dan ook de drie bergbeklimmers en hun gids op de top staan. Weer twee uur later kwam een totaal uitgeput gezelschap weer aan boord. Blij dat ik niet ben meegegaan, want uit hun verhalen bleek het allemaal niet zo erg mee te vallen.

In de loop van de namiddag vertrokken wij van Banda-Neira. Toen de Ombak Putih de baai uitvoer werden wij ingehaald door een kora kora (vroeger de traditionele oorlogsprauw), waarin een twintigtal in kleurig krijgstenue uitgedoste roeiers onder luid geschreeuw zich ongans peddelden om ons schip bij te houden. Zij slaagden er zelfs in de Ombak Putih in te halen onder het slaken van waarschijnlijk overwinningskreten, maar toen onze kapitein volgas gaf, moesten zij de strijd wel op geven. Ik denk, dat zij inmiddels wel uitgeput waren. Ik neem aan dat onze reisleider een en ander van tevoren georganiseerd had, maar het neemt niet weg dat het een leuk stukje folklore is om afscheid te nemen van je gasten.

Daar het gedurende de hele reis vrijwel windstil was, had het weinig zin om de zeilen te hijsen. Om de passagiers een genoegen te doen kreeg de bemanning op de laatste dag de opdracht om de zeilen toch maar te hijsen. En zowaar, het begon even een beetje te waaien, zodat wij toch nog konden genieten van dat fantastische gezicht op die donkerblauwe zeilen.

De laatste avond aan boord van de Ombak Putih werd een afscheidsfeest georganiseerd. Onze kok had weer een voortreffelijke, en vooral feestelijke, Indonesische maaltijd geserveerd. Na de maaltijd verzamelden wij ons met de bemanningsleden, voor zover zij geen dienst hadden op het open voordek, alwaar gemusiceerd werd. Een aantal bemanningsleden was in het bezit van muziekinstrumenten en bovendien waren zij allemaal in staat om volksliederen uit hun eigen streek te zingen. En dat alles onder een heldere tropische sterrenhemel bij een zeer aangename temperatuur. Net zoals het vroeger in mijn jeugd was in Bandoeng, Poerwakarta, Malang en alle steden en stadjes waar ik gewoond heb.

's Nachts voer de Ombak Putih richting Ambon, alwaar wij in Ambon-stad debarkeerden en met een busje naar het vliegveld werden afgevoerd, richting Bali en Lombok, waar wij de laatste twee weken van onze reis hebben doorgebracht.

Toen waren de Molukken nog een vredig gebied; Christenen en Moslims leefden vreedzaam in harmonie naast en met elkaar. Tragisch, dat die harmonie nu totaal is verstoord.. De Molukkenreizen zijn nu opgeschort, maar er zijn nog steeds reizen met de Ombak Putih langs de kleine Soenda Eilanden (Nusa Tenggara) en andere bestemmingen.

Ik kan een ieder aanbevelen om ook eens een zeereisje te maken met de Ombak Putih. Zo'n reis is toch heel iets anders, dan een georganiseerde reis met bussen. Vrijheid, blijheid; je kunt meedoen met de excursies op de verschillende eilanden, maar je bent ook vrij om op ieder willekeurig moment weer naar het schip terug te gaan om op het achterdek te genieten van het uitzicht, een boek te lezen of lekker te dutten. Elk wat wils.

Adres: Mr. and Mrs. N. van Dijk JI Tirta Empul 14; Sanur 80227 Bali - Indonesia TeliFax (62361) 287934

15

BELEVENISSEN IN EEN VREEMD (OF IS HET NIEUW) LAND - Cap v. Balgooy De ziel van alle levende wezens is hetzelfde, alleen hun lichamen zijn verschillend - Socrates. Tineke Holleman schreef mij: ”Jouw artikel is niet bepaald “hot”, je moet meer over belevenissen schrijven”. Beroerd die! Doet mij denken aan Mej. Gruys, die zei: ”Jouw opstel is geen verhaal”. Of soms nog erger: ”Jouw opstel heeft geen begin of einde, het slaat als een tang op een varken” (of was het gendjik). Dus zal ik maar schrijven over belevenissen hier in het verre westen van de USA.

Toen ik hier in Californië aankwam, was het eerste wat ik deed jachtspul vergaren. Mijn kot, mijn kot, alweer zo’n een jachtverhaal. Ja, wat anders? Vanaf mijn geboorte leefde ik rondom jagers . Mijn vader, mijn oom, mijn neven en zelfs de bekende zendeling arts A.C. Zwaan (broer van onze Rector) waren allemaal jagers - al was het alleen op Zondag. O ja, de broodjagers, Mehlbaum, Manot de la Combe en Kaltofen niet te vergeten. Deze waren misschien wel de laatsten (voor 1942) van een vanishing breed.

Terug naar 1961 en Californië. Nadat ik mijn jachtspullen had vergaard, ging ik erop uit. Gauw genoeg ontdekte ik dat het jagen hier (in Californië), niet was als het jagen daar (in Indië). Drijfjachten waren/zijn uit den boze; ‘s avonds jagen was er ook niet bij en daarbij kwam nog de begrenzing van het jachtgebied. Vroeger, daar, kon je ongestoord door een oebi-, rijst-, of djagoengveld lopen. Moet je hier niet proberen. Er is hier wel geen oebi, maar er zijn wel graan- en djagoengvelden. Loop je door zo’n stuk beplant terrein, dus privé terrein, dan ben je gewoon gelijk aan een konijn of hert. Eenvoudig gezegd, een schijf op twee benen.

In elk geval betekende dat jagen en sporen zoeken overdag. Vaak begonnen de jachtseizoenen pas in de zomer als de temperatuur om en bij de veertig graden Celsius was. Nauwelijks op pad of je armen en benen voelden aan als pisang saleh. Je transpiratie verdampt nl. snel en wat er overblijft is een plakkerige zoutoplossing, terwijl je tong aan je verhemelte kleeft.

Gelukkig is hier erg veel federaal land, dank zij Theodore Roosevelt (26ste President van Amerika). Er is meer dan 1,5 miljoen hectare federaal gebied in Californië, waar men in bepaalde seizoenen kan jagen. Nu praten we niet bepaald over een park landschap. Het is of chaparral (bloekar), eikenbos, of naaldbomenbos, met ertussen gragal (gebroken rots) velden. De chaparral of te wel bloekar is niet te vergelijken met die van daar (Indonesië). Het is vaak een mengsel van ceanothus (C. cordulatus), manzanita (Arctostaphylos), en andere taaie en stekelige planten zoals de yucca (Yucca whipplei). De laatst genoemde plant is volgens mij een verbasterde ananasplant. Met stekels aan het eind van de bladeren die door een leren schoen gaan als een heet mes door boter. Je kunt je wel voorstellen wat het resultaat is als je achteruit tegen zo’n ding aanloopt. De eikenbossen (voorn. Quersus chrysolepis) zijn wel mooi op een foto, maar als je er doorheen loopt maak je kabaal als een zwangere olifant. De dennenbossen zijn vrij open, maar met een laag van wel twintig centimeter droge dennennaalden is lopen moeilijk en sporen zoeken onmogelijk. Ondanks dat Californië een woestijn gebied is, is er betrekkelijk weinig zand. Wel veel stenen en weinig water. Omdat Californië uit een stuwgebergte bestaat, zijn hellingen van 45 graden of meer de regel. Op sommige plaatsen beweegt Californië meer dan een centimeter per jaar noord-westwaarts, in de richting van de Pacific.

Behalve de zojuist genoemde jachtbelemmeringen, kreeg ik als jager ook nog te kampen met jachtreglementen. Als je een jachtacte kocht kreeg je meteen een dik boek mee, wel vijftig pagina's, met do-s & don’t-s. Daar stond niet alleen in waar je op mocht jagen, waarmee, wanneer en hoeveel buit je mocht hebben, maar ook welk beest absoluut beschermd en absoluut onbeschermd was. Elk beest stond erin, van hert tot mus. Achterin volgde een lijst van dieren waar je wat aan kon verdienen. Voor een kraai kreeg je 10 cent, voor een ekster (Pica nuttalli) 15 cent, en voor een mountain lion of poema (Felix concolor) honderd dollar voor een mannetje en honderdvijftig voor een vrouwtje (wie zegt dat de vrouwen niet meetellen). Dit was dus in de jaren 60. Op een goede dag - het moet een goede dag geweest zijn - zat ik in de Topa-Topa mountains (150 km ten noorden van Los Angeles) tegen de helling van een ravijn een paar honderd meter boven een watering hole (bron) te posteren. Mijn jachtvriend, Fred Dreckmeier, zou bovendien een uur of zo later de bron die op de bodem van het ravijn lag, verborgen onder bomen en struiken, van de

16

andere kant benaderen. Hij fungeerde dus min of meer als een “drijver”, behalve dan dat hij een 6mm Mannlicher bij zich had - zulke drijvers had je daar ook niet.

Ik zat in het midden van de chaparral, en hoewel ik de overkant van het ravijn en de bergrug achter mij vrij goed kon zien, had ik niet meer dan vijftien meter vrij zicht om me heen.

Het was een hele poos stil, ik hoorde geen vogels en zelfs de vervelende no-see-ums (gnats) waren nergens te bekennen. Een hertenluis (lijkt op een kutu busuk , maar dan met hele lange voorpoten) kroop langzaam mijn laars op. Met zijn extra lange voorpoten trok hij zich beetje bij beetje op. Ik maakte een einde aan zijn geklim door hem met mijn jachtmes in tweeën te snijden. Na ongeveer een uur zag ik Fred aan de overkant van het ravijn de bron benaderen en in het groen verdwijnen. Geruisloos liepen twee hindes (Odocoileus hemionus), waar niet op gejaagd mocht worden, aan de overkant de helling op. En verder bleef het doodstil. Zelfs de wind liet verstek gaan.

Plotseling werd de stilte verstoord door een zacht geritsel, een droog blad werd plat getrapt, rechts van me. Mijn reactie was: “Dat kan geen hert zijn! Is het een konijn? Of misschien wel een muis!” Direct haalde ik de haan over en draaide de loop van mijn geweer in de richting van het geluid. Geen twee seconden later gleed een poema (Felix concolor) op een meter of vijf langs, bleef staan en keek mij verbaasd aan. Het einde van haar staart kwispelde net als die van een huiskat die op je schoot wil springen. Het heeft nauwelijks vijftien seconden geduurd, maar alles flitste door mijn hoofd.

Een mountain lion! Poema! Cougar!..... een vrouwtje (het jagersoog), $ 150 - veel voor een arme immigrant. Ze is beslist op zoek naar eten voor haar kroost. Wat een pracht beest. Groen-bruine ogen, licht bruine vacht, en klauwen zo groot als een etensbord. Het lijkt op een karikatuur kat met die extra grote klauwen.

Alleen dat deze kat wel 50 kilo weegt. Honderdvijftig dollar plus dat vel voor een pracht tapijt. Ach nee, zij jaagt, ik jaag, we zijn beide hertenjagers.

De haan van mijn geweer was weer op rust......... en weg was ze. Even geruisloos als zij gekomen was.

Toen ik het voorval later aan Dreckmeier vertelde, was hij buiten zichzelve. “Je had een Mannlicher kunnen kopen, of een down payment kunnen neertellen voor een nieuwe auto. Dat beest wordt vroeg of laat toch doodgeschoten door een andere jager, die misschien al twee Mannlichers heeft en een nieuwe auto.”

Wel, dat was allemaal mogelijk. Maar ik was tevreden met mijn twee cilinder Lloyd (Borgward) en over and under Savage. Niet lang na dat voorval, lag ik op een dag afgepeigerd op mijn rug tegen een helling, tegenover de Sespe Widerness (150 km. ten noordoosten van Los Angeles) onder de dennenbomen, toen ik een groot gevaarte langzaam parallel met de helling op zag zweven. Nee ik zag ze niet vliegen. Het was een enorme zwarte vogel, met een vlucht van wel twee meter, als niet meer. De onderzijde van de zwarte vleugels was wit en de kop was roodachtig en kaal. Ik greep naar mijn geweer en keek naar het langzaam over de bomen zwevende gevaarte. Dit is een vreemde vogel, dacht ik bij mijzelf. Het zou een voor-wereldlijke vogel kunnen zijn, maar dan is het misschien de laatste van zijn soort. Ik besloot het “monster” te laten gaan, want nu ik het een keer had gezien, zou ik het wel nog ‘n keer zien. Een vogel moet nl. vliegen en kan zich niet in de struiken verstoppen.

17

Later, toen ik Dreckmeier weer zag, beweerde hij ook zo’n grote vogel gezien te hebben. Geen van ons had ooit (niet hier en niet daar) zo’n reusachtige vogel gezien. Wij besloten ons licht op te steken bij de lokale forest warden (soort boswachter). Natuurlijk zouden we hem niet vertellen dat we zo’n grote vogel hadden gezien. Verbeeld je dat hij er zelf opuit ging om de prooi te bemachtigen. Toen wij het erf van de Forest Service (boswezen) opreden hoefden wij niets meer te vragen (zie foto). Daar stond met grote letters: Condor protected bird, gevolgd door een bloemlezing.

Wat is de strekking van dit verhaal? Indien je in een vreemd (nieuw) land bent en iets ongewoons ziet, sla dan niet op hol.

Naschrift: Sommige lezers zullen denken “Wat een land, waar ze je betalen voor het wegschieten van beesten”. Voor “the good and the bad” is dat intussen allemaal veranderd. Een kraai behoort tot de beschermde vogels en van de mountain lion kan je beter wegblijven. Het schieten van zo’n kat kan de binnenkant van een gevangenis betekenen. Alleen als er zich eentje binnen de bebouwde kom waagt wordt hij/zij door een officieel aangestelde persoon doodgeschoten ter voorkoming van conflicten. De burgerij staat nl. altijd klaar om iemand (in dit geval de regering) voor de bali te roepen. Natuurlijk worden ettelijke gestroopt vanwege hun huid.

De condor (Gymnogyps californianus), een grote aasgier, is nagenoeg uitgeroeid. Er zijn ongeveer vijftig in dierentuinen (met name San Diego) en ongeveer vijftien vogels zijn uit gevangenschap weer losgelaten in hun oorspronkelijke domein, nl. in de San Rafael Mountains (bij Santa Barbara) en de Grand Canyon (Arizona). Cap van Balgooy 884 W. Cumberland St., Upland, CA 91786 USA 18 Augustus 1999

18

Inleiding op gedicht van Jan Prins Christiaan Louis Schepp (1876 - 1948) was tot 1925 zeeofficier. Daarnaast was hij een zeer verdienstelijk vertaler, zowel uit het Engels als het Frans, uit welke taal hij o.a. fabels van La Fontaines vertaalde.

Onder het pseudoniem Jan Prins publiceerde hij ook gedichten. Gezien zijn beroep is het niet verwonderlijk dat deze gedichten nog wel eens de zee en schepen tot onderwerp hebben. Een belangrijk thema voor Jan Prins was ook de natuur, zowel de Nederlandse als de Indische. De laatste zijn gebundeld in "Indische gedichten" (1932).

DE WEGEN - Jan Prins

Alom in ’t Javaanse land Telkens hoger klom zijn lied Gaan de wegen, gaan de wegen En nog lang, nog lang nadien Donkerte in en zonnebrand. Heeft zijn klare stem geklonken. Waartoe, waartoe voeren zij? Niemand heeft hem weergezien. Tot de verten, tot de verten van de kim Maar bij tijden, naar men zegt, En daar voorbij Als zich de avond zonne-dronken, En tot de verheven rust Zo een pauw die staat te pronken Der geweldige vulkanen Wijd over de wolken legt, Gaan zij op vanaf de kust. Als nabij den kraterrand Hoever men ze langs kan gaan? Schaduwen en vreemde schimmen Tot het einde, tot het komend De verlatenheid beklimmen, Einde zelf van dit bestaan. Waar de rode zon in brandt, En waar men zich vindt gebracht? Ziet men in die wildernis Voor de stilte, voor de koele Over hellingen en holen Diepe stilte van de nacht. Eenzaam een gestalte dolen. Eenmaal is een wandelaar, En opeens wordt men ’t gemis Zegt men, langs de late wegen Zich bewust van wat in ’t leven ’t Avond-hoogland ingestegen Nimmer te verwerven is. Tot de verren zoom vanwaar Men de wereld overziet.

19

DAGBOEK van een JAPANSE SOLDAAT (3) Voorwoord: voor de nieuwe leden die voor het eerst G&KD ontvangen volgt hier een korte inleiding. Dick Loembang Tobing vond in maart 1942 in de buurt van Lembang een dagboek van een

Japanse soldaat, Kumada Hayashinotoshi. Het N.I.O.D. heeft het laten vertalen. Volgens de vertaler was Kumada een agrariër, minstens 19 jaar oud met een minimale opleiding (lagere school).

Dick heeft gepoogd de schrijver van het dagboek op te sporen, tot nu toe echter zonder succes.

De eerste dagen van dit dagboek publiceerden wij in G&KD nr. 3, 2000 en G&KD nr. 1, 2001. De eerste aflevering begon met SHOWA 16, 12de maand, 1ste dag (1 – 12, Maandag). Showa 16 betekent (vlgs. de vertaler): het 16de kalenderjaar na de troonsbestijging van de keizer

Showa in 1926. Showa moet derhalve een andere naam van Hirohito zijn. Showa 1 = 1926. Showa 16 is dus 1941.

Aangezien het dagboek in het begin dagen beschrijft, die gevuld zijn met telkens terugkerende min of meer gelijke handelingen en oefeningen, heeft de redactie -in overleg met Dick- besloten slechts die passages en dagen over te nemen, die van enige interesse zijn.

Opvallend in de niet vermelde passages zijn soms het minderwaardigheidsgevoel van de schrijver en de uitgesproken schaamte over eigen en/of groepsfalen.

Bijvoorbeeld: Een wedstrijd in bajonetvechten gehouden. Mijn ploeg was slecht. Wij maakten geen twee punten, het spijt mij erg, maar ik had wel gedacht, dat wij niet goed waren.

of: Wanneer ik op de werkuren van vandaag terugzie, ben ik niet waard om op eigen gelegenheid te eten en te drinken.

Hij is kennelijk wel trots op de taak van zijn groep, want hij schrijft daarover het volgende: Onze commandogroep is uitsluitend belast met ordonnansendienst. De taak van ordonnans bij een post is buitengewoon belangrijk, dat voelde ik als werkelijkheid in mijn binnenste.

14 - 1, Woensdag. Op de 16 a.s. worden wij een compagnie onder de Japanse vlag. Op de les hoorden wij dat wij naar Hiroshima gaan. 's Middags de compagniesgoederen en de ons verstrekte gouvernements-goederen in orde gebracht. Vanavond de laatste vier brieven verzonden.

17 - 1, Zaterdag. Helder weer. Vandaag zijn wij tenslotte in de richting van Hiroshima gegaan. Om 5.30 uur reveille. De tot nu toe gebruikte goederen in zijn geheel ingeleverd. Om negen uur hadden wij de Shashi kazerne achter ons en gingen wij in de richting van het station. Om elf uur in de trein gestapt. Bij het vertrek van de trein voel ik mij verdrietig. Daar wij veel overdag in de trein zijn, kijken wij uit en zien, dat wij in de tussentijd langs Nagoya, Gifu, Kuyoto, Osaka en Kobe rijden en verder langs Okayama naar Hiroshima. Uit louter baldadigheid zongen en lachten wij. Van vreugde niet geslapen. Om vijf uur in de ochtend bereikten wij het doel, het station van Hiroshima. Volgens mijn eigen idee moest Hiroshima zoel zijn, maar buiten verwachting viel er koude sneeuw. Voorbij Kyoto zag ik 1 shaku 5 sun1 dikke sneeuw. Van het station werden wij met auto's naar de kwartieren in de een of andere wijk gebracht. Verschillende corveeën gedaan. Om half twaalf naar de eigen kamers gebracht. Wij waren in een huis en ik had het gevoel of wij een uitstapje maakten.

18 - 1, Zondag. Helder weer. Na het eten om half zeven aangetreden. Zo langzamerhand moeten de legergoederen naar de golfbrekers gebracht worden. Tot elf uur goederen in het schip geladen. Daarna aan boord gegaan en die goederen in het ruim gestapeld. Om twaalf uur gegeten. O 15.30 uur haalde het transportschip het anker op en voer weg in zuidelijke richting. Ofschoon wij aan boord van een schip zijn, komt alles vlot voor elkaar. We varen met een snelheid van ongeveer zeven mijl.

19 - 1, Maandag. Het transportschip is reeds bij Shimonoseki aangekomen. Wij mogen niet naar het bovendek gaan. Alleen vandaag zullen we Japan nog zien. … Iedere sectie levert scheepswacht en uitkijkposten, een buitengewoon drukke bezigheid. Wij doen die dienst niet, het spijt mij erg. In deze nacht zullen wij met een groep schepen naar het zuiden varen. 21 - 1, Woensdag. Op een niet te registreren plaats zijn we stil gaan liggen. Gelukkig, dat de zon met zijn helder gezicht rood over de wijde wereld tevoorschijn kwam. Om 10.00 uur voer het transportschip weer voorwaarts in Zuidelijke richting. Tot 11.30 uur konden wij niet op het bovendek

1 ca. 40 cm

20

komen. Daar de golven van de Pacific steeds wilder worden is het grootste gedeelte van de soldaten reeds zeeziek geworden. Ik zelf voel mij niet lekker. Ik heb geen zin in drinken en eten.

22 - 1, Donderdag. Gisteren en vandaag waren er buitengewoon wilde golven. In het schip kan je niet staan. Naar het dek gegaan om frisse lucht te ademen. Vliegtuigen van de Keizerlijke Marine wuifden met de hand naar de groep transportschepen. Wij hebben broederlijke liefdesgevoelens. De groep transport-schepen bestaat uit 21 schepen. Daaromheen zijn de beschermende oorlogsschepen. De vorm is zo, dat ik er een foto van zou willen nemen.

23 - 1, Vrijdag. In vergelijking met gisteren zijn de golven vandaag kalm. Waar je ook kijkt, nergens is land te zien. De groep transportschepen vaart prachtig in een rij. Bij het naar het zuiden gaan, wordt het iets warmer. 's Middags binnen geveegd en alle maatregelen getroffen voor het geval het schip tot zinken wordt gebracht. Wij bezitten nu de juiste geestelijke bereidheid, om met een innerlijke gesteldheid ons op te offeren voor het Keizerrijk, op welk tijdstip ook ons graf in de golven te vinden.

25 - 1, Zondag. … Het schijnt dat wij morgen in de een of andere haven van Formosa aankomen. Vandaag is het een week sinds wij aan boord stapten. Ik ben al goeddeels aan het zeeleven gewend.

26 - 1, Maandag. … De groep transportschepen is bij Formosa bij Zuid Höko2 eiland aangekomen.

27 - 1, Dinsdag. Na het appèl naar het bovendek gegaan. Wanneer je aan alle kanten om je heen kijkt, zie je de groep transportschepen in een frontlinie van drie colonnes liggen. Wij zijn gistermiddag bij Höko-shima, een eiland aan de kust van Formosa stil gaan liggen. 's Middags zijn de schepen in zuidelijke richting afgevaren. Door de buitengewoon hevige wind is de zee vandaag erg woelig. Het klimaat van Formosa is ongeveer zoals in mijn dorp in Maart en April, de tijd, dat het zo warm is, dat alles in bloei komt. Wij varen nu naar het zuiden van een plaats, die op de helft van de afstand tot ons doel is gelegen. Van nu af over ongeveer tien dagen zal wel de landing op de plaats van bestemming plaats hebben!

28 - 1, Woensdag. Ik dacht dat wij in zuidelijke richting zouden doorvaren, maar wij hebben vandaag in de haven van Tökö overnacht. Dertig schepen hebben zich bij de groep transportschepen gevoegd. Het lijkt erop dat wij morgen zullen vertrekken. ... Op het dek frisse lucht ingeademd. Ik zag voor mijn ogen de gezichten van mijn familie, gezien, broers en zusters als schaduwen voorbijtrekken.

29 - 1, Donderdag. Helder weer. Vandaag om zeven uur uit de haven van Tökö vertrokken en in de richting van Takao gevaren. 's Middags om vier uur in de prachtig gelegen haven van Takao op Formosa aangekomen. Het aantal oorlogsschepen, dat in de haven van Takao een volledige bescherming geeft aan de groep transportschepen bedraagt ruim vijftig stuks. Bij aankomst aldaar was de hitte werkelijk onbeschrijfelijk. Onderweg van Tökö naar Takao waren er veel grote vissen en zeekoeien. Ik ben vanavond bevorderd tot ordonnans van de scheepswacht en luchtwacht.

1 - 2 , Zondag. … Wij zijn drie à vierhonderd meter dichter bij de plaats Takao gaan liggen. De groep transportschepen bestaat misschien wel uit honderd schepen.

3 - 2, Dinsdag. Helder weer. De transportschepen zijn vandaag om acht uur vertrokken en varen naar het zuiden in de richting van het eiland Hainan. Om te beginnen hebben we tenslotte het laatste Japanse land gehad. Naar genoegen bananen en ananassen gegeten. Om tien uur was de haven van Takao weg en verdween Formosa uit het gezicht. Vandaag heb ik de 1 : 50.000 kaarten van ons land van bestemming, Java, geordend. We varen nu naar de woeste Zuid-Chinese Zee.

2 een eiland van de Pescadoresgroep

21

ALGEMENE GEGEVENS Bestuur en Redactie

Tineke Holleman-Bangert, voorziter Gentiaanstraat 11, 1402 CP Bussum Telefoon: 035 693 0650 E-mail: [email protected]

Noesje Kiliaan, secretaris Fahrenheitstraat 68, 7316 KZ Apeldoorn Telefoon: 055 521 8299

Eric Holleman, penningmeester Gentiaanstraat 11, 1402 CP Bussum Telefoon: 035 693 0650

Walter Burger, feestcommissaris Meloenstraat 140, 2564 TL Den Haag Telefoon: 070 323 5651 E-mail: [email protected]

Thelma Jellema-van Dort, lid Klaverweide 210, 2272 BZ Voorburg Telefoon: 070 355 7597 E-mail: [email protected]

Rob Westbroek, redacteur G&KD Dordogne 12; 3831 EK Leusden Telefoon: 033 494 1419 E-mail: [email protected]

Redactieadres: Zie Tineke Holleman

Lidmaatschap: Het lidmaatschap staat open voor oud-curatoren, oud-docenten en oud-scholieren van het Christelijk Lyceum te Bandoeng, alsmede voor hun partners, ex-partners en weduwen / weduwnaars. Contributiebedraagt vanaf 2002 € 7,50 per jaar inclusief toezending van dit blad. U wordt vriendelijk doch dringend verzocht de contributie binnen een maand te voldoen. Het bestuur geeft er de voorkeur aan dat u dit doet d.m.v. de acceptgiro die u aan het begin van het jaar wordt toegezonden, aangezien hierop uw naam, lidnummer en eventueel achterstallige contributie vermeld zijn. Indien u de contributie op andere wijze voldoet, wordt u verzocht daarbij uw naam en lidnummer te vermelden. Bankrelatie: Postgirorekeningnummer 53.78.57 t.n.v. Penningmeester Vereniging VEDO, Bussum