Pagina 1

Instructie en Handleiding 39 woningen Land van Winkel te Abcoude

SEPTEMBER 2017

Pagina 2

Inhoudsopgave

INLEIDING 3

GEBRUIKSREGELS 4

WAARSCHUWING 5

1 INSTALLATIES 6 1.1 CENTRALE VERWARMING 6 1.2 MECHANISCHE VENTILATIE 8 1.3 ELEKTRISCHE INSTALLATIE 9 1.4 CENTRALE ANTENNE EN TELEFOON 9 1.5 WATERINSTALLATIE 10 1.6 RIOLERING 11 1.7 HEMELWATER 11 2 DE WONING 12 2.1 DAK 12 2.2 GEVELS 12 2.3 VLOEREN 12 2.4 PLAFONDS 13 2.5 BOUWMUREN 13 2.6 BINNENWANDEN 13 2.7 BUITENBERGING 13 3 ONDERHOUD 14 3.1 SCHILDERWERK 14 3.2 BEGLAZING 14 3.3 HANG- EN SLUITWERK 14 3.4 TOCHTPROFIELEN 14 3.5 SPUITWERK 14 3.6 WANDAFWERKING 15 3.7 WAND- EN VLOERTEGELS 15 3.8 SANITAIR 15 3.9 VENSTERBANKEN 15 3.10 KITVOEGEN 16 3.11 BINNENKOZIJNEN EN DEUREN 16 3.12 KEUKENBLOKKEN 16 3.13 AANRECHTBLADEN 16 3.14 KEUKENAPPARATUUR 16 4 DIVERSEN 17 4.1 DROOGSTOKEN VAN DE WONING 17 4.2 ONDERHOUDSTERMIJN 17 4.3 ZELF AANGEBRACHTE VOORZIENINGEN (ZAV) 17 4.4 INVENTARISLIJST 17 4.5 HAGEN 17

KLACHTENMELDING EN REPARATIE VERZOEKEN 20

Pagina 3

INLEIDING

GEACHTE HUURDER,

Met de oplevering van uw woning breekt er voor u een periode aan waarin u het druk zult hebben met het schoonmaken, stofferen en inrichten van uw woning. Om deze zaken volledig tot hun recht te laten komen adviseren wij u, nog voor u met het inrichten van uw woning begint, dit boekje aandachtig door te lezen. Aanvullende informatie over het onderhoud leest u in de brochure ”Onderhouds ABC - wie doet wat”. Mocht u aanpassingen in uw woning aan willen brengen, dan adviseer ik u om onze brochure “Veranderingen in de woning” door te nemen. In deze folder staat vermeld hoe u moet handelen wanneer u iets wil wijzigen in de woning. Wij hopen dat de woning aan uw verwachtingen voldoet, zodat u kunt gaan genieten van de ruimte en de kwaliteit van uw nieuwe woning. Veel woonplezier gewenst, Met vriendelijke groet, GROENWEST

Pagina 4

GEBRUIKSREGELS

Met betrekking tot het gebruik van de centrale verwarmingsinstallatie verwijzen wij u naar de aanwezige bedieningsvoorschriften. Bij eventuele storingen in deze installatie kunt u GroenWest bellen. U vindt de contactgegevens achterin dit boekje.

Voor het optimaal functioneren van het mechanische ventilatiesysteem is het niet toegestaan een gemotoriseerde afzuig- of wasemkap op het ventilatiesysteem aan te brengen. Het aanbrengen van raamventilatoren is eveneens niet toegestaan.

Indien u een bad wilt plaatsen in de badkamer dan dient u dit te allen tijde schriftelijk aan te vragen bij GroenWest. In de reactie van GroenWest staat onder andere vermeld dat de watervoorziening aangepast dient te worden door een erkend installateur.

Fabrieksmatig afgewerkte onderdelen, zoals binnendeuren, binnenkozijnen, vensterbanken, keukenblokken en dergelijke, dienen in de oorspronkelijke staat te blijven. Dat wil zeggen dat u deze niet mag schilderen.

Voor het aanbrengen van uitbreidingen en/of wijzigingen in of aan de woning, dient u vooraf schriftelijk toestemming te hebben van GroenWest.

Denk bij het klussen aan uw medebewoners. Gebruik geen elektrisch gereedschap op late tijdstippen. Grofvuil kunt u wegbrengen naar de stort van de gemeente De Ronde Venen.

Ingevolge afspraken met de overheid en de stedenbouwkundige uitgangspunten worden er bij

een aantal erfafscheidingen aan de zijkant van het gehuurde een haag geplant. Wanneer de oplevering van de woningen buiten het plantseizoen plaatsvindt, dan wordt de haag in het eerstvolgende plantseizoen geplant. Per project wordt de soort beplanting geselecteerd. De Haag is een onderdeel van het gehuurde en mag niet worden verwijderd. Het onderhoud aan deze hagen is voor de huurder. Er wordt van de bewoners verwacht dat zij, vooral gedurende het eerste groeiseizoen, de beplanting voldoende water geven en snoeit.

Pagina 5

WAARSCHUWING Boren en spijkeren in de woning. Uw woning is voorzien van een verwarmingssysteem (vloerverwarming), waarbij (kunststof)leidingen in de bovenste deklaag van de betonvloeren zijn gemonteerd. We raden het daarom af te boren en/of te spijkeren in de vloeren van de woning. Bij het boren en spijkeren in plafond en muren moet rekening worden gehouden met de daar aanwezige leidingen. Omdat het plafond bestaat uit kanaalplaatvloeren kan in het plafond maximaal 40 millimeter diep worden geboord. Door te boren en/of te spijkeren in vloeren, plafonds, of muren kan lekkage en/of kortsluiting ontstaan. De schade die daarbij ontstaat, is niet gering. De herstelkosten komen voor rekening van de huurder.

SPIJKER NOOIT IN DE VLOER LEKKAGE KOST GELD

Pagina 6

1 INSTALLATIES 1.1 Centrale verwarming

Algemeen Uw woning is aangesloten op een individuele warmtevoorziening, deze comfortabele warmte en warwatervoorziening werkt op basis van een ventilatieretourlucht warmtepomp met een boiler. De ventilatie lucht wordt afgezogen in het toilet, de badkamer en zolder. Met behulp van de warmte ca. 20 graden wordt het water voorverwarmd. Vervolgens zorgt een verwarmingselement in de warmtepomp ervoor om het water ten behoeve van de vloerverwarming naar ca. 35 - 40 graden te verwarmen. Dit water wordt vervolgens doorgeleid naar het vloerverwarming systeem dat zich op de begane grond en eerste verdieping bevindt. Vloerverwarming Alle woningen zijn op de begane grond en de 1e verdieping standaard uitgerust met vloerverwarming als hoofdverwarming. In de badkamer is ook vloerverwarming aanwezig. Als u in uw vorige woonomgeving gewend was aan een ander verwarmingssysteem, is vloerverwarming even een omschakeling. Een vloerverwarmingssysteem werkt namelijk volgens een ander principe. In de vloer liggen leidingen in een bepaald patroon. Door warm water door de leidingen te sturen, geven deze leidingen hun temperatuur af aan de vloer waardoor deze warmer wordt. De warme leidingen geven dus hun warmte af aan de vloer. Op deze manier wordt de vloer warm en straalt de warmte de ruimte in. Als de leidingen in de vloer echter afgekoeld zijn, kan het lang duren (enkele uren) voordat de vloer en dus ook de ruimte weer warm wordt. Vloerverwarming is dus een traag systeem. Om die reden moeten grote verschillen in de ingestelde temperatuur vermeden worden. Vloerverwarming is niet geschikt voor elk soort vloerbedekking en niet elke vloerbedekking is geschikt voor vloerverwarming. Het is van belang om bij vloerverwarming als hoofdverwarming de juiste vloerafwerking te kiezen. Een te dikke vloerbedekking met een hoge isolatiewaarde laat minder warmte door. Ook kan een te dunne vloerbedekking zonder tussenlaag leiden tot een te hoge vloertemperatuur, als bijvoorbeeld de thermostaat op een hoge stand wordt gezet. Elke vloerbedekking laat op een andere manier warmte door.. Daarnaast dienen de gebruikte materialen en bevestigingsmiddelen ook geschikt te zijn voor vloerverwarming in verband met de hogere temperaturen. Hierbij geldt dat u altijd de richtlijnen en adviezen van de betreffende leverancier en fabrikant in acht moet nemen. wij willen u dan ook adviseren om altijd bij een deskundige advies in te winnen. Regeling De temperatuur in de woning regelt u door middel van de verschillende kamerthermostaten. De woonkamer, slaapkamers en badkamer zijn allen voorzien van een thermostaat waar u de warmte in de individuele ruimte kan instellen. Bedenk echter dat het geruime tijd kan duren voordat in een ruimte een behaaglijke temperatuur is bereikt Een thermostaat is geen precisie-instrument, de werkelijke kamertemperatuur kan afwijken. Vermijd het plaatsen van warmte afgevende apparaten in de buurt van de kamerthermostaat. Deze kunnen de werking beïnvloeden. Behandel de thermostaat voorzichtig. Het is een gevoelig instrument.

Pagina 7

Capaciteit Alleen bij een gelijktijdige verwarming van alle vertrekken worden de volgende temperaturen gegarandeerd:

Woonkamer/ keuken 20 C

Slaapkamers 20 C

Badkamer 22 C

Hal 15 C Behaaglijkheid Koude oppervlakken stralen kou uit. Dit kan zich voordoen bij ruiten als het koud is, maar ook wanneer wanden, plafonds en vloeren tijdens het laag staan van de verwarming, zijn afgekoeld. Tijdens het opwarmen bereikt de lucht in de ruimte al vrij snel de gevraagde temperatuur, terwijl de temperatuur van de omringende wanden etc. nog enige graden lager is. Dit wordt ervaren als een onbehaaglijke koude straling. Stook daarom zo gelijkmatig mogelijk en pas geen grotere verlagingen toe dan eerder aangegeven. Al te hoge vochtigheid, kook- en rookgeuren etc. komen de behaaglijkheid niet ten goede. Ventileer daarom in voldoende mate. Lucht daarnaast de woning ten minste één kwartier per dag. Open één of meerdere ramen/deuren, zet de ventilatie op de hoogste stand en de thermostaat laag. Natuurlijk moet u dit niet doen tijdens mist, regen of al te hevige kou. Onderhoud Sleutel nooit zelf aan de installatie. Indien storingen optreden, wendt u zich dan tot GroenWest.

Pagina 8

1.2 Mechanische ventilatie Algemeen De woning is voorzien van een ventilatieretourlucht warmtepomp. In deze warmtepomp is het een individueel mechanisch ventilatiesysteem geïntegreerd. Dit wil zeggen dat de lucht wordt afgezogen uit de woonkamer/keuken, badkamer, toilet en de berging waar de wasmachine en droger geplaatst kunnen worden. Via een afvoerkanaal wordt deze buiten de woning gebracht. Instelling Zowel de motor als de ventielen van het mechanisch ventilatiesysteem zijn zorgvuldig ingesteld. Zorg ervoor dat deze instelling niet wordt gewijzigd. Wanneer de balans wordt verstoord, kan het niet alleen gebeuren dat er teveel of te weinig lucht wordt afgevoerd of van de verkeerde plaats wordt afgezogen, maar ook kunnen er hinderlijke geluiden ontstaan. Ventilatietips Als u gaat koken, douchen, of als er veel was te drogen hangt, zet dan de 3 standenschakelaar op stand drie. Laat na het douchen of koken de ventilator nog 20 minuten doordraaien. Hierdoor verwijdert u (bijna) alle vocht en kookdampen, en blijft uw binnenklimaat gezond en droog.

In de gevelkozijnen zijn ventilatierooster bevestigd. Deze dient u altijd open te houden, omdat dan altijd frisse / verse lucht uw woning in stroomt en weer wordt afgezogen door de mechanische ventilatie. Als u de ventilator lager instelt, zal er automatisch ook minder lucht naar binnen stromen. Schakel de ventilator echter nooit helemaal uit, want dan ontstaat er een ongezond, vochtig binnenklimaat waar schimmels kunnen ontstaan.

Wasemkap Het aansluiten van een (motorloze) wasemkap op het ventilatiesysteem is niet toegestaan. Onderhoud De lucht wordt afgezogen via ventielen in het plafond. Om vervuiling van de kanalen en de ventilatormotor te voorkomen, adviseren wij u om deze ventielen regelmatig te reinigen. Dat kan op eenvoudige wijze, zonder de ventielen uit te nemen, met een vochtig doekje. Daarnaast is het verstandig de ventielen ook van tijd tot tijd voorzichtig uit te nemen en in een afwassopje te reinigen. Let er daarbij op dat u de instelling niet wijzigt en dat u de ventielen niet verwisselt. Het onderhoud van de ventilatorunit van de mechanische ventilatie gebeurt door GroenWest.

Let op dat u de instellingen van de mechanische ventilatie en ventielen niet wijzigt, indien dit wel gebeurt dan kan de afvoer van lucht worden ontregeld en kunnen er irritante geluiden ontstaan.

Pagina 9

1.3 Elektrische installatie Algemeen De aangebrachte elektrische installatie voldoet aan NEN 1010 en is aangelegd door een gecertificeerde installateur. Daarmee is de installatie goedgekeurd door het nutsbedrijf. In de meterkast bevindt zich de kilowattuurmeter, de groepenkast met daarin de hoofdschakelaar, de automatische zekeringen van de diverse groepen en de aardlekschakelaars. In de meterkast is de groepenverklaring opgehangen. Controleer of de groepenverklaring juist is! Bij werkzaamheden aan de elektrische installatie moet altijd de “stroom” worden uitgeschakeld. Controleer altijd of de juiste groep is uitgeschakeld. Aansluitpunten Buiten de gangbare en zichtbare lichtpunten en stopcontacten zijn de volgende aansluitpunten aangebracht;

- In de keuken is een bedraad aansluitpunt (perilex 2x230V) voor elektrisch koken. - In de keuken is een loos aansluitpunt voor de vaatwasser en boiler. Deze bevindt zich

achter het sifonschotje in het middenkast van het aanrechtblok. - In de keuken nabij het kookgedeelte is een loze leiding naar de meterkast voor eventuele

groepsuitbreiding t.b.v. oven. Deze bevindt zich achter de positie van de kookopstelling. De loze leidingen komen vanuit de meterkast. Trekt u zelf geen nieuwe draden door de leidingen, maar laat dat een erkend installateur doen. Eventuele kosten voor het verhelpen van een verstopping zijn voor de bewoner. Storingen

Bij storing door stroomverlies zal de aardlekschakelaar uitschakelen. Ga dan als volgt te werk:

De door de aardlekschakelaar beveiligde groep uitschakelen.

De aardlekschakelaar inschakelen.

Alle apparaten in deze groep uitschakelen door het uitnemen van de stekkers.

De groep weer inschakelen.

Schakelt de aardlekschakelaar dan weer uit, dan bevindt de fout zich in de installatie en moet een erkend installateur de storing verhelpen. De storing dient u te melden bij GroenWest.

Blijft de aardlekschakelaar wel ingeschakeld, dan kunt u de storing opsporen door alle apparaten één voor één weer in te schakelen.

Bij het apparaat dat de storing veroorzaakt, zal de aardlekschakelaar weer uitschakelen.

Dit apparaat dient definitief uitgeschakeld of gerepareerd te worden door de huurder. Om van een goede werking van de aardlekschakelaar verzekerd te zijn, dient deze ten minste éénmaal in de drie maanden getest te worden door op het testknopje te drukken. Bij een goede werking zal de aardlekschakelaar uitschakelen. Vervolgens kunt u weer normaal inschakelen. Bij niet uitschakelen wendt u zich dan tot GroenWest. Bij kortsluiting en/of overbelasting zal een automatische zekering de betreffende groep uitschakelen. Ga ook daarvoor op bovenvermelde wijze te werk. 1.4 Centrale antenne en telefoon De hoofdaansluitingen bevinden zich in de meterkast. Vanuit de meterkast zijn er bedrade leidingen aangebracht naar de aansluitpunten in de woonkamer. Vanuit de meterkast is er loze leiding aangebracht naar de hoofdslaapkamer, de leidingen zijn voorzien van een inspectiedraad. Voor het trekken van draden dient u een trekveer te gebruiken.

Pagina 10

1.5 Waterinstallatie Algemeen De waterinstallatie in de woning is aangelegd door een erkend installateur, in overeenstemming met de van toepassing zijnde normen, en daarmee goedgekeurd door het nutsbedrijf. De dienstleiding tot en met de watermeter is aangelegd door waterleidingbedrijf Vitens. Vanaf de watermeter tot aan de tappunten behoren de leidingen bij de woninginstallatie. De watermeter voor uw woning bevindt zich in de meterkast. Koud water Vanaf de watermeter tot aan de tappunten zijn de leidingen ingestort of weggewerkt in wanden, vloeren, plafonds en schachten, uitgezonderd de leidingen in de berging. Door de aanleg van de nieuwe leidingen kan er wat soldeersel en/of vuil in de leidingen zitten. U kunt dit verwijderen door de perlators, de zeefjes in de kranen, van tijd tot tijd los te draaien, schoon te spoelen en door te blazen. De wasmachinekraan is voorzien van een beluchter en een keerklep. In de keuken in de onderkast onder de spoelbak, bevindt zich een waterkraan voor de aanvoer van water voor een eventueel later te plaatsen vaatwasmachine. Warm water Het warm water wordt aangevoerd via de ventilatieretourlucht warmtepomp. Om te voorzien in voldoende warm water is er tevens een boiler geplaatst. Vanaf de meter in de meterkast gaat er een koud waterleiding direct naar de ventilatieretourlucht warmtepomp. Deze voorziet de woning van warmwater via een verdeelleiding in de vloer naar de tappunten in de woning Legionella Hoewel alle wettelijk voorgeschreven voorzorgsmaatregelen zijn genomen, kan er toch onder bepaalde omstandigheden een voedingsbodem voor de legionellabacterie ontstaan. Dit is onder andere het geval wanneer gedurende enige tijd de temperatuur van het water in het leidingnet tussen de 20 en 50 graden Celsius blijft. Buiten deze temperaturen gedijt de bacterie niet. Deze temperaturen kunnen ontstaan wanneer het water gedurende enige tijd stilstaat in het leidingnet of een gedeelte daarvan. Het grootste gevaar voor besmetting is aanwezig bij verneveling van besmet water. Zorg er dus voor dat er op alle tappunten minstens wekelijks water wordt verbruikt. Tappunten die niet of weinig gebruikt worden, moeten wekelijks 5 minuten worden gespoeld. Wanneer u gedurende langer dan een week niet in de woning bent geweest, spoel dan alle tappunten ten minste 10 minuten door. Spoel het toilet met gesloten deksel enige malen door. Verwijder bij het doorspoelen van de douche de sproeier en leg de slang zo dicht mogelijk bij de afvoer. Vermijd tijdens deze handelingen inademing van waterdruppels en/of nevel door het dragen van een mondmasker. Aftappen Zowel de warm- als de koudwaterinstallatie zijn apart afsluitbaar en aftapbaar. Afsluiters en aftapkraantjes bevinden zich in de meterkast (koud water). In de badkamer onder de wastafel en in het toilet onder het fonteintje bevinden zich waterafsluiters. Wilt u aftappen ga dan als volgt te werk:

Hoofdkraan afsluiten.

Alle kranen opendraaien.

Wc(‘s) doortrekken.

Wasmachine loskoppelen en kraan opendraaien.

Aftapkraan opendraaien en een bakje er onder plaatsen. Wanneer u de installatie weer onder druk wilt zetten, dient u in omgekeerde volgorde te werken. Tevens alle kranen één keer opendraaien en kort laten doorlopen. Daarna de apparaten aansluiten op de kranen. Plaatsen tweede toilet in de badkamer In de badkamer zijn in alle type woningen de leidingen voor aanvoer van water en de afvoer aangebracht voor het plaatsen van een tweede toilet. Voor het zelf plaatsen van een tweede toilet geldt dat u dit te allen tijde schriftelijk dient aan te vragen (zie 4.3 ZAV). In het antwoord van GroenWest verneemt u wat de mogelijkheden zijn voor het plaatsen van een tweede toilet en aan welke voorwaarden u moet voldoen.

Pagina 11

1.6 Riolering Algemeen De riolering, dat wil zeggen het vuilwaterriool, is vanaf de aansluitpunten aangesloten op het rioolstelsel. Dit rioolstelsel in het gebouw is vanaf de erfgrens aangesloten op het gemeentelijk rioleringsstelsel. Indien er een verstopping in een van de leidingen ontstaat, dient u contact op te nemen met GroenWest. Verstoppingen We raden u aan erop toe te zien dat er geen voorwerpen, huishouddoekjes en/of schadelijke stoffen (zoals vet) door het toilet en de overige afvoeren worden gespoeld. Hierdoor kunnen verstoppingen ontstaan. Een verstopte afvoerbuis veroorzaakt grote overlast. Het verdient aanbeveling enkele malen per jaar de sifons te reinigen door de “beker” los te schroeven en deze schoon te maken. Maak ook regelmatig de doucheplug schoon. Het rooster kan eenvoudig uit het putje worden genomen. Stankafsluiters Bij de aansluitingen van alle toestellen bevinden zich stankafsluiters/ sifons. Deze zorgen ervoor, door middel van een zogenaamd waterslot, dat onaangename rioolgeuren niet de woning binnendringen. Wanneer enige tijd geen water vanaf het toestel door het waterslot stroomt, verdampt het water en komt er toch rioollucht in de woning. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer u lang op vakantie bent. Om te voorkomen dat het water verdampt, kunt u voor uw vertrek een scheutje slaolie in de afvoer gieten. Kleine lekkages van de sifons kunt u vaak verhelpen door de sifonbekers met de hand iets aan te draaien. Waarschuwing Chemicaliën kunnen de leidingen aantasten, waardoor grote schade kan ontstaan. Spoel dus nooit chemicaliën door de riolering. 1.7 Hemelwater Algemeen Het hemelwater, ook wel regenwater genoemd, wordt via een apart rioolstelsel buiten de woning gebracht en via een apart gemeentelijke rioleringsstelsel afgevoerd naar de schoonwaterafvoer en waar mogelijk naar open water.

Pagina 12

2 DE WONING 2.1 Dak Algemeen De dakconstructie bestaat uit geïsoleerde houten dakplaten. Op het dak van de woning bevinden zich de zonnepanelen. Deze zijn aangesloten op de vormer die zich op de zolder / tweede verdieping bevindt. 2.2 Gevels Algemeen De buitengevels bestaan uit schoon metselwerk of glas. De gevel ter plaatse van het metselwerk aan de buitenzijde is als volgt opgebouwd, van buiten naar binnen: baksteen, een geventileerde luchtspouw, isolatie en beton Kozijnen, ramen en deuren Gevelkozijnen, ramen en deuren zijn van hout. Deze zijn voorzien van inbraakwerend hang- en sluitwerk. Het is niet toegestaan de gevelkozijnen en deuren aan de buitenzijde te schilderen In overeenstemming met de geldende voorschriften is op kwetsbare plaatsen veiligheidsglas gebruikt. In de gevelkozijnen zijn zelfregelende ventilatieroosters aangebracht. De beweegbare delen in de kozijnen zijn voorzien van goed functionerend hang- en sluitwerk. Deurknoppen, grepen, krukken, schilden, raamboompjes en dergelijke zijn uitgevoerd in licht metaal. Zonwering Bij de ramen van de woning gelegen aan de zonzijde is er voorbereiding getroffen voor het plaatsen van elektrisch bedienbare buitenzonwering. Voordat u buitenzonwering gaat plaatsen, dient u bij GroenWest een schriftelijke aanvraag in te dienen. Om de woningen een eenduidige uitstraling te laten behouden is de volgende zonwering omschreven: Standaard screen of standaard screen type ritsgeleiding (ritsscreen) Het is dus niet toegestaan om een rolluik / knikarmscherm of ander type zonwering toe te passen. Kleuren : Omkasting: Ral 7030 (dezelfde kleur als de kozijn) Geleidingsrails: Ral 7030 (dezelfde kleur als de kozijn). Screendoek: Satiné glasvezeldoek in kleur 0207 Wit/Lichtgrijs Vorm omkasting: Afgerond Bediening / installatie: Omdat het boren in kozijnen niet is toegestaan is het handmatig bedienen (band of stang) niet mogelijk en niet toegestaan. Er is daarom een loze voorziening opgenomen voor het elektrisch bedienen van de screens. Er zijn loze leidingen opgenomen van een centraaldoos (lichtpunt) in de desbetreffende ruimte naar de plek (kozijn) van de zonwering. Deze loze leiding dient door de leverancier van de zonwering te worden bedraad. De zonwering zal dan d.m.v. een schakelaar bediend moeten worden. 2.3 Vloeren Algemeen De verdiepingsvloeren van de woning zijn betonvloeren met daarop een dekvloer. De vloeren van de badkamer en het toilet zijn afgewerkt met vloertegels. Vloerbedekking Tijdens het storten van de betonnen vloeren en bij het aanbrengen van de afwerkvloeren is veel water gebruikt. Hoewel de woningen op het moment van oplevering al geruime tijd glas- en waterdicht zijn, wil dat niet zeggen dat de vloeren droog zijn. Het is dan ook noodzakelijk het vochtpercentage te controleren voordat vloerbedekking wordt gelegd. Een te hoog vochtgehalte kan namelijk schadelijk zijn voor de vloerbedekking en kan schimmelvorming tot gevolg hebben. Afhankelijk van de gekozen vloerbedekking kunt u kleine beschadigingen en oneffenheden zelf bijwerken met “Egaline”. Dit is verkrijgbaar in iedere doe-het-zelf winkel of bouwmarkt. Vooral bij vinyl etc. is het van belang dat iedere oneffenheid is uitgevlakt. Houdt uw rekening bij uw keuze van vloerbedekking dat de woningen zijn voorzien van vloerverwarming. Vraag advies aan uw leverancier.

Pagina 13

Onder de binnendeuren in de woning zijn geen dorpels aangebracht, zodat de mechanische ventilatie optimaal functioneert. Houdt dus een ruimte tussen vloerbedekking en deur van ten minste 20 mm. Een eventuele overgang tussen verschillende vloerbedekkingen kunt u maken met een metalen- of kunststof strip (niet boren!), verkrijgbaar bij de woningstoffeerder. 2.4 Plafonds Algemeen De betonplafonds zijn afgewerkt met spuitpleister (met uitzondering van meterkast). Lampen kunnen aan de daarvoor bestemde lamphaken worden opgehangen. Wanneer u andere voorwerpen wilt ophangen moet u pluggen gebruiken. Denkt u eraan dat, wanneer u in plafonds dieper boort dan 40 mm, er een grote kans is dat u een water- of elektraleiding raakt. Dit is dan ook niet toegestaan. 2.5 Bouwmuren Algemeen De woningscheidende wanden en de voor- en achtergevel bestaan uit beton. Voorwerpen kunt u hieraan bevestigen d.m.v. muurpluggen. Een klopboormachine en vooral scherpe boortjes zijn hierbij onontbeerlijk. Boor een goed passend gat. Gebruik op elkaar afgestemde pluggen en schroeven. In plaats van schroeven kan men zonodig ook schroefhaken gebruiken. 2.6 Binnenwanden Algemeen De niet dragende binnenwanden in de woningen zijn uitgevoerd in gipsblokken. De wanden worden behangklaar opgeleverd. Bevestigen van voorwerpen is gelijk aan de bevestiging in de bouwmuren. Bevestigingen Het maken van gaten in de wanden van de badkamer mag alleen in de voegen en niet in de tegels. Deze gaten behoren weer waterdicht te worden afgewerkt met bijvoorbeeld een goede siliconenkit. Wanneer vocht de wand binnendringt kan veel schade ontstaan. Vraag zo nodig advies. Wandafwerking De wanden kunnen worden afgewerkt met alle soorten behang. Voor het aanbrengen van de muurverven of sierpleisters. Het aanwezige bouwvocht kan verkleuring van de afwerking veroorzaken. Door krimp en werking tijdens het drogen van de woning ontstaan in de hoeken plooien en krimpscheuren. Wij adviseren u om hier rekening mee te houden bij uw keuze van de wandafwerking. Als u nog gaat behangen kunt u de wanden behandelen met een voorstrijkmiddel. Op verschillende plaatsen in binnenwanden, vloeren en plafonds bevinden zich ingefreesde leidingen. Waar is niet precies aan te geven. Neem dus de uiterste voorzichtigheid in acht. In ieder geval bevinden zich leidingen onder en boven alle stopcontacten, aansluitpunten en schakelaars. Boor in deze zone dus geen gaten! Wij adviseren u gebruik te maken van een leidingdetector. 2.7 Buitenberging Iedere woning heeft een buitenberging. De is gesitueerd achterin de achtertuin. De berging dient sterk geventileerd te blijven. Laat de ventilatievoorzieningen intact zodat verse lucht vrij toegang heeft.

Pagina 14

3 Onderhoud 3.1 Schilderwerk Algemeen Het is raadzaam om bij het reinigen van de beglazing ook altijd de houten kozijnen af te nemen. De kozijnen mogen aan de buitenzijde, door de huurder, niet van een verflaag voorzien worden. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gebruikte kleuren voor de verschillende onderdelen in uw woning.

ONDERDEEL MATERIAAL KLEUR CODE

Gevelkozijnen - kozijn - ramen

Zie bijlage “kleurenoverzicht 39 won. Land van Winkel”

Binnenkozijnen Metaal Wit RAL 9010

Binnendeuren woningen

Opdek, fabr. Berkvens

Rein wit RAL 9010

Vensterbanken Composiet natuursteen

naturel Nvt

Plafonds woningen

Beton met spuitwerk.

Wit Nvt

Wanden boven tegelwerk toilet

Spuitwerk Wit Nvt

3.2 Beglazing Schoonmaken Zolang er nog sprake is van opwaaiend zand, is het beter de ramen voorzichtig schoon te maken in verband met krassen:

Goed nat maken door afspuiten.

Met een stoffer en veel water wassen.

Eventueel afwissen met een schone trekker die u steeds schoonmaakt. Let op: ieder zandkorreltje veroorzaakt een kras.

Opnieuw afspuiten. Het gebruik van spons en zeem raden wij af. 3.3 Hang- en sluitwerk Algemeen Het Hang en sluitwerk van de woningen en het gebouw zijn aangebracht volgens de uitgangspunten van het Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW). De sloten en scharnieren regelmatig smeren met “Teflon spray”. In geen geval vet of olie gebruiken, daardoor hechten stof en vuil zich aan de onderdelen. 3.4 Tochtprofielen De levensduur van de rubbers in de tochtprofielen wordt aanzienlijk verlengd door deze éénmaal per jaar in te wrijven met talkpoeder. 3.5 Spuitwerk Algemeen De plafonds en de wanden boven het tegelwerk in het toilet zijn afgewerkt met een spuitpleister. Deze structuurpleister geeft een mooie witte afwerking, bezit een goede hechting en heeft een vochtregulerende functie. De spuitpleister is goed te reinigen met de gangbare huishoudelijke schoonmaakmiddelen. Overschilderen Overschilderen van het spuitwerk is voor bescherming niet nodig. Echter, alles wat wit is, wordt op den duur minder wit. Na verloop van tijd zal wellicht ook bij u de wens ontstaan om het spuitwerk over te schilderen. U kunt overschilderen met een latex muurverf. Gebruik hierbij een schapenvachtroller. Het is raadzaam vooraf het spuitwerk af te stoffen met een zachte borstel. Is het spuitwerk erg vervuild, dan kan het nodig zijn te reinigen met water waaraan 10% ammoniak is toegevoegd. Het beste resultaat wordt verkregen als de muurverf in twee lagen wordt aangebracht. Een en ander volgens de verwerkingsvoorschriften van de fabrikant. Gebruik nooit een afsluitende verf, zoals synthetische muurverf of lakken, of de ouderwetse “witkalk”. Verflagen kunnen dan gaan bladderen.

Pagina 15

Oorzaak vergeling Door het kille klimaat dat nieuwbouwwoningen in het beginstadium veelal eigen is, wordt door de bewoners de thermostaat al snel enkele graden hoger gezet en wordt er onvoldoende geventileerd. Het aanwezige bouwvocht zal onder deze omstandigheden versneld uittreden. Dit snelle uittreden van vocht heeft tot gevolg dat het vochtregulerende karakter van het spuitpleister tijdelijk beperkt is. Hierdoor bestaat de kans dat op het spuitpleisters, maar ook op tegels, behang en deuren condensvorming ontstaat. Op deze min of meer vochtige oppervlakken kunnen bouwstof, kookdampen, rook etc. zich makkelijk vastzetten, waardoor vergeling ontstaat. Tegengaan vergeling Om vroegtijdige vergeling tegen te gaan zorgt u ervoor dat het bouwvocht niet te snel uittreedt door vooral in de beginperiode goed te ventileren en geleidelijk te verwarmen. 3.6 Wandafwerking Algemeen De wanden worden behangklaar opgeleverd. Voor muurverven, sierpleisters etc. dient u naar eigen wens de wanden vlak te maken. Het aanwezige bouwvocht kan, vooral in het eerste jaar, verkleuring veroorzaken, terwijl door het droogstoken krimpscheuren kunnen ontstaan. Wij adviseren u daarom het eerste jaar hier rekening mee te houden. Vraag in ieder geval deskundig advies. 3.7 Wand- en vloertegels Algemeen Meestal is bij de oplevering nog een zogenaamde cementsluier op het tegelwerk aanwezig. Deze laat zich slechts na herhaalde behandelingen verwijderen. Gebruik in geen geval een cementsluierverwijderaar. Dit bevat dikwijls stoffen die schadelijk zijn voor voeg- en kitwerk. Wanneer u de cementsluier wilt verwijderen, kunt u het beste de te reinigen onderdelen insmeren met een zachte zeep. Laat deze enige tijd inwerken en verwijder het daarna met ruim water. Zo nodig kunt u deze behandeling herhalen. Regelmatig schoonmaken met heet water en een zachte of vloeibare zeep doet de cementsluier na verloop van tijd ook verdwijnen.

Onderhoud Ventileer vooral de badkamer zo goed mogelijk en verwarm continu. Zorg dat tegels, voegwerk en vooral de kitvoegen niet lang vochtig blijven. Als dat gebeurt, treedt er schimmelvorming op. Achteraf is daar moeilijk wat tegen te doen. 3.8 Sanitair Algemeen Het sanitair is van kristalporselein. Kranen etc. zijn deels van verchroomd koper en deels van verchroomd kunststof. Een aantal andere onderdelen is van kunststof. Onderhoud Met de gebruikelijke huishoudelijke reinigingsmiddelen is het sanitair goed schoon te houden. Gebruik geen agressieve middelen. Kunststof- en verchroomde onderdelen mogen niet in aanraking komen met chloor- of zoutzuurhoudende middelen, zoals wc-reiniger. 3.9 Vensterbanken Algemeen De toegepaste vensterbanken zijn van steenachtig materiaal, Marmercomposiet. Onderhoud Voor het onderhoud van deze vensterbank dient u een mild schoonmaakmiddel te gebruiken. U kunt een beschermende laag aanbrengen door de vensterbanken te behandelen met boenwas of een kleurloze autowas.

Pagina 16

3.10 Kitvoegen Algemeen Op veel plaatsen in de woning zijn kitvoegen toegepast. Bij tegelwerk en sanitair is dit een siliconenkit. De kitvoegen zijn aangebracht om natuurlijke werking van de aansluitende materialen op te vangen en zorgen zo voor de nodige waterdichtheid. Controleer de kitvoegen regelmatig op hechting en dichtheid. Wanneer bij kitvoegen onthechting plaatsvindt, dient u dit te melden aan GroenWest. 3.11 Binnenkozijnen en deuren Algemeen Dit zijn montagekozijnen en deuren. Zowel de kozijnen als de deuren zijn fabrieksmatig van een harde en fraaie laklaag voorzien. U mag deze deuren dan ook niet zelf schilderen. Onderhoud Gebruik voor het schoonmaken een normaal huishoudsopje. Gebruik geen chloorhoudende of ammoniakhoudende schoonmaakmiddelen. Vlekken van schoensmeer, ballpoint etc. direct verwijderen met een doekje met wat spiritus. 3.12 Keukenblokken Algemeen Het keukenblok is van het fabricaat “Keller”. De keukenkasten zijn voornamelijk samengesteld uit geplastificeerd spaanplaat met een geplakte randafwerking. Onderhoud De keukenkasten kunnen met een normaal, niet agressief schoonmaakmiddel worden onderhouden . Vermijdt hierbij een overmaat aan water. De spaanplaat onderdelen kunnen hierdoor gaan opzwellen.

3.13 Aanrechtbladen Algemeen De aanrechtbladen zijn van multiplex met een kunststof afwerking en met een roestvrijstalen bak. Let op; geen hete pannen of ander hete voorwerpen op het aanrechtblad zetten. Daar is het blad niet voldoende tegen bestand. Gebruik altijd een onderzetter. Als u toch hete pannen op het aanrecht zet kunnen lelijke “brandvlekken” ontstaan. Onderhoud Het aanrechtblad kan met de gebruikelijke, niet agressieve schoonmaakmiddelen (een sopje van afwasmiddel of groene zeep) worden onderhouden. Genoemde materialen zijn niet bestand tegen:

S39 soldeerwater.

Zoutzuur.

Ontwikkel- en fixeermiddel voor foto’s.

Reinigingsmiddel voor mondprotheses.

Reinigingsmiddel voor waterontharders.

Zilverpoets.

Aceton.

Sterk geconcentreerde zouten, zuren of logen.

Tri-chloor. 3.14 Keukenapparatuur Voor informatie over (eventueel aanwezige) keukenapparatuur verwijzen wij u naar de handleidingen die in het keukenblok zijn achtergelaten bij het opleveren van de nieuwbouwwoning. Bewaart u deze handleidingen goed, en laat deze weer achter in het keukenblok als u de woning eventueel verlaat.

Pagina 17

4 Diversen 4.1 Droogstoken van de woning Algemeen Een nieuwe woning bevat veel vocht. Om deze overmaat aan vocht zo snel mogelijk uit de woning te krijgen zonder dat er overmatig krimpscheuren ontstaan, adviseren wij u als volgt te handelen:

Laat alle ventilatieroosters voortdurend openstaan.

Ventileer ook door ramen op een kierstand te zetten.

Houdt alle binnendeuren, ook die van kasten, zoveel mogelijk open.

Zet de mechanische ventilatie in de hoogste stand.

Zet kasten etc. in het begin 50 mm. vrij van de wanden.

Desondanks duurt het toch al gauw één jaar voordat al het bouwvocht verdwenen is. Als er door het bouwvocht schimmelvorming optreedt, adviseren wij u dit eerst te laten drogen. Het droge restant kunt u dan met een zachte stoffer wegvegen. Gedurende het drogingproces is het spuitwerk bijzonder gevoelig voor verontreinigde lucht zoals sigaretten- en sigarenrook. 4.2 Onderhoudstermijn Algemeen Direct na de oplevering begint de onderhoudstermijn van drie maanden waarbinnen u alle klachten gewoon bij GroenWest meldt. Opname einde onderhoud Door de opzichter van GroenWest wordt na drie maanden een afspraak gemaakt voor de opname van uw woning. Hier worden alleen klachten genoteerd welke betrekking hebben op het niet goed functioneren van onderdelen van de woning. Nieuwe beschadigingen van onderdelen in de woning worden niet genoteerd als klacht en worden door GroenWest niet hersteld. 4.3 Zelf aangebrachte voorzieningen (ZAV) Als u van plan bent een wijziging in of aan de woning aan te brengen, vraagt u hiervoor eerst toestemming aan uw GroenWest vestiging. Uw aanvraag wordt beoordeeld op bouwtechnische, onderhoudstechnische en verhuurtechnische aspecten. Deze aspecten kunnen per complex en soms zelf per woning verschillen. Meer informatie hierover leest u in onze folders “Veranderingen in de woning, hoe regelen we dit?”. “kluswijzer” en “onderhouds ABC, wie doet wat?”. U ontvangt van GroenWest een schriftelijke reactie op uw aanvraag. 4.4 Inventarislijst Tijdens de oplevering van de woningen krijgt u een inventarislijst ter ondertekening aangeboden. U dient er zelf voor te zorgen dat deze inventaris weer aanwezig is op het moment van opzeggen van de huur. 4.5 Hagen Ingevolge afspraken met de overheid en de stedenbouwkundige uitgangspunten worden er bij een aantal erfafscheidingen aan de zijkant van het gehuurde een haag geplant. Zie de plattegrond op de volgende pagina waar de hagen worden geplant. Wanneer de oplevering van de woningen buiten het plantseizoen plaatsvindt, dan wordt de haag in het eerstvolgende plantseizoen geplant. Per project wordt de soort beplanting geselecteerd. De Haag is een onderdeel van het gehuurde en mag niet worden verwijderd. Het onderhoud aan deze hagen is voor de huurder. Er wordt van de bewoners verwacht dat zij, vooral gedurende het eerste groeiseizoen, de beplanting voldoende water geven en snoeit.

Pagina 18

Pagina 19

Zonnepanelen installaties Land van Winkel Uw woning is voorzien van zonnepanelen. Bij daglicht wekken deze zonnepanelen stroom op. Op zolder bevindt zich de omvormer. Deze zet de stroom die opgewekt wordt door de panelen, om in bruikbare elektra voor uw huishoudelijke apparatuur. Stroom die u niet direct zelf gebruikt, wordt terug geleverd aan het energienet. Deze stroom wordt door middel van de salderingsregeling weggestreept tegen uw eigen ingekochte stroom. U hoeft dus voor de zonnepanelen geen rekening te houden met wanneer u stroom gebruikt. Energiecontract Bij het afsluiten van uw contract met de energieleverancier dient u door te geven dat er zonnepanelen aanwezig zijn op uw woning. De energiemaatschappij past dan automatisch uw voorschotbedrag aan. U heeft dan vanaf het begin voordeel van de zonnepanelen. Per paneel op de woning wordt circa 200 kWh per jaar opgewekt. Onderhoud Aan de zonnepanelen hoeft u geen onderhoud uit te voeren. De omvormer mag niet afgedekt worden en moet te allen tijde vrij gehouden worden. Op de omvormer kunt u ook aflezen hoeveel stroom er opgewekt is.

Pagina 20

Tenslotte In dit boekje hebben wij u zo goed en uitgebreid mogelijk trachten te informeren over uw woning. Misschien zelfs wel zo uitgebreid dat het wat teveel is. Mochten er daardoor weer vragen zijn ontstaan, of zijn sommige zaken niet duidelijk, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. We zullen uw vragen zo goed mogelijk beantwoorden. Ondanks dat dit boekje met zorg is samengesteld kunnen aan de inhoud ervan geen rechten worden ontleend. Rest ons slechts om u veel plezier, voorspoed, maar vooral gezondheid en geluk te wensen in uw nieuwe woning GroenWest September 2017 Klachtenmelding en Reparatie verzoeken Woning en woninginstallaties tijdens de gangbare werktijden Klachten betreffende de woning en de installaties in de woning zowel spoedeisend als niet spoedeisend worden gemeld bij: GroenWest te Woerden Tel: 088 - 012 90 00 Buiten reguliere werktijden zult u worden doorverwezen naar de boodschappendienst. Deze weet vervolgens de juiste bedrijven in te schakelen. Nutsvoorzieningen Klachten betreffende de levering van nutsvoorzieningen altijd melden bij het betreffende nutsbedrijf. Water: Vitens tel: 0800 - 03 59 Elektra STEDIN tel: 0800 – 90 09