methodiek van de psychodiagnostiek: bapd
DESCRIPTION
Methodiek van de psychodiagnostiek: BAPD. Prof. Dr. Jan Derksen, UHD psychodiagnostiek Universiteit van Nijmegen, Hoogleraar Vrije Universiteit Brussel E-mail: [email protected]. Descriptief Beschrijvend Gedragsmatig DSM-classificatie Buiten- en bovenkant - PowerPoint PPT PresentationTRANSCRIPT
Methodiek van de psychodiagnostiek: BAPD
Prof. Dr. Jan Derksen, UHD psychodiagnostiek Universiteit van Nijmegen,
Hoogleraar Vrije Universiteit Brussel
E-mail: [email protected]
Descriptieve en structurele diagnostiek
• Descriptief• Beschrijvend• Gedragsmatig• DSM-classificatie• Buiten- en bovenkant• Aansluiting op
klachtgerichte interventies
• Structureel• Analyserend• Onderliggend• Theoretische termen• Binnen- en onderkant• Aansluiting op allerlei
soorten interventies
Descriptief versus Structureel
• Functieanalyse van de klachten
• Inventarisatie van klachtgeschiedenis
• Onderzoek van egofuncties en afweermechanismen
• Onderzoek van bewust en onbewuste aspecten van de levensloop
Descriptief versus Structureel
• Vooral bij enkelvoudige symptomen
• Behandelplan na korte diagnostiek
• Indien mogelijk een protocolbehandeling
• Vooral bij comorbide persoonlijkheidsstoor-nis
• Meer uitgebreide onderzoeksgesprekken en heteroanamnese
• Openleggende of explorerende behandeling
Indicatiestelling voor descriptieve psychodiagnostiek:
• Bij een enkelvoudige klacht die recent en acuut is opgetreden;
• De patiënt reageert met een klacht op een duidelijk hieraan voorafgaande stressfactor in de sociale omgeving;
• Het symptoom past in een van de volgende DSM categorieën: angststoornis, stemmingsstoornis, somatoforme stoornis, aanpassingsstoornis, andere conditie.
Indicatie voor structurele diagnostiek:
• Enkelvoudige klacht maar sluipend begin, de rol van de stressor wordt niet zichtbaar;
• Meervoudige symptomatologie, tenminste een symptoom begint sluipend;
• Intake wijst op ernstige persoonlijkheidsstoornis of ontwikkelingsstoornis;
Indicatie voor structurele psychodiagnostiek (vervolg):
• Alle DSM-IV categorieën behalve: angststoornis, stemmingsstoornis, somatoforme stoornis, aanpassingsstoornis, andere condities;
• Herhaalde hulpvraag bij stoornis die geschikt is voor descriptieve diagnostiek;
• Burnout, chronische vermoeidheid;
Indicatie voor structurele psychodiagnostiek (vervolg):
• Forensische expertise;
• Arbeids(on)geschiktheidsonderzoek, andersoortige onderzoek ter beantwoording van een complexe vraagstelling;
• Patiënt die psychiatrisch wordt opgenomen.
Methoden descriptieve diagnostiek:
• Intakegesprek
• Observatie
• Eventueel een klachtenlijst
Methoden structurele diagnostiek:
• Onderzoeksgesprekken;
• Heteroanamnese;
• Observatie;
• Testonderzoek met name met: WAIS-III, MMPI-2, Rorschach, e.a.
Psychodiagnostiek als proces
• Stap 1: data verzamelen via observatie, gesprek en test
• Zo neutraal en objectief mogelijk (science)
• Stap 2: interpretatieproces, sprong van data naar theorie (rode draad), hypotheses
• Zo creatief mogelijk (art)
Wat is het doel van de psychodiagnostiek?
• Productie van:
• Een cluster van theorieën en daaruit afleidbare hypotheses over:
• 1. De werkzame mechanismen bij het tot stand komen en in stand houden van de stoornis(sen)
Wat is het doel van de psychodiagnostiek?
• Productie van:
• Cluster van theorieën en daaruit afleidbare hypotheses over:
• 2. De rol van de persoonlijkheid in relatie tot de klachten
• 3. De bijdrage van de intieme relaties en sociale omgeving aan de stoornis en persoon
• 4. De indicatiestelling voor interventie
• 5. De verwachtingen van de interventie
Methodiek
• Hypothese constructie op basis van overlap in data:
• Observatie
• Gesprek
• Tests
• Toetsing: in behandeling
Rapportage bij descriptieve diagnostiek
• Beknopte klachtbeschrijving in termen van functieanalyse;
• Eventuele belemmerende factoren bij de behandeling;
• DSM classificatie voor de communicatie;
• Het behandelplan als werkhypothese;
• De verwachtingen van de interventie.
Rapportage bij structurele diagnostiek
• 1. Vraagstelling inclusief analyse van de vraagstelling;
• 2. Observatiegegevens gedurende de onderzoeksgesprekken en het testpsychologisch onderzoek;
• 3. Samenvatting bevindingen uit onderzoeksgesprekken en heteroanamnese;
Rapportage…vervolg
• 4. Vraagstellingen bij het testpsychologisch onderzoek en specificatie van de gebruikte tests;
• 5. Kwantitatieve en kwalitatieve bevindingen n.a.v. het testonderzoek;
• 6. Invulling van de doelen van de diagnostiek in de vorm van werkhypotheses;
Rapportage..vervolg
• 7. Specificatie van het type interventie in de zin van theorie, technieken en praktische aspecten in aansluiting van typische trekken en symptomen van de patiënt;
• 8. Aanbevelingen voor de vereisten aan de zijde van de behandelaar;
• 8.Opstellen van de verwachtingen van de interventie in de vorm van een hypothese.
Valkuilen in de rapportage
• Verslag van de gesprekken, beschrijving van veel tests en een indicatie voor steungevende en/of toedekkende behandeling;
• Idem en dan een indicatie voor cognitieve therapie.
• Dat kan ook zonder de omweg van uitgebreid onderzoek.
Vermijd deze valkuilen.
• Wees precies:
• Welke aanpak bij welke kwetsbaarheden van de patiënt?
• Hoe gaan we om de typische afhankelijke, narcistische, paranoïde, ontremde, dwangmatige, vermijdende, dissociatieve, schizotypische trekken van deze patiënt?
Problemen met de dynamische profielinterpretatie
T-waarden, schalen en items
T-waarden en empirisch onderzoek
T-waarden en theorie
Wanneer gebruik je theorie?
Casus: Lucia de B.
Psychologische diagnostiek en psychofarmaca
• 80% patiënten van de klinisch psycholoog
• Invloed op gedrag en beleven
• Invloed op psychologische diagnostiek en behandeling
• Neurobiologisch goed geïnformeerd clinicus
MMPI-2 en Psychofarmaca
• Veel klinisch ervaring
• Ook onderzoek naar profielen en effect medicatie
• Geen methodiek ontwikkeld voor bijdrage MMPI-2 aan al dan niet voorschrijven en welk middel
• Kan dit?
MMPI-2 en Psychofarmaca
• Vernieuwingen MMPI-2, de RC schalen
• Brede screening
• Veel valideringsonderzoek
• Methodiek van Stahl
Methodiek
• Stap 1 Construeer een diagnose. Voor de klinisch psycholoog is dit meer
dan een DSM classificatie zoals eerder aangegeven.
• Stap 2 Ontleed de diagnose in zijn samenstellende delen. Dit is wat we doen
(op één manier) met behulp van alle items en schalen van de MMPI-2.
• Stap 3 Match elk symptoom met een hypothetisch disfunctionerend circuit
in het brein. Hiervoor meten we op schaalniveau.
• Stap 4 Bestudeer het portfolio van neurotransmitters dat theoretisch gezien
elk hersencircuit reguleert.
Methodiek
• Stap 5 Selecteer een behandeling die gericht is op de neurotransmitter die
hypothetisch gezien het slecht functionerende circuit reguleert.
• Step 6 Schakel om naar of voeg een andere behandeling toe indien het
symptoom niet is verminderd.
• Step 7 Herhaal deze procedure voor elk symptoom totdat de patiënt
voldoende is hersteld.
Enkele voorbeelden: angst en depressie
• Validiteitschalen: state versus trait
• Bijdrage RC schalen
• Fear circuit: 0, Angst (2x0), Vrees, Introversie
• Worry: 7, Obsessiviteit
Depressie
• 2 en 7
• Bijdrage van 8, Rc8, Biz, Psy-5 Py
• Dopmanine
• Sertraline, bupropion, hoge dosis venlafaxine, TCA
Depressie
• 2, 7, 4, 6, lage 0, angst Boosheid, Cynisme, LSE, sociaal ongemak
• Serotonine projecties
• Keuze SSRI op bijwerkingsprofiel
• 2, 7, 8, 9, Boosheid, Cynisme, Type-A,
• Neuromodulators, lage dosis a-typisch AP
Depressie
• 2, 7, verlagingen op 4, 6, 9, Boosheid Cynisme Type A
• 1 en 3 verhoogd
• Norepinefrine projecties
• Dual action SSRI: duloxetine, venlafaxine, mirtazepine, bupropion
Psychotische kwetsbaarheid
• 6 en 8, Rc6 en Rc8, Biz men
• Niet klinisch psychotisch
• Krijgen vaak een SSRI ipv beinvloeding van de dopmanine
• Aripiprazole
• Minder affect meer 6, olanzapine, clozapine, quetiapine of risperidon
Vergeet dit nooit
• Archimedes sprong 250 jaar voor Christus uit bad en vestigde zijn wet
• De psychologie bestaat pas net en de psychodiagnostiek is nog fragiel en kwetsbaar
• Veel plezier in jullie werk