februari 2010, nummer 1 schoffelen · mickey heet. maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als...

16
Sneeuw, sneeuw, sneeuw en nog eens sneeuw. Prachtig een witte kerst, dat hebben we al vele jaren niet gezien. Ons complex lag er prachtig bij, alles bedekt en mooi wit en het was ook meteen zo stil. Toch was er altijd iemand voor me geweest op weg naar mijn tuin, maar aan de voetafdrukken te zien zijn het er niet veel geweest. Leuk is het om de sporen van de dieren te volgen omdat zij afwijken van de voor mensen gebruikelijke paden. In dit nummer het relaas van de vaste bewoner Mickey. Maar nu half februari begint de sneeuw en kou me behoorlijk te vervelen, ik kan geen wit meer zien. Koning Winter het wordt tijd dat u vertrekt en snel ook. Ik verlang naar lente en vooral naar kleur op SNV. Waar blijven de gele narcissen, de blauwe druifjes, de paarse krokussen, de roze hyacinten en de rode tulpen. Vooruit sneeuw- klokje, je bent wel wit, maar jouw wil ik wel zien met je groene bladeren. Kleur en warmte, daar verlang ik naar omdat het me energie geeft en ik aan de slag wil in de tuin. De redactie van Schoffelen zat ook een beetje in een winterdip. Het kostte wat meer moeite om onderwerpen te vinden voor dit nummer. Het werd lastig om tuinders te spreken, zoveel waren er de afgelopen periode niet op het complex. Ons favoriete onderwerp, Gluren bij de Buren, hebben voor deze keer overgeslagen om- dat een rondwandeling in de winter op een buurcomplex geen recht doet aan de pracht van bloeiende planten in de tuinen in voorjaar en zomer. Maar voor het volgen- de nummer gaan we zeker weer gluren. Toch is het ons weer gelukt om een Schoffelen te maken waar we zelf best tevreden over zijn. De meeste vaste rubrieken hebben we kunnen continueren. De Gouden Schoffel is weer uitgereikt, aan wie dat lees je een paar bladzijde verderop. De tuin- commissie komt aan het woord en we hebben een vroegûr met een oud tuinder die 42 jaar lid is geweest van SNV. Ricardo, zoon van een tuinder, heeft een leuk en informatief stukje bijeen gesprokkeld over wandelende takken. Gelukkig hoef je deze niet te snoeien. Een stukje aanleveren bij de redactie, dat juichen we toe. Jong of oud en alle leeftijden die er tussen zitten, als je wat wil schrijven voor schoffelen, doe het dan en lever het in bij een redactielid of stuur het op naar [email protected] Wil je meewerken aan schoffelen dan ben je ook van harte welkom in de redactie. De vergaderingen zijn openbaar en als je twijfelt of het iets voor je is, kom dan gewoon langs en ervaar hoe leuk het is. We gaan ons weer voorbereiden op het schoffelen en andere tuinactiviteiten en wensen alle tuinders een goed en mooi tuinjaar toe.. Namens de redactie Ellen Clubblad voor en door leden van vtv Streven naar Verbetering Februari 2010, nummer 1 Schoffelen In dit nummer o.a: De tuincommissie 2 Van origine 5 De Gouden Schoffel 6 Dagboek van een nieuwe tuinder 8 Vroegûr.. Joop van der Meer 10 Leg neer die bal! 13 Een tak die wandelt 15

Upload: others

Post on 27-Jun-2020

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

Sneeuw, sneeuw, sneeuw en nog eens sneeuw. Prachtig een witte kerst, dat hebben

we al vele jaren niet gezien. Ons complex lag er prachtig bij, alles bedekt en mooi wit

en het was ook meteen zo stil. Toch was er altijd iemand voor me geweest op weg

naar mijn tuin, maar aan de voetafdrukken te zien zijn het er niet veel geweest. Leuk is

het om de sporen van de dieren te volgen omdat zij afwijken van de voor mensen

gebruikelijke paden. In dit nummer het relaas van de vaste bewoner Mickey.

Maar nu half februari begint de sneeuw en kou me behoorlijk te vervelen, ik kan geen

wit meer zien. Koning Winter het wordt tijd dat u vertrekt en snel ook. Ik verlang

naar lente en vooral naar kleur op SNV. Waar blijven de gele narcissen, de blauwe druifjes, de paarse krokussen, de roze hyacinten en de rode tulpen. Vooruit sneeuw-

klokje, je bent wel wit, maar jouw wil ik wel zien met je groene bladeren.

Kleur en warmte, daar verlang ik naar omdat het me energie geeft en ik aan de slag wil

in de tuin. De redactie van Schoffelen zat ook een beetje in een winterdip. Het kostte

wat meer moeite om onderwerpen te vinden voor dit nummer. Het werd lastig om

tuinders te spreken, zoveel waren er de afgelopen periode niet op het complex. Ons

favoriete onderwerp, Gluren bij de Buren, hebben voor deze keer overgeslagen om-

dat een rondwandeling in de winter op een buurcomplex geen recht doet aan de

pracht van bloeiende planten in de tuinen in voorjaar en zomer. Maar voor het volgen-

de nummer gaan we zeker weer gluren.

Toch is het ons weer gelukt om een Schoffelen te maken waar we zelf best tevreden

over zijn. De meeste vaste rubrieken hebben we kunnen continueren. De Gouden

Schoffel is weer uitgereikt, aan wie dat lees je een paar bladzijde verderop. De tuin-

commissie komt aan het woord en we hebben een vroegûr met een oud tuinder die

42 jaar lid is geweest van SNV.

Ricardo, zoon van een tuinder, heeft een leuk en informatief stukje bijeen gesprokkeld

over wandelende takken. Gelukkig hoef je deze niet te snoeien. Een stukje aanleveren

bij de redactie, dat juichen we toe. Jong of oud en alle leeftijden die er tussen zitten,

als je wat wil schrijven voor schoffelen, doe het dan en lever het in bij een redactielid

of stuur het op naar [email protected] Wil je meewerken aan schoffelen

dan ben je ook van harte welkom in de redactie. De vergaderingen zijn openbaar en

als je twijfelt of het iets voor je is, kom dan gewoon langs en ervaar hoe leuk het is.

We gaan ons weer voorbereiden op het schoffelen en andere tuinactiviteiten en

wensen alle tuinders een goed en mooi tuinjaar toe..

Namens de redactie

Ellen

Clubblad voor en door leden van vtv Streven naar Verbetering

Februari 2010, nummer 1

Schof fe len

In dit nummer o.a:

De tuincommissie 2

Van origine 5

De Gouden Schoffel 6

Dagboek van een nieuwe tuinder 8

Vroegûr.. Joop van der Meer 10

Leg neer die bal! 13

Een tak die wandelt 15

Page 2: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

Pagina 2 Schoffe len

Het onderhoud van je tuin en daarnaast het openbaar groen is onder-

deel van het hebben van een volkstuin in Rotterdam. Het is dan ook

bij alle volkstuinen in Rotterdam vastgelegd in de statuten en huishou-

delijk reglementen. Er zijn vaste regels waar iedere volkstuinders zich

aan moet houden en het is een van de taken waar een bestuur zich

mee bezighoudt. Bij onze vereniging is deze taak ondergebracht bij

het hoofd algemeen werk die dus niet alleen moet zorgen dat het

openbaar groen wordt bijgehouden, maar ook erop moet toezien dat

de individuele tuinen aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo hoort elke tuin een hekje te hebben met daaraan het tuinnummer, de heg-

gen horen keurig geknipt te zijn en onder de heggen moet het

‗schoon‘ zijn. Ook daar geen ver-

zameling aan onkruid dus. Ook de

paden horen vrij te zijn van over-

hangende takken. Zoals gezegd

zijn dit geen regels die door de

tuincommissie of het algemeen

werk bedacht zijn, maar zijn dit

regels die in alle statuten en huis-

houdelijk reglementen op alle

volkstuinen in Rotterdam opgeno-

men zijn.

Zoals we al eerder schreven in dit

clubblad is er sinds de algemene

ledenvergadering van juni een

tuincommissie in het leven geroe-

pen ter ondersteuning van het

algemeen werk en inmiddels heb-

ben zij een eerste ronde over het

complex gemaakt. De tuincom-

missie bestaat uit: Jaap Bakkers,

Anne Tombeur, Cees van Vuuren

en Wim Wessling. Op een koude

druilerige zaterdagochtend heb ik

een afspraak met de tuincommis-

sie om hen te vragen naar hun

bevindingen en verwachtingen.

Ze hebben hun ‗herfstronde‘ erop zitten. In totaal komen er 3 rondes

per jaar. In het voorjaar, het najaar en in de winter lopen zij het

complex over en maken een inventarisatie van hoe de volgende on-

derdelen erbij liggen: heggen—hekjes met nummer—onder de heg-

gen en overhangende takken

Deze onderdelen bepalen tezamen sterk hoe een volkstuincomplex

‗oogt‘ als je over de paden wandelt. Op zich heeft het dan ook niets

te maken met de diversiteit van het tuinieren achter de heggen. ―En

dat moeten we ook niet willen‘, licht Anne toe. ―Het staat iedereen

vrij om hun eigen tuintje in te richten naar wat zij leuk vinden. Natuurlijk zijn daar regels voor maar binnen die regels kan iedereen

plezier beleven aan tuinieren. Voor de een is dat het onderhouden

van een groentetuin en voor de ander betekent dat tussen de bloe-

men zitten. Daarnaast zijn er natuurlijk tuinders die van alles wat in

hun tuin willen hebben groeien‖. Op SNV hebben we veel diversiteit

in tuinen en zien we van tuin tot tuin kleine en grote verschillen. Dat

maakt het complex ook heel interessant om te bekijken.

De tuincommissie geeft alle lof aan Jaap van Steijn, die voor de com-

missie aan hun eerste ronde begon de ergste gevallen van overhan-

gende takken over de paden heeft verwijderd. ‗Dat was natuurlijk een

hele klus maar het hielp die tuinders wel al een eind op weg‘, aldus

Cees.

Op mijn vraag hoe de herfstronde is verlopen, legt Cees mij eerst uit

met welk systeem de verschillende onderdelen worden beoordeeld.

―Heel eenvoudig hoor. De onderdelen krijgen een 1, 2 of 3, waarbij

de 1 staat voor prima in orde, de 2 voor matig en de 3 betekent dat

er actie ondernomen moet worden. In dat laatste geval is er dan veel-

al sprake van verwaarlozing. In totaal waren er 93 tuinen die een 3-tje

kregen op de verschillende onderdelen‖. Wim vult aan dat het opval-

lend was dat waar een 3 werd gegeven dit ook gold voor meerdere

onderdelen. Niet alleen was dan bijvoorbeeld een heg slecht onder-

houden, maar ook onder de heggen was het dan niet in orde.. Kort-

om, de algehele indruk van het onderhoud laat dan te wensen over.

Anne vertelt dat de commissie niet op de tuinen gaat om de staat van

een tuin te beoordelen; ook de slootkanten worden dus niet beke-

ken. Wel kun je van over een heg zien hoe een tuin erbij ligt. ―En

daar word je soms niet vrolijk van‖, vult Cees aan. ―Zodra je oude

koelkasten opgestapeld ziet staan of grof huisvuil op een hoop ziet

liggen, kun je je afvragen in hoeverre er op zo‘n tuin nog getuinierd

wordt. We hopen dat het bestuur dan ook iets met onze informatie

doet en er wellicht zelf een kijkje gaat nemen om actie te kunnen

ondernemen. De slootkanten zijn een

probleem apart, zo constateren we

met elkaar. De verplichting om de

slootkanten bij te houden komt zo-

wat direct vanuit de deelgemeente en daar wordt actief op gecontroleerd.

Het zou geweldig zijn als de overheid

dan ook oog had voor de puinhoop

die hier en daar aan slootkanten en

beschoeiingen te vinden zijn. Op som-

mige tuinen heeft het baggeren van de

sloten geresulteerd in het kapottrek-

ken van de beschoeiingen. Sinds lange

tijd wordt er veel te weinig aan het

onderhoud aan beschoeiingen gedaan

door onze ‗huisbaas‘.

Anne hoopt dat tuinburen de bereid-

heid hebben om elkaar een handje te

helpen wanneer dat nodig is en vol-

gens Cees gebeurt dat hier en daar

ook. Wanneer tuinders weten dat hun

buren de heg niet kunnen bijhouden

vanwege ziekte of ouderdom, zijn zij

vaak niet te beroerd om de heg van

hun buurtjes mee te knippen als zij

toch bezig zijn met hun eigen heg. En

als we het dan toch over heggen heb-

ben is de tuincommissie erg benieuwd naar hoe ze dat op Reyer-

waard hebben opgelost met de heggen. Zo schreven we in het laatste

clubblad dat ze daar een apparaat gemaakt hebben waardoor de heg-

gen allemaal op dezelfde hoogte worden geknipt. Als ik Cees uitleg

hoe ze dat daar doen is hij helemaal enthousiast. ―Zoiets zouden we

hier eigenlijk ook moeten hebben!‘. Hij haalt herinneringen op van de

zogenaamde heggenploegen die een heel laantje bijhielden. ‗Die heg-

gen zagen er prachtig uit, mooi gelijk en allemaal op dezelfde hoogte.

Dat werkte prima toen en het zou geweldig zijn wanneer zoiets weer

zou worden opgestart binnen het algemeen werk. Daar is misschien

best animo voor.‘

Op mijn vraag wat de verwachtingen zijn van de tuincommissie ten

aanzien van hun rondes, zijn de reacties eenduidig. ―We zouden het

fijn vinden als mensen er op een positieve manier aan meewerken‘, zo

stelt Cees. Anne kan zich vanuit het verleden herinneren dat zij een

brief kreeg van het toenmalig hoofd algemeen werk Rob Seepers. ‗Mijn heg zag er niet uit en ik had goed de pest in over zijn brief. On-

dertussen had hij wel gelijk en vanaf toen zag ik het als een sport om

hem een stap voor te blijven. Natuurlijk was dat precies het effect

wat hij wilde bereiken‘, lacht Anne hartelijk.

‗Het zou leuk zijn als we de volgende keren steeds minder tuinen een

3-tje hoeven geven’, vindt Cees. ‘en dat we een stijgende lijn zien in

het algemene onderhoud van de tuinen‘.

De volgende ronde van de tuincommissie zal in de eerste week van

februari plaatsvinden. De nieuwe Schoffelen is dan nog niet uit, maar

op de voorjaarsronde van de tuincommissie kunnen we ons wel

voorbereiden.

In gesprek met de tuincommissie Door: Jane

Bij de eerste keuring van dit jaar was het koud weer.

En vooral mistig!

Page 3: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

Pagina 3 Februar i 2010 , nummer 1

Even voorstellen, Mickey is maar 1 van mijn vele namen. Ik ben de

oranje kater die al een paar jaar het complex bewaakt. Er zijn meer

SNV-poezen maar ik mag wel zeggen dat ik één van de bekendste ben.

In de zomer woon ik het meest bij Yvonne en Wouter op tuin 347a.

Yvonne is een echt poezenvrouwtje en ik en de andere poezen

kunnen er altijd terecht voor Bed and Breakfast. Yvonne maakt de

lekkerste zuurkool van de wereld als de mussen dood van het dak

vallen, maar ik krijg Felix. Aan het eind van het seizoen gaan Yvonne

en Wouter naar huis en wordt het complex van ons, de SNV-katten.

Ik hoor en zie alles en ik vond het dan ook niet vreemd dat Schoffelen

me vroeg om een stukje te schrijven over het leven op het complex in

de winter.

's Winters verandert mijn naam in Frederik Bram. Anneke en Ati

achter op het terein geven me dan eten en zij weten niet dat ik o.a.

Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me

uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen

hebben hun eigen poezen die ze verzorgen. De drie Joegoslavische

heren onder aanvoering van Svonco zijn iedere dag op het terein te

vinden met een tasje met kattenvoer

Begin december nog was het zacht weer. Ik hoopte dat dat de hele

winter zou duren maar voor Kerst sloeg het weer om en werd het

winter. Op een ochtend was het terein veranderd in een kerstkaart

met een dikke laag sneeuw waar de mensen tot aan hun kuiten in weg

zakten. Het werd veel te glad om risicoloos te lopen en het werd dan

ook stil op het complex. Op het eiland was er nog wel leven want

mijnheer Lie en Erkan waren er dagelijks te vinden. Erkan had op

zekere dag een hechting op zijn hoofd. Ik dacht: hij heeft zeker zijn

geheugenkaart laten verwisselen, maar nee, hij was op zijn

achterhoofd gevallen. Daarna vond zijn vrouw het welletjes en mocht

hij pas weer naar de tuin toen het niet meer glad was. En hij was niet

de enige want het was verraderlijk glad . Rondom de bestuurskamer

lag een dikke spekgladde laag ijs. Overdag kwamen er kinderen met de

sneeuw spelen en hier en daar zag je dan ook sneeuwpoppen en op

tuin 307 een heuse iglo. Maar toch veel leven was er niet meer. Hier

en daar verraadde een wak in het ijs, om water uit te scheppen, nog

menselijke activiteit, want niet alleen voor poezen is in de winter

water een kostbaar goed. Een bekende poezenwijsheid luidt: waar de

schoorsteen rookt is eten. Gelukkig waren er overdag nog wel

brandende kachels en je zag veel mensen met hout slepen. Mijnheer

Kurk had een kachel laten komen uit Turkije, Blinkend nieuw en met

een oven. Een bevriende groenteboer leverde het hout. Wat je ook in

de winter regelmatig ziet zijn groepjes mannen die een rondje over

het terein maken om te kijken of alles er nog goed bijstaat. Of het

hier door komt weet ik niet, maar tot nu toe valt het meer dan mee

met inbraken op het terrein. In 1 huisje is er ingebroken maar daar is

alleen een jerrycan en een stukje slang meegenomen. In februari

steken overal de bolletjes weer boven de grond, de sneeuw smelt

weg.

Nog even en er is weer volop leven op SNV . De lente sluipt

langzaam maar zeker nader en ik ga de dingen doen die katers in de

kracht van hun leven in de lente doen.

Winter op SNV Door Mikey

Page 4: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

Vergeten groente: ZURING— door Ati

Pagina 4 Schof fe len

Wie kent er nog zuring? We hebben de meest exotische groenten en

kruiden in de keuken, maar de ouderwetse zuring uit zoveel

traditionele gerechten zegt ons niets. Het ligt ook niet bij de

groenteman of in de supermarkt, een enkele uitzondering daargelaten.

We zullen het zelf moeten kweken in de tuin. Dat is dan gekweekte

zuring, Rumex scutatus, die men in de Franse keuken tegenkomt als

oseille. Er is ook wilde zuring, Rume acetosa, die in de zomer de

weilanden kleurt met haar groenachtig roodbruine bloempluimen.

Ook die kan in de keuken gebruikt worden, maar is zuurder dan de

gekweekte.

Zuring ontleent zijn friszure smaak aan oxaalzuur, dat men ook proeft

in rabarber en dat tomaten hun frisse smaak geeft. Als de zuring in de

tuin goed bemeste grond heeft en een plaatsje met wat schaduw zal de

smaak heerlijk zachtzuur worden. In Belgie en Frankrijk en ook

vroeger in Nederland mengt men graag wat zuring door de spinazie

voor een pittig fris aroma. En in oude Nederlandse kookboeken vind

je recepten voor zuring als groente, gekookt met krenten en/of

rozijnen om het zuur wat af te ronden.

Het hoort in de Oost Nederlandse kruudmoes. Wordt dit kostelijke

lentegerecht nog wel gekookt, behalve op folkloristische feestjes in

Gelderland en Overijssel? Het was een geweldige bron van vitaminen

aan het eind van de winter als er nog geen jonge groenten uit de tuin

waren in een tijd waarin we nog nauwelijks kassen hadden en zeker

geen verse groenten uit zuidelijke landen werden aangevoerd. Het is

een dikke pap van in karnemelk gekookte gort met rozijnen waaraan

allerhande jong groen kruid wordt toegevoegd, uit de tuin en van de

bosrand: kervel, peterselie, bieslook, kruizemunt, jonge

brandnetelblaadjes, blaadjes van de zwarte bessenstruik en zuring.

Bovenop komt een mooie Gelderse rookworst.

Een oud Noord Hollands recept vermeldt een saus van fijngehakte

zuring met droog broodkruim in boter gaar gestoofd bij gebakken vis;

een uitstekende combinatie. Een scheutje melk of koffieroom zou ook

geen kwaad kunnenOok in de oude Engelse keuken werd zuring

(sorrel) vaak gecombineerd met vis. Vis en zuur gaan tenslotte zeer

goed samen, zoals in gemarineerde zalm met zuring. Het lijkt iets op

de Scandinavische gravad lax, al wordt die met dille bereid. Maar

misschien is het toch van Scandinavische oorsprong en in Engeland

gekomen met de vikingen, duizend jaar geleden, en aangepast. Het is

een recept uit een zeventiende eeuws kookboek.

recept volgt als recept op de page...Wie zuring in de tuin of in bakken

heeft, kan daar veel plezier van hebben om iets leuks te improviseren.

Zoals omelet met zuring. Smoor een handvol gehakte zuringblaadjes

even in wat boter, bak dobbelsteentjes brood in olie en gebruik dit als

vulling voor een omelet. Heel verrassend.

Zuringsoep is heel geliefd in Belgie en Frankrijk, vanaf een huiselijke en

eenvoudige tot de chique potage Germiny. De beste basis is kalfs of

kippebouillon. Voor een eenvoudige frisse zuringsoep, die men in

Belgie zurkelsoep noemt, wordt de zuring fijngehakt en even in boter

gestoofd; eventueel met wat spinazieblaadjes en een gehakt sjalotje.

Men voegt bouillon toe, even doorkoken en de soep binden met rijst

of -wat lekkerder is- een fijngewreven gekookte aardappel. Ook een

restje gekookte witte bonen kan geen kwaad.

Voor Potage Germiny als fijne dinersoep 200 g gehakte zuring in wat

boter laten smelten, door een zeef wrijven en toevoegen aan ruim 1

liter bouillon. Vier eierdooiers loskloppen met enkele lepels room (op

kamertemperatuur), geleidelijk hieraan wat warme (niet kokende)

soep toevoegen en dit bij de rest van de soep (van het vuur af) doen.

Goed roerend laten binden boven uiterst zacht vuur en vooral niet

laten koken. Versieren met enkele blaadjes kervel.

Als surfend op het internet stuitte ik op dit artikel uit Wina Born‘s

oude doos.

Waar zijn ze dan?

Claske had het al voorspeld. Februari is de maand van verlangen.

Iedereen heeft het erover, zelfs Ellen in haar editorial zegt het. We

verlangen naar het voorjaar. Leve global warming als het maar niet

vriest en vooral niet meer sneeuwt. Volgende week is het

voorjaarsvakantie en de enige activiteit die mogelijk is op de tuin is het

zoveelste sneeuwballengevecht.

Ik begrijp dat wel, het collectieve gesnak naar een nieuw begin, een

nieuw seizoen. Ik snak ook. Ik snak al sinds januari naar het bloeien

van de sneeuwklokjes. Fragiel en roomwit verschijnen ze plotsklaps als

een belofte voor een naderend voorjaar. Volgens een oude christelijke

mythe veranderde een engel sneeuwvlokken in sneeuwklokjes als een

teken voor Adam en Eva dat ondanks hun verstoting uit het paradijs

er overal nog wel wat van het paradijs te vinden zou zijn. Maar waar

dan? Waar zijn ze? Als halverwege januari de sneeuw wegsmelt ga ik

speurend op pad. Blauwe druifjes, boshyachinten en zelfs al narcissen

steken trots hun kop op maar nergens een sneeuwklok te vinden.

Nu is het februari en gister vond ik ze dan eindelijk. Maar wat een

teleurstelling, ze steken niet fier uit de grond. Het lijken wel mutanten

met een kleine korte stengel en een iel uitgebleekt klokje. Tja , ik heb

geen idee of het door de aanhoudende winter komt maar

2010 is geen goed sneeuwklokjes jaar.

Ik ben niet de enige liefhebber van de Galanthus. In Engeland is een

ware culthus rondom het sneeuwklokje ontstaan. En ook Nederland

lijkt het eenvoudige klokje weer op waarde in te schatten.

Bij [email protected] kun je een lijst aanvragen met wel

honderd soorten . Er zijn ook veel beurzen rond deze tijd en zelfs

heuse sneeuwklokjesgala's maar die zijn bij het uitkomen van dit

nummer allemaal al geweest.

Door: Ati

Page 5: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

Pagina 5

Februar i 2010 , nummer 1

Een paar jaar geleden wilde Yasar een tuintje in Schiebroek, maar dat

ging niet door omdat het complex moest plaats maken voor woning-

bouw. Via een tante is hij 2 jaar geleden terecht gekomen bij SNV en

daar voelt hij zich helemaal thuis. Hij vindt dat zijn tuin op het

mooiste en prettigste gedeelte van het complex zit. Vooral de rust

vindt hij heerlijk maar ook de gezelligheid en contact met de tuinders

op zijn pad vindt hij belangrijk. De meeste mensen op het complex

zeggen elkaar gedag en maken regelmatig een praatje, het is een dorp-

je in het klein. Inmiddels heeft zijn broer de tuin naast hem gekocht.

Wat Yasar uniek vind aan SNV is dat zo‘n mooi stuk groen midden in

de stad ligt en dat het er zo rustig is. En wie wordt er nou zomers

gewekt door de zeehondjes van Blijdorp. En hij vind het ook leuk om

andere dieren te horen.

De afgelopen weken heeft hij

genoten van al de sneeuw die op

het complex lag. Het zag er schil-

derachtig uit en het verbaasde

hem dat er maar weinig tuinders zijn komen kijken want die heb-

ben echt wat gemist.

Zijn tuin is hij stukje voor stukje

aan het opknappen en hij wil een

echte leeftuin ervan maken.

Lekker zitten in de tuin en wat

rondkijken, praten met familie en

vrienden die langskomen en

natuurlijk veel bbq‘en. Hoewel

hij als klein kind is opgegroeid

met een moestuin gaat hij dat

niet in zijn eigen tuin doen. Het

is niet zijn ding en buiten dat kan

hij ook geen zwaar tuinwerk

meer doen.

Yasar heeft altijd zwaar lichame-

lijk werk gedaan, eerst 15 jaar als

uitbener in de vleesindustrie,

vervolgens als stratenmaker en

als laatst bij de groenvoorziening.

Bij het laatste werk is hij van 4

meter hoog met kettingzaag en

al uit een boom gevallen en op

zijn schouders op de grond te-

recht gekomen. Hij kon door

ingeklapte longen amper meer

lucht krijgen en is per ambulance afgevoerd.

Sinds kort staat Yasar als vrijwilliger in het milieupark en kan bij het

verplaatsen van volle containers wel hulp gebruiken.

Er zijn op SNV een paar mensen die nagenoeg iedere dag, weer of

geen weer, aanwezig zijn. Een van hen is Yasar Aydin. Als ik hem

vraag of hij geïnterviewd wil worden voor Schoffelen, stemt hij direct

toe. Yasar is in 1971 geboren in Yozgat, een stad, 300 km van Ankara

af in het midden van Turkije. In de plaats waar hij vandaan komt heeft

ieder huis een tuin en er wordt ook veel gebruik van gemaakt. Vooral

zomers is iedereen buiten en wordt er in de tuin gegeten en geleefd.

Groente en fruit worden volop geteeld. Vooral mensen uit de omrin-

gende dorpen gaan met hun groente en fruit naar de markt om het

daar te verkopen.

Als klein kind groeit hij op bij

zijn Opa, die boer is, terwijl

zijn ouders een bestaan aan

het opbouwen waren in

Rotterdam. Aan de tijd bij

zijn Opa, die hij als zijn vader

zag heeft hij goede herinne-

ringen. Zijn Opa hield koei-

en, schapen, geiten en kippen en van de melk werd zelf

kaas gemaakt. Toen zijn

vader tijdens een vakantie

langskwam zag hij hem dan

ook aan voor een oom.

In 1978 komt hij bij zijn

ouders, broertje en zusje

wonen, op een bovenwo-

ning, in Rotterdam. Een erg

groot contrast vergeleken

met de leefomstandigheden

bij zijn grootvader. Als kind

had hij het niet zo in de

gaten omdat hij zich snel

aanpaste aan de omstandig-

heden. In 1984 gaat hij terug

naar Turkije om vervolgens 2

jaar later, omdat hij zich daar

niet meer echt thuis voelde,

weer terug te komen naar

Rotterdam.

In Rotterdam hebben zijn

ouders nooit een tuin gehad. Wel hebben ze een huis in Turkije

gebouwd, uiteraard met tuin, waar ze inmiddels wonen. In 1994 is zijn

zus daar verongelukt en sinds die tijd is Yasar er niet meer geweest.

Wel op andere plaatsen in Turkije maar niet in Yozgat. Ook zijn Opa

leeft niet meer en de herinneringen zijn te groot.

Van Origine…... Door: Ellen

Roodborst

Een opvallende verschijning,

dit eigenwijze vogeltje met zijn

rode borstveren. In veel tui-

nen komt hij met zijn donkere

kraaloogjes kijken of er iets

voor hem te halen valt. Soms

zelfs als u in de tuin aan het

werk bent. Soortgenoten jaagt

hij zonder pardon weg. Hij

verstopt zijn nest goed, en

voelt zich thuis in veel tuinen.

Zwarte Kraai

De zwarte kraai is een uitgesproken

omnivoor. Vrijwel alles wat eetbaar is

verdwijnt in de imposante snavel.

De vogel heeft veel eiwitten nodig, dat

hij onder meer haalt uit kadavers.

Bij eiwittekort, en in de stad gebeurt

dat nog wel eens, kleuren de veren van

de slagpennen wit. Kraaien komen niet

of nauwelijks op voedertafels. Maar op

rustige, onbewaakte momenten slaan

ze hun slag! Dan verdwijnen de brood-

kruimels van het gazon en het zaad dat

van de voedertafel is gevallen.

Page 6: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

Pagina 6

Schof fe len

De vorige keer gaven Frank en Nel de Gouden Schoffel door aan

meneer Medic en zijn tuin. Meneer Medic leek wel een beetje

ontroerd toen ik hem vertelde dat hij de Gouden Schoffel had

verdiend omdat Frank en Nel hem een bijzonder mens vinden. Frank

vertelde dat Medic altijd vriendelijk is en nooit te beroerd is om

iemand te helpen.

Wij treffen Medic op zijn tuin als het inmiddels ijskoud is en er een

enkelhoge laag sneeuw op de paden ligt. Bepaald geen tuinweer voor

mij maar voor Medic is het altijd tuinweer. We maken voor later een

afspraak, het is mij te koud. Vlak voor de deadline van deze editie

treffen we elkaar. Inmiddels is er een flauw maar heel welkom zonne-

tje wanneer we elkaar spreken. ―Zeg maar Boris, zo noemt iedereen

mij‖, zegt meneer Medic. En nee, Boris heet eigenlijk geen Boris maar

zijn echte naam schijnt zo lastig uit te spreken te zijn voor Nederlan-

ders dat men er in de loop van de tijd Boris van heeft gemaakt. En dat

vindt Boris helemaal best. Door een andere tuinder – destijds behalve

een maat ook een collega- kwam hij ooit op SNV terecht. En Boris

was meteen helemaal verkocht. Zo‘n stukje eigen grond midden in de

stad wilde hij ook heel graag. De tuin die hij eerst wilde hebben werd net voor zijn neus verkocht en ook voor deze tuin was hij nog maar

net op tijd. ‗Terwijl ik de papieren tekende kwam er iemand die ook

graag deze tuin wilde hebben. Ik was dus maar net op tijd‖. Boris

heeft zijn tuin helemaal kindvriendelijk gemaakt. ―Vroeger kwamen

wij hier naartoe met onze kinderen en nu komen onze kleinkinderen

er ook. Ik heb alles veilig gemaakt voor kinderen om te spelen. Zo

kunnen ze niet bij de sloot komen en ook rond de kas heb ik het

veilig gemaakt zodat ze zich niet kunnen snijden aan het glas als er

een ongeluk met een bal zou gebeuren‘.

Nu hij niet meer werkt heeft Boris veel tijd en komt dagelijks naar

zijn tuin. ―Al die herrie van de straat, het verkeer, de onveiligheid ….

Als ik dan hier kom en de vogels hoor dan ben ik zo blij hier te zijn.

Het is hier zo mooi. Dit is een plek om te ontspannen en uit te ru-

sten‘. Boris zijn tuin en huisje is ingericht voor alle seizoenen. Voor

de zomer heeft hij gezorgd voor schaduwplekken als hij en zijn gezin

buiten zitten en voor de winter heeft hij zijn huisje zo gebouwd dat

het ook dan gezellig toeven is. Boris vertelt over de winteravonden

dat hij met een aantal andere tuinders gezellig bij elkaar kwamen op

de tuin. ―Een van mijn maten speelde accordeon, we maakten lekker

eten, dronken er een wijntje of een biertje bij. Het wilde dan weleens

laat worden hoor‖, lacht Boris als hij met veel plezier de herinnerin-

gen ophaalt. ―Maar het was altijd zo gezellig en we waren niemand tot

last‘. In ons gesprek komt vaak de ligging van ons complex terug.

Zoals veel van onze tuinders vindt ook Boris het geweldig dat midden

in het centrum, op kleine afstand van het centaal station, deze oase

van groen ligt waar we kunnen recreëren. Deze oase van rust was

jaren geleden wel het mikpunt van veel inbraken die vooral ‘s nachts

werden gepleegd. Boris heeft toen, met een aantal andere tuinders,

vooral in de avonduren veel rondgelopen om het signaal af te geven

dat er opgelet werd.

Over de plek waar zijn tuin ligt kan Boris net zo hartelijk vertellen als

over zijn tuin zelf. Als ik hem vraag wie volgens hem de Gouden

Schoffel zou moeten krijgen dan lijkt het alsof Boris zo‘n 7 á 8 schof-

fels uit wil delen. Boris kent zijn tuinbuurtjes en weet over iedereen

een aardig verhaal te vertellen. Want ook zijn omge-

ving bevalt hem erg op SNV. ‗Iedereen zegt gedag of

maakt een praatje, dat zie je in je straat toch niet

meer?‖Wat Boris betreft krijgt zowat het halve pad

een Gouden Schoffel en ik geloof niet dat ik hem blij

maakte toen ik hem vertelde dat er maar één Goud

Schoffeltje te geven viel. Uiteindelijk is de keuze van

Boris gevallen op tuin 458 van Arianne en Roger.

Een leuke keuze waarbij het mij opvalt dat ook Bo-

ris met geen woord rept over de tuin, maar dat hij

vooral de mensen op de tuin bijzonder vindt. En dan

niet in de laatste plaats omdat zij af en toe lekkere

hapjes met hem delen.

Ik ben heel benieuwd naar deze tuin. Voorheen

stond deze tuin bekend als de tuin-met-de-hekjes en de huidige bewoners hebben er een heel gezellige

De Gouden Schoffel van de maand februari

Door: Jane

Page 7: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

Pagina 7 Februar i 2010 , nummer 1

Van een volkstuintje naar een moestuin

Ik las een stukje over mensen die een moestuintje hebben en dit deed

mij denken aan de moestuintjes op ons complex. Soms hoor ik bij ons

mensen praten over het verlangen om er ook aan te beginnen.

Misschien is dit verhaaltje een inspiratiebron voor ze ….

wie weet !!!

Hij loopt achterop bij zijn gastheer van de moestuintuinier,

omdat er zoveel te zien is. Bonenstaken, hoog, groen,

bloeiend; reusachtige rode kolen, blauwpaars uitwaai-

end: schitterend groenkool, met waterdruppels pare-

lend op generfd blad. De tuinier heeft tussen het

groen dille staan tegen zijn huisje. In een middag schof-

felt hij zijn hele tuin schoon.

Met dezelfde geestdrift maakt hij thuis muntchutney of

rabarbertaart,

Wie een siertuin heeft ziet deze door de seizoenen en

jaren heen groeien, maar een moestuin begint elk jaar

opnieuw. Als eind december, begin januari alles geoogst is doen

alleen nog wat knobbels op de kale, harde grond vermoeden waar

straks weer rabarber zal groeien. Maar in de zomer is een moestuin een beeld van vruchtbaarheid en kleurige rijkdom.

De tuinier kocht een tuintje, schafte wat gereedschap aan betrad in

opperste onwetendheid het complex waar dertig tot veertig mensen

hun lapje grond verwerken. Nu is zo‘n volkstuincomplex een merk-

waardig instituut, want het is een kruising van een sociëteit, een land-

bouwschool, een ontspanningsoord en een groentewinkel. De onwe-

tendheid hinderde niet want de gevestigde volkstuinders kwamen

kijken hoe wij de grond schoonmaakten van onkruid en hoe wij de

mest er in kruiden. De tips regenden al snel binnen. We konden be-

ter niet zus spitten maar zo … we moesten daarop letten als we de

grond mooi gelijk wilden krijgen. Letten op het feit waar de zon

draaide en welke groente meer schaduw nodig hebben. De preiplant-

jes kunnen veel dieper staan en de rabarber kan het best vlak bij de

sloot staan. Had de man geen cultivator? Nou, zo‘n drietand met

scherpe punten had hij toch echt nodig om de grond de lucht te ge-

ven en de tomatenstokken waren echt te kort. De kool stond te

dicht op elkaar, want straks -als alles gegroeid zou zijn – kon hij toch

er niet meer tussen schoffelen.

Zo hielden de buren de nieuwe tuinier in het oog en waarschuwde

hem dat nu echt de sla en de andijvie er af moest anders ging het spul

doorschieten. Hij moest nu toch echt de tomatenplantjes ‗dieven‘, en

kijk die bietjes al eens leuk opkomen! De volkstuin wordt een stuk

van het dagelijks leven. De tuinier wilde niet ver van huis gaan als het

om vakantie ging want stel je voor dat hij ver weg is net als de kapu-

cijners klaar zijn voor de pluk! In het eerste voorjaar keek de man

wat argwanend naar die ver uit elkaar staande rijen ontzettend kleine

plantjes. Moest dat het nu worden? Maar in juni en juli kent de moes-

tuin een zachte groene explosie. Binnen enkele dagen is de aarde

onzichtbaar geworden en alles is groen, allerlei schakeringen groen. Je

voelt het gebeuren. Je loopt door de tuin. Alle onkruid is gewied. Er

is nu even niets te doen en toch wil je erbij zijn. Je kijkt alles de grond

uit en praat wat met medetuinders. Deze laat zijn kapucijners zien,

spreekt twijfels uit over zijn bloemkool en hoe de jouwe het doet?

Gesprekken over het gaas en tussen de groenteperken. En langzamer-

hand, met elk nieuw seizoen op de tuin, leert de tuinier meer en

meer. Over zijn moestuin, over zichzelf en over zijn medetuiniers.

Wat een spannend maar geruststellend idee om hier elk jaar weer te

mogen komen. Heerlijk zo‘n moestuin voor je plezier !!!

Door: Marjo

Uit: Met mijn tuin in de wolken

Amsterdam 1982, uitgeverij Ploegsma bv

De tip voor boven-

staand lied kregen we

van Koos (tuin 830)

Snoeilied

De tuinman weet dat al wat groeit

moet gekortwiekt en gesnoeid.

Al ‘t overtollige moet eraf, voor eigen bestwil; niet voor straf.

Al wat men zich nog kan wensen,

is hetzelfde doen met mensen.

Laat ons nu ook mensen snoeien,

want dan gaan ze mooier bloeien.

Ten eerste moet ‘n oog er uit,

dan kan ‘t andere, naar verluidt,

volgend jaar veel beter zien.

Ja, gewaarschuwd telt voor tien.

Vervolgens gaan we de oren snoeien

Voor ze uit kun krachten groeien,

Een raad: laat het al doen als kind,

Dan vangt het hoofd ook minder wind.

De linkerarm dient flink bekort

Voordat hij te gulzig wordt:

Wie hem zomaar mee laat smikkelen

Belet de andere zich te ontwikkelen.

Eraf ook met die dikke billen

Die het hele lijf doen trillen:

Dat werkt ontlastend voor de benen

En men kan toe met minder tenen.

Ook die lobben moeten weg,

Onderaan daar in die heg:

Anders schieten ze in ‘t zaad

En dat is een schrik‘lijk kwaad.

Dat zuigt maar alle sappen op,

Zodat ‘t leeg wordt in de kop.

Nee, al wat uitsteekt moet eraf,

Voor eigen bestwil, niet voor straf,

Uit: Tuin in de branding.

Verhalen, liedjes en verzen uit Nieuw Vredelust

(Met dank voor toestemming van de uitgever)

Page 8: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

Pagina 8

Schof fe len

Dagboek van een nieuwe tuinder Door: Gerrit en Yolanda

Een huisje aan het eind van het park, superleuk! Totdat je 10 kuub

aan zooi naar de stort wil brengen! Gelukkig is het een bloedhete

zomer, zo een waar je op hoopt als je aan een tuintje begint. Tot je

tot aan de knieën in de brandnetels staat te spitten! Nee, we worden

niet pessimistisch. We gaan gewoon wat vaker zitten met een drankje

en een hapje. Het is wel heel grappig om te merken dat dat zitten

nooit heel lang duurt. Al snel gaat het kriebelen en dan gaan we toch

weer verder.

Vanaf 1 april vorig jaar zijn Gerrit en Yolanda de nieuwe eigenaren van het huisje op tuin 465. Samen met hun twee honden Sophie en Zinder

wonen ze sinds kort op de 5e verdieping van een nieuwbouwappartement. Een appartement zonder tuin, sterker nog, met geen enkele buiten-

ruimte, zelfs geen balkon. Redenen genoeg om op zoek te gaan naar een tuintje. Ze vonden er een op SNV en vertellen erover in het clubblad.

In het tweede nummer vertelden Gerrit en Yolanda over de koop en de eerste tijd op SNV. Hier het vervolg …..

Omdat onze tuinspullen en daarmee ook het tuingereedschap nog in

de opslag zit, sta ik met een botte zaag die we gevonden hebben in

het schuurtje, de pergola om te zagen. Toen ik ooit bij de tandarts zat

om m‘n verstandskiezen te laten trekken, antwoordde deze op mijn

vraag hoe lang het ging duren: ―Het is net paaltjes uit de natte klei

trekken. Het kan lang duren, maar het kan ook heel snel gaan‖ Op de

een of andere manier moest ik daar steeds aan denken als ik aan de

palen, waar de pergola op rustte, stond te trekken. Alleen ging het bij

de tandarts vele malen sneller dan deze paaltjes. Ik weet niet wie hier

aan het werk is geweest, maar dat het grondig gebeurd is, is een feit.

Ondertussen hebben we iemand gevonden die het dak komt repare-

ren. de goede man gaat voortvarend te werk. Na een lange dag hard

werken legt hij zelfs alvast wat extra dakbedekking op het dak, voor

het geval dat het gaat regenen. Super attent, want binnen staan de

houten platen voor de afwerking aan de binnenkant al klaar. We laten

dus met een gerust hart ons huisje achter voor de komende paar

dagen.

Opnieuw blijkt dat we toch hadden moeten inschrijven op de korte

cursus; ‗Hoe start ik mijn volkstuin‘. Telefoonnummer uitwisselen

met de buren, kan namelijk heel handig zijn. Ook als je de mensen

nog niet tot nauwelijks kent. Het stuk dakbedekking was van het dak gewaaid en bij de buren in de tuin terecht gekomen. Gelukkig had het

niet al teveel schade aangericht en was het stuk dakbedekking alweer

keurig netjes opgerold toen we terug kwamen bij het huisje. Maar je

voelt je toch opgelaten.

Maar het dak is weer waterdicht en dat is echt heel fijn. Want nu kan ook de binnenkant aangepakt worden. We willen alle wanden en het

plafond met dunne platen hout betimmeren. Om de kosten te sparen

hebben we gekozen voor de dunnere versie. Dat leek zo logisch.

Omdat onze klusjesman zo goed beviel, hebben we hem gevraagd om

nog een keer te komen om deze platen vast te zetten.

De verwachtingen waren hoog gespannen toen we gingen kijken naar

het resultaat. Bij het zien van dat bewuste resultaat, kwam ineens de

term golfplaat bij me bovendrijven. Ik hoef denk ik niet uit te leggen

waarom. De klusjesman zal dus nog een keer terug moeten komen, maar los

van dat zien we wel dat het mooi wordt. En golfplaat of niet, we wor-

den er toch blij van!

Page 9: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

Pagina 9

Februar i 2010 , nummer 1

Even voorstellen ……… Erkan Ozcelik

Erkan is geboren in het wonderschone Konya in het midden van

Turkije. Konya is een van de mooiste streken van Turkije en staat bij

ons bekend om de Dansende Derwishen. In de jaren 80 is hij naar

Nederland gekomen en hij is hier dan ook weer 31 jaar. Hij is 30 jaar

gelukkig getrouwd met Aynur, ze hebben 3 bloedjes van nu al weer

volwassen kinderen.

Erkan is super handig met zijn handen en heeft dan ook als loodgieter,

electricien en automonteur gewerkt. Jammer genoeg is ook aan Erkan

de recessie niet voorbijgegaan, Voor het moment is hij dan ook, zoals

dat zo fraai heet, in between jobs. Hij is altijd actief geweest in de

moskee en veel Turken kennen hem daarvan. Reden genoeg voor de

toenmalige voorzitter Rob van Dijk om hem te vragen zitting te

nemen in het bestuur. Hij heeft wel lang geaarzeld. Hij vroeg zich af of

de tuinders wel zaten te wachten op een buitenlander in het be-

stuur. Ben je gek, zei Rob, geluld word er altijd. Erkan zit nu alweer 3

jaar in het bestuur. Voor mij is hij altijd een beetje onzichtbaar

geweest. Hij is er wel tijdens vergaderingen en zit wat achteraf,

aandachtig te Luisteren. Zijn speciale taak is de coordinatie van de

loods. Erkan maakt met zijn handen alles wat zijn ogen zien. Dus hij is

daar helemaal op zijn plaats. Erkan is 1 van de bestuursleden die is

blijven zitten bij de bestuurswisseling. Hij is nieuwsgierig hoe het zal

zijn om samen te werken in een nieuw bestuur. Hij verwacht dat het

heel gezellig wordt.

Nieuws vanuit de RBvV

De grondhuur: die blijft in de meeste gevallen op eenzelfde niveau

als in 2009. Dat is goed nieuws voor de tuinder, zeker nu alles toch al

duurder wordt. Daarbij is de contributie voor 2010 ook slechts mini-

maal verhoogd tot € 45. Meer was niet nodig, daar blijft het bij.

Het groot onderhoud: altijd een lastig probleem omdat het daarbij

om veel geld gaat. De RBvV is nu bezig met het OBR om in 2010

daarvoor een bindende afspraak te maken. Als alles goed gaat kunnen

we u hierover binnenkort uitvoerig informeren. Het belangrijkste

is dat de volkstuincomplexen er ook in 2010 pico bello bij liggen.

Veiligheid: als u op de tuin bent dan is uw persoonlijke veiligheid en

die van uw bezit van het grootste belang. Dat vindt ook de RBvV en

zij zal in 2010 bijzondere aandacht geven aan de verhoging van de

veiligheid op de volkstuincomplexen. Want je moet kunnen genieten

zonder over je schouder te hoeven kijken.

Reductieregeling: De RBvV onderhandelt met de gemeente Rot-

terdam om de bestaande reductieregeling, indien mogelijk, voor meer

tuinders bereikbaar te maken. Betaalbaar tuinieren blijft immers ons

uitgangspunt.

Bouwvergunningen: we gaan in 2010 bekijken of dit niet wat snel-

ler kan, dan bent u als tuinder beter af. Gelijktijdig gaan we ook beter

toezien op de naleving van afgegeven vergunningen, want die afspraak

is nu eenmaal met de gemeente gemaakt.

Bron: nieuwsbrief RBVV december 2009

Op veel tuinverenigingen is er een vrijwilliger die het Lief en Leed

bijhoudt op het complex. Dat betekent dat er een kaartje wordt

gestuurd bij gebeurtenissen als een geboorte, bruiloft of jubileum.

Maar ook bij minder leuke dingen zoals een ziekenhuisopname of als

iemand al een poosje ziek is, wordt een kleine blijk van medeleven

gegeven door middel van een telefoontje of een kaartje namens de

vereniging.

Leden van SNV die al wat langer lid zijn kunnen zich ongetwijfeld de

jarenlange inzet van Toos Korteweg herinneren. Toos ontging weinig

en stuurde een kaartje bij alle Lief en Leed wat leden doormaakten.

Of het nu een geboorte van een klein tuindertje was of een zieken-

huisopname van iemand die aan het sukkelen was, Toos zorgde

ervoor dat men dan namens de vereniging een berichtje kreeg. Ze

heeft dat tot op hoge leeftijd voor de vereniging gedaan en haar inzet

werd door de leden enorm op prijs gesteld.

Misschien is het weer tijd om het Lief en Leed op SNV nieuw leven in

te blazen? Als het je leuk lijkt om daaraan mee te helpen vragen we je

om daar samen met ons eens over na te denken hoe we dat invulling kunnen geven. We vragen dus om een vrijwilliger die het leuk vindt

contacten te onderhouden met andere leden en af en toe een kaartje

te sturen naar iemand met wie Lief of Leed te delen valt.

Je kunt informatie voor Lief & Leed doorgeven op mailadres:

[email protected] of in de brievenbus van de vereniging. Ook als je

wilt helpen als vrijwilliger is een briefje in de brievenbus of een

mailtje van harte welkom!

Oproepje Lief & Leed

Sinds 30 januari hebben we een nieuw bestuur. We willen natuurlijk

allemaal meer over hen en het beleid wat ze gaan voeren weten. Van-

af het volgende nummer beginnen we met een nieuwe reeks inter-

views. Voor de volledigheid toch nog even een portret van Erkan

Ozcelik want die hadden jullie nog te goed.

De koolmees, met zijn opvallende gele borst-met-blauwe-stropdas, is een stamgast in bijna elke tuin. Hij is dol op

vetbollen en pinda‘s. Een paar beschutte plekken om te eten en wat voedsel, dat is al genoeg om een koolmees in uw

tuin te zien. Met een nestkast doet u deze kleine druktemaker ook veel plezier.

Page 10: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

Pagina 10

Schof fe len

Hij is al 20 jaar weg bij SNV maar er zullen nog genoeg tuinders zijn

die hem kennen. Joop van der Meer inmiddels 90 jaar oud, wat hem

niet aan te zien is en ik had hem zeker 15 jaar jonger geschat, is een

actief lid van SNV geweest. Hij heeft van 1947 tot en met 1989 een

tuin op ons complex gehad.

Via een collega hoorde hij dat er een tuin vrij kwam op SNV. Het was

toen nog een kale vlakte met alleen moestuinen. Een paar jaar later

kwamen pas de heggen die er nu nog steeds staan. Het complex was

in die jaren vele malen groter dan het huidige SNV. In het begin

mocht er alleen een gereedschapskist op staan en later heeft hij er

een klein huis op gebouwd.

Joop werkte in de continudienst bij het GEB, eerst als gasmaker en

later in de elektra. Dit maakte dat hij veel tijd voor zijn tuin had. Als

hij ‘s middags moest werken ging

hij ‘s morgens in de tuin aan de

slag, werkte in de vroege dienst

dan was hij ‘s middags in de tuin.

Van de opbrengst van de tuin had het gezin van der Meer met 3

kinderen goed te eten. Zijn

vrouw, had het in de zomer ook

druk met het inmaken van alle

groenten. Thuis op de zolder

stonden dan rekken vol met de

weckpotten, een kleurig gezicht.

In de 42 jaar dat hij met zijn

vrouw en kinderen op de tuin zat

heeft hij vele mensen zien komen

en gaan en ook vele besturen

meegemaakt. Vooral in het begin

toen er een driekoppig bestuur

was werd er streng gecontro-

leerd. Iedere zaterdag werd er

door het bestuur een rondje

gemaakt en werden de mensen

direct aangesproken als het een

troep was op hun tuin. Ook de

vrijwilligers van de materieel-

loods konden in niet mis te ver-

stane bewoording tuinders aan-

spreken die het geleende gereedschap niet op tijd terugbrachten.

Ook in die tijd bestond er al algemeen werk op zaterdag. Maar omdat

Joop in de continudienst werkte was het algemeen werk op zaterdag

lastig. En is hij bij de inkooploods gaan staan. Daar konden de tuin-

ders terecht voor bouwmaterialen, grond, zand en cement. Een afge-

streken kruiwagen zand kostte in die tijd een gulden. De meeste tuin-

ders probeerden toch hun kruiwagen zo vol mogelijk met zand te

doen. Alleen bij het wegrijden over een hobbelig terrein waren ze de

extra scheppen al kwijt. Er werd in de loods veel verkocht en het was

ook altijd druk. Later is hij de acculoods gaan doen. Ook grasmaaien

op het complex heeft hij gedaan. Om alle veldjes te maaien met de

grasmachine uit die tijd was hij een hele dag bezig.

Joop is ook een muzikant en speelde tot voor kort nog zelf trompet.

Zijn—inmiddels overleden- vrouw Marie kwam met het idee om een

zangkoor op te richten op SNV en deed een oproepje voor zangers

in het clubblaadje. De belangstelling was erg groot en er werd meteen

een koor opgericht. Uniek, want SNV had als enige tuinvereniging in Nederland een koor en het bestond ook alleen uit leden van de tuin-

vereniging. Er werd veel opgetreden bij andere volkstuinverenigingen

in Rotterdam. Ook waren er uitvoeringen elders in de stad want het

koor genoot een goede bekendheid. Het koor was een grote passie

voor het echtpaar van der Meer en Joop is 20 jaar dirigent van het

koor geweest. Hij heeft nog vele foto‘s van het optreden en ook nog

wat krantenartikelen.

Wat hem nog goed bij staat is dat vlak voor een groot optreden in de

stad het clubhuis van SNV door een brand verwoest werd. Ook het

orgel van het koor stond in het clubhuis en daar was weinig meer van

over. Wat nu met het geplande optreden. Gebeld naar de organisatie

waar opgetreden zou worden en zij hadden gelukkig een klein orgel

staan zodat het optreden door kon gaan. Het was gebruikelijk dat het

koor een kleine vergoeding kreeg voor het optreden en dat kregen

ze deze dag ook plus nog 100 gulden als bijdrage voor en nieuw orgel.

Joop zingt nog steeds maar nu in het Groot Rotterdams koor.

SNV had een rijk verenigingsleven en als iemand een leuk idee had

dan werd het uitgevoerd. Zo is er jaren een gekostumeerd voetbal-

wedstrijd geweest. Ook was er een trimclub waar Joop aan meedeed.

Er werden ook wedstrijden in verschillende afstanden georganiseerd

en ook hier was de belangstelling erg groot en er deden ook lopers

van buiten de regio aan mee. Het echtpaar was inmiddels verhuisd

van Rotterdam west naar de Beijerlandselaan op Zuid. Regelmatig

ging hij ‘s morgens hardlopen naar de tuin en dan ‘s middags weer

hardlopend terug naar huis.

Voor de aanleg van het Roel Langerakpark moesten veel tuinen op het complex verdwijnen en ook de

tuin van Joop hoorde daarbij. Hij

kreeg een andere tuin bij SNV ,de

plek waar nu het milieupark is. Het

was in het begin erg wennen want

vlak bij het huis werd geparkeerd en

het dichtslaan van portieren was ‘s

avondslaat goed te horen. Ook ston-

den vlak voor zijn tuin de afvalcontai-

ners op een grasveld wat een stank-

overlast veroorzaakte. Joop had

meerdere malen gevraagd aan het

bestuur of de containers niet ergens

anders konden staan. Er werd niets

mee gedaan totdat Joop op een zon-

dag morgen alle containers voor het

clubhuis heeft gezet. Ze zijn daarna

nooit meer voor zijn tuin neer gezet.

Heimwee naar zijn eerste tuin heeft

hij altijd gehad. Zijn huisje heeft hij

wel mee kunnen nemen en in de

nieuwe tuin kunnen plaatsen. Met zijn

schoonzoon heeft hij eerst een ste-

nen muurtje gebouwd en vervolgens

is zijn houtenhuisje verplaatst. Met

lange stangen en van binnen ge-

schraagd is het door een grote groep tuinders naar de nieuwe plek

gedragen. Joop had al een krat bier klaarstaan in zijn gereedschapkist

maar toen het huisje geplaatst werd kreeg hij de kist niet open. Naast

het huisje had hij ook een grote kas van 4 bij 4 meter. Met een pad in

het midden en aan weerzijde komkommerplanten opgehangen aan

draden leek het wel een oerwoud van komkommers. Ook stond er

een perzikboompje in de kas. Op een dag kwam Joop de kas in en zag

tot zijn verbazing een paar grote perziken hangen. Helaas niet van de

boom zelf maar door familie met een touwtje opgehangen in de

boom.

In de 42 jaar dat Joop op de tuin zat heeft hij veel meegemaakt op

SNV. Zo is er een periode van vele inbraken geweest. Door de tuin-

ders werden clubje opgericht om ‗s nachts de boel in de gaten te houden. Ook Joop deed daar aan mee. Op een nacht waren ze met 4

groepjes op het complex aan het waken. Via portofoons hadden de

groepen contact met elkaar. Het groepje van Joop hoorde dat er 2

mannen het complex opkwamen en in hun richting liepen. Ze lagen

op het dak van de gereedschapsloods en konden de mannen goed

horen. De groep die bij de ingang waakte hadden inmiddels de bougie

in de auto eraf gehaald. In plaats van 2 inbrekers bleken het politie

agenten te zijn die een ronde deden over het tuincomplex.

Joop heeft vele goede herinneringen aan SNV en dit artikel is gewoon

te kort om het allemaal te vertellen en vraagt om een vervolg.

Vroegûr…. Met Joop van der Meer (1919)

Door Ellen

Page 11: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

Pagina 11 Februar i 2010 , nummer 1

De aller, allergrootste !!! Door: Jane

Eindelijk. We gaan dit jaar van start met een wedstrijdje. Zelf ben ik

een groot liefhebber van zonnebloemen. Ik word altijd zo vrolijk van

deze bloem. Als het even kan staat er een vaas vol van in mijn huis

en zelfs koop ik weleens een bos voor op de tuin. Mijn tuinbuur Ellen,

toevallig een redactielid- en ik zijn er al een poosje over bezig. Hoe

zouden we het voor elkaar krijgen om een supergrote zonnebloem te

kweken? Het zou toch wat zijn als we een wedstrijdje op SNV kun-

nen houden met zonnebloemen? ‗Oh leuk‘, zei weer een andere

buur, – Ati, toevallig ook al een redactielid, ‗dan doe ik mee met

pompoenen‘. En zo kwam van het een het ander en we vinden het

leuk hierbij de aftrap te geven voor De Wedstrijd van deze zomer op

SNV. Wie lukt het de grootste zonnebloem te kweken. Volgens Leo -

tuin 221 – moeten we dan ook een categorie maken voor de hoogste

zonnebloem, want dat is echt iets anders. Bij deze dus.

Zonnebloemen

Zonnebloemen komen origineel uit

Zuid Amerika en werden in 1530

door Spaanse zeelieden naar Europa

gebracht. Ze gedijen het best op een zonnige plek waar in de loop van de

middag wat schaduw komt. Ze heb-

ben best aandacht nodig, mogen niet

te droog komen te staan en ook zul

je af en toe moeten bemesten. De

zaadjes gaan in mei de volle grond in,

dan is het warm genoeg voor de

zaden om te ontkiemen.

Een leuk verschijnsel van de zonne-

bloem is Heliotropisme. Dat is wan-

neer de onvolwassen bloemknop

reageert op het blauwe deel van het

spectrum. Overdag draait de bloem-

knop met de zon van oost naar west

mee en in de nacht draait de bloem-

knop weer naar het oosten.

Wanneer de zonnebloem gaat bloei-

en ‗verstijft‘ deze in de oostelijke

stand waardoor de bloem altijd naar

het oosten wijst. Toch leuk om te

weten!

We zouden het heel leuk vinden

wanneer je met ons meedoet aan

deze ‗wedstrijd‘. Niet in de laatste

plaats om deze vrolijke blom in veel

tuinen te zien bloeien.

Pompoenen

Net als zonnebloemen zijn er pom-

poenen in veel soorten en maten te vinden. Ook op SNV zijn er nog-

al wat verschillende pompoenen te bespeuren. De pompoen is een

zeer oud cultuurgewas – ook al uit Zuid Amerika – en werden al

tussen 9000 en 7000 jaar voor Christus verbouwd; in de 16e eeuw

werd de pompoen in Europa geïntroduceerd. Met pompoen kun je

van alles doen, hoewel niet alle soorten voor van alles geschikt zijn.

Zo is het ene ras is geschikter om jam van te maken dan het andere

ras. Maar hoe dan ook, pompoenen zijn altijd blikvangers in een tuin.

Pompoenen houden van warmte, dus geef ze een zonnige plek op je tuin. Je kunt met pompoenen in de volle grond starten, dus je hoeft

ze niet eerst op te kweken in een kas. Belangrijk is dat je de pompoe-

nen een beetje verwent met de grond. Lees dus vooral in boeken of

op internet hoe je de grond rijk kunt maken. Je kunt op internet veel

goeie tips vinden en op SNV zijn veel tuinders met ervaring in het

kweken van pompoenen. Misschien dat zij hun pompoen-geheimen

met je willen delen.

Ook voor de kinderen

De kinderen op SNV kunnen natuurlijk ook meedoen met de zonne-

bloemen- en pompoenenwedstrijd en krijgen hun eigen categorie.

Misschien dat de vaders en moeders, opa‘s en oma‘s ze willen helpen

met allerlei tips hoe je ze het best kunt verzorgen. Er zijn ook leuke

kinderboeken te leen in de bieb die over tuinieren gaan en in de loop

van het jaar besteden we er ook in Schoffelen aandacht aan.

Het keuren

We hebben de tuincommissie gevraagd om te keuren en de winnaars

te bepalen. De heren en dame van de tuincommissie hebben hier

heel enthousiast op gereageerd en we zijn dan ook blij deze uiterst

belangrijke taak bij hen uit handen te kunnen geven. Tuincommissie,

heel hartelijk bedankt!

De categorieën zijn:

Voor volwassenen:

De grootste zonnebloem (de diameter van de bloem)

De hoogste zonnebloem

De grootste pompoen

Voor kinderen gelden dezelfde categorieën.

Nou, dat is het dus. Laat ons weten als je met ons meedoet. We

lopen dan in de loop van het jaar eens bij je langs om voor Schoffelen

over je zonnebloemen en/of pompoenen te schrijven.

Zie je dan!

Laten we er eens een zomers plaatje tegenaan gooien in deze koude tijd. Hier zit mevrouw Frieswijk vol

trots met zijn oogst van afgelopen zomer.

Page 12: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

Pagina 12 Schof fe len

Het is februari en in mijn tuin groeit nog bijna niets . Als ik beter kijk

zie ik dat de brandnetel als eerste zijn giftige kop opsteekt. Dit kruid

is volgens mij met stip de bekendste onkruid in de moestuin Wie is

er niet als kind in de brandnetels gevallen, met alle pijnlijke gevolgen

van dien.

Wikepedia zegt over de brandnetel: De botanische naam Urtica dioi-

ca komt van het Latijnse uro "ik brand", wat verwijst naar de pijnlij-

ke brandharen van de plant.

In Nederland en België komen de grote brandnetel en de kleine

brandnetel voor. De bovengrondse delen van brandnetel zijn rijk

aan carotenen, vitamine C en ijzer. Ook komt vitamine D in de plant

voor. Tot 20 % aan kiezelzuur, kalium en nitraat kan in de plant voor-

komen.

Brandnetels worden gemeden door de mens omdat

de brandharen van de plant bij aanraking zeer pijnlijk zijn. Aan de top

van de knop van iedere brandhaar zit een weerhaakje dat bij aanra-

king in de huid vast komt te zitten. Daarbij breekt de knop van

de brandhaar af en komt een mengsel van stoffen in de huid die de

brandende en langdurig aanhoudende pijn veroorzaken. Ook ontstaan

op de huid lichtere, jeukende bultjes, die netelblaren worden ge-

noemd. . Onderzoek uit 2006 toonde aan

dat oxaalzuuren wijnsteenzuur waarschijnlijk de veroorzakers van de

aanhoudende pijn zijn.

De enigste manier om van de brandnetel af te komen is door hem

met wortel en al te verwijderen. Ook is het slim om te zorgen dat hij

niet tot bloei komt. Mocht je onverhoopt gestoken zijn door een

brandnetel zijn er allerlei huismiddeltjes tegen de jeuk. Gekneusde

bladeren van de weegbree en hondsdraf schijnen de jeuk weg te ne-

men. Meer effectief is het om een beetje oorsmeer op de plek te

smeren. Als je brandnetel uit je tuin schoffelt loont het om van de

uitgerukte planten gier te maken. Dit is een plantaardig middel tegen

luizen.

Brandnetelgier recept

Het best bereid je brandnetelgier in het voorjaar. Meng i kilo niet

bloeiende brandnetels in een open vat met 10 liter water. Roer gedu-

rende twee weken tweemaal daags in het vat. Verwijder de brandne-

tel. Het is nu klaar voor gebruik. Bij het sproeien moet je het wel nog

eens tien keer verdunnen. Deze gier is ook geschikt om te gebruiken

als mest.

Brandnetel (Urtica dioica)

Door Ati

Brandnetel schoffelend de pan in …….

Brandnetel word al eeuwenlang gebruikt. Volgens de overlevering zijn

het de Romeinen die verantwoordelijk zijn voor de brandnetel in

onze omgeving. Zij maakten van de netel een zalf om de bloedsom-

loop te stimuleren. Brandnetel werd later onder andere gebruikt om

papier te maken. De vezels uit de stengels zijn sterk genoeg om te

weven tot stof. Het gebruik van brandnetelstof is minder lang geleden

dan je zou denken. De uniformen van de Duitse soldaten tijdens de

Eerste Wereldoorlog werden gemaakt van brandnetel. De afgelopen

jaren is stof van brandnetelvezel weer in de mode. Het past in de

toenemende vraag naar duurzaam geproduceerd textiel.

In het voorjaar word brandnetel veel gebruikt bij vastkuren. Thee van

brandnetel is bloedzuiverend en vochtafdrijvend ( en lekker) . Ge-

bruik jonge toppen voor de thee. Van de jonge toppen kun je een

lekkere soep of voorjaarsstamppot maken. Het word ook gebruikt in

''kruudmoes'', dit is karnemelkse pap met vlees en veel groene krui-

den. Kruudmoes is een echt streekgerecht afkomstig van de Veluwe.

Daar mag het wat mij betreft ook blijven, ik vind karnemelkse pap

smerig. Daarom eindig ik met het recept voor een hartige kwark-

taart.

Brandnetelkwarktaart Voor 4 tot 6 personen

200 g tarwebloem

een snuifje zout

½ l water

100 g boter + 10 g voor invetten

500 g kwark

100 g neteltopjes

2 eieren

3 el bieslook

Bereidingswijze Maak een deeg van de bloem, boter water en zout. Kneed een bol

en zet 30 min. in de koelkast. Blancheer de neteltopjes en laat ze

goed uitlekken. Verwarm de oven op 180°C. Rol het deeg uit en

leg het in een beboterde taartvorm, prik enkele gaatjes met behulp

van een vork.

Meng de kwark met de geblancheerde brandneteltopjes, de

geklutste eieren en de gesnipperde bieslook. Vul de taartbodem

met dit mengsel. Laat 25 min. bakken in de voorverwarmde oven

Voor een prikkelend dagje uit …..

Als je deze zomer op weg bent naar de friese meren sla dan vooral

eens af bij Emmeloord richting Kraggenburg. Hier bevindt zich een

uniek pretpark Brennels Buiten. Dit door bob Crebas opgezette

terein is een brandnetelbelevingspark. Tering, denk je dan, als ik een

brandnetelbeleving wil ga ik wel in de tuin van de buren liggen op mijn

eigen complex. Maar dat is toch iets anders. Bob, rijk geworden door

de verkoop van marktplaats, is producent van het enige kledingmerk

gemaakt van brandnetelvezelstof. Hiervoor zijn natuurlijk heel veel

brandnetels nodig. Wat zou het leuk zijn om dat te combineren met

een ecologisch dagje uit, dacht Bob. Zo ontstond Brennels Buiten.

Inmiddels is het een fijn recreatiestrand met tal van sport

mogelijkheden en een fijn restaurant, je kunt je laten voorlichten

over duurzame stoffen en als je je zwembroek vergeten bent kun je

er 1 kopen van brandnetel in de kampwinkel. Huisdieren zijn niet

toegestaan. Ook te vinden op www.brennelsbuiten.nl

Page 13: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

Pagina 13 Schof fe len

Leg neer die bal

Van de uilensoorten die in onze regio voorkomen, is

er één een regelmatige broedvogel op ons complex,

namelijk de Ransuil (Asio otus). Door de jaren heen

hebben we op verschillende plekken broedgevallen

gehad. Het meest opvallende kenmerk van deze uil

zijn de opstaande oorpluimen. Dit zijn geen oren,

maar herkenningspunten voor de uilen onderling.

De echte oren zitten op de plek waar je ze zou ver-

wachten, namelijk aan de zijkanten van de kop.

Bijzonder is echter dat de gehooropeningen niet op

dezelfde hoogte zitten. Dit zorgt ervoor dat de uil

heel goed richting van geluid kan waarnemen. Dit is

wel nodig ook als je een nachtjager bent. Uilen kun-

nen op gehoor een muis vangen, voorwaar een bij-

zondere prestatie!

Heb je ooit wel eens een muis door je tuin horen

lopen? Uilen dus wel! Elke nacht eet een volwassen

uil wel 2 á 3 muizen. Op ons complex zijn dat voor-

namelijk veld- en spitsmuizen. Voor ons tuinders zijn het vooral de

veldmuizen die schade aanbrengen aan bijvoorbeeld zaaigoed.

Spitsmuizen zijn insecteneters en helpen ons van allerlei gedierte af.

Uilen lusten echter ook wel een vogeltje en een torretje. Zelfs ratten

worden door uilen gegeten. Een uil lijkt een klein snaveltje te hebben

maar het grootste deel van de bek en snavel zitten achter veren

verborgen. Een complete muis, vogel of kleine rat wordt dan ook in

één keer naar binnen gewerkt, met huid en haar. Wat erg bijzonder is

aan de uil is zijn/haar verenpak. Vooral met het einde van de vleugel-

veren is iets speciaals aan de hand. Ze zijn zo gemaakt dat er tijdens

het vliegen geen enkel geluid door ontstaat. Een uil kan vlak langs je

vliegen en je hoort totaal niets. Wel logisch deze aanpassing, want

anders hoor je de muizen niet maar je eigen vleugels. Na het verorbe-

ren van de maaltijd worden de onverteerbare delen apart gehouden.

In een apart soort maag wordt er een balletje van de resten (botten,

haar, veertjes,dekschilden van kevers) gemaakt. Dit balletje wordt

vervolgens uitgebraakt, vandaar de naam braakbal. Door het uitplui-

zen van zo‘n braakbal kunnen we dus te weten komen wat de uil

heeft gegeten. In sommige situaties is dit zelfs de enige manier om te

zien welke soort muizen er voor komen op een bepaalde plek.

Braakballen zijn dus een soort gewatteerd onderdelen pakket. Bij de

natuurlessen die mijn vriendin geeft aan kinderen wordt braakballen

pluizen dan ook als heel spannend ervaren. Tijdens een van mijn

wandelingen over het complex vond ik ter hoogte van tuin 819 een

braakbal. Thuis uitgeplozen en er bleken resten in te zitten van 2

veldmuizen in verschillende grootten, onder andere een heel mooi

compleet schedeltje.

Vind u ergens een grijzig balletje (rond 3-4 cm) dan is het de moeite

om te kijken of er nog leuke onderdelen te vinden zijn. Ik hoop dan

ook dat er nog lang en vaak gebraakt wordt op de tuin, maar alleen

door uilen want die maken er geen geluid bij

Door Leo

Weetjes uit de krant

Verzameld door Marjo

PANDAPOTS

Vaak worden er op onze tuin plantjes in potjes gedaan om te kweken

of voor de sier. Deze tip over potjes gaat over plastic potjes die wij

eventueel gebruiken. Je kunt het een groene tip noemen. Een term

die we met z‘n allen veel tegenkomen in de media; groen staat voor

de wijze waarop we positief met de natuur omgaan. Dit betekent ook

dat we materiaal kunnen gebruiken wat goed afbreekbaar is en onze

natuur niet schaadt als afvalverwerking. Welnu: de PANDAPOTS zijn

zo‘n groen alternatief voor plastic potjes. Zij bestaan voor 70 procent

uit bamboe, afkomstig van het restafval van de productie van onder

andere Chinese eetstokjes.

Binnenshuis hebben de ‗Pandapots‘ een levensduur van ongeveer tien

jaar. Buiten in de aarde gaan zij zeker drie jaar mee en geven ze bij

het vergaan voedingsstoffen terug aan de aarde (bodem)

Een gebroken pot zal in ongeveer een jaar door de aarde opgenomen

zijn. VOLLEDIG RECYCLEBAAR dus. Simpel gezegd: in de kringloop

van de natuur verwerkt. De potjes worden milieuvriendelijk geprodu-

ceerd, energiezuinig en zonder uitstoot van broeikasgassen. Ook

door TNO getest. De kleuren van de potjes worden gemaakt met natuurlijke pigmenten.

De bamboe plantenpotten zijn binnenkort te koop in Nederland!

Jullie kunnen op de website tuinzaken.nl hierover nalezen.

IJSSTOKJES

De zomer is er vooral voor geschikt om lekker en veel ijsjes te eten.

Uit potjes, maar ook aan stokjes. Je kent ze wel; de mooie houten

stokjes.

TIP: ijsstokjes in de zomer verzamelen en gebruik ze als plantenste-

ker in de aarde. Schrijf er met een watervaste stift de plantennaam

op. Zo weet je precies welk plantje gezaaid is of er nog moet komen

op die plek!

Eksters zijn de hangjongeren van de vogelwereld.

Ze maken een hoop herrie en zijn overal voor in.

Ze zijn enorm nieuwsgierig en eten alles wat ze

kunnen krijgen, of het nou patat is of jonge zang-

vogeltjes. Daardoor heeft deze zwart-witte vogel

met zijn lange staart niet zo‘n goede reputatie.

Toch zijn het zeer intelligente vogels. Bijna overal kunnen ze zich hand-

haven. Hun favoriete woonplaats is in hoge bomen.

Page 14: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

Pagina 14 Schof fe len

Plas in de moestuin

Surendra Pradhan zetten een veldje van de universiteit in de Finse

stad Kuopio vol koolplanten. De eerste groep planten liet hij op

natuurlijke wijze groeien, de tweede groep behandelde hij op gezette

tijden met kunstmest. Voor de derde groep koos hij een minder con-

ventionele behandeling: eens in de zoveel dagen goot Pradhan een

beker menselijke urine over de grond rond de planten. Waarom

urine? Omdat die stoffen als stikstof, fosfor en kalium bevat., belang-

rijke ingrediënten van kunstmest. Uit eerdere studies was al gebleken

dat gerst en komkommer goed gedijen op mensenplas. Toen Pradhan

na 89 dagen ging oogsten, bleek de kool die urine toegediend hadden

gekregen inderdaad groter dan de kunstmestkool en de onbemeste

kool. Vermoedelijk komt dat doordat de planten de voedingsstoffen

uit vloeibare urine makkelijker opnemen dan die uit de kunstmestkor-

rels.

Zat er geen raar smaakje aan de kool? Om dat te testen maakte de

onderzoeker zuurkool van alle soorten kool die hij gekweekt had.

Deze legde hij voor aan een smaakpanel. Elke zuurkool scoorde goed.

Acht proevers vonde de zuurkool van onbemeste kool het lekkerst,

zeven kozen voor de beplaste zuurkool en vijf gaven de voorkeur aan

zuurkool van kool die met kunstmest groot was geworden. Voor

Pradhan reden genoeg om te beweren dat urine, vooral in de derde

wereld een prima vervanger van kunstmest kan zijn. WACHT! Nog

even een waarschuwing voordat je naar buiten rent om je blaas te

legen in de moestuin. De urine mag niet in direct vontact komen met

de plant. Die zou daardoor schade kunnen oplopen. Richten op

de aarde dus.

Bron: Maak nooit je bed op—115 nieuwe wetenschappelijke tips

voor het dagelijks leven.

Denk hier eens aan als je een meloen eet

'Haal de zaadjes uit uw meloenen, watermeloenen, papaja's en avocado's.

Droog ze en stuur ze naar mij!' Dat vraagt de Gentse professor Willem

Van Cotthem. Hij brengt de zaden eigenhandig naar vluchtelingenkampen

in Algerije, bij mensen voor wie ze onbetaalbaar zijn.

Willem Van Cotthem is niet de eerste de beste. Deze Gentse hoogleraar

emeritus kreeg wereldfaam met zijn ontdekking van Terracottem, een

grondverbeteraar die water kan vasthouden. Vandaag wordt Terracottem

wereldwijd gebruikt om onder meer voetbalvelden en golfterreinen groen te

houden. Met een deel van de opbrengst zorgen Van Cotthem en zijn mede-

werkers ervoor dat in droogtegebieden in het zuiden toch aan land- en

tuinbouw kan worden gedaan.

Familietuintjes

Op dit ogenblik werkt professor

Van Cotthem in een project van

Unicef waarbij in de vluchtelin-

genkampen van de Sahrawis in

de Sahara in Zuidwest-Algerije

met Terracottem familiale tuintjes

worden opgezet. Er zijn er nu al een duizendtal. Tijdens de winter

kweken de mensen daar groen-

ten, maar tijdens de hete zomers

(bij temperaturen van soms wel

50 graden) is groenten kweken

uitgesloten en moeten ze fruit

kunnen laten groeien. Maar welk

fruit?

'Je kunt er niet om het even wat laten groeien', zegt Van Cotthem. 'Je moet

rekening houden met de klimaatzone en met het ultraviolette licht. Zo moet

je niet proberen om in IJsland meloenen te kweken.'

'Er zijn vruchtensoorten die perfect gedijen in Zuidwest-Algerije. Meer zelfs:

veel van de vruchten die wij eten, zijn ginder gekweekt, of toch minstens in

het mediterrane klimaat. Denk maar aan watermeloenen, meloenen, pa-

paja's en avocado's. Wij gooien hun zaden weg, maar voor de mensen gin-

der zijn ze dus perfect bruikbaar. Wij hebben ze maar te drogen en aan

hen te bezorgen.'

Zaadjes drogen is niet moeilijk. Je ontdoet ze van het vruchtvlees, spoelt ze

en laat ze drogen op een blad huishoudpapier. Volgens Van Cotthem zal 75

tot 90 procent van de zaden die wij op die manier recupereren ook daad-

werkelijk kiemen. 'Ik heb het thuis allemaal al eens getest in een serre. Het

werkt, die plantjes groeien schitterend.'

Solidariteit

Willem Van Cotthem was de voorbije jaren zeven keer in Zuidwest-Algerije. Vanaf zijn volgende bezoek wil hij voor de families in de vluchtelingenkam-

pen zaden meebrengen, netjes gesorteerd per soort. Zaadjes van een Galia-

meloen horen niet bij die van een Cavaillon, een gele honingmeloen is nog

iets anders dan een Cantaloupmeloen. Van Cotthem: 'Het onderscheid ma-

ken is makkelijk. Meestal hangt er gewoon een sticker met de naam op

zo'n meloen.'

Of het niet makkelijker is om zaden te kopen? Van Cotthem: 'Dat is veel te

duur. Voor die mensen zijn die zaden onbetaalbaar. Als wij ze betalen zijn

we direct een flink stuk van ons budget kwijt, en dat kan toch niet de be-

doeling zijn. Het is gewoon een kwestie van solidariteit. Daarom dacht ik:

als ik nu eens mijn vrienden aanspreek? Die eten allemaal toch wel eens

een meloen?'

U kan uw goed gereinigde en gedroogde zaden sturen naar

professor Willem Van Cotthem,

Beeweg36,

9080Zaffelare.

Belgie

Dit artikel stond in 2007 in verschillende Belgische dagbladen. Het

initiatief van professor van Cotthem loopt nog steeds; meer dan dat

zelfs, het loopt heel goed! En dat is maar goed ook want het gaat om

duizenden familie– en schooltuintjes in Afrika, Azië en Zuid-Amerika.

Als je het leuk vindt om dit project te volgen dan is er een uitgebrei-

de website waarop veel te lezen is.: zadenvoorleven.wordpress.com

Uit: Het Nieuwsblad

Page 15: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

Pagina 15 Februar i 2010 , nummer 1

Vorig jaar toen ik in de winter op de tuin kwam, lagen er twee dode

vogels op het gras. Ik vond dat zielig. Het was toen erg koud buiten.

Vanaf die dag ging ik regelmatig naar de tuin om de vogels te voeren,

maar ik weet niet zeker of ik het toen wel goed heb gedaan. Vaak

kwamen de grootste vogels het eerst om alles weg te pikken. Daar-

om heb ik op internet informatie gezocht, over hoe je dat het beste

kunt doen.

Eigenlijk mag je het hele jaar de vogels voeren, maar ik wil het alleen

over de winter hebben.

In de winter kunnen vogels weinig insecten, bessen en zaden vinden.

Vogels komen daarom in de winter dichter in de buurt van je huis.

Het kost de vogels in de winter veel energie om hun lichaamstempe-

ratuur op peil te houden. Ik las dat in een koude nacht kleine vogels

wel tien procent van hun gewicht verliezen. Ze willen dus graag s‘-

ochtends voer, maar ook aan het eind van de dag om de nacht weer

door te komen.

Aan de vorm van de snavel van de vogel kun je zien wat een vogel

lekker vindt. Een merel trekt met zijn lange spitse snavel regenwor-men uit de grond. Een boomklever heeft een dunne snavel om insec-

ten uit de bast van de boom te kunnen halen. En een vink heeft een

sterke kegelvormige snavel om zaden en pitten te kraken.

Februar i 2010 , nummer 1

De wandelende takken vervellen in de eerste maanden van hun leven

zes keer.

Bij de voortplanting van de wandelende tak is geen mannelijk diertje

nodig. De vrouwtjes kunnen eitjes leggen die niet bevrucht zijn en

toch levensvatbaar. Uit die eitjes komen ook bijna altijd weer vrouw-

tjes. Tussen elke 500 takken zit misschien maar één mannelijk takje.

De vrouwtjes leggen ongeveer 10 eitjes per dag die na ongeveer 3

maanden uitkomen. De eitjes zijn ongeveer 2 mm lange, donkerbrui-

ne miniatuur-kippen-eitjes met een geel knopje erop. Dat knopje is

een dekseltje. Na 3 maanden wordt dit dekseltje opgetild en ver-

schijnt er binnen een kwartier een takje van maar liefst 10 mm. De

pasgeboren takjeswegen nog bijna niets. In de vrije natuur komt dat

goed van pas. Ze laten zich met de wind meewaaien zodat ze ver-

spreid worden.

Met deze informatie heb ik nooit rekening gehouden. In de winkels

zie je meestal alleen de vetbollen, en de pinda‘s. Maar die zijn niet

goed voor alle vogels.

Wat vinden de tuinvogels dan wel lekker om te eten?

Merel, zanglijster, koperwiek en spreeuw: Brood, gewelde

krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen,

etensresten (rijst en aardappelen) zonder zout. Voerplaats: een

sneeuwvrije plaats op de grond met een beschutte plek in de buurt.

Mezen: Vetbollen, ongebrande en ongezouten pinda‘s, kokosnoot,

vogelzaad en zonnepitten. Voerplaats: Voedertafel of voederhuisje,

opgehangen in een boom. Winterkoning, heggemus en rood-

borst: Meelwormen, vogelzaad, broodkruimel, maden en larven,

ongekookte havermout. Voerplaats: sneeuwvrije plaats, op de

grond strooien, het liefst onder struiken. Mussen, vink en groen-

ling: Bruinbrood, onkruid-zaden, gemengd strooizaad, zonnepitten en

etensresten zonder zout. Voerplaats: Op de grond, voedertafel kan

ook. Specht, boomklever en boomkruiper: Spek-zwoerd, onge-

brande en ongezouten pinda‘s vetbollen zonnepitten. Voerplaats: Vast

maken aan een boomstam en op een rustige plaats.

Nog wat tips: met een stuk gaas of een speciale korf over het voed-sel, kan je voorkomen dat kraaien en meeuwen alles op schrokken.

Geef het eten in kleine hoeveelheden, anders kan het bederven en

trekt het ongedierte aan, bijvoorbeeld: muizen en ratten.

Inde winter hebben de vogels ook water nodig. Om te drinken, en

om in te badderen. Als het heel hard vriest , kun je ook geschaafd ijs

geven. Maar geef geen warm water. Vogels willen dat misschien wel

graag, maar ze kunnen daarna makkelijk bevriezen.

Ik zelf heb door dit stukje te schrijven veel geleerd over het bijvoeren

van vogels in de winter. Maar ik kan helaas nog maar weinig vogels

herkennen.

Over het bijvoeren van vogels

Esther Oosterveer

O kijk, die tak wandelt !

Door Ricardo Fraaye

Het is wel een beetje raar

om een stukje te schrijven,

als je zelf niet op de tuin

bent. Het staat dan wat ver

van je af. Eerlijk gezegd heb

ik nu ook nog geen zin om

naar de tuin te gaan. Ik heb

wel wat gevonden om over

te schrijven.

Heksenbezems

Als je over ons tuincomplex

loopt, zie je in de bomen

soms donkere bollen van

fijne takjes zitten. Ik dacht

eerst dat het grote nesten

waren, die de vogels er had-

den gebouwd. Vooral in de

winter is het goed te zien.

Maar dat is het niet. Meestal zie je ze in berken, die je

makkelijk herkent aan de witte schors. Vroeger begrepen de mensen

niet hoe die donkere bollen in de bomen terecht kwamen. Nu ook

nog niet altijd, want ik wist het ook niet.

Maar de mensen dachten dat er s‘nachts heksen op bezemstelen

rondvlogen. Als die per ongeluk in zo‘n boom terechtkwamen, gingen

ze er snel vandoor. En omdat ze niet gezien wilden worden, lieten ze

hun bezems in de boom achter. Zo kwam de naam heksenbezems in

de wereld.

Maar nu weet ik wel wat het is. Zo‘n donkere bol van takjes ontstaat

op een plaats waar een schimmel een knop van de boom heeft aange-

tast. De eerste fijne takjes die daaruit groeien, krijgen knopjes waar

ook weer fijne takjes uit groeien. En zo wordt het een dichte bos.

Heksenbezems

Door Esther Oosterveer

Kinderpagina

Page 16: Februari 2010, nummer 1 Schoffelen · Mickey heet. Maakt niet uit, ik luister toch alleen maar als het me uitkomt. Zij zijn niet de enige die de katten voeren veel mensen hebben hun

De vink is eigenlijk overal te vinden waar bo-

men zijn. Hij nestelt in hagen en houtwallen,

maar ook in tuinen en parken. Met zijn par-

mantige witte streep is hij goed te herkennen.

De vink scharrelt zijn maaltijd het liefst op de

grond bijelkaar. Maar hij wil daarbij wel in de

buurt van begroeiing blijven.

Schof fe len

Clubblad door en voor

leden van vtv Streven

naar Verbetering

Redactie:

Ati

Ellen

Jane

Marjo

Kinderpagina:

Esther

Eindredactie: Ellen

Schoffelen komt zes keer per jaar uit, in de maanden:

februari—april—juni—juli—augustus—november

Als je wilt adverteren in Schoffelen kun je contact met

ons opnemen via het redactie e-mailadres. Wil je iets

uit de inhoud van Schoffelen gebruiken, dan vragen we

je eerst contact met ons op te nemen

Ons adres:

de brievenbus bij de bestuurskamer

of emailadres:

[email protected]

pdf van de Schoffelen is te

downloaden op

www.redactiesnv.nl

Op 10 april is het weer zover: de nieuwe Schoffelen wordt bezorgd

op uw tuin. Bent u er niet? Geen probleem en kijk in uw brievenbus.

Heppie die nog niet? Maak er een …. hierbij enkele voorbeelden

De merel houdt van je gazon. Daar vindt hij

zijn favoriete maaltijd: regenwurmen. Maar

ook fruit en bessen staan op het menu van

deze zwarte vogel en zijn bruine echtgenote.

Hij bouwt zijn nest soms dicht bij uw huis,

zodat u in het broedseizoen steeds activiteit

in de tuin ziet. De jonge merels lijken erg onhandig, maar hun caprio-

len zijn meestal gewoon vliegoefeningen. Houd dan de kat even bin-

nen.

De gaai is van oorsprong een schuwe bosbe-

woner. Tegenwoordig voelt hij zich ook in

stadse tuinen thuis. Eikels vormen het hoofd-

menu van de vroege herfst tot laat in het

voorjaar. Daarnaast eten gaaien zaden, fruit en

insecten (vooral rupsen en kevers). In de

broedtijd roven ze soms een ei of jonge vogel. Gaaien komen wel af

op voedertafels en zelfs pindanetjes. Vooral ‘s ochtends vroeg, als

iedereen nog slaapt!

Als je in de schemering een grote wolk vogels

ziet, zijn dat vaak spreeuwen die zich opmaken

voor de nacht. Individueel vallen de vogels niet

zo op: ze zijn donker gekleurd, iets kleiner dan

een merel, en ze hebben een witgespikkelde

borst. De spreeuw zoekt zijn eten op gazons,

akkers en weilanden. Hij broedt het liefst in

een holte in een boom, in kieren of spleten van gebouwen, of in een

nestkast.