Leerjaar 2Burgerschapsvorming

Naam:Klas:

Projectboek

WERELDBURGERSCHAP

Inleiding Beste Student,In dit boekje vind je aanvullende opdrachten die je tijdens de lessen en thuis gaat uitvoeren. We maken ook gebruik van het Handboek en Werkboek Schokland 3.0.Wereldburgerschap gaat over het betrokken zijn bij de samenleving maar dan op internationaal niveau. Onderwerpen als ontwikkelingssamenwerking, duurzaamheid, vrede en mensenrechten vinden hier hun plaats. Je kijkt dan aar de mate waarin jij betrokken bent bij mondiale vraagstukken en hoe jij deelneemt in de steeds hechter wordende wereld.Over wereldburgerschap is al heel veel gezegd, prins claus en koningin Maxima hebben als stellig geroepen dat zij burgers van de wereld zijn. Dit riep heel veel weerstand op. Maar waarom eigenlijk? Is het dan niet zo dat de media, internet en de internationale handel de wereld steeds kleiner maken en zorgen dat mensen wereldwijd meer en meer met elkaar in verbinding staan? En dat mensen voor hun werk of voor hun plezier de hele wereld over reizen en in persoonlijk contact komen met bewoners van andere (al of niet verre) landen?Voel jij je wereldburger? Wat maakt jou een wereldburger? Wat maakt dat jij geen wereldburger bent? Wat heb je aan wereldburgerschap? Zal wereldburgerschap altijd blijven bestaan? Laten we samen opzoek gaan naar antwoord op deze vragen.

Het project Het project is verdeeld over 4 lessen, bekijk hieronder een overzicht van de onderwerpen.Les: Onderwerp 1 Burgers van de

wereld?!In deze les gaan we nadenken over het begrip Wereldburgerschap. Wat maakt iemand nu een wereldburger? En waarom is wereldburgerschap belangrijk? We gaan kijken naar begrippen als globalisering, internationalisering en global village.

2 Grenzeloos samenwerken

Internationaal, een begrip die je vaak hoort. Op welke manieren wordt er internationaal samengewerkt? Welke internationale organisaties zijn er? En wat zijn de voor en nadelen van internationale samenwerking?

3 Arm en Kansrijk Wie is nu arm en wie is rijk? Hoe komt het dat mensen arm zijn en is dat overal gelijk? Ook gaan we kijken naar de verdeling van voedsel, wie krijgt wat, wanneer en hoe?

4 Werelds geloven Over de hele wereld wordt er geloofd, of juist niet geloofd. Welke religies kennen we en welke betekenis heeft geloven voor jou?

ToetsingTijdens de les gaan we werken aan verschillende opdrachten. Die opdrachten lever je in en worden beoordeeld. Ook krijg je enkele vragen over het onderwerp

2

op de schriftelijke toets. Als dit project voldoende wordt afgesloten kan je daar 1 scorepunt mee verdienen boven op je eindcijfer voor deze periode.

Les 1: Burgers van de Wereld?!Hoofdvraag bij deze les:

Door welke vensters bekijk ik de dynamische ontwikkelingen van de wereld?

Opdracht 1: Mindmap – Wat is wereldburgerschap?Zie volgende pagina

Opdracht 2: Vragen uit het WerkboekBeantwoord de volgende vragen in het werkboekThema 1/ Hoofdstuk 1:

- 1a, 3, 4a+b,Thema 1/ Hoofdstuk 2:

- 1a+b, 3

Opdracht 3: Wat maakt jou een Wereldburger en wat niet?Vul het diagram in. (Zie volgende pagina)

Links: Dingen, voorbeelden, mensen, acties die jou een wereldburger makenRechts: Dingen, voorbeelden, mensen, acties, die jou geen wereldburger makenMidden: Dingen, voorbeelden, mensen, acties, die bij beide horen

Opdracht 4: Vensters op de wereldWereldburgerschap is breed en moeilijk af te grenzen. Maar vaak wordt er gekozen voor de verdeling in 8 thema’s met elk 3 sub thema’s. Helder wordt uit deze thema’s dat Wereldburgerschap vooral gaat over het stellen van vragen aan je zelf en aan elkaar.Ga in gesprek met elkaar. Kies een thema uit en bespreek de vragen die bij

dit thema horen.

3

Gebruik hiervoor de bijlage: Vensters op de wereld.

Huiswerkopdracht: Wat maakt jou een Wereldburger, en wat niet?

In de les zijn we bezig geweest met het onderwerp Wereldburgerschap. In de media en politiek is er veel te doen over dit begrip. Maar vaak als er aan mensen gevraagd wordt als zij zich wereldburger voelen, antwoorden zij negatief. Dit komt omdat niet duidelijk is wat iemand een wereldburger maakt. Jij gaat dit onderzoeken.Hoe ga je dit doen?Je gaat de komende week in je eigen omgeving gericht kijken naar dingen die maken dat jij een wereldburger bent. Denk aan thuis, op je bijbaan, sport, met vrienden, in de supermarkt, overal waar jij komt in de week ga jij opzoek naar elementen die jou een wereldburger maken. Maar je kijkt ook naar dingen die jou geen wereldburger maken.Je maakt hiervan een fotoreportage. De gehele week ga je foto’s maken van die verschillende dingen, gebeurtenissen en eventuele personen. Terwijl je dit doet, is het belangrijk jezelf de vraag te stellen hoe dit bijdraagt of juist afbraak doet aan jouw Wereldburgerschap. Het is belangrijk dat je kritisch kijkt, dit betekent dat je ook nadenkt of je het wel fijn vindt om die invloeden te hebben. Wat betekent het voor jouw identiteit? Hoe zou je leven eruit hebben gezien zonder of juist met die invloeden. Welk effect heeft het op de buitenwereld? Je maakt een fotopresentatie van 12 foto’s, die je van een onderschrift voorziet. Tijdens de laatste les houden wij een expositie met internationale hapjes en drankjes. Let op: de informatie d.w.z. de foto’s moeten wel deze week opgedaan worden. We gaan in de lessen verder bouwen op jullie ervaringen.Met wie ga je dit doen?Je werkt individueel. Het gaat om jouw eigen omgeving jouw leven. Jij onderzoekt dus voor jezelf wat jou een wereldburger maakt en wat niet.Hoeveel tijd heb je voor deze opdracht?Je voert het onderzoek uit in de week na de eerste les over dit onderwerp. Je voert het uit als huiswerk. De informatie moet de volgende les dus als verzameld zijn. Het eindproduct moet in de laatste les af zijn.

Succes

4

5

6

Wereldburgerschap

Begrip Voorbeel

Meningen/ visies/ houdingen/ verbanden:1.

2.

3.

7

Les 2: Grenzeloos samenwerkenHoofdvraag bij deze les:

Wat weet ik over de wereld en hoe kan ik die verbeteren?

Opdracht 1: Wat maakt jou een wereldburger, en wat niet?1: Bespreek je bevindingen van de huiswerkopdracht met elkaar.2: Vul het diagram aan met nieuwe ervaringen en informatie3: Vul jouw mind map aan met nieuwe dingen die je hebt geleerd

Opdracht 2: De Europese Unie - QUIZOmcirkel het juiste antwoord!

1. De Europese Unie heeft meer inwoners dan de Verenigde Staten.Onjuist Juist2. Er zijn 25 landen lid van de Europese Unie.Onjuist Juist3. De EU heeft 24 officiële talen.Onjuist Juist4. Noorwegen is lid van de Europese Unie.Onjuist Juist5. Met de euro kun je in de hele EU betalen (als regulier betaalmiddel).Onjuist Juist6. Slovenië is lid van de EU.Onjuist Juist7. Albanië is lid van de EU.Onjuist Juist8. Frans Timmermans is de voorzitter van de Europese Commissie.Onjuist Juist9. Engels is de voertaal die de ambtenaren van de EU gebruiken.Onjuist Juist10. Het Europees Parlement heeft meer zetels dan de Tweede Kamer.Onjuist Juist11. Aan de Champions League mogen alleen clubs uit de Europese Unie meedoen.

Onjuist Juist

Opdracht 3: EU PowerPoint kettingJullie krijgen allemaal een deel van het hoofdstuk Europese unie, hierover maken jullie een PowerPoint sheet. Soms zal je moeten aanvullen met informatie van het internet. Je maakt maar 1 sheet, uiteindelijk krijgen we een gezamenlijke PowerPoint. We gaan samenwerken in PowerPoint online. De docent geeft de instructies. Gebruik de opdrachten in het werkboek om helder te krijgen wat belangrijk is om te behandelen.Hier de verdeling van de onderwerpen.Onderwerp Aantal personenGeschiedenis van de EU 2De euro 1Gemeenschappelijke markt 1Europese wetten 1Europese commissie 1Europees parlement 2Raad van de EU 1De Europese raad 1Europese integratie ½Voordelen EU ½Nadelen EU ½Bestuur EU (Samengevat) 1Europese verkiezingen 1Toetreding tot de EU (internet) 1Actualiteit EU Overig

Opdracht 4: Internationale organisaties en processenAan veel internationale processen en organisaties zitten positieve kanen. Maar internationale processen en organisaties zorgen ook voor problemen.Wat ga je doen?Jullie gaan in groepen van 2/3 een Padlet pagina maken waarin jullie een internationale situatie bespreken. Er moeten verschillende meningen over het onderwerp besproken worden, jullie leggen uit wat er positief is aan de situatie. Jullie leggen ook uit welke problemen deze situatie et zich meebrengt. De lezer kan op basis van de pagina dan zijn eigen mening vormen.Hoe ga je dit doen?

1. Maak een Padlet pagina aan: https://nl.padlet.com/ Lees de instructie om samen te kunnen werken.

2. Kies een situatie die betrekking heeft op internationale organisaties of internationale problemen. Je kunt in over leg met je docent ook een andere situatie kiezen.

Vrij verkeer van personen en goederen in Europa De VN kan alleen een vredesmacht inzetten als de veiligheidsraad

dat goedkeurt

9

Om op te komen voor de belangen van lidstaten voert de NAVO soms Bombardementen uit.

Globalisering zorgt ervoor dat mensen meer met elkaar in contact komen.

Milieuproblemen zijn mondiale problemen. Landen worden niet gestraft als ze zich niet aan de

millenniumdoelstellingen houden.3. Zoek goed uit wat er met de situatie wordt bedoeld.4. Geef de pagina een pakkende titel5. Beschrijf minimaal twee positieve kanten die de situatie met zich

meebrengt6. Beschrijf minimaal twee problemen die de situatie met zich meebrengt.7. Geef aan welke mogelijke oplossingen er zijn voor deze problemen.8. Zorg ervoor dat de informatie in de Padlet gebaseerd is op feiten en

argument. Geef duidelijk het verschil aan tussen feiten en jouw mening.Met wie ga je dit doen?De docent heeft de groepen samengesteld.Hoeveel tijd heb je voor deze opdracht?De rest van de les, niet af wordt huiswerkWat moet je doen als het klaar is?De docent bespreekt de manier van inleveren met jullie. Plaats hieronder de link naar de Padlet

10

Les 3: Arm & KansrijkHoofdvraag bij deze les:

Wie heeft wat in de wereld? Is dat eerlijk?

Opdracht 1: Wat maakt jou een wereldburger, en wat niet?1: Enkelen tonen hun Padlet2: Vul het diagram aan met nieuwe ervaringen en informatie3: Vul jouw mind map aan met nieuwe dingen die je hebt geleerd

Opdracht 2: Hoe ziet arm zijn eruit?Iedereen krijgt een werelddeel/gebied. Jullie kiezen/bedenken een (fictief) persoon en gaan aan de hand van beelden en uitspraken aangeven hoe het leven van die persoon eruitziet. Behandel zoveel mogelijk aspecten: werk, inkomen, woonsituatie, school, voedselvoorzieningHoe ga je dit doen?Je maakt een Fakebook of Facebookpagina van een fictief persoon. Je vult de pagina:

o Naam persoon, info, naam pagina (Wereldburgerschap [naam student])o Foto, persoonlijke infoo Vul aan met posts: zorg dat er een compleet beeld ontstaato Leef je in, in het leven van de persoono Denk ook aan beeldmateriaalGebieden:Zuidoost-Azië, Oost-Europa, West-Europa, Noord-Amerika, Zuid-Amerika (spaansprekend), Caraïbische gebied, sub-Sahara-Afrika, Noord-Afrika, Midden-Oosten, Centraal-Azie, oost-azie, Zuid-azie

Met wie ga je dit doen?Je werkt alleen, je kunt natuurlijk wel met elkaar overleggen over wat nu de verschillen zijn. Hoe zorg je er nou voor dat de pagina’s verschillen. Maar kijk ook naar de overeenkomsten.Hoeveel tijd heb je hiervoor?Je hebt hier 1 lesuur voor.

11

Opdracht 2: Wat houdt het voedselvraagstuk in? We zijn er nog niet in geslaagd om alle mensen op aarde van voldoende en goed voedsel te voorzien. Waarom is dat niet gelukt? Waar wonen de mensen die onvoldoende te eten hebben? En waarom juist daar? Welke oplossingen zijn er?Kijk het filmpje en geef antwoord op de hoofdvragen. Gebruik hiervoor het antwoordblad op de volgende pagina.

Opdracht 3: Het Lagerhuis debatAan het eind van de les debatteren we nog over het wereldvoedselvraagstuk. Lees hier de standaard spelregels. Het Lagerhuisdebat is misschien wel de allerbekendste debatvorm. Zet twee rijen van stoelen tegenover elkaar. De ene kant is vóór de stelling; de andere kant tegen. Wie het woord wil, staat op. Maar spreken mag pas als de debatleider je het woord geeft. Je hebt het waarschijnlijk al eens gedaan! Een Lagerhuisdebat duurt tien minuten.

12

13

Les 4: Werelds geloven Hoofdvraag bij deze les:

Wat wordt er in deze wereld wel en niet geloofd?

Opdracht 1: Wat maakt jou een wereldburger, en wat niet?1: Bespreek je bevindingen van de huiswerkopdracht met elkaar.2: Vul het diagram aan met nieuwe ervaringen en informatie3: Vul jouw mind map aan met nieuwe dingen die je hebt geleerd

Opdracht 2: Wereldreligies Maak de volgende opgaves in het werkboek.Thema 2/hoofdstuk 1

- 1, 2, 5bThema 2/hoofdstuk 2

- Verwerkingsvragen 1, 2

Opdracht 3: Boekje over wereldreligies.Een basisschool in jouw woonplaats wil in de bovenbouw themalessen geven over wereldreligies. Elke religie komt aan bod. De school heeft jou gevraagd om in samenwerking met jouw klasgenoten een boekje voor leerlingen samen te stellen.In het boekje geef je informatie over de religies. Je gebruik hierbij veel verduidelijkende afbeeldingen, omdat het boekje voor kinderen is.Hoe ga je dit doen?

1. Verdeel de wereldreligies over de leden van de groep. Bepaal per persoon welke onderwerpen je wilt behandelen. Denk bijvoorbeeld aan het gebedshuis, heilige geschriften, feesten, geloofsregels en gebieden in de wereld waar de religie veel aanhangers heeft.

2. Verzamel de informatie en afbeeldingen die je nodig hebt. Maak de opzet van je boekje: bepaal de volgorde van de informatie en afbeeldingen.

3. Maak het boekje. Houd daarbij rekening met je doelgroep.4. Voeg de onderdelen samen. Lever het boekje als PDF in bij de docent.

Met wie ga je dit doen?De groepjes zijn door de docent gemaakt.

Opdracht 4: Presentatie FotoreportagePresenteer de foto’s die je hebt gemaakt tijdens de huiswerkopdracht in les 1

14

15