lezing prof. theo spek (rijksuniversiteit groningen): historische ecologie in noord- en...

Post on 21-Jan-2018

247 Views

Category:

Environment

0 Downloads

Preview:

Click to see full reader

TRANSCRIPT

Historische ecologie in Noord- en Oost-Nederland:

van interdisciplinair onderzoek naar integraal landschapsbeheer

Theo Spek

Wat is historische ecologie ?

• Historische ecologie is een onderzoeksveld dat zich

bezighoudt met de studie van ecosystemen of delen

daarvan door de tijd heen.

Van den Bremt, Heyn & De Haan, 2008

• Historische ecologie is een onderzoeksveld dat zich

bezighoudt met de studie van ecosystemen of delen

daarvan door de tijd heen.

• Het onderzoek heeft betrekking op een tijdsdoorsnede

(historisch-ecologische referentie) of volgt een

ontwikkeling tot de huidige situatie.

Van den Bremt, Heyn & De Haan, 2008

• Historische ecologie is een onderzoeksveld dat zich

bezighoudt met de studie van ecosystemen of delen

daarvan door de tijd heen.

• Het onderzoek heeft betrekking op een tijdsdoorsnede

(historisch-ecologische referentie) of volgt een

ontwikkeling tot de huidige situatie.

• De natuurlijke én culturele processen die op het

landschap als ecosysteem inwerken komen beide

evenwaardig aan bod.

Van den Bremt, Heyn & De Haan, 2008

• Historische ecologie is een onderzoeksveld dat zich

bezighoudt met de studie van ecosystemen of delen

daarvan door de tijd heen.

• Het onderzoek heeft betrekking op een tijdsdoorsnede

(historisch-ecologische referentie) of volgt een

ontwikkeling tot de huidige situatie.

• De natuurlijke én culturele processen die op het

landschap als ecosysteem inwerken komen beide

evenwaardig aan bod.

• Historisch-ecologisch onderzoek is per definitie

interdisciplinair en stelt de interactie tussen mensen

en hun omgeving centraal.

Van den Bremt, Heyn & De Haan, 2008

Oliver Rackham (1939 - 2015)

Historisch-ecologisch onderzoek en de

vertaling daarvan in een meer integrale

vorm van landschapsbeheer

Vragen

• Welke lange termijnontwikkeling heeft het natuurbeheer in

Nederland doorgemaakt en welke referentiebeelden zijn

daarbij in verschillende perioden gehanteerd?

• Waar staan we nu ?

• Welke koers is nodig om natuurbeheer en erfgoedzorg in de

komende jaren sterker met elkaar te verbinden?

• Welke aanpak en kennis zijn daarbij van belang?

Wat ging vooraf?

Een korte historiografie van het Nederlandse terreinbeheer

1890 – 1940 Pionierperiode: oprichting natuurorganisaties; eerste

aankopen; aanvankelijk laissez faire-beleid

1940 – 1980 Heroriëntatie op drieslag natuur - halfnatuur – cultuur

intensief beheer; 19e-eeuwse agrarisch cultuurlandschap als referentie

Victor Westhoff

2000 – nu: Natura2000 als geïnstitutionaliseerd beheersysteem

(natuurdoeltypen / natuurnetwerk / kaderrichtlijn / habitatrichtlijn)

(maar ook de periode van sterkere toenadering natuurbeheer en

erfgoedzorg)

2020 – …. : periode van het integrale historisch-ecologische

landschapsbeheer

(gericht op gebiedsspecifieke kwaliteiten en potenties; gebaseerd op

de samenhang tussen aardkundige, ecologische en cultuurhistorische

patronen en processen; gebruik makend van een rijk palet aan

referentiebeelden uit verschillende fasen van de geschiedenis)

Uitdagingen waar we komende jaren voor staan:

1. Betere integratie van aardkundige, ecologische en cultuurhistorische

waarden in onderzoek, visievorming en beheer

Uitdagingen waar we komende jaren voor staan:

1. Betere integratie van aardkundige, ecologische en cultuurhistorische

waarden in onderzoek, visievorming en beheer

2. Betere onderbouwing van beheer met historisch-ecologische kennis

Uitdagingen waar we komende jaren voor staan:

1. Betere integratie van aardkundige, ecologische en cultuurhistorische

waarden in onderzoek, visievorming en beheer

2. Betere onderbouwing van beheer met historisch-ecologische kennis

3. Sterkere verbinding van deskundigenkennis met lokale ervaringskennis

Uitdagingen waar we komende jaren voor staan:

1. Betere integratie van aardkundige, ecologische en cultuurhistorische

waarden in onderzoek, visievorming en beheer

2. Betere onderbouwing van beheer met historisch-ecologische kennis

3. Sterkere verbinding van deskundigenkennis met lokale ervaringskennis

4. Minder top-down gestuurde beheersystemen; meer aandacht voor

gebiedsspecifieke patronen en processen en voor eigen

verantwoordelijkheid beheerders

Uitdagingen waar we komende jaren voor staan:

1. Betere integratie van aardkundige, ecologische en cultuurhistorische

waarden in onderzoek, visievorming en beheer

2. Betere onderbouwing van beheer met historisch-ecologische kennis

3. Sterkere verbinding van deskundigenkennis met lokale ervaringskennis

4. Minder top-down gestuurde beheersystemen; meer aandacht voor

gebiedsspecifieke patronen en processen en voor eigen

verantwoordelijkheid beheerders

5. Denken in diverse ruimtelijke schalen (plek / terrrein / dorpsgebied /

microregio / regio / interregionaal)

Uitdagingen waar we komende jaren voor staan:

1. Betere integratie van aardkundige, ecologische en cultuurhistorische

waarden in onderzoek, visievorming en beheer

2. Betere onderbouwing van beheer met historisch-ecologische kennis

3. Sterkere verbinding van deskundigenkennis met lokale ervaringskennis

4. Minder top-down gestuurde beheersystemen; meer aandacht voor

gebiedsspecifieke patronen en processen en voor eigen

verantwoordelijkheid beheerders.

5. Denken in diverse ruimtelijke schalen (plek / terrrein / dorpsgebied /

microregio / regio / interregionaal)

6. Denken in lange termijnprocessen (historisch, toekomstig)

Uitdagingen waar we komende jaren voor staan:

1. Betere integratie van aardkundige, ecologische en cultuurhistorische

waarden in onderzoek, visievorming en beheer

2. Betere onderbouwing van beheer met historisch-ecologische kennis

3. Sterkere verbinding van deskundigenkennis met lokale ervaringskennis

4. Minder top-down gestuurde beheersystemen; meer aandacht voor

gebiedsspecifieke patronen en processen en voor eigen

verantwoordelijkheid beheerders.

5. Denken in diverse ruimtelijke schalen (plek / terrrein / dorpsgebied /

microregio / regio / interregionaal)

6. Denken in lange termijnprocessen (historisch, toekomstig)

7. Ontwikkeling van minder uniforme en statische referentiebeelden

Uitdagingen waar we komende jaren voor staan:

1. Betere integratie van aardkundige, ecologische en cultuurhistorische

waarden in onderzoek, visievorming en beheer

2. Betere onderbouwing van beheer met historisch-ecologische kennis

3. Sterkere verbinding van deskundigenkennis met lokale ervaringskennis

4. Minder top-down gestuurde beheersystemen; meer aandacht voor

gebiedsspecifieke patronen en processen en voor eigen

verantwoordelijkheid beheerders.

5. Denken in diverse ruimtelijke schalen (plek / terrrein / dorpsgebied /

microregio / regio / interregionaal)

6. Denken in lange termijnprocessen (historisch, toekomstig)

7. Ontwikkeling van minder uniforme en statische referentiebeelden

8. Intensievere samenwerking met landbouw, waterbeheer,

maatschappelijke organisaties en burgers; verantwoordelijkheden

durven delen

Kenniscentrum Landschap RUG

• Opgericht in 2010

• Gevestigd in de binnenstad van Groningen (Oude Boteringestraat 34)

• 8 medewerkers, 12 promovendi, ca 45 masterstudenten

• Masteropleiding, fundamenteel én toegepast onderzoek, cursussen

• Nauwe samenwerking met maatschappelijke partijen

• Historische ecologie is een van de speerpunten in het onderzoek van de komende jaren

Aarde

MensNatuur

Landschap

Geoheritage

Cultural heritageNatural heritage

Landscape

Landschapsbeheer is het duurzaam behouden en ontwikkelen

van aardkundige, ecologische en cultuurhistorische waarden uit

verschillende tijdlagen van de geschiedenis ten behoeve van

toekomstige generaties en ecosystemen

Aardwetenschappen

MenswetenschappenLevenswetenschappen

Landschap

Fysische geografie

Cultuurhistorie Ecologie

Historische ecologie

Voor meer integrale theorievorming en methodologie binnen deze

driehoek dienen we op zoek te gaan naar de verbinding van

bestaande (en nieuw te ontwikkelen) integrale concepten:

1. Biografie van het landschap

2. Landschapsecologisch model van Jenny

3. Geogenetische ontwikkelingsmodellen

Twee voorbeelden: (1) Drentsche Aa; (2) Noordoost-Twente

Biografie van het landschap

• Ontwikkeld door antropologen en archeologen in de jaren

‘90

• Geoperationaliseerd in tal van regio’s tussen 2000 en nu

• Veelal gebaseerd op integratie van aardwetenschappen,

archeologie, historische geografie en

architectuurgeschiedenis

Landschapsbiografie:

Een wetenschappelijk verantwoord, interdisciplinair opgezet en

goed leesbaar verhaal over de lange termijnontwikkeling van een

lokaal of regionaal landschap

Biografie van het

landschap

Archieven Historische

kaarten

Bodemdata Remote sensing

dataArcheologische

data

Dateringen

Toponiemen

IconografieEcologische data Paleoecologische data

Oral history

Veldwerk

Landschapsbiografie van

de Drentsche Aa (2015)

Ontwikkeld als inspiratie-

document voor diverse

doelgroepen, maar zeker ook

om het integrale beheer van

natuur en erfgoed te versterken

Basiselementen

• diachrone opbouw: ‘van ijstijd tot heden’

• diverse ruimtelijke schalen: regio – dorpsgebied – terrein – plek

• gebaseerd op zowel expert knowledge als local knowledge

• goede balans tussen teksten, kaarten en beeldmateriaal

• integrale thema’s als rode draad

Voorbeelden van diachrone thema’s:

• Vegetatieontwikkeling

• Lokatiekeuze

• Territoriumvorming

• Landgebruik-systemen

• Field systems

• Kolonisatie- en ontginningsgeschiedenis

• Perceptie en betekenisgeving

• Longue durée van transformatie en

continuïteit

• Interne en externe oorzaken voor

landschapstransformaties

Voorbeeld 1 Herontwikkeling eiken-lindenbossen

• Humusecologisch, bodemkundig en

vegetatiekundig onderzoek lindenbossen

(Hommel, De Waal, Maes, De Ouden, Spek)

• Ondersteund door analyse pollen-diagrammen

• Toepassing: experimenteren met herintroductie

linde

Voorbeeld 2 Ontwikkeling gevarieerder bos

• Reconstructie ligging/samenstelling/beheer van historische

holten, loo-bossen, strubben en broekbossen

• Methodiek: verbinding van veldnamenonderzoek,

bodemkartering, micromorfologisch onderzoek, pollenanalyse

en vegetatiekartering van relictpopulaties

• Toepassing: (1) selectie locaties voor regeneratie natuurlijk

bos; (2) Experimenten bosbegrazing

Voorbeeld 3 Overal-beweiding

• Onderzoek naar voormalige collectieve

kuddebeweiding van bossen, groenlanden,

veldgronden en essen door middel van kuddes

runderen, schapen, varkens en paarden

(lokatiekeuze, begrazingsintensiteit,

begrazingsperioden etc.)

• Referentiebeelden, invloed op

vegetatiesamenstelling,

zaadverspreidingsmechanismen

• Toepassing: (1) experimenten met

gradiëntbeweiding Balloërveld; (2)

heideboerderij: begrazing bovenland beekdalen

met schapen en vleeskoeien

Voorbeeld 4 Historische hydrologie

• Onderzoek naar aard en hydrologie

van prehistorische en historische

beeksystemen als reactie op

klimaatverandering,

vegetatieverandering, menselijke

ingrepen in het stroomgebied

• Onderzoek naar menselijke

beinvloeding van prehistorische en

historische beken (afdamming,

bevloeiing, visvangst)

Voorbeeld 5 Gevarieerd akkerbeheer

• In Middeleeuwen en Vroege Nieuwe Tijd vertoonden de

essen nog een zeer grote ecologische variatie:

– intensief gebruikte goorns

– zomergraan-es versus wintergraan-es

– lienstukken (vlasakkers)

– boekweitlandjes

– haverkampjes

– drieslanden

• Talrijke ecologische overgangen binnen de es en tussen es

en aangrenzende landschapseenheden (groenland,

veldgronden)

• Toepassing: experimenten

akkerflora

PhD project Harm Smeenge (2015-2018)

‘Historische ecologie van Noordoost-Twente

• gedetailleerde empirische studie naar wisselwerking aarde-

natuur-mens op lokaal en microregionaal niveau

• integratie van aardwetenschappen, paleoecologie,

landschapsarcheologie, historische geografie, toponymie, oral

history en actuo-ecologie

1: Laat-Paleolithicum B (Laat-Pleniglaciaal / Laat-Glaciaal)

2: Laat-Mesolithicum / Vroeg-Neolithicum (Preboreaal-Atlanticum)

3: Laat-Neolithicum –IJzertijd (Subboreaal)

4: Middeleeuwen (500-1500) (Subatlanticum)

5: Nieuwe Tijd (1500-1800) (Subatlanticum)

6: Moderne Tijd (1800-heden) (Subatlanticum)

Onderzoeksperioden

Doelen

• Gedetailleerde reconstructie van lokale en

microregionale landschapspatronen en

landschapsvormende processen

• Reconstructie historische landgebruiksystemen

• Ontrafeling historisch-ecologische

ontstaansmechanismen

• Advisering van landschapsbeheerders op gebied van

historische referenties, haalbaarheid lange

termijndoelen, gebiedsspeficieke aanpak en te

stimuleren landschapsvormende processen

Landschapsecologisch model van Jenny (1941)

(rol van de mens dient heroverwogen te worden

Men

s

Nieuw model

Onderdeel: vervaardiging van beredeneerde

vegetatiereconstructies op basis van combinatie van

paleocologische, actuo-ecologische, fysisch-geografische en

historisch-geografische data

Biodiversiteit door de eeuwen heen en in verschillende

beheerregimes

Voorbeeld 1 Hergebruik paleogeulen Dinkelvallei

• Geologisch onderzoek liet Laat-Glaciaal paleogeulenlandschap

zien

• Middeleeuwse boeren hadden fijnmazige kennis van deze

geulen en gebruikten ze voor afwatering, aanleg waterlinie en

bevloeiingswerken

• Moderne waterbeheer negeert deze natuurlijke afwatering. Dit

leidt regelmatig tot flinke wateroverlast

1

3

2

45

67

Voorbeeld 2 Antropogeen geinduceerde veensystemen

in dal van de Mosbeek

• Aanleg watermolens leidde in de middeleeuwen tot stuwing van

water en ontstaan van bronveentjes in bovenloop van de beek

• Reconstructie historische situatie leidt tot veenherstel en

hogere biodiversiteit

Voorbeeld 3 Herontwikkeling broekbossen Agelerbroek

• Agelerbroek was een van de grootste en meest gevarieerde

broekgebieden van Nederland

• Detailonderzoek liet grote milieuvariatie zien en ontvouwde ook

het historische hydrologische systeem in detail

• Deze kennis is van grote waarde

voor natuurherstel

Wens voor de komende jaren

• Meerjarig interdisciplinair historisch-ecologisch

onderzoeks- en praktijkprogramma

• Bundeling van krachten van wetenschappelijke

onderzoeksinstellingen én praktijkorganisaties

• Gefinancierd door NWO, FWO plus beleidsgelden

• Doel onderbouwing én handvaten voor meer

integraal landschapsbeheer in de toekomst

Prof.dr.ir. Theo Spek

Rijksuniversiteit Groningen

Kenniscentrum Landschap

Oude Boteringestraat 34

9712 GK Groningen

T +31.50.3638951

M +31.6.20136689

E theo.spek@rug.nl

W www.rug.nl/research/kenniscentrumlandschap

top related