zie zo spelling - l6a basisschool klim op bonheiden...lees de tekst. kleur de werkwoordsvormen in de...

14
Zie zo Spelling 1 Je maakt de opdrachten in je werkboek. Kom je tekens tegen? Doe dan dit. lees je uitlegkaart werk samen extra opdracht

Upload: others

Post on 09-Jun-2020

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Zie zo Spelling - L6A Basisschool Klim OP Bonheiden...Lees de tekst. Kleur de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd groen, in de verleden tijd geel en het voltooid deelwoord rood

Zie zo Spelling

1

Je maakt de opdrachten in je werkboek.

Kom je tekens tegen?Doe dan dit.

lees je uitlegkaart werk samen

extra opdracht

Page 2: Zie zo Spelling - L6A Basisschool Klim OP Bonheiden...Lees de tekst. Kleur de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd groen, in de verleden tijd geel en het voltooid deelwoord rood

2

1 Zie zo Spellingblok 1

Welke woorden zijn hiernaast afgebeeld? Kleur die woorden.1

Elke zin hierboven past bij alle woorden van een vak. Verbind.

Wat hoor je aan het einde van de onderstreepte klankgroep?Een medeklinker, een tweetekenklinker, een korte klinker, een lange klinker of een doffe e? Schrijf de woorden in de gepaste kolom.hoestdrank - opbellen - fantastisch - veroveren - tuinhuizen - boterhammen - vergelijking - ontploffing - uitdaging - onverschillig - afvuren - doorrijden - organisatie - rommelig - citroenen - slappeling - slimmeriken - ongelukken - bewegen - bereiken

medeklinker of tweetekenklinker

korte klinker lange klinker doffe e

3

Lees verder op het stappenplan klankgroepen, R1 en R2.

rozijnencitroenenmeloenen

roggebroodmelkflessen

boterhammen

beslagbereidengebak

tomatenpaprikaavocado

Wat ga je doen?

Je leert woorden met meerdere klankgroepen juist schrijven.

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

Regelwoorden: hoor je een woord met twee of meer klankgroepen?Volg dan de verschillende stappen.

2

Na een doffe e schrijf je geen dubbele

medeklinker.

Na een lange klinker schrijf je één

medeklinker.

Na een korte klinker schrijf je twee medeklinkers.

Na een tweetekenklank schrijf je geen dubbele

medeklinker.

!

teteteteteteteteteteteteteteteteteteeteerururururururururururururururururururururugkgkgkgkgkgkgkgkgkgkgkgkkgkgkgkgkgkgkgkgkijijijijijijijijijijijijijijijijijijijijijkekekekekekekekekekekekekekekekekekekekekennnnnnnnnnnnnnnnnnnn

hœ stdrank op l� n bo� rham� n � ro� � n

tuinhui� n on! rschillig afvu� n slapפ lingfantastisch ontploffing uitdaging � r0 lij king

doorrij 5 n rom� lig organisat8 slim� ri9 ncitrœ ; n on0 luk9 n < = 0 n < � i9 n

citroenenboterhammen gebak

paprika

Page 3: Zie zo Spelling - L6A Basisschool Klim OP Bonheiden...Lees de tekst. Kleur de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd groen, in de verleden tijd geel en het voltooid deelwoord rood

3

omgeving

Schrijf het meervoud van deze woorden op.

stoofpeer gewas

mandarijn tuinkruid

wijndruif krentenbrood

4

Schrijf hier zes moeilijke woorden met meerdere klankgroepen.

7

Zoek de woorden in de woordslang. Alle woorden staan in het meervoud.Schrijf ze daarna in het enkelvoud.

5

Vul de gepaste letters in.6

Schrijf alle woorden met een k lankgroep eindigend op een lange klinker op.

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.

Vier uitzonderlijk kna e profe oren uit vier verschi ende

windstr ken werden midden in een z mernacht opgebeld.

Met sne e sta en wandelden ze naar het station en gingen

ze de verra ende ui d ging aan.

Samen ontwi elden ze een fanta tische hoes drank.

Een paar ontplo ingen later hadden ze eindelijk de juiste

vergelij ing gevonden!

Zoek de woorden in de woordslang. Alle woorden staan in het meervoud.Schrijf ze daarna in het enkelvoud.

5

g e

t ui g e

n b o t e r h amm e n f la t

g eb o

u w e n a u t om a t e n g es p

r ek k

e nm a n i e r e n

stoofפ � n

windst� 9 n zoA rnacht uitdaging � r0 lij king

rog0 brood ajui; n pomפ lmœ � n organisat8 windstH k k� nJ nbrood

pp ss lle oll pp

ss t akk s t

ffk

P tuiQ bo� rham flat0 bouwautomaat P sp� k manU r

P wasY nmandarij ; n tuinkrui5 nwij ndrui! n k� nJ nbro[ n

voorbeeldoplossing

Page 4: Zie zo Spelling - L6A Basisschool Klim OP Bonheiden...Lees de tekst. Kleur de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd groen, in de verleden tijd geel en het voltooid deelwoord rood

4

Zie zo Spellingblok 1

huisschilder jachthavenmetselaar bouwvakkerrondvaartboot pleziervaart daklegger

2

Het woord steiger komt niet van stijgen (omhoog gaan). Op de tekeningen zie je de twee betekenissen van steiger. Bij welke tekeningen passen deze zeven woorden? Verbind.

1

Wat ga je doen?

Je leert weetwoorden met ei juist schrijven.Je leert letten op woorden die met een ei iets anders betekenen dan met een ij.

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

Lees verder op kaart W1.Lees ook de woorden van de week en de extra woorden.

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

Weetwoorden: je schrijft ei.2

Welke woorden van de week herken je in deze woorden? Schrijf op.

uitbreidingsset dreigement

afvalscheiding onpeilbaar

bouwsteiger kaperkapitein

3

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

Schrijf je het woord met ei? Kleur de afbeelding dan blauw.Schrijf je het woord met ij? Kleur de afbeelding dan rood.Schrijf daarna de woorden in de juiste rij.

4

ei-woorden:

ij-woorden:

uit0 b\ id

p� i kapiJ in sJ i0 rvij ! r wœ stij n batJ rb n

< d� i0 nc scה i5 n il פsJ i0 r kapiJ in

Page 5: Zie zo Spelling - L6A Basisschool Klim OP Bonheiden...Lees de tekst. Kleur de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd groen, in de verleden tijd geel en het voltooid deelwoord rood

5

omgeving

Vul woorden van de week met ei in.

De schildert verft het plafond, hij staat op een hoge s .

Dat koppel gaat uit elkaar: ze gaan s .

De k geeft de matroos een opdracht.

De actievoerders d met geweld.

Morgen heb ik een groot dictee: ik moet me goed v .

Na al die regen is het p van het rivierwater enorm gestegen!

We nemen een voorgerecht, tussengerecht, hoofdgerecht en dessert: we eten echt ui .

Op de sportdag konden we kiezen uit a : tennis, voetbal, pingpong of schaatsen.

5

Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.

Luister goed naar de zinnen. Hoor je in de zin een ei-woord? Schrijf het dan op.6op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

g i0 rcה i5 n

apiJ inh i0 n

oor � i5 n

voor � i5 nscה i5 n

al� r� id� i0 n

aard U nkapiJ in

eilt0 b\ id

l� r� i

Page 6: Zie zo Spelling - L6A Basisschool Klim OP Bonheiden...Lees de tekst. Kleur de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd groen, in de verleden tijd geel en het voltooid deelwoord rood

6

Zie zo Spellingblok 1

Wat ga je doen?Je leert werkwoorden in de tegenwoordige en in de verleden tijd juist schrijven.Je leert het voltooid deelwoord juist schrijven.

3

Lees de tekst. Kleur de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd groen, in de verleden tijd geel en het voltooid deelwoord rood.

1

Vul de persoonsvormen in. Let op: eindigt de ik-vorm in de tegenwoordige tijd op een t of niet? Kleur de persoonsvormen die eindigen op een t groen en de persoonsvormen die eindigen op een d geel. Omcirkel de werkwoorden die in de verleden tijd van klank veranderen.

ww ik-vorm tt ik-vorm vt

drukken Ik . Ik .

wachten Ik . Ik .

scheppen Ik . Ik .

3

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

Werkwoorden in de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd: werkwoorden hebben drie persoonsvormen.Elk werkwoord heeft een voltooid deelwoord.

2

Lees verder op WW1, WW2 en WW3. Lees ook het stappenplan werkwoorden.

Toen Simon een kleine jongen was, wilde hij steeds nieuwe

computerspelletjes hebben. Maar die kreeg hij niet altijd, natuurlijk!

Hij krijste en schreeuwde! Hij zeurde en mopperde. Maar nu is Simon

slimmer geworden. Hij heeft geleerd dat huilen en mopperen niet

helpt … Hij heeft zijn mama beloofd niet meer te

zeuren. Nu brult hij niet meer maar hij praat op een

rustige manier. Hij gedraagt zich als een grote jongen!

Super toch?

n was, wilde

e kreeg

krijste n schreeuwde! j zeurde mopperde.

r geworden. geleerd

beloofd helpt …

brult h j praat

gedraagt

druk drukj wacht wachtj scה p scה pj

Page 7: Zie zo Spelling - L6A Basisschool Klim OP Bonheiden...Lees de tekst. Kleur de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd groen, in de verleden tijd geel en het voltooid deelwoord rood

7

omgeving

ww ik-vorm tt ik-vorm vt

helpen Ik . Ik .

antwoorden Ik . Ik .

lusten Ik . Ik .

schudden Ik . Ik .

vragen Ik . Ik .

leiden Ik . Ik .

lopen Ik . Ik .

spatten Ik . Ik .

gooien Ik . Ik .

Vul het voltooid deelwoord in van deze werkwoorden.

prikken Ik heb .

vieren Ik heb .

vissen Ik heb .

printen Ik heb .

melden Ik heb het .

vragen Ik heb .

Welk woord staat in de gekleurde vakken?

4

Maak de rijtjes af. Kijk naar het voorbeeld.Let op: sommige werkwoorden veranderen van klank.

infinitief tegenwoordige tijd verleden tijd voltooid deelwoord

spelen We spelen verstoppertje.We speelden verstoppertje.

We hebben verstoppertje gespeeld.

praten Met wie jij? Met wie jij?Met wie heb jij

?

redden De hond het meisje.

De hond het meisje.

De hond heeft het

meisje .

5

lp ה hU lp

schud schudm

loop lU p

antwoord antwoordm

vraag vrœ g

spat spatj

lust lustj

p id p idm

gooi

rivu r

praath dt

praatj h dm

P praatP � d

g e p r i k tg e v i e r dg e v i s tg e p r i n t

g e m e l dg e v r a a g d

gooim k

Page 8: Zie zo Spelling - L6A Basisschool Klim OP Bonheiden...Lees de tekst. Kleur de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd groen, in de verleden tijd geel en het voltooid deelwoord rood

8

Zie zo Spellingblok 1 3

Een mopje! Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Een vrouw (komen, tt) in de keuken en (zien, tt)

haar man met een vliegenmepper slaan.

‘Heb je er al een paar dood ?’ (meppen, vd),

(vragen, tt) ze lachend.

‘Ja hoor, drie mannetjes en twee vrouwtjes’, (zeggen, tt) de man.

‘Hoe (weten, tt) jij nu welk geslacht ze ?’ (hebben, vt),

vraagt de vrouw.

‘Wel, dat is makkelijk’, (antwoorden, tt) hij. ‘Er (zitten, vt)

drie vliegen op mijn blik bier en twee op de telefoon!’

6

Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

zweven Daar een ballon.

Daar een ballon.

Daar heeft een ballon

.

vluchten De dief meteen.

De dief meteen.

De dief is meteen

.

roepenDe peuter

.

De peuter

.

De peuter heeft

.

verhuizenDie familie

.

Die familie

.

Die familie is

.

missen Daardoor we de bus.

Daardoor we de bus.

Daardoor hebben we de

bus .

zw ft

komt

P � pt vraagt

x gty t had5 n

antwoordt zaJ n

zU t

vlucht

rœ pt� rhuist

misY n

zw fm vluchtj

rU p� rhuism

misJ n

P zw fdP vluchtP rœ פ n� rhuisd

P mist

Page 9: Zie zo Spelling - L6A Basisschool Klim OP Bonheiden...Lees de tekst. Kleur de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd groen, in de verleden tijd geel en het voltooid deelwoord rood

9

omgevingZie zo Spellingblok 1 4 omgeving

Wat ga je doen?Je leert weetwoorden met ij juist schrijven.Je leert letten op woorden die met een ei iets anders betekenen dan met een ij.

Bij welke tekeningen passen de woorden in de vakken? Verbind. 1

Vul woorden van de week met ij in.

De zon schijnt op mijn schrift. ‘Juf, mag het g dicht?’

Als o eet ik graag een croissant met kaas.

De politie verzamelde voldoende b om de verdachte aan te houden.

De ridders s om de eer.

4

Schrijf de juiste woorden onder de tekeningen: ontbijt, strijden, tapijt, gordijn.

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

Lees verder op kaart W2.Lees ook de woorden van de week en de extra woorden.

2

Welke weetwoorden met ij zitten in deze woorden? Kleur die woorddelen rood.3

vloerbedekkingvliegend

croissantsbeschuit

vechtenzich inspannen voor

verduisterendouche

Weetwoorden : je schrijft ij.

eigendomsbewijs

woestijnlandschap vijandelijk ontbijtbordje stijlvol schoonmaakazijn

legbatterij ijzerdraad gordijnrail vrijwilligerswerk

strij 5 n gordij n

ordij nntbij t

ewij strij 5 n

tapij t ontbij t

bewijs batterij ijzerd gordijn vrijwilliger

woestijnla vijande ontbijt stijlv kazijn

Page 10: Zie zo Spelling - L6A Basisschool Klim OP Bonheiden...Lees de tekst. Kleur de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd groen, in de verleden tijd geel en het voltooid deelwoord rood

10

Zie zo Spellingblok 1 4

Kun je het uur van het verjaardagsfeestje nog w ?

Impressionisme is een s uit de schilderkunst.

Onder de tafel in de woonkamer ligt een wollig t .

Om smeuïge mayonaise te maken heb ik eieren, a , mosterd, olie, peper en zout nodig.

Lees de woorden met ij en ei. Schrijf ze in de juiste kolom.scheiden - wijzigen - vijand - opleiding - tapijt - uitbreiding - voorbereiden - twijfelen - strijden - kapitein

5

Vul in: ei of ij.

We str den om een plaats in de halve finale.

Oei! Ik had bijna een vlek op het tap t gemaakt!

In dat straatje zijn allerl leuke winkeltjes.

Wilt u nu eens uw wachtwoord w zigen?

Hij wil opeens niet meer meedoen! Hij vindt het spel te uitgeb r d.

6

Luister goed naar de zinnen. Hoor je in de zin een ij-woord? Schrijf het dan op.7

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.

ij zi0 ntij l

apij t

scה i5 n wij zi0 nop� iding vij anduitb\ iding tapij tvoor � i5 n twij ~ � nkapiJ in

gordij n ontbij twij zi0 n stij l

azij n strij 5 n

ij ij

� ij

strij 5 n

zij n

Page 11: Zie zo Spelling - L6A Basisschool Klim OP Bonheiden...Lees de tekst. Kleur de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd groen, in de verleden tijd geel en het voltooid deelwoord rood

11

omgevingZie zo Spellingblok 1 5 omgeving

Wat ga je doen?Je leert lange woorden juist schrijven.

In de winkelstraten in ons dorp vind je deze twaalf uithangborden. 1

Waarbij horen de woorden medicijnen, bloeddruk en inenting?

Waarbij horen de woorden bedienen, voorgerecht en nagerecht?

Omcirkel zeven borden waar een samenstelling op staat.

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

Hoe schrijf je lange woorden? Pas alle regels toe die je kent!

2

Lees verder op kaart R1, R2, H1 en het stappenplan klankgroepen. Lees ook de woorden van de week en de extra woorden.

Is het een samenstelling of is het een afleiding (grondwoord met een voor- of achtervoegsel)? Schrijf de lange woorden in de juiste kolom. sinaasappelsap - gevoelig - onbehoorlijk - motorrijder - stripboeken - verschrikkelijk

samenstelling afleiding

3

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

!

huisartsh staurant

sinaasapפ lsap P vœ ligmotorrij 5 r on hoorlij kstripbœ 9 n � rschrik9 lij k

Page 12: Zie zo Spelling - L6A Basisschool Klim OP Bonheiden...Lees de tekst. Kleur de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd groen, in de verleden tijd geel en het voltooid deelwoord rood

12

Zie zo Spellingblok 1 5

Maak steeds met twee woorden een samenstelling die op ing eindigt.

huren en wonen

weg en

versperren

regen en kleden

plaats en vervangen

hand en tekenen

brandweer en

oefenen

4

De vaste stukjes zijn verdwenen. Ontcijfer de woorden en schrijf ze op.

dekk / moge / reik / ruis

5

onton

be

geing

lijk loosbaar

Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.

Verzin zes lange woorden met vier of meer klankgroepen. Dicteer je woorden aan elkaar. Daarna is je klasgenoot aan de beurt.Bijvoorbeeld: voordeursleuteloliepotje

7

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

In ieder woord zijn letters weggelaten. Schrijf de woorden correct op.

ton lvoorste ing on ekkingsr ziger

noo situa ies slee bootkapit n

o atuurl k ach ienduizen

mi agp uze bran kas deur

6

huurwoning

ont5 kking

to� lvoorsJ lling ont5 kkings� izi0 r

noodsituatU s s� pbootkapiJ inonnatuurlij k achttU ndui� ndmiddagpau� brandkast5 ur

onmo� lij k< � ikbaarP ruisloos

� g! rsפ rringh 0 nk� ding plaats! rvanginghandJ 9 ning brandw rœ ~ ning

Page 13: Zie zo Spelling - L6A Basisschool Klim OP Bonheiden...Lees de tekst. Kleur de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd groen, in de verleden tijd geel en het voltooid deelwoord rood

13

omgevingZie zo Spellingblok 1 6 omgeving

Wat ga je doen?Je oefent met de woorden van blok 1.

DominoStel een stopwatch of wekker in op vijf minuten en leg de domino binnen de tijd!Op het eerste kaartje staat ‘BEGIN’ en op het laatste kaartje ‘EINDE’.

1

VoetbalspelZet je pion op de middenstip van het voetbalveld.Trek een woord uit het zakje. Dicteer het aan de andere speler.Is het woord juist geschreven? Dan mag de andere speler een lijntje vooruitgaan.Is het woord fout geschreven? Dan blijft de andere speler staan.Wie als eerste het doel van de ander bereikt, heeft gewonnen.

2

DobbelsteenspelGooi met de dobbelsteen. Trek een woord uit het zakje.Je schrijft de zinnen of woorden telkens op een blaadje.

3

WerkwoordenwinkelbordGooi met de dobbelsteen. Schrijf de persoonsvorm telkens op een blaadje.Is het woord juist geschreven? Dan mag je het woord in je winkelkarretje leggen. Je legt het woord opzij. Is het woord fout geschreven? Dan leg je niets in je winkelkarretje.Wie het eerst aan de kassa is met de meeste juiste woorden in het karretje, is de winnaar.

3

op verkenning uitleg aan de slag terugkijken

Schrijf het woord in een zin.

Schrijf het woord met je vinger op de bank. De andere speler schrijft het woord op.

Maak een rijmwoord en schrijf het op.

Speel samen galgje met het woord.

Leg het woord uit, beeld het uit of teken het. De andere speler schrijft het woord op.

Schrijf alle medeklinkers van het woord op. De andere speler raadt welk woord het is en schrijft het woord op.

ik-vorm hij-vorm wij-vorm ik-vorm hij-vorm wij-vorm tt tt tt vt vt vd

tegenwoordige tijd (tt) - verleden tijd (vt) - voltooid deelwoord (vd)

Page 14: Zie zo Spelling - L6A Basisschool Klim OP Bonheiden...Lees de tekst. Kleur de werkwoordsvormen in de tegenwoordige tijd groen, in de verleden tijd geel en het voltooid deelwoord rood

14

Zie zo Spellingblok 1 6

Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.

1 kloppen

2 wonen

3 ga twee plaatsen vooruit

4 afbranden

5 krijgen

6 horen

7 lopen

8 stoppen

9 willen

10 ga vier

plaatsen terug

11 door-

knippen

12 maken

13 antwoor-

den

14 winkelen

15 sla een

beurt over

16 leiden

17 noemen

19 strijden

18 richten

20 wijzigen

21 ga terug naar start

22 rennen

23 juichen

24 schudden

26 lusten

25 redden

27 wachten

28 gooi nog een keer

29 gooien

30 brullen

31 praten

32 printen

33 lachen

34 aankleden

35 melden

36 spelen

37 kuchen

38 melden

39 regelen

40 fietsen