hoofdstuk 7

10
Hoofdstuk 7 – De aardrevolutie 7.1. De schijnbeweging van de Zon op 50°NB Door het jaar heen wijzigt de dagboog: 22 december: zon komt laat op + kleinste culminatiehoogte Zon komt op in ZO en gaat onder in ZW 22 dec – 21 jun: culminatiehoogte vergroot elke dag dagboog wordt langer 21 maa + 23 sept: zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen 21 juni: zon komt op in NO en gaat onder in NW 21 jun – 22 dec: culminatiehoogte verkleint dagboog dagelijks korter [info 2 – De schijnbeweging van sterren] Aan de hemel zijn vaste patronen te onderscheiden = sterrenbeelden Door aardrotatie : Sterren maken in de loop van 1 nacht een schijnbeweging om de hemelnoordpool Door aardrevolutie : Sterren verschuiven dagelijks een beetje " bep. sterrenbeelden alleen in 1 seizoen te zien 7.2. Hoe draait de Aarde om de Zon? 7.2.1. In een ellipsvormige baan Aarde beweegt in 1 jaar om de Zon in een ellipsvormige baan

Upload: venclenc

Post on 03-Jul-2015

727 views

Category:

Documents


9 download

DESCRIPTION

Aardrijkskunde Hoofdstuk 7

TRANSCRIPT

Page 1: Hoofdstuk 7

Hoofdstuk 7 – De aardrevolutie

7.1. De schijnbeweging van de Zon op 50°NBDoor het jaar heen wijzigt de dagboog:

22 december: zon komt laat op + kleinste culminatiehoogte

Zon komt op in ZO en gaat onder in ZW 22 dec – 21 jun:culminatiehoogte vergroot elke dag

dagboog wordt langer 21 maa + 23 sept: zon komt op in het oosten en gaat

onder in het westen 21 juni: zon komt op in NO en gaat onder in NW 21 jun – 22 dec:culminatiehoogte verkleint

dagboog dagelijks korter

[info 2 – De schijnbeweging van sterren] Aan de hemel zijn vaste patronen te onderscheiden

= sterrenbeelden Door aardrotatie:

Sterren maken in de loop van 1 nacht een schijnbeweging om de hemelnoordpool

Door aardrevolutie:Sterren verschuiven dagelijks een beetje " bep. sterrenbeelden alleen in 1 seizoen te zien

7.2. Hoe draait de Aarde om de Zon?7.2.1. In een ellipsvormige baan

Aarde beweegt in 1 jaar om de Zon in een ellipsvormige baan

Page 2: Hoofdstuk 7

7.2.1. In een ellipsvormige baan Vanuit ruimte bekeken (met NP naar ons toe): beweging in

tegenwijzerzin

Afstand Aarde – Zon varieert Begin januari:

Aarde dichtst bij Zon => perihelium Begin juli:

Aarde verst van de Zon => aphelium

Duur van 1 revolutie… … 365 dagen, 5 uren, 48 minuten en 46 sec 1 kalender jaar = 365 dagen

Om de 4 jaar voegen we een extra dag bij (schrikkeljaar) Dat is opnieuw te veel

Ü eeuwjaren geen schrikkeljaar, behalve wanneer deelbaar door 400

Page 3: Hoofdstuk 7

7.2.2. Met schuine aardas Vlak waarin de ellipsvormige baan van de Aarde ligt, is het

eclipticavlak Aardas maakt hoek van 66°33’ met eclipticavlak

Hoek tussen evenaarsvlak en eclipticavlak bedraagt 23°27’

Tijdens omwenteling blijft aardas evenwijdig met zichzelf

7.3. Gevolgen7.3.1. Seizoenen

Voor elke positie van de Aarde t.o.v. de Zon… Deel van de Aarde dat wordt verlicht

Plaats waar de Zon loodrecht invalt

Daarom verandert duur van dag en nacht op 50°N in de loop van het jaar

Op zelfde datum: alle plaatsen langs zelfde meridiaan van noord naar zuid hebben andere duur van nacht en dag!!!!! 21/03 en 23/09: overal op aarde gelijke duur nacht

endag!!!!

7.3.2. Seizoenenjanuari juli

Melbourne zomer winter

België winter zomer

dichter bij de zon verder van de zon

-> geen verband tussen seizoenen en afstand tot Zon!!!

Verandert in de loop van het jaar

Page 4: Hoofdstuk 7

Culminatiehoogte Hoek tussen de horizon en de Zon op haar hoogste punt Berekenen:

Complement van de hoek tussen je eigen breedteligging èn die waar de Zon loodrecht invalt

Vb. 21 maart op 50°N Breedteligging = 50°N 21 maart:

21/03: Zon staat loodrecht op evenaar (= zenit), dus hoek van 0°

Culminatiehoogte: 90 – (50-0)= 40°

De plaats waar de zon ondergaat (of opkomt) varieert in de loop van het jaar

Equinox: Het tijdstip waarop de zon loodrecht boven de evenaar staat

De invloed v/d invalshoek v/d Zon naargelang de breedte

Hoe verder v/d evenaar hoe kleiner de invalshoek

Page 5: Hoofdstuk 7

Op zelfde datum… Alle plaatsen op zelfde meridiaan andere lengte van dag/nacht Situatie op 21/06

Hoe verder van evenaar naar het noorden, hoe langer dag en korter nacht

Van noordpoolcirkel tot noordpool Geen nacht meer (midzomernacht) Middernachtzon

Vanaf de evenaar naar het zuiden, dagen korter en nachten langer

Vanaf zuidpoolcirkel geen dag meer Noordelijk halfrond (zomer) Zuidelijk halfrond (winter)

Situatie op 22/12 Spiegelbeeld van situatie 21/06

Middernachtzon aan de Noordkaap

Voorstelling van de aardeop 21 maart of 23 september

Voorstelling van de aarde op 21 juni

Page 6: Hoofdstuk 7

Voorstelling van de aarde op 22 december

Belichting en invalshoek van de zon variëren in het jaar voor eenzelfde breedte

Page 7: Hoofdstuk 7

hoogte van de zon boven de horizon +

daglengte variëren in de loop van het jaar instraling van

zonlicht varieert

seizoenen

Polaire gordel

Polaire gordel

Gematigde of intermediaire gordel

Gematigde of intermediaire gordel

Intertropen

Schuine stand van de aardas

7.3.2. Gordels op basis van de zonnestandIndeling van de aarde in klimaatgordels

Intertropen :

Page 8: Hoofdstuk 7

- gebied tss twee keerkringen- zon heeft er 2 maal/jaar loodrechte zonnestand (zenit)- KKring (zon 1x in zenit op 21 juni)

SKKring (zon 1x in zenit op 22 december)- lengte dag/nacht verandert nauwelijks- zon altijd hoog aan hemel- tss seizoenen: weinig temperatuursverschil

Polaire gordel :- gebied tss poolcirkels en de polen- zomer:- zon laag boven horizon

- heel lange dagen - vanaf poolcirkels midzomernacht

- aan de polen blijft Zon gedurende 6 maand boven horizon

- winter:- heel laag boven horizon of niet - heel lange nachten

- slechts 2 seizoenen: zomer + winter

Intermediaire gordel :- gebied tss keerkringen en de poolcirkels- zon nooit in zenit- elke dag zonsopgang en zonsondergang- 4 seizoenen:

• winter: lage culminatiehoogte + korte dagen• zomer: hoge culminatiehoogte + lange dagen• lente + herfst: tssliggende culminatiehoogte Zon

+/- gelijke lengte dag en nacht

Besluit:

Page 9: Hoofdstuk 7

1.De aarde draait in een ellipsvormige baan rond de zon in 365 dagen en bijna 6 uur. De aardas maakt daarbij steeds een hoek van ruim 23° met een loodrechte op het eclipticavlak. 2.Doordat de aardas schuin staat, variëren de zonnehoogte en de lengte van dag en nacht in de loop van het jaar. Hierdoor varieert de instraling van zonlicht en ontstaan seizoenen. 3.De poolcirkels en de keerkringen begrenzen de

klimaatgordels op aarde