praktijkboek passiefhuis

13
Praktijkboek Passieuis 28-8-2015 11:45:42

Upload: truongdat

Post on 11-Jan-2017

236 views

Category:

Documents


5 download

TRANSCRIPT

Praktijkboek P

assiefhuis

Passief Bouwen.nl

De Stichting PassiefBouwen.nl is in het leven geroepen om de toepassing van passief bouwen in Nederland te stimuleren. Passief bouwen is bouwen (en renoveren) met toekomstwaarde, met een hoog comfort, een gezond binnenmilieu en aanzienlijke energiebesparing als resultaat. De Stichting heeft voor de Nederlandse markt een keurmerk (Passief-Bouwen Keur) ontwikkeld, op basis waarvan nieuwe en gerenoveerde woningen, scholen en andere gebouwen worden gecertificeerd. Het bevorde-ren van kennisoverdracht over passief bouwen (waaronder het mede-uitgeven van dit Praktijkboek Passiefhuis) is één van de taken van de Stichting.

SBRCURnet

SBRCURnet is een onafhankelijk kennisnetwerk voor de gehele bouwsector. Wij zorgen er voor dat professionals in de Burgerlijke en Utiliteitsbouw en in de Grond-, Weg- en Waterbouw hun werk beter kunnen doen.

Wij brengen partijen uit de bouwsector met elkaar in contact voor het ontwikkelen van nieuwe vakkennis over actuele vraagstukken. Wij voorzien de sector van betrouwbare, bruikbare vakkennis. Dat doen we door kennis uit te geven in een breed scala aan producten en diensten. Bovendien helpen we bij het implementeren van kennis.

ARTIKELNUMMER 602.15ISBN 978-90-5367-611-0

Praktijkboek Passiefhuis

omslag-praktijkboek-passiefhuis-v1.indd 1 28-8-2015 11:45:42

AansprakelijkheidSBRCURnet en degenen die aan dit product hebben meegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het samenstellen van deze publicatie. Toch kan niet worden uitgesloten dat de inhoud onjuist-heden bevat. De gebruiker van dit product aanvaardt daarvoor het risico. SBRCURnet sluit, mede ten behoeve van de auteurs, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van infor-matie uit dit product.

© SBRCURnetAlle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opge-slagen in een geautomatiseerd gegevens-bestand, getransformeerd tot software of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestem-ming van de uitgever.

Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 in verbinding met het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedin-gen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloem lezingen, readers en andere compila-tiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient u zich te richten tot: SBRCURnet, Postbus 516, 2600 AM Delft.

No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm, stored in a database or retrieval system, or any other means without written permission from the SBRCURnet.

ColofonSBRCURnet-projectmanagerRuud GeerligsCoördinatie en begeleidingBram van der Valk, SBRCURnetVormgevingLinda de Haan, SBRCURnetDrukPrintSupport4U

Delft, september 2015Artikelnummer: 602.15

Relevante SBRCURnet-producten SBR-Referentiedetails476.12 Handboek Houtskeletbouw360.13 Luchtdicht bouwen812.11 Energiebesparingsmogelijkheden bestaande

woningen

Meer informatieU vindt meer informatie over alle SBRCURnet-producten en -projecten op www.sbrcurnet.nl.

Wilt u op de hoogte blijven van onze activiteiten? Meld u dan via www.sbrcurnet.nl aan voor onze gratis e-mailnieuwsbrief.

Heeft u meer vragen over deze publicatie?Bel met de afdeling verkoop via (015) 303 05 00 of stuur een mail naar [email protected].

602.15-praktijkboek-passiefhuis.indd 2 28-8-2015 11:44:45

Praktijkboek PassiefhuisSBRCURnet, Delft september 2015

602.15-praktijkboek-passiefhuis.indd 3 28-8-2015 11:44:45

Praktijkboek Passiefhuis

5

Voorwoord

In 2009 verscheen de SBR-publicatie Uitwerkingsin-structie toolkitconcepten Passiefhuis - Eengezinsrijwo-ning Ri7 en Twee-onder-een-kapwoning. Het passief-huisconcept stond in Nederland, in tegenstelling tot de ons omringende landen, in de kinderschoenen en was meer theorie dan praktijk. Het aantal voorbeelden was op de vingers van één hand te tellen. Specifieke pas-siefhuisproducten waren beperkt beschikbaar of zelfs nog in ontwikkeling.

Passiefhuis is nu ook in Nederland een begrip geworden en is synoniem met energiezuinige bouw. De enorme ontwikkeling die passiefhuis de laatste jaren heeft doorgemaakt is dan ook de aanleiding dat de publicatie geheel vernieuwd is en nu als Praktijkboek Passiefhuis gepresenteerd wordt.Tijdens de voorbereiding bleek dat samenwerking de beste manier is om een Praktijkboek Passiefhuis te maken. De kennis en kunde van Stichting Passiefbou-wen en haar leden, gecombineerd met de kennis en kunde van SBRCURnet zijn in het Praktijkboek verenigd. Aan de hand van de oude publicatie is het praktijkboek geheel herschreven en aangevuld door: • Chiel Boonstra, Trecodome: voor installatie • Ruud Geerligs, SBRCURnet: voor tekeningen en

details • Andries Laane, Villanova: voor renovatie • Harm Valk, Nieman: voor bouwkundige zaken

en proces

Zoals gebruikelijk bij SBRCURnet is ook dit praktijk-boek inhoudelijk begeleid door een commissie. De commissie bestaat uit: • Henk Kaan, Adviesraad Stichting Passiefbouwen.nl • Evert van Kampen, Bladgroen • Albert van Lohuizen, Brink Climate Systems • Eric Las, Kingspan • Ben Westenburger, Rothuizen Architecten Stede-

bouwkundigen • Ivo van Rooy, Saint-Gobain Isover • Chris Zijdeveld, Stichting Passiefbouwen.nl • Erik Groendijk, Sto Isoned • Roland Schuurma, Tremco Illbruck • Nelleke Nelis, VACpunt Wonen • Henk Sijbring, VFK

Het Praktijkboek Passiefhuis is mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

De transformatie van manuscript naar publicatie is begeleid door Bram van der Valk van SBRCURnet.

De begeleidingscommissie, Stichting Passiefbouwen.nl en SBRCURnet verwachten met het uitbrengen van dit praktijkboek een bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van het passiefhuis-concept.

Ruud GeerligsThemamanager SBRCURnet

602.15-praktijkboek-passiefhuis.indd 5 28-8-2015 11:44:45

Praktijkboek Passiefhuis

6

602.15-praktijkboek-passiefhuis.indd 6 28-8-2015 11:44:45

Praktijkboek Passiefhuis

7

Inhoud

1 Inleiding 9

1.1 Algemeen 9

1.2 Doelstelling publicatie 9

1.3 Leeswijzer 9

2 Passiefhuisconcept 11

3 Bouwproces 15

3.1 Stedenbouw en oriëntatie 15

3.2 (Schets)ontwerp 15

3.3 Inzet van de bouwfysische rekenmethode

PHPP 15

3.4 Integraal ontwerp 16

3.5 Proces/borging 16

4 Bouwkundig ontwerp 19

4.1 Kwaliteit bouwkundige

componenten 19

4.1.1 Bouwkundige kenmerken 19

4.1.2 Warmtebehoefte en schilindex 19

4.2 Thermische schil 20

4.2.1 Buitengevels 20

4.2.2 Beganegrondvloer 22

4.2.3 Verdiepingsvloer 24

4.2.4 Dakconstructie 25

4.3 Lineaire warmteverliezen 25

4.3.1 Lineaire warmteverliezen in de EPC 26

4.3.2 Berekeningsmethode 26

4.4 Luchtdoorlatendheid 27

4.4.1 Luchtdichtheidsklassen en aandachtspunten 29

4.4.2 Uitvoering luchtdichting 30

4.4.3 Luchtdichtheid en EPC-berekening 30

4.4.4 Meten van de luchtdoorlatendheid 31

4.5 Thermische massa 31

4.6 Geluid 32

4.7 Brandveiligheid 33

4.8 Duurzaam materiaalgebruik 33

4.9 Kozijnen en beglazing 34

4.9.1 Kozijnen 35

4.9.2 Beglazing 36

4.9.3 Deuren 37

4.9.4 Aansluiting kozijn-gevel 37

4.9.5 Uitvoering kozijnen en beglazing 38

4.10 Gebouwgebonden buiten-

zonwering 38

4.11 Zomernachtventilatie 39

4.12 Gebruikersinformatie 41

5 Installatieontwerp 43

5.1 Installaties algemeen 43

5.2 Ventilatie 44

5.2.1 Basisventilatie 44

5.2.2 Zomernachtventilatie 45

5.2.3 Spuiventilatie 46

5.2.4 Aandachtspunten ventilatievoorzieningen 46

5.2.5 Gebalanceerde ventilatie met hoogwaardige warm-

teterugwinning 47

5.2.6 Bediening en standenregeling 47

5.2.7 Installatietechnische aandachts-

punten 48

5.2.8 Energetische aandachtspunten 50

5.3 Tapwater- en ruimteverwarming 51

5.3.1 Hr-107 combiketel 51

5.3.2 Zonneboiler 53

5.3.3 Lucht- of bodemwarmtepomp 54

5.3.4 Micro-wkk 55

5.3.5 Stadsverwarming 56

5.3.6 Blokverwarming 56

5.3.7 Afgiftesystemen ruimteverwarming 56

5.3.8 Watergevoed lagetemperatuur-

verwarmingssysteem 57

5.3.9 Naverwarmer in de ventilatielucht 58

5.4 Ontwikkelingen 58

5.5 Gebruikersinformatie 60

5.6 Duurzame energieopwekking: passief en ener-

gieneutraal bouwen 60

6 Passiefrenovatie 63

6.1 Algemene inleiding 63

6.2 Bouwkundig ontwerp 63

6.2.1 Beperkingen 63

6.2.2 Programma 64

6.2.3 Haalbaarheidsstudie? 64

6.2.4 Interactief 64

6.2.5 Levensduur 64

6.2.6 Isolatieprincipes 65

6.3 Bouwfysica en geluid 69

602.15-praktijkboek-passiefhuis.indd 7 28-8-2015 11:44:45

Praktijkboek Passiefhuis

8

6.3.1 Luchtdichting 69

6.3.2 Damprem 70

6.3.3 Koudebruggen 70

6.3.4 Bestaand daglicht 71

6.3.5 Geluid 71

6.3.6 Zomernachtventilatie 72

6.4 Installaties 72

6.4.1 Algemeen 72

6.4.2 Specifieke aspecten bij renovatie 72

6.4.3 Installatieruimte 73

7 Financiële aspecten 75

7.1 Inleiding 75

7.2 Stichtingskosten 75

7.3 Exploitatiekosten 76

7.4 Toekomstwaarde 77

8 Uitgewerkte Nederlandse voor-beelden 79

8.1 Voorbeeld 1 Renovatie Binnengasthuisstraat,

Zwolle 79

8.1.1 Projectkenmerken 79

8.1.2 Bijzonderheden 80

8.2 Voorbeeld 2 Energieleverend passiefhuis Ze-

nderink, Wierden 81

8.2.1 Projectkenmerken 81

8.2.2 Bijzonderheden 82

8.3 Voorbeeld 3 Velve-Lindenhof, Enschede 85

8.3.1 Projectkenmerken 85

8.3.2 Bijzonderheden 85

8.4 Voorbeeld 4 Passiefhuisrenovatie Lutte- en

Denekampbrink, Enschede 88

8.4.1 Projectkenmerken 88

8.4.2 Bijzonderheden 89

9 Selectie SBR-Referentiedetails 93

9.1 Details serie Houtskeletbouw binnenspouw-

blad en gemetseld buitenspouwblad 93

9.2 Details serie Gemetseld binnenspouwblad en

gemetseld buitenspouwblad 101

602.15-praktijkboek-passiefhuis.indd 8 28-8-2015 11:44:45

Praktijkboek Passiefhuis

9

Inleiding 1

1.1 Algemeen

De eerste initiatieven om in Nederland op enige schaal over te gaan tot passief bouwen dateren uit de periode 1982 tot 1994, toen in de gemeente Schiedam het gebruik van passieve elementen bij het ontwerpen van woningbouwplannen dringend werd aanbevolen.

In 1982 ontwierp de architect Jon Kristinsson voor Schiedam al een kleine 200 woningen die geheel op passieve principes waren gebaseerd en waarvan het feitelijke energiegebruik voor ruimteverwarming onder de 300 m3 aardgas per jaar bleef. Als die woningen waren voorzien van een moderne warmtewisselaar in het systeem voor balansventilatie, zou die prestatie aardig in de buurt komen van de prestatie die door de Stichting PassiefBouwen.nl voor het behalen van het Nederlandse Passief Certificaat zijn geformuleerd.

Passieve principes bleken in Schiedam met groot succes te kunnen worden gebruikt. Zo werden aldaar in 1994 zonder meerkosten woningen gebouwd waarvan de prestaties aardig in de buurt komen van concepten die nu ontwikkeld worden om een EPC van 0,4 te halen. Het voornaamste verschil ligt in de toepassing van een zonneboiler die water opwarmt dat in de woning recht-streeks opgeslagen of gebruikt wordt, in plaats van zon-nepanelen die hun opgewekte elektriciteit grotendeels aan het net voeden.

Behalve de SBR-publicatie Uitwerkingsinstructie Toolkit-concepten Passiefhuis uit 2009, die niet meer voldoet aan de huidige stand van zaken op het gebied van passief bouwen, is er voor de bouwpraktijk nauwelijks een Nederlandstalige publicatie die voor bouwpartijen als een handboek voor passief bouwen kan worden gebruikt. Gezien het boven beschreven potentieel van de toepassing van passieve principes is dat juist tegen de huidige achtergrond een gemis. Daarom hebben SBRCURnet en Stichting PassiefBouwen.nl het initiatief genomen tot de uitgifte van deze publicatie, die naar wij inschatten in een grote behoefte zal voorzien.

Bij het schrijven van deze publicatie kan inmiddels worden vastgesteld dat de principes van passief bouwen uitstekend passen bij de wens naar gezondere scholen. Er zijn inmiddels meerdere nieuwbouwprojec-ten waarbij gezonde scholen ook passieve scholen zijn (of omgekeerd).

Maar ook bij utiliteitsbouw liggen grote mogelijkheden. Het meest spectaculaire voorbeeld hiervan is een oude

graansilo in Middelburg die tot passief kantoorgebouw werd verbouwd, met alle voordelen van dien.

1.2 Doelstelling publicatie

Deze publicatie is bedoeld om inzicht te geven in de achtergronden van het passiefhuisconcept en de moge-lijkheden die het concept biedt om de gestelde ener-giedoelstellingen met behoud van comfort en gezond-heid te realiseren.

De nadruk van de publicatie ligt op het bouwkundig en installatietechnisch ontwerp. Alhoewel los van elkaar behandeld, is een integratie tussen het stedenbouw-kundig (zo mogelijk), bouwkundig en installatietech-nisch ontwerp essentieel voor het welslagen van het passiefhuisconcept. Aangezien de grootste bouwop-gave de komende jaren ligt bij de bestaande voorraad, is er apart aandacht besteed aan renovatie op pas-siefhuisniveau. Een viertal voorbeelden laten zien hoe de aanwijzingen vanuit de eerdere hoofdstukken zijn vertaald in de praktijk.

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt het passiefhuisconcept besproken. Er wordt niet alleen ingegaan op de definitie en de eisen die aan het passiefhuisconcept worden gesteld, maar ook op de vraag wat een gebouw conform het passiefhuisconcept biedt voor de bewoner of gebruiker.

In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het bouwproces, met als startpunt het stedenbouwkundig plan. Verder wordt ingegaan op het ontwerp, het gebruik van een bouwfy-sische rekenmethode, integraal ontwerp en de kwali-teitsborging gedurende het gehele proces.

Hoofdstuk 4 belicht het bouwkundig ontwerp. Het gaat hier om de thermische schil, de bouwkundige compo-nenten en de bouwfysische aspecten.

In hoofdstuk 5 wordt het installatietechnisch ontwerp besproken, zoals de ventilatie, warm tapwater en ruim-teverwarming.

In hoofdstuk 6 worden de specifieke aspecten besproken van passiefhuisrenovatie, waarbij zowel de bouwkundige als installatietechnische aspecten aan de orde komen.

602.15-praktijkboek-passiefhuis.indd 9 28-8-2015 11:44:45

Praktijkboek Passiefhuis

10

In hoofdstuk 7 komen de financiële aspecten aan de orde.

Hoofdstuk 8 gaat in op een viertal voorbeelden. Hier worden twee nieuwbouwprojecten en twee renovatie-projecten besproken.

In het laatste hoofdstuk worden een tiental principedetails getoond voor enerzijds een hsb binnenspouw-blad en een gemetseld buitenspouwblad, en anderzijds voor een kalkzandstenen binnenspouwblad en een gemetseld buitenspouwblad.

602.15-praktijkboek-passiefhuis.indd 10 28-8-2015 11:44:45

Praktijkboek Passiefhuis

11

Passiefhuisconcept 2

Een passief gebouw is zeer comfortabel en energie-zuinig. Door het beperken van warmteverliezen ten gevolge van transmissie, ventilatie en infiltratie kan het binnenklimaat goed worden gecontroleerd en geregeld. Tijdens het stookseizoen wordt optimaal gebruikge-maakt van passieve zonnewarmte. Tijdens de zomer wordt directe zoninstraling voorkomen om te hoge binnentemperaturen te vermijden. Door toepassing van zomernachtventilatie - ventilatie via de ramen of andere extra openingen - buiten het stookseizoen wordt ook de koelbehoefte beperkt.

Passief bouwen is eeuwenoud. Het was een noodzaak om in te spelen op de eigenschappen van klimaat en omgeving toen de mens nog niet beschikte over grote hoeveelheden energie voor verwarming en koeling. De oude Grieken gebruikten en beschreven passieve principes en hebben zelfs steden herbouwd toen het brandhout van te ver moest worden aangevoerd. De Romeinen herontdekten passieve principes om dezelfde redenen en in Engeland zijn er voorbeelden van passief bouwen van voordat de grootschalige kolenwinning ontstond. Toen Billy Carter president was, vond in de Verenigde Staten een grootschalige revival van passief bouwen plaats, met grote congressen, cursussen en publicaties.

In Nederland kwam voor het eerst een consequent op passieve principes gebaseerd project van enige omvang tot stand toen Kristinsson voor de gemeente Schiedam zijn zogenaamde ME-woningen (Minimum Energie) ontwierp. Kristinsson pionierde bij dat project ook met balansventilatie met warmteterugwinning en gebruikte het ventilatiesysteem ook als verwarming.

Het passiefhuisconcept zoals dat eind jaren tachtig als resultaat van een discussie tussen prof. Bo Adamson (Lund University – Zweden) en dr. Wolfgang Feist (later de oprichter van het Passivhaus Institut (PHI) in Darmstadt) werd geformuleerd, sluit daar qua gedach-telijn op aan, of bouwt daarop voort. Het uitgangspunt was een oplossing te vinden voor het energievraagstuk dat een comfortabel, energie-efficiënt en kostenef-fectief huis zou opleveren. De lage energieprijzen van destijds (1988) betekenden in de ogen van de opstellers dat de bespaarde energie nooit de investeringskosten kon dekken. Daarom was het uitgangspunt dat de ener-giebehoefte dusdanig moest worden gereduceerd dat de installatie significant kon worden vereenvoudigd. De besparingen op de installatie zouden de investeringen in energiebesparing moeten compenseren.

Een passiefgebouw en dus ook een passiefwoning kan het best worden omgeschreven als een gebouw dat zodanig inspeelt op de lokale klimaatomstandigheden dat het in de zomer vrijwel vanzelf koel en in de winter vrijwel vanzelf warm blijft.

Het begrip ‘vrijwel vanzelf’ betekent voor het Neder-landse klimaat dat een koelinstallatie in een passiefwo-ning overbodig is. Extra zomernachtkoeling met stra-tegisch geplaatste en inbraak- en ongediertewerende te openen ramen of luiken zorgt voor een aangenaam zomerklimaat.

De warmtebehoefte is zo laag dat voor een referen-tiewoning van 100 m2 gebruiksoppervlak die passief is ontworpen, een hoeveelheid aardgas die vroeger per jaar door een waakvlam werd gebruikt de woning een heel stookseizoen warm kan houden (150 m3 aardgas per jaar).

Om voor het Nederlandse certificaat van de Stichting PassiefBouwen.nl in aanmerking te komen moet naast een aantal gedetailleerd omschreven metingen en controles de energiebehoefte voor ruimteverwarming minder zijn dan 15 kWh/m2 vloeroppervlak per jaar (25 kWh/m2 voor renovatie).

Dat sluit overigens niet uit dat een gebouw dat niet aan deze rekennorm voldoet ook met succes passieve elementen kan gebruiken.

Het passiefhuisconcept beschrijft geen bouwstijl of ontwerp, maar streeft een zeer hoge bouwkwaliteit na. Het gaat uit van de Trias Energetica. Door een extreem goed geïsoleerd gebouw, vrijwel geen warmteverlie-zen door ventilatie en infiltratie en optimaal gebruik van passieve zonne-energie wordt de energievraag maximaal gereduceerd. Bij het passiefhuisconcept past een installatie die de beperkte warmtebehoefte kan leveren door duurzame energiebronnen te benutten en efficiënt gebruik te maken van fossiele brandstof-fen. Door gebruik te maken van passieve principes voor zomercomfort, zoals zonwering en zomernacht-ventilatie, wordt ook de behoefte aan actieve koeling maximaal beperkt en voor het Nederlandse klimaat meestal niet toegepast.

Met een evenwichtig ontwerp van een passief gebouw wordt een goede bouwkwaliteit nagestreefd. Het gebouw en de installaties zijn gebruiksvriendelijk en het gebouw heeft een comfortabel en gezond bin-nenklimaat. Het passiefhuisconcept is een oplossing als er een hoge CO2 -reductie en lage energiekosten

602.15-praktijkboek-passiefhuis.indd 11 28-8-2015 11:44:45

Praktijkboek Passiefhuis

12

worden gevraagd. Het concept is een goede basis voor verdere CO2 -reductie, op weg naar energieneutraliteit, wanneer er meer duurzame energieleveringsopties beschikbaar komen.

De belangrijkste energetische eisen voor het passief-huisconcept zijn: • De netto-energievraag voor ruimteverwarming per

m2 gebruiksoppervlak bedraagt maximaal 15 kWh per jaar voor nieuwbouw en 25 kWh voor renovatie.

• De totale primaire energiebehoefte per m2 gebruiks-oppervlak bedraagt maximaal 120 kWh per jaar voor nieuwbouw en 130 kWh voor renovatie. Tot de totale primaire energiebehoefte behoren het gebouwgebonden energiegebruik voor verwarming en koeling, ventilatie, warm tapwater en verlichting en het gebruikersgebonden energiegebruik. Voor de primaire energiebehoefte worden het opwek-kingsrendement en het systeemrendement van de elektriciteitscentrales en de verwarmingssystemen verrekend. Gezien het huidige rendement van de elektriciteitscentrales in Nederland houdt dit in dat één kWh elektriciteitsverbruik tot 2,6 kWh primair energiegebruik leidt.

• De eis die wordt gesteld aan het beperken van ongewenste infiltratie (luchtdichtheid) is 0,6 h–1 bij 50 Pa drukverschil.

• Compact bouwen. Hierbij gaat het om de verhou-ding tussen de oppervlakte van de buitenschil ten opzichte van de beschikbare m3 in het gebouw.

Het passiefhuisconcept kan toegepast worden voor zowel woningbouw als utiliteitsbouw en voor nieuwbouw, renovatie en transformatie.

De netto warmtevraag en de totale primaire energie-behoefte van gebouwen zijn vastgelegd per vierkante meter gebruiksoppervlak (m2Ag). Een compact gebouw (weinig verliesoppervlak) mag per vierkante meter gebruiksoppervlak net zo veel energie vragen als een gebouw met veel verliesoppervlak. Met andere woorden: een niet compact gebouw moet veel beter worden geïsoleerd om binnen hetzelfde energiebudget te blijven, dan een compact gebouw.

De lage energiebehoefte wordt mede bereikt door een optimale oriëntatie. Zo hebben ramen die op het zuiden zijn georiënteerd een betere energiebalans dan ramen op het oosten, westen en noorden. Feitelijk begint ontwerpen van een gebouw conform het passiefhuis-concept al op stedenbouwkundig niveau: hebben de gebouwen in potentie goed te oriënteren gevels; is de

bezonning van gebouwen (en buitenruimten) goed; zijn de gebouwvormen compact? Dat proces gaat verder in de schetsfase van een gebouw: wat is de vorm; welke functies liggen aan welke gevel; welke liggen inpandig; wat is de oriëntatie en grootte van ramen, afhankelijk van de functies en bruikbaarheid van zonnewarmte en interne warmteproductie; hoe zijn de opzet van de installatie en het leidingverloop?

De warmteverliezen worden geminimaliseerd door zeer goede thermische isolatie van zowel de dichte als transparante bouwdelen, het beperken van lineaire warmteverliezen, en vrijwel altijd het terugwinnen van warmte uit de ventilatielucht. Warmteverliezen door infiltratie worden tot een minimum beperkt door zeer goede luchtdichtheid van de volledige gebouwschil. Een goede ventilatie met weinig energieverliezen wordt gerealiseerd door een zorgvuldig ontworpen en geïn-stalleerd gebalanceerd ventilatiesysteem met hoogren-dement-warmteterugwinning.

Om de energieprestatie van een passief gebouw te bepalen wordt vaak gebruikgemaakt van de PHPP-rekenmethode (PHPP = Passivhaus Projektierungs Paket, ofwel passiefhuis-rekenpakket). Deze methode is ontwikkeld door het Passivhaus Institut in Duitsland en is speciaal geschikt om de prestatie van gebouwen met een zeer lage energievraag te bepalen. De PHPP-methode wordt ook in Nederland in toenemende mate gebruikt, en is ook nog nodig wanneer men een gebouw als passief wil laten certificeren, bijvoorbeeld met de PassiefBouwen Keur, die in Nederland wordt gevoerd.

Bij bouwen conform het passiefhuisconcept worden geen voorwaarden aan het ontwerp gesteld, maar streeft men naar een goede bouwkwaliteit en een zeer comfortabel en gezond gebouw. Voorbeelden in deze publicatie laten een grote variëteit in ontwerpen van passiefhuizen zien.

Naar zijn aard heeft een passief gebouw een hoog thermisch comfort en een zeer goede kwaliteit bin-nenlucht. Het hoge thermische comfort wordt bereikt door het ontbreken van tocht en door de hogere oppervlaktetemperaturen. Een passief gebouw wordt zodanig ontworpen dat de gebouwcomponenten luchtdicht (= tochtdicht) op elkaar aansluiten. Met deze aanpak worden ongewenste koude luchtstromingen geheel voorkomen. Dergelijke stromingen worden al heel snel als zeer comfortverlagende tocht ervaren. Dit soort tocht komt in passiefgebouwen niet voor. Verder zullen passiefgebouwen vrijwel altijd zijn voorzien van

602.15-praktijkboek-passiefhuis.indd 12 28-8-2015 11:44:45

Praktijkboek Passiefhuis

13

ventilatie met warmteterugwinning. Dat leidt ertoe dat ook de schone ventilatielucht vrijwel zonder tempera-tuurverschillen wordt binnengeleid. Ook dat leidt tot het verwijderen van tochtbeleving.

Ramen en wanden van een passief gebouw zullen door de hoge isolatiewaarden aan de binnenkant van het gebouw doorgaans hogere oppervlaktetemperaturen hebben (die altijd nog lager zullen liggen dan onze huidtemperatuur). Tussen oppervlakken met verschil-lende temperaturen vindt door straling een voortdu-rende warmtestroom plaats; de omvang van deze stroom is recht evenredig met de vierde macht van het temperatuurverschil. Een kleine vermindering van dit temperatuurverschil leidt dus al snel tot een ervaring van grote comfortverbetering.

Voor bewoners die het thermische comfort ervaren hebben, is dat vaak het belangrijkste argument om in de toekomst niets anders te willen dan een passiefhuis.

Vrijwel altijd zal een passief gebouw zijn voorzien van ventilatie met warmteterugwinning. Dat betekent dat uit energieoverwegingen niet op ventilatie behoeft te worden bezuinigd (‘geknepen’). Daardoor heeft een passief huis een uitstekende kwaliteit binnenlucht.

De eerder genoemde ME-woningen van Kristinsson zijn een aantal jaren bemeten, ook op de luchtkwaliteit. Daaruit bleek dat de kwaliteit van de binnenlucht vrijwel identiek was aan die van de omgevende buitenlucht, wat voor nieuwe woningen met een meestal nieuwe inrichting een unieke prestatie is.

De kenmerken van het passiefhuisconcept zijn: • Gedoseerd binnenkrijgen wat de zon levert door de

oriëntatie en keuze van glasoppervlakken. • Vasthouden wat er binnen is: goed isoleren, lucht-

dicht bouwen plus ventileren en de warmte daarvan terugwinnen.

• Buiten houden van warmte die je niet wilt hebben door toepassing van zonwering in de zomer.

• Eruit halen wat je te veel hebt: toepassen van zomer-nachtventilatie.

Het voorkomen van verliezen heeft consequenties voor de vormgeving en situering van het gebouw, en datzelfde geldt voor het zo veel mogelijk invangen van gewenste zonnestraling (in het stookseizoen) en het vermijden van ongewenste instraling (in de zomer). Zonwering of vaste overstekken zijn ingrediënten die helpen om zonnewarmte buiten te sluiten wanneer die niet gewenst is. In de nacht ventileren met koele

buitenlucht is een strategie die ervoor zorgt dat een teveel aan warmte weer naar buiten gaat, waarbij ther-mische massa ervoor zorgt dat het gebouw tijdens een zomerdag lang koel blijft.

Samenvattend

Integraal conceptHet passiefhuisconcept heeft dus consequenties voor het ontwerp van het gebouw en voor de stedenbouw-kundige opzet. Dat vraagt om een aanpak op steden-bouwkundig niveau waarbij alle aspecten op elkaar afgestemd worden ontworpen. Datzelfde geldt voor het gebouwniveau, waar technische installaties en casco op elkaar afgestemd moeten worden ontworpen en uitge-voerd. Soms liggen alle stedenbouwkundige factoren al vast. Zijn de stedenbouwkundige randvoorwaarden ongunstig, dan wordt er meer van het gebouwconcept gevraagd.

Integraal procesHet passiefhuisconcept vraagt een integrale aanpak voor het totale ontwikkel-, ontwerp- en uitvoeringspro-ces. Deze integrale aanpak moet gedurende het hele ontwerp- en uitvoeringsproces nauwkeurig worden gestuurd en worden bewaakt. Het vroegtijdig betrekken van disciplines en het bij elkaar brengen van investeer-ders, exploitanten, bouwers en gebruikers zijn rand-voorwaarden voor succes.

602.15-praktijkboek-passiefhuis.indd 13 28-8-2015 11:44:45

Praktijkboek P

assiefhuis

Passief Bouwen.nl

De Stichting PassiefBouwen.nl is in het leven geroepen om de toepassing van passief bouwen in Nederland te stimuleren. Passief bouwen is bouwen (en renoveren) met toekomstwaarde, met een hoog comfort, een gezond binnenmilieu en aanzienlijke energiebesparing als resultaat. De Stichting heeft voor de Nederlandse markt een keurmerk (Passief-Bouwen Keur) ontwikkeld, op basis waarvan nieuwe en gerenoveerde woningen, scholen en andere gebouwen worden gecertificeerd. Het bevorde-ren van kennisoverdracht over passief bouwen (waaronder het mede-uitgeven van dit Praktijkboek Passiefhuis) is één van de taken van de Stichting.

SBRCURnet

SBRCURnet is een onafhankelijk kennisnetwerk voor de gehele bouwsector. Wij zorgen er voor dat professionals in de Burgerlijke en Utiliteitsbouw en in de Grond-, Weg- en Waterbouw hun werk beter kunnen doen.

Wij brengen partijen uit de bouwsector met elkaar in contact voor het ontwikkelen van nieuwe vakkennis over actuele vraagstukken. Wij voorzien de sector van betrouwbare, bruikbare vakkennis. Dat doen we door kennis uit te geven in een breed scala aan producten en diensten. Bovendien helpen we bij het implementeren van kennis.

ARTIKELNUMMER 602.15ISBN 978-90-5367-611-0

Praktijkboek Passiefhuis

omslag-praktijkboek-passiefhuis-v1.indd 1 28-8-2015 11:45:42