bisdomblad 2012 augustus (jaargang 90)

32
JUBILEUM 25 JAAR SINT-JANSCENTRUM TEKEN VAN HOOP VOOR DE TOEKOMST BIJ DE TIJD BLIJVEN EN VASTHOUDEN AAN DE TRADITIE Jaargang 90, september 2012 geloof kerk mens maatschappij

Upload: jaap-van-eeden

Post on 06-Mar-2016

224 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Bisdomblad van 's-Hertogenbosch, Jaargang 90 Augustus 2012

TRANSCRIPT

Page 1: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

JUBILEUM 25 JAARSINT-JANSCENTRUM

TEKEN VAN HOOPVOOR DE TOEKOMST

BIJ DE TIJD BLIJVEN ENVASTHOUDEN AAN DE TRADITIE

Jaargang 90, september 2012

geloof kerk mens maatschappij

Page 2: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

Op het moment van schrijven is het op de kop af 25 jaar geleden

dat in het Bisdomblad werd gemeld dat mgr. J. ter Schure sdb een

rector had benoemd voor de nieuw opgerichte priesteropleiding van

het Bisdom: de Waalwijkse pastoor A.L.M. Hurkmans. Twee maanden

later zouden de staf van het seminarie, de medewerkers en de eer-

ste negen priesterstudenten, waaronder drie eerstejaars, het nieuwe

onderkomen aan de Papenhulst betrekken.

De oprichting van het Sint-Janscentrum vond plaats in een tijd van

pessimisme over kerkbezoek, vergrijzing, financiën en ontkerstening,

maar dit roeien tegen de stroom in typeerde de toenmalige bisschop,

die aan het einde van zijn episcopaat kon terugkijken op 64 priesters

had gewijd voor het bisdom, een kwart

van het presbyterium van toen.

Van de redactie

De bewuste uitgave was de eerste waar in de colofon bij de redac-

tie mijn naam werd vermeld en sedertdien heb ik honderd priesters

die het Bossche seminarie heeft voortgebracht bij hun wijding gefo-

tografeerd. Dat waren er gemiddeld dus vier per jaar.

Bij zijn afscheid als bisschop in 1998 noteerden we in dit blad de

dankbaarheid van mgr ter Schure jegens God en allen die "zowel

geestelijk als financieel deze ambtsopleiding hebben gedragen".

Diezelfde dankbaarheid stond ook centraal tijdens de feestelijke

viering van het jubileum, zaterdag 8 september, waarover u meer

leest in deze editie.

Jaap van Eeden, hoofdredacteur

16

22

9

4 Van de redactie 3

'neutraal' bestaat niet 4Hulpbisschop pleit voor behoud van identiteit in het onderwijs

er is geen priestertekort, er zijn teveel kerken 6Bossche bisschoppen houden vast aan de traditie en blijven bij de tijd

Seminarie trekt banden met JPii Universiteit aan 9Samenwerking garantie voor hoge kwaliteit onderwijs en geprofileerd priesterbeeld

Verslag jubileumviering 25 jaar Sint-Janscentrum 10

een opleidingsinstituut als geen ander 12Seminarie niet alleen voor bollebozen maar vooral gericht op werken in het pastoraat

de andere werkers in de wijngaard 14Sint-Janscentrum herbergt ook de opleidingen tot diaken en pastoraal assistentie

Het seminarie door de jaren heen 16Waarom een eigen Seminarie 18Diocesaan opleidingsinstituut blijft teken van hoop voor de kerk in de toekomst

Jubileumtoespraak bisschop Hurkmans 20Sonnius en Gebedskring van belang voor Bossche seminarie 21Rubriek Catechese: Jaar van het geloof 22Heiligenrubriek: H. Odulphus eerste heilige van eigen bodem 24Liturgierubriek: Woord van eeuwig leven 26Maandlezing 28Kinderen bidden voor kinderen 29Colofon en lezingenschema 30Agenda's van de bisschoppen 31

in dit nUMMer

2

Zowel voor bedrijven, particulieren of kerkelijkeorganisaties kunnen wij u van dienst zijn bij:

- hetvoerenvanfinanciëleadministraties- hetopmakenvanjaarrekeningen- het doen van belastingaangiftes- hetvoerenvansalarisadministraties

www.rcoppens.nl•073–6441508Wilhelminastraat1a•5243XARosmalen

IZO vertaalservice verzorgt vertalingen en tolkendiensten vanuit en naar alle talen in alle denkbare specialismen. Om een perfecte kwaliteit te garanderen wordt alleen met ‘native speakers’gewerkt. Kwaliteit, nauwkeurigheid, fl exibiliteit en het inzetten van de juiste specialist kenmerken IZO vertaalservice.

Alle talen binnen handbereik! Europalaan 22 – 5232 BC ’s-Hertogenbosch – [email protected] – www.izovertaalservice.nl V

ert

ale

r of tolk

nodig

?

Wilt u ook adverteren in het

Europalaan 22

5232 BC ‘s-Hertogenbosch

Postbus 1611

5200 BR ‘s-Hertogenbosch

Telefoon : 073-7507000

Fax : 073-7507049

[email protected]

www.hmsmediaexploitatie.nl

adverteren in het Bisdomblad?

Neem contact op met:

HMS Media Exploitatie

0 7 3 - 6 2 3 . 3 3 . 1 1

www.sarisenpartners.nl

Schouwrooij 135281 RE Boxtel

[email protected]

ElektrotechniekCommunicatietechniek

BeveiligingBesturingstechniek

T 0411-602177F 0411-602098

3Bisdomblad september 2012

Page 3: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

Op het moment van schrijven is het op de kop af 25 jaar geleden

dat in het Bisdomblad werd gemeld dat mgr. J. ter Schure sdb een

rector had benoemd voor de nieuw opgerichte priesteropleiding van

het Bisdom: de Waalwijkse pastoor A.L.M. Hurkmans. Twee maanden

later zouden de staf van het seminarie, de medewerkers en de eer-

ste negen priesterstudenten, waaronder drie eerstejaars, het nieuwe

onderkomen aan de Papenhulst betrekken.

De oprichting van het Sint-Janscentrum vond plaats in een tijd van

pessimisme over kerkbezoek, vergrijzing, financiën en ontkerstening,

maar dit roeien tegen de stroom in typeerde de toenmalige bisschop,

die aan het einde van zijn episcopaat kon terugkijken op 64 priesters

had gewijd voor het bisdom, een kwart

van het presbyterium van toen.

Van de redactie

De bewuste uitgave was de eerste waar in de colofon bij de redac-

tie mijn naam werd vermeld en sedertdien heb ik honderd priesters

die het Bossche seminarie heeft voortgebracht bij hun wijding gefo-

tografeerd. Dat waren er gemiddeld dus vier per jaar.

Bij zijn afscheid als bisschop in 1998 noteerden we in dit blad de

dankbaarheid van mgr ter Schure jegens God en allen die "zowel

geestelijk als financieel deze ambtsopleiding hebben gedragen".

Diezelfde dankbaarheid stond ook centraal tijdens de feestelijke

viering van het jubileum, zaterdag 8 september, waarover u meer

leest in deze editie.

Jaap van Eeden, hoofdredacteur

16

22

9

4 Van de redactie 3

'neutraal' bestaat niet 4Hulpbisschop pleit voor behoud van identiteit in het onderwijs

er is geen priestertekort, er zijn teveel kerken 6Bossche bisschoppen houden vast aan de traditie en blijven bij de tijd

Seminarie trekt banden met JPii Universiteit aan 9Samenwerking garantie voor hoge kwaliteit onderwijs en geprofileerd priesterbeeld

Verslag jubileumviering 25 jaar Sint-Janscentrum 10

een opleidingsinstituut als geen ander 12Seminarie niet alleen voor bollebozen maar vooral gericht op werken in het pastoraat

de andere werkers in de wijngaard 14Sint-Janscentrum herbergt ook de opleidingen tot diaken en pastoraal assistentie

Het seminarie door de jaren heen 16Waarom een eigen Seminarie 18Diocesaan opleidingsinstituut blijft teken van hoop voor de kerk in de toekomst

Jubileumtoespraak bisschop Hurkmans 20Sonnius en Gebedskring van belang voor Bossche seminarie 21Rubriek Catechese: Jaar van het geloof 22Heiligenrubriek: H. Odulphus eerste heilige van eigen bodem 24Liturgierubriek: Woord van eeuwig leven 26Maandlezing 28Kinderen bidden voor kinderen 29Colofon en lezingenschema 30Agenda's van de bisschoppen 31

in dit nUMMer

2

Zowel voor bedrijven, particulieren of kerkelijkeorganisaties kunnen wij u van dienst zijn bij:

- hetvoerenvanfinanciëleadministraties- hetopmakenvanjaarrekeningen- het doen van belastingaangiftes- hetvoerenvansalarisadministraties

www.rcoppens.nl•073–6441508Wilhelminastraat1a•5243XARosmalen

IZO vertaalservice verzorgt vertalingen en tolkendiensten vanuit en naar alle talen in alle denkbare specialismen. Om een perfecte kwaliteit te garanderen wordt alleen met ‘native speakers’gewerkt. Kwaliteit, nauwkeurigheid, fl exibiliteit en het inzetten van de juiste specialist kenmerken IZO vertaalservice.

Alle talen binnen handbereik! Europalaan 22 – 5232 BC ’s-Hertogenbosch – [email protected] – www.izovertaalservice.nl V

ert

ale

r of tolk

nodig

?

Wilt u ook adverteren in het

Europalaan 22

5232 BC ‘s-Hertogenbosch

Postbus 1611

5200 BR ‘s-Hertogenbosch

Telefoon : 073-7507000

Fax : 073-7507049

[email protected]

www.hmsmediaexploitatie.nl

adverteren in het Bisdomblad?

Neem contact op met:

HMS Media Exploitatie

0 7 3 - 6 2 3 . 3 3 . 1 1

www.sarisenpartners.nl

Schouwrooij 135281 RE Boxtel

[email protected]

ElektrotechniekCommunicatietechniek

BeveiligingBesturingstechniek

T 0411-602177F 0411-602098

3Bisdomblad september 2012

Page 4: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

De plaats van geloof en kerk in de maat-

schappij leek ten einde te lopen. In de

jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw

dienden zich de eerste wijzigingen aan.

In Frankrijk lokten plannen om verande-

ringen aan te brengen in de verhouding

tussen openbaar en bijzonder onderwijs

massaal verzet uit. In Parijs en Versailles

kwamen daartegen meer dan 2 miljoen (!)

burgers op de been. In 1995 wekte een

uitspraak van het Duitse gerechtshof over

de geoorloofdheid van een kruisbeeld in

een klaslokaal van een openbare school

grote beroering. De uitspraak van het Hof

beperkte de bestaande praktijk. Deze

uitspraak lokte ongekend protest uit, niet

alleen in Beieren waar de zaak speelde,

maar ook ver daarbuiten.

Ook in Nederland begon er wat te veran-

deren. Zo woedde in het najaar van 1994

staat betekent iets heel anders, namelijk

dat de overheid niet kan bepalen welke

religies wel en niet toegestaan zijn, en

dat de overheid zich niet bemoeit met de

inrichting van geloofsgemeenschappen.

Als een kerkgenootschap homohuwelij-

ken niet accepteert, heeft de overheid

dat te accepteren. Kortom, het is voor

de overheid een gebod van neutraliteit,

hetgeen wil zeggen dat de overheid geen

confessionele identiteit heeft (zoals vóór

1796, toen de Nederlands Hervormde

Kerk een bevoorrechte positie had en de

katholieken zich moesten behelpen met

schuilkerken).

Inmiddels is aan scheiding van kerk en

staat bijna ongemerkt een andere invul-

ling gegeven, namelijk dat de overheid

zelf neutraal zou moeten zijn. Hetgeen

onmogelijk is. Neutraliteit bestaat niet.

Je kunt niet neutraal staan tegenover

euthanasie, gezinssamenstellingen,

homohuwelijk e.d. Je zult je moeten uit-

spreken om wetgeving mogelijk te maken.

Hoe neutraal is een campagne die ‘veilig

vrijen’ propageert?

Zo bestaan er ook geen neutrale scholen.

Elke school hanteert toch een normen-

en waardensysteem. En waar is dat op

gebaseerd? Neutraliteit bestaat niet. Het

optimisme van het vooruitgangsgeloof ligt

inmiddels ook achter ons. Een gedegen

discussie over het fundament en cement

van de maatschappij is op zijn plaats. Het

simpelweg schrappen van een predicaat

zonder daarvoor iets in de plaats te stel-

len is een zinloze actie. Religie blijft van

belang, al is het maar omdat juist religie

oog heeft voor minderheden, zodat die

bespaart blijven voor de terreur van de

meerderheid, oftewel de waan van de

dag.

+Rob Mutsaerts

Hulpbisschop

Neutrale scholen bestaan niet

wekenlang een heftige discussie over

de toekomst van de vrije zondag. Was

religie hier eerst vooral nog een zijdelings

thema, nu is dat geheel anders: religie is

zelf een thema geworden. De plaats van

religie in het publieke domein is inmid-

dels ook een thema geworden.

In de sfeer van het onderwijs wordt her-

nieuwd gestreden over de reikwijdte en

grenzen van de onderwijsvrijheid. Mag

een schoolbestuur op religieuze gronden

blijven besluiten over toelating van leerlin-

gen, of moet dit zo snel mogelijk tot het

verleden behoren? Welke loyaliteit mag

een confessionele school vragen als het

gaat om samenlevingsvormen van docen-

ten en medewerkers? Wetsartikelen die

zich tot voor kort in de marges van het

recht bevonden, zoals de strafbaarstel-

ling van godslastering, staan ineens in de

spotlichten. Wanneer gaat religiekritiek

over in belediging en discriminatie?

Ook het lokaal bestuur wordt zich van reli-

gie bewust. Er zijn gemeenten die bijdra-

gen in de kosten van gebedsruimten en

er wordt samengewerkt met kerken in het

kader van de WMO. Steeds vaker komt

ook de zogenaamde ‘weigerambtenaar’

in het nieuws. Hoe komt het toch dat de

verhouding tussen te overheid en de naar

de rand van de maatschappij gedreven

kerk zo vaak prominent in het nieuws is?

Afgezien van de marginalisering van kerk

en geloof, is er toch ook nog zoiets als

scheiding van kerk en staat?

De scheiding van kerk en staat betekent

overigens geenszins dat pastoors en bis-

schoppen zich niet uit mogen spreken

over zaken die in ons parlement aan bod

komen. Dat zou ook merkwaardig zijn.

Waarom zouden een poelier, een nota-

ris en een bouwvakker wel een mening

mogen ventileren over ethische kwesties,

zoals abortus en euthanasie, en dorps-

pastoors niet. Scheiding van kerk en

Het Bisdom Den Bosch verkeert midden in een reorganisatie. Het beleidsplan waaruit het voortvloeit heeft niet alleen een pastoraal

plan met het oog op de toekomst, maar behelst evenzeer een overlevingsplan. Sommigen stellen zich de vraag of de Kerk nog toekomst heeft. Tegelijk ontwaren we ook een andere tendens:

de maatschappelijke belangstelling voor religie. Een (niet representatieve) enquete van het het Brabants Dagblad

wijst uit dat een meerderheid voor het behoud van de rooms Katholieke signatuur is van de basisscholen in Den Bosch.

Dit naar aanleiding van het voornemen van directeur Timmers van Signum, het overkoepelende bestuur van alle 24

R.K. basisscholen in deze stad. “Het opgeven van de identiteit is geen punt van discussie meer”, aldus Timmers. Hij blijkt zich te

hebben vergist.

5Bisdomblad september 20124 Bisdomblad september 2012

Page 5: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

De plaats van geloof en kerk in de maat-

schappij leek ten einde te lopen. In de

jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw

dienden zich de eerste wijzigingen aan.

In Frankrijk lokten plannen om verande-

ringen aan te brengen in de verhouding

tussen openbaar en bijzonder onderwijs

massaal verzet uit. In Parijs en Versailles

kwamen daartegen meer dan 2 miljoen (!)

burgers op de been. In 1995 wekte een

uitspraak van het Duitse gerechtshof over

de geoorloofdheid van een kruisbeeld in

een klaslokaal van een openbare school

grote beroering. De uitspraak van het Hof

beperkte de bestaande praktijk. Deze

uitspraak lokte ongekend protest uit, niet

alleen in Beieren waar de zaak speelde,

maar ook ver daarbuiten.

Ook in Nederland begon er wat te veran-

deren. Zo woedde in het najaar van 1994

staat betekent iets heel anders, namelijk

dat de overheid niet kan bepalen welke

religies wel en niet toegestaan zijn, en

dat de overheid zich niet bemoeit met de

inrichting van geloofsgemeenschappen.

Als een kerkgenootschap homohuwelij-

ken niet accepteert, heeft de overheid

dat te accepteren. Kortom, het is voor

de overheid een gebod van neutraliteit,

hetgeen wil zeggen dat de overheid geen

confessionele identiteit heeft (zoals vóór

1796, toen de Nederlands Hervormde

Kerk een bevoorrechte positie had en de

katholieken zich moesten behelpen met

schuilkerken).

Inmiddels is aan scheiding van kerk en

staat bijna ongemerkt een andere invul-

ling gegeven, namelijk dat de overheid

zelf neutraal zou moeten zijn. Hetgeen

onmogelijk is. Neutraliteit bestaat niet.

Je kunt niet neutraal staan tegenover

euthanasie, gezinssamenstellingen,

homohuwelijk e.d. Je zult je moeten uit-

spreken om wetgeving mogelijk te maken.

Hoe neutraal is een campagne die ‘veilig

vrijen’ propageert?

Zo bestaan er ook geen neutrale scholen.

Elke school hanteert toch een normen-

en waardensysteem. En waar is dat op

gebaseerd? Neutraliteit bestaat niet. Het

optimisme van het vooruitgangsgeloof ligt

inmiddels ook achter ons. Een gedegen

discussie over het fundament en cement

van de maatschappij is op zijn plaats. Het

simpelweg schrappen van een predicaat

zonder daarvoor iets in de plaats te stel-

len is een zinloze actie. Religie blijft van

belang, al is het maar omdat juist religie

oog heeft voor minderheden, zodat die

bespaart blijven voor de terreur van de

meerderheid, oftewel de waan van de

dag.

+Rob Mutsaerts

Hulpbisschop

Neutrale scholen bestaan niet

wekenlang een heftige discussie over

de toekomst van de vrije zondag. Was

religie hier eerst vooral nog een zijdelings

thema, nu is dat geheel anders: religie is

zelf een thema geworden. De plaats van

religie in het publieke domein is inmid-

dels ook een thema geworden.

In de sfeer van het onderwijs wordt her-

nieuwd gestreden over de reikwijdte en

grenzen van de onderwijsvrijheid. Mag

een schoolbestuur op religieuze gronden

blijven besluiten over toelating van leerlin-

gen, of moet dit zo snel mogelijk tot het

verleden behoren? Welke loyaliteit mag

een confessionele school vragen als het

gaat om samenlevingsvormen van docen-

ten en medewerkers? Wetsartikelen die

zich tot voor kort in de marges van het

recht bevonden, zoals de strafbaarstel-

ling van godslastering, staan ineens in de

spotlichten. Wanneer gaat religiekritiek

over in belediging en discriminatie?

Ook het lokaal bestuur wordt zich van reli-

gie bewust. Er zijn gemeenten die bijdra-

gen in de kosten van gebedsruimten en

er wordt samengewerkt met kerken in het

kader van de WMO. Steeds vaker komt

ook de zogenaamde ‘weigerambtenaar’

in het nieuws. Hoe komt het toch dat de

verhouding tussen te overheid en de naar

de rand van de maatschappij gedreven

kerk zo vaak prominent in het nieuws is?

Afgezien van de marginalisering van kerk

en geloof, is er toch ook nog zoiets als

scheiding van kerk en staat?

De scheiding van kerk en staat betekent

overigens geenszins dat pastoors en bis-

schoppen zich niet uit mogen spreken

over zaken die in ons parlement aan bod

komen. Dat zou ook merkwaardig zijn.

Waarom zouden een poelier, een nota-

ris en een bouwvakker wel een mening

mogen ventileren over ethische kwesties,

zoals abortus en euthanasie, en dorps-

pastoors niet. Scheiding van kerk en

Het Bisdom Den Bosch verkeert midden in een reorganisatie. Het beleidsplan waaruit het voortvloeit heeft niet alleen een pastoraal

plan met het oog op de toekomst, maar behelst evenzeer een overlevingsplan. Sommigen stellen zich de vraag of de Kerk nog toekomst heeft. Tegelijk ontwaren we ook een andere tendens:

de maatschappelijke belangstelling voor religie. Een (niet representatieve) enquete van het het Brabants Dagblad

wijst uit dat een meerderheid voor het behoud van de rooms Katholieke signatuur is van de basisscholen in Den Bosch.

Dit naar aanleiding van het voornemen van directeur Timmers van Signum, het overkoepelende bestuur van alle 24

R.K. basisscholen in deze stad. “Het opgeven van de identiteit is geen punt van discussie meer”, aldus Timmers. Hij blijkt zich te

hebben vergist.

5Bisdomblad september 20124 Bisdomblad september 2012

Page 6: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

“We hebben niet zoveel wijdelingen per jaar nodig”

Mgr. Hurkmans "We moeten onszelf blijven en trachten de samenleving te veranderen. Daarbij is het semi-

narie belangrijk, als we het hebben over ons zelf zijn en onze identiteit

bevestigen en duidelijk maken."

Mgr. Mutsaerts "Jongelui die potentieel roe-ping hebben, die moeten terecht kunnen bij

een pastoor die daarover wil vertellen. Daar kwamen in het verleden ook roepingen uit voort."

• Deschaalvergrotingbetekentookdat

mensenverderwegkomentewonenvan

hunkerken.

Mutsaerts: Dat valt enorm mee. We zijn verwend in Brabant. Dat de kerk om de hoek is, met in elk dorp een eigen kerk en een eigen pastoor, dat is al lang niet meer zo. En dat we ver weg moeten… Als mensen uit een dorp in de stad boodschappen moeten doen, is dat geen enkel probleem. Of ze nu drie kilometer moeten rijden of vijf, dat zegt ze niets. Dus de mensen die willen, die kunnen naar de Mis.

Hurkmans: Wij zijn geconfronteerd met een overdaad aan kerkgebouwen.

Mutsaerts: Die waren toen nodig, want ze zaten vol. De 90 procent die naar de kerk ging, dat getal is flink gede-cimeerd, maar de gebouwen staan er nog. Je snapt gewoon: dat klopt niet meer. Er gaan zoveel inkomsten naar het onderhoud van die gebouwen dat er voor de pastoraal niets meer overblijft en daar is het om te doen.

• 25jaarSint-Janscentrum.Zijnerindie

tijdmarkanteontwikkelingengeweest?

Hurkmans: Er is natuurlijk wat veran-derd, maar de grondlijnen zijn dezelfde gebleven. Een seminarie-opleiding betekent dat vanuit één blikveld, vanuit één visie de drie pijlers van vorming worden aangeboden: de wetenschap-pelijke, de spirituele en de menselijke. Die maken een gemeenschap en die wordt bepaald en door de studenten en de rector en door de mensen erom-heen. Ik denk dat de meest grote ver-andering is dat er eerst zusters waren en daarna geen meer. Dat stelde het gemeenschapsleven op de proef. Het vrouwelijk element in het leven is belangrijk. En een paar keer van rec-tor veranderen brengt ook telkens een nieuwe atmosfeer in de gemeenschap.

• Erwordtnuwetenschappelijksamen-

gewerktmetdepauselijkeuniversiteit

JohannesPaulusIIinKrakau.Leidtdit

totveranderingenindelesstof?

Hurkmans: Ik denk dat wij hebben geprobeerd aan de ene kant dicht bij de traditie te blijven en anderzijds het denken door de tijd niet te veronacht-zamen. Omdat we over het algemeen jonge docenten hebben, geven zij in een eigen tijdsgeest invulling aan de vakken die zij doceren. En dat kan een andere wetenschappelijke visie inte-ressant zijn, maar we blijven wel zelf doceren.

De priester is niet alleen vertegenwoor-diger van Christus, hij is ook vertegen-woordiger van de kerk en leidsman van de gemeenschap.

• Komjedoordekrimpvanhetaantal

parochiesopdenduurnietindesituatie

datmensennauwelijksmeerdeeucharis-

tiekunnenvieren?

Hurkmans: Daar moeten we voor zorgen. Kijk, een priestertekort hangt onmiddellijk samen met een gelovi-gentekort. Naarmate er gelovigen zijn, zullen er ook priesters zijn. Dat zijn communicerende vaten. Het heeft niet zoveel zin om te denken: straks zijn er geen priesters meer, dus moeten we andere diensten houden.

• Erisweleennoodzaak.Hoekunje

andersdemensenkwaliteitenmeegeven

dieindeparochieszonodigzijn?

Mutsaerts: Dat is een bisdomtaak, niet een seminarietaak. Je kunt er het gebouw voor gebruiken, maar dan nog is het geen seminarietaak.

Hurkmans: Het seminarie heeft een belangrijke plaats in het bisdom en het is ook zo dat de realiteit van de wereld de kerk aan zal pakken, maar het is ook zo dat de kerk de realiteit aan moet pakken. Wij moeten de maatschappij veranderen en niet alleen maar ach-ter de veranderingen aanlopen. We moeten onszelf blijven en trachten de samenleving te veranderen. Daarbij is het seminarie belangrijk, als we het hebben over ons zelf zijn en onze iden-titeit bevestigen en duidelijk maken.

Toch de vraag: leid je nog wel voldoende priesters op voor zelfs de 60 parochies nieuwe stijl? Moet je op den duur het seminarie niet meer gaan zien als een opleidingsinstituut dat mensen vormt voor alle mogelijke kerkelijke bedienin-gen? Is er in ons bisdom een acuut pries-tertekort? Nee, zeggen de bisschoppen Antoon Hurkmans en Rob Mutsaerts. Het aantal parochianen per priester is in 25 jaar niet veel veranderd. Maar er zijn teveel kerken.

Hurkmans: Ik denk dat we uit het verle-den een ding geleerd hebben, dat de kerk opgebouwd wordt door de Eucharistie en dat vaststaat dat de viering van de zondag de basis is van alle kerkelijk leven. En die viering is gebonden aan de priester. Voor de duidelijkheid daarover hebben wij een priesteropleiding nodig. Er zijn ook nog andere mensen nodig, maar het seminarie leidt priesters op en diakens en dat er ook nog ruimte is voor de vorming van leken betekent niet dat we de priesteropleiding laten ondergaan in een algemene vorming.

Het Sint-Janscentrum vierde op 8 september zijn 25e ver-jaardag. Het Bossche semi-narie voor priesters, de dio-

cesane opleiding voor per-manente diakens en de vor-

ming van pastorale assisten-ten, ze zijn allemaal in dit

voormalige klooster aan de Papenhulst ondergebracht. 101 priesters kregen in die jaren hun wijding, ongeveer

evenveel diakens en vrij veel pastorale assistenten rond-

den er hun vorming af. In het begin wat meer dan nu,

hoewel er vandaag twaalf priesterstudenten zijn in de

verschillende leerjaren.

7Bisdomblad september 20126 Bisdomblad september 2012

Page 7: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

“We hebben niet zoveel wijdelingen per jaar nodig”

Mgr. Hurkmans "We moeten onszelf blijven en trachten de samenleving te veranderen. Daarbij is het semi-

narie belangrijk, als we het hebben over ons zelf zijn en onze identiteit

bevestigen en duidelijk maken."

Mgr. Mutsaerts "Jongelui die potentieel roe-ping hebben, die moeten terecht kunnen bij

een pastoor die daarover wil vertellen. Daar kwamen in het verleden ook roepingen uit voort."

• Deschaalvergrotingbetekentookdat

mensenverderwegkomentewonenvan

hunkerken.

Mutsaerts: Dat valt enorm mee. We zijn verwend in Brabant. Dat de kerk om de hoek is, met in elk dorp een eigen kerk en een eigen pastoor, dat is al lang niet meer zo. En dat we ver weg moeten… Als mensen uit een dorp in de stad boodschappen moeten doen, is dat geen enkel probleem. Of ze nu drie kilometer moeten rijden of vijf, dat zegt ze niets. Dus de mensen die willen, die kunnen naar de Mis.

Hurkmans: Wij zijn geconfronteerd met een overdaad aan kerkgebouwen.

Mutsaerts: Die waren toen nodig, want ze zaten vol. De 90 procent die naar de kerk ging, dat getal is flink gede-cimeerd, maar de gebouwen staan er nog. Je snapt gewoon: dat klopt niet meer. Er gaan zoveel inkomsten naar het onderhoud van die gebouwen dat er voor de pastoraal niets meer overblijft en daar is het om te doen.

• 25jaarSint-Janscentrum.Zijnerindie

tijdmarkanteontwikkelingengeweest?

Hurkmans: Er is natuurlijk wat veran-derd, maar de grondlijnen zijn dezelfde gebleven. Een seminarie-opleiding betekent dat vanuit één blikveld, vanuit één visie de drie pijlers van vorming worden aangeboden: de wetenschap-pelijke, de spirituele en de menselijke. Die maken een gemeenschap en die wordt bepaald en door de studenten en de rector en door de mensen erom-heen. Ik denk dat de meest grote ver-andering is dat er eerst zusters waren en daarna geen meer. Dat stelde het gemeenschapsleven op de proef. Het vrouwelijk element in het leven is belangrijk. En een paar keer van rec-tor veranderen brengt ook telkens een nieuwe atmosfeer in de gemeenschap.

• Erwordtnuwetenschappelijksamen-

gewerktmetdepauselijkeuniversiteit

JohannesPaulusIIinKrakau.Leidtdit

totveranderingenindelesstof?

Hurkmans: Ik denk dat wij hebben geprobeerd aan de ene kant dicht bij de traditie te blijven en anderzijds het denken door de tijd niet te veronacht-zamen. Omdat we over het algemeen jonge docenten hebben, geven zij in een eigen tijdsgeest invulling aan de vakken die zij doceren. En dat kan een andere wetenschappelijke visie inte-ressant zijn, maar we blijven wel zelf doceren.

De priester is niet alleen vertegenwoor-diger van Christus, hij is ook vertegen-woordiger van de kerk en leidsman van de gemeenschap.

• Komjedoordekrimpvanhetaantal

parochiesopdenduurnietindesituatie

datmensennauwelijksmeerdeeucharis-

tiekunnenvieren?

Hurkmans: Daar moeten we voor zorgen. Kijk, een priestertekort hangt onmiddellijk samen met een gelovi-gentekort. Naarmate er gelovigen zijn, zullen er ook priesters zijn. Dat zijn communicerende vaten. Het heeft niet zoveel zin om te denken: straks zijn er geen priesters meer, dus moeten we andere diensten houden.

• Erisweleennoodzaak.Hoekunje

andersdemensenkwaliteitenmeegeven

dieindeparochieszonodigzijn?

Mutsaerts: Dat is een bisdomtaak, niet een seminarietaak. Je kunt er het gebouw voor gebruiken, maar dan nog is het geen seminarietaak.

Hurkmans: Het seminarie heeft een belangrijke plaats in het bisdom en het is ook zo dat de realiteit van de wereld de kerk aan zal pakken, maar het is ook zo dat de kerk de realiteit aan moet pakken. Wij moeten de maatschappij veranderen en niet alleen maar ach-ter de veranderingen aanlopen. We moeten onszelf blijven en trachten de samenleving te veranderen. Daarbij is het seminarie belangrijk, als we het hebben over ons zelf zijn en onze iden-titeit bevestigen en duidelijk maken.

Toch de vraag: leid je nog wel voldoende priesters op voor zelfs de 60 parochies nieuwe stijl? Moet je op den duur het seminarie niet meer gaan zien als een opleidingsinstituut dat mensen vormt voor alle mogelijke kerkelijke bedienin-gen? Is er in ons bisdom een acuut pries-tertekort? Nee, zeggen de bisschoppen Antoon Hurkmans en Rob Mutsaerts. Het aantal parochianen per priester is in 25 jaar niet veel veranderd. Maar er zijn teveel kerken.

Hurkmans: Ik denk dat we uit het verle-den een ding geleerd hebben, dat de kerk opgebouwd wordt door de Eucharistie en dat vaststaat dat de viering van de zondag de basis is van alle kerkelijk leven. En die viering is gebonden aan de priester. Voor de duidelijkheid daarover hebben wij een priesteropleiding nodig. Er zijn ook nog andere mensen nodig, maar het seminarie leidt priesters op en diakens en dat er ook nog ruimte is voor de vorming van leken betekent niet dat we de priesteropleiding laten ondergaan in een algemene vorming.

Het Sint-Janscentrum vierde op 8 september zijn 25e ver-jaardag. Het Bossche semi-narie voor priesters, de dio-

cesane opleiding voor per-manente diakens en de vor-

ming van pastorale assisten-ten, ze zijn allemaal in dit

voormalige klooster aan de Papenhulst ondergebracht. 101 priesters kregen in die jaren hun wijding, ongeveer

evenveel diakens en vrij veel pastorale assistenten rond-

den er hun vorming af. In het begin wat meer dan nu,

hoewel er vandaag twaalf priesterstudenten zijn in de

verschillende leerjaren.

7Bisdomblad september 20126 Bisdomblad september 2012

Page 8: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

• Ishetmoeilijkomaangoededocenten

tekomen?

Hurkmans: Studierector dr. Van Reeth, een academicus van hoog niveau, heeft daar een goede neus voor. Hij komt uit Vlaanderen, net als de rector Filip de Rijcke. Wij hebben niet alleen studen-ten uit Vlaanderen, maar ook docenten. Dat maakt het gebied waar je in kunt zoeken, wat groter.

• Alshetmetdekerkbetrokkenheidoveral

zomoeilijkis,hoekunjedanookinde

toekomstzekerzijndatjegoedemensen

blijftvinden?

Mutsaerts: Neerwaarts of opwaarts, er zit altijd weer een kentering in. Neerwaarts is nooit tot nul en opwaarts nooit tot 100 procent. Ik herken de tendensen wel, maar we moeten niet aan de jaren ‘50 blijven hangen. Dan valt alles tegen. We zitten toch in een redelijk normale tijd, als we kijken naar de kerkgeschiedenis. De kerk als min-derheid is een vrij normaal gegeven. Twintig jaar geleden zou je gezegd heb-ben: 'over twintig jaar is het helemaal afgelopen', maar de dag van vandaag leert anders.

• Isdatnietdekrachtvandespirituele

bewegingen?Bewegingenleverenook

roepingen.Alseenbisdomeengoedevoe-

dingsbodemisvoorbewegingen,danopent

hetookdedeurnaarmeerroepingen.Of

niet?

Hurkmans: Er zijn ook bisdommen die als bisdom nieuwe priesters trekken, samen soms met bewegingen, maar het zijn niet alleen bewegingen. Ik denk dat de meeste roepingen komen uit goede katholieke gezinnen. Daarom is de kerk het meest gezegend met goede gezinnen.

• Deroepingenreizenvroeger,gefacili-

teerddoorhetseminarie,brachtengroe-

penjongemensenbijelkaardieallemaal

hetgevoelhaddendatzeietsvoordekerk

wildenbetekenen.

Hurkmans: Die reizen zijn een zegen geweest en ook altijd gebleven. We heb-ben ze vastgehouden.

• Daarzitdantochindatjongemensen

elkaarvindeninhetgeloofenontdek-

ken:ikbennietalleen.Enkijkdaneens

naardehonderdduizendendienaarde

Wereldjongerendagengaan.Ikbenniet

alleen.

Hurkmans: Dat is goed, maar heel groot en met een maar dunne onder-bouwing van het geloof, dat heeft geen zin. Ik denk dat wij in onze tijd in alles, of dat nu jongerenwerk betreft of semi-naries of werkgroepen in parochies, klein moeten durven denken. Dat moe-ten we niet negatief zien, maar positief. Bescheiden, met overtuigde mensen…

Mutsaerts: … en jongelui die potentieel roeping hebben, die moeten terecht kunnen bij een pastoor die daarover wil vertellen. Daar kwamen in het verleden ook roepingen uit voort.

• Ishetgemiddeldeintellectueleniveau

vandestudentenveranderd?

Mutsaerts: Vroeger waren het eigenlijk alleen maar VWO-klanten, atheneum, gymnasium en hoger. Daar kunnen we niet helemaal aan vasthouden…

Hurkmans: Het is nu HAVO-niveau.

Mutsaerts: Maar we moeten wel het niveau bewaken, want je komt jezelf tegen als je die bagage niet hebt. Je moet kunnen doordringen in de filoso-fie en de theologie om je daar echt in te kunnen verdiepen.

• HetSint-Janscentrumhuistineenuit-

stekendeaccommodatie.Zouhetcentrum

daaromnietmeertakenaankunnen?

Hurkmans: Het basisprincipe is vanuit een gemeenschap, vanuit een leven de priesteropleiding vormgeven. Het huis moet daarop gericht zijn. Als je er teveel dingen in wilt samenbrengen, gaat dat ene verloren. Er is een span-ning tussen wat je er nog wel bij kunt doen en wat je er niet bij kunt doen. Het seminarie is altijd heel intensief gebruikt, ook door het bisdom en andere groeperingen, dus het gebouw heeft genoeg functie. Maar er moet ook stilte zijn en rust. Voor de theologie en de spiritualiteit zijn dat wezenlijke ele-menten. Het is niet alleen een beroeps-opleiding maar ook een geestelijke vorming.

• Hetaantalstudenten?

Hurkmans: We zullen dit jaar met twaalf beginnen, in alle klassen.

Mutsaerts: We zitten landelijk gezien bovenaan.

• Hoeveelwijdelingenhebjejaarlijks

nodigomhetbisdomnieuwestijl,dusmet

ca60parochies,blijvendtebemannen?

Hurkmans: Je hebt 60 parochies en als priesters 40 jaar in dienst zijn, kun je uitrekenen hoeveel je er elk jaar nodig hebt. Dat zijn er niet zoveel.

Mutsaerts: Wij zijn geen voorstanders van een kleine kerk, maar ik denk wel dat het een kleine kerk gaat worden. Als die kernen dan maar gezond zijn, dan kan er iets uit groeien. En gezond zijn begint er eigenlijk mee dat we een sacrale kerk zijn, die zorg heeft voor de mensen, die er dus op uit gaat. En… we zijn geen volkskerk meer.

Samenwerking tussen het Sint-Janscentrum en de Pauselijke Universiteit Krakau beoogt tweevoudig doel

De bijzondere aspecten, die het Sint-

Janscentrum met paus Johannes Paulus II

verbindt, heeft de emeritus-bisdomarchi-

varis rector dr J. Peijnenburg beschreven

in zijn nieuwe publicatie, die bij gelegen-

heid van het 25-jarige jubileum verschijnt1

en die een aanvulling vormt op de geschie-

denis van de Bossche priesteropleiding2.

De figuur van de Poolse paus blijft een

grote bron van inspiratie voor vele gelovi-

gen in ons bisdom, bijzonder ook voor de

talrijke jongeren die in zijn beleving van

het een priesterschap een authentieke

en aansprekende wijze van de navolging

des Heren hebben leren kennen. Deze

historische en religieuze banden tussen

paus Johannes Paulus II en het Sint-

Janscentrum hebben we nog op een ande-

re wijze willen versterken, namelijk door

een samenwerking aan te gaan met de

Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II

in Krakau.

De geschiedenis van deze universiteit is

als volgt. In Krakau bevindt zich één van

de oudste universiteiten van Europa: de

befaamde Jagiellonische Universiteit,

opgericht in 1364. Toen de Poolse com-

munistische autoriteit in 1954 trachtte de

eeuwenoude theologische faculteit van

deze universiteit op te heffen, reageerde

de toenmalige aartsbisschop van Krakau,

Karol Wojtyta, daarop met het oprichten

van een eigen theologische faculteit bin-

nen zijn grootseminarie. Deze faculteit

ontwikkelde zich tot een volwaardige

universiteit, die in 2009, onder paus

Benedictus XVI, de eervolle titel kreeg van

Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II

te Krakau. Door de samenwerking die het

Sint-Janscentrum is aangegaan met deze

universiteit, kunnen de seminaristen, na

het behalen van voldoende studieresulta-

ten en het schrijven van een volwaardige

thesis, een academische en kerkelijke

graad behalen die gelijk staat met het

Europese diploma van een MA (Master

of Arts). Tevens is er de mogelijkheid om,

door middel van de nodige pedagogische

bekwaming, een onderwijsbevoegdheid te

behalen die toegang geeft tot godsdienst-

onderricht in de hogere graad van het

middelbaar onderwijs. Deze academische

erkenning van de opleiding aan het Sint-

Janscentrum geldt overigens ook voor

priesters die in de afgelopen 25 jaren aan

het Bossche seminarie afstudeerden en

die via een vastgelegde procedure een

diploma kunnen behalen.

De samenwerking tussen het Sint-

Janscentrum en de Pauselijke Universiteit

Johannes Paulus II te Krakau beoogt

een tweevoudig doel. Enerzijds vormt de

academische standaard een garantie

voor een hoge kwaliteit van filosofisch en

theologisch onderwijs aan het Bossche

seminarie. Anderzijds willen we, door de

band met paus Johannes Paulus 11, een

duidelijke signaal geven van de theologi-

sche en kerkelijke richting waarbinnen het

Sint-Janscentrum zich situeert, en van een

duidelijk geprofileerd priesterbeeld, waar-

toe we willen opleiden.

Het 25-jarige jubileum van het Sint-

Janscentrum valt samen met het

50-jarige jubileum van het Tweede

Vaticaans Concilie. Paus Johannes

Paulus II zei in die context: "De volle-

dige heropleving van de seminaries in

de Kerk zal het beste bewijs zijn van de

voltooiing van de vernieuwing waartoe

het Concilie de Kerk heeft aangezet".3

In die geest, bezield door de zalige paus

Johannes Paulus II en verenigd met zijn

opvolger paus Benedictus XVI, willen we

aan het Bossche grootseminarie Sint-

Janscentrum priesters opleiden voor een

nieuwe lente in de Kerk van het derde

millennium.

F. De Rycke

Rector Sint-Janscentrum

1 J.W.M. Peijnenburg, Bezieler en stich-ter. Paus Johannes Paulus II, mgr. J. ter Schure sdb en de oprichting van het Sint-Janscentrum. Amsterdam, Stichting de Boog, 2012.

2 J.W.M. Peijnenburg, De lange weg van Papenhulst naar Papenhulst. Vijf eeuwen priesteropleiding in het bisdom 'sHertogen-bosch. Nijmegen: Valkhof Pers 2007.

3 Johannes Paulus 11, Brief aan de priesters op Witte Donderdag 1979 'Novo incipiente' (8 april 1979); cfr. ld., Toespraak tot de seminaristen in Philadelphia (3 oktober 1979).

Het is een opmerkelijk gegeven dat de oprichting van het Sint-Janscentrum plaats-vond in onmiddellijke aansluiting op het bezoek van paus Johannes Paulus II aan Nederland (1985).Minder dan een jaar na het pausbezoek werd de R.K. Instelling Sonnius opgericht (1986), die tot doel heeft fondsen voor de priesteropleiding in te zamelen, en kort daarop ging het seminarie zelf van start (1987).

Minder dan een jaar na het pausbezoek aan Nederland werd het Sint-Janscentrum opgericht.

9Bisdomblad september 20128 Bisdomblad september 2012

Page 9: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

• Ishetmoeilijkomaangoededocenten

tekomen?

Hurkmans: Studierector dr. Van Reeth, een academicus van hoog niveau, heeft daar een goede neus voor. Hij komt uit Vlaanderen, net als de rector Filip de Rijcke. Wij hebben niet alleen studen-ten uit Vlaanderen, maar ook docenten. Dat maakt het gebied waar je in kunt zoeken, wat groter.

• Alshetmetdekerkbetrokkenheidoveral

zomoeilijkis,hoekunjedanookinde

toekomstzekerzijndatjegoedemensen

blijftvinden?

Mutsaerts: Neerwaarts of opwaarts, er zit altijd weer een kentering in. Neerwaarts is nooit tot nul en opwaarts nooit tot 100 procent. Ik herken de tendensen wel, maar we moeten niet aan de jaren ‘50 blijven hangen. Dan valt alles tegen. We zitten toch in een redelijk normale tijd, als we kijken naar de kerkgeschiedenis. De kerk als min-derheid is een vrij normaal gegeven. Twintig jaar geleden zou je gezegd heb-ben: 'over twintig jaar is het helemaal afgelopen', maar de dag van vandaag leert anders.

• Isdatnietdekrachtvandespirituele

bewegingen?Bewegingenleverenook

roepingen.Alseenbisdomeengoedevoe-

dingsbodemisvoorbewegingen,danopent

hetookdedeurnaarmeerroepingen.Of

niet?

Hurkmans: Er zijn ook bisdommen die als bisdom nieuwe priesters trekken, samen soms met bewegingen, maar het zijn niet alleen bewegingen. Ik denk dat de meeste roepingen komen uit goede katholieke gezinnen. Daarom is de kerk het meest gezegend met goede gezinnen.

• Deroepingenreizenvroeger,gefacili-

teerddoorhetseminarie,brachtengroe-

penjongemensenbijelkaardieallemaal

hetgevoelhaddendatzeietsvoordekerk

wildenbetekenen.

Hurkmans: Die reizen zijn een zegen geweest en ook altijd gebleven. We heb-ben ze vastgehouden.

• Daarzitdantochindatjongemensen

elkaarvindeninhetgeloofenontdek-

ken:ikbennietalleen.Enkijkdaneens

naardehonderdduizendendienaarde

Wereldjongerendagengaan.Ikbenniet

alleen.

Hurkmans: Dat is goed, maar heel groot en met een maar dunne onder-bouwing van het geloof, dat heeft geen zin. Ik denk dat wij in onze tijd in alles, of dat nu jongerenwerk betreft of semi-naries of werkgroepen in parochies, klein moeten durven denken. Dat moe-ten we niet negatief zien, maar positief. Bescheiden, met overtuigde mensen…

Mutsaerts: … en jongelui die potentieel roeping hebben, die moeten terecht kunnen bij een pastoor die daarover wil vertellen. Daar kwamen in het verleden ook roepingen uit voort.

• Ishetgemiddeldeintellectueleniveau

vandestudentenveranderd?

Mutsaerts: Vroeger waren het eigenlijk alleen maar VWO-klanten, atheneum, gymnasium en hoger. Daar kunnen we niet helemaal aan vasthouden…

Hurkmans: Het is nu HAVO-niveau.

Mutsaerts: Maar we moeten wel het niveau bewaken, want je komt jezelf tegen als je die bagage niet hebt. Je moet kunnen doordringen in de filoso-fie en de theologie om je daar echt in te kunnen verdiepen.

• HetSint-Janscentrumhuistineenuit-

stekendeaccommodatie.Zouhetcentrum

daaromnietmeertakenaankunnen?

Hurkmans: Het basisprincipe is vanuit een gemeenschap, vanuit een leven de priesteropleiding vormgeven. Het huis moet daarop gericht zijn. Als je er teveel dingen in wilt samenbrengen, gaat dat ene verloren. Er is een span-ning tussen wat je er nog wel bij kunt doen en wat je er niet bij kunt doen. Het seminarie is altijd heel intensief gebruikt, ook door het bisdom en andere groeperingen, dus het gebouw heeft genoeg functie. Maar er moet ook stilte zijn en rust. Voor de theologie en de spiritualiteit zijn dat wezenlijke ele-menten. Het is niet alleen een beroeps-opleiding maar ook een geestelijke vorming.

• Hetaantalstudenten?

Hurkmans: We zullen dit jaar met twaalf beginnen, in alle klassen.

Mutsaerts: We zitten landelijk gezien bovenaan.

• Hoeveelwijdelingenhebjejaarlijks

nodigomhetbisdomnieuwestijl,dusmet

ca60parochies,blijvendtebemannen?

Hurkmans: Je hebt 60 parochies en als priesters 40 jaar in dienst zijn, kun je uitrekenen hoeveel je er elk jaar nodig hebt. Dat zijn er niet zoveel.

Mutsaerts: Wij zijn geen voorstanders van een kleine kerk, maar ik denk wel dat het een kleine kerk gaat worden. Als die kernen dan maar gezond zijn, dan kan er iets uit groeien. En gezond zijn begint er eigenlijk mee dat we een sacrale kerk zijn, die zorg heeft voor de mensen, die er dus op uit gaat. En… we zijn geen volkskerk meer.

Samenwerking tussen het Sint-Janscentrum en de Pauselijke Universiteit Krakau beoogt tweevoudig doel

De bijzondere aspecten, die het Sint-

Janscentrum met paus Johannes Paulus II

verbindt, heeft de emeritus-bisdomarchi-

varis rector dr J. Peijnenburg beschreven

in zijn nieuwe publicatie, die bij gelegen-

heid van het 25-jarige jubileum verschijnt1

en die een aanvulling vormt op de geschie-

denis van de Bossche priesteropleiding2.

De figuur van de Poolse paus blijft een

grote bron van inspiratie voor vele gelovi-

gen in ons bisdom, bijzonder ook voor de

talrijke jongeren die in zijn beleving van

het een priesterschap een authentieke

en aansprekende wijze van de navolging

des Heren hebben leren kennen. Deze

historische en religieuze banden tussen

paus Johannes Paulus II en het Sint-

Janscentrum hebben we nog op een ande-

re wijze willen versterken, namelijk door

een samenwerking aan te gaan met de

Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II

in Krakau.

De geschiedenis van deze universiteit is

als volgt. In Krakau bevindt zich één van

de oudste universiteiten van Europa: de

befaamde Jagiellonische Universiteit,

opgericht in 1364. Toen de Poolse com-

munistische autoriteit in 1954 trachtte de

eeuwenoude theologische faculteit van

deze universiteit op te heffen, reageerde

de toenmalige aartsbisschop van Krakau,

Karol Wojtyta, daarop met het oprichten

van een eigen theologische faculteit bin-

nen zijn grootseminarie. Deze faculteit

ontwikkelde zich tot een volwaardige

universiteit, die in 2009, onder paus

Benedictus XVI, de eervolle titel kreeg van

Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II

te Krakau. Door de samenwerking die het

Sint-Janscentrum is aangegaan met deze

universiteit, kunnen de seminaristen, na

het behalen van voldoende studieresulta-

ten en het schrijven van een volwaardige

thesis, een academische en kerkelijke

graad behalen die gelijk staat met het

Europese diploma van een MA (Master

of Arts). Tevens is er de mogelijkheid om,

door middel van de nodige pedagogische

bekwaming, een onderwijsbevoegdheid te

behalen die toegang geeft tot godsdienst-

onderricht in de hogere graad van het

middelbaar onderwijs. Deze academische

erkenning van de opleiding aan het Sint-

Janscentrum geldt overigens ook voor

priesters die in de afgelopen 25 jaren aan

het Bossche seminarie afstudeerden en

die via een vastgelegde procedure een

diploma kunnen behalen.

De samenwerking tussen het Sint-

Janscentrum en de Pauselijke Universiteit

Johannes Paulus II te Krakau beoogt

een tweevoudig doel. Enerzijds vormt de

academische standaard een garantie

voor een hoge kwaliteit van filosofisch en

theologisch onderwijs aan het Bossche

seminarie. Anderzijds willen we, door de

band met paus Johannes Paulus 11, een

duidelijke signaal geven van de theologi-

sche en kerkelijke richting waarbinnen het

Sint-Janscentrum zich situeert, en van een

duidelijk geprofileerd priesterbeeld, waar-

toe we willen opleiden.

Het 25-jarige jubileum van het Sint-

Janscentrum valt samen met het

50-jarige jubileum van het Tweede

Vaticaans Concilie. Paus Johannes

Paulus II zei in die context: "De volle-

dige heropleving van de seminaries in

de Kerk zal het beste bewijs zijn van de

voltooiing van de vernieuwing waartoe

het Concilie de Kerk heeft aangezet".3

In die geest, bezield door de zalige paus

Johannes Paulus II en verenigd met zijn

opvolger paus Benedictus XVI, willen we

aan het Bossche grootseminarie Sint-

Janscentrum priesters opleiden voor een

nieuwe lente in de Kerk van het derde

millennium.

F. De Rycke

Rector Sint-Janscentrum

1 J.W.M. Peijnenburg, Bezieler en stich-ter. Paus Johannes Paulus II, mgr. J. ter Schure sdb en de oprichting van het Sint-Janscentrum. Amsterdam, Stichting de Boog, 2012.

2 J.W.M. Peijnenburg, De lange weg van Papenhulst naar Papenhulst. Vijf eeuwen priesteropleiding in het bisdom 'sHertogen-bosch. Nijmegen: Valkhof Pers 2007.

3 Johannes Paulus 11, Brief aan de priesters op Witte Donderdag 1979 'Novo incipiente' (8 april 1979); cfr. ld., Toespraak tot de seminaristen in Philadelphia (3 oktober 1979).

Het is een opmerkelijk gegeven dat de oprichting van het Sint-Janscentrum plaats-vond in onmiddellijke aansluiting op het bezoek van paus Johannes Paulus II aan Nederland (1985).Minder dan een jaar na het pausbezoek werd de R.K. Instelling Sonnius opgericht (1986), die tot doel heeft fondsen voor de priesteropleiding in te zamelen, en kort daarop ging het seminarie zelf van start (1987).

Minder dan een jaar na het pausbezoek aan Nederland werd het Sint-Janscentrum opgericht.

9Bisdomblad september 20128 Bisdomblad september 2012

Page 10: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

Op feest maria geboorteDe jubileumviering van 25 jaar Sint-

Janscentrum, gehouden op het feest van Maria Geboorte, kan een geslaagde dag

worden genoemd. De 750 aanwezigen bij de eucharistieviering overtroffen ruimschoots de

verwachtingen. De kathedraal was goed gevuld met gasten uit binnen- en buitenland.

bisschop Marian Buczek (eertijds secretaris van de meest intieme vriend van paus Johannes Paulus II), nuntius Mgr. Dupuy, vertegenwoordiger van de commissaris van de Koningin Dhr. Bert Pauli, Mgr. De Jong namens de Nederlandse bisschoppen die deze dag ook bij de jubilerende Mgr. de Korte waren, en uit Polen prof. Jan Daniel Szczurek en Wojchiech Zyzak, decanen van de Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II te Krakau. Er waren afgevaar-digden van het Grootseminarie Rolduc en tal van priesters, diakens, semina-

risten, docenten en medewerkers, maar vooral ook leden van de gebedskring, weldoeners en sympathisanten. Na de eucharistieviering werden de gasten verwacht in het Theater aan de Parade voor een gezellig samenzijn bij een broodje met koffie.

De eerste voordracht werd gehouden door Mgr. Buczek, die een getuige-nis gaf van zijn contacten met paus Johannes Paulus II. Mgr. Van Calster zorgde voor de parallelvertaling.Na een intermezzo van de KISI-Kids presenteerde de voormalige archivaris dr. J. Peijnenburg zijn nieuwe boek 'Bezieler en stichter. Paus Johannes

Paulus II, Mgr. J. ter Schure sdb en de oprichting van het Sint-Janscentrum'. Hij overhandigde het eerste exemplaar van het boek aan de bisschop.Dhr. Ch. Kuijpers, voorzitter van de R.K. Instelling Sonnius en econoom van het seminarie, gaf een presentatie van enkele recente en toekomstige ontwikkelingen aan het seminarie: de voorgenomen (ver)bouwprojecten, de samenwerking met de Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II in Krakau, en de samenwerking met de KISI-Kids; die de presentatie met een tweede lied afsloten.Zuster Anima Christi verzorgde ver-volgens een lezing over roeping en

over de bezieling in het religieuze leven, waarmee zij het hart van haar gehoor wist te raken, net zoals de KISI-Kids, die met een derde lied de zaal in beweging brachten.Monseigneur Hurkmans sloot de lezin-gen af met een beschouwing over de eucharistie, het hart van de Kerk, en over priester-zijn naar het hart van de Heer (zie pag. 20). Na de aansluitende vespers konden de talrijke aanwezigen de relikwie van paus Johannes Paulus II vereren. Tot slot werd in het seminarie een kopje koffie aangeboden met échte Belgische pralines.

Om 10.30 uur vertrok de processie van bisschoppen en priesters vanuit het seminarie aan de Papenhulst naar de kathedraal. Begeleid door twee Blauwe Zusters werd door Mgr. Buczek een relikwie binnengedragen met een druppel bloed van de zalige Johannes Paulus II.In de kathedraal waren verschillende prominenten aanwezig, waaronder

St. Janscentrum viert jubileum

11Bisdomblad september 201210 Bisdomblad september 2012

Page 11: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

Op feest maria geboorteDe jubileumviering van 25 jaar Sint-

Janscentrum, gehouden op het feest van Maria Geboorte, kan een geslaagde dag

worden genoemd. De 750 aanwezigen bij de eucharistieviering overtroffen ruimschoots de

verwachtingen. De kathedraal was goed gevuld met gasten uit binnen- en buitenland.

bisschop Marian Buczek (eertijds secretaris van de meest intieme vriend van paus Johannes Paulus II), nuntius Mgr. Dupuy, vertegenwoordiger van de commissaris van de Koningin Dhr. Bert Pauli, Mgr. De Jong namens de Nederlandse bisschoppen die deze dag ook bij de jubilerende Mgr. de Korte waren, en uit Polen prof. Jan Daniel Szczurek en Wojchiech Zyzak, decanen van de Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II te Krakau. Er waren afgevaar-digden van het Grootseminarie Rolduc en tal van priesters, diakens, semina-

risten, docenten en medewerkers, maar vooral ook leden van de gebedskring, weldoeners en sympathisanten. Na de eucharistieviering werden de gasten verwacht in het Theater aan de Parade voor een gezellig samenzijn bij een broodje met koffie.

De eerste voordracht werd gehouden door Mgr. Buczek, die een getuige-nis gaf van zijn contacten met paus Johannes Paulus II. Mgr. Van Calster zorgde voor de parallelvertaling.Na een intermezzo van de KISI-Kids presenteerde de voormalige archivaris dr. J. Peijnenburg zijn nieuwe boek 'Bezieler en stichter. Paus Johannes

Paulus II, Mgr. J. ter Schure sdb en de oprichting van het Sint-Janscentrum'. Hij overhandigde het eerste exemplaar van het boek aan de bisschop.Dhr. Ch. Kuijpers, voorzitter van de R.K. Instelling Sonnius en econoom van het seminarie, gaf een presentatie van enkele recente en toekomstige ontwikkelingen aan het seminarie: de voorgenomen (ver)bouwprojecten, de samenwerking met de Pauselijke Universiteit Johannes Paulus II in Krakau, en de samenwerking met de KISI-Kids; die de presentatie met een tweede lied afsloten.Zuster Anima Christi verzorgde ver-volgens een lezing over roeping en

over de bezieling in het religieuze leven, waarmee zij het hart van haar gehoor wist te raken, net zoals de KISI-Kids, die met een derde lied de zaal in beweging brachten.Monseigneur Hurkmans sloot de lezin-gen af met een beschouwing over de eucharistie, het hart van de Kerk, en over priester-zijn naar het hart van de Heer (zie pag. 20). Na de aansluitende vespers konden de talrijke aanwezigen de relikwie van paus Johannes Paulus II vereren. Tot slot werd in het seminarie een kopje koffie aangeboden met échte Belgische pralines.

Om 10.30 uur vertrok de processie van bisschoppen en priesters vanuit het seminarie aan de Papenhulst naar de kathedraal. Begeleid door twee Blauwe Zusters werd door Mgr. Buczek een relikwie binnengedragen met een druppel bloed van de zalige Johannes Paulus II.In de kathedraal waren verschillende prominenten aanwezig, waaronder

St. Janscentrum viert jubileum

11Bisdomblad september 201210 Bisdomblad september 2012

Page 12: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

13Bisdomblad september 201212 Bisdomblad september 2012

Het Grootseminarie een opleidingsinstituut als geen ander

25 jaar geleden begreep wijlen Mgr. J.G. ter Schure al kort na zijn aanstelling,

dat het voor zijn bisdom noodzakelijk was opnieuw

te beschikken over een Grootseminarie: weldra was het Sint-Janscentrum gebo-ren en de huidige bisschop,

Mgr. Hurkmans, werd zijn eerste rector.

Waarom zou een bisschop zo gehecht zijn aan zijn seminarie? Het is, zoals Mgr. Hurkmans dat graag zegt, het hart van het bisdom en daar moeten allen die er verantwoordelijkheid voor dragen, zich steeds van bewust zijn.Toch is het moeilijk aan buitenstaan-ders precies uit te leggen, wat een priesterseminarie precies is. In feite moet men er een tijd gewerkt en vooral geleefd hebben, om dat aan te voelen. Het is vooreerst een instelling van hoger onderwijs, waar priesterkandida-ten wetenschappelijk gevormd worden in de twee jaren filosofie en vervolgens drie jaren theologie, afgerond door een stage-jaar met nog enkele prakti-sche theologische vakken. Maar het is toch ook nog veel méér dan alleen een onderwijsinstelling, omdat een semi-

narie tevens gericht is op de praktische vorming van mannen, die in staat moeten zijn te werken in de pastoraal en leiding te geven in een parochie. Maar zelfs dat zegt nog niet alles: aan een seminarie wordt ook veel aandacht besteed aan de spirituele vorming van de toekomstige priesters; het is daarom eveneens een oord van bezinning en geestelijk leven, zodat de seminaristen een gezonde priesterlijke spiritualiteit zal ontwikkelen en deze voor zijn ver-dere leven behouden. Nu behoort dit laatste niet onmiddellijk tot de verant-woordelijkheid van een studierector, maar toch kan hem dit niet onverschil-lig laten, immers: de intellectuele en de geestelijke opleiding vormen één onaf-scheidelijk geheel. Priesters moeten inderdaad, zoals men dat zegt, mannen

van Christus zijn en dat zijn mannen van één stuk. Precies daarom is een seminarie als opleidingsinstituut zo uniek en onvervangbaar. Dat wist Mgr. ter Schure.

Meer nodig dan ooitEen seminarie biedt natuurlijk in de eerste plaats een diepgaande theoreti-sche vorming. Die begint met filosofie, met een groot aantal wijsgerige vak-ken: algemene metafysica, maar ook geschiedenis van de wijsbegeerte, logi-ca, kenleer, antropologie, godsdienst-filosofie, enz. Waarom is dat allemaal nodig? – zou men kunnen opwerpen en sommige beginnende seminaris-ten vragen zich dat ook al wel eens af. Welnu, die filosofische vorming is méér nodig dan ooit. Pastor zijn is dezer dagen geen eenvoudige zaak. Wij zijn allen méér dan ooit geïnformeerd en vele, ook gewone gelovigen, hebben wel ergens een klokje horen luiden over allerlei ‘wetenschappelijke’ theorieën die hun geloof in vraag stellen. Een priester moet in staat zijn over al deze kwesties mee te praten en doordachte antwoorden kunnen formuleren. Bovendien is een wijsgerige vorming een noodzakelijke basis voor de verdere theologische studie.In deze jaren wordt een basiskennis opgebouwd van de talen van de Bijbel en van de kerkvaders: Hebreeuws, Grieks en Latijn, waarbij in onze Roomse Kerk de hoofdaandacht terecht uitgaat naar het Latijn.

De daarop volgende theologische opleiding heeft als het ware een dub-bel gelaat. Er is, wat men noemt, de ‘positieve’ vorm van theologie: degene die de teksten van de Openbaring en van de Kerk analyseert: de weten-schappelijke studie van de Bijbel (dit

is de zogenaamde ‘exegese’), van de Kerkvaders en, daarbij aansluitend, de geschiedenis van de Kerk. Anderzijds is er de speculatieve, systematische vorm van de theologie, de zogenaamde ‘fundamentele’ theologie, en zulks in al haar facetten en deelgebieden: Godsleer, Scheppingsleer, Christologie, Genadeleer, Marialogie…, maar ook moraaltheologie met daarbij een hele reeks praktische theologische vakken zoals liturgie, catechetiek, sacramen-tenleer, missiologie, Kerkelijk recht…

eVenWicHtHet is voor een studierector en voor de seminarieleiding voorwaar geen gemakkelijke taak een gezond even-wicht te vinden tussen al deze discipli-nes want, het zij gezegd, een seminarie is er niet alleen voor bollebozen. Het is en blijft toch vooral praktisch gericht op de vorming van mannen die zullen werken in het pastoraat; daarvoor staan trouwens de praktische vakken van vooral het laatste stagejaar garant (jon-gerenwerk, communicatie, vrouw en Kerk, parochiesamenwerking…). Toch moeten we er steeds zorg voor dra-gen dat onze vakken gegeven worden op een universitair niveau, omdat de bisschop aan een seminarist een ver-dere studieopdracht kan geven aan de universiteit, waar hij dan een verkorte opleiding moet kunnen volgen. Het seminarieprogramma wordt daarom afgestemd op dat van een een univer-sitaire theologische faculteit en zulks in overeenstemming met de kerkelijke voorschriften. Tussen al deze behoef-ten en vereisten moeten we voortdu-rend op zoek naar een doordacht en delicaat evenwicht, met respect voor de bewogenheid en de roeping van dege-nen die aan onze didactische zorg zijn toevertrouwd.

Zo kan de lezer begrijpen, dat een seminarie véél meer is dan een soort ‘kweekschool’, als ik die term mag gebruiken, bestemd om nieuwe pries-ters af te leveren. Het is tegelijk ook een studiecentrum, een zenuwcentrum van het bisdom, waar jonge priesters navorming krijgen en geregeld studie-dagen worden georganiseerd: een plek waar wordt nagedacht over wezenlijke geloofsvragen en over de toekomst van de Kerk in deze bewogen tijd, een tijd die zó nood heeft aan goede jonge priesters.

onderSteUnenVaak wordt er aan de gelovigen gevraagd voor roepingen te bidden en dat is natuurlijk goed en ook nodig. Maar is dat wel voldoende? We mogen de verantwoordelijkheid voor het wel-zijn van onze kerk niet zomaar van ons afschuiven. Vloeit het huidige priester-tekort ook niet voort uit wat er onder gelovigen leeft? En maken we onze gemeenschap niet vaak tot een lauwe kerk, verflauwd en zoutloos? Wij moe-ten als kerkvolk ook écht roepingen willen. Wij moeten er ons van bewust blijven dat we niet zonder priesters kúnnen. Zij zijn er nodig voor onze kerkelijke verbondenheid, want zon-der hen is er geen sacramenteel leven en worden we van God vervreemd. Daarom is het een opdracht voor iedere gelovige, onze priesterkandidaten te stimuleren, ze eens te vertellen dat we met hen verbonden zijn in gebed en ze aan te moedigen te volharden; daarom moeten wij allen ons seminarie steu-nen en samen met onze bisschop een warm hart toedragen.

J.VanReeth,

studierector

Page 13: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

13Bisdomblad september 201212 Bisdomblad september 2012

Het Grootseminarie een opleidingsinstituut als geen ander

25 jaar geleden begreep wijlen Mgr. J.G. ter Schure al kort na zijn aanstelling,

dat het voor zijn bisdom noodzakelijk was opnieuw

te beschikken over een Grootseminarie: weldra was het Sint-Janscentrum gebo-ren en de huidige bisschop,

Mgr. Hurkmans, werd zijn eerste rector.

Waarom zou een bisschop zo gehecht zijn aan zijn seminarie? Het is, zoals Mgr. Hurkmans dat graag zegt, het hart van het bisdom en daar moeten allen die er verantwoordelijkheid voor dragen, zich steeds van bewust zijn.Toch is het moeilijk aan buitenstaan-ders precies uit te leggen, wat een priesterseminarie precies is. In feite moet men er een tijd gewerkt en vooral geleefd hebben, om dat aan te voelen. Het is vooreerst een instelling van hoger onderwijs, waar priesterkandida-ten wetenschappelijk gevormd worden in de twee jaren filosofie en vervolgens drie jaren theologie, afgerond door een stage-jaar met nog enkele prakti-sche theologische vakken. Maar het is toch ook nog veel méér dan alleen een onderwijsinstelling, omdat een semi-

narie tevens gericht is op de praktische vorming van mannen, die in staat moeten zijn te werken in de pastoraal en leiding te geven in een parochie. Maar zelfs dat zegt nog niet alles: aan een seminarie wordt ook veel aandacht besteed aan de spirituele vorming van de toekomstige priesters; het is daarom eveneens een oord van bezinning en geestelijk leven, zodat de seminaristen een gezonde priesterlijke spiritualiteit zal ontwikkelen en deze voor zijn ver-dere leven behouden. Nu behoort dit laatste niet onmiddellijk tot de verant-woordelijkheid van een studierector, maar toch kan hem dit niet onverschil-lig laten, immers: de intellectuele en de geestelijke opleiding vormen één onaf-scheidelijk geheel. Priesters moeten inderdaad, zoals men dat zegt, mannen

van Christus zijn en dat zijn mannen van één stuk. Precies daarom is een seminarie als opleidingsinstituut zo uniek en onvervangbaar. Dat wist Mgr. ter Schure.

Meer nodig dan ooitEen seminarie biedt natuurlijk in de eerste plaats een diepgaande theoreti-sche vorming. Die begint met filosofie, met een groot aantal wijsgerige vak-ken: algemene metafysica, maar ook geschiedenis van de wijsbegeerte, logi-ca, kenleer, antropologie, godsdienst-filosofie, enz. Waarom is dat allemaal nodig? – zou men kunnen opwerpen en sommige beginnende seminaris-ten vragen zich dat ook al wel eens af. Welnu, die filosofische vorming is méér nodig dan ooit. Pastor zijn is dezer dagen geen eenvoudige zaak. Wij zijn allen méér dan ooit geïnformeerd en vele, ook gewone gelovigen, hebben wel ergens een klokje horen luiden over allerlei ‘wetenschappelijke’ theorieën die hun geloof in vraag stellen. Een priester moet in staat zijn over al deze kwesties mee te praten en doordachte antwoorden kunnen formuleren. Bovendien is een wijsgerige vorming een noodzakelijke basis voor de verdere theologische studie.In deze jaren wordt een basiskennis opgebouwd van de talen van de Bijbel en van de kerkvaders: Hebreeuws, Grieks en Latijn, waarbij in onze Roomse Kerk de hoofdaandacht terecht uitgaat naar het Latijn.

De daarop volgende theologische opleiding heeft als het ware een dub-bel gelaat. Er is, wat men noemt, de ‘positieve’ vorm van theologie: degene die de teksten van de Openbaring en van de Kerk analyseert: de weten-schappelijke studie van de Bijbel (dit

is de zogenaamde ‘exegese’), van de Kerkvaders en, daarbij aansluitend, de geschiedenis van de Kerk. Anderzijds is er de speculatieve, systematische vorm van de theologie, de zogenaamde ‘fundamentele’ theologie, en zulks in al haar facetten en deelgebieden: Godsleer, Scheppingsleer, Christologie, Genadeleer, Marialogie…, maar ook moraaltheologie met daarbij een hele reeks praktische theologische vakken zoals liturgie, catechetiek, sacramen-tenleer, missiologie, Kerkelijk recht…

eVenWicHtHet is voor een studierector en voor de seminarieleiding voorwaar geen gemakkelijke taak een gezond even-wicht te vinden tussen al deze discipli-nes want, het zij gezegd, een seminarie is er niet alleen voor bollebozen. Het is en blijft toch vooral praktisch gericht op de vorming van mannen die zullen werken in het pastoraat; daarvoor staan trouwens de praktische vakken van vooral het laatste stagejaar garant (jon-gerenwerk, communicatie, vrouw en Kerk, parochiesamenwerking…). Toch moeten we er steeds zorg voor dra-gen dat onze vakken gegeven worden op een universitair niveau, omdat de bisschop aan een seminarist een ver-dere studieopdracht kan geven aan de universiteit, waar hij dan een verkorte opleiding moet kunnen volgen. Het seminarieprogramma wordt daarom afgestemd op dat van een een univer-sitaire theologische faculteit en zulks in overeenstemming met de kerkelijke voorschriften. Tussen al deze behoef-ten en vereisten moeten we voortdu-rend op zoek naar een doordacht en delicaat evenwicht, met respect voor de bewogenheid en de roeping van dege-nen die aan onze didactische zorg zijn toevertrouwd.

Zo kan de lezer begrijpen, dat een seminarie véél meer is dan een soort ‘kweekschool’, als ik die term mag gebruiken, bestemd om nieuwe pries-ters af te leveren. Het is tegelijk ook een studiecentrum, een zenuwcentrum van het bisdom, waar jonge priesters navorming krijgen en geregeld studie-dagen worden georganiseerd: een plek waar wordt nagedacht over wezenlijke geloofsvragen en over de toekomst van de Kerk in deze bewogen tijd, een tijd die zó nood heeft aan goede jonge priesters.

onderSteUnenVaak wordt er aan de gelovigen gevraagd voor roepingen te bidden en dat is natuurlijk goed en ook nodig. Maar is dat wel voldoende? We mogen de verantwoordelijkheid voor het wel-zijn van onze kerk niet zomaar van ons afschuiven. Vloeit het huidige priester-tekort ook niet voort uit wat er onder gelovigen leeft? En maken we onze gemeenschap niet vaak tot een lauwe kerk, verflauwd en zoutloos? Wij moe-ten als kerkvolk ook écht roepingen willen. Wij moeten er ons van bewust blijven dat we niet zonder priesters kúnnen. Zij zijn er nodig voor onze kerkelijke verbondenheid, want zon-der hen is er geen sacramenteel leven en worden we van God vervreemd. Daarom is het een opdracht voor iedere gelovige, onze priesterkandidaten te stimuleren, ze eens te vertellen dat we met hen verbonden zijn in gebed en ze aan te moedigen te volharden; daarom moeten wij allen ons seminarie steu-nen en samen met onze bisschop een warm hart toedragen.

J.VanReeth,

studierector

Page 14: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

IndewijngaardvandeHeerleveren allerlei werkers hun deelIn de schoolbanken van het Sint-Janscentrum hebben de afgelopen vijfentwintig jaar al heel wat mensen plaatsge-nomen. En lang niet altijd voor de opleiding tot het pries-

terschap. God roept mensen tot veel meer soorten van dienstbaarheid aan Hem en zijn Kerk. Minke Bozuma

werd pastoraal assistent en Ton Schepens ontving de wijding tot permanent diaken.

“Jij zou nou de geloofscursus op het Sint-Janscentrum moeten doen. Dat is echt iets voor jou. Dat zei een paar jaar terug mijn pastoor tegen mij. En ik dacht ‘Oké dan’.” Aan het woord is Minke Bozuwa (65). Thuis, in Eindhoven-Stratum, komt in het gesprek met de rustige Minke steeds duidelijker naar voren dat God een plan met hem had, al heel lang.

Minkes verhaal is bijzonder. Als jonge vent was hij jarenlang beroepsmilitair tot hij voor 100 % werd afgekeurd. “Dan stort je hele wereld in. We zaten met een gezin met kleine kinderen en ik kon niets. In de loop van de jaren ben ik gaan inzien dat er geen toeval bestaat. Ook die afkeuring was geen toeval. Het was het keerpunt in mijn leven. Pas daarna ben ik mijn geloof bewuster gaan leven en is het een steeds rijker geloof geworden. En dat heeft me een blij en sterk mens gemaakt.”

Voor Minke staat vast dat zijn diepere kennismaking met de Eucharistie en met Maria die rijkdom en blijdschap hebben gebracht. Hij is al jaren zeer

“Ik ben echt blij dat wij in het bis-dom afgelopen jaren het geluk hebben gehad dat zoveel mannen zich gegre-pen weten door Christus, dat willen verkondigen en zich aanmelden voor de diakenopleiding.” Ton Schepens is permanent diaken in Helmond en opleidingscoördinator van de diakenop-leiding van dit bisdom, die ook aan het Sint-Janscentrum plaatsvindt.

Het is wel duidelijk dat Ton Schepens zelf ook gegrepen is door de persoon-lijke liefde van de barmhartige God. Zonder de obstakels en valkuilen die diakens tegenkomen uit het oog te verliezen, vertelt hij gedreven en vol enthousiasme over het diaken-schap. “Het is het mooiste ambt dat er bestaat!” De opleiding tot perma-

“Ik heb gemerkt, en dat geldt vast niet alleen voor mij, dat ik mijn zending als pastoraal assistent heb ontvangen in een tijdsgewricht waarin de fusies alle aandacht opeisen. Concreet betekent het dat er niet voldoende tijd is een pastoraal assistent goed te begeleiden. Ik zou voor de toekomst wensen dat ik in de fusieparochie een duidelijke taak krijg die ik ook kan uitvoeren, onder-steund door de parochiepriester. En, heel belangrijk, ik hoop voor de toe-komst dat we inzien dat we het sámen moeten doen, dat we elkaar nodig hebben. Het kunnen werken als pas-toraal assistent moet voor mij dus nog gestructureerd worden, maar ik heb er alle vertrouwen in.”

“Binnen de ‘nieuwe parochies’ zou-den alle leden van een pastoraal team - priesters, diaken en pastoraal wer-kenden – complementair aan elkaar moeten zijn. Het hele werkveld van liturgie, catechese, kerkopbouw en diaconie moet worden bestreken, maar ieder moet dat doen met zijn eigen kwaliteiten. Een diaken is daarom zo belangrijk, omdat hij ertoe kan bijdragen dat de geloofsbeleving in totaal beleefd wordt en niet alleen in het kerkgebouw. Je moet dus respect hebben voor elkaars mogelijkheden en onmogelijkheden. En dat is een prach-tige uitdaging voor de toekomst, waar ik hoop dat nog steeds mannen het fijn vinden, met hun gezin, te werken in Gods wijngaard.”

YvonneKoopman-Snep

Wiezichwillateninformerennaarde

opleidingsmogelijkhedenaanhetSint-

Janscentrum,kanuitgebreideinformatie

vindenopdesitewww.sint-janscentrum.nl.

Daarstaanookdecontacgegevensvande

diverseopleidingen.

actief betrokken bij het organiseren van bedevaarten naar Kevelaer en Lourdes. Het was eigenlijk een logische stap om na de geloofscursus ook de opleiding tot pastoraal assistent te doen. “Dit gaf echt diepgang en ik heb er veel geleerd. Vorig jaar heb ik de zending ontvangen van mgr. Hurkmans voor pastoraal assistent in de Sint-Jorisparochie in Eindhoven met als taakveld diaconie en kerkopbouw. En dan sta je daar: waar moet je beginnen?”

“Doordat ik veel heb meegemaakt in mijn leven, kan ik goed praten met mensen. Ik merk dat bijvoorbeeld veel ouderen en alleenstaanden behoefte hebben aan een luisterend oor. Daarvoor wil ik een bezoekersgroep oprichten. Sinds een maand werken de nieuwe diaken en ik, naast de vele vrijwilligers, in het ‘Steunpunt nood-opvang materiële zaken’. Je kunt er concreet mensen helpen en komt vaak tot gesprek. En door contacten die ik al jaren heb met een opvanghuis voor aidspatiënten in Johannesburg, kun-nen we als parochie ook aan de missie bijdragen.”

nent diaken in het bisdom bestaat bijna vanaf het begin van het Sint-Janscentrum. “In al die jaren zijn ongeveer 90 diakens opgeleid, van wie er ongeveer 60 momenteel actief zijn. Onder hen bevinden zich fulltime dia-ken die bezoldigd zijn, maar het over-grote deel van hen is onbezoldigd en doet het naast een baan. Ik heb enorme waardering voor de diakens, zeker de onbezoldigde, die altijd worstelen met tijd: je hebt je gezin, je werk, en de Kerk.”

“Diakens zijn mannen die een hart hebben voor andere mensen en Jezus Christus tegenwoordig stellen in de maatschappij. Je komt dan bij taken als ziekenbezoek, rouwverwerking, MOV, woonwagenpastoraat enz. Het is een absolute voorwaarde dat je jezelf dienstbaar opstelt en beschikbaar wilt zijn waartoe Jezus je roept. Je leven moet natuurlijk gevoed worden vanuit de Eucharistie, de band met Christus. Diakenschap is de ambt van de dienst-baarheid. Het geeft zoveel kansen te vertellen en delen hoe mooi en blij ons geloof is.”

15Bisdomblad september 201214 Bisdomblad september 2012

Minke Bozuma >> << Ton Schepens

Page 15: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

IndewijngaardvandeHeerleveren allerlei werkers hun deelIn de schoolbanken van het Sint-Janscentrum hebben de afgelopen vijfentwintig jaar al heel wat mensen plaatsge-nomen. En lang niet altijd voor de opleiding tot het pries-

terschap. God roept mensen tot veel meer soorten van dienstbaarheid aan Hem en zijn Kerk. Minke Bozuma

werd pastoraal assistent en Ton Schepens ontving de wijding tot permanent diaken.

“Jij zou nou de geloofscursus op het Sint-Janscentrum moeten doen. Dat is echt iets voor jou. Dat zei een paar jaar terug mijn pastoor tegen mij. En ik dacht ‘Oké dan’.” Aan het woord is Minke Bozuwa (65). Thuis, in Eindhoven-Stratum, komt in het gesprek met de rustige Minke steeds duidelijker naar voren dat God een plan met hem had, al heel lang.

Minkes verhaal is bijzonder. Als jonge vent was hij jarenlang beroepsmilitair tot hij voor 100 % werd afgekeurd. “Dan stort je hele wereld in. We zaten met een gezin met kleine kinderen en ik kon niets. In de loop van de jaren ben ik gaan inzien dat er geen toeval bestaat. Ook die afkeuring was geen toeval. Het was het keerpunt in mijn leven. Pas daarna ben ik mijn geloof bewuster gaan leven en is het een steeds rijker geloof geworden. En dat heeft me een blij en sterk mens gemaakt.”

Voor Minke staat vast dat zijn diepere kennismaking met de Eucharistie en met Maria die rijkdom en blijdschap hebben gebracht. Hij is al jaren zeer

“Ik ben echt blij dat wij in het bis-dom afgelopen jaren het geluk hebben gehad dat zoveel mannen zich gegre-pen weten door Christus, dat willen verkondigen en zich aanmelden voor de diakenopleiding.” Ton Schepens is permanent diaken in Helmond en opleidingscoördinator van de diakenop-leiding van dit bisdom, die ook aan het Sint-Janscentrum plaatsvindt.

Het is wel duidelijk dat Ton Schepens zelf ook gegrepen is door de persoon-lijke liefde van de barmhartige God. Zonder de obstakels en valkuilen die diakens tegenkomen uit het oog te verliezen, vertelt hij gedreven en vol enthousiasme over het diaken-schap. “Het is het mooiste ambt dat er bestaat!” De opleiding tot perma-

“Ik heb gemerkt, en dat geldt vast niet alleen voor mij, dat ik mijn zending als pastoraal assistent heb ontvangen in een tijdsgewricht waarin de fusies alle aandacht opeisen. Concreet betekent het dat er niet voldoende tijd is een pastoraal assistent goed te begeleiden. Ik zou voor de toekomst wensen dat ik in de fusieparochie een duidelijke taak krijg die ik ook kan uitvoeren, onder-steund door de parochiepriester. En, heel belangrijk, ik hoop voor de toe-komst dat we inzien dat we het sámen moeten doen, dat we elkaar nodig hebben. Het kunnen werken als pas-toraal assistent moet voor mij dus nog gestructureerd worden, maar ik heb er alle vertrouwen in.”

“Binnen de ‘nieuwe parochies’ zou-den alle leden van een pastoraal team - priesters, diaken en pastoraal wer-kenden – complementair aan elkaar moeten zijn. Het hele werkveld van liturgie, catechese, kerkopbouw en diaconie moet worden bestreken, maar ieder moet dat doen met zijn eigen kwaliteiten. Een diaken is daarom zo belangrijk, omdat hij ertoe kan bijdragen dat de geloofsbeleving in totaal beleefd wordt en niet alleen in het kerkgebouw. Je moet dus respect hebben voor elkaars mogelijkheden en onmogelijkheden. En dat is een prach-tige uitdaging voor de toekomst, waar ik hoop dat nog steeds mannen het fijn vinden, met hun gezin, te werken in Gods wijngaard.”

YvonneKoopman-Snep

Wiezichwillateninformerennaarde

opleidingsmogelijkhedenaanhetSint-

Janscentrum,kanuitgebreideinformatie

vindenopdesitewww.sint-janscentrum.nl.

Daarstaanookdecontacgegevensvande

diverseopleidingen.

actief betrokken bij het organiseren van bedevaarten naar Kevelaer en Lourdes. Het was eigenlijk een logische stap om na de geloofscursus ook de opleiding tot pastoraal assistent te doen. “Dit gaf echt diepgang en ik heb er veel geleerd. Vorig jaar heb ik de zending ontvangen van mgr. Hurkmans voor pastoraal assistent in de Sint-Jorisparochie in Eindhoven met als taakveld diaconie en kerkopbouw. En dan sta je daar: waar moet je beginnen?”

“Doordat ik veel heb meegemaakt in mijn leven, kan ik goed praten met mensen. Ik merk dat bijvoorbeeld veel ouderen en alleenstaanden behoefte hebben aan een luisterend oor. Daarvoor wil ik een bezoekersgroep oprichten. Sinds een maand werken de nieuwe diaken en ik, naast de vele vrijwilligers, in het ‘Steunpunt nood-opvang materiële zaken’. Je kunt er concreet mensen helpen en komt vaak tot gesprek. En door contacten die ik al jaren heb met een opvanghuis voor aidspatiënten in Johannesburg, kun-nen we als parochie ook aan de missie bijdragen.”

nent diaken in het bisdom bestaat bijna vanaf het begin van het Sint-Janscentrum. “In al die jaren zijn ongeveer 90 diakens opgeleid, van wie er ongeveer 60 momenteel actief zijn. Onder hen bevinden zich fulltime dia-ken die bezoldigd zijn, maar het over-grote deel van hen is onbezoldigd en doet het naast een baan. Ik heb enorme waardering voor de diakens, zeker de onbezoldigde, die altijd worstelen met tijd: je hebt je gezin, je werk, en de Kerk.”

“Diakens zijn mannen die een hart hebben voor andere mensen en Jezus Christus tegenwoordig stellen in de maatschappij. Je komt dan bij taken als ziekenbezoek, rouwverwerking, MOV, woonwagenpastoraat enz. Het is een absolute voorwaarde dat je jezelf dienstbaar opstelt en beschikbaar wilt zijn waartoe Jezus je roept. Je leven moet natuurlijk gevoed worden vanuit de Eucharistie, de band met Christus. Diakenschap is de ambt van de dienst-baarheid. Het geeft zoveel kansen te vertellen en delen hoe mooi en blij ons geloof is.”

15Bisdomblad september 201214 Bisdomblad september 2012

Minke Bozuma >> << Ton Schepens

Page 16: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

1991: Groepsfoto van de semi-

naristen van het Sint-Janscentrum

met mgr. J. ter Schure. Rechts naast

Mgr. ter Schure zit spirituaal pater

J. Groenen m.s.c., aan de linkerzijde

Mgr. A. Hurkmans (toen rector van het

centrum) en prof. S. van Calster.

1995: Mgr. ter Schure zegent

in de vroege morgen een groep jonge-

mannen die op 'roepingenreis' gaan.

Menig priesterkandidaat kwam op deze

manier in contact met het Bossche

seminarie.

1987: Met een door bisschop

Ter Schure geleide gebedsdienst in de

kapel, het centrum van het seminarie,

werd in de avond van Allerheiligen

1987 het nieuwe Sint-Janscentrum in

gebruikgenomen. Na de viering zegen-

de de bisschop enkele vertrekken.

1998: Inmiddels zijn er sinds

de oprichting van het Sint-Janscentrum

100 priesters gewijd vanuit dit semi-

narie. Ieder jaar, met uitzondering van

2005, werden er in de kathedraal man-

nen tot priester gewijd, in 1998 zelf 8

tegelijk.

2000: Repetities van

enkele (oud)-seminaristen van het

Sint-Janscentrum voor de opname van

de cd Dypso die bij gelegenheid van

het 12 1/2-jarig bestaan van het semi-

narie werd uitgebracht en waarvan

de opbrengst ten goed kwam van het

Sonnius Priesterfonds.

2000: Sinds 1987 zijn in het

bisdom Den Bosch een kleine negentig

permanent diakens gewijd. De meeste

van hen zijn ook nu nog actief in de

parochie of in het categoriale pastoraat,

zoals de zorgsector.

1987: Met een 9 studen-

ten, waarvan 3 eerstejaars, werd op

1 november het Sint-Janscentrum in

gebruik genomen. Een half jaar daar-

voor had Mgr. Ter Schure de jonge

pastoor A. Hurkmans (foto links) uit

Waalwijk benoemd tot rector.

Hetseminariedoor de jaren heen

1997: Toen het Sint-

Janscentrum haar tienjarig bestaan

herdacht, werd dat feest opgeluisterd

met een imposante tentoonstelling van

kerkelijke kunst uit het hele bisdom

rond de heilige Johannes Evangelist,

patroon van het bisdom Den Bosch,

zoals het toen nog heette.

2007Het seminarie is een

opleidingscentrum, maar ook meer

dan dat alleen. De studenten worden er

gevormd tot mannen van God en die-

naren van de Kerk. Studie is belangrijk

maar geen doel apart.

17Bisdomblad september 2012

Page 17: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

1991: Groepsfoto van de semi-

naristen van het Sint-Janscentrum

met mgr. J. ter Schure. Rechts naast

Mgr. ter Schure zit spirituaal pater

J. Groenen m.s.c., aan de linkerzijde

Mgr. A. Hurkmans (toen rector van het

centrum) en prof. S. van Calster.

1995: Mgr. ter Schure zegent

in de vroege morgen een groep jonge-

mannen die op 'roepingenreis' gaan.

Menig priesterkandidaat kwam op deze

manier in contact met het Bossche

seminarie.

1987: Met een door bisschop

Ter Schure geleide gebedsdienst in de

kapel, het centrum van het seminarie,

werd in de avond van Allerheiligen

1987 het nieuwe Sint-Janscentrum in

gebruikgenomen. Na de viering zegen-

de de bisschop enkele vertrekken.

1998: Inmiddels zijn er sinds

de oprichting van het Sint-Janscentrum

100 priesters gewijd vanuit dit semi-

narie. Ieder jaar, met uitzondering van

2005, werden er in de kathedraal man-

nen tot priester gewijd, in 1998 zelf 8

tegelijk.

2000: Repetities van

enkele (oud)-seminaristen van het

Sint-Janscentrum voor de opname van

de cd Dypso die bij gelegenheid van

het 12 1/2-jarig bestaan van het semi-

narie werd uitgebracht en waarvan

de opbrengst ten goed kwam van het

Sonnius Priesterfonds.

2000: Sinds 1987 zijn in het

bisdom Den Bosch een kleine negentig

permanent diakens gewijd. De meeste

van hen zijn ook nu nog actief in de

parochie of in het categoriale pastoraat,

zoals de zorgsector.

1987: Met een 9 studen-

ten, waarvan 3 eerstejaars, werd op

1 november het Sint-Janscentrum in

gebruik genomen. Een half jaar daar-

voor had Mgr. Ter Schure de jonge

pastoor A. Hurkmans (foto links) uit

Waalwijk benoemd tot rector.

Hetseminariedoor de jaren heen

1997: Toen het Sint-

Janscentrum haar tienjarig bestaan

herdacht, werd dat feest opgeluisterd

met een imposante tentoonstelling van

kerkelijke kunst uit het hele bisdom

rond de heilige Johannes Evangelist,

patroon van het bisdom Den Bosch,

zoals het toen nog heette.

2007Het seminarie is een

opleidingscentrum, maar ook meer

dan dat alleen. De studenten worden er

gevormd tot mannen van God en die-

naren van de Kerk. Studie is belangrijk

maar geen doel apart.

17Bisdomblad september 2012

Page 18: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

Een eigen diocesaan Een eigen diocesaan seminarie: waarom en hoe ?

In 1967 sloot het groot-seminarie van ons bisdom in Haaren zijn deuren. Datzelfde gebeurde in die dagen in tientallen andere bis-dommen, orden en congregaties. Wie over priester worden dacht, zou naar een theologische faculteit moeten gaan, om zich vervol-gens bij het bisdom aan te melden en na enige diocesane toelei-ding tot priester gewijd te worden. Die oplossing was goedkoper en efficiënter. Je kon gebruik maken van door de staat betaalde

studiebeurzen. Concentratie in landelijke centra bood meer kans tot kwalitatief hoogstaand onderwijs. Het paste in de rationaliteit

van de zestiger jaren en de naconciliaire vitaliteit.

wat nieuwe priesters hebben”. Na ruim

een jaar voorbereiding, waar ik intensief

bij betrokken was, begint in het najaar

van 1987 het nieuwe Bossche diocesane

seminarie. Wat wordt beoogd?

doelStellingenAllereerst zorgen voor een gedegen

wijsgerig en theologisch onderricht, aan-

sluitend bij de teksten van het tweede

Vaticaans concilie. Dei Verbum, over de

openbaring, biedt een fundament voor

een vernieuwde en tevens in de traditie

verankerde bestudering va de Schrift,

Lumen Gentium legt het fundament voor

een zicht op de Kerk – haar wezen en

haar sacramenten - waarin het goddelijke

en het menselijke met elkaar in balans

zijn. Daarnaast een pastorale vorming,

vooral in de laatste jaren nadat de the-

ologische basis gelegd en uitgezuiverd

is, die vakmatig verantwoord is en met

openheid voor de ontwikkelingen van

mens en maatschappij. Dat alles met lief-

de voor de Kerk wereldwijd en met betrok-

kenheid bij het eigen bisdom. Deelname

aan de Wereldjongerendagen, voor elke

generatie een bezoek aan de opvolger

van Petrus, regelmatig contact met de

eigen bisschop en excursies naar pas-

torale ervaringsplaatsen in het bisdom

zijn daarvan een wezenlijk onderdeel.

Jonge mannen dienen er mee vertrouwd

raken dat het priesterschap allereerst

een levensstaat is, een wijze van bestaan

gedragen door een unieke relatie met

Jezus Christus en Zijn Kerk. Op grond

daarvan groeit intense meelevendheid

ten aanzien van de mensen wier pad zij

kruisen.

De verworteling in de nagenoeg dage-

lijkse Eucharistie en het vertrouwd raken

met het Getijdengebed horen daar nood-

zakelijk bij. Het leven gedurende enkele

jaren in een gemeenschap van collega’s

die zich door dezelfde roeping aangespro-

ken weten, is daarbij van groot belang.

Dat schept, met erkenning van onder-

linge verschillen, een band met elkaar

en oefent gemeenschapszin. Het draagt

ook bij aan het vertrouwd raken met een

evenwichtige celibaatsbeleving, waarbij

men op harmonische wijze leert omgaan

met vrouwen en mannen, zonder wereld-

vreemd te zijn, wetend dat we als pries-

ters in een kleine Kerk marginaal (zullen)

zijn in onze samenleving.

concretiSeringHet is de bedoeling dat men geleidelijk

ingroeit in een leven als priester dat wars

is van clericalisme – een levensstijl die

uiterlijke vormen verabsoluteert – en van

functionalisme – te sterke nadruk op het

pastoraat als beroep. De krachtlijnen van

de z.g. ‘Franse School’ van Pierre Bérulle

en het devote humanisme van Fransiscus

van Sales (patroon van het vroegere

groot-seminarie) kunnen hierbij inspire-

ren. Een eigentijdse verwerking van de

‘Devotio Moderna’ eveneens. De priester

is dan een mens van gebed en een ziel-

zorger, maar tevens iemand die intens

mee leeft met de droefheid en vreugde

van al zijn tochtgenoten.

Deze priesterlijke vorming wordt vandaag

gedragen door een positief katholiek

mensbeeld, wat in vele kerkelijke docu-

menten naar voren is gebracht. Men

kan daarbij denken aan de waardering

voor huwelijk en seksualiteit als kost-

bare gaven van God en als uitdagende

opdracht voor de mens. Of aan de eigen-

heid van de vrouw, die geroepen is om

op vele wijzen levenschenkend te zijn,

maar antropologisch niet bestemd is voor

het priesterschap. De liturgie moet in

die vormingsperiode ontdekt en beleefd

worden als eredienst van onze Kerk, om

dieper vervuld te raken van het mysterie

van Jezus Christus en om vandaar uit

te zoeken naar mogelijkheden van een

doorleefde menselijke betrokkenheid. Dat

betekent: geen rubricisme en geen vrije

improvisatie, maar gericht op een sfeer

van waardigheid en ontspannenheid.

Deze integratie van studie, pastorale vor-

ming en gemeenschap is van belang voor

onze diocesane Kerk.

toekoMStBekwame docenten vinden is moeilijk,

maar niet onmogelijk, zeker als men

over de grenzen kijkt en eventueel met

andere instanties samen werkt. Het blijft

nodig dat enkele jonge priesters in het

buitenland een vervolgstudie maken.

Waarschijnlijk zal ons seminarie voorlo-

pig tamelijk klein blijven. Toch lijkt het

belangrijk om het – misschien tegen de

verdrukking in – te handhaven. De leefge-

meenschap zou versterkt moeten kunnen

worden met enkele vrouwelijke religieuzen

– mogelijk van overzee. Dan beschikt het

diocees over een vormingsplek, gedragen

door een vitale leefgemeenschap.

Het is goed dat priesteropleiding, vorming

tot permanent diaken en van pastorale

assistenten met elkaar verbonden zijn.

De korte lijn tussen kathedraal, bisdom-

leiding, vormingscentrum is zowel

praktisch als symbolisch. Met een biblio-

theek, nu en dan bezinning- en ontmoe-

tingsdagen, kortom een ‘tweede thuis’

voor priesters en vele anderen. Dat is

belangrijk voor de identiteit van het bis-

dom en is een teken van hoop voor de

Kerk in de toekomst.

drs. J. Schröder pr.

Johannes Paulus II, een nieuwe aandacht

voor de specifieke priesteropleiding. Het

aantal wijdingen voor ons bisdom was in

deze decennia zeer beperkt. Bisschop

Johannes ter Schure sdb moet rond zijn

installatie op 9 maart 1985 gezegd heb-

ben: “Ik heb twee theologische facultei-

ten in mijn bisdom, maar ik moet eens

In 1974 opende het bisdom Roermond

op Rolduc in Kerkrade een eigen semi-

narie, waar meerdere mensen ‘van

ons’ zaten. In 1979 begon in Utrecht

het Ariënsconvict ten dienste van het

aartsbisdom en het bisdom Groningen.

De Bijzondere Synode van 1980 in

Rome bepleitte, onder leiding van paus

Tussen 1839 tot 1967 was Haaren het Groot-Seminarie van het bisdom Den Bosch. Rond 1600 was de priesteropleiding nog in de stad zelf gehuisvest. Na 1629 verdween de opleiding naar Leuven om pas in 1798 weer terug te komen. Al snel verdreef wateroverlast het Bossche seminarie naar Herlaer in Sint-Michielsgestel, waar de opleiding tot 1833 was gevestigd. Ruimtenood dwong de Apostolisch Vicaris op zoek te gaan naar een nieuwe locatie en die vond hij in Haaren.

19Bisdomblad september 201218 Bisdomblad september 2012

Page 19: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

Een eigen diocesaan Een eigen diocesaan seminarie: waarom en hoe ?

In 1967 sloot het groot-seminarie van ons bisdom in Haaren zijn deuren. Datzelfde gebeurde in die dagen in tientallen andere bis-dommen, orden en congregaties. Wie over priester worden dacht, zou naar een theologische faculteit moeten gaan, om zich vervol-gens bij het bisdom aan te melden en na enige diocesane toelei-ding tot priester gewijd te worden. Die oplossing was goedkoper en efficiënter. Je kon gebruik maken van door de staat betaalde

studiebeurzen. Concentratie in landelijke centra bood meer kans tot kwalitatief hoogstaand onderwijs. Het paste in de rationaliteit

van de zestiger jaren en de naconciliaire vitaliteit.

wat nieuwe priesters hebben”. Na ruim

een jaar voorbereiding, waar ik intensief

bij betrokken was, begint in het najaar

van 1987 het nieuwe Bossche diocesane

seminarie. Wat wordt beoogd?

doelStellingenAllereerst zorgen voor een gedegen

wijsgerig en theologisch onderricht, aan-

sluitend bij de teksten van het tweede

Vaticaans concilie. Dei Verbum, over de

openbaring, biedt een fundament voor

een vernieuwde en tevens in de traditie

verankerde bestudering va de Schrift,

Lumen Gentium legt het fundament voor

een zicht op de Kerk – haar wezen en

haar sacramenten - waarin het goddelijke

en het menselijke met elkaar in balans

zijn. Daarnaast een pastorale vorming,

vooral in de laatste jaren nadat de the-

ologische basis gelegd en uitgezuiverd

is, die vakmatig verantwoord is en met

openheid voor de ontwikkelingen van

mens en maatschappij. Dat alles met lief-

de voor de Kerk wereldwijd en met betrok-

kenheid bij het eigen bisdom. Deelname

aan de Wereldjongerendagen, voor elke

generatie een bezoek aan de opvolger

van Petrus, regelmatig contact met de

eigen bisschop en excursies naar pas-

torale ervaringsplaatsen in het bisdom

zijn daarvan een wezenlijk onderdeel.

Jonge mannen dienen er mee vertrouwd

raken dat het priesterschap allereerst

een levensstaat is, een wijze van bestaan

gedragen door een unieke relatie met

Jezus Christus en Zijn Kerk. Op grond

daarvan groeit intense meelevendheid

ten aanzien van de mensen wier pad zij

kruisen.

De verworteling in de nagenoeg dage-

lijkse Eucharistie en het vertrouwd raken

met het Getijdengebed horen daar nood-

zakelijk bij. Het leven gedurende enkele

jaren in een gemeenschap van collega’s

die zich door dezelfde roeping aangespro-

ken weten, is daarbij van groot belang.

Dat schept, met erkenning van onder-

linge verschillen, een band met elkaar

en oefent gemeenschapszin. Het draagt

ook bij aan het vertrouwd raken met een

evenwichtige celibaatsbeleving, waarbij

men op harmonische wijze leert omgaan

met vrouwen en mannen, zonder wereld-

vreemd te zijn, wetend dat we als pries-

ters in een kleine Kerk marginaal (zullen)

zijn in onze samenleving.

concretiSeringHet is de bedoeling dat men geleidelijk

ingroeit in een leven als priester dat wars

is van clericalisme – een levensstijl die

uiterlijke vormen verabsoluteert – en van

functionalisme – te sterke nadruk op het

pastoraat als beroep. De krachtlijnen van

de z.g. ‘Franse School’ van Pierre Bérulle

en het devote humanisme van Fransiscus

van Sales (patroon van het vroegere

groot-seminarie) kunnen hierbij inspire-

ren. Een eigentijdse verwerking van de

‘Devotio Moderna’ eveneens. De priester

is dan een mens van gebed en een ziel-

zorger, maar tevens iemand die intens

mee leeft met de droefheid en vreugde

van al zijn tochtgenoten.

Deze priesterlijke vorming wordt vandaag

gedragen door een positief katholiek

mensbeeld, wat in vele kerkelijke docu-

menten naar voren is gebracht. Men

kan daarbij denken aan de waardering

voor huwelijk en seksualiteit als kost-

bare gaven van God en als uitdagende

opdracht voor de mens. Of aan de eigen-

heid van de vrouw, die geroepen is om

op vele wijzen levenschenkend te zijn,

maar antropologisch niet bestemd is voor

het priesterschap. De liturgie moet in

die vormingsperiode ontdekt en beleefd

worden als eredienst van onze Kerk, om

dieper vervuld te raken van het mysterie

van Jezus Christus en om vandaar uit

te zoeken naar mogelijkheden van een

doorleefde menselijke betrokkenheid. Dat

betekent: geen rubricisme en geen vrije

improvisatie, maar gericht op een sfeer

van waardigheid en ontspannenheid.

Deze integratie van studie, pastorale vor-

ming en gemeenschap is van belang voor

onze diocesane Kerk.

toekoMStBekwame docenten vinden is moeilijk,

maar niet onmogelijk, zeker als men

over de grenzen kijkt en eventueel met

andere instanties samen werkt. Het blijft

nodig dat enkele jonge priesters in het

buitenland een vervolgstudie maken.

Waarschijnlijk zal ons seminarie voorlo-

pig tamelijk klein blijven. Toch lijkt het

belangrijk om het – misschien tegen de

verdrukking in – te handhaven. De leefge-

meenschap zou versterkt moeten kunnen

worden met enkele vrouwelijke religieuzen

– mogelijk van overzee. Dan beschikt het

diocees over een vormingsplek, gedragen

door een vitale leefgemeenschap.

Het is goed dat priesteropleiding, vorming

tot permanent diaken en van pastorale

assistenten met elkaar verbonden zijn.

De korte lijn tussen kathedraal, bisdom-

leiding, vormingscentrum is zowel

praktisch als symbolisch. Met een biblio-

theek, nu en dan bezinning- en ontmoe-

tingsdagen, kortom een ‘tweede thuis’

voor priesters en vele anderen. Dat is

belangrijk voor de identiteit van het bis-

dom en is een teken van hoop voor de

Kerk in de toekomst.

drs. J. Schröder pr.

Johannes Paulus II, een nieuwe aandacht

voor de specifieke priesteropleiding. Het

aantal wijdingen voor ons bisdom was in

deze decennia zeer beperkt. Bisschop

Johannes ter Schure sdb moet rond zijn

installatie op 9 maart 1985 gezegd heb-

ben: “Ik heb twee theologische facultei-

ten in mijn bisdom, maar ik moet eens

In 1974 opende het bisdom Roermond

op Rolduc in Kerkrade een eigen semi-

narie, waar meerdere mensen ‘van

ons’ zaten. In 1979 begon in Utrecht

het Ariënsconvict ten dienste van het

aartsbisdom en het bisdom Groningen.

De Bijzondere Synode van 1980 in

Rome bepleitte, onder leiding van paus

Tussen 1839 tot 1967 was Haaren het Groot-Seminarie van het bisdom Den Bosch. Rond 1600 was de priesteropleiding nog in de stad zelf gehuisvest. Na 1629 verdween de opleiding naar Leuven om pas in 1798 weer terug te komen. Al snel verdreef wateroverlast het Bossche seminarie naar Herlaer in Sint-Michielsgestel, waar de opleiding tot 1833 was gevestigd. Ruimtenood dwong de Apostolisch Vicaris op zoek te gaan naar een nieuwe locatie en die vond hij in Haaren.

19Bisdomblad september 201218 Bisdomblad september 2012

Page 20: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

Er is hoop voor de toekomst

Citaten uit de toespraak van bisschop Hurkmans bij de feestelijke bijeenkomst in het Theater in ’s-Hertogenbosch.

Toen het seminarie begon maakte ik als kersverse rector een reis met Mgr.

Bluyssen naar de Kartuizers in Frankrijk. Een van de monniken zei mij toen:

“Het is toch een zegen om met een seminarie te mogen beginnen aan de

vooravond van een Mariajaar.” Dit Mariajaar was door Paus Johannes Paulus II uitgeroe-

pen om het belang van Maria in het leven van de Kerk te onderstrepen. (...) Bij haar beeld

in onze kathedraal zie je dat Maria onze hoop is. Als onze Zoete Moeder spreekt ze voor

ons, op alle belangrijke momenten in ons leven, ten beste bij God tot in het uur van onze

dood. Het is mooi dat we het zilveren feest van ons seminarie vieren op de geboortedag

van Maria.

(...)

Met deze enkele inleidende woorden is al duidelijk dat God naar ons omziet. Hij is de Heer

van de geschiedenis. Daarom is er hoop voor het bisdom van ’s-Hertogenbosch.

Monseigneur Ter Schure zei vaak, als de duivel weer eens met ons aan het spelen was:

“Wij hebben niet het recht pessimistisch te zijn.” Met meer dan zevenhonderd mensen

mogen wij vandaag het zilveren feest van ons seminarie vieren. Een bijzonder hoopvol

teken.

(...)

In onze tijd lijkt het er op dat in onze streken de harten van veel mensen, van ongelovigen,

maar ook van gelovigen, van leken, maar ook van priesters, voor God gesloten blijven.

Men praat nog wel over de Kerk, maar al te vaak gebeurt dat zonder het wezen van de

Kerk te raken. Uit krantenberichten krijgt men de indruk dat de Kerk een menselijke

organisatie is waarin, van tijd tot tijd, flink gevochten wordt om posities en macht. En,

inderdaad, als het hart gesloten is voor God dan wordt het vaak in bezit genomen door

“machten” die verdeeldheid zaaien. Toch is het nooit van blijvende duur dat de harten van

mensen gesloten blijven voor God. Altijd zijn er mensen die zich openen voor God. Altijd

zijn er bijzondere roepingen. Ook dit jaar zijn er weer twee kandidaten voor het seminarie.

Dankbaar mogen we omzien naar een rijke tijd van het seminarie.

(...)

Wij durven Paus Johannes Paulus II als de geestelijke stichter te zien van ons seminarie.

Deze grote Paus heeft op een charismatische wijze leiding gegeven aan de Kerk die volop

bezig was het Tweede Vaticaans Concilie op te nemen. (...) Monseigneur Lescrauwaet, die

samen met pater Groenen het seminarie in woord en daad zolang een goed hart heeft toe-

gedragen, zei mij eens dat hij de encycliek “Ecclesia De Eucharistia” een van zijn meest

persoonlijke encyclieken vond. De eerste zin al past bij dat wat ik u in dankbaarheid voor

wil houden: “De bron van het leven van de Kerk is de Eucharistie. Deze waarheid drukt

niet alleen een dagelijkse geloofservaring uit, maar is een kernachtig samenvatting van

het hart van het mysterie van de Kerk.”

(...)

Vandaag vieren wij het zilveren jubileum van het seminarie. We doen dit met het oog op de

toekomst. Graag willen wij ons onder de bescherming stellen van onze geestelijke stichter

de Zalige Paus Johannes Paulus II. Wij willen ons door hem laten inspireren. Zijn nalaten-

schap in al haar facetten willen we vruchtbaar laten zijn in het seminarie. Daarom zijn we

dankbaar dat wij een relikwie van hem in ontvangst mogen nemen. Deze zal een gepaste

plaats krijgen in de seminariekapel. (...) Moge het seminarie, onder

bescherming van de Zalige Paus Johannes Paulus II, steeds het hart

kunnen blijven van het bisdom. Er is hoop, God is aan het werk. Ook

vandaag.

Een zilveren strikje voor het seminarie

Verscholen achter de grote Sint Janskathedraal bevindt

zich in Papenhulst 4 het Sint-Janscentrum, het seminarie van

ons bisdom, een niet weg te denken centrum voor de oplei-

ding van priesters en perma-nente diakens. Bovendien is het

een open huis. Heel veel acti-viteiten het hele jaar door die

met de Kerk te maken hebben, vinden daar plaats. Met name

de vorming van de pastoraal assistenten.

“De priesters van ons bisdom, die in het seminarie hun vorming hebben ontvan-gen, zetten zich in – zo verwoordt rector F.L.A. De Rycke het – om als herder van de aan hun toevertrouwde gelovigen het Evangelie te verkondigen en voor te gaan in de eredienst. Samen met de dia-kens en pastoraal assistenten zijn zij de dragers van hoop, zo belangrijk in onze huidige turbulente tijd. Immers het woord Gods dat zij verkondigen helpt ons gericht te blijven op God”.

de MenS alS inStrUMent“De priester mag heel veel delen met mensen, concreet bij de mensen zijn om het volk van God in heel zijn rijkdom vitaal te houden”, aldus mgr. drs. A. Hurkmans. We hebben priesters nodig, priesters die van betekenis zijn voor gehuwden en gezinnen, voor opvoeding en onderwijs, voor zieken en ouder wor-dende mensen, voor missionaire activi-teiten, hier en over heel de wereld, voor politiek en voor maatschappelijke instel-lingen. “Priesters, die Gods liefde doen

opbloeien temidden van dat rijk gescha-keerde volk. Dit vraagt van de priesters dat ze dicht bij God zijn. Zij zullen wer-ken in de kracht van de H. Geest. God werkt niet buiten de mens om, maar Hij gebruikt de mens als instrument”.

de oPricHterWijlen mgr. J.G. ter Schure sdb, die het seminarie heeft heropgericht, schreef in de seminariekrant bij gelegenheid van het 12-jarig bestaan: “Eind jaren tachtig werd het de leiding van het bisdom duidelijk dat nieuwe priesters noodzakelijk waren, jonge priesters, die in de geest en volgens de richtlijnen van Vaticanum II gevormd waren”. Er werd besloten opnieuw te beginnen met een seminarie, waarin onderricht en leef-milieu onder één leiding samengingen. Dankbaarheid ten opzichte van mgr. Ter Schure is in deze zeker op zijn plaats!

SonniUS PrieSterfondSHet opbouwen van het seminarie en van het pand kost jaarlijks veel geld. Spoedig groeide het besef dat een bepaalde structuur nodig is om voldoende mid-delen te verzamelen en te beheren. De R.K. instelling Sonnius werd opgericht, genoemd naar de eerste bisschop van ’s-Hertogenbosch. Enthousiaste vrijwil-ligers zetten zich in om het aantal wel-doeners te werven en op peil te houden.

de geBedSkringRoepingen komen niet vanzelf. Zij zijn een geschenk van God en wij mogen er Hem om vragen. Jezus zei: “Bid om arbeiders voor de oogst” (Mt. 9, 38). Eenmaal geroepen weten zij waaraan

zij beginnen. Als je in deze tijd naar het seminarie gaat dan kies je daar heel bewust voor. Kortom als we van succes mogen spreken in de voorbije jaren dan is dat zeker ook te danken aan de leden van de Gebedskring.

SeMinariekrantJaarlijks laat de Seminariekrant de veelkleurigheid van het Bossche bis-dom zien, zoals in de laatst uitgege-ven uitgave 2012: van seminarist tot emeritus, van wereldjongerendagen tot Chrismamis, van promovendus tot de voltooiing van de St. Jan, van Gebedskring tot wijdingsplechtigheid.

“Laten we als katholieken”, zoals een trouwe weldoener schreef, “allen samen eendrachtig onze schouders zetten onder het nobele werk van ons semi-narie, ieder op zijn of haar manier en met zijn of haar eigen mogelijkheden, geestelijk in gebed en materieel in nood-zakelijk financiële middelen. Het zal de Kerk van ons diocees, haar gelovigen en de velen die zoeken naar de zingeving van het bestaan tot zegen zijn”.

Ik wens het Sint-Janscentrum een goede toekomst toe en ik hoop dat het zijn taak nog lang kan blijven vervullen. Zover als in mijn vermogen ligt, inhoudelijk gedreven, zal ik mij daarvoor blijven inzetten.

M.Manders

De heer M. Manders, vrijwilliger van het eerste uur, hier op de foto met mgr. Ter Schure.

21Bisdomblad september 201220 Bisdomblad september 2012

Page 21: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

Er is hoop voor de toekomst

Citaten uit de toespraak van bisschop Hurkmans bij de feestelijke bijeenkomst in het Theater in ’s-Hertogenbosch.

Toen het seminarie begon maakte ik als kersverse rector een reis met Mgr.

Bluyssen naar de Kartuizers in Frankrijk. Een van de monniken zei mij toen:

“Het is toch een zegen om met een seminarie te mogen beginnen aan de

vooravond van een Mariajaar.” Dit Mariajaar was door Paus Johannes Paulus II uitgeroe-

pen om het belang van Maria in het leven van de Kerk te onderstrepen. (...) Bij haar beeld

in onze kathedraal zie je dat Maria onze hoop is. Als onze Zoete Moeder spreekt ze voor

ons, op alle belangrijke momenten in ons leven, ten beste bij God tot in het uur van onze

dood. Het is mooi dat we het zilveren feest van ons seminarie vieren op de geboortedag

van Maria.

(...)

Met deze enkele inleidende woorden is al duidelijk dat God naar ons omziet. Hij is de Heer

van de geschiedenis. Daarom is er hoop voor het bisdom van ’s-Hertogenbosch.

Monseigneur Ter Schure zei vaak, als de duivel weer eens met ons aan het spelen was:

“Wij hebben niet het recht pessimistisch te zijn.” Met meer dan zevenhonderd mensen

mogen wij vandaag het zilveren feest van ons seminarie vieren. Een bijzonder hoopvol

teken.

(...)

In onze tijd lijkt het er op dat in onze streken de harten van veel mensen, van ongelovigen,

maar ook van gelovigen, van leken, maar ook van priesters, voor God gesloten blijven.

Men praat nog wel over de Kerk, maar al te vaak gebeurt dat zonder het wezen van de

Kerk te raken. Uit krantenberichten krijgt men de indruk dat de Kerk een menselijke

organisatie is waarin, van tijd tot tijd, flink gevochten wordt om posities en macht. En,

inderdaad, als het hart gesloten is voor God dan wordt het vaak in bezit genomen door

“machten” die verdeeldheid zaaien. Toch is het nooit van blijvende duur dat de harten van

mensen gesloten blijven voor God. Altijd zijn er mensen die zich openen voor God. Altijd

zijn er bijzondere roepingen. Ook dit jaar zijn er weer twee kandidaten voor het seminarie.

Dankbaar mogen we omzien naar een rijke tijd van het seminarie.

(...)

Wij durven Paus Johannes Paulus II als de geestelijke stichter te zien van ons seminarie.

Deze grote Paus heeft op een charismatische wijze leiding gegeven aan de Kerk die volop

bezig was het Tweede Vaticaans Concilie op te nemen. (...) Monseigneur Lescrauwaet, die

samen met pater Groenen het seminarie in woord en daad zolang een goed hart heeft toe-

gedragen, zei mij eens dat hij de encycliek “Ecclesia De Eucharistia” een van zijn meest

persoonlijke encyclieken vond. De eerste zin al past bij dat wat ik u in dankbaarheid voor

wil houden: “De bron van het leven van de Kerk is de Eucharistie. Deze waarheid drukt

niet alleen een dagelijkse geloofservaring uit, maar is een kernachtig samenvatting van

het hart van het mysterie van de Kerk.”

(...)

Vandaag vieren wij het zilveren jubileum van het seminarie. We doen dit met het oog op de

toekomst. Graag willen wij ons onder de bescherming stellen van onze geestelijke stichter

de Zalige Paus Johannes Paulus II. Wij willen ons door hem laten inspireren. Zijn nalaten-

schap in al haar facetten willen we vruchtbaar laten zijn in het seminarie. Daarom zijn we

dankbaar dat wij een relikwie van hem in ontvangst mogen nemen. Deze zal een gepaste

plaats krijgen in de seminariekapel. (...) Moge het seminarie, onder

bescherming van de Zalige Paus Johannes Paulus II, steeds het hart

kunnen blijven van het bisdom. Er is hoop, God is aan het werk. Ook

vandaag.

Een zilveren strikje voor het seminarie

Verscholen achter de grote Sint Janskathedraal bevindt

zich in Papenhulst 4 het Sint-Janscentrum, het seminarie van

ons bisdom, een niet weg te denken centrum voor de oplei-

ding van priesters en perma-nente diakens. Bovendien is het

een open huis. Heel veel acti-viteiten het hele jaar door die

met de Kerk te maken hebben, vinden daar plaats. Met name

de vorming van de pastoraal assistenten.

“De priesters van ons bisdom, die in het seminarie hun vorming hebben ontvan-gen, zetten zich in – zo verwoordt rector F.L.A. De Rycke het – om als herder van de aan hun toevertrouwde gelovigen het Evangelie te verkondigen en voor te gaan in de eredienst. Samen met de dia-kens en pastoraal assistenten zijn zij de dragers van hoop, zo belangrijk in onze huidige turbulente tijd. Immers het woord Gods dat zij verkondigen helpt ons gericht te blijven op God”.

de MenS alS inStrUMent“De priester mag heel veel delen met mensen, concreet bij de mensen zijn om het volk van God in heel zijn rijkdom vitaal te houden”, aldus mgr. drs. A. Hurkmans. We hebben priesters nodig, priesters die van betekenis zijn voor gehuwden en gezinnen, voor opvoeding en onderwijs, voor zieken en ouder wor-dende mensen, voor missionaire activi-teiten, hier en over heel de wereld, voor politiek en voor maatschappelijke instel-lingen. “Priesters, die Gods liefde doen

opbloeien temidden van dat rijk gescha-keerde volk. Dit vraagt van de priesters dat ze dicht bij God zijn. Zij zullen wer-ken in de kracht van de H. Geest. God werkt niet buiten de mens om, maar Hij gebruikt de mens als instrument”.

de oPricHterWijlen mgr. J.G. ter Schure sdb, die het seminarie heeft heropgericht, schreef in de seminariekrant bij gelegenheid van het 12-jarig bestaan: “Eind jaren tachtig werd het de leiding van het bisdom duidelijk dat nieuwe priesters noodzakelijk waren, jonge priesters, die in de geest en volgens de richtlijnen van Vaticanum II gevormd waren”. Er werd besloten opnieuw te beginnen met een seminarie, waarin onderricht en leef-milieu onder één leiding samengingen. Dankbaarheid ten opzichte van mgr. Ter Schure is in deze zeker op zijn plaats!

SonniUS PrieSterfondSHet opbouwen van het seminarie en van het pand kost jaarlijks veel geld. Spoedig groeide het besef dat een bepaalde structuur nodig is om voldoende mid-delen te verzamelen en te beheren. De R.K. instelling Sonnius werd opgericht, genoemd naar de eerste bisschop van ’s-Hertogenbosch. Enthousiaste vrijwil-ligers zetten zich in om het aantal wel-doeners te werven en op peil te houden.

de geBedSkringRoepingen komen niet vanzelf. Zij zijn een geschenk van God en wij mogen er Hem om vragen. Jezus zei: “Bid om arbeiders voor de oogst” (Mt. 9, 38). Eenmaal geroepen weten zij waaraan

zij beginnen. Als je in deze tijd naar het seminarie gaat dan kies je daar heel bewust voor. Kortom als we van succes mogen spreken in de voorbije jaren dan is dat zeker ook te danken aan de leden van de Gebedskring.

SeMinariekrantJaarlijks laat de Seminariekrant de veelkleurigheid van het Bossche bis-dom zien, zoals in de laatst uitgege-ven uitgave 2012: van seminarist tot emeritus, van wereldjongerendagen tot Chrismamis, van promovendus tot de voltooiing van de St. Jan, van Gebedskring tot wijdingsplechtigheid.

“Laten we als katholieken”, zoals een trouwe weldoener schreef, “allen samen eendrachtig onze schouders zetten onder het nobele werk van ons semi-narie, ieder op zijn of haar manier en met zijn of haar eigen mogelijkheden, geestelijk in gebed en materieel in nood-zakelijk financiële middelen. Het zal de Kerk van ons diocees, haar gelovigen en de velen die zoeken naar de zingeving van het bestaan tot zegen zijn”.

Ik wens het Sint-Janscentrum een goede toekomst toe en ik hoop dat het zijn taak nog lang kan blijven vervullen. Zover als in mijn vermogen ligt, inhoudelijk gedreven, zal ik mij daarvoor blijven inzetten.

M.Manders

De heer M. Manders, vrijwilliger van het eerste uur, hier op de foto met mgr. Ter Schure.

21Bisdomblad september 201220 Bisdomblad september 2012

Page 22: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

‘Ons geloof versterken in Christusen Hem met vreugde verkondigen aan de mens van onze tijd’

Het Jaar van het Geloof – van 11 oktober 2012 tot 24 november 2013 – krijgt wereldwijd in de Kerk gestalte.

Ook in het bisdom van `s-Hertogenbosch zijn tal van initiatieven om het Jaar van het Geloof te vieren. Dat

zijn vaak mooie en originele initiatieven van parochies, maar ook enkele diocesane projecten. Over de start

van het diocesane Jaar van het Geloof vindt u op deze pagina's informatie.

De brief waarin paus Benedictus XVI het Jaar van het Geloof

heeft aangekondigd, draagt de boeiende titel ‘Porta Fidei’ – ‘de

poort van het geloof’. Daarmee verwijst hij naar een perikoop

in Handelingen van de apostelen waar Paulus en Barnabas in

Antiochië verslag doen van alles wat God door hen tot stand

heeft gebracht. En daar vertellen ze vol vuur over hoe Hij voor

de heidenen de deur naar het geloof heeft geopend (14,27).

De paus gebruikt deze schrifttekst als titel voor zijn brief omdat

hij hoopt dat het Jaar van het Geloof zoekende mensen naar

de poort van het geloof zal leiden en dat de deur van het geloof

opnieuw opengaat voor gelovigen die door een geloofscrisis zijn

getroffen. Maar niet alleen voor hen, voor alle gelovigen is het

Jaar van het Geloof bedoeld. Het is de wens van de paus dat

het Jaar voor allen leidt tot een hernieuwde bekering en een

herontdekking van het geloof. “De reflec-

tie over het geloof zal intenser moeten

gebeuren om iedereen die in Christus

gelooft, te helpen bewuster in te stem-

men met het evangelie en die instemming

nieuw leven in de blazen, vooral op het

ogenblik van diepgaande verandering

zoals de mensheid nu doormaakt” (Porta

Fidei 8).

oPening Jaar Van Het geloofWe openen het Jaar van het Geloof met

een Eucharistieviering op donderdag 11

oktober om 19.00 uur in de kathedraal.

Alle gelovigen van het bisdom zijn van

harte welkom om vanuit hun parochies

naar de kathedraal te komen om daar

samen “het geloof in de verrezen Heer

te belijden en gesterkt in het geloof, er

weer op uit te trekken om Christus met

vreugde te verkondigen aan de mensen

van onze tijd.”

lezingVoor werkers in de parochiepastoraal

is aansluitend aan de openingsviering

een lezing die verzorgd zal worden door

professor Marc Steen (president van het

Johannes XXIII-seminarie te Leuven en

secretaris van de bisschoppelijke com-

missie ‘Kerk en geloof’). Hij zal ingaan

op bezwaren die mensen hebben om

te geloven, op de moeilijkheden om de

weg van het Godsgeloof te kiezen, maar

ook goede gronden noemen om wel te

geloven. Daarmee wil hij de werkers zelf

sterken in hun geloof, maar hen ook op

weg helpen hoe ze in deze tijd mensen bij

Christus kunnen brengen, hoe ze de kost-

bare gave van het geloof kunnen delen

met anderen.

onderWiJS SyMPoSiUM Het bisdom van `s-Hertogenbosch orga-

niseert in samenwerking met het bisdom

Breda ook een Onderwijs Symposium.

Het thema is: ‘Durven opvoeden’.

Overheid, school en Kerk staan bij het

opvoeden voor een gemeenschappelijke

uitdaging. Maar hebben ze elkaar anno

2012 nog iets te zeggen? Op die vraag

gaan twee sprekers in: commissaris

Wim van de Donk (mede-auteur van het

rapport ‘School en kerk verbinden’) en

Michiel Peeters (studentenpastor Tilburg

University en docent VO). Michiel Peeters

zal een katholieke visie op opvoeden

presenteren aan de hand van de facto-

ren ‘traditie’, ‘autoriteit’ en ‘verificatie’.

Tijdens het forum zal dit verder uitgediept

worden.

Scholen, leerkrachten, vakgroepen

levensbeschouwing en alle geïnteres-

seerde docenten en medewerkers op

school zijn van harte uitgenodigd om deel

te nemen. Het Symposium vindt plaats in

iconen-oMMegang In deze tijd van televisie, film en com-

puter worden we meer dan ooit geboeid

door beelden. Niet het horen, maar het

zien staat centraal in onze cultuur. Dat

heeft ook invloed op onze beleving van

het christelijk geloof. Geert Hüsstege

voelt dit prima aan. In een Jaar van

het Geloof waarin de ontmoeting met

Christus centraal staat, mogen beelden

die daartoe uitnodigen dan ook niet

ontbreken. Hij werkte in de afgelopen

maanden aan twaalf Christus-iconen.

Iconen fungeren immers van oudsher als

vensters naar de eeuwigheid. Ze stellen

het Heilige present. De wereld van God

kan via de iconen binnen dringen in onze

werkelijkheid. Ze zijn inspirerend en rich-

tinggevend, maar vooral ook uitnodigend.

Het perspectief in de iconen is immers

omgekeerd. Het eindigt in het hart van

de toeschouwer, van de gelovige. Door

te kijken naar de iconen, het mysterie te

overwegen, word je langzamerhand omge-

vormd. Mag je Christus ontmoeten en ga

je steeds meer op Hem gelijken.

De twaalf-Christusiconen maken een

ronde door het bisdom (en daar buiten).

Voorafgaand zullen ze worden gewijd

tijdens een Eucharistieviering volgens

de Oosterse ritus. Ook bij deze viering is

iedereen van harte welkom, in de St. Jan

op zondag 30 september om 11.45 uur.

Ellen Kleinpenning

Detail van de Icoon ‘Intocht van Jezus in Jeruzalem’: Een kind spreidt zijn kleed uit voor Jezus. Kinderen zijn spontaan en vol vertrouwen, hebben geen tegenwerpin-gen om in Hem te geloven. De volwassenen staan bij de poort van Jeruzalem. Is het voor hen mogelijk om de weg van het geloof in Christus te kiezen?

Het logo bestaat uit een vierkant

begrensd veld waarop een boot is te

zien, die de Kerk symboliseert en die

gepresenteerd wordt zeilend op een

kleine golfslag. De hoofdmast van de

boot is een kruis, waaraan zeilen zijn

bevestigd in de vorm van het trigram

IHS. De achtergrond van de zeilen

wordt gevormd door een zon die, in

verbinding met het trigram, ook verwijst

naar de Eucharistie.

23Bisdomblad september 201222 Bisdomblad september 2012

Page 23: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

‘Ons geloof versterken in Christusen Hem met vreugde verkondigen aan de mens van onze tijd’

Het Jaar van het Geloof – van 11 oktober 2012 tot 24 november 2013 – krijgt wereldwijd in de Kerk gestalte.

Ook in het bisdom van `s-Hertogenbosch zijn tal van initiatieven om het Jaar van het Geloof te vieren. Dat

zijn vaak mooie en originele initiatieven van parochies, maar ook enkele diocesane projecten. Over de start

van het diocesane Jaar van het Geloof vindt u op deze pagina's informatie.

De brief waarin paus Benedictus XVI het Jaar van het Geloof

heeft aangekondigd, draagt de boeiende titel ‘Porta Fidei’ – ‘de

poort van het geloof’. Daarmee verwijst hij naar een perikoop

in Handelingen van de apostelen waar Paulus en Barnabas in

Antiochië verslag doen van alles wat God door hen tot stand

heeft gebracht. En daar vertellen ze vol vuur over hoe Hij voor

de heidenen de deur naar het geloof heeft geopend (14,27).

De paus gebruikt deze schrifttekst als titel voor zijn brief omdat

hij hoopt dat het Jaar van het Geloof zoekende mensen naar

de poort van het geloof zal leiden en dat de deur van het geloof

opnieuw opengaat voor gelovigen die door een geloofscrisis zijn

getroffen. Maar niet alleen voor hen, voor alle gelovigen is het

Jaar van het Geloof bedoeld. Het is de wens van de paus dat

het Jaar voor allen leidt tot een hernieuwde bekering en een

herontdekking van het geloof. “De reflec-

tie over het geloof zal intenser moeten

gebeuren om iedereen die in Christus

gelooft, te helpen bewuster in te stem-

men met het evangelie en die instemming

nieuw leven in de blazen, vooral op het

ogenblik van diepgaande verandering

zoals de mensheid nu doormaakt” (Porta

Fidei 8).

oPening Jaar Van Het geloofWe openen het Jaar van het Geloof met

een Eucharistieviering op donderdag 11

oktober om 19.00 uur in de kathedraal.

Alle gelovigen van het bisdom zijn van

harte welkom om vanuit hun parochies

naar de kathedraal te komen om daar

samen “het geloof in de verrezen Heer

te belijden en gesterkt in het geloof, er

weer op uit te trekken om Christus met

vreugde te verkondigen aan de mensen

van onze tijd.”

lezingVoor werkers in de parochiepastoraal

is aansluitend aan de openingsviering

een lezing die verzorgd zal worden door

professor Marc Steen (president van het

Johannes XXIII-seminarie te Leuven en

secretaris van de bisschoppelijke com-

missie ‘Kerk en geloof’). Hij zal ingaan

op bezwaren die mensen hebben om

te geloven, op de moeilijkheden om de

weg van het Godsgeloof te kiezen, maar

ook goede gronden noemen om wel te

geloven. Daarmee wil hij de werkers zelf

sterken in hun geloof, maar hen ook op

weg helpen hoe ze in deze tijd mensen bij

Christus kunnen brengen, hoe ze de kost-

bare gave van het geloof kunnen delen

met anderen.

onderWiJS SyMPoSiUM Het bisdom van `s-Hertogenbosch orga-

niseert in samenwerking met het bisdom

Breda ook een Onderwijs Symposium.

Het thema is: ‘Durven opvoeden’.

Overheid, school en Kerk staan bij het

opvoeden voor een gemeenschappelijke

uitdaging. Maar hebben ze elkaar anno

2012 nog iets te zeggen? Op die vraag

gaan twee sprekers in: commissaris

Wim van de Donk (mede-auteur van het

rapport ‘School en kerk verbinden’) en

Michiel Peeters (studentenpastor Tilburg

University en docent VO). Michiel Peeters

zal een katholieke visie op opvoeden

presenteren aan de hand van de facto-

ren ‘traditie’, ‘autoriteit’ en ‘verificatie’.

Tijdens het forum zal dit verder uitgediept

worden.

Scholen, leerkrachten, vakgroepen

levensbeschouwing en alle geïnteres-

seerde docenten en medewerkers op

school zijn van harte uitgenodigd om deel

te nemen. Het Symposium vindt plaats in

iconen-oMMegang In deze tijd van televisie, film en com-

puter worden we meer dan ooit geboeid

door beelden. Niet het horen, maar het

zien staat centraal in onze cultuur. Dat

heeft ook invloed op onze beleving van

het christelijk geloof. Geert Hüsstege

voelt dit prima aan. In een Jaar van

het Geloof waarin de ontmoeting met

Christus centraal staat, mogen beelden

die daartoe uitnodigen dan ook niet

ontbreken. Hij werkte in de afgelopen

maanden aan twaalf Christus-iconen.

Iconen fungeren immers van oudsher als

vensters naar de eeuwigheid. Ze stellen

het Heilige present. De wereld van God

kan via de iconen binnen dringen in onze

werkelijkheid. Ze zijn inspirerend en rich-

tinggevend, maar vooral ook uitnodigend.

Het perspectief in de iconen is immers

omgekeerd. Het eindigt in het hart van

de toeschouwer, van de gelovige. Door

te kijken naar de iconen, het mysterie te

overwegen, word je langzamerhand omge-

vormd. Mag je Christus ontmoeten en ga

je steeds meer op Hem gelijken.

De twaalf-Christusiconen maken een

ronde door het bisdom (en daar buiten).

Voorafgaand zullen ze worden gewijd

tijdens een Eucharistieviering volgens

de Oosterse ritus. Ook bij deze viering is

iedereen van harte welkom, in de St. Jan

op zondag 30 september om 11.45 uur.

Ellen Kleinpenning

Detail van de Icoon ‘Intocht van Jezus in Jeruzalem’: Een kind spreidt zijn kleed uit voor Jezus. Kinderen zijn spontaan en vol vertrouwen, hebben geen tegenwerpin-gen om in Hem te geloven. De volwassenen staan bij de poort van Jeruzalem. Is het voor hen mogelijk om de weg van het geloof in Christus te kiezen?

Het logo bestaat uit een vierkant

begrensd veld waarop een boot is te

zien, die de Kerk symboliseert en die

gepresenteerd wordt zeilend op een

kleine golfslag. De hoofdmast van de

boot is een kruis, waaraan zeilen zijn

bevestigd in de vorm van het trigram

IHS. De achtergrond van de zeilen

wordt gevormd door een zon die, in

verbinding met het trigram, ook verwijst

naar de Eucharistie.

23Bisdomblad september 201222 Bisdomblad september 2012

Page 24: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

Zo’n Brabantse heilige waar meerdere

scholen naar genoemd zijn is de

H. Odulphus. Hij werd rond 775 gebo-

ren in Verrebest, het huidige Best, bij

Oirschot. Zijn vader heette waarschijn-

lijk Bodgesus en was een Frankische

grootgrondbezitter. De naar Odulphus

genoemde kerk staat op de plek waar het

geboortehuis van Odulphus stond.

Het is ook uitzonderlijk hoeveel we weten

van iemand die 1300 jaar geleden heeft

geleefd. Feiten, legenden en verhalen

lopen natuurlijk een beetje door elkaar

heen en de jaartallen zijn hier en daar

wat vaag, maar het is wel duidelijk dat

Odulphus de eerste heilige van eigen

bodem is. Eentje die al voor zijn dood

behoorlijk beroemd was.

Van zijn jeugd is bekend dat hij gemak-

kelijk en snel leerde. Hij kreeg zijn pries-

teropleiding in Oirschot en wilde naar het

klooster, maar bleef op dringend verzoek

van zijn ouders nog een tijd in Oirschot

als priester werkzaam. In 805 of 806

werd hij er pastoor.

Kort daarna trad hij toch in en werd

Benedictijn in het Martinusklooster in

Utrecht. Dat klooster was ongeveer

een eeuw eerder door de H. Willibrord

gesticht. Odulphus werd ook benoemd tot

kannunnik in het kapittel van het aartsbis-

dom Utrecht. Bisschop Fredericus van

Utrecht zond hem naar Friesland, waar hij

het werk van zijn voorlopers, Willibrord,

Bonifatius en Liudger, voortzette. Het

was een onrustige tijd; vanaf 817 vielen

diverse malen Vikingen Friesland bin-

nen en gingen er op rooftocht. Nadat

bisschop Fredericus in Walcheren ver-

moord was werd Odulphus plaatsvervan-

gend bisschop. Door zijn vele reizen in

Friesland kreeg hij de bijnaam “Apostel

van Friesland”. In Stavoren stichtte hij

een Benedictijner abdij. Dat was zijn

thuisbasis, maar heel Friesland bleef zijn

werkgebied. Hij ging keer op keer alle

kerken langs, predikte en gaf het goede

voorbeeld door zijn manier van leven;

een leven van eenvoud, gebed, werk en

studie, ten diepste verbonden met God.

En zijn werk had succes, langzaam maar

zeker werd Friesland katholiek. Maar

Odulphus bleef niet in Friesland, hoewel

de Friezen hem smeekten te blijven. Op

hoge leeftijd ging hij naar het klooster in

Utrecht terug en stierf daar rond 865.

Hij moet toen ongeveer negentig jaar

oud zijn geweest! Het laatste wat aan

feiten over hem bekend is, is de rol die

hij heeft gespeeld bij de keuze van een

nieuwe bisschop. Toen in 854 bisschop

Alberik overleed – niet de opvolger van

Fredericus, maar alweer een volgende

bisschop – moest, zoals toen gebruike-

lijk, door de hogere geestelijkheid van

het bisdom een nieuwe bisschop worden

gekozen. De gekozen bisschop weigerde,

en gaf als reden voor de weigering op dat

hij al voldoende bedeeld was met aardse

rijkdommen. Odulphus vond dit helemaal

niks en op zijn advies werd Hungerus

gekozen; een bescheiden, onopvallende

maar heilige man, die trouwens ook later

als H. Hunger, bisschop van Utrecht, vrij

onbekend is gebleven.

Het is altijd interessant bij heiligenbeel-

den te proberen de heilige te herkennen

aan de attributen die zijn afgebeeld.

Niets is toevallig; alles heeft een reden.

Odulphus wordt soms afgebeeld als

schooljongen of priesterstudent, en soms

als priester. Soms ook als kanunnik, dus

met toog en superplie, bonnet en kanun-

nikenmanteltje. Zijn attributen zijn een

brevier en een appel, waarbij de appel

symbool staat voor gehoorzaamheid. Er is

ook een legende dat Odulphus zo’n goed

en zwijgend leven leidde dat hij bezoek

kreeg van een engel, die hem een appel

gaf. Volgens een andere legende kreeg

hij die appel al als schooljongen van een

engel, als beloning voor zijn ijver.

Het beeld in de St. Jan in Den Bosch

laat veel attributen zien. Hier heeft de

H. Odulphus naast een nap, een boek en

zijn kannunikengewaad ook een steen aan

zijn voeten liggen. Die steen verwijst naar

de legende van de steen van Stavoren.

Daar zou Odulphus een steen in het water

hebben gegooid, en gezegd hebben dat hij

weer boven water zou komen als Stavoren

zich zou hebben bekeerd en de inwoners

weer in Gods genade zou leven.

Odulphus is niet alleen in Brabant en

Friesland bekend geworden, je vindt

hem ook terug in Duitsland, Engeland en

België. Zijn relieken zijn over de wereld

verspreid, maar omdat de tijd zo onrustig

was is niet altijd te achterhalen wat waar

is. In Utrecht zijn een onderkleed en een

drinknap te zien. Verder is het bekend

dat in 1034 delen van zijn relikwieën in

Stavoren door Vikingen werden gestolen

en kort daarop door bisschop Alfward van

Londen werden gekocht en geschonken

aan een abdij in Evesham. Sint Odulphus

wordt aangeroepen bij moeilijkheden en

tegenslag.

In het jaar 943 schreef Cappidus van

Staveren, een Fries geestelijke, de eer-

ste biografie. Dhr. J. Rietveld, oud-leraar

klassieken aan het Sint-Odulphuslyceum,

verzorgde recent een nieuwe biografische

schets met daarin een volledige nieuwe

vertaling van de oude teksten.

Zr. Madeleine Bouman

Bronvermelding:

http://www.sint-odulphus.nl/

http://www.canonvanoirschot.nl/Pages/

Vensters/V080_Odulphus.html

St. Odulphus, J. Rietveld, MMXII

Sint Odulphus, de eerste heilige van eigen bodem

"Gedenkt uw leiders, die u het eerst het woord van God verkondigd hebben. Haalt u weer hun leven en de afloop van hun leven voor de geest; neemt een voorbeeld aan hun geloof. Jezus Christus is dezelfde: gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid."(Hebreeën 13, 7-8)

De vakantie is weer voorbij, en de scholen zijn begonnen. Voor som-mige scholieren lijkt de vakantie al weer heel lang geleden. Maar ook op scholen kom je soms heiligen uit Brabant tegen. Misschien zelfs dagelijks en zonder het te weten... 25Bisdomblad september 2012

Beeld van de H. Odulphus in de kathedrale basiliek van Sint-Jan te 's-Hertogenbosch

Page 25: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

Zo’n Brabantse heilige waar meerdere

scholen naar genoemd zijn is de

H. Odulphus. Hij werd rond 775 gebo-

ren in Verrebest, het huidige Best, bij

Oirschot. Zijn vader heette waarschijn-

lijk Bodgesus en was een Frankische

grootgrondbezitter. De naar Odulphus

genoemde kerk staat op de plek waar het

geboortehuis van Odulphus stond.

Het is ook uitzonderlijk hoeveel we weten

van iemand die 1300 jaar geleden heeft

geleefd. Feiten, legenden en verhalen

lopen natuurlijk een beetje door elkaar

heen en de jaartallen zijn hier en daar

wat vaag, maar het is wel duidelijk dat

Odulphus de eerste heilige van eigen

bodem is. Eentje die al voor zijn dood

behoorlijk beroemd was.

Van zijn jeugd is bekend dat hij gemak-

kelijk en snel leerde. Hij kreeg zijn pries-

teropleiding in Oirschot en wilde naar het

klooster, maar bleef op dringend verzoek

van zijn ouders nog een tijd in Oirschot

als priester werkzaam. In 805 of 806

werd hij er pastoor.

Kort daarna trad hij toch in en werd

Benedictijn in het Martinusklooster in

Utrecht. Dat klooster was ongeveer

een eeuw eerder door de H. Willibrord

gesticht. Odulphus werd ook benoemd tot

kannunnik in het kapittel van het aartsbis-

dom Utrecht. Bisschop Fredericus van

Utrecht zond hem naar Friesland, waar hij

het werk van zijn voorlopers, Willibrord,

Bonifatius en Liudger, voortzette. Het

was een onrustige tijd; vanaf 817 vielen

diverse malen Vikingen Friesland bin-

nen en gingen er op rooftocht. Nadat

bisschop Fredericus in Walcheren ver-

moord was werd Odulphus plaatsvervan-

gend bisschop. Door zijn vele reizen in

Friesland kreeg hij de bijnaam “Apostel

van Friesland”. In Stavoren stichtte hij

een Benedictijner abdij. Dat was zijn

thuisbasis, maar heel Friesland bleef zijn

werkgebied. Hij ging keer op keer alle

kerken langs, predikte en gaf het goede

voorbeeld door zijn manier van leven;

een leven van eenvoud, gebed, werk en

studie, ten diepste verbonden met God.

En zijn werk had succes, langzaam maar

zeker werd Friesland katholiek. Maar

Odulphus bleef niet in Friesland, hoewel

de Friezen hem smeekten te blijven. Op

hoge leeftijd ging hij naar het klooster in

Utrecht terug en stierf daar rond 865.

Hij moet toen ongeveer negentig jaar

oud zijn geweest! Het laatste wat aan

feiten over hem bekend is, is de rol die

hij heeft gespeeld bij de keuze van een

nieuwe bisschop. Toen in 854 bisschop

Alberik overleed – niet de opvolger van

Fredericus, maar alweer een volgende

bisschop – moest, zoals toen gebruike-

lijk, door de hogere geestelijkheid van

het bisdom een nieuwe bisschop worden

gekozen. De gekozen bisschop weigerde,

en gaf als reden voor de weigering op dat

hij al voldoende bedeeld was met aardse

rijkdommen. Odulphus vond dit helemaal

niks en op zijn advies werd Hungerus

gekozen; een bescheiden, onopvallende

maar heilige man, die trouwens ook later

als H. Hunger, bisschop van Utrecht, vrij

onbekend is gebleven.

Het is altijd interessant bij heiligenbeel-

den te proberen de heilige te herkennen

aan de attributen die zijn afgebeeld.

Niets is toevallig; alles heeft een reden.

Odulphus wordt soms afgebeeld als

schooljongen of priesterstudent, en soms

als priester. Soms ook als kanunnik, dus

met toog en superplie, bonnet en kanun-

nikenmanteltje. Zijn attributen zijn een

brevier en een appel, waarbij de appel

symbool staat voor gehoorzaamheid. Er is

ook een legende dat Odulphus zo’n goed

en zwijgend leven leidde dat hij bezoek

kreeg van een engel, die hem een appel

gaf. Volgens een andere legende kreeg

hij die appel al als schooljongen van een

engel, als beloning voor zijn ijver.

Het beeld in de St. Jan in Den Bosch

laat veel attributen zien. Hier heeft de

H. Odulphus naast een nap, een boek en

zijn kannunikengewaad ook een steen aan

zijn voeten liggen. Die steen verwijst naar

de legende van de steen van Stavoren.

Daar zou Odulphus een steen in het water

hebben gegooid, en gezegd hebben dat hij

weer boven water zou komen als Stavoren

zich zou hebben bekeerd en de inwoners

weer in Gods genade zou leven.

Odulphus is niet alleen in Brabant en

Friesland bekend geworden, je vindt

hem ook terug in Duitsland, Engeland en

België. Zijn relieken zijn over de wereld

verspreid, maar omdat de tijd zo onrustig

was is niet altijd te achterhalen wat waar

is. In Utrecht zijn een onderkleed en een

drinknap te zien. Verder is het bekend

dat in 1034 delen van zijn relikwieën in

Stavoren door Vikingen werden gestolen

en kort daarop door bisschop Alfward van

Londen werden gekocht en geschonken

aan een abdij in Evesham. Sint Odulphus

wordt aangeroepen bij moeilijkheden en

tegenslag.

In het jaar 943 schreef Cappidus van

Staveren, een Fries geestelijke, de eer-

ste biografie. Dhr. J. Rietveld, oud-leraar

klassieken aan het Sint-Odulphuslyceum,

verzorgde recent een nieuwe biografische

schets met daarin een volledige nieuwe

vertaling van de oude teksten.

Zr. Madeleine Bouman

Bronvermelding:

http://www.sint-odulphus.nl/

http://www.canonvanoirschot.nl/Pages/

Vensters/V080_Odulphus.html

St. Odulphus, J. Rietveld, MMXII

Sint Odulphus, de eerste heilige van eigen bodem

"Gedenkt uw leiders, die u het eerst het woord van God verkondigd hebben. Haalt u weer hun leven en de afloop van hun leven voor de geest; neemt een voorbeeld aan hun geloof. Jezus Christus is dezelfde: gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid."(Hebreeën 13, 7-8)

De vakantie is weer voorbij, en de scholen zijn begonnen. Voor som-mige scholieren lijkt de vakantie al weer heel lang geleden. Maar ook op scholen kom je soms heiligen uit Brabant tegen. Misschien zelfs dagelijks en zonder het te weten... 25Bisdomblad september 2012

Beeld van de H. Odulphus in de kathedrale basiliek van Sint-Jan te 's-Hertogenbosch

Page 26: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

deelname van de kinderen ten goede

komen. Ten aanzien van de keuze van

de lezingen kan daarbij het volgende

worden opgemerkt. Het aantal lezingen

kan desnoods worden beperkt tot alleen

het evangelie; het nieuwe evangelieboek

voor vieringen met kinderen (2011) voor-

ziet bovendien in de mogelijkheid om

het evangelie door meerdere personen,

waaronder kinderen, in rolverdeling te

laten lezen. Het streven is verder om

de lezingen van de betreffende zondag

aan te houden en alleen indien het echt

noodzakelijk is andere te kiezen, zij het

met inachtneming van de liturgische tijd.

Verder dient terughoudendheid betracht

te worden waar het gaat om het inkorten

en het ‘versimpelen’ van lezingen; men

blijve zo dicht mogelijk bij de officieel

goedgekeurde teksten.

Gods woord bekleedt dus een onvervang-

bare plaats in de liturgie en het mag daar-

om begroet worden met eerbied, vreugde

en dankbaarheid. En doet dat niet denken

aan die drie kruisjes waarmee we aan het

begin van de evangelielezing ons hoofd,

onze lippen en onze borst betekenen?

Gods woord aannemen met ons verstand,

het belijden met onze mond en het bewa-

ren in ons hart: dat is wat wan ons, gelo-

vigen, wordt gevraagd. Dan alleen blijven

die lezingen geen dode letter, maar wor-

den ze, vervuld van Gods Geest, telkens

opnieuw woorden van eeuwig leven.

Dienst Liturgie van het bisdom

van het woord dat Hij “zoals eens op de

weg naar Emmaüs voor ons de Schrift

ontsluit” (Eucharistisch Gebed XII) maar

ook de Blijde Boodschap in persoon is.

Vandaar de gewoonte dat de priester

of diaken die het evangelie leest als

afsluiting het evangelieboek kust en dat

het in plechtige vieringen in een kleine

processie met kaarsen naar de ambo

wordt gebracht en wordt bewierookt. Alle

lezingen worden besloten met “Woord

van de Heer” hetgeen door de gelovigen

wordt beantwoord met “Wij danken God”.

Na het evangelie volgt doorgaans een

uitgebreidere acclamatie, bijv. “U komt de

lof toe” [verg. de Latijnse respons “Laus

tibi, Christe”].

Het evangelie wordt altijd gelezen - of

bij plechtige gelegenheden bij voorkeur

gezongen - door een priester of diaken.

Ook de homilie, die geen persoonlijke

overweging is maar deel uitmaakt van de

verkondiging van Gods woord (cf. 1 Tess.

2, 13), is voorbehouden aan een gewijde

bedienaar. Leken kunnen wel als lector

fungeren, een officiële aanstelling (net als

acoliet) die voortvloeit uit de liturgieher-

vorming van Vaticanum II. Aan de lector

komt het toe de eerste en de tweede

lezing vanaf de ambo te lezen, alsmede

de antwoordpsalm (tenzij deze door een

cantor met de geloofsgemeenschap

gezongen wordt).

“Om de tafel van het woord van God voor

de gelovigen rijker aan te richten, moeten

de schatkamers van de bijbel in ruimere

mate worden opengesteld, en wel zo dat

binnen een vastgesteld aantal jaren het

belangrijkste deel van de Heilige Schrift

aan het volk wordt voorgelezen”: dat is

een van de belangrijkste aanbevelingen

van de constitutie over de liturgie van

Vaticanum II (SC 51). Deze wens, die ten

nauwste verbonden is met de ‘herbron-

ning’ die manifest werd in het concilie,

heeft geresulteerd in een nieuw lees-

rooster voor de zondagsvieringen en de

weekdagen. Voor de laatste geldt een

tweejarige cyclus, terwijl de zondagen een

opvolging kennen van A-, B- en C-jaren

waarin respectievelijk het evangelie van

Matteüs, Marcus en Lucas wordt gevolgd.

Johannes komt elk jaar in de Paastijd aan

bod en tevens op een aantal zondagen in

de A- en B-jaren.

Op zon- en feestdagen zijn de drie lezin-

gen (of minstens twee daarvan) inhou-

delijk op elkaar afgestemd. Zo wordt

mede tot uitdrukking gebracht dat Oude

en Nieuwe Testament niet los van elkaar

gezien en verstaan kunnen worden (zie

DV 16). De eerste lezing is immers vrijwel

altijd - behoudens in de Paastijd - geno-

men uit het Oude Testament, terwijl de

tweede lezing een perikoop uit een van

de apostelbrieven of de Openbaring is.

Aparte aandacht verdienen de vieringen

met kinderen. In het algemeen geldt dat

deze zo min mogelijk dienen af te wijken

van ‘reguliere’ Eucharistievieringen, zulks

uiteraard met de mogelijkheid van aan-

passingen die de actieve en begripvolle

Het christendom wordt, net als het Jodendom en de Islam, wel eens een ‘godsdienst van het boek’ genoemd. Dat is maar ten dele juist. Zeker, ook in ons geloof neemt Gods woord een uiterst belangrijke plaats in en als het goed is fungeert dat woord als richtsnoer voor ons dagelijks leven. Anders dan voor die beide andere monotheïstische religies ech-ter geldt voor ons, christenen, dat wij geloven dat God zich niet uitsluitend openbaart in de heilige Schrift maar bovenal en op definitieve wijze in Jezus Christus. Hij is immers het levende Woord, dat - zoals we in die prachtige proloog van het Johannesevangelie lezen - vlees geworden is en onder ons gewoond heeft (Joh. 1, 14).

27Bisdomblad september 201226 Bisdomblad september 2012

Dat gegeven verleent ook een bijzondere

status aan het woord van God dat klinkt

in de liturgie. Die liturgie die wij als

geloofsgemeenschap vieren is immers

de voortzetting en actualisering van Gods

heilswerk, en “om dit zo verheven werk te

voltrekken, is Christus altijd bij zijn Kerk

aanwezig, vooral in de liturgische hande-

lingen. (…). Persoonlijk is Hij aanwezig in

zijn woord, want Hijzelf spreekt, wanneer

de heilige Schriften in de Kerk gelezen

worden.” (SC 7). Zoals Christus dus in de

liturgie van de Eucharistie gastheer en

gave tegelijk is, zo geldt voor de liturgie

Woorden van eeuwig leven

Page 27: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

deelname van de kinderen ten goede

komen. Ten aanzien van de keuze van

de lezingen kan daarbij het volgende

worden opgemerkt. Het aantal lezingen

kan desnoods worden beperkt tot alleen

het evangelie; het nieuwe evangelieboek

voor vieringen met kinderen (2011) voor-

ziet bovendien in de mogelijkheid om

het evangelie door meerdere personen,

waaronder kinderen, in rolverdeling te

laten lezen. Het streven is verder om

de lezingen van de betreffende zondag

aan te houden en alleen indien het echt

noodzakelijk is andere te kiezen, zij het

met inachtneming van de liturgische tijd.

Verder dient terughoudendheid betracht

te worden waar het gaat om het inkorten

en het ‘versimpelen’ van lezingen; men

blijve zo dicht mogelijk bij de officieel

goedgekeurde teksten.

Gods woord bekleedt dus een onvervang-

bare plaats in de liturgie en het mag daar-

om begroet worden met eerbied, vreugde

en dankbaarheid. En doet dat niet denken

aan die drie kruisjes waarmee we aan het

begin van de evangelielezing ons hoofd,

onze lippen en onze borst betekenen?

Gods woord aannemen met ons verstand,

het belijden met onze mond en het bewa-

ren in ons hart: dat is wat wan ons, gelo-

vigen, wordt gevraagd. Dan alleen blijven

die lezingen geen dode letter, maar wor-

den ze, vervuld van Gods Geest, telkens

opnieuw woorden van eeuwig leven.

Dienst Liturgie van het bisdom

van het woord dat Hij “zoals eens op de

weg naar Emmaüs voor ons de Schrift

ontsluit” (Eucharistisch Gebed XII) maar

ook de Blijde Boodschap in persoon is.

Vandaar de gewoonte dat de priester

of diaken die het evangelie leest als

afsluiting het evangelieboek kust en dat

het in plechtige vieringen in een kleine

processie met kaarsen naar de ambo

wordt gebracht en wordt bewierookt. Alle

lezingen worden besloten met “Woord

van de Heer” hetgeen door de gelovigen

wordt beantwoord met “Wij danken God”.

Na het evangelie volgt doorgaans een

uitgebreidere acclamatie, bijv. “U komt de

lof toe” [verg. de Latijnse respons “Laus

tibi, Christe”].

Het evangelie wordt altijd gelezen - of

bij plechtige gelegenheden bij voorkeur

gezongen - door een priester of diaken.

Ook de homilie, die geen persoonlijke

overweging is maar deel uitmaakt van de

verkondiging van Gods woord (cf. 1 Tess.

2, 13), is voorbehouden aan een gewijde

bedienaar. Leken kunnen wel als lector

fungeren, een officiële aanstelling (net als

acoliet) die voortvloeit uit de liturgieher-

vorming van Vaticanum II. Aan de lector

komt het toe de eerste en de tweede

lezing vanaf de ambo te lezen, alsmede

de antwoordpsalm (tenzij deze door een

cantor met de geloofsgemeenschap

gezongen wordt).

“Om de tafel van het woord van God voor

de gelovigen rijker aan te richten, moeten

de schatkamers van de bijbel in ruimere

mate worden opengesteld, en wel zo dat

binnen een vastgesteld aantal jaren het

belangrijkste deel van de Heilige Schrift

aan het volk wordt voorgelezen”: dat is

een van de belangrijkste aanbevelingen

van de constitutie over de liturgie van

Vaticanum II (SC 51). Deze wens, die ten

nauwste verbonden is met de ‘herbron-

ning’ die manifest werd in het concilie,

heeft geresulteerd in een nieuw lees-

rooster voor de zondagsvieringen en de

weekdagen. Voor de laatste geldt een

tweejarige cyclus, terwijl de zondagen een

opvolging kennen van A-, B- en C-jaren

waarin respectievelijk het evangelie van

Matteüs, Marcus en Lucas wordt gevolgd.

Johannes komt elk jaar in de Paastijd aan

bod en tevens op een aantal zondagen in

de A- en B-jaren.

Op zon- en feestdagen zijn de drie lezin-

gen (of minstens twee daarvan) inhou-

delijk op elkaar afgestemd. Zo wordt

mede tot uitdrukking gebracht dat Oude

en Nieuwe Testament niet los van elkaar

gezien en verstaan kunnen worden (zie

DV 16). De eerste lezing is immers vrijwel

altijd - behoudens in de Paastijd - geno-

men uit het Oude Testament, terwijl de

tweede lezing een perikoop uit een van

de apostelbrieven of de Openbaring is.

Aparte aandacht verdienen de vieringen

met kinderen. In het algemeen geldt dat

deze zo min mogelijk dienen af te wijken

van ‘reguliere’ Eucharistievieringen, zulks

uiteraard met de mogelijkheid van aan-

passingen die de actieve en begripvolle

Het christendom wordt, net als het Jodendom en de Islam, wel eens een ‘godsdienst van het boek’ genoemd. Dat is maar ten dele juist. Zeker, ook in ons geloof neemt Gods woord een uiterst belangrijke plaats in en als het goed is fungeert dat woord als richtsnoer voor ons dagelijks leven. Anders dan voor die beide andere monotheïstische religies ech-ter geldt voor ons, christenen, dat wij geloven dat God zich niet uitsluitend openbaart in de heilige Schrift maar bovenal en op definitieve wijze in Jezus Christus. Hij is immers het levende Woord, dat - zoals we in die prachtige proloog van het Johannesevangelie lezen - vlees geworden is en onder ons gewoond heeft (Joh. 1, 14).

27Bisdomblad september 201226 Bisdomblad september 2012

Dat gegeven verleent ook een bijzondere

status aan het woord van God dat klinkt

in de liturgie. Die liturgie die wij als

geloofsgemeenschap vieren is immers

de voortzetting en actualisering van Gods

heilswerk, en “om dit zo verheven werk te

voltrekken, is Christus altijd bij zijn Kerk

aanwezig, vooral in de liturgische hande-

lingen. (…). Persoonlijk is Hij aanwezig in

zijn woord, want Hijzelf spreekt, wanneer

de heilige Schriften in de Kerk gelezen

worden.” (SC 7). Zoals Christus dus in de

liturgie van de Eucharistie gastheer en

gave tegelijk is, zo geldt voor de liturgie

Woorden van eeuwig leven

Page 28: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

Jezus zelf verwijst ernaar in zijn dispuut

met de Farizeeën (Mc. 10, 1-12): Hij

baseert zich niet op menselijke wetten en

regels, maar op de scheppingsorde.

Net zoals man en vrouw vullen ook die

twee scheppingsverhalen in de Bijbel

elkaar aan; we moeten ze niet tegenover

elkaar stellen, maar ze samen nemen.

Hoe verschillend ze qua stijl, beelden en

theologisch concept ook zijn, op hoofdlij-

nen is de strekking dezelfde: de schep-

ping is het initiatief, het liefdeswerk van

de soevereine God die de mens in zijn

heilsplan betrekt en hem een sleutelrol

toekent. Die overtuiging vinden we terug

in de woorden van psalmist: “Ach, wat is

de mens dan, dat Gij naar hem omziet

(…)? Niet veel minder dan een engel hebt

Gij hem geschapen, (…) heel uw schep-

ping aan hem onderworpen, alles aan zijn

voeten neergelegd.” (Ps 8, 5-7) Wat is de

mens? Het antwoord van de Bijbel luidt:

degene die door God gewild en bemind

is, geschapen voor het geluk dat erin

bestaat die liefde te delen met de ander

die ons gegeven is.

N. van der Sluis pr

niet aan het diepe verlangen van de mens

naar een partner die op hem gelijkt en bij

hem past. Daarop creëert God de vrouw:

Hij brengt daartoe de mens in slaap en

neemt een rib uit hem weg, waaruit Hij

de vrouw vormt. Op deze wijze wordt

duidelijk dat man en vrouw in wezen één

zijn; voortaan heeft de mens een ander

met wie hij zijn leven kan delen, maar die

ander - in wie hij zichzelf mag herkennen

maar die toch niet identiek is - hoort ten

diepste bij hem en was van den beginne

met hem verbonden. Vandaar de voor ons

merkwaardige benaming van de vrouw

als Adam vol vreugde uitroept: “Mannin

zal zij heten want uit een man is zij geno-

men” - de vrouw (Hebreeuws: ishah) komt

voort uit de man (ish). Hiermee wordt tot

uitdrukking gebracht dat de mens funda-

menteel een relationeel wezen is, gericht

op de ander. Het vers 24 onderstreept

dat: doordat de man zich in liefde met zijn

vrouw verbindt wordt de oorspronkelijke

eenheid hersteld en vindt de mens het

geluk waartoe hij bestemd is; bovendien

krijgt hij op die wijze actief deel aan de

schepping, in zoverre uit die liefde nako-

melingen geboren worden. Niet voor niets

citeert Paulus dit vers in zijn beschouwing

over het huwelijk (Ef. 5, 31), maar ook

Eigenlijk opent de Bijbel met twee schep-

pingsverhalen - twee manieren van

beschouwen en presenteren, elk met

eigen aspecten en accenten. Het eer-

ste scheppingsverhaal is het bekendst;

het wordt onder meer gelezen in de

Paaswake. Het is ook het jongste van de

twee en het toont God als Degene die

door de kracht van zijn Woord alles tot

stand brengt, met als ‘bekroning’ op de

zesde dag de mens, door God geschapen

als zijn beeld, man en vrouw.

In het tweede hoofdstuk van Genesis

vinden we een ander, ouder scheppings-

verhaal. Daarin boetseert God, als ware

Hij een pottenbakker, de mens (Adam)

uit aarde (‘adamah in het Hebreeuws) en

blaast hem vervolgens de levensadem in.

Die eerste mens is aanvankelijk alleen,

maar God ziet dat dat niet goed is, dat

de mens zo niet gelukkig is; Hij besluit

“een hulp voor hem te maken die bij hem

past”. Onder ‘hulp’ moet niet zozeer een

medewerker verstaan worden als wel een

metgezel. In eerste instantie maakt God

dan de dieren en Hij vertrouwt het aan de

mens toe om ze van een naam te voor-

zien; zo wordt de mens betrokken bij de

schepping. In al hun pracht en verschei-

denheid echter beantwoorden de dieren

De Bijbel biedt ons geen wetenschappelijk model, geen theorie die ten doel heeft te verklaren hoe bepaalde biologische of astro-fysische fenomenen samenhangen. Toch for-muleert diezelfde Schrift zinvolle antwoorden op de grote vragen die we als mensen kunnen stellen omtrent het leven in het algemeen en ons eigen leven in het bijzonder. Het schep-pingsverhaal, waarmee het eerste bijbelboek Genesis begint, wil zo’n antwoord zijn met betrekking tot de oorsprong van ons bestaan.

Gedachten bij Gen. 2, 18-24 (eerste lezing 27ste zondag door het jaar B)

De ander ons gegeven De schepping van Eva". Michelangelo Buonarotti (1509-

1510). Sixtijnse kapel in Vaticaanstad.

Kinderen nemen Sint-Janscentrum overSinds een paar jaar vullen vrolijke kinderstemmen en trompetklanken op de eerste zaterdag van oktober de gangen en de tuin van het Sint-Janscentrum. Dan zet het seminarie zijn deuren open voor het jaarlijkse evenement van ‘Kinderen bidden voor kinderen’.

En zaterdag 6 oktober 2012 is het alweer zover: Alle kinderen uit de regio zijn uitgenodigd om kaarten te maken en samen te bidden voor kinderen die ziek zijn. “Al vanaf het begin was rector de Rycke positief over het initiatief en heeft hij het van harte gesteund”, vertelt initiatiefneemster Marjolein Heijs, “waarvoor we hem natuurlijk zeer dankbaar zijn.”

Marjolein legt enthousiast uit hoe de middag in elkaar steekt. “Vanaf 14.30 uur zijn we dus welkom op het Sint-Janscentrum. Daar kleuren de kinderen kaarten voor zieke kinderen van wie we bij Kinderen bidden voor Kinderen de naam hebben door-gekregen. Ze tekenen er van alles op: van prachtige vlindertuinen tot onderzeeërs, van een kerktoren tot een dinosaurus.” Via de kaart wordt de stap naar het bidden voor het zieke kind heel makkelijk gemaakt. Op de kaart staat namelijk “God kent elk

kind, jou ook. Hij luistert graag als iemand bidt. Daarom doe ik dat speciaal voor jou!” Marjolein Heijs: “Het is goed om te bid-den voor iemand die het moeilijk heeft. Al eeuwenlang ervaren mensen de kracht van het gebed. Toch krijgen veel kinderen dit in deze tijd niet meer mee. Via deze middag laten we kinderen op een kindvriendelijke manier kennis maken met het gebed op voorspraak van Maria.”

Na het kaarten maken, maken de kinderen en de jeugdleden van harmonie St. Cecilia uit Rosmalen zich in de tuin van het Sint-Janscentrum klaar om in processie naar de Sint-Jan te trekken. “Afgelopen jaar bleven veel mensen staan kijken toen we langskwamen, sommigen prevelden een Weesgegroetje mee en er sloten ook nog spontaan moeders met kinderen aan.” In de Sint-Jan nemen kinderen, ouders, de har-monie en wie er verder bij wil zijn, plaats in de Mariakapel. “Door alle verschillende onderdelen blijven kinderen aandachtig: we zingen samen, zetten kaarsen en bloemen

neer bij Maria, luisteren naar een korte uitleg bij elk geheim van de rozenkrans en bidden samen, onder leiding van een priester, de kinderrozenkrans. Daarbij bidden we vijf keer drie Weesgegroeten in plaats van vijf keer tien. De priester nodigt de kinderen ook uit thuis verder te gaan met het bidden - al is het maar één Weesgegroetje per dag - voor het zieke kind(eren), voor wie ze een kaart hebben gemaakt.” Komop6oktoberom14.30uurnaarhet

Sint-janscentrumendoemee.Demiddag

isgratisen(groot)ouderszijnnatuurlijk

ookvanhartewelkom.

Wiljemeerwetenoveralleactiesvan

Kinderenbiddenvoorkinderenofmis-

schienwelmeehelpen,kijkop:

www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl

YvonneKoopman-Snep

29Bisdomblad september 201228 Bisdomblad september 2012

Page 29: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

Jezus zelf verwijst ernaar in zijn dispuut

met de Farizeeën (Mc. 10, 1-12): Hij

baseert zich niet op menselijke wetten en

regels, maar op de scheppingsorde.

Net zoals man en vrouw vullen ook die

twee scheppingsverhalen in de Bijbel

elkaar aan; we moeten ze niet tegenover

elkaar stellen, maar ze samen nemen.

Hoe verschillend ze qua stijl, beelden en

theologisch concept ook zijn, op hoofdlij-

nen is de strekking dezelfde: de schep-

ping is het initiatief, het liefdeswerk van

de soevereine God die de mens in zijn

heilsplan betrekt en hem een sleutelrol

toekent. Die overtuiging vinden we terug

in de woorden van psalmist: “Ach, wat is

de mens dan, dat Gij naar hem omziet

(…)? Niet veel minder dan een engel hebt

Gij hem geschapen, (…) heel uw schep-

ping aan hem onderworpen, alles aan zijn

voeten neergelegd.” (Ps 8, 5-7) Wat is de

mens? Het antwoord van de Bijbel luidt:

degene die door God gewild en bemind

is, geschapen voor het geluk dat erin

bestaat die liefde te delen met de ander

die ons gegeven is.

N. van der Sluis pr

niet aan het diepe verlangen van de mens

naar een partner die op hem gelijkt en bij

hem past. Daarop creëert God de vrouw:

Hij brengt daartoe de mens in slaap en

neemt een rib uit hem weg, waaruit Hij

de vrouw vormt. Op deze wijze wordt

duidelijk dat man en vrouw in wezen één

zijn; voortaan heeft de mens een ander

met wie hij zijn leven kan delen, maar die

ander - in wie hij zichzelf mag herkennen

maar die toch niet identiek is - hoort ten

diepste bij hem en was van den beginne

met hem verbonden. Vandaar de voor ons

merkwaardige benaming van de vrouw

als Adam vol vreugde uitroept: “Mannin

zal zij heten want uit een man is zij geno-

men” - de vrouw (Hebreeuws: ishah) komt

voort uit de man (ish). Hiermee wordt tot

uitdrukking gebracht dat de mens funda-

menteel een relationeel wezen is, gericht

op de ander. Het vers 24 onderstreept

dat: doordat de man zich in liefde met zijn

vrouw verbindt wordt de oorspronkelijke

eenheid hersteld en vindt de mens het

geluk waartoe hij bestemd is; bovendien

krijgt hij op die wijze actief deel aan de

schepping, in zoverre uit die liefde nako-

melingen geboren worden. Niet voor niets

citeert Paulus dit vers in zijn beschouwing

over het huwelijk (Ef. 5, 31), maar ook

Eigenlijk opent de Bijbel met twee schep-

pingsverhalen - twee manieren van

beschouwen en presenteren, elk met

eigen aspecten en accenten. Het eer-

ste scheppingsverhaal is het bekendst;

het wordt onder meer gelezen in de

Paaswake. Het is ook het jongste van de

twee en het toont God als Degene die

door de kracht van zijn Woord alles tot

stand brengt, met als ‘bekroning’ op de

zesde dag de mens, door God geschapen

als zijn beeld, man en vrouw.

In het tweede hoofdstuk van Genesis

vinden we een ander, ouder scheppings-

verhaal. Daarin boetseert God, als ware

Hij een pottenbakker, de mens (Adam)

uit aarde (‘adamah in het Hebreeuws) en

blaast hem vervolgens de levensadem in.

Die eerste mens is aanvankelijk alleen,

maar God ziet dat dat niet goed is, dat

de mens zo niet gelukkig is; Hij besluit

“een hulp voor hem te maken die bij hem

past”. Onder ‘hulp’ moet niet zozeer een

medewerker verstaan worden als wel een

metgezel. In eerste instantie maakt God

dan de dieren en Hij vertrouwt het aan de

mens toe om ze van een naam te voor-

zien; zo wordt de mens betrokken bij de

schepping. In al hun pracht en verschei-

denheid echter beantwoorden de dieren

De Bijbel biedt ons geen wetenschappelijk model, geen theorie die ten doel heeft te verklaren hoe bepaalde biologische of astro-fysische fenomenen samenhangen. Toch for-muleert diezelfde Schrift zinvolle antwoorden op de grote vragen die we als mensen kunnen stellen omtrent het leven in het algemeen en ons eigen leven in het bijzonder. Het schep-pingsverhaal, waarmee het eerste bijbelboek Genesis begint, wil zo’n antwoord zijn met betrekking tot de oorsprong van ons bestaan.

Gedachten bij Gen. 2, 18-24 (eerste lezing 27ste zondag door het jaar B)

De ander ons gegeven De schepping van Eva". Michelangelo Buonarotti (1509-

1510). Sixtijnse kapel in Vaticaanstad.

Kinderen nemen Sint-Janscentrum overSinds een paar jaar vullen vrolijke kinderstemmen en trompetklanken op de eerste zaterdag van oktober de gangen en de tuin van het Sint-Janscentrum. Dan zet het seminarie zijn deuren open voor het jaarlijkse evenement van ‘Kinderen bidden voor kinderen’.

En zaterdag 6 oktober 2012 is het alweer zover: Alle kinderen uit de regio zijn uitgenodigd om kaarten te maken en samen te bidden voor kinderen die ziek zijn. “Al vanaf het begin was rector de Rycke positief over het initiatief en heeft hij het van harte gesteund”, vertelt initiatiefneemster Marjolein Heijs, “waarvoor we hem natuurlijk zeer dankbaar zijn.”

Marjolein legt enthousiast uit hoe de middag in elkaar steekt. “Vanaf 14.30 uur zijn we dus welkom op het Sint-Janscentrum. Daar kleuren de kinderen kaarten voor zieke kinderen van wie we bij Kinderen bidden voor Kinderen de naam hebben door-gekregen. Ze tekenen er van alles op: van prachtige vlindertuinen tot onderzeeërs, van een kerktoren tot een dinosaurus.” Via de kaart wordt de stap naar het bidden voor het zieke kind heel makkelijk gemaakt. Op de kaart staat namelijk “God kent elk

kind, jou ook. Hij luistert graag als iemand bidt. Daarom doe ik dat speciaal voor jou!” Marjolein Heijs: “Het is goed om te bid-den voor iemand die het moeilijk heeft. Al eeuwenlang ervaren mensen de kracht van het gebed. Toch krijgen veel kinderen dit in deze tijd niet meer mee. Via deze middag laten we kinderen op een kindvriendelijke manier kennis maken met het gebed op voorspraak van Maria.”

Na het kaarten maken, maken de kinderen en de jeugdleden van harmonie St. Cecilia uit Rosmalen zich in de tuin van het Sint-Janscentrum klaar om in processie naar de Sint-Jan te trekken. “Afgelopen jaar bleven veel mensen staan kijken toen we langskwamen, sommigen prevelden een Weesgegroetje mee en er sloten ook nog spontaan moeders met kinderen aan.” In de Sint-Jan nemen kinderen, ouders, de har-monie en wie er verder bij wil zijn, plaats in de Mariakapel. “Door alle verschillende onderdelen blijven kinderen aandachtig: we zingen samen, zetten kaarsen en bloemen

neer bij Maria, luisteren naar een korte uitleg bij elk geheim van de rozenkrans en bidden samen, onder leiding van een priester, de kinderrozenkrans. Daarbij bidden we vijf keer drie Weesgegroeten in plaats van vijf keer tien. De priester nodigt de kinderen ook uit thuis verder te gaan met het bidden - al is het maar één Weesgegroetje per dag - voor het zieke kind(eren), voor wie ze een kaart hebben gemaakt.” Komop6oktoberom14.30uurnaarhet

Sint-janscentrumendoemee.Demiddag

isgratisen(groot)ouderszijnnatuurlijk

ookvanhartewelkom.

Wiljemeerwetenoveralleactiesvan

Kinderenbiddenvoorkinderenofmis-

schienwelmeehelpen,kijkop:

www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl

YvonneKoopman-Snep

29Bisdomblad september 201228 Bisdomblad september 2012

Page 30: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

SeptemberZondag 23 septemberH. Mis Budel en inzegening Pastorie

Maandag 24 septemberVergadering Officium Iuventutis

Vergadering Stichting Katholieke Jeugdbelangen

Dinsdag 25 septemberVergadering Officium Catecheticum;

Bijeenkomst Oda Parochie

Woensdag 26 septemberH. Mis en lezing Vereniging Vrouwen in R.K.Kerk

Donderdag 27 septemberstafvergadering;

Bijeenkomst MOV-groepen parochies

Zondag 30 septemberInstallatie pastoor Luijckx nieuwe parochie

St.Willibrordus (St. Jan, Kaatsheuvel)

oktoberDinsdag 2 oktoberBijeenkomst i.v.m. Op te richten nieuwe parochie

Bommelerwaard

Donderdag 4 oktoberH. Mis Zusters Clarissen, Eindhoven

(feest St. Franciscus);

Stafvergadering

Maandag 8 oktoberGastles seminarie

Dinsdag 9 oktoberBisschoppenconferentie

Donderdag 11 oktoberStafvergadering

Opening Jaar van het Geloof (kathedraal)

Vrijdag 12 oktoberSymposium te Utrecht (50 jaar Vaticanum II).

Zondag 14 oktoberH. Mis te Banneux

Dinsdag 16 oktoberVergadering Sonnius

Donderdag 18oktoberStafvergadering

Zaterdag 20 oktoberH. Mis te Heeze

Zondag 21oktoberH. Mis te Tilburg (Heuvel) i.v.m. Opening

Jaar van het Geloof

SeptemberZaterdag 22 septemberLesgeven bij de diakenopleiding

Zondag 23 septemberInstallatie pastoor Claes, Wijchen

Dinsdag 25 septemberVergadering REA

Donderdag 27 septemberStafvergadering

Zondag 30 septemberEucharistie in de Sint Jan waarbij de wij-

ding van 12 iconen voor het jaar van het

geloof;

Bijeenkomst met jongeren en H. Mis in

Drunen

oktoberDonderdag 4 oktoberStafvergadering;

Vergadering Bisschoppen en

Stichtingsbestuur UVT

Zondag 7 oktoberH. Mis in Petruskerk te Boxtel i.v.m. ver-

heffing tot basiliek

Dinsdag 9 oktoberBisschoppenconferentie

Donderdag 11 oktoberStafvergadering;

Openingsviering Jaar van het Geloof

Vrijdag 12 oktoberAanwezig bij Symposium van de

Kerkprovincie bij gelegenheid van het Jaar

van het Geloof.

Zaterdag 13 oktoberH. Mis Hoofdliedendag van de Gilden

Zondag 14 oktoberH. Mis op bijeenkomst van Nieuwe

katholieken (Lucaskerk)

Donderdag 18 oktoberStafvergadering

Vrijdag 19 oktober tot en met vrijdag 26 oktoberRetraite

lezingenschemaThemadag rond duurzaamheidHet Centrum voor de Sociale Leer van de Kerk en

de Bisschoppelijke Adventsactie nodigen u uit voor

een themadag op zaterdag 20 oktober over wat

de katholieke sociale traditie ons kan leren over

duurzaamheid. Onderwerpen als goed rentmees-

terschap, eerlijk (ver)delen en ‘gebruiken in plaats

van misbruiken’ zullen daarbij de revue passeren. Plaats van

samenkomst is de Tiltenberg in Vogelenzang.

Wat wordt ermee bedoeld en hoe kunnen we ze in ons dagelijks

leven gebruiken? Kunnen wij onze kinderen een gezonde aarde

nalaten, die hen allemaal kan voorzien van gezond eten en drin-

ken en van een schone, veilige leefomgeving? En kan de Kerk

ons de weg wijzen naar die hoopvolle, duurzame toekomst? Dat

zijn de vragen die het thema oproept. Het Vaticaan publiceerde in

2012 de tien geboden voor het milieu. Deze uitgangspunten voor

een sociaal en duurzaam beheer van de aarde, vormen de basis

voor deze themadag. Verschillende inleiders zullen het onderwerp

belichten en ons laten zien hoe zij de theorie in de praktijk heb-

ben gebracht.

Programma 12.00 uur Inloop, koffie en broodjes 13.30 uur

Welkom door Beate Gloudemans. Aansluitend inleiding door Guus

Prevoo over duurzaamheid in de katholieke sociale traditie en

de tien milieugeboden in de dagelijkse praktijk. Om 14.15 uur

is er een inleiding door Ben Dicker over schoon drinkwater in

Bethlehem en om 14.30 uur door Peter Oorthuizen over landbouw-

project in Cuba. Na de pauze is er discussie in kleine groepen

onder leiding van de inleiders en bestuursleden van het CSLK.

Om 16.00 uur volgen de gezamenlijke afsluiting, gebedsmoment

en gelegenheid met elkaar na te praten.

Praktische informatie: zaterdag 20 oktober 2012. Tijd: 12.00

uur tot 16.00 uur. Locatie: De Tiltenberg, Zilkerduinweg 375,

Vogelenzang.

Aanmelden tot 10 oktober per e-mail [email protected],

of telefonisch: 0252 345 341. Bijdrage: € 5 euro om kosten van

een eenvoudige lunch en borrel te dekken.

..................................

Vredeswandeling in DrunenIn alle tijden zijn mensen als pelgrim

op weg gegaan vanuit een religieuze

overtuiging en met een vreedzaam

doel. Vaak in een roerige wereld. Ook

wij leven in een tijd vol geweld en onbe-

grip. En ook nu zijn velen letterlijk of

figuurlijk als pelgrims vreedzaam onderweg. Dat schrijft het R.K.

Missie Centrum Drunen. Voor de zevende keer nodigen zij u uit

om in de Vredesweek op weg gaan middels een kleine wande-

ling en een korte tijd voor bezinning. Dat gebeurt op zaterdag 22

september 2012 om 10 uur en het startpunt is de kapel aan de

Steegerf te Drunen. Duur van de tocht is circa 1 ½ uur.

..................................

September21 (R): H. Matteüs, apostel en evangelist: L Ef. 4,1-7+11-13; Antw. Ps. 19; EV Mt. 9,9-13 (IV)22 (G): L 1 Kor. 15,35-37+42-49; EV Lc. 8,4-1523 (G): L Wijsh. 2,12+17-20; Antw. Ps. 54; TL Jak. 3,16-4,3; EV Mc. 9,30-3724 (G): L Spr. 3,27-34; EV Lc. 8,16-1825 (G): L Spr. 21,1-6+10-13; EV Lc. 8,19-2126 (G): L Spr. 30, 5-9; EV Lc. 9,1-627 (W): L Pred. 1,2-11; EV Lc. 9,7-928 (G): L Pred. 3,1-11; EV Lc. 9,18-2229 (W): HH. Michaël, Gabriël en Rafaël, aartsen-gelen: L Dan. 7,9-10+13-14; Antw. Ps. 138; EV Joh. 1,47-51 (IV)30 (G): L Num. 11,25-29; Antw. Ps. 19; TL Jak. 5,1-6; EV Mc. 9,38-43+45+47-48

oktober1 (W): L Job. 1,6-22; EV Lc. 9,46-502 (W): L Job. 3,1-3+11-17+20-23; EV Mt. 18,1-5+10 (IV)3 (G): L Job. 9,1-12+14-16; EV Lc. 9,57-624 (W): L Job. 19,21-27; EV Lc. 10,1-125 (G): L Job. 38,1+12-21+40,3-5; EV Lc. 10,13-166 (G): L Job. 42,1-3+5-6+12-17; EV Lc. 10,17-247 (G): L Gen. 2,18-24; Antw. Ps. 128; TL Heb. 2,9-11; EV Mc. 10,2-168 (G): L Gal. 1,6-12; EV Lc. 10,25-379 (G): L Gal. 1,13-24; EV Lc. 10,38-4210 (G): L Gal. 2,1-2+7-14; EV Lc. 11,1-411 (G): L Gal. 3,-5; EV Lc. 11,5-1312 (G): L Gal. 3,7-14; EV Lc. 11,15-2613 (G): L Gal. 3,22-29; EV Lc. 11,27-2814 (G): L Wijsh. 7,7-11; Antw. Ps. 90; TL Heb. 4,12-13 EV Mc. 10,17-3015 (W): L Gal. 4,22-24+26-27+31-5,1; EV Lc. 11,29-3216 (G): L Gal. 5,1-6; EV Lc. 11,37-4117 (R): L Gal. 5,18-25; EV Lc. 11,42-4618 (R): H. Lucas, evangelist: L 2 Tim. 4,9-17a; Antw. Ps. 145; EV Lc. 10,1-9 (IV)19 (G): L Ef. 1,11-14; EV Lc. 12,1-720 (G): L Ef. 1, 15-23; EV Lc. 12,8-1221 (G): L Jes. 53,10-11; Antw. Ps. 33; TL Heb. 4,14-16; EV Mc. 10,35-4522 (G): L Ef. 2,1-10; EV Lc. 12,13-2123 (G): L Ef. 2,12-22; EV Lc. 12,35-3824 (G): L 3,2-12; EV Lc. 12,39-4825 (W): Kerkwijding van geconsacreerde kerken, waarvan de wijdingsdatum niet bekend is: L Jes. 56,1+6-7; Antw. Ps. 84; TL 1 Petr. 2,4-9; EV Joh. 10,22-3026 (G): L Ef. 4,1-6; EV Lc. 12,54-5927 (G): L Ef. 4,7-16; EV Lc. 13,1-928 (G): L Jer. 31,7-9; Antw. Ps. 126; TL Heb. 5,1-6; EV Mc. 10,46-5229 (G): L Ef. 4,32-5,8; EV Lc. 13,10-17; EV Lc. 13,10-1730 (G): L Ef. 5,21-33; EV Lc. 13,18-2131(G): L Ef. 6,1-9; EV Lc. 13,22-30

Het Bisdomblad is het officiële nieuws- en informatiemagazine van het Bisdom van ’s-Hertogen-bosch. Het verschijnt onder ver-antwoordelijkheid van de dienst Communicatie. (ISSN 1384-220X)

Hoofdredactie a.i.: J.G.P.G. van EedenEindredactie: J.G.P.G. van EedenRedactie: E. Kleinpenning, Th. Schepens, N. van der Sluis.

Aan dit nummer werkten verder mee:M. van Beers, Zr. M. Bouman, K. van Hasselt, Y. Koopman-Snep, mgr R. Mutsaerts, F. De Rijcke, mgr J. Schröder.Beeld/Fotografie: Archief Bisdom (p. 12,18), Jaap van Eeden (p.1,4,6,7,9,10,11,13,14,15,16,17,20,21,24,26), G. Hüsstege (p.22) Webgallery of Art (p.28)Adres redactie:Parade 11, ’s-Hertogenbosch.Telefoon: 073-5232042Fax: 073-6136850E-mail: [email protected] administratie/Correspondentie-adres: Postbus 1333, 5200 BJ ’s-Hertogenbosch.E-mail: [email protected]: 1108695Advertentie-verkoop: HMS Mediaexploitatie, Afdeling advertenties Postbus 1611, 5200 BR ’s-Hertogenbosch;Tel 073-7507060; [email protected]: Beelenkamp Ontwerpers Tilburg.Druk: RotoSmeets Eindhoven

ABONNEMENTEN2012 is de laatste jaargang van het Bisdomblad, daarom worden geen abonnementen meer afgesloten; losse nummers kosten € 2,50 (excl. porto).

OVERNEMENArtikelen in het Bisdomblad mogen vrij worden overgenomen in paro-chiebladen, illustraties alleen als vooraf schriftelijk toestemming is verleend door de redactie.

COPYRIGHTVoor de bijbelteksten is gebruik gemaakt van de Willibrordvertaling, waarvan het copyright berust bij de Katholieke Bijbel Stichting te Den Bosch.

De uit polyethyleen vervaardigde verpakking van het Bisdomblad is onschadelijk in de vuilverbranding en niet van invloed op de kwaliteit van het grondwater. Polyethyleen is uitstekend te recyclen.

agenda van mgr. Hurkmans agenda van mgr. Mutsaerts

31Bisdomblad september 201230 Bisdomblad september 2012

Nieuw parochiecentrum Schaijk en ReekDe jonge parochie te Schaijk-Reek wil

ook in de toekomst actief blijven en juist

nog méér activiteiten organiseren om de

lokale geloofsgemeenschappen te dienen.

Om, ook in de letterlijke zin, alle huidige

en toekomstige activiteiten te kunnen

huisvesten heeft de Parochie vanaf 1

september, minimaal voor de duur van

één jaar, de beschikking over een nieuw Parochiecentrum. Het betreft het pand aan de

Pastoor van Winkelstraat 7-9 te Schaijk, voorheen accountantskantoor Faassen. Gezien

de ligging naast de kerk in Schaijk en de mogelijkheden die het pand biedt, kan de

parochie met trots zeggen dat hiermee de vele werkgroepen en andere vrijwilligers meer

mogelijkheden krijgen en ook activiteiten eenvoudiger kunnen organiseren. Op de web-

sites van de Parochie (zie hieronder) worden diverse activiteiten genoemd. Het nieuwe

Parochiecentrum zal deze vele activiteiten prima kunnen faciliteren. Ook secretarieel en

administratief zal deze locatie voor de parochie veel kunnen betekenen.

www.h-antonius-abt.nl, www.witnesshope.nl, www.soul-world.nl

Page 31: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

SeptemberZondag 23 septemberH. Mis Budel en inzegening Pastorie

Maandag 24 septemberVergadering Officium Iuventutis

Vergadering Stichting Katholieke Jeugdbelangen

Dinsdag 25 septemberVergadering Officium Catecheticum;

Bijeenkomst Oda Parochie

Woensdag 26 septemberH. Mis en lezing Vereniging Vrouwen in R.K.Kerk

Donderdag 27 septemberstafvergadering;

Bijeenkomst MOV-groepen parochies

Zondag 30 septemberInstallatie pastoor Luijckx nieuwe parochie

St.Willibrordus (St. Jan, Kaatsheuvel)

oktoberDinsdag 2 oktoberBijeenkomst i.v.m. Op te richten nieuwe parochie

Bommelerwaard

Donderdag 4 oktoberH. Mis Zusters Clarissen, Eindhoven

(feest St. Franciscus);

Stafvergadering

Maandag 8 oktoberGastles seminarie

Dinsdag 9 oktoberBisschoppenconferentie

Donderdag 11 oktoberStafvergadering

Opening Jaar van het Geloof (kathedraal)

Vrijdag 12 oktoberSymposium te Utrecht (50 jaar Vaticanum II).

Zondag 14 oktoberH. Mis te Banneux

Dinsdag 16 oktoberVergadering Sonnius

Donderdag 18oktoberStafvergadering

Zaterdag 20 oktoberH. Mis te Heeze

Zondag 21oktoberH. Mis te Tilburg (Heuvel) i.v.m. Opening

Jaar van het Geloof

SeptemberZaterdag 22 septemberLesgeven bij de diakenopleiding

Zondag 23 septemberInstallatie pastoor Claes, Wijchen

Dinsdag 25 septemberVergadering REA

Donderdag 27 septemberStafvergadering

Zondag 30 septemberEucharistie in de Sint Jan waarbij de wij-

ding van 12 iconen voor het jaar van het

geloof;

Bijeenkomst met jongeren en H. Mis in

Drunen

oktoberDonderdag 4 oktoberStafvergadering;

Vergadering Bisschoppen en

Stichtingsbestuur UVT

Zondag 7 oktoberH. Mis in Petruskerk te Boxtel i.v.m. ver-

heffing tot basiliek

Dinsdag 9 oktoberBisschoppenconferentie

Donderdag 11 oktoberStafvergadering;

Openingsviering Jaar van het Geloof

Vrijdag 12 oktoberAanwezig bij Symposium van de

Kerkprovincie bij gelegenheid van het Jaar

van het Geloof.

Zaterdag 13 oktoberH. Mis Hoofdliedendag van de Gilden

Zondag 14 oktoberH. Mis op bijeenkomst van Nieuwe

katholieken (Lucaskerk)

Donderdag 18 oktoberStafvergadering

Vrijdag 19 oktober tot en met vrijdag 26 oktoberRetraite

lezingenschemaThemadag rond duurzaamheidHet Centrum voor de Sociale Leer van de Kerk en

de Bisschoppelijke Adventsactie nodigen u uit voor

een themadag op zaterdag 20 oktober over wat

de katholieke sociale traditie ons kan leren over

duurzaamheid. Onderwerpen als goed rentmees-

terschap, eerlijk (ver)delen en ‘gebruiken in plaats

van misbruiken’ zullen daarbij de revue passeren. Plaats van

samenkomst is de Tiltenberg in Vogelenzang.

Wat wordt ermee bedoeld en hoe kunnen we ze in ons dagelijks

leven gebruiken? Kunnen wij onze kinderen een gezonde aarde

nalaten, die hen allemaal kan voorzien van gezond eten en drin-

ken en van een schone, veilige leefomgeving? En kan de Kerk

ons de weg wijzen naar die hoopvolle, duurzame toekomst? Dat

zijn de vragen die het thema oproept. Het Vaticaan publiceerde in

2012 de tien geboden voor het milieu. Deze uitgangspunten voor

een sociaal en duurzaam beheer van de aarde, vormen de basis

voor deze themadag. Verschillende inleiders zullen het onderwerp

belichten en ons laten zien hoe zij de theorie in de praktijk heb-

ben gebracht.

Programma 12.00 uur Inloop, koffie en broodjes 13.30 uur

Welkom door Beate Gloudemans. Aansluitend inleiding door Guus

Prevoo over duurzaamheid in de katholieke sociale traditie en

de tien milieugeboden in de dagelijkse praktijk. Om 14.15 uur

is er een inleiding door Ben Dicker over schoon drinkwater in

Bethlehem en om 14.30 uur door Peter Oorthuizen over landbouw-

project in Cuba. Na de pauze is er discussie in kleine groepen

onder leiding van de inleiders en bestuursleden van het CSLK.

Om 16.00 uur volgen de gezamenlijke afsluiting, gebedsmoment

en gelegenheid met elkaar na te praten.

Praktische informatie: zaterdag 20 oktober 2012. Tijd: 12.00

uur tot 16.00 uur. Locatie: De Tiltenberg, Zilkerduinweg 375,

Vogelenzang.

Aanmelden tot 10 oktober per e-mail [email protected],

of telefonisch: 0252 345 341. Bijdrage: € 5 euro om kosten van

een eenvoudige lunch en borrel te dekken.

..................................

Vredeswandeling in DrunenIn alle tijden zijn mensen als pelgrim

op weg gegaan vanuit een religieuze

overtuiging en met een vreedzaam

doel. Vaak in een roerige wereld. Ook

wij leven in een tijd vol geweld en onbe-

grip. En ook nu zijn velen letterlijk of

figuurlijk als pelgrims vreedzaam onderweg. Dat schrijft het R.K.

Missie Centrum Drunen. Voor de zevende keer nodigen zij u uit

om in de Vredesweek op weg gaan middels een kleine wande-

ling en een korte tijd voor bezinning. Dat gebeurt op zaterdag 22

september 2012 om 10 uur en het startpunt is de kapel aan de

Steegerf te Drunen. Duur van de tocht is circa 1 ½ uur.

..................................

September21 (R): H. Matteüs, apostel en evangelist: L Ef. 4,1-7+11-13; Antw. Ps. 19; EV Mt. 9,9-13 (IV)22 (G): L 1 Kor. 15,35-37+42-49; EV Lc. 8,4-1523 (G): L Wijsh. 2,12+17-20; Antw. Ps. 54; TL Jak. 3,16-4,3; EV Mc. 9,30-3724 (G): L Spr. 3,27-34; EV Lc. 8,16-1825 (G): L Spr. 21,1-6+10-13; EV Lc. 8,19-2126 (G): L Spr. 30, 5-9; EV Lc. 9,1-627 (W): L Pred. 1,2-11; EV Lc. 9,7-928 (G): L Pred. 3,1-11; EV Lc. 9,18-2229 (W): HH. Michaël, Gabriël en Rafaël, aartsen-gelen: L Dan. 7,9-10+13-14; Antw. Ps. 138; EV Joh. 1,47-51 (IV)30 (G): L Num. 11,25-29; Antw. Ps. 19; TL Jak. 5,1-6; EV Mc. 9,38-43+45+47-48

oktober1 (W): L Job. 1,6-22; EV Lc. 9,46-502 (W): L Job. 3,1-3+11-17+20-23; EV Mt. 18,1-5+10 (IV)3 (G): L Job. 9,1-12+14-16; EV Lc. 9,57-624 (W): L Job. 19,21-27; EV Lc. 10,1-125 (G): L Job. 38,1+12-21+40,3-5; EV Lc. 10,13-166 (G): L Job. 42,1-3+5-6+12-17; EV Lc. 10,17-247 (G): L Gen. 2,18-24; Antw. Ps. 128; TL Heb. 2,9-11; EV Mc. 10,2-168 (G): L Gal. 1,6-12; EV Lc. 10,25-379 (G): L Gal. 1,13-24; EV Lc. 10,38-4210 (G): L Gal. 2,1-2+7-14; EV Lc. 11,1-411 (G): L Gal. 3,-5; EV Lc. 11,5-1312 (G): L Gal. 3,7-14; EV Lc. 11,15-2613 (G): L Gal. 3,22-29; EV Lc. 11,27-2814 (G): L Wijsh. 7,7-11; Antw. Ps. 90; TL Heb. 4,12-13 EV Mc. 10,17-3015 (W): L Gal. 4,22-24+26-27+31-5,1; EV Lc. 11,29-3216 (G): L Gal. 5,1-6; EV Lc. 11,37-4117 (R): L Gal. 5,18-25; EV Lc. 11,42-4618 (R): H. Lucas, evangelist: L 2 Tim. 4,9-17a; Antw. Ps. 145; EV Lc. 10,1-9 (IV)19 (G): L Ef. 1,11-14; EV Lc. 12,1-720 (G): L Ef. 1, 15-23; EV Lc. 12,8-1221 (G): L Jes. 53,10-11; Antw. Ps. 33; TL Heb. 4,14-16; EV Mc. 10,35-4522 (G): L Ef. 2,1-10; EV Lc. 12,13-2123 (G): L Ef. 2,12-22; EV Lc. 12,35-3824 (G): L 3,2-12; EV Lc. 12,39-4825 (W): Kerkwijding van geconsacreerde kerken, waarvan de wijdingsdatum niet bekend is: L Jes. 56,1+6-7; Antw. Ps. 84; TL 1 Petr. 2,4-9; EV Joh. 10,22-3026 (G): L Ef. 4,1-6; EV Lc. 12,54-5927 (G): L Ef. 4,7-16; EV Lc. 13,1-928 (G): L Jer. 31,7-9; Antw. Ps. 126; TL Heb. 5,1-6; EV Mc. 10,46-5229 (G): L Ef. 4,32-5,8; EV Lc. 13,10-17; EV Lc. 13,10-1730 (G): L Ef. 5,21-33; EV Lc. 13,18-2131(G): L Ef. 6,1-9; EV Lc. 13,22-30

Het Bisdomblad is het officiële nieuws- en informatiemagazine van het Bisdom van ’s-Hertogen-bosch. Het verschijnt onder ver-antwoordelijkheid van de dienst Communicatie. (ISSN 1384-220X)

Hoofdredactie a.i.: J.G.P.G. van EedenEindredactie: J.G.P.G. van EedenRedactie: E. Kleinpenning, Th. Schepens, N. van der Sluis.

Aan dit nummer werkten verder mee:M. van Beers, Zr. M. Bouman, K. van Hasselt, Y. Koopman-Snep, mgr R. Mutsaerts, F. De Rijcke, mgr J. Schröder.Beeld/Fotografie: Archief Bisdom (p. 12,18), Jaap van Eeden (p.1,4,6,7,9,10,11,13,14,15,16,17,20,21,24,26), G. Hüsstege (p.22) Webgallery of Art (p.28)Adres redactie:Parade 11, ’s-Hertogenbosch.Telefoon: 073-5232042Fax: 073-6136850E-mail: [email protected] administratie/Correspondentie-adres: Postbus 1333, 5200 BJ ’s-Hertogenbosch.E-mail: [email protected]: 1108695Advertentie-verkoop: HMS Mediaexploitatie, Afdeling advertenties Postbus 1611, 5200 BR ’s-Hertogenbosch;Tel 073-7507060; [email protected]: Beelenkamp Ontwerpers Tilburg.Druk: RotoSmeets Eindhoven

ABONNEMENTEN2012 is de laatste jaargang van het Bisdomblad, daarom worden geen abonnementen meer afgesloten; losse nummers kosten € 2,50 (excl. porto).

OVERNEMENArtikelen in het Bisdomblad mogen vrij worden overgenomen in paro-chiebladen, illustraties alleen als vooraf schriftelijk toestemming is verleend door de redactie.

COPYRIGHTVoor de bijbelteksten is gebruik gemaakt van de Willibrordvertaling, waarvan het copyright berust bij de Katholieke Bijbel Stichting te Den Bosch.

De uit polyethyleen vervaardigde verpakking van het Bisdomblad is onschadelijk in de vuilverbranding en niet van invloed op de kwaliteit van het grondwater. Polyethyleen is uitstekend te recyclen.

agenda van mgr. Hurkmans agenda van mgr. Mutsaerts

31Bisdomblad september 201230 Bisdomblad september 2012

Nieuw parochiecentrum Schaijk en ReekDe jonge parochie te Schaijk-Reek wil

ook in de toekomst actief blijven en juist

nog méér activiteiten organiseren om de

lokale geloofsgemeenschappen te dienen.

Om, ook in de letterlijke zin, alle huidige

en toekomstige activiteiten te kunnen

huisvesten heeft de Parochie vanaf 1

september, minimaal voor de duur van

één jaar, de beschikking over een nieuw Parochiecentrum. Het betreft het pand aan de

Pastoor van Winkelstraat 7-9 te Schaijk, voorheen accountantskantoor Faassen. Gezien

de ligging naast de kerk in Schaijk en de mogelijkheden die het pand biedt, kan de

parochie met trots zeggen dat hiermee de vele werkgroepen en andere vrijwilligers meer

mogelijkheden krijgen en ook activiteiten eenvoudiger kunnen organiseren. Op de web-

sites van de Parochie (zie hieronder) worden diverse activiteiten genoemd. Het nieuwe

Parochiecentrum zal deze vele activiteiten prima kunnen faciliteren. Ook secretarieel en

administratief zal deze locatie voor de parochie veel kunnen betekenen.

www.h-antonius-abt.nl, www.witnesshope.nl, www.soul-world.nl

Page 32: Bisdomblad 2012 Augustus (Jaargang 90)

pr iesterseminar ie

diakenople id ing

vormingscentrum

Leeft u ook mee met de toekomst van de Kerk? Bid dan met ons mee! De priesteropleiding van het bisdom van ’s-Hertogenbosch, kortweg het Sint-Janscentrum, mag dit jaar zijn 25-jarig bestaan vieren. En daar hoort dankbaarheid bij. Gedurende al die jaren is een trouwe groep van mensen – de Gebeds-kring Sint-Jan – blijven bidden voor roepingen. Daarmee steunen zij allen die een opleiding volgen of betrokken zijn bij de vorming aan het seminarie. Het constante gebed voor roepingen van priesters, diakens en religieuzen is broodnodig voor de toekomst van de Kerk en van ons bisdom. Leden van de Gebedskring ontvangen gratis drie keer per jaar het Kringblad. Het blad biedt verdieping,

inspiratie en informatie over de priesteropleiding. Door het blad en de jaarlijkse gebedsdag weten zijdie bidden en zij voor wie gebeden wordt elkaar te vinden. Dat is een enorme bemoediging. Wilt u ook lid worden van de Gebedskring Sint-Jan? Meld u dan aan via de antwoordkaart. Daarnaast wordt het Sint-Janscentrum al 25 jaar fi nancieel ondersteund door zeer veel donateurs. Door kleine en grotere giften aan het Sonnius Priesterfonds (ANBI-instelling) kan het Sint-Janscentrum door gaan met het vormen van priesters. Hoe giften besteed worden is te lezen in de ‘Sonniuskrant’ die iedere dona-teur eens per jaar ontvangt. Wilt u het Sint-Janscentrum ook fi nancieel ondersteunen? Laat het ons dan weten via de antwoordkaart. Geloof, gebed en vertrouwen vormen al 25 jaar de pijlers waarop het Sint-Janscentrum steunt. Wij geloven in God en daarmee in de toekomst van de Kerk. Wilt u ons daarbij helpen?

Naam / Achternaam:

Geboortedatum:

Adres:

Postcode en woonplaats:

Tel.nr.:

E-mail:

Ik wil graag: mij aanmelden als lid van de Gebedskring Sint-Jan een proefexemplaar ontvangen van het Kringblad informatie over de mogelijkheden het seminarie fi nancieel te steunen

Bent u geïnteresseerd?

Vul dan de bon in en stuur naar:

Rector F. De RyckePapenhulst 45211 LC ’s-Hertogenbosch

☎: 073 - 613 20 00

[email protected]

R.K. Instelling SonniusNL: 22.52.03.022; BE: 521-0053201-65

Geloven in God is geloven in de toekomst