nieuwjaarsbrief itinera 2016

28
Inera’s New Year Leer Beste wensen voor 2016 van team Itinera Leo, Marc, Ivan, Jean, Johan, Bilal, Alexandre, Simon, Frederic

Upload: itinera-institute

Post on 14-Apr-2017

2.066 views

Category:

News & Politics


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

Itinera’s New Year Letter

Beste wensenvoor 2016

van team Itinera

Leo, Marc, Ivan, Jean, Johan, Bilal, Alexandre, Simon, Frederic

Page 2: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

ITINERA kende een actief 2015. We noteerden forse impact bij de start van de nieuwe regeringen, meer bepaald op federaal en Vlaams niveau. Heel was beleidsaanbevelingen van ITINERA vonden hun weg naar regeerakkoorden en beleidsbrieven. Met name in gezondheidszorg was dit uitgesproken het geval; het verklaart ook dat we in het afgelopen jaar tijd en ruimte lieten aan de overheden om hun veranderingstrajecten in te zetten en niet onmiddellijk een nieuw project rond gezondheidszorg lanceerden. Vanaf 2016 doen we dat opnieuw, het is één van de grote maatschappelijke thema’s voor ITINERA.

Onze nieuwjaarsbrief geeft een staalkaart van de domeinen waarop alle fellows actief waren, in de vorm van een nieuwjaarswens, of een urgentie, of een specifieke topic.

ITINERA blijft staan voor de dominante rol van ondernemers en ondernemingen in de waardecreatie in onze samenleving, voor een inclusieve samenleving en actief en verantwoordelijk burgerschap. Onze kracht is onafhankelijke expertise van hoge kwaliteit, die we vertalen in beleidsaanbevelingen. We houden de vinger aan de maatschappelijke pols met intensief overleg met politici en middenveld in ITINERAHOUSE, en verspreiden onze boodschap naar alle gremia van het beleid.

Team Itinera dankt U allen voor de samenwerking, de inspiratie en het vertrouwen. Wij drukken onze erkentelijkheid uit voor de families en ondernemers die de totaal onafhankelijke werking van Itinera mogelijk maken met hun onbaatzuchtige financiële steun.

Ook in 2016, wanneer ITINERA zijn tiende verjaardag viert, zullen we dat blijven doen. Een contributie aan beter beleid, in het algemeen belang en met het oog op onze verantwoordelijkheid voor de volgende generaties.

2015

Page 3: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

3www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

1. De staat van het land Leo Neels

België werd internationaal weggezet als failed state. Dat stak: zo scherp zijn we het niet gewoon. The Economist nuanceerde de polemiek met de beschouwing dat meerdere landen en Europa het moeilijk hebben. Dat stelde enigszins gerust. En België eindigt ook nét in de top-10 van de best gereputeerde landen in de wereld, yes!

TWEE ZIJDEN VAN DE MEDAILLE

Toch zijn er enkele ongemakkelijke werkelijkheden. Zelfs degenen die zich mild tonen voor ons land, spreken van dysfunctionele besluitvorming en verwaarlozing. Helaas zijn er legio voorbeelden van. Denk aan de vele gezinnen in armoede, de enorme verspilling in steun aan alternatieve energie, de bestuurlijke chaos in Brussel, het gehannes bij een klimaatplan, de tragedie van grote projecten, de aftakeling van ons publiek areaal en zo meer. Het politiek voluntarisme lijkt zo groot geworden dat te veel politieke besluiten meer lijken te rusten op invallen dan op kennis.

Toch kwamen we de financiële crisis redelijk door – al durft niemand denken aan de gecollectiviseerde risico’s. De industrie verloor enkele hele grote spelers maar onze economie hield redelijk stand. De onverwachte vluchtelingenstroom konden we redelijk opvangen, zij het zonder schoonheidsprijs. Veranderingen krijgen waarachtig een beetje ruimte. De grootste rem is de afwezigheid van een gevoel van urgentie: de werkelijkheid wordt onderschat en het publiek debat schakelt al snel van werkelijkheid naar wenselijkheid.

COMPLEXE STRUCTUREN, OOK DAADKRACHTIG?

De meesters van het Belgisch compromis hebben nooit uitgeblonken in goed bestuur, noch in goed financieel beheer. Daar ligt de achilleshiel, vandaag overigens zowel van Gewesten en Gemeenschappen als van de federale restfractie.

Op het federale vlak worden we eigenlijk al langer geconfronteerd met quasi-onbestuurbaarheid. Eens in de vorm van de 541 regeringloze dagen, vandaag in de vorm van

Page 4: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

4www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

moeizame cohesie en afrekeningsmeerderheden en –minderheden. Roepende oppositie, wankele en gehaaste meerderheden. Daarenboven werden we plots geconfronteerd met nieuwe vraagstukken van binnenlandse veiligheid, en van grensbewaking. Het dure politiekorps en een uitgekleed leger zijn er nauwelijks tegen opgewassen. En de begrotingen zijn maar moeilijk op orde te krijgen. Deelstaten zijn geremd met fragmentaire bevoegdheidsoverdrachten en financiële anorexie - dure, inefficiënte en conservatieve methoden die ze bijna vleugellam maken. En de politieke bemanning werd bang van haar schaduw, aandachtig voor de hijgcultuur van redacties, en is te weinig geïnspireerd door visie, of door de moed van een overtuiging, het vermogen om helder te beslissen, en om genomen beslissingen manmoedig te verdedigen en uit te voeren.

GOED bESTUUR VERGT OOK EEN WERVEND VERHAAL EN EEN WERVEND VERHAAL RUST OP RObUUST bELEID

Dat staat ver van de rationaliteit waarop goed bestuur rust. Helderheid over te bereiken doel, inzicht in de mogelijke instrumenten en de mankracht en middelen die ervoor nodig zijn, opvolging, discipline en bijsturing in de uitvoering. En ook emotionele intelligentie, om de bevolking te overtuigen van noodzakelijke maatregelen, ook als ze moeilijk zijn. In het haastbeleid van vandaag wordt daar te weinig aandacht aan gegeven. Zo heersen beleidsconfusie én rechtsonzekerheid – een cocktail die haaks staat op vooruitgang, investeringen en groei. Uitzonderingen daargelaten, organiseren onze overheden zich niet met focus en efficiëntie. Het te bereiken doel is te weinig het maatschappelijk effect, te veel de sacrosanctie van de administratieve stap, en de partijdige zorg – terug van niet weggeweest – om eigen mannetjes en vrouwtjes te parachuteren op de posten met zeggenschap, en van waaruit ze de partijstudiedienst en medialekken kunnen voeden.

GOED bESTUUR LET OOK OP DE UITVOERING EN STUURT bIJ

Het georganiseerd meningsverschil dat democratie heet, heeft zich daardoor uitgebreid naar elke voorbereidende stap van een overwogen beslissing, en naar elk uitvoeringselement ervan. De beslissing verzandt dan in opinie-oorlogjes en juridische claims. Iedereen bedient zich met het momentum van eigen gelijk, en we verliezen collectief als gemeenschap. Die dimensie klemt: gemeenschap is inclusie, solidariteit, samen vooruitgang kunnen boeken, samen ook tegenslagen en mindere tijden het hoofd bieden. Lusten en lasten, ook inspanningen. Vroeger heette dat het algemeen belang, de term alleen al lijkt achterhaald, en dat is verontrustend. Op dat speelveld blonk eens een geëngageerd middenveld uit, gericht op vooruitgang, maar historisch ook moedig wanneer een stapje achteruit moest genomen, historisch visionairs en strijders voor verandering, vandaag te veel bange lieden, conservatoren en nostalgici.

Page 5: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

5www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

ALGEMEEN bELANG IS EEN WEERbARSTIGE GROOTHEID

Goed bestuur vergt focus, de wil om samen aan die betere toekomst te bouwen, helderheid over doelstellingen op langere termijn, correctheid over de werkelijke stappen daar naartoe. Geen makkelijk verhaal meer. Complexe vraagstukken, zorgvuldig overwogen stappen, beslistheid in de uitvoering. Allemaal zaken die veel vergen van de toplui die zich in openbaar bestuur engageren en er verantwoordelijkheden nemen. Meerderheid, oppositie en middenveld die debatteren maar ook het vermogen hebben om te willen en te kunnen concluderen. En de moed om de bevolking – iedereen dus, niet enkel de achterban - samen te brengen en te enthousiasmeren. Het algemeen belang is op langere termijn in ieders belang, maar voorkeur voor ieders onmiddellijk individueel of groepsbelang creëert geen algemeen belang.

Page 6: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

6www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

Bilal BenyaichNa de aanslagen in Parijs begin dit jaar en de raid in Verviers heeft de federale regering twaalf maatregelen tegen radicalisme en terrorisme goedgekeurd. Ook de gemeenschappen en gewesten gingen aan de slag. Er volgden parlementaire commissies inzake radicalisering en er werden conceptnota’s en actieplannen opgemaakt. De aanslagen van 13 november in Parijs hebben ook weer geleid tot de prompte aankondiging van nieuwe maatregelen op federaal niveau, en een verhoging van het veiligheidsbudget met 400 miljoen euro.

REPRESSIE WAAR NODIG, STEEDS MEER OOK PROACTIEf bELEID EN PREVENTIE

Het Belgisch beleid tegen radicalisering is louter reactief. We hollen achter de feiten aan en liepen dus een serieuze achterstand op. Federale regeringen hadden, vanaf 2005, wel enige aandacht voor radicalisme en gewelddadig extremisme, maar ze blonken niet bepaald uit in beleidsontwikkeling. Vandaag is het gevaar imminent, zelfs tastbaar geworden en is het maatschappelijk en politiek draagvlak om de problemen écht aan te pakken groter dan ooit. Dat is een opportuniteit.

De maatregelen op het federale niveau zijn bijna allemaal repressief van aard. Logisch ook, want repressie is onontbeerlijk in de strijd tegen terreur. Bovendien liggen veel preventieve beleidshefbomen op deelstaatniveau. Veel, maar niet alle.

VAN ISLAM IN bELGIë NAAR bELGISCHE ISLAM

2016 moet het jaar worden waarin de federale regering een belangrijke en noodzakelijke preventieve maatregel neemt: het betrekken van de moslimgemeenschappen. Dat vergt een hervorming van het islamitisch landschap in België. Er is immers nood aan een andere islamcultuur. We moeten de overstap maken van de ‘islam in België’ naar een ‘Belgische islam’. Op beleidsvlak kunnen hier zowel de federale minister van justitie als de gemeenschappen en gewesten een rol spelen.

2. De moslimgemeenschappen zijn onze beste bondgenoten in de strijd tegen radicalisme en gewelddadig extremisme

Page 7: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

7www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

Radicalisering vindt vaak op het internet plaats, maar niet uitsluitend. Ons land kent niet-erkende moskeetjes waar radicale vertogen worden gehouden, veelal door buitenlandse imams en predikers, die een impact kunnen hebben op jongeren. Maar ook: de reden waarom jongeren met interesse voor de islam zich wenden tot het internet is omdat ze het Arabisch van imams zonder Belgische achtergrond niet machtig zijn . Het gevolg is dan natuurlijk dat de kans op radicalisering groter is omdat het soortelijk gewicht van de radicale varianten van de islam op het internet een veelvoud is van dat in de reële wereld.

ANDERE ISLAMCULTUUR; VAN GEDOGEN NAAR bELEID

Daarom moet er dringend een andere islamarchitectuur komen in ons land en een nieuw moskeebeleid, gevoerd in samenspraak met de religieuze gemeenschappen. De moskeeën in Vlaanderen hebben nood aan in Vlaanderen opgeleide Nederlandskundige imams, die een maatschappelijk verantwoorde rol spelen. Die in Brussel en Wallonië evenzeer met Franstalige en verantwoordelijke imams. Vandaag is slechts een kleine minderheid van de moskeeën in België erkend. Deze dynamiek zou omgedraaid moeten worden: op termijn moeten er vooral erkende moskeeën zijn. En de niet-erkende moskeeën, de doe-het-zelfmoskeetjes, moeten bekend zijn bij de autoriteiten. Zij die haat zaaien of geweld verheerlijken moeten de deuren sluiten.

ONDERSTEUNINGSbELEID EN MAATSCHAPPELIJKE VOORWAARDEN

De Belgische manier van erkenning en subsidiëring van religies is relatief uniek. Dat moet niet per se veranderen, er zijn voordelen aan verbonden. Binnen dit kader is het immers in het belang van de moslims en van de maatschappij dat moskeeën op publieke ondersteuning kunnen rekenen. Dan blijven ze uit de klauwen van Golfstaten als Saoedi-Arabië, Qatar of Iran, of uit die van de herkomstlanden. Maar dan zijn het bovendien ook veilige omgevingen om het gebed te verrichten, plaatsen bovendien waar imams actief zijn die voeling hebben met onze samenleving, omdat ze hier geboren en getogen zijn. Op (middel-)lange termijn zal dit een niet te onderschatten antiserum tegen het jihadvirus blijken.

Het is hoog tijd dat de georganiseerde islam in ons land een spiegel wordt voorgehouden. De Moslimexecutieve werkt suboptimaal, mist geloofwaardigheid en is aan hervorming toe. Een nieuwe, professionele gesprekspartner is nodig. Nu het nog kan, moet de schade in het DNA van de prille Belgische islam worden hersteld. We moeten niet de verzuiling opnieuw beoefenen maar we kunnen wel met een doordacht beleid van publieke ondersteuning en facilitering de islamrealiteit, ook in al haar intrinsieke diversiteit, inbedden en integreren.

Page 8: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

8www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

3. De pensioenhervorming Jean HindriksIn 1930 schreef John Maynard Keynes: “Er zal niet genoeg werk zijn voor onze kleinkinderen. Ze zullen het beschikbare werk zoveel mogelijk onder elkaar moeten verdelen. Met werkweken van 15 uur en drie uur werken per dag kan het probleem opgelost worden. Drie uur werken per dag zal ruim voldoende zijn.” Op basis van de intuïtie van Keynes hoort men vaak verkondigen dat een reserve aan (jonge) werklozen uit de boot dreigt te vallen, indien de pensioenleeftijd wordt opgetrokken en mensen langer aan de slag moeten blijven. Het antwoord op die bewering is tweeledig. Op demografisch vlak beleeft België de jongste tien jaar een historische ommekeer. Voor het eerst in de geschiedenis (in vredestijd) is de bevolkingsgroep tussen 10 en 25 jaar kleiner dan de groep tussen 50 en 65 jaar. De demografische aflossing van de wacht is dus niet langer verzekerd op de arbeidsmarkt en de pensioenvertrekken kunnen de komende jaren niet meer volledig worden opgevangen. De demografische vernieuwing is vandaag volop bezig met 83% vervangingsbanen (aandeel aanwervingen als gevolg van pensioneringen) tegenover 17% nieuwe banen (aandeel aanwervingen als gevolg van het aantal netto gecreëerde banen). De echte uitdaging ligt dus niet in het gebrek aan banen voor jongeren, wel in de komende schaarste aan arbeidskrachten, rekening houdend met de ontoereikende demografische vervanging. Anderzijds mag men uitgaan van een massale komst van migranten. Dit is wat ook de Europese Commissie lijkt te suggereren in haar ramingen van de kosten van de vergrijzing, met een toename van de Belgische bevolking van 11 miljoen in 2015 tot 15 miljoen in 2050.

Wat betreft de arbeidsmarkt vormt het optrekken van de pensioenleeftijd (wettelijk pensioen en brugpensioen) geen waarborg voor een verlenging van de loopbaanduur. Het rapport van de Commissie Pensioenhervorming sprak dat niet tegen en noemde een actief beleid met betrekking tot het loopbaaneinde een onmisbare voorwaarde voor een geslaagde pensioenhervorming (zie deel IV, pagina’s 180-184). Helaas kunnen we vandaag alleen maar vaststellen dat er sprake is van een mislukking. Tussen 2009 en 2014 verlieten 353.184 vijftigplussers de arbeidsmarkt vóór ze de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar bereikten. Dat gebeurt in weerwil van het Generatiepact en de pensioenhervorming van de regering-Di Rupo, die het vervroegd pensioen en het brugpensioen aan strengere voorwaarden onderwierpen. Waar gaan al die mensen dan naartoe? Het aantal brugpensioenen daalde fors bij de vijfenvijftigplussers, maar velen van hen belandden in de ziekte- of invaliditeitsverzekering. Tussen 2009 en 2013 steeg het aantal mensen dat een ziekte-uitkering ontvangt met 17%, terwijl het aantal mensen dat om medische redenen arbeidsongeschikt werd verklaard, met 22% toenam.

Page 9: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

9www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

Dat fenomeen van de brugpensioenen is niet nieuw, maar is integendeel een constante in het regeringsbeleid sinds de economische crisis van het begin van de jaren 1970. Sedert die jaren is er als gevolg van de groeiende werkloosheid, meer bepaald bij jongeren, een consensus ontstaan in verband met het brugpensioen. Het is een voorbeeld van de verbazingwekkende koekoekstrategie van de Belgische regeringen in het kader van de strijd tegen de werkloosheid. We moeten nu al vier decennia vaststellen dat het niet heeft gewerkt … en toch blijven velen erin geloven. Er moet een eind worden gemaakt aan de praktijk van het brugpensioen. Het is hoog tijd om mensen de kans te bieden wat langzamer te gaan werken indien het de bedoeling is dat ze langer aan de slag blijven. Door de wettelijke pensioenleeftijd eenzijdig op te trekken tot 67 jaar loopt men het risico de mensen te ontmoedigen. Niemand kan een marathon lopen tegen sprintsnelheid. Verplegers en artsen hebben een even lastig beroep als leerkrachten. Nochtans bedraagt het percentage bruggepensioneerden bij leerkrachten 80% tegen 57% in de zorgsector. Deze heeft een systeem ingevoerd met zelffinanciering (via het tandemplan) van arbeidsduurvermindering op het einde van de loopbaan, met de verplichting om vertrekkers te vervangen door jongeren. Het is een oplossing die al onze aandacht verdient. De vraag of de arbeidsduurvermindering op het einde van de loopbaan de effectieve verlenging van de loopbanen mogelijk maakt, verdient natuurlijk empirisch onderzoek. In dat verband bevestigt een recente empirische studie op basis van Duitse gegevens dat arbeidsduurvermindering op het einde van de loopbaan wel degelijk een gunstig effect heeft, meer bepaald in tijden van hoge werkloosheid, op voorwaarde dat de bedrijven financieel worden aangespoord om wie met pensioen gaat, te vervangen door jongeren. Ter begeleiding van de arbeidsduurvermindering op het einde van de loopbaan is het wenselijk een nieuw stelsel van deeltijds pensioen te organiseren. Dat deeltijdse pensioen is vrij eenvoudig te verwezenlijken, voor zover er gebruikgemaakt wordt van een pensioen met punten. In een pensioensysteem met punten kan elke aangeslotene immers een deel van zijn punten omzetten in een eerste pensioen. Dat zou kunnen vanaf de leeftijd van 60 jaar. Vervolgens blijft de aangeslotene, door deeltijds te werken, bijkomende pensioenrechten opbouwen die worden opgeteld bij zijn punten die niet werden omgezet; zo wordt zijn tweede pensioen berekend, waarop hij recht heeft vanaf de leeftijd van 65 jaar.

Page 10: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

10www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

4. Vluchtelingen horen er bij Marc De VosElk Nieuwjaar is een moment om de dagelijkse ruis van het leven voor even mentaal te bevriezen. Bij deze jaarwende kunnen we ons dan opnieuw vergewissen hoe uitzonderlijk de Europese combinatie van vrede en welvaart wel is. De chaos en oorlog die zich buiten de Europese grenzen afspelen, zijn een speeltuin van geopolitieke poker, een broedhaard van terrorisme, een draaikolk van infernale menselijke ellende. De mensen en gezinnen die aan die donkere vortex ontsnappen om have en goed in het beloofde Europese land te gaan zoeken, zijn een gewetenspunt voor 2016.

VLUCHTELINGEN ZIJN VAN ALLE TIJDEN; AANTAL IS UITZONDERLIJK

Er is onnoemelijk veel te doen om de noodzaak tot vluchten aan de bron te vermijden. Geen twijfel over de urgentie van internationale mobilisatie. Maar de realiteit aan de monding is intussen wel een historische stroom vluchtelingen die ook ons land confronteert met acute capaciteitsproblemen van opvang, dossierbehandeling, huisvesting, scholing en zo meer. Als het verleden een les mag zijn, weten we dat veel van de tienduizenden die hier stranden hier uiteindelijk ook zullen blijven.

bELGIë IS EEN MOEILIJK bESTEMMINGSLAND VOOR MIGRATIE

Datzelfde verleden leert ons dat België een barslechte bestemming is voor wie hier niet als een gewilde en gediplomeerde arbeidskracht aankomt. De kans om hier alsnog een vliegende start te nemen, is klein. De kans om vast te geraken in uitzichtloze en precaire uitkeringsafhankelijkheid is groot. De kans dat die achterstelling zich doorzet in de volgende generatie is ook groot. Niemand wil dat lot van mismeesterde immigratie van de voorbije decennia herhaald zien voor de vluchtelingen uit Syrië en omstreken. Maar hoe gaan we het vermijden?

VLUCHTELINGEN MOETEN SNEL ACTIVITEIT KUNNEN AANVATTEN

Er is geen toverstaf, maar onze pijnlijke ervaringsdeskundigheid met migrantengroepen op de arbeidsmarkt, suggereert enkele evidente prioriteiten. De eerste is snelheid. Hoe langer de periode van inactiviteit duurt, hoe trager of moeilijker de doorstart wordt. We moeten het proces van erkenning als vluchteling daarom versnellen maar vooral ook instant laten sporen met een traject dat werken – met de nodige controle – toelaat, faciliteert en

Page 11: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

11www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

organiseert. Als we wachten tot de status van erkende vluchteling een voldragen feit is, is er al veel starterstijd verloren. Dan vertrekken we met langdurige werklozen aan wat het begin zou moeten zijn van een integratieparcours.

SPREIDING IS NOODZAKELIJK EN HELPT

De tweede prioriteit is locatie. De immigratiemagneet Brussel (en Antwerpen in mindere mate) barst al uit zijn voegen met buitenlanders en nieuwe Belgen die alle moeite hebben om daar aan de bak te komen. Er zijn meer jobs buiten Brussel en meer kansen in andere regio’s die een krappere arbeidsmarkt kennen. Als we dus niet de moed hebben om vluchtelingen geografisch te spreiden dan zullen we hen voor onze ogen zien wegglijden richting getto’s. Spreiding is politiek gevoelig in België maar wordt door België wel binnen Europa verdedigd. Het moet niet noodzakelijk de regel worden bij immigratie. Het mag wel de uitzondering zijn nu we als samenleving collectief voor een uitzonderlijk appel staan tegenover een historische vluchtelingenstroom. De intentie is al daar: nu ze volhouden tegenover een stroom die niet op zeer korte termijn zal opdrogen.

TAAL, ZORG EN INbURGERING: MEER DAN bED, bAD EN bROOD

De derde prioriteit is onmiddellijke opvang en begeleiding. Of het nu gaat om de ouders of om de kinderen: allemaal hebben ze een taalbad nodig, toegang tot gezondheidszorg, en inburgering om het land en zijn waarden te leren begrijpen. Zonder die inbedding is het pad van de achterstelling al meteen ingezet.

DE bRUG NAAR WERK

Terwijl voor kinderen de brug naar onderwijs cruciaal is, is die naar werk onontbeerlijk voor de ouders. De vierde prioriteit is die brug naar werk effectief te bouwen. Bouwen, inderdaad, want de combinatie van hoge loonkosten, strikte arbeidsreglementering en diplomafetisjisme slaat meestal een diepe kloof tussen een vluchteling en onze arbeidsmarkt. De wens om vluchtelingen meteen aan de slag te kunnen krijgen, wordt door nagenoeg iedereen geuit. Maar om ze realiteit te maken, zullen we dus wat eieren moeten breken. Onze klassieke toolkit van activerende begeleiding, bijvoorbeeld via OCMW of VDAB, kan zeker renderen. Maar hij heeft één nadeel: hij vergt de inzet van mensen en middelen en hij kan nooit alle vluchtelingen snel en persoonlijk bedienen. We botsen daar op budgettaire en capaciteitsgrenzen. We kunnen proberen creatief te zijn met als prioriteit de snelle en effectieve participatie in werk. België heeft al ervaring met mechanismen die de brug naar werk willen slaan en daarin de werkgevers ook als bruggenbouwers betrekken. De techniek van de ingroeibanen voor jongeren kan ons inspireren om vluchtelingen op te nemen in een duaal stageparcours waarbij enerzijds de overheid wat ondersteunt maar anderzijds ook de werkgevers het engagement nemen tot opleiding en activiteit, met een lagere totaalkost dan bij reguliere arbeid.

Page 12: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

12www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

bIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN VERGEN bIJZONDERE AANPAK: EEN WELKOMSTCONTRACT

Een dergelijk inloopcontract kan er dan in slagen om vluchtelingen snel, met minder kosten voor overheid en werkgever, en met effectieve arbeidsparticipatie, tot intrede in de arbeidsmarkt te brengen. Een formule van tijdelijke werkstage waarin zowel de overheid, de werkgever als de vluchteling zich engageren, waarbij de totaalkost dat engagement stimuleert en die de vluchtelingen ook vanuit het bedrijfsleven de hand rijkt. Modaliteiten zijn te preciseren om goed te focussen, misbruiken te vermijden en – vooral – bliksemsnel te schakelen. Dit is hét moment om preventiebeleid te voeren dat achteraf correctiebeleid zal vermijden. Noem het maar het welkomstcontract: een bijzondere, beperkte en tijdelijke maatregel waarbij we collectief verantwoordelijkheid nemen opdat vluchtelingen in ons land een vliegende start zouden kunnen nemen.

Page 13: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

13www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

5. Van kinderbijslag naar gezinsbeleid

Simon GhiottoDeze periode is traditioneel de tijd dat ouders en grootouders zich kunnen verheugen op de beste wensen voor het nieuwe jaar, met volle overgave – en als middelpunt van de belangstelling op het familiefeest – overgebracht door hun (klein)kinderen. Ook wij hebben een nieuwjaarswens, niet dóór de kinderen maar vóór de kinderen. Wat moet het beleid, in het bijzonder gezinsbeleid, betekenen voor kinderen opdat zij de kans krijgen zich te ontplooien? Wat moet de samenleving doen opdat de kinderen niet enkel hun wensen voor ons kunnen uitspreken maar ook hun eigen wensen volbrengen? In welke beleidscontext moeten ze opgroeien om hun talenten ten volle te kunnen ontwikkelen?

GROEIKANSEN VOOR KINDEREN

Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden: groeikansen worden door veel verschillende elementen bepaald waar beleidsvoering niet altijd vat op heeft. De politieke en maatschappelijke ontwikkelingen voor 2016 werpen toch een duidelijke prioriteit op. De eerste actoren zijn de ouders en hun verantwoordelijkheid. Gezinsbeleid kan hen daarbij helpen en omkaderen, maar niet vervangen. Maar gezinsbeleid biedt in 2016 wel een bijzonder perspectief omdat de bevoegdheid inzake kinderbijslag nu terechtkomt bij de deelstaten. Dit beëindigt de versnippering van bevoegdheden en de deelstaten zijn dus, voor het eerst, in staat om een coherent gezinsbeleid te ontwerpen. Vandaag spelen de private en publieke kinderbijslagfondsen daarin een centrale rol: zij verdelen de kinderbijslag. Die kinderbijslag is een wezenlijke en onmisbare ondersteuning voor vele gezinnen.

GEZINSbELEID VOOR DIVERSE GEZINSVORMEN

Kinderbijslag kwam er toen het gezin nog het traditionele gezin was: vader, moeder, en kinderen. Er is nu steeds meer diversiteit in gezinsvormen: Het ‘klassieke’ gezin – voor zover dat ooit echt bestond – is vervangen door een mengelmoes van tweeverdieners naast alleenstaande ouders, nieuw-samengestelde gezinnen, ongetrouwde koppels met kinderen, niet-hetero (wens-)ouders, huisvaders met een carrièrevrouw en zo meer. En de multiculturaliteit van onze bevolking brengt ook andere gezinspatronen mee, met een grote verscheidenheid. Met een one-size-fits-all gezinsbeleid komen we er dan niet meer om optimale kansen te bieden aan kinderen. De uitdaging wordt een consistent gezinsbeleid dat goed beantwoordt aan de diversiteit van gezinsvormen.

Page 14: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

14www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

KINDERbIJSLAGfONDS 2.0: VAN GELDAUTOMAAT NAAR bELEIDSSPELER

Een gezinsbeleid op maat zet in op aangepaste dienstverlening voor gezinnen, in allerhande vormen. Een natuurlijke partner hiervoor zijn de kinderbijslagfondsen. Maar vandaag is hun rol beperkt tot de uitbetaling van door de overheid bepaalde bedragen, ze mogen niet eens aanvullende producten of diensten aanbieden. De waarde van hun expertise binnen een versterkt gezinsbeleid kan niet liggen in het doorstorten van geld, maar in het aanbieden van een breed dienstenpakket voor gezinnen. Er zijn voldoende aanvullende taken in een modern gezinsbeleid die zij zouden kunnen opnemen. En waarom zouden ze niet de vrijheid krijgen om eigen dienstverlening te ontwikkelen in een modern en consistent gezinsbeleid? De gezinnen kunnen dan zelf een echte keuze maken, in tegenstelling tot vandaag waar de werkgevers kiezen tussen kinderbijslagfondsen zonder veel onderlinge verschillen.

Page 15: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

15www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

6. Belastingstelsel 2.0 moet minder welvaart vernietigen Ivan Van de ClootZoveel belastingbetalers, zoveel opinies over het belastingstelsel. Iedereen wil blijkbaar vooral de belastingen die hij zelf betaalt doen dalen en die van anderen, doen stijgen. Een echte belastinghervorming overstijgt dit spelletje “Don’t tax you, don’t tax me, tax the man behind the tree”. Om dit te bereiken moet men met een viertrapsraket werken. De eerste trap is de bepaling van de voorwaarden van de fiscaliteit van de toekomst. De tweede trap is de inschatting van de impact van beoogde veranderingen op relevante criteria - zoals rechtvaardigheid en efficiëntie. Pas dan volgt het plan van uitwerking. Cruciaal is uiteraard om te blijven evalueren in hoeverre de doelstellingen behaald zijn en er al dan niet onverwachte neveneffecten zijn. De doorrekening van verkiezingsprogramma’s van politieke partijen gaat in die richting, maar een echte beleidsevaluatie moet uit meer bestaan dan zogenaamde koopkrachtplaatjes van wie er wint en verliest bij allerlei voorstellen.

EEN bELASTINGSVISIE OP LANGE TERMIJN

Of een maatregel op eerste zicht sympathiek oogt, mag niet doorslaggevend zijn in de beoordeling. Belastingen reduceren tot het berekenen van een plaatje voor en na kan enkel uitmonden in slecht beleid. Wie een aanslag krijgt, is niet altijd diegene op wie de belasting werkelijk drukt; economen noemen dat de incidentie van een belasting. Er zijn veel mogelijkheden om belastingen op anderen af te wentelen. Een vennootschapsbelasting komt niet per se ten laste van de vennootschap, of een verlaging van de btw kan ten voordele zijn van de producent en niet van de consument. Het is ook essentieel om de wisselwerking tussen sociale uitkeringen en fiscaliteit goed te begrijpen en er rekening mee te houden. En vooral: men mag zich niet blindstaren op een momentopname, maar moet een echte belastinghervorming evalueren over de volledige levenscyclus van een gezin.

fISCALE EENVOUD: bREDERE bELASTbARE bASIS EN LAGERE TARIEVEN

Eenvoud, eenvoud, eenvoud: dat moet een kernwaarde zijn van een echte belastinghervorming. Wanneer we die uit het oog verliezen, stranden we waar we nu zijn: inefficiëntie, te hoge belastingen, welvaartsvernietiging en complexiteit. Een echte belastinghervorming weegt het voordeel van élke overwogen uitzondering

Page 16: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

16www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

af tegen de complexiteit van het systeem. Een voorbeeld maakt dit duidelijk. Duurzame economische groei vereist dat men niet nodeloos de keuze van de belastingbetaler verstoort om eerder vandaag dan wel later geld uit te geven. Onze huidige fiscaliteit, - met al haar vrijstellingen, aftrekken en verminderingen – komt daaraan niet tegemoet. We missen in het debat economisch gefundeerde argumenten die belastingbetaler én overheid aanzetten tot rechtvaardiger en efficiënter heffing, inning en betaling van belastingen. De belastingen kunnen fors naar beneden, de belastingbasis kan worden verbreed, en de afgeschafte aftrekken en uitzonderingen financieren de tariefverlaging.

ERNSTIG bERAAD OP bASIS VAN EXPERTISE

Het is belangrijk om die verdere stappen te zetten buiten de context van een begrotingscontrole. Achter elke fiscale aftrek zit een pressiegroep. Veel van uitzonderingsregels en afwijkingen - zoals de woonbonus en de btw op elektriciteit - streven een doel na, of dienen een particulier belang. Het staat niet vast dat ze hun doel altijd bereiken, en het algemeen belang is iets anders dan de optelling van particuliere belangen. Dat kan je enkel veranderen met een grondige fiscale hervorming, waarbij bijvoorbeeld aan elke aftrek een of meer meetbare doelstellingen worden gekoppeld .

fISCALITEIT MET EEN bEPERKTE WELVAARTSKOST

Het Belgische belastingsysteem is nodeloos nefast voor de economie. Daar is nog veel ruimte voor verbetering. Er zijn maatstaven over hoeveel euro welvaart vernietigd wordt bij het innen van één euro belasting. Volg deze welvaartskost op en evalueer in welke mate hervormingen deze reduceren. Zo komt men tot een heel ander debat, dan de race naar fiscale snoepjes in verkiezingstijden. . Ook in de Scandinavische landen kent het fiscaal stelsel een belangrijke welvaartskost, maar daar heeft de burger meer waar voor zijn geld vanwege de dienstverlening door de overheid. Naast een fiscale hervorming moeten we dan ook vooral inzetten op de uitgavenkant.

EEN fUNDAMENTELE HERZIENING OP bASIS VAN EXPERTISE, ZONDER ELECTORALE AGENDA’S

Er zijn gigantische noden om het belastingsysteem te moderniseren. Gewoon al om te verhinderen dat het volledig vastloopt en elke dag minder hanteerbaar en houdbaar wordt. Belastingbeleid is te veel de opgestapelde erfenis van decennialang improviseren en experimenteren. We moeten de ambitie koesteren om meer doordacht en strategisch met fiscaliteit om te gaan. Een praktische manier hiervoor is dat de politiek aan een experten-commissie de opdracht geeft om scenario’s te ontwikkelen om het systeem te hervormen.

Stabiliteit en voorspelbaarheid zijn essentiële kenmerken van een houdbaar fiscaal stelsel. Ga het engagement aan van een fundamentele belastingherziening waarna de fiscaliteit minstens gedurende twee legislaturen stabiel blijft.

Page 17: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

17www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

7. Naar een rendabel klimaatbeleid

Johan Albrecht

Klimaatbeleid is in België vooral duur en elke regio kijkt met een vergrootglas naar de eigen klimaatfactuur. Dit weinig inspirerende schouwspel kan vermeden worden door het klimaatbeleid voor de overheden rendabel in plaats van duur te maken. In onze traditie kosten klimaatmaatregelen veel geld; we pleiten ervoor om dat af te bouwen en om te zetten in klimaatmaatregelen die geld opbrengen. Deze ‘transitie’ betekent minder subsidies en hogere maar juiste prijzen voor energieverbruik. De opbrengsten van een rendabel klimaatbeleid zijn ongetwijfeld vlotter te verdelen dan de kosten. En een rendabel klimaatbeleid kan ook sociale correcties financieren.

DURE SUbSIDIESTROMEN ZIJN VAAK NIET EffICIëNT

De subsidiestromen van een duur klimaatbeleid kunnen expliciet of impliciet zijn. Zo werden de afgelopen decennia vele premies betaald aan wie investeerde in isolatie van de eigen woning, efficiënte gasboilers, zonnepanelen, zonneboilers, een zuinige nieuwe auto, enzovoort. Deze subsidiemechanismen werden periodiek bijgestuurd, vervangen door andere mechanismen of zelfs afgeschaft. Al deze subsidies werden uitbetaald aan de midden- en hogere inkomens, omdat alleen zij kunnen investeren in nieuwe technologieën. En de lagere inkomens staan aan de zijlijn van elk investeringsverhaal. Subsidies zijn regressief en vergroten de vermogensongelijkheid; eigenaars van een eigen woning worden gesubsidieerd om de waarde van hun vastgoed te verhogen terwijl lagere inkomens blijven huren. Ook kunnen grote vraagtekens geplaatst worden bij de doelstelling om zoveel mogelijk huiseigenaars tot renovatie te stimuleren. Wanneer een slechte woning gerenoveerd wordt, woont de eigenaar in een minder slechte woning die vanuit energetisch standpunt niet te vergelijken valt met een superefficiënte nieuwbouwwoning. Alleen een zeer dure en zeer radicale renovatie kan grote baten opleveren, maar dikwijls is de kostprijs dan hoger dan nieuwbouw… Slechte woningen worden beter afgebroken in plaats van gerenoveerd. Het renoveren van slechte woningen verhoogt wel de opportuniteitskost van sloop en vertraagt de vervanging van oud kapitaal. En inefficiënt kapitaal langer in gebruik houden, biedt weinig ecologische meerwaarde. De manier waarop we met expliciete subsidies omspringen moet dus dringend veranderd worden; we trekken op dat vlak te traag lessen uit een ongelukkig verleden dat ons met hoge kosten opzadelt.

Page 18: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

18www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

OVERHEDEN STIMULEREN SLECHT ENERGIEVERbRUIK

Ook het impliciete beleid inzake energieverbruik moet dringend bijgestuurd worden. Bedrijfswagens worden in ons land zeer genereus fiscaal gesubsidieerd: het is een nep-oplossing voor de barre loonfiscaliteit. De lengte van de files rond de steden is het in het oog springend gevolg van het succes (sic!) van dit beleid. Het is bizar dat iedereen dringend moet bijdragen tot een klimaatoplossing terwijl de gebruikers van bedrijfswagens miljoenen liters brandstof verbranden zonder enig schaarstebesef. Onze economie draagt voorlopig gelaten de congestiekosten. Een ander voorbeeld is onze nationale gehechtheid aan diesel. De lage federale accijnzen op diesel subsidiëren al meer dan 40 jaar impliciet de brandstof die altijd met de vinger wordt gewezen in discussies in de Gewesten over lokale vervuiling en fijn stof. Een combinatie van rekeningrijden, hogere belastingen op diesel en hogere belastingen op bedrijfswagens lijkt essentieel om een betere mobiliteit en minder vervuiling te realiseren. En hogere belastingen op diesel en bedrijfswagens kunnen veel geld opbrengen. Elk jaar pleiten de Europese Commissie, IMF en OESO voor een aanpak van deze pijnpunten. Voorlopig blijven sterke maatregelen uit alsof onze overheid de bijkomende fiscale ontvangsten absoluut wil vermijden.

NAAR EEN EffICIëNT KLIMAATbELEID

Een rendabel klimaatbeleid bestaat dus vooreerst uit een selectiever gebruik van expliciete subsidies. Men zou, bij wijze van voorbeeld, wel energiesubsidies kunnen verlenen voor de bouw van schoolgebouwen, doch niet voor particuliere woningen. Daarnaast geven overheden veel fiscale voordelen aan bedrijfswagens, de voorkeur voor dieselwagens, en wordt het gebruik van infrastructuur nauwelijks belast. Fiscale instrumenten inzake energiegebruik werken prima indien goed gebruikt. We moeten dus ophouden om ze verkeerd in te zetten, ook in het kader van klimaatdoelstellingen. In een grote fiscale hervorming moet daarnaar worden gekeken. Wat wil men écht wegbelasten, en hoe kan men de belastingen verlagen door de grondslag te verbreden? Een blik op energiebelastingen leert dat ondernemers en bevolking die zeer goed begrijpen, en hun gedrag aanpassen.

Page 19: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

19www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

8. Minder hinder voor startende ondernemers Alexandre Simons Nieuwjaarswensen en goede voornemens hebben hetzelfde doel, i.e. bouwen aan een betere wereld voor morgen. Die betere wereld kan er alleen komen indien ons land economisch gezond is, en dat is dan weer afhankelijk van de daadkracht van de betrokken spelers. Sommige van die spelers vervullen een zeer belangrijke rol: het zijn de ondernemers in ons land. Een ondernemer weet kansen te grijpen, hij creëert activiteit. Die activiteit kan dan weer banen genereren, de concurrentie aanzwengelen en productiviteitswinst opleveren, dankzij eventuele technologische innovaties. Daarna dienen nieuwe kansen zich aan, die opnieuw zullen worden gegrepen. Het is de deugdzame cirkel van het ondernemerschap.

PLEIDOOI VOOR MEER ONDERNEMERSACTIVITEIT

In België staat de ontwikkelingsgraad van het ondernemerschap op een laag peil. In 2014 was slechts 5,4% van de volwassen bevolking betrokken bij de ontwikkelingsfase van een ondernemersactiviteit. Dat cijfer is vergelijkbaar met wat we vaststellen in Frankrijk (5,3%) of Duitsland (5,3%), maar is lager dan het gemiddelde van de EU-landen (7,9%). Van onze buren tekenen Nederland (9,5%) en het Verenigd Koninkrijk (10,7%) de hoogste percentages op. Bovendien heeft ons land een groep van zogenaamde ondernemers ‘uit noodzaak’, voor wie het ondernemerschap niet de beste keuze is uit meerdere alternatieven. Zij starten als zelfstandig ondernemer, doch eerder bij gebrek aan alternatieven. De keuze om als ondernemer te starten is te vaak nog negatief geïnspireerd, omdat men geen andere opties heeft We moeten er een professionele oplossing van maken, een carrièrekeuze naast andere opties. Immers, vooral wanneer het ondernemerschap een keuze is tussen andere mogelijkheden, wordt creatief ondernomen en is opnieuw de start gemaakt van een positieve cirkel.

ONDERWIJS EN ONDERNEMERSCHAP

Er is geen énkele reden om de stappen naar het starten van een eigen bedrijf niét te veranderen in in 2016. Het ondernemerschap in ons land dient te worden ondersteund. Het moet een optie worden waarvoor iemand doelbewust kiest. Veel meer dan bij onze buren is de angst voor een mislukking bij ons een reden om een startproject op te geven. Belgen

Page 20: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

20www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

twijfelen meer dan Duitsers of Nederlanders aan hun capaciteiten om hun project tot een goed einde te brengen. Nochtans liggen er in ons land kansen voor het grijpen; weliswaar niet zoveel als in echte ondernemerslanden zoals de Verenigde Staten of Canada, maar op zijn minst evenveel als bij onze buren. Het plaatje oogt dus niet helemaal zo somber. Op lange termijn echter en om onze medeburgers er wat vaker toe te bewegen ondernemer te worden, moeten we proberen hun het nodige zelfvertrouwen bij te brengen. In dat opzicht moet ons onderwijssysteem een voortrekkersrol vervullen door onze leerlingen vertrouwd te maken met het opzetten van een startproject. We zullen dus ons onderwijs ook moeten aanpassen als we ondernemerschap willen bevorderen. Het is nodig wat meer pragmatisme en vaardigheden in te brengen, met nadruk op het ‘hoe’ en niet alleen op het ‘waarom’. Het is ook juist dat onderwijs jongeren aanleert hoe ze moeten werken, en er niet mee volstaat om hen te leren om kritisch te denken. Onderwijs moet hen inspireren om steeds vooruit te gaan in het leven en hun projecten te concretiseren: dat is een onderwijssysteem dat inspireert tot openheid en initiatief.

VOOR EEN STIMULEREND WETGEVEND KADER

Om de keuze voor het ondernemerschap aantrekkelijker te maken, dienen we om te beginnen alle voorwaarden die ermee gepaard gaan zoveel mogelijk te beperken. De waarheid is dat experten het vaakst het overheidsbeleid vermelden als belangrijkste obstakel voor een vlotte toegang tot het ondernemerschap. Het voorstel dat het vaakst wordt genoemd om het ondernemersklimaat te verbeteren, bestaat erin een beter overheidsbeleid te ontwikkelen. Er is dus nog ruimte om ons systeem snel te verbeteren, en dat is goed nieuws. De administratieve belasting voor wie in België een onderneming wil oprichten, behoort tot de zwaarste van heel Europa. Een overvloedige wetgeving die ook nog onduidelijk is, heeft een ontmoedigende uitwerking op de ondernemersactiviteit. Startbedrijven zijn veel meer dan andere ondernemingen uiterst gevoelig voor de administratieve belasting die gepaard gaat met de verplichtingen uit reglementeringen allerhande. De tijd en energie die ondernemers moeten besteden aan administratieve lasten, leiden hen af van hun kernactiviteit, i.e. ondernemen. Administratieve overlast is niet alleen een obstakel voor de oprichting van een onderneming, maar ook voor de groei van een bedrijf dat al een tijdje bestaat. In België hebben de vele plannen voor de aanwerving van verschillende categorieën van werknemers (Activa, Rosetta, hulp voor zeer kleine ondernemingen, RSZ-lastenverlaging, …) en de eventuele voordelen die de aanwerving van de ene of andere categorie van werknemers oplevert, tot gevolg dat de ondernemer wordt afgeleid van zijn creativiteit en zijn productieactiviteit. Vaak wordt het immers rendabeler om te focussen op de inkomsten die de steunmaatregelen bij aanwerving kunnen opleveren dan op de productionele hoofdactiviteit van de onderneming. Bovendien zijn de procedures voor bezitsverwerving uiterst lang en duur voor ondernemingen in België. Of het nu gaat om

Page 21: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

21www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

het aantal procedures, de kosten of de tijd die ermee gepaard gaan, bezit verwerven is hier tweemaal moeilijker dan wat we gemiddeld waarnemen in de OESO-landen. Tot slot lopen de administratiekosten ook hoog op wanneer de procedures ingewikkeld en ondoorzichtig zijn. Het Belgische belastingstelsel is daarvan een voorbeeld. Er is dus ruimte om het leven van de ondernemers in ons land te vereenvoudigen, en zeker om de start van ondernemingen te faciliteren..

ONDERNEMERSCHAP IS DE MOTOR VAN ONZE WELVAART

Op die manier zou het ondernemerschap de welvaart in ons land nog meer kunnen vergroten. Dat veronderstelt wel dat we zelf de voorwaarden creëren om succes te boeken. Ondernemersgeest is afhankelijk van een aantal factoren. Sommige daarvan zijn moeilijk te veranderen en zijn een werk van lange adem. Dat geldt meer bepaald voor de perceptie betreffende de capaciteiten en de risico’s van mislukking van de ondernemer. Er zijn echter ook sleutelfactoren die de oprichting van een onderneming in de hand werken die we zeer snel kunnen wijzigen en die ook zeer snel een gunstige impact kunnen hebben. Elke ondernemer draagt de kosten van de administratieve lasten en dient om te gaan met de onzekerheid als gevolg daarvan. We moeten die lasten tot een minimum beperken en maximaal vereenvoudigen. Ze moet opnieuw haar eerste doel krijgen, i.e. begeleiden zonder te ontmoedigen, opdat een groter aantal starters en ondernemers een voorspoedig jaar 2016 zou hebben.

Page 22: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

22www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

9. Voor meer goede en minder slechte ongelijkheid Marc De VosDe economische ongelijkheid in inkomen en vermogen neemt de laatste decennia toe doorheen de Westerse wereld, ook in België. Ongeacht alle relevante nationale verschillen, knaagt daardoor de vraag of een gedeelde welvarende toekomst nog wel toekomst heeft voor onze kinderen. Aan onheilsstemmen ontbreekt het alvast niet. Ze klinken ook luid in België. Onze beleidsmakers bekommeren zich in toenemende mate over toenemende ongelijkheid.

bACK TO bASICS

In dit fundamentele debat, dat naar de kern van samenleving en economie gaat, heeft het nieuwe Itinera-boek ‘Ongelijk maar fair’ een oefening tot precisie en kwalificatie gedaan. Het hanteert daarvoor de twee kernpunten van de sociaaleconomische consensus van na Wereldoorlog II. Aan de ene kant komt welvaartscreatie uit economie, marktkapitalisme en ondernemerschap, binnen een maatschappelijk en regelgevend kader dat die creatie faciliteert en disciplineert, in het bijzonder door eerlijke concurrentie te handhaven. Aan de andere kant wil de welvaartsstaat met de opbrengst van welvaartscreatie breed en inclusief kansen bieden in alle lagen van de samenleving. Vanuit dit dubbele perspectief is economische ongelijkheid goed wanneer ze uit echte welvaartscreatie en goede marktwerking komt. Ongelijkheid is daarentegen slecht wanneer de markt slecht werkt, prijzen niet de waarde reflecteren of concurrentie afwezig is. Ongelijkheid is dan weer goed wanneer ze de expressie is van geboden en genomen kansen, terwijl ze slecht is wanneer ze door het ontbreken of ontnemen van kansen ontstaat.

HET ONGELIJKHEIDSGLAS IS HALfVOL éN HALfLEEG

Door die bril bekeken, ziet ‘Ongelijk maar fair’ een ongelijkheidsglas dat halfvol en halfleeg is. Halfvol, omdat er achter en in de toename van ongelijkheid manifest verdienste en kansen zitten. De evolutie naar een kenniseconomie, de globalisering, de doorbraak van de digitale economie, de verspreiding van prestatiebeloning en de verbreding van het voorgezet onderwijs hebben de obstakels tussen menselijk potentieel en economisch verdienpotentieel verminderd. Algemeen en structureel tendeert de economie richting

Page 23: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

23www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

meer goede economische ongelijkheid op basis van menselijke inspanning en verdienste.De mens draagt als nooit tevoren de economische ongelijkheid in wat we het tijdperk van Menskapitalisme noemen. Hij doet dat daarenboven in een context van ongeziene maatschappelijke vrijheid en diversiteit. We vieren als vooruitgang de emancipatie van de vrouw, de liberalisering van het huwelijk, de superdiversiteit via massa-immigratie, en de vrijmaking van de handel die de wereld veel inclusiever heeft gemaakt, maar het is wel een vooruitgang die telkenmale en onvermijdelijk meer ongelijkheid genereert. Tegelijkertijd is het ongelijkheidsglas halfleeg, omdat de theorie van eerlijke marktconcurrentie in veel sectoren nog te weinig praktijk is en omdat de vervlechting van economie en politiek artificieel winnaars maakt of verliezers redt. Daarenboven zit onder de economische ongelijkheid in tijden van Menskapitalisme de menselijke ongelijkheid: tussen subgroepen in de samenleving, tussen gezinnen en in de opvoeding en scholing van kinderen.

ECONOMIE IS SOCIOLOGIE

Die sociologische ongelijkheid achter en onder de economische ongelijkheid maakt deze laatste veel meer dan een ongelijkheid tussen ‘rijk’ en ‘arm’. De ongelijkheid van de 21ste eeuw, waar generaties van vrede en stabiliteit intussen ook generatie-effecten in positieve én in negatieve zin geven, is vooral of steeds meer een ongelijkheid tussen deelgroepen die, binnen één en dezelfde samenleving, hardnekkig ongelijke en ongelijkere sociaaleconomische trajecten kennen. Zo herdefinieert ‘Ongelijk maar fair’ het blikveld op de ongelijkheid. De wortels van de ongelijkheid gaan dieper dan we denken. Daarom zullen we de ongelijkheid beter moeten leren meten, met het identificeren van de subgroepen en het volgen van hun trajecten over de jaren heen, eerder dan alleen te focussen op snapshots van de inkomens- of vermogensspreiding in een gegeven jaar. We weten voor België dat de interpretatie van onze ongelijkheid dan meteen verandert: terwijl de spreiding van de ongelijkheid relatief beperkt blijft in het snapshot, zitten er onderaan groepen kleverig vast: de niet-Europese immigranten en hun nakomelingen. Ongelijkheid is steeds meer polarisatie: de evolutie van economie, werkgelegenheid, gezinnen en culturen hebben samen de neiging om succes of falen meer te voorspellen of te herhalen, waardoor ongelijkheid uiteindelijk diepe groeven in de samenleving dreigt te trekken. De klassieke sociale bescherming is tegenover die groeven vaker een probleem dan een oplossing. Wie de ambitie koestert van inclusieve kansen moet daarom veel ambitieuzer zijn dan ongelijkheid met lukrake belastingen of algemene herverdeling te beantwoorden. Die zullen de wortels en de drijvers van de ongelijkheid niet bereiken en dreigen ze daarom juist meer te verankeren.

Page 24: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

24www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

VOLUNTARISME VOOR EEN MAATSCHAPPELIJK KANSENPROJECT

De oproep is om zowel in de marktwerking als in het kansenbeleid veel fundamenteler en vroeger in te grijpen, om met veel meer voluntarisme de kansenongelijkheid al van in de vroegste levensjaren te bestrijden. Het is een positieve agenda die gelooft in het vooruitgangspotentieel achter de ongelijkheid en die daarvan een echt maatschappelijk project wil maken. Het is een brede en lange agenda om geleidelijk maar stelselmatig minder slechte en meer goede ongelijkheid te behalen, en zo steeds dichterbij ‘ongelijk maar fair’ te geraken.

Page 25: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

25www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

10. Een fikse dosis hoop : lessen in veerkracht Jean HindriksNu de klimaat- en sociaaleconomische uitdagingen onoverkomelijk lijken en de angst voor onzekerheid toeneemt, heeft de bevolking behoefte aan een nieuwe vorm van veerkracht. Veerkracht wordt het nieuwe ordewoord. Veerkracht is toepasselijk op alle bestuursniveaus van ons land, op de arbeidsmarkt, de zorgsector, justitie, onderwijs, jongeren en ouderen, op de werkende bevolking die het moeilijk heeft om een evenwicht te vinden tussen beroeps- en gezinsleven, op de gepensioneerden die zich vervelen en op de jongeren die afhaken. Er is ook veerkracht nodig in elk gezin dat het moeilijk heeft. Kortom, het gaat ons allemaal op individuele wijze aan. “More than education, more than experience, more than training, a person’s level of resilience will determine who succeeds and who fails. That’s true in the cancer ward, it’s true in the Olympics, and it’s true in the boardroom.” (Dean Becker CEO of Adaptiv Learning Systems). In Amerika is veerkracht een sociale deugd die wordt verbonden met succes. In Europa wordt veerkracht veeleer gezien als een innerlijke kracht. Aan beide kanten van de Atlantische Oceaan is het concept bijzonder populair.

VAN ONZEKERHEID NAAR VEERKRACHT EN HOOP

Veerkracht is een concept dat kan rekenen op veel sympathie, omdat het hoop geeft. De mens beschikt over het vermogen weerstand te bieden aan stresserende omstandigheden en grote moeilijkheden en er toch weer bovenop te komen. Veerkracht is een concept zonder specifieke morele of ethische bijbetekenis. Veerkracht is een reflex en een bijzondere manier om de confrontatie met de werkelijkheid aan te gaan zonder te klagen, maar door te zoeken naar een efficiënte strategie om vooruit te gaan.

EEN SPRANKELTJE HOOP

In deze tijden van crisis willen we dus graag een sprankeltje hoop bieden door voor te stellen om veerkracht te ontwikkelen op alle niveaus, niet alleen op individueel vlak maar ook op het niveau van organisaties, zodat we er samen in slagen de huidige en toekomstige uitdagingen met succes aan te gaan. Daartoe dienen vijf voorwaarden vervuld te zijn:

1. Realiteitszin en pragmatisme: Wie in een moeilijke situatie belandt, mag de realiteit niet ontkennen en mag evenmin blijk geven van een gelukzalig optimisme. Hij dient het hoofd te bieden aan de situatie met realiteitszin en pragmatisme. Desillusie is wreed.

Page 26: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

26www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

Het is van cruciaal belang de realiteit van de situatie te begrijpen en te aanvaarden om ze vervolgens beter te boven te komen. Men moet zich ook ‘koudweg’ kunnen voorbereiden op het slechtste. In een schoolcontext geven veerkrachtige leerlingen blijk van realiteitsbesef ten aanzien van de inspanningen die nodig zijn om te slagen.

ZINVOLLE KEUZES

2. Zinvolle keuzes maken: Vaak stellen mensen die met tegenslag te maken krijgen zich de vraag “waarom ik?” en zinken ze weg in een depressie. Veerkrachtige mensen reageren anders en stellen zich veeleer de omgekeerde vraag, i.e. “waarom ik niet?”. Veerkrachtige leerlingen vinden omzettingsvermogen in hun kwetsbare economische situatie en putten moed uit het vooruitzicht het beter te doen. Voor veerkrachtige leerlingen biedt onderwijs een kans op emancipatie ten aanzien van hun sociale afkomst. “Waarom zou het succes mij niet kunnen toelachen, waarom zou mijn lotsbestemming niet verschillend kunnen zijn van die van mijn ouders?” Dankzij dit vermogen tot zingeving kan veerkracht een brug slaan tussen de moeilijkheden die zich op een gegeven ogenblik aandienen en een toekomstperspectief. De kunst om naar de toekomst te kijken is een belangrijke hefboom om zich te onttrekken aan acute moeilijkheden. In de praktijk gebeurt dat door zinvolle keuzes te maken. Wie wil overleven, klampt zich vast aan een doel en houdt daar stevig aan vast. Het ergste wat iemand die in een moeilijke sociaaleconomische situatie verkeert, kan overkomen is te denken dat naar school gaan helemaal geen zin heeft. In die geest zijn de veerkrachtigste organisaties en scholen die welke steunen op een onwrikbaar geheel van gemeenschappelijke waarden, die hun leden en leerlingen goed begrijpen en delen. De opdrachten en strategieën van een organisatie zijn onderhevig aan verandering, in tegenstelling tot haar gemeenschappelijke waarden. Veerkrachtige leerlingen identificeren zich met die gemeenschappelijke waarden van hun school en het onderwijs dat ze er genieten.

VINDINGRIJKHEID EN INITIATIEf

3. Efficiëntie en innovatie: Veerkracht is het vermogen om het maximum te halen uit de weinige middelen waarover men beschikt en er optimaal gebruik van te maken. Veerkracht is het vermogen om een oplossing voor een probleem te bedenken terwijl anderen passief blijven. In veerkrachtige organisaties geeft het personeel blijk van vindingrijkheid ten aanzien van onverwachte situaties (get the job done whatever it takes). In veerkrachtige organisaties vinden mensen het middel om zich te laten bijstaan door de geschikte personen en weten ze hoe ze met elkaar dienen samen te werken om samen hun doel te bereiken. If it is important for you, you will find a way.

Page 27: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

27www.itinerainstitute.org

Expertise - Impact - Pathways

NY-LETTER 2016

HET bELANG VAN SOCIALE NETWERKEN

4. Een beschermende omgeving: Veerkracht wordt al te vaak gezien als een individuele eigenschap, maar kan zich niet echt ontwikkelen in een klimaat van angst en onzekerheid. Veerkracht steunt op een sociaal netwerk van wederzijdse hulp en zelfzekerheid, zoals een gezin, de school, jeugdbijstand en de ruimere gemeenschap. Terwijl ieder van ons in aanleg over veerkracht beschikt, is de verwezenlijking van het potentieel ervan afhankelijk van het bestaande schoolsysteem, de stabiliteit van het gezin en de cohesie binnen de gemeenschap. Veerkracht promoten, is dus ook strijden tegen sociale ongelijkheid, discriminatie op het werk, segregatie, etnische en raciale verdeeldheid, mislukken op school en schooluitval alsook het gebrek aan structuur in het gezin. Het is dan ook van cruciaal belang om het evenwicht tussen gezinsleven en werk te bevorderen.

GELIJKE KANSEN

5. Gelijke kansen: wie veerkracht bevordert, bevordert gelijke kansen, meer bepaald op school. Nu verplicht onderwijs wordt gezien als een goed dat iedereen wil omdat men er sociale emancipatie van verwacht, is het duidelijk dat gelijkheid van kansen een belangrijke politieke uitdaging wordt. Volgens grote denkers van de sociale gerechtigheid is een eerlijk systeem een systeem dat gelijke kansen biedt om te slagen op school en dat, bij eenzelfde diploma, gelijke kansen biedt om een baan met verantwoordelijkheden te vinden. Achter die bevordering van gelijke kansen gaat dus een nog belangrijker uitdaging schuil, die erin bestaat de vertrouwensrelatie tussen school en samenleving te herstellen.

Page 28: Nieuwjaarsbrief Itinera 2016

28www.itinerainstitute.org

Expertise - Pathways - Impact28

NY LETTER 2016

Itinera Publicaties 2015

Itinera Team 2015

Leo NeelsGeneral Director

Marc De VosDirector

Ivan Van de ClootChief Economist

Jean HindriksSenior Fellow

Johan AlbrechtSenior Fellow

Bilal BenyaichSenior Fellow

Alexandre SimonsFellow

Simon GhiottoFellow

Frederic HeymansCommunication &

Events Officer

Quel avenir pour nos pensions?Jean Hindriks

#Radicalisme #Extremisme #Terrorisme

Bilal Benyaich

Tax Shift: Waarom ons land een belastinghervorming

nodig heeftIvan Van de Cloot & Karel

Volckaert

Ongelijk maar fairMarc De Vos