kennisgeving monument chemical bvba · 1.1.2 uitbreiding en hervergunning van de site te kallo 1...

116
Kennisgeving Monument Chemical BVBA MER voor de uitbreiding en hervergunning van Monument Chemical BVBA te Kallo April 2016 www.erm.com

Upload: others

Post on 17-Jun-2020

3 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Kennisgeving Monument Chemical BVBA MER voor de uitbreiding en hervergunning van Monument Chemical BVBA te Kallo April 2016 www.erm.com

Page 2: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

KENNISGEVING Monument Chemical bvba

Kennisgeving Monument Chemical bvba Projectnummer 0318609 April 2016

Voor en namens ERM nv Geschreven door: Jenne Dierckx

Yves Verlinden Nanda Hermes Marleen Coetsiers

Goedgekeurd door: Piet Snoeck Functie: Technical Director Handtekening:

Datum: 28 April 2016

Dit rapport werd opgemaakt door Environmental Resources Management - ERM n.v., met de grootst mogelijke zorg en onder de voorwaarden en binnen het budget zoals overeengekomen met de opdrachtgever. We wijzen elke aansprakelijkheid af voor aangelegenheden die vallen buiten de overeenkomst die met de opdrachtgever werd afgesloten. Dit rapport is vertrouwelijk en we aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid ten over staan van partijen, andere dan de opdrachtgever, die op enige wijze kennis hebben gekregen van de inhoud van dit rapport.

Page 3: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING EN SITUERING VAN HET PROJECT 1 1.1 MONUMENT CHEMICAL 1 1.1.1 Huidige activiteiten 1 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 RUIMTELIJKE SITUERING VAN HET PROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2 Gewestplan 2 1.2.3 Ruimtelijk Uitvoeringsplan – Afbakening Zeehavengebied Antwerpen 2 1.2.4 Huidig bodemgebruik van het projectgebied 3 1.2.5 Omliggende bedrijven 4 1.2.6 Woonkernen in de omgeving 4 1.2.7 Landbouwgebieden 4 1.2.8 Natuurgebieden 4 1.3 INITIATIEFNEMER 5 1.4 VERGUNNINGEN 5 1.5 TOETSING AAN DE MER-PLICHT 8 1.6 REIKWIJDTE VAN HET MER 9 1.7 VOORSTEL VAN DESKUNDIGEN 9 1.7.1 Externe deskundigen en coördinatie 9 1.7.2 Interne deskundigen 10 1.8 VERDER BESLUITVORMINGSPROCES 11

2 VERANTWOORDING VAN HET PROJECT 12

3 JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE SITUERING VAN HET PROJECT 13

4 BESCHRIJVING VAN HET PROJECT 28 4.1 REFERENTIESITUATIE 28 4.1.1 Infrastructuur 28 4.1.2 Proceseenheden 28 4.1.3 Productieprocessen 41 4.2 AANLEGFASE 45 4.3 GEPLANDE SITUATIE 45 4.3.1 Infrastructuur 45

5 HISTORIEK 49 5.1 HISTORIEK VAN DE OMGEVING 49 5.2 HISTORIEK VAN HET BEDRIJF 50

6 ALTERNATIEVEN 52 6.1 NULALTERNATIEF – GEEN NIEUWE VERGUNNING 52 6.2 LOCATIE-ALTERNATIEVEN 52 6.3 DOELSTELLINGSALTERNATIEF 52 6.4 UITVOERINGSALTERNATIEF 52

7 RELEVANTE MILIEURAPPORTAGES 54 7.1 MILIEURAPPORTAGES 54 7.1.1 Bodemonderzoeken 54 7.1.2 Milieueffectrapportages 54 7.1.3 Veiligheidsrapportages 54

Page 4: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

7.1.4 Besluiten voorgaand MER (2000) 54

8 INGREEP-EFFECTENSCHEMA 55 8.1 MOGELIJKE EFFECTEN 55 8.2 REFERENTIESITUATIE VERSUS GEPLANDE SITUATIE 56

9 METHODOLOGIE DISCIPLINE ‘LUCHT’ 59 9.1 AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED 59 9.2 EMISSIES IN DE REFERENTIESITUATIE 59 9.2.1 Overzicht Emissiebronnen 59 9.2.2 Geleide bronnen 60 9.2.3 Niet-geleide bronnen 61 9.3 EMISSIES TIJDENS DE AANLEGFASE 63 9.4 EMISSIES IN DE GEPLANDE SITUATIE 64 9.5 BESCHRIJVING EN BESPREKING VAN DE EMISSIES IN HET MER 64 9.6 BESCHRIJVING EN BESPREKING VAN DE EFFECTEN IN HET MER 65 9.6.1 Selectie van relevante polluenten 65 9.6.2 Effectberekening en -bespreking 65

10 METHODOLOGIE DISCIPLINE ‘WATER’ 68 10.1 AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED 68 10.2 REFERENTIESITUATIE 68 10.2.1 Inkomende waterstromen 68 10.2.2 Uitgaande waterstromen 69 10.2.3 Overzicht waterbalans 70 10.2.4 Samenstelling van het afvalwater 70 10.2.5 Grondwater 70 10.3 AANLEGFASE 72 10.4 GEPLANDE SITUATIE 72 10.5 BESCHRIJVING EN BESPREKING VAN HET WATERGEBRUIK IN HET MER 73 10.6 BESCHRIJVING EN BESPREKING VAN DE EFFECTEN IN HET MER 73

11 METHODOLOGIE DISCIPLINE ‘BODEM’ 75 11.1 AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED 75 11.2 REFERENTIESITUATIE 75 11.2.1 Geologie 75 11.2.2 Bodem- en grondwaterkwaliteit 76 11.2.3 Bodembeschermende maatregelen 76 11.3 AANLEGFASE 76 11.4 GEPLANDE SITUATIE 76 11.5 METHODOLOGISCHE ASPECTEN 77

12 METHODOLOGIE DISCIPLINE ‘GELUID EN TRILLINGEN’ 78 12.1 AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED 78 12.2 METHODIEK 78 12.2.1 Beschrijving van de referentiesituatie 78 12.2.2 Effectvoorspelling en –beoordeling 79 12.2.3 Milderende maatregelen 81

13 METHODOLOGIE FAUNA EN FLORA 82 13.1 NATUURGEBIEDEN IN DE OMGEVING 82 13.2 BESCHRIJVING EN BESPREKING VAN EFFECTEN IN HET MER 84 13.3 MILDERENDE MAATREGELEN 85

Page 5: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

13.4 PASSENDE BEOORDELING 85

14 METHODOLOGIE ANDERE DISCIPLINES EN ASPECTEN 86 14.1 METHODOLOGIE DISCIPLINE ‘MENS’- HINDER, GEZONDHEID EN MOBILITEIT 86 14.1.1 Afbakening van het studiegebied 86 14.1.2 Referentiesituatie 86 14.1.3 Geplande situatie 87 14.1.4 Beschrijving en bespreking van de Effecten in het MER 87 14.2 LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE 88 14.3 AFVAL 89 14.4 KLIMAAT 89 14.5 LICHT, WARMTE EN STRALINGEN 89

15 METHODOLOGIE ‘ELEMENTEN TER BEOORDELING VAN EFFECTEN OP HET WATERSYSTEEM TEN BEHOEVE VAN DE WATERTOETS’ 90

16 GEWESTOVERSCHRIJDENDE INFORMATIE-UITWISSELING 91

17 REEDS GEKENDE ONZEKERHEDEN 92

18 TIJDSCHEMA 93

19 VOORSTEL VAN INHOUDSTAFEL VOOR HET MER 94

20 BIJLAGEN 98

LIJST VAN FIGUREN

Figuur 4.1 Ligging procesinstallaties ......................................................... 30 Figuur 4.2 Algemeen schema van het destillatieproces ........................... 43 Figuur 12.1 Mogelijke inplanting van het vaste geluidsmeetpunt –

gelegen buiten het industriegebied ........................................... 78 Figuur 12.2 Significantiekader Geluid & Trillingen ............................. 80

LIJST VAN TABELLEN

Tabel 1.1 Bewoning rondom bedrijfsterrein van MC ............................... 4 Tabel 1.2 Huidige vergunningstoestand ..................................................... 6 Tabel 3.1 Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden ...................... 14 Tabel 4.1 Overzicht procesinstallaties ..................................................... 29 Tabel 4.2 Milieurelevante aspecten bij de Proceseenheden ................... 30 Tabel 4.3 Tankenpark nutsvoorzieningen ............................................ 31 Tabel 4.4 Overzicht tankenparken ............................................................ 32 Tabel 4.5 Verladingskarakteristieken ....................................................... 35 Tabel 4.6 Milieurelevante aspecten bij de opslag en verlading ............ 35 Tabel 4.7 Technische specificaties stoomketels en naverbrander ......... 36 Tabel 4.8 Opslagtanks bij de waterzuiveringsinstallatie ..................... 39

Page 6: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Tabel 4.9 Milieurelevante aspecten bij de ondersteunende installaties en nutsvoorzieningen ................................................................. 41

Tabel 4.10 Verwerkingsgegevens 2000-2015 ............................................... 44 Tabel 4.11 Overzicht productie 2015 ........................................................... 45 Tabel 4.12 Karakteristieken bestaande en nieuwe kolom K114A ........... 47 Tabel 4.13 Nieuwe tankenparken ................................................................ 47 Tabel 8.1 Identificatie van disciplines met relevante effecten .............. 55 Tabel 8.2 Ingreep-effectenschema .............................................................. 57 Tabel 9.1 Luchtemissiebronnen .................................................................. 59 Tabel 9.2 Emissiegrenswaarden thermische naverbrander .................... 60 Tabel 9.3 Meetposten in de omgeving van MC ........................................ 65 Tabel 10.1 Waterbalans MC in de referentiesituatie (debieten per jaar)

....................................................................................................... 70 Tabel 10.2 Grondwaterwinningen rondom MC (straal van 1 km) ......... 71 Tabel 10.3 Significantiekader gemiddelde impact .................................... 74 Tabel 10.4 Significantiekader tijdelijke impact voor gevaarlijke stoffen

....................................................................................................... 74 Tabel 10.5 Significantiekader tijdelijke impact voor niet-gevaarlijke

stoffen ........................................................................................... 74 Tabel 11.1 Geologische opbouw van het terrein van MC ........................ 75 Tabel 11.2 Significantiekader effectbepaling bodem en grondwater ..... 77 Tabel 14.1 Transportcijfers 2015 .................................................................. 87

Page 7: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

VOORWOORD

Dit kennisgevingsdossier betreft het project voor de uitbreiding en hervergunning van Monument Chemical bvba, hierna MC genoemd, te Kallo. MC wenst haar site te hervergunnen aangezien de huidige milieuvergunning voor de activiteiten te Kallo verstrijkt op 7 juni 2021. Tegelijk beoogt MC een uitbreiding van hun vergunde capaciteit van 177.500 ton/jaar naar 250.000 ton/jaar, deze investering is dan ook de reden om te opteren voor een voortijdige hervergunning. De projectbeschrijving is uitgeschreven in Hoofdstuk 4. De activiteiten van MC op de site in de Antwerpse haven zijn hoofdzakelijk MER-plichtig. In deze kennisgeving beschrijven we alle activiteiten op de site. De geplande wijzigingen om te capaciteitsuitbreiding te verwezenlijken zullen mede met de reeds bestaande activiteiten in deze MER worden opgenomen. Meer informatie over het m.e.r.-proces is terug te vinden in Bijlage 1 en Bijlage 2.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

I

Page 8: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

LIJST MET AFKORTINGEN EN SPECIFIEKE TERMEN

Aminal : nu LNE, zie lager

APA : Algemeen Plan van Aanleg

ARAB : Algemeen Reglement op de ArbeidsBescherming

art. : Artikel

BBO Beschrijvend Bodemonderzoek

BBT : Best Beschikbare Technieken

BKG : BroeiKasGas

BPA : Bijzonder Plan van Aanleg

BREF : Best Available Technology REFerence Document

BS : Belgisch Staatsblad

BSN : Bodemsaneringsnorm

bvba : Besloten Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid

B.Vl. R. : Besluit van de Vlaamse Regering

BZV : Biologisch ZuurstofVerbruik

°C : graden Celsius

CO : Koolstofmonoxide

CO2 : Koolstofdioxide

CZV : Chemisch ZuurstofVerbruik

d : Dag

DABM : Decreet houdende Algemene Bepalingen in verband met Milieubeleid

dB(A) : decibel (A-gewogen geluidsdrukniveau)

dl : Detectielimiet

EBO : EnergieBeleidsOvereenkomst

EMOLA : Onderzoek van meetmethoden voor het emissieniveau naar de omgeving voor lawaaibronnen

EPA : Environmental Protection Agency

EPB : Energieprestatie en het Binnenklimaat

g : Gram

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

II

Page 9: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

GEN : Grote Eenheden Natuur

GENO : Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling

GPBV : Geïntegreerde Preventie en Bestrijding van Verontreiniging

GRUP : Gewestelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan

h : Uur

ha : Hectare

HCl : Waterstofchloride

HF : Waterstoffluoride

IBC : Intermediate Bulk Container

IFDM : Immissie Frequentie Distributie Model

IPPC : Integrated Pollution Prevention and Control, Geïntegreerde Preventie en Bestrijding van Verontreiniging (GPBV)

IVON : Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk

j : Jaar

KB : Koninklijk Besluit

KGA : Klein Gevaarlijk Afval

KMI : Koninklijk Meteorologisch Instituut

KWS, kws : Koolwaterstoffen

l : Liter

LNE : Departement Leefmilieu, Natuur en Energie

m : Meter

MAC : Maximale Aanvaardbare Concentratie

MAP : MestActiePlan

MC : Monument Chemical

MER : Milieueffectrapport

m.e.r. : Milieueffectrapportage

MINA : Milieubeleidsplan en Natuurontwikkelingsplan voor Vlaanderen

MKN : MilieuKwaliteitsNorm

MW : MegaWatt

N : Noord

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

III

Page 10: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

NaOH : Natriumhydroxide

NEC : National Emission Ceiling, Nationaal EmissiePlafond

NEP : Nationaal EmissiePlafond, National Emission Ceiling

NH3 : Ammoniak

Nm³ : kubiek meter bij normaal voorwaarden (0°C en 1013,25 hPa)

NO : Noordoost

NOx : Stikstofoxiden

N.V. : Naamloze Vennootschap

NW : Noordwest

O : Oost

o.a. : onder andere

OOT : Ondergrondse opslagtank

org. C : organische koolstofverbindingen

OVAM : Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij

P-50, P-95, P-98 : 50-, 95- en 98-percentiel, dit zijn de waarden waaronder respectievelijk 50, 95 en 98 % van de (meet)waarden gelegen zijn

PAS : Programmatische Aanpak Stikstofdepositie

PB : Passende Beoordeling

pH : zuurtegraad in eenheden Sörensen

PJ : PetaJoule

PNOP : Provinciaal NatuurOntwikkelingsPlan

ppm : parts per million

RIE : Richtlijn Industriele Emissies

RO : Reverse Osmose

RSV : Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

s : Seconde

SSHE : Security, Safety, Health & Environment

t : Ton

TAW : Tweede Algemene Waterpassing

TEAL : Triethyl-aluminium

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

IV

Page 11: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

TLV : Treshold Limit Value (maximaal aanvaarde concentratie)

TnOA : Tri-n-octyl-aluminium

TOC : Total Organic Carbon (totaal organisch koolstof)

ToVo : Toezicht Volksgezondheid

USA : United States of America

VBBV : VerificatieBureau Benchmarking Vlaanderen

VD-16 : C16-vinylideen

VEN : Vlaams Ecologisch Netwerk

VHA : Vlaamse Hydrografische Atlas

VITO : Vlaams Instituut voor Technologische Ontwikkeling

VLAREA (VLAREMA vanaf juli 2012)

:

Vlaamse Reglement inzake Afvalvoorkoming en –beheer VLAREA werd vervangen door VLAREMA vanaf juli 2012 – Vlaamse Reglement inzake duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

VLAREBO : Vlaams Reglement op de Bodemsanering

VLAREM : Vlaams Reglement betreffende Milieuvergunning

VMM : Vlaamse Milieumaatschappij

VOS : Vluchtige Organische Stoffen

VR : VeiligheidsRapport

W : West

WGO : Wereldgezondheidsorganisatie, World Health Organisation

WHO : World Health Organisation, Wereldgezondheidsorganisatie

WZI : Waterzuiveringsinstallatie

Z : Zuid

ZO : Zuidoost

ZW : Zuidwest

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

V

Page 12: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

1 INLEIDING EN SITUERING VAN HET PROJECT

1.1 MONUMENT CHEMICAL

1.1.1 Huidige activiteiten

De activiteiten van Monument Chemical bvba (verder kortweg MC) zijn toegespitst op zogenaamde “loonverwerking” (“custom processing”). Dit houdt in dat het bedrijf haar installaties en kennis ter beschikking stelt van derden ter verwerking van chemische producten. Tijdens deze verwerkingen blijven de producten en het ontstane afval eigendom van de opdrachtgever. Sedert 2010 worden ook solventhoudende stoffen, zoals MTBE, THF en isopropylacetaat, in eigen beheer geproduceerd en vervolgens verkocht aan andere bedrijven. Voor het uitvoeren van de chemische procesactiviteiten beschikt MC in Kallo over een groot aantal productie- en opslaginstallaties (de beschrijving van proces- en opslaginstallaties is opgenomen in Hoofdstuk 4 van deze kennisgeving). Op basis van de vergunde, grote aanwezigheid van stoffen met gevaarseigenschappen is de vestiging van MC een “Seveso-hoogdrempel” inrichting overeenkomstig het Samenwerkingsakkoord met betrekking tot het beheersen van de gevaren van zware ongevallen.

1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo

De huidige milieuvergunning voor de activiteiten te Kallo verstrijkt op 7 juni 2021. MC wenst deze activiteiten uit te breiden en een hervergunning te bekomen en dient hiervoor een MER op te maken. In het MER zal de milieu-impact als gevolg van alle activiteiten op de site besproken worden. De geplande situatie omvat een uitbreiding van de productiecapaciteit tot 250.000 ton/jaar en volgende wijzigingen: • uitbreiding met een nieuwe reactor voor productie VD16; • vervanging van een bestaande destillatiekolom (K114A) door een nieuwe

(K116); • vervanging van een bestaande batch reactor R103 door een nieuwe reactor

met dezelfde naam; • uitbreiding met twee nieuwe tankenparken, de oriëntatie hiervan ligt nog

niet vast, we zullen binnen dit MER 2 mogelijke varianten onderzoeken; • uitbreiding van de regenwateropvang door het bijbouwen van een extra

buffertank van 2.000 m³; • uitbreiding maximale opslaghoeveelheid TEAL; • uitbreiding van de steigerinstallatie door bijbouwen van een bijkomende

verbindingsleiding van scheepsverlading naar de tankenparken; ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

1

Page 13: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

• bouwen van 2 pijplijnverbindingen met het tankenpark van het naburige bedrijf ADPO;

• wijziging van de gebruikte concentraties van de formaldehyde-oplossing (van 30% naar 49%);

• uitbreiding van de parking voor personenwagens; en, • uitbreiden van de gasriolering.

1.2 RUIMTELIJKE SITUERING VAN HET PROJECT

1.2.1 Ligging projectgebied

Het projectgebied bevindt zich in Oost-Vlaanderen te Kallo, aan de linkeroever van de Schelde, in de Waaslandhaven Noord. De totale oppervlakte van het bedrijfsterrein bedraagt ca. 26 ha, waarvan slechts het oostelijke gedeelte omheind en bebouwd is. Het projectgebied omvat het kadastrale perceel a228g (kaart 1). De vestiging van MC is gelegen in de Antwerpse haven aan de Ketenislaan en de Sint-Annalaan. De zuid/oostelijke perceelgrens wordt gevormd door een terrein dat eigendom is van de nv Tunnel Liefkenshoek. In het oosten wordt het perceel begrensd door de Liefkenshoektunnel en ten westen bevindt zich het bedrijfsterrein van Ineos Phenol (kaart 2). Ten noorden grenst het bedrijf aan de Schelde.

1.2.2 Gewestplan

Het terrein van MC is volgens het gewestplan (kaart 3) volledig gelegen in een industriegebied (code 1000, paars ingekleurd). Ten noorden ervan bevindt zich het parkgebied (code 0500, groen ingekleurd) “Fort Liefkenshoek”, dat aan de oever van de Schelde ligt. De oeverstrook is bestemd als natuurgebied met erfdienstbaarheid (code 0730, groen ingekleurd met paarse arcering). De aanlegsteiger van MC is in dit gebied gelegen, en een leidingbrug verbindt deze met het bedrijfsterrein. Ongeveer 2 km ten noordwesten van de site bevindt zich een woongebied (Doel, code 0100, rood ingekleurd) met woonuitbreidingsgebieden (code 0105, grijs ingekleurd, rood raster) en een woongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde (code 0101, rood ingekleurd met zwarte arcering). De dorpskern van Doel is langs de westkant ingesloten door agrarische gebieden (code 0900, geel ingekleurd) dewelke verder overgaan in havenuitbreidingsgebied (code 1580, geel/paars raster). De oevers van Doel zijn bestemd als recreatiezone (code 0400, donkergeel gekleurd) en natuurgebied (code 0701, groen ingekleurd).

1.2.3 Ruimtelijk Uitvoeringsplan – Afbakening Zeehavengebied Antwerpen

De site van MC bevindt zich binnen het gebied dat deel uitmaakt van het GRUP “Afbakening Zeehavengebied Antwerpen, ontwikkeling

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

2

Page 14: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

linkerscheldeoever” (kaart 4). Dit GRUP werd op 24 oktober 2014 definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Een deel van dit GRUP is ingevolge een uitspraak door de Raad van State momenteel geschorst, meer bepaald voor de zone van het beoogde Saeftinghedok en de onmiddellijk aangrenzende delen rondom Doel-centrum. Voor de overige gebieden van Antwerpen Linkeroever, waartoe ook MC behoort, verandert er niks. Met dit ruimtelijk uitvoeringsplan beoogt de Vlaamse Regering het Antwerpse havengebied af te bakenen zodat dit optimaal kan ontwikkeld worden. Tegelijkertijd worden belangrijke natuurgebieden gevrijwaard om zo onder andere speciale beschermingszones in stand te houden. De MC site krijgt de bestemming “gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven” die voorziet om o.a. het bestaande industrieel en maritiem complex te bestendigen. De hervergunning en uitbreiding van de activiteiten op de site van MC te Kallo past volledig binnen dit kader. In de omgeving zijn ook de GRUP’s “Liefkenshoek spoortunnel”, “Waaslandhaven fase 1 en omgeving” en “Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen” van kracht. Deze bevatten echter geen elementen die relevant zijn voor de site.

1.2.4 Huidig bodemgebruik van het projectgebied

De totale oppervlakte van het terrein van MC bedraagt bijna 26 ha (256.042 m²) en loopt over 2 kadastrale percelen nl. 228G en een gedeelte van 206d van sectie A uit afdeling 8 van de gemeente Beveren. Perceel 228g is 168.000 m² groot, volledig omheind, en in gebruik voor de huidige activiteiten van MC. Perceel 206d is 128.532 m² groot, 40.490 m² hiervan werd verkocht aan het havenbedrijf, die dit, samen met perceel 199e (ca. 8 ha) heeft verpacht aan ADPO. Het overblijvend deel is braakliggend, ongebruikt industrieterrein. Van de oppervlakte die in gebruik is (168.000 m²), is: • 50.616 m² verhard of bebouwd door gebouwen en installaties (incl. laad- en

losplaatsen, tankparken, waterzuivering, vantenopslagplaats, ...); • ca. 22.800 m² verharde wegen (ca. 2.850 m met een breedte van ca. 8 m);

hiervan is: • ongeveer een derde (9.686 m²) voorzien van een riolering langs de weg

voor afvoer van hemelwater; • ongeveer twee derde (13.114 m²) niet voorzien van riolering langs de

weg, waardoor het hemelwater afstroomt naar de onverharde terreinen naast de weg en daar infiltreert.

• 94.584 m² onverhard.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

3

Page 15: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

1.2.5 Omliggende bedrijven

Rondom de site van MC zijn volgende bedrijven gelegen: • Ineos Phenol Belgium; • Ashland Specialties Belgium; • Adpo LLH; en • Indaver.

1.2.6 Woonkernen in de omgeving

Tabel 1.1 geeft een overzicht van de woonzones in de omgeving (binnen ca. 5 km).

Tabel 1.1 Bewoning rondom bedrijfsterrein van MC

Gemeente Deelgemeente/wijk (meest nabij gelegen huizen) Richting vanaf MC

Afstand vanaf de bedrijfsgrens tot

meest nabije bewoning (km)

Antwerpen Lillo N ca. 1,2

Beveren

Kallo Z ca. 3,1 Verrebroek ZW ca. 7,2 Kieldrecht W ca. 6,8

Doel NW ca. 2,3

1.2.7 Landbouwgebieden

Zoals reeds aangehaald in paragraaf 1.2.2 zijn in de omgeving van MC enkele agrarische gebieden (geel ingekleurd) gelegen. Deze zones situeren zich op ca.1,7 km ten noordwesten van de terreingrenzen van MC.

1.2.8 Natuurgebieden

Kaart 5 toont de ligging van MC op de Biologische Waarderingskaart opgesteld door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. Voor het opstellen van deze kaart zijn alle aanwezige vegetaties en kleine landschapselementen geëvalueerd en in kaart gebracht aan de hand van een set karteringseenheden. Voor de evaluatie zijn de karteringseenheden ingedeeld in een schaal die gaat van minder waardevol tot zeer waardevol. Het bedrijventerrein van MC is omgeven door biologisch waardevol gebied bestaande uit ruigte of pioniersvegetatie. Op minder dan 100 m afstand van het terrein bevindt zich Fort Liefkenshoek met aanpalend gebieden die geklasseerd zijn als biologisch zeer waardevol of complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen. De oevers van de nabije Schelde zijn eveneens biologisch zeer waardevol. De gebieden op en rond de Liefkenshoektunnel-ingang zijn bestempeld als complex van biologisch waardevolle en minder waardevolle elementen. ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

4

Page 16: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Kaart 6 geeft de ligging van de habitat- en vogelrichtlijngebieden (Natura 2000 gebieden) in de omgeving van de site weer. Er blijkt dat de site gelegen is op slechts enkele tientallen meters van het habitatrichtlijngebied ‘Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent’. Qua vogelrichtlijngebieden is de site gelegen binnen de ‘Schorren en polders van de Beneden-Schelde’ en ligt ze op ca. 3,5 km ten westen van het gebied “de Kuifeend”. Kaart 7 toont de ligging van de gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN-gebieden) in het studiegebied. VEN-gebieden vormen samen een netwerk van waardevolle natuurgebieden in Vlaanderen. Voorbeelden van dergelijke netwerken zijn ondermeer bepaalde riviervalleien of bijzondere landschappen. De site is gelegen aan de Schelde waar het gebied “slikken en schorren langsheen de Schelde” zich bevindt. Ca. 3 km ten zuiden van het bedrijventerrein van MC bevindt zich het natuurverwervingsgebied “Golf Beveren”. Het eerder vermelde gebied “De Kuifeend” wordt eveneens als VEN-gebied ingedeeld. Verder wordt ook de Schelde en het gebied rond de site als ‘faunistisch belangrijk gebied’ aangeduid.

1.3 INITIATIEFNEMER

De hoofdzetel van de initiatiefnemer is: • Monument Chemical bvba

Ketenislaan 3 9130 Beveren

Het adres van de site waarvoor het MER wordt gemaakt, is: • Monument Chemical bvba

Ketenislaan 3 9130 Beveren

De contactpersoon bij MC voor het MER is: • Michel Janssens

Milieucoördinator Tel.: 03/570.02.31 – Fax.: 03/575.02.81 e-mail: [email protected]

1.4 VERGUNNINGEN

De oorspronkelijke milieuvergunning werd afgeleverd op 7 juni 2001 voor een periode van 20 jaar. Middels verschillende aanpassingen naar aanleiding van projecten en/of gewijzigde wetgeving werd de milieuvergunning up-to-date gehouden. De milieuvergunning is geldig tot 7 juni 2021.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

5

Page 17: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

MC zal een nieuwe vergunning aanvragen voor de hervergunning van haar activiteiten, zoals in paragraaf 1.1.2 aangegeven. Tabel 1.2 biedt een overzicht van de huidige vergunningtoestand .

Tabel 1.2 Huidige vergunningstoestand

KENMERK DATUM BESLUIT

ONDERWERP VERVAL DATUM

E2U/P323-2859

09/04/1998 Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 januari 1975 waarbij aan de nv. Johan Haltermann een toelating wordt verleend om vloeibare koolwaterstoffen te vervoeren door middel van vier leidingen vanaf de linker Scheldedoever tot aan haar fabriek te Kallo. Uitbreiding met 2 nieuwe leidingen volgens hetzelfde traject als de bestaanden

09/04/2028

V/2907 19/02/1999 Vergunning voor het gebruik van een aanlegsteiger op de linkeroever van de Zeeschelde te Kallo

stilzwijgende verlenging

46003/208/A/4

07/06/2001 Besluit van de Bestendige Deputatie van de provincieraad, houdende verlenen van de vergunning aan de N.V. HALTERMANN, Ketenislaan 3 te 9120 BEVEREN (Kallo) , voor het hernieuwen en uitbreiden van een chemisch bedrijf voor de destillatie, fractionatie en verestering/omestering van organische chemische producten. HERVERGUNNING

07/06/2021

AMV/004172/1004

06/06/2003 Besluit van de Vlaamse Minister van leefmilieu, landbouw en ontwikkelingssamenwerking houdende definitieve uitspraak na vergunning op proef . VERGUND ONDER RUBRIEK 2 (afvalverbranding)

07/06/2021

AMV/0004172/1011

26/06/2003 Besluit van de Vlaamse Minister van leefmilieu, landbouw en ontwikkelingssamenwerking houdende uitspraak over een aanvraag tot het bekomen van een afwijking van artikel 5.17.3.5 §2 van het titel II van het vlarem IDENTIFICATIE TANKS ingewilligd onder voorwaarden

07/06/2021

AMV/0004172/1013

19/03/2004 Besluit van de Vlaamse Minister van leefmilieu, landbouw en ontwikkelingssamenwerking houdende uitspraak over een aanvraag, strekkende tot het bekomen van een wijziging op de bijzondere vergunningsvoorwaarden die zijn opgelegd in de vergunning van 7 juni 2001. UITSTEL LOZINGSNORMEN ingewilligd

07/06/2021

AMV/0004172/1014

05/04/2005 Besluit van de Vlaamse Minister van openbare werken, energie, leefmilieu en natuur, houdende uitspraak over een aanvraag, strekkende tot enerzijds het wijzigen van de bijzondere milieuvergunnings-voorwaarde in de lopende vergunning verleend bij ministerieel besluit van 6 juni 2003 en anderzijds het bekomen van een afwijking van artikel 5.2.3.2.6 §1 van titel II van het vlarem. SANERINGSPROGRAMMA ingewilligd CONTINUE METINGEN geweigerd

07/06/2021

AMV/0004172/1015

05/04/2005 Besluit van de Vlaamse Minister van openbare werken, energie, leefmilieu en natuur, houdende uitspraak over een aanvraag, strekkende tot het bekomen van een afwijking van artikel 5.2.3.2.6 §1 van titel II van het vlarem. CONTINUE METINGEN geweigerd

07/06/2021

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

6

Page 18: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

KENMERK DATUM BESLUIT

ONDERWERP VERVAL DATUM

AMV/0004172/1016

14/06/2005 Besluit van de Vlaamse Minister van openbare werken, energie, leefmilieu en natuur, houdende uitspraak over een aanvraag, strekkende tot het wijzigen van bijzondere milieuvergunnings-voorwaarden in de lopende vergunning. AANPASSING NORMEN deels ingewilligd UITSTEL LOZINGSNORMEN ingewilligd

07/06/2021

082/46003/208/1/M/3

15/12/2005 Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, houdende verlenen van de vergunning voor de emissie van het broeikasgas CO2 bij het exploiteren van een BKG-inrichting.

07/06/2021

NL106 29/01/2008 Vergunning van het FAGG (Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten) die ons laboratorium machtigt om stoffen uit het KB van 12/04/1974 (gewijzigd door KB van 04/02/2002) te gebruiken voor wetenschappelijke en/of analytische doeleinden.

29/01/2013

082/46003/208/1/W/1

14/08/2008 Besluit van de Deputatie, houdende wijziging van de exploitatievoorwaarden opgelegd aan de nv Haltermann, voor de exploitatie van een chemisch bedrijf. BEHOUD VAN DE LOZINGSNORMEN: CZW en N ingewilligd

07/06/2021

AMV/0004172/1023B

10/04/2009 Besluit van de Vlaamse Minister van openbare werken, energie, leefmilieu en natuur, houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen de beslissing nr. 082/46003/208/1/W1/LDR/CL van 14 augustus 2008 van de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen, houdende wijzigingen van de exploitatievoorwaarden, opgelegd in het milieuvergunningsbesluit van de deputatie van 7 juni 2001 en later gewijzigd bij ministeriële besluiten van 19 maart 2004 en 14 juli 2005.. DEFINITIEVE LOZINGSNORMEN: CZW en totaal N

07/06/2021

M03/46003/208/1/W/2/LDR/KS

04/02/2010 Besluit van de Deputatie, houdende wijziging van de exploitatievoorwarden opgelegd aan de bvba Haltermann, Ketenislaan (Kallo) 3, 9130 Kieldrecht, m.b.t. de meetfrequentie van HCl, HF, SO2, dioxines en furanen bij een naverbrander van een chemisch bedrijf, gelegen op het perceel kadastraal bekend onder Beveren, afdeling 8, Kallo, sectie A, nr 228/g, aan de ketenislaan 3, 9130 Kieldrecht. AANPASSING MEETFREQUENTIE: ingewilligd

07/06/2021

AMV/00004172/1025

04/02/2010 Besluit van de Vlaamse Minister van Leefmilieu, natuur, en cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.3.7, §2, 1°, van titel II van Vlarem, ingediend door de bvba Haltermann, Ketenislaan 3, 9130 Kieldrecht, exploitant van een chemisch bedrijf gelegen op hertzelfde adres. INKUIPING TANKPARK 7: geweigerd INKUIPING TANKPARK 12: zonder voorwerp

M03/46003/208/1/A/5/LDR/KVW

15/07/2010 Besluit van de Deputatie, houdende het verlenen van de vergunning aan de nv Haltermann, Ketenislaan 3 te 9130 Kieldrecht, voor het veranderen van een chemisch bedrijf, gelegen op het perceel, kadastraal bekend onder Beveren 8 AFD/KALLO/, sectie A, nr 228/g, aan de ketenislaan 3, 9130 Kieldrecht. Gebruik van TEAL: ingewilligd

07/06/2021

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

7

Page 19: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

KENMERK DATUM BESLUIT

ONDERWERP VERVAL DATUM

M03/46003/208/1/W/3

21/11/2011 Besluit van de Deputatie, betreffende het verzoek tot wijzigen van de milieuvergunningsvoorwaarden m.b.t. de inrichting, gelegen in de Ketenislaan 3 te 9130 Beveren-Waas (Kieldrecht). Wijzigen van de lozings-vergunning naar aanleiding van de nieuwe milieu-kwaliteitsnormen voor oppervlaktewater. Uitbreiding lozingsvergunning met metalen molybdeen, nikkel, vanadium en zink: ingewilligd

07/06/2021

Aanvraag van een individuele afwijking van bepaalde milieuvoorwaarden, ingediend op 14 maart 2013 bij LNE Brussel. Het betreft een afwijking op de verplichting tot continue meting van CO, NOx, totaal stof en TOC op de naverbrander. Aanvraag werd schriftelijk bevestigd op 22 maart 2013 met kenmerk AMV/154392/1001.

Tot op heden geen antwoord ontvangen

M03/46003/208/1/A/6/

CV/KS

23/01/2014 Besluit van de Deputatie inzake de milieuvergunningsaanvraag van bvba MONUMENT CHEMICAL, met als onderwerp: het veranderen door wijziging en uitbreiding van een chemisch bedrijf, overeenkomstig art. 35.5.c van VLAREM. Uitbreiding met nieuwe dimerisatiereactor (R113A) Vervanging (wijziging) van K114A door K114Anew

07/06/2021

1.5 TOETSING AAN DE MER-PLICHT

De activiteiten waarvoor de MER-plicht geldt, zijn vastgelegd in: • het decreet van 18/12/2002 tot aanvulling van het decreet van 05/04/1995

houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage;

• het uitvoeringsbesluit goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 10/12/2004 (B.S. 17/02/2005, van kracht sinds 27/02/2005); en

• het uitvoeringsbesluit met betrekking tot de afvang en opslag van CO2 (B.S.06.09.2011). Sindsdien zijn de aanpassingen aan de bijlagen 1 en 2 van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004 van toepassing.

De site is MER-plichtig voor volgende activiteiten: • Opslag en verbranding of meeverbranding, al dan niet als experiment,

met of zonder energiewinning en met of zonder terugwinning van stoffen van andere gevaarlijke afvalstoffen, bijlage 1 Rubriek 13: “Afvalverwijderingsinstallaties voor de verbranding, zoals gedefinieerd in punt D10 van artikel 4.2.1 VLAREMA, de chemische behandeling, zoals gedefinieerd in punt D9 van artikel 4.2.1 VLAREMA of het storten van gevaarlijke afvalstoffen.”

• Productiecapaciteit van 250 000 ton/jaar, bijlage 2 Rubriek 6 a):

“Chemische industrie voor de behandeling van tussenproducten en vervaardiging van chemicaliën: ° Chemische installaties, voor de productie van organische chemicaliën met een productiecapaciteit van 100 000 ton per jaar of meer.”

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

8

Page 20: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

1.6 REIKWIJDTE VAN HET MER

In het op te stellen MER zullen de milieueffecten als gevolg van de exploitatie van de installaties op de site van MC te Kallo besproken worden. Volgende situaties zullen besproken worden (zie hoofdstuk 4 voor meer details): • referentiesituatie = huidige vergunde situatie, waarbij gebruik gemaakt zal

worden van de reële gegevens van referentiejaar 2015. Deze reële gegevens zullen geëxtrapoleerd worden naar de huidige vergunde situatie. Hiervoor is gekozen omdat de huidige vergunde situatie met een productiecapaciteit van 177.500 ton/jaar slechts beperkt afwijkt van de reële productiecapaciteit in 2015 (154.079 ton/jaar). Bovendien kan op deze manier vergeleken worden met toekomstige situatie zoals beschreven in het MER van 2008.

• aanlegfase = aangezien er verscheidene nieuwe installaties, tankenparken

en verbindingslijnen in gebruik zullen genomen worden dient de aanleg hiervan, met eventuele bijkomende effecten op het milieu, in acht genomen te worden.

• geplande situatie = situatie na hervergunning. Het MER wordt opgemaakt

ten einde een uitbreiding van de faciliteiten en een hervergunning te bewerkstelligen. Aldus zal in de geplande situatie de milieu-impact van zowel de bestaande als nieuwe installaties worden meegenomen. Dit via een combinatie van uitgevoerde emissiemetingen, extrapolaties en bekende gegevens aangaande de geplande toestellen.

1.7 VOORSTEL VAN DESKUNDIGEN

1.7.1 Externe deskundigen en coördinatie

ERM is een onafhankelijk milieuadviesbureau dat de opmaak van het MER zal uitvoeren. De deskundigen van ERM zijn als volgt te bereiken: • Environmental Resources Management - ERM nv

Posthoflei 5 bus 6 2600 Berchem-Antwerpen Tel: 03/287.36.50 - Fax: 03/287.36.79

Voor dit MER zal de coördinatie in handen liggen van: • Environmental Resources Management - ERM nv

Mevr. Nanda Hermes E-mail: [email protected] Website: http://www.erm.com/belgium

Voor de milieudisciplines waarop een belangrijke invloed verwacht wordt, moeten erkende MER-deskundigen worden aangesteld. Deze deskundigen ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

9

Page 21: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

zijn onafhankelijk en behoren dus niet tot de initiatiefnemer (externe deskundigen): • Yves Verlinden, discipline ‘Lucht’, ERM, erkend voor onbepaalde duur

(MB/MER/EDA/646-V1b); • Nanda Hermes, disciplines ‘Bodem’ en ‘Grondwater’, ERM, erkend voor

onbepaalde duur (MB_MER_EDA-734_V1); • Yves Verlinden, discipline ‘Oppervlaktewater’, ERM, erkend voor

onbepaalde duur (MB/MER/EDA/646-V1); • Guy Putzeys, discipline ‘Geluid’, dBA-plan bvba, erkend voor onbepaalde

duur (MB/MER/EDA-441-V3); en • Mia Janssen, discipline ‘Fauna en Flora’, MiJA Milieustudies, erkend voor

onbepaalde duur. De disciplines (bv. ‘Mens’, ‘Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie’, ‘Licht, warmte en stralingen’, ‘Klimaat’) waarvoor geen erkend deskundige voorzien is, zullen door de coördinator van het MER beknopt behandeld worden. De deskundigen kunnen zich laten bijstaan door medewerkers. De taakverdeling tussen de deskundigen en medewerkers is als volgt: Taakverdeling van de MER-deskundigen

Discipline

Lucht

Bodem

Water Geluid en tril-lingen

Fauna & Flora

Andere (Mens,

Energie en Klimaat, Afval, …)

Oppervlakte-water

Grondwater

Coördinator Nanda Hermes

Medewerker Jenne Dierckx

Erkend

deskundige Yves

Verlinden

Nanda Hermes

Yves

Verlinden Nanda Hermes

Guy

Putzeys

Mia Janssen

Yves

Verlinden

Medewerker Jenne

Dierckx

Marleen Coetsiers

Jenne Dierckx/

Nanda Hermes

Jenne Dierckx

Sven

Loridan

Mikael Maes

Jenne

Dierckx

1.7.2 Interne deskundigen

Alle bedrijfsgebonden informatie die nodig is voor het opmaken van het MER, wordt aangeleverd door de interne deskundigen (= initiatiefnemer en/of zijn medewerkers): • Dhr. Michel Janssens, Milieucoördinator

tel.: 03/570 28 31 e-mail: [email protected]

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

10

Page 22: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Bijgestaan door ondermeer onderstaande interne, deskundigen: • Dhr. Luc De Graef, operations manager

Deze deskundigen zijn ook betrokken bij het overleg met de overheid i.v.m. de opmaak van het MER.

1.8 VERDER BESLUITVORMINGSPROCES

Bijlage 1 en Bijlage 2 geven een overzicht van het verloop van de m.e.r.-procedure. Overeenkomstig het MER/VR decreet en het decreet ‘openbaarheid van bestuur’ zal de lokale overheid (gemeente Beveren (deelgemeente Kallo)) de terinzagelegging van de kennisgeving organiseren. Tijdens deze periode kunnen omwonenden hun vragen of opmerkingen aan de overheid doorgeven. De gemeente Beveren stuurt de opmerkingen vervolgens door naar de Dienst Mer. Gelijklopend met de terinzagelegging worden ook de verschillende administraties gevraagd hun eventuele opmerkingen en aandachtspunten door te geven aan de Dienst Mer. Na een overleg tussen de deskundigen en de administraties maakt de Dienst Mer de richtlijnen op. Deze kunnen geraadpleegd worden op de website van de Dienst Mer (www.mervlaanderen.be). De deskundigen houden tijdens de opmaak van het MER rekening met deze richtlijnen; de Dienst Mer ziet hierop toe. Tijdens de opmaak van het MER legt ERM ontwerpteksten voor aan de overheid. Over deze teksten vindt overleg plaats met de Dienst Mer en de administraties. De deskundigen passen met de resultaten van dit overleg het MER nog aan of sturen bij. Uiteindelijk leidt deze procedure tot een afgewerkt MER dat door de overheid goedgekeurd wordt. Dit houdt in dat de overheid (Dienst Mer) nagaat of het MER werd opgesteld overeenkomstig de gestelde criteria van het MER/VR decreet en of de uitgevaardigde richtlijnen afdoende werden behandeld. Indien dit het geval is maakt de Dienst Mer een goedkeuringsverslag op. Dit verslag met een niet technische samenvatting van het MER worden aanvullend op de richtlijnennota op de website van de Dienst Mer (www.mervlaanderen.be) geplaatst.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

11

Page 23: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

2 VERANTWOORDING VAN HET PROJECT

MC wenst de bedrijfsactiviteiten op haar site te Kallo verder te zetten en uit te breiden met o.a. een productielijn voor VD16, twee nieuwe tankenparken, en een nieuwe verbindingsleiding aan de steiger. Hiermee wenst MC in te spelen op de blijvende vraag naar specifieke chemische producten die enkel kunnen aangemaakt worden via custom processing. Daarnaast wenst MC de productie van allerhande solventhoudende stoffen, waarmee in 2010 van start werd gegaan, verder te zetten. Deze productie in eigen beheer werd een prominenter deel van de bedrijfsvoering omwille van de toenmalige crisis, die de vraag naar loonverwerking deed dalen, en de overname door het huidige moederbedrijf uit de VS die de bedrijfsstrategie aanpaste.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

12

Page 24: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

3 JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE SITUERING VAN HET PROJECT

In onderstaand schema geven we een overzicht van alle juridische en beleidsmatige randvoorwaarden die met het project verband (kunnen) houden aan. We geven aan waar in deze kennisgeving elke juridische of beleidsmatige randvoorwaarde verder vermeld wordt. Op deze plaatsen wordt aangegeven hoe de randvoorwaarde in het verloop van de m.e.r.-studie van belang zal zijn.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL – 0318609

13

Page 25: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Tabel 3.1 Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden

Randvoorwaarde Data Inhoud Relevant

Bespreking relevantie Paragraaf in dit

document MER/VR-decreet en uitvoeringsbesluiten

Decr: 18 december 2002 Besl: 10 december 2004 en 17 februari 2006 Besl: 6 september 2011

Regelt de m.e.r.-procedure en geeft de categorieën van ingrepen waarvoor een milieueffectrapport moet worden opgemaakt.

Ja De initiatiefnemer is m.e.r.-plichtig.

0

Gewestoverschrijdende effecten

4 juli 1994 Samenwerkingsakkoord tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitwisseling van informatie over projecten met gewestgrens-overschrijdende milieueffecten.

Nee Het projectgebied bevindt zich op ruime afstand van de gewestgrenzen en zal bijgevolg geen effecten veroorzaken in de andere gewesten.

16

Ruimtelijke planning Codex ruimtelijke ordening

1 september 2009

Regelt de organisatie van de ruimtelijke ordening in Vlaanderen. Nee Geen specifieke aandachtspunten voor MC. Dit decreet is vooral van toepassing op de organen die belast zijn met het uitwerken van de ruimtelijke ordening (gewest, provincie, gemeente). Het GRUP “Afbakening Zeehavengebied Antwerpen” is van toepassing op de site van MC.

1.2.3

Gewestplan 28 december 1972 en later

Geeft de bestemming van de gronden in Vlaanderen weer. Ja De site van MC te Kallo ligt in industriegebied

1.2.2

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

14

Page 26: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Randvoorwaarde Data Inhoud Relevant

Bespreking relevantie Paragraaf in dit

document Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)

23 september 1997 (BS 21 maart 1998)

Geeft een toekomstvisie over hoe we in Vlaanderen met onze schaarse ruimte moeten omgaan om een zo groot mogelijke ruimtelijke kwaliteit te krijgen (planhorizon loopt tot 2007); basis voor verdere verfijning in provinciale en gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen.

Ja MC ligt in het haven- en industriegebied van de Antwerpse haven. Dit gebied moet gereserveerd worden voor de ontwikkeling van nieuwe en verdere ontwikkeling van bestaande industriële en economische activiteiten. De Antwerpse haven wordt aangeduid als een belangrijke “poort” voor in- en uitvoer.

1.2

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

15

Page 27: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Randvoorwaarde Data Inhoud Relevant

Bespreking relevantie Paragraaf in dit

document Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen

Vastgesteld door de provincieraad op 25/01/2001 en goedgekeurd via Ministrieel besluit op 10/07/2001, met goedkeuring addendum op 04/05/2011.

Verfijning van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen op provinciaal vlak. In het PRS wordt de provinciale visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in de provincie toegelicht en worden de taakstellingen die opgelegd zijn door de hogere overheid verder uitgewerkt.

Ja Idem Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. De bevoegdheden voor de ontwikkeling van de Antwerpse haven zijn gelegen op Vlaams niveau, maar met inspraak van de provincie. Binnen het provinciaal ruimtelijk structuurplan wordt niet ingegaan op de visie van het Vlaamse Gewest inzake havenbeleid. De noodzakelijk te realiseren ruimtelijke (en milieukundige) buffering van het havengebied t.o.v. de omliggende regio biedt mogelijkheden om de natuurlijke structuur terug te versterken.

-

Algemene en bijzondere plannen van aanleg, gemeentelijke plannen van aanleg

- Een APA en een BPA (Algemeen en Bijzonder Plan van Aanleg) zijn beleidsdocumenten waarin de visie van de overheid wordt uitgedrukt over de toekomstige ruimtelijke ordening van een specifiek gebied.

Nee Niet van toepassing voor MC.

-

Vlaamse bouwmeester

1 december 1998

De Vlaamse Bouwmeester begeleidt de Vlaamse overheid in haar streven naar een goede en kwaliteitsvolle openbare architectuur. Openbare projecten moeten dan ook rekening houden met kwaliteitsbeleid zoals opgesteld door de Vlaamse Bouwmeester.

Nee MC behoort niet tot de Vlaamse overheid.

-

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

16

Page 28: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Randvoorwaarde Data Inhoud Relevant

Bespreking relevantie Paragraaf in dit

document Mobiliteitsplan Vlaanderen Decreet betreffende het mobiliteitsbeleid

Oktober 2003 (een nieuw mobiliteitsplan is in de ontwerpfase) 20 maart 2009 (B.S. 20 april 2009)

Het mobiliteitsplan vloeit voort uit het regeerakkoord (juni 1999) en heeft als doel de mobiliteit beheersen, de milieuvervuiling en milieuhinder terugdringen en de bereikbaarheid en de leefbaarheid van steden en dorpen garanderen.

Nee Omvat vooral globale doelstellingen op Vlaams niveau.

-

Gemeentelijke mobiliteitsplannen (Gemeente Beveren)

23 april 2003 In een gemeentelijk mobiliteitsplan worden alle ruimtelijke en verkeersontwikkelingen in kaart gebracht en worden samenhangende verkeersmaatregelen en ruimtelijke en ondersteunende maatregelen voorgesteld, die nadien in concrete acties worden omgezet. (meer info: http://www.zwijndrecht.be)

Nee Algemeen relevant voor de gemeente, niet specifiek voor het project

-

Strategisch Plan van de haven van Antwerpen

GRUP goedgekeurd 24 april 2014

Het GRUP “Afbakening Zeehavengebied Antwerpen, havenontwikkeling Linkerscheldeoever” bespreekt de bestemming van de gebieden gelegen aan de linkerscheldeoever te Antwerpen in navolging van het Strategisch Plan voor de zeehaven van Antwerpen.

Ja Algemeen relevant voor het projectgebied.

1.2.3

Milieuhygiëne Decreet houdende algemene bepalingen in verband met milieubeleid (DABM)

5 april 1995 Creëert een algemeen juridisch kader voor het milieubeleid ter overkoepeling van de bestaande sectorale regelingen en omvat dus de doelstellingen en de beginselen voor het milieubeleid in Vlaanderen. Het DABM bepaalt tevens dat er om de vijf jaar een milieubeleidplan (MBP) moet worden opgesteld. Op dit ogenblik is dat het MINA4 (2011-2015)(www.lne.be → Thema's → Beleid → MINA 4).

Ja Algemeen relevant en richtinggevend voor het milieubeleid

9,10,11,12,13,14

Provinciaal milieubeleidsplan Antwerpen

Goedgekeurd door de provincieraad op 18/12/2008

Verfijning van het gewestelijk milieubeleidsplan op provinciaal vlak. (meer info: http://www.provant.be/publicaties/leefomgeving/milieu/publicatie_provinciaal_milieub.jsp)

Ja Aandachtspunten in het milieubeleidsplan van de provincie Antwerpen zijn: ruimte voor water, biodiversiteit, duurzame grondstoffen en producten, klimaatsverandering.

9,10,11,12,13,14

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

17

Page 29: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Randvoorwaarde Data Inhoud Relevant

Bespreking relevantie Paragraaf in dit

document Vlarem I, II en III milieuvergunningsdecreet en milieukwaliteitsnormen

1 september 1991, 1 augustus 1995 en later

Omvat het Vlaams reglement op de milieuvergunningen; bevat ondermeer de te respecteren immissienormen voor lucht, bodem, water, geluid.

Ja De milieuvergunning die MC zal aanvragen, kadert binnen deze regelgeving. Bevat daarnaast de te respecteren emissienormen en immissienormen voor lucht, bodem, water en geluid.

9,10,11,12,13,14

Omgevingslawaai Besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2005

Besluit inzake de evaluatie en de beheersing van het omgevingslawaai. Nee MC dient niet aan de omgevingsnormen, maar aan de immissienormen van Vlarem te voldoen

-

Grondwaterbescherming (grondwaterdecreet)

(decreet van 24 januari 1984 , gewijzigd bij decreten van 12 december 1990 en 20 december 1996 (BS 31 december 1996)

Regelt de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging. Het omvat ondermeer de reglementering betreffende de grondwaterwinning, alsook bepaalt het de afbakening van waterwingebieden en beschermingszones rond drinkwaterwinningen.

Nee Er wordt geen gebruik gemaakt van grondwater op de site van MC.

-

Delfstoffendecreet en uitvoeringsbesluit

4 april 2003 Streeft naar een beter beheer van de oppervlaktedelfstoffen en wil minstens de effectieve ontginning mogelijk maken. De nodige instrumenten worden in het decreet voorzien.

Nee Project betreft geen ontginning.

-

Bodemsaneringdecreet en VLAREBO

(22 februari 1995, gewijzigd per 26 mei 1998, BS 25 juli 1998) 5 maart 1996 en aanvullingen

Het decreet schept een wettelijk kader dat toelaat beslissingen inzake bodemsanering op systematische wijze te nemen.

Ja Bepaalde activiteiten op de site van MC vallen onder de verplichting om periodieke bodemonderzoeken te laten uitvoeren conform Vlarebo.

11

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

18

Page 30: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Randvoorwaarde Data Inhoud Relevant

Bespreking relevantie Paragraaf in dit

document Afvalstoffendecreet en VLAREMA

2 juli 1981, gewijzigd op 20 april 1994 17 december 2004 (BS 20 januari 2005)

Regelgeving met betrekking tot het achterlaten, opslaan, verwijderen en beheren van afval. Ook het aanwenden van afvalstoffen als secundaire grondstof wordt hierin gereglementeerd.

Ja MC moet de afvalstoffen die bij haar activiteiten ontstaan, volgens deze regelgeving afvoeren.

14.3

Europese Richtlijn Industriële Emissies (RIE) (2010/75/EU) (en vroegere IPPC richtlijn)

In werking getreden op 6 januari 2011

Deze richtlijn omvat een integratie van de IPPC-Richtlijn met de Richtlijn grote stookinstallaties, de Afvalverbrandingsrichtlijn, de Oplosmiddelenrichtlijn en drie Richtlijnen voor de titaandioxide-industrie: - De IPPC-richtlijn schrijft voor dat bedrijven werken volgens de beste

beschikbare technieken. - De Richtlijn grote stookinstallaties mikt op een reductie van emissies

van verzurende polluenten, stofdeeltjes, en ozonprecursoren. Controle van emissies van stookinstallaties met een thermisch vermogen groter dan 50 MW speelt hierbij een grote rol.

- Het doel van de Afvalverbrandingsrichtlijn is de preventie of reductie van negatieve milieueffecten veroorzaakt door de verbranding of meeverbranding van afval.

- De Oplosmiddelenrichtlijn vereist dat installaties welke oplosmiddelen gebruiken voldoen aan ofwel de emissiegrenswaarden uit de richtlijn of aan de voorwaarden van het reductieprogramma.

- De 3 Richtlijnen voor de titaandioxide-industrie bepalen de bescherming van het aquatisch milieu, afvalpreventie en recyclage en hergebruik van afval binnen de titaniumindustrie

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

De Beste Beschikbare Technieken zijn voor MC beschreven in: - Reference

Document on Best Available Techniques in the Large Volume Organic Chemical Industry, February 2003 (BREF voor bulk organische chemie);

- Reference Document on Best Available Techniques on Emissions from Storage, July 2006 (BREF voor emissies ten gevolge van opslag);

6.4

Nationaal Klimaatplan 2002-2012

2002 In samenwerking met de Gewesten werd een Nationaal Klimaatplan opgesteld. Dit plan kadert in een algemene strategie voor duurzame ontwikkeling en wil de bestaande en geplande beleidsplannen en programma’s op federaal (Federaal Mobiliteitsplan, Federaal Plan Duurzame Ontwikkeling en Federaal Richtplan Producten) en gewestelijk niveau integreren zodat België haar verplichtingen i.v.m. de beperking van broeikasgasemissies nakomt. (meer info: http://mineco.fgov.be/energy/climate_change/nationaal_klimaatplan_060302.doc)

Ja

Gezien MC geen belangrijke emissies van broeikasgassen heeft, zijn er geen belangrijke concrete acties van toepassing. Alle bedrijven hebben echter de verplichting om, bvb. door

9, 14.4

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

19

Page 31: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Randvoorwaarde Data Inhoud Relevant

Bespreking relevantie Paragraaf in dit

document Vlaams Klimaatbeleidsplan 2006-2012

Goedgekeurd door de Vlaamse regering op 20/072006

Bevat maatregelen en projecten die de uitstoot van broeikasgassen in Vlaanderen moet doen dalen. Zowel de industrie, de overheid als de gezinnen moeten hun energie efficiënter gaan gebruiken. (meer info: http://www.mina.be/uploads/060720_VKP_2006-2012.pdf)

toepassing van BBT, zo energie-efficiënt mogelijk te werken.

Nationaal klimaatplan van België 2009 - 2012

Inventaris van de maatregelen en stand van zaken op 31/12/2008

Geeft een overzicht van al de maatregelen die de verschillende Belgische overheden al hebben genomen om de verbintenissen van het Kyotoprotocol na te komen. Het plan vormt de basis voor de strategie voor de periode na 2012. Het is een gezamenlijk plan van de gewesten en de federale overheid dat door de Nationale Klimaatcommissie en de uitgebreide Interministeriële Conferentie voor het Leefmilieu werd voorbereid. (meer info: http://www.klimaat.be/nl-be/klimaatbeleid/belgisch-klimaatbeleid/nationaal-beleid)

Belgian National Climate Change Adaptation Strategy

National Climate Commission December 2010

Er worden 3 grote doelstellingen nagestreefd: • een betere coherentie tussen de bestaande Belgische

aanpassingsactiviteiten (zowel evaluaties van de impact van en kwetsbaarheid voor klimaatverandering, als de aanpassingsmaatregelen die al geïmplementeerd worden);

• een betere communicatie op nationaal, Europees en internationaal vlak;

• de ontwikkeling van een Nationaal Adaptatieplan (meer info: http://www.klimaat.be/nl-be/klimaatbeleid/belgisch-klimaatbeleid/nationaal-beleid)

Nee Dit speelt zich af op niveau van de verschillende overheden en naar de EU en bepaalt bijgevolg geen acties/maatregelen op siteniveau.

-

Benchmarking Convenant over energie-efficiëntie in de Vlaamse industrie, en haar opvolger de EnergieBeleidsOvereenkomst (EBO)

Goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 29/11/2002 EBO goedgekeurd op 04/04/2014

Door toe te treden tot het convenant gaan de bedrijven de verplichting aan om de energie-efficiëntie van hun procesinstallaties op wereldtopniveau te brengen en/of te behouden tegen 2012, er mee rekening houdend dat het wereldtopniveau ook zal verbeteren in de tussenliggende periode. (meer info: www.benchmarking.be en www.ebo-vlaanderen.be)

Ja MC heeft in 2003 het convenant ondertekend, en in 2014 haar opvolger (EBO) ondertekend.

-

Waterkwaliteitsdoelstellingen

24 mei 1983 en aanvullingen; 8 december 1998 (BS 29 januari 1999) oppervlaktewateren aangeduid in zones.

Met dit besluit werden door de Vlaamse regering de oppervlaktewateren aangeduid die bestemd zijn voor de productie van drinkwater, zwemwater, schelpdierwater en viswater. Voor deze oppervlaktewateren gelden de overeenkomstige milieudoelstellingen zoals bepaald in hoofdstuk 2.3 van titel II van VLAREM.

Ja Het afvalwater van MC wordt gezuiverd in de eigen WZI en geloosd in de Schelde.

10

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

20

Page 32: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Randvoorwaarde Data Inhoud Relevant

Bespreking relevantie Paragraaf in dit

document NEC-richtlijn en vertalingen in Vlaanderen

Europese Richtlijn 2001/81 van 23/10/2001 Vlaamse bijdrage aan NEC-reductieprogramma van 9 maart 2007

Richtlijn inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen. Vlaanderen zal in de periode 2012 – 2020 zijn reductiebeleid verder moeten zetten, door verdere implementatie van besliste maatregelen en het uitwerken van nieuwe maatregelen, teneinde de emissieplafonds in 2020 te kunnen halen. Voor NOx zal de reductie voornamelijk moeten gerealiseerd worden door vervanging van oude wagens door nieuwere voertuigen die aan de strengere Euro 6 norm moeten voldoen, hetgeen in tegenstelling tot de vorige euronomen wel tot een daling van de werkelijke uitstoot zou moeten leiden bij dieselvoertuigen. De nieuwe bepalingen zullen in werking treden indien 2/3 de van de partijen die het originele protocol hebben geratificeerd hieraan goedkeuring hebben geven via ratificatie van de amendementen. Zodra een land ratificeert moet het zich houden aan de afspraken. In België moeten de regionale parlementen en ook het federale parlement dit protocol goedkeuren vooraleer het kan worden geratificeerd.

Ja De bijdrage die MC kan leveren aan het behalen van de nationale emissieplafonds bespreken we in de discipline lucht. Documenten die hier relevant zijn, zijn: - Emissiereductiepro

gramma van het Vlaamse Gewest voor de polluenten SO2, NOx, VOS en NH3 in het kader van de richtlijn 2001/81/EG, Aminal – Cel Lucht

- Evaluatie van het reductiepotentieel voor VOS-emissies naar het compartiment lucht: Diverse sectoren

9

Saneringsplan fijn stof voor de zones met overschrijding in 2003 en aanpak fijn stofproblematiek in Vlaanderen. Plan in uitvoering van de richtlijnen 96/62/EG en 1999/30/EG

23 december 2005

Het Vlaams Stofplan is een intern plan dat is opgesteld om te voldoen aan de verplichtingen van de Europese dochterrichtlijn 99/30 van 22/04/1999 en de Vlarem II-reglementering. Met de uitwerking van dit plan wordt een substantiële bijdrage aan een verlaging van de fijn stofconcentraties in de Vlaamse omgevingslucht en dus een verbetering van de levensomstandigheden van elke Vlaamse burger beoogd.

Ja De mogelijke emissie van fijn stof door MC wordt geëvalueerd in het MER.

9

Mestdecreet en MAP 1 januari 1996 en wijzigingen

Hebben tot doel om het leefmilieu te beschermen tegen verontreinigingen van meststoffen.

Nee Het betreft hier geen landbouwgronden maar een industriële site.

-

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

21

Page 33: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Randvoorwaarde Data Inhoud Relevant

Bespreking relevantie Paragraaf in dit

document Beheerovereenkomsten

10 november 2000 (BS 22 november 2000)

Ministerieel besluit dat beheersovereenkomsten op een landbouwbedrijf regelt.

Nee Het betreft hier geen landbouwuitbating.

-

Aanduiding kwetsbare zones water

14 juni 2002 Met dit besluit neemt de Vlaamse regering maatregelen tegen verontreiniging van meststoffen door VHA zones aan te duiden waarbinnen beperkingen gelden voor de landbouwer die deze gronden gebruikt.

Nee Het betreft hier geen landbouwgebied.

-

Decreet betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat (EPB) EPB-Besluit

7 mei 2004 (BS 30 juli 2004) 11 maart 2005 (BS 17 juni 2005) 22 december 2006 (BS 27 maart 2007)

Het EPB-decreet en het EPB-besluit regelen aan welke isolatie- en energieprestatie-eisen een nieuwe of te verbouwen woning of gebouw moet voldoen. De energieprestatie drukt de mate uit waarin gebouwen energie verbruiken. Behalve aandacht voor het beperken van het energieverbruik, worden in de energieprestatieregelgeving ook ventilatievereisten opgelegd. Voldoende ventilatie is immers van groot belang voor een woning of gebouw met een gezonde binnenlucht. Sinds 2 december is ook het besluit betreffende het energiecertificaat van kracht. Hiermee wordt energieprestatie van een gebouw vastgelegd.

Nee Er worden geen nieuwe kantoorgebouwen gebouwd of oudere kantoorgebouwen verbouwd.

-

Legionellabesluit (Besluit van de Vl.R. betreffende het voorkomen van de veteranenziekte of Legionellose op voor het publiek toegankelijke plaatsen)

9 februari 2007 (B.S. 4 mei 2007) (Herziening van Legionellabesluit van 11 juni 2004)

Dit besluit regelt de preventie van de veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen. Dit besluit legt een beheersplan op voor: -Hoog risico-inrichting/ - matig risico inrichtingen / -koeltorens / - klimaat-regelingssystemen met luchtvochtigheids-behandeling en andere maatregelen voor tandheelkundige units en exposities.

Ja MC heeft 7 koeltorens waarop deze regelgeving van toepassing is.

4

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

22

Page 34: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Randvoorwaarde Data Inhoud Relevant

Bespreking relevantie Paragraaf in dit

document Visiedocument de weg naar een duurzaam geurbeleid

september 2008

In dit visiedocument, met als werktitel ‘De weg naar een duurzaam geurbeleid’, wordt in hoofdlijnen ingegaan op de (beleids)context, beleidshiaten, recente realisaties, visie en potentiële vernieuwende geurbeleidsmaatregelen in Vlaanderen. Bij het ontwikkelen van een vernieuwd geurbeleid, wordt in sterke mate rekening gehouden met volgende uitgangspunten: - de beginselen die als algemene milieubeleidsbeginselen zijn erkend, o.a. - is er hinder, dan dienen maatregelen genomen op basis van BBT zodat de hinder wordt teruggedrongen tot een aanvaardbaar niveau. - proportionaliteit: de te nemen maatregelen staan in verhouding tot de hinder of potentiële hinder - subsidiariteit, maar niet ten koste van de efficiëntie en doeltreffendheid. Sturing en sterke ondersteuning vanuit hogere overheid is noodzakelijk voor een 'moeilijk objectiveerbaar' milieuthema als geurhinder. - preventiebeginsel, standstillbeginsel, aanpak aan de bron

Nee Er worden geen relevante geuremissies verwacht vanwege de activiteiten van MC.

-

Milieubeheerrecht Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu

21 oktober 1997 (BS 10 januari 1998), 23 juli 1998 (BS 10 september 1998) en aanvullingen

Heeft tot doel een verregaande bescherming, ontwikkeling en herstel van het natuurlijke milieu te verwezenlijken. Belangrijk hierbij is het stand-stillprincipe. Tevens voorziet het in een afbakening van een Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en het integraal verwevings- en ondersteunend netwerk (IVON) tussen bestaande grote eenheden natuur (GEN) of te vormen grote eenheden natuur (GENO). Het natuurdecreet legt de voorschriften en geboden in VEN en de Speciale Beschermingszones vast. Tevens regelt dit decreet het soortgericht natuurbeleid (soortenbescherming).

Ja Stand still principe moet overal worden toegepast. In de omgeving van het projectgebied liggen meerdere natuurgebieden. Binnen een straal van 5 km bevindt zich het VEN-gebied de “Slikken en schorren langsheen de Schelde”.

13.2

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

23

Page 35: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Randvoorwaarde Data Inhoud Relevant

Bespreking relevantie Paragraaf in dit

document Vlaamse en/of erkende natuur- of bosreservaten

Art 32 en 33 van natuurdecreet

Natuurgebieden die van belang zijn voor het behoud en ontwikkeling van de natuur of het natuurlijk milieu kunnen door de Vlaamse regering worden aangewezen of erkend als natuurreservaat. Bossen die worden aangewezen worden vanaf de aanwijzing bosreservaat genoemd.

Ja Binnen 5 km liggen de erkende natuurreservaten ‘Galgenschoor – Groot Buitenschoor en de ‘Kuifeend – Grote Kreek’.

13.2

Ramsar gebieden 1971 De Conventie van Ramsar heeft tot doel de bescherming van waterrijke gebieden van internationaal belang. Deze gebieden werden in Vlaanderen omgezet tot speciale beschermingszones voor vogels. Meer info: http://www.wetlands.org/rsis/

Ja Het projectgebied zelf is niet gelegen in een waterrijk gebied van internationaal belang. “Schorren en polders van de beneden Schelde” is wel ingekleurd als Ramsargebied.

13.2

Bosdecreet 13 juni 1990 (BS 28 september 1990)

Regelt het behoud, bescherming, aanleg en beheer van bossen in Vlaanderen; omvat naast bostechnische gegevens ook specifieke verwijzingen naar ecologische en recreatieve functies van een bos.

Nee Het terrein en de omgeving zijn geen bos volgens de definitie van het bosdecreet.

-

Gemeentelijke kapvergunning

Specifieke gemeentelijke verordening betreffende het verwijderen van bomen aanvullend op deze zoals voorzien in Bosdecreet, Stedenbouwkundige regelgeving en Decreet op het natuurbehoud.

Nee Het betreft een bestaand industrieterrein waarop geen bomen gekapt zullen worden.

-

Jachtdecreet 24 juli 1991 (BS 7 september 1991) en aanvullingen

Regelt het verstandig gebruik van wildsoorten ten behoeve van de jacht.

Nee Het betreft een bestaand industrieterrein waarop geen jachtactiviteiten plaatsvinden.

-

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

24

Page 36: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Randvoorwaarde Data Inhoud Relevant

Bespreking relevantie Paragraaf in dit

document Overeenkomst voor de bescherming van vleermuizen als uitvloeisel van de Conventie van Bonn

Conventie werd door België ondertekend op 1 oktober 1990 en op 3 mei 2002 (BS 24 juli) door Vlaanderen bekrachtigd; trad in werking op 2 juni 2003

Deze conventie handelt over de bescherming van migrerende wilde diersoorten, dus bescherming over de grenzen heen. Bepaalt dat het opzettelijk vangen, houden of doden van vleermuizen verboden is. Tevens dienen sites te worden aangeduid en beschermd die belangrijk zijn voor instandhouding van deze dieren (zoals ook voorzien in de Europese habitatrichtlijn 92/43/EEG(21 mei 1992).

Nee In natuurgebieden in de Antwerpse haven zijn vleermuizen aanwezig. Evenwel niet op de site.

-

Bermdecreet 27 juni 1984 Doet aanbevelingen naar bermbeheer in functie van de bescherming van fauna en flora.

Nee Project omvat geen openbare wegen.

-

Provinciaal Natuurontwikkelingsplan van de Provincie Antwerpen (PNOP)

2004 Het Provinciaal Natuurontwikkelingsplan (PNOP) legt de basis voor het toekomstige natuur-, bos-, groen- en landschapsbeleid van de provincie. Het PNOP is opgebouwd uit drie delen: inventaris, beleidsvisie en actieplan. Samen bieden ze een uitgebreide beschrijving van de aanwezige natuur- en landschapswaarden en van de maatregelen die de provincie zal nemen om die te behouden.

Ja Algemeen relevant -

Bescherming landschappen, stads- en dorpsgezichten, monumenten

7 augustus 1931 en Maart 1976 en aanvullingen van recentere datum.

Met het landschapsdecreet is het mogelijk landschappen te beschermen omwille van hun historische, socio-culturele, natuurwetenschappelijke of esthetische waarde. Via de uitvoeringsbesluiten (4 april 2003) wordt het beheer van de beschermde landschappen geregeld.

Ja In het MER geven we aan welke beschermingen in het studiegebied gelegen zijn en of er effecten te verwachten zijn.

14.2

Regionaal landschap Art 54 van decreet op natuurbehoud

Betreft een gebied met landschappelijke waarde en waarrond op initiatief van de provincie een samenwerkingsverband tussen gemeenten wordt opgezet.

Nee Er is geen regionaal landschap in de nabije omgeving van MC gelegen.

-

Decreet erfgoedlandschappen / landschapsatlas

13 februari 2004 (BS 18 maart 2004) voorgesteld op 15 juni 2001

Regelt het behoud van de erfgoedlandschappen. Via dit decreet wordt het behoud van de kenmerken en de waarden van die landschappen via de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen opgelegd. De Landschapsatlas (voorgesteld op 15 juni 2001) geeft een inventaris van de landschappelijke relictgebieden van Vlaanderen en dient als basislijst van erfgoedlandschappen.

Nee MC maakt geen deel uit van een opgenomen aandacht zone.

-

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

25

Page 37: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Randvoorwaarde Data Inhoud Relevant

Bespreking relevantie Paragraaf in dit

document Decreet op het archeologisch patrimonium

30 juni 1993 en 28 februari 2003 (BS 24 maart 2003)

Regelt de bescherming van het archeologisch patrimonium. Vanaf 1 januari 2004 wordt het beheer en beleid van het onroerend erfgoed in Vlaanderen (zowel monumenten, landschappen als archeologie) waargenomen door de Afdeling Monumenten en Landschappen.

Nee Er worden geen werken gepland die het archeologisch patrimonium kunnen schaden.

-

Europese Conventie van Malta

La Valetta 1992 en ontwerpdecreet ingediend op 8 maart 2010

De vertaling naar Vlaamse regelgeving is nog niet gebeurd. Vanuit de Vlaamse Overheid wordt er wel naar gestreefd te handelen ‘in de geest van Malta’. Er wordt hierbij in de eerste plaats gestreefd naar het behoud van de sites in situ, wat een inschakeling van archeologie in de vroegste fasen van de ruimtelijke planning vereist.

Nee -

Beheer open ruimte, ruilverkaveling, landinrichting en natuurinrichting

27 juni 1984 Heeft als doel de open ruimte zodanig in te richten dat alle facetten die in het gebied aanwezig zijn zich volwaardig kunnen ontwikkelen. VLM werd opgericht om deze taak tot landinrichting uit te voeren. Bij een ruilverkaveling ligt de hoofdaandacht op de landbouw, bij een natuurinrichting op het behoud van fauna en flora, steeds rekening houdend met het multifunctioneel buitengebied.

Nee Er zijn geen projecten opgestart voor dit gebied.

-

Decreet integraal waterbeleid

18 juli 2003 (BS 14 november 2003) en aanvullingen

Legt de principes, doelstellingen en structuren vast voor een duurzaam waterbeleid conform de bindende bepalingen van de Europese Kaderrichtlijn Water. Via dit decreet worden een aantal nieuwe instrumenten ingevoerd – zoals de watertoets – die de overheid in staat moeten stellen een effectief beleid inzake integraal waterbeheer te voeren. Het waterbeheer wordt voortaan beschouwd per deelbekken. Vlaanderen werd ingedeeld in 11 rivierbekkens.

Ja Voor MC zal worden geëvalueerd of waterbesparende maatregelen mogelijk zijn.

10, 15

Besluit mbt watertoets 3 november 2006

Dit besluit geeft de lokale, provinciale en gewestelijke overheden, die een vergunning moeten afleveren, richtlijnen voor de toepassing van de watertoets.

Ja Het MER zal de ‘elementen en informatie tot uitvoering van de watertoets’ bevatten.

15

Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid

23 maart 1999 Dit besluit regelt de voorwaarden en de verhoudingen waarin het Gewest bijdraagt bij de bouw en verbetering van openbare riolen. Tevens werden een aantal codes van goede praktijk (herwaardering van grachtenstelsels en hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen) toegevoegd aan de bestaande codes. Het is tevens de basis voor de waterzuiveringsinfrastructuur per zuiveringsgebied.

Nee Het afvalwater van de site van MC wordt afgeleid naar de eigen WZI en daarna geloosd in de Schelde.

-

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

26

Page 38: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Randvoorwaarde Data Inhoud Relevant

Bespreking relevantie Paragraaf in dit

document Regelgeving betreffende vrije vismigratie

26 april 1996 en 18 juli 2003 (BS 14 november 2003)

In de Beschikking van de Benelux Economische Unie (26 april 1996) en in het Decreet Integraal Waterbeleid wordt vooropgesteld dat in alle waterlopen van de hydrografische stroomgebieden van de Benelux vrije migratie van alle vissoorten mogelijk gemaakt wordt tegen begin 2010

Nee De activiteiten van MC veroorzaken geen knelpunten voor vismigratie.

-

Regelgeving inzake polders

KB 3 juni 1957 en 23 januari 1958

Regelt de bevoegdheid van de polders met als doel om het binnendijkse land te behoeden voor overstromingen door de zee, en het instellen van een optimaal peil in functie van het multifunctioneel gebruik van de gronden (eerst gericht op landbouw, nu sedert het decreet integraal waterbeleid meer multifunctioneel).

Nee Gebied valt niet binnen werkingsgebied van een polder of watering.

-

Subsidiebesluit 18 januari 2002 Dit besluit voorziet in de opmaak van een waterhuishoudingsplan per VHA-zone of groep van VHA-zones; de opmaak van dergelijk plan is vereist willen polderbesturen in de toekomst nog subsidies kunnen aanvragen voor bepaalde infrastructurele ingrepen

Nee Gebied valt niet binnen werkingsgebied van een polder of watering.

-

Soortenbesluit 15 mei 2009 Dit besluit is er op gericht een systematische en algemene toelichting te verschaffen bij het ontwerp van besluit van van de Vlaamse Regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer.

Ja

Soortenbeschermings-programma

23 mei 2014 Dit programma heeft betrekking op 51 havenspecifieke beschermde soorten en vormt een totaalpakket van te nemen maatregelen die de instandhouding van deze soorten op het niveau van de functioneel ecologische eenheid tot doel hebben.

Ja In dit MER zal worden nagegaan of soorten die zijn opgenomen in dit programma binnen de invloedssfeer van MC vallen, en zo ja welke maatregelen dienen ondernomen te worden.

13

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

27

Page 39: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

4 BESCHRIJVING VAN HET PROJECT

4.1 REFERENTIESITUATIE

De referentiesituatie zal in het MER worden opgenomen op basis van de huidige vergunde situatie, waarbij gebruik gemaakt zal worden van de reële gegevens van referentiejaar 2015. Deze reële gegevens zullen geëxtrapoleerd worden naar de huidige vergunde situatie.

4.1.1 Infrastructuur

4.1.1.1 Algemeen

De activiteiten van MC liggen, zoals hoger vermeld, in het gebied van de ‘loonverwerking’. Dit houdt in dat het bedrijf haar installaties en knowhow aanbiedt aan klanten om zo specifieke producten te verwerken of aan te maken. Bijgevolg kan er op de site een grote variatie aan aard en hoeveelheid van producten aanwezig zijn, die afhankelijk is van de marktsituatie en stoffen die MC aangeboden krijgt. De productie van eigen chemicaliën met verkoopsdoeleinden ging in 2010 van start. De site voert haar productie- en verwerkingsactiviteiten uit in 10 destillatiekolommen, en 3 reactoren. De huidig vergunde capaciteit bedraagt 177.500 ton/jaar. Het merendeel van de terreinoppervlakte wordt ingenomen door tankenparken ter opslag van vloeistoffen onder atmosferische druk. Tien van deze tankenparken fungeren als productopslagplaats en één tankpark wordt ingezet voor utilities. Verder is de site in het bezit van een vaten-opslagplaats in open lucht. Tankwagens, treinwagons en schepen verzorgen de aan- en afvoer van behandelde producten. Elk tankpark is voorzien van een verladingsinstallatie voor tankwagens, maar er is slechts één verladingsplaats voor treinwagons. Deze is gelegen nabij de oostelijke bedrijfsgrens. Schepen kunnen gelost worden aan de steiger, op de Schelde, ter hoogte van de noordelijke bedrijfsgrens. Volgende installaties en voorzieningen zijn aanwezig op het bedrijfsterrein: • proceseenheden; • opslagplaatsen; • laad- en losplaatsen; • procesondersteunende installaties; en • algemene diensten en neveninrichtingen.

4.1.2 Proceseenheden

MC maakt in Kallo gebruik van 10 destillatiekolommen en 3 reactoren.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609 28

Page 40: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

De destillatiekolommen fungeren als scheidingsmechanisme om productmengsels om te zetten naar zuivere componenten. De kolommen worden onafhankelijk van elkaar ingezet. De uitrusting van deze installaties is zeer gelijkaardig. Verschillen bestaan op het vlak van dimensionering, materiaalsoort (roestvrij of koolstofstaal), temperatuurbereik (stoom of thermische olie), scheidingsvermogen (aantal schotels of pakkingen) en bedrijfsvoering (vacuüm, atmosferisch of onder druk). Het hoofdgebruik van mengvaten ligt in het uitvoeren van welbepaalde chemische reacties (voornamelijk veresteringen en hydrolyses). Ze zijn eveneens uitgerust ter uitvoering van destillaties, om een eerste scheiding van grondstoffen en eindproducten door te voeren. Met dit doel voor ogen zijn op de mengvaten kleine destillatiekolommen geïnstalleerd. De reactorinstallatie (R115) creeërt de juiste omgeving om reacties bij hoge druk (± 25 bar) uit te voeren. In tegenstelling tot de mengvaten is de reactorinstallatie niet voorzien van een eigen destillatiekolom. De aflopen worden rechtstreeks verbonden met bestaande kolommen om de scheiding van grondstoffen en eindproduct te realiseren. Tabel 4.1 geeft een overzicht van de besproken installaties.

Tabel 4.1 Overzicht procesinstallaties

Installatie Type Datum inbedrijfname 100 Kolom 1980 101 Kolom 1999 102 Kolom 1994 103 Reactor 1972 104 Kolom 2001 106 Kolom 1979 108 Kolom 1994 110 Kolom 1986 112 Kolom 1990 113 Reactor 1990 114 Kolom 1997

114A Kolom 1999 114B Kolom 2000 115 Reactor 2001

De ligging van deze installaties is weergegeven in Figuur 4.1. Ze bevinden zich allen tussen bedrijfsinterne straat 1 en 2.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609 29

Page 41: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Figuur 4.1 Ligging procesinstallaties

Noot: Binnen dit gebied bevinden zich 2 tankenparken, nl. tankenpark 8 behorend bij K108 en tankenpark 9. Tankenpark 9 werd reeds in 2004 buiten dienst gesteld. Ondertussen werden 8 tanks verwijderd (T905 tot en met 912). Tanks 901 tot en met 904 worden nog slechts af en toe gebruikt, en dan enkel voor de tussentijdse opslag van deminwater. Dit tankenpark wordt daarom niet verder behandeld in deze Kennisgeving. Drie tanks van Tankenpark 8 werden omgebouwd tot wasinstallaties(zie beschrijving dimerisatieproces) en zijn dientengevolge geen opslag- maar procesinstallaties. Tabel 4.2 vat de milieurelevante aspecten bij de Proceseenheden samen.

Tabel 4.2 Milieurelevante aspecten bij de Proceseenheden

Proceseenheden

Lucht Fugitieve emissies aan reactoren en kolommen Fugitieve emissies aan leidingwerk

Water Geen significante afvalwaterproductie Bodem en Grondwater Risico op bodemverontreiniging enkel bij incidenten Geluid en trillingen Diverse geluidsbronnen

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609 30

Page 42: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

4.1.2.1 Opslag en verlading

4.1.2.1.1 Opslag Tankenparken Het merendeel van het terrein wordt ingenomen door opslagcapaciteit in de vorm van tankenparken. 10 parken (149 tanks) zijn ingezet voor productopslag en 1 voor nutsvoorzieningen. De meeste tanks worden bedreven op een druk van 2 mbar, een aantal tanks zijn atmosferisch en sommige zijn bedreven op hoge druk (tussen 40 en 50 mbar) en van het type “vast dak”. Qua bodem hebben ze ofwel een platte onderkant, ofwel staan ze op poten en zijn ze voorzien van een conische onderkant. Omwille van de loonverwerkingsactiviteit heerst er een grote variatie aan opgeslagen producten en hoeveelheden per tank en tankenpark. Een precieze beschrijving van de opgeslagen stoffen in tankenpark 1-7, 12 en 14 is bijgevolg niet mogelijk, voor het tankenpark nutsvoorzieningen is dit wel mogelijk. Dit park bestaat uit 7 bovengrondse, enkelwandige tanks, zoals weergegeven in Tabel 4.3.

Tabel 4.3 Tankenpark nutsvoorzieningen

Tank Inhoud W1 Bedrijfswater W2

Deminwater W3 W022 W023 Onthard water W025 Huisbrandolie W031 Pekelwater

Ter verwarming van het bureelgebouw staat aan de noordzijde van het sociaal gebouw een 17 m³ enkelwandige tank met huisbrandolie opgesteld. Deze is voorzien van een betonnen inkuiping. Tabel 4.4 geeft een overzicht van de tankenparken.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609 31

Page 43: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Tabel 4.4 Overzicht tankenparken

Tankenpark Bouwjaar Inkuiping Aantal tanks Tankopslagcapaciteit

L x B (m)1 Volume2 Koolstof Inox Totaal Koolstof Inox Totaal Nutsvoorziening 1972**

23 x 12 Opstaande rand

van 0,5m 5 0 5 580 0 580

1 1972* 57 x 56 3478 12 2 14 8400 800 9200 2 1972/1975* 46 x 39 1481 30 8 38 1680 400 2080 3 1972* 58 x 47 3537 10 2 12 6100 800 6900 4 1976/1978/

1983/1990* 80 x 60 7908 17 0 17 15750 0 15750

5 1979* 47 x 31 1407 0 16 16 0 2720 2720 6 1980/2000 46 x 29 699 15 0 15 1200 0 1200 7 2000 51 x 48 3795 0 12 12 0 7860 7860

8*** 1979/1996 18 x 16 192 0 3 3 0 130 130 12 1990* 79 x 40 4254 0 18 18 0 8800 8800 14 1997 37 x 36 2114 2 2 4 2000 2000 4000

TOTAAL 91 63 154 35710 23510 59220 * Bestaande tankenparken volgens Vlarem (daterend van voor 1993) die niet moeten voldoen aan de voorschriften inzake de bouw en vloeistofdichtheid

van de inkuiping. (zie Vlarem art. 5.17.4.3.19 §5, 2°) ** Het originele tankenpark voor stookolie werd afgebouwd ten voordele van aardgas, Hierdoor werd tank 021 verwijderd in 2011 en tank 022 en 023

leeggemaakt en gereinigd. Enkel tank 025 blijft behouden en gevuld met gasolie als backup brandstof voor aardgas. Tank W3 bevat enkel deminwater. *** In tankenpark 8 worden de bestaande tanks omgebouwd tot wasinstallaties (proces). Toch wordt de opslagcapaciteit hiervan mee vermeld, omdat de

inrichting de mogelijkheid wenst te behouden deze tanks later alsnog terug om te bouwen naar opslagtanks 1 Afgerond (niet alle tankenparken zijn volledig rechthoekig) 2 In m³ na aftrek van sokkels en obstakels (met inbegrip van alle tankvolumes tot op de hoogte van de muur)

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

32

Page 44: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

TEAL-opslag TEAL (triethyl-aluminium) wordt aangeleverd in verplaatsbare cilinders (1.6 m³). De opslag gebeurt in een installatie bestaande uit de TEAL-containers, een vaatje met minerale olie, een “seal” vaatje, een afvalvaatje en automatisch werkende afsluiters. De doseervaten zijn overdekt opgesteld, om de hevige reactie van TEAL met water te vermijden. Er is een geïsoleerde afwateringsgoot aanwezig om het product, in geval van lek, veilig te kunnen afvoeren. De katalysatordosering gebeurt onder stikstofdruk. Het debiet wordt bepaald door weging van de containers met weegcellen en een debietmeting naar de reactor. Vatenopslag De vatenopslag heeft plaats in open lucht en is voorzien van een betonnen vloer (46 x 30 m) met opstaande rand. De opvangcapaciteit van deze inkuiping bedraagt 630 m³. De maximale opslagcapaciteit bedraagt 3.000 vaten van 210 l of 630 containers van 1.000 l. Om de mogelijkheid te hebben producten met verschillende gevaarssymbolen gescheiden op te slagen zijn er deelcompartimenten gecreeërd, waarvan een deel overdekt is. Drie types producten worden hier opgeslagen: • Producten afkomstig van opkuis- en reinigingsactiviteiten en

geïdentificeerd als afval dat tijdelijk wordt opgeslagen voorafgaand aan definitieve vernietiging;

• Vloeibare producten, afkomstig van voorpompingen, afvullingen en/of overschotten in beperkte hoeveelheden waarvan het productengamma parallel loopt met de producten die in productie aanwezig zijn; en

• Producten die in de processen worden ingezet als katalysator, inhibitor, stabilisator, e.d. (bijv. natriumboorhydride, natriummethylaat, waterstofperoxide (30%), methaansulfonzuur, citroenzuur, e.d.) en die in kleinere hoeveelheden worden opgeslagen.

Laad- en losplaatsen MC heeft 11 installaties in gebruik voor het laden en lossen van grondstoffen en afgewerkte producten: • 9 installaties voor tankwagens :

• 1 aan tankenpark 1 • 1 aan tankenpark 2 • 1 aan tankenpark 3 • 1 aan tankenpark 4 • 1 aan tankenpark 5 • 1 aan tankenpark 6 • 1 aan tankenpark 7 • 1 aan tankenpark 12

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

33

Page 45: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

• 1 aan tankenpark 14 • 1 installatie voor spoorwagons; en • 1 installatie voor schepen (Scheldesteiger).

4.1.2.2 Verlading tankwagens

De vloer van de laad- en losplaatsen is komvormig uitgevoerd in vloeistofdicht beton met op de diepste plaats een rioolrooster. De pompinfrastructuur is beschermd tegen mogelijke beschadigingen tengevolge van verkeerde rijmanoeuvers door de truckbestuurders. De laad- en losplaatsen aan Tankenpark 1, 3, 4, 6, 7, 12 en 14 zijn voorzien voor onderbelading. De verlading (aan- en loskoppelen) geschiedt steeds in aanwezigheid van twee opgeleide personen (1 tankwagenbestuurder en 1 personeelslid van MC).

4.1.2.3 Verlading spoorwagons

De verladingsplaats voor spoorwagons is gelijktijdig aangelegd met de eerste productie-installaties in 1972. Later werd een weegbrug aangelegd die ook dienst kan doen als opvang voor lekken met een capaciteit van 35 m³. Gedurende een periode van doorgaans 1 week voorafgaand aan de eigenlijke verlading kunnen de wagons blijven staan op het bedrijfsspoor. Hier is echter geen opvang aanwezig voor uitstromingen. Het verladen van spoorwagons (30-90m³) wordt uitgevoerd met een verladingspomp van de aangesloten tankenparken of met stikstofdruk. Elke belading wordt beveiligd door een overvul- en drukmeting die een EBV (Emergency Block Valve) aanstuurt. Voor elke belading wordt de vooropgestelde verladingsleiding geselecteerd en een volledige (automatische) test uitgevoerd op de werking van deze beveiliging. Daarna wordt de gewenste hoeveelheid ingegeven (teller) en kan de belading starten. Via een flexibele verbinding wordt de spoorwagon gekoppeld aan het gasriool om de overdruk en productdampen af te voeren naar de naverbrander.

4.1.2.4 Verlading schepen

De steiger werd aangelegd in de zelfde periode als de verladingsplaats voor spoorwagons en met de opstart van de eerste productie. Deze steiger bestaat uit een toegangsbrug van 3 m breedte en 172,5 m lengte die rivier-waarts leidt tot de kop van de steiger waar zich een losplatform bevindt van 10 m op 6 m. De vloer op de toegangsbrug bestaat uit houten bils en op het losplatform uit aan elkaar gelaste metalen platen. De grootte van de steigerkop laat toe dat er slechts 1 schip kan aanmeren en laden of lossen. Op het losplatform zijn twee roestvrij stalen laadarmen geplaatst ter aankoppeling van de schepen met de transfertleidingen (inox of koolstofstaal).

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

34

Page 46: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Deze laadarmen kunnen de op- en neergaande beweging van het schip volgen en zijn beide uitgerust met een automatische ontkoppeling bij calamiteiten. Van het bedrijfsterrein naar de steiger lopen de volgende leidingen op een leidingbrug: • 3 productleidingen (M1, M2 en M3); • 1 gasretourleiding; • 1 stoomleiding (4 bar); • 1 stikstofleiding; • 1 waterleiding; • 1 afvalwatereffluentleiding; en • 2 leidingen voor het beladen van schepen, zgn. voorpompleidingen (1 in

roestvast staal en 1 in koolstofstaal). Al deze leidingen zijn opgebouwd uit buizen die met elkaar verbonden zijn door stompe lassen volgens het elektrisch lasproces. Alle leidingen zijn bovengronds aangelegd en geaard. Onderaan de scheepsbrug is een opvangbak aangebracht teneinde eventuele vloeistoflekken op te vangen. Deze bak heeft een opvangcapaciteit van 2 m³. Het opgevangen regenwater loopt rechtstreeks in de Schelde. Door het omschakelen van een ventiel wordt deze afvoer evenwel afgesloten, zodat productlekken opgevangen worden. De metalen steiger is zelf ook voorzien van een opstaande rand en beschikt zodoende over een additionele opvangcapaciteit (ca. 3 m³). De verlading van schepen wordt uitgevoerd met minimaal twee personen van het shiftpersoneel van MC. De eerste is permanent aanwezig op de steiger, de tweede op het bedrijfsterrein. Beiden staan met elkaar in verbinding via een portofoon. Het laden van een schip gebeurt met een verladingspomp die aan het tankenpark is opgesteld. Het lossen van een schip kan uitsluitend gebeuren met een pomp van het schip zelf (er zijn geen pompen op de steiger aanwezig). Het maximale pompdebiet is meestal beperkt tot 200 – 250 m³/u. Tabel 4.5 vat de verladingskarakteristieken samen op jaarbasis.

Tabel 4.5 Verladingskarakteristieken

Transportmodi 2015 Aantal Volume (ton)

Weg (tankwagen) 6.070 136.643 Water (schip) 223 159.848 Spoor (wagon) 753 44.867 TOTAAL 341.358

Tabel 4.6 vat de milieurelevante aspecten bij de opslag en verlading samen.

Tabel 4.6 Milieurelevante aspecten bij de opslag en verlading

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

35

Page 47: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Opslag en verlading

Lucht Adem- en verladingsemissies aan opslagtanks Fugitieve emissies aan leidingwerk en compressoren

Water Afvalwater van onderhoud en wassen siloparken Bodem en Grondwater Risico op bodemverontreiniging enkel bij incidenten Geluid en trillingen Diverse geluidsbronnen

4.1.2.5 Ondersteunende installaties en nutsvoorzieningen

4.1.2.5.1 Stoom Stoom wordt gebruikt voor de verwarming van een aantal productie-installaties, alsook voor de verwarming van tanks, stoomtracing en voor de reiniging van installaties en tanks. De stoomproductie gebeurt in twee stoomketels (bedrijfsintern aangeduid met de benamingen “LOOS 1” en “LOOS 2”) en een naverbrander. Deze laatste verbrandt diverse restgassen van tankemissies en reiniging alsook spoelvloeistoffen van de reiniging met aardgas als basisbrandstof. De emissies worden met lucht omgezet tot H2O en CO2. De vrijkomende energie wordt gerecupereerd voor stoomproductie. Tabel 4.7 vat de voornaamste karakteristieken van de ketels en naverbrander samen.

Tabel 4.7 Technische specificaties stoomketels en naverbrander

Ketel Stoomcapaciteit (ton/u)

Therm. vermogen (MW)

Max. druk (bar)

Voeding

I 18 12,7 16 Aardgas (tijdelijke omschakeling op

huisbrandolie mogelijk) II 28 18,4 25,5 Aardgas III 1 4,27 12 Aardgas

Beide stoomketels en de naverbrander hebben een aparte schouw. Stoom wordt verbruikt op 4, 12 en 22 bar. De 22 bar stoom wordt gebruikt om de producten te verwarmen, terwijl de 12 bar stoom aangewend wordt in de vacuüminstallaties. De 4 bar stoom tenslotte dient voor de verwarming van de gebouwen en voor de stoomtracing. Het condensaat wordt, indien het technisch mogelijk is, teruggeleid. In praktijk is dit 50 - 60 % van het condensaat. Voor de bereiding van het ketelvoedingswater werd begin 2005 een nieuwe RO-installatie geplaatst (Reverse Osmose) met een capaciteit tot 28 m³/u (maximaal).

4.1.2.5.2 Thermische olie De meeste productie-installaties worden verwarmd met thermische olie omdat hierbij hogere temperaturen kunnen bereikt worden dan met stoom. (± 320°C i.p.v. 230°C). Thermische olie wordt niet voor andere doeleinden aangewend. De opwarming van deze olie gebeurt in een nieuwe thermische olie-oven (in bedrijf sedert april 2010) met een vermogen van 11,3 MW. Deze oven wordt gevoed met aardgas en heeft een eigen schouw. Om het aardgasverbruik te ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

36

Page 48: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

reduceren wordt in de voorverwarmings-sectie (economiser) de verbrandingslucht (die via een ventilator uit de omgeving wordt aangezogen) voorverwarmd met de rookgassen. De exotherme verbrandings-warmte van de aardgasverbranding wordt aangewend om de thermische olie (die zich in de buizen van de oven bevindt) op te warmen. De warme olie verlaat de oven bij ca. 295 °C (standaard setting bij MC) en wordt door toedoen van de primaire thermische-olie pomp naar de warme verdeler gepompt. Er zijn twee primaire pompen voorhanden: • 1 pomp in bedrijf; en • 1 pomp die kan gestart worden ingeval van problemen met de andere

pomp. Vanuit de warme verdeler wordt de thermische olie ter beschikking gesteld voor de kolommen met een thermische-olieverdamper (8). De warme olie wordt met behulp van de secundaire thermische-oliepomp (iedere verdamper heeft een eigen secundaire pomp) van de warme verdeler naar de desbetreffende verdamper gepompt. In de verdamper geeft de warme olie warmte af aan de vloeistof in de bodem van de kolom. Zodoende wordt een deel van de vloeistof verdampt en stijgt de damp naar boven in de kolom (reboiler-principe). Na afgifte van de warmte verlaat de thermische olie de verdamper bij een lagere temperatuur. Deze ‘koude’ olie gaat vervolgens naar de koude verdeler (die bij een temperatuur van ca. 270 °C opereert). Van hieruit zal de primaire oliepomp de olie terug over de oven sturen zodat deze terug naar 295 °C kan worden verwarmd. De warme en koude verdelers zijn verbonden met een expansievat van 20 m³. Dit vat vangt de drukschommelingen op die ontstaan door thermische uitzetting (bij verwarming) of inkrimping (bij afkoeling) van de thermische olie in het leidingensysteem. Dit vat wordt onder stikstofafdekking bedreven omwille van het brandgevaar dat gepaard gaat met warme thermische olie.

4.1.2.5.3 Vacuümsystemen Bij MC worden de meeste destillaties uitgevoerd onder vacuüm. Dit gebeurt teneinde de vereiste kooktemperatuur van het betrokken productmengsel te verlagen zodat minder energie dient toegevoegd te worden aan het proces. Hiervoor heeft bijna elke installatie een dubbel systeem ter beschikking. Dit zijn zowel vacuümpompen (drooglopende en watergekoelde) als stoomstralers. Deze stoomstralers en de watergekoelde vacuümpompen verbruiken een bepaalde hoeveelheid water (respectievelijk 0,2 m³/u en 2,5 m³/u) dat in de riolering terecht komt. Er zijn ook enkele drooglopende vacuümpompen in bedrijf die geen water verbruiken.

4.1.2.5.4 Koelsystemen Er zijn diverse gesloten koelsystemen. Het koelmedium voor de nakoeling van de kolomaflopen en vacuümstralers in de installaties is altijd koelwater. Het ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

37

Page 49: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

opgewarmde koelwater wordt vervolgens in de koeltoren afgekoeld met (ander) koelwater of met luchtventilatoren. Deze koeltorens zijn onderworpen aan een Legionella-beheersprogramma.

4.1.2.5.5 Bedrijfswater Op het bedrijfsterrein staat een voorraadtank voor bedrijfswater van 800 m³. Het verbruikte water wordt automatisch uit het stadswaternet aangevuld. Het maximale verbruik aan bedrijfswater is 30-35 m³/u. Het bedrijfswaternet wordt voortdurend op een druk van 7 bar gehouden. Dit water wordt gebruikt voor: • tankreiniging; • aanmaak van stoom; • labo; • deminwater (koelers) en stoom; • bijkomende koelers; • nooddouches; • vacuümsystemen; en • algemene doeleinden. Het afvoeren van vervuild bedrijfswater gebeurt via olie-afscheiders en de waterzuiveringsinstallatie.

4.1.2.5.6 Riolering MC beschikt over twee rioleringsstelsels, voor het laagbelast afvalwater en voor het hoogbelast afvalwater. Het laagbelast afvalwater is afkomstig van de straten en van de inkuipingen van de tankparken. Het hoogbelast water is afkomstig van de productiezones en van de verladingsplaatsen. Beide waterstromen worden apart naar de waterzuivering gebracht, en daar ook apart in twee verschillende buffertanks opgeslagen (hoogbelast in tank 026; laagbelast in tank 027). Door deze scheiding van beide stromen kan het hoogbelast afvalwater gedoseerd worden naar de afvalwaterzuivering in functie van de werking van de afvalzuivering en de belasting van het afvalwater. Het laagbelaste rioolstelsel is de oorspronkelijke ondergrondse riool met een doorstromingscapaciteit van meer dan 50 m³/uur en bestaat uit gelaste polyethyleenbuizen. Ze staat steeds vol met water zodat geen gasophoping kan optreden om rioolexplosies te voorkomen ("verdronken rioleringen"). Op strategische plaatsen zijn hier olie-afscheiders voorzien om olie en lichte onoplosbare organische stoffen uit het afvalwater te verwijderen. Deze worden wekelijks gecontroleerd en, indien nodig, met een zuigwagen geledigd. Het hoogebelaste rioolstelsel bestaat uit een aantal pompputten die het afvalwater van de proces- en verladingsgebieden verzamelen en verpompen via een bovengronds buizenstelsel naar tank 026. In januari 2004 is buffertank 029 in bedrijf genomen. Deze tank functioneert als fasenafscheider om de ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

38

Page 50: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

waterfase en de organische fase in het bovengronds rioolstelsel van elkaar te scheiden. Bij de gebouwen (burelen, refter, sanitaire installaties, labo e.d.) zijn septische putten ingebouwd.

4.1.2.5.7 Waterzuivering In de noordoosthoek van het terrein bevinden zich de waterzuiveringsinstallaties en de buffertanks 026, 027 en 029. Bij de waterzuiveringsinstallatie bevinden zich enkele tanks die gebruikt worden voor de opslag van hulpstoffen. Het betreft met name: • Zwavelzuur (96%) voor de neutralisatie van (te) basische

afvalwaterstromen; • Fosforzuur ( 75%) als fosforbron voor het actief slib in de

beluchtingsbekkens; en • Uresol (verdunde ureumoplossing 40%) als stikstofbron voor het actief slib

in de beluchtingsbekkens. Onderstaande Tabel 4.8 geeft een samenvattend overzicht van deze tanks.

Tabel 4.8 Opslagtanks bij de waterzuiveringsinstallatie

Tank nr. Product Inhoud (m³) Uitvoering 620-353 Fosforzuur 5 Liggende tank 620-354 Zwavelzuur 5 Liggende tank 620-356 Uresol 20 Liggende tank

Vanuit de buffertanks doorloopt het afvalwater gravitair de volledige zuiveringsinstallatie. Eerst komt het afvalwater in het neutralisatiebekken waar de pH op de ingestelde waarde gehouden wordt (pH 7,0 – 9,0) d.m.v. dosering met NaOH of H2SO4. In dit bekken worden ook voedingsstoffen (ureum, fosforzuur) toegevoegd. Deze stoffen bevatten stikstof en fosfor die noodzakelijk zijn voor de goede werking van het actief-slib proces. Na de neutralisatie wordt het afvalwater biologisch behandeld in een 3-traps actief-slib systeem. Twee rechthoekige beluchtingsbekkens met een nuttige inhoud van 500 m³/bekken én een cirkelvormig beluchtingsbekken (600 m³) vormen samen de drie-trapsbiologie. De biologie is een conventioneel laag belast actief-slib systeem met een bellenbeluchting. Per trap is een compressor voorzien die de nodige zuurstof kan leveren, en een zuurstofmeting. Vanuit de derde beluchtingstank stroomt het afvalwater naar een membraaneenheid waar het actief-slib d.m.v. membraantechnologie afgescheiden wordt van het gezuiverde afvalwater. Het slibvrije water loopt vervolgens over naar een derde pompput van waaruit het naar een buffertank (030 met een volume van 3.000m³) gepompt wordt. Deze tank doet tevens dienst als bluswatertank. Van hieruit loopt het gezuiverde afvalwater gravitair af naar de Schelde via een electromagnetische flowmeting, alsook pH en temperatuurmeting.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

39

Page 51: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Het afvalwater/slib-mengsel wordt d.m.v. een pomp gecirculeerd over de beluchtingsbekkens. Het overschotslib (spuislib) wordt statisch ingedikt in twee slibbekkens met elk een inhoud van 115 m³. Na reiniging wordt het effluent door een derde pomp naar de Schelde gepompt. In abnormale omstandigheden (zoals bv. het dichtkomen van de olie-afscheider, te grote watertoevoer, ...) wordt het afvalwater van het ondergronds rioolstelsel naar een noodtank 028 met een inhoud van 450 m³ gepompt.

4.1.2.5.8 Elektriciteit Over twee onafhankelijke invoerleidingen wordt de elektrische energie van 15 kV aangevoerd. Door middel van meerdere transformatoren wordt een spanning van 400/230 volt verkregen. De laagspanningsverdeling over de verschillende stroomverbruikers gebeurt in transfostation I, II en III. Er is tevens een noodstroomverzorging d.m.v. batterijen voor de procescomputer en een automatisch startende dieselgenerator die de volgende gebouwen/systemen voorziet van elektriciteit: • controlekamer (waar ook de procescomputer staat); • kantoorgebouw (waar ook de centrale computer staat); • laboratorium; • keuken; en • EBV’s (Emergency Block Valves – mechanische overvulbeveiliging).

4.1.2.5.9 Perslucht Perslucht wordt geproduceerd met behulp van een moderne luchtgekoelde olie-vrije compressor. Lucht wordt op 7 bar gebracht, gedroogd en vervolgens via een 10 m³ buffervat verdeeld over het persluchtnet dat uitsluitend dienst doet voor de sturing van de procesinstrumentatie.

4.1.2.5.10 Stikstof In 2004 werd beslist om voor de stikstoftoevoer aan te sluiten op het industrieel pijpleidingsnetwerk van Praxair. Hiertoe werd een reduceerstation gebouwd (door Praxair) ter hoogte van de zuidelijke perceelsgrens waarbij de aanvoerdruk (25-30 bar) gereduceerd wordt naar 6 bar. De gasvormige stikstofverdeling gebeurt voor de hele fabriek door buizenleidingen. Stikstof wordt aangewend voor tankwagenbeladingen, het leegdrukken van leidingen, bij het verbreken van het vacuüm, het afdekken van tanks, alsook voor eventuele brandblusdoeleinden (in kolom of tank).

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

40

Page 52: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

4.1.2.5.11 Aardgas De voeding van de stoomketels, thermische olie-oven en de basisbrandstof voor de naverbrander voor de procesemissies is aardgas. Deze wordt geleverd met een ondergrondse gasleiding (diameter 150 mm) op een druk van ± 66 barg, die wordt gereduceerd tot een verbruiksdruk van ± 2 barg in het gasreduceerstation. Voor de veiligheid wordt in het gasreduceerstation permanent een hoeveelheid mercaptaan toegevoegd om eventuele lekken snel te kunnen ontdekken. Tabel 4.9 vat de milieurelevante aspecten voor de ondersteunende installaties en nutsvoorzieningen samen.

Tabel 4.9 Milieurelevante aspecten bij de ondersteunende installaties en nutsvoorzieningen

Ondersteunende installaties en nutsvoorzieningen

Lucht Atmosferische emissies ten gevolge van de stoomketels en naverbrander. Fugitieve emissies aan leidingwerk

Water Spui van koeltorens, afvalwater van de WZI Bodem en Grondwater Risico op bodemverontreiniging enkel bij incidenten Geluid en trillingen Diverse geluidsbronnen

4.1.3 Productieprocessen

Zoals al vermeld in paragraaf 4.1.1 produceert de firma MC voornamelijk in opdracht van grote chemische bedrijven en doet hierbij aan zogenaamde “loonverwerking” of “custom processing”. Vóór een verwerking aanvaard wordt, gaat MC na of deze verwerking haalbaar is. De verwerking moet uiteraard technisch realiseerbaar zijn, maar moet ook mogelijk zijn binnen de vergunning van MC en mag geen problemen veroorzaken voor o.m. veiligheid, luchtemissies en afvalwaterverwerking. Om deze redenen wordt sinds enige tijd bvb. de verwerkingen van gechloreerde producten geweigerd. De verwerking verloopt in campagnes die in duurtijd variëren van enkele dagen tot een geheel jaar. De meeste producten komen geregeld terug, maar ook éénmalige campagnes komen voor. Het gevolg is dat het aanwezige productengamma op het bedrijfsterrein een grote variatie in hoeveelheid en aard vertoont.

4.1.3.1 Reacties

De voornaamste door MC toegepaste technieken zijn: • Verestering/omestering; • Hydrolyse; • Dimerisatie; • Isomerisatie; • Additie; en ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

41

Page 53: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

• Destillatie. Hieronder worden de verschillende reactie kort besproken.

4.1.3.1.1 Verestering De veresteringsreactie is energieneutraal en van de vorm:

Zuur + Alcohol --> Ester + Water Dit type proces wordt uitgevoerd tussen 100°C-280°C onder een druk van 0 – 22 bar, met gebruik van organometaal katalysatoren. Basisproducten bereiken het mengvat via pompen en worden verwarmt ten einde de verestering met behulp van de katalysator te vervolledigen. Waterafscheiding gebeurt door middel van de condensor. Het ruwe ester verlaat het vat via de bodem en wordt in de destillatie-eenheid in fracties gescheiden.

4.1.3.1.2 Hydrolyse Een hydrolyse is in principe een omgekeerde verestering en heeft bijgevolg als vorm:

Ester + Water --> Zuur + Alcohol MC zet voornamelijk vetzuurmethylesters om naar de respectievelijke zuren. De voorbije jaren werd dit type reactie voortdurende, systematisch geoptimaliseerd. Het betreft een neutraal proces dat wordt uitgevoerd bij drukken van 1-25 bar en 100°C-280°C.

4.1.3.1.3 Dimerisatie Het doel van deze reactie is de productie van “VD16” (C16-vinylideen, een isomeer van hexadeceen) door dimerisatie van 1-octeen. Dit proces is exotherm en heeft plaats bij ca. 200°C en 2,5 barg. De reactie heeft plaats in mengvat R113 met triethyl-aluminium (TEAL) als katalysator. Het product wordt naar de basische wassectie geleid met gebruik van een 25% NaOH oplossing. De wassing gebeurt in tanks 800, 801 en 802. Hier worden de aluminiumalkyls verwijderd uit de KWS-productstroom en omgezet tot paraffines en natriumaluminaat. De KWS-productstroom wordt finaal naar een destillatiekolom gepompt voor scheiding van de C8- en C16-fracties.

4.1.3.1.4 Isomerisatie Deze reactie beoogt interne veranderingen in moleculen waarbij een isomeer ontstaat. MC beperkt zich hierin tot het verplaatsen van de dubbele binding binnen een molecule.

4.1.3.1.5 Additie In deze reactie wordt er uit twee afzonderlijke moleculen één nieuwe molecule gevormd.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

42

Page 54: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

4.1.3.1.6 Destillatie In Figuur 4.2 wordt een overzicht gegeven van het destillatieproces.

Figuur 4.2 Algemeen schema van het destillatieproces

Alvorens een destillatieproces te starten, wordt een vacuümtest uitgevoerd. Het doel van deze test is na te gaan of er lekken zijn. Na deze test worden de voor het proces voorziene tanks aangesloten en de kolom bedrijfsklaar gemaakt voor productie. Het ruwe product wordt via een warmtewisselaar naar de kolom gepompt. Tijdens deze handelingen worden de temperatuur en het debiet (0-15 ton/uur) gemeten. De energie voor de warmtewisselaar kan afkomstig zijn van de koeling van het bodemproduct of een zijdeafloop van de kolom. De voeding van de kolom kan meestal op verschillende hoogtes (lees: schotels/pakkingen) gebeuren. Dit is afhankelijk van de productkarakteristieken. Alle kolommen beschikken onderaan over een verdamper. Hier wordt energie toegevoegd onder de vorm van stoom of verwarmde thermische olie. Dit gebeurt op indirecte wijze, d.w.z. dat er geen direct contact is tussen product en energiedrager. De top van de kolom is verbonden met een condensor. Deze maakt gebruik van koelwater of lucht en staat in verbinding met het vacuümsysteem. De refluxen kunnen in functie van de noodzaak al dan niet

K O L O M

VERDAMPER

VOORVERWARMING

OPSLAGTANK

AANVOER

VACUUM

FAZENSEPARATOR

REFLUX

ZIJAFLOPEN

BODEMPRODUKT

KOELING

BODEM

Z IJDE

KOP

VERWAR MING

V O E D N G

CONDENSOR

I

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

43

Page 55: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

door een fasenscheider stromen. Dit is een scheiding tussen verschillende fasen, bv. organische - waterfase. Meestal zijn er verschillende zij-aflopen aan de kolommen voorzien. De afgescheiden producten worden gekoeld en naar het bijbehorende tankpark verpompt. Ook het residu en het topproduct worden naar een tankpark gepompt. Mengvaten en reactor Alvorens een mengvat of reactor te vullen, voert men eerst een vacuümtest uit. Het doel van deze test is eveneens mogelijke lekken op te sporen voordat de installatie gevuld wordt. Als de vacuümtest goed is, wordt het mengvat of de reactor gevuld met de verschillende ingangsproducten en eventueel met de aangepaste katalysatoren. Dit mengsel wordt gehomogeniseerd door het rond te pompen. Vervolgens of gelijktijdig wordt het mengvat of de reactor opgewarmd tot een bepaalde temperatuur. De reactie komt nu op gang en meestal wordt 1 van de reactieproducten er uit gedestilleerd. Na afloop van de reactie wordt de inhoud gekoeld en afgepompt. Voor elke reactie is een eenduidig reactievoorschrift ter beschikking. Hierin staat steeds de nodige informatie over de ingangsproducten, de reactieproducten en een gedetailleerde werkwijze.

4.1.3.2 Materiaalstromen tot 2015

Tabel 4.10 geeft een overzicht van de verwerkingsgegevens tussen 2000-2015.

Tabel 4.10 Verwerkingsgegevens 2000-2015

Jaar Productie (ton) 2000 110.196 2001 101.541 2002 119.138 2003 95.137 2004 131.369 2005 122.250 2006 154.447 2007 160.588 2008 140.216 2009 102.297 2010 133.032 2011 123.369 2012 133.261 2013 156.894 2014 145.120 2015 154.079

Het betreft de productie van een scala aan stoffen. Tabel 4.11 geeft een overzicht van de 10 meest geproduceerde stoffen in 2015.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

44

Page 56: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Tabel 4.11 Overzicht productie 2015

Productgroep Productie (ton) Alcoholen 5.237

Amines 389 Azolen 594 Esters 94.787

Glycolen 5.670 Ketonen 3.620

KWS 41.904 Vetzuren 1.878

Totaal 154.079

4.2 AANLEGFASE

De aanlegfase omvat de bouw van de nieuwe installaties, pijpleidingen, tankenparken en parking voor personenwagens. De hiervoor noodzakelijke ingrepen betreffen de voorbereiding van het terrein, aanvoer van materialen, eigenlijke constructie, aanleg van leidingen en andere verbindingen, testen van de installatie en dergelijke meer. Hiervoor zal onder meer gebruik gemaakt worden van:

• Grondbemaling (2-10m³/u), te verwijderen via de waterzuivering; • Boren of slaan van paalfunderingen voor tankenparken en

procesinstallaties; • Verwijderen van de bodem toplaag voor tankenparken en parking; • Aanleg van betonfunderingen voor tankenparken; • Aanleg van asfalt voor de parking; • Transport van nieuwe tanks via de Schelde, en deels over de weg; en, • Plaatsen van extra werkstellingen, eventueel op de openbare weg voor

de de aanleg van de steigerleiding. De emissies en residuen die hier verwacht kunnen worden zijn deze van een bouwwerf. Hiervoor zullen er voortdurend 15 tot 25 extra contractoren aanwezig zijn op het bedrijfsterrein.

4.3 GEPLANDE SITUATIE

4.3.1 Infrastructuur

In vergelijking met 2015 zullen er in de geplande situatie de volgende wijzigingen zijn (zie ook de kaarten 8 en 9 opgenomen in Bijlage 3 voor een overzicht van deze wijzigingen op een plan van de site, voor zowel scenario A als scenario B).

4.3.1.1 Uitbreiding met een nieuwe reactor ter productie van VD16

Het vooropgestelde uitbreidingsproject heeft betrekking op de productie van “VD16” (C16-vinylideen, een isomeer van hexadeceen) door een dimerisatie van 1-octeen, zoals beschreven onder 4.1.2. Deze reactie verloopt in drie stappen:

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

45

Page 57: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

• De reactie van de ethylgroep van TEAL met 1-octeen geeft tri-n-octyl-aluminium (“TnOA”) + ethyleen of tri-decyl-aluminium;

• De reactie van de octylgroep van TnOA met een vrije octeen-molecule geeft een vertakte hexadecylgroep; en

• Door het verplaatsen van de hexadecylgroep door een octylgroep via de reactie met 1-octeen, ontstaat vertakt hexadeceen (C16 vinylideen of “VD16”).

De reactiesnelheid verhoogt met toenemende temperatuur en katalysator-concentratie. Op dit moment wordt binnen de inrichting dit reactieproces reeds uitgevoerd in het bestaande procesvat 113. De vooropgestelde uitbreiding heeft betrekking op het bijplaatsen van een tweede reactor (56 m³) voor het uitvoeren van bovenstaand proces. Deze nieuwe reactor zal operationeel zijn bij volgende condities: • ontwerpdruk: 10,0 barg (bij 250°C); • procesdruk: 3,4 barg; • procestemperatuur: 212°C; en • productinhoud: 34 ton inhoud (waarvan 46% VD16 en 54% octeen). De ingebruikname van deze tweede reactor laat een doorgedreven optimalisatie toe van het bestaande proces.

4.3.1.2 Verandering door vervanging van een bestaande destillatiekolom

MC wenst de bestaande destillatiekolom K114A te vervangen door een nieuwe kolom. Deze vernieuwde kolom zal worden opgebouwd op het fundament van de bestaande kolom K114A (net naast de bestaande kolom K114). Hierdoor heeft de inrichting de mogelijkheid om deze twee kolommen samen te bedrijven als één grote eenheid. De voordelen van deze geplande verandering zijn: • Meer efficiënte werkwijze bij een aantal destillaties (door het simultaan

bedrijven van de twee kolommen K114 en K114Anew). Hierdoor kunnen een aantal tussentanks vermeden worden, wat resulteert in een verhoging van de globale rendementen voor deze verwerkingen (besparing aan grondstoffen); en

• Lager energieverbruik voor deze destillaties. Vermits de kolommen aan elkaar geschakeld zijn is het niet meer nodig om de stromen af te koelen voor stockage in een tankenpark. Hierdoor kunnen de warme stromen van K114 direct (dus zonder afkoeling) als voeding naar K114Anew geleid worden. Deze werkwijze is energie-efficiënter.

Tabel 4.12 vat de belangrijkste karakteristieken samen van de bestaande en nieuwe kolom K114A.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

46

Page 58: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Tabel 4.12 Karakteristieken bestaande en nieuwe kolom K114A

Karakteristiek Bestaande kolom Nieuwe kolom Diameter 1,88 m 1,40 m Hoogte 10 m 38 m

Aantal schotels 10 4 pakkingen (elk 12 theoretische schotels)

Energie Stoom (12 bar) Stoom (12 bar) Totale productinhoud 2000 l

(500 l in kolom – 1500 l in reboiler) 2500 l

(1000 l in kolom – 1500 l in reboiler)

Zoals blijkt uit bovenstaande tabel, wijzigt de totale productinhoud van de kolom slechts in beperkte mate.

4.3.1.3 Vervanging van reactor 103

MC wenst de bestaande batch reactor 103 te vervangen door een nieuw exemplaar met dezelfde benaming.

4.3.1.4 Uitbreiding met nieuwe tankenparken

Naast het bijplaatsen van nieuwe reactoren en het vervangen van een bestaande destillatiekolom door een nieuwe kolom, plant MC ook nog een uitbreiding met nieuwe tankenparken. Middels dit MER wenst MC twee mogelijke uitvoeringen van deze tankenparken te onderzoeken. Het voorziene opslagvolume bedraagt in scenario A 14.310 m³ en in scenario B 16.000 m³. Tabel 4.13 geeft een overzicht van de nieuwe tankenparken in elk scenario.

Tabel 4.13 Nieuwe tankenparken

Scenario A

Tankenpark Tankvolume (m³)

Aantal tanks

Scenario B

Tankenpark Tankvolume (m³)

Aantal tanks

15 750 4 15 750 8 1.500 3 1.250 8 16 750 3 1.500 3 15 4 Totaal 14.310 m³ 17 Totaal 16.000 m³ 16

4.3.1.5 Uitbreiding regenwateropvang

MC wenst de regenwateropvangcapaciteit van de site uit te breiden. Hiervoor zal een buffertank van 2.000 m³ geplaatst worden.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

47

Page 59: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

4.3.1.6 Uitbreiding maximale opslaghoeveelheid TEAL

Verder wenst MC eveneens de vergunde hoeveelheid TEAL te verhogen. Dit ter ondersteuning van de verhoogde productie aan VD16. Momenteel staat er gemiddeld 2,7 ton gestockeerd op het bedrijfsterrein. Deze hoeveelheid wenst het bedrijf op te trekken tot 6 ton.

4.3.1.7 Uitbreiding van de steigerinstallatie door bijbouwen van een bijkomende verbindingsleiding van scheepsverlading naar de tankenparken

De site zal een nieuwe verbindingsleiding aanleggen van de steiger naar de tankenparken, wat de vierde dergelijke verbinding wordt. Deze zal MC in staat stellen om een verhoogde toevoer van stoffen efficiënt te organiseren ten einde de geplande, hogere productie te verwezenlijken.

4.3.1.8 Wijziging door het in gebruik nemen van andere formaldehyde formulaties

MC wenst de huidige formaldehyde oplossing van 30% te vervangen door één van 49% voor de meeste processen.

4.3.1.9 Bouw pijplijnverbinding tussen MC en het tankenpark van ADPO

MC plant de bouw van een pijplijnverbinding (2 leidingen) met het tankpark ADPO voor diverse producten waaronder ook Seveso-stoffen kunnen vallen De aanleg van de leiding is voorzien begin 2017 voor niet Seveso-producten, en zal op termijn uitgebreid worden voor Seveso-stoffen.

4.3.1.10 Uitbreiding van de parking

MC wenst de aanwezige parkeerruimte op de site uit te breiden. De huidige parking voor personenwagens zal in de toekomst fungeren als tijdelijke staanplaats voor tankwagens gedurende de incheck-procedure. Een bijkomend stuk parking zal aangelegd worden om de personenwagens te stallen. Afhankelijk van de keuze voor scenario A of B aangaande de uitvoering van de tankenparken zal deze parking anders gelegen zijn en een andere grootte hebben. Het bijkomende stuk waterdoorlatende verharding zal navenant 3.046 m² of 2.680 m² omvatten.

4.3.1.11 Uitbreiden van de gasriolering

Tot slot wenst MC de aanwezige gasriolering van de site uit te breiden.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

48

Page 60: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

5 HISTORIEK

5.1 HISTORIEK VAN DE OMGEVING

De oudste gegevens, waarop deze beschrijving van de historiek van het studiegebied is gebaseerd, zijn afkomstig van de kabinetskaarten van Graaf de Ferraris. Deze kaarten zijn plannimetrisch van een bijzonder niveau en hebben een detailinvulling die vergelijkbaar is met de hedendaagse topografische kaarten. Ze zijn opgesteld tussen 1770 en 1778 en geven de toestand weer aan het einde van het pre-industriële tijdperk. De steden waren op dat ogenblik nog volledig gelegen binnen hun eind middeleeuwse vesten. De voornaamste steden waren met elkaar verbonden door, waar de topografische toestand het toeliet, kaarsrechte steenwegen. Ook vele waterlopen waren bevaarbaar. Op de Ferraris kaart wordt de Schelde binnen haar huidige loop aangetroffen. De verschillende forten (Lillo, Liefkenshoek, De Perel, St. Marie en Phillipe) zijn tevens aanwezig. De Polders van Kallo en Doel, de Oude Arenbergpolder en de St. Annapolder zijn tevens binnen hun dijken herkenbaar. De nieuwe Arenbergpolder was niet (meer) ingepolderd en is op deze kaart herkenbaar als een rijp schorregebied dat deel uitmaakte van het verdronken Land van Saeftingen. Het wegennet, dat tot voor de opspuitingen aanwezig was is ook in volledige configuratie te herkennen. De dorpen Kallo, Doel, Verrebroek en Kieldrecht zijn ook reeds aanwezig. Het bodemgebruik was gemengd agrarisch op grote vooral rechthoekige percelen. Het terrein van MC ligt in de voormalige St. Annapolder. Deze polder behoort tot de inbraakpolders, wat inhoudt dat het gaat om polderland dat was ingedijkt voor de XVIe eeuw en dat tijdens deze eeuw kort geïnundeerd is geweest. Ten westen worden langsheen de St. Annadijk de gehuchten aangetroffen met de toponiemen Calishoek en Het Geslecht. Het hele gebied kende weinig of geen evolutie gedurende de 19e en het grootste deel van de 20e eeuw. Enkel de Nieuwe Arenbergpolder werd in de loop van de 19e eeuw bij ingepolderd. Op de topografische kaart van het NGI van 1970 wordt voor het terreingedeelte onder MC nog steeds dezelfde perceelsindeling teruggevonden als op de Ferrariskaart.

Op het einde van de jaren ‘60 werden plannen gemaakt voor een uitbreiding van de Antwerpse haven op de Linkeroever. Het oorspronkelijk plan voorzag in de aanleg van een kanaaldok tussen een geprojecteerde zeesluis in het Nederlandse Baalhoek, die de hoofdingang zou vormen van de haven en de Kallosluis. Hierop zouden de verschillende dokken uitkomen. Het aangrenzende gebied zou volledig ingenomen worden door de haven en verschillende dorpskernen zouden moeten verdwijnen. De bestemming van de terreinen in de Waaslandhaven werd vastgelegd in het gewestplan St. Niklaas-Lokeren. Dit voorzag in het behoud van de bestaande

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

49

Page 61: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

dorpskernen en in een essentieel tweefasige indeling van het havengebied. Het zuidelijke gedeelte kreeg als bestemming industriegebied, terwijl het noordelijke gedeelte de bestemming kreeg als havenuitbreidingsgebied. In 1971 werd begonnen met de bouw van de Kallosluis. Daarna werden in het zuidelijke gedeelte het Noordelijke en Zuidelijke Insteekdok, het Doeldok en het Vrasenedok aangelegd. In 2000 en 2005 werden respectievelijk het Verrebroekdok en het Deurganckdok officieel geopend. Met de uitgebaggerde gronden werden de omliggende geplande industrieterreinen bouwrijp gemaakt. Begin jaren ‘70 werd aldus het terrein van MC gedeeltelijk opgespoten met een laag van ongeveer 5 m. De rest van het terrein werd in het begin van de jaren ‘80 opgespoten. Verder werd het gebied van de Waaslandhaven met de nodige infrastructuur uitgerust.

5.2 HISTORIEK VAN HET BEDRIJF

Het bedrijf werd door Johann Haltermann opgericht in 1898. In Hamburg/ Wilhelmsburg begon hij een firma om ruwe teer te destilleren afkomstig van de gasfabrieken. Later werd hij ondermeer producent en verdeler van benzine. Het productenpallet breidde zich verder uit naar andere petrochemische pro-ducten. Tussen 1960 en 1980 ontwikkelde de firma zich met vooral de bouw van nieuwe fabrieken in Speyer (Zuid-Duitsland), Kallo (België) en Houston (USA). Verder waren er nog verkoopkantoren in o.a. Denemarken, Zweden, Engeland en Frankrijk. In 1970 werd de vestiging in Kallo opgericht. In een eerste bouwfase vond de constructie plaats van drie distillatiekolommen, één raffinatie-eenheid, een tankpark van 10.000 m³ en een waterzuiveringsinstallatie. Deze installaties werden in 1972 in gebruik genomen. In de loop der jaren zijn er bijkomende productie-eenheden en tankparken gebouwd en in gebruik genomen. Sinds de opstart van de bedrijfsactiviteiten in 1972 werd het pallet eigen pro-ducten (vooral hoogwaardige oplosmiddelen) in Kallo uitgebreid en verfijnd. Op basis van de opgedane kennis en ervaring inzake de productie van hoogwaardige oplosmiddelen ontstond de idee deze dienst ook aan andere scheikundige bedrijven te verkopen. Momenteel is het bedrijf in Kallo gespecialiseerd in deze zogenaamde “loonverwerking” of “Custom Processing”. Typische kenmerken voor loonverwerking zijn kwantitatief begrensde productie (ontwikkeling en introductie op de markt, zijstromen), in de tijd begrensde productie (pieken in de vraag, overbrugging van stagnatieperioden en knelpunten bij de bevoorrading) en tenslotte productie voor introductie op de markt (nieuwe producten al of niet met bijzondere eigenschappen en productie zonder realiseringsmogelijkheden in het opdrachtgevend bedrijf). In 1998 werd het familiebedrijf Haltermann overgenomen door de Engelse holding Ascot Plc. De dagelijkse werking veranderde niet noemenswaardig en alle activiteiten werden behouden. Wel greep er een aantoonbare verandering

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

50

Page 62: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

plaats in het investeringsbeleid, waardoor de fabriek in belangrijke mate werd gemoderniseerd en aangepast aan de toekomstige behoeften van zowel personeel als klanten. Op 1 juni 2001 werd de hele Ascot-groep, inclusief het vroegere Haltermann, overgenomen door het Amerikaanse chemiebedrijf The Dow Chemical Company. Enkele jaren later, in 2010, werd de vestiging verkocht aan MC.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

51

Page 63: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

6 ALTERNATIEVEN

6.1 NULALTERNATIEF – GEEN NIEUWE VERGUNNING

Dit nulalternatief houdt in dat de overheid geen nieuwe vergunning verleent voor de activiteiten van MC in Kallo. Aangezien de vraag naar loonverwerking op peil blijft, zal de geproduceerde hoeveelheid die wegvalt op de site te Kallo elders geproduceerd moeten worden. Het produceren op een andere locatie zal gelijkaardige milieueffecten met zich meebrengen. Door het niet opnieuw vergunnen van de activiteiten van MC worden niet enkel de milieueffecten verplaatst, ook andere aspecten die met het bedrijf samenhangen zoals de tewerkstelling zullen eventueel verplaatst worden naar andere bedrijven.

6.2 LOCATIE-ALTERNATIEVEN

Daar het een hervergunning en uitbreiding betreft zal uit het onderzoek naar de milieu-impact in het MER moeten blijken dat er geen noodzaak bestaat om verdere locatie-alternatieven te evalueren.

6.3 DOELSTELLINGSALTERNATIEF

MC wenst haar loonverwerkingsplant op lange termijn competitief te blijven houden. Een continue verlaging van de marges op de verkoop van de geproduceerde goederen kan enkel opgevangen worden door een continue verlaging van de productiekosten. Efficiëntieverhoging en aanwending van synergieën binnen de organisaties zijn geschikte middelen om de productiekosten te reduceren of onder controle te kunnen houden en alzo competitief te kunnen blijven. MC dient daarnaast in te spelen op de veranderende marktcondities om zijn werking voort te kunnen zetten. De inzet op VD16-productie maakt hier deel van uit.

6.4 UITVOERINGSALTERNATIEF

In het MER zal, waar relevant, ingegaan worden op uitvoeringsalternatieven voor de installaties die de milieueffecten beperken (waterzuivering, gaszuiveringen, bodembescherming, geluidsbeperking, ...). De deskundigen zullen deze zoveel mogelijk aan de Beste Beschikbare Technieken (BBT) toetsen. De BBT ‘s voor MC zijn beschreven in de volgende documenten van het Europese ‘Integrated Pollution Prevention and Control Bureau’, namelijk:

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

52

Page 64: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

• Reference Document on Best Available Techniques in the Large Volume Organic Chemical Industry, February 2003 (BREF voor bulk organische chemie);

• Reference Document on Best Available Techniques in Common Waste Water and Waste Gas Treatment / Management Systems in the Chemical Sector, February 2003 (BREF voor afvalwater en afgas behandeling); en,

• Reference Document on Best Available Techniques on Emissions from Storage, July 2006 (BREF voor emissies ten gevolge van opslag).

Van de nieuwe versies van de BREFs aangaande bulk organische chemie en afvalwater en afgas behandeling zijn reeds formele drafts beschikbaar (dd. 2014). Indien deze worden omgezet naar de officiële BREFs en gepubliceerd binnen de tijdspanne van dit MER zullen de hierin opgenomen bevindingen worden meegenomen bij de beoordeling van de toegepaste technieken.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

53

Page 65: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

7 RELEVANTE MILIEURAPPORTAGES

7.1 MILIEURAPPORTAGES

Bij de opmaak van het MER zullen we gegevens gebruiken uit de volgende milieurapportages i.v.m. MC te Kallo:

7.1.1 Bodemonderzoeken

Op het terrein van MC zijn reeds heel wat bodemonderzoeken uitgevoerd (en in uitvoering). Een volledig overzicht van alle onderzoeken is opgenomen in hoofdstuk 11 (infra).

7.1.2 Milieueffectrapportages

• MER 2000 - SGS; en • Kennisgeving MER 2007 - ERM

7.1.3 Veiligheidsrapportages

• OVR 2015 (in opmaak) - ERM

7.1.4 Besluiten voorgaand MER (2000)

In 2000 maakte SGS voor de hervergunning van Monument Chemical (toen Haltermann) een MER op. De relevantie van dit document is heden nog beperkt maar het zal toestaan voorliggend project uit een historisch perspectief te bekijken. Volgende besluiten werden getrokken: • Het bedrijf levert plaatselijk een belangrijke bijdrage aan de NO2- en SO2-

immissies via lucht en emitteert diverse VOS via niet geleide emissiebronnen. Deze emissies geven ter hoogte van de dichtstbijzijnde woonkeren van Doel en Lillo geen aanleiding tot gezondheidseffecten;

• Het bedrijf levert een verwaarloosbare bijdrage aan de immissieconcentraties in de Schelde via de lozing van het bedrijfsafvalwater;

• De bodemverontreiniging op het terrein is te wijten aan historische activiteiten. De huidige installaties zijn adequaat voorzien van bodembeschermende maatregelen, deze lijn zal in de toekomst verder gezet worden;

• De veroorzaakte milieu-effecten qua geluid veroorzaken enkel ter hoogte van Fort Liefkenshoek een overschrijding van 1 dB(A) voor de avond- en nachtperiode en zijn bijgevolg verwaarloosbaar; en,

• De impact op de dichtst bijzijnde natuurgebieden, Galgenschoor en Linker Schelde-oever, is beperkt of moeilijk in te schatten door gebrek aan toetsingswaarde of kwantitatieve gegevens.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

54

Page 66: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

8 INGREEP-EFFECTENSCHEMA

8.1 MOGELIJKE EFFECTEN

Na de beschrijving van de verschillende aspecten die van belang kunnen zijn voor de milieueffecten, bepalen we in dit hoofdstuk mogelijke milieueffecten die bestudeerd zullen worden. Daarvoor maken we een opsomming van de verschillende ‘ingrepen ‘. Daarmee bedoelen we alle relevante aspecten die aanleiding kunnen geven tot milieu-effecten. In Tabel 8.1 beschrijven we de volgende disciplines die als relevant worden beschouwd.

Tabel 8.1 Identificatie van disciplines met relevante effecten

Discipline Sleuteldiscipline Nevendiscipline Lucht X (Oppervlakte)water X Bodem en grondwater X Geluid en trillingen X Fauna en flora X Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie X Mens X Licht, warmte en stralingen X Klimaat X Overige aspecten X

De disciplines (‘Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie’, ‘Licht, warmte en stralingen’, ‘Klimaat’), die als nevendisciplines geclassificeerd werden, beschouwen we minder relevant omdat MC te Kallo op vlak van deze disciplines geen significante effecten veroorzaakt in de referentiesituatie en dat ook niet zal doen in de geplande situatie. Op de eerste rij van Tabel 8.2 zijn de milieudisciplines opgenomen die bestudeerd zullen worden in het MER. In deze tabel is in elke cel aangegeven hoe de verschillende ingrepen een effect kunnen veroorzaken voor de verschillende disciplines. Telkens is ook aangegeven op een schaal van 0 tot 2 in hoeverre de ingreep niet, beknopt of grondig bestudeerd dient te worden. In de volgende hoofdstukken leggen we per discipline uit welke effecten zullen worden onderzocht, in welke mate de effecten zullen voorkomen en met welke ernst.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

55

Page 67: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

8.2 REFERENTIESITUATIE VERSUS GEPLANDE SITUATIE

In het MER zullen we naast een referentiesituatie (1) ook een geplande situatie uitwerken. Als referentiejaar wordt het jaar 2015 genomen, het meest recente jaar waarvan bij opmaak van kennisgeving en MER volledige gegevens beschikbaar zijn. Ten opzichte van de referentiesituatie, omvat de geplande situatie een uitbreiding van de productiecapaciteit van (heden) 177.500 ton/jaar tot 250.000 ton/jaar en volgende wijzigingen: • uitbreiding met een nieuwe reactor voor productie VD16; • vervanging van een bestaande destillatiekolom (K114A) door een nieuwe

(K116); • vervanging van een bestaande batch reactor R103 door een nieuwe reactor

met dezelfde naam; • uitbreiding met twee nieuwe tankenparken, de oriëntatie hiervan ligt nog

niet vast, we zullen binnen dit MER 2 mogelijke varianten onderzoeken; • uitbreiding van de regenwateropvang door het bijbouwen van een extra

buffertank van 2.000 m³; • uitbreiding maximale opslaghoeveelheid TEAL; • uitbreiding van de steigerinstallatie door bijbouwen van een bijkomende

verbindingsleiding van scheepsverlading naar de tankenparken; • bouwen van 2 pijplijnverbindingen met het tankenpark van het naburige

bedrijf ADPO; • wijziging van de gebruikte concentraties van de formaldehyde-oplossing

(van 30% naar 49%); • uitbreiding van de parking voor personenwagens; en, • uitbreiden van de gasriolering. Het MER zal de impact van deze wijzigingen bepalen, zowel door extrapolatie van de emissies en residuen van het referentiejaar als door middel van bekende gegevens over de nieuwe installaties. Om tot deze geplande situatie te komen is een aanlegfase vereist. Deze omvat de bouw van de nieuwe installaties, tankenparken en pijpleidingen. We zullen de impact hiervan bepalen op basis van gegevens over de uit te voeren werken en de omvang ervan.

(1) Milieueffecten als gevolg van emissies en residuen conform de huidige vergunde situatie, waarbij gebruik gemaakt zal worden van de reële gegevens van referentiejaar 2015. Deze reële gegevens zullen geextrapoleerd worden naar de huidige vergunde situatie.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

56

Page 68: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Tabel 8.2 Ingreep-effectenschema

Ingrepen

Lucht

Water (oppervlakte- en

grondwater) Bodem Geluid Fauna & Flora * Mobiliteit / Mens

* Andere

disciplines *

REFERENTIESITUATIE Geen ingrepen 0 0 0 0 0 0 0

AANLEGFASE

Aan- en afvoer van materialen

Lucht-verontreiniging

door stofemissies en emissies van

uitlaatgassen (1)

0 0 Geluidshinder (1) Ecotoxicologie (1) Gezondheids-

effecten (1) Mobiliteit (1)

0

Werfactiviteiten

Lucht-verontreiniging

door stofemissies en emissies van

uitlaatgassen (1)

Mogelijke water-verontreiniging door lozing van

sanitair afvalwater (1) Bronbemaling(1)

Grondverzet (1)

Geluidshinder (1) Ecotoxicologie (1) Gezondheids-

effecten (1) Mobiliteit (1)

0

Aanwezigheid installaties op

werfterrein 0 0 Grondgebruik (1) 0 0 0 0

GEPLANDE SITUATIE Geleide emissies naar

de atmosfeer Kwaliteitswijziging

(2) 0 0 0 Ecotoxicologie (1)

Gezondheids-effecten (1)

0

Niet-geleide emissies naar de atmosfeer

Kwaliteitswijziging (1)

0 0 0 Ecotoxicologie (1) Belevings- en

gezondheidseffecten (1)

0

Afvalwaterlozing 0 Kwaliteitswijziging

(2) 0 0 Ecotoxicologie (1)

Belevings- en gezondheidseffecten

(1) 0

Incidentele lekken (vloeistoffen)

0 Kwaliteitswijziging

(1) Kwaliteitswijziging

(2) 0 Ecotoxicologie (1)

Gezondheids-effecten (1)

0

Geluidsemissies van installaties

0 0 0 Geluidshinder (2) Verstoring (1) Belevings- en

gezondheidseffecten (1)

0

Aanvoer van grondstoffen, afvoer

van eindproducten en afvalstoffen

Kwaliteitswijziging (1)

0 0 Geluidshinder (1) Verstoring fauna en

flora (1)

Mobiliteitseffecten (1) / Beleving- en

gezondheidseffecten (1)

0

Aanwezigheid gebou-wen, infrastructuur en verkeersvoorzieningen

0 Kwantiteits-wijziging (1)

Invloed op infiltratie-

mogelijkheden regenwater (1)

0 0 Visuele hinder (1) Visuele impact (1)

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

57

Page 69: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Ingrepen

Lucht

Water (oppervlakte- en

grondwater) Bodem Geluid Fauna & Flora * Mobiliteit / Mens

* Andere

disciplines *

Stilleggen, onderhouden en terug opstarten van diverse

activiteiten of eenheden

Kwaliteitswijziging (1)

Kwaliteitswijziging (1)

0 Geluidshinder (1) Ecotoxicologie,

verstoring fauna en flora (1)

Belevings- en gezondheidseffecten

(1) 0

0: niet te bestuderen (geen effect verwacht) 1: beknopt te bestuderen 2: grondig te bestuderen *: diepgang mede te bepalen op basis van resultaten van andere discipline

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. MONUMENT CHEMICAL MC – 0318609

58

Page 70: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

9 METHODOLOGIE DISCIPLINE ‘LUCHT’

9.1 AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED

De omvang van het studiegebied wordt vooral bepaald door de afstand waarop de invloed van de emissies van MC het belangrijkst is. Deze afstand hangt vooral af van de hoogte waarop de emissies plaatsvinden. Om de impact op de omliggende woonzones te kunnen bepalen (meest nabij gelegen woonzone ligt op ca. 1,2 km), voorzien we in dit MER de impact op de luchtkwaliteit te berekenen en te bespreken tot op 5 km rondom de site van MC. Deze zone omvat alle omliggende woonzones alsook een aantal belangrijke natuurgebieden. Hierdoor kan de invloed op alle relevante receptoren in de omgeving beoordeeld worden. Deze discipline gebruikt emissiegegevens van het jaar 2015 voor de installaties die reeds in werking zijn, en ontwerpgegevens voor de nieuw in gebruik te nemen installaties.

9.2 EMISSIES IN DE REFERENTIESITUATIE

9.2.1 Overzicht Emissiebronnen

Tabel 9.1 vat de verschillende luchtemissiebronnen samen. We bespreken deze kort in de onderstaande paragrafen.

Tabel 9.1 Luchtemissiebronnen

Bron Thermisch Vermogen (MW)

Schouw-hoogte (m)

Voeding Belangrijkste emissies

Meetfrequentie

Geleide bronnen Thermische olieketel

11,3 26,4 aardgas NOx, SO2, CO 4x per jaar

LOOS-1 12,7 10 aardgas / huisbrandolie

NOx, SO2, CO 4x per jaar

LOOS-2 18,4 13 aardgas NOx, SO2, CO 4x per jaar Naverbrander 4,24 18 aardgas/afgas NOx, SO2, CO, stof,

KWS, HCl, HF, zware metalen, dioxinen

4x per jaar

Diffuse bronnen Emissies gekoppeld aan tankopslag (VOS) Emissies gekoppeld aan procesvoering (VOS) Emissies die vrij komen bij reiniging van tanks en kolommen (VOS) Waterzuivering (VOS)

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

59

Page 71: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

9.2.2 Geleide bronnen

9.2.2.1 Thermische olieketel, LOOS-1 en LOOS-2

Het productieproces wordt verwarmd met zowel stoom als thermische olie. De olie wordt verhit met een thermische olieketel op aardgas voorzien van een eigen schouw. Het merendeel van de stoomproductie wordt ingevuld door de LOOS-1 en -2 ketels. Beide werken op aardgas en hebben afzonderlijke schouwen maar LOOS-1 kan eveneens tijdelijk gestookt worden met huisbrandolie. De belangrijkste emissies evenals de meetfrequentie zijn opgenomen in Tabel 9.1. Deze emissies dienen te voldoen aan de emissiegrenswaarden voor kleine of middelgrote stookinstallaties zoals vastgesteld in art. 5.43.2.10 VLAREM II. Voor de LOOS-1 ketel betreft het de grenswaarden voor nieuwe installaties waarvoor de eerste vergunning tot exploitatie is verleend op of na 1 januari 1996 en voor 1 januari 2005. Voor de thermische olieketel en LOOS-2 zijn de grenswaarden voor nieuwe installaties waarvoor de eerste vergunning tot exploitatie is verleend op of na 1 januari 2005 en voor 1 januari 2014 van toepassing. De emissiekarakteristieken (concentraties, vrachten, debiet, temperatuur, …) van de ketels zullen besproken worden in het MER en vergeleken met bovenstaande emissiegrenswaarden, BBT-voorschriften en/of reductiedoelstellingen.

9.2.2.2 Thermische naverbrander

De thermische naverbrander wordt ingezet om diverse restgassen en vloeistoffen van tankreiniging te verbranden evenals tankemissies. Deze worden verbrand met aardgas als basisbrandstof tot ongevaarlijke componenten. De hitte die hierbij vrijkomt wordt mee ingezet voor stoomproductie. De naverbrander heeft een aparte schouw. De belangrijkste emissies evenals de meetfrequentie zijn opgenomen in Tabel 9.1. Deze emissies dienen te voldoen aan de emissiegrenswaarden zoals vastgesteld in de bijzondere voorwaarden opgenomen in de milieuvergunning. Tabel 9.2 vat deze kort samen.

Tabel 9.2 Emissiegrenswaarden thermische naverbrander

Polluent Emissiegrenswaarde (mg/Nm³) SO2 200 NOx 500 CO 200 Stof 150 KWS 50 HCl 30 Zware metalen 5 Dioxinen -

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

60

Page 72: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

De emissiekarakteristieken (concentraties, vrachten, debiet, temperatuur, …) van de naverbrander zullen besproken worden in het MER en vergeleken met bovenstaande emissiegrenswaarden, BBT-voorschriften en/of reductiedoelstellingen.

9.2.3 Niet-geleide bronnen

9.2.3.1 Emissies gekoppeld aan tankopslag

Verladings- en verpompings-emissies Deze emissies ontstaan door het verdringen van de gassen uit de houders (tanks, kolommen, schepen, spoorwegwagons en tankwagens) die met product gevuld worden. Hierbij is de hoeveelheid en de concentratie van de emissie afhankelijk van: • aard van het product (temperatuur en dampspanning); • capaciteit van de pompen; • bestemming van het product (lege of gevulde houder); • gelijktijdigheid (hoeveel verladingen / verpompingen gebeuren

tegelijkertijd). De verladings- en verpompingsverliezen kunnen verder ingedeeld worden in: • verlading van tankwagens, spoorwegwagons en schepen in opslagtanks; • verlading van opslagtanks in tankwagens, spoorwegwagons en schepen; • interne verpompingen van tank naar tank, van tank naar kolom en van

kolom naar tank.

Opslagemissies Deze emissies ontstaan door de inwerking van zonnestraling op de tanks waardoor de damp boven de vloeistof uitzet en een gedeelte van het dampluchtmengsel de tank verlaat. ’s Avonds en ’s nachts daarentegen koelt de tank af waardoor het omgekeerde effect optreedt en buitenlucht naar binnen gezogen wordt. Over het algemeen wordt aangenomen dat per cyclus van 24 uur een tank éénmaal uit- en inademt. De omvang van de ademverliezen wordt bepaald door de fysico-chemische eigenschappen van het opgeslagen product, de constructie van de tank, de instellingen van de druk en vacuümkleppen en de omgevingsparameters. In geïsoleerde tanks zijn de ademverliezen veel kleiner. MC slaat de (vluchtige) grondstoffen en eindproducten met een dampspanning groter dan 10 mbar bij 20°C op in tankpark 3 (12 tanks) en 4 (17 tanks). De adememissies van deze tanks worden afgezogen en verwijderd in de naverbrander. De emissies van azijnzuur in tankenpark 14 die kunnen vrijkomen tijdens het vullen van de tank worden verwijderd met een waterscrubber. De andere tankenparken hebben momenteel geen ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

61

Page 73: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

rechtstreekse aansluiting op de naverbrander maar hebben wel een voorziening om tijdens de reiniging ervan een tijdelijke aansluiting te maken. (zie paragraaf 9.2.3.3).

9.2.3.2 Emissies gekoppeld aan de procesvoering

Deze emissies ontstaan bij de productie-installaties (kolommen en mengvaten) die onder vacuüm werken (door het vacuüm verlaagt de temperatuur waarop gewerkt kan worden). Het betreft het merendeel van de uitgevoerde processen. Iedere installatie heeft daartoe een vacuümsysteem waarlangs gassen afgezogen worden. Een kopcondensor en een afscheider zorgen ervoor dat de productgassen vrijwel volledig gerecupereerd worden. De inerte gassen en een klein deel productgassen kunnen ontsnappen naar de atmosfeer. De werking van het vacuümsysteem wordt mede bepaald door de lekdichtheid van de installatie. Indien omgevingslucht in de installatie kan lekken, moet deze er via het vacuümsysteem weer uit verwijderd worden, waarbij ook meer productgassen meegevoerd worden. Daarom wordt vóór elke werking een vacuümtest uitgevoerd, waarbij het lekverlies van de installatie wordt bepaald. Indien dit lekverlies > 1 Nm³/h is, wordt de installatie niet opgestart en worden eventuele inwaartse lekken opgezocht en hersteld. In normale omstandigheden bedraagt de emissie per installatie dus maximaal 1 Nm³/h. In abnormale omstandigheden (vb. bij kleine lekverliezen, die tijdens de procesvoering ontstaan) kan dit oplopen tot maximaal 10 Nm³/h voor 1 installatie.

9.2.3.3 Emissies gekoppeld aan reinigingswerken

Vooraleer een tank of kolom gevuld wordt met een ander product dient deze grondig gereinigd te worden om eventuele contaminatie door het voorgaande product te vermijden. Daartoe wordt de houder (kolom of tank) achtereenvolgens: • zo volledig mogelijk leeggemaakt, met recuperatie van het product; • gespoeld met demin-water (dat hierna preferentieel verbrand wordt op de

naverbrander, of wordt afgeleid naar de waterzuivering); • eventueel gestoomd, met gedeeltelijke condensering van stoom en

productdampen, tot een COD-waarde van 10.000 ppm of minder bereikt wordt);

• open gestoomd; en • gedroogd (via de tankverwarming of manueel), waarbij nog hoofdzakelijk

water en in principe geen vluchtige producten meer aanwezig zijn. De waters die bij deze behandeling vrijkomen worden in de regel verwerkt in de naverbrander, en indien nodig extern verwerkt. ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

62

Page 74: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Sinds een aantal jaar werkt MC met volgende reinigingsmethode: • Indien de tanks producten met een hoge dampspanning bevatte, worden

deze gespoeld met stikstof, dat vervolgens wordt afgeleid naar de naverbrander;

• de tanks worden met water gespoeld ofwel vanuit het mangat, ofwel met een draaiende sproeikop, waardoor minder productresten achterblijven; en,

• nadien wordt gestoomd en gedroogd. In principe worden alle spoelwaters vervolgens naar de waterzuivering afgeleid, tenzij deze om redenen van niet-verwerkbaarheid afgevoerd worden voor externe verwerking.

9.2.3.4 Bespreking van de diffuse emissies

De emissiekarakteristieken (concentraties, vrachten, debiet, temperatuur, …) van de verscheidene diffuse bronnen zullen besproken worden in het MER en getoetst aan BBT-voorschriften en/of reductiedoelstellingen, indien deze beschikbaar zijn.

9.3 EMISSIES TIJDENS DE AANLEGFASE

In de aanlegfase kunnen voor de discipline lucht volgende emissies verwacht worden: • stofemissies bij graafwerken en aan- en afvoer met vrachtwagens; • emissies van uitlaatgassen van werfmachines en vrachtwagens; • emissies ten gevolge van het proefdraaien van de nieuwe installaties.

De stofemissies kunnen op dit ogenblik niet zinvol gekwantificeerd worden, gezien ze afhankelijk zijn van een ganse reeks factoren die momenteel niet ingeschat kunnen worden (bv. werkinstructies tijdens de bouw, grootte van het werfterrein, etc). De site ligt aan een verharde weg / verharde terreinen waardoor stofemissies reeds ten dele gereduceerd worden. De emissies van uitlaatgassen van werfmachines en vrachtwagens zijn in principe kwantificeerbaar, doch in deze fase van het project is nog niet gekend hoeveel vrachtwagens en werfmachines ingezet zullen worden. De emissies ten gevolge van het proefdraaien van de nieuwe installaties zijn moeilijk in te schatten (nodige proefdraaitijd en emissievrachten zijn zeer variabel). De bespreking in het MER van de emissies in de aanlegfase zal kwalitatief zijn.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

63

Page 75: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

9.4 EMISSIES IN DE GEPLANDE SITUATIE

Ten opzichte van de huidig vergunde situatie, omvat de geplande situatie een verhoging van de productie en de volgende addtionele emissiebronnen: • nieuwe reactor voor VD16; • vervanging van destillatiekolom; • 2 nieuwe tankenparken; • pijpleiding tussen ADPO en MC voor transport van o.a. methylesters, THF,

MTBE, IPA, etc; en • bijkomende verbindingsleiding van scheepverlading naar tankenparken. De emissies in de geplande situatie zullen in het MER worden begroot door enerzijds extrapolatie op basis van de meetgegevens en de geproduceerde capaciteit in het referentiejaar 2015, en anderzijds door het in rekening brengen van de ontwerpgegevens aangaande emissies van de nieuw geplaatste installaties. De totale emissies zullen worden getoetst aan BBT-voorschriften en/of reductiedoelstellingen.

9.5 BESCHRIJVING EN BESPREKING VAN DE EMISSIES IN HET MER

In het MER beschrijven we volgende zaken: • De huidige en toekomstige geleide atmosferische emissies op de site van

MC: • we kwantificeren de uurlijkse en jaarlijkse emissievrachten; • we geven een overzicht van de maatregelen die reeds getroffen zijn om

de emissies te beperken; en • we beoordelen of bijkomende maatregelen nodig zijn om de

kwantificering te verbeteren of de emissies te beperken.

• De huidige en toekomstige niet-geleide atmosferische emissies op de site van MC: • we kwantificeren de jaarlijkse emissievrachten als gevolg van de

verschillende types niet-geleide emissies; • we beoordelen de opvolging van de niet-geleide atmosferische emissies

door MC; • we geven een overzicht van de maatregelen die reeds getroffen zijn om

de emissies te beperken; en • we beoordelen of bijkomende maatregelen nodig zijn om de

kwantificering te verbeteren of de emissies te beperken.

De emissies worden, waar relevant, getoetst aan de toepasselijke emissie-grenswaarden, BBT-voorschriften en/of reductiedoelstellingen.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

64

Page 76: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

9.6 BESCHRIJVING EN BESPREKING VAN DE EFFECTEN IN HET MER

We berekenen de verspreiding van de huidige en toekomstige emissies van MC. Deze berekening zal aangeven in welke mate de luchtverontreiniging in de omgeving aan MC toe te schrijven is.

9.6.1 Selectie van relevante polluenten

We voeren dergelijke berekeningen uit voor alle potentieel belangrijke polluenten die door MC uitgestoten worden. De selectie van potentieel belangrijke polluenten gebeurt op basis van de criteria, beschreven in het geactualiseerde richtlijnenboek lucht. Deze criteria zijn: • totale atmosferische emissievracht van de polluent en manier van uitstoot; • gemeten concentraties in de omgeving van de polluent; • potentieel humaan-toxicologisch risico van de polluent; en • aanwezigheid van bevolkingsgroepen en natuurgebieden in de omgeving.

9.6.2 Effectberekening en -bespreking

Voor de geselecteerde parameters voeren we de kwantificering van de effecten als volgt uit: • Berekening van de impact van de emissies op de omgeving:

Voor de geselecteerde parameters zal d.m.v. het mathematisch verspreidingsmodel IFDM de immissieconcentratie op percentielbasis berekend worden. Naargelang de normen zullen voor bepaalde parameters ook maximale en gemiddelde concentraties worden berekend.

• Opgave van relevante gegevens aangaande de kwaliteit van de lucht in de

omgeving. De huidige luchtkwaliteit wordt beschreven o.b.v. de meetresultaten in onderstaande meetposten.

Tabel 9.3 Meetposten in de omgeving van MC

Meetpost Benaming opgemeten polluenten

Afstand tot MC (km) Richting

40AL04 Kallo –

Liefkenshoektunnel PM2.5 0.1 O

40AB01 Antwerpen –

Boudewijnsluis PM10, zwarte

koolstof 2.9 OZO

40AL05 Kallo – Sluis PM10 3.1 Z

42R830 Doel –

Scheldemolenstraat SO2. NOx. VOS

(50R830) 3.5 NNW

40AL02 Doel –

Engelsesteenweg PM10 4.2 WNW

42R894 Antwerpen –

Muisbroeklaan SO2, NOx 4.2 O

42R822 Antwerpen –

Polderdijkweg SO2, NOx 4.5 ZO

42R897 Antwerpen – Scheldelaan

SO2, NOx 5.7 ZO

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

65

Page 77: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Meetpost Benaming opgemeten polluenten

Afstand tot MC (km) Richting

40AB02 Berendrecht –

Antwerpse Baan PM10 6 NO

40R833 Stabroek – Laageind NOx. BTEX 6.5 NW

42R893 Antwerpen –

Ekersedijk SO2, NOx 6.9 O

40AL03 Verrebroek –

Watermolendijkweg PM2.5 7.3 ZW

42R831 Berendrecht – Hoefbladstraat

SO2. NOx. PM10 7.3 NNO

42R891 Antwerpen –Scheurweg

SO2, NOx 7.7 OZO

42R821 Beveren –

Donkvijverstraat SO2. NOx 8.8 ZZW

40AL01 (sinds 1 juli

2013)

Antwerpen L.O. – Scheldedijk

PM10 8.8 ZO

42R815 Zwijndrecht –

Laarstraat SO2. NOx. stof.

PM10 8.9 ZZO

42M802 Antwerpen –

Luchtbal SO2. NOx. PM10, zwarte koolstof

9.8 OZO

• Toetsing van de berekende immissies (bijdrage van MC ) en van de meetgegevens (globale luchtkwaliteit) aan de hand van relevante luchtkwaliteitsdoelstellingen: • Luchtkwaliteitsdoelstellingen uit Vlarem II; • Luchtkwaliteitsdoelstellingen uit het buitenland (Europa, Nederland,

USA – EPA); • Luchtkwaliteitsdoelstellingen van de WGO; en • Indien geen luchtkwaliteitsdoelstellingen gevonden worden, wordt

gebruik gemaakt van de ARAB-grenswaarden (cfr. TLV- of MAC-waarden), waarbij een veiligheidsfactor in rekening wordt gebracht, zoals voorgesteld in de methodologie voor de discipline ‘Mens’ (uitgewerkt door ToVo en de Dienst MER).

• Beoordeling van de milieueffecten. De bespreking van de impact van de emissies van MC in de omgeving gebeurt a.d.h.v. de hierboven vermelde cijfergegevens. We stellen voor het significantiekader uit het richtlijnenboek lucht te hanteren om de milieueffecten ten gevolge van emissies naar de atmosfeer te beoordelen. In dit richtlijnenboek wordt volgend significantiekader vooropgesteld in functie van de berekende immissiewaarde X ter hoogte van het pluimmaximum1 en ter hoogte van relevante receptoren in de omgeving (woonkernen, natuurgebieden,…):

1 Het pluimmaximum wordt in dit MER gedefinieerd als het gebied met een oppervlakte van 1 km² buiten het bedrijfsterrein waarvoor de impact van MC het grootst is.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

66

Page 78: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Op basis van gemiddelde berekende immissiebijdrage X:

Impact Beoordeling X ≤ 0,01 x MKN verwaarloosbare bijdrage (score ‘0’) 0,01 x MKN ≤ X ≤ 0,03 x MKN beperkte bijdrage (score ‘-1’) 0,03 x MKN ≤ X ≤ 0.1 x MKN belangrijke bijdrage (score ‘-2’) X > 0.1 x MKN zeer belangrijke bijdrage (score ‘-3’)

Op basis van berekende percentielbijdrage X:

Impact Beoordeling X ≤ 0,01 x MKN verwaarloosbare bijdrage 0,01 x MKN ≤ X ≤ 0,05 x MKN beperkte bijdrage 0,05 x MKN ≤ X ≤ 0.2 x MKN belangrijke bijdrage X > 0.2 x MKN zeer belangrijke bijdrage

• Er zullen mogelijk remediërende maatregelen voorgesteld worden:

• indien MC geldende of toekomstige emissienormen overschrijdt, zullen remediërende maatregelen voorgesteld worden;

• indien maatregelen uit BREF-studies of NEC-reductieprogramma’s van toepassing zijn, zullen deze in het kader van dit MER geëvalueerd worden;

• de noodzaak van remediërende maatregelen is tevens afhankelijk van de berekende milieueffecten als gevolg van MC, en dit op basis van de gemiddelde berekende immissiebijdrage X: • beperkte bijdrage (score ‘-1’): onderzoek naar milderende

maatregelen is minder dwingend, tenzij de MKN in referentiesituatie reeds voor 80% ingenomen is (link met milieugebruiksruimte);

• belangrijke bijdrage (score ‘-2’): milderende maatregelen moeten gezocht worden in het MER met zicht op implementatie ervan op korte termijn;

• zeer belangrijke bijdrage (score ‘-3’): milderende maatregelen zijn essentieel.

• Eindbeoordeling met opgave van eventuele leemten in de kennis.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

67

Page 79: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

10 METHODOLOGIE DISCIPLINE ‘WATER’

10.1 AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED

Het studiegebied omvat alle oppervlaktewateren behorende tot het openbaar hydrografisch net, waarvan de kwaliteit, de kwantiteit en/of het profiel als gevolg van de lozingen zou kunnen worden beïnvloed. Voor het grondwater wordt het studiegebied bepaald door dat deel van de aquifer dat geïmpacteerd is of kan worden door de bedrijfsactiviteiten van MC. Bij de beschrijving van de hydrogeologische karakteristieken van de omgeving zal rekening gehouden worden met onder meer grondwaterwinningen tot op 1 km van MC. Het bedrijfsafvalwater van MC wordt gezuiverd op de WZI van de site zelf, dat het gezuiverd afvalwater via één lozingspunt loost in de Schelde. Onder de discipline water zullen de gegevens worden verzameld met betrekking tot het sanitair en het bedrijfsafvalwater, evenals het neerslagwater. Omdat de kwaliteit van het grondwater direct gelinkt is met de bodemkwaliteit zal deze gedetaileerd besproken worden in hoofdstuk 11, terwijl in dit hoofdstuk enkel een samenvatting wordt gegeven.

10.2 REFERENTIESITUATIE

10.2.1 Inkomende waterstromen

De inkomende waterstromen op het terrein van MC zijn: • leidingwater (AWW); en • hemelwater dat neervalt op het bedrijfsterrein;

10.2.1.1 Hemelwater

De verharde oppervlakte van het terrein bedraagt ca. 73.416 m². Dit verhard gedeelte bestaat enerzijds uit terreinen en wegen voorzien van riolering (60.302 m²) en anderzijds uit wegen zonder riolering (13.114 m²) waarvan het water rechtstreeks afloopt naar onverharde grond en infiltreert. De overige ca. 182.626 m² is onverhard en laat bijgevolg toe dat het hemelwater in de bodem infiltreert; hiervan ligt ca. 94.584 m² binnen de omheining van het bedrijf, de resterende 88.042 m² bevindt zich erbuiten en betreft onverhard braakliggend industriegebied.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

68

Page 80: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Op jaarbasis viel er in 2015 gemiddeld ongeveer 188.626 m³ hemelwater op de gehele eigendom van MC (o.b.v. ca. 736,7 l/m².jaar1). Voor de verschillende gedeelten van het terrein geeft dit volgende bestemmingen en volumes: • verhard terrein met riolering: ca. 44.424 m³; • verhard terrein zonder riolering: ca. 9.661 m³; • onverhard terrein: ca. 69.680 m³; en, • onverhard, braakliggend terrein: ca. 64.860 m³.

10.2.1.2 Leidingwater

In 2015 werd ca. 269.868 m³ (op basis van meterstand AWW) gebruikt als: • sanitair water; • bluswater; • koelwater; • water voor stoomproductie; • proceswater; en, • reinigingswater. In het MER zullen deze verbruiksposten in detail begroot en besproken worden.

10.2.2 Uitgaande waterstromen

10.2.2.1 Verdamping

Een gedeelte van het op het terrein aanwezige water zal verdampen naar de atmosfeer. In 2015 was het merendeel, 105.711 m³, van deze fractie afkomstig van de koeltorens, waaruit waterdamp wordt weggeblazen, en stoom die vrij komt tijdens reiniging en verwarming van installaties, tanks en dergelijke meer. Een gedeelte van het water dat op het terrein valt zal eveneens verdampen vooraleer het de riolering bereikt.

10.2.2.2 Geloosd naar Schelde

Al het andere gebruikte of opgevangen water wordt als afvalwater naar de zuiveringsinstallatie geleid en dan geloosd in de Schelde. MC heeft 1 lozingspunt. De totaalstroom aan afvalwater omvatte 187.505 m³ in 2015, en bestaat uit volgende deelstromen: • spui van stoomcircuits; • gebruikt proceswater; • stoomvallen afgeleid naar de riool; • opgevangen hemelwater, dat steeds als potentieel verontreinigd wordt

beschouwd;

1 KMI

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

69

Page 81: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

• bluswater; • koelwater; en, • sanitair afvalwater. Externe verwijdering Een gedeelte van het afvalwater zit vervat in afvalstromen en wordt extern verwijderd en verwerkt. In 2015 betrof deze fractie 9.684 m³. Bij MC worden ook waterstromen gecirculeerd, zoals stoomcondensaat en koelwater, deze zijn niet als afvalwater te beschouwen.

10.2.3 Overzicht waterbalans

Tabel 10.1 toont een schematisch overzicht van de waterbalans in de referentiesituatie.

Tabel 10.1 Waterbalans MC in de referentiesituatie (debieten per jaar)

IN (m³/jaar) UIT (m³/jaar) Hemelwater 188.626 Geloosd naar schelde 187.505 Leidingwater 269.868 Bedrijfsafvalwater 143.080 Hemelwater 44.424 Verdamping 117.103 Infiltratie 144.201 Extern verwerkt afvalwater 9.684 TOTAAL 458.494 TOTAAL 458.494

Bovenstaande tabel geeft aan dat de voornaamste afvalwaterstromen op de site het hemelwater en het bedrijfsafvalwater zijn. Het verschil tussen de uitkomende en inkomende waterstromen is te wijten aan spat- en lekverliezen evenals verdamping van hemelwater.

10.2.4 Samenstelling van het afvalwater

In het MER zullen de resultaten van de meest recente meetcampagnes opgenomen en vergeleken worden met de toepasbare lozingsnormen.

10.2.5 Grondwater

In het MER zullen we de hydrogeologische opbouw beschrijven, alsook de grondwaterstromingen, watervoerende lagen en grondwaterniveaus.

10.2.5.1 Hydrogeologie

Gebaseerd op de geologische opbouw, zie 11.2.1, kunnen drie watervoerende lagen worden onderscheiden:

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

70

Page 82: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

• Een freatische watervoerende laag, zich bevindend in de opgespoten zanden, verder de laag L1 genoemd. De diepte van de grondwatertafel bedraagt circa 1,0 m-mv.

• Een semi-artesische watervoerende laag, zich bevindend in de Kwartaire zanden, gevat tussen de polderlagen enerzijds en het minder doorlatend Lid van Kruisschans anderzijds. Deze laag wordt verder aangegeven als laag L2. De diepte van de grondwatertafel bedraagt circa 6-8 m-mv.

• Een semi-artesische watervoerende laag (tertiaire zanden), gevat tussen het Lid van Kruisschans enerzijds en de Boomse Klei anderzijds. Deze laag wordt verder de laag L3 genoemd.

10.2.5.2 Grondwaterkwetsbaarheid

Volgens de kwetsbaarheidskaart van het grondwater in de Provincie Oost-Vlaanderen is MC gelegen in een voor het grondwater zeer kwetsbare zone, aangeduid met Ca1, hetgeen betekent: watervoerende laag bestaande uit zand, geen deklaag, dikte onverzadigde zone ≤ 10 m. De indeling als “zeer kwetsbaar” dient hier echter gerelativeerd te worden gezien het grondwater hier een natuurlijke verzilting vertoont en aldus geen waarde als mogelijke laag voor drinkwaterwinning heeft.

10.2.5.3 Globale grondwaterstromingsrichting

De grondwaterstroming wordt in laag L1, opgespoten zanden, gekenmerkt door een algemene afstroming naar de Schelde enerzijds en naar de Liefkenshoektunnel anderzijds. Voor laag L2, de quartaire zanden, is deze stroming gericht naar de permanente drainage van de Liefkenshoektunnel, met voeding vanuit de Schelde. Hetzelfde patroon wordt teruggevonden voor laag L3, de tertiaire zanden. Het grondwaterpeil in de opgespoten zanden bevindt zich veel hoger dan in de onderliggende quartaire zanden. Er heerst bijgevolg een verticale grondwaterstroming van laag L1 naar L2. Voor L2 en L3 zijn de stijghoogten nagenoeg gelijk zodat de grondwaterstroming ertussen kan verwaarloosd worden. De geringe stroming die toch optreedt loopt van L2 naar L3.

10.2.5.4 Grondwaterwinningen

Tabel 10.2 geeft een overzicht van de grondwaterwinningen binnen een straal van 1 km rondom MC. Deze werden geïdentificeerd na raadpleging van de DOV-databank.

Tabel 10.2 Grondwaterwinningen rondom MC (straal van 1 km)

Naam Adres NACEcode Aantal putten

Aquifer code

Diepte Vergund dagdebiet

Vergunnings-periode

Ashland specialties Belgium

Geslecht 2 Haven 1920

25.20 1 0400 127 240 m³ 20/04/2006 tot

20/04/2026 Ashland

specialties Belgium

Geslecht 2 Haven 1920

25.20 20 0100 5 800 m³ 20/04/2006 tot

20/04/2026 ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

71

Page 83: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Naam Adres NACEcode Aantal putten

Aquifer code

Diepte Vergund dagdebiet

Vergunnings-periode

Nova Natie

Logistics

Romeynsweel 63.22 1 0400 110 40 m³ 26/03/1998 tot

26/03/2008

MC zelf beschikt niet over een grondwaterwinning.

10.3 AANLEGFASE

Het watergebruik en de aquatische emissies tijdens de aanlegfase zijn deze van een werf. Er zal hoofdzakelijk water voor sanitaire doeleinden gebruikt worden. Aangezien op dit moment nog niet exact bekend is hoeveel mensen tegelijkertijd aanwezig zullen zijn, zal dit waterverbruik ingeschat worden in het MER. In het MER zal tevens beschreven worden welke voorzieningen tijdens de aanlegfase getroffen moeten worden om sanitair afvalwater te behandelen. Tijdens de aanlegfase (bouwen van nieuwe installaties) wordt een beperkte afvoer van bemalingswater (geschat 2-10 m³/u) verwacht. Dit bemalingswater wordt geloosd via de waterzuivering. De kwaliteit van het bemalingswater is vergelijkbaar met de kwaliteit van het grondwater zoals beschreven in de bodemonderzoeken op de site uitgevoerd in en na 2010 (zie paragraaf 11.2.2.1).

10.4 GEPLANDE SITUATIE

Ten opzichte van de huidig vergunde situatie, omvat de geplande situatie nieuwe reactoren, pijpleidingen en tankenparken die tezamen met de verhoogde productie een extra belasting ten opzichte van het oppervlaktewater kunnen veroorzaken. Omwille van de aanleg van de nieuwe installaties en de parking zal een groter deel van het terrein verhard worden en aangesloten op de bedrijfsriolering. Daar MC geen grondwaterwinning plant te exploiteren worden er hierdoor geen verdrogingseffecten verwacht. Een bespreking van mogelijke effecten op de grondwaterkwaliteit wordt opgenomen in het hoofdstuk “Bodem”. De lozingen in de geplande situatie zullen in het MER worden begroot door enerzijds extrapolatie op basis van de meetgegevens en de geproduceerde capaciteit in het referentiejaar 2015, en anderzijds door het in rekening brengen van de ontwerpgegevens aangaande emissies van de nieuw geplaatste installaties. De totale emissies zullen worden getoetst aan BBT-voorschriften en/of reductiedoelstellingen.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

72

Page 84: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

10.5 BESCHRIJVING EN BESPREKING VAN HET WATERGEBRUIK IN HET MER

In het MER beschrijven we volgende zaken: • Evaluatie van het watergebruik en van de restwaterstromen. In het MER

beschrijven we op basis van de waterbalans van de site volgende zaken: • een opsomming van de ingenomen of opgevangen debieten

(leidingwater, hemelwater, grondwater,...); • een korte beschrijving van het gebruik van water (bvb. proceswater,

watertransportsysteem, …); • een korte beschrijving van eventueel hergebruik van water; • een opsomming van de afgevoerde debieten (restwater, hemelwater, ...); • een beschrijving van de voornaamste polluenten aanwezig in het

afgevoerde restwater; • een beschrijving van de mogelijke verdrogingseffecten ten gevolge van

aanwezige grondwaterwinningen.

• Evaluatie van waterzuivering en van de lozingsconcentraties. Het afvalwater van MC wordt afgevoerd naar de eigen WZI en vandaar geloosd op de Schelde. In het MER zal geëvalueerd worden wat de impact van de huidige en geplande afvalwaterlozing op de Schelde zal zijn.

10.6 BESCHRIJVING EN BESPREKING VAN DE EFFECTEN IN HET MER

In het MER zullen volgende punten besproken worden: • Kwaliteit van de Schelde op basis van recente meetgegevens van VMM.

Indien wijzigingen aan de lozingskarakteristieken van de WZI verwacht worden zal het effect hiervan op de Schelde besproken worden;

• De impact van MC wordt berekend t.o.v. de reële meetwaarden in de Schelde en t.o.v. de kwaliteitsdoelstellingen;

• Evaluatie van deze impact op basis van drie afzonderlijke significantiekaders: • voor permanente (gemiddelde) impact (Tabel 10.3) • voor tijdelijke (10-percentiel afvoerdebiet Schelde) impact voor

gevaarlijke stoffen (Tabel 10.4) • voor tijdelijke (bij 10-percentiel afvoerdebiet Schelde) impact voor niet-

gevaarlijke stoffen (Tabel 10.5) • indien de berekende impact relevant of belangrijk is, zullen remediërende

maatregelen voorgesteld worden: • indien door de afvalwaterproductie van MC geldende of toekomstige

lozingsnormen overschreden zullen worden, zullen remediërende maatregelen voorgesteld worden ter hoogte van de installaties van MC;

• indien maatregelen uit BREF-studies van toepassing zijn, zullen deze in het kader van dit MER geëvalueerd worden; en

• eindbeoordeling met opgave van eventuele leemten in de kennis.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

73

Page 85: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Tabel 10.3 Significantiekader gemiddelde impact

Totale concentratieverhoging (X) lozingen vs MKN

1 % < X < 10 % 10 % < X < 20 % X ≥ 20 %

Huidige kwaliteit (Y) vs MKN Y < 50 % -1 -1 -2 50 % < Y < 75 % -1 -2 -3 Y ≥ 75 % -2 -3 -3 met: -1: beperkte bijdrage / -2: relevante bijdrage / -3: belangrijke bijdrage X: Totale concentratieverhoging in het oppervlaktewater door de lozing van Monsanto Y: Huidige kwaliteit oppervlaktewater MKN: Milieukwaliteitsnorm

Tabel 10.4 Significantiekader tijdelijke impact voor gevaarlijke stoffen

Impact Beoordeling X ≤ 0,01 x MKN Verwaarloosbaar tijdelijk effect 0,01 x MKN ≤ X ≤ 0,5 x MKN Beperkt tijdelijk effect 0,5 x MKN ≤ X ≤ MKN Relevant tijdelijk effect X > MKN komt minder dan 10 % van de tijd voor

Belangrijk (onaanvaardbaar) tijdelijk effect; tijdelijk effect vormt op zich aanleiding tot het niet respecteren van de kwaliteitsdoelstelling op jaarbasis

met: X: Totale concentratie in het oppervlaktewater na lozing MKN: Milieukwaliteitsnorm

Tabel 10.5 Significantiekader tijdelijke impact voor niet-gevaarlijke stoffen

Impact Beoordeling X ≤ 0,5 x MKN verwaarloosbaar tijdelijk effect 0,5 x MKN ≤ X ≤ MKN Beperkt tijdelijk effect X > MKN komt minder dan 10 % van de tijd voor

Relevant tijdelijk effect

X > MKN komt meer dan 10 % van de tijd voor

Belangrijk (onaanvaardbaar) tijdelijk effect; tijdelijk effect vormt op zich aanleiding tot het niet respecteren van de kwaliteitsdoelstelling op jaarbasis

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

74

Page 86: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

11 METHODOLOGIE DISCIPLINE ‘BODEM’

11.1 AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED

Het studiegebied omvat het bedrijfsterrein en de aanpalende percelen die binnen een straal van (max.) 500 m rond het bedrijfsterrein liggen.

11.2 REFERENTIESITUATIE

11.2.1 Geologie

11.2.1.1 Algemeen

Het terrein van MC is gelegen op de vroegere Sint Annapolder. Eind jaren ’60 werd dit gebied opgespoten. Het gebruikte materiaal bestaat uit leem, zand, veen en klei, afkomstig van onderhoudsbaggerwerken uit de Schelde en van de aanleg van de Kallosluis en sluisgeul. Deze opspuitingen gaven het terrein zijn huidige karakter.

11.2.1.2 Geologische opbouw

Tabel 11.1 biedt een overzicht van de geologische opbouw van het terrein van MC.

Tabel 11.1 Geologische opbouw van het terrein van MC

Diepte Geologie Van +8,0 tot +3,0 m TAW:

Aanvulling, bestaande uit fijn zand met leemhoudende niveaus (recent).

Van +3,0 tot –4,5 m TAW:

Holocene polderlagen, bestaande uit klei, veen en/of leem met plaatselijk zandintercallaties (Kwartair).

Van –4,5 tot –9,0 m TAW:

Fijn zand tot zéér grof zand met talrijke schelpfragmenten (Kwartair). Het fijne zandfacies komt voor nabij de Schelde, het grove facies op grotere afstand van de Schelde.

Van –9,0 tot –11,0 m TAW:

Zandhoudende klei tot sterk kleihoudend zand (Lid van Kruisschans, Tertiair).

Van –11,0 tot –24,5 m TAW:

Fijn zand, al dan niet kleihoudend (Lid van Oorderen, Lid van Luchtbal, Formatie van Kattendijk, Tertiair).

Van –24,5 tot –26 m TAW:

Fijn zand, kleihoudend tot sterk kleihoudend (Formatie van Berchem, Tertiair).

Vanaf –26,0 m TAW:

Compacte, stijve klei (Formatie van de Rupel, Tertiair).

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

75

Page 87: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

11.2.2 Bodem- en grondwaterkwaliteit

11.2.2.1 Uitgevoerde bodem- en grondwateronderzoeken

Op de site van MC werden reeds een heel aantal bodemonderzoeken uitgevoerd, ten einde de meeste recente situatie te bespreken zullen we ons baseren op de conclusies van volgende studies: • Beschrijvend bodemonderzoek – Juni 2010 – 0062769-07 – PB10319 – ERM

nv en goedkeuring OVAM d.d. 08/10/2010 (BB-W-nv-10/020299); • Evaluatierapport schadebeperkende maatregelen (lekkage HNO3) –

December 2010 – 0120790 – ERM nv en goedkeuring OVAM d.d. 11 februari 2011;

• Evaluatierapport schadebeperkende maatregelen WZI-spill – Mei 2011 –0122650 – ERM nv en goedkeuring OVAM d.d. 30 mei 2011;

• Eindevaluatierapport schadebeperkende maatregelen leidingbreuk transferleiding – November 2013, 0194299 – ERM nv en goedkeuring OVAM d.d. 20 december 2013.

• Onderzoek schadegeval Hexa-Octodeceen– April 2014 – 0219866 – ERM nv • Oriënterend bodemonderzoek – Artemis Milieu – oktober 2014; conform

verklaard door OVAM in december 2014.

11.2.3 Bodembeschermende maatregelen

Op de site van MC vinden verscheidene bodembedreigende activiteiten plaats. Deze zijn allen voorzien van adequate bodembeschermingsmiddelen zoals betonnen inkuipingen, afwatering naar de RWZI en dergelijke meer. Door deze uitgebreide opvangvoorzieningen zijn de risico’s voor bodem- en grondwaterverontreiniging eerder gering.

11.3 AANLEGFASE

In de aanlegfase zal een beperkte hoeveelheid bodem afgegraven worden ten einde de aanleg van de tankenparken en pijpleidingen mogelijk te maken. Indien de overtollige gronden niet binnen dezelfde percelen kunnen worden gebruikt zullen ze worden afgevoerd naar een erkend verwerker. Daarbij zullen de nodige kwaliteitscontroles uitgevoerd worden, zoals voorgeschreven in de regelgeving omtrent grondverzet.

11.4 GEPLANDE SITUATIE

Ten opzichte van de huidig vergunde situatie, omvat de geplande situatie volgende additionele grondwater- of bodembedreigende activiteiten: • 2 nieuwe tankenparken; • Extra pijpleiding naar ADPO voor transport van o.a. methylesters, THF,

MTBE, IPA, etc; • Extra leiding naar de steigerinstallatie; en

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

76

Page 88: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

• extra opslag van TEAL. Om de mogelijke effecten op bodem en grondwaterkwaliteit in te schatten zal er rekening worden gehouden met de huidige situatie en beschikbare informatie aangaande de nieuw in te planten installaties en de aanleg ervan.

11.5 METHODOLOGISCHE ASPECTEN

Allereerst wordt het studiegebied gedefinieerd waarbinnen relevante milieueffecten voor bodem en grondwater kunnen worden verwacht op basis van de actuele toestand. Vervolgens zal aan de hand van de volgende beschikbare gegevens de geologische en de hydrogeologische opbouw van het studiegebied worden beschreven:

• Kaartmateriaal, waaronder geologische kaarten, topografische kaarten, grondwaterkwetsbaarheidskaarten, bodemkaart en bodemgebruikkaart (Geopunt Vlaanderen);

• Boringen uit de Databank Ondergrond Vlaanderen (DOV); en • De resultaten van de uitgevoerde bodem- en grondwateronderzoeken

op het bedrijfsterrein van MC. Daarna zullen de potentieel bodembedreigende activiteiten op de site van MC worden besproken, samen met de al uitgevoerde en nog uit te voeren bodem-beschermingsmaatregelen. Tot slot worden in de synthese de milderende maatregelen voor de significante effecten samengevat. Om de immissies en de milieueffecten in de referentiesituatie te bestuderen, worden als basis de onderzoeksgegevens van het meest recente beschrijvend bodemonderzoek (2010) gebruikt. In dit rapport worden de resultaten van de reeds uitgevoerde bodem- en grondwateronderzoeken beschreven en vergeleken met de actueel geldende normen. De evaluatie van de bestaande bodem- en grondwaterverontreiniging zal gebeuren volgens een puntensysteem, waarbij elk effect een score krijgt tussen -3 en 0 volgens het kader weergegeven in Tabel 11.2.

Tabel 11.2 Significantiekader effectbepaling bodem en grondwater

Score Effect Omschrijving -3 Belangrijk negatief

effect Verontreiniging met concentratie(s) boven de bodemsaneringsnorm(*)

met mogelijke effecten buiten het projectgebied -2 Relevant negatief

effect Verontreiniging met concentratie(s) boven bodemsaneringsnorm(*)

-1 Beperkt negatief effect

Verontreiniging met concentratie(s) tussen de richtwaarde(**) en de bodemsaneringsnorm(*)

0 Verwaarloosbaar effect

Verontreiniging met concentratie(s) lager dan de richtwaarde(**)

(*) Hier: bodemsaneringsnorm type V (industriegebied) voor grond (**) De richtwaarde beantwoordt aan het gehalte aan verontreinigende stoffen of organismen op of in de

bodem, dat toelaat dat de bodem al zijn functies kan vervullen zonder dat enige beperking moet worden opgelegd.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

77

Page 89: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

12 METHODOLOGIE DISCIPLINE ‘GELUID EN TRILLINGEN’

12.1 AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED

Het studiegebied strekt zich uit tot op minstens 200 m van de perceelsgrens en van het industriegebied conform de bepalingen in VLAREM II. Dit studiegebied wordt uitgebreid tot aan de meest nabijgelegen kwetsbare ecologische gebieden en tot aan de meest nabijgelegen woningen buiten het industriegebied. De specifieke bijdrage van het bedrijf zal dus bepaald worden tot 200 m van de perceelsgrens/industriegebied en tevens ook naar de meest nabijgelegen kwetsbare gebieden.

12.2 METHODIEK

12.2.1 Beschrijving van de referentiesituatie

In het kader van vorige MER/geluidsstudie voor deze site werden er al heel wat immissiemetingen en emissiemetingen uitgevoerd. Vermits er na deze metingen heel wat veranderd is t.o.v deze studie (verdwijnen van installaties, nieuwe installaties, uitgevoerde milderende maatregelen, verandering van het omgevingsgeluid) worden nieuwe immissiemetingen uitgevoerd. Daarnaast wordt ook een geluidskaart opgesteld van het gehele bedrijf volgens de EMOLA-methode. De referentiesituatie wordt bijgevolg beschreven op basis van een recente geluidskaart en nieuwe immissiemeting t.h.v. de Scheldedijk waar er minstens 96 uur (4 dagen) continu zal gemeten worden. De inplanting van dit vaste meetpunt is in onderstaande figuur op een luchtfoto weergegeven.

Figuur 12.1 Mogelijke inplanting van het vaste geluidsmeetpunt – gelegen buiten het industriegebied

Fort

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

78

Page 90: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Deze metingen leveren de waarden op van de grootheden LAeq,1h, LA05,1h, LA10,1h, LA50,1h en LA95,1h uitgedrukt in dB(A). Om eventuele zuivere tonen op te sporen wordt tevens een tertsbandanalyse uitgevoerd. Niet alleen de statistische parameters worden opgemeten en opgeslagen. Ook de ogenblikkelijke geluidsniveaus (logging) worden opgeslagen. De metingen worden uitgevoerd conform de bijlage 4.5.1 van het VLAREM II. De meetresultaten worden getoetst aan de richtwaarden uit VLAREM II in functie van de bestemming van het meetpunt volgens het gewestplan. De woongebieden (o.a. Doel) zijn op minder dan 500 m van een industriegebied gelegen. De huidige geluidsemissie zal bepaald worden op basis van een geluidskaart die opgesteld wordt op basis van een raster van meetpunten. De EMOLA – methode zal hier voor gebruikt worden. Er zal rekening gehouden worden met een opsplitsing van nieuwe en bestaande geluidsbronnen volgens de definitie van VLAREM II en volgens de richtlijnen opgenomen in het ‘richtlijnenboek voor geluid en trillingen’. Het omgevingsgeluid op de Scheldedijk en rondom de fabriek wordt bepaald door het wegverkeer enerzijds maar ook door bedrijven (o.a. MC) in het havengebied. Ter informatie zullen ook de relevante geluidsbelastingskaarten opgesteld door de overheid worden weergegeven.

12.2.2 Effectvoorspelling en –beoordeling

12.2.2.1 Aanlegfase

Tijdens de aanlegfase wordt de belangrijkste geluidsemissie veroorzaakt door de volgende activiteiten: • Aan- en afrijden van werfpersoneel; • Aan- en afrijden van vrachtwagens; en • Gebruik van werfmachines. De geluidsimpact van deze activiteiten zal in het MER kwalitatief beschreven worden.

12.2.2.2 Geplande situatie

Het effect van de werking van het bedrijf zal behandeld worden als een gedeelte bestaande en nieuwe inrichting en dit in de huidige situatie. Aan de hand van de bekomen geluidsvermogenniveaus (spectrum) zal per deelinrichting de specifieke bijdrage berekend worden volgens ISO 9613. De berekende en gemeten immissieniveaus zullen ons toelaten om het specifiek geluid van het bedrijf te bepalen en te toetsen aan de geldende normering waarbij rekening wordt gehouden met het onderscheid bestaand/nieuw. Als nieuw zal zeker de nieuwe destillatiekolom K116 worden beschouwd. Deze installatie is een volwaardige destillatie-installatie met pompen, koelers en een nieuwe koeltoren.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

79

Page 91: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Deze installatie zal pas normaal in het 2e kwartaal van 2016 opgestart worden. Het effect van deze nieuwe installatie zal ingeschat worden aan de hand van emissiegegevens die door de opdrachtgever worden aangeleverd. Tevens werden de 2 oude olie gestookte thermische olie ovens in 2010 vervangen door 1 gas gestookte oven. Alle andere installaties worden als bestaand beschouwd. Er wordt een geluidsmodel opgemaakt voor de referentiesituatie en de geplande situatie met de nieuwe installaties cumulatief met de installaties die nu al in werking zijn. Het effect van de geluidsemissie zal aan de hand van een geluidscontourenkaart gevisualiseerd worden. Ook het effect van verkeer zal onderzocht worden m.b.v. de SRM II indien relevant. Het effect van het bedrijf zal beoordeeld worden volgens het significantiekader dat uitgewerkt werd en is weergegeven in het richtlijnenboek voor geluid en trillingen. Het effect van de huidige en geplande situatie zal beoordeeld worden volgens het significantiekader zoals dit is uitgewerkt in het richtlijnenboek voor geluid en trillingen en weergegeven in Figuur 12.2.

Figuur 12.2 Significantiekader Geluid & Trillingen

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

80

Page 92: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Vervolg Figuur 12.2

12.2.3 Milderende maatregelen

Indien er overschrijdingen worden vastgesteld of significante effecten voorkomen, worden indicatieve maatregelen voorgesteld die na het uitvoeren van het MER in een saneringsplan kunnen gegoten worden.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

81

Page 93: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

13 METHODOLOGIE FAUNA EN FLORA

13.1 NATUURGEBIEDEN IN DE OMGEVING

De huidige biologische kwaliteit van het studiegebied dient als uitgangspunt voor deze studie. We beschrijven in het MER deze bestaande toestand in zoverre van belang bij de voorspelling van de milieueffecten door het project. In paragraaf 1.2.8 werd een overzicht gegeven van de natuurgebieden in de omgeving van MC. MC is gelegen in het vogelrichtlijngebied ‘Schorren en polders van de Beneden-Schelde’ en ligt op slechts enkele meters van het habitatrichtlijngebied ‘Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlands grens tot Gent en het habitatrichtlijngebied ‘Historische fortengordels van Antwerpen als vleermuizenhabitat', wat nagenoeg aanpalend ligt aan het bedrijfsterrein. We zullen de evaluatie voor de discipline ‘fauna & flora” in eerste instantie tot deze drie gebieden kunnen beperken aangezien de impact van MC hier het grootst zal zijn. Indien zou blijken dat ook andere natuurgebieden beïnvloed worden door de activiteiten van MC, dan zullen we deze ook in het hoofdstuk ‘fauna en flora’ bespreken. In onderstaande paragrafen bespreken we kort de waarde van de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden gelegen in de nabijheid van de bedrijfssite van MC. Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent De oevers van de Schelde staan continu onder invloed van de getijdewerking waardoor na verloop van tijd slikken en schorren ontstonden. De bij elke tij overstromende, onbegroeide slibplaten zijn slikken. Hogerop bevinden zich de schorren. Deze worden enkel bij hoogwater en bij springtij overspoeld en zijn begroeid met hogere planten. Door het aanleggen van dijken werd een buitendijks gedeelte met slikken en schorren afgescheiden van een binnendijks gedeelte, de polders. Deze laatste werden en worden nog kunstmatig ontwaterd via sloten en sluizen. Het Schelde-estuarium heeft nog een volledig zoet-zout gradiënt, wat op Europese schaal nagenoeg uniek is. De meest noordelijk gelegen Schelde-oevers (meest stroomafwaartse) bezitten nog waardevolle brakwaterschorren (Galgenschoor, Groot Buitenschoor, Schor van Ouden Doel). Ten zuiden van Antwerpen neemt de zee-invloed af en krijgen de schorren een meer zoetwaterkarakter. De belangrijkste buitendijkse gebieden langsheen de Schelde zijn aangeduid als natuurgebied of natuurreservaat, zijn erkend natuurreservaat of worden beheerd door een natuurvereniging. Ze zijn (internationaal) beschermd door hun aanduiding als VEN-gebied, Vogelrichtlijngebied en /of Habitatrichtlijngebied en Ramsargebied. “De Schelde- en Durmeëstuarium van de

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

82

Page 94: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Nederlandse grens tot Gent” is aangeduid als Habitatrichtlijngebied en omvat zowel de waterzone als de oevers met slikken en schorren. De site van MC grenst aan de Schelde-oevers, die beschermd zijn als VEN-gebied, vogelrichtlijngebied en habitatrichtlijngebied. Op korte afstand tot de site MC ligt het Ketenisseschoor. Op de rechterschelde-oever liggen de natuurreservaten ‘Galgenschoor – Groot Buitenschoor’, dit zijn de belangrijkste buitendijkse gebieden in het studiegebied. ‘Ketenisseschoor’ Dit natuurcompensatiegebied vormt in feite een onderdeel van het SBZ-H en is in beheer van Waterwegen en Zeekanaal. Het wordt gevormd door brakwaterschorren, die zeer uitzonderlijk voorkomen in Europa met name alleen nog in de monding van de Elbe en de Westerschelde. Het gebied vormt een modderig vogelparadijs. Het Ketenisseschoor is één van de bredere getijdenoevers aan de linkeroever van de Schelde (samen met het Schor Ouden Doel en het Paardenschor-in-herstel). Schorren en polders van de Beneden-Schelde Het vogelrichtlijngebied ‘de schorren en polders van de Beneden-Schelde’ is gelegen langs zowel de Linker- als de Rechteroever van de Schelde. Het bestaat uit een reeks waterrijke gebieden zoals moerassen, rietlanden, plassen, kreken, hooilanden, slikken en schorren. Dit gebied is van belang voor tal van trekvogels die het als stop- of pleisterplaats gebruiken. Eveneens speelt het een grote rol voor vele beschermde vogelsoorten die de schorren als broedplaats nemen waardoor het op Europees niveau de status van beschermd vogelrichtlijngebied geniet. Dit gebied is bestempeld als een niet-integrale beschermingszone, wat impliceert dat slechts beperkte gebieden binnen deze zone beschermd zijn. Het betreft hier slikken en brakwaterschorren, dijken, kreken en hun oevervegetaties. Fort Liefkenshoek Noordelijk van het bedrijf, is het Fort Liefkenshoek gelegen. Dit maakt deel uit van het habitatrichtlijngebied ‘historische fortengordels van Antwerpen’, als potentiële overwinteringsplaats voor vleermuizen. Het Fort Liefkenshoek ligt eveneens binnen het vogelrichtlijngebied ‘schorren en polders van de Beneden-Schelde’. In het MER zullen we deze gebieden verder gedetailleerd beschrijven, zoals reden van afbakening en waargenomen soorten.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

83

Page 95: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

13.2 BESCHRIJVING EN BESPREKING VAN EFFECTEN IN HET MER

De bespreking van de referentietoestand in het MER omvat een beschrijving en beoordeling van de voorkomende fauna en flora in het studiegebied binnen een straal van 5 km rond de site MC, op basis van bestaande kaarten en studies. Hiervoor maken we gebruik van bestaande gegevens zoals de Biologische Waarderingskaarten en gegevens bekomen van de beheerders van de natuurgebieden. Aangezien ‘De schorren en polders van de Beneden-Schelde’ een vogelrichtlijngebied vormt, zal specifiek aandacht besteed worden aan de beschrijving van (avi)fauna. Er wordt aangegeven welke van de aangetroffen vogelsoorten voorkomen in de Rode lijst van broedvogels in Vlaanderen en in de Bijlage I-lijst van de vogelrichtlijngebieden. Tevens wordt de gevoeligheid van de belangrijkste soorten aan geluidsverstoring aangegeven op basis van de gegevens van de kwetsbaarheidskaarten (opgesteld door Aeolus en Lisec, 2001). In de Antwerpse haven is een Soortenbeschermingsprogramma van kracht dat beschermde soorten en beschermingsmaatregelen definieert. Er zal nagegaan worden of er zich dergelijke soorten situeren binnen de invloedssfeer van het bedrijf. De moeraswespenorchis, meervleermuis, blauwborst en bruine kiekendief zijn paraplusoorten van het Soortenbeschermingsprogramma, die voorkomen in de nabijheid van de site MC. Er wordt geen bijkomend inventarisatiewerk voorzien. Zoals in het ingreep-effectenschema (zie Hoofdstuk 8) is aangegeven, zijn er verschillende aspecten van de activiteiten van MC die aanleiding kunnen geven tot effecten op fauna en flora. De effectgroepen die mogelijk betrokken zijn en die we dus bestuderen zijn: • vermesting en verzuring, als gevolg van atmosferische emissies; • rustverstoring door geluidshinder; • habitatsverstoring als gevolg van wijziging van de waterkwaliteit door

lozingen in de Schelde; en • eventueel habitatverlies door uitbreiding van het tankenpark. We maken bij de evaluatie van de eventuele effecten een onderscheid tussen directe, indirecte, tijdelijke en permanente effecten in enerzijds de huidige situatie en anderzijds de geplande situatie en de nulsituatie. De evaluatie van de effecten op flora en fauna is gebaseerd op literatuurgegevens en toetsingswaarden en de berekende immissiebijdragen geleverd door de disciplines ‘Lucht’ en ‘Geluid’. Er wordt rekening gehouden met het toetsingskader volgens het PAS (Programmatische Aanpak Stikstofdepositie) voor de overgangsperiode die momenteel van toepassing is ter hoogte van de habitatrichtlijngebieden. De effecten door rustverstoring worden ingeschat op basis van geluidscontourenkaarten en de verstoringsgevoeligheid per soort. De effecten op de waterkwaliteit van de Schelde worden ingeschat op basis

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

84

Page 96: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

van de huidige en berekende waterkwaliteitsgegevens en mogelijke wijzigingen ten gevolge van het project. Bij een uitbreiding van het tankenpark kan naargelang de locatie een biotoopverlies optreden in de aanlegfase. De effecten op de aanwezige vegetaties, habitats en soorten worden onderzocht. Indien tijdens de realisatie van het MER zelf zou blijken dat er ernstige nadelige effecten zijn of te verwachten zijn op de Speciale Beschermingszones in de omgeving door hervergunning van de activiteiten, zal een Passende Beoordeling worden opgemaakt. In het andere geval (geen significante impact) wordt de Passende Beoordeling beperkt tot een voortoets.

13.3 MILDERENDE MAATREGELEN

Indien significante effecten optreden worden, indien mogelijk, milderende maatregelen geformuleerd. De milderende maatregelen zullen vooral gericht zijn om de effecten tijdens de werkzaamheden te temperen. Mochten er ten gevolge van het project effecten optreden dan zullen milderende of compenserende maatregelen worden voorgesteld. De discipline wordt afgesloten met: • een eindbeoordeling met afweging van de relevantie van de effecten; • samenvattingen; • besluiten; en • opgave van eventuele leemten in de kennis.

13.4 PASSENDE BEOORDELING

Indien er ten gevolge van het project significante effecten optreden zullen deze effecten en de te nemen mitigerende maatregelen worden beschreven in een apart hoofdstuk; tezamen met de beschermingsmaatregelen van de speciale beschermingszones en de instandhoudingsdoelstellingen, overeenkomstig de specifieke voorschriften uit het MER-richtlijnenboek. Indien dit niet het geval is en er geen significante impact wordt verwacht zal de Passende Beoordeling beperkt worden tot een voortoets.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

85

Page 97: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

14 METHODOLOGIE ANDERE DISCIPLINES EN ASPECTEN

14.1 METHODOLOGIE DISCIPLINE ‘MENS’- HINDER, GEZONDHEID EN MOBILITEIT

14.1.1 Afbakening van het studiegebied

In het MER zal aandacht besteed worden aan: • gezondheidsaspecten; • directe en indirecte aspecten van de menselijke milieubeleving

(hinderaspecten); en • verkeersaspecten. De te bestuderen effecten zijn in hoofdzaak een gevolg van effecten die voor andere disciplines worden vastgesteld, met luchtverontreiniging en geluidshinder als belangrijkste aspecten. Voor de discipline ‘Mens - hinder en gezondheid’ wordt het studiegebied afgebakend rekening houdend met het grootste studiegebied van de disciplines ‘Lucht’, ‘Water’, ‘Bodem en grondwater’ en/of ‘Geluid’. Het betreft in dit geval het studiegebied voor de discipline ‘Lucht’, dat zich over 5 km rond de site van MC uitstrekt. Voor de mobiliteitsaspecten evalueren we de impact van het verkeer dat de site van MC aandoet t.h.v. de Ketenislaan (toegang tot bedrijfsterrein) en de Sint-Annalaan Het betreft de 2 wegen die mogelijk op relevante wijze beïnvloed kunnen worden door de activiteiten van MC.

14.1.2 Referentiesituatie

14.1.2.1 Omwonenden

De ligging van de omliggende woonkernen is hoger besproken in paragraaf 1.2.6. De meest nabij gelegen woonkern is die van Lillo op ca. 1,2 km ten westen van de site.

14.1.2.2 Verkeerssituatie

De site van MC ligt aan de Ketenislaan. Deze weg verschaft tezamen met de Sint Annalaan toegang tot MC en nabijgelegen bedrijven vanaf de R2. Via de R2 kan de E34 (Antwerpen – Knokke) vlot bereikt worden, en de Ketenislaan geeft uit op de N450 welke toegang verschaft tot centrum Kallo en verder de industrie gelegen langs de Scheldedijk.

14.1.2.3 Verkeersgeneratie door MC

Het personeelsbestand van MC omvat een honderdtal personen. Daar er met een ploegensysteem wordt gewerkt zijn deze niet steeds allen aanwezig, gemiddeld zijn er zo’n 40-50 vaste MC personeelsleden aanwezig, met daarnaast nog eens een 25-30 tal contractors. De meerderheid van het personeel komt met de wagen. ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

86

Page 98: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

De productie loopt continu, op de shutdown in september na. De aanvoer van aardgas, stikstof en water gebeurt via pijpleiding. Alle andere producten en stoffen worden aangevoerd via vrachtwagen, wagon of schip. De afvoer gebeurt uitsluitend via tankwagen. Er wordt hiervan geen relevante impact op de lokale verkeersafwikkeling verwacht. Tabel 14.1 vat de transporten in 2015 samen.

Tabel 14.1 Transportcijfers 2015

Transportmodi 2015 Aantal Volume (ton)

Weg (tankwagen) 6.070 136.643 Water (schip) 223 159.848 Spoor (wagon) 753 44.867 TOTAAL 341.358

14.1.3 Geplande situatie

Ten opzichte van de huidig vergunde situatie, omvat de geplande situatie een stijging van de de productiecapaciteit met 72.500 ton/jaar (40 %). Het bewerkstelligen van deze extra productie brengt additionele transporten en de aanwerving van 10 nieuwe personeelsleden teweeg. De verkeersstromen in de geplande situatie zullen in het MER door extrapolatie op basis van de verkeerstromen en de geproduceerde capaciteit in het referentiejaar 2015 begroot worden.

14.1.4 Beschrijving en bespreking van de Effecten in het MER

14.1.4.1 Toxicologische aspecten

Op basis van de overige disciplines, voornamelijk wat betreft ‘Lucht’, maar eventueel ook ‘Water en grondwater’ en ‘Bodem’ voeren we een evaluatie uit van de mogelijke toxicologische effecten op de gezondheid van omwonenden en werknemers van buurbedrijven. Daarbij besteden we vooral aandacht aan de polluenten die in de discipline ‘Lucht’ als meest relevant weerhouden worden.

14.1.4.2 Hinderaspecten

De mogelijke effecten kunnen tevens betrekking hebben op belevingsaspecten of op andere aspecten die direct of indirect de leefkwaliteit van de omgeving beïnvloeden. Deze effecten kunnen dus ook het gevolg zijn van effecten die voor andere disciplines worden vastgesteld, zoals bv. geluidshinder, verkeershinder, ...

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

87

Page 99: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

We evalueren deze effecten op basis van gegevens van de voorgaande disciplines en op basis van eventuele klachten in de voorbije jaren.

14.1.4.3 Mobiliteitsaspecten

Tevens zullen de door MC gegenereerde verkeersstromen in beeld gebracht worden voor de referentiesituatie en de geplande situatie en zal bekeken worden of de impact van het door MC gegenereerde wegverkeer relevant is. Daartoe vergelijken we de gekwantificeerde verkeersstromen gegenereerd door MC, met de capaciteit van de omliggende wegen (Ketenislaan, Sint Annalaan, R2) en met beschikbare telgegevens op deze wegen.

14.2 LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE

In het MER behandelen we kort de impact van de aanwezigheid van MC op het landschap. Voor de huidige toestand beschrijven we de volgende landschapskenmerken van het studiegebied op macro-, meso- en microschaal: • landschapstypologie: abiotisch en biotische kenmerken,

landschapsecologische relaties; • landschapsstructuren: aangeven van homogene structuren en eenheden; • visueel ruimtelijke kenmerken: beschrijving beeldbepalende elementen en

bodemgebruik. De vestiging van MC is gelegen in de Antwerpse haven aan de Ketenislaan en de Sint Annalaan, tussen de Schelde, Fort Liefkenshoek; de toekomstige site van ADPO Liefkenshoek en de R2/Liefkenshoektunnel. In de nabije omgeving (tot ca. 2 km) van MC vinden we volgens de Landschapsatlas enkel het volgend beschermd Landschappen terug: Groot Buitenschoor – Galgenschoor. In het MER wordt nagegaan of er effecten op dit beschermd landschap te verwachten zijn als gevolg van de activiteiten van MC. Op basis van het geschetste referentiekader beschrijven we de visuele impact van het bedrijf. De visueel landschappelijke impact zal niet wijzigen in de geplande situatie. De toekomstige ontwikkelingsscenario’s (autonome en gestuurde) worden kort besproken. De juridische en beleidsmatige randvoorwaarden die van toepassing zijn worden nagegaan. Indien mogelijk stellen we milderende maatregelen voor om negatieve invloeden te verminderen en de landschappelijke inpasbaarheid te verhogen.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

88

Page 100: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

14.3 AFVAL

In het MER zal een overzicht gegeven worden van de relevante afvalstromen als gevolg van de exploitatie van MC in de referentiesituatie en in de geplande situatie, alsook van de verwerkingsmethoden van het ontstane afval (recyclage, verbranden, storten).

14.4 KLIMAAT

De discipline ‘Klimaat’ wordt voor dit MER als niet relevant beschouwd, omdat de parameters die voor deze discipline effecten kunnen veroorzaken van een verwaarloosbare grootteorde zijn. Wel zullen we een overzicht van het energieverbruik van MC vermelden in het MER. Tevens geven we, op basis van het goedgekeurd energieplan, een beknopt overzicht van de mogelijkheden tot verbetering van de energie-efficiëntie op de site van MC.

14.5 LICHT, WARMTE EN STRALINGEN

Eventuele lichthinder ten gevolge van de activiteiten van MC zal worden besproken in de discipline ‘Mens’. Wat betreft warmte en stralingen zijn geen effecten te verwachten als gevolg van de activiteiten van MC.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

89

Page 101: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

15 METHODOLOGIE ‘ELEMENTEN TER BEOORDELING VAN EFFECTEN OP HET WATERSYSTEEM TEN BEHOEVE VAN DE WATERTOETS’

Uit de relevante voorgaande disciplines vatten we in dit hoofdstuk de gegevens samen ten behoeve van de watertoets: • effecten op waterhuishouding, waterkwaliteit en structuurkwaliteit; • effecten op watergebonden fauna en flora; en • effecten op watergerelateerde thema’s voor de mens.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

90

Page 102: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

16 GEWESTOVERSCHRIJDENDE INFORMATIE-UITWISSELING

De site van MC te Antwerpen is gelegen op meer dan 5 km ten noorden van de gewestgrens. Het grootste studiegebied is dit van de discipline ‘lucht’. Het strekt zich uit tot op 5 km van de site van MC. Op basis hiervan besluiten de erkende deskundigen die dit kennisgevingsdossier opgesteld hebben, dat relevante grensoverschrijdende effecten op mens en milieu (zoals bepaald in het Samenwerkingsakkoord van 4 juli 1994) niet verwacht worden. Wijzigingen van de milieueffecten in de geplande situatie zijn er ter hoogte van de grens eveneens niet te verwachten.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

91

Page 103: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

17 REEDS GEKENDE ONZEKERHEDEN

Volgende gegevens ontbreken momenteel en kunnen aanleiding geven tot een relevante leemte in de kennis: • In het algemeen ontbreken voor de meeste soorten fauna en flora de

noodzakelijke ecotoxicologische gegevens. De beschrijving van dergelijke effecten zal daarom algemeen gebeuren.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

92

Page 104: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

18 TIJDSCHEMA

MC en ERM wensen de volledige MER-procedure af te ronden eind december 2016. Daarom wordt volgend richtinggevend tijdschema gevolgd: • kennisgevingsprocedure in de periode mei-juli 2016; • opmaak ontwerpMER in de periode juli-oktober 2016; en • bespreking ontwerpMER en indienen van het MER ter goedkeuring bij de

Dienst Mer in oktober – december 2016.

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

93

Page 105: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

19 VOORSTEL VAN INHOUDSTAFEL VOOR HET MER

DEEL 1: ADMINISTRATIEVE SITUERING VAN HET PROJECT (coördinator)

1.1 Ruimtelijke situering 1.2 Voorstelling initiatiefnemer – toetsing aan de MER-plicht – voorgeschiedenis

MER-procedure 1.3 Verantwoording van het project - juridische en beleidsmatige

randvoorwaarden

DEEL 2: PROJECTOMSCHRIJVING (alle externe deskundigen)

2.1 Huidige situatie 2.2 Aanlegfase 2.3 Geplande situatie 2.4 Energie 2.5 Materiaalstromen 2.6 Alternatieven en BBT

DEEL 3: HISTORIEK VAN HET STUDIEGEBIED (coördinator + interne deskundigen) Beknopte beschrijving van de historiek van de betrokken installaties, van de site en van de omgeving in het algemeen.

DEEL 4: INGREEP-EFFECTENSCHEMA EN ALGEMENE METHODOLOGIE (coördinator) Voor elke discipline (lucht, water, bodem en grondwater, geluid en trillingen, mens, fauna en flora) worden beknopt de ingrepen en mogelijke milieueffecten weergegeven.

DEEL 5: DISCIPLINE LUCHT (deskundige lucht) 5.1 Methodologie 5.2 Afbakening studiegebied 5.3 Referentiesituatie 5.3.1 Beschrijving van de huidige emissies en toetsing aan de emissiegrenswaarden 5.3.2 Beschrijving van de immissies en toetsing aan de immissienormen 5.4 Aanlegfase 5.5 Geplande situatie 5.5.1 Beschrijving van de geplande emissies en toetsing aan de emissiegrenswaarden

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

94

Page 106: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

5.5.2 Beschrijving van de immissies en toetsing aan de immissienormen 5.5 Beschrijving van de milieueffecten (geplande situatie) 5.6 Besluit 5.7 Milderende maatregelen

DEEL 6: DISCIPLINE WATER (deskundige oppervlaktewater en deskundige grondwater)

6.1 Methodologie 6.2 Afbakening studiegebied 6.3 Referentiesituatie 6.3.1 Hydrogeologie 6.3.2 Huidige grondwaterkwaliteit 6.3.3 Waterbalans 6.3.4 Effluentkarakteristieken 6.3.5 Effect op de Schelde 6.3.6 Verdrogingseffecten 6.4 Aanlegfase 6.5 Geplande situatie 6.5.1 Waterbalans 6.5.2 Effluentkarakteristieken 6.5.3 Effect op de Schelde 6.5.4 Verdrogingseffecten 6.6 Kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater 6.7 Kwaliteit van de onderwaterbodem 6.8 Kwaliteit van het grondwater 6.9 Beschrijving van de milieueffecten (geplande situatie) 6.10 Besluit 6.11 Milderende maatregelen

DEEL 7: DISCIPLINE BODEM (deskundige bodem)

7.1 Methodologie 7.2 Afbakening studiegebied 7.3 Referentiesituatie 7.3.1 Geologie 7.3.2 Huidige bodemkwaliteit 7.3.3 Beschrijving van de potentieel bodembedreigende activiteiten 7.3.4 Beschrijving van de bodembeschermingsmaatregelen 7.3.5 Beschrijving van de immissies en milieueffecten 7.4 Aanlegfase 7.5 Geplande situatie 7.5.1 Beschrijving van de potentieel bodembedreigende activiteiten 7.5.2 Beschrijving van de uitgevoerde en nog uit te voeren bodem-beschermings-

maatregelen 7.5.3 Beschrijving van de milieueffecten (geplande situatie) 7.6 Besluit

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

95

Page 107: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

7.7 Milderende maatregelen

DEEL 8: DISCIPLINE GELUID EN TRILLINGEN (deskundige geluid en trillingen)

8.1 Methodologie 8.2 Afbakening studiegebied 8.3 Referentiesituatie 8.3.1 Beschrijving van de emissies 8.3.2 Beschrijving van de immissies en milieueffecten 8.4 Aanlegfase 8.5 Geplande situatie 8.6.1 Beschrijving van de emissies 8.6.2 Beschrijving van de immissies en milieueffecten 8.7 Besluit 8.8 Milderende maatregelen

DEEL 9: DISCIPLINE FAUNA EN FLORA (deskundige fauna en flora)

9.1 Methodologie 9.2 Afbakening studiegebied 9.3 Kadering Regelgeving 9.3.1 EG-Vogelrichtlijngebieden 9.3.2 Habitatrichtlijn 9.3.3 Instandhoudingsdoelstellingen 9.3.4 VEN-gebieden 9.3.5 Natuurtoets 9.4 Referentiesituatie 9.4.1 Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent 9.4.2 Blokkersdijk 9.4.3 e.v. Overige beschermde gebieden 9.5 Beschrijving van het Terrein Site MC 9.6 Effectbeschrijving en Beoordeling 9.6.1 Kwetsbare gebieden 9.6.2 Beschrijving van de immissies en milieueffecten 9.7 Besluit 9.8 Milderende maatregelen

DEEL 10: ANDERE ASPECTEN (coördinator)

10.1 Mens’- Hinder- en Gezondheidseffecten 10.2 Landschap, Bouwkundig Erfgoed en Archeologie 10.3 Klimaat 10.4 Licht, warmte, stralingen 10.5 Afval

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

96

Page 108: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

DEEL 11: WATERTOETS (coördinator) Samenvatting van aspecten uit voorgaande hoofdstukken (vooral water, grondwater, fauna en flora, mens, ...) die relevant zijn voor de watertoets.

DEEL 12: LEEMTEN IN DE KENNIS (coördinator en alle deskundigen) Elke deskundige geeft voor zijn/haar discipline aan waar kennis of gefundeerd onderzoek ontbreekt om besluiten te trekken. De coördinator maakt hiervan een sluitend overzicht.

DEEL 13: MONITORING EN EVALUATIE (coördinator en alle deskundigen) Elke deskundige geeft voor zijn/haar discipline aan welke monitoring en evaluatie er nodig is na het verlenen van een vergunning, teneinde de voorspelde effecten te controleren, op te volgen of te evalueren. De coördinator maakt hiervan een sluitend overzicht.

DEEL 14: INTEGRATIE EN EINDSYNTHESE (coördinator) De coördinator stelt een synthese samen waarin over alle disciplines heen de voornaamste milieueffecten en de milderende maatregelen samengevat worden Indien mogelijk wordt het effect van de milderende maatregelen besproken.

DEEL 15: TEWERKSTELLING, INVESTERINGEN EN GEBRUIKTE MATERIALEN (coördinator en interne deskundigen)

DEEL 16: NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING (coördinator en alle deskundigen)

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

97

Page 109: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

20 BIJLAGEN

ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM NV MONUMENT CHEMICAL MC – 0318689

98

Page 110: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Bijlage 1

Overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Page 111: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

De procedure volgens het DABM voor het opstellen van een project-MER wordt gekenmerkt door drie fasen: • een kennisgevingsfase- en richtlijnenfase: tijdens deze fase wordt het

kennisgevingsdossier opgesteld en ingediend bij de dienst Mer. De kennisgeving wordt al dan niet volledig verklaard. In de richtlijnenfase worden de inhoud en de bijzondere richtlijnen voor het plan- MER vastgesteld door de dienst Mer;

• in de uitvoeringsfase wordt het eigenlijke plan-MER opgesteld; • tijdens de beoordelingsfase wordt het plan-MER inhoudelijk getoetst en goed-

of afgekeurd door de dienst Mer. Deze verschillende fasen en de erbij horende procedurestappen worden in de paragrafen hieronder kort toegelicht en schematisch voorgesteld in Figuur 2. Kennisgevings- en richtlijnenfase Aan de hand van de kennisgeving brengt de initiatiefnemer de dienst Mer op de hoogte van het voorgenomen project. De kennisgeving omvat (cf. art. 4.3.4§1 en §2 DABM) ten minste: • Een beschrijving en verduidelijking van het project met inbegrip van de

ruimtelijke situering ervan en in voorkomend geval het exploitatieadres van de inrichting; de ruimtelijke situering bevat minstens een uittreksel van de ruimtelijke uitvoeringsplannen of de vigerende plannen van aanleg en van de topografische kaarten van de omgeving;

• de vergunningen die moeten worden aangevraagd en in voorkomend geval de bestaande vergunningstoestand voor de exploitatie van de inrichting;

• in voorkomend geval de gegevens die de administratie nodig heeft voor het aanvangen van de grensoverschrijdende informatie-uitwisseling, bedoeld in § 5;

• in voorkomend geval de relevante gegevens uit vorige rapportages en uit de goedgekeurde rapporten die daaruit zijn voortgekomen;

• een document waarin, steunend op de vereisten van artikel 4.3.7 en van het MER- richtlijnenboek, de inhoudelijke aanpak - met inbegrip van de methodologie - van het project- MER wordt voorgesteld;

• een beknopte beschrijving van de alternatieven voor het project of voor onderdelen ervan die de initiatiefnemer heeft overwogen en, bondig weergegeven, zijn bedenkingen over de voor- en nadelen van de verschillende alternatieven;

• de relevante gegevens over de voorgestelde erkende MER-coördinator en het voorgestelde team van erkende MER-deskundigen, bedoeld in artikel 4.3.6, en de taakverdeling tussen de deskundigen;

• in voorkomend geval de gronden voor de vraag tot onttrekking aan bekendmaking en ter inzagelegging van de kennisgeving of aangeduide delen ervan.

De dienst Mer neemt binnen de 20 dagen een beslissing over de volledigheid van de kennisgeving. Als de kennisgeving volledig verklaard wordt betekent de initiatiefnemer een afschrift van de volledig verklaarde kennisgeving en van de

Page 112: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

beslissing van de dienst Mer terzake binnen een termijn van tien dagen na ontvangst, tegelijkertijd aan tenminste (artikel 4.3.4 §4 DABM): de overheid die in voorkomend geval in eerste aanleg een beslissing zal nemen over de vergunningsaanvraag betreffende het project; het college van burgemeester en schepenen van de gemeente of gemeenten waar het project plaatsvindt of plaats zal vinden; de door de Vlaamse regering aangewezen administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen (verder ‘adviesinstanties’ genoemd); in voorkomend geval de ondernemingsraad en het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk die bestaan in het bedrijf van de initiatiefnemer - of bij ontstentenis van deze organen, de vakbondsafvaardiging - en de milieucoördinator De dienst Mer bezorgt de initiatiefnemer een lijst met contactgegevens van deze gemeenten en instanties. Deze gemeenten leggen op hun beurt de kennisgeving ter inzage van het publiek binnen een termijn van 10 dagen na ontvangst ervan en zij kondigen de terinzagelegging aan. Eventuele opmerkingen over de inhoudsafbakening van het MER moeten binnen 30 dagen na aanvang van de terinzagelegging al dan niet via de gemeente aan de dienst Mer bezorgd worden. De dienst Mer neemt een beslissing over de bijzondere richtlijnen voor het MER en deelt ze binnen de 70 dagen na de volledigverklaring van de kennisgeving mee aan de initiatiefnemer, adviesinstanties en (desgevallend) buitenlandse autoriteiten of autoriteiten van de andere Gewesten. In de praktijk gaat aan die beslissing meestal een ‘richtlijnenvergadering’ vooraf. Tijdens deze vergadering waarvoor adviesinstanties, gemeenten, provincies, de initiatiefnemers en de opstellers van het MER worden uitgenodigd wordt ingegaan op de verschillende opmerkingen. De deelnemers aan de vergadering kunnen hun standpunt verduidelijken. Dit bevordert de consensus tussen de verschillende partijen (met betrekking tot bv. de te onderzoeken effecten) en helpt de dienst Mer bij het formuleren van goed onderbouwde richtlijnen. De beslissing van de dienst Mer heeft betrekking op: • de inhoud van het project-MER en de inhoudelijke aanpak van de rapportage,

met inbegrip van de methodologie; • de bijzondere richtlijnen voor het opstellen van het project-MER; • de aanstelling van de opstellers, i.e. de (erkende) MER-deskundigen en de MER-

coördinator. • De dienst Mer houdt bij haar beslissing rekening met: • de relevantie van de milieueffecten; • de adviezen van de adviesinstanties en de opmerkingen en commentaren van

het publiek, in het bijzonder deze die handelen over te onderzoeken effecten of maatregelen.

Page 113: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Uitvoeringsfase Tijdens de uitvoeringsfase stelt het team van erkende deskundigen het MER op onder leiding van een MER-coördinator. In de praktijk vindt naar het einde van deze periode doorgaans een ‘ontwerptekstvergadering’ plaats. Tijdens deze vergadering, waarop adviesinstanties, gemeenten, provincies, initiatiefnemers en de opstellers van het MER zijn uitgenodigd, wordt de tekst besproken en afgetoetst aan de richtlijnen. De dienst Mer beslist daarbij welke opmerkingen in de eindversie van het MER moeten verwerkt worden. Het verslag van de ontwerptekstbespreking bevat een overzicht van alle belangrijke opmerkingen en van hoe ermee dient omgegaan te worden. Dit helpt de opstellers van het MER bij het opmaken van een finale versie. Beoordelingsfase Na indiening van het MER bij de dienst Mer, controleert deze of het MER beantwoordt aan de inhoudelijke vereisten van de richtlijnen en de voorgestelde methodiek uit de kennisgeving. Zij houdt hierbij – indien van toepassing - ook rekening met het advies van ANB met betrekking tot de passende beoordeling en aan departement MOW in verband met de mobiliteitsstudie. Daarna keurt de dienst Mer het MER goed of af en stelt ze een goed- of afkeuringsverslag op. Deze goed- of afkeuring wordt binnen een termijn van 40 dagen na het indienen van het MER betekend aan de initiatiefnemer, de betrokken adviesinstanties, de MER-coördinator en het college van burgemeester en schepenen van de gemeente of gemeenten waar het project plaatsvindt of plaats zal vinden. De administratie kan gemotiveerd beslissen om deze termijn te verlengen tot vijftig dagen.

Page 114: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Bijlage 2

MER-procedure – Stroomschema’s

Page 115: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2
Page 116: Kennisgeving Monument Chemical BVBA · 1.1.2 Uitbreiding en hervergunning van de site te Kallo 1 1.2 R UIMTELIJKE S ITUERING VAN HET P ROJECT 2 1.2.1 Ligging projectgebied 2 1.2.2

Bijlage 3

Kaartenbundel