handleiding spelbord - taalondersteunend...

4
1 Handleiding spelbord 1. Inhoud van het spelbord Het spel bevat : 10 pionnen. 2 dobbelstenen. 8 kleefbare pictogrammen. Kaartjes met prenten. Kaartjes met woorden. Kaartjes met prenten en woorden. 1 timer. 2. Doel van het spel Wij trachten met dit spel de spreekvaardigheid en leesvaardigheid van kinderen te bevorderen. Dit doen wij door 4 mogelijke opdrachten te integreren in 1 spel. De 4 opdrachten zijn voorzien van een passend pictogram : Een prent omschrijven Praten tegen de tijd De speler neemt een kaartje van de stapel waarop dit pictogram staat. Enkel jij mag zien wat er op staat. Je moet proberen om te omschrijven wat er op de prent staat. Zorg ervoor dat enkel jij het kaartje kan zien. De anderen proberen te raden wat jij op het kaartje ziet. De speler neemt een kaartje van de stapel waarop dit pictogram staat. Je omschrijft wat er op het kaartje staat. Gebruik de timer. Je moet proberen zo lang mogelijk te praten over wat je op het kaartje ziet. Mogelijkheid tot differentiatie : op de timer werden 4 kleuren aangebracht. Naargelang de spreekvaardigheid vordert bij een kind, kan je de duur van het spreken uitbreiden. Bij het begin kan je kiezen voor 15 seconden (tot de gele streep). Later kan je kiezen voor 30 seconden (blauw), 45 seconden (groen) en zelfs 1 minuut (rood).

Upload: dinhtu

Post on 26-Feb-2019

213 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

1

Handleiding spelbord

1. Inhoud van het spelbord Het spel bevat :

• 10 pionnen. • 2 dobbelstenen. • 8 kleefbare pictogrammen. • Kaartjes met prenten. • Kaartjes met woorden. • Kaartjes met prenten en woorden. • 1 timer.

2. Doel van het spel

Wij trachten met dit spel de spreekvaardigheid en leesvaardigheid van kinderen te bevorderen. Dit doen wij door 4 mogelijke opdrachten te integreren in 1 spel. De 4 opdrachten zijn voorzien van een passend pictogram :

Een prent omschrijven

Praten tegen de tijd

De speler neemt een kaartje van de stapel waarop dit pictogram staat. Enkel jij mag zien wat er op staat. Je moet proberen om te omschrijven wat er op de prent staat. Zorg ervoor dat enkel jij het kaartje kan zien. De anderen proberen te raden wat jij op het kaartje ziet.

De speler neemt een kaartje van de stapel waarop dit pictogram staat. Je omschrijft wat er op het kaartje staat. Gebruik de timer. Je moet proberen zo lang mogelijk te praten over wat je op het kaartje ziet. Mogelijkheid tot differentiatie : op de timer werden 4 kleuren aangebracht. Naargelang de spreekvaardigheid vordert bij een kind, kan je de duur van het spreken uitbreiden. Bij het begin kan je kiezen voor 15 seconden (tot de gele streep). Later kan je kiezen voor 30 seconden (blauw), 45 seconden (groen) en zelfs 1 minuut (rood).

2

Een woord lezen

Een woord lezen met visuele ondersteuning

De speler neemt een kaartje van de stapel waarop dit pictogram staat. Hier proberen we de leesvaardigheid van de speler te verbeteren. De speler leest het woord dat op het kaartje staat correct. Nadien controleren de medespelers.

De speler neemt een kaartje van de stapel waarop dit pictogram staat. Het woord is nu voorzien van een afbeelding. We proberen de leesvaardigheid van de speler te verbeteren. De speler leest het woord dat op het kaartje staat correct. Nadien controleren de medespelers. Deze pictogram kan naarmate de leesvaardigheid vordert verdwijnen uit het spel. Werk nadien enkel verder met de kaartjes waarop woorden staan zonder afbeelding (differentiatie).

3. Voorbereiding op het spel (voor de juf of meester) Stap 1 Zet het spelbord klaar. Je kan de pionnen voorzien van een nummer, een sticker, of een naamkaartje zodat elke speler gedurende het hele schooljaar zijn/haar eigen pion heeft. Leg de dobbelstenen bij het spel en kies zelf of je met 1 of 2 dobbelstenen zal werken. Bij het begin van het schooljaar zal je best 1 dobbelsteen kiezen aangezien de kinderen nog niet allemaal kunnen (op)tellen tot 12. Stap 2 Kies welke pictogrammen/vaardigheden je aan bod laat komen. Laat je de kinderen vooral oefenen op spreekvaardigheid en/of leesvaardigheid? Wij bepaalden hieronder een mogelijke, logische volgorde :

Start schooljaar (Na kern 1 van Veilig Leren Lezen) We oefenen vooral op de leesvaardigheid.

3

Einde eerste trimester De spreekvaardigheid wordt geoefend maar de leesvaardigheid primeert.

Midden tweede trimester We oefenen vooral de spreekvaardigheid.

Einde schooljaar Abstract niveau spreken en lezen gecombineerd. ( )

Stap 3 Elk pictogram heeft een reeks kaartjes. Deze zijn analoog met de methode “Veilig Leren Lezen” en werden ingedeeld per kern. Je kiest dus zelf wanneer je welke reeks kaartjes in het spel stopt naargelang de kern die je net aanbracht. Je kan er ook voor kiezen om 1 kern goed in te oefenen. Dan laat je de voorgaande kaartjes uit het spel. Maak je selectie en leg deze per pictogram klaar. Stap 4 Differentieer : bepaal voor de opdracht “praten tegen de tijd” tot welk kleur de kinderen moeten volhouden.

4. Verloop van het spel

• Elk kind kiest een pion. Leg de pictogrammen goed uit aan de kinderen. De eerste maal dat het spel wordt gespeeld zal dit wat tijd in beslag nemen. Voorzie dit in je tijdsinschatting.

• Leg uit aan de kinderen in welke richting je het spel zal spelen (vb. wijzerszin).

• Verduidelijk de witte vakjes “-1”, “+1”, “-2” en “+2”. Wanneer een speler op dit vakje

staat moet hij/zij meteen de sprong maken. Nadien voert de speler de opdracht uit volgens het kleur waarop hij/zij dan staat.

• Je kan het bord draaien zodat alle vakjes goed zichtbaar/leesbaar zijn voor de speler

die aan de beurt is.

• Differentieer waar nodig : je mag kinderen woorden aanreiken wanneer je merkt dat ze problemen ondervinden. Naargelang het schooljaar vordert, moeten de kinderen dit zelfstandig kunnen.

• De speler die als eerste op het vakje “einde” staat, wint het spel.

5. Tips en weetjes

4

Het kleur van de vakjes heeft geen belang. Jij kiest zelf welk pictogram er overeenstemt met welk kleur. Als het spel te lang duurt, kan je een tweede dobbelsteen in het spel brengen. Je kan er ook voor kiezen om het spel vervroegd te stoppen. Leg bijvoorbeeld een voorwerp op een gekleurd vakje naar keuze en vertel de kinderen dat daar het einde is. Je kan ervoor kiezen om als spelleider meer variatie in het spel te steken. Je kan dit inkleden in het thema. Bijvoorbeeld :

• Er is een bom gevallen op de rode vakjes. De speler die als eerste op het rode vakje staat, moet een beurt overslaan.

• Op de groene vakjes is alles veilig. Wie hier op staat, mag vb. 5 vakjes vooruit. • …

Er zit een stukje plastic in het batterijtje van de timer zodat deze niet meteen leeg is. Bij aanvang van het spel haal je dit eruit. Je kan het batterijtje nadien terug blokkeren. Wat als…. Een speler de opdracht niet (goed) kan uitvoeren? Wees consequent : als een speler vb. niet binnen de tijd kan omschrijven doordat hij/zij niks kan vertellen, moet de speler terugkeren naar het vorige vakje waarop hij/zij stond (terugtellen). Laat de dobbelsteen dus altijd liggen zodat je ziet hoeveel plaatsen de speler naar voor gegaan is.