veronique leroy

3
55 54 VéRONIQUE LEROY ONTLUIKT De femme fatale die zowat alle nieuwe collecties domineert, is ook bij Véronique Leroy aan zet. De Luikse ontwerpster balanceert al meer dan twintig jaar tussen chic en ordinair, met Axelle Red als superfan. ‘Ik heb nooit tot het clubje van de Belgische ontwerpers behoord. Daar was ik allicht te pervers voor.’ DOOR VEERLE WINDELS, FOTO’S MARLEEN DANIËLS VéRONIQUE LEROY ONTLUIKT De femme fatale die zowat alle nieuwe collecties domineert, is ook bij Véronique Leroy aan zet. De Luikse ontwerpster balanceert al meer dan twintig jaar tussen chic en ordinair, met Axelle Red als superfan. ‘Ik heb nooit tot het clubje van de Belgische ontwerpers behoord. Daar was ik allicht te pervers voor.’ DOOR VEERLE WINDELS, FOTO’S MARLEEN DANIËLS

Upload: marleen-daniels

Post on 20-Mar-2017

122 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: VERONIQUE LEROY

5554

Véronique Leroy ontLuikt

De femme fatale die zowat alle nieuwe collecties domineert, is ookbij Véronique Leroy aan zet. De Luikse ontwerpster balanceert al meer dan twintig jaar tussen chic en ordinair, met Axelle Red als superfan. ‘Ik heb nooit tot het clubje van de Belgische ontwerpers behoord. Daar was ik allicht te pervers voor.’

Door VeeRLe WInDeLs, foto’s MARLeen DAnIëLs

Véronique Leroy ontLuikt

De femme fatale die zowat alle nieuwe collecties domineert, is ookbij Véronique Leroy aan zet. De Luikse ontwerpster balanceert al meer dan twintig jaar tussen chic en ordinair, met Axelle Red als superfan. ‘Ik heb nooit tot het clubje van de Belgische ontwerpers behoord. Daar was ik allicht te pervers voor.’

Door VeeRLe WInDeLs, foto’s MARLeen DAnIëLs

Page 2: VERONIQUE LEROY

5756

Toegegeven, mijn applaus was niet van harte toen Véronique Leroy in 1989 de Gouden Spoel won, in die tijd zowat de Oscar van de Belgische mode. De gebreide ontwerpen van Sami Tillouche (die tweede werd) leken me veel leuker en ik begreep niets van de kleine modellen die Leroy in ouderwets ogende rokken en bollende tops de cat-walk op stuurde. Was dat mode? Was dat elegant? Leroy zelf was toen al een buitenbeentje in de modewereld. Niet bezig met de trends van het moment. Balancerend tussen mooi en lelijk. En ook: het meisje dat van Luik kwam en niet van Antwerpen, toen de bakermat van ontluikend modetalent.

EindElijk op hEt juistE spoorZelf herinnert Leroy zich de avond van de Gouden Spoel als gisteren. ‘Ik moest die collectie maken’, vertelt ze in Parijs. ‘Een beetje zoals een artiest dat voelt: je doet wat je voelt dat je moet doen. Ik wilde vooral het ordinaire sublimeren. Ik heb altijd de gangbare esthetica in vraag gesteld.’ Leroy was erg blij met de prijs, met de erkenning vooral. Toch had ze België op dat moment al even achter zich gelaten. Ze verhuisde midden jaren 90 naar Parijs, om er aan de Studio Berçot mode te studeren. Voor het ingangs-examen aan de modeafdeling van de Antwerpse academie, haar eerste keuze, was ze niet geslaagd. Meteen

na haar studies werd ze de assistente van de Frans-Tunesische ontwerper Azzedine Alaia. In 1991 begon ze haar eigen label. Elk seizoen stelde ze haar nieuwe collectie voor in Parijs, de ene al succesvoller dan de andere. ‘Als het slecht ging, dacht ik telkens: morgen zal het beter gaan. Een echt carrière-plan kun je dat niet noemen.’Dat we met Leroy willen praten, heeft alles te maken met haar nieuwe win-tercollectie. Die is vrouwelijk en inte-ressant, met mooie mantels, strakke rokken, losse pantalons en een over-dosis wit en mosterd. Chic zonder meer en een schot in de roos, volgens de kritieken. Na meer dan twintig jaar lijkt Véronique Leroy eindelijk op het juiste spoor te zitten. Steeds meer boetieks kopen haar collectie aan, haar eigen winkel in Parijs draait goed en de erkenning wordt steeds groter. Dat mocht de ontwerpster een tijd geleden ook in Hasselt ervaren, toen zowat het hele Modemuseum volgestouwd werd met haar kleren, de halve dressing van Axelle Red, die al jaren een trouwe fan is. ‘Ik was ontroerd door die expo van Axelle Red’, zegt Leroy. ‘Het leek wel een retrospectieve van mijn werk.’

dE sExy sEcrEtarEssEHet gesprek vindt plaats in haar show-room in Parijs. Dat het interview hier gebeurt en Leroy dus geconfronteerd wordt met klanten die haar collectie al dan niet kopen, blijkt geen probleem. ‘Kijk’, zegt ze en ze wijst twee klanten uit Hongkong aan. ‘Die kopen mijn collectie sinds het allereerste seizoen.’ Leroy staat op en toont hoe de trui die ze vasthebben omkeerbaar is, omdat hij dan niet gaat pluizen. De klanten glunderen. ‘Ah, les matières’, mompelt Leroy. ‘Weet je dat ze dat vandaag mijn sterkste punt noemen? Terwijl daar vroeger zoveel kritiek op kwam. Ik gebruikte te graag goedkoop ogende materialen, werd gezegd. Maar alleen wie er de tijd voor nam, zag en voelde dat mijn mate-rialen duur waren. Achteraf is duidelijk

geworden dat ik er te vroeg mee was. Zoals zo dikwijls.’Leroy werd geboren in een arbeiders-gezin in het Luikse. ‘Dat sociale milieu zal wel meegespeeld hebben in mijn zoektocht naar schoonheid’, vertelt ze. ‘Wat mijn buurman maar gewoontjes vond, noemde ik mooi. Als je te veel schoonheid ziet, dan vind je het niet langer mooi. Ik heb me altijd aange-trokken gevoeld door types als de sexy secretaresse. De vrouw met een ordi-nair kantje. Van thuis uit heb ik de

»

De LuIkse ontWeRpsteRDIe het MAAkte

In pARIjs

tWie is

Véronique Leroy?

• GroeitopinLuik.• Verhuistin1984naarParijs,waarze

aanStudioBerçotmodestudeert.• Wintin1989deGoudenSpoelin

Brussel.• WerktbijAzzedineAlaiaenMartine

Sitbon.• Lanceertin1991eeneigenmodelijnin

Parijs,waarzenogsteedswoont.• Werktondermeervoor3Suisses,

LéonardenMus.• Heefteendochtertje,Claude.• GoedevriendinvanAxelleRed,die

vaakhaarontwerpendraagt.• EigenboetiekindeParijseRued’Alger.• Decollectieisinonslandtekoopbij

Louis(Antwerpen),Icon(Brussel)enYgreque(Luik).

www.veroniqueleroy.com

Page 3: VERONIQUE LEROY

5958

codes van schoonheid en elegantie niet meegekregen. Ik heb het zelf moeten uitzoeken.’ Ook dit seizoen bouwde ze verder op dat thema. ‘Ik zag de film La cérémo-nie van Claude Chabrol, waarin onder meer Isabelle Huppert meespeelt. De prent gaat over een meid die ervan droomt de plek in te nemen van de vrouw des huizes. Ze doet dat ook let-terlijk: ze gaat haar slaapkamer binnen en trekt haar kleren aan. Die sfeer heb ik vertaald naar de collectie: een mix van de kleren van de rijke dame met die van de werkvrouw. Tijdens de show heb je misschien gezien dat bepaalde modellen maar één handschoen droe-gen. In de film probeert de werkvrouw één handschoen uit voor de spiegel. Intussen droomt ze van een ander leven.’

MooiE foutjEsDe dualiteit tussen beide werelden is interessant, vindt Leroy. Zelf houdt ze van luxe, maar die hang naar het ordi-naire blijft ze koesteren. ‘Als kind al was ik geboeid door foutjes. Ik zocht ze zelfs op in het behangpapier, in eta-lages. In mijn eigen collectie kan dat natuurlijk niet, ik sterf bijna wanneer ik nog maar het kleinste foutje opmerk. Dan wil ik die pantalon meteen retou-cheren. Ik naai nog steeds heel veel zelf. Een collectie dag na dag zien groeien, ik kan daar zo van genieten.’Leroy maakte er een handelsmerk van: ze draait altijd het banale en ordi-naire om door luxueuze materialen te gebruiken. Het zijn stoffen die pas bij een eerste aanraking al hun gehei-men prijsgeven. ‘Ik wil geen enkel stuk maken in een goedkope stof. Ik wil geen enkel compromis over de kwa-liteit. Om die reden zou ik ook geen tweede lijn willen. De modewereld is stilaan aan het veranderen. Ik zou zelf liever maar om de vier jaar één goeie jas kunnen kopen, dan elk seizoen een andere die niks waard is. Helaas zitten we in een consumptiemaatschappij. En de boel moet blijven draaien.’

In Parijs wordt ze niet altijd als een Belgische ontwerpster bestempeld, en zelf voelt ze het evenmin zo aan. ‘Ik ben altijd veel minder donker geweest dan de andere Belgen. Ik heb alleszins nooit tot het clubje behoord. Ik was er allicht te pervers voor.’ Toch is Leroy na twin-tig jaar Parijs geen echte Parisienne geworden. Haar Frans klinkt gemoe-delijker, kapsones zijn haar vreemd. ‘Parijs heeft me wel de vrijheid gege-ven: ik ben mijn label hier begonnen en kreeg hier mijn eerste klanten. Maar ik leid een soort dubbelleven. Ik ga graag terug naar België. Als ik er kom, voel ik me meteen weer thuis.’

lErEn saMEnwErkEn‘Toen ik hier kwam studeren, was ik blij dat ik uit Luik weg was. Professioneel kon ik daar niet overle-ven. Er was veel werkloosheid, de eco-nomische crisis nekte alles en iedereen.’ Toch liep het ook in Parijs niet altijd van een leien dakje. Leroy deed het op haar manier. Collectie na collectie, met nu en dan een creatief uitstapje naar andere labels. Zo leverde ze cap-sulecollecties voor 3Suisses en was ze ook jaren creatief consultant voor het prestigieuze merk Léonard. Heeft die laatste job haar geloofwaardigheid gevoed? Ze twijfelt. ‘Er zaten posi-tieve en negatieve kanten aan. Het was

een compromis van begin tot eind. Ik moest altijd werken met bedrukte stoffen die me opgelegd werden. Die samenwerking kostte me ontzettend veel energie, soms ten koste van mijn eigen label, maar ik leerde aanvaarden en begrijpen. Uiteindelijk probeerde ik mijn vrijheid te nemen binnen de limieten die me opgelegd werden.’ De samenwerking met Léonard leerde haar ook anders te kijken naar haar eigen collectie. ‘Ik steek er weer al mijn tijd in, maar ik durf er ook anderen bij te betrekken. Voor de handschoenen heb ik een beroep gedaan op Agnelle, voor de schoenen op Michel Vivien. Zulke dingen deed ik voordien niet.’ Intussen ontwerpt ze nog steeds Mus, het modeproject van Myriam Ullens, de vrouw van de Belgische industrieel en kunstverzamelaar Guy Ullens de Schooten. Het is casual-deluxe, in de meest luxueuze materialen. ‘Het is nog steeds een fijne samenwerking, maar dat heeft alles met mevrouw Ullens te maken. Dat is echt een bijzondere ont-moeting gebleken.’

altijd bEzig Ze voelt dat haar eigen collectie aan maturiteit gewonnen heeft. ‘Er moet nog veel gebeuren, maar alles staat veel meer op punt dan vroeger. Het klopt ook beter. Ik plan nu meer accessoires en wil ook meer winkels openen. Ik wil vooral de goesting bewaren. En de vibe volhouden.’ Ze is dan ook altijd aan het werk, maar is dat verkeerd? ‘Ik heb een buiten-huis in een dorp in Vermenton, waar ik doorgaans op vrijdagavond naartoe rijd, maar ik kom daar minder dan ik eigenlijk zou willen. Gelukkig heb ik een familie, een man en een dochter van zes, Claude, die me dwingen om nu en dan eens de knop om te draaien. Maar ik houd van wat ik doe. Van ’s morgens tot ’s avonds kleren uitpro-beren op mijn vaste model, Camelia. Mode is mijn leven.’

einDe

De LuIkse ontWeRpsteRDIe het MAAkte

In pARIjs

‘ALs kind AL WAs ik geboeid door foutjes. ik zocht ze zeLfs op in het behAngpApier, in

etALAges. MAAr in Mijn Werk sterf ik bijnA WAnneer

ik nog MAAr het kLeinste foutje opMerk’

‘ALs kind AL WAs ik geboeid door foutjes. ik zocht ze zeLfs op in het behAngpApier, in

etALAges. MAAr in Mijn Werk sterf ik bijnA WAnneer

ik nog MAAr het kLeinste foutje opMerk’

‘ALs hetsLecht ging,

dAcht ik teLkens:

Morgen zAL het beter gAAn.

een echt cArrièrepLAn

kun je dAt niet noeMen’