erasmus university thesis repository · web viewbij full ifrs kan bij de waardering van voorraden...

65
1 Bachelorscriptie Economie & Bedrijfseconomie Sectie Accounting, Audit & Control (AAC) Studiejaar 2009/2010 IFRS for Small and Medium-sized Entities Toepasbaarheid in Nederland gewenst? Datum juli 2010 Scriptiebegeleider dhr. B. Snel RC Scriptant A.D. Erahim Studentnummer 307565

Upload: others

Post on 08-Sep-2020

9 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

1

Bachelorscriptie Economie & Bedrijfseconomie

Sectie Accounting, Audit & Control (AAC)Studiejaar 2009/2010

IFRS for Small and Medium-sized EntitiesToepasbaarheid in Nederland gewenst?

Datum juli 2010Scriptiebegeleider dhr. B. Snel RCScriptant A.D. ErahimStudentnummer 307565

Page 2: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

2

Abstract

Harmonisatie is momenteel het begrip dat op mondiaal niveau de discussie beheerst op het werkveld

van de externe verslaggeving. De mondialisering van de economie die primair gedreven wordt door

ondernemers die wereldwijde grenzen oversteken op zoek naar meer welvaart lijkt een

ondergrondse weerstand te ondervinden. Deze weerstand wordt gevoed door een gebrek aan

financiële informatievoorziening. Hoe verder te groeien in Azië, Zuid-Amerika, Afrika, het Midden-

Oosten maar ook dichter bij huis zoals in Zuid- en Oost-Europa als de vertaalkosten van de lokale

verslaggevingsstandaarden te groot worden en niet meer gedekt kunnen worden met de bijhorende

baten? De oplossing ligt voor handen; één uniforme verslaggevingsstandaard voor ons allemaal.

Maar de oplossing is te voorbarig. Net zoals mensen onderling verschillen in cultuur, taal, normen en

waarden verschillen landen op basis van deze zelfde onderliggende factoren met elkaar. Een

universele jas die ons allemaal past bestaat dus niet. Met het fenomeen IFRS ‘het Engels onder de

talen’ waagt de IASB een poging tot het definiëren van een kleinere compactere en meer algemene

standaard voor nationale ondernemingen, de zogenoemde IFRS for SMEs. De tijden zijn spannend.

I n h o u d s o p g a v e

Page 3: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

3

1 ALGEMENE INLEIDING

1.1 Onderwerp

1.2 Deelvraag 1

1.3 Deelvraag 2

1.4 Deelvraag 3

1.4 Conclusie

2 DE SME-STANDAARD

2.1 Inleiding

2.2 Object; wat houdt de IFRS SME-standaard in?

2.2.1 De standaard

2.2.2 Historie

2.2.3 Internationale positie

2.2.4 De Europese Unie

2.3 Subject; toepassingsgebied

2.4 Waarom is de IFRS SME-standaard tot stand gekomen?

2.4.1 Achtergrond

2.4.2 International Accounting Standard Board

2.4.3 Kapitaalmarkten

2.5 Exposure Draft

2.5.1 Commentaarbrieven

2.5.2 Aanbevelingen

2.6 Conclusie

3 VERSCHILLENANALYSE IFRS-SME & DUTCH GAAP

3.1 Inleiding

3.2 Verschillenanalyse IFRS SME en Dutch GAAP

3.2.1 Definitiebepaling

3.2.2 Toepassinggebied

3.2.3 Framework

3.2.4 Resultaat kwantitatieve verschillenanalyse

3.2.4.1 Indeling van de jaarrekening; de hoofdoverzichten

3.2.4.2 Indeling van de hoofdoverzichten

3.2.4.3 Consolidatie

3.2.4.4 Voorraden

3.2.4.5 Materiële vaste activa

3.2.4.6 Immateriële vaste activa

3.2.4.7 Impairment

Page 4: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

4

3.2.4.8 Deelnemingen

3.2.4.9 Lease

3.2.4.10 Financiële instrumenten

3.2.4.11 Voorzieningen

3.2.4.12 Pensioenen

3.2.4.13 Overnames & goodwill

3.2.4.14 Opbrengstverantwoording

3.2.4.15 Belastingen

3.2.4.16 Verbonden partijen

3.5 Conclusie

5 VERSCHILLENANALYSE IFRS-SME & FULL IFRS

5.1 Inleiding

5.2 Relatie tot full IFRS

5.3 Vereenvoudigingen

5.4 Conclusie

6 CONTEXT

6.1 Inleiding

6.2 Positie van de Europese Unie

6.3 Juridische en fiscale systemen

6.4 Standaardisatie versus harmonisatie

7 CONCLUSIE

7.1 Van DUTCH GAAP naar IFRS SME

7.2 Van full IFRS naar IFRS SME

7.3 Haalbaarheid van internationale convergentie

7.4 Slotconclusie en aanbeveling

8 BIJLAGE

9 LITERATUURLIJST

1 Inleiding algemeen

Page 5: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

5

In dit eerste hoofdstuk zal ik een uiteenzetting geven van hoe de scriptie opgebouwd is en hoe

hiermee aan de hand van deelvragen de hoofdvraag zal worden beantwoord.

De hoofdstukken met uitzondering van het eerste hoofdstuk zijn globaal in te delen in vijf

onderdelen.

Abstract ziet de indeling er als volgt uit:

• UITEENZETTING ONDERWERP

• VERGELIJKING A + VERGELIJKING B + CONTEXT = CONCLUSIE

1.1 Het onderwerp

Het eerste hoofdstuk geeft een uiteenzetting van het onderwerp van deze scriptie de IFRS SME-

standaard. Hierin worden basale vragen beantwoord als ‘waar gaat het over?’ en ‘wat houdt het in?’

of nog algemener ‘wat is een standaard?’ en ‘wat betekend IFRS?’. Aanverwante onderwerpen als

hoe deze nieuwe standaard tot stand is gekomen en de autoriteit ervan zullen tevens aan de orde

komen.

1.2 Deelvraag 1

Het tweede hoofdstuk gaat aan de slag met het onderwerp IFRS for SME. De standaard wordt in de

context geplaatst van de Nederlandse wet- en regelgeving met betrekking tot externe verslaggeving,

oftewel Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving.

Met behulp van een analyse zal worden onderzocht hoe deze nieuwe standaard zich verhoudt tot

onze nationale regels. De conclusie zal het antwoord samenvatten op de eerste belangrijke deelvraag

‘Is toepasbaarheid van IFRS SME binnen de Nederlandse grenzen haalbaar?’.

1.3 Deelvraag 2

Page 6: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

6

Waar het vierde hoofdstuk een jaarrekening op basis van Dutch GAAP vergelijkt met een

jaarrekening op basis van IFRS SME, vergelijkt hoofdstuk vijf een SME-jaarrekening met een

jaarrekening op basis van full IFRS. Hiermee zal worden gekeken naar het bestaansrecht van de

SME-standaard naast full IFRS uitgaande van de huidige Nederlandse situatie waarin de grootste

MKB-ondernemingen reeds op vrijwillige basis full IFRS toepassen in jaarverslaggeving. Met dit

hoofdstuk zal antwoord worden gegeven op de tweede hoofdvraag: ‘In hoeverre is IFRS SME een

administratieve lastenverlichting voor een niet-beursgenoteerde en naar Nederlands recht opgerichte

rechtspersoon die haar jaarrekening conform full IFRS opstelt?]

1.4 Deelvraag 3

In het vijfde hoofdstuk zal een belichting volgen van het onderwerp IFRS SME vanuit een aantal

belangrijke perspectieven. Deze zijsporen gaan voornamelijk in op de algemene haalbaarheid van

harmonisatie van verslaggevingsstandaarden. Het succes van de full IFRS standaard bewijst namelijk

nog weinig over de haalbaarheid van IFRS SME wegens de verschillende doelgroepen. De doelgroep

van full IFRS kent een multinationaal en internationaal karakter, dit in tegenstelling van de doelgroep

van IFRS SME wat zich meer op nationalistische gronden beweegt. In dit hoofdstuk neemt het

toonaangevende onderzoek van Gray op culturele verschillen en de invloed op de

verslaggevingsstandaarden een belangrijke rol in. Het andere belangrijke onderwerp dat besproken

zal worden is het verschil tussen de zogenaamde Angelsaksische landen en de Romaanse common

law landen. Met dit hoofdstuk zal met andere woorden vanuit een diepgaandere context antwoord

worden gegeven op de laatste hoofdvraag: ‘Kan een wereldstandaard als IFRS SME gedijen onder

verschillen rechtssystemen in verschillende landen’.

1.5 Conclusie

Al met al zal de conclusie worden getrokken of de recent gepubliceerde IFRS for SME-standaard

binnen nationale grenzen een aantrekkelijk en juridisch haalbaar alternatief is voor niet-

beursgenoteerde ondernemingen. De aantrekkelijkheid getoetst aan de hand van de administratieve

lastenverlichting en de haalbaarheid getoetst aan de hand van het naast elkaar kunnen bestaan van

de SME-standaard en Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek zonder al te veel strijdigheden. Hier en daar

zult u naast de conclusie enkele aanbevelingen aantreffen waarin ik met mijn bescheiden kennis

enigszins probeer toe te passen op de beschreven hypothetische praktijk.

2 IFRS SME-STANDAARD

Page 7: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

7

2.1 Inleiding

Na een uitgebreide behandeling van het doel en het te bewandelen pad daar naartoe van deze

scriptie zijn we nu aanbelandt bij hoofdstuk twee. In dit hoofdstuk zal een uitgebreide omschrijving

van de SME-standaard worden weergeven. De beschrijving zal beginnen met het object, dit deel zal

met name vragen beantwoorden als ‘waar hebben we het nu over?’ en ‘wat houdt het in?’ gevolgd

door een beschrijving van het subject van de SME-standaard wat vragen zal beantwoorden als ‘voor

wie geldt het’ of ‘voor wie is het bedoeld?’.

Het zou vanzelfsprekend zijn om in dit hoofdstuk zodanig in te gaan op de SME-standaard door

paragraaf voor paragraaf uit te leggen wat voor richtlijnen er opgenomen zijn in de standaard en hoe

deze zich uitwerken in de praktijk maar dit zal weinig relevantie met zich meebrengen daar het bij de

bestudering van standaarden relevanter is om te kijken naar de verschillen ten opzichte van andere

standaarden, in dit geval in de eerste instantie Dutch GAAP en in mindere mate met full IFRS. De

scriptie zou overigens veel te langdradig worden en weinig nieuws voortbrengen. Voor een betere

ondersteuning voor de hoofdvraag ‘is IFRS SME toepasbaar in Nederland?' is ervoor gekozen om een

verschillenanalyse toe te passen op de SME-standaard en de Nederlandse wet- en regelgeving en

mindere mate ook met full IFRS. Het doel is dan om vervolgens de negatieve verschillen te

stroomlijnen in twee subcategorieën.

Negatief verschil in de zin van:

het in strijd zijn met de Nederlandse wet oftewel een onoverbrugbaar verschil;

een administratieve lastenverzwaring voor het bedrijfsleven.

Tijdens de objectieve respectievelijk subjectieve behandeling van de SME-standaard zal ook de

recente historie en het proces van totstandkoming van IFRS-SME behandeld worden waarbij de

standaard ook in internationaal, Europees en Nederlands perspectief uitbelicht zal worden. Hierna

zal in een aparte paragraaf worden ingegaan op de besluitvorming tot het initiëren en publiceren van

deze nieuwe standaard waarbij dwars door de standardsetter1 wordt gekeken naar de vraag vanuit

het bedrijfsleven.

1 De standardsetter is de International Accounting Standard Board, aparte behandeling van de IASB volgt.

Page 8: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

8

2.2 Wat houdt de IFRS SME-standaard in?

2.2.1 De standaard

IFRS for Small and Medium sized Entities is een standaard waarmee een jaarrekening kan worden

opgesteld en kan - om de context beter uit te leggen - als concurrent worden omschreven van de in

Nederland geldende Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.

IFRS SME is een standaard die door de International Accounting Standard Board is ontwikkeld en telt

230 pagina’s. Dit is in schril contrast met de 2800 pagina’s tellende IFRS-standaard en 1400 pagina’s

tellende RJ-Richtlijnen. Voor direct inzage in het document kan de website van de IASB worden

geraadpleegd. De definitieve opstelling van deze nieuwe standaard is gepubliceerd op 9 juli 2009 en

kent tot dusver nog geen aanpassingen. De indeling van het document geschied volgens de volgorde

van balansposten.

Met betrekking tot de accountantscontrole heeft IFRS SME dezelfde betekenis als full IFRS. Een

jaarrekening die conform IFRS SME is opgesteld en is goedgekeurd door een bevoegd accountant

wordt verklaard als betrouwbaar en geeft zodoende een getrouwe weergave van de financiële

positie en resultaten van de betreffende rechtspersoon.

2.2.2 Historie

De ontwikkeling van de IFRS SME-standaard heeft ruim zes jaar in beslag genomen. De eerste

formele stap werd gezet in september 2003 met de World Standard Setters Survey waarmee de IASB

de behoefte vanuit het driehoeksmodel van user, auditor en preparer probeerde te identificeren. Dit

onderzoek resulteerde in juni 2004 in een Discussion Paper dat uiteindelijk 117 commentaren

opleverde die in de verdere ontwikkeling van de standaard zijn betrokken. De kwalificatie als

commentaar is overigens onderworpen aan zeer strenge eisen.

Uiteindelijk is in februari 2007 de formele Exposure Draft gepubliceerd die een concept weergeeft

van hoe de SME-standaard eruit zal gaan zien. De publicatie van een Exposure Draft wordt erkend als

een mijlmaal binnen de ontwikkeling van nieuwe standaarden, vanwege dit belang zal de SME

Exposure Draft als apart onderdeel worden behandeld in de volgende paragraaf.

Na de publicatie van de SME Exposure Draft waarop 162 commentaarbrieven zijn ontvangen is de

uiteindelijke final IFRS for SME-standaard 9 juli 2009 op de website van de IASB gepubliceerd.

Page 9: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

9

2.2.3 Internationale positie

Vlak na de publicatie van de SME-standaard heeft de IASB een onderzoek verricht naar ontvangst van

de nieuwe standaard onder individuele landen. In totaal hebben 51 soevereine staten gereageerd op

het onderzoek van de IASB met het volgende resultaat:

19 landen gaan IFRS SME opnemen in de nationale jurisdictie;

10 landen gaan IFRS SME toestaan voor vrijwillig gebruik;

13 landen accepteren IFRS SME maar twijfelen nog over verplichtstellen dan wel toestaan

van vrijwillige toepassing.

9 landen gaan IFRS SME bij voorbaat niet toestaan.

Het mag duidelijk zijn dat het merendeel van de respondenten de nieuwe standaard positief

ontvangt en de standaard op termijn ook daadwerkelijk gaat gebruiken. De IASB laat in de publicatie

ook weten erg tevreden te zijn met de positieve ontvangst van de nieuwe standaard. Bij deze reactie

is wel een kanttekening te plaatsen daar de meeste positieve reacties afkomstig zijn van economisch

zwakkere landen die over het algemeen ook niet beschikken over ver ontwikkelde eigen

verslaggevingstandaarden. Tot belangrijke voorstanders van de SME-standaard behoren vooralsnog

alleen het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. In het Verenigd Koninkrijk als verplichte

standaard en in de VS als keuzemogelijkheid.

Of de standaard in VS daadwerkelijk voet aan de grond gaat krijgen is ook nog te bediscussiëren. De

VS beschikt over zeer geavanceerde verslaggevingsstandaarden waar naar verwachting de

gemiddelde onderneming in de VS niet van af zal wijken.

De echte uitdaging voor de IASB ligt vooralsnog in de Europese Unie. Bij de ontwikkeling van de

standaard heeft de IASB in grote mate rekening gehouden met het zodanig inrichten van de

standaard om de kans op acceptatie door de EU te vergroten maar tot nu toe is enige resultaat

2.2.4 Europese Unie

Page 10: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

10

De individuele EU-lidstaten hebben tot nu toe vrij verdeeld gereageerd op de SME-standaard. Tot op

heden hebben van de in totaal 27 EU-lidstaten slechts de twee lidstaten Oostenrijk en Denemarken

aangegeven IFRS SME met zekerheid in de nationale jurisdictie op te willen nemen, deze twee

lidstaten hebben tevens aangegeven dat zij verplichtstelling op EU-niveau wenselijk achten.

Daarnaast zijn er nog slechts de drie landen Nederland, Slowakije en Zweden die reeds hebben

aangegeven wat te zien in de SME-standaard en zich nog zullen beraden over eventuele

verplichtstelling dan wel toestaan van vrijwillig gebruik. Onder de tegenstanders bevinden zich de

EU-lidstaten Frankrijk, Duitsland, Polen en Slovenië.

De conclusie luid dan ook dan ook de overgrote meerderheid voorlopig nog niets ziet in de SME-

standaard.

2.3 Toepassingsgebied

De IASB heeft lang geworsteld met de doelgroepbepaling van de SME-standaard. In de eerste

instantie werd uitgegaan van een kwantitatieve bepaling aan de hand van kengetallen zoals aantal

medewerkers en de omvang van de omzet maar de IASB is hier snel op teruggekomen. Ter

bevordering van de acceptatie van de nieuwe standaard door de lidstaten van de EU en andere

landen heeft de IASB ervoor gekozen om geen kwantitatieve bepaling van de doelgroep op te nemen

in de tekst van de standaard maar dit over te laten aan de jurisdicties van de landen zelf.

Het begrip SME vertaald zich in Nederlandse tekst naar het woord MKB, dit begrip had aanvankelijk

de inhoudelijke betekenis dat de SME-standaard bedoeld is voor kleine, middelgrote en grote

ondernemingen maar deze gedachtegang is door de IASB verlaten. De naamgeving SME is wel in

stand gehouden wegens de bekendheid van de term die in de loop van de jaren is verkregen.

De IASB heeft er uiteindelijk voor gekozen om een aantal kwalitatieve begrippen in de teksten op te

nemen om een soort van afbakening van het toepassingsgebied te bewerkstelligen. De begrippen

geven dus aan voor wie de SME standaard in ieder geval niet van toepassing is.

Beursnotatie

De eerste afbakening vindt plaats aan de hand van of een rechtspersoon beursgenoteerd is of niet. In

de standaard is expliciet opgenomen dat een beursgenoteerd fonds niet kan voldoen aan de IFRS

SME-standaard.

Public accountability

Page 11: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

11

De tweede afbakening vindt plaats op grond van het begrip public-accountability. In de standaard

worden rechtspersonen die kapitaal beheren wat niet van hen is zoals financiële instellingen

(banken, pensioenfondsen, verzekeraars etc.) en die dus continue openbare verantwoording dienen

af te leggen over hun financiële positie en resultaten bij voorbaat uitgesloten van de SME-standaard.

2.4 Waarom is de IFRS SME-standaard tot stand gekomen?

2.4.1 Achtergrond

Om het ‘waarom’ gedeelte van deze scriptie goed te kunnen beantwoorden lijkt het mij

verhelderend om te beginnen met een abstracte beschrijving van de situatie zoals die nu is.

Zoals in elke andere discipline binnen de economische wetenschap ligt aan de ontwikkeling van

financiële externe verslaggeving deels een simpel vraagaanbod –evenwicht ten grondslag en deels

het Darwinisme van continue aanpassing en verbetering oftewel het zogenaamde economic

Darwinism.

Het mag een economisch feit zijn dat eenheid in externe verslaggevingsstandaarden tussen

verschillende landen de economische betrekkingen – zowel op micro als op macroniveau – zal

intensiveren en daardoor zal leiden tot meer economisch nut wat vertaald wordt in een hogere

economische groei en standaard.

Binnen de EU is er reeds sprake van een monetaire eenheid wat zich heeft vertaald in een hogere

economische standaard. In de context van deze scriptie is de volgende stap die de EU kan nemen om

haar welvaart te maximaliseren ‘harmonisatie van de verslaggevingsstandaarden voor alle niet-

beursgenoteerde ondernemingen’. Hiermee is de vrager binnen het vraagaanbod -principe

gedefinieerd.

Het aanbod komt hier van de IASB die de standaarden ontwikkeld. Voor de IASB is hier simpelweg

het belangrijkste doel het in stand houden en verbeteren van haar bestaansrecht.

2.4.2 De International Accounting Standard Board

Page 12: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

12

De leidende rol binnen de wereld van de externe jaarverslaggeving is tot op heden altijd vervuld

geweest door de International Accounting Standard Board (IASB), daarnaast wordt ook het

Amerikaanse Financial Accounting Standard Board (FASB) als belangrijke standard-setter erkend

maar deze richt zich voornamelijk op Amerikaanse belangen. De IASB is daarentegen een

onafhankelijk instituut dat zich niet heeft verbonden aan een enkel land.

Het doel dat de IASB voor ogen had bij de ontwikkeling van de IFRS SME-standaard was in de eerste

plaats verdere mondiale harmonisatie van de verslaggevingsstandaarden. Dit streven is onderdeel

van een groter harmonisatieoffensief dat inmiddels al een flink aantal jaren wordt gevoerd. Met de

acceptatie van full IFRS in 2005 door de Europese Unie was de eerste stap gezet en deze leek goed te

werken.

De twee instituten de IASB en FASB hebben met verschillende projecten toenadering tot elkaar

gezocht en een platform geboden voor wetenschappers om onderzoek te doen naar eenheid binnen

de externe verslaggeving. Diverse wetenschappelijke artikelen zijn in de afgelopen jaren gepubliceerd

over harmonisatie van de diverse verslaggevingsstandaarden.

De eerste uitdaging voor de instituten standard-setters was volgens Nobes and Parker (2004, p.77)

geen standaardisatie van de verslaggevingsstandaarden maar harmonisatie van de onderliggende

elementen, de zogenaamde building blocks oftewel het framework. Tot deze conclusie is ook Gray

(1988, p. 4) gekomen die min of meer concludeerde dat eenheid in regels wordt verstoord door

culturele verschillen maar het daarentegen harmoniseren van de ontwikkeling van deze regels wel

mogelijk is door dezelfde principes te hanteren zoals bijvoorbeeld het voorzichtigheidsbeginsel.

In het verlengende van dit harmonisatieoffensief heeft de IASB een set van standaarden ontwikkeld

voor het midden en kleinbedrijf. Het doel van de SME-standaard zelf is eenheid creëren in de

jaarverslaggeving van niet-beursgenoteerde ondernemingen. Net zoals het probleem dat bij

beursgenoteerde ondernemingen speelde, speelt in de tegenwoordige tijd het probleem bij de

‘kleine’ niet-beursgenoteerde multinational die gevestigd is in bijvoorbeeld drie landen en daardoor

drie verschillende jaarrekeningen dient te publiceren en ieder een andere geconsolideerde winst laat

zien.

Met SME-standaard wordt tegemoet gekomen aan de globalisering van niet-beursgenoteerde

ondernemingen. Het CBS laat zien dat de gemiddelde Nederlandse B.V. steeds meer omzet uit het

Page 13: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

13

buitenland haalt, met andere woorden de economische groei voor nationale ondernemingen ligt

veelal in het buitenland. IFRS-SME vormt hiermee een faciliteit om als nationaal bedrijf meer

activiteiten te kunnen ondernemen in het buitenland. Hoe dit zich dan exact in de praktijk zal

uitwerken zal in de toekomst onderzocht moeten worden maar vooralsnog zal het bijvoorhand in tal

van situaties zoals bijvoorbeeld het geval van een lokale Nederlandse leverancier die wil leveren aan

een Roemeense afnemer makkelijker zijn de financiële positie van deze Roemeense afnemer te

bepalen ( aan de hand van de op basis van IFRS-SME opgestelde jaarrekening).

Om de aanleiding tot het ontwikkelen van de SME-standaard te beschrijven zal zoals eerder gezegd

dwars door de standardsetter het IASB worden heen gekeken naar de behoefte vanuit het

bedrijfsleven. Het tot stand komen van de SME-standaard kent ook een politieke drijfkracht, deze zal

echter apart in paragraaf x op Europees en op nationaal niveau worden beschreven.

2.4.3 Kapitaalmarkten

De meest genoemde aanleiding voor het ontwikkelen van de SME-standaard is de continue

globalisering van de wereldeconomie wat zich nagenoeg één op één doorvertaald in een

globalisering van de internationale kapitaalmarkten. In economische termen worden de financiële

markten - waar diverse rechtspersonen hun financiering vinden - beschouwd als de smeerolie van de

reële economie. Deze transacties tussen kapitaalverschaffers en kapitaalnemers kennen een steeds

internationaal wordend karakter. Het is goed om te begrijpen dat deze transacties zich niet alleen

simpelweg beperken tot de welbekende bankleningen van banken aan een bedrijven maar het zijn

vooral de kapitaalstromen tussen bedrijven onderling die sterk zijn toegenomen de laatste jaren.

Deze kapitaalstromen komen veelal tot stand in de vorm van deelnemingen waaronder de

zogenaamde venture capitalists2. Er is dus een ontwikkeling gaande waarbij ondernemingen hun

activiteiten in steeds mindere mate direct financieren met door banken verstrekt vreemd vermogen,

in plaats hiervan vindt financiering steeds vaker plaats aan de hand van verstrekt eigen vermogen

anders dan door banken.

Het bovenstaande voorbeeld laat zien dat de gemiddelde onderneming in de afgelopen jaren in

steeds grotere mate verstrengeld is geraakt met in het buitenland gevestigde ondernemingen. Het is 2 Welbekende Engelse term voor de financiering van startende maar veelbelovende ondernemingen met een hoog risico.

Page 14: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

14

deze ontwikkeling waar de nieuwe SME-standaard aansluiting tot zoekt. Doordat ondernemingen

steeds meer zaken doen met buitenlandse rechtspersonen is er behoefte aan een eenduidige

standaard voor de jaarverslaggeving.

2.6 Exposure Draft

In deze paragraaf zal worden ingegaan op de commentaarbrieven die de Exposure Draft voor de IFRS

SME-standaard heeft opgeleverd, vanaf heden te noemen de SME ED.

Na uitleg van het proces van totstandkoming van een definitieve standaard gehanteerd door de IASB

zal worden ingegaan op het aantal commentaarbrieven en de verdeling hiervan. Daarna zal

inhoudelijk worden ingegaan op een aantal belangrijke nationale en internationale reacties. De vraag

die hiermee zal worden beantwoord is hoe het sentiment is onder de respondenten en of er sprake is

van enige consensus onder hen.

Voorafgaand aan elke verandering op gebied van de bestaande richtlijnen - zowel aanpassingen als

uitbreidingen – publiceert de IASB een Exposure Draft met een conceptrichtlijn van hoe de

uiteindelijke aanpassing eruit zal zien. Deze Exposure Draft is bedoeld om alle belanghebbenden de

mogelijkheid te geven onderbouwde commentaar te leveren. De serieuze commentaarbrieven

worden vervolgens door de IASB als aanbevelingen meegenomen in de definitieve nieuwe richtlijn.

Deze wordt gemiddeld circa een tot twee jaar na publicatie van de Exposure Draft gepubliceerd.

2.6.1 Commentarenbrieven

In totaal zijn er 162 commentaarbrieven geleverd op de SME ED. De reacties zijn in de regel meestal

afkomstig van de grotere accountantskantoren gevolgd door de zogenaamde trendstetting-bodies

zoals de voor ons bekende Raad voor de Jaarverslaggeving en het Koninklijke Nivra. Een kleiner

aantal reacties is afkomstig vanuit het bedrijfsleven en worden nagenoeg allen geleverd door grote

beursgenoteerde multinationals.

In de onderstaande tabel is goed te zien hoe de verdeling van de commentaarbrieven zich spreidt

onder de belanghebbenden.

Page 15: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

15

aantal commentaarbrieven0

1020304050607080

AuditfirmsStandard settersBedrijvenUniversiteitenOverig

Een inventarisatie van de commentaarbrieven levert de volgende belangrijkste resultaten op.

Een totstandkoming van een internationaal geaccepteerde standaard voor niet-beursgenoteerde

entiteiten wordt voornamelijk breed gesteund door:

Accountants en hun vertegenwoordigende accountantskantoren inclusief de Big-4

Standard setters

Het bedrijfsleven

Tegenstand en kritiek op de SME ED kent een duidelijk tweedeling en kan als volgt worden

geclassificeerd.

Tegenstanders die überhaupt niets zien in een wereldwijde standaard voor niet-beursgenoteerde

ondernemingen.

Tegenstanders die wel degelijk voor een wereldwijde standaard zijn maar niet in de huidige

vorm.

De negatieve commentaarbrieven zijn voornamelijk afkomstig vanuit grote Europese landen als

Duitsland en Frankrijk. Het is goed op te merken dat het negatieve sentiment met betrekking tot de

SME ED een integraal karakter heeft waardoor het zich demografisch laat opdelen. Hier zal later

dieper op in worden gegaan in het hoofdstuk culturele verschillen als een zijspoor op te materie.

2.6.2 Aanbevelingen

De aanbevelingen die bij het IASB zijn binnengekomen hebben zich voornamelijk geconcentreerd op

de drie onderwerpen goodwill, pensioenen en financiële instrumenten. Vooral vanuit Europese

landen is er veel weerstand tegen het niet mogen afschrijven op goodwill, de impairmenttest die in

de plaats daarvan zou moeten worden uitgevoerd blijkt in de praktijk nog veel te lastig en

ingewikkeld. Deze aanbeveling is door het IASB schoorvoetend overgenomen en is de standaard

hierop aangepast. Op andere punten zijn geen grote veranderingen doorgevoerd.

Page 16: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

16

2.5 Conclusie

Het is duidelijk dat vanuit verschillende groepen belanghebbenden, zowel vanuit de kapitaalmarkten

(gebruikers) en bedrijven (opstellers en controleurs) een behoefte is aan een uniforme

verslaggevingsstandaard voor nationale ondernemingen. Deze behoefte onderkend ook de Europese

Unie maar toch blijft het erg lastig om een nieuw systeem te integreren in een dichtgetimmerd

civielrechtelijk en fiscaaljuridisch systeem. Vanuit de kritische hoek is ook duidelijk te zien dat kritiek

zich niet concentreert op de standaard zelf maar op het te bewandelen pad naar volledige integratie

van de standaard. Hier ligt dan ook de echte uitdaging voor het IASB en de voorstanders.

Gezien de commentaarbrieven op IFRS for SME mogen wij zeker onderkennen dat de standaard van

hoogwaardige kwaliteit is. De big four Ernst & Young, Deloitte, KPMG en PricewaterhouseCoopers

hebben alle vier zeer positief op de standaard gereageerd met de twee belangrijkste argumenten

‘verbetering van de kwaliteit van financiële informatievoorziening’ en ‘een significante reductie van

transactiekosten’.

Page 17: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

17

3 Verschillenanalyse IFRS SME en Dutch GAAP

3.1 Inleiding

De vraag die in mijn scriptie centraal staat is of een volledige toepasbaarheid van IFRS SME in

Nederland gewenst is. Om op deze vraag antwoord te kunnen geven wordt in dit onderdeel gekeken

naar de ondernemingen die momenteel gebruik maakt van Dutch GAAP bij het opstellen van de

jaarrekening. De Nederlandse wet- en regelgeving wordt als uitgangspositie genomen, en vanuit dit

ijkpunt zal worden geïnventariseerd wat de invloed zal zijn op de individuele balansposten wat zijn

weerslag vindt op de resultatenrekening. Aan de hand hiervan zal een voorzichtige conclusie worden

getrokken over de gevolgen voor de financiële positie, de resultaten en de solvabiliteit van voor een

rechtspersoon die besluit over te stappen van Dutch GAAP naar IFRS SME.

Voordat ik de boekhoudkundige verschillen zal gaan analyseren acht ik het van belang om ook op

twee belangrijke onderliggende basiselementen van de twee standaarden te vergelijken. Met

onderliggende basiselementen bedoel ik in deze context:

A. Zijn de beide standaarden op dezelfde principes gebaseerd, dit komt tot uitdrukking in het

zogenaamde conceptual framework.

B. Beslaan de twee standaarden hetzelfde type bedrijf, dit komt tot uitdrukking in het

zogenaamde toepassingsgebied.

Uiteindelijk zal ik dan de boekhoudkundige analyse – min of meer de kern van deze scriptie – gaan

uitvoeren. Deze analyse heb ik in twee delen opgesplitst. Het eerste deel zal een alomvattende

kwantitatieve analyse geven van alle materiële verschillen die zullen optreden binnen de

jaarrekening als gevolg van de conversie. De gerapporteerde verschillen zullen vervolgens worden

ingedeeld in drie volgende categorieën:

(a) IFRS SME in strijd met Dutch GAAP;

(b) IFRS SME strikter;

(c) Dutch GAAP strikter.

Aan de hand van deze kwantitatieve analyse kan één van de respectievelijk volgende drie conclusies

worden getrokken met betrekking tot de SME-standaard:

(a) Onuitvoerbaar;

(b) Onaantrekkelijk;

(c) Aantrekkelijk.

Page 18: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

18

Als onderdeel van de kwalitatieve analyse zal een theoretische analyse worden gemaakt van de

belangrijkste materiële gevolgen voor de balans en de resultatenrekening en hoe deze zich

verhouden tot de financiële positie van een onderneming die de zich waagt tot convergentie.

Tenslotte zal een conclusie worden gevormd op basis van de analyse.

3.2 De verschillenanalyse

Om tot inzicht te komen in de toepasbaarheid van IFRS SME in Nederland is er een analyse gemaakt

van de individuele gevolgen per balanspost en post in winst- en verliesrekening. Deze gegevens zijn

ontleend aan het boek “Vergelijking IFRS voor niet-beursgenoteerde ondernemingen (IFRS for Small

and Medium-sized Entities) met Nederlandse wet- en regelgeving’’ uitgegeven september 2009 door

Ernst & Young Accountants LLP.

De toepasbaarheid wordt getoetst aan de hand van een vergelijking van de huidige verschillen per

balanspost en of deze met in elkaar in strijd zijn wat toepasbaarheid belemmerd dan wel dat ene

standaard striktere bepalingen kent dan de andere. In dat laatste geval kan slechts de conclusie

worden getrokken dat de over het algemeen minder strikt geformuleerde standaard meer vrijheid

kent en voor het bedrijfsleven vanuit een administratieve kostenbatenperspectief aantrekkelijker is.

3.2.1 Definitiebepaling Dutch GAAP

Dutch GAAP ook wel NL GAAP genaamd staat in letterlijke zin voor Dutch General Accepted

Accounting Principles en geeft de Nederlandse wet- en regelgeving waarmee naar Nederlands recht

opgerichte niet-beursgenoteerde rechtspersonen de jaarrekening dienen op te stellen.

Deze regels zijn bij wet vastgelegd in Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en in de Richtlijnen

van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) oftewel de RJ-Richtlijnen. In tegenstelling tot de in Titel 9

BW 2 opgenomen teksten zijn de in de Richtlijnen opgenomen teksten niet bindend en hebben dus

geen kracht van wet. In de praktijk komen de Richtlijnen tot uitdrukking als de belichaming van de

binnen de wettelijke kaders op gebied van externe verslaggeving maatschappelijk aanvaardbare

normen.

Het is overigens belangrijk om te realiseren dat het jaarrekeningenrecht zoals beschreven in Titel 9

BW 2 niet definitief vervalt indien IFRS SME het stokje overneemt als de verslaggevingsstandaard

voor niet-beursgenoteerde rechtspersonen. Wel zal een deel van de bestaande wetsartikelen komen

te vervallen de rest zal blijven dienen binnen het fiscale jaarrekeningenrecht en het

kapitaalinstandhoudingsrecht. Deze laatste zal nog later in de scriptie aan de orde komen in een

apart hoofdstuk.

Page 19: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

19

3.2.2 Toepassinggebied

Zoals reeds uitgebreid in paragraaf 2.3 is beschreven is IFRS SME bestemd voor een brede groep

ondernemingen die zich laten kenmerken door de afwezigheid van een zogenaamde ‘public

accountability’ en (middelgrote en grote) niet-beursgenoteerde ondernemingen die een jaarrekening

dienen op te stellen voor externe gebruikers anders dan de directeur-grootaandeelhouder en de

fiscus.

Dutch GAAP heeft vrijwel exact dezelfde doelgroep ondernemingen voor wie de nationale wet- en

regelgeving verplicht is. Beursgenoteerde ondernemingen zijn vrijgesteld van de nationale wet- en

regelgeving daar zijn sedert 1 januari 2005 verplicht zijn full IFRS toe te passen. Kleine

ondernemingen zijn evenwel uitgezonderd van de wet- en regelgeving onder Dutch GAAP.

Het is overigens aan de wetgever om bij wet te bepalen voor welke categorie ondernemingen

eventuele toepasbaarheid van IFRS SME dient plaats te vinden. De IASB heeft hier bewust gekozen

voor het nalaten van het stellen van kwantitatieve criteria voor het wel dan wel niet kwalificeren als

small- of mediumsized entity. De achtergrond waartegen deze beslissing is genomen is een

(eventuele) bespoediging van acceptatie van de SME-standaard door de EU door het aan de

jurisdicties van de individuele lidstaten over te laten welke rechtspersonen verplicht zijn dan wel de

mogelijkheid krijgen om de nieuwe standaard toe te passen.

3.2.3 Framework

Het framework is de zogenaamde skeletconstructie die de basis vormt voor de bedrijfseconomische

wetenschap op gebied van externe verslaggeving. Het framework is gebaseerd op een aantal

theoretische aannames waaruit verdere ontwikkeling van de wetenschap gestoeld is. Het framework

dat de IASB hanteert in de ontwikkeling van haar standaarden is te definiëren in twee globale

categorieën:

De zogenaamde ‘Objectives of general purpose financial reporting’ met andere woorden de doelen

van externe verslaggeving, en deze zijn:

stakeholders een middel geven om Raden van Bestuur en Commissarissen te controleren en

eventueel ter verantwoording te kunnen roepen;

de gebruiker ondersteunen bij het nemen van economische beslissingen;

het verschaffen van informatie over de financiële positie, het resultaat en veranderingen in

de financiële positie van de betreffende rechtspersoon.

Inzicht verschaffen in de toekomstige cash flows.

Page 20: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

20

Daarnaast kent het framework de volgende primaire kwalitatieve kenmerken/eisen voor de

jaarrekening:

begrijpelijkheid;

relevantie;

betrouwbaarheid;

vergelijkbaarheid;

Binnen het framework wordt een limitatieve opsomming gegeven van vijf elementen waarin de

jaarrekening is in te delen, namelijk:

activa;

passiva;

vermogen;

opbrengsten;

kosten.

Het framework dat binnen Dutch GAAP wordt gehanteerd is als beste te beschrijven door artikel 362

lid 1 BW 2 waarin wordt aangegeven dat de jaarrekening als primair doel heeft ‘het verschaffen van

een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het

resultaat, alsmede voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de

liquiditeit van de rechtspersoon’.

In de resterende tekst van artikel 362 worden nagenoeg dezelfde kenmerken en doelen genoemd

voor de jaarrekening zoals beschreven binnen het framework van de IASB. De Nederlandse wetgever

eist dus dezelfde kwalitatieve kenmerken en erkend dezelfde elementen zoals de IASB.

3.2.4 Resultaat verschillenanalyse

Page 21: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

21

De totale vergelijking is te vinden in bijlage A.

De in het onderzoek opgenomen gegevens zijn grotendeels ontleend aan de door Ernst & Young

gepubliceerde vergelijking van de IFRS-SME-standaard met de Nederlandse wet- en regelgeving.

Ernst & Young heeft een vergelijking gemaakt van de verschillen tussen de IFRS SME-standaard en de

Nederlandse wet- en regelgeving en deze verschillen geclassificeerd in de eerder genoemde drie

categorieën ‘strijdig’ ‘SME strikter’ en ‘RJ strikter’.

In de door Ernst & Young beschreven verschillen heb ik een aantal eliminaties doorgevoerd op

verschillen die ik niet materieel acht of bij uitzondering voorkomen en dus nauwelijks materiële

invloed uitoefenen op de gemiddelde onderneming waarop IFRS SME van toepassing.

Het betreft hier het zeer lastige onderwerp financiële instrumenten waarop na publicatie van de

Exposure Draft geen commentaar is geleverd in de totale 162 reacties. En verder heb ik niet gekeken

naar verschillen die voorkomen bij vreemde valuta; personeelsbeloningen (Shared-Based Payments);

gesegmenteerde informatie; overheidssubsidies, emissierechten & en service consessions; winst per

aandeel, gebeurtenissen na balansdatum, tussentijdse berichten.

De kwantitatieve analyse levert het volgende resultaat op:

Bij de convergentie van Dutch GAAP naar IFRS SME ontstaan er 122 identificeerbare verschillen in de

regelgeving die hun directe weerslag vinden op de jaarrekening.

Het volgende tabel geeft een samenstelling weer van deze 122 identificeerbare verschillen.

RJ STRIKTER

SME STRIKTER

STRIJDIG

0 10 20 30 40 50 60 70

44

58

20

Aard van de verschillen

Op basis van deze gegevens kunnen de volgende twee conclusies getrokken worden:

Conclusie (1) IFRS SME kent over het algemeen strikter geformuleerde standaarden

dan Dutch GAAP.

Conclusie (2) Aantal strijdigheden is significant.

Toelichting verschillen

Page 22: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

22

Ik het volgende stuk ga ik in op de geïdentificeerde verschillen. Hierbij zal ik niet de volgorde van

bijlage A aanhouden maar een topdown benadering toepassen. Ik zal beginnen om vanuit een

helikopterview naar de jaarrekening te kijken, laten wij zeggen op een hoogte van 10 km. Vanaf deze

fictieve hoogte daal ik af naar hoogte van 5km en vervolgens door naar het oppervlak. Het

onderstaande figuur geeft schematisch weer hoe de aanpak zal verlopen.

10 -7,5 INDELING Overzichten; presentatie

7,5 - 5 CONSOLIDATIE Geconsolideerde jaarrekening; consolidatiekring

5 -2,5

BALANSPOSTEN

Voorraden; MVA ; IVA ; Deelnemingen; Lease; Financiële instrumenten & EV; voorzieningen; pensioenen

2,5 - 0 GRONDSLAGENimpairment; overnames & goodwill; opbrengstverantwoording; belastingen; vreemde valuta; verbonden partijen;

4.2.4.1 Indeling van de jaarrekening

De SME-jaarrekening kent de volgende vier hoofdoverzichten:

IFRS SME DUTCH GAAPi. Statement of Financial Position i. Balans

ii. Statement of Comprehensive Income & Income Statement

ii. Winst & Verliesrekening (totaalresultaat)

iii. Statement of Changes in Equity & Statement of Income and Retained Earnings iii. Mutatieoverzicht Eigen Vermogen

iv. Statement of Cashflows iv. Kasstroomoverzicht

Zoals in het bovenstaande schema te zien is komt de indeling praktisch geheel overeen met hetgeen

bepaald is in de Nederlandse regelgeving. Er is wel een verschil dat kan optreden. IFRS SME biedt de

mogelijkheid om van het tweede overzicht de ‘Statement of Comprehenisve Income & Income

Statement’ een apart overzicht af te splitsen dat de resultaten weergeeft die via het eigen vermogen

zijn verlopen, de zogenoemde ‘Statement of Other Comprehensive Income’.

Conclusie (1) De indeling van de jaarrekening – de presentatie – kent nauwelijks tot geen

verschillen.

4.2.4.2 Indeling van de overzichten

Page 23: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

23

IFRS SME kent dus een indeling van de jaarrekening in vier componenten. Voor de indeling van deze

vier componenten bestaan geen verdere voorschriften. Het is een onderneming dus vrij om te

bepalen hoe bijvoorbeeld de balans verder wordt ingedeeld. Er worden wel vier specifieke eisen

gesteld waar de jaarrekening aan dien te voldoen.

(a) De rangorde van de balansposten dient te geschieden conform de liquiditeit van de posten,

deze dient aflopend te zijn van vast naar vlottend. Geldt zowel de activa- als de passivazijde.

(b) Het eigen vermogen (onderdeel van de balans) dient uitgesplitst te worden in de

componenten waar deze uit bestaat (aandelenkapitaal, agio, algemene reserve etc.).

(c) In de resultatenrekening dienen de kosten naar keuze worden ingedeeld conform de

functionele methode of de categoriale methode.

(d) Buitengewone resultaten worden niet erkend ter voorkoming van arbitraire beslissingen.

Daar waar IFRS SME de keuzevrijheid voor de inrichting van de jaarrekening kent Dutch GAAP juist

stringente voorschriften waaraan voldaan dient te worden. De voorschriften worden beschreven in

het Besluit Modellen Jaarrekening. Dit voorschrift kent vier modellen voor de balans en (A t/m D) en

zes modellen voor de winst- en verliesrekening. De opsteller van de jaarrekening uit een van deze

modellen te kiezen.

Conclusie (2) IFRS SME biedt de flexibiliteit om de hoofdoverzichten naar eigen functionaliteit in te

delen. Dutch GAAP kent hier en tegen een limitatief aantal modellen waaruit gekozen

dient te worden. In deze modellen zijn moderne begrippen als EBITDA niet in te

voegen3.

4.2.4.3 Consolidatie

3 Handboek jaarrekeningen E&Y

Page 24: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

24

Met betrekking tot de consolidatierichtlijnen beperkt de discussie zicht tot de bepaling van de

consolidatiekring.

IFRS SME kent de volgende bepaling. De groep die dient geconsolideerd te worden bestaat uit de

moeder die het hoofd van de groep vormt en al haar dochterondernemingen. De

dochteronderneming worden gedefinieerd als een entiteit waarover meerderheidszeggenschap

uitgeoefend wordt. Hierbij is de richtlijn dat vanaf een belang van 50% de entiteit verplicht dient

meegeconsolideerd te worden. Bij een belang van 50% of minder dient de economische realiteit

beoordeeld te worden en is de juridische realiteit niet van belang.

Binnen Dutch GAAP zijn er twee routes te volgen die beide de kwalificatie als dochtermaatschappij

opleveren. Een onderneming kan kwalificeren als dochteronderneming indien voldaan wordt aan de

het criterium van de economische eenheid of het criterium van organisatorische eenheid.

Het is hier dus duidelijk dat de Nederlandse wetgeving een uitbreiding kent ten opzichte van IFRS

SME. Dit betekend dat sommige ondernemingen onder IFRS SME niet kwalificeren als een

dochteronderneming waar deze onder Nederlandse wetgeving wel als dochteronderneming kunnen

kwalificeren.

Dit kan het resultaat opleveren dat een concern op basis van IFRS SME een aantal ondernemingen

niet hoeft mee te consolideren waardoor de betreffende activa en passiva buiten beschouwing

blijven. Dit kan gunstig uitwerken voor de solvabiliteit en liquiditeit, deze niet mee te consolideren

ondernemingen geven het management namelijk meer arbitraire speelruimte. Zie ook de Enron-case.

Conclusie (3a) De consolidatiekring onder IFRS SME is kleiner ten opzichte van Dutch GAAP.

Een tweede verschil op het vlak van consolidatie komt tot uitdrukking in de winst- en verliesrekening.

Page 25: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

25

Het betreft de presentatie van het minderheidsbelang derden in de geconsolideerde jaarrekening.

Het verschil in presentatie wil graag uitleggen aan de hand van het volgende voorbeeld:

Onderneming A behaald een winst van 1000 waarvan 50 toebehoort aan

minderheidsaandeelhouders.

IFRS SME Dutch GAAP Nettowinst 1000 Winst na belasting 1000Minderheidsbelang 50 Minderheidsbelang 50

950 Nettowinst 950

Zoals te zien is valt de nettowinst onder IFRS SME hoger uit. Dit heeft een positieve weerslag op

allerlei kengetallen waarmee de performance wordt beoordeeld.

Conclusie (3b) IFRS SME kent voor de geconsolideerde jaarrekening een gunstigere standaard.

4.2.4.4 Voorraden

We zijn nu op niveau lager aanbeland in de beoordeling van de verschillen tussen IFRS SME en Dutch

GAAP, te beginnen met de balanspost ‘voorraden’.

De IASB heeft met de invoering van IFRS SME ten opzichte van full IFRS een enorme verandering

doorgebracht in de waarderingsmogelijkheden voor voorraden.

Bij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden

zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde, ijzeren voorraadstelsel, gemiddelde inkoopprijs enzovoort

enzovoort. Bij de SME-standaard bestaat nu nog enkel de mogelijkheid om de voorraad te waarderen

op basis van de historische kostprijs. Dit is een enorme verbetering van de leesbaarheid en

begrijpelijkheid van de jaarrekening.

De Nederlandse regelgeving kent eveneens een beperkt aantal mogelijkheden waaruit gekozen dient

te worden bij de waardering van voorraden. De historische kostprijs en de zogenoemde

vervangingswaarde. De praktijk leert echter dat er nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de

genoemde laatste mogelijkheid waardoor IFRS SME en Dutch GAAP in de praktische uitwerking

nauwelijks van elkaar zullen verschillen.

Conclusie (4) Geen materiële verschillen tussen IFRS SME en de Nederlandse regelgeving .

Page 26: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

26

4.2.4.5 Materiële vaste activa

Met betrekking tot materiële vaste activa zijn twee verschillen te identificeren. Het eerste verschil

komt neer op de waarderingsgrondslagen die mogen worden toegepast. IFRS SME staat enkel

waardering tegen historische kostprijs toe waar en tegen Dutch GAAP ook toestaat om materiële

vaste activa te herwaarderen naar de reële waarde.

Het tweede verschil heeft betrekking om de component rentekosten. Rentekosten mogen onder IFRS

SME nimmer worden geactiveerd. Dutch GAAP geeft hier juist de keuzemogelijkheid om rentekosten

die een causaal verband hebben met de betreffende vaste activa te activeren op de balans.

Conclusie (4) IFRS SME biedt minder mogelijkheden met betrekking tot de waardering van

materiële vaste activa.

4.2.4.6 Immateriële vaste activa

Tussen IFRS SME en Dutch GAAP is zijn drie verschillen te onderscheiden met betrekking tot

immateriële vaste activa.

Het eerste verschil komt tot uitdrukking in het wel of niet mogen activeren van ontwikkelingskosten

(R&D). IFRS SME geeft op dit vlak niets weg en eist dat alle koste die verband houden met

ontwikkeling en innovatie direct te laste van de resultatenrekening worden geboekt. Dutch GAAP

stelt hier juist de contraire eis dat indien voldaan wordt een aantal voorwaarden activering van

ontwikkelingskosten verplicht is. Hier zien we dus dat IFRS SME in strijd is met de Nederlandse

regelgeving.

Het tweede discussiepunt is de presentatie van overgenomen immateriële vaste activa die onderdeel

uitmaken van een bedrijfsovername. Vrijwel bij elke bedrijfsovername zijn immateriële vaste activa

te identificeren die zich niet op een hand laten waarderen omdat er bijvoorbeeld geen liquide markt

voor is.

IFRS SME stelt hier dan de eis dat deze lastig te waarderen immateriële vaste activa niet apart op de

balans mogen worden opgenomen maar deel uit dienen te maken van de restpost goodwill.

Dutch GAAP heeft hier toch liever dan een onderneming deze immateriële vaste activa aan de hand

van schattingsmodellen waardeert en apart op de balans neemt. Hier is enige onzekerheid mee

gemoeid maar de uitsplitsing heeft hier de functie dat het toch toegevoegde waarde tot stand brengt

voor de gebruikers van de jaarrekening.

Page 27: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

27

Het laatste verschil komt voor bij de bepaling van de levensduur van immateriële vaste activa met

een oneindige levensduur. Waar de RJ het weerlegbare vermoeden van een levensduur van

maximaal 20 jaar toerekent is IFRS SME in alle gevallen slechts bereid een vaste afschrijvingsduur van

10 jaar te erkennen.

Conclusie (5) IFRS SME biedt significant minder speelruimte bij de waardering van immatriele vaste

activa ten opzichte van Dutch GAAP.

4.2.4.7 Impairment

Impairment is een begrip dat de laatste jaren een flinke opmars heeft meegemaakt. Het begrip dat

vanuit IFRS is geïntroduceerd betekend vrij vertaald waardevermindering. Onder IFRS dient jaarlijks

een impairmenttest te worden uitgevoerd op alle immateriële vaste activa, met andere woorden een

toets op significante waardeverminderingen. Het IASB heeft deze richtlijn niet doorgevoerd op IFRS

SME mede door een grote hoeveelheid kritiek en aanbevelingen op de Exposure Draft.

Binnen IFRS SME is het nu zodanig geregeld dat op immateriële vaste activa net zoals bij materiële

vaste activa na activering worden afgeschreven.

De post goodwill is een goed voorbeeld om dit toe te lichten. Bij full IFRS is de richtlijn dat goodwill

wordt gewaardeerd aan de hand van complexe berekeningen die de contante waarde van

toekomstige overwinsten comprimeren, afgeschreven wordt er niet. Vervolgens dient deze post

jaarlijks getoetst te worden op eventuele waardeverminderingen. Deze test ‘de impairmenttest’ is

zeer complex en lastenverzwarend. Met IFRS SME is gekozen voor de gangbare methode die ook

binnen de Dutch GAAP wordt toegepast namelijk het activeren van goodwill en er vervolgens op

afschrijven. Hiermee is een jaarlijkse impairmenttest ook niet verplicht maar dient pas uitgevoerd te

worden bij aanwijsbare vermoedens.

Met deze omslag van het IASB is de situatie nu zodanig dat IFRS SME dichter bij de Nederlandse

wetgeving is komen te zitten.

Conclusie (5) IFRS SME en Dutch GAAP kennen dezelfde eenvoudige richtlijn voor bijzondere

waardeverminderingen.

Page 28: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

28

4.2.4.8 Deelnemingen

Begripsbepalingen

Belangrijk in dit onderdeel in de begripsbepaling. Joint ventures wordt over het algemeen in de

internationale praktijk een dezelfde uitleg gegeven. Het begrip deelnemingen daarentegen kent

verschillende kwalificaties. Met betrekking tot IFRS SME kunnen we zeggen dat het begrip

deelneming - en dan met name de kwalificatie-eisen- dat deze in grote lijnen overeen komen met de

Nederlandse uitleg. IFRS SME hanteert ook in haar regelgeving het weerlegbare vermoeden van een

deelneming bij een aandelenbelang vanaf de 20%.

Conclusie (6a) Begripsbepaling ‘deelneming’ en ‘joint venture’ IFRS SME en Dutch GAAP komen

praktisch overeen.

Waarderingsgrondslag in de geconsolideerde jaarrekening

De waardering van deelnemingen geschiedde normaliter bij full IFRS op basis van de

equitiy-methode, in de Nederlandse regelgeving bekend als de nettovermogenswaarde-methode.

Vanwege de complexiteit en daarmee gepaarde subjectiviteit heeft de IASB besloten om deze

methode van waardering niet door te trekken in de SME-standaard. Dit leidt tot een verbetering van

de toepasbaarheid van de SME-standaard in het opzichte van een significante administratieve

lastenverlichting.

De waardering van deelnemingen onder IFRS SME dient te geschieden op basis van de historische

kostprijs of de reële waarde waarvan de reële waarde alleen is toegestaan als de aandelen van de

betreffende rechtspersoon beursgenoteerd zijn4.

Conclusie (6b) De waarderingssystematiek van deelnemingen is onder IFRS SME sterk

vereenvoudigd ten opzichte van full IFRS en kwalificeert hiermee ook als veel

eenvoudiger dan Dutch GAAP.

4 Beursnotatie op lokale markten anders dan de AEX of AMX.

Page 29: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

29

4.2.4.9 Lease

IFRS SME hanteert net zoals in de Nederlandse regelgeving een tweedeling van het begrip lease in

financiële lease en operationele lease.

De kwalificatienormen als operationele of financiële lease zijn zeer complex waarbij rechtspersonen

continue nieuwe constructies opzetten die zoveel mogelijk kwalificeren als operationele

leasecontracten vanwege de gunstigere verwerking in de jaarrekening.

Als reactie op de Exposure Draft zijn veel aanbevelingen binnen gekomen bij de IASB om alle

leasecontracten als operationeel te kwalificeren en hiermee deze complexe regelgeving te laten

vallen. Gezien de significante invloed op de vermogenspositie van ondernemingen die hiermee

gepaard gaat – verslechtering van de bruikbaarheid van de jaarrekening- heeft het IASB deze

aanbevelingen naast zich neergelegd.

Conclusie (7) Geen noemenswaardige verschillen in classificatie en verwerking van leasecontracten

onder IFRS SME en Dutch GAAP.

4.2.4.10 Financiële instrumenten

De beruchte IAS 32, IAS 39 en IFRS 7 bepalingen omtrent financiële instrumenten van full IFRS zijn in

de nieuwe SME-standaard voor een groot deel buiten beschouwing gelaten. Deze stap van het IASB

laat een duidelijke sterke vereenvoudiging zien van IFRS SME ten op zichte van full IFRS. Met deze

ontwikkeling is het voor kleinere ondernemingen die niet over de kennis en kunde beschikken om te

voldoen aan de complexe standaarden van full IFRS aantrekkelijker geworden om over te stappen

naar een mondiale standaard van het IASB die harmonisatie van de regelgeving najaagt (lees: IFRS

SME). Om te voorkomen dat de grootste ondernemingen onder de doelgroep van IFRS SME die wel

veelvuldig gebruik maken van financiële instrumenten benadeeld worden in de regelgeving is een

linkbepaling opgenomen in de SME-standaard naar IAS 39.

De kern van SME-regeling:

Alle financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs.

Met deze bepaling voorkomt de IASB het grote arbitraire gebied dat ontstaat bij het waarderen

tegen reële waarde zoals binnen full IFRS geëist wordt. Om de reële waarde objectief te kunnen

bepalen is het rentetarief van belang, echter kennen deze vaak een onzakelijke totstandkoming

doordat de meeste transacties een intercompany-karakter kennen.

Page 30: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

30

Dutch GAAP kent een soortgelijke regelgeving als full IFRS die is opgenomen in RJ 290. Deze richtlijn

eist eveneens waardering tegen reële waarde. Dit heeft dus het gevolg dat IFRS SME gunstiger

uitpakt voor niet-zakelijke transacties.

Conclusie (8) IFRS SME kent een sterk vereenvoudigde regelgeving voor financiële instrumenten

ten opzichte van zowel full IFRS als Dutch GAAP.

4.2.4.11 Voorzieningen

Met betrekking tot voorzieningen komt de SME-standaard in praktisch alle opzichten dus

kwalificatie-eisen, waardering & presentatie) overeen met de Nederlandse regelgeving. Uitzondering

vormen de reorganisatievoorziening en de voorziening groot onderhoud.

IFRS SME kent striktere bepalingen omtrent de reorganisatievoorziening, deze dient aan meerdere

eisen te voldoen alvorens deze mag worden opgenomen in de balans. Daarnaast kent de SME-

standaard geen voorziening groot onderhoud omdat geen verplichting ten opzichte van derde

betreft.

Conclusie (9) Het niet erkennen van een voorziening groot onderhoud door IFRS SME zal tot meer

fluctuatie leiden in de te rapporteren winsten door SME-ondernemingen.

4.2.4.12 Pensioenen

Pensioenen is sinds hedendag een zeer lastig onderwerp – net zoals financiële instrumenten – binnen

het werkveld van externe verslaggeving. Deze complexiteit wordt veroorzaakt door het kernbegrip

actuarieel risico. Zodra een onderneming actuariële risico’s loopt over de pensioenverplichtingen

wordt de waarderingssystematiek erg ingewikkeld.

Deze ingewikkelde regelgeving die in IAS 19 is gepubliceerd is niet gevolgd door de Nederlandse

regelgeving. Binnen Dutch GAAP is in RJ 271.3 een veel eenvoudigere bepaling opgenomen voor de

waardering van de zogenaamde toegezegde5 pensioenen.

De SME-standaard kent eveneens een eenvoudigere regelgeving dan IAS 19 maar deze is niet zo sterk

vereenvoudigd als de RJ 271.3 Richtlijn. Wegens de complexiteit van dit onderwerp is voor de

leesbaarheid van deze scriptie verstandig om niet verder in te gaan op deze ingewikkelde materie.

Conclusie (10) De waarderingsystematiek van pensioenen is onder IFRS SME eenvoudiger dan bij full

IFRS maar nog steeds ingewikkelder en daarmee ook meer lastenverzwarend ten

opzichte van Dutch GAAP (RJ 271.3).

5 Pensioenen waar een actuarieel risico over wordt gelopen

Page 31: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

31

4.2.4.13 Overnames en goodwill

Bij het onderwerp overnames en goodwill is duidelijk te zien dat IFRS SME een duidelijke middenweg

heeft gekozen tussen de nieuwe regels van IFRS 3 en de gedateerde niet meer geldende regels van

IAS 22. Deze regels van IAS 22 komen op hun beurt weer grotendeels overeen met de Nederlandse

regelgeving. De IASB wilde aanvankelijk net zoals IFRS 3 voorschrijft dat er niet op goodwill zou

worden afgeschreven maar dat er jaarlijks een impairmenttest op zou worden uitgevoerd, echter

kreeg de IASB hier veel kritiek en negatieve aanbevelingen op. De IASB heeft uiteindelijk de

regelgeving aangepast waardoor de verplichte impairment test is komen te vervallen en hiervoor de

simpele afschrijvingsmethode over de gebruikersduur in de plaats is getreden.

In grote lijnen is nog slechts één materieel verschil te onderkennen tussen de Nederlandse

regelgeving en de SME-standaard. Binnen IFRS SME dient net zoals bij IFRS 3 bij elke overname een

overnemende partij en een overgenomen partij geïdentificeerd te worden. Hiermee is de deur

dichtgegooid voor het juridische begrip fusies. Elk samengaan van twee rechtspersonen wordt

gekwalificeerd als een overname.

Conclusie (11) Het meest heikele onderwerp ‘de behandeling van goodwill’ is in de nieuwe

SME-standaard sterk vereenvoudigd en komt hiermee dicht in de buurt van de

Nederlandse regelgeving

4.2.4.14 Opbrengstverantwoording

We zijn nu zo ongeveer aanbeland bij het laagste niveau van de analyse. Opbrengstverantwoording is

een integraal begrip dat door de hele jaarrekening voorkomt, hierdoor behoort het ook min of meer

tot de principes waarop een standaard is gebaseerd. De principes die bij elke standaard min of meer

praktisch moeten overeenkomen om harmonisatie van de verslaggevingsstandaarden te kunnen

bereiken.

Bij opbrengstverantwoording is dan ook te zien dat zowel onder full IFRS, IFRS SME en Dutch GAAP

dezelfde kwalificatie en behandeling in de richtlijnen is opgenomen. Er zijn wel wat verschillen in wat

lastigere onderwerpen als de ‘percentage of completion-method’ maar niet geheel noemenswaardig.

Bij opbrengstverantwoording worden de volgende vijf criteria opgesomd die bij alle drie de

standaarden zijn beschreven.

Page 32: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

32

Opbrengstverantwoording (erkennen van omzet) geschiedt indien:

de zogenaamde risks and rewards zijn overgedragen aan de koper;

geen verkoper bezit geen zeggenschap meer;

de opbrengst is nauwkeurig in geldeenheden te waarderen;

voordelen uit de transactie gaan naar de verkopende partij;

kosten met betrekking tot de verkoop (kostprijs) zijn nauwkeurig vast te leggen.

Conclusie (12) Het bepalen van de omvang van de omzet en het resultaat geschiedt onder IFRS SME

en Dutch GAAP volgens dezelfde principes; geen noemenswaardige verschillen.

4.2.4.15 Belastingen

Belastingen is net zoals het voorgaande onderwerp een onderwerp dat een integrale functie kent

binnen de jaarrekening, op elk component van de jaarrekening (lees: balans) ligt een fiscale claim

met uitzondering van monetaire posten.

De regelgeving omtrent belastingen is door het verlengstuk naar latente belastingposities erg

complex. Het heikele punt dat zich op dit vlak vormt is de niet-acute onzekere toekomstige

belastingverplichting waar een waarde aan toe gerekend dient te worden.

Ook wegens de complexiteit van dit onderwerp heb ik ervoor gekozen om niet al te diep in te gaan

op de materie. De kern van het verschil tussen IFRS SME en Dutch GAAP speelt zich op het volgende

vlak af. In hoeverre wordt de informatievoorziening weergegeven omtrent de latente

belastingpositie via de balans met nauwkeurige berekeningen die de reële waarde weergeven en in

hoeverre via (anderzijds) de toelichting.

In de regelgeving van de twee standaarden is te zien dat de Nederlandse regelgeving voorschrijft om

latente belastingposities op basis van hun reële waarde te rapporteren. Dus direct inzicht in de fiscale

positie met alle onnauwkeurigheden van dien. IFRS SME schrijft daarentegen voor dat de latente

belasting posities worden gerapporteerd op basis van hun nominale waarde met een uitgebreide

toelichting omtrent de risico’s en disconteringsvoeten.

Conclusie (13) IFRS SME schrijft een eenvoudigere vorm van presentatie van latente belastingpositie

(o.b.v. nominale waarde) voor ten laste van de informatievoorziening. Dutch GAAP

schrijft waardering op basis van reële waarde voor met de bijhorende bredere

onzekerheidsmarge.

4.2.4.16 Verbonden partijen

Page 33: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

33

Het onderwerp ‘verbonden partijen’ is het laatste integrale onderwerp dat besproken wordt. Ook dit

onderwerp speelt zich af op het micromatige niveau van de jaarrekening.

Vanuit civielrechtelijk perspectief is een onderneming een zogenaamde nexus of contracts oftewel

een web van allerlei contracten. De vraag die hierbij wordt opgeroepen vanuit het

gebruikersperspectief van de jaarrekening is in hoeverre hierin inzicht verschaft dient te worden. In

de Engelse terminologie ook wel het disclosure-level genoemd.

IFRS SME en de Nederlandse regelgeving verschillen hierin op een aantal punten. Het belangrijkste

punt is dat Nederlandse regelgeving minder ver gaat dan de SME-standaard. In de RJ 330 Richtlijn is

opgenomen dat slechts contracten met verbonden partijen die een onzakelijk element bevatten

dienen te worden toegelicht in de jaarrekening. IFRS SME schrijft daarentegen voor dat alle

transacties/ contracten met verbonden partijen dienen te worden toegelicht. Beide standaarden

geven overigens een gelijke begripsbepaling voor wat verbonden partijen zijn.

Het voordeel dat hier door kenners wordt onderschreven is dat onder IFRS SME naar verwachting

alle contracten dus ook de onzakelijke contracten in de massa zullen opgaan. Onder de Nederlandse

regelgeving zullen alleen de onzakelijke transacties worden toegelicht waardoor deze bij voorbaat

omdat zij onzakelijk de nodige aandacht trekken, dit levert dus gebruikersvoordeel op.

Conclusie (14) IFRS SME eist meer informatievoorziening omtrent aangegane contracten met

verbonden partijen. Dutch GAAP verlangt hier en tegen juist enkel naar

informatievoorziening omtrent onzakelijke contracten.

3.5 Conclusie

Page 34: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

34

De conclusie die ik kan trekken kom op het volgende neer.

In vergelijking met Dutch GAAP is te ondervinden dat het IASB heeft gekozen voor een

traditionelere vorm van jaarverslaggeving door af te stappen van de fair value

ontwikkeling die een lange tijd gaande is geweest en terug te grijpen naar waardering

op basis van historische kostprijzen. Dit beleid door de IASB is primair gegrond op het

argument en tevens feit dat measurement op basis van (historische) kostprijzen

betrouwbaarder en eenvoudiger is.

Het feit dat in IFRS SME ook voor de lastige onderwerpen richtlijnen zijn gegeven in

tegenstelling tot Dutch GAAP die veelal min of meer doorverwijst naar full IFRS (door

middel van enkele Richtlijnen van de RJ) is ook beamen dat de SME-standaard meer

guidance biedt dan Dutch GAAP. IFRS SME is een meer op zich zelfs staand document

ten opzichte van de Richtlijnen van de RJ (als aanvulling op Titel 9 BW)

Page 35: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

35

5 VERSCHILLENANALYSE IFRS-SME & FULL IFRS

Dit hoofdstuk zal een korte uiteenzetting geven van hoe IFRS SME zich verhoudt tot full IFRS. In

tegenstelling tot het vorige hoofdstuk maakt dit onderdeel niet een groot deel uit van de scriptie. Het

maakt wel onderdeel uit van de hoofdvraag vanuit het perspectief van de toplaag van de

Nederlandse MKB-bedrijven. Eventuele toepasbaarheid binnen Nederland zal voor significant deel

afhangen van hoe de reacties zullen zijn vanuit deze groep belanghebbenden. Veel van deze

bedrijven maken reeds gebruik van full IFRS.

5.1 Inleiding

Is het voor de grootste niet-beursgenoteerde ondernemingen onder de doelgroep van IFRS SME

aantrekkelijk om hun jaarverslaggeving te convergeren van full IFRS naar IFRS SME? Hiermee wordt

de vraag beantwoord of IFRS SME daadwerkelijk een administratieve lastenverlichting met zich

meebrengt.

Het onderzoek zal zich beperken tot het bespreken van de belangrijkste vereenvoudigingen.

5.2 Relatie tot full IFRS

IFRS for SME is een zogenaamd stand-alone document. De standaard wordt in de praktijk ook wel de

light variant van full IFRS genoemd.

In mijn ogen heeft de IASB in de volgende drie stappen de full IFRS variant getransformeerd naar de

huidige IFRS for SME standaard.

Van complex naar eenvoudig

1. Elimineren van (complexe) onderwerpen die nauwelijks een rol spelen bij de beoogde

doelgroep.

2. Waarderingsgrondslag omgezet van reële waarde naar historische kostprijs (met

uitzondering van enkele situaties).

3. Integrale versoepeling van het disclosure-niveau.

Page 36: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

36

5.3 Vereenvoudigingen

Wegens de grote omvang van deze scriptie heb ik gekozen voor een compacte toelichting van de

vereenvoudigingen.

De key simplifications zoals die in de internationale praktijk worden genoemd zijn als volgt. Het

overigens voorkomen dat enkele vereenvoudigingen eerder genoemd zijn hoofdstuk drie. Wegens de

bondigheid van dit hoofdstuk acht ik het niet als bezwaarlijk deze nogmaals te noemen.

Goodwill

Het activeren van goodwill en hierop mogen afschrijven is een sterke vereenvoudiging ten opzichte

van full IFRS. De jaarlijkse impairmenttest op goodwill wordt in de praktijk als te complex, kostbaar

en tijdrovend gezien.

Impairment test

De verplichte jaarlijkse impairmenttest op alle immateriële vaste activa die op de balans is komen te

vervallen. Impairment is slechts verplicht bij een duidelijke indicator. Het huidige veelgetergde BP en

diens olieramp in de Mexicaanse Golf is een bijvoorbeeld een indicator voor een impairmenttest.

Property, Plant & Equipment (PPE)

Waarderen op basis van historische kostprijs in plaats van fair value. Scheelt enorm in de jaarlijkse

administratie van herwaarderingen en de bijhorende verplichte wettelijke reserves.

Vastgoedbeleggingen

Waarderen op basis van de actuele waarde. Gezien de aarde van deze post is het in dit geval beter

als hier de nodige relevante informatie over wordt verstrekt. Het waarderen op basis van de

historische kostprijs is van materieel belang omdat een vastgoedbelegging primair wordt

aangehouden voor rendement een waardeaangroei (in tegenstelling tot de PEE).

Joint ventures

De lastige proportionele consolidatiemethode is komen te vervallen. IFRS for SME schrijft waardering

tegen verkrijgingsprijs, equity of reële waarde voor.

Page 37: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

37

Deelnemingen met invloed van betekenis (associates)

Voor de geconsolideerde jaarrekening is de equity waarderingsmethode komen te vervallen als enige

optie. IFRS for SME biedt hier ook de eenvoudige waardering tegen verkrijgingsprijs als mogelijkheid

(waar veelvuldig gebruik van zal worden gemaakt).

Financiële instrumenten en pensioenen

Twee lastige onderwerpen waar hard in is gesnoeid door de IASB. Deze onderwerpen zijn in de

context van full IFRS niet te hanteren voor de SME-doelgroep gezien de expertise die hiervoor nodig

is. In de huidige vorm binnen IFRS for SME is de regelgeving veelal op basis van kostprijs in plaats van

de reële waarde waarmee een sterke vereenvoudig is doorgevoerd.

Belastinglatenties

Waar bij full IFRS de fiscale positie van een rechtspersoon nauwkeurig dient te worden

gerapporteerd aan de hand van exacte berekeningen inclusief de verdisconterende latente claims is

bij IFRS for SME de probability-weighted average ingevoerd die veel minder veeleisend is en niet

meer eist dat passieve belastinglatenties in de jaarrekening worden weergegeven.

5.4 Conclusie

Het mag duidelijk zijn dat het IASB in de IFRS for SME standaard een significante administratieve

lastenverlichting heeft doorgevoerd. Voor Nederlandse ondernemingen die momenteel reeds

vrijwillig conform full IFRS rapporteren zal de deze nieuwe standaard een welkome verandering zijn.

Page 38: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

38

6 CONTEXT

6.1 Inleiding

Aan de hand van dit hoofdstuk wil ik de IFRS for SME-standaard in een bredere context plaatsen.

De discussie beperkt zich namelijk niet alleen tot het niveau van of een naar Nederlands recht opgerichte

onderneming zetelende in een Nederlandse gemeente en daardoor verplicht tot het naleven van het

jaarrekeningenrecht beschreven in Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek kan voldoen aan de SME-standaard.

De discussie wordt onder wetenschappers ook gevoerd op het niveau van haalbaarheid van harmonisatie op

zich.

Daarnaast spelen bij grote ontwikkelingen als de eventuele invoering van IFRS for SME andere vraagstukken

mee als wat wil de EU en wat blijft er van het bestaansrecht van de RJ over als IFRS for SME als verplichte

standaard wordt ingevoerd.

Aan de hand dit hoofdstuk zal ik proberen een antwoord te geven op de vraag of harmonisatie op zich, dus met

welke standaard dan ook, gewenst is dan haalbaar.

6.2 Positie van de Europese Unie

De Europese Unie wordt op het vlak van de externe verslaggeving voornamelijk geleidt door de Vierde en

Zevende EU-richtlijnen. Deze richtlijnen zijn bij de oprichting van de Europese Unie gepubliceerd met het

ultieme doel vrije verkeer van mensen en kapitaal tussen EU-lidstaten. Vanuit deze grondslag is de EU dus ook

een groot voorstander van de SME-standaard. Een uniforme standaard voor de jaarverslaggeving zal een

significante stimulans zijn voor de verdere ontwikkeling van de Europese economie.

Het probleem van de EU is dat de achterliggende EU-lidstaten erg verdeeld zijn over de SME-standaard. De

belangrijkste landen Duitsland en Frankrijk zijn op dit moment nog tegen en kunnen acceptatie door het

Europees Parlement ook blokkeren.

De oorzak voor de weerstand vanuit deze landen en ook andere landen zoals België is het feit dat hun nationale

GAAPs nauw aansluiten op de fiscale grondslagen. In tegen stelling tot het Nederlandse systeem waarbij

gescheiden een fiscale en commerciële jaarrekening wordt opgesteld is het in deze landen

Page 39: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

39

6.3 Juridische en fiscale systemen

Vanuit juridisch perspectief zijn Germaanse landen in te delen in de zogenaamde Anglo-Amerikaanse landen

versus de zogenaamde Continentaal-Europese landen. De kern van het verschil komt tot uitdrukking in de

identiteit van de makers van verslaggevingsstandaarden. Anglo-Amerikaanse landen zoals het Verenigd

Koninkrijk, de Verenigde Staten en ook Nederland hebben professionele instituten waar de top van de

accountants werkt voor het ontwikkelen van wettelijk erkende standaarden, de FASB in de VS, de IASB in het

Verenigd Koninkrijk en de RJ in Nederland. Er is dus naast de wetgever een apart orgaan bestaande uit veelal

hooggeplaatste accountants (die het belang van het bedrijfsleven dienen) dat standaarden ontwikkeld.

In landen als Duitsland is de wetgever de ultieme ontwikkelaar van standaarden waardoor het systeem erg is

toegespitst en toegelegd op de fiscale grondslagen. Bij die landen bestaat dus ook geen onderscheid tussen een

fiscale en commerciële jaarrekening. In dat geval zullen dus veel meer strijdigheden voorkomen dan binnen

Nederland het geval is.

6.4 Standaardisatie versus harmonisatie

In het toonaangevende onderzoek van Gray (1988) naar culturele verschillen op de ontwikkeling van financiële

verslaggevingsstandaarden is duidelijk naar voren gekomen dat standaardisatie van het wereldwijde

verslaggevingsysteem - wat momenteel nog heel divers is – onmogelijk is. De reden hiervoor is dat de

ontwikkeling van standaarden niet alleen afhankelijk is van economische beslissingen maar erg onderhevig aan

de culturele erfgoed van een land. Het verschil tussen Anglo-Amerikaanse landen en de Continentaal-Europese

landen is bijvoorbeeld een voorbeeld van.

Gray heeft voornamelijk gekeken naar hoe cultuur invloed heeft op informatiebehoefte van gebruikers. Landen

als bijvoorbeeld Azië kennen van oudsher een meer gesloten vorm van informatievoorziening waardoor

bijvoorbeeld in een jaarrekening veel minder informatie wordt opgenomen. Een voorbeeld is dat de

beloningsbeleid van het bestuur vaak onbesproken blijft. Een ander voorbeeld is de Arabische wereld waar

rente vaak een lastig onderwerp is omdat het volgens hun godsdienst niet geconsumeerd mag worden.

Gray noemt ook een aantal verschillen die zich afspelen op het niveau van type bedrijven in een land. Landen

als Duitsland kennen bijvoorbeeld erg veel familiebedrijven in vergelijking met Nederland. Ook dit soort

verschillen hebben invloed over een daadwerkelijk acceptatie van IFRS for SME. Veel lobbyisten zullen de

besluitvorming aan hun hand proberen te leggen.

Gray trekt in zijn onderzoek dan ook de conclusie dat standaardisatie van regels nooit mogelijk zal zijn. In

andere onderzoeken is ook geconcludeerd dat harmonisatie waarbij landen zelf kunnen kiezen voor verplicht

stellen dan wel vrijwillige toepassing het meest haalbare is in deze diverse wereld waarin wij leven.

Page 40: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

40

7 CONCLUSIE

7.1 Van Dutch GAAP naar IFRS SME

Vanuit de Nederlandse positie bezien is IFRS SME een uitstekende verslaggevingsstandaard om toe te passen.

De standaard is in een aantal gevallen in strijd met de Nederlandse wet maar doormiddel van een linkbepaling

in de wet net zoals bij full IFRS het geval is zijn deze strijdigheden eenvoudig te omzeilen, hier ligt de echte

discussie dan ook niet.

De echt discussie wordt ook niet gevoerd op het niveau van de gebruikers, dus de financiële markten. Deze

markten zullen altijd voor harmonisatie zijn en het blijft een economisch feit dat harmonisatie van

verslaggevingsstandaarden een economische stimulans vrijmaakt, vergelijk het met dat de hele wereld alleen

Engels gaat spreken.

De echt discussie wordt gevoerd op het vlak van de ondernemers die zodra – want daar ziet het er naar uit –

IFRS for SME toegestaan wordt op Europees niveau voor vrijwillig gebruik zullen gaan kiezen tussen de

nationale verslaggevingsstandaard of de SME-standaard. En deze beslissing zal gemaakt worden aan de hand

van een eenvoudige kosten-batenanalyse.

De kosten-batenanalyse voor de SME-standaard ziet er goed uit. De IASB heeft duidelijk gekozen voor een

beleid waarin het hippe fair value accounting dat de laatste jaren tot voor de crisis aan grote aanhang won

terzijde is gelegd. De IASB komt hiermee terug op de klassieke waarderinggrondslagen die een verbetering zijn

voor de kernbegrippen van de jaarverslaggeving: begrijpelijkheid, betrouwbaarheid, relevantie, volledigheid en

vooral vergelijkbaarheid.

7.2 Van full IFRS naar IFRS SME

De toegang tot de internationale financiële markten is voor het MKB prijzig. De familiebedrijven die momenteel

opereren op internationale territoria zijn verplicht te rapporteren conform full IFRS om hun financiering rond te

krijgen. Daarnaast dienen zij vaak voor de verschillende landen waarin zij operen en een vaste inrichting

hebben een jaarrekening op te stellen conform de lokale standaard. Voor deze ondernemingen staat buiten kijf

dat het wereldwijd invoeren van de SME-standaard gigantische voordelen met zich mee zal brengen. Door de

administratieve lastenverlichting die IFRS for SME met zich meebrengt ten opzichte van full IFRS zal het voor

deze bedrijven tevens eenvoudiger zijn om hun administratieve organisatie te beheersen. Tel hierbij op dat het

waarderen op basis van kostprijzen balansverkortend werkt.

Page 41: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

41

7.3 Haalbaarheid van internationale convergentie

De haalbaarheid van internationale acceptatie van IFRS for SME zal op korte termijn niet mogelijk zijn. Wegens

de complexiteit diversiteit van de juridische en fiscale systemen zullen veel landen vooral een afwachtende

houding hebben ten op zichte van de standaard. Landen die zelf geen hooggekwalificeerde standaarden

hebben zullen de SME-standaard zoals het ernaar uitziet wel snel accepteren. Voor landen zoals de meeste EU-

lidstaten zal het proces tot acceptatie nog veel jaren in beslag nemen. De verwachting is dat de EU de

richtlijnen binnen de SME-standaard stap voor stap zal overnemen en in de eigen EU-richtlijnen zal overnemen.

Dit zal de nodige aanpassingen van de standaard met zich meebrengen.

Mijn conclusie concentreert zich op het feit dat landen ondanks de nationale situatie een investering zullen

moeten doen ook al leidt de SME-standaard de eerste jaren tot veel onduidelijkheid en problemen. Net zoals

met de invoering van de euro zal het bedrijfsleven moeten wennen, maar dat betaald zich uit in toekomst. Met

andere woorden, nu één stap terug en in de toekomst 2 stappen vooruit richting een hogere versnelling.

7.4 Slotconclusie en aanbeveling

Al met al is IFRS for SME een standaard die voor mij als student externe verslaggeving - op mijn niveau - een

verbetering van mijn internationale positie. Het feit dat ik als ik in mijn verdere loopbaan de SME-standaard

beheers en ermee ga werken betekend dat ik ook SME-jaarrekeningen uit alle andere hoeken van de wereld

kan begrijpen is van ontzettende toegevoegde waarde. Vertaal deze toegevoegde waarde door naar

ondernemingen, financiële markten, andere gebruikers van jaarrekeningen, accountantskantoren,

toezichthouders en u begrijpt dat de acceptatie van de SME-standaard een ontzettende stimulans zal zijn voor

onze economische welvaart.

Als ultiem antwoord op de vraag ‘is toepasbaarheid van IFRS for SME binnen Nederland gewenst?’beantwoord

in drie deelvragen:

Toepasbaarheid gewenst vanuit het gebruikersbelang; JA

Toepasbaarheid gewenst vanuit het ondernemersbelang; JA

Toepasbaarheid gewenst vanuit van politieke belangen; JA

Page 42: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

42

Bijlage A

Strijdig SME strikter RJ strikterIMMATRIËLE VASTE ACTIVA

Levensduur Activeren van uitgaven m.b.t. onderzoek en ontwikkeling

Immateriële activa verworven bij overname Activeren van emissiekosten & oprichtingskosten

Waardering tegen actuele waarde Jaarlijkse impairmenttest

Wettelijke reserve Waardering van immateriële vaste activa bij overname

Emissierechten Beoordeling levensduur en afschrijvingsmethode

MATRIËLE VASTE ACTIVA (MVA) Waardering actuele waarde MVA

Herwaarderingreserve en financieringscorrectie Kosten van groot onderhoud

Verwerken herstelkosten/opruimingskosten Waardering buiten gebruik gestelde MVA bij grondslag historische

kostprijs Splitsing vastgoed/MVA als gevolg van gemengd gebruik

Waardering van vastgoed als belegging Verwerking van afstoting van vastgoed als belegging

Activeren van rentekosten als onderdeel van het actief

DEELNEMINGEN Waardering van deelnemingen met invloed van betekenis in de

geconsolideerde jaarrekening Waardering deelnemingen in groepsmaatschappijen en deelnemingen

m.i.v.b. in de enkelvoudige jaarrekening Waardering overige deelnemingen z.i.v.b. in enkelvoudige/

geconsolideerde jaarrekening Deelnemingen gehouden door 'venture capital'-ondernemingen

Vorming wettelijke reserve deelnemingen Verantwoording dividenden

Deelneming wordt groepsmaatschappij of joint venture Verkoop van een deel van een deelneming met verlies

Verlies van invloed van betekenis indien geen sprake is van een verkoop

Page 43: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

43

OVERIGE FINANCIËLE VASTE ACTIVAVerwijdering van de balans 'derecognition'

Waardering van leningen en obligaties die tot de handelsportefeuille behoren

Waardering beursgenoteerde gekochte leningen/obligaties die geen deel uitmaken v/d handelsportefeuille

Waardering niet beursgenoteerde gekochte leningen die geen deel uitmaken van de handelsportefeuille

Waardering investeringen in beursgenoteerde eigen vermogensinstrumenten

Waardering investeringen in niet-beursgenoteerde eigen vermogensinstrumenten

Tijdelijke waardeverminderingen

VOORRADEN Toepassing LIFO-methode

ONDERHANDEN PROJECTENVerantwoorden winst in boekjaar van gereedkomen

Voorwaarden betrouwbare schatting winst op projecten Projectontwikkeling

Toerekening omzet aan bonuspunten

VLOTTENDE ACTIVA: VORDERINGEN Verwijdering van de balans 'derecognition'

Waardering leningen en obligaties die tot de handelsportefeuille behoren

Op korte termijn te voorziene buitengewonde waardeverminderingen

EIGEN VERMOGEN IN DE ENKELVOUDIGE JAARREKENING Herwaardering en belastinglatentie

Vorming wettelijke reserves Verwerking kosten in verband met uitgifte eigen-

vermogensinstrumenten

EIGEN VERMOGEN IN DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Herwaardering en belastinglatentie

Verwerking kosten in verband met uitgifte eigen-vermogensinstrumenten

VOORZIENINGEN Waardering van voorzieningen

Uitgaven voor groot onderhoud voorziening reorganisatiekosten

Voorziening herstelkosten Voorziening verzekerde arbeidsongeschiktheidskosten

Vergoeding afwikkeling voorzieningen

Page 44: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

44

PENSIOENVOORZIENINGENClassificatie pensioenregeling

Toepassing IAS 19 en US GAAP-standaarden Waardering pensioenverplichting

Presentatie pensioenlast in winst- en verliesrekening Presentatie verschuldigde premie bij toegezegde-bijdrageregeling

VOORZIENING LATENTE BELASTINGEN Waardering

Verwerking actieve latentie uit hoofde van verliescompensatie bij overnemende partij zelf

Fiscale eenheid

SCHULDEN Verwijdering van de balans

Specificatie van schulden

WINST- EN VERLIESREKENING Verwerking van intercompanytransacties

Toepassen vereenvoudigde winst- en verliesrekening in de enkelvoudige jaarrekening

Presentatie overzicht totaalresultaat Presentatie van buitengewone posten

KASSTROOMOVERZICHT Verplichting tot opstellen van het kasstroomoverzicht

Classificatie 'schulden aan kredietinstellingen' tot liquide middelen

TOELICHTING Vermelding dat voldaan is aan de regels

Toelichting afwijking van regels Bezoldiging bestuurders

Leningen bestuurders Werknemersinformatie

Informatie omtrent verbonden partijen Vrijstelling van vermelding van transacties met verbonden partijen

Toelichten van posten met verschillende looptijden vermelden algemene gegevens rechtspersoon

CONSOLIDATIE Consolidatieplicht personal holding

Consolidatie groepsmaatschappijen die zijn verworven om te worden vervreemd

Overige consolidatievrijstellingen Vrijstelling van deelconsolidatie

Enkelvoudige jaarrekening Uniforme Rapporteringdata

Combined financial statements Toelichting verschillen eigen vermogen/resultaat enkelvoudig en

geconsolideerd Toelichting informatie omtrent de relatie moeder-dochter

FUSIES, OVERNAMES EN GOODWILL

Page 45: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

45

Reorganisatiekosten na overname Waardering van belastingvorderingen en -verplichtingen

Verwerking fusies Voorwaardelijke verplichtingen

Verantwoording immateriële activa Waardering immateriële vaste activa bij overname

Verantwoording step acquisitions Verantwoording positieve goodwill

Verantwoording negatieve goodwill Verwerking actieve latentie uit hoofde van verliescompensatie bij

overnemende partij zelf

JOINT VENTURES Waardering

Consistente toepassing verwerkingsmethode Eerste waardering ingebrachte activa

Alternatieve waarderingsmethoden voor 'venture capital'- participaties

Winstneming indien ingebrachte activa gelijk in aard, gebruik en reële waarde

Verantwoording van uitkeringen uit joint ventures

LEASING Onderscheid financiële en operationele lease

Specifieke regeling voor de 'Special Purpose Entity' Verantwoording initiële directe kosten van een financiële lease bij

lessor Verantwoording initiële directe kosten van een operationele lease bij

lessor Beoordelen bij financiële lease of sprake is van waardevermindering

STELSELWIJZIGINGEN, SCHATTINGSWIJZIGINGEN EN FOUTENLEER Mogelijkheid doorvoeren stelselwijziging

Verwerking fouten

TOELICHTING OP NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN EN RECHTEN

Vermelding uit hoofde van Nederlandse wetgeving Gevolgen van het zijn van een vennoot in een VOF of CV

Meerjarige verplichtingen Verplichtingen omtrent voorraden

Deel uitmaken van fiscale eenheid bij verplichtingen aan groepsmaatschappijen

BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN VAN VASTE ACTIVA Toewijzen van goodwill

Impairment test goodwill

Page 46: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

46

Impairment test van goodwill met minderheidsbelang Terugneming impairment van goodwill

Impairment van voorraden Individuele toelichting materiële bijzondere waardevermindering

Literatuurlijst

Böhmer, S. e.a., Ernst & Young Handboek Jaarrekening 2008, 2008

Page 47: Erasmus University Thesis Repository · Web viewBij full IFRS kan bij de waardering van voorraden gekozen worden uit een groot aantal mogelijkheden zoals LIFO, FIFO, vervangingswaarde,

47

International Accounting Standards Board, IFRS for SMALL AND MEDIUM SIZED ENTITIES

2009

Ernst & Young Accountants LLP, Vergelijking IFRS voor niet-beursgenoteerde ondernemingen

(IFRS for Small and Medium-sized Entities) met Nederlandse wet- en regelgeving, 2009

Ernst & Young Accountants LLP, IFRS for Small and Medium-sized Entities (SMEs) ‘IFRS light’

for unlisted entities, 2009

Ernst & Young Accountants LLP, Talking SMEs, 2010

PricewaterhouseCoopers, IFRS for Small and Medium-sized Entities, Pocket Guide, 2009

PricewaterhouseCoopers, Similarities and differences; A comparison of ‘full IFRS’ and IFRS for

SMEs

Henk Verhoek, Voorstellen Europese Commissie inzake vereenvoudiging jaarverslaggeving

midden- en kleinbedrijf, oktober 2008

Adriaan F.M. Dorrestijn, De Europese dimensie van het ondernemingsrecht, december 2010

Bart Kamp, invloed van IFRS op analisten, november 2010

Ruud Vergoossen, Micro, klein, middelgroot en groot, oktober 2007

Ruud Vergoossen, Raad voor de Jaarverslaggeving: de tijd van gaan is gekomen, november

2009

Hugo van den Ende en Bob Owel, IFRS for Private Entities: een nieuwe

verslaggevingsstandaard voor niet-beursfondsen?, oktober 2008

Websites

International Accounting Standard Board (www.iasb.org)

Koninklijke NIVRA (www.nivra.nl)

Raad voor de Jaarverslaggeving (www.rjnet.nl)

Maandblad voor de Accountancy en Bedrijfseconomie (www.mab.nl)

Interviews

Drs Marcel de Kimpe RA (Ernst & Young)

Drs Hanneke Knoop RA (Grant Thornton)