openbare basisschool lea dasberg 2011 2012zutphen, juni 2011 geachte ouders / verzorgers, voor u...
TRANSCRIPT
Openbare Basisschool
Lea Dasberg
2011 – 2012
Hoofdlocatie: Dependance:
Markolle 3 Marga Klompélaan 2
7207 PA Zutphen 7207 KA Zutphen
Telefoon: 0575 570308 Telefoon: 0575 571267
Fax: 0575 503428
Email: [email protected]
Website: www.leadasberg.nl
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
1
VOORWOORD BESTUUR
Zutphen, juni 2011
Geachte ouders / verzorgers,
Voor u ligt de schoolgids van OBS Lea Dasberg.
OBS Lea Dasberg is een van de scholen die valt onder het bestuur van Stichting Archipel.
Tot Stichting Archipel behoren sinds 1 januari 2006 alle 23 scholen voor openbaar primair en
speciaal onderwijs in de gemeenten Brummen, Voorst en Zutphen. In totaal telt de stichting
ongeveer 3800 leerlingen en ruim 380 medewerkers.
De scholen zijn openbaar. Dit betekent dat ze algemeen toegankelijk zijn en dat er geen
onderscheid wordt gemaakt naar godsdienst of levensovertuiging. Verschillen die in onze
maatschappij nu eenmaal bestaan in opvattingen en levensbeschouwing worden in de scholen
juist actief gebruikt als uitgangspunt voor het onderwijs, met de bedoeling de kinderen respect
voor elkaars identiteit bij te brengen.
Stichting Archipel kenmerkt zich door eenheid in verscheidenheid. De verscheidenheid vinden
we terug in de aanmerkelijke verschillen die tussen de 23 scholen bestaan, zowel in omvang, in
schoolbevolking als in onderwijskundige aanpak.
Om de eenheid te kunnen waarborgen zijn gezamenlijke uitgangspunten geformuleerd.
Deze zijn terug te vinden in het strategisch beleidsplan 2011-2015, evenals de missie van de
stichting:
De scholen van Archipel stimuleren kinderen zich te ontwikkelen tot succesvolle deelnemers
aan de maatschappij van de toekomst.
College van bestuur en scholen werken samen aan de ontwikkeling van kwalitatief goed
onderwijs. Deze zorg voor kwaliteit staat bij alle ontwikkelingen binnen Archipel centraal.
Kernbegrippen daarbij zijn innovatie, professionaliteit, transparantie en betrouwbaarheid. Alle
scholen en medewerkers zijn op deze uitgangspunten aanspreekbaar.
Wij wensen u veel plezier bij het lezen van de schoolgids.
Mocht u vragen hebben, dan kunt u altijd contact opnemen met de school van uw kind.
Met vriendelijke groet,
College van bestuur Stichting Archipel,
Henk Mulder
Sjaak Scholten
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
2
Postadres : postbus 4091, 7200 BB Zutphen
Bezoekadres : Hogestraatje 3
Telefoon : 0575-596120
Email : [email protected] Fax : 0575-596129
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
3
VOORWOORD
Geachte ouders/verzorgers,
De schoolgids van OBS Lea Dasberg in de wijk Leesten te Zutphen bestaat uit twee delen:
- een algemeen gedeelte
- een jaarlijkse bijlage, waarin opgenomen de jaarkalender
Met deze gids en bijlage proberen wij u een zo uitgebreid mogelijk beeld van onze school te
schetsen. Naast deze gids verschijnt er drie wekelijks een nieuwsbrief, waarin allerlei actuele
informatie wordt vermeld. Mocht u bepaalde informatie missen, dan horen wij dat graag van u.
U kunt daarover altijd contact opnemen met de directie.
De gids is niet alleen bedoeld voor ouders van kinderen die de school al bezoeken, maar ook
voor ouders die nog op zoek zijn naar een school voor hun kinderen. Heeft u behoefte aan meer
informatie over de school, dan kunt u een afspraak voor een gesprek en rondleiding maken met
de directie.
Met vriendelijke groet,
Han Slegt
Directeur OBS Lea Dasberg
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
4
Inhoudsopgave
VOORWOORD BESTUUR ...................................................................................................... 1
VOORWOORD ......................................................................................................................... 3 Inhoudsopgave ........................................................................................................................... 4 1 Inleiding ............................................................................................................................. 6
1.1 De geschiedenis van onze school ................................................................................ 6 1.2 Lea Dasberg ................................................................................................................. 6
1.3 Openbaar onderwijs ..................................................................................................... 7 1.4 Visie en missie discussie ............................................................................................. 7
2 Onderwijsfunctie ................................................................................................................ 8 2.1 Visie (onze kijk op het onderwijs) ............................................................................... 8 2.2 Missie (onze opdracht, onze taak) ............................................................................... 9
2.3 Motto ........................................................................................................................... 9 3 Pedagogisch en didactisch ontwerp .................................................................................. 10
3.1 Mens-/kindbeeld ........................................................................................................ 10
3.2 Pedagogisch ontwerp ................................................................................................. 10
3.2.1 Adaptief onderwijs ............................................................................................. 10 3.2.2 Coöperatief leren ................................................................................................ 11 3.2.3 Sociaal emotionele ontwikkeling ....................................................................... 12
3.3 Didactisch ontwerp .................................................................................................... 14 3.3.1 Leerlijnen ........................................................................................................... 14
3.3.2 Zelfstandig werken ............................................................................................. 15 3.3.3 Thematisch werken ............................................................................................ 15
4 Organisatie ....................................................................................................................... 16
4.1 Onderwijsorganisatie ................................................................................................. 16 4.1.1 Aanmelding ........................................................................................................ 16
4.1.2 Groepsindeling ................................................................................................... 16 4.1.3 Leerlingenzorg ................................................................................................... 16
4.1.4 Extra hulp ........................................................................................................... 17
4.1.5 Meerbegaafde leerling.........................................................................................16
4.1.6 Rapportage...........................................................................................................16
4.1.7 Toelatingsbeleid leerling gebonden financiering Stichting Archipel ................. 17
4.2 Schoolorganisatie ....................................................................................................... 20 4.2.1 Schoolleiding ...................................................................................................... 20 4.2.2 Taak- en functieverdeling ................................................................................... 20 4.2.3 Personeelsbeleid ................................................................................................. 20 4.2.4 Personeelsopbouw .............................................................................................. 20
4.2.5 Personeelszorg .................................................................................................... 20 4.2.6 Scholingsbeleid .................................................................................................. 21
4.2.7 Collegiale samenwerking ................................................................................... 21 4.2.8 Financiën en beheer: ........................................................................................... 21 4.2.9 Communicatie .................................................................................................... 21 4.2.10 Protocol personeelsvervanging bij ziekte ........................................................... 22
4.3 Ouders ........................................................................................................................ 23
4.3.1 Betrokkenheid van de ouders bij het onderwijs ................................................. 23 4.3.2 Medezeggenschapsraad ...................................................................................... 23 4.3.3 Bevoegdheid van een medezeggenschapsraad: .................................................. 23
4.3.4 Ouderraad: .......................................................................................................... 23
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
5
4.3.5 Formele positie ouderraad in de medezeggenschapsregelingen ........................ 24
4.3.6 Rechten en plichten: ........................................................................................... 24
4.3.7 Vrijwillige ouderbijdrage....................................................................................23
5 De school en zijn omgeving ............................................................................................. 25 5.1 Wijk en buurt ............................................................................................................. 25 5.2 Brede school .............................................................................................................. 25
5.3 Talentontwikkeling in dagarrangementen .................................................................23
5.4 Overblijven ................................................................................................................ 25 5.5 Voor- en vroegschoolse educatie ............................................................................... 25
6 Samenwerkingsverbanden ................................................................................................ 26 6.1 Weer Samen Naar School .......................................................................................... 26
6.2 Voortgezet onderwijs ................................................................................................. 26 6.3 Opleidingsinstituten ................................................................................................... 26 6.4 Jeugdzorg ................................................................................................................... 26
6.5 Geneeskundige Gezondheidsdienst (GGD) ............................................................... 26 7 Veiligheid ......................................................................................................................... 29
7.1 Veilige omgeving voor kind en leerkracht ................................................................ 29
7.2 Gebouwen .................................................................................................................. 29 7.3 Ontruimingsoefeningen ............................................................................................. 29 7.4 Klachten met betrekking tot ongewenste intimiteiten en agressie ............................ 29
7.5 Klachten met betrekking tot het onderwijs ................................................................ 30 7.6 Contactpersoon en externe vertrouwenspersoon ....................................................... 30
7.7 Pesten ......................................................................................................................... 30 7.8 Het pestprotocol ......................................................................................................... 30
7.9 Protocol ernstig afwijkend gedrag .............................................................................30
8 Alfabetisch Allerlei .......................................................................................................... 33 8.1 Activiteiten op het gebied van kunst, cultuur en sport .............................................. 33
8.2 Aansprakelijkheid ...................................................................................................... 33 8.3 Bewegingsonderwijs .................................................................................................. 33
8.4 Culturele vorming ...................................................................................................... 33
8.5 Directie ...................................................................................................................... 33 8.6 Foto‟s op website ....................................................................................................... 34 8.7 Informatievoorziening ............................................................................................... 34 8.8 Innovatie .................................................................................................................... 34 8.9 Inspectie ..................................................................................................................... 35
8.10 Leerlingenraad ........................................................................................................... 35 8.11 Leerplichtwet ............................................................................................................. 35
8.12 Maandsluiting ............................................................................................................32
8.13 Maken van video opnames ........................................................................................ 37 8.14 Relatie met bestuur .................................................................................................... 38
8.15 Regels en afspraken ................................................................................................... 38
8.16 Regels voor aanvang en einde schooltijden ............................................................... 38
8.17 Schoolproject ............................................................................................................. 38 8.18 Schooltijden ............................................................................................................... 38 8.19 Uitstroom gegevens ................................................................................................... 39
8.20 CITO-eindtoetsresultaten............................................................................................ 36
8.21 Vervoer ...................................................................................................................... 39
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
6
1 Inleiding
1.1 De geschiedenis van onze school
In de raadsvergadering van 25 januari 1993 heeft de gemeenteraad van Zutphen de notitie
“Schaalvergroting Basisscholen in Zutphen” vastgesteld.
In die notitie is aangegeven een “nieuwe” openbare basisschool in de wijk Leesten te gaan
“stichten” door toepassing van flankerend beleid, waarbij het administratienummer van de
openbare basisschool ‟t Kelderslag zou worden verplaatst naar de nieuwe wijk.
In augustus 1996 werd met twee groepen (19 leerlingen) gestart in de openbare basisschool
„t Kelderslag onder de naam openbare basisschool in de wijk Leesten.
In januari 1997 kon een nieuw gebouw (de huidige dependance) aan de Marga Klompélaan 2
worden betrokken.
Bij de officiële opening op vrijdag 25 april 1997 kreeg de school de naam OBS Lea Dasberg.
Doordat de school twee jaar achtereen onder de opheffingsnorm had gezeten, was het
noodzakelijk om met ingang van 1 augustus 1997 te fuseren met de openbare basisschool De
Condor. Na één jaar als autonome dependance te hebben gefunctioneerd, werd de school
officieel op 1 augustus 1998 een zelfstandige school.
Door de groei van het leerlingenaantal werd de school in september 2001 gevestigd in het
multifunctioneel centrum “De Mene”, waarin naast onze school ook Stichting Welzijn Zutphen
(met o.a. een peuterspeelzaal), Kinderdagverblijf “De Blokkentoren” (met dagopvang en
tussen- en naschoolse opvang) en Stichting Zozijn (met volwassenen met
ontwikkelingsachterstanden) een plaats kregen. Daarnaast kent het gebouw een sportzaal met
twee speelvelden.
Naast de begeleiding van 14 groepen leerlingen in het multifunctioneel centrum “De Mene”,
worden nog 8 groepen leerlingen begeleid op de dependance aan de Marga Klompélaan.
Daarnaast zijn bij “De Mene” tijdelijke leslokalen gebouwd, waar - tot de oplevering van een
derde locatie in het uitbreidingsgebied Leesten Oost - aan vier groepen les wordt gegeven.
1.2 Lea Dasberg
De school is genoemd naar Lea Dasberg, een bekende Nederlandse pedagoog.
Ze werd in 1930 in Amsterdam geboren en woont op dit moment in Israël. In de loop van de
jaren heeft ze veel gepubliceerd waaronder: “Grootbrengen door kleinhouden”. Zij pleit voor
het opvoeden van kinderen in een maatschappij met eigen verantwoordelijkheid. Het
“kleinhouden” van kinderen vindt ze geen goede manier om ze groot te brengen.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
7
1.3 Openbaar onderwijs
Wij zijn een openbare school voor primair onderwijs en werken volgens de doelstelling van het
openbaar onderwijs. Dat wil zeggen dat de school open staat voor leerlingen van elke
levensbeschouwelijke of godsdienstige overtuiging. Wij zijn een school die aandacht heeft voor
uiteenlopende meningen en denkbeelden, waarbij respect voor elkaar als uitgangspunt dient.
1.4 Visie en missie discussie
Door de explosieve groei van de organisatie was het noodzakelijk het pedagogisch en
didactisch handelen op elkaar af te stemmen in relatie tot de wenselijke ontwikkelingslijn van
het kind.
In het schooljaar 2010-2011 heeft het team gediscussieerd over de inhoud van het onderwijs,
hetgeen heeft geresulteerd in de vaststelling van onze „visie en missie‟
Dit einddocument bevat richtlijnen voor de verdere ontwikkeling van de organisatie en maakt
deel uit van het schoolplan 2011-2015. In het schoolplan vermeldt de school haar beleidsdoelen
voor een periode van vier schooljaren. Het schoolplan is te lezen op de website van school;
www.leadasberg.nl.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
8
2 Onderwijsfunctie
2.1 Visie (onze kijk op het onderwijs)
In onze school staat het kind centraal. De omgeving van het kind levert een belangrijke
bijdrage aan zijn/haar ontwikkeling en de school is daar, naast de opvoeding thuis, een
essentieel onderdeel van. Omdat we dit als uitgangspunt nemen, is het voor ons
vanzelfsprekend dat wij de kinderen helpen zelfstandig en weerbaar te worden. Om deze
ontwikkeling vorm te geven, zijn voor ons de volgende aspecten van groot belang:
de overdracht van kennis;
het versterken van zelfvertrouwen en eigenwaarde;
leren respect op te brengen voor de mensen en de wereld om ons heen.
Dit bereiken wij door de kinderen een uitdagende speel-, leer- en werkomgeving te bieden,
waarin ze met plezier kunnen gedijen.
Om de ontwikkeling en opvoeding van het kind te optimaliseren, vertrouwen wij op de
samenwerking met ouders en verzorgers en stimuleren wij wederzijdse betrokkenheid.
De rugzak van het Lea Dasberg kind wordt gevuld door:
eigenwaarde
zelfstandigheid
zelfvertrouwen
kennis
creativiteit
sociale vaardigheid
respect
weerbaarheid
sportiviteit
veiligheid
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
9
2.2 Missie (onze opdracht, onze taak)
De Lea Dasberg is een brede school waar de eigenheid van het kind centraal staat. Dit wordt
mede gerealiseerd door adaptief onderwijs. Vanuit een veilige, rijke en inspirerende
leeromgeving krijgt het kind de ruimte om zijn of haar talenten te ontplooien.
Middels o.a. coöperatief leren en de kanjertraining krijgt ook de sociaal emotionele
ontwikkeling de aandacht die het verdient.
Wat voor kinderen geldt is ook voor het team van toepassing. Binnen de lerende
schoolgedachte, waarin we van en met elkaar leren is er ruime aandacht voor
professionalisering. We zetten de vele kwaliteiten van het grote team zo effectief mogelijk in.
De leerling profiteert uiteindelijk optimaal.
2.3 Motto
Het motto van OBS Lea Dasberg is:
Motivatie
Eenheid
Teamgeest
Eigenheid
Leren
Kennis en vaardigheden
Attitude
Aandacht
Respect
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
10
3 Pedagogisch en didactisch ontwerp
3.1 Mens-/kindbeeld
3.2 Ons mensbeeld:
Een mens is een sociaal wezen, dat een veilige omgeving nodig heeft om zich te kunnen
ontwikkelen, waarin respect en waardering van groot belang zijn.
Ieder individu bezit competenties en is in staat, al naar gelang de leeftijd, zelfstandig keuzes te
maken.
Hiervan uitgaand, zijn wij in staat vol zelfvertrouwen en met plezier te functioneren in de
maatschappij.
3.2 Pedagogisch ontwerp
3.2.1 Adaptief onderwijs
Op OBS Lea Dasberg wordt adaptief onderwijs gegeven. Bij adaptief onderwijs wordt er
rekening gehouden met verschillen tussen kinderen. Het wordt ook wel onderwijs op maat
genoemd.
Het adaptieve onderwijs is op onze school zo ingericht dat ieder kind het onderwijs kan volgen
op een verantwoorde wijze binnen de mogelijkheden van het kind en de school. Daarbij spelen
drie belangrijke uitgangspunten een hoofdrol:
1. Relatie; je kan merken dat het anderen wat kan schelen wie je bent en wat je doet. Jij
vindt het echter ook belangrijk om te weten hoe het met de ander gaat. Kinderen horen
zich veilig te voelen. Dit is zichtbaar door het pedagogisch klimaat op school of in de
klas.
2. Competentie; geloof en plezier hebben in het eigen kunnen. Zelfvertrouwen en goede
zelfkennis zijn daarbij de voorwaarden. De leerstof is afgestemd op de leerling, zodat
zij succes ervaren.
3. Autonomie; het gevoel dat je iets kunt ondernemen, zonder dat je daarbij de hulp van
een ander nodig hebt. Je kunt zelf activiteiten uitvoeren, ergens doelen aan stellen en
ook bekijken of je hiermee succes hebt behaald.
Hoe geven wij adaptief onderwijs vorm op de Lea Dasbergschool?
Er is in de afgelopen jaren een lijn in ons onderwijs gecreëerd, waardoor we de hierboven
omschreven uitgangspunten van adaptief onderwijs zo goed mogelijk vorm geven in de
dagelijkse praktijk. Via vaste regels en procedures leren we de kinderen om te gaan met
uitgestelde aandacht. Ze hebben helder wat ze gedurende de werkles moeten maken en
waarmee ze verder kunnen wanneer de kernstof af is. Daarnaast leren we de kinderen samen te
werken en elkaar te helpen bij vragen.
Bij de kleuters starten we de dag met de verkenning van de activiteiten d.m.v. de
dagritmekaarten. Dit zijn kaarten, waarop middels pictogrammen het dagverloop voor de
kleuter helder wordt. Daarna kan de juf ervoor kiezen om de leerstof aan te bieden in de grote
kring, of door op maat te werken in de kleine- of instructiekring. In deze kleine kringen,
waarbij een groep leerlingen qua leeftijd of niveau wordt gegroepeerd wordt instructie gegeven
die op dat moment voor die groep het meest effectief is. Doordat de groep klein is, is het
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
11
interactieve gehalte hoog. Iedereen krijgt veel beurten, waardoor de betrokkenheid groot is en
de instructie kort kan zijn. De overige kinderen werken zelfstandig aan diverse opdrachten en
mogen juf niet storen. Daartoe hanteren we Flip de Beer. Wanneer Flip op de stoel van juf zit,
mag je haar niet storen. Op de speciaal voor de onderbouw gemaakte kleurenklok kunnen de
kinderen zien hoe lang juf in de kleine kring werkt. De kinderen wordt geleerd wat te doen,
wanneer Flip op de stoel zit, dus om te gaan met uitgestelde aandacht. Aan het eind van de
ochtend evalueren we het proces met de groep. Waar ging het goed, wat doen we de volgende
keer anders?
De hierboven beschreven situatie krijgt een vervolg in de hogere groepen. Flip de Beer wordt
vervangen door een stoplicht en ook de kinderen krijgen een zelfstandig werken- symbool.
Op het zgn Bas-blokje betekent een rode stip:Ik wil niet gestoord worden”, een groene stip: “Ik
ben bereid mijn schouder- of oogmaatje te helpen” en bij een vraagteken is er behoefte aan
hulp van de
leerkracht. Tijdens het rode stoplichtmoment zit de leerkracht aan de instructietafel die iedere
groep heeft en geeft zij/hij daar instructie aan leerlingen die dat nodig hebben. De
meerbegaafde leerling heeft wellicht niet meegedaan aan de klassikale instructie en werkt
zelfstandig op eigen niveau. De leerkracht loopt tussentijds hulprondes langs de niveaugroepen.
3.2.2 Coöperatief leren
In een klas met een open en vriendelijke manier van werken durven kinderen fouten te maken
en worden kinderen niet uitgelachen. In de klas wordt met elkaar gewerkt en niet los van
elkaar. Kinderen kunnen ook van elkaar leren en niet alleen van de leerkracht. Meer inbreng
van de kinderen binnen de doelstellingen van de leerkracht is dan het streven.
Samenwerkend leren is een werkvorm die een gelijkwaardige plaats verdient naast individuele
en klassikale werkvormen. Het is een werkvorm die in alle groepen gehanteerd wordt.
Samenwerken levert een bijdrage aan de ontwikkeling van een kind. Zowel de verstandelijke
als sociale ontwikkeling wordt gestimuleerd.
Bij het samenwerken speelt taal een belangrijke rol. Actief gebruik van taal is nodig om kennis
en begrip te laten ontstaan. Het denkproces van de helper wordt gestimuleerd, omdat deze zijn
gedachtengang duidelijk onder woorden moet brengen en moet structureren.
Naast de verstandelijke ontwikkeling bevordert samenwerken ook de sociale ontwikkeling.
Gedurende de basisschoolperiode breiden de sociale vaardigheden van kinderen zich
geleidelijk uit en vindt ook een verfijning plaats. Door de leerlingen op school de gelegenheid
te bieden samen te werken, wordt de ontwikkeling van sociale vaardigheden en sociaal inzicht
gestimuleerd. Samenwerken is een vaardigheid die van groot belang is om goed te functioneren
in het maatschappelijk leven.
De vier basisprincipes van het coöperatief leren zijn:
Gelijkwaardige bijdrage: Kinderen leveren door middel van verschillende werkvormen
ieder een gelijkwaardige bijdrage aan het groepsresultaat
Individuele aansprakelijkheid: Alle leden uit het groepje waarin de kinderen werken
zijn individueel aanspreekbaar over het groepsresultaat; iedereen weet/ beheerst het
gevraagde
Positieve wederzijdse afhankelijkheid: Om samen te komen tot een goed groepsresultaat
is inzet van iedereen binnen de groep nodig
Simultane interactie: Alle kinderen zijn gelijktijdig actief bezig met het onderwerp
onder andere door het luisteren naar en praten met elkaar
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
12
Hieruit voorvloeiend noemen we ook de volgende aspecten:
Betrokkenheid: Kinderen in een groepje voelen zich betrokken bij het werk en bij de
groepsgenoten
Verantwoordelijkheid: De kinderen zijn en voelen zich verantwoordelijk voor zowel
hun eigen werk als dat van hun groepsgenoten
Hulpvaardigheid: Kinderen zijn bereid en in staat elkaar, wanneer dat nodig is, te
helpen
Zelfstandigheid: Groepjes kinderen werken zelfstandig aan een taak zonder hulp van
een leerkracht in te roepen
Hoe geven wij coöperatief leren vorm op de Lea Dasbergschool?
Het team heeft een meerjarennascholingstraject op het gebied van coöperatief leren gevolgd. In
het onderwijsaanbod heeft deze werkwijze een vaste plek gekregen. Zowel binnen de
instructie- als ook de verwerkingsmomenten van de lessen, krijgen de kinderen meerdere keren
per week, coöperatieve opdrachten. Aansprekende werkvormen worden ingezet om de
leerstofinhoud uit de methoden te behandelen. Soms is daarbij sprake van het werken in
tweetallen, veelal wordt er echter in teams van vier leerlingen gewerkt, waarbij een belangrijk
kenmerk is dat iedere leerling participeert en een eigen verantwoordelijkheid heeft in de
deelname. Daarnaast zijn er vele werkvormen die meer de sociale
ontwikkeling als uitgangspunt hebben.
3.2.3 Sociaal emotionele ontwikkeling
Op onze school wordt in alle groepen gewerkt volgens de Kanjertraining. Alle leerkrachten
hebben voor het geven van de Kanjerlessen een opleiding gevolgd. Eenmaal getraind weet de
leerkracht als Kanjertrainer waar de schoen wringt bij de leerlingen en hoe moet worden
gehandeld. De leerkracht maakt in de uitvoering van de lessenreeks gebruik van een
uitgebreide handleiding en pedagogisch adviessysteem.
De lessen gaan uit van een positieve levensvisie en zijn toekomst- en oplossingsgericht voor
zowel kinderen, leerkrachten als ouders.
De Kanjerlessen zijn zowel preventief als curatief van aard. Met deze lessen kunnen veel
gedragsproblemen worden voorkomen.
Met de Kanjertraining worden de volgende doelen bereikt:
Leerlingen durven zichzelf te zijn
Leerlingen voelen zich veilig
Leerlingen voelen zich bij elkaar betrokken
Leerlingen kunnen hun gevoelens onder woorden brengen
Leerlingen krijgen meer zelfvertrouwen
Pestproblemen worden hanteerbaar/ lossen zich op
De leerkracht wordt gerespecteerd
De kanjertraining kent 5 uitgangspunten:
We vertrouwen elkaar
We helpen elkaar
Niemand speelt de baas
Niemand lacht uit
Niemand doet zielig
We hechten er grote waarde aan dat ook de ouders goed op de hoogte zijn van de inhoud van
de Kanjertraining, zodat u ook thuis met uw kind de „Kanjertaal‟ kunt spreken. Daartoe wordt
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
13
er regelmatig informatie verstrekt, hetzij via de nieuwsbrief of website, hetzij via een
ouderavond.
Via www.kanjertraining.nl krijgt u ook de nodige informatie. Daar is ook het
ouderinformatieboek te bestellen.
Naast de structurele aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling via de Kanjertraining,
gebruiken wij nog een aantal instrumenten om onze leerlingen te begeleiden:
OVMJK (OntwikkelingsVolgModel Jonge Kind voor de groepen 1 t/m 3)
Hierin worden ontwikkelingslijnen uitgezet in relatie tot hun leeftijd op het gebied van onder
andere;
speel- en werkgedrag
(senso) motorische ontwikkeling
zintuiglijke ontwikkeling
spraak- en taal ontwikkeling
ontluikende gecijferdheid
symboolverkenning
Deze lijst wordt twee keer per jaar ingevuld.
Viseon (leerlingvolgsysteem voor de groepen 3 tot en met 8, individueel toegepast).
De functie hiervan is inzicht te krijgen in de sociale en emotionele ontwikkeling van de
individuele leerling.. Dit is van groot belang, aangezien problemen het leerproces negatief
kunnen beïnvloeden. Viseon gebruiken we dan ook voor die leerlingen, waarvoor dit van
toepassing is, daar leerproblemen ook een storende invloed kunnen hebben op de ontwikkeling
van het kind op het sociale en affectieve vlak.
Viseon heeft een observatielijst voor de leerkracht en een leerlingenlijst (ingevuld door de
leerling vanaf eind groep 5). Periodiek (twee keer per jaar) worden deze lijsten ingevuld voor
die leerlingen, waarvoor we dit nodig achten en kunnen veranderingen in kaart worden
gebracht.
De vier dimensies die nader bekeken worden zijn;
zorgvuldige werkhouding versus onzorgvuldige werkhouding
aangenaam gedrag versus onaangenaam gedrag
emotionele stabiliteit versus emotionele instabiliteit
sociaal gedrag versus teruggetrokken gedrag
Wanneer extra aandacht of hulp noodzakelijk is, wordt de Interactiewijzer (een praktisch
handboek) ingezet om een nog duidelijker beeld te krijgen van de problematiek. Dan volgt er
een analyse en aanpak.
Zo hopen wij zicht te houden op en een bijdrage te leveren aan de ontwikkelingen van onze
leerlingen op sociaal emotioneel gebied.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
14
3.3 Didactisch ontwerp
In het didactisch ontwerp werken wij uit hoe onze leerkrachten de kinderen bij het leren
begeleiden. Dit is gebaseerd op onze opvattingen over leren en pedagogiek zoals reeds eerder
omschreven.
3.3.1 Leerlijnen
In de onderbouw wordt gewerkt volgens gezamenlijk vastgestelde leerlijnen die kinderen
uitdagen zich optimaal te ontwikkelen.
Zo kunnen kinderen in de onder- en middenbouw de mogelijkheid krijgen zich in hun eigen
tempo te ontwikkelen, dan wel de leerstof eigen te maken.
Te denken valt aan het in drie jaar doorlopen van groep 1/2 of groep 3/4.
Daarnaast kunnen individuele leerlijnen voor kinderen worden uitgezet, die in sommige
gevallen methode overstijgend zijn.
Voor kinderen in groep 7 die reeds 8 jaar basisonderwijs hebben genoten en van wie is
aangetoond, op basis van het leerlingvolgsysteem, dat groep 8 geen waardevolle bijdrage meer
zal leveren aan de ontwikkeling van het kind, bestaat de mogelijkheid om vanuit groep 7 over
te stappen naar het voortgezet onderwijs.
Voor de diverse vak- en vormingsgebieden zijn leerlijnen opgesteld die worden gewaarborgd
door onder andere het volgen van de methodes te weten:
lezen Veilig Leren Lezen (differentiatiemodel)
technisch voortgezet lezen Leesparade
begrijpend lezen Nieuwsbegrip
taal Taal Actief
schrijven Schrijven in de Basisschool
rekenen De Wereld in Getallen
aardrijkskunde Geo Bas nieuw
geschiedenis Wijzer door de tijd
natuuronderwijs Leefwereld
verkeer Klaar Over
Engels Take it easy
muziek Muziek moet je doen
tekenen Diverse bronnenboeken en ideeën vakdocent
handvaardigheid Diverse bronnenboeken
drama Drama moet je doen (als bronnenboek)
bewegingsonderwijs Bewegen samen regelen
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
15
3.3.2 Zelfstandig werken
Door de school is een doorgaande lijn opgezet voor het zelfstandig werken. Kinderen krijgen
hierdoor de mogelijkheid zelf initiatieven te nemen tot leren. Ter ondersteuning hiervan wordt
er in de onderbouw gewerkt met het kiesbord, vindt er in de middenbouw de overgang plaats
van kiesbord naar weektaak en wordt het werken met weektaken doorgezet in de bovenbouw.
Naast het methodisch werken wordt er in de groepen 3 t/m 8 gebruik gemaakt van de kieskast.
Dit is een kast waarin uitdagende materialen, met ingesloten succesformule en veelal
zelfcorrigerend , zijn te vinden (competentie). De kinderen mogen zelf kiezen (autonomie) en
door samenwerken en elkaar te helpen bevorderen we het zelfstandig werken. De inrichting van
de klas en de materialen sluiten aan bij de werkvorm.
3.3.3 Thematisch werken
De onderbouw werkt thematisch. Dit houdt in dat ongeveer elke 6 weken een ander thema
centraal staat. De thema‟s worden voorbereid door twee leerkrachten uit de groepen 1-2 en
besproken tijdens een bouwvergadering van de onderbouw. Uitgangspunten zijn de leerlijnen
vanuit het leerlingvolgsysteem. Door intensieve samenwerking met medewerkers van het
kinderdagverblijf van de Blokkentoren worden er ook gezamenlijke projecten georganiseerd.
Een kennismaking door de peuters met de onderbouw van school is daarin een vast onderdeel.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
16
4 Organisatie
4.1 Onderwijsorganisatie
4.1.1 Aanmelding
Indien een kind is aangemeld kan de school overgaan tot plaatsing van het kind in een groep.
Bij die plaatsing zal gekeken worden naar woonadres, groepsgrootte, wensen ouders,
samenstelling van de groep, etc. De schoolleiding bepaalt de uiteindelijke plaatsing. Kinderen
die de leeftijd van 4 jaar nog niet hebben bereikt, worden in de gelegenheid gesteld gedurende
10 dagdelen te komen kennismaken. Dit gebeurt in overleg met de ouders. Kinderen die ouder
zijn dan 4 jaar worden in de gelegenheid gesteld 1 dagdeel te komen kennismaken in de groep
waarin ze zijn geplaatst.
4.1.2 Groepsindeling
Ieder jaar wordt door de overheid op basis van het aantal leerlingen de personeelsformatie
vastgesteld, waarbij uitgegaan wordt van het aantal leerlingen, dat op 1 oktober van het
voorgaande schooljaar de school bezocht. Uitgangspunt bij de formatie is te komen tot groepen
van ± 24 leerlingen per groep in de onderbouw (gr. 1 t/m 4) en ± 28 leerlingen in de
bovenbouw (gr. 5 t/m 8).
4.1.3 Leerlingenzorg
Met individuele verschillen tussen kinderen ontstaan ook verschillen qua ontwikkelingsniveau.
Het ene kind leert nu eenmaal sneller dan het andere. Om er echter zorg voor te dragen, dat een
leerling geen grote hiaten oploopt in zijn of haar ontwikkeling moet een school voor die
kinderen haar zorg verbreden. Dat wil zeggen de ontwikkeling van het individuele kind volgen,
eventuele uitval signaleren en met de juiste (leer)middelen proberen op te heffen. Om een
objectief beeld van uw kind te krijgen, worden er gedurende de gehele schoolperiode
observaties gedaan en toetsen afgenomen. Naast de methode gebonden toetsen maken we
gebruik van de volgende landelijk genormeerde toetsen:
- Ontwikkelingsvolgmodel jonge kind - Cito lezen met begrip
- Cito taaltoets - AVI leestoets
- Cito ordenen - Cito Drieminutentoets (lezen)
- Cito ruimte en tijd - Cito begrijpend lezen
- Cito rekenen - Cito entreetoets
- Cito spelling - Cito eindtoets
- Cito Viseon - Cito Leestechniek & leestempo
In sommige gevallen worden er kinderen individueel getoetst. Alle gegevens worden in het
leerlingvolgsysteem opgenomen. Tijdens de oudercontactavond worden de gegevens met de
ouders besproken. Mocht er aanleiding zijn om eerder van gedachten te wisselen, dan vindt dit
uiteraard plaats.
In ons zorgdocument staan alle procedures beschreven. Jaarlijks wordt het zorgdocument
geëvalueerd en indien noodzakelijk bijgesteld.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
17
4.1.4 Extra hulp
Kinderen die extra zorg behoeven worden in eerste instantie geholpen in de groep door de
groepsleerkracht aan de instructietafel. Indien het noodzakelijk is dat specifieke individuele
hulp gegeven gaat worden, kan – op voorstel van de interne begeleider (een geschoolde collega
die de individuele hulp coördineert) – door een remedial teacher extra hulp worden geboden.
Het kind wordt dan binnen of buiten de klas in een klein groepje of in een 1 op 1 - situatie
geholpen. Indien noodzakelijk wordt een leerling besproken in een HGPD – gesprek
(handelingsgerichte procesdiagnostiek). Tijdens dit gesprek wordt advies en ondersteuning
geboden door een ortho-pedagoog van het samenwerkingsverband.
4.1.5 De meerbegaafde leerling
De school neemt deel aan het project excellentie. Doel van het project is om ook de
meerbegaafde leerling de leerstof te bieden die bij zijn/haar ontwikkeling aansluit, waardoor
o.a. de schoolbeleving een positieve impuls krijgt. De school heeft een protocol ontwikkeld, dat
inmiddels ingevoerd is in het dagelijks werken in de groepen. Na signalering kan het zijn dat
een leerling gaat werken met een aangepast weektaak waarbij door het compacten en/of
verrijken van de leerstof de leerling een aanbod op maat krijgt.
4.1.6 Rapportage
De kinderen uit de groepen 2 t/m 8 krijgen tweemaal per jaar - in januari en juni/juli - een
rapport mee naar huis. Groep 1 krijgt een rapport aan het einde van het schooljaar.
Voorafgaande aan de uitreiking van het rapport aan het kind vinden gesprekken plaats met de
ouders over de vorderingen van hun kind. Daarnaast krijgen de leerlingen uit de groep 1 een
doeboekje ter inzage mee naar huis. In groep 2 wordt verder gewerkt in het doeboekje van
groep 1 en aan het einde van het schooljaar mogen de kinderen het doeboekje definitief
meenemen naar huis.
Tevens is er voor de ouders van de leerlingen uit de groepen 3 t/m 8 in november gelegenheid
het werk van de kinderen te bekijken en dit met de leerkracht te bespreken. We vinden het erg
belangrijk dat de ouders over de vorderingen worden geïnformeerd. Indien het noodzakelijk is
dat er eerder een gesprek over uw kind plaats moet vinden, wordt daarvoor een afspraak
gemaakt. Op basis van objectieve criteria wordt gekeken of het kind door kan gaan naar een
volgend leerjaar. Indien dit niet het geval is, vindt daarover overleg met u plaats. Uiteindelijk is
de stem van de leerkracht beslissend. Indien er sprake is van parallelgroepen, beslissen de
teamleden en directie in welke groep een kind geplaatst gaat worden.
4.1.7 Toelatingsbeleid leerling gebonden financiering Stichting Archipel
Op de scholen van Stichting Archipel worden bij de aanmelding van een leerling met een
positieve beschikking van een commissie voor indicatiestelling (ook wel leerling met
een”rugzak” genoemd), of een leerling die wordt teruggeplaatst van een speciale school, aan de
hand van de in fase 4 genoemde onderwijskundige vragen doorgenomen. Vervolgens wordt
aan de hand van deze onderwijskundige vragen bezien of de school in staat is de
onderwijskundige antwoorden te bieden. Centraal in die beantwoording staan het belang van
het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te
ondersteunen. Algemeen kan gesteld worden, dat als een kind structureel individuele aandacht
van de leerkracht vereist, de school niet aan die vraag kan voldoen; ook niet in het geval van
een persoonsgebonden budget. De school zal bij de beantwoording gebruik maken van de
ondersteuning door het samenwerkingsverband of regionaal expertisecentrum.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
18
Bij het besluit (uiteindelijk neemt het bevoegd gezag dit) toe te laten of te weigeren, zal er
altijd sprake zijn van een teambesluit. We gaan er namelijk van uit dat bij toelating, de leerling
de hele basisschoolperiode op onze school welkom zal zijn.
De volgende procedure wordt gehanteerd:
Fase 1: Aanmelding
Aanmelding door de ouders bij de directie van de school:
gesprek met de ouders
toelichting visie van de school
toelichting procedure
schriftelijke toestemming van de ouders om informatie bij derden op te
vragen
Fase 2: Informatie verzamelen
Gegevens opvragen bij:
huidige school
onderwijsbegeleidingsdienst
zorginstellingen
medisch circuit
Fase 3: Informatie bestuderen
Binnengekomen gegevens worden bestudeerd en besproken door directie, intern begeleider en
eventueel Zorg Advies Team (ZAT). Eventueel kan worden besloten om het kind te observeren
op zijn huidige school (voorschoolse opvang).
Fase 4: Inventarisatie
Van het kind wordt het volgende in kaart gebracht:
Aandachtspunten
Met andere
woorden: “wat
vraagt het kind”.
Mogelijkheden van de school.
Onmogelijkheden van de school.
Mogelijke
oplossingen Wat kan extern
worden gehaald.
Pedagogisch:
Didactisch:
Kennis en vaardig- heden van leerkracht:
Organisatie: School en klas:
Gebouwelijk / materieel:
Medeleerlingen:
Ouders:
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
19
Fase 5: Overwegingen
De school onderzoekt op basis van het bovenstaande schema welke mogelijkheden de school
zelf heeft en welke ondersteuningsmogelijkheden geboden kunnen worden en door wie.
Betreffende het gebouw (gemeente )
Betreffende specifieke methoden
Betreffende aanvullende formatie (circulaire)
Vervoer (gemeente)
Ondersteuning qua expertise (speciaal onderwijs, zorginstellingen enz.)
Fase 6: Besluitvorming
De inventarisatie van de hulpvragen van het kind wordt afgezet tegen de visie van de school en
de mogelijkheden om een adequaat onderwijsaanbod te realiseren. Hierbij spelen
ondersteuningsmogelijkheden (materieel en inhoudelijk) een belangrijke rol.
Fase 7: Advies
Gesprek met de ouders waarbij het besluit van de school wordt besproken:
Bij plaatsing: opstellen van een plan van aanpak met daarbij een overzicht
van inzet van middelen, ondersteuning door speciaal onderwijs of derden,
inzet aanvullende formatie, onderwijsleermiddelen, aanpassingen aan het
gebouw.
Voorlopige plaatsing, alleen wanneer er sprake is van een
observatieperiode als niet onmiddellijk duidelijk is of plaatsing succesvol
kan zijn.
Bij afwijzing: inhoudelijke onderbouwing (schriftelijk) waarom men van
mening is dat het kind NIET geplaatst kan worden. Deze argumentatie
wordt aan ouders en inspectie overhandigd.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
20
4.2 Schoolorganisatie
4.2.1 Schoolleiding
De directeur is verantwoordelijk voor de dagelijks leiding van de organisatie, bestaande uit
ongeveer 50 personeelsleden. Samen met drie bouwcoördinatoren is een managementteam
gevormd, dat wekelijks vergadert. De directeur maakt deel uit van het directieberaad op
bestuursniveau.
4.2.2 Taak- en functieverdeling
De school kent een aantal functies: directeur, leerkracht, vakleerkracht, onderwijsassistent,
conciërge en administratief medewerker.
Op basis van kwaliteiten, opleidingen en interesses zijn in de organisatie de volgende
leerkrachten met specifieke taken werkzaam:
Interne begeleiders voor de coördinatie van de leerlingenzorg;
Bouwcoördinatoren voor de aansturing van de onder(gr. 1 / 2)-, midden(gr. 3 t/m 5)- en
bovenbouw (gr. 6 t/m 8)
Remedial teachers voor extra hulp aan kinderen;
ICT-ers (Informatie Communicatie Technologie-ers) voor het werken met computers.
Vakleerkrachten voor bewegingsonderwijs en tekenen/schilderen.
4.2.3 Personeelsbeleid
Op bestuursniveau is een notitie personeelsbeleid vastgesteld. Deze notitie is na instemming
van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad leidend voor het totale beleid binnen
Stichting Archipel.
4.2.4 Personeelsopbouw
De samenstelling van het team kent qua leeftijdsopbouw een goede balans. Het team bestaat uit
jonge leerkrachten, die vanuit hun opleiding nieuwe ideeën in de school brengen, teamleden die
reeds wat langer in het onderwijs werkzaam zijn en senior leerkrachten, die vanuit hun kennis
en ervaring een meerwaarde hebben voor de anderen. In verhouding kent ook onze school maar
een kleine groep mannelijke leerkrachten. Dit is een aandachtspunt binnen het
personeelsbeleid.
De afgelopen schooljaren heeft de opbouw van het team een snelle groei doorgemaakt, waarbij
nieuwe collega‟s van andere scholen kwamen of collega‟s werden opgeleid binnen de school
via het LIO-traject (Leraar in Opleiding).
De komende jaren zal er waarschijnlijk een stabilisering van het leerlingenaantal plaats vinden,
daarnaast zal gekeken worden naar interne en externe mobiliteit om de opbouw te
optimaliseren.
4.2.5 Personeelszorg
Onderwijskundig gezien ligt de zorg voor personeel bij de bouwcoördinatoren. Daar waar het
specifiek gaat om medische problemen, vindt begeleiding plaats vanuit het Sociaal Medisch
Team overleg. Dit deel van de zorg is een taak van de directeur.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
21
4.2.6 Scholingsbeleid
Scholingsbeleid kan worden verdeeld in bovenschools- en schoolniveau.
Bij bovenschools scholingsbeleid kan gedacht worden aan cursussen die worden georganiseerd
door Stichting Archipel en Weer Samen Naar School regio Zutphen, of anderszins.
Op schoolniveau vindt scholing plaats in teamverband of op individuele basis. Jaarlijks wordt
een scholingsplan opgesteld en voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Uitgangspunt is
scholing op teamniveau; daarnaast is ruimte voor individuele scholing. In het schooljaar 2009-
2010 komen de volgende thema‟s aan bod: Implementatie en borging van de Kanjertraining,
ICT-beleid, de meerbegaafde leerling, dagarrangementen in de brede school en Integraal
Personeelsbeleid. Via nieuwsbrieven, columns op onze website en eventuele info-avonden
houden wij u op de hoogte.
4.2.7 Collegiale samenwerking
Op OBS Lea Dasberg wordt zoveel mogelijk gewerkt in bouwgroepen, waarbij overleg tussen
collega‟s plaatsvindt. Naast ondersteuning op bouwniveau vindt ook collegiale consultatie
plaats. We willen daarbij zo goed mogelijk gebruik maken van elkaars kwaliteiten.
Leerkrachten krijgen derhalve gelegenheid om bij elkaar lessen te bezoeken. Directieleden
houden thematische klassenbezoeken en verzorgen de coaching en begeleiding, ook van de
startende leerkrachten.
4.2.8 Financiën en beheer:
De directeur is verantwoordelijk voor financiën en beheer. De directeur stelt de begroting op en
legt verantwoording af door middel van de jaarrekening. Voor de betalingen wordt gebruik
gemaakt van Onderwijs Bureau Twente (OBT).
Inzake het beheer kan de directeur terugvallen op ondersteuning vanuit het bestuurskantoor
door inschakeling van de beleidsmedewerkers.
4.2.9 Communicatie
Ouders worden geïnformeerd door middel van nieuwsbrieven betreffende algemene informatie
(1 x per drie weken ) en via brieven met betrekking tot groepsgerichte informatie. Daarnaast
heeft de school een website: www.leadasberg.nl. waarop zeer veel informatie te vinden is.
De ouders worden door de leerkrachten aan het begin van het schooljaar uitgenodigd voor een
informatie-avond van de groep. Daarnaast is er een jaarlijkse gezamenlijke ouderavond,
waarbij diverse thema‟s worden belicht.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
22
4.2.10 Protocol personeelsvervanging bij ziekte
In overleg met team en MR is onderstaand protocol vastgesteld:
1. De zieke leerkracht meldt zich voor 7.30 uur af bij de bouwcoördinator van de school.
2. De bouwcoördinator maakt een eerste inschatting van de duur van het ziekteverlof.
3. De bouwcoördinator meldt de vervangingsvacature bij Mobiliteitscentrum Edudesk.
4. Indien bij Edudesk geen vervanger beschikbaar is zoekt de bouwcoördinator vervolgens
naar eigen vervangers (parttimers of leerkrachten met compensatieverlof).
5. Is dan nog steeds geen vervanger beschikbaar dan kan een keuze uit de volgende
mogelijkheden worden gemaakt:
de groep wordt verdeeld over de andere groepen;
als er wel een vervanger voor de onderbouw beschikbaar is, terwijl de ziekte
zich in de bovenbouw voordoet, ruilen van groepen;
het inzetten van de leerkracht die is vrijgemaakt door aanwezigheid van een
LIO-er;
het inzetten van de onderwijsassistent (indien aanwezig).
Bij het maken van een keuze uit deze mogelijkheden staat handhaving van de
kwaliteit van het onderwijs voorop. In principe worden personeelsleden die
(voor een deel) zijn vrijgesteld van lesgevende taken gedurende de vrijgestelde
tijd niet ingezet voor de opvang van een groep. Het gaat hierbij om
directieleden, interne begeleiders, remedial teachers en ict-ers.
6. Bieden alle genoemde mogelijkheden geen oplossing, dan kan een groep thuis worden
gelaten. Hierbij wordt aan de volgende voorwaarden voldaan:
het is een uiterste noodmaatregel;
in principe niet op de eerste ziektedag;
er wordt een telefoonboom ingesteld om ouders te kunnen informeren;
ouders worden ook schriftelijk geïnformeerd, met opgave van de redenen voor de
lesuitval;
kinderen die thuis geen opvang hebben worden op school opgevangen;
per groep niet langer dan een dag achtereen; het thuis laten opvangen wordt gemeld bij het bestuurskantoor van Stichting Archipel
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
23
4.3 Ouders
4.3.1 Betrokkenheid van de ouders bij het onderwijs
Binnen onze school streven we naar een actieve betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid
van alle ouders met hetgeen er binnen en buiten de school in het belang van de kinderen
plaatsvindt. De betrokkenheid kan zich op vele manieren uiten; om wat voorbeelden te
noemen: begeleiding van kinderen bij schoolreizen, hulp bieden bij allerlei klussen op school,
bezoeken van informatieavonden, belangstelling tonen tegenover de kinderen voor wat er op
school gebeurt.
Niet alle ouders kunnen of willen aan deze zaken zelf deelnemen, ieder is daarin volkomen vrij.
Wel willen we aan die mensen die op een of andere manier een bijdrage willen leveren zoveel
mogelijk ruimte bieden. Bij dit alles gaat het steeds om het belang van alle kinderen.
Ouderparticipatie is te verdelen in een aantal vormen:
onderwijs ondersteunende activiteiten thuis
ondersteunende activiteiten buiten de klas
ondersteunende activiteiten in de klas
meedenken en meebeslissen
4.3.2 Medezeggenschapsraad
Een medezeggenschapsraad is een groep mensen die nauw bij de school betrokken is. Een
medezeggenschapsraad wordt in de basisschool gevormd door ouders en leerkrachten. In onze
situatie bestaat de raad uit 10 personen. De directeur maakt geen deel uit van de
medezeggenschapsraad. Hij kan gevraagd worden toelichting te geven op het algemeen beleid
en vragen te beantwoorden. De leden worden gekozen door de groep waar ze uit voort komen.
De ouderleden worden dus door de ouders van de school gekozen. Zij vertegenwoordigen de
ouders en komen op voor de belangen van de ouders en de leerlingen. Er is een gelijke
verdeling tussen de ouder en personeelsgeleding. Op elke school moet een
medezeggenschapsraad aanwezig zijn. Daarnaast heeft ons bestuur een gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad ingesteld. Hierin zitten vertegenwoordigers van ouders en personeel
van Stichting Archipel. Alle bovenschoolse zaken worden in de gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad ingebracht en afgehandeld.
4.3.3 Bevoegdheid van een medezeggenschapsraad:
De medezeggenschapsraad mag zich bemoeien met zaken die de school aangaan conform
reglement medezeggenschap scholen. Over veel besluiten die het bevoegd gezag over de school
wil nemen, moet zij vooraf de medezeggenschapsraad om advies of instemming vragen. De
medezeggenschapsraad kan met zijn bevoegdheden er soms voor zorgen dat een voorgenomen
besluit niet wordt uitgevoerd. De MR heeft instemming- en adviesrecht, maar kan ook al eerder
in het traject meedenken.
4.3.4 Ouderraad:
Naast de medezeggenschap heeft de school een ouderraad. De ouderraad houdt zich
voornamelijk bezig met praktische en uitvoerende zaken, zoals: het organiseren en uitvoeren
van “doe”activiteiten, toezicht houden op leerlingen, organiseren van ouderavonden en
festiviteiten op school, assistentie tijdens de lessen, etc.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
24
4.3.5 Formele positie ouderraad in de medezeggenschapsregelingen
De wet kent de ouderraad een positie toe in het medezeggenschapscircuit. De ouderraad is een
geledingenraad (artikel 26 WMO 1992) en kan als zodanig advies uitbrengen aan de
medezeggenschapsraad, met name over zaken die de betreffende geleding aangaan.
De ouderraad en oudergeleding van de medezeggenschapsraad hebben dezelfde achterban: de
ouders op de school. Voor het goed functioneren van beide organen is het belangrijk dat er op
school een goede communicatie bestaat tussen de ouderraad en de oudergeleding van de
medezeggenschapsraad.
4.3.6 Rechten en plichten:
Via de advies- en instemmingbevoegdheden en de geschillenregeling zijn de wederzijdse
rechten en plichten van de medezeggenschapsraad en het bevoegd gezag nauwkeurig bepaald.
4.3.7 Ouderbijdrage
De ouderraad vraagt jaarlijks aan de ouders om een bijdrage in de gemaakte kosten van feesten
en projecten zoals Sint, Kerst, Pasen en de laatste schooldag. Het betreft hier overigens een
vrijwillige bijdrage.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
25
5 De school en zijn omgeving
5.1 Wijk en buurt
De school is gevestigd in een nieuwbouwwijk, gestart begin jaren negentig, waarbij het
merendeel van de woningen behoort tot de koopsector. Het is een VINEX wijk en op dit
moment worden nog steeds woningen gebouwd.
De hoofdlocatie van de school maakt deel uit van het multifunctioneel centrum “De Mene”,
waarin verder aanwezig zijn een sportzaal en kinderdagopvang De Blokkentoren. Door
Stichting Welzijn Zutphen wordt een ruimte verhuurd aan ZOZIJN, die er cliënten met een
verstandelijke beperking begeleidt. Deze cliënten verrichten waar mogelijk ondersteunende
activiteiten voor de school.
De dependance is gevestigd in een woonschool aan de Marga Klompélaan in Leesten West.
Daar wordt aan 7 groepen onderwijs gegeven.
Sinds het schooljaar 2006-2007 heeft de school de beschikking over 4 tijdelijke lokalen bij het
hoofdgebouw.
In de komende jaren blijft de huidige gebouwenbehoefte bestaan.
5.2 Brede school- Educatief centrum
We zijn een brede school. De school werkt nauw samen met de Stichting de Blokkentoren
inzake voor-, tussen- en naschoolse opvang. Naast opvang in de Mene is er ook naschoolse
opvang in de Qbus in een aantal aangepaste woningen op loopafstand van school.
Door intensieve samenwerking tussen beide organisaties sluiten school en opvang zo goed
mogelijk op elkaar aan.
5.3 Talentontwikkeling in dagarrangementen.
School en Blokkentoren zijn gestart met het traject dagarrangementen voor 8+ leerlingen. Het
project staat in het teken van talentontwikkeling. De leerlingen maken onder schooltijd middels
gastlessen en workshops kennis met diverse thema‟s variërend van schermen, koken en drama
tot muziek. In de zoektocht naar zijn/haar talent is er de mogelijkheid voor ieder kind om in te
schrijven voor een naschools vervolgtraject. Op termijn zal dit project ook georganiseerd gaan
worden voor de jonge leerling.
5.4 Overblijven
Het overblijven wordt op onze school professioneel verzorgd door stichting Broodnodig,
onderdeel van Stichting De Blokkentoren, die hiervoor geschoolde krachten ter beschikking
heeft. Aan het overblijven zijn kosten verbonden. Hierover is op school, bij de administratie,
meer informatie te verkrijgen.
5.5 Voor- en vroegschoolse educatie
De meeste kinderen die de school gaan bezoeken hebben een peuterspeelzaal of een
kinderdagverblijf bezocht. Het grootste gedeelte heeft dit bezocht op “De Mene”.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
26
6 Samenwerkingsverbanden
6.1 Weer Samen Naar School
De school maakt deel uit van het Weer Samen Naar School verband Zutphen. Doel van het
samenwerkingsverband is inhoud te geven aan het beleid met betrekking tot leerlingen die
extra zorg behoeven in het reguliere basisonderwijs en/of het speciaal onderwijs.
6.2 Voortgezet onderwijs
Met het Stedelijk Dalton College heeft het schoolbestuur een samenwerkingsovereenkomst
gesloten, om met name de overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs
beter te laten verlopen.
6.3 Opleidingsinstituten
Wij voelen ons medeverantwoordelijk voor de begeleiding van aankomende leerkrachten in het
basisonderwijs. In goede samenwerking met hogescholen bieden wij studenten de gelegenheid
ervaring op te doen.
De school is, door Opleiding Verzorgende en Dienstverlenende Beroepen Kenniscentrum,
erkend als leerbedrijf ten behoeve van het verzorgen van beroepspraktijkvorming. Door deze
erkenning kan de school stageplaatsen aanbieden aan leerlingen van het Regionaal
OpleidingsCentrum Aventus op de niveaus 2 tot en met 4 (klassenassistenten).
Met Saxion Hogescholen werkt de school samen om Pabo studenten (niveau 5) in de
gelegenheid te stellen om praktijk ervaring op te doen. Dit gebeurt o.a. via het traject “opleiden
in de school”, waar het duale traject en inzet van betaalde LIO-ers (Leraar in Opleiding) deel
vanuit maken.
Af en toe wordt een stageplaats aangeboden aan een student van de Pabo‟s uit
Arnhem/Nijmegen en/of Doetinchem. Om scholing op team- of individueel niveau in te vullen worden contracten afgesloten met: Stichting
IJsselgroep, Seminarium voor Orthopedagogiek en Saxion Hogescholen.
6.4 Jeugdzorg
Bureau Jeugdzorg fungeert sinds januari 2005 als poort naar andere hulpverlenende instanties.
Bij aanmelding bij dit zogenoemde loket, krijgt de betreffende persoon een begeleider
toegewezen, die gedurende het gehele te doorlopen traject dezelfde blijft. De landelijke
Bureaus Jeugdzorg onderhouden onderling contact, zodat bij een verhuizing de gegevens van
cliënten meeverhuizen. Een medewerker van de GGD neemt ook deel aan de bijeenkomsten
van het zorgteam (zie 4.1.4)
6.5 Geneeskundige Gezondheidsdienst (GGD)
Bij de GGD Gelre-IJssel is de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) ondergebracht bij gemeentelijke
gezondheidsteams (GGT‟s). Binnen deze teams werken artsen, verpleegkundigen, assistenten
en logopedisten. Samen met ouders en school zorgen de medewerkers van de GGD ervoor dat
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
27
kinderen zich zo goed mogelijk ontwikkelen. Zij doen dit door kinderen te onderzoeken, door
kinderen te vaccineren en door ondersteuning te bieden aan ouders en leerkrachten en hierin
ook samen te werken met andere instanties.
Onderzoeken en vaccinaties De bekendste taak vanuit de GGD voor schoolgaande kinderen zijn de preventieve
onderzoeken. Het is belangrijk dat factoren, die de groei en ontwikkeling van een kind kunnen
verstoren, in een vroeg stadium worden opgespoord. De GGD onderzoekt gedurende de
basisschoolperiode een kind meerdere keren. Daarnaast krijgen de kinderen in deze periode ook
twee vaccinaties.
Rond de leeftijd van 5 jaar vindt op aanvraag logopedische screening plaats. De
logopedist onderzoekt naar aanleiding van deze screening kinderen die in hun spraak-
en taalontwikkeling risico‟s lopen. De logopedist let dan vooral op taal, spraak,
mondgedrag en stem.
Bij 5/6-jarige kinderen doet de jeugdarts en de assistente een uitgebreid onderzoek.
Hierin komen het zien, horen, bewegen, groei, gezondheid en gedrag en ontwikkeling
aan bod.
Op 9-jarige leeftijd ontvangen de kinderen de vaccinatie tegen difterie, tetanus, polio
(DTP) en tegen bof, mazelen, rodehond (BMR).
In groep 7 vindt bij alle kinderen een onderzoek plaats door de jeugdverpleegkundige.
Daarin wordt aandacht besteed aan groei, gezondheid en gedrag.
Op 12-jarige leeftijd ontvangen de meisjes de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker
(HPV)
Voor ieder onderzoek en elke vaccinatie ontvangen de ouders vooraf een uitnodiging. Bij alle
onderzoeken en de vaccinatie van de 9 jarigen zijn de ouders aanwezig. Dit geldt niet voor de
logopedische screening. Na elk onderzoek informeert de GGD de ouder(s)/verzorger(s) over
de bevindingen.
Advisering en verwijzing
Naar aanleiding van het onderzoek kan de JGZ-medewerker -afhankelijk van de bevindingen-
het volgende doen:
gericht advies en/of begeleiding geven aan kinderen en ouders. Bijvoorbeeld bij
gedragsproblemen met kinderen op school of thuis, gezondheidsvragen of problemen in
de spraak- en taalontwikkeling
een kind na verloop van tijd opnieuw oproepen voor een vervolgonderzoek
het kind (en de ouder) voor uitgebreider onderzoek of behandeling verwijzen naar een
andere hulpverleningsinstelling. De GGD werkt samen met de huisarts, de specialist in
het ziekenhuis en met Bureau Jeugdzorg, Maatschappelijk werk, psychologen,
pedagogen en anderen. Een eventuele doorverwijzing gebeurt altijd in overleg met
ouder(s)/verzorger(s).
Onderzoek op verzoek
Ook leerlingen uit andere groepen kunnen door hun ouders, leerkrachten of intern begeleider
aangemeld worden voor nader onderzoek door jeugdarts, verpleegkundige of logopedist.
Ondersteuning van leerkrachten GGD-medewerkers kunnen ook leerkrachten ondersteunen en adviseren bij het opzetten en
uitvoeren van activiteiten, bijvoorbeeld gericht op het aanleren en/of verbeteren van gezond
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
28
gedrag. Ook adviseren zij over het gebruik van leskisten, lespakketten en andere
voorlichtingsmaterialen uit het documentatie- en informatiecentrum van de GGD.
Team jeugdgezondheidszorg
Het team Jeugdgezondheidszorg voor uw school bestaat uit:
Ivo Beutinck, arts Geke Boers, assistente
Mirjam van der Vegt, verpleegkundige Noortje Tebrunsvelt, logopediste
Bereikbaarheid en informatie
U kunt de GGD om advies vragen op diverse terreinen. Bijvoorbeeld infectieziekten, hygiëne
en veiligheid op school. Meer informatie over diverse onderwerpen kunt u vinden op de
website: www.ggdgelre-ijssel.nl
U kunt de GGD telefonisch bereiken op telefoonnummer: 088 – 4433802
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
29
7 Veiligheid
7.1 Veilige omgeving voor kind en leerkracht
Kinderen moeten zich veilig kunnen voelen op school. In het hoofdstuk over het pedagogisch
en didactisch ontwerp is dit reeds aangegeven. Dit geldt niet alleen voor de leerling, maar ook
voor de leerkracht. Wanneer kinderen door afwijkend gedrag dit basisgevoel in gevaar brengen,
zal de school duidelijk optreden en aan de ouders van de betrokken leerling mogelijke sancties
melden.
7.2 Gebouwen
Het onderwijs wordt gegeven in gebouwen waar een goed klimaat heerst, opdat de leerlingen
optimaal kunnen presteren. Periodiek zal gekeken moeten worden of de gebouwen nog voldoen
aan de eisen van de ARBO wetgeving.
7.3 Ontruimingsoefeningen
Minimaal 2 keer per schooljaar zal een ontruimingsoefening worden gehouden. De eerste
aangekondigd, de tweede onaangekondigd met als doel te kijken of het verlaten van het pand
snel en veilig geschiedt.
7.4 Klachten met betrekking tot ongewenste intimiteiten en
agressie
Klachtenregeling
In het kader van de invoering van de kwaliteitswet (1998) beschikt iedere school over een
klachtenregeling, die op school beschikbaar is.
De klachtenregeling kunt u raadplegen als een klacht voor uw gevoel niet naar tevredenheid is
weggenomen. U heeft de klacht dan wel eerst besproken met de leerkracht van uw kind, de
directeur of de contactpersoon. In de klachtenregeling staat precies beschreven hoe er
gehandeld moet worden. De openbare basisscholen in Zutphen zijn per 1-10-1999 aangesloten
bij de Landelijke Klachten Commissie (LKC) voor het openbaar en het algemeen toegankelijk
onderwijs.
Er is gekozen voor de Landelijke Klachten Commissie (LKC), tel. nr. 070-3861697, Postbus
694 - 2270 AR Voorburg, van de VOS/ABB (belangenbehartiger onderwijsorganisaties),
omdat deze commissie deskundig is. De klachtenregeling is opgesteld naar het landelijk model
van de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) en is bedoeld voor algemene klachten als
klachten bij seksuele intimidatie. Er wordt dus met één klachtenregeling en één
klachtencommissie gewerkt.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
30
7.5 Klachten met betrekking tot het onderwijs
Klachten kunnen betrekking hebben op het functioneren van medewerkers van de school of op
het gevoerde onderwijsbeleid. Als er een klacht is over het geven van onderwijs dan richten de
ouders zich in eerste instantie tot de leerkracht. Wanneer het probleem niet is opgelost, kunnen
de ouders dit voorleggen aan de directie. De directeur of bouwcoördinator zal in overleg met de
betrokken leerkracht en de ouders proberen het probleem op te lossen. Als er naar de mening
van de ouders geen bevredigende oplossing is gevonden, kan het probleem worden voorgelegd
aan het bestuur.
7.6 Contactpersoon en externe vertrouwenspersoon
Iedere school kent één of meerdere contactpersonen die als aanspreekpunt(en) dienen. Als het
nodig is, bespreekt de contactpersoon de klacht met de externe vertrouwenspersoon. Een
taakomschrijving voor zowel de contactpersoon als de vertrouwenspersoon is opgenomen in de
klachtenregeling. Voor onze school zijn dit Derry Griffioen en Sandra Tonino. Bij klachten
over seksuele intimidatie wordt de externe vertrouwenspersoon ingeschakeld via de
contactpersonen. De klachtenregeling ligt ter inzage op beide locaties.
De vertrouwenspersoon van het bestuur is bereikbaar op tel. 596120.
7.7 Pesten
Pesten kan en mag niet getolereerd worden!!
Pesten is een veel voorkomend fenomeen dat opgemerkt wordt bij kinderen van alle leeftijden,
in alle bevolkingsgroepen.
Het is belangrijk oog te hebben voor het fundamentele onderscheid tussen pesten en plagen.
Plagen is een vorm van onbezonnen incidenteel pesten en/of spontaan negatief gedrag. Met
andere woorden het is eerder een onschuldige eenmalig activiteit waarbij humor een rol kan
spelen. Het herhaaldelijk en langdurig karakter ontbreekt hier. Het plagen speelt zich af tussen
twee (kinderen of groepen) min of meer gelijken, waarbij het niet vast ligt wie de bovenhand
zal halen. Wanneer een leerling echter gepest wordt, betekent dit dat hij continue het
slachtoffer is van pesterijen. Wat hij ook doet, het is nooit goed. Het element onmacht
tegenover de “almacht” van de pestkop is enorm.
7.8 Het pestprotocol
Een stappenplan om pestgedrag in te dammen.
Iedere geleding is verantwoordelijk. Er moet adequaat opgetreden worden.
1. Pestgedrag wordt gesignaleerd en wordt vervolgens gemeld bij een vertrouwenspersoon.
Deze hoort dit aan en wint informatie in. Er zijn twee mogelijkheden:
a. Er is geen sprake van pestgedrag. De situatie wordt afgehandeld door de leerkracht. De
melding wordt wel genoteerd!
b. Er is sprake van pestgedrag. Er wordt een schriftelijk verslag gemaakt. De
vertrouwenspersoon wint informatie in.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
31
2. Gesprek tussen vertrouwenspersoon, pester(s) en gepeste(n). Eventueel kan desbetreffende
groepsleerkracht erbij zitten. De problemen worden besproken en er worden afspraken
gemaakt. Hiervan wordt een beknopt verslag gemaakt.
Na 2 à 3 weken volgt er een tweede gesprek. Hierin wordt besproken of de gemaakte afspraken
nagekomen worden. Ook hiervan wordt een beknopt verslag gemaakt. Als blijkt dat er geen
wezenlijke verbeteringen zijn, wordt het pestgedrag bekend gemaakt bij alle geledingen.
onderwijzend personeel
medezeggenschapsraad
bestuur
inspectie
ouders
De ouders worden bij vervolggesprekken betrokken.
4. Het probleem wordt afgesloten of er komt een vervolggesprek, waarbij de directeur aanwezig
is. Van dit gesprek zal wederom een verslag worden gemaakt en eventuele consequenties
worden doorgenomen.
5. Als het pestprobleem uiteindelijk niet opgelost wordt, zal aan de ouders van de pester advies
gegeven worden om een andere school te zoeken.
In incidentele gevallen kan het noodzakelijk zijn om het protocol “ernstig onaangepast gedrag”
te hanteren.
7.9 Protocol: Wat te doen bij ernstig onaangepast gedrag?
Inleiding:
In het kader van de Kanjertraining hebben we tijdens de nascholingsbijeenkomsten het belang
besproken van eenduidig handelen van personeel van school naar kinderen die ernstig
onaangepast gedrag vertonen. In de meeste gevallen doen zich deze situaties voor in de hogere
groepen, wanneer de groepsleerkracht afwezig is. Echter ook tijdens pauzes, of voor of na
schooltijd kunnen zich incidenten voordoen, die om duidelijke maatregelen en sancties vragen.
Wat is ernstig onaangepast gedrag?
In schoolverband hebben we het over ernstig onaangepast gedrag wanneer kinderen, ook na
herhaaldelijk waarschuwen, de normale lesgang verstoren en daarbij geen of weinig respect
tonen voor (inval|)leerkracht en/of klasgenoten. Ook fysiek of verbaal geweld of het dreigen
daarmee, waardoor de leerling de veiligheid van anderen in gevaar brengt, behoort tot deze
categorie gedrag.
Hoe te handelen?
De leerkracht probeert in eerste instantie met de leerling duidelijke afspraken te maken, waarbij
de „Kanjervraag‟: “Is het je bedoeling ……..?” een goede vraag is.
Bij die afspraak wordt de vervolgstap bij geen gedragsverbetering ook aan gegeven.
Deze luidt: “ Als je je niet aan de gemaakte afspraak houdt, word je niet meer gewaarschuwd,
maar stuur ik je naar de directie. “
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
32
De directie heeft vervolgens een gesprek met de leerling en heeft daarbij meerdere opties,
afhankelijk van de zwaarte van het vertoonde gedrag. De optie die gekozen wordt, wordt in
overleg tussen leerkracht en directielid vastgesteld. De twee meest waarschijnlijke opties zijn:
1. De leerling krijgt een allerlaatste waarschuwing. Er worden afspraken gemaakt, waarin
het de leerling nog eens duidelijk wordt gemaakt, welk gedrag vertoond moet worden.
Ook wordt de leerling en zijn/haar ouders aangegeven wat de consequenties zijn,
wanneer de leerling dit gewenste gedrag niet vertoont. Onderdeel van die consequenties
is in ieder geval een gesprek met leerling en ouders in aanwezigheid van een directielid,
waarin de leerling zijn/haar gedrag moet verklaren en waarin ook de sancties door de
directie worden meegedeeld.
2. De leerling wordt onmiddellijk geconfronteerd met sancties.
Een gesprek, als hierboven omschreven vindt plaats. Sancties worden door directielid
aan leerling en ouders meegedeeld.
Sancties:
Indien door leerkracht en directielid is vastgesteld dat er sancties moeten volgen zijn er
meerdere mogelijkheden. De meest waarschijnlijke zijn:
1. Uitsluiting van de lessen in het groepslokaal. De leerling wordt gedurende kortere of
langere tijd uit de groep gehaald en krijgt een plek toegewezen door de directie in een
van de overige groepen.
2. De leerling wordt uitgesloten van het buitenspelen met de andere kinderen. Deze
uitsluiting vindt plaats gedurende de pauzes en de leerling gaat pas naar huis als de
andere kinderen vertrokken zijn. Voor deze maatregel wordt met name gekozen,
wanneer de betrokken leerling de veiligheid van andere kinderen tijdens genoemde
momenten in gevaar heeft gebracht. Eventuele uitsluiting van deelname aan
buitenschoolse activiteiten kan hier ook onderdeel van uitmaken.
3. Wanneer maatregel 1 of 2 geen effect hebben, worden ouders en kind op de hoogte
gebracht van de mogelijkheid voor de directie om de betrokken leerling gedurende
kortere of langere tijd te schorsen. Tot een schorsing wordt eventueel overgegaan na
overleg met de leerplichtambtenaar en de bovenschoolse directie. Wordt er gekozen
voor een schorsing langer dan 5 dagen, dan vindt er ook overleg plaats met de
onderwijsinspectie.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
33
8 Alfabetisch Allerlei
8.1 Activiteiten op het gebied van kunst, cultuur en sport
Op het gebied van kunst en cultuur worden excursies georganiseerd, beschikt de school over
een docent beeldende vorming en komen externe organisaties gastlessen verzorgen, veelal
vanuit de brede school ontwikkeling. Het culturele aanbod is dusdanig dat alle kinderen in hun
basisschoolloopbaan met alle kunst- en cultuurgebieden meerdere keren kennismaken.
Op sportief gebied doen de kinderen van de bovenbouw mee aan de Zutphense sportdag.
Diverse sporttoernooien worden georganiseerd door verenigingen en externe organisaties
verzorgen gastlessen, ook veelal vanuit de brede school ontwikkeling.
8.2 Aansprakelijkheid
De school kan niet aansprakelijk worden gesteld voor geleden schade aan fietsen, kleding,
sieraden, horloges, meegebrachte spullen, etc. Ook bij diefstal, bijvoorbeeld van een fiets is de
school niet aansprakelijk.
De ouderraad heeft een collectieve ongevallenverzekering afgesloten voor de kinderen. Die
verzekering is bedoeld voor “ongelukjes” die tijdens schooltijd, schoolreis, excursies etc.
plaatsvinden, waarbij geen sprake is van opzet.
8.3 Bewegingsonderwijs
De kleuters hebben elke dag spel en beweging. Indien het weer goed is, spelen ze op het plein.
Zijn de weersomstandigheden slecht, dan gaan ze naar het speellokaal. Op de dependance is in
het komend schooljaar geen speellokaal beschikbaar. De kleutergroepen zullen regelmatig
gymmen op het hoofdgebouw. De groepen 3 t/m 8 krijgen gymnastiek in de sportzaal van het
hoofdgebouw. Deze groepen krijgen in principe1 keer per week gymnastiek van een
vakleerkracht, daarnaast van de groepsleerkracht. Tijdens de lessen wordt gewerkt volgens een
methode, waarbij alle groepen op aangepast niveau 3 sport- of speldisciplines per les krijgen
aangeboden.
8.4 Culturele vorming
In de gemeente Zutphen organiseert de werkgroep Culturele Vorming programma‟s voor alle
groepen van de basisscholen. Onze school neemt deel aan deze voorstellingen op het gebied
van dans, toneel en muziek. Daarnaast ondersteunt EDU-ART Gelderland de leerkrachten
m.b.t. projecten.
8.5 Directie
De directeur is integraal verantwoordelijk voor het beleid binnen de school. Via een
management statuut, met daaraan gekoppeld een managementcontract, zal duidelijk worden
wat de taken zijn en waarover verantwoording moet worden afgelegd.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
34
De directeur vormt samen met de bouwcoördinatoren een managementteam. De directeur is
belast met de algehele schoolleiding. De bouwcoördinatoren zijn de direct leidinggevenden van
hun bouwen.
8.6 Foto’s op website
Regelmatig worden foto‟s gemaakt van activiteiten. Deze foto‟s worden op de website van de
school geplaatst of kunnen door ouders worden bijbesteld of gedownload. Indien u hiertegen
bezwaar heeft, dient u dat kenbaar te maken bij de directie en de groepsleerkracht van uw kind.
8.7 Informatievoorziening
Om te weten wat er op school gebeurt is het nodig dat er voorlichting en informatie vanuit de
school naar de ouders toe wordt gegeven. Dit gebeurt op de volgende wijze:
Informatie-avond.
Aan het begin van elk cursusjaar wordt er per groep een informatie avond gehouden.
Tijdens die avond geeft de groepsleerkracht voorlichting over de inhoud van de
verschillende leer- en ontwikkelingsgebieden.
Schriftelijke informatie.
Dit gebeurt o.a. in de vorm van een nieuwsbrief. Hierin wordt informatie gegeven over
allerlei onderwerpen. De nieuwsbrief verschijnt minimaal een keer per maand.
Daarnaast worden brieven aan de leerlingen meegegeven over specifieke
groepsaangelegenheden en/of schoolactiviteiten.
Schoolgids.
Aan het begin van elk schooljaar ontvangen de ouders een schoolgids met bijlage. In de
bijlage is een informatiekalender opgenomen.
Via de website
Op de website van de school vindt u zowel groepsgebonden als school- informatie
8.8 Innovatie
Vanaf de start in 1996 heeft de school een actief beleid gevoerd met betrekking tot scholing en
vernieuwingen.
Uitgangspunt is vernieuwingen door te voeren door op school- of bouwniveau scholing aan te
bieden. Voorbeelden daarvan zijn: adaptief onderwijs, het werken met het OVMJK, sociaal
emotionele ontwikkeling, het werken met het dagritmepakket en de dag en weektaken, het
werken met het keuzebord en de kieskast, Cito leerlingvolgsysteem, digitaal rijbewijs, het
traject visie en missie, dyslexie en coöperatief leren en HandelingsGerichteProcesDiagnostiek
(HGPD).
Naast teamgerichte scholing vindt ook scholing plaats op individueel terrein, zoals: studie het
jonge risico kind, studie video interactie begeleiding; remedial teaching, ICT, management en
groepsgerichte cursussen.
Conform onze missie proberen we binnen de organisatie een sfeer te creëren waarin collega‟s
van elkaar gaan leren en dat als een vanzelfsprekendheid ervaren. Ook worden de leerkrachten
gecoacht en begeleid door hun bouwcoördinatoren. Daartoe worden o.a. lesbezoeken
gehouden.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
35
8.9 Inspectie
Voorjaar 2010 heeft de Inspectie van het Onderwijs de school bezocht in het kader van een
Periodiek Kwaliteits Onderzoek (PKO).
Er heeft een onderzoek plaatsgevonden naar alle kwaliteitsaspecten, op grond van het door de
inspectie gehanteerde waarderingskader. De aanbevelingen vanuit de Inspectie zijn
meegenomen in de discussie. De inspecteur heeft aangegeven dat de bevindingen van het PKO
inzake de aangetroffen kwaliteit van het onderwijs niet vraagt om een aanpassing van de
reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. U kunt het rapport downloaden via www.onderwijsinspectie.nl
8.10 Leerlingenraad
We vinden het belangrijk dat leerlingen een stem hebben in diverse zaken. Vanaf groep 6 wordt
er aan het begin van het schooljaar een voorzitter van iedere groep gekozen door de
medeleerlingen. Deze voorzitter behartigt de belangen van zijn of haar groep tijdens de
leerlingenraadbijeenkomsten. Deze worden gehouden onder voorzitterschap van de directeur.
Thema‟s die o.a. worden besproken zijn; de inrichting van de schoolomgeving, het organiseren
van speciale evenementen, de voortgang van diverse programma‟s zoals bijv. de
Kanjertraining.
8.11 Leerplichtwet
De regels van de leerplichtwet in het kort:
Als uw kind drie jaar en tien maanden is, mag het al tien dagdelen op school komen
kennismaken.
De groepsleerkracht neemt daarover telefonisch contact met u op;
Als uw kind vier jaar is, mag het naar school;
Tot uw kind zes jaar wordt mag u uw kind vijf uren per week thuishouden. Dat is niet
wenselijk, maar als u het echt noodzakelijk vindt, kan het. Als u uw kind meer uren per week
thuis wilt houden, dan heeft u speciale toestemming van de directeur nodig. Dat kan ook
maximaal voor vijf uren. U moet dit altijd melden aan en bespreken met de school.
Ziekte en plotseling verzuim:
Wanneer uw kind, om welke reden dan ook, niet op school kan komen, dient u uw kind ziek
te melden. Wilt u voor schooltijd, tussen 8.10 uur en 8.25 uur, uw kind af laten melden op de
locatie waar het kind les krijgt. Dit kan bij de administratie of bij de groepsleerkracht. De
school moet immers weten waarom uw kind afwezig is.
Verlof:
Bij bepaalde omstandigheden kan een leerplichtige leerling schoolverlof krijgen, buiten de door
de school vastgestelde vakantiedagen. De mogelijkheden zijn echter beperkt. Ook de school
moet zich aan de wet houden. Hieronder treft u een overzicht van de verlofregeling
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
36
1. Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen
Wanneer uw kind plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging,
bestaat er recht op verlof.
Als richtlijn geldt dat hiervoor één dag per verplichting vrij wordt gegeven. Indien uw kind
gebruik maakt van deze vorm van extra verlof, dient u dit minimaal twee dagen van te voren bij
de directeur van de school te melden.
2. Op vakantie onder schooltijd
Voor vakantie onder schooltijd kan alleen een uitzondering op de hoofdregel gemaakt worden
als uw kind tijdens de schoolvakanties niet op vakantie kan gaan door de specifieke aard van
het beroep van (één van) de ouders. In dat geval mag de directeur eenmaal per schooljaar uw
kind vrij geven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaatshebben. Het betreft de enige
gezinsvakantie in dat schooljaar. Bij uw aanvraag moet een werkgeversverklaring worden
gevoegd waaruit de specifieke aard van het beroep én de verlofperiode van de betrokken ouder
blijken. Verder dient u met de volgende voorwaarden rekening te houden:
in verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aanvraag ten minste acht
weken van tevoren bij de directeur worden ingediend, tenzij u kunt aangeven waarom
dat niet mogelijk was;
de verlofperiode mag maximaal 10 schooldagen beslaan;
de verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. Helaas komt het wel eens voor dat een leerling of een gezinslid tijdens de vakantie ziek wordt,
waardoor de leerling pas later op school kan terugkomen. Het is van groot belang om dan een
doktersverklaring uit het vakantieland mee te nemen, waaruit de duur, de aard en de ernst van
de ziekte blijken. Op die manier voorkomt u mogelijke misverstanden.
3. Verlof in geval van “Andere gewichtige omstandigheden” (max. 1 dag)
Onder “andere gewichtige omstandigheden”vallen situatie die buiten de wil van de ouders
en/of de leerling liggen. Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij
moet gedacht worden aan:
een verhuizing van het gezin
het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten
ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten (het aantal verlofdagen wordt bepaald in
overleg met de directeur en/of leerplichtambtenaar)
overlijden van bloed- of aanverwanten
viering van een 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig
(huwelijks)jubileum van bloed- of aanverwanten
De volgende situaties zijn geen “andere gewichtige omstandigheden”:
familiebezoek in het buitenland
vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding
vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden
een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op
vakantie te gaan
eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte
verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
37
Verlofaanvragen worden altijd individueel beoordeeld. Een aanvraag voor verlof wegens
“andere gewichtige omstandigheden” dient zo spoedig mogelijk bij de directeur te worden
ingediend (bij voorkeur minimaal acht weken van tevoren).
4. Hoe dient u een aanvraag in?
Aanvraagformulieren voor verlof buiten de schoolvakanties zijn verkrijgbaar bij de directeur.
U levert de volledig ingevulde aanvraag, inclusief relevante verklaringen, in bij de directeur
van de school.
De directeur neemt zelf een besluit over een verlofaanvraag voor een periode van maximaal 10
schooldagen. Als een aanvraag voor verlof vanwege “andere gewichtige omstandigheden”
meer dan 10 schooldagen beslaat, wordt de aanvraag doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar
van de woongemeente. De leerplichtambtenaar neemt vervolgens een besluit, na de mening van
de directeur te hebben gehoord.
5. Niet eens met het besluit
Wanneer uw verzoek om extra verlof wordt afgewezen en u bent het niet eens met dat besluit,
kunt u schriftelijk bezwaar maken. U dient een bezwaarschrift in bij de persoon die het besluit
heeft genomen.
6. Ongeoorloofd verzuim
Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar
wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de
leerplichtambtenaar te melden. De leerplichtambtenaar beslist of er proces-verbaal wordt
opgemaakt.
7. Vragen?
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Wendt u zich dan tot de directeur of tot de
leerplichtambtenaar van uw woongemeente.
Voor de gemeente Zutphen is dat Mevr. S. Koiter. Ze is bereikbaar onder telefoonnummer
0575-587203.
8.12 Maandsluiting
Tijdens de maandsluiting presenteert de groep van uw kind zich aan paralelgroepen en de
ouders. Er is ruimte voor zang, drama, muziek, acrobatiek en dans. Voor deze,
“vrijdaghappening” ontvangt u een uitnodiging.
8.13 Maken van video opnames
Soms worden er in de groep video opnames gemaakt. Dit heeft dan een pedagogische – of
didactische reden. De opnames worden vertrouwelijk behandeld. Indien ze voor andere
doeleinden gebruikt worden zal altijd toestemming aan de betrokken ouders worden gevraagd.
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
38
8.14 Relatie met bestuur
In januari 2006 heeft een fusie plaats gevonden tussen besturen van openbaar onderwijs in de
gemeenten Brummen, Voorst en Zutphen. De nieuwe organisatie wordt geleid door twee
bovenschoolse directeuren binnen het bestuursmodel “bestuur op afstand”.
De directies van de scholen zijn verantwoording schuldig aan de bovenschoolse directie en
hebben als zodanig geen directe relatie met het bestuur.
8.15 Regels en afspraken
Waar samen gespeeld en gewerkt wordt, gelden ook regels waaraan kinderen en leerkrachten
zich dienen te houden.
Ook voor ouders gelden enkele regels:
Geen jassen, tassen, eten en drinken van uw kind voor schooltijd naar binnen brengen.
Ouders van kinderen uit de groep 1 en 2 mogen hun kind naar binnen brengen.
Kinderen worden geacht op tijd op school te zijn!
Voor de leerlingen gelden daarnaast de volgende afspraken:
Douchen is verplicht voor de groepen 5 t/m 8 in het kader van gezond gedrag.
Geen mobiele telefoons mee naar school, dit om de privacy van leerlingen te
waarborgen. In overleg met de leerkracht kan een uitzondering worden gemaakt..
MP3 spelers, etc. wordt afgeraden mee te nemen naar school.
8.16 Regels voor aanvang en einde schooltijden
De kinderen mogen een kwartier voor aanvang van de lestijden op het plein. Wanneer ze te
vroeg komen is er nog geen toezicht.
Om 8.25 uur en 12.55 uur gaat de eerste bel. De kinderen mogen dan naar binnen.
Om 8.30 uur en 13.00 uur gaat de tweede bel, hetgeen betekent dat de lessen beginnen.
Aan het einde van de schooltijd ziet de leerkracht er op toe dat de kinderen op een rustige
manier de school verlaten.
8.17 Schoolproject
Jaarlijks staat een thema centraal gedurende een projectperiode van enkele weken in alle
groepen. De kinderen verdiepen zich in het thema, er zijn gastlessen, bezoeken worden gepland
en het schoolproject wordt afgesloten met een gezamenlijke presentatie. De projectthema‟s
variëren ieder jaar. U kunt daarbij denken aan projecten voor een goed doel tot culturele of
sportieve projecten.
8.18 Schooltijden
Groepen 1 t/m 4
maandag, dinsdag en donderdag van 8.30 uur tot 12.00 uur en van 13.00 uur tot 15.00 uur
woensdag van 8.30 uur tot 11.30 uur
vrijdag van 8.30 uur tot 12.00 uur
OBS Lea Dasberg ____________________ Zutphen
39
Groepen 5 t/m 8
maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag van 8.30 uur tot 12.00 uur en van 13.00 tot 15.00 uur
woensdag van 8.30 tot 12.15 uur
8.19 Uitstroom gegevens
In het overzicht treft u de uitstroomgegevens van de afgelopen 6 jaren:
Schooljaar Aantal l.l. PRO VMBO/BB VMBO/KB VMBO/GL TL/HAVO HAVO/VWO Gymnasium
2010-2011 87 0 3 11 1 29 35 8 2009-2010 77 0 0 11 0 27 36 3 2008-2009 75 2 3 0 1 28 39 2 2007-2008 53 0 4 8 0 18 20 3 2006-2007 42 0 2 4 0 15 18 3 2005-2006 49 0 2 9 0 20 11 5 2004-2005 32 0 3 8 1 10 10 0
8.20 Cito – eindtoets resultaten
In groep 8 nemen de kinderen van groep 8 deel aan de landelijke CITO – eindtoets. In het
overzicht treft u de resultaten van de afgelopen drie jaren.
2009: 538,6
2010: 536,8
2011: 536,5
Deze resultaten liggen boven het landelijk gemiddelde.
8.21 Vervoer
Een aantal leerlingen, die gebruik maakt van de buitenschoolse opvang, wordt per taxi naar en
van school vervoerd van en naar de opvangcentra.
Op school zijn lijsten aanwezig wie wanneer gebruikt maakt van het taxivervoer.