monitor wonen-z
TRANSCRIPT
voor
Provincie Gelderland
auteur
Henk Nouws, Claasje Reijers
Ruimte voor zorg bv
Research en advies in wonen en zorg
Postbus 2038, 3800 CA AMERSFOORT
tel 033 - 465 54 51
fax 033 - 465 34 81
www.ruimtevoorzorg.nl
30 oktober 2013
MONITOR WONEN-ZORG
PROVINCIE GELDERLAND 2013
EINDRAPPORT
INHOUD
1 Inleiding............................................................................................. 1
2 Hoofdpunten ...................................................................................... 3
2.1 Trends ................................................................................................. 3 2.2 Bevolkingsontwikkeling ........................................................................ 3 2.3 Dementie ............................................................................................. 4 2.4 Behoefte aan verblijf voor mensen met dementie ................................. 4 2.5 Woonzorg............................................................................................. 5 2.6 Vrijwilligers .......................................................................................... 5 2.7 Scheiden wonen en zorg....................................................................... 6
3 Van 2013 naar 2033.......................................................................... 7
3.1 Einde van de ouderdom ........................................................................ 7 3.2 Einde verzorgingshuis als fullservice-concept ........................................ 8 3.3 Einde van de kengetallen wonen en zorg .............................................. 8 3.4 Einde van de AWBZ ............................................................................ 11
4 Bevolkingsprognose 2013 - 2033 .................................................. 13
4.1 Waar vindt de vergrijzing plaats?........................................................ 15 4.2 Verschillen per gemeente ................................................................... 17
5 Prognose verblijf voor mensen met dementie 2013 - 2033 ........ 23
5.1 Prognose dementie............................................................................. 23 5.2 Stad en land....................................................................................... 25 5.3 Gemeenten ........................................................................................ 26 5.4 Behoefte aan verblijf .......................................................................... 29
6 Ontwikkeling aanbod verpleeghuiszorg ........................................ 33
6.1 Overzicht ........................................................................................... 33 6.2 Regionale capaciteit ........................................................................... 34 6.3 Lokale capaciteit ................................................................................ 35 6.4 Plannen.............................................................................................. 38 6.5 Eigendom vastgoed ............................................................................ 42 6.6 Bekostiging kleinschalig wonen........................................................... 43
7 Vraag versus aanbod zorg voor mensen met dementie............... 45
7.1 Provincie en regio’s ............................................................................ 45 7.2 Gemeenten ........................................................................................ 46 7.3 Witte vlekken ..................................................................................... 48 7.4 Meerzorg in verzorgingshuizen ........................................................... 48
8 Referentiecijfer woonzorg 2013 - 2033 ........................................ 51
8.1 Inleiding............................................................................................. 51 8.2 Behoefte aan geschikte woningen ....................................................... 53 8.3 Behoefte aan woonzorg ...................................................................... 54 8.4 Meerwaarde van woonzorg ................................................................. 57 8.5 Woonzorg versus huidig aanbod ......................................................... 58
9 Het potentieel aan vrijwilligers...................................................... 63
10 Toekomst verzorgingshuizen ......................................................... 67
10.1 Scheiden wonen en zorg? ................................................................... 67 10.2 Investeringen in het gebouw .............................................................. 69 10.3 Slopen of hergebruiken? ..................................................................... 70
11 Verantwoording............................................................................... 75
11.1 Respons ............................................................................................. 75 11.2 Vragenlijst (digitaal)........................................................................... 75
Ruimte voor zorg 1
1 INLEIDING
Aanleiding en doel
De Monitor Wonen-Zorg provincie Gelderland wil zorgaanbieders, woningcorporaties en
gemeenten ondersteunen met up-to-date informatie over de ontwikkeling van vraag en
aanbod van wonen met zorg voor ouderen.
“Wonen met zorg” is een samenhangend aanbod van een woning in combinatie met zorg:
verzorgingshuizen, verpleeghuizen, kleinschalige woongroepen, zorgvilla’s. Als bijproduct
is in dit onderzoek ook het aangrenzende aanbod seniorenwoningen geïnventariseerd.
De provincie Gelderland voert een stimulerend beleid voor zelfstandig wonen van oude-
ren. Ouderen willen zo lang mogelijk in hun eigen omgeving blijven wonen en zelf de
regie houden over hun leven. Zorgaanbieders, woningcorporaties en gemeenten hebben
gezamenlijk de sleutel in handen om te voorzien in die vraag van ouderen.
Informatie
De informatie in de monitor, bestaat uit twee delen: een bevolkingsprognose en daaraan
gekoppelde vraagprognose, en een inventarisatie van het huidige en toekomstige aanbod
van wonen met zorg. De inventarisatie heeft plaatsgevonden door alle zorgaanbieders te
vragen naar hun huidige capaciteit en de plannen die zij hebben voor de komende jaren.
Omdat de onderwerpen scheiden wonen en zorg en transformatie van verzorgingshuizen
actueel zijn, zijn ook vragen gesteld over hoe men aankijkt tegen de toekomst van de
eigen verzorgingshuizen.
De monitor maakt een inschatting van de behoefte aan verpleeghuisplaatsen / kleinscha-
lig wonen voor de periode 2013 – 2033.
Met het verdwijnen van de verzorgingshuizen oude stijl, ontstaat er ruimte voor een
nieuw soort woonzorgvoorziening, een waarbij de bewoners zelf betalen voor hun huur
en de service. De monitor maakt ook een inschatting van deze behoefte aan deze nieuwe
woonzorgvoorzieningen – “woonzorg” - die overigens hun plek kunnen hebben binnen de
muren van het verzorgingshuis.
Deze rapportage wil organisaties en beleidsmakers ondersteunen met cijfers over vraag
en aanbod, en bevat daarom veel tabellen.
De vraag- en aanbodcijfers zijn ook beschikbaar op het niveau van de individuele woon-
kern, dus fijnmaziger dan het gemeenteniveau. Hierdoor kan iedereen die zich bezig-
houdt met wonen en zorg in een bepaalde woonkern over cijfers beschikken.
Waarschuwing
De cijfers zijn met zorg samengeteld. De enquête onder zorgaanbieders heeft een res-
pons van 90% op locatieniveau. De ontbrekende locaties zijn zo goed mogelijk met be-
hulp van openbare informatie aangevuld. De enquête is een momentopname. Plannen
worden gemaakt en weer geschrapt. Cijfers zijn handig, maar vervangen niet de dialoog.
Ruimte voor zorg 2
Ruimte voor zorg 3
2 HOOFDPUNTEN
2.1 TRENDS
Het einde van de ouderdom
Er is geen scheidslijn meer tussen jong en oud. Mensen die stoppen met werken,
vinden zichzelf niet oud. Zij gaan door met hun leven een zinvolle inhoud te geven.
Hun woonwensen kunnen begrepen worden vanuit gewone woningmarktmotieven.
Het verzorgingshuis oude stijl houdt op te bestaan
Zorgaanbieders zijn van plan hun verzorgingshuis op een nieuwe manier aan te bie-
den, om aan de vraag naar wonen met zorg te kunnen voldoen. Deze nieuwe manier
houdt in dat de nieuwe bewoners zelf de huisvesting en de diensten betalen die
voorheen door de AWBZ werden vergoed. Er zal meer maatwerk zijn.
Eenvoudig begrippenkader: wonen, woonzorg, verblijf
De planologische kengetallen wonen en zorg die berekenden hoeveel woon- en zorg-
voorzieningen er nodig zijn, voorspellen de toekomst niet goed doordat de regels en
de voorkeuren van ouderen zijn veranderd. Het is tijd om de terminologie te veran-
deren. Een eenvoudige driedeling volstaat: gewoon wonen, woonzorg en verblijf.
Het overgrote deel van de ouderen zal thuis blijven wonen
Veel meer ouderen – ook niet-vitale 85-plussers – zullen langer thuis blijven wonen.
Weinigen zullen geconcentreerd wonen in woonservicegebieden of woonzorgvoorzie-
ningen. Velen zullen verspreid wonen in alle hoeken van de provincie. Zij zullen thuis
proberen om te gaan met hun beperkingen, met hun chronische ziekten, tot het echt
niet anders kan. Deze grens zal de een verder oprekken dan de ander.
Deze realiteit vraagt van beleidsmakers een nieuwe mindset: minder denken in vast-
goed, meer denken in breed beschikbare flexibele arrangementen, maatwerk, in alle
hoeken van de provincie.
Dit gegeven vraagt samenwerking tussen cure en care, tussen eerste en tweede lijn
en ziekenhuis, tussen wonen, welzijn en zorg, tussen zorgverzekeraar en gemeente.
2.2 BEVOLKINGSONTWIKKELING
Bevolking Gelderland groeit de komende 20 jaar met 50-duizend personen
De bevolkingsgroei van Gelderland is gering: 50-duizend personen op een totaal van
2-miljoen inwoners in twintig jaar.
Het aantal 85-plussers verdubbelt in 20 jaar
In dezelfde periode neemt het aantal 85-plussers – de groep senioren die het meeste
te maken heeft met gezondheidsproblemen en beperkingen – toe van 39-duizend tot
83-duizend. Hun aandeel in de totale bevolking stijgt van 2% naar 4%. Het aandeel
65-plussers stijgt van 17% naar 27%.
Ruimte voor zorg 4
Vooral het platteland en de dorpen vergrijzen
De vergrijzing op het platteland en in de dorpen zal groter zijn dan in de steden en
grotere plaatsen. Het aandeel 75-plussers in de kleine kernen (minder dan 6-duizend
inwoners) groeit van 7% naar 15%. In de steden (Arnhem, Nijmegen en Apeldoorn)
groeit het van 7% naar 10%.
Voorzieningen voor ouderen zijn voornamelijk beschikbaar in de steden en grotere
woonplaatsen, en niet in de kleine dorpen waar de vergrijzing het grootst is.
De Achterhoek is in 2033 de meest vergrijsde regio
De bevolkingsontwikkeling verschilt van gemeente tot gemeente, regio tot regio. De
Achterhoek zal in 2033 de meest vergrijsde regio zijn als gevolg van een combinatie
van ontgroening en vergrijzing.
2.3 DEMENTIE
Groei van dementie is 86% in 20 jaar
In 2033 zullen er 86% meer mensen met dementie zijn dan in 2013. De groei ver-
schilt van regio tot regio. In Rivierenland neemt het aantal het meest toe in deze
twintig jaar.
Dementie groeit het sterkst in de kleine kernen
De toename van het aantal mensen met dementie is het sterkst in de kleine kernen:
109%, en het minst in de drie grote steden: 63%.
2.4 BEHOEFTE AAN VERBLIJF VOOR MENSEN MET DEMENTIE
In twintig jaar tijd zijn 5-duizend extra plaatsen nodig voor mensen met dementie
De behoefte aan verblijfsplaatsen voor mensen met dementie neemt tussen 2013 en
2033 toe van 6.433 tot 11.969.
Aanbod houdt groei bij
De komende jaren zal het aanbod van plaatsen voor mensen met dementie voldoen-
de zijn voor de stijgende vraag. Tegenover de huidige vraag van 6.433 plaatsen,
staat een capaciteit in verpleeghuizen en kleinschalige projecten van 7.276 plaatsen.
In 2023 is de vraag 8.613 plaatsen, en het aanbod zal zijn gegroeid, als alle plannen
kunnen worden gerealiseerd, tot 8.975 plaatsen. Het is onzeker of al deze plannen
kunnen worden gerealiseerd. Kijken we nog verder in de toekomst, naar 2033, dan
zijn er nog 2.993 plaatsen extra nodig.
Kleinschalig wonen voor mensen met dementie in de lift
Het huidige aanbod voor mensen met dementie bestaat voor 59% uit plaatsen in
kleinschalige projecten en voor 41% uit traditionele verpleeghuisplaatsen. De uitbrei-
dingsplannen van de zorgaanbieders zijn overwegend kleinschalig van aard. Als alle
plannen zijn gerealiseerd, zal het kleinschalige aanbod 67% zijn van het totaal.
25 witte vlekken
Ruimte voor zorg 5
In 2018 zijn er 25 woonplaatsen in de provincie waar geen aanbod is en waar be-
hoefte is aan een kleinschalig project van 12 plaatsen of meer (witte vlekken). Daar-
naast zijn er 14 woonplaatsen waar al aanbod is en waar een tekort in het aanbod is
van 12 plaatsen of meer (grijze vlekken).
2.5 WOONZORG
Bijna 6-duizend personen hebben behoefte aan wonen met zorg in 2013
De theoretische behoefte aan woonzorg – woonvormen met een onderscheidende
hoeveelheid extra zorg en zekerheid ten opzichte van gewoon wonen – is 5.847 per-
sonen in 2013. De behoefte groeit tot ruim 11-duizend personen in 2033.
Thuis kan goed alternatief zijn voor woonzorg
Het is niet zeker of ouderen zullen verhuizen naar een woning met zorg. Als zij goede
thuiszorg krijgen, als er een goed sociaal steunsysteem is, en als zij al in geschikte
woningen wonen, dan zal de behoefte om te verhuizen naar woonzorg minder zijn.
Voldoende vastgoed woonzorg
Tegenover de “vraag” naar woonzorg (5.852 plaatsen), staat een aanbod van op dit
moment 8.944 verzorgingshuisplaatsen en 9.036 aanleunwoningen. Daarnaast zijn er
nog 1.066 meerzorgplaatsen in verzorgingshuizen. Bij elkaar is het aanbod 17.980
plaatsen. Cijfermatig is er voldoende vastgoed voor wonen en zorg. Maar kwalitatief
is niet zeker of dit vastgoed past bij de vraag van senioren. De toekomst moet dat
uitwijzen. In 2018 is het aanbod veel lager – 15.211 – door sluiting van verzorgings-
huizen, en de behoefte woonzorg is gestegen naar 6.803 plaatsen.
“Vraag” staat tussen aanhalingstekens omdat het feitelijke gedrag van ouderen sterk
zal worden beïnvloed door de kwaliteit van de thuiszorg, de beschikbaarheid van een
sociaal steunsysteem, en de geschiktheid van de woning waar men nu woont.
Capaciteit verzorgingshuizen daalt van 10-duizend naar 6-duizend
Op dit moment zijn er 10.010 verzorgingshuisplaatsen in Gelderland, inclusief meer-
zorgplaatsen. Dit intramurale aanbod zal de komende jaren dalen tot 6.201 plaatsen,
als alle plannen van de zorgaanbieders worden gerealiseerd. In de jaren daarna kan
deze daling zich doorzetten, afhankelijk van de plannen die zorgaanbieders de ko-
mende tijd ontwikkelen.
2.6 VRIJWILLIGERS
Potentieel aan vrijwilligers halveert in 20 jaar
Veel vrijwilligers zijn jonge ouderen, 55-75-jaar. Op dit moment zijn er voor ieder
85-plusser in de provincie 12 mensen beschikbaar tussen de 55 en 75 jaar. Dit vrij-
willigerspotentieel halveert de komende twintig jaar. In 2033 zijn er nog maar 6 55-
75-jarigen voor iedere 85-plusser.
Ruimte voor zorg 6
2.7 SCHEIDEN WONEN EN ZORG
Zorgaanbieders introduceren scheiden wonen en zorg in verzorgingshuizen
In meer dan 70% van de huidige verzorgingshuizen willen de zorgaanbieders schei-
den wonen en zorg gaan aanbieden. Ouderen kunnen daar komen wonen zonder CIZ
indicatie. Zij betalen de huisvesting en de diensten uit eigen portemonnee, en krijgen
de zorg vergoedt uit de AWBZ.
Sluiting van verzorgingshuizen (nog) niet aan de orde
Nog geen 10% van de verzorgingshuizen denkt op dit moment aan sluiting in ant-
woord op de kabinetsplannen.
Investeringen nodig om verzorgingshuizen klaar te maken voor de toekomst
70% van de verzorgingshuizen denkt dat ingrijpende aanpassingen, sloop en nieuw-
bouw nodig zijn om het huis klaar te maken voor de toekomst.
Verzorgingshuizen in 2018 voor 84% benut voor PG en woonzorg
De verzorgingshuiscapaciteit zal in 2018 voor 84% benut kunnen zijn voor verpleeg-
huiszorg voor mensen met dementie en voor wonen met zorg op basis van het prin-
cipe scheiden wonen en zorg.
Ruimte voor zorg 7
3 VAN 2013 NAAR 2033
Wie anno 2013 kijkt naar vraag en aanbod op het gebied van wonen en zorg, ziet dat
alles in beweging is. De toekomst is onduidelijk, maar zal niet zijn wat het vandaag de
dag is.
3.1 EINDE VAN DE OUDERDOM
De ouderen van nu, zijn niet meer zoals de ouderen van vroeger. En die van de toekomst
vast niet zoals die van vandaag.
Mensen die in onze tijd uit het werkzame leven stappen, vinden zichzelf niet oud. Zij
gaan door met hun leven een zinvolle inhoud te geven. Ziekten en beperkingen zijn be-
lemmeringen die men oplost, maar zijn geen redenen om zich oud te voelen. Het einde
van de ouderdom.
Aan ziekte en zorg kleeft het stigma van uitgerangeerd zijn. Dat is niet wat de meeste
mensen willen. Toegeven aan zorg, aan hulp, wordt vaak gevoeld als het opgeven van de
zelfstandigheid: andere mensen gaan het voor je bepalen; hun verantwoordelijkheid telt
zwaarder dan jouw wens.
Het aantal mensen boven de 85 zal de komende 20 jaar verdubbelen. Velen zullen te
maken hebben met meervoudige chronische ziekten. Deze 85-plussers, met hun ge-
schiedenis van specialistische ingrepen en verpleegkundige nabehandelingen, gaan de
nieuwe toekomst testen: hoe lang gaat het goed, alleen, thuis? Waar trekt de samenle-
ving een grens?
Het besluit om te verhuizen naar een omgeving met veel zorg, is vrijwel altijd een nood-
oplossing, een stap die vaak wordt gezet op aandringen van kinderen en hulpverleners.
Mensen geven zich niet graag over aan hun belemmeringen en gezondheidsproblemen.
Als het even kan, zoeken ze liever een oplossing in de eigen vertrouwde omgeving.
Natuurlijk wordt er ook door senioren veel verhuisd. In deze jaren van crisis misschien
iets minder, omdat het lastig is een woning te verkopen. Als senioren verhuizen, kan dit
het beste begrepen worden vanuit gewone woningmarktmechanismen en verhuismotie-
ven, zoals die voor iedereen gelden, jong en oud. Senioren hebben bepaalde voorkeuren,
natuurlijk: een gelijkvloerse woning bijvoorbeeld, een bepaalde vestigingsplaats, niet te
groot maar ook niet te klein. Men sorteert ook voor op de ouderdom: een geschikte w o-
ning, dicht bij voorzieningen. De diversiteit in woonwensen is enorm, en de afweging
kosten-kwaliteit speelt voor iedereen. Daarin verschillen jongeren en ouderen niet van
elkaar.
Naarmate de leeftijd stijgt en de problemen toenemen, houden mensen sterker vast aan
het bekende, en wordt de drempel om te verhuizen groter. Verhuizen betekent vaak een
streep door de continuïteit van het alledaagse leven, het vertrouwde ritme dat helpt de
eindjes aan elkaar te knopen. De meerwaarde van de verhuizing dient groot te zijn, wil
men dit alles opzij durven zetten.
Ruimte voor zorg 8
3.2 EINDE VERZORGINGSHUIS ALS FULLSERVICE-CONCEPT
Met het einde van het verzorgingshuis – op dit moment worden de lagere indicaties voor
verzorgingshuiszorg afgeschaft - eindigt ook een fullservice-concept. Behalve zorg en
zekerheid, verschafte het verzorgingshuis immers ook allerlei gemakken zoals maaltij-
den, wasservice, activiteiten enzovoorts.
In de toekomst kunnen ouderen nog steeds naar het verzorgingshuis, maar vinden daar
geen collectief betaald fullservice-arrangement. Men zal wonen en diensten uit eigen zak
betalen: scheiden wonen en zorg. Uit dit onderzoek blijkt dat veel organisaties scheiden
wonen en zorg serieus onderzoeken en gaan implementeren. Een fullservice-
arrangement zal voor de meeste mensen te kostbaar zijn en daarom worden omgezet
naar maatwerk.
De vraag is nu wat hiervan het effect zal zijn op het verhuisgedrag van senioren. Stond
bij een verhuizing naar het verzorgingshuis de zorg en de zekerheid voorop? Of de se r-
vice? Stel het eerste, persoonlijke verzorging en zekerheid: dan zullen mensen geen pro-
bleem hebben met het wegvallen van de flankerende diensten en nog steeds willen ve r-
huizen naar het verzorgingshuis. Stel dat het tweede de doorslag gaf, de huishoudelijke
hulp, maaltijden, activiteiten en andere diensten: dan biedt scheiden van wonen en zorg,
waar dit allemaal nog slechts zeer beperkt mogelijk is gegeven iemands bestedingsruim-
te, weinig meerwaarde ten opzichte van thuis blijven wonen.
Het is moeilijk in te schatten hoe ouderen en hun mantelzorgers gaan reageren op het
verdwijnen van het verzorgingshuis. Dit onderzoek heeft een poging gedaan om de om-
vang van de groep ouderen te berekenen die interesse heeft in de combinatie van wonen
mét zorg “woonzorg”. Maar of zij inderdaad gaan verhuizen, is niet gezegd. Het nieuwe
concept moet voldoende meerwaarde hebben, dus meer kunnen bieden dan wat thuis
mogelijk is. Véél meer, want verhuizen is een flinke opgave voor iemand die oud is, de
veranderingen niet kan overzien, de eigen omgeving vaarwel zal zeggen, de continuïteit
van het dagelijks leven zal opgeven; dat doe je niet lichtzinnig. Er zullen ongetwijfeld
ouderen zijn die willen verhuizen naar een omgeving waar wonen en zorg gekoppeld zijn.
Maar anderen zullen die stap niet zetten, omdat de thuiszorg goed is, omdat zij veel
steun ervaren uit hun omgeving, omdat zij al in een geschikte woning wonen nabij voo r-
zieningen.
3.3 EINDE VAN DE KENGETALLEN WONEN EN ZORG
Sinds ongeveer tien jaar wordt er gewerkt met toekomstscenario’s en planologische ken-
getallen wonen en zorg, die de vraag voorspellen. “De planologische kengetallen zijn
bedoeld als hulpmiddel voor woon- en zorgaanbieders, gemeenten en provincies die de
toekomstige behoefte aan woon- en zorgvoorzieningen willen inschatten. Dit is van be-
lang als onderlegger voor een ruimtelijk plan of voor een meerjaren investeringsplan”1.
Deze kengetallen hebben de afgelopen jaren hun waarde bewezen. Ze hebben bijgedra-
gen aan een visie op de markt en het bepalen van de bijbehorende woonvormen en wo-
1 A edes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg: Toekomstscenario’s en planologische kengetallen wonen en zorg’.
Utrecht, mei 2004
Ruimte voor zorg 9
ningaantallen. Het aanbod werd beschreven in termen van beschermd wonen, verzorgd
wonen en levensloopbestendig wonen.
Een voorbeeld. Voor de gemeente Doesburg betekenen deze kengetallen (presto scena-
rio) het volgende voor het jaar 2015:
27 plaatsen verzorgingshuis
41 plaatsen traditioneel verpleeghuis PG en somatiek
27 plaatsen kleinschalig groepswonen PG
33 plaatsen beschut wonen voor ouderen
175 plaatsen woonzorgcomplex
169 aanpasbare woningen in de wijk
Anno 2013 zijn deze kengetallen, vanwege de veranderde omstandigheden, niet langer
bruikbaar.
De voorspellingen voor de vraag naar verblijf zwaar (het verpleeghuis en kleinschalig
groepswonen) zijn nog steeds valide. De voorspellingen voor het verzorgingshuis niet
meer: het verzorgingshuis verdwijnt als fullservice-concept.
De voorspellingen voor het woonzorgcomplex zijn evenmin valide. Het woonzorgcomplex
is een serviceconcept, net als het verzorgingshuis en de serviceflat. In de praktijk zijn
mensen nauwelijks bereid om te betalen voor een collectief aanbod; liever diensten op
maat en betalen wat je afneemt. Daardoor zijn collectieve serviceconcepten, opgebracht
door bewoners zelf lastig te exploiteren, tenzij er voldoende schaalgrootte is.
De voorspellingen voor aanpasbare woningen zijn niet valide. Het bouwen van woningen
voor mensen met beperkingen veronderstelt dat deze mensen naar precies díe woningen
gaan verhuizen die passen bij hun handicap. Maar áls ouderen al willen verhuizen, dan
hebben zij nog wel wat meer noten op hun zang dan alleen de geschiktheid van de wo-
ning: prijs, locatie, uitstraling, vestigingsplaats, etc.. De match tussen mensen met be-
perkingen en woningen met oplossingen is beperkt en het bouwen van specifieke ge-
schikte woningen voor ouderen is als een schot hagel.
De kengetallen voldoen dus niet voor de toekomst. Het is beter om de markt te bezien in
frisse, eenvoudige termen:
Wonen
De meeste ouderen willen gewoon wonen, in alle denkbare vormen en variaties. De
wensen van ouderen zijn net zo divers als die van jongeren. Er is geen apart ou-
derensegment in de woningmarkt. Natuurlijk zijn er woonvormen die beter aanslaan
bij ouderen, net als er woonvormen zijn die beter aanslaan bij jonge gezinnen. Toe-
gankelijkheid en doorgankelijkheid kunnen het beste worden verbeterd (al dan niet
op maat) bínnen de reguliere voorraad. De vraag naar specifieke woonvormen voor
ouderen, gelabeld voor ouderen, is niet vanzelfsprekend.
Woonzorg
Mensen die echt niet meer zelfstandig in de eigen vertrouwde omgeving kunnen wo-
nen (“wie bepaalt dat?”), die toezicht nodig hebben, en hulp bij het organiseren van
het dageijkse leven, zoeken een oplossing die duidelijk meerwaarde heeft boven de
huidige woonsituatie. Woonzorg is een verzamelbegrip voor woonvormen met een
Ruimte voor zorg 10
onderscheidende hoeveelheid extra zorg en zekerheid. Het is onzeker hoe groot deze
behoefte is. In dit onderzoek is een eerste inschatting gemaakt van de behoefte aan
woonzorg: een bovengrens. Verschillende omgevingsfactoren – thuiszorg, vangnet,
kwaliteit huidige woning en woonomgeving - bepalen mede de vraag. woonzorg is
een containerbegrip voor een verder zeer gedifferentieerd aanbod.
Verblijf
Verblijf kan de oplossing zijn voor mensen die vanwege hun ziekte en beperkingen,
vaak in combinatie met een regieprobleem, intensieve zorg nodig hebben. Een goed
voorbeeld is de ziekte Alzheimer en andere vormen van dementie die het in een be-
paalde fase onmogelijk maken om nog langer zelfstandig thuis te wonen.
De indeling in drie segmenten is eenvoudig. Aar het vertalen ervan in concrete bouw- en
aanpassingsopgaven is lastig. Een concrete voorspelling voor het verblijfssegment is mo-
gelijk. Een modelmatige voorspelling voor het woonzorg segment is al een stuk lastiger.
Het modelmatig voorspellen van de behoefte aan woningen voor ouderen is erg ambit i-
eus. Het beste is toch om een onderzoek naar de behoefte lokaal in te steken en dan
rekening te houden met alle lokale variabelen.
De paradox is dat de sterke vergrijzing, de sterke toename van het aantal mensen met
meervoudige chronische ziekten, de toename van behandelmogelijkheden, de verschui-
vingen van tweede lijn naar eerste lijn, niet zullen leiden tot evenredig meer vraag naar
woonzorgoplossingen. Het overgrote deel van de ouderen zal binnen de reguliere wo-
ningvoorraad proberen levensvragen en dromen te blijven verwezenlijken, en verhuizen
naar woonzorg zal een uitzondering blijven, of misschien tragischerwijze de route voor de
laatste maanden van het leven zijn.
Ruimte voor zorg 11
3.4 EINDE VAN DE AWBZ
De transformatie van de AWBZ is de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt. In
het eerste decennium van de 21e eeuw werd nog verwacht dat marktprikkels en verdere
professionalisering de zorguitgaven zouden kunnen indammen. Dat is niet gelukt. Nu is
het beeld dat de wet zelf op de schop moet.
Op dit moment, anno 2013, is het de bedoeling dat gemeenten een deel van de zorg die
nu in de AWBZ geregeld is, gaan overnemen. De huishoudelijke zorg is al onderdeel van
de WMO, Wet maatschappelijke ondersteuning en begeleiding en verzorging thuis komen
daar waarschijnlijk bij. Het budget wordt begrensd en gemeenten mogen keuzes maken;
zij kunnen in de toekomst dus kiezen voor een brede (iedereen een beetje) of een smalle
(alleen de zwaarste gevallen) aanpak.
Een ander deel van de AWBZ wordt stopgezet, zoals bijvoorbeeld het verzorgingshuis.
Nog weer een deel van de huidige AWBZ zorg kan worden overgeheveld naar de zorgver-
zekeraars zoals revalidatie en wijkverpleging, en dit proces is gaande.
Tot slot blijft een stuk zware intramurale zorg overeind, voor mensen die intensieve zorg
en toezicht nodig hebben. Deze intramurale zorg wordt gezien als een fullservice-concept
– dus wonen, verblijf en zorg als integraal aanbod – maar mogelijk blijft de zorgcompo-
nent ook bereikbaar als PGB, persoonsgebonden budget. Burgers kunnen met een PGB
de zorg vergoed krijgen en huisvesting en verblijf uit eigen zak betalen.
Het systeem krijgt meer prijsprikkels: mensen met een hoger inkomen en vermogen,
betalen een hogere eigen bijdrage. Ook gemeenten mogen hun hulp inkomensafhankelijk
maken. Dit zal het beroep op zorg naar verwachting verder indammen.
Als de plannen in deze vorm doorgaan, zullen gemeenten veel verantwoordelijkheid gaan
dragen voor de zorg. Zij bereiden zich voor op deze nieuwe rol. Belangrijke uitgangspun-
ten van dit moment zijn eigen verantwoordelijkheid, burgerparticipatie, wijkaanpak, inte-
graliteit van de oplossingen. Gemeenten, zorgaanbieders en woningcorporaties tasten af
hoe zij hun rollen de komende jaren, in dit veranderende landschap, kunnen invullen.
Ruimte voor zorg 12
Ruimte voor zorg 13
4 BEVOLKINGSPROGNOSE 2013 - 2033
Provincie Gelderland heeft medio 2013 nieuwe bevolkingscijfers gepubliceerd, gebaseerd
op het Primos model. De cijfers laten zien dat de bevolking van Gelderland de komende
twintig jaar licht blijft groeien, 50-duizend inwoners er bij op een totaal van 2-miljoen.
Tabel 1 Bevolkingsontwikkeling provincie Gelderland 2013 – 2033 (bron: provincie
Gelderland / Primos)
2013 2018 2023 2028 2033
0-4 106.923 104.436 106.523 108.484 108.787
5-9 116.594 108.911 106.537 108.633 110.823
10-14 128.881 117.856 110.222 108.283 110.475
15-19 124.691 129.085 118.059 110.978 109.509
20-24 122.221 121.328 125.459 115.786 110.061
25-29 112.066 118.477 116.867 121.022 112.550
30-34 111.823 113.397 119.009 117.750 122.262
35-39 117.710 113.507 114.605 120.455 119.449
40-44 151.355 118.729 114.108 115.478 121.453
45-49 156.079 150.387 118.594 114.001 115.540
50-54 151.103 154.330 148.828 117.925 113.381
55-59 136.927 148.616 151.761 146.676 116.536
60-64 129.838 133.167 144.680 148.000 143.302
65-69 116.674 123.752 127.380 138.630 142.300
70-74 83.159 108.736 115.797 119.863 130.877
75-79 63.779 73.724 97.727 104.384 108.594
80-84 46.822 51.010 59.846 80.577 86.066
85-89 26.831 30.983 34.390 41.079 56.597
90-94 10.168 12.593 15.212 17.159 20.778
95+ 2.233 3.191 4.072 5.024 5.794
2.015.877 2.036.215 2.049.676 2.060.187 2.065.134
Figuur 1 Bevolkingsontwikkeling provincie Gelderland 2013 – 2033
Ruimte voor zorg 14
In de regio’s Achterhoek, Rivierenland en Stedendriehoek gaat de bevolking in absolute
aantallen achteruit.
Tabel 2 Toename / afname bevolking, 75-plus, 85-plus, tussen 2013 en 2033
totaal 75+ 85+
abs % abs % abs %
Provincie 49.257 2% 127.996 85% 43.937 112%
Achterhoek -12.482 -5% 16.551 75% 5.761 98%
De Vallei 33.936 14% 16.849 97% 5.536 122%
Noord-Veluwe 13.805 7% 13.233 88% 5.280 136%
Rivierenland -733 0% 15.903 109% 5.032 139%
Stadsregio 19.193 3% 44.648 83% 14.832 106%
Stedendriehoek -4.462 -1% 20.812 77% 7.496 101%
De bewoners van Gelderland krijgen niet zoveel kinderen, de jonge bevolking krimpt. De
naoorlogse geboortegolf zorgt voor een forse toename van het aantal ouderen. Op dit
moment is 17% van de Gelderse bevolking ouder dan 65 jaar. Over twintig jaar zal dit
aandeel zijn gestegen tot 27%.
In diezelfde periode neemt het aandeel 75-plussers toe van 7% tot 13%, van 150.000
naar 280.000 personen. Het aantal 85-plussers verdubbelt ruimt: van 39.000 tot 83.000
personen.
Figuur 2 Aandeel ouderen in de bevolkingsontwikkeling provincie Gelderland 2013 –
2033
Ruimte voor zorg 15
Tabel 3 Ontwikkeling aantal 75-plussers, 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033
Provincie 149.833 171.501 211.247 248.223 277.829
Achterhoek 22.160 25.147 30.126 34.881 38.711
De Vallei 17.410 20.466 25.601 30.200 34.259
Noord-Veluwe 15.096 17.563 21.748 25.288 28.329
Rivierenland 14.594 17.139 22.376 27.050 30.497
Stadsregio 53.715 61.060 74.410 87.684 98.363
Stedendriehoek 26.858 30.126 36.986 43.120 47.670
Tabel 4 Ontwikkeling aantal 85-plussers, 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033
Provincie 39.232 46.767 53.674 63.262 83.169
Achterhoek 5.859 6.953 7.858 9.163 11.620
De Vallei 4.536 5.406 6.243 7.598 10.072
Noord-Veluwe 3.883 4.915 5.865 6.997 9.163
Rivierenland 3.608 4.315 5.031 6.217 8.640
Stadsregio 13.946 16.544 18.961 21.965 28.778
Stedendriehoek 7.400 8.634 9.716 11.322 14.896
Tabel 5 Aandeel 65-plus, 75-plus, 85-plus op totale bevolking, 2013 - 2033
2013 2033
65+ 75+ 85+ 65+ 75+ 85+
Provincie 17% 7% 2% 27% 13% 4%
Achterhoek 19% 8% 2% 31% 15% 5%
De Vallei 16% 7% 2% 23% 12% 4%
Noord-Veluwe 18% 8% 2% 26% 13% 4%
Rivierenland 16% 6% 2% 26% 13% 4%
Stadsregio 17% 7% 2% 26% 13% 4%
Stedendriehoek 20% 9% 2% 30% 15% 5%
4.1 WAAR VINDT DE VERGRIJZING PLAATS?
De vergrijzing vindt voor het belangrijkste deel plaats op het platteland en in de kleine
kernen. Deze kernen krimpen in inwonersaantal, maar de ouderen blijven: ontgroening
en vergrijzing. In de grote kernen en steden wast de jonge bevolking nog enigszins aan,
wat zorgt voor een lichte bevolkingsgroei. Enkele middelgrote kernen hebben de komen-
de jaren ruimte voor woningbouw, waardoor ook daar de bevolking kan blijven groeien.
Ruimte voor zorg 16
Quintielen
Om het bovenstaande te illustreren, zijn de 270 Gelderse woonkernen / steden in vijf
groepen verdeeld die ongeveer gelijk zijn in bevolkingsomvang (2013).
Tabel 6 Verdeling van de kernen in Gelderland in vijf even grote groepen
groter of gelijk aan kleiner dan aantal Populatie 2013
Kleine kernen 76 5.879 192 396.820
Middelkleine kernen 5.879 13.008 43 397.652
Middelgrote kernen 13.008 27.873 22 393.430
Grote kernen 27.873 138.523 10 372.580
Steden 138.523 166.452 3 455.876
Het resultaat is te zien in onderstaande tabel. Zowel in de kleine kernen als in de grote
kernen en steden neemt het aantal 75-plussers toe. De toename is in de kleine kernen
groter.
Tabel 7 Vergrijzing naar regio, 2013 - 2033
2013 2033
75+ abs aandeel 85+ abs aandeel 75+ abs aandeel 85+ abs aandeel
Provincie 149.833 7% 39.232 2% 277.829 13% 83.169 4%
Achterhoek 22.160 8% 5.859 2% 38.711 15% 11.620 5%
De Vallei 17.410 7% 4.536 2% 34.259 12% 10.072 4%
Noord-Veluwe 15.096 8% 3.883 2% 28.329 13% 9.163 4%
Rivierenland 14.594 6% 3.608 2% 30.497 13% 8.640 4%
Stadsregio 53.715 7% 13.946 2% 98.363 13% 28.778 4%
Stedendriehoek 26.858 9% 7.400 2% 47.670 15% 14.896 5%
Doordat het aantal ouderen in de kleinere kernen sneller toeneemt, zal over 20 jaar een
groter deel van het aantal 75-plussers in deze kleine kernen wonen.
Tabel 8 Bevolkingsgroei en vergrijzing naar type kern, 2013 - 2033
2013 2033
75+ abs aandeel 85+ abs aandeel 75+ abs aandeel 85+ abs aandeel
Kleine kernen 28.986 7% 6.985 2% 59.118 15% 17.680 4%
Middelkleine kernen 32.284 8% 8.310 2% 59.217 15% 18.622 5%
Middelgrote kernen 32.074 8% 8.297 2% 58.314 15% 17.594 4%
Grote kernen 26.160 7% 7.140 2% 50.373 13% 14.620 4%
Steden 30.345 7% 8.505 2% 50.853 10% 14.665 3%
Daar waar de komende decennia de vergrijzing het meest toeslaat, is in het verleden de
minste capaciteit aan woonzorgvoorzieningen gebouwd.
Ruimte voor zorg 17
4.2 VERSCHILLEN PER GEMEENTE
Hierboven is aangegeven dat de regio’s in Gelderland zich verschillend ontwikkelen. De
Achterhoek zal over 20 jaar de meest vergrijsde regio zijn. Hier daalt het aantal inwoners
met 12-duizend. Het aantal ouderen in de Achterhoek stijgt niet eens zo snel: minder
snel dan in de andere regio’s. Maar juist de bevolkingskrimp zorgt er voor dat er relatief
veel ouderen op het totale inwonertal zullen zijn.
Een regio als De Vallei ontwikkelt zich omgekeerd. De totale bevolking groeit met 34-
duizend personen. De groei van het aantal ouderen is ook fors, maar doordat ook de
jongere bevolking groeit, wordt deze vergrijzing als het ware geabsorbeerd.
De verschillen per gemeente zijn nog veel uiteenlopender. We zullen dit in de komende
tabellen op drie manieren illustreren. Allereerst de ontwikkeling van de totale bevolking
per gemeente. Daarna het aandeel van de oudere bevolking in het totaal. En tot slot de
absolute en percentuele toename van het aantal ouderen.
Ruimte voor zorg 18
Tabel 9 Ontwikkeling totale bevolking 2013 – 2033, absoluut
2013 2018 2023 2028 2033Aalten 27.350 27.531 27.860 28.140 28.063 Apeldoorn 156.995 157.380 157.460 157.342 156.790 Arnhem 150.902 157.569 162.456 166.192 168.084 Barneveld 53.977 56.240 58.531 60.673 62.295 Berkelland 44.758 43.807 42.833 41.732 40.662 Beuningen 25.467 25.196 24.872 24.374 24.076 Bronckhorst 37.282 36.522 35.802 35.150 34.344 Brummen 21.258 20.688 20.347 20.065 19.891 Buren 26.020 26.297 26.284 26.211 25.997 Culemborg 27.637 27.496 27.065 26.691 26.582 Doesburg 11.560 11.141 10.906 10.724 10.652 Doetinchem 56.437 56.793 56.531 55.936 54.940 Druten 18.169 18.216 17.920 17.699 17.431 Duiven 25.533 25.177 24.439 23.976 23.881 Ede 109.233 111.861 115.476 118.930 122.110 Elburg 22.523 22.778 22.562 22.526 22.455 Epe 32.427 32.032 31.682 31.378 31.136 Ermelo 26.163 26.146 26.522 27.352 28.387 Geldermalsen 26.359 26.064 25.777 25.382 25.129 Groesbeek 18.798 18.359 17.962 17.729 17.526 Harderwijk 46.014 48.697 50.338 52.351 54.102 Hattem 11.774 11.855 12.053 12.242 12.514 Heerde 18.269 18.363 18.373 18.207 18.022 Heumen 16.353 16.238 16.064 15.856 15.695 Lingewaal 10.945 11.179 11.424 11.787 12.041 Lingewaard 45.903 46.758 47.857 48.781 48.962 Lochem 33.291 33.149 33.036 32.942 32.894 Maasdriel 24.122 24.300 24.257 24.265 24.119 Millingen aan de Rijn 5.879 5.796 5.722 5.603 5.475 Montferland 34.882 34.235 33.357 32.396 31.466 Neder-Betuwe 22.974 23.083 22.945 22.657 22.574 Neerijnen 11.955 12.091 12.361 12.678 12.912 Nijkerk 40.351 42.091 43.489 44.669 45.903 Nijmegen 166.451 171.323 175.300 178.076 178.541 Nunspeet 26.715 26.991 27.137 27.197 27.293 Oldebroek 22.755 23.181 23.535 23.765 23.915 Oost Gelre 30.011 29.684 29.097 28.683 28.347 Oude Ijsselstreek 39.761 39.075 38.337 37.627 37.048 Overbetuwe 46.585 47.299 47.647 47.963 47.997 Putten 23.998 24.050 24.164 24.624 25.328 Renkum 31.626 31.788 31.961 31.901 31.959 Rheden 43.436 43.342 43.389 43.402 43.671 Rijnwaarden 10.954 10.829 10.808 10.771 10.764 Rozendaal 1.497 1.433 1.362 1.321 1.339 Scherpenzeel 9.461 9.651 9.955 10.301 10.729 Tiel 41.444 41.554 41.393 41.260 41.267 Ubbergen 9.359 9.277 9.057 8.760 8.630 Voorst 23.667 23.569 23.647 23.730 23.691 Wageningen 36.620 37.915 39.618 41.237 42.541 West Maas en Waal 18.321 18.005 17.731 17.509 17.293 Westervoort 15.249 14.756 14.383 14.074 13.827 Wijchen 40.838 40.502 39.922 39.036 38.258 Winterswijk 28.904 28.749 28.701 28.725 28.617 Zaltbommel 26.864 27.725 27.930 27.982 27.994 Zevenaar 32.485 32.568 32.725 32.920 32.885 Zutphen 47.316 47.821 47.314 46.687 46.090
Ruimte voor zorg 19
Tabel 10 Ontwikkeling 75+ en 85+, absoluut en aandeel op totaal, 2013 – 2033
2013 2023 203375+ abs aandeel 85+ abs aandeel 75+ abs aandeel 85+ abs aandeel 75+ abs aandeel 85+ abs aandeel
Aalten 2.228 8% 585 2% 3.106 11% 738 3% 3.930 14% 1.162 4%Apeldoorn 12.649 8% 3.500 2% 17.158 11% 4.380 3% 22.225 14% 6.736 4%Arnhem 8.848 6% 2.622 2% 11.117 7% 2.812 2% 14.747 9% 4.144 2%Barneveld 3.441 6% 863 2% 5.238 9% 1.174 2% 6.927 11% 1.973 3%Berkelland 3.686 8% 945 2% 5.094 12% 1.306 3% 6.258 15% 1.965 5%Beuningen 1.538 6% 329 1% 2.475 10% 503 2% 3.878 16% 890 4%Bronckhorst 3.561 10% 1.002 3% 4.668 13% 1.395 4% 5.757 17% 1.880 5%Brummen 1.909 9% 471 2% 2.794 14% 775 4% 3.425 17% 1.148 6%Buren 1.468 6% 304 1% 2.575 10% 404 2% 3.652 14% 816 3%Culemborg 1.685 6% 458 2% 2.486 9% 591 2% 3.377 13% 982 4%Doesburg 886 8% 197 2% 1.509 14% 354 3% 1.988 19% 640 6%Doetinchem 4.410 8% 1.146 2% 5.918 10% 1.583 3% 7.843 14% 2.317 4%Druten 1.104 6% 223 1% 1.775 10% 414 2% 2.565 15% 733 4%Duiven 1.545 6% 314 1% 1.898 8% 549 2% 2.623 11% 668 3%Ede 8.063 7% 2.087 2% 11.153 10% 2.771 2% 15.280 13% 4.316 4%Elburg 1.571 7% 372 2% 2.424 11% 595 3% 2.961 13% 990 4%Epe 3.173 10% 838 3% 4.271 13% 1.216 4% 5.057 16% 1.758 6%Ermelo 2.524 10% 749 3% 3.665 14% 1.376 5% 4.743 17% 2.046 7%Geldermalsen 1.639 6% 366 1% 2.650 10% 509 2% 3.521 14% 933 4%Groesbeek 1.911 10% 548 3% 2.546 14% 802 4% 3.302 19% 1.136 6%Harderwijk 3.009 7% 776 2% 4.342 9% 1.071 2% 6.057 11% 1.691 3%Hattem 1.058 9% 258 2% 1.533 13% 365 3% 1.899 15% 601 5%Heerde 1.578 9% 429 2% 2.511 14% 655 4% 3.349 19% 1.148 6%Heumen 1.285 8% 262 2% 2.032 13% 419 3% 2.680 17% 719 5%Lingewaal 689 6% 182 2% 1.154 10% 302 3% 1.612 13% 514 4%Lingewaard 2.896 6% 683 1% 4.698 10% 901 2% 7.083 14% 1.668 3%Lochem 3.619 11% 975 3% 5.035 15% 1.280 4% 6.246 19% 1.978 6%Maasdriel 1.586 7% 401 2% 2.315 10% 536 2% 3.362 14% 904 4%Millingen aan de Rijn 433 7% 113 2% 693 12% 218 4% 945 17% 329 6%Montferland 2.884 8% 625 2% 4.322 13% 1.112 3% 5.403 17% 1.741 6%Neder-Betuwe 1.300 6% 319 1% 2.018 9% 471 2% 2.659 12% 781 3%Neerijnen 716 6% 193 2% 1.232 10% 270 2% 1.592 12% 526 4%Nijkerk 2.585 6% 555 1% 4.135 10% 846 2% 5.380 12% 1.472 3%Nijmegen 10.426 6% 2.786 2% 12.937 7% 3.463 2% 16.773 9% 4.734 3%Nunspeet 2.099 8% 576 2% 2.756 10% 713 3% 3.515 13% 1.051 4%Oldebroek 1.508 7% 317 1% 2.155 9% 518 2% 2.943 12% 787 3%Oost Gelre 2.300 8% 552 2% 3.211 11% 879 3% 4.326 15% 1.309 5%Oude Ijsselstreek 3.378 8% 900 2% 4.841 13% 1.096 3% 6.350 17% 1.744 5%Overbetuwe 2.707 6% 573 1% 4.397 9% 804 2% 5.801 12% 1.426 3%Putten 1.749 7% 406 2% 2.362 10% 572 2% 2.862 11% 849 3%Renkum 3.849 12% 1.288 4% 4.612 14% 1.719 5% 5.699 18% 2.396 7%Rheden 5.284 12% 1.469 3% 6.429 15% 1.821 4% 7.215 17% 2.399 5%Rijnwaarden 777 7% 186 2% 1.219 11% 342 3% 1.716 16% 499 5%Rozendaal 204 14% 49 3% 231 17% 91 7% 222 17% 85 6%Scherpenzeel 670 7% 182 2% 1.117 11% 397 4% 1.308 12% 637 6%Tiel 2.488 6% 661 2% 3.569 9% 897 2% 4.834 12% 1.466 4%Ubbergen 987 11% 252 3% 1.320 15% 353 4% 1.663 19% 570 7%Voorst 2.143 9% 597 3% 2.973 13% 850 4% 4.061 17% 1.295 5%Wageningen 2.651 7% 849 2% 3.958 10% 1.055 3% 5.364 13% 1.674 4%West Maas en Waal 1.376 8% 336 2% 1.922 11% 558 3% 2.658 15% 866 5%Westervoort 803 5% 168 1% 1.383 10% 225 2% 2.366 17% 456 3%Wijchen 2.705 7% 670 2% 4.560 11% 1.065 3% 6.219 16% 1.829 5%Winterswijk 2.597 9% 729 3% 3.288 11% 861 3% 4.247 15% 1.243 4%Zaltbommel 1.647 6% 388 1% 2.455 9% 493 2% 3.230 12% 852 3%Zevenaar 2.643 8% 589 2% 4.257 13% 994 3% 5.475 17% 1.716 5%Zutphen 3.365 7% 1.019 2% 4.755 10% 1.215 3% 6.656 14% 1.981 4%
Ruimte voor zorg 20
Tabel 11 Bevolkingsgroei 2013 – 2033 per leeftijdsgroep, absoluut en %
totaal 75+ 85+abs % abs % abs %
Aalten 713 3% 1.702 76% 577 99%Apeldoorn -205 0% 9.576 76% 3.236 92%Arnhem 17.182 11% 5.899 67% 1.522 58%Barneveld 8.318 15% 3.486 101% 1.110 129%Berkelland -4.096 -9% 2.572 70% 1.020 108%Beuningen -1.391 -5% 2.340 152% 561 171%Bronckhorst -2.938 -8% 2.196 62% 878 88%Brummen -1.367 -6% 1.516 79% 677 144%Buren -23 0% 2.184 149% 512 168%Culemborg -1.055 -4% 1.692 100% 524 114%Doesburg -908 -8% 1.102 124% 443 225%Doetinchem -1.497 -3% 3.433 78% 1.171 102%Druten -738 -4% 1.461 132% 510 229%Duiven -1.652 -6% 1.078 70% 354 113%Ede 12.877 12% 7.217 90% 2.229 107%Elburg -68 0% 1.390 88% 618 166%Epe -1.291 -4% 1.884 59% 920 110%Ermelo 2.224 9% 2.219 88% 1.297 173%Geldermalsen -1.230 -5% 1.882 115% 567 155%Groesbeek -1.272 -7% 1.391 73% 588 107%Harderwijk 8.088 18% 3.048 101% 915 118%Hattem 740 6% 841 79% 343 133%Heerde -247 -1% 1.771 112% 719 168%Heumen -658 -4% 1.395 109% 457 174%Lingewaal 1.096 10% 923 134% 332 182%Lingewaard 3.059 7% 4.187 145% 985 144%Lochem -397 -1% 2.627 73% 1.003 103%Maasdriel -3 0% 1.776 112% 503 125%Millingen aan de Rijn -404 -7% 512 118% 216 191%Montferland -3.416 -10% 2.519 87% 1.116 179%Neder-Betuwe -400 -2% 1.359 105% 462 145%Neerijnen 957 8% 876 122% 333 173%Nijkerk 5.552 14% 2.795 108% 917 165%Nijmegen 12.090 7% 6.347 61% 1.948 70%Nunspeet 578 2% 1.416 67% 475 82%Oldebroek 1.160 5% 1.435 95% 470 148%Oost Gelre -1.664 -6% 2.026 88% 757 137%Oude Ijsselstreek -2.713 -7% 2.972 88% 844 94%Overbetuwe 1.412 3% 3.094 114% 853 149%Putten 1.330 6% 1.113 64% 443 109%Renkum 333 1% 1.850 48% 1.108 86%Rheden 235 1% 1.931 37% 930 63%Rijnwaarden -190 -2% 939 121% 313 168%Rozendaal -158 -11% 18 9% 36 73%Scherpenzeel 1.268 13% 638 95% 455 250%Tiel -177 0% 2.346 94% 805 122%Ubbergen -729 -8% 676 68% 318 126%Voorst 24 0% 1.918 90% 698 117%Wageningen 5.921 16% 2.713 102% 825 97%West Maas en Waal -1.028 -6% 1.282 93% 530 158%Westervoort -1.422 -9% 1.563 195% 288 171%Wijchen -2.580 -6% 3.514 130% 1.159 173%Winterswijk -287 -1% 1.650 64% 514 71%Zaltbommel 1.130 4% 1.583 96% 464 120%Zevenaar 400 1% 2.832 107% 1.127 191%Zutphen -1.226 -3% 3.291 98% 962 94%
Ruimte voor zorg 21
De toekomst zal worden gekleurd door heel veel heel oude mensen. Het straatbeeld
kleurt grijs. Het is voor een inschatting van de behoefte aan wonen en zorg van belang
hoe we deze omvangrijke groep oudere mensen gaan helpen. Wonen zij thuis? Kunnen
zij dat zelfstandig? Hoe ziet hun leven er uit? Wie zijn er nog om hen te helpen?
Ruimte voor zorg 22
Figuur 3 Aandeel 85-plussers in 2033
Ruimte voor zorg 23
5 PROGNOSE VERBLIJF VOOR MENSEN MET DEMENTIE 2013 - 2033
De vergrijzing zal tot gevolg hebben dat de vraag naar zorg toeneemt. In dit hoofdstuk
kijken we naar een specifiek deel van deze vraag: mensen met dementie en de behoefte
aan opname in een kleinschalig project of verpleeghuis.
De hedendaagse opvatting is dat ouderen die zorg nodig hebben in toenemende mate
thuis kunnen en zullen blijven wonen. De ene oudere gaat daar verder in dan de ander.
Factoren als woning, mantelzorg, omgeving spelen daarbij een rol. Minstens zo belangrijk
zijn persoonlijke keuzes, iemands karakter, persoonlijkheid en incasseringsvermogen.
Hoe is het anders te verklaren dat de ene oudere al opgeeft wanneer de partner overlijdt,
en de andere oudere nog niet opgeeft bij zware lichamelijke afhankelijkheid? De vaak
gehoorde opvatting is dat de grens is bereikt als ouderen geen regie meer hebben over
hun leven, maar feit is dat de ouderen in kwestie daar zelf meestal anders over denken
en zich vaak afschermen tegen de druk van de omgeving om te verhuizen. Er is geen
sterk verband tussen gezondheid en de behoefte om te verhuizen. Daarom is de vraag
naar woonzorgvoorzieningen op langere termijn moeilijk te voorspellen.
Er is echter een type problematiek dat in vrijwel alle gevallen niet opgelost kan worden in
de thuissituatie: dementie. Natuurlijk zijn er mensen die met hun dementie thuis overlij-
den. Maar als de dementie een bepaalde verstoring van het functioneren veroorzaakt,
dan is een verhuizing naar groepswoning of verpleeghuis vrijwel onvermijdelijk. Om een
inschatting te kunnen maken van de benodigde opvangcapaciteit, is het nodig om te
weten hoeveel mensen met dementie er in de toekomst zullen zijn. Dat valt te bereke-
nen, en dat is het onderwerp van dit hoofdstuk.
Er zijn allerlei factoren die een hogere of lagere opvangcapaciteit tot gevolg kunnen heb-
ben, zoals een langere duur van de periode dat mensen met flinke problemen thuis kun-
nen blijven wonen (minder capaciteit nodig) of een betere levensverwachting van men-
sen die opgenomen zijn (meer capaciteit nodig). Deze kwalitatieve factoren komen ver-
derop in dit hoofdstuk aan de orde.
5.1 PROGNOSE DEMENTIE
Het aantal mensen met dementie is te berekenen op basis van de prevalentie van de-
mentie onder verschillende leeftijd-sexe-groepen. De gehanteerde prevalentiecijfers gaan
terug op onderzoek in de 90-er jaren. De aanname is dat de mate waarin dementie voor-
komt onder de bevolking, niet verandert door de jaren heen. Nieuw onderzoek lijkt aan
te geven dat er wel degelijk een verandering plaatsvindt: minder dementie. Ander onder-
zoek weerlegt dat.
Voor het begrip is het goed om te beseffen dat de prevalentiecijfers een statistische in-
schatting is, en niet een optelling van feitelijke diagnoses. Sterker: veel mensen die
waarschijnlijk een vorm van dementie onder de leden hebben, weten dat nog niet, omdat
de symptomen licht of onduidelijk zijn.
Een handige vuistregel is dat één-derde van de mensen die statistisch gezien aan de-
mentie lijden, het eenvoudigweg nog niet weten, één-derde is opgenomen in een verzor-
gings- of verpleeghuis, en één-derde woont zelfstandig.
Ruimte voor zorg 24
De prevalentie is sterk afhankelijk van leeftijd en geslacht van de persoon:
Figuur 4 Prevalentie van dementie, naar leeftijdsgroep en geslacht (bron: ERGO be-
volkingsonderzoek 1990 – 1993)
Dementie in Gelderland
De komende twintig jaar zal de groei van het aantal mensen met dementie in de provin-
cie Gelderland 86% bedragen. Het aantal neemt toe van ruim 29-duizend naar ruim 54-
duizend.
Het is mogelijk om de toename van het aantal mensen met dementie uit te drukken in
een indexcijfer. In onderstaande tabel is het startpunt – 2013 – gelijk gesteld aan 100:
Tabel 12 Toename van het aantal mensen met dementie 2013 - 2033, 2013 = 100
2013 2018 2023 2028 2033
Provincie 100 115 134 159 186
Achterhoek 100 114 130 152 175
De Vallei 100 116 138 166 196
Noord-Veluwe 100 119 140 166 195
Rivierenland 100 117 140 173 207
Stadsregio 100 115 133 156 183
Stedendriehoek 100 113 129 152 178
De dementie in Gelderland stijgt van 100 naar 186. In de regio Achterhoek neemt de
dementie index minder toe: 175. In het vorige hoofdstuk is gezien dat het aandeel oude-
ren op de totale Achterhoekse bevolking juist sneller toeneemt dan in andere regio’s. Dit
lijkt met elkaar in tegenspraak, maar is het niet. Het relatieve aandeel van de ouderen
heeft in de Achterhoek vooral te maken met de ontgroening. Vooral in Rivierenland
Ruimte voor zorg 25
neemt het aantal mensen met dementie in absolute cijfers toe. In twintig jaar tijd een
verdubbeling. Hieronder volgen de absolute cijfers.
Tabel 13 Ontwikkeling aantal mensen met dementie, 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033
Provincie 29.243 33.687 39.149 46.393 54.405
Achterhoek 4.329 4.939 5.649 6.574 7.584
De Vallei 3.380 3.937 4.661 5.623 6.641
Noord-Veluwe 2.919 3.466 4.082 4.851 5.692
Rivierenland 2.851 3.332 4.003 4.928 5.898
Stadsregio 10.449 12.005 13.868 16.315 19.136
Stedendriehoek 5.316 6.008 6.883 8.105 9.454
Tabel 14 Aandeel aantal mensen met dementie op totale bevolking, 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033
Provincie 1,5% 1,7% 1,9% 2,3% 2,6%
Achterhoek 1,6% 1,9% 2,2% 2,6% 3,0%
De Vallei 1,4% 1,5% 1,7% 2,0% 2,3%
Noord-Veluwe 1,5% 1,7% 2,0% 2,3% 2,7%
Rivierenland 1,2% 1,4% 1,7% 2,1% 2,5%
Stadsregio 1,4% 1,6% 1,8% 2,1% 2,5%
Stedendriehoek 1,7% 1,9% 2,2% 2,6% 3,0%
5.2 STAD EN LAND
In sommige gemeenten neemt het aantal mensen met dementie sneller toe dan in ande-
re gemeenten. Hierboven is aangegeven dat omvangrijke naoorlogse nieuwbouw een
verklaring kan zijn (“50 jaar na de babyboom volgt de Alzheimerboom”).
Toch blijkt uit de analyse dat juist de plattelandsgebieden het meest te maken zullen
krijgen met een groeiend aantal mensen met dementie, en de steden het minst.
Tabel 15 Toename van het aantal mensen met dementie 2013 – 2033, 2013 = 100
2013 2018 2023 2028 2033
Kleine kernen 100 120 145 175 209
Middelkleine kernen 100 117 137 162 188
Middelgrote kernen 100 116 135 158 184
Grote kernen 100 114 133 160 189
Steden 100 108 121 140 163
Ruimte voor zorg 26
Tabel 16 Aandeel aantal mensen met dementie op totale bevolking, 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033
Kleine kernen 1,4% 1,7% 2,0% 2,4% 2,9%
Middelkleine kernen 1,6% 1,8% 2,2% 2,6% 3,0%
Middelgrote kernen 1,6% 1,8% 2,1% 2,5% 2,9%
Grote kernen 1,4% 1,6% 1,8% 2,1% 2,5%
Steden 1,3% 1,4% 1,5% 1,8% 2,0%
5.3 GEMEENTEN
De variatie tussen gemeenten is groot. In gemeenten die al sterk vergrijsd zijn - ge-
meenten als Rheden, Bronckhorst, Rozendaal – zal het aantal mensen met dementie
minder stijgen dan in gemeenten die de grootste vergrijzingsgolf nog gaan doormaken.
In steden als Arnhem en Nijmegen neemt het aantal mensen met dementie ook relatief
“weinig” toe, omdat deze gemeenten al een veel evenwichtiger leeftijdsopbouw kennen.
Er zijn dus meerdere oorzaken te benoemen voor de verschillen tussen de gemeenten.
De tabel op de volgende bladzijden laat de ontwikkeling zien van het aandeel mensen
met dementie op de totale bevolking tussen 2013 en 2033. De figuur op de bladzijde er
na zet de gemeenten in volgorde van groeisnelheid.
Ruimte voor zorg 27
Tabel 17 Aandeel mensen met dementie op totale bevolking, 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033Aalten 1,6% 1,8% 2,0% 2,4% 2,7%Apeldoorn 1,6% 1,8% 2,0% 2,4% 2,8%Arnhem 1,2% 1,2% 1,3% 1,5% 1,7%Barneveld 1,2% 1,4% 1,6% 1,9% 2,1%Berkelland 1,6% 1,9% 2,2% 2,6% 3,1%Beuningen 1,1% 1,4% 1,8% 2,3% 2,9%Bronckhorst 1,9% 2,2% 2,5% 2,9% 3,4%Brummen 1,7% 2,1% 2,6% 3,1% 3,5%Buren 1,1% 1,2% 1,6% 2,1% 2,5%Culemborg 1,2% 1,4% 1,7% 2,0% 2,5%Doesburg 1,4% 1,9% 2,5% 3,1% 3,7%Doetinchem 1,5% 1,7% 2,0% 2,3% 2,8%Druten 1,1% 1,4% 1,8% 2,3% 2,8%Duiven 1,1% 1,4% 1,6% 1,7% 2,0%Ede 1,4% 1,6% 1,8% 2,1% 2,4%Elburg 1,3% 1,6% 1,9% 2,3% 2,7%Epe 1,9% 2,2% 2,5% 3,0% 3,3%Ermelo 1,9% 2,5% 2,9% 3,3% 3,8%Geldermalsen 1,2% 1,4% 1,7% 2,2% 2,7%Groesbeek 2,0% 2,4% 2,8% 3,3% 3,8%Harderwijk 1,3% 1,4% 1,6% 1,9% 2,1%Hattem 1,7% 1,9% 2,2% 2,7% 3,0%Heerde 1,7% 2,0% 2,5% 3,1% 3,8%Heumen 1,4% 1,7% 2,2% 2,6% 3,2%Lingewaal 1,3% 1,5% 1,9% 2,2% 2,7%Lingewaard 1,2% 1,4% 1,7% 2,1% 2,6%Lochem 2,1% 2,4% 2,8% 3,3% 3,8%Maasdriel 1,3% 1,5% 1,7% 2,1% 2,6%Millingen aan de Rijn 1,4% 1,9% 2,4% 2,9% 3,5%Montferland 1,5% 2,0% 2,4% 2,9% 3,5%Neder-Betuwe 1,1% 1,3% 1,6% 1,9% 2,3%Neerijnen 1,2% 1,4% 1,7% 2,2% 2,5%Nijkerk 1,2% 1,4% 1,6% 2,0% 2,2%Nijmegen 1,2% 1,3% 1,4% 1,6% 1,8%Nunspeet 1,5% 1,7% 1,9% 2,2% 2,5%Oldebroek 1,2% 1,4% 1,7% 2,0% 2,3%Oost Gelre 1,5% 1,8% 2,1% 2,6% 3,0%Oude Ijsselstreek 1,7% 1,9% 2,3% 2,7% 3,2%Overbetuwe 1,1% 1,3% 1,6% 1,9% 2,3%Putten 1,4% 1,6% 1,8% 2,0% 2,2%Renkum 2,5% 2,8% 3,1% 3,4% 4,0%Rheden 2,4% 2,6% 2,8% 3,1% 3,3%Rijnwaarden 1,4% 1,8% 2,2% 2,6% 3,1%Rozendaal 2,4% 3,1% 3,5% 3,7% 3,7%Scherpenzeel 1,4% 1,9% 2,3% 2,6% 2,9%Tiel 1,2% 1,4% 1,6% 1,9% 2,3%Ubbergen 2,0% 2,4% 2,7% 3,4% 4,0%Voorst 1,8% 2,1% 2,4% 2,9% 3,4%Wageningen 1,5% 1,6% 1,9% 2,2% 2,5%West Maas en Waal 1,5% 1,8% 2,1% 2,6% 3,1%Westervoort 1,0% 1,3% 1,6% 2,2% 2,9%Wijchen 1,3% 1,6% 2,1% 2,6% 3,2%Winterswijk 1,8% 2,0% 2,2% 2,5% 2,9%Zaltbommel 1,2% 1,3% 1,5% 1,9% 2,2%Zevenaar 1,5% 1,9% 2,3% 2,8% 3,3%Zutphen 1,5% 1,6% 1,9% 2,3% 2,8%
Ruimte voor zorg 28
Figuur 5 Toename van het aantal mensen met dementie tot 2023 /2033 (2013 = 100)
Ruimte voor zorg 29
5.4 BEHOEFTE AAN VERBLIJF
De afgelopen jaren is steeds ongeveer 22% van het aantal mensen met dementie opge-
nomen geweest in een kleinschalig woonproject of verpleeghuis. Dit is een ervaringsge-
geven. Als we dit percentage constant houden, dan neemt de behoefte toe van 6.433 in
2013 tot 11.969 in 2033. Dus in 20 jaar ruim 5.000 plaatsen (kleinschalige) verpleeg-
huiszorg er bij.
Een belangrijke vraag is in hoeverre mensen met dementie langer thuis blijven wonen.
Als dat zo is, is minder capaciteit nodig in de toekomst dan deze 12-duizend plaatsen.
Overwegingen die betekenen dat er minder capaciteit nodig is:
Mensen met dementie wonen langer thuis dankzij betere informatie, opleiding, etc;
Sommige onderzoeken wijzen uit dat dementie minder voorkomt onder ouderen dan
vroeger. Andere onderzoeken spreken dit tegen;
De eigen bijdrage AWBZ stijgt en het vermogen gaat meetellen. Mensen met hogere
inkomens of een eigen woning stellen opname uit of gaan op zoek naar alternatieven.
Overwegingen die betekenen dat er juist meer capaciteit nodig is:
Groepsverzorging voor zelfstandig wonende mensen met dementie - een van de be-
langrijkste voorzieningen waardoor mantelzorgers de zorg vol kunnen houden -
staat onder druk.
Als mensen met dementie langer blijven leven in kleinschalige voorzieningen, dan is
de behoefte aan verblijfscapaciteit navenant groter. Gemiddeld verblijven mensen
met dementie anderhalf à twee jaar in een verpleeghuis.
Verzorgingshuizen nemen nu mensen met dementie op. Als er geen verzorgingshui-
zen meer zijn, zal de druk op verpleeghuizen toenemen.
Ouderen hebben minder kinderen die voor hen zorgen. Er komen meer ouderen zon-
der vaste levenspartner. Er zal minder mantelzorg beschikbaar zijn.
Tabel 18 Behoefte aan verblijfsvoorzieningen in kleinschalige groepswoningen en ver-
pleeghuizen voor mensen met dementie, 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033
Provincie 6.433 7.411 8.613 10.206 11.969
Achterhoek 952 1.085 1.244 1.446 1.668
De Vallei 743 866 1.026 1.237 1.461
Noord-Veluwe 642 765 898 1.068 1.251
Rivierenland 627 732 880 1.082 1.299
Stadsregio 2.299 2.642 3.051 3.589 4.209
Stedendriehoek 1.170 1.321 1.514 1.784 2.080
2013 2018 2023 2028 2033
Kleine kernen 1.220 1.467 1.767 2.140 2551
Middelkleine kernen 1.377 1.613 1.885 2.229 2593
Middelgrote kernen 1.368 1.591 1.840 2.163 2511
Grote kernen 1.139 1.299 1.516 1.817 2147
Steden 1.331 1.442 1.607 1.860 2170
Ruimte voor zorg 30
Tabel 19 Behoefte aan verblijfsvoorzieningen voor mensen met dementie (kleinschali-
ge wonen en verpleeghuizen), per gemeente, 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033Aalten 95 106 123 146 168Apeldoorn 551 610 695 819 961Arnhem 397 416 459 535 630Barneveld 146 170 204 248 293Berkelland 157 181 209 241 275Beuningen 63 78 97 124 154Bronckhorst 156 180 200 226 256Brummen 80 97 117 136 154Buren 61 72 92 119 145Culemborg 74 86 100 120 145Doesburg 37 48 59 73 87Doetinchem 187 216 247 288 336Druten 44 57 71 88 108Duiven 61 76 84 92 107Ede 343 392 454 541 641Elburg 65 80 95 115 134Epe 136 158 178 204 229Ermelo 112 143 171 199 236Geldermalsen 68 80 99 124 147Groesbeek 84 99 112 129 148Harderwijk 128 151 177 213 255Hattem 44 51 60 72 84Heerde 69 83 102 126 150Heumen 51 62 77 92 109Lingewaal 30 37 47 58 71Lingewaard 124 147 179 230 283Lochem 155 175 203 240 273Maasdriel 68 78 92 114 140Millingen aan de Rijn 18 24 30 36 43Montferland 116 148 177 208 239Neder-Betuwe 57 67 79 95 114Neerijnen 32 37 47 61 72Nijkerk 105 128 156 192 226Nijmegen 450 492 543 614 708Nunspeet 91 101 112 131 149Oldebroek 61 73 87 103 121Oost Gelre 97 117 137 161 187Oude Ijsselstreek 146 162 191 227 264Overbetuwe 111 132 163 203 238Putten 72 83 94 109 122Renkum 177 197 215 239 279Rheden 226 248 269 294 322Rijnwaarden 33 42 52 62 73Rozendaal 8 10 11 11 11Scherpenzeel 29 40 50 59 68Tiel 108 123 146 177 212Ubbergen 42 48 55 65 75Voorst 94 110 126 149 177Wageningen 120 136 162 197 233West Maas en Waal 59 72 84 100 119Westervoort 34 41 51 67 88Wijchen 115 143 181 224 268Winterswijk 114 123 137 157 182Zaltbommel 70 80 94 114 134Zevenaar 108 134 166 203 239Zutphen 154 171 195 236 286
Ruimte voor zorg 31
Figuur 6 Aantal mensen met dementie in 2033
Ruimte voor zorg 32
Figuur 7 Toename aantal mensen met dementie tot 2033
Ruimte voor zorg 33
6 ONTWIKKELING AANBOD VERPLEEGHUISZORG
In de periode juni – september zijn alle zorgaanbieders in de provincie Gelderland ge-
vraagd mee te doen aan een inventarisatie. Gevraagd is naar de huidige capaciteit op
hun Gelderse zorglocaties, zowel het aantal plaatsen verzorgingshuiszorg, als verpleeg-
huiszorg. Ook is gevraagd naar het aantal ouderenwoningen op en naast het eigen zorg-
terrein. Vervolgens is gevraagd naar de lopende plannen die men heeft rondom deze
capaciteit: uitbreiding, inkrimping, stopzetting en nieuwe initiatieven.
De verpleeghuiscapaciteit is als volgt ingedeeld:
1. Traditionele verpleeghuizen:
Plaatsen PG
Plaatsen somatiek
Plaatsen revalidatie AWBZ
Plaatsen geriatrische revalidatie ZVW
2. Kleinschalige verpleeghuiszorg2:
Plaatsen PG
Plaatsen somatiek
6.1 OVERZICHT
De monitor wijst uit dat de totale capaciteit verpleeghuiszorg de komende jaren toe-
neemt, mits de plannen van de zorgaanbieders allemaal kunnen worden gerealiseerd.
Hieronder een overzicht, waaruit blijkt dat de totale capaciteit voor mensen met demen-
tie stijgt van 7.276 plaatsen naar 8.975 plaatsen. Deze groei vindt vooral plaats in klein-
schalige capaciteit, niet in de traditionele verpleeghuizen. De somatische capaciteit groeit
van 3.108 plaatsen naar 3.514 plaatsen. Ook deze groei wordt gerealiseerd binnen klein-
schalige capaciteit.
Tabel 20 Huidige en toekomstige verpleeghuiscapaciteit (bron: enquête wonen-zorg
provincie Gelderland 2013)
aantal capacitet PG capaciteit
somatiek
aantal capacitet PG capaciteit
somatiek
Verpleeghuis 98 2.992 2.254 99 2.986 2.160
Kleinschalig wonen 163 4.284 854 206 5.989 1.354
Totaal 261 7.276 3.108 305 8.975 3.514
Huidig Toekomstig
aantal capacitet PG capaciteit
somatiek
aantal capacitet PG capaciteit
somatiek
Verpleeghuis 100% 100% 100% 101% 100% 96%
Kleinschalig wonen 100% 100% 100% 126% 140% 159%
Totaal 100% 100% 100% 117% 123% 113%
Huidig Toekomstig
2 Kleine particuliere projecten zijn meegeteld bij de kleinschalige verpleeghuiszorg
Ruimte voor zorg 34
Figuur 8 Ontwikkeling capaciteit PG en somatiek
De termijn waarbinnen de plannen worden gerealiseerd, valt niet exact te bepalen. De
organisaties geven aan dat 33% van de locaties dit en volgend jaar gereed komen. 67%
van de locaties zal in 2015 of later gereed zijn.
Zekerheid dat al deze plannen doorgaan, en deze groei dus daadwerkelijk gerealiseerd
wordt, is er niet. Een groot deel van de plannen is een idee of is in onderzoek: 41%. Van
7% liggen de plannen klaar. En 48% is in voorbereiding of in uitvoering.
6.2 REGIONALE CAPACITEIT
De huidige en toekomstige capaciteit per regio is terug te vinden in onderstaande tabel-
len. Naast de verblijfscapaciteit PG en somatiek, is ook aangegeven hoe groot de capaci-
teit voor revalidatie is.
Tabel 21 Huidige en toekomstige verpleeghuiscapaciteit PG
nu toekomst nu toekomst nu toekomst groei
Provincie 2.992 2.986 4.284 5.989 7.276 8.975 23%
Achterhoek 236 265 781 968 1.017 1.233 21%
De Vallei 541 507 518 746 1.059 1.253 18%
Noord-Veluwe 365 316 293 452 658 768 17%
Rivierenland 242 217 432 803 674 1.020 51%
Stadsregio 864 978 1.732 2.079 2.596 3.057 18%
Stedendriehoek 744 703 528 941 1.272 1.644 29%
verpleeghuis pg kleinschalig pg PG capaciteit
Ruimte voor zorg 35
Tabel 22 Huidige en toekomstige verpleeghuiscapaciteit somatiek en revalidatie
verpleeghuis som revalidatie zvw revalidatie awbz kleinschalig som
nu toekomst nu toekomst nu toekomst nu toekomst
Provincie 2.254 2.160 500 607 257 221 854 1.354
Achterhoek 311 341 74 89 45 45 60 124
De Vallei 279 270 90 110 30 34 103 155
Noord-Veluwe 224 180 51 44 10 6 99 137
Rivierenland 244 216 59 86 36 42 118 186
Stadsregio 766 771 133 185 74 34 380 612
Stedendriehoek 430 382 93 93 62 60 94 140
6.3 LOKALE CAPACITEIT
De capaciteit per gemeente is ook bekend. Let wel: de respons van het onderzoek was
90% (van de locaties), en de gegevens van de overige locaties zijn ingevuld aan de hand
van openbare databestanden. Ook de opgave van de deelnemende organisaties zelf kan
fouten bevatten. De opgave is een momentopname. De cijfers van bepaalde gemeenten
kan daardoor afwijken van de realiteit.
Op de komende bladzijden volgen cijfers per gemeente: de huidige en toekomstige
ver(op basis van 100% doorgang van de plannen) pleeghuiscapaciteit.
Ruimte voor zorg 36
Tabel 23 Huidige en toekomstige verpleeghuiscapaciteit PG
nu toekomst nu toekomst nu toekomst groeiAalten - - 104 104 104 104 0%Apeldoorn 583 583 278 490 861 1.073 25%Arnhem 152 223 425 465 577 688 19%Barneveld 87 6 134 230 221 236 7%Berkelland 20 32 115 149 135 181 34%Beuningen 64 64 24 24 88 88 0%Bronckhorst 18 18 55 103 73 121 66%Brummen 56 77 8 10 64 87 36%Buren 23 - 43 93 66 93 41%Culemborg 16 16 86 118 102 134 31%Doesburg - 50 24 24 24 74 208%Doetinchem 123 140 86 117 209 257 23%Druten - - 36 36 36 36 0%Duiven - - 72 72 72 72 0%Ede 174 236 201 233 375 469 25%Elburg 62 44 - 44 62 88 42%Epe 13 13 - 108 13 121 831%Ermelo 12 12 54 66 66 78 18%Geldermalsen 30 30 - 102 30 132 340%Groesbeek 32 32 84 84 116 116 0%Harderwijk 130 130 118 118 248 248 0%Hattem 16 16 - - 16 16 0%Heerde 90 35 12 12 102 47 -54%Heumen 20 30 - 12 20 42 110%Lingewaal - - 15 32 15 32 113%Lingewaard 90 90 42 54 132 144 9%Lochem 62 - 103 130 165 130 -21%Maasdriel - - 104 104 104 104 0%Millingen aan de Rijn - - - 24 - 24 Montferland 58 25 47 107 105 132 26%Neder-Betuwe 22 - 16 77 38 77 103%Neerijnen 24 24 - 25 24 49 104%Nijkerk 80 - 6 106 86 106 23%Nijmegen 203 199 329 395 532 594 12%Nunspeet 55 55 25 75 80 130 63%Oldebroek - - 54 62 54 62 15%Oost Gelre 75 75 80 104 155 179 15%Oude Ijsselstreek - - 245 295 245 295 20%Overbetuwe 20 55 57 75 77 130 69%Putten - 24 30 75 30 99 230%Renkum 18 31 68 63 86 94 9%Rheden 163 135 213 259 376 394 5%Rijnwaarden - - 51 51 51 51 0%Rozendaal - - - - - - Scherpenzeel - - 15 15 15 15 0%Tiel 127 147 55 55 182 202 11%Ubbergen 44 44 - - 44 44 0%Voorst 30 30 16 80 46 110 139%Wageningen 200 265 162 162 362 427 18%West Maas en Waal - - 72 87 72 87 21%Westervoort - - 36 52 36 52 44%Wijchen - - 120 162 120 162 35%Winterswijk - - 96 96 96 96 0%Zaltbommel - - 41 110 41 110 168%Zevenaar - - 104 120 104 120 15%Zutphen - - 123 123 123 123 0%
verpleeghuis pg kleinschalig pg PG capaciteit totaal
Ruimte voor zorg 37
Tabel 24 Huidige en toekomstige verpleeghuiscapaciteit somatiek en revalidatie
nu toekomst nu toekomst nu toekomst nu toekomstAalten 10 10 - - - - 12 12 Apeldoorn 324 324 73 73 20 20 6 44 Arnhem 174 183 30 30 50 10 60 145 Barneveld 34 13 31 32 - - 51 67 Berkelland - 39 - - - - 10 18 Beuningen 64 64 - 44 22 22 - - Bronckhorst 12 36 - - - - - - Brummen 20 10 - - - - 35 33 Buren 5 - - - - - 14 30 Culemborg 12 34 - 8 - - 65 65 Doesburg - - - - - - - - Doetinchem 135 102 25 40 - - 14 48 Druten - - - - - - - - Duiven - - - - - - 38 38 Ede 146 198 - 15 30 34 - - Elburg 31 31 31 24 4 - - - Epe - - - - - - - 12 Ermelo - - - - - - - - Geldermalsen 30 30 - - - - - - Groesbeek 39 39 - - - - - - Harderwijk 76 76 - - - - 76 76 Hattem - - - - - - - - Heerde 87 35 20 20 6 6 - - Heumen 20 40 - - - - - 12 Lingewaal 6 6 - - - - - - Lingewaard 29 29 24 24 - - 12 12 Lochem 38 - - - 2 - 4 14 Maasdriel 22 - 14 14 4 4 10 24 Millingen aan de Rijn - - - - - - - - Montferland 48 78 - - - - 20 20 Neder-Betuwe - - - - - - - - Neerijnen - - - - - - - - Nijkerk 40 - 30 34 - - - 36 Nijmegen 165 160 8 8 2 2 89 162 Nunspeet 30 30 - - - - - 30 Oldebroek - - - - - - 6 6 Oost Gelre 30 30 - - 24 24 - 12 Oude Ijsselstreek 74 74 34 34 6 6 - 10 Overbetuwe 30 15 35 35 - - - - Putten - 8 - - - - 17 25 Renkum 35 44 - - - - 16 15 Rheden 78 40 20 20 - - 31 31 Rijnwaarden 17 15 - - - - 32 32 Rozendaal - - - - - - - - Scherpenzeel - - - - - - 11 11 Tiel 74 44 45 45 10 10 25 55 Ubbergen 48 40 16 24 - - - - Voorst - - - - - - - - Wageningen 59 59 29 29 - - 41 41 West Maas en Waal 76 76 - - 22 22 - - Westervoort - 24 - - - - - 30 Wijchen - - - - - - - 10 Winterswijk 50 50 15 15 15 15 24 24 Zaltbommel 19 26 - 19 - 6 4 12 Zevenaar 19 - - - - - 82 105 Zutphen 48 48 20 20 40 40 49 37
verpleeghuis somatiek revalidatie zvw revalidatie awbz kleinschalig somatiek
Ruimte voor zorg 38
6.4 PLANNEN
Zorgaanbieders maken volop plannen. In beeld is gebracht welke groei verwacht mag
worden als alle plannen worden gerealiseerd. Onderstaande tabel en grafiek brengt de
plannen in beeld voor PG en somatiek, zowel traditionele als kleinschalige.
Tabel 25 Type plannen, PG en somatiek, verpleeghuis en kleinschalig wonen
aantal capacitet PG capaciteit
somatiek
aantal capacitet PG capaciteit
somatiek
Verpleeghuis
inkrimping capaciteit 13 655 571 13 390 279
uitbreiding capaciteit 21 478 318 30 854 620
blijft hetzelfde / nvt 56 1.745 1.271 56 1.742 1.261
stopzetting 8 114 94
totaal 98 2.992 2.254 99 2.986 2.160
Kleinschalig wonen
inkrimping capaciteit 2 187 2 2 128 1
uitbreiding capaciteit 26 397 82 73 2.299 611
blijft hetzelfde / nvt 130 3.550 756 130 3.538 742
stopzetting 5 150 14 1 24 -
totaal 163 4.284 854 206 5.989 1.354
Totaal
inkrimping capaciteit 15 842 573 15 518 280
uitbreiding capaciteit 47 875 400 103 3.153 1.231
blijft hetzelfde / nvt 186 5.295 2.027 186 5.280 2.003
stopzetting 13 264 108 1 24 -
totaal 261 7.276 3.108 305 8.975 3.514
Huidig Toekomstig
Uit de twee figuren hieronder valt afzonderlijk de ontwikkeling van de capaciteit in de
verpleeghuizen en in de kleinschalige woonprojecten af te lezen.
Figuur 9 Type plannen, PG en somatiek, verpleeghuis
Ruimte voor zorg 39
Huizen maken zowel plannen voor krimp als voor groei. De krimp zit hem vooral in de
traditionele verpleeghuiscapaciteit. Bijvoorbeeld: 13 huizen maken plannen om te krim-
pen, en hun capaciteit neemt af van 655 plaatsen tot 390 plaatsen.
Ook zijn er huizen die stoppen, ook enkele kleinschalige locaties. En er komen nieuwe
locaties bij, die in het overzicht zijn opgenomen onder “uitbreiding capaciteit”.
In het geval van zorgaanbieders die niet hebben meegedaan aan de enquête, is de toe-
komstige capaciteit gezet op “blijft hetzelfde / nvt”.
Figuur 10 Type plannen, PG en somatiek, kleinschalig wonen
Status van de plannen
Een belangrijk deel van de plannen is “zacht”: een idee, of een onderzoek. Afgezet tegen
de capaciteit die het gevolg zou zijn van deze plannen, gaat het om ruim 50%.
Tabel 26 Status plannen, PG en somatiek, verpleeghuis en kleinschalig wonen
aantal capacitet PG capaciteit
somatiek
aantal capacitet PG capaciteit
somatiek
Totaal
idee 3% 4% 7% 5% 5% 7%
in onderzoek 45% 53% 51% 36% 47% 42%
plan uitgewerkt 11% 5% 5% 10% 7% 5%
in voorbereiding 24% 18% 23% 27% 22% 22%
in uitvoering 16% 19% 14% 22% 19% 23%
Huidig Toekomstig
Een deel van de plannen is redelijk “hard”: de werkzaamheden zijn in voorbereiding of
uitvoering. Het gaat om ruim 40% van de toekomstige capaciteit. Er is nog een klein deel
van de plannen – zo’n 5% - dat al is uitgewerkt, maar nog niet tot uitvoering is gebracht.
Ruimte voor zorg 40
De grafieken hieronder geven de situatie aan voor afzonderlijk verpleeghuizen en klein-
schalige projecten. De grijze gebieden in de grafieken betreft grotendeels capaciteit waar
geen plannen voor bestaan, en voor een klein deel non respons.
Figuur 11 Status plannen, PG en somatiek, verpleeghuis
Figuur 12 Status plannen, PG en somatiek, kleinschalig wonen
Jaar gereed
Gevraagd is wanneer men verwacht dat de plannen gerealiseerd zullen zijn. Uit de ant-
woorden valt op te maken dat een kleine 25% van de betreffende capaciteit dit en vol-
gend jaar gerealiseerd wordt. Ongeveer 45% zal in 2015 en 2016 gereed komen. En tot
slot is zo’n 35% van de geplande capaciteit gereed in 2017 en later.
Ruimte voor zorg 41
Tabel 27 Jaar gereedkomen plannen, PG en somatiek, verpleeghuis/kleinschalig wonen
aantal capacitet PG capaciteit
somatiek
aantal capacitet PG capaciteit
somatiek
Totaal
2013 9% 4% 3% 8% 4% 3%
2014 26% 19% 11% 28% 23% 19%
2015 30% 28% 31% 29% 27% 29%
2016 17% 14% 20% 18% 13% 19%
2017 14% 17% 17% 15% 20% 14%
na 2017 14% 23% 21% 10% 17% 18%
Huidig Toekomstig
Figuur 13 Jaar gereedkomen plannen, PG en somatiek, verpleeghuis
Figuur 14 Jaar gereedkomen plannen, PG en somatiek, kleinschalig wonen
Ruimte voor zorg 42
6.5 EIGENDOM VASTGOED
Het eigendom van het vastgoed ligt in handen van zorgaanbieders, gelieerde vastgoed-
stichtingen, woningcorporaties, particuliere investeerders en overigen. De huidige capaci-
teit (kleinschalige en traditioneel, PG en somatiek) is voor 63% eigendom van de zorg-
aanbieders zelf, en voor 25% van woningcorporaties. De rest is eigendom van anderen,
of het is onbekend. In de toekomst gaat deze verhouding iets schuiven. Als de huidige
plannen gerealiseerd worden, zullen woningcorporaties iets meer eigendom hebben: 28%
en zorgaanbieders iets minder 60%.
Figuur 15 Eigendom vastgoed, PG en somatiek, verpleeghuis
Figuur 16 Eigendom vastgoed, PG en somatiek, kleinschalig wonen
Ruimte voor zorg 43
De figuren laten zien dat woningcorporaties vaker kleinschalige capaciteit in bezit hebben
dan traditionele verpleeghuiscapaciteit.
In onderstaande tabel is het volledige overzicht te vinden van de eigendomssituatie van
het vastgoed.
Tabel 28 Eigendom van het vastgoed, PG en somatiek, verpleeghuis en kleinschalig
wonen
aantal capacitet PG capaciteit
somatiek
aantal capacitet PG capaciteit
somatiek
Verpleeghuis
de zorgorganisatie zelf 55 2.401 1.678 54 2.284 1.603
gelieerde vastgoedstichting 4 50 77 3 93 52
woningcorporatie 18 303 138 20 359 238
particuliere investeerder 11 71 164 1 24 8
andere eigenaar 0 - - 10 71 101
onbekend 10 167 197 11 155 158
totaal 98 2.992 2.254 99 2.986 2.160
Kleinschalig wonen
de zorgorganisatie zelf 49 1.783 338 68 2.544 708
gelieerde vastgoedstichting 5 179 15 5 187 15
woningcorporatie 80 1.785 324 96 2.453 459
particuliere investeerder 3 7 56 4 31 52
andere eigenaar 14 289 121 13 326 120
onbekend 12 241 - 20 448 -
totaal 163 4.284 854 206 5.989 1.354
Totaal
de zorgorganisatie zelf 104 4.184 2.016 122 4.828 2.311
gelieerde vastgoedstichting 9 229 92 8 280 67
woningcorporatie 98 2.088 462 116 2.812 697
particuliere investeerder 14 78 220 5 55 60
andere eigenaar 14 289 121 23 397 221
onbekend 22 408 197 31 603 158
totaal 261 7.276 3.108 305 8.975 3.514
Huidig Toekomstig
6.6 BEKOSTIGING KLEINSCHALIG WONEN
Als laatste onderwerp kijken we naar de bekostiging van kleinschalig wonen. Er zijn vier
manieren om kleinschalige zorg te bekostigen:
1. Intramuraal: bewoners hebben een zorgzwaartepakket dat zorg, wonen en verblijf
(huishouding, eten, linnenverzorging, activiteiten etc.) vergoedt;
2. Volledig pakket thuis (VPT): bewoners krijgen alleen zorg en verblijf vergoedt. Zij
betalen zelf huur;
3. Persoonsgebonden budget (PGB): bewoners krijgen alleen de zorg vergoedt. Zij beta-
len dus zelf wonen en verblijf;
4. Thuiszorg / extramuraal: hiervoor geldt hetzelfde als bij het PGB: de bewoner betaalt
zelf de kosten van wonen en verblijf. De zorg wordt geleverd door de thuiszorg.
Ruimte voor zorg 44
In één project kunnen meerdere vormen van bekostiging samen gaan. Daarom kunnen
we de resultaten zoals weergegeven in onderstaande tabel en grafiek niet optellen.
Tabel 29 Bekostiging kleinschalig wonen, PG en somatiek
aantal capacitet PG capaciteit
somatiek
aantal capacitet PG capaciteit
somatiek
Intramuraal 143 4.042 763 176 5.539 1.193
VPT 9 117 60 18 381 170
PGB 25 246 191 35 488 293
Extramuraal 17 177 183 28 597 305
Huidig Toekomstig
Figuur 17 Bekostiging kleinschalig wonen, PG en somatiek
Het overgrote deel van de plaatsen kleinschalig wonen – circa 4.000 plaatsen - wordt op
de traditionele intramurale manier bekostigd. Het aandeel PGB en extramuraal in de tota-
le bekostiging, is klein, maar neemt wel toe (mits de plannen van de organisaties natuur-
lijk gerealiseerd worden). PGB neemt toe van circa 250 tot circa 500 plaatsen. Extramu-
raal neemt toe van circa 200 tot circa 600 plaatsen.
Ruimte voor zorg 45
7 VRAAG VERSUS AANBOD ZORG VOOR MENSEN MET DEMENTIE
Cijfers over de behoefte en het aanbod van intramurale zorg voor mensen met dementie
zijn in de vorige hoofdstukken gepresenteerd. We kunnen nu kijken of vraag en aanbod
matchen, nu en in de toekomst.
7.1 PROVINCIE EN REGIO’S
Het aanbod overstijgt op dit moment de vraag met 843 plaatsen (13%). De aanname is
dat 22% van de prevalentie leidt tot een vraag naar verpleeghuiszorg. Op basis van het
feitelijke aanbod is er op dit moment voor 25% van de prevalentie verblijfsaanbod be-
schikbaar. We handhaven de aanname van 22% omdat dit ervaringscijfer ook in voor-
gaande onderzoeken is gebruikt.
Tabel 30 Vraag en aanbod van verpleeghuiscapaciteit PG, zowel traditioneel verblijf als
kleinschalig wonen, 2013 – 2033
vraag tradition. kleinsch. sa ldo vraag tradition. kleinsch. sa ldo vraag tradition. kleinsch. sa ldo
Provincie 6.433 2992 4284 843 8.613 2986 5989 362 11.968 2986 5989 -2993
Achterhoek 952 236 781 65 1.244 265 968 -11 1.668 265 968 -435
De Vallei 743 541 518 316 1.026 507 746 227 1.461 507 746 -208
Noord-Veluwe 642 365 293 16 898 316 452 -130 1.251 316 452 -483
Rivierenland 627 242 432 47 880 217 803 140 1.299 217 803 -279
Stadsregio 2.299 864 1732 297 3.051 978 2079 6 4.209 978 2079 -1152
Stedendriehoek 1.170 744 528 102 1.514 703 941 130 2.080 703 941 -436
aanbod aanbod
2013 2023 2033
aanbod
Dan de toekomst. Als alle plannen voor uitbreiding van capaciteit gerealiseerd worden,
dan overstijgt in 2023 het aanbod nog steeds de vraag met 362 plaatsen (6%).
Figuur 18 Vraag en aanbod van verpleeghuiscapaciteit PG, zowel traditioneel verblijf als
kleinschalig wonen, 2013 – 2033
Ruimte voor zorg 46
Deze groei is niet zeker: ruim de helft van de geplande capaciteit is “zacht” - ideeën en
studies. Het overschot van 362 plaatsen is dus alleen aan de orde als alle plannen, hard
en zacht, gerealiseerd worden. De totale uitbreiding van de capaciteit bedraagt 1.699
plaatsen. Gaat de helft niet door, dan is de uitbreiding 850 plaatsen. In dat geval slaat
het positieve saldo van 362 plaatsen om tot een negatief saldo van -388 plaatsen.
Er is nog veel traditioneel verpleeghuisaanbod voor mensen met dementie. Dit aanbod
blijft de komende jaren ongeveer gelijk. Het kleinschalige aanbod zit in de lift. De uit-
breiding van het kleinschalige aanbod zorgt voor een totale groei van de verpleeghuisca-
paciteit voor mensen met dementie met 23%.
Verleggen we onze blik nog verder naar de toekomst, naar het jaar 2033, dan resteert er
nog een bouwopgave van 2.993 verblijfsplaatsen voor mensen met dementie. De vergrij-
zing en de groei van het aantal dementerenden gaan namelijk onverminderd door.
7.2 GEMEENTEN
Op gemeenteniveau ziet het beeld er zeer gedifferentieerd uit. Er is geen sprake van een
evenwichtige spreiding van het aanbod. Dit betekent dat ouderen die worden opgeno-
men, dat vaak niet kunnen in of nabij hun eigen woonplaats.
De plaatsen met een overschot zijn vaak de grotere woonplaatsen waar van oudsher
verpleeghuizen staan. Deze verpleeghuizen hebben een regionale functie. De plaatsen
met een tekort zijn de kleinere gemeenten en woonplaatsen, die traditiegetrouw geen
verpleeghuiscapaciteit hadden.
In eerdere hoofdstukken is aangegeven dat de vergrijzing vooral in de periferie plaats-
vindt: dorpen, platteland. Dit zijn niet de plaatsen met capaciteit.
Een conclusie zou kunnen zijn dat er meer nodig is om in de kleinere woonplaatsen capa-
citeit voor mensen met dementie te realiseren, omdat dit dichter in de buurt van de de-
menterende is, met familie en kennissenkring.
Als het beleid inderdaad die kant op gaat verpleeghuiscapaciteit realiseren in kleinere
plaatsen - dan zal aanpassing van wet- en regelgeving nodig zijn. Deze bevoordeelt na-
melijk grotere locaties. Organisaties die gevraagd worden in kleinere kernen iets te be-
ginnen, krijgen hun business case niet rond, en zullen in veel gevallen dan ook niet aan
het verzoek kunnen voldoen. Dit betekent niet dat kleinschalig wonen duurder is dan het
grootschalige verpleeghuis, maar dat de regelgeving allerlei zaken eist die alleen bij een
bepaalde schaalgrootte kunnen worden terugverdiend.
Opvallend is dat veel particuliere initiatiefnemers wél met kleinere eenheden werken, en
ook in de kleinere woonplaatsen opereren. Dit is verklaarbaar. Particuliere initiatiefne-
mers worden minder belemmerd door wet- en regelgeving omdat zij scheiden wonen en
zorg toepassen en hun cliënten vragen om uit eigen portemonnee de woonlasten en ve r-
blijfskosten te betalen. De overheid bemoeit zich in dat geval alleen nog maar met de
zorgcomponent waardoor er minder belemmeringen zijn voor een kleinschalige aanpak.
Op de komende bladzijden volgen cijfers per gemeente over vraag en aanbod naar ve r-
blijf voor mensen met dementie in 2013, 2023 en 2033.
Ruimte voor zorg 47
Tabel 31 Vraag en aanbod van verpleeghuiscapaciteit PG, zowel traditioneel verblijf als
kleinschalig wonen, 2013 – 2033
vraag tradition. kleinsch. sa ldo vraag tradition. kleinsch. sa ldo vraag tradition. kleinsch. sa ldo
Aalten 95 0 104 9 123 0 104 -19 168 0 104 -64Apeldoorn 551 583 278 310 695 583 490 378 961 583 490 112Arnhem 397 152 425 180 459 223 465 229 630 223 465 58Barneveld 146 87 134 75 204 6 230 32 293 6 230 -57Berkelland 157 20 115 -22 209 32 149 -28 275 32 149 -94Beuningen 63 64 24 25 97 64 24 -9 154 64 24 -66Bronckhorst 156 18 55 -83 200 18 103 -79 256 18 103 -135Brummen 80 56 8 -16 117 77 10 -30 154 77 10 -67Buren 61 23 43 5 92 0 93 1 145 0 93 -52Culemborg 74 16 86 28 100 16 118 34 145 16 118 -11Doesburg 37 0 24 -13 59 50 24 15 87 50 24 -13Doetinchem 187 123 86 22 247 140 117 10 336 140 117 -79Druten 44 0 36 -8 71 0 36 -35 108 0 36 -72Duiven 61 0 72 11 84 0 72 -12 107 0 72 -35Ede 343 174 201 32 454 236 233 15 641 236 233 -172Elburg 65 62 0 -3 95 44 44 -7 134 44 44 -46Epe 136 13 0 -123 178 13 108 -57 229 13 108 -108Ermelo 112 12 54 -46 171 12 66 -93 236 12 66 -158Geldermalsen 68 30 0 -38 99 30 102 33 147 30 102 -15Groesbeek 84 32 84 32 112 32 84 4 148 32 84 -32Harderwijk 128 130 118 120 177 130 118 71 255 130 118 -7Hattem 44 16 0 -28 60 16 0 -44 84 16 0 -68Heerde 69 90 12 33 102 35 12 -55 150 35 12 -103Heumen 51 20 0 -31 77 30 12 -35 109 30 12 -67Lingewaal 30 0 15 -15 47 0 32 -15 71 0 32 -39Lingewaard 124 90 42 8 179 90 54 -35 283 90 54 -139Lochem 155 62 103 10 203 0 130 -73 273 0 130 -143Maasdriel 68 0 104 36 92 0 104 12 140 0 104 -36Millingen aan de Rijn 18 0 0 -18 30 0 24 -6 43 0 24 -19Montferland 116 58 47 -11 177 25 107 -45 239 25 107 -107Neder-Betuwe 57 22 16 -19 79 0 77 -2 114 0 77 -37Neerijnen 32 24 0 -8 47 24 25 2 72 24 25 -23Nijkerk 105 80 6 -19 156 0 106 -50 226 0 106 -120Nijmegen 450 203 329 82 543 199 395 51 708 199 395 -114Nunspeet 91 55 25 -11 112 55 75 18 149 55 75 -19Oldebroek 61 0 54 -7 87 0 62 -25 121 0 62 -59Oost Gelre 97 75 80 58 137 75 104 42 187 75 104 -8Oude Ijsselstreek 146 0 245 99 191 0 295 104 264 0 295 31Overbetuwe 111 20 57 -34 163 55 75 -33 238 55 75 -108Putten 72 0 30 -42 94 24 75 5 122 24 75 -23Renkum 177 18 68 -91 215 31 63 -121 279 31 63 -185Rheden 226 163 213 150 269 135 259 125 322 135 259 72Rijnwaarden 33 0 51 18 52 0 51 -1 73 0 51 -22Rozendaal 8 0 0 -8 11 0 0 -11 11 0 0 -11Scherpenzeel 29 0 15 -14 50 0 15 -35 68 0 15 -53Tiel 108 127 55 74 146 147 55 56 212 147 55 -10Ubbergen 42 44 0 2 55 44 0 -11 75 44 0 -31Voorst 94 30 16 -48 126 30 80 -16 177 30 80 -67Wageningen 120 200 162 242 162 265 162 265 233 265 162 194West Maas en Waal 59 0 72 13 84 0 87 3 119 0 87 -32Westervoort 34 0 36 2 51 0 52 1 88 0 52 -36Wijchen 115 0 120 5 181 0 162 -19 268 0 162 -106Winterswijk 114 0 96 -18 137 0 96 -41 182 0 96 -86Zaltbommel 70 0 41 -29 94 0 110 16 134 0 110 -24Zevenaar 108 0 104 -4 166 0 120 -46 239 0 120 -119Zutphen 154 0 123 -31 195 0 123 -72 286 0 123 -163
2013 2023 2033
aanbod aanbod aanbod
Ruimte voor zorg 48
7.3 WITTE VLEKKEN
Lang niet alle woonkernen hebben capaciteit voor mensen met dementie. Andere kernen
hebben wel capaciteit, maar onvoldoende.
Witte vlekken 2018 – 6 of meer personen
Geïnventariseerd is hoe het zit met deze spreiding door het aantal “witte” en “grijze”
vlekken te tellen.
Witte vlek: een woonkern zonder capaciteit en een behoefte van 6 of meer plaatsen
Grijze vlek: een woonkern met capaciteit en een tekort van 6 of meer plaatsen
Te klein: een woonkern zonder capaciteit en een behoefte van minder dan 6 plaatsen
Tabel 32 Witte en grijze vlekken >= 6 personen, 2018
te klein witte vlek grijze vlek
Provincie: totaal aantal plaatsen 238 974 425
Provincie: totaal aantal vlekken 77 78 19
Witte vlekken 2018 – 12 of meer personen
Er zullen weinig organisaties zijn die het aandurven een kleinschalig project van 6 perso-
nen te exploiteren, tenzij het binnen de muren van een bestaand verzorgingshuis kan.
Daarom is dezelfde berekening hieronder gedaan voor een behoefte van 12 of meer pe r-
sonen. Er zijn 25 van die witte vlekken in de provincie
Tabel 33 Witte en grijze vlekken >= 12 personen, 2018
te klein witte vlek grijze vlek
Provincie: totaal aantal plaatsen 665 547 378
Provincie: totaal aantal vlekken 130 25 14
7.4 MEERZORG IN VERZORGINGSHUIZEN
Mensen met dementie wonen ook in verzorgingshuizen. Vaak wonen zij daar met een
indicatie ZZP4 of ZZP5 temidden van andere bewoners. Een verzorgingshuis kan met de
extra financiële middelen van een ZZP5 indicatie extra begeleiding organiseren: deze
bewoners krijgen een groepsgericht dagprogramma. Dit wordt soms “meerzorg” ge-
noemd.
Meerzorg is geen officieel begrip. In sommige gevallen bestaat deze meerzorg uit een
extra dagprogramma. In andere gevallen is de meerzorg equivalent aan het verpleeg-
huis, hebben de bewoners een indicatie ZZP5 of ZZP7 inclusief behandeling, en vindt de
zorg plaats onder de verantwoordelijkheid van een verpleeghuisarts. Vaak wordt er dan
gesproken van een “dépendance”. In de enquête wonen-zorg die ten grondslag ligt aan
dit onderzoek, hebben veel organisaties dergelijke capaciteit opgegeven als verpleeg-
huiscapaciteit of kleinschalige capaciteit. Of dat gebeurd is, hangt af van hoe een zorg-
aanbieder er zelf tegenaan kijkt, hoe deze meerzorg historisch gesproken tot stand is
Ruimte voor zorg 49
gekomen, van de beschikbaarheid van een behandeldienst in de eigen organisatie, of het
project in een apart gebouw of vleugel is ondergebracht, etc. Er is niet met zekerheid een
lijn te trekken tussen “meerzorg in het verzorgingshuis” of “verpleeghuisdependence in
het verzorgingshuis”.
Het is wel interessant om apart naar deze meerzorg te kijken: wat gebeurt er als de ver-
zorgingshuizen hun deuren gaan sluiten? Verdwijnt dan ook deze capaciteit? Waar kun-
nen deze mensen dan heen? Komt er dan niet veel meer druk te staan op de huidige
verpleeghuizen? Of is het bestaan van meerzorg in een verzorgingshuis juist een reden
het verzorgingshuis zo lang mogelijk open te houden?
Er is geen antwoord op deze vragen. Kijken we naar de omvang van meerzorg, dan ko-
men we volgens opgave van de respondenten uit op 1.066 plaatsen op dit moment, dat
is ongeveer 11 % van de totale verzorgingshuiscapaciteit. De capaciteit meerzorg daalt
de komende jaren naar 794 plaatsen, ongeveer 13% van de toekomstige totale verzor-
gingshuiscapaciteit.
Tabel 34 Aanbod van meerzorg in verzorgingshuizen.
verzorgingshuis meerzorg
nu toekomst nu toekomst
Provincie 8.944 5.407 1.066 794
Achterhoek 1.309 736 102 45
De Vallei 974 575 212 160
Noord-Veluwe 862 687 67 81
Rivierenland 928 477 51 67
Stadsregio 3.228 2.069 472 338
Stedendriehoek 1.643 863 162 103
Ruimte voor zorg 50
Figuur 19 Vraag en aanbod verblijfsplaatsen voor mensen met dementie in 2023
Ruimte voor zorg 51
8 REFERENTIECIJFER WOONZORG 2013 - 2033
Het traditionele verzorgingshuis gaat verdwijnen. Een bepaald type ouderen maakt daar
op dit moment gebruik van. De vraag is wat dit type oudere gaat doen als het verzor-
gingshuis oude stijl niet meer bestaat. Meer algemeen gesteld: aan wat voor soort woon-
vormen met zorg zal in de toekomst behoefte zijn?
8.1 INLEIDING
Heeft het “type oudere” dat nu naar een verzorgingshuis gaat, in de toekomst behoefte
aan een nieuw type woonzorgvoorziening? Kiezen ouderen er in de toekomst voor om
langer thuis te blijven wonen? Blijft het verzorgingshuis bestaan als fullservice-concept
maar dan op basis van scheiden wonen en zorg?
Dit zijn belangrijke vragen. Gemeenten, woningcorporaties en zorgaanbieders willen we-
ten aan welke combinaties op het gebied van wonen met zorg in de toekomst behoefte
is.
Deze vragen zijn moeilijk te beantwoorden. Er is lange tijd gewerkt met kengetallen die
berekenden hoeveel verpleeghuizen, verzorgingshuizen, beschermd wonen, verzorgd
wonen en wooncomplexen er nodig zijn. Deze cijfers zijn in de huidige situatie, waar de
kosten van deze voorzieningen gaandeweg minder uit de collectieve middelen worden
betaald en meer door cliënten zelf, niet meer goed te hanteren. Ze voorspellen een veel
hogere behoefte aan allerlei woonvormen dan waarschijnlijk afgenomen gaat worden.
Op dit moment speelt komt daar de crisis bij: ouderen die willen verhuizen, kunnen dat
niet omdat zij hun huis niet kunnen verkopen.
Er is behoefte aan een beter begrip van de behoefte aan wonen met zorg. In dit hoofd-
stuk wordt een aanzet gegeven tot die discussie.
Scheiden wonen en zorg
Velen verwachten dat verzorgingshuizen zullen blijven bestaan in een nieuw jasje: schei-
den wonen en zorg. De bewoner betaalt zelf de huur en de kosten voor het verblijf zoals
maaltijden, appartement schoonmaken, activiteiten, water en energie, onderhoud, ver-
zekeringen, enzovoorts.
Het verzorgingshuis oude stijl is een fullservice-arrangement. De rekening van het ver-
blijf kan makkelijk 1.500 euro of meer per maand bedragen. De rekening van het wonen
ligt tussen de 500 en 1000 euro per maand. Bij elkaar is een rekening van 2.000 – 3.000
per maand, exclusief de zorg dus, normaal.
Bij scheiden wonen en zorg komen deze kosten voor rekening van de bewoner. Weinig
ouderen kunnen een rekening van 2.000 – 3.000 euro per maand betalen. Zij zullen ook
nog geld willen overhouden voor kleding, verzekeringen, vervoer, eigen bijdragen zorg-
verzekeringswet en AWBZ. Het verzorgingshuis nieuwe stijl is als fullservice-pakket on-
betaalbaar voor het overgrote deel van de huidige bewoners.
Als het fullservice-concept niet haalbaar is, hoe kunnen we ons scheiden wonen en zorg
dan voorstellen? Het verzorgingshuis nieuwe stijl zal een maatwerkconcept worden,
Ruimte voor zorg 52
waarbij de bewoner alleen betaalt wat hij of zij nodig heeft en kan betalen. Een bewoner
met een inkomen van 1500 euro per maand, die 500 euro wil overhouden na betaling
van wonen en verblijf, kan 1000 euro per maand betalen aan het verzorgingshuis nieuwe
stijl. Een bewoner met alleen AOW 500 euro per maand. De inkomsten van het verzor-
gingshuis kelderen. Daardoor zullen voorzieningen als een restaurant - alleen rendabel
bij een bepaalde minimum omzet – verdwijnen tenzij de schaalgrootte voldoende is.
Woonzorg
Er kunnen andere methoden worden bedacht om voor een bepaalde groep mensen toch
de dagelijkse maaltijden, huishoudelijke hulp en gezelligheid te kunnen aanbieden. Er
zijn meerdere “producten” denkbaar, bijvoorbeeld:
Een goedkoop alternatief voor het verzorgingshuis, waar voor een paar honderd euro
per maand een basispakket aan toezicht, zekerheid, oplettendheid en verzorging
aanwezig is. Wil de bewoner meer, dan kost dat extra. Dit arrangement is niet full-
service;
Aanleunen bij een verpleeghuis: bewoners kunnen terugvallen op de zorg, het res-
taurant, activiteiten in het verpleeghuis. Wat blijft is dat bewoners uit eigen porte-
monnee maaltijden en huisvesting betalen. Dit product is dus niet “ fullservice”;
Verzorgingshuizen kunnen voor een deel worden omgezet in zwaardere zorgvoorzie-
ningen. Momenteel is dat lastig omdat de zorgkantoren dit extra volume zware zorg
niet of zeer beperkt inkopen. In de toekomst kan dat toch noodzakelijk blijken, om
de sterke vergrijzing bij te houden. De aanleunwoningen bij deze huizen kunnen dan
de rol vervullen van woonzorgvoorziening nieuwe stijl.
Meerwaarde?
Hebben deze vormen van “woonzorg” meerwaarde ten opzichte van gewone woningen?
Mensen kunnen thuis immers ook maaltijden laten bezorgen en de thuiszorg komt overal.
Fysieke belemmeringen in de woning kunnen vaak worden weggenomen. Ouderen ver-
huizen bovendien niet graag. Hoe ouder men wordt, hoe meer men tegen een verhuizing
gaat opzien. Al het bekende, het dagelijks ritme, wordt opgegeven voor een onbekende,
nieuwe situatie.
Dus, waarom zou iemand nog willen verhuizen naar woonzorg? De reden kan zijn dat er
een duidelijke meerwaarde is, bijvoorbeeld:
De oudere kan echt niet meer voor zichzelf zorgen, iedereen is bezorgd, en in de
nieuwe woonsituatie kijkt iemand dagelijks naar de bewoner om;
Er is een hoge nood;
Een indicatie voor het verpleeghuis is niet mogelijk;
Men kan het woonzorgarrangement betalen;
De verhouding tussen prijs en kwaliteit is in orde. Als er diensten worden doorbere-
kend die men niet gebruikt, hoeft men daar niet voor te betalen. Als er te weinig
diensten kunnen worden geleverd voor datgene wat men kan uitgeven, is er onvol-
doende meerwaarde.
Hogere inkomenssegment
Aanbod in het hogere prijssegment geven we een aparte plek en beschouwen we in de
komende berekeningen niet als woonzorg. In het hogere prijssegment, de particuliere
Ruimte voor zorg 53
projecten, gaat het vaak wel over een fullservice-arrangement. De kosten van zo’n full-
service-arrangement zijn hoog, vergelijkbaar met de kosten van het verzorgingshuis. Als
dit wordt doorberekend aan de cliënt, dan betalen zij uit eigen portemonnee een reke-
ning die begint bij 1.500 euro per maand, exclusief de zorg.
Omdat de eigen bijdrage in een AWBZ voorziening ook erg kostbaar is, bestaat deze
markt er al. Deze markt zal waarschijnlijk kunnen groeien, al zal het nooit om grote aan-
tallen gaan.
8.2 BEHOEFTE AAN GESCHIKTE WONINGEN
Er zijn vele soorten specifieke woonvormen voor ouderen: woonzorgcomplexen, senio-
renwoningen, aanleunwoningen, beschut wonen, beschermd wonen, geschikt wonen,
aangepaste woningen, aanpasbare woningen, etc. De terminologie werkt verwarrend.
Beleidsmakers zoeken heldere indelingen waar iedereen het over eens is. Die zijn er nu
niet.
Zijn deze woonvormen een antwoord op een woonzórgvraag van ouderen? En zo nee,
wat is dan wel de meerwaarde van deze woonvormen waardoor ouderen er naar verhui-
zen?
1. Perspectief zorg: woonzorg
Een deel van deze woonvormen is een antwoord op een behoefte aan wonen mét
zorg. We noemen dit segment in deze rapportage “woonzorg”. De woning biedt dan
meer zorg en veiligheid dan wat in een gewone woning beschikbaar is. Het is een op-
lossing voor ouderen die niet meer zelfstandig een huishouden kunnen voeren. Vraag
en aanbod kunnen waarschijnlijk het beste bekeken worden vanuit een zorgperspec-
tief.
2. Perspectief gewoon wonen:
Een ander deel van deze woonvormen is vooral een antwoord op een woonbehoefte.
Vraag en aanbod kunnen waarschijnlijk het beste bekeken worden vanuit een wo-
ningmarkt perspectief.
Ouderen met een verhuiswens zoeken naar comfort passend bij hun inkomen. Zij
zoeken naar een bepaalde vestigingsplaats. Zij hebben wensen rondom de uitstraling
van de locatie en het complex. Zij kijken naar de voorzieningen in de buurt. Zij zoe-
ken mogelijk naar een oplossing voor een fysieke beperking. Al deze wensen zijn te-
rug te vinden in de reguliere woningvoorraad. Het is belangrijk om in te zien dat se-
nioren hierbij niet automatisch denken aan een seniorenwoning. Integendeel, vaak
liever geen seniorenwoning! Het is zoals ouderen het zelf zo plastisch kunnen uit-
drukken: “wij zoeken geen geschikte ouderenwoning, maar een gewone woning die
geschikt is”.
Een seniorenwoning heeft voordelen en nadelen. Voordeel kan zijn de snelle beschik-
baarheid, de relatief lage huur. Sommige oudere woningzoekenden vinden het prettig
om onder leeftijdsgenoten te wonen. Anderen juist niet.
Ruimte voor zorg 54
De geschiktheid van woningen wordt vaak uitgedrukt in sterren. Meer sterren is beter
geschikt. Je hebt rolstoelwoningen, rollatorwoningen, nultredewoningen etc. In onder-
zoeken wordt gepoogd uit te vinden hoe veel van een bepaald type woning hoort bij hoe-
veel van een bepaald type ouderen. Het nadeel van deze benadering is dat ze ons zicht
op wat ouderen daadwerkelijk beweegt om te verhuizen vertroebelt. We lijken te zeggen:
oudere x is op zoek naar een woning met twee sterren. In de praktijk werkt het niet zo.
Als we 100 woningen met twee sterren hebben, wonen er misschien 10 ouderen van het
type x dat we in gedachten hadden bij de bouw. De overige 90 ouderen van het type x
zijn niet komen opdagen, omdat hun woonwens niet alleen die twee sterren omvatte,
maar ook locatie, voorzieningen, prijs-kwaliteit, de goede vestigingsplaats, enzovoorts
waar onze 100 twee-sterren woningen niet aan voldoen.
Terug naar de vraag van het begin van deze paragraaf: welke typen woonvormen kun-
nen we het beste hanteren voor ouderen? Het antwoord luidt: één. Namelijk gewone
woningen die geschikt zijn, en die verder in een keur aan verschijningsvormen, locaties,
comfortklassen, prijs-kwaliteitverhoudingen enzovoorts beschikbaar zijn. De woning-
markt voor ouderen is in wezen niet anders als de woningmarkt voor niet-ouderen.
Het berekenen van de behoefte aan gewone, geschikte woningen voor senioren is geen
onderdeel van dit onderzoek.
8.3 BEHOEFTE AAN WOONZORG
Van woningmarkt terug naar woonzorgmarkt. We zullen de combinatie van wonen met
zorg, bedoeld voor een doelgroep die niet meer zelfstandig kan wonen en een te laag
inkomen heeft om een fullservice-arrangement te betalen, “woonzorg” noemen. woon-
zorg is een verzamelbegrip voor woonvormen, waar de bewoner de huisvestingskosten
zelf betaalt, mét een onderscheidende hoeveelheid extra zorg en zekerheid.
Gemiddelde leeftijd naar indicatie
Van de ouderen die opgenomen zijn in een verpleeg- of verzorgingshuis, zijn degenen
met een lichte indicatie (ZZP1 – 3) gemiddeld ouder dan degenen met zware indicatie.
Onderstaande gegevens zijn afkomstig van zorgkantoor Menzis.
Ruimte voor zorg 55
Figuur 20 Gemiddelde leeftijd van opgenomen cliënten uit de gemeenten Doetinchem,
Bronckhorst, Oude IJsselstreek en Montferland. Drie momentopnames: 1-1-
2011, 1-1-2012, 1-1-2013 (bron: Menzis)
Footprint
We leiden de behoefte aan woonzorg af van het huidige gebruik van intramurale voorzie-
ningen. We hanteren daarbij de aanname dat woonzorg geldt voor:
100% van de ouderen met een ZZP1-3 indicatie (ondersteuning en regieverlies)
50% van de ouderen met een ZZP4 indicatie (psychogeriatrie, regieverlies)
50% van de ouderen met een ZZP6 indicatie (somatiek, vaak met regieverlies)
In feite gaan we er dus van uit dat de helft van de mensen met een ZZP4 indicatie, men-
sen met een lichte vorm van dementie, en een ZZP6 indicatie, mensen met een somati-
sche zorgvraag vaak in combinatie met regieverlies, in de toekomst niet meer naar het
verzorgings- of verpleeghuis gaan en opteren voor woonzorg.
Uit de cijfers van Menzis valt af te leiden welk percentage van een leeftijds-sexe groep
een indicatie voor een bepaalde ZZP heeft, de footprint van woonzorg:
Tabel 35 Footprint woonzorg op 1-1-2013 op basis van bevolking en indicaties in Bron-
ckhorst, Doetinchem, Montferland, Oude IJsselstreek
Footprint woonzorg man vrouw samen
55-59 0,01% 0,02% 0,01%
60-64 0,07% 0,08% 0,07%
65-69 0,18% 0,09% 0,13%
70-74 0,30% 0,35% 0,32%
75-79 1,02% 1,34% 1,19%
80-84 1,10% 3,63% 2,64%
85-89 5,67% 7,53% 6,92%
90-95 8,58% 12,33% 11,38%
95+ 14,10% 13,43% 13,55%
Ruimte voor zorg 56
Figuur 21 Footprint Woonzorg op 1-1-2013 op basis van bevolking en indicaties in
Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oude IJsselstreek (bron: Menzis, be-
werking Ruimte voor zorg)
Van footprint naar prognose
De footprint kunnen we toepassen op de bevolkingsontwikkeling. Dat levert een voor-
spelling op van het aantal mensen met deze indicaties, bij gelijkblijvend indicatiebeleid
en indicatiecriteria.
Tabel 36 Prognose omvang segment “verblijf” versus “woonzorg”
2013 2018 2023 2028 2033
Woonzorg ZZP1-3 3.573 4.169 4.876 5.716 6.844 ZZP4 1.067 1.224 1.408 1.677 1.994 ZZP5-7 - - - - - ZZP6 1.207 1.405 1.648 1.917 2.210 ZZP8 - - - - - Totaal 5.847 6.797 7.931 9.309 11.049
2013 2018 2023 2028 2033
Verblijf zwaar ZZP1-3 - - - - - ZZP4 1.067 1.224 1.408 1.677 1.994 ZZP5-7 5.765 6.629 7.698 9.061 10.568 ZZP6 1.207 1.405 1.648 1.917 2.210 ZZP8 359 407 473 526 575 Totaal 8.398 9.665 11.227 13.180 15.347
Op basis van deze aannames zal het aantal mensen dat opteert voor woonzorg in de
provincie Gelderland 5.847 personen zijn in 2013. De behoefte wordt op dit moment
geheel geabsorbeerd door de huidige verzorgings- en verpleeghuizen. De behoefte zal
oplopen tot ruim 11.000 in 2033.
Als we de behoefte aan woonzorg afzetten tegen de behoefte aan verblijf zwaar, zie bo-
venstaande tabel, dan valt op dat de laatste behoefte hoger is dan de behoefte aan
woonzorg. Met andere woorden: het segment woonzorg zal relatief bescheiden zijn.
Ruimte voor zorg 57
De cijfers voor de verschillende regio’s in Gelderland zijn als volgt:
Tabel 37 Prognose omvang segment woonzorg
2013 2018 2023 2028 2033
Provincie 5.852 6.803 7.937 9.315 11.054
Achterhoek 867 1.006 1.154 1.332 1.551
De Vallei 676 790 937 1.120 1.343
Noord-Veluwe 583 700 834 986 1.176
Rivierenland 602 712 860 1.051 1.281
Stadsregio 2.048 2.371 2.744 3.191 3.771
Stedendriehoek 1.076 1.225 1.408 1.635 1.932
8.4 MEERWAARDE VAN WOONZORG
Is de prognose voor woonzorg reëel? De extrapolatie is een theoretische benadering, die
niet hoeft te stroken met het werkelijke gedrag van consumenten. Het geeft een indica-
tie, een richting. Het cijfer geeft eerder een bovengrens van de behoefte, dan een ge-
middelde.
De aantrekkelijkheid van het segment woonzorg voor ouderen hangt af van de meer-
waarde ten opzichte van zelfstandig thuis wonen.
Drie externe variabelen zijn mede bepalend voor de meerwaarde van woonzorg ten op-
zichte van zelfstandig wonen:
1. Thuiszorg
als de thuiszorg overal beschikbaar is, bereid te werken in alle typen woningen en
perifere gebieden, ook bereikbaar is in de nacht en weekenden, dan is de noodzaak
voor een aantal ouderen om te verhuizen naar een woonzorgvoorziening minder
groot. Men wordt immers thuis nog goed geholpen, dus “het gaat nog wel”;
2. Sociale ondersteuning
als er een goed sociaal vangnet kan worden georganiseerd, professioneel of door
vrijwilligers of mantelzorgers, dan is de betrokken oudere ook minder geneigd om te
verhuizen, want de regie wordt voor een stukje overgenomen en men voelt zich vei-
lig en niet al te eenzaam;
3. Geschikte woningen
als veel ouderen al in een geschikte woning wonen – goed toegankelijk, dicht bij
voorzieningen, gewild woonmilieu – dan zullen zij minder snel problemen ondervin-
den als gevolg van verminderde zelfredzaamheid en zullen zij minder sne l geneigd
zijn te verhuizen naar een woonzorgvoorziening. Vooral jonge senioren houden bij
een verhuizing rekening met de geschiktheid van de locatie en de woning voor de
oude dag; zij sorteren als het ware voor. Beleid om dit type verhuisgedrag te stimu-
leren zal op lange termijn een lagere vraag naar woonzorg tot gevolg hebben.
Ruimte voor zorg 58
Als deze drie voorwaarden in een bepaalde gemeente of woonplaats gunstig zijn, en de
meerwaarde van woonzorg beperkt, dan zal de benodigde capaciteit lager zijn dan de
prognose: de ouderen blijven dan langer thuiswonen.
Omdat de behoefte aan woonzorg niet echt hard kan worden gemaakt, is het beter om
het cijfer te zien als een referentiecijfer in plaats van een behoeftecijfer. Hierboven is
transparant gemaakt hoe dit referentiecijfer tot stand is gekomen.
8.5 WOONZORG VERSUS HUIDIG AANBOD
Momenteel is de huidige verzorgingshuiscapaciteit plus de capaciteit aan seniorenwonin-
gen gelegen bij verzorgingshuizen vele malen groter dan het in de vorige paragraaf be-
rekende referentiecijfer woonzorg.
Om te beginnen het aanbod. Onderstaande gegevens zijn afkomstig uit de inventarisatie
wonen zorg. Momenteel zijn er 8.944 verzorgingshuisplaatsen exclusief meerzorg, en
9.036 aanleunwoningen gelegen op of naast het terrein van het verzorgingshuis. Zie
onderstaande tabel.
De capaciteit van het verzorgingshuis neemt volgens de lopende plannen fors af van
8.944 naar 5.407 plaatsen. In dit cijfer is het effect van de meest recente beleidsvoor-
nemens – geheel of gedeeltelijke afschaffing van ZZP4 – nog niet verwerkt. De zorgaan-
bieders maken daar de komende jaren plannen voor. Ten tijde van het onderzoek, kon
men nog niet aangeven wat het stoppen van ZZP4 zou betekenen voor de capaciteit.
De capaciteit van de seniorenwoningen neemt toe van 9.036 tot 9.804 appartementen.
Tabel 38 Inventarisatie van de huidige verzorgingshuiscapaciteit en capaciteit van aan-
leunwoningen op en naast het terrein van het verzorgingshuis, en de lopende
plannen (bron: enquête wonen-zorg provincie Gelderland 2013)
verzorgingshuis meerzorg woningen
nu toekomst nu toekomst nu toekomst
Provincie 8.944 5.407 1.066 794 9.036 9.804
Achterhoek 1.309 736 102 45 1.158 1.197
De Vallei 974 575 212 160 834 868
Noord-Veluwe 862 687 67 81 1.000 1.003
Rivierenland 928 477 51 67 860 1.054
Stadsregio 3.228 2.069 472 338 3.394 3.750
Stedendriehoek 1.643 863 162 103 1.790 1.932
In onderstaande tabel vergelijken we het referentiegetal woonzorg met de capaciteit van
de verzorgingshuizen en aanleunwoningen tezamen. De capaciteit meerzorg is niet mee-
geteld. Het aanbod van het verzorgingshuis plus de aanleunwoningen is drie keer zo
groot als het referentiegetal woonzorg, 17.980 plaatsen verzorgingshuis/aanleunwoning
tegenover 5.858 plaatsen. Er zijn dus ruim voldoende woningen beschikbaar om een
Ruimte voor zorg 59
aanbod woonzorg te creëren. De overige plaatsen hebben een functie binnen de bredere
woningmarkt.
Tabel 39 Vergelijking tussen behoefte woonzorg en aanbod verzorgingshuisplaatsen
(exclusief meerzorg) plus aanleunwoningen.
referentie aanbod saldo referentie aanbod saldo
Provincie 5.848 17.980 12.132 6.803 15.211 8.408
Achterhoek 867 2.467 1.600 1.005 1.933 928
De Vallei 676 1.808 1.132 791 1.443 652
Noord-Veluwe 583 1.862 1.280 699 1.690 991
Rivierenland 602 1.788 1.225 663 1.531 868
Stadsregio 2.048 6.622 4.537 2.420 5.819 3.399
Stedendriehoek 1.076 3.433 2.358 1.225 2.795 1.570
2013 2018
In de nabije toekomst neemt de behoefte aan woonzorg toe (vergrijzing). Het aanbod
aan verzorgingshuisplaatsen neemt af. Het aanbod aanleunwoningen neemt toe. De op-
telsom is dat er dan nog steeds ruim voldoende woningen zijn om een aanbod woonzorg
te creëren: 15.211 plaatsen verzorgingshuis/aanleunwoning tegenover 6.803 plaatsen
woonzorg.
De conclusie luidt dat er over het geheel genomen voldoende vastgoed beschikbaar is
voor het segment woonzorg. Zo bezien is nieuwbouw in het algemeen niet nodig. De
opgave zit hem vooral in het creëren van het passende aanbod van zorg en dienstverle-
ning.
Ook op gemeenteniveau, is er vrijwel overal voldoende aanbod beschikbaar: zie de ove r-
zichten op de volgende bladzijden.
Zoomen we in op lokale gemeenschappen - een dorp, misschien een wijk - dan kan het
plaatje er heel anders uit zien. Het is mogelijk dat dit dorp geen woningen in het woon-
zorgsegment in de aanbieding heeft.
Tot slot nogmaals deze waarschuwing: het cijfer woonzorg is een referentiegetal en er
mag niet voetstoots worden aangenomen dat het een afspiegeling is van de werkelijke
behoefte aan woonzorg. Ouderen worden wellicht dermate goed bediend door de thuis-
zorg, er is wellicht een zeer goed sociaal vangnet, en wellicht wonen veel ouderen al in
een geschikte woning nabij voorzieningen. Voor deze ouderen geldt: “de oplossing komt
naar mij toe, dus waarom zou ik verhuizen naar de oplossing?”
Ruimte voor zorg 60
Tabel 40 Inventarisatie huidige verzorgingshuiscapaciteit en aanleunwoningen, en de
lopende plannen, gemeenteniveau
nu toekomst nu toekomst nu toekomstAalten 129 129 - - 12 12 Apeldoorn 729 426 50 15 1.086 1.086 Arnhem 787 269 201 153 629 811 Barneveld 217 168 54 54 134 134 Berkelland 236 87 21 - 65 65 Beuningen 122 122 - - - - Bronckhorst 198 76 42 - 264 264 Brummen 64 34 20 30 109 109 Buren 72 34 - - - - Culemborg 112 - - - 183 183 Doesburg 53 - 10 - - - Doetinchem 265 158 26 8 369 408 Druten 40 40 - - - 30 Duiven 28 20 - - 62 106 Ede 385 187 115 57 440 474 Elburg 121 121 - - 120 120 Epe 257 135 26 - 109 173 Ermelo 176 62 - - 182 182 Geldermalsen 107 40 20 40 - 80 Groesbeek - - - - 112 112 Harderwijk 98 98 37 37 485 435 Hattem 89 66 18 32 40 40 Heerde 117 117 - - 88 88 Heumen 62 62 - - 69 69 Lingewaal 50 25 - - 15 15 Lingewaard 166 128 - - 105 105 Lochem 295 104 9 1 103 151 Maasdriel 86 24 - - 137 137 Millingen aan de Rijn 54 - 10 30 34 34 Montferland 152 49 - 12 131 131 Neder-Betuwe 105 66 - - 20 110 Neerijnen 64 56 - - - 24 Nijkerk 159 100 31 37 138 138 Nijmegen 613 535 112 52 903 903 Nunspeet 142 142 12 12 50 50 Oldebroek 49 41 - - 35 35 Oost Gelre 126 69 - - 14 14 Oude Ijsselstreek 218 80 13 37 340 340 Overbetuwe 116 62 54 54 290 290 Putten 70 40 - - - 53 Renkum 463 421 12 7 346 346 Rheden 341 220 12 12 31 31 Rijnwaarden 63 28 - - 88 88 Rozendaal - - - - - - Scherpenzeel 55 27 - - 51 51 Tiel 147 117 10 - 423 423 Ubbergen 47 34 - - - 34 Voorst 158 94 - - 164 194 Wageningen 158 93 12 12 71 71 West Maas en Waal 70 67 17 17 15 15 Westervoort - 4 - - - 49 Wijchen 79 50 61 18 287 287 Winterswijk 137 137 - - 94 94 Zaltbommel 115 48 4 10 67 67 Zevenaar 42 25 - - 307 324 Zutphen 140 70 57 57 219 219
verzorgingshuis meerzorg woningen
Ruimte voor zorg 61
Tabel 41 Vergelijking tussen behoefte woonzorg en aanbod verzorgingshuisplaatsen
(exclusief meerzorg) plus aanleunwoningen, gemeenteniveau.
woonzorg aanbod saldo woonzorg aanbod saldoAalten 87 141 54 97 141 44 Apeldoorn 507 1.815 1.308 561 1.512 951 Arnhem 368 1.416 1.048 386 1.080 694 Barneveld 132 351 219 152 302 150 Berkelland 141 301 160 165 152 -13 Beuningen 55 122 67 68 122 54 Bronckhorst 143 462 319 174 340 166 Brummen 73 173 100 90 143 53 Buren 53 72 19 62 34 -28 Culemborg 68 295 227 80 183 103 Doesburg 33 53 20 43 - -43 Doetinchem 169 634 465 198 566 368 Druten 38 40 2 49 70 21 Duiven 51 90 39 68 126 58 Ede 309 825 516 356 661 305 Elburg 59 241 182 72 241 169 Epe 125 366 241 149 308 159 Ermelo 105 358 253 141 244 103 Geldermalsen 61 107 46 70 120 50 Groesbeek 80 112 32 95 112 17 Harderwijk 116 583 467 137 533 396 Hattem 40 129 89 45 106 61 Heerde 63 205 142 76 205 129 Heumen 44 131 87 53 131 78 Lingewaal 27 65 38 35 40 5 Lingewaard 109 271 162 130 233 103 Lochem 141 398 257 160 255 95 Maasdriel 61 223 162 70 161 91 Millingen aan de Rijn 17 88 71 24 34 10 Montferland 103 283 180 135 180 45 Neder-Betuwe 51 125 74 61 176 115 Neerijnen 28 64 36 34 80 46 Nijkerk 91 297 206 111 238 127 Nijmegen 412 1.516 1.104 454 1.438 984 Nunspeet 83 192 109 92 192 100 Oldebroek 52 84 32 63 76 13 Oost Gelre 87 140 53 109 83 -26 Oude Ijsselstreek 134 558 424 147 420 273 Overbetuwe 96 406 310 113 352 239 Putten 64 70 6 73 93 20 Renkum 170 809 639 196 767 571 Rheden 208 372 164 231 251 20 Rijnwaarden 30 151 121 39 116 77 Rozendaal 7 - -7 9 - -9 Scherpenzeel 27 106 79 40 78 38 Tiel 100 570 470 112 540 428 Ubbergen 37 47 10 44 68 24 Voorst 86 322 236 104 288 184 Wageningen 117 229 112 132 164 32 West Maas en Waal 53 85 32 68 82 14 Westervoort 28 - -28 34 53 19 Wijchen 104 366 262 129 337 208 Winterswijk 106 231 125 115 231 116 Zaltbommel 61 182 121 71 115 44 Zevenaar 95 349 254 120 349 229 Zutphen 143 359 216 161 289 128
2013 2023
Ruimte voor zorg 62
Ruimte voor zorg 63
9 HET POTENTIEEL AAN VRIJWILLIGERS
Doordat ouderen veel langer thuis blijven wonen, stijgt ook de hulpvraag thuis. Het mo-
derne idee is dat mensen meer voor elkaar zullen gaan zorgen. Het gaat niet direct om
heel ingewikkelde zorgtaken, maar vooral om aandacht, een oogje in het zeil houden en
zaken regelen, helpen met boodschappen en eten en dergelijke.
Een aantal trends zijn uit en te na bekend:
De gezinnen zijn kleiner;
De kinderen wonen meer verspreid over het land;
Dochters hebben vaker een baan;
Meer mensen voeren een eenpersoonshuishouden.
Dit duidt er op dat hulp van familieleden in de toekomst minder voorhanden zal zijn.
Vaak wordt geopperd dat hulp ook uit een andere hoek kan komen, de gemeenschap
waar de ouderen wonen. Vrijwilligers, buren, buurtbewoners, vervullen een mantel-
zorgrol, zoals het burgers betaamt.
In dit hoofdstuk laten we zien hoeveel mantelzorgers er beschikbaar zijn. Om daar enig
gevoel voor te krijgen, doen we de volgende aannames:
Vooral 85-plussers kunnen in een situatie terecht komen waarbij een beroep op man-
telzorg hard nodig is;
Vooral mensen tussen de 55 en 75 jaar verrichten vrijwilligerswerk. Mensen onder de
55 zijn druk met werk en kinderen, en mensen tussen 75 en 85 zijn vooral met hun
eigen leefsituatie bezig.
Om een indicatie te krijgen van het potentieel van vrijwilligers – 55-75-jarigen - kunnen
we berekenen hoeveel 85-plussers er in een gemeenschap zijn, en hoeveel 55-75-jarigen
hier tegenover staan. Hoe meer 55-75-jarigen per 85-plusser, hoe ruimer het potentiële
aanbod aan vrijwilligers.
Tabel 42 Vrijwilligersindex (aantal 55-75-jarigen per 85-plusser), 2013 - 2033
2013 2018 2023 2028 2033
Provincie 12 11 10 9 6
Achterhoek 11 10 10 8 6
De Vallei 11 11 10 8 6
Noord-Veluwe 12 10 9 8 6
Rivierenland 15 14 13 10 7
Stadsregio 12 11 10 9 7
Stedendriehoek 11 10 9 8 6
Een hoge vrijwilligersindex is gunstig, een lage ongunstig. In Gelderland als geheel staan
vandaag de dag 12 55-75-jarigen klaar op iedere 85-plusser om te helpen. Dit loopt de
komende jaren terug tot 6 mantelzorgers per 85-plusser. Het potentieel vrijwilligers en
mantelzorgers halveert de komende jaren.
Ruimte voor zorg 64
Tabel 43 Vrijwilligersindex, het vrijwilligerspotentieel 2013 - 2033. De index is bere-
kend als het aantal 55-75-jarigen per 85-plusser.
2013 2018 2023 2028 2033Aalten 11 11 10 9 6 Apeldoorn 11 11 10 9 6 Arnhem 11 12 12 11 9 Barneveld 12 12 11 9 7 Berkelland 13 11 10 9 6 Beuningen 18 18 17 13 9 Bronckhorst 10 9 8 8 6 Brummen 12 10 8 7 5 Buren 22 23 20 15 10 Culemborg 13 12 12 10 7 Doesburg 16 12 10 8 5 Doetinchem 12 11 10 9 7 Druten 19 15 13 10 7 Duiven 17 14 13 14 10 Ede 11 10 10 9 6 Elburg 13 11 9 8 6 Epe 10 8 7 7 5 Ermelo 9 7 5 5 4 Geldermalsen 17 16 14 11 8 Groesbeek 9 8 7 6 5 Harderwijk 12 12 11 10 8 Hattem 11 10 9 8 5 Heerde 11 10 8 7 5 Heumen 17 14 12 10 7 Lingewaal 15 13 10 9 6 Lingewaard 17 16 15 12 9 Lochem 10 9 8 7 5 Maasdriel 14 14 13 11 8 Millingen aan de Rijn 13 10 8 7 5 Montferland 15 11 9 8 6 Neder-Betuwe 15 13 11 10 7 Neerijnen 14 13 11 8 6 Nijkerk 16 14 12 11 8 Nijmegen 12 11 11 10 7 Nunspeet 10 10 10 8 6 Oldebroek 16 14 12 10 8 Oost Gelre 13 11 10 8 6 Oude Ijsselstreek 11 12 11 9 6 Overbetuwe 18 18 16 13 9 Putten 13 11 10 9 7 Renkum 7 6 5 5 4 Rheden 8 7 6 6 5 Rijnwaarden 15 12 9 8 6 Rozendaal 8 6 5 6 5 Scherpenzeel 11 7 5 4 3 Tiel 13 13 12 10 7 Ubbergen 10 9 8 6 5 Voorst 11 9 9 7 5 Wageningen 8 8 8 6 5 West Maas en Waal 14 10 9 8 6 Westervoort 23 23 22 18 9 Wijchen 15 14 11 9 6 Winterswijk 10 10 10 9 7 Zaltbommel 15 14 14 11 8 Zevenaar 15 12 9 8 5 Zutphen 11 11 11 10 7
Ruimte voor zorg 65
Figuur 22 Vrijwilligersindex, het vrijwilligerspotentieel in 2013 en in 2033. De index is
berekend als het aantal 55-75-jarigen per 85-plusser.
Ruimte voor zorg 66
Figuur 23 Vrijwilligersindex 2013 – 2033
Ruimte voor zorg 67
10 TOEKOMST VERZORGINGSHUIZEN
Het belangrijkste onderdeel van het onderzoek Wonen en Zorg Provincie Gelderland be-
staat uit een enquête onder alle zorgaanbieders. De resultaten van de enquête schetsen
een beeld van hoe verzorgingshuizen de toekomst denken in te gaan, nu de lagere ZZP’s
lijken te verdwijnen.
10.1 SCHEIDEN WONEN EN ZORG?
De respondenten is gevraagd welke toekomst zij zien voor hun verzorgingshuis. In totaal
zijn er 174 locaties met een verzorgingshuisfunctie. De respondenten konden op een
schaal van waarschijnlijk-onwaarschijnlijk aangeven welke toekomst zij voorzagen voor
dit verzorgingshuis:
Scheiden wonen en zorg?
Omvormen tot verblijf zwaar?
Huisvesten van andere doelgroepen?
Combinatie van bovenstaande drie?
Sluiting?
De respons op de verschillende vragen varieert van 59% - 78%. In de presentatie hier
laten we de non-respons buiten beschouwing. Meer dan 70% van deze huizen denkt aan
het scheiden van wonen met zorg. Ruim 50% acht dit “waarschijnlijk”. Verzorgingshuizen
met aanpalende aanleunwoningen zijn het meest positief:
Figuur 24 Waarschijnlijkheid dat verzorgingshuizen overgaan op het scheiden van wo-
nen en zorg (bron: Monitor Wonen-Zorg provincie Gelderland)
Een toekomst als verblijf zwaar wordt iets minder waarschijnlijk geacht:
Ruimte voor zorg 68
Figuur 25 Waarschijnlijkheid dat verzorgingshuizen overgaan op verblijf zwaar (bron:
Monitor Wonen-Zorg provincie Gelderland)
Het huisvesten van andere doelgroepen acht men minder waarschijnlijk: slechts 20%
vindt deze toekomstoptie waarschijnlijk:
Figuur 26 Waarschijnlijkheid dat verzorgingshuizen ander doelgroepen huisvesten
(bron: Monitor Wonen-Zorg provincie Gelderland)
Locaties die al een combinatie vormen van verzorgings- en verpleeghuis, zien een toe-
komst met een combinatie aan functies relatief als het meest waarschijnlijk:
Ruimte voor zorg 69
Figuur 27 Waarschijnlijkheid dat verzorgingshuizen een gemengde oplossing zoeken
(bron: Monitor Wonen-Zorg provincie Gelderland)
Opvallend is dat maar weinig huizen op dit moment denken aan sluiten. Nog geen 10%
acht dit waarschijnlijk. En 80% vindt deze toekomst zelfs onwaarschijnlijk:
Figuur 28 Waarschijnlijkheid dat verzorgingshuizen sluiten (bron: Monitor Wonen-Zorg
provincie Gelderland)
10.2 INVESTERINGEN IN HET GEBOUW
Tot slot is de respondenten gevraagd welke aanpassingen zij nodig achten aan het ge-
bouw om het verzorgingshuis de nieuwe toekomstfunctie te kunnen geven. Opvallend is
Ruimte voor zorg 70
dat de meeste huizen rekening houden met een behoorlijke aanpassing van het gebouw
of zelf sloop/nieuwbouw. Slechts 1/3 van hen denkt dat een lichte aanpassing volstaat.
Figuur 29 Benodigde aanpassing van het verzorgingshuis voor de gewenste toekomsti-
ge functie (bron: Monitor Wonen-Zorg provincie Gelderland)
10.3 SLOPEN OF HERGEBRUIKEN?
De verzorgingshuizen vertegenwoordigen waardevol vastgoed op waardevolle locaties.
Het stopzetten van de indicaties ZZP1 – ZZP3 en waarschijnlijk ook geheel of gedeeltelijk
ZZP4, betekent leegstand.
Aan de andere kant is er in de toekomst ruimte nodig voor de opvang van het groeiende
aantal mensen met dementie en voor het woonzorg segment. Momenteel beginnen zorg-
aanbieders voorzichtig met het aanbieden van “scheiden wonen en zorg”, en dat is in
feite een vorm van aanbod voor dit woonzorg-segment.
Als er in de toekomst veel nieuwe capaciteit nodig is, is het dan niet verstandiger om de
verzorgingshuizen zo veel mogelijk te benutten voor deze nieuwe bestemming? Voorde-
len zijn het voorkomen van kapitaalvernietiging en verlies aan waardevolle locaties. Na-
deel is dat veel verzorgingshuizen bouwkundige en functionele gebreken hebben, waar je
bij hergebruik mee blijft zitten.
Een inhoudelijke afweging maken of een bepaald verzorgingshuis bouwkundig of functio-
neel nog mee kan, is op deze plek niet mogelijk. Een cijfermatige analyse om te kijken of
er vanuit de vraag redenen zijn om het verzorgingshuis te handhaven, kan wel. Deze
analyse volgt op de komende bladzijden.
De confrontatie van vraag en aanbod is als volgt gemaakt:
Vraagkant:
de behoefte aan woonzorg
Ruimte voor zorg 71
de behoefte aan opvang PG
Aanbodkant:
verzorgingshuiscapaciteit inclusief meerzorg
verpleeghuiscapaciteit PG, zowel traditioneel als kleinschalig
De confrontatie van vraag en aanbod is gemaakt voor de jaren 2018 en 2023, dus vijf en
tien jaar vooruit.
Tabel 44 Herbenutting verzorgingshuis voor woonzorg en voor opvang mensen met
dementie in 2018.
PG woonzorg verzorghs meerzorg PG trad. PG klein saldo vzh benut
Provincie 7411 6803 5407 794 2986 5989 962 84%
Achterhoek 1.085 1.005 736 45 265 968 -76 100%
De Vallei 866 791 575 160 507 746 331 55%
Noord-Veluwe 765 699 687 81 316 452 72 91%
Rivierenland 732 663 477 67 217 803 169 69%
Stadsregio 2.642 2.420 2.069 338 978 2.079 402 83%
Stedendriehoek 1.321 1.225 863 103 703 941 64 93%
vraag aanbod
2018
Resultaat
Over de hele provincie bezien zal er in 2018 een vraag zijn van 7.411 plaatsen PG en
6.803 plaatsen woonzorg. Het geplande aanbod bestaat uit 5.407 verzorgingshuisplaat-
sen, 794 meerzorgplaatsen, 2.986 verpleeghuisplaatsen voor mensen met dementie en
5.989 plaatsen kleinschalig.
Vergelijken we de vraag met het aanbod, dan is er een overschot van 962 plaatsen. Ze t-
ten we die 962 plaatsen af tegen de capaciteit van de verzorgingshuizen in 2018, dan is
84% van de capaciteit benut. Met andere woorden: 16% is niet benut. In 2023 zou vol-
gens deze redenering 100% van de verzorgingshuizen benut kunnen zijn.
De conclusie luidt dat de verzorgingshuizen een nuttige taak kunnen hebben voor de
opvang van de groeiende behoefte aan verpleeghuiszorg voor mensen met dementie in
combinatie met de groeiende behoefte aan woonzorg.
Tabel 45 Herbenutting verzorgingshuis voor woonzorg en voor opvang mensen met
dementie in 2023.
PG woonzorg verzorghs meerzorg PG trad. PG klein saldo vzh benut
Provincie 8613 7936 5407 794 2986 5989 -1373 100%
Achterhoek 1.244 1.154 736 45 265 968 -384 100%
De Vallei 1.026 937 575 160 507 746 25 97%
Noord-Veluwe 898 833 687 81 316 452 -195 100%
Rivierenland 880 798 477 67 217 803 -114 100%
Stadsregio 3.051 2.806 2.069 338 978 2.079 -393 100%
Stedendriehoek 1.514 1.408 863 103 703 941 -312 100%
vraag aanbod
2023
Resultaat
Ruimte voor zorg 72
Tabel 46 Herbenutting verzorgingshuis voor woonzorg en voor opvang mensen met
dementie in 2018.
PG woonzorg verzorghs meerzorg PG trad. PG klein sa ldo vzh benut
Aalten 106 97 129 0 0 104 30 77%
Apeldoorn 610 561 426 15 583 490 343 22%
Arnhem 416 386 269 153 223 465 308 27%
Barneveld 170 152 168 54 6 230 136 39%
Berkelland 181 165 87 0 32 149 -78 100%
Beuningen 78 68 122 0 64 24 64 48%
Bronckhorst 180 174 76 0 18 103 -157 100%
Brummen 97 90 34 30 77 10 -36 100%
Buren 72 62 34 0 0 93 -7 100%
Culemborg 86 80 0 0 16 118 -32 100%
Doesburg 48 43 0 0 50 24 -17 100%
Doetinchem 216 198 158 8 140 117 9 95%
Druten 57 49 40 0 0 36 -30 100%
Duiven 76 68 20 0 0 72 -52 100%
Ede 392 356 187 57 236 233 -35 100%
Elburg 80 72 121 0 44 44 57 53%
Epe 158 149 135 0 13 108 -51 100%
Ermelo 143 141 62 0 12 66 -144 100%
Geldermalsen 80 70 40 40 30 102 62 23%
Groesbeek 99 95 0 0 32 84 -78 100%
Harderwijk 151 137 98 37 130 118 95 30%
Hattem 51 45 66 32 16 0 18 82%
Heerde 83 76 117 0 35 12 5 96%
Heumen 62 53 62 0 30 12 -11 100%
Lingewaal 37 35 25 0 0 32 -15 100%
Lingewaard 147 130 128 0 90 54 -5 100%
Lochem 175 160 104 1 0 130 -100 100%
Maasdriel 78 70 24 0 0 104 -20 100%
Millingen aan de Rijn 24 24 0 30 0 24 6 80%
Montferland 148 135 49 12 25 107 -90 100%
Neder-Betuwe 67 61 66 0 0 77 15 77%
Neerijnen 37 34 56 0 24 25 34 39%
Nijkerk 128 111 100 37 0 106 4 97%
Nijmegen 492 454 535 52 199 395 235 60%
Nunspeet 101 92 142 12 55 75 91 41%
Oldebroek 73 63 41 0 0 62 -33 100%
Oost Gelre 117 109 69 0 75 104 22 68%
Oude Ijsselstreek 162 147 80 37 0 295 103 12%
Overbetuwe 132 113 62 54 55 75 1 99%
Putten 83 73 40 0 24 75 -17 100%
Renkum 197 196 421 7 31 63 129 70%
Rheden 248 231 220 12 135 259 147 37%
Rijnwaarden 42 39 28 0 0 51 -2 100%
Rozendaal 10 9 0 0 0 0 -19 100%
Scherpenzeel 40 40 27 0 0 15 -38 100%
Tiel 123 112 117 0 147 55 84 28%
Ubbergen 48 44 34 0 44 0 -14 100%
Voorst 110 104 94 0 30 80 -10 100%
Wageningen 136 132 93 12 265 162 264 0%
West Maas en Waal 72 68 67 17 0 87 31 63%
Westervoort 41 34 4 0 0 52 -19 100%
Wijchen 143 129 50 18 0 162 -42 100%
Winterswijk 123 115 137 0 0 96 -5 100%
Zaltbommel 80 71 48 10 0 110 17 71%
Zevenaar 134 120 25 0 0 120 -109 100%
Zutphen 171 161 70 57 0 123 -82 100%
vraag aanbod
2018
Resultaat
Ruimte voor zorg 73
Tabel 47 Herbenutting verzorgingshuis voor woonzorg en voor opvang mensen met
dementie in 2023.
PG woonzorg verzorghs meerzorg PG trad. PG klein sa ldo vzh benut
Aalten 123 111 129 0 0 104 -1 100%
Apeldoorn 695 640 426 15 583 490 179 59%
Arnhem 459 421 269 153 223 465 230 45%
Barneveld 204 181 168 54 6 230 73 67%
Berkelland 209 192 87 0 32 149 -133 100%
Beuningen 97 84 122 0 64 24 29 76%
Bronckhorst 200 196 76 0 18 103 -199 100%
Brummen 117 110 34 30 77 10 -76 100%
Buren 92 79 34 0 0 93 -44 100%
Culemborg 100 92 0 0 16 118 -58 100%
Doesburg 59 54 0 0 50 24 -39 100%
Doetinchem 247 228 158 8 140 117 -52 100%
Druten 71 62 40 0 0 36 -57 100%
Duiven 84 77 20 0 0 72 -69 100%
Ede 454 411 187 57 236 233 -152 100%
Elburg 95 87 121 0 44 44 27 78%
Epe 178 170 135 0 13 108 -92 100%
Ermelo 171 175 62 0 12 66 -206 100%
Geldermalsen 99 87 40 40 30 102 26 68%
Groesbeek 112 109 0 0 32 84 -105 100%
Harderwijk 177 160 98 37 130 118 46 66%
Hattem 60 54 66 32 16 0 0 100%
Heerde 102 94 117 0 35 12 -32 100%
Heumen 77 67 62 0 30 12 -40 100%
Lingewaal 47 45 25 0 0 32 -35 100%
Lingewaard 179 157 128 0 90 54 -64 100%
Lochem 203 186 104 1 0 130 -154 100%
Maasdriel 92 83 24 0 0 104 -47 100%
Millingen aan de Rijn 30 30 0 30 0 24 -6 100%
Montferland 177 164 49 12 25 107 -148 100%
Neder-Betuwe 79 74 66 0 0 77 -10 100%
Neerijnen 47 42 56 0 24 25 16 71%
Nijkerk 156 136 100 37 0 106 -49 100%
Nijmegen 543 502 535 52 199 395 136 77%
Nunspeet 112 103 142 12 55 75 69 55%
Oldebroek 87 77 41 0 0 62 -61 100%
Oost Gelre 137 129 69 0 75 104 -18 100%
Oude Ijsselstreek 191 171 80 37 0 295 50 57%
Overbetuwe 163 140 62 54 55 75 -57 100%
Putten 94 83 40 0 24 75 -38 100%
Renkum 215 219 421 7 31 63 88 79%
Rheden 269 252 220 12 135 259 105 55%
Rijnwaarden 52 50 28 0 0 51 -23 100%
Rozendaal 11 11 0 0 0 0 -22 100%
Scherpenzeel 50 51 27 0 0 15 -59 100%
Tiel 146 133 117 0 147 55 40 66%
Ubbergen 55 50 34 0 44 0 -27 100%
Voorst 126 120 94 0 30 80 -42 100%
Wageningen 162 158 93 12 265 162 212 0%
West Maas en Waal 84 81 67 17 0 87 6 93%
Westervoort 51 43 4 0 0 52 -38 100%
Wijchen 181 165 50 18 0 162 -116 100%
Winterswijk 137 127 137 0 0 96 -31 100%
Zaltbommel 94 82 48 10 0 110 -8 100%
Zevenaar 166 149 25 0 0 120 -170 100%
Zutphen 195 182 70 57 0 123 -127 100%
vraag aanbod
2023
Resultaat
Ruimte voor zorg 74
Figuur 30 Herbenutting verzorgingshuis voor woonzorg en voor opvang mensen met dementie in 2018
Ruimte voor zorg 75
11 VERANTWOORDING
11.1 RESPONS
Aantal locaties 393 100%
Ingevuld door respondenten 352 90%
Ingevuld door onderzoekers 41 10%
11.2 VRAGENLIJST (DIGITAAL)
Algemene gegevens
Naam organisatie
Naam locatie
Gemeente
Woonplaats of wijk
Functies op deze locatie
Huidige func ties op deze locatie ( Ja Nee)
V erzorgingshuis
V erpleeghuis traditioneel
Kleinschalig groepswonen
Seniorenwoningen op of naas t terrein
Toekomstige wijzigingen (Blijft hetzelfde / n.v.t.,
U itbreiding capaciteit, Inkrimping capaciteit, Stop-
zetting)
V erzorgingshuis
V erpleeghuis traditioneel
Kleinschalig groepswonen
Seniorenwoningen op of naas t terrein
Verzorgingshuis
E igenaar gebouw verzorgingshuis
De zorgorganisatie zelf
Gelieerde vastgoedstichting
Woningcorporatie
Particuliere investeerder
A ndere:
Geen antwoord
Heeft u plannen (van idee tot uitvoering) voor het
aanpassen van het verzorgingshuis?
Ja
Nee
Huidige capaciteit verzorgingshuis
C apaciteit EXCLUSIEF meerzorg
C apaciteit MEERZORG
C apaciteit totaal
Toekomstige capaciteit verzorgingshuis
Toekomstige capaciteit EXCLUSIEF meerzorg
Toekomstige capaciteit MEERZORG
Toekomstige capaciteit totaal
Wat is de s tatus van deze plannen?
Idee
In onderzoek
P lan uitgewerkt
In voorbereiding
In uitvoering
Geen antwoord
De uitvoering van deze plannen is waarschijnlijk
gereed in ...
2013
2014
2015
2016
2017
Na 2017
Geen antwoord
Visie toekomst verzorgingshuis
In onders taande vragen horen we graag welke
richting u op wilt met dit verzorgingshuis gegeven
deze beleidsvoornemens van de overheid.
Welke toekomst is mogelijk voor dit verzorgings-
huis , denkt u? (O nwaarschijnlijk, Enigszins on-
waarschijnlijk, Even waarschijnlijk als onwaarschijn-
lijk, Enigszins waarschijnlijk, Waarschijnlijk, Geen
antwoord)
Ruimte voor zorg 76
Scheiden wonen en zorg
V erblijf zwaar
A ndere doelgroepen zorg
C ombinatie bovenste drie
Sluiting
Gewenste toekomstige capaciteit in dit verzorgings-
huis
Totaal aantal plaatsen
Scheiden wonen en zorg
V erblijf zwaar
A ndere doelgroepen
Welke aanpassing van het gebouw is nodig om de
door u gewenste toekomst mogelijk te maken?
Lichte aanpassing (gangen afs luiten, nieuwe
aankleding)
Ingrijpende aanpassing (bouwkundige aanpas-
s ingen, breken, indeling wijzigen)
Sloop / nieuwbouw
C ombinatie van renoveren en s lopen
Geen antwoord
Verpleeghuis
Deze vragen betreffen het traditionele verpleeghuis.
E igenaar gebouw verpleeghuis
De zorgorganisatie zelf
Gelieerde vastgoedstichting
Woningcorporatie
Particuliere investeerder
A ndere:
Geen antwoord
Heeft u plannen (van idee tot uitvoering) voor het
aanpassen van het verpleeghuis?
Ja
Nee
Huidige capaciteit verpleeghuis
PG traditioneel
Somatiek
Geriatrische revalidatie ZVW
Revalidatie AWBZ
Toekomstige capaciteit verpleeghuis
PG traditioneel
Somatiek
Geriatrische revalidatie ZVW
Revalidatie AWBZ
Wat is de s tatus van deze plannen?
Idee
In onderzoek
P lan uitgewerkt
In voorbereiding
In uitvoering
Geen antwoord
De uitvoering van deze plannen is waarschijnlijk
gereed in ...
2013
2014
2015
2016
2017
Na 2017
Geen antwoord
Kleinschalig wonen
O nder kleinschalig wonen vers taan wij verblijf in
een woning waar bewoners een gezamenlijke huis-
houding voeren.
E igenaar gebouw kleinschalig woonprojec t
De zorgorganisatie zelf
Gelieerde vastgoedstichting
Woningcorporatie
Particuliere investeerder
A ndere:
Geen antwoord
Bekos tiging (Meerdere antwoorden mogelijk)
Intramurale indicaties (ZZP)
V olledig pakket thuis (V PT)
Persoonsgebonden Budget (PGB)
Extramurale indicaties (Thuiszorg)
Heeft u plannen (van idee tot uitvoering) voor het
aanpassen van kleinschalig wonen op deze loc atie?
Ja
Nee
Huidige capaciteit kleinschalig wonen
A antal groepen
Totaal aantal plaatsen PG
Totaal aantal plaatsen somatiek
Toekomstige capaciteit kleinschalig wonen
A antal groepen
Totaal aantal plaatsen PG
Totaal aantal plaatsen somatiek
Wat is de s tatus van deze plannen?
Ruimte voor zorg 77
Idee
In onderzoek
P lan uitgewerkt
In voorbereiding
In uitvoering
Geen antwoord
De uitvoering van deze plannen is waarschijnlijk
gereed in ...
2013
2014
2015
2016
2017
Na 2017
O nbekend
Geen antwoord
Seniorenwoningen
Wooncomplexen (huidig en in ontwikkeling) op en
naas t het terrein
Naam complex 1
Naam complex 2
Naam complex 3
Naam complex 4
A antal appartementen / woningen
Ligging wooncomplexen
O p terrein
Naast terrein
Geen antwoord
Status wooncomplexen
Bestaand
Toekomstig
Geen antwoord
E igenaar gebouw
De zorgorganisatie zelf
Gelieerde vastgoedstichting
Woningcorporatie
Particuliere investeerder
E igenaar-bewoners
A ndere
Geen antwoord