venkraai - knnv · jan schellekens frank toolenaar de knnv is een landelijke vereniging, opgericht...
TRANSCRIPT
Venkraai
Het verenigingsblad van de KNNV - afdeling Eindhoven
(Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, Vereniging voor Veldbiologie)
De verschijningsdata zijn: 20 februari, 20 mei, 1 september en 20 december.
Kopij kan tot uiterlijk 1 maand voor verschijning ingeleverd worden bij de eindredacteur.
Eindredactie
Gerard Vos, Ansbalduslaan 10-B, 5581 CW Waalre, 040-2217857, [email protected],
Redactieleden
Jelle Schuurmans
Jan Schellekens
Frank Toolenaar
De KNNV is een landelijke vereniging, opgericht in 1901. Het doel is natuurstudie en -bescherming
door middel van inventarisaties en activiteiten als excursies, lezingen en cursussen.
De afdeling Eindhoven - opgericht in 1945 - is op al deze terreinen actief, o.a. in een aantal
werkgroepen, zie hieronder. Het aantal leden bedraagt ongeveer 250.
Het lidmaatschapsgeld voor 2017 is € 32,00 voor een gewoon lid, € 13,75 voor een huisgenootlid, en € 18,50 voor een jeugdlid (jeugdlidmaatschap geldt t/m het jaar waarin men 25 jaar wordt). Bij toetreden na 30 juni geldt de helft van deze bedragen. Over te maken op de rekening van KNNV Afd. Ehv
Gewone leden ontvangen naast het verenigingsblad het landelijke KNNV-tijdschrift ‘Natura’ 4x per jaar.
Een informatiepakket voor toekomstige leden ligt bij de ledenadministratie gereed.
Aanmelden en opzeggen kan bij de ledenadministrateur, zie hieronder.
Website: www.knnv.nl/eindhoven
Kopij
De volgende Venkraai komt uit op 20 februari 2017. Kopij hiervoor aanleveren vóór 20 januari 2017. Per email: [email protected], of per post aan: Redactie Venkraai De redactie behoudt zich het recht voor, teksten aan te passen of in te korten.
Adressen
Bestuur
Voorzitter
Han Monteiro
Secretaris
Jan Lanters
Penningmeester
Gerard Vos
Ledenadministratie
Henk van der Gaag
Lezingen
Neske Dupuis
Cursussen
Wim Wieland
Publiciteit
Vacant
Werkgroepen
Vogelwerkgroep
Johan Goossen
Vogelgroep
Willy Meijer
Floristische werkgroep
Wim v.d. Ven
Insectenwerkgroep
P.T.H. Tutelaers
Mossenwerkgroep
Marleen Smulders
Paddenstoelenwerkgroep
Nel Bulthuis
Micro-hydrobiologische werkgroep
Joost van de Sande
Plantenwerkgroep
Petra van Leeuwen
Commissies
Excursiecommissie
Trudy Vos
Natuurbeschermingscommissie
Jacqueline van Heek
Stichting Stadsnatuur Eindhoven
Voorzitter: Paul Timmermans
Natuurhistorisch archief
Dit bevat alle Wetenschappelijke Mededelingen, uitgaven
van de Stichting Uitgeverij KNNV, inventarisatierapporten,
Venkraaien, Dubbelloven, excursieverslagen en andere
literatuur. leder lid van de afdeling kan gebruik maken
van dit archief. Inlichtingen bij Jelle Schuurmans.
Bibliotheek Informatie: Harry Nouwen
Website
www.knnv.nl/eindhoven
Beheer: Harry Nouwen
1
Winter 2016
Berichten “Op de hoogte–4” 2
In Memoriam Geert Siteur 3
In Memoriam Henk Hoeksema 4
Wijzigingen ledenbestand 4
Vooraankondiging: Algemene Ledenvergadering op 16 maart 2107 5
Excursies Zo 8 jan Nieuwjaarswandeling De Groote Heide 6
Zo 22 jan De traditionele vogelexcursie naar Zeeland 7
Vr 17 feb Tongelreepdal bij de Drie Bruggen 7
Za 4 mrt Soerendonks Goor, Strijper Aa en Groote Heide 7
Za 11 mrt Drunense Duinen 8
Excursies Vogelwerkgroep 8
Lezingen Ma 20 feb "Zeggen van Limburg" 9
Ma 13 mrt "Nachtvlinders" 9
Do 13 apr "De Goudvink” 10
Cursussen Vooraankondiging Cursus "Meteo en klimaat voor natuurliefhebbers" 10
Artikelen Verslag slotexcursie Spinnencursus 11
Verslag excursie Plantentuin Meise 13
Verslag van de excursie naar de Sint Jansberg 15
Uit de historie - Aflevering 5 17
De Zwitserse broedvogelatlas 18
Natuur zien 20
De ijsbreker van het Beuven 21
Voorblad Buizerd, 16 januari 2013, Noord-Beveland - Foto: Wim Wieland
2
“Op de hoogte-4” Han Monteiro
Voorzitter KNNV afdeling Eindhoven
Het gevaar van het
besturen van een
vereniging is dat het
bestuur zo bezig is met
het regelen van allerlei
belangrijke zaken voor
die vereniging, dat het
contact met de leden
dreigt te worden
verwaarloosd. Daarom heeft het bestuur aan de
coördinatoren van de werkgroepen gevraagd om
op 26 januari 2017
bij elkaar te komen. Daar kunnen dan de vragen
besproken worden die het bestuur heeft over hoe
jullie de huidige huisvesting ervaren, hoe jullie aan
ledenwerving doen en welke wensen jullie hebben
als werkgroep.
Bij pogingen om KNNV en IVN nader bij elkaar te
brengen, hoor ik vaak de opmerking dat de KNNV
gezien wordt als kenniscentrum. Dat is misschien
ook wel zo, maar dat moeten we dan ook wel
waarmaken. Wanneer er vanuit een IVN-afdeling
om hulp gevraagd wordt bij het opzetten van een
cursus voelen velen van ons zich niet bij machte
om daar een bijdrage aan te geven. Dit is vaak
valse bescheidenheid. Want het doorgeven van
kennis is een heel belangrijk onderdeel of zou
het moeten zijn van de KNNV. Daarom is het
verheugend dat er nog steeds mensen zijn die dat
willen uitdragen, door het geven van een cursus.
Op 30 september hebben Gerard Vos en ik een
bijeenkomst bezocht in de Graanschuur, het
voormalige MEC-gebouw. Bij binnenkomst troffen
we een kaal gebouw aan. Niets herinnerde meer
aan het MEC. De Graanschuur moet een broed-
plaats worden voor sociaal ondernemerschap.
De bovenverdieping was helemaal leeg en er
waren geen tussenmuren meer aanwezig, er is
dus één grote ruimte. Genoeg ruimte voor
ondernemerschap. Helaas moet over twee jaar
de bovenverdieping weer helemaal ontruimd
worden, omdat dan asbest van het dak
verwijderd moet worden.
Wij hebben op een vragenlijst aangegeven wat
onze wensen zijn ten aanzien van de benodigde
ruimte voor onze KNNV. Afwachten wat daar
uitkomt. Jullie worden op de hoogte gehouden.
Het IVN-VEV heeft het voornemen om in verband
met de Operatie Steenbreek een voorbeeldtuin in
te richten. Mensen kunnen daar dan inspiratie op
doen om hun geheel of gedeeltelijk versteende
tuin te vergroenen.
Iedereen die de afgelopen tijd het IVN-gebouw
heeft betreden, kon de display zien in de gang.
Hierop is te zien hoeveel energie is opgewekt door
de 10 zonnepanelen op het dak. Het is de eerste
stap op weg naar het energieneutraal maken van
het gebouw.
Zoals we al eerder op een gezamenlijke
bijeenkomst van de werkgroepen van IVN en
KNNV hebben gemerkt, bestaan er parallelle
werkgroepen. Op de laatste gezamenlijke
evaluatievergadering met het bestuur van het IVN,
werd de wens uitgesproken om werkgroepen met
dezelfde interesse nader tot elkaar te brengen.
Graag horen we op 26 januari hoe jullie daar over
denken.
Tot de vreugde van het bestuur kunnen we melden
dat er een kandidaat-bestuurslid gevonden is.
Hanneke Pijlman gaat zich binnen het bestuur
bezighouden met de PR.
Het contact met media vormt een belangrijk
onderdeel hiervan, alsook de vernieuwing van de
lay-out van onze website. Harry Nouwen, onze
webmaster, die de initiator is en de eerste opzet
heeft gemaakt, kan nu met haar sparren.
Natuurlijk moet Hanneke in de Algemene Leden
Vergadering van maart nog benoemd worden.
Als laatste wens ik iedereen namens het bestuur
fijne feestdagen toe en een goed uiteinde.
3
In memoriam Geert Siteur
Jan Schellekens
Geboren in Rotterdam op 8 februari 1918
Overleden in Eindhoven op 30 augustus 2016
Geert is geboren in Rotterdam maar verhuisde al
snel naar Apeldoorn en daarna (rond 1935) naar
Eindhoven. Hij had als kleine jongen al veel
belangstelling voor de natuur. Toen hij in
Eindhoven was komen wonen werd hij meteen lid
van de afdeling van de NJN en later van de NNV.
Hij was het liefst bioloog geworden, maar ging uit
plichtsbesef werken in de winkel van zijn ouders
die hij later heeft overgenomen, het Zuivelpaleis,
vanaf 1958 gevestigd in de Hermanus Boexstraat
in het centrum van Eindhoven. De winkel was wijd
en zijd bekend vanwege het rijke assortiment aan
buitenlandse kaas en boerenkazen.
Geert bracht al zijn vrije tijd door in de natuur.
Zijn belangstelling gold in het begin vooral de
vogels. Later kwamen daar paddenstoelen en
mossen bij. Vogels werden niet alleen bekeken,
maar ook gefotografeerd en gefilmd. Dat was kort
na de oorlog nog iets heel bijzonders. Je moest in
die tijd zelfs een vergunning hebben om een
filmcamera te kopen. Samen met de NNVers Frits
Benjaminsen en Willem van Aalst ging Geert in de
broedtijd naar de Valkenswaardse Visvijvers.
Verboden terrein voor iedereen, maar zij hadden
een vergunning. In primitieve omstandigheden
maakten ze daar prachtige opnames van ijsvogels,
roerdompen, woudaapjes en zwarte sterns. Hun
films en dia’s werden niet alleen vertoond binnen
de vereniging, maar ook daarbuiten.
Geert kon met iedereen goed omgaan. Rang of
stand deden niet ter zake, al was het natuurlijk
wel handig dat hij met Frits Philips bevriend
raakte, want zo kreeg hij toegang tot de Wielewaal
waar vele mooie paddenstoelen voorkomen.
Geert vond het heel belangrijk om andere mensen
in contact te brengen met de natuur. Wie in de
winkel kaas kwam kopen kreeg vaak een gratis
college over paddenstoelen en vogels. Geert was
welbespraakt en heeft met zijn enthousiaste
verhalen veel mensen aangestoken. Op zondagen
stelde hij vaak een marktkraam op onder de
overkapping aan de voorkant van het station waar
de stadsbussen vertrokken. Hij liet de wachtenden
door zijn microscoop kijken naar paddenstoelen
en mossen, en bladeren in vogelboeken en andere
natuurgidsen, en droeg daarmee bij aan de
verbreding van de belangstelling voor de natuur.
Hij was een IVN-er avant la lettre.
Geert deed veel aan zelfstudie. Hij kocht elk goed
naslagwerk en schrok niet terug voor wetenschap-
pelijke vaktaal. Zo ontwikkelde hij zich tot een
groot expert op het gebied van paddenstoelen en
schimmels. Hij was heel methodisch en legde alle
vondsten vast in een kaartsysteem en noteerde de
vindplaatsen van paddenstoelen op stafkaarten.
Zijn telefoon-nummer was bekend in vele
ziekenhuizen. Als daar iemand werd
binnengebracht die giftige paddenstoelen had
gegeten kon Geert na wat doorvragen altijd zeggen
hoe de patiënt behandeld moest worden.
De methodische instelling van Geert bleek ook uit
zijn verslaglegging van het weer. Al vanaf zijn
zestiende noteerde hij systematisch de weersom-
standigheden van elke dag in een apart boekje.
Geert is tot zijn dood vitaal en helder van geest
gebleven. Hij had geen gezondheidsklachten, ook
al rookte hij een doos sigaren per dag. Hij genoot
van het leven en was intens tevreden.
Deze markante persoonlijkheid, een natuurlief-
hebber pur sang, die het liefst buiten was, met
rubberlaarzen aan en een alpinopet op, heeft veel
betekend voor onze vereniging. We zullen hem
missen.
4
In memoriam Henk Hoeksema (1933-2016)
Duco Nijman
Op 21 augustus is in Groningen onverwachts
Henk Hoeksema overleden.
Henk was van 1978 tot 1981 voorzitter van de
afdeling Eindhoven van de KNNV. De nog in leven
zijnde oudere afdelingsleden zullen zich hem
ongetwijfeld nog herinneren, ofschoon het vooral
zijn vrouw Loes was die meer deelnam, en nog
deelneemt, aan de activiteiten van de KNNV, vooral
kampen. Eén van de natuurstudiegroepen in de tijd
van Henks voorzitterschap was het groepje rond
en met Wim Oversteegen, dat buiten het voorjaar
en zomer elke maandagavond bijeenkwam. Er werd
meer of minder diepgaand gedetermineerd en
gemicroscopeerd (paddenstoelen en mossen).
Deze bijeenkomsten vonden een aantal jaren een
gastvrij onthaal in het huis van Henk en Loes aan
de Meidoorn 17 in Geldrop.
Henk was een aangenaam mens in de omgang.
Hem werd ook gevraagd of hij niet mee wilde
doen aan de maandagavond bijeenkomsten. Zijn
antwoord was: "Nee, joh...". Deze activiteiten liet
hij liever over aan Loes. Maar toen er gezocht werd
naar een voorzitter voor de afdeling, heeft hij zich
hulpvaardig ter beschikking gesteld.
Na Henks pensionering zijn Loes en Henk in 1994
geëmigreerd naar Frankrijk, in de buurt van het Lac
d'Annecy (Haute-Savoie).
De band met Nederland bleef bestaan. Bij één van
zijn bezoeken aan zijn kinderen en kleinkinderen
in Nederland is Henk nu onverwachts overleden.
Wij wensen Loes en de overige familie veel sterkte
toe met het verwerken van dit verlies.
Wijzigingen ledenbestand van 7-8-2016 t/m 1-12-2016
Overleden
Ir. B. Jansen
Dhr. G.H. Siteur
Nieuw
Dhr. J.C.J. Vogelsangs
Verhuisd
Mw. A. Hermens
Mw. R. Kranenburg
Geen lid meer per 01-01-2017
Mw. M. Bloemhard
Dhr. D. Haaksma
Mw. A. van Halbeek
Dhr. F. van Hoof
Mw. M. Koolwijk
Mw. S. Mackowiak
Dhr. S. Royakkers
Stuur wijzigingen naar onze ledenadministrateur: [email protected]
5
Vooraankondiging: Algemene ledenvergadering
op donderdag 16 maart Om 20:00 uur, in IVN-gebouw D’n Aard, Ariëspad 5 in Veldhoven.
Agenda
1. Ontvangst met koffie
2. Opening
3. Mededelingen, plannen en beleid van de afdeling
4. Notulen van de Algemene ledenvergadering van 17 maart 2016
5. Jaarverslagen
6. Financiën.
7. Verkiezing afgevaardigde en reserve naar de Vertegenwoordigende Vergadering
8. Samenstelling bestuur
Verkiezing nieuwe bestuursleden. Voorstel bestuur: Hanneke Pijlman.
9. Vaststellen van datum van Algemene Jaarvergadering in 2018
10. Rondvraag
11. Sluiting van de vergadering
Pauze, waarna:
Filmpresentatie “De verborgen wereld van de Strabrechtse Heide”
Deze prachtige film over een stuk natuur dat in
ons onderzoeksgebied ligt, is gemaakt door Han
Meeuwsen met hulp van zijn zoon Chris.
Jap Smits is ook nauw betrokken geweest bij het
maken van deze film.
De Strabrechtse Heide, die ten zuidoosten van
Eindhoven ligt, behoeft voor de meesten van ons
geen introductie. Brabants Landschap en
Staatsbosbeheer zwaaien de scepter over deze
heide, waarbij Staatsbosbeheer over het grootste
deel daarvan gaat.
Han neemt ons mee in het verhaal van de voedsel-
keten, waarbij hij insecten een belangrijke plaats
geeft. Hoofdrolspelers zijn onder andere kevers,
mieren, bijen en wespen. Een vogel als de
Nachtzwaluw is daar afhankelijk van. Planten
zijn ook een deel van de keten waarbij een goed
bodemleven belangrijk is.
Het zijn prachtige opnamen, waarbij speciale
apparatuur en filmtechnieken een grote rol spelen.
Met heel veel geduld legt hij momenten vast die
we misschien kennen, maar nog nooit zo gezien
hebben. Er zitten unieke beelden bij.
In de film speelt ook het landschap een belangrijke
rol, met mooie beelden vanuit de lucht en
sfeeropnamen.
Nachtzwaluw Sluipwesp
6
Nieuwjaarswandeling De Groote Heide op zondag 8
januari
Leiding: Gerard Vos en Hanneke Pijlman
Duur: Halve dag
Start: 10:00 uur vanaf Hut van Mie Pils,
Leenderweg 1 (einde van de Hutdijk),
5583TC Waalre, www.mie-pils.nl
Opgave vooraf is niet verplicht. Bij twijfel of de
wandeling wel doorgaat, is het verstandig om
‘s ochtends vanaf half 9 contact op te nemen
met Gerard.
De Nieuwjaarswandeling voor onze leden gaat
in dit prille nieuwe jaar naar de Groote Heide.
Dit is een natuurgebied van ruim 300 hectare,
ten zuidoosten van Eindhoven en ten oosten van
Waalre. Rond de achttiende eeuw bestond het
vooral uit heide, doorsneden door enkele
zandwegen.
Er zijn nogal wat hoogteverschillen, ontstaan in de
laatste ijstijd toen er uitgestrekte dekzanden zijn
afgezet. Hier ligt het ondanks de naam vrij grote
(maar vaak droogvallende) Klein Huisven.
De heide wisselt nu af met bossen en kleine
weilandenclaves, en gaat naar het zuiden toe over
in de laagte van het omvangrijke Groot Huisven,
dat ontgonnen is, maar zeer herkenbaar is gebleven.
Klokjesgentiaan en Kleine zonnedauw zijn enkele
van de plantensoorten die hier te vinden zijn.
De Groote Heide maakte vroeger deel uit van een
aaneengesloten heide tussen Eindhoven en Achel.
Het is echter van zijn omgeving afgesneden door de
autosnelwegen A2 en A67, die elkaar ontmoeten bij
het Knooppunt Leenderheide.
Om dieren de gelegenheid te geven deze barrière
te nemen, is een ecoduct over de A2 aangelegd.
Wandelaars en fietsers hebben de beschikking over
een drietal viaducten. Ten westen ligt de Aalsterhut
of "Hut van Mie Pils", een uitspanning met terras
op een bekend knooppunt van fietsroutes.
Rond 13:00 uur biedt het bestuur de leden een kop
erwtensoep aan in de Hut van Mie Pils.
Excursies
Voor deelname aan excursies geldt:
Aanmelden bij de excursieleider is noodzakelijk. Er kan een kleine wijziging zijn, en vervoer kan
aangepast worden. En mocht een excursie niet doorgaan, dan kunnen degenen die zich hebben
aangemeld worden ingelicht.
Zorg voor proviand (eten en drinken) en neem regenkleding mee, evt. laarzen.
En natuurlijk…. een veldkijker, een loepje, je favoriete boek om iets in op te zoeken.
Let bij colonne rijden altijd op degenen die volgen, dit om elkaar niet uit het oog te verliezen.
De chauffeur kan de route ontvangen van, of vragen aan de excursieleider.
Ook niet-KNNV-leden zijn van harte welkom.
Het KNNV-principe is: We leren van en ontdekken met elkaar, ieder brengt het hare of
zijne in.
7
Zo 22 jan – De traditionele vogelexcursie naar Zeeland Thema: Water- en Winterkustvogels
Leiding: Rob en Annemieke van Vucht
Duur: Hele dag
Start: 8:00 uur, Orionstraat (AH), Eindhoven
Deze traditionele jaarlijkse Zeelandtocht laat
ons verschillende soorten ganzen en andere
(winterkust-)vogels zien op de eilanden van Zeeland
en Zuid-Holland. Uiteraard zullen we ook veel
soorten eenden en steltlopers zien. Als het meezit
kunnen we ook de roodkeelduikers bewonderen bij
de Brouwersdam. De precieze route hangt af van
onder meer de weersomstandigheden en het getij.
Warm aankleden, lekker warme drank en een flink
lunchpakket meenemen. Rond 16 uur ter plaatse
rijden we terug naar Eindhoven.
Vr 17 feb - Excursie naar het Tongelreepdal bij de Drie Bruggen
in het Leenderbos
Thema: Vogels en al wat onze belangstelling heeft
Leiding: Trudy Vos
Duur: Halve dag
Start: 9:00 uur, Gerardusplein, Eindhoven
9:30 uur, parkeerplaats voorbij de "Drie Bruggen",
begin van de Budelsebaan (5555 XH Valkenswaard)
De Tongelreep vormt de westgrens van het
Leenderbos. Bij de Achelse Kluis komt ze ons land
binnen en nog voor Valkenswaard komt ze aan bij de
Drie Bruggen, waar onze Tongelreepdalwandeling
start.
De bruggen gaan over de Tongelreep, een zijarm
ervan, en een irrigatiesloot van Valkenhorst (‘den
Baron zunne sloot’, verbasterd tot Bronzen sloot).
Het Tongelreepdal bestaat vooral uit Wilgen- en
Populierenbos. Maar de wandeling gaat ook naar
de visvijvers en langs het veengebied Laagveld.
Het is een erg aantrekkelijk en zeer gevarieerd
wandelgebied en met een beetje geluk laten veel
vogels zich zien.
Za 4 mrt - Excursie naar Soerendonks Goor, Strijper Aa en
Groote Heide
Thema: Landschap en vogels
Leiding: Jacques van Kessel
Duur: Halve dag
Start: 9:00 uur, Gerardusplein, Eindhoven
Het betreft hier een prachtig stuk natuur op de grens
van Nederland en België. Dit gebied is onderdeel van
een Natura 2000 gebied samen met de Plateaux, het
Dommeldal en Malpieheide.
Het Soerendonks Goor is een groot ven dat jaren
geleden opnieuw is uitgegraven.
Dit gebied is goed voor verschillende soorten reigers,
eenden en ganzen. We gaan dan ook even kijken in
de vogelkijkhut, misschien kunnen we al wat
voorjaarssoorten aantreffen?
De wandeling gaat verder naar de Groote Heide
en ook langs de Strijper Aa waar een aantal nieuwe
poelen zijn aangelegd in het kader van belangrijk
knoflookpadproject.
Kortom een prachtig natuurgebied waar altijd wel
iets te zien is.
8
Sperwer Geelgors
Za 11 mrt - Excursie naar de Drunense Duinen
Thema: Vogels, landschap
Contact: Carla van Moorsel
Duur: Halve tot driekwart dag
Start: 9:00 uur - Trudoplein
Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen
wordt ook wel eens de Brabantse Sahara genoemd.
Je vindt hier grote zandvlaktes, heide en bossen.
Het zand lag aan het begin van de jaartelling nog
bedekt onder oerbos. Maar in de middeleeuwen
verdween het bos door houtkap, intensieve
begrazing door schapen en dergelijke. De wind kon
grip krijgen op het zand, en zo ontstonden
stuifzandvlakten, die zo groot werden dat
nabijgelegen dorpen zelfs geheel onder het zand
verdwenen. Inmiddels wordt het stuifzandgebied
kleiner.
In dit unieke landschap komen allerlei bijzondere
dieren voor, van klein tot groot. In de zomer
kunnen de temperatuurverschillen in het stuif-
zand tussen dag en nacht flink oplopen, tot wel
50 graden! Gelukkig zijn sommige zandloopkevers
maar ook de planten zandzegge, buntgras en
rendiermos prima opgewassen tegen deze extreme
kou en hitte.
In de duinen leven verspreid over het gebied
meer dan 100 dassen, een geweldig aantal.
Ze te zien krijgen zal niet lukken maar wie weet
vinden we er sporen van. Qua vogels hopen we op
veel boomleeuweriken die in deze tijd net volop
beginnen te zingen, evenals veldleeuweriken.
En misschien zien we nog wintervogels, zoals
een klapekster, of een roestplaats van ransuilen.
Excursies Vogelwerkgroep
Datum Gebied Vertrek Tijd Contact
Do 29 dec Zeeland Orionstraat (AH) 8:00 uur Martien
Zo 26 feb Kampina Trudoplein 9:00 uur Riki
Za 11 mrt Drunense Duinen Trudoplein 9:00 uur Carla
Za 25 mrt Keent e.v. aan de Maas Orionstraat (AH) 8:30 uur Martien
Zo 23 apr Tholen Trudoplein 8:00 uur Wil
Za 20 mei Maasheggen Wolvendijk 9:00 uur Jan P.
Contactpersoon Telefoonnummer e-mail
Carla van Moorsel
Jan Pelgrim
Martien Helmig
Riki Sleegers nl
Wil Busink
9
Lezingen
Ma 20 februari Lezing “De Zeggen van Limburg”
Door Paul Spreuwenberg
20:00 - 22:00 uur
Gebouw "D'n Aard", Ariëspad 5, Veldhoven
Het geslacht Zegge maakt deel uit van de familie van
de Cypergrassen (Cyperaceae) en behoort, samen met
de nauw verwante Grassenfamilie (Poaceae), tot de
orde van de Grasachtigen (Poales).
Omdat het geslacht Zegge een „moeilijk” geslacht
Vingerzegge Carex digitata
heet te zijn, lopen veel plantenliefhebbers er vaak
met een grote boog omheen. Toch is kennis van dit
geslacht van groot belang, omdat het voorkomen
van bepaalde zeggensoorten in een gebied een
aanduiding kan zijn van de natuurwaarde van dat
gebied. Bovendien zijn vele zeggensoorten vaak
aspectbepalend aanwezig in bepaalde planten-
gemeenschappen.
Samen met Jan Hermans heeft Paul Spreuwenberg de
Limburgse zeggen gedurende vijftien jaren intensief
bestudeerd, waarbij speciale aandacht werd besteed
aan de in- en uitwendige bouw van de zeggen, de
verschillen tussen de ondergeslachten en de ecologie.
In zijn voordracht gaat de spreker dieper in op deze
aspecten, gevolg door een overzicht van de
belangrijkste soorten van verschillende biotopen.
Ma 13 maart - Lezing "Nachtvlinders"
Door Pieter van Breugel
20:00 - 22:00 uur
Gebouw "D'n Aard", Ariëspad 5, Veldhoven
Bij nachtvlinders denken we al snel aan wild
fladderende bruine motten. Natuurlijk zijn die er
wel een paar bij. Maar de vormenrijkdom, kleuren-
pracht en interessante leefwijze maken een
nadere kennismaking met nachtvlinders tot een
bijzondere ervaring. Ze vliegen trouwens lang niet
allemaal ‘s nachts. En zonder nachtvlinders en hun
Jonge rupsen Hermelijnvlinder
rupsen geen vleermuizen, en ook geen voedsel
voor jonge vogels.
Over de vele honderden soorten die ons land rijk
is houdt Pieter van Breugel uit Veghel, lid van onze
afdeling, een boeiende lezing. Mooie foto's en een
luchtig verhaal openen een nieuwe wereld voor u.
Het is geen lezing door een expert, maar door een
liefhebber, die steeds probeert iets van de leefwijze
van de nachtvlinders over te brengen. In een aantal
gevallen heeft hij de vlinders zelf gekweekt.
Na een inleiding waarin u kennis maakt met een
aantal microvlinders en hun leefwijze, komen de
macrovlinders aan bod, geordend naar hun verschil-
lende families. Zo maakt u kennis met het leven van
de spinners en de spanners, de pijlstaarten en de uilen,
de eenstaarten, nachtpauwogen en beervlinders.
Alleen al hun rupsen zijn wondertjes op zich.
Dit is een avond om niet thuis te blijven! Van harte
aanbevolen.
10
Do 13 april - Lezing "De Goudvink"
Door Achilles Cools
20:00 - 22:00 uur
Gebouw "D'n Aard", Ariëspad
Achilles Cools, auteur van het inmiddels klassiek
geworden “De kauw”, is vermaard om zijn
nauwkeurige natuurobservaties. Hij is erin geslaagd
goudvinken te verleiden in zijn tuin te broeden.
Een paar jaar lang heeft hij hun gedrag dagelijks
geobserveerd en tevens geprobeerd de wereld door
hun ogen te zien. Waarom zijn die mannen zo
bloedmooi en vrouwen muisgrijs? Zijn mannen
altijd siermakers en vrouwen kunstkenners? En
waarom behoort hij niet tot de topzangers, terwijl
hij zachtjes bijzondere melodieën kan fluiten?
Cools heeft alle literatuur over de goudvink
bestudeerd en lardeert deze kennis op luchtige
wijze met zijn eigen observaties. Dat heeft
geresulteerd in een unieke monografie over
een van onze mooiste vogels.
Achilles Cools is schilder, tekenaar, schrijver en
beeldhouwer. Eerder verscheen van hem in de
vogelserie “De Kauw”, een herziene editie van
“Kauwen in de spiegel”, aangevuld met parels uit
“Vlaamse Gaaien”, “Uitgebroed” en “Vleugels”.
Jaarlijks verschijnen er nieuwe monografieën
in de Vogelserie van Uitgeverij Atlas Contact.
Elke auteur in de serie beschrijft een vogelsoort en
onderzoekt zijn rol in de geschiedenis in de wereld.
Vooraankondiging Cursus
"Meteo en klimaat voor natuurliefhebbers"
Noteer de cursusdata alvast in uw agenda: Donderdag 23 en 30 maart 2017. Nadere informatie volgt in de Venkraai van 20 februari 2017.
11
Verslag slotexcursie Spinnencursus
Piet Tutelaers Ter afsluiting van de Spinnencursus voor de
KNNV afdeling Eindhoven hebben we een excursie
gehouden naar het Vlasrootven in de gemeente-
bossen van Waalre (coördinaten 159.8, 376.0).
Dit ven is in trek bij dagjesmensen, hondenuit-laters,
ruiters en mooiweergenieters. En op zaterdag 27
augustus dus ook bij natuurliefhebbers die
geïnteresseerd zijn in spinnen.
Volgens afspraak verzamelden we op de parkeer-
plaats bij het Wokrestaurant aan de Heikantstraat.
Van hieruit reden we met drie auto's naar de
bosrand, vanwaar we te voet naar het Vlasrootven
gingen. Omdat Liesbeth slecht ter been is, heb ik
onze auto bij het ven geparkeerd en met een tafel
en wat stoelen een ontmoetingsplaats gecreëerd.
In onze camper konden mensen spinnen uit mijn
Rondom het ven staan dennenplantages en aan
de westkant ook enkele sparren (geen Fijnspar of
Douglas).
De ene na de andere spin werd ter controle naar
mij toe gebracht. Vooral Ploni Oversteegen was met
haar 80+ zeer actief en ving diverse leuke spinnetjes
zoals de Boomknobbelspin en de Prachtkogelspin.
In het struikheidegebiedje aan de westkant van het
Vlasrootven vingen we volop de Prachtlynxspin maar
iemand ving daar ook de zeldzame Floriona (foto 3),
een hangmatspin die houdt van vochtige habitats.
In de onderstaande met het programma Klasse
gemaakte tabel zijn alle gevangen soorten bij elkaar
geplaatst. Een aantal vermeldingen betreft juveniele
exemplaren die niet met zekerheid zijn te deter-
Slotexcursie Spinnencursus met Hans, Hanneke en Piet – foto: Han Monteiro
alcoholcollectie bekijken met mijn stereomicros-
coop, maar daar werd weinig gebruik van gemaakt.
Alleen Geert Bode, lid van onze insectenwerkgroep,
was er niet weg te slaan.
Na een korte uitleg van de verschillende verzamel-
technieken ging iedereen op zoek naar spinnen,
gewapend met een aantal glazen stopflesjes om de
spinnen in te bewaren. Aan de oostkant van het ven
is een plek met bloeiende struikheide. De westkant
is moeilijker toegankelijk maar een enkeling wist
daar toch te komen.
mineren. In die gevallen heb ik gekozen voor de
meest waarschijnlijke soort en de zekerheid van
de waarneming in Klasse op “twijfelachtig” gezet.
In tabel 1 hieronder wordt zo'n twijfelachtige
soortnaam door Klasse gepresenteerd als
Tibellus cf oblongus (cf is een afkorting van het
Latijnse conferre, wat “vergelijk met” betekent).
Onderstaande foto's zijn gemaakt door Jack van
Dongen met zijn Olympus Stylus TG-3 camera die
beschikt over een ingebouwd stacking mechanisme
voor macro foto's.
12
Foto 2 - Gewone tandkaak Foto 3 – Floronia
Foto 4 - Viervlekwielwebspin ♀ Foto 5 - Viervlekwielwebspin ♂
We hebben ook geprobeerd de Sinaasappelspin
Araneus alsine en de Schorskoloniespin Drapetisca
socialis te vinden maar dat is niet gelukt.
De Tijgerspin hebben we kunnen vangen in de
Pijpenstrovegetatie van een vennetje dat iets ten
westen van het Vlasrootven ligt maar geen naam
heeft. Later hoorden we dat ook aan de westkant
van het Vlasrootven exemplaren van deze spin
waargenomen zijn.
Een zeer algemene soort in deze tijd van het jaar
is de Herfsthangmatspin maar ook de Viervlekwiel-
webspin (foto 4 en 5) hebben we in diverse
kleurvariaties kunnen vinden.
Hopelijk heeft de spinnencursus de interesse voor
deze interessante geleedpotigen binnen onze
afdeling aangewakkerd.
Gevangen soorten spinnen (21 soorten - Namen met cf betreffen juveniele exemplaren waarvan de
determinatie onzeker is).
Theridiidae (Kogelspinnen)
Enoplognatha ovata (Clerck, 1757) Gewone tandkaak - foto 2
Parasteatoda lunata (Clerck, 1757) Prachtkogelspin
Linyphiidae (Hangmatspinnen)
Floronia bucculenta (Clerck, 1757) Floronia, foto 3
Linyphia triangularis (Clerck, 1757) Herfsthangmatspin
Lycosidae (Wolfspinnen)
Pardosa cf pullata (Clerck, 1757) Gewone wolfspin
13
Tetragnathidae (strekspinnen)
Metellina segmentata (Clerck, 1757) Herfstspin
Tetragnatha Montana (Simon, 1874) Schaduwstrekspin
Araneidae (wielwebspinnen)
Araneus diadematus (Clerck, 1757) Kruisspin
Araneus quadratus (Clerck, 1757) Viervlekwielwebspin, foto's 4 en 5
Araniella cf cucurbitina (Clerck, 1757) Gewone komkommerspin
Argiope bruennichi (Scopoli, 1772) Tijgerspin
Gibbaranea gibbosa (Walckenaer, 1802) Boomknobbelspin
Larinioides cornutus (Clerck, 1757) Rietkruisspin
Mangora acalypha (Walckenaer, 1802) Driestreepspin
Pisauridae (kraamwebspinnen)
Pisaura mirabilis (Clerck, 1757) Kraamwebspin
Oxyopidae (lynxspinnen)
Oxyopes ramosus (Martini & Goeze, 1778) Prachtlynxspin
Dictynidae (kaardertjes)
Dictyna arundinacea (Linnaeus, 1758) Heidekaardertje
Philodromidae (renspinnen)
Philodromus cf cespitum (Walckenaer, 1802) Gewone renspin
Tibellus cf oblongus (Walckenaer, 1802) Gewone sprietspin
Thomisidae (krabspinnen)
Ozyptila cf praticola (C.L.Koch, 1837) Gewone bodemkrabspin
Salticidae (springspinnen)
Marpissa muscosa (Clerck, 1757) Schorsmarpissa
Literatuur
Jeroen Fokker en Oscar Vorst: “Klasse – Een computerprogramma voor beheren van Entomologische
collecties en waarnemingen”. Zie: http://www.nev.nl/pages/publicaties/klasse/
Michael J. Roberts: “Tirion Spinnengids”, Tirion, 1998. Vertaald en bewerkt door A. Noordam.
Piet Tutelaers: “Inleiding tot de Nederlandse Spinnen, Spinachtigen – Arachnida, Nederlandse Spinnen
(Araneae), Uitgave in eigen beheer, 2016. Zie: knnv.nl/eindhoven/iwg/Araneae/cursus/NLSpinnen.pdf
Verslag excursie plantentuin Meise op 24 augustus
Marijke van Noort
Het beloofde een warme dag te worden, maar toen
we verzamelden op het Gerardusplein was het nog
redelijk koel. Het kleine gezelschap, 5 personen,
paste in één auto, waarmee we op weg gingen naar
Brussel. De meisjes op de achterbank hadden aan
gesprekstof geen gebrek, daar kwamen de heren niet
tussen.
Om 10 uur, volgens plan, legden we aan bij de
plantentuin. Veel parkeergelegenheid, geen
probleem, maar gewoon langs de doorgaande weg,
waar het verkeer met 70 km/u langs je achterbumper
raast. De wereld was helderblauw en donkergroen en
zou dat de rest van de dag blijven. Bij de toegangs-
kaart kregen we een plattegrond en een beschrijving
van een wandeling, dus besloten we tot een koffie-
en leespauze om een plan voor de rest van ons
bezoek te maken. René ontdekte de hangmatten en
zag zelfs kans om erin te komen en te blijven.
14
Rekening houdend met de verwachte hoge tempera-
turen bedachten we om eerst de wandeling langs de
hoogtepunten van het park te maken, daarna lunch
en bezoek aan de tentoonstelling van Achilles en
Brénine.
Opvallend waren de grote, zeer kort gemaaide
gazons van fijn gras. Eigenlijk hadden we daar op
blote voeten kunnen lopen over een lekker zacht
tapijtje. Er staan een groot aantal bijzonder grote
bomen in deze plantentuin, die pas in 1939 zijn
huidige bestemming kreeg. Waarschijnlijk maakten
deze oude bomen daarvoor al deel uit van het park
rond het kasteel. Dat geldt in ieder geval niet voor de
Chinese watercipres of Metasequoia glyptostro-
boïdes, die pas na 1947 door zaad is verspreid vanuit
de VS. Bij mijn weten hebben deze bomen een rechte
stam die heel hoog kan worden, het exemplaar in
Meise is duidelijk wat gehavend.
Het was even zoeken naar de medicinale tuin. Daar
stonden de planten gerangschikt naar aandoening:
planten die invloed hebben op de spijsvertering, de
luchtwegen, hormonen, de baarmoeder, hart- en
bloedvaten, het bloed zelf. Het vak "planten tegen
allergieën" was leeg, volgens een medewerkster
omdat het nieuw was. Vandaar was het een klein
stukje naar de Balatkas, inderdaad een juweeltje van
Victoriaanse architectuur.
Eromheen ligt een mooie bloementuin. Trudy
probeerde daar een libel of waterjuffer te laten
poseren voor de foto, maar het beest werkte niet
mee, zich niet bewust van de kans op eeuwige roem
die hij zou hebben in de fotocollectie van Trudy.
Over gladgeschoren gazons, en gelukkig in de
schaduw, verder naar het plantenpaleis, de grootste
kassen die ik ooit gezien heb. En ja, ik ben in Kew
Gardens geweest. Het viel er nog mee met de hitte.
Het deel over evolutie vond ik het meest interessant.
Na algemene informatiepanelen wandelde je door de
planten van de miljoenen jaren en werden mijlpalen
aangegeven: de eerste landplanten, de eerste kegel,
de eerste bloem, de eerste mens. Ergens in deze
kassen zagen we ook de moeder aller vrouwen-
tongen, of Sansevieria. Ze stond er nog fris bij.
Er was ook een bassin met Victoria waterlelies,
prachtige schotels.
We zagen er ook lotusbladeren en lotuskegels.
De bladeren van de heilige lotus zijn extreem
waterafstotend, een verschijnsel waarnaar op de
TUe onderzoek wordt gedaan. Er waren daar ook
vleesetende planten opgehangen, maar op de plaats
waar ze volgens de beschrijving zouden staan viel de
collectie vleesetende planten vies tegen. Er stond een
plakkaat mooie Zonnedauwen, en dat was het
ongeveer.
Tijd voor de lunch, dus we staken weer een gazon
over op weg naar de centrale weg door de tuinen,
waar een picknickbank van ruim 300 m lengte staat.
Dat is niet overdreven!
15
Plekjes in de zon of in de schaduw voor het
uitkiezen, want het was opvallend weinig druk in
het park. In de tafel waren op regelmatige afstand
bakken opgenomen, waarin eetbare planten stonden,
zoals komkommer of munt. Na even lekker zitten en
ontspannen hadden we eigenlijk geen zin om weer
op weg te gaan.
Het was een klein stukje naar de tentoonstelling
van Achilles en Brénine in het kasteel. Daar was
het ook relatief koel. Grote zalen, grote doeken,
minutieus geschilderd, wat een werk. Alleen al de
achtergronden waren mooi.
Het programmaonderdeel "meet the artists" is
door een misverstand in het water gevallen. Hoe is
het mogelijk om elkaar op een beperkt oppervlak
meermalen faliekant mis te lopen! Zowel Achilles
en Brénine als ons groepje zijn bij de ingang, de
tentoonstelling en de picknicktafel geweest, maar
net op andere momenten. Jammer dat we elkaar
gemist hebben, maar nu hadden Achilles en
Brénine een excuus om de hitte te ontvluchten.
Wij zouden nog even de rest van het park doorlopen
en eindigen bij de oranjerie. Weer over die prachtige
gazons gelopen op weg naar de grote border. Ik ben
er niet zeker van dat we die werkelijk gezien hebben,
waarschijnlijk een stuk ervan. Daar kwam het
treintje langs getuft en Margriet trok een sprintje om
hem in te halen. Hoewel er geen halte was, mochten
we instappen en daarmee verdriedubbelde het aantal
passagiers van 2 naar 7. Blij dat we even konden
zitten met die hitte reden we twee haltes mee, om
een ijsje te halen bij de oranjerie.
We hadden flink veel van het park gezien en mee-
gemaakt en het was zo langzamerhand tijd om
terug te rijden.
De conclusie was dat ook in andere seizoenen de
tuinen prachtig moeten zijn. Bijvoorbeeld in het
late voorjaar, met de orchideeën en rozen in bloei.
Verslag excursie naar de Sint Jansberg op 29 oktober
Nicoline Kuurstra
De dóórstapwandeling van 29 oktober. Een dag
met een gouden randje, dat is het geworden, deze
herfstzaterdag.
We gaan op weg, richting Milsbeek en Plasmolen in
Noord-Limburg, met mistige nevel en het is niet koud.
Het is al 14 graden, om 9 uur ’s morgens, en er staat
ook weinig wind, het is dus rustig weer.
Al bij het startpunt van onze wandeling rond en op
het voormalige landgoed de Sint Jansberg komt de
zon erdóór. En, o wonder, hij blijft de hele dag
schijnen ! Eerst gaan we een kijkje nemen bij de
"Bovenste Molen" van 1721.
Terug op het pad lopen we verder door een
prachtig woud met het licht van de zon dat zich
in stralen door de verkleurende boomkruinen
dringt en de nevel gaandeweg doet oplossen.
Witte kleine zwammetjes op omgevallen bomen
vragen de aandacht. De "doorstappas" vertraagt.
Want de fraaie porseleinzwammen zijn een goede
foto waard.
We zijn met een groepje van 12 deelnemers
samen, gezellig en mededeelzaam en we volgen
de route van de bruine pijltjes op de palen.
16
Onderweg is er steeds wel iemand die iets bijzonders
ziet. Diverse paddenstoelen, zoals de Porseleinzwam,
Vliegenzwam, Melksteelmycena, Fraaisteelmycena,
Grote bloedsteelmycena, Grote parasolzwam, en
Grote stinkzwam.
Josefien laat op een 1 cm klein blaadje een piepklein
paddenstoeltje zien, als een kopspeld zo groot.
Ze houdt kennelijk van die kleine bezienswaardig-
heden, want ontdekt later in het stromende beekje
langs ons pad naar beneden een salamandertje.
Als een streepje, en ongeveer 2,5 cm lang.
Ook vogels worden gespot. Er werden Kruisbekken
gehoord, en Kolganzen gezien.
Ons pad langs de rand van het gebied is half zonnig.
Het biedt uitzicht op het Reichswald. Ganzen vliegen
over. We lunchen ook langs dit pad.
Dan weer verder, rechtsaf, het donkere bos weer in.
Even wennen. We passeren de "Drie vijvers". Ze staan
droog en er groeit daar veel Reuzenpaardenstaart, een
zeldzame plant. Het woud waar wij doorheen wande-
len is heuvelachtig en wondermooi. Speciaal vandaag.
Aan het eind nemen we nog een kijkje bij de plek
waar een Romeinse villa heeft gestaan. Dan splitst
de groep zich in pannenkoekenliefhebbers en
huiswaartsgaanden. Een prachtige excursie !
Veel dank aan Annemiek en Rob en aan de weergoden.
_____________________________________________________
Aanvulling bij dit verslag, door Peter Backbier
Uit “Limburgse Natuur in een veranderend Landschap”,
Natuurhistorisch Genootschap in Limburg, 2010.
De bossen op de St Jansberg maakten eeuwenlang deel
uit van het grote Nederrijkswald of Ketel-wald. In 1815
werd dit deel van het voormalig Pruisisch gebied
eigendom van de Staat der Nederlanden en in delen
verkocht aan particulieren. De Sint Jansberg kwam in
handen van de familie van Verschuur, die het in 1969
verkocht aan Natuurmonumenten.
Nadat in het bos in 1940 en verdere jaren veel hout
werd gekapt, werd het later zeer dicht herbebost.
Honderd jaar geleden was de Kiekberg nog een echt
uitzichtspunt met hier en daar een boom, veel opener.
Door de zware bebossing verdwenen veel planten
in aantal en soorten. Natuurmonumenten laat nu
weer gebieden open kappen en wij zagen weer veel
Reuzenpaardenstaart. Ook mag er nu weer dood
hout blijven liggen. Vroeger 3 bomen per hectare,
nu 10. Ook zagen wij hoe het sterk verdroogde
moerasgebied beneden via een sluisje in de
Helbeek vernat wordt.
Hopelijk komen de verdwenen soorten en aan-
tallen planten weer terug, met de bijbehorende
keizersmantel en grote parelmoervlinder.
17
Uit de historie - Aflevering 5
Jelle Schuurmans
Na de derde Venkraai in 1946 heeft het tot 1974
geduurd voor er weer een blad onder de naam
“Venkraai” verscheen.
In die tussentijd werd het contact met de leden
verzorgd door een mededelingenblad, dat geen
naam droeg.
Omdat het zo’n lange periode betreft, lijkt het
nodig om ook een beeld te geven van de inhoud
van die mededelingenbladen.
Dat kan dus niet onder de titel “Uit de historie
van de Venkraai”. Vandaar dat voor deze periode
de titel is ingekort tot “Uit de historie”. Te beginnen
met het mededelingenblad van januari 1947.
Hier onder volgt het eerste deel over de excursies.
Nederlandse Natuurhistorische Vereniging Afdeling Eindhoven
.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-
2 Januari 1947
Administratie: Fred. v. Pruisenweg 60.
Bij den aanvang van het nieuwe jaar wenscht het bestuur alle leden een
gelukkig en voorspoedig nieuwjaar toe. Het spreekt hierbij tevens de hoop
uit dat ook dit jaar de leden weer zullen blijven ijveren voor den bloei
der vereeniging.
Het bestuur opent het programma voor Januari met het voorstel den eersten
den besten Zondag met betrouwbaar ijs, te besteden voor een schaatstocht
over de kanalen in den omtrek. Verzamelen om 9 uur bij Fred.v.Pruisenweg 60
(eventueele fietsen kan men daar bergen). Mocht dien Zondag een excursie op
het programma staan, dan geldt die voor afgelast.
Het programma vermeldt verder:
Zondag 12 Januari: Heele dag excursie naar het Beuven, verzamelen met de
fiets Leenderweg, hoek Floralaan om 9 uur. Waarnemingen van het op het ven
verzamelde waterwild, mogelijk wel ganzen. Leider G. Siteur.
Donderdag 16 januari: Om 8 uur in de bovenzaal van het Oranje Hotel zullen
eenige leden iets vertellen over hun waarnemingen. We hebben den Heer
C. Valstar reeds bereid gevonden een voordracht over mieren te houden.
Hierbij komen eenige demonstraties voor.
Zondag 26 Januari: Heele dag excursie in het gebied tusschen Drunen en
Heusden. Vertrek per trein uit Eindhoven om 8:31. Hier in het land liggen
nog eenige eendenkooien. Leider G.v.d. Zanden. Reiskosten ca. f.2,50
(retour Drunen nemen aan het station).
Maandag 27 Januari: Tezamen met de Volksuniversiteit wordt een avond
georganiseerd in de Textielschool, van Egmondstraat. Aanvang 8 uur.
Spreker is de Heer J. Meltzer, die een voordracht zal houden over de
plantengemeenschappen van Brabant.
Mocht er een Zondagochtend zijn waarop het land met sneeuw bedekt is,
dan verwacht J. Daams liefhebbers van sporen zoeken om 9 uur 's morgens
op het eind van de Leenderweg.
-------------------------
In en om de stad zijn den laatsten tijd een troepje pestvogels en barmsijzen
waargenomen.
-------------------------
18
De Zwitserse broedvogelatlas
Duco Nijman
Elke 20 jaar, tenminste daar begint het op te lijken,
worden de verspreiding van de Zwitserse broed-
vogels en zo mogelijk ook de aantallen in kaart
gebracht. Om een zo goed mogelijk beeld te
verkrijgen wordt het veldwerk over vier jaar verdeeld
(dit keer 2013-2016). Zo worden de zeldzame of
moeilijk te vinden soorten eventueel nog gevonden
en hebben de fluctuaties als gevolg van het weer of
van de prooidieren (muizen) een geringere invloed.
Het veldwerk voor de nieuwste Zwitserse atlas, die
in 2018 gaat verschijnen, is dit seizoen afgesloten.
Andere Europese landen voeren een zelfde soort
onderzoek uit. De stand in Nederland is mij niet
bekend, maar ik verwacht iets dergelijks. Er komt
zelfs een Europese broedvogelatlas, waarvoor voor
het veldwerk nog vrijwilligers gezocht worden. Zo
wordt men bijvoorbeeld gevraagd te inventariseren
of mee te helpen in landen als de Oekraïne, Servië,
Griekenland en Spanje. Op vogelgebied allemaal
hooginteressante landen.
Het bepalen van de verspreiding van de Zwitserse
broedvogels gaat op de bekende manier. Zwitserland
wordt opgedeeld in blokken van 10x10km. Voor elk
blok en voor elke soort wordt het broeden met zo
groot mogelijke zekerheid vastgesteld. Daarbij
mogen de vogels echter zo weinig mogelijk gestoord
worden. Het belang van de vogel gaat voor. Heeft
men het broeden van een bepaalde soort in een
bepaald blok met voldoende zekerheid vastgesteld,
dan is men voor die soort in dat blok klaar.
Voor dit werk is een groot aantal vrijwilligers vereist,
maar Zwitserland heeft volgens mij, na Nederland en
misschien Engeland de grootste dichtheid van
vogelaars in Europa, zodat deze klus deze zomer
geklaard is. Er zijn meer dan 2000 vrijwilligers
geregistreerd, waarvan bijna 800 voor de karteringen
(zie kwantitatieve inventarisatie). Voor enige slecht
toegankelijke blokken in het hooggebergte werden
ook betaalde krachten ingezet. Een 10x10km blok in
de bergen is nl. niet eenvoudig te inventariseren.
Weliswaar neemt het aantal soorten met de hoogte af
(Steenpatrijs, Alpenkraai, Alpenkauw, Sneeuwhoen,
Steenarend) maar ook de toegankelijkheid.
Kwantitatieve inventarisatie
Naast de kwalitatieve inventarisatie probeert de
Schweizerische Vogelwarte in Sempach (een soort
SOVON maar met nog veel meer activiteiten), die de
gegevens verzamelt, naast de meetnetten die altijd
lopen, ook kwantitatieve gegevens van de
broedvogels te verkrijgen. Niet alleen de verspreiding
maar ook hoevéél. Daartoe is volgens een bepaalde
sleutel een aantal, om precies te zijn 2319,
kilometerblokken (1x1km) in het hele land
aangewezen. In deze blokken wordt een route
voorgeschreven, die op drie verschillende uit elkaar
liggende dagen op een standaard manier afgelopen
wordt. Een soort "lijn-transect-telling". Alle territoria
van alle aangetroffen soorten worden genoteerd.
Er moet vlot door het blok gelopen worden en niet
speciaal gezocht. Een aantal soorten wordt op deze
manier gemist of onderschat. Daarom worden de
resultaten statistisch bewerkt.
De routes worden vanuit de bureaustoel van te voren
met de hulp van computer en stafkaarten door de
Vogelwarte vastgelegd. Die kaarten zijn niet altijd
actueel, wat in de praktijk tot verrassingen leidt. Ik
heb echter niet gehoord van ongevallen, wat toch
bijzonder is. In het hooggebergte is deze kartering
nl. soms levensgevaarlijk daar de route niet altijd
over de paden loopt of de paden soms nog met
bevroren sneeuwvelden gevuld zijn met daaronder
een rotswand. Uitglijden zou in dit geval fataal zijn.
In zulke situaties kan men van de voorgeschreven
route afwijken.
"Geheime" soorten
De territoria en broedgevallen worden in een
databank ingevoerd (ornitho.ch). En de broedgevallen
van "gevoelige" soorten worden automatisch geheim
gehouden. Gevoelige soorten zijn zeldzame of
storingsgevoelige soorten, die door vogelaars en
vooral fotografen graag van dichterbij bekeken
19
worden. Voorbeelden van gevoelige soorten:
Auerhoen, Hazelhoen, Dwerguil, Ruigpootuil,
Roodgesterde Blauwborst, Morinelplevier,
Slechtvalk.
Eerste resultaten
Van het oprukken van Sperwer en Havik naar de
steden en dorpen, een trend die Rob Bijlsma in zijn
hooginteressante boek "Mijn roofvogels" beschrijft,
is in Zwitserland niets te bespeuren. Daarvoor in de
plaats vliegen hier de Rode en Zwarte Wouwen in
de woonwijken, tussen de huizen door, maar vooral
vlak over de daken. Ze jagen op Mussen en Merels
en andere, vooral jonge, niet waakzame vogels, of
nemen afval. Broeden doen beide soorten in de
aangrenzende bossen en bosjes, de Zwarte Wouw
graag in de buurt van water. De Zwarte Wouw trekt
half augustus naar Afrika en komt half maart weer
terug.
Rode wouw
De Rode Wouw trekt naar ZW-Europa weg en wordt
door sommige mensen ook gevoerd, wat waarschijn-
lijk de reden is dat ze hier steeds meer overwinteren.
In de winter overnachten ze op gezamenlijke
slaapplaatsen in bomen. Zie voor foto's o.a. de
website van Gerhard Brodowski:
http://www.brodowski-fotografie.de/
beobachtungen/rotmilan.html
Als er vogels zijn waar Zwitserland in uitblinkt, dan
zijn het de Wouwen. En in de steden broeden nu ook
Slechtvalken. Er zijn soorten die het goed doen, zoals
de Middelste Bonte Specht, Grote Zaagbek, en de
Bijeneter, om maar wat te noemen, en er zijn soorten
waar het slecht mee gaat, zoals de Koekoek,
Grijskopspecht en de Zomertortel.
De algemene tendens is echter verarming, ondanks
een aantal nieuwe of toegenomen soorten. Dat is
niet verwonderlijk gezien de immense bouwactivi-
teiten van huizen, industrieterreinen, wintersport-
installaties, verkeerswegen, de intensivering van de
landbouw en de recreatie. De afgelopen 25 jaar is de
bewoonde oppervlakte met 40% gegroeid. Bijna alles
bekend van Nederland.
Het kilometerblok (1x1km) even ten zuiden van en
boven Sion, de hoofdstad van Wallis, is één van de
kilometerblokken waar ik inventariseerde, daarbij
(niet helemaal volgens de regels) bijgestaan door
mijn vrouw Annemarie. Het is zo'n blok waar deze
ontwikkeling bijzonder schrijnend te zien is.
Oeroude agrarische structuren, met kleine hoog-
stamboomgaardjes, direct naast de oprukkende,
steriele, levensvijandige nieuwbouw. Er wordt
grootschalig gebouwd en landschap vernietigd.
Van de oorspronkelijke soorten als Roodkop-
klauwier, Ortolaan, Gekraagde Roodstaart, Draaihals
en Cirlgors, waarvan de eerste twee in Zwitserland
op uitsterven staan, hebben zich in dit blok
Gekraagde Roodstaart en Draaihals weten te
handhaven, maar deze zullen ook het loodje leggen.
En ook de bergsoorten gaan achteruit: Citroensijs,
Beflijster, Korhoen, Sneeuwhoen, Steenpatrijs. De
oorzaken zijn niet allemaal duidelijk. Maar met de
Lammergier gaat het redelijk goed. En de Steenarend
is al jaren omnipresent.
De atlas gaat in de drie landstalen (Duits, Frans en
Italiaans) verschijnen.
Rode wouw Roodkopklauwier
20
Natuur zien
Achilles Cools
Kijkt de stadsmens anders naar natuur dan de
plattelander? Romantiek overheerst het stadse
natuuridee, pragmatiek dat van het platteland.
Zelfs waar nog groen is, wat wij natuur noemen,
wonen genoeg mensen die niet weten wat de
wereld te bieden heeft. Niet iedereen heeft oog voor
wat er rondom hem allemaal leeft. Er zijn evenveel
mentaal verstedelijkte plattelanders.
Hoe is de mens toch zo vervreemd geraakt in de
verandering van ‘apig’ naar ‘mensig’? De apige
mens zal de natuur op zijn duimpje gekend hebben
en wist precies welke planten eetbaar waren, waar
je welke dieren kon verwachten. Hij wist waar hij
terecht bang voor moest zijn, welke geluiden onheil
verraden. Hij kende het landschap, kon het lezen.
Vandaag kijken wij over de andere wezens heen.
Het grootste deel van onze kinderen groeit op in
stapelsteden en kan nauwelijks een havik van een
kraai onderscheiden. Hoe kunnen ze in de wereld
geïnteresseerd geraken als ze zo weinig contact
ermee hebben?
Kunnen wij met kennis iets redden? We willen toch
weten met wie wij de omgeving delen. Is dat geen
geweldig begin? Er is nog een landschap dat leeft.
Dieren die op ons lijken. Al zijn het niet echt onze
zusters, ze zijn tenminste onze niet–zo-verre
nichten. Ze bevinden zich ergens aan de rand van
onze familiestamboom. We bestaan met elke vezel
van ons sterfelijk lijf uit hetzelfde materiaal dat
alle leven kwetsbaar maakt en verbindt.
Ook al is het soms zoeken om ze te vinden, toch
kun je hier nog wat bijzonders ontdekken. Oog in
oog staan met karakterkoppen dat is wat
u mag verwachten. Alledaagse
schoonheden zoals dazen, bijen en
muggen hebben een verborgen
schoonheid als je ze onder de loep
bekijkt. Hun ogen zijn in onvoorstelbare
facetten als edelstenen.
Gevaarlijk is het niet in het bos of op de
heide. Koeien en paarden zijn er zowat
de grootste beesten. Ooit moest de mens
op zijn hoede zijn voor mammoeten,
wolhaarneushoorns en sabeltandtijgers.
Een trektocht kon voor de nodige
opwinding voorzien. Nu moeten we niet
langer uitkijken voor holenberen, maar
voor flitspalen.
Toch is het prettig om te weten dat de
dinosauriërs nog steeds onder ons zijn,
in de eendenvijver, in de boomtoppen,
op de voerplank. Die roodborst met zijn
melancholisch lied is een bevederde
dinosauriër.
Je hoeft niet eens ver te gaan. Vele dieren
voelen zich veilig dicht bij de mens. Wat
er niet allemaal rondom ons leeft! Het
heeft niet veel gescheeld of de slechtvalk
was hier uitgestorven. Nu broeden deze
vogels in onze stapelsteden.
21
Ook de bosuil verovert de steden. Wat zou er in het
nachtelijk duister allemaal om ons huis sluipen?
Overdag verslapen ze zich in een schuilplaats, in de
nacht banen ze zich snel en geruisloos een weg
door de tuin en langs de straten. Dieren die te slim
zijn om bang van ons te zijn. Hoogontwikkelde
dieren die snel leren. Vossen leven met gemak
naast mountainbikers en Nordic-walkers. Ze weten
vlug wie te vertrouwen is. Vuilnisbakkenvossen
zoeken de steden op. Er zijn ratten en er is afval in
overvloed. Ze willen een belegde boterham. Ze laten
zich iedere avond in de vuilcontainer zakken, als
bejaarden bij het baantjeszwemmen. Terwijl doen
ze zich tegoed aan mayonaiseresten en likken lege
yogurtpotjes proper. Aan mensen storen ze zich
niet, als er maar te eten valt. Er zijn stadstuinen
met echte wilde dieren. Wie graag wilde natuur in
andermans achtertuin wil ervaren kan dat, als
mensen dat toestaan. Misschien kunnen ze een
euro groenheffing vragen. Zo wordt meer zichtbaar
dat natuur bijzonder en dichtbij kan zijn, en dat
het iets oplevert.
(Verschijnt bij AtlasContact)
De ijsbreker van het Beuven
De nacht heeft zijn koude adem op de aarde neergelegd.
Alles is gaan rillen en verstijven.
Deze huivering zal echter niet lang meer blijven,
want d’r is de zon die zoetjesaan de kou weerlegt.
Hoog in een den verschijnt een lichte vlek
van een vogel, van een gaai bij nader inzien.
Hij aarzelt vanwege de nog prille dag misschien
of warmt zich op deze door de zon beschenen plek.
Uit een decor van bruin en geel pijpenstro
maakt zich een Schotse Hooglander los.
Zijn horens, warrige vacht en staart met lange flos
verschaffen hem een ruig en woest imago.
Weids en uitgestrekt ligt voor me vervolgens het ven.
Vooraan gevangen in ijs van één nacht,
maar verderop kabbelt water nog zacht
naar een oever die ik zo vroeg maar moeilijk onderken.
Midden in de ijsvlakte opgesloten, een knobbelzwaan.
Zijn borst werkt als de boeg van een ijsbreker.
Daarbij helpen hem ook zeer zeker
zijn poten die als een scheepsschroef te werk gaan.
Aldus creëert hij zich een smalle doorvaart
waarbij zijn ranke hals af en toe onder water verdwijnt,
want daar in die duistere diepte heeft hij, naar het schijnt,
het een en ander aan eetbaars ontwaard.
Gerard Compiet
22