wilgenveld halle · 2011-02-10 · oktober 32010 lijst van figuren en tabellen 5 1. inleiding 6...
TRANSCRIPT
Wilgenveld Halle MOBER
Opgemaakt door:
MINT nv D+A Consult nv
Hendrik Consciencestraat 1b Meiboom 26
2800 Mechelen 1500 Halle
September 2010
v
DOC UM EN TE N
18 oktober 2010 Versie 1 MOBER Wilgenveld Halle
PROJ ECTM EDEW ERK ERS
Bruno Villé
Kristof Mollu
Projectleider MINT
Projectmedewerker verkeersplanning MINT
OPDRA CHT
Opdrachtgever Stad Halle Oudstrijdersplein 18 1500 Halle
Opdrachtnemer MINT nv
Hendrik Consciencestraat 1b – 2800 Mechelen
D+A Consult nv Meiboom 26 – 1500 Halle
COLOFON
Oktober 2010 3
LIJST VAN FIGUREN EN TABELLEN 5
1. INLEIDING 6
1.1. SITUERING 6
1.2. LEESWIJZER 6
2. HUIDIG BEREIKBAARHEIDSPROFIEL 7
2.1. VOETGANGERS EN FIETSERS 7
2.1.1. FIETSROUTES 7
2.1.2. LOKALE ONTSLUITING EN INFRASTRUCTUUR 8
2.2. OPENBAAR VERVOER 9
2.2.1. NMBS 9
2.2.2. BUSVERVOER (DE LIJN/TEC) 10
2.3. GEMOTORISEERD VERKEER 11
2.3.1. HUIDIGE VERKEERSSTRUCTUUR 11
2.3.2. HUIDIGE VERKEERSSITUATIE 13
2.3.3. HUIDIG PARKEERAANBOD 14
2.4. STRUCTUURPLANNEN 14
3. HUIDIG MOBILITEITSPROFIEL 16
3.1. GEGEVENS 16
3.2. HUIDIG AANTAL WERKNEMERS EN BEZOEKERS 16
3.3. HUIDIGE DISTRIBUTIE 16
3.4. HUIDIGE VERVOERSWIJZEKEUZE 17
3.5. HUIDIG DRUKTEBEELD 18
3.5.1. VERKEERSTELLINGEN 18
3.5.2. OMLIGGENDE KRUISPUNTEN 19
3.6. HUIDIGE PARKEERBEZETTING 20
3.7. HUIDIGE OVERSTEEKBAARHEID 21
4. TOEKOMSTIG BEREIKBAARHEIDSPROFIEL 22
4.1. VOETGANGERS EN FIETSERS 22
4.2. OPENBAAR VERVOER 22
4.3. GEMOTORISEERD VERKEER 22
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
4
4.3.1. TOEKOMSTIGE VERKEERSTRUCTUUR 22
4.3.2. TOEKOMSTIG PARKEERAANBOD 23
4.4. STRUCTUURSCHETS 24
5. TOEKOMSTIG MOBILITEITSPROFIEL 25
5.1. GEGEVENS 25
5.2. FASERING VAN DE BEREKENING 25
5.3. TOEKOMSTIG AANTAL WERKNEMERS EN BEZOEKERS 25
5.4. TOEKOMSTIGE DISTRIBUTIE 26
5.5. TOEKOMSTIGE VERVOERSWIJZEKEUZE 26
5.6. TOEKOMSTIG DRUKTEBEELD 26
5.6.1. CAPACITEITSBEOORDELING TOEGANG WILGENVELD 26
5.6.2. CAPACITEITSBEOORDELING OVERIGE KRUISPUNTEN 30
5.7. TOEKOMSTIGE PARKEERBEZETTING 32
5.8. TOEKOMSTIGE OVERSTEEKBAARHEID 33
6. FLANKERENDE MAATREGELEN 34
6.1. BEHEERSING VAN DE MOBILITEITSVRAAG 34
6.2. HET GEBRUIK VAN DUURZAME VERVOERSWIJZEN 34
6.3. VERKEERSVEILIGHEID 35
6.4. INFRASTRUCTUURAANPASSINGEN 35
7. SENSITIVITEITSTOETS 36
8. CONCLUSIE 37
Oktober 2010 5
LI JST VAN FIGUR EN EN TAB ELLEN
Figuren
Figuur 1 Fietsroutes .........................................................................................................................................................................8
Figuur 2 Infrastructuur zachte weggebruikers: N7 (l inks) – Victor Demesmaekerstraat (rechts) .....................................9
Figuur 3 Infrastructuur zachte weggebruikers: Voetgangersstroken (links) – Oranje fietsen (rechts).............................9
Figuur 4 Openbaar busvervoernetwerk (www.delijn.be) ...................................................................................................... 11
Figuur 5 Huidige verkeersstructuur ........................................................................................................................................... 12
Figuur 6 Verkeersafwikkeling: ochtendspits (links) – avondspits (rechts) .......................................................................... 14
Figuur 7 Distributie huidige werknemers ................................................................................................................................. 17
Figuur 8 Overzicht parkeerplaatsen + bezetting + toegangen .............................................................................................. 21
Figuur 9 Toekomstige structuur gemotoriseerd verkeer (AWV Vlaams Brabant, 2009).................................................. 23
Figuur 10 Structuurschets Wilgenveld (RUP Wilgenveld, 2009) ........................................................................................... 24
Figuur 11: voorbeeld van microsimulatie aansluiting N7a met A8 ...................................................................................... 32
Tabellen
Tabel 1 Busaanbod........................................................................................................................................................................ 10
Tabel 2 Huidig aantal inkomende en uitgaande voertuigen ................................................................................................. 16
Tabel 3 Verkeerstelling 2010 MINT............................................................................................................................................ 19
Tabel 4 Beoordeling comfortniveau parkings (werknemers) ................................................................................................ 21
Tabel 5 Toekomstig aantal werknemers ................................................................................................................................... 25
Tabel 6 Toekomstig aantal inkomende en uitgaande personenwagens (per spitspuur) ................................................. 26
Tabel 7 Beoordelingscriteria capaciteit..................................................................................................................................... 27
Tabel 8 Toekomstige parkeerbezetting..................................................................................................................................... 32
Grafieken
Grafiek 1 Verdeling naar vervoerswijze voor werknemers (Colruyt, 2008)........................................................................ 18
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
6
1. INLEIDING
1.1. S ITUERING
Voorliggend mobiliteitseffectenrapport (MOBER) kadert in de geplande ontwikkeling van het
Wilgenveld in Halle. In 2006 werd reeds een eerste mobiliteitsstudie opgemaakt voor de
toenmalige uitbreiding van de site met kantoren voor winkelketen Colruyt nv. Dit rapport betreft
een volgende uitbreiding van het plangebied.
Het projectgebied ligt ten zuidwesten van het centrum van Halle en wordt begrensd door de
Edingensesteenweg (N7) en de Viktor Demesmaekerstraat. Deze site – waar momenteel reeds 6
gebouwencomplexen staan met kantoorruimte voor Colruyt – zal in de toekomst uitgebreid
worden met vier extra kantoorblokken. Op deze manier worden er voor 29 688m² extra
faciliteiten gecreëerd waarvan het grootste deel bestemd is voor kantoorruimte voor Colruyt.
Hierdoor worden er in de toekomst 1200 arbeidsplaatsen extra voorzien wat het totaal aantal
werknemers op 3000 brengt. Naast de bouw van de kantoorruimte wordt de parking
heringericht en uitgebreid en wordt er een parkeergebouw voorzien zodat het aantal
parkeerplaatsen 1990 zal bedragen.
1.2. LEES WIJZER
Dit MOBER wordt conform opgemaakt volgens het besluit van de Vlaa mse Regering van 3 juli
2009 betreffende de wijziging van het besluit van 28 mei 2004. Dit besluit handelt over de
dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning en stelt dat er
een mobiliteitsstudie uitgevoerd moet worden indien (o.a):
de totale brutovloeroppervlakte bij de bouw van een kantorencomplex de drempel van
7500m² (of een veelvoud) overschrijdt;
de bestaande parkeergelegenheid wordt gewijzigd en hierdoor de drempel van 200
parkeerplaatsen (of een veelvoud) overschrij dt.
Beide aspecten zijn voldaan, waardoor de stedenbouwkundige vergunning MOBER-plichtig is.
In wat volgt wordt in eerste instantie de huidige situatie geschetst. Daarbij wordt enerzijds een
multimodaal bereikbaarheidsprofiel van het Wilgenveld omschreven. Anderzijds wordt in het
mobiliteitsprofiel de huidige verkeersgeneratie in de nabijgelegen straten besproken. Vervolgens
wordt het toekomstig bereikbaarheidsprofiel op basis van de ontwerpplannen voor de
projectsite beschreven. In het toekomstig mobiliteitsprofiel worden de verwachte (extra)
verkeersintensiteiten ten gevolge van de projectontwikkeling geraamd, evenals de effecten
daarvan op de afwikkelingscapaciteit naar de aangrenzende wegen en de verwachte
parkeerbalans op de site zelf. Tot slot worden d e conclusies en aanbevelingen samenvattend
weergegeven in het laatste hoofdstuk.
Oktober 2010 7
2. HUIDIG B ER EIKBAAR HEID SPROF IEL
In het bereikbaarheidsprofiel wordt een inzicht gegeven van hoe de projectlocatie op dit moment
bereikbaar is voor de verschillende transportmodi. Door de ligging bij het op- en afrittencomplex
van de A8 en de buslijn 471 wordt de bedrijvenzone gekenmerkt als een B-locatie.
2.1. VOETGANGERS EN FI ETS ERS
2.1 .1. FI ETS ROUT ES
Langsheen de projectsite loopt een provinciaal hoofdfietsroutenetwerk (N7 –
Edingensesteenweg) dat aan de rotonde van het Bevrijdingsplein, met de N6 (Auguste
Demaeghtlaan) en N203 (René Deboecklaan) aantakt op het bovenlokaal functioneel
fietsroutenetwerk. Het hoofdroutenetwerk fungeert als een ruggengraat van het bovenlokale
fietsroutenetwerk en heeft een kwalitatief hoogwaardig karakter dat intensief gebruikt wordt als
doorgaande fietsroute. De bovenlokale assen vormen een gesloten netwerk en is gericht op de
dagelijkse bovenlokale verplaatsingen naar school, werk, winkel, etc.
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
8
F iguur 1 F ietsroutes
2.1 .2. LOKAL E ON TSL UI TI NG EN I NFR AST RUC TU UR
De N7 is aan beide zijden uitgerust met roodkleurige fietspaden (deels vrijliggend) en voetpaden.
Ter hoogte van de inrit van de site aan de Edingensesteenweg zi jn echter geen
oversteekvoorzieningen aanwezig voor de zachte weggebruiker. Aan de westzijde va n de site
kunnen zwakke weggebruikers via de Victor Demesmaekerstraat aansluiten op de N7. De Victor
Demesmaekerstraat is een rustige, lokale weg waar er aan één zijde een vrijliggend fietspad is.
Dit fietspad wordt van de rijbaan afgescheiden door middel van een haag. De oostzijde van de
site wordt via de parking en via een kleine fiets- en voetgangersdoorsteek ontsloten naar
Wilgenveld(straat) die aantakt op de rotonde van het Bevrijdingsplein.
Om het fietsgebruik te bevorderen werd in 2001 gestart met het ‘oranje-fietsproject’ waarbij
werknemers een fiets ter beschikking krijgen om zich te verplaatsen tussen het NMBS-station en
de werkplaats. Verder is er in het bedrijfsvervoerplan sprake van een kilometervergoeding en
worden er douches ter beschikking gesteld voor het personeel op de Wilgenveldsite. Op de site is
Oktober 2010 9
er een centrale overdekte fietsenstalling die plaats biedt aan ongeveer 100 fietsen (zie Figuur 8
op pagina 21).
F iguur 2 Infrastructuur zachte weggebruikers: N7 ( l inks) – Victor D emesmaekerstraat ( rechts)
Eens op het terrein aangekomen, moet de zachte weggebruiker nog tot op zijn bestemming
geraken. Op het terrein zijn her en der dan ook speciale stroken voorzien voor voet gangers zodat
het gemotoriseerde verkeer attent worden gemaakt op hun aanwezigheid.
F iguur 3 Infrastructuur zachte weggebruikers: Voetgangersstroken ( links) – Oranje f ietsen
( rechts)
2.2. OPENBAAR VERVO ER
Colruyt heeft maatregelen genomen om mensen aan te moedigen om met het openbaar vervoer
(OV) naar het werk te komen. Zo komt het tussenbeide in de kost van een OV-abonnement en
probeert men hierdoor een modal shift te verkrijgen naar meer duurzame modi.
2.2 .1. NMBS
Het dichtstbijzijnde NMBS station is dit van Halle (Figuur 1). Dit is gelegen ten noordoosten en
bevindt zich op een afstand van ca. 1,5 kilometer . Het station Halle l igt langs de spoorlijnen 96
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
10
(Brussel – Bergen – Quévy), 94 (Brussel – Halle – Moeskroen) en vormt het eindstation van
spoorlijn 26 (Mechelen - Etterbeek - Halle). Op weekdagen wordt Halle uitstekend bediend door
6 treinen per uur die via de Brusselse noord-zuidverbinding rijden. Bijkomend 3 treinen per uur
die via het oostelijk ringspoor (Lijn 26) de Europese wijk bedienen in Brussel. Tijdens het
weekend en op feestdagen is het aanbod echter beperkter.
Vanuit het station worden ‘oranje Colruyt-fietsen’ ter beschikking gesteld van het personeel
zodat ze op een vlotte manier het voor- en natransport naar het station kunnen afleggen. Om de
fietsen veilig te kunnen stallen, wordt een overdekte fietsenstalling gehuurd aan het station.
2.2 .2. BUSV ERVO ER (D E L I J N/TEC )
In de directe omgeving van het Wilgenveld passeren twee openbaar vervoerlijnen die halteren
ter hoogte van Edingensesteenweg 31. Lijn 156 (Lembeek – Halle) wordt verzorgd door de
Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn terwijl Lijn 471 (Sint-Pieters-Kapelle – Edingen – Halle)
wordt verzorgd door de Waalse maatschappij de TEC. Beide li jnen zijn verbonden met het station
van Halle waar er over geschakeld kan worden naar het hogere openbaar vervoernetwerk van de
NMBS.
Tabel 1 Busaanbod
Lijn 156 (De Lijn) Lembeek – Halle1
Halle – Lembeek2
Frequentie 1/uur 1/uur Amplitude Weekdag: 6u07 – 22u47
Zaterdag: 7:12 – 21u12
Zondag: 9u12 – 19u12
Weekdag 5u38 – 20u28 Zaterdag: 7u28 – 22u28
Zondag: 10u28 – 20u28
Lijn 471 (TEC)3 St-Pieters-Kapelle – Edingen – Halle Halle – Edingen – St. Pieters-Kapelle
Amplitude Weekdag: 5u31 – 20u28
Zaterdag: 9u14 – 19u17 (1/2uur) Zondag: 9u14 – 19u17 (1/2uur)
Weekdag: 7u24 – 20u29
Zaterdag: 9u43 – 19u43 (1/2uur) Zondag: 9u43 – 19u43 (1/2uur)
Bron 1 www.deli jn.be
Verderop naar het centrum langs de A. Demaeghtlaan (nog steeds op wandelafstand van het
terrein) passeren nog heel wat andere lijnen die Halle verbinden met naburige gemeenten:
De Lijn:
o Lijn 153: Drogenbos - Alsemberg - Halle - Leerbeek – Ninove
o Lijn 154: Drogenbos - Beersel - Halle, A.Z.
o Lijn 155: Drogenbos - Sint-Genesius-Rode - Halle, A.Z.
1 De route Lembeek – Halle wordt op weekdagen tussen 8u en 9u en op zondagen tussen 10u en
11u niet bediend. Op weekdagen zijn er wel twee extra bedieningen om 7u54 en 7u56. 2 De route Halle – Lembeek wordt op zondagen tussen 19u en 20u niet bediend.
3 De Lijn 471 heeft op weekdagen een uurfrequentie tijdens de spits en een 2 -uurfrequentie
tijdens de daluren.
Oktober 2010 11
o Lijn 163: Roosdaal - Lennik – Halle
o Lijn 164: Halle - Heikruis – Leerbeek
o Lijn 170: Brussel - Sint-Pieters-Leeuw – Halle
o Lijn 171: Brussel - Brukom – Halle
o Belbusgebied 732
De Tec:
o Lijn 114: Braine-l ’Alleud – Halle
o Lijn 115b: Braine-Le-Comte – Halle
F iguur 4 Openbaar busvervoernetwerk ( www.deli jn.be)
2.3. GEMOTORIS EERD VERK EER
2.3 .1. HUI DI GE VERK EER SSTR UC TUU R
De projectsite is gelegen langs de N7 (Edingensesteenweg) en deze mondt via een rotonde op
het Bevrijdingsplein in het noordoosten uit op de N6 (Bergensesteenweg) en de N203 (René
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
12
Deboecklaan). De hoofdfunctie van de N6 en N203 is verbinden voor het openbaar vervoer en/of
voor het fietsverkeer op bovenlokaal en provinciaal niveau (secundaire weg type III). De weg
heeft daarbij voor het autoverkeer slechts een aanvullende verbindende en/of verzamelende
functie op (boven)lokaal niveau. De N7 verandert tussen de A8 en het centrum van Halle van een
secundaire weg type III naar een secundaire weg type II . Voor de N6 (het zuidelijke deel ten
opzichte van Halle) geldt hetzelfde: tussen Halle-centrum en de N203a is de weg gecategoriseerd
als een secundaire weg type II, terwijl het andere deel een secundaire weg type III is. Deze
categorisering houdt in dat er aandacht moet gaan naar een vlotte doorstroming van het
openbaar vervoer en het fietsverkeer en dat de autotoegankelijkheid op de N7 en N6 – het deel
tussen de N203a en het centrum van Halle – gegarandeerd moet blijven. Er moet met andere
woorden een vlotte doorstroming zijn en de verschillende sites moeten goed ontsloten worden.
De site wordt in het westen begrensd door de Victor Demesmaekerstraat wat een lokale weg is
wat als hoofdfunctie ‘toegang verlenen’ heeft.
Verder naar het westen heeft de N7 een aansluiting op de hoofdweg E429/A8 die overgaat in de
N203a en die op haar beurt in verbinding staat met de R0. De hoofdfunctie van deze weg is
verbinden op internationaal niveau en aanvullend op Vlaams niveau.
F iguur 5 H uidige verkeersstructuur
Oktober 2010 13
2 .3 .1 .1 . UI T ZOND ERL I J K VER VO ER
De N7 is geselecteerd als een route voor uitzonderlijk vervoer (categorie R2) en de N6 als
categorie R4. De benodigde breedtes en vrije hoogtes dienen hiertoe dus gerespecteerd te
worden.
2.3 .2. HUI DI GE VERK EER SSI TU ATI E
De site Wilgenveld heeft een in- en uitrit ter hoogte van de N7 die gekenmerkt wordt door een
2x1 rijbaan. Het parkeerterrein is uitgerust met een aparte opstelstrook voor links- en
rechtsafslaand verkeer, waarbij voertuigen vanaf de parking voorrang moeten verlenen aan het
verkeer op de N7. Op de N7 zijn geen voorzieningen getroffen voor afslaand verkeer. In de Victor
Demesmaekerstraat (profiel: 1x1 rijbaan; snelheidsregime van 50 km/u) zijn twee in- en uitritten
voorzien. Deze straat takt via een voorrangsgeregeld kruispunt eveneens aan op de N7 maar
verbindt ook verderop de N7 met de N28 (Ninoofsesteenweg). Niet alleen voor personeelsleden
van Wilgenveld, maar ook voor andere bestuurders is dit een veel gebruikte (sluip)route om de
drukte in het centrum en op de A. Demaeghtlaan te ontwijken.
2 .3 .2 .1 . VE RK E ERSA FWIK K EL ING
Vermits er op de N7 geen opstelstrook is voor links afslaand verkeer richting de parking, wordt de
doorstroming van het verkeer richting het centrum van Halle gehinderd in geval van afslaand
verkeer. Tijdens de ochtendspits staat er richting het centrum bijna dagelijks een file vanaf de
rotonde op het Bevrijdingsplein. Deze fi le slaat op de N7 terug tot ongeveer ter hoogte van de
toegang tot Wilgenveld. Doordat deze fi le net wel of net niet tot aan Wilgenveld reikt, blijft de
impact op en van het verkeer van en naar Wilgenveld hier meestal nog beperkt.
’s Avonds staat er op de N7 in beide richtingen een fi le waardoor voertu igen moeilijk op de N7
geraken. De fi le richting centrum wordt net als in de ochtendspits, veroorzaakt door een
moeilijke afwikkeling op de rotonde van het Bevrijdingsplein. De fi le richting Lembeek ontstaat
ter hoogte van de verkeerslichten ter hoogte van de afrit van de A8 komende van Brussel. Deze
verkeerslichten zijn in het najaar van 2009 geplaatst ter beveiliging van deze aansluiting.
Voordien was dit een voorrangskruispunt. Ook toen ontstond er geregeld fi le richting Lembeek,
maar was de oorzaak de rotonde ter hoogte van de aansluiting naa r Dassenveld.
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
14
F iguur 6 Verkeersafwikkeling: ochtendspits ( l inks) – avondspits ( rechts)
2 .3 .2 .2 . CAP ACI TEI T
Theoretisch gezien heeft een weg een standaardcapaciteit van 1800 personenauto-equivalenten
(PAE’s) per richting per uur, dit is het maximum aantal auto’s dat er op één uur afgewikkeld kan
worden. Er zijn echter enkele factoren die deze capaciteit verminderen (dwarsprofiel, hellingen,
bochten, samenstelling van het verkeer, verhardingen, …). Toch blijft dit voor de N7 al bij al vrij
beperkt en zal de theoretische wegvakcapaciteit dicht in de buurt van 1800 PAE’s/uur/richting
bedragen. Door het krappe profiel op de Victor Demesmaekerstraat is er een beperkte capaciteit,
en wordt deze geraamd op 1000 PAE’s/uur.
Deze capaciteiten worden echter nog eens beïnvloed door de aanwezigheid van de kruispunten
en rotondes in de nabijheid. De capaciteit van de infrastructuur wordt dan ook vooral bepaald
door de capaciteit van de kruispunten in de omgeving.
2.3 .3. HUI DI G PARK EER AANBOD
In de huidige situatie beschikt de site aan het Wilgenveld over 1598 gestructureerde
autoparkeerplaatsen op maaiveldniveau die zich situeren over de volledige site. De parking is vrij
toegankelijk en de plaatsen worden voornamelijk gebruikt door werknemers en in mi ndere mate
door bezoekers en voor leveringen. Voor deze laatste zijn enkele afzonderlijke plaatsen voorzien
in de onmiddellijke omgeving van het kantorencomplex. Parking 4 ligt aan de overkant van de
Edingensesteenweg en is enkel bedoeld voor werknemers met een rode parkeerkaart. Toch is
ook deze parking vrij toegankelijk. Figuur 8 op pagina 21 geeft een overzicht van de verschillende
parkeerplaatsen.
2.4. STRUCTUURPLANNEN
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste aspecten uit de verschillende structuurplannen
aangehaald.
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (goedgekeurd d.d. 23/09/1997 + herziening d.d.
19/03/2004):
Oktober 2010 15
o Halle is geselecteerd als een structuurondersteunend kleinstedelijk gebied wat
betekent dat de stedelijke kern en het stedelijk functioneren wordt versterkt
door de creatie van ruimte voor een bi jkomend aanbod aan woningbouw,
stedelijke voorzieningen en aan economische activiteiten.
o Halle is geselecteerd als een economisch knooppunt.
Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant (goedgekeurd 07/10/2004):
o Halle is geselecteerd als een van de vier structuurondersteunende
kleinstedelijke gebieden van Vlaams-Brabant.
o Halle ligt in de Zuidelijke Zennevallei en hierin wordt ruimte voorzien voor o.a.
logistieke activiteiten, ruimte-extensieve bedrijven, … Kantoorfuncties –
waarvan de schaal moet passen met de schaal van Halle – dienen echter zoveel
mogelijk vermengd te worden met andere functies.
o De bestaande clusters van bedrijvigheid dienen versterkt te worden door o.a.
de verbetering van de ontsluitingsmogelijkheden.
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Halle (versie GR1 2008):
o In de Verstedelijkte Zennevallei wordt er voor bedrijvenzones naar een
optimalisatie en versterking van het gebruik gestreefd door inbreiding.
o Vanuit de gewenste ruimtelijk-economische structuur is de site Wilgenveld
geselecteerd als een regionale bedrijvenzone en is het als een
kantorenconcentratie aangeduid. Deze concentratie kan worden uitgebreid en
dit uitsluitend op basis van de behoeften van de aanwezige bedrijvigheid.
Eventueel kan een deel van woonreservegebied WR4 en WR5 hiervoor worden
aangewend.
o Vanuit de gewenste verkeers- en vervoersstructuur wordt ernaar gestreefd om
de bedrijvenzones zoveel mogelijk multimodaal te ontsluiten en worden
woonwerkrelaties optimaal afgestemd op de aanwezigheid van het openbaar
vervoer en de openbaarvervoersknooppunten.
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
16
3. HUIDIG MOB ILITEITSPRO FIEL
3.1. GEGEVENS
Voor dit MOBER werd een beroep gedaan op enerzijds bestaande documenten en plannen en
werd er anderzijds een telling uitgevoerd:
Verkeerstelling in de omgeving van de site + een parkeermeting uitgevoerd op dinsdag 7
september 2010 (ochtendspits: 7u00-9u00; avondspits: 16u00-18u00).
Mobiliteitsstudie Wilgenveld, D+A Consult (augustus 2006).
3.2. HUIDI G AANTA L WERKN EMER S EN B EZO EKER S
Het bestaande kantorencomplex van Colruyt wordt gekenmerkt door een dominante
verkeersstroom van werknemers. Vermits de kantoorruimte geen baliefunctie heeft, is het
bezoekersaantal te verwaarlozen. Momenteel werken er ongeveer 1800 werknemers op de site
waarvan er – op basis van de uitgevoerde tellingen – ongeveer 540 voertuigen aankomen tussen
7u45 en 8u45 en 457 voertuigen vertrekken tussen 16u45 en 17u45. Dit gaat om respectievelijk
69% en 59% van het totaal getelde in- en uitgaande voertuigen en zijn bovendien de drukste
uren wat het aankomen of wegrijden betreft.
Tabel 2 H uidig aantal inkomende en uitgaande voertuigen
Inkomend OS Uitgaand AS
Huidig 540 457
Indien deze cijfers samen worden bekeken met Figuur 7 kan het absoluut aantal voertuigen per
toegang worden bepaald. Zoals blijkt uit de tabel komen er meer voertuigen toe tijdens het
drukste ochtenduur dan dat er voertuigen vertrekken tijdens het drukste avonduur. Dit kan
worden verklaard doordat de avondspits diffuser verloopt en de ver trektijden meer gespreid zijn
in de tijd.
Voor de Edingensesteenweg vanuit het centrum vertegenwoordigen de afslaande voertuigen
richting Wilgenveld 20% terwijl dit 35% is vanuit Lembeek (ochtendspits uur). Voor het
avondspitsuur vertegenwoordigt Wilgenveld 10% van het verkeer op de Edingensesteenweg
richting centrum en 34% richting Lembeek.
3.3. HUIDI GE DIS TRIB UTIE
De herkomst van de verschillende werknemers bepaalt in grote mate welke toegang tot het
terrein wordt genomen. De distributie van de voertuigen heeft bijgevolg een impact op de
uiteindelijke verkeersafwikkeling en de op de kruispuntbelasting. Figuur 7 geeft de procentuele
distributie van inkomend (groene kleur) en uitgaand (rode kleur) verkeer weer en dit
respectievelijk voor het drukste uur in de ochtend- en avondspits. Uit onderstaande figuur valt op
te merken dat de drukste toegang gelegen is langs de Edingensesteenweg vermits 61,5% van het
ingaand en 48,% van het uitgaand verkeer deze toegang gebruikt.
Oktober 2010 17
F iguur 7 D istributie huidige werknemers
3.4. HUIDI GE VERVO ERSWIJ ZEK EUZ E
In 2008 werd er door Colruyt een enquête gedaan die o.a. de vervoerswijzekeuze van de
werknemers in kaart brengt. Uit onderstaande grafiek blijkt dat de overgrote meerderheid van de
werknemers met de auto naar het kantorencomplex komt. Ongeveer 81% van de werknemers
komt als bestuurder naar het werk terwijl 6% zich als passagier naar het werk begeeft. Op deze
manier bekomt men een autoaandeel van 81%. Dit aandeel is ten opzichte van een eerdere
werknemersenquête, uitgevoerd in 2004, overigens nauwelijks veranderd.
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
18
Grafiek 1 Verdeling naar vervoerswijze voor werknemers (Colruyt, 2008)
3.5. HUIDI G DR UKTEB EELD
3.5 .1. VERK EERS T EL LI NG EN
In de verkeerstell ing die werd uitgevoerd op dinsdag 7 september 2010 werden zowel
personenauto’s, vrachtwagens, bussen en fietsers geteld op 4 verschillende locaties. Op basis van
deze recente telling kan een beeld gevormd worden van de heersende verkeers druk voorafgaand
aan de geplande ontwikkeling. Zowel tijdens de ochtend en de avond zijn er tellingen uitgevoerd.
Deze twee momentopnames van de verkeersdrukte worden gebruikt om respectievelijk de
ochtendspits (OS) en de avondspits (AS) te beschrijven.
Er zijn vier tellocaties, in de onmiddellijke nabijheid van de site, belangrijk voor de
ontwikkelingen:
Kruispunt 1 ter hoogte van in – en uitrit op de N7
Kruispunt 2 ter hoogte van de Victor Demesmaekerstraat en de N7
Kruispunt 3 ter hoogte van in – en uitrit in de Victor Demesmaekerstraat (noord)
Kruispunt 4 ter hoogte van in – en uitrit in de Victor Demesmaekerstraat (zuid)
In Tabel 3 worden de totale kruispuntintensi teiten voor zowel de ochtend- als avondspits in kaart
gebracht en dit uitgedrukt in personenwagens. Hierbij werd voor elk uur de totale
kruispuntintensiteit berekend om zo het drukste uur voor beide periodes te bepalen (aangegeven
in kleur). Het drukste kruispunt in de ochtend- en avondspits is de kruising van de N7 met de
Victor Demesmaekerstraat (respectievelijk 1324 vtg/u en 1573 vtg/u).
Autosolist81%
Carpool6%
Fiets4%
Bromfiets1%
Te voet1%
OV7%
Modal split
Oktober 2010 19
Tabel 3 Verkeerstelling 2010 MINT
3.5 .2. OMLI GGE ND E KRUI SPU NT E N
Van de omliggende kruispunten zijn geen recente telgegevens beschikbaar. Ook de stad Halle kon
niet over recente gegevens beschikken en om die reden is er beroep gedaan op het provinciaal
verkeersmodel Vlaams-Brabant van de Vlaamse overheid om een zicht te krijgen op de
verkeersstromen in de omgeving.
AL GE ME EN
De N7 (Edingsesteenweg) wordt kent vanaf het Bevrijdingsplein tot aan de toegang tot
Dassenveld 4 kruispunten: Bevrijdingsplein (rotonde), Victor Demesmaeckerstraat (voorrang),
aansluitng afrit A8 (verkeers lichten) en de toegang tot Dassenveld (rotonde). Tussenin zijn er nog
een heel aantal toegangen tot verschillende sites (o.a. Wilgenveld, Hellebroek) en winkels
(Colruyt, Home Market) en is er ook nog de aansluiting van de carpoolparking.
Deze korte opeenvolging van aansluitingen zorgt ervoor dat het aandeel afslagend of invoegend
verkeer relatief hoog is en dat de doorstroming ernstig onderbroken wordt. Niet zelden slaat een
wachtrij van één kruispunt terug tot op het vorige.
BE VRI J D INGSP L EIN
Het Bevrijdingsplein is een vijfarmig kruispunt die ondermeer de N7 en N6 met elkaar verbinden.
Dit plein is ingericht met een ruime éénstrooksrotonde. De afwikkeling op dit kruispunt verloopt
bijna elke spits moeizaam, al is de oorzaak niet altijd de rotonde zelf. He el dikwijls is er immers
een terugslag van file van op de August Demaghtlaan tot op de rotonde van het Bevrijdingsplein.
Indien zich dit voordat, kan de rotonde niet langer optimaal functioneren en staan er matige tot
lange wachtrijen in vrijwel alle richtingen
Maar ook zonder de terugslag van de August Demaeghtlaan kent voornamelijk de N7
(Edingsesteenweg) een moeilijke afwikkeling naar de rotonde en dit zowel ’s ochtends als ’s
avonds. Naar de N7 toe, is er vanaf de August Demaeghtlaan een bypass voorzien. Hier zijn bijna
nooit wachtrijen.
7:00 7:15 7:30 7:45 8:00
8:00 8:15 8:30 8:45 9:00
KP1: in- en uitrit N7 1123 1207 1245 1275 1265
KP2: V. Demesmaekerstraat - N7 1128 1236 1271 1324 1305
KP3: in- en uitrit V. Demesmaekerstraat (noord) 166 238 260 303 311
KP4: in- en uitrit V. Demesmaekerstraat (zuid) 103 136 138 150 144
16:00 16:15 16:30 16:45 17:00
17:00 17:15 17:30 17:45 18:00
KP1: in- en uitrit N7 1248 1379 1356 1308 1253
KP2: V. Demesmaekerstraat - N7 1333 1516 1566 1573 1525
KP3: in- en uitrit V. Demesmaekerstraat (noord) 302 339 421 471 474
KP4: in- en uitrit V. Demesmaekerstraat (zuid) 205 238 304 343 343
Verkeerstelling di 07/09/2010 - Ochtendspits (in vtg/u)
Verkeerstelling di 07/09/2010 - Avondspits (in vtg/u)
Periode
Periode
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
20
Van belang voor de beoordeling van de impact van de uitbreiding op Wilgenveld, is vooral het
wegrijdend verkeer naar deze rotonde toe en het conflict dat deze verkeersstroom ondervindt
met het verkeer op de rotonde.
Tijdens een ochtendspits is het wegrijdend verkeer vanuit Wilgenveld verwaarloosbaar en zal dit
dan ook weinig tot geen invloed hebben op de afwikkeling aan het Bevrijdingsplein. Tijdens een
avondspits rijdt bijna 9% van het verkeer weg langs het Bevrijdingsplein4.
AFRI T A8- N7 ( TO EG ANG COL R UY T WINK EL )
Dit kruispunt werd in het najaar heringericht met verkeerslichten (voordien voorrangskruispunt)
met als doel de verkeersveiligheid te verhogen. De huidige afwikkeling aan dit kruispunt verloopt
vooral ti jdens de avondspits richting Lembeek relatief moeilijk, met lange files die kunnen
terugslaan tot op het Bevrijdingsplein.
Ook hier zal vooral het wegrijdend verkeer vanuit Wilgenveld (vooral ’s avonds dan) mee
bepalend zijn voor de toekomstige afwikkeling op dit kruispunt.
RO TOND E N7 - TO EG ANG D ASS ENV EL D
Dit is een relatief kleine rotonde die naast de toegang tot het bedrijventerrein van Dassenveld
ook de oprit naar de A8 richting Wallonië aansluit.
Vooral tijdens de ochtendspits kent deze rotonde vaak lange wachtri jen voor het verkeer richting
Halle-Centrum. Hier zal dan moet gekeken worden wat het aandeel toekomend verkeer naar
Wilgenveld is, en in welke mate dit in de toekomst zou toenemen en een impact hebben op dit
kruispunt.
Tot voor de heraanleg van de afrit A8 met de N7 (toegang Colruyt) vormde ook de avondspits
richting Lembeek vaak een probleem. Door de herinrichting van dat kruispunt, zijn de
verkeersproblemen aan deze rotonde tijdens een avondspits echter beperkt.
3.6. HUIDI GE PARKEERB EZ ETTING5
Op het projectterrein liggen drie parkings die gebruikt kunnen worden voor werknemers . Er is
ook een overdekte fietsenstalling voorzien. Verder is er nog een vierde parking beschikbaar aan
de overzijde van de Edingensesteenweg (zie Figuur 8). De parkeerbezetting werd voor deze vier
parkings opgemeten op dinsdag 7 september en dit op vier ti jdstippen (7u, 10u, 15u en 18u). Uit
onderstaande figuur blijkt dat voor de meeste autoparkings het comfortniveau overdag laag is
en het slechts zelden normaal of zeer hoog is. Totaal gesproken is er over de drie autoparkings
heen (exclusief parking 4) in de ochtend een bezetting van 1215 parkeerplaatsen, dit is 81% (laag
comfortniveau), en in de avond is dit 1156 parkeerplaatsen, dit is 77% (normaal comfortniveau).
Om 7u waren er 100 parkeerplaatsen bezet en om 18u waren dit er nog 250. Voor fietsers
varieert de bezetting tussen de 79% en 84% waardoor er eerder sprake is vaan een laag
comfortniveau.
4 Dit is zonder het verkeer gerekend dat via de Victor Demesmaeckerstraat wegrijdt, hetgeen
voor een groot deel als sluipverkeer kan bestempeld worden. 5 De parkings worden niet opgedeeld in afzonderlijke entiteiten maar omwille van verwijzingen in
dit MOBER is dit wel tekstueel gedaan.
Oktober 2010 21
Tabel 4 Beoordeling comfortniveau parkings (werknemers)
F iguur 8 Overz icht parkeerplaatsen + bezetting + toegangen
3.7. HUIDI GE OVERS TEEKBAAR HEI D
In de huidige situatie is er gekeken naar de oversteekbaarheid van de N7 ter hoogte van de in- en
uitrit aan de site Wilgenveld. Hiervoor is er enkel rekening gehouden met de doorgaande richting
op de Edingensesteenweg vermits afslaand verkeer een extra mogelijkheid biedt om over te
steken. Door het oponthoud bij afslaande voertuigen wordt er immers een grotere hiaattijd
aangeboden. Tijdens de ochtendspits is er een matige oversteekbaarheid terwijl ti jdens de
avondspits een slechte oversteekbaarheid is. Bij de berekening van de oversteekbaarheid is er
rekening gehouden met het feit dat voetgangers niet langer dan 15 seconden willen wachten om
over te steken (Vademecum voetgangersvoorzieningen, 2003).
Parkeerbezetting Comfortniveau Zoekverkeer
< 60% Zeer hoog Zeer laag
60 - 80 % Normaal Normaal
80 - 90 % Laag Hoog
90 - 100 % Zeer laag Zeer hoog
> 100% OnaanvaardbaarOnaanvaardbaar
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
22
4. TOEKOMSTIG B ER EIKBAAR HEIDSPROF IEL
4.1. VOETGANGERS EN FI ETS ERS
Het noorden van het gebied Wilgenveld wordt begrensd door de voormalige trambedding
Edingen-Halle. Het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Wilgenveld geeft aan dat dit tracé
toegankelijk gemaakt kan worden voor fietsers en wandelaars waardoor het kan instaan als
toegang voor zacht verkeer naar de kantorenzone. Dit is vandaag al beperkt uitgevoerd door
middel van een doorsteek vanaf de parking naar Wilgenveld.
Op deze manier kan deze landschappelijke structuur van het Wilgenveld verder worden benut als
functionele en recreatieve fiets- en wandelroute. Er wordt echter aangenomen dat dit niet
onmiddellijk een effect zal hebben op het aandeel fietsverplaatsingen naar de site.
4.2. OPENBAAR VERVO ER
In het RUP Wilgenveld staat te lezen dat de stad Halle een voorstander is om een bijkomend
treinstation te creëren langs het bedrijventerrein Wilgenveld, Dassenveld en Hellebroek. Deze
extra stopplaats zou gesitueerd zijn langs de spoorlijn 94 ten westen van de site waardoor de site
opgewaardeerd kan worden tot een A-locatie bij een stedelijk knooppunt. Op deze manier zou er
een modal shift kunnen ontstaan ten gunste van het openbaar vervoer omdat de verschillende
bedrijventerreinen een betere openbaar vervoerverbinding zouden krijgen.
De NMBS is tot op heden geen vragende partij voor een extra station in Halle en bijgevolg zijn er
nog geen concrete plannen voor de realisatie. Hierdoor wordt er in het vervolg van deze studie
geen rekening gehouden met de eventuele komst van een extra treinstation in Halle en wordt er
ook vanuit gegaan dat de huidige modal split min of meer behouden zal bli jven.
4.3. GEMOTORIS EERD VERK EER
4.3 .1. TOEKOMSTI GE VE RKE ERS TRUC TU UR6
In de toekomst zal de N203a worden omgevormd tot een volwaardige autosnelweg. Op deze
manier wordt de huidige hoofdweg A8 doorgetrokken en verbonden met de R0. Bijkomend
bestaat het plan om een omleidingsweg (= N7a) te voorzien rond de site van Dassenveld. Deze
omleidingsweg zal uitgerust worden met een volwaardig op- en afrittencomplex met de A8
waardoor de op- en afrit ongeveer in het midden komt te l iggen tussen Hondzocht en de
Nijvelsesteenweg. Hierdoor kan de meest optimale doorstroming worden bekomen op de A8.
Ten noorden van de spoorweg – in het verlengde van de omleidingsweg – wordt er een nieuwe
verbinding tussen de N6 en de N7 gepland. In dit kader wordt ook gepland dat de aansluiting van
de N6 met de A8 volledig zou verdwijnen waardoor deze ruimte benut kan worden voor de
inrichting van het kruispunt van de aan te leggen N7a met de N6. De nieuwe omleidingsweg N7a
zal het statuut krijgen van een secundaire weg type II terwijl de oude N7 wordt gedowngraded
naar een secundaire weg type III.
6 Bron: AWV Vlaams Brabant, 2009, Omvorming van de N203a tot volwaardige hoofdweg in
Halle.
Oktober 2010 23
De omleidingsweg ligt vlak langs de projectsite op het Wilgenveld. Er wordt verwacht dat ten
gevolge de herinrichting van de A8, de verkeersdrukte fors zal afnemen (o.a. doordat
sluipverkeer minder geneigd zal zijn deze route te nemen). D e intensiteit op de N7 richting het
centrum zal met 30% dalen en richting de A8 met 50%. Er dient opgemerkt te worden dat het
kruispunt van de N7a met de huidige N7extra wordt belast door de afslaande bewegingen.
Tijdens een ochtendspitsuur (avond) wordt verwacht dat 100 (60) voertuigen afslaan van de N7
naar de N7a terwijl 380 (600) voertuigen de omgekeerde beweging maken. Verder wordt er
verwacht dat de nieuwe doorsteek tussen de N7 en de N6 in een ochtendspitsuur 120 (320)
voertuigen moet verwerken richting de N6 en 60 (60) richting de N7.
F iguur 9 Toekomstige structuur gemotoriseerd verkeer (AWV Vlaams Brabant, 2009)
Op kortere termijn wordt er in het RUP Wilgenveld een linksafstrook op de N7 voorzien ter
hoogte van de Wilgenveldsite voor het verkeer komende uit de richting Edingen. Hiermee wordt
voorkomen dat het doorgaand verkeer richting Halle wordt gehinderd en wordt de fi levorming
vermeden.
4.3 .2. TOEKOMSTI G PARKE ER AANBOD
Om aan de toekomstige ontwikkelingen tegemoet te komen, voorziet het RUP Wilgenveld 19907
autoparkeerplaatsen. Momenteel zijn fases 1 tot en met 6 gerealiseerd en de uitbreiding van de
kantoorruimte zal gebeuren in een aantal fases. Voor de uitbating van fase 1 tot en met 8
worden er 1640 parkeerplaatsen voorzien in open lucht. Voor fase 9 en 10 wordt een
ondergrondse parkeergarage en/of een meerlagig parkeergebouw voorzien van 350 overdekte
7 Het RUP Wilgenveld voorziet initieel 2120 autoparkeerplaatsen maar via flankerende
maatregelen brengt het RUP dit terug tot 1990.
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
24
parkeerplaatsen. Zolang fase 9 en 10 niet worden gerealiseerd, mag er niet worden gestart met
de bouw van de parkeergarage.
De parkeerplaatsen in open lucht worden deels landschappelijk gekaderd als een ‘ingegroende
parking’ waarbij groen en landschappelijke elementen vooropstaan (1140 autoparkeerplaatsen in
de ‘zone voor groene parking’). Het andere deel wordt voorzien in de ‘zone voor kantoren’ (500
autoparkeerplaatsen). Binnen de ‘zone voor kantoren ’ wordt bijkomstig het parkeergebouw (350
autoparkeerplaatsen) voorzien dat maximaal drie bovengrondse bouwlagen en een maximale
footprint van 3000m² mag hebben.
4.4. STRUCTUURSC HETS
Onderstaande figuur geeft de toeko mstige structuurschets van de site Wilgenveld schematisch
weer. Zoals weergegeven ligt het parkeergebouw in de zone voor kantoren (paars) terwijl de
parkeervoorzieningen op maaiveld in een groene cluster worden aangelegd. Zoals in paragraaf
4.2 is weergegeven, is de stad voorstander van een treinhalte ter hoogte van Wilgenveld
waardoor dit weergegeven is op onderstaande figuur.
F iguur 10 Structuurschets Wilgenveld (RUP Wilgenveld, 2009)
Oktober 2010 25
5. TOEKOMSTIG M OB ILITEITSPROFIEL
5.1. GEGEVENS
Voor dit onderdeel werden gegevens verzameld uit de volgende documenten:
RUP Wilgenveld stedenbouwkundige voorschriften, D+A Consult (versie m.e.r. screening
2009).
RUP Wilgenveld toelichtingsnota, D+A Consult (versie m.e.r. screening 2009).
Mobiliteitsstudie Wilgenveld, D+A Consult (augustus 2006).
5.2. FASERING VAN DE B ER EK ENING
De kantoren zullen in verschillende fases worden gebouwd en de omliggende infrastructuur
wordt ook op verschillende fases aangepast waardoor dit MOBER uitgaat van enkele scenario’s:
Huidige situatie: 1800 werknemers
Fase 7: 2100 werknemers (eventueel met extra l inksaf op N7)
Fase 8: 2400 werknemers (eventueel met extra l inksaf op N7)
Fase 9: 2700 werknemers (eventueel met extra l inksaf op N7)
Fase 10: 3000 werknemers (eventueel met extra linksaf op N7)
o Scenario N7a
5.3. TOEKO MSTI G AANTAL WERKNEMERS EN BEZ OEKERS
In de toekomstige situatie wordt er voor 29.688m² bijkomende vloeroppervlakte gecreëerd
waardoor er voor 1200 extra personen werkgelegenheid komt. De bijkomende bebouwde
oppervlakte wordt in vier fases voorzien waardoor dit MOBER ook de effecten nagaat van vier
termijnen. Omdat de bezoekers zich veeleer buiten de spitsuren zullen verplaatsen naar de
kantoren, en dit aantal bovendien erg beperkt blijft in vergelijking met het aantal werknemers ,
wordt er verderop in dit MOBER geen rekening gehouden met hun aantal.
Tabel 5 Toekomstig aantal werknemers
Fase Werknemers Bezoekers
Fase 7 300
Fase 8 300 40
Fase 9 300
Fase 10 300
Totaal 1200 40
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
26
5.4. TOEKO MSTI GE DISTRI B UTI E
Voor de toekomstige distributie wordt aangenomen dat deze in de verschillende fases hetzelfde
zal zijn als in de huidige situatie. Wanneer de N203a wordt omgevormd tot een volwaardige
hoofdweg, zal dit de distributie wel lokaal wat wijzigen (scenario N7a). Hierbij wordt er vanuit
gegaan dat de huidige hoofdingang langs de N7 verdwijnt en verschuift naar een nieuwe
hoofdingang op de omleidingsweg N7a.
5.5. TOEKO MSTI GE VERVOERS WIJZEK EUZE
Voor fase 7 en 8 zal Colruyt de huidige verdeling van de vervoersmodi behouden maar in fase 9
en 10 wordt er gestreefd om het aan autoaandeel terug te dringen van 81% naar 75%. Zo zal er
vanuit het bedrijf reclame worden gemaakt om te carpoolen en om de afstand tussen het NMBS-
station en de site Wilgenveld te overbruggen met de fiets. Mits de nodige stimuli, wordt
geoordeeld dat deze relatief beperkte terugdringing van het autogebruik mogelijk moet zijn en
om die reden wordt voor deze fases dan ook met dit iets lager autoaandeel gerekend.
5.6. TOEKO MSTI G DR UK TEB EELD
Het toekomstig druktebeeld kan worden bepaald door enerzijds een extrapolatie te doen van de
huidige verkeerstellingen naar de toekomstige ontwikkelingsfases en anderzijds door rekening te
houden met de toekomstige bereikbaarheid. Er wordt bijgevolg uitgegaan van de
verkeerstellingen van d.d. 7 september 2010 die worden verhoogd door de komst van de extra
werknemers. Indien dit wordt gedaan, bekomt men onderstaande tabel.
Tabel 6 Toekomstig aantal inkomende en uitgaande personenwagens (per spitspuur)
Inkomend OS Uitgaand AS
Huidig 540 457
Fase 7 630 533
Fase 8 720 609
Fase 9 790 669
Fase 10 873 739
5.6 .1. CAPACI T EI TSB EOORDE LI NG TOEG AN G WI LG EN VE LD
In de onmiddellijke omgeving van de site zullen eventuele problemen zich manifesteren ter
hoogte van de in- en uitrit van de parking en op de N7. Hierna zal er een verzadigingsgraad
worden bepaald voor het referentie drukste uur in de ochtend (7u45-8u45) en in avond (16u45-
17u45). Op deze manier kan er worden getoetst of er op basis van de huidige en toekomstige
verkeersdruk problemen te verwachten zijn. Deze analyses zullen gebeuren op basis van de
kencijfers uit de Highway Capacity Manual en geeft een indicatie van mogelijke
capaciteitsproblemen weer.
Oktober 2010 27
Tabel 7 Beoordelingscriteria capaciteit
Verzadigingsgraad/rijrichting Beoordeling
< 80% Geen afwikkelingsprobleem 80 – 90% Lichte tot matige wachtrijvorming, voornamelijk lokaal effect
90 – 100% Matige tot ernstige wachtrijvorming > 100% Ernstige wachtrijvorming met ernstige capaciteitsproblemen, groot
gevaar voor ontstaan van sluiproutes
5 .6 .1 .1 . HUIDIGE SI TU ATI E
In de huidige situatie zi jn er geen afwikkelingsproblemen ter hoogte van de inrit op de N7 en ter
hoogte van het kruispunt tussen de N7 en de Victor Demesmaekerstraat. Er kan echter
opgemerkt worden dat tijdens de avondspits 30% van het verkeer op de N7 richting centrum
links afslaat naar de Victor Demesmaekerstraat en deze straat als sluiproute gebruikt. Dit komt
omdat er ’s avonds in beide richtingen congestie ontstaat op de Edingensesteenweg. Deze
congestie is met andere woorden geen gevolg van de verkeersafwikkeling ter hoogte van de site
zelf, maar komt onder andere voor uit de rotonde van het Bevrijdingsplein.
5 .6 .1 .2 . FAS E 7: 21 00 W ERK N EM ERS
De 300 extra werknemers ten opzichte van de huidige situatie resulteert op geen enkele tak tot
afwikkelingsproblemen. In de ochtendspits neemt het verkeer op de N7 kant Lembeek wel sterk
toe maar blijft het net onder de kritische grens van 80%.
5 .6 .1 .3 . FAS E 8: 24 00 W ERK N EM ERS
ZOND ER L INK SAF STR OOK
Door de komst van 600 extra werknemers ten opzichte van de huidige situatie ontstaat er op de
N7 kant Lembeek een matige wachtrij met een kritische afwikkelingscapaciteit. De reden voor
deze wachtrij is dat er geen linksafstrook is op de deze weg om de parking te bereiken waardoor
er oponthoud ontstaat.
R RD L R RD L
N7 kant Lembeek 62% 27%
N7 kant centrum 22% 34%
Wilgenveld 2% 10% 30% 16%
OS AS
R RD L R RD L
N7 kant Lembeek 75% 32%
N7 kant centrum 26% 40%
Wilgenveld 2% 15% 40% 24%
OS AS
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
28
ME T L INK SAF STR OOK
Wanneer er op de N7 een linksafstrook (lengte 20 meter) wordt toegevoegd om het verkeer
richting te site op te stellen, zal de verzadigingsgraad in de ochtendspits op de doorgaande
richting naar het centrum halveren. Deze linksafstrook heeft op de andere takken logischerwijs
geen invloed.
5 .6 .1 .4 . FAS E 9: 27 00 W ERK N EM ERS
ZOND ER L INK SAF STR OOK
Zoals verwacht, zal in de situatie met 2700 werknemers de verzadiging op de N7 kant Lembeek
nog verslechteren en ontstaan er ernstige wachtrijen met ernstige capaciteitsproblemen
(102%). Tijdens de avondspits zijn er geen problemen.
ME T L INK SAF STR OOK
Het toevoegen van een linksafstrook op de N7 verhelpt de capaciteitsproblemen bij 2700
werknemers. De linksafstrook wordt dan wel uitgebreid naar 30 meter.
R RD L R RD L
N7 kant Lembeek 89% 37%
N7 kant centrum 29% 45%
Wilgenveld 2% 22% 51% 35%
OS AS
R RD L R RD L
N7 kant Lembeek 43% 45% 35% 2%
N7 kant centrum 29% 45%
Wilgenveld 2% 22% 51% 35%
OS AS
R RD L R RD L
N7 kant Lembeek 102% 42%
N7 kant centrum 33% 51%
Wilgenveld 3% 31% 63% 49%
OS AS
R RD L R RD L
N7 kant Lembeek 49% 53% 39% 3%
N7 kant centrum 33% 51%
Wilgenveld 3% 31% 63% 49%
OS AS
Oktober 2010 29
5 .6 .1 .5 . FAS E 10 : 3 000 W ERK N EM ERS
ZOND ER L INK SAF STR OOK
De grootste problemen worden verwacht in fase 10. Hierbij ontstaat er in de ochtendspits een
ernstig capaciteitsprobleem op de N7 zijde Lembeek (117%) en tijdens de avondspits bli jft de
rechtsafstrook op Wilgenveld net onder de 80%.
ME T L INK SAF STR OOK
Het toevoegen van een linksafstrook op de N7 verhelpt het probleem tijdens de ochtendspits.
Vermits er een grote doorgaande stroom is op de N7 biedt een extra opstelstroken aan de in- en
uitrit geen oplossing voor de avondspits .
SCEN ARIO N7 A
De aanleg van de N7a zal een deel van het doorgaande verkeer op de Edingensesteenweg
reduceren. Omdat de huidige toegang tot de site dan wellicht zou verdwijnen, is het niet meer
interessant om deze te analyseren.
KRUI S PU NT N 7A – T O EG ANG SI T E
Zonder linksafstrook op de N7a
Op de nieuwe omleidingsweg (2 x1) zullen er, in de ochtendspits, op basis van de berekeningen
geen wachtrijen ontstaan na voltooiing van fase 10. Hierbij is er uitgegaan van een situatie
waarbij het verkeer vanuit de parking voorrang moet verlenen om op de N7a te komen.
R RD L R RD L
N7 kant Lembeek 117% 47%
N7 kant centrum 36% 56%
Wilgenveld 3% 44% 78% 68%
OS AS
R RD L R RD L
N7 kant Lembeek 54% 63% 43% 3%
N7 kant centrum 36% 56%
Wilgenveld 3% 44% 78% 68%
OS AS
R RD L R RD L
N7a (noord) 75% 9%
N7a (zuid) 31% 4%
Inrit 1% 5% 31% 53%
OS AS
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
30
5.6 .2. CAPACI T EI TSB EOORDE LI NG OV ERI G E KRUI SPU NT EN
Voorafgaande opmerking: In onderstaande paragrafen wordt de theoretische impact van de
ontwikkelingen op Wilgenveld op de kruispunten in de nabije omgeving beoordeeld. Het zou
kunnen dat het effect in de praktijk minder groot is doordat het verkeer (naar Wilgenveld of ander
verkeer) een andere route zal gaan zoeken. De kans op andere routes is des te groter naarmate de
congestie zal gaan toenemen.
BE VRI J D INGSP L EIN
Voor de rotonde op het Bevrijdingsplein is het vooral van belang de avondspits in rekening te
nemen: dan zou het verkeer dat wegrijdt vanaf Wilgenveld mee in file moeten gaan staan richting
rotonde. Tijdens de ochtendspits komt het verkeer vanuit verschillende richtingen en is de
spreiding groter en dus de impact kleiner.
Op basis van de distributie kan ingeschat worden dat ongeveer 9% van het verkeer via de
rotonde rijdt. In onderstaande tabel zijn ramingen weergegeven van de aangroei van de fi le en
wachttijd ten opzichte van de huidige toestand.
(*) Dit is een theoretische berekening van de potentiële afname. Indien de wachtrij kleiner zou zijn
dan 970 meter, betekent dit resultaat dat de wachtrij quasi volledig zou verdwijnen.
De wachtrijen en –tijden nemen weliswaar toe naarmate de ontwikkelingen zouden uitgevoerd
worden, maar de verschillen zijn eerder beperkt. Dit komt omdat het aandeel van het verkeer dat
wegrijdt richting Bevrijdingsplein ook eerder beperkt is. Dit heeft dan weer te maken met de
lange fi le die er in deze richting vaak staat, waardoor andere wegen worden gezocht.
Pas na realisatie van de N7a (als gevolg van heraanleg A8) zouden de verzadigingsgraden op de
N7 weer dalen tot een min of meer aanvaardbaar niveau en zal de wachtrij quasi volledig
wegvallen.
fase 7 fase 8 fase 9 fase 10
fase 10
scenario
N7a (*)
geraamde productie per uur 533 609 669 739 739
verschil tov. huidig 76 152 212 282 282
aandeel via Bevrijdingsplein 7 14 19 25 127
effect scenario N7a -288
extra file tov. huidig (meter) 40 80 110 150 -970
extra wachttijd tov. huidig (min) 0.3 0.7 0.9 1.3 -8.1
Oktober 2010 31
AFRI T A8- N7 ( TO EG ANG COL R UY T WINK EL )
Voor dit kruispunt is ook vooral de avondspits na te kijken omdat er dan reeds fi le staat en al het
verkeer dat vanaf Wilgenveld die richting uitrijdt, mee in de file zal komen te staan.
Omdat meer verkeer richting A8 wegrijdt (in totaal ongeveer 55%) is de impact van de
toekomstige ontwikkelingen dan ook groter. De wachtrij zou na elke fase met ongeveer 200 tot
250 meter toenemen, met telkens ongeveer 2 minuten extra verliestijd tot gevol g.
Deze evaluatie is het meest kritisch; niet alleen is de aangroei van de wachtrij hier het grootst,
ook zullen de gevolgen, in geval van terugslag tot op het Bevrijdingsplein, zich het verst laten
voelen.
RO TOND E N7 - TO EG ANG D ASS ENV EL D
Hiervoor is het vooral van belang de ochtendspits na te rekenen omdat het vooral het
toekomend verkeer is dat mee in file richting rotonde zal staan. De ochtendspits is iets meer
geconcentreerd, is dus iets drukker, maar kent een beduidend kleiner aandeel van het verkeer
dat via de N7 komt. Een groot deel komt immers via de A8, kant Brussel. Een verdere verfijning
van de distributie tussen A8 kant Brussel en A8 kant Wallonië is niet gekend. Toch mag verwacht
worden dat de “kant Brussel” een stuk groter zal zijn dan de “kant Wallonië”. Hier wordt
aangenomen dat dit om een 2/1 verhouding gaat, met andere 2/3 van het verkeer komende van
de A8 richting Wilgenveld komt vanaf de kant Brussel, 1/3 komt vanaf de kant van Wallonië. Dit
geeft volgend resultaat:
Ook hier blijven de verschillen al bij al nog redelijk beperkt met na fase 10 weliswaar ongeveer 3
minuten extra verliestijd richting rotonde.
SCEN ARIO N7 A
Het scenario met de inrichting van de N7a (als gevolg van de heraanleg van de A8) is in het kader
van de ontwerpstudie voor de omvorming van de N203a tot volwaardige hoofdweg in Halle
(Team A8, nota voorontwerp, juni 2009), volledig gesimuleerd in Vissim. Hierbij werden
verschillende kruispuntconfiguraties getoetst en is uiteindelijk de een grote ovonde ter hoogte
van de op- en afrit met de A8 als voorkeursscenario naar voren gekomen. Op dat moment zijn er
fase 7 fase 8 fase 9 fase 10
geraamde productie per uur 533 609 669 739
verschil tov. huidig 76 152 212 282
aandeel via N7 kant Lembeek 42 84 117 155
extra file tov. huidig (meter) 250 500 700 930
extra wachttijd tov. huidig (min) 2 4 6 8
fase 7 fase 8 fase 9 fase 10
geraamde productie per uur 630 720 790 873
verschil tov. huidig 90 180 250 333
aandeel vanaf A8 kant Wallonië 15 30 42 56
extra file tov. huidig (meter) 90 180 250 330
extra wachttijd tov. huidig (min) 1 2 2 3
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
32
dan ook geen noemenswaardige wachtrijen meer te melden, niet op de N7a en uiteraard ook
niet op de N7 die in dat scenario volledig afgebouwd zou kunnen worden.
F iguur 11: voorbeeld van microsimulatie aansluiting N7a met A8
5.7. TOEKO MSTI GE PARK EERBE ZETTING
De toekomstige parkeerbezetting wordt bepaald op basis van het huidig gebruikt aantal
parkeerplaatsen en op basis van een autoaandeel van 81% (fase 7 & 8) en 75% (fase 9 & 10).
Omdat het over een kantorensite gaat, is het dubbelgebruik van een parkeerplaats eerder
beperkt.
Tabel 8 Toekomstige parkeerbezetting
Voor de toekomstige situatie is er voor fase 7 en 9 een laag comfortniveau en voor fase 8 en 10
een zeer laag comfortniveau. Indien de vooropgestelde modal shift voor fase 9 en 10 niet wordt
gehaald, dit is van 81% naar 75% autogebruik, zal de bezetting nog verslechteren tot
respectievelijk 92% en 102%.
Huidig Fase 7 Fase 8 Fase 9 Fase 10
Werknemers 1800 2100 2400 2700 3000
Benodigd aantal parkeerplaatsen 1221 1424 1628 1695 1884
Voorzzien aantal Parkeerplaatsen
(excl. P4)
1507 1640 1640 1990 1990
Parkeerbezetting 81% 87% 99% 85% 95%
Oktober 2010 33
5.8. TOEKO MSTI GE OVERSTEEK BAARHEID
De toekomstige oversteekbaarheid zal op korte termijn (fase 7 en 8) en op lange termijn (fase 9
en 10) niet veranderen omdat er enkel rekening is gehouden met de doorgaande richting op de
N7. Waardoor er tijdens de ochtendspits nog steeds een matige oversteekbaarheid is en tijdens
de avondspits een slechte. Na realisatie van de A8 tot volwaardige hoofdweg en daarbij horend
de herinrichting van de N7 en N7a, wordt er wel een verandering van de oversteekbaarheid
verwacht vermits de doorgaande richting op de N7 wordt afgebouwd door de veranderingen aan
de snelweg (- 30% richting centrum en - 50% richting Lembeek). Op deze manier bekomt men,
van zodra de aanpassingen zijn doorgevoerd, een redelijke oversteekbaarheid in de ochtend- en
avondspits en dit ongeacht de fase.
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
34
6. FLAN KER ENDE MAA TR EGEL EN
Om de mobiliteitsimpact van de site zo optimaal mogelijk in haar omgeving in te passen en de
mobiliteitsvraag te beheersen, kunnen een aantal flankerende maatregelen worden
geformuleerd. Deze initiatieven en doelstellingen hebben tot doel de werknemers maximaal aan
te zetten verplaatsingen te maken met een duurzame vervoerswijze. Hierbij wordt voornamelijk
gedacht aan verplaatsingen met het openbaar vervoer, de fiets of te voet. Ook carpooling is een
valabele duurzame manier om de verplaatsing te maken.
Colruyt voorziet momenteel al in enkele flankerende maatregelen om het autoaandeel te
reduceren (o.a. oranje fietsen, fietsvergoeding, glijdende werktijden, …) maar er is nog ruimte tot
verbetering of ruimte tot uitbreiding van de reeds genomen maatregelen.
6.1. BEHEERSING VAN D E MO BILI TEI TSVRAAG
Telewerken kan een hulpmiddel zijn om de vraag naar mobiliteit te beheersen.
Werknemers met een kantoorfunctie kunnen van thuis uit vaak hetzelfde werk doen als
op kantoor waardoor het aanwezigheidspercentage lager kan liggen.
Aanbieden van persoonlijk reisadvies voor (nieuwe) werknemers. Op deze manier
bepaalt Colruyt mee het mobiliteitspatroon van haar werknemers en kan Colr uyt
enigszins sturend optreden .
6.2. HET GEBR UIK VAN D UURZA ME VERVO ERSWIJ ZEN
Om het autogebruik verder terug te dringen, kunnen volgende initiatieven uitgewerkt of verder
versterkt worden:
Uitbouwen van kwalitatief hoogwaardige fietsparkings met overdekte en veilige
fietsparkings dichtbij de ingang. Het voorzien van comfortabele doucheaccomodaties
kan het aandeel fietsers ook verhogen. De aangeboden fietsparkeerplaatsen wordt
bepaald op basis van een aandeel fietsers van 12%. In de huidige situatie bedraagt het
aandeel fietsers 6% maar door een extra inspanning is hier nog ruimte om het aandeel
te vergroten8:
o Fase 7: een totaal van circa 225 fietsparkeerplaatsen voor 2100 werknemers
o Fase 8: een totaal van circa 260 fietsparkeerplaatsen voor 2400 werknemers
o Fase 9: een totaal van circa 290 fietsparkeerplaatsen voor 2700 werknemers
o Fase 10: een totaal van circa 325 fietsparkeerplaatsen voor 3000 werknemers
Voorzien van goed gereserveerde parkeerplaatsen, dicht bij de ingang, voor carpoolers.
Participeren in studies omtrent de realisatie van een extra treinhalte ter hoogte van de
site.
Enkele bestaande initiatieven kunnen uitgebreid worden:
o Benadrukken van de fiscale voordelen van de fiets en OV tegenover de wagen.
8 Hierbij is rekening gehouden met een aanwezigheidspercentage van 90%.
Oktober 2010 35
o Benadrukken van niet-belastbare loonsverhoging: het volledig terugbetalen van
het OV-abonnement wordt niet belast door de fiscus en is een voordeel in
natura dat Colruyt aan haar werknemers biedt.
o Uitbreiden van het carpoolsysteem waarbij vanuit de organisatie wordt
aangegeven welke mensen binnen eenzelfde gemeente wonen naar een
vanpooling-systeem waarbij Colruyt een minibusje ter beschikking stelt aan een
groep van mensen.
6.3. VERKEERSVEI LIGHEI D
Uitwerken van een goede interne circulatie van het gemotoriseerd en langzaam verkeer
om conflicten te vermijden. Hierbij moet voldoende aandacht besteed worden aan de
oversteekvoorzieningen voor fietsers en voetgangers.
6.4. I NFRASTRUCTUURAANPASSINGEN
Om de doorstroming te garanderen op de N7 zou er vanaf fase 8 een linksafstrook
aangelegd moeten worden naar de projectsite.
De heraanleg van de A8, en als gevolg daarvan de inrichting van de N7a, is vanaf het
begin wenselijk.
P169– MOBER Wilgenveld Halle – versie 1
36
7. SENSITIVITEITSTOETS
In de sensitiviteitstoets is het de bedoeling om na te gaan welke effecten de aannames hebben
op het eindresultaat. Bepaalde parameters en kencijfers kunnen variëren waardoor het
eindoordeel zal afwijken.
Voor de opmaak van deze MOBER is er een uitgebreide meting op het terrein gebeurd, waarbij
zowel het absolute aantal voertuigen als de verdeling over de verschillende toegangen in detail is
geregistreerd. Het huidige mobiliteitsprofiel – waarvoor tellingen zijn uitgevoerd – is gebruikt om
op basis van de extra werknemers het toekomstige mobiliteitsprofiel op te stellen. Omdat er in
dit MOBER dan ook slechts beperkt gebruik is gemaakt van kencijfers, zullen de berekeningen
dan ook relatief nauw aansluiten bij de realiteit.
Aannames zijn er wel omtrent de impact van de nieuwe N7a. Die aannames zijn gebaseerd op
eerdere evaluaties gedaan in het kader van de studie van de ontwerpstudie voor de omvorming
van de N203a tot volwaardige hoofdweg in Halle (Team A8, nota voorontwerp, juni 2009) . Deze
studie baseert zich op modelevaluaties van het multimodaal verkeersmodel 2020 van de Vlaamse
overheid, waarvoor een afwijking van + of – 20%9 als mogelijk kan worden geacht. Indien de
intensiteiten vanuit het verkeersmodel 20% onderschat zouden zijn, zou dit betekenen dat er na
realisatie van fase 10 op Wilgenveld ongeveer een status -quo zal zijn wat betreft de wachtrij op
de N7 richting Bevrijdingsplein. Voor de afwikkeling van of naar de site zelf, verandert er door
deze wijziging nauwelijks iets.
Ten slotte is er nog het streefdoel opgenomen om het toekomstige autogebruik (fase 9 en 10)
van 81% terug te dringen tot 75%. Indien er op deze termijn echter geen modal shift zal
plaatsvinden, zal de situatie op deze termijn verslechteren. Dit heeft evenwel vooral betrekking
op het comfortniveau bij het parkeren (zie supra). Op de verkeersafwikkeling zou dit enkel voor
het l ichtengeregeld kruispunt ter hoogte van de afrit van de A8 een significante invloed hebben:
daar zouden de wachtrijen dan nog eens met ongeveer 150 à 200 meter langer kunnen worden,
met ongeveer 1 extra minuut aan verliestijd tot gevolg.
9 Eigen inschatting op basis van eigen ervaring. Een huidige toestand van een model wijkt meestal
slecht + of – 10% af van de werkelijkheid.
Oktober 2010 37
8. CONCLUSIE
Voor de ontwikkelingen op de site van Colruyt (Wilgenveld) werd in de eerste plaats de huidige
bereikbaarheid in kaart gebracht. Hierbij ging er aandacht naar het langzaam verkeer, het
openbaar vervoer en tot slot het gemotoriseerde verkeer. De bestaande verkeerssituatie werd
getoetst op basis van tellingen die werden uitgevoerd op dinsdag 7 september 2010. Deze
beschrijven zowel een ochtend- als avondspits, waarbij er ingezoomd werd op het kruispunt van
de Edingensesteenweg met de inrit. De afwikkeling van deze bestaande kruising verloopt in de
huidige situatie voldoende vlot maar kent hinder van de congestie die ontstaat aan
nabijgelegen kruispunten.
Voor de evaluatie van de impact van de toekomstige ontwikkelingen, opgedeeld in verschillende
fases, kan een onderscheid gemaakt worden tussen de site zelf en de overige kruispunten.
Voor de site zelf zullen er in fase 7, waarbij er 300 werknemers bijkomen, geen problemen
ontstaan. In de 8ste
fase (opnieuw een uitbreiding met 300 werknemers) ontstaan er problemen
op de N7 kant Lembeek. Daarom wordt er voorgesteld om een linksafstrook te voorzien naar de
projectsite. In het RUP werd reeds de ruimte voorzien om de linksafstrook op te nemen. Indien
de linksafstrook wordt aangelegd, is de uitbreiding naar fase 9 (opnieuw 300 werknemers extra)
verantwoord. De laatste uitbreiding, fase 10 (opnieuw 300 werknemers extra), zou mogelijk zi jn
met de extra linksafstrook op de N7 maar de afwikkeling vanuit de s ite naar de N7 kan
problemen ondervinden. Om dit op te lossen dient een nieuwe omleidingsweg (N7a) en
bijhorend de omvorming van de N203a tot volwaardige hoofdweg, gerealiseerd te worden.
Op de omliggende kruispunten is de situatie vandaag reeds oververzadigd met soms lange files
tot gevolg. Door de ontwikkelingen zullen deze uiteraard nog wat aangroeien. Wellicht is
vooral/alleen het l ichtengeregeld kruispunt ter hoogte van de afrit komende van de A8 echt
kritisch. Een terugslag van de wachtrij hier tot op het Bevrijdingsplein en August Demaeghtlaan
heeft immers verstrekkende gevolgen. Om deze huidige en toekomstige problemen op te lossen,
dient opnieuw gekozen te worden voor de aanleg van een volwaardige autoweg tot aan de R0.
Het aangeboden parkeervolume voor personenwagens voldoet niet voor fase 8 en 10 (zeer
laag comfortniveau) terwijl er voor fase 7 en 9 een normaal comfortniveau is. Voor het bepalen
van het aantal benodigde fietsparkeerplaatsen worden de volgende aantallen voorgesteld:
o Fase 7: een totaal van circa 225 fietsparkeerplaatsen voor 2100 werknemers
o Fase 8: een totaal van circa 260 fietsparkeerplaatsen voor 2400 werknemers
o Fase 9: een totaal van circa 290 fietsparkeerplaatsen voor 2700 werknemers
o Fase 10: een totaal van circa 325 fiets parkeerplaatsen voor 3000 werknemers