venkraai - knnv · 2017. 9. 11. · venkraai het verenigingsblad van de knnv - afdeling eindhoven...
TRANSCRIPT
Venkraai
Het verenigingsblad van de KNNV - afdeling Eindhoven
(Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, Vereniging voor Veldbiologie)
De verschijningsdata zijn: 20 februari, 20 mei, 1 september en 20 december.
Kopij kan tot uiterlijk 1 maand voor verschijning ingeleverd worden bij de eindredacteur.
Eindredactie
Gerard Vos
Redactieleden
Jelle Schuurmans
Jan Schellekens
Frank Toolenaar
De KNNV is een landelijke vereniging, opgericht in 1901. Het doel is natuurstudie en -bescherming
door middel van inventarisaties en activiteiten als excursies, lezingen en cursussen.
De afdeling Eindhoven - opgericht in 1945 - is op al deze terreinen actief, o.a. in een aantal
werkgroepen, zie hieronder. Het aantal leden bedraagt ongeveer 250.
Het lidmaatschapsgeld voor 2017 is € 32,00 voor een gewoon lid, € 13,75 voor een huisgenootlid, en € 18,50 voor een jeugdlid (jeugdlidmaatschap geldt t/m het jaar waarin men 25 jaar wordt). Bij toetreden na 30 juni geldt de helft van deze bedragen. Over te maken op de rekening van KNNV Afd. Ehv.
Gewone leden ontvangen naast het verenigingsblad het landelijke KNNV-tijdschrift ‘Natura’ 4x per jaar.
Een informatiepakket voor toekomstige leden ligt bij de ledenadministratie gereed.
Aanmelden en opzeggen kan bij de ledenadministrateur, zie hieronder.
Website: www.knnv.nl/eindhoven
Kopij
De volgende Venkraai komt uit op 20 mei 2017. Kopij hiervoor aanleveren vóór 20 april 2017. Per email: [email protected], of per post aan: Redactie Venkraai, De redactie behoudt zich het recht voor, teksten aan te passen of in te korten.
Adressen
Bestuur
Voorzitter
Han Monteiro
Secretaris
Jan Lanters
Penningmeester
Gerard Vos
Ledenadministratie
Henk van der Gaag
Lezingen
Neske Dupuis
Cursussen
Wim Wieland
Annet Kars
Publiciteit
Vacant
Werkgroepen
Vogelwerkgroep
Johan Goossen
Vogelgroep
Willy Meijer
Floristische werkgroep
Wim v.d. Ven
Insectenwerkgroep
P.T.H. Tutelaers
Mossenwerkgroep
Marleen Smulders
Paddenstoelenwerkgroep
Nel Bulthuis
Micro-hydrobiologische werkgroep
Joost van de Sande
Plantenwerkgroep
Petra van Leeuwen
Commissies
Excursiecommissie
Trudy Vos
Natuurbeschermingscommissie
Jacqueline van Heek
Stichting Stadsnatuur Eindhoven
Voorzitter: Paul Timmermans
Natuurhistorisch archief
Dit bevat alle Wetenschappelijke Mededelingen, uitgaven
van de Stichting Uitgeverij KNNV, inventarisatierapporten,
Venkraaien, Dubbelloven, excursieverslagen en andere
literatuur. leder lid van de afdeling kan gebruik maken
van dit archief. Inlichtingen bij Jelle Schuurmans
Bibliotheek Informatie: Harry Nouwen
Website
www.knnv.nl/eindhoven
Beheer: Harry Nouwen,
1
Voorjaar 2017
Berichten “Op de hoogte–5” 2
Algemene Ledenvergadering op donderdag 16 maart 3
Wijzigingen ledenbestand 4
Financieel 0verzicht 2016 5
Verslag van het bestuur over 2016 6
Notulen Algemene Ledenvergadering 2016 7
Jaarverslagen Werkgroepen en Commissies over 2016 9
Excursies Za 4 mrt Soerendonks Goor, Strijper Aa en Groote Heide 18
Za 11 mrt Drunense Duinen 18
Vr 24 mrt Turnhoutse Vennen, België 19
Do 6 apr Savelsbos in Zuid-Limburg 19
Za 15 apr De Mortelen 19
Za 29 apr De Mariapeel 20
Za 13 mei Moresnet, België 20
Za 27 mei Gew. Excursie Vierde Bergboezem en Gilzerwouwerbeek 21
Excursies Vogelwerkgroep 21
Lezingen Ma 20 feb "Zeggen van Limburg" 22
Ma 13 mrt "Nachtvlinders" 22
Do 13 apr "De Goudvink” 23
Cursus "Meteo en klimaat voor natuurliefhebbers" 17
Artikelen Uw foto op de voorpagina van de Venkraai? 17
Digitale Nieuwsbrief van de KNNV 23
Interview met Gerda Birza 24
Uit de historie van de Venkraai - Aflevering 6 26
De Opwindvogel 27
Poelenadoptieprogramma Eindhoven, natuureducatie in de stad 29
Voorblad Roodgatje Andrena haemorrhoa (solitaire bij) op Sleedoorn – Foto: Ad Brouwers
2
“Op de hoogte-5”
Han Monteiro
Voorzitter KNNV afdeling Eindhoven
We zijn al aan het nieuwe
jaar 2017 begonnen. Al
jaren heb ik voor een
nieuw jaar geen voorne-
mens meer gemaakt.
Mijn dochter zei tegen me
dat je geen voornemens
moet hebben maar
wensen. Wensen kun je
ook voor anderen
uitspreken. Daarom durf ik wel een aantal wensen
uit te spreken voor leden van de KNNV Eindhoven.
Ik wens dat leden zich kunnen vinden in onze
vereniging en hun wensen ook durven uit te
spreken. Verder wens ik dat nog meer mensen zich
betrokken voelen bij het doen en laten van onze
afdeling en hun kennis willen uitdragen en door-
geven aan de volgende generatie. Dat kan in kleine
kring door voor te leven hoe we met onze omgeving
kunnen omgaan. Maar ook in een grotere kring,
zoals Petra van Leeuwen dat doet met het Poelen-
adoptieprogramma Eindhoven. Haar artikel staat
verderop in deze Venkraai.
Een jaar geleden zijn we samen met het IVN
begonnen aan Operatie Steenbreek. Afgelopen
maand is er weer een bijeenkomst geweest van
ambassadeurs, waarbij een aantal min of meer
bekende thema’s de revue passeerden. Het
gescheiden afvoeren van rioolwater en regenwater,
opvangen van hemelwater in de eigen tuin, tegel er
uit plantje er in, vooral aansluiten bij bestaande
acties, woningcorporaties die huurders een
ingerichte tuin aanbieden die ze dan moeten
onderhouden, en zo werden er nog een aantal
ideeën geopperd die de operatie nog meer
bekendheid moeten geven.
De Graanschuur, het voormalige MEC, blijft onze
aandacht houden. Op de laatste bijeenkomst waar
de plannen aan de wethouder, mevrouw Schreurs,
werden gepresenteerd, bleken 57 ondernemers zich
aangemeld te hebben om activiteiten te ontplooien.
Te denken valt aan (Stads-)landbouw en Voeding,
Natuurbeleving en –beheer en Bewustwording en
Welzijn.
Struikelblok bleef het dak, dat over twee jaar
nog gerenoveerd moet worden, waarna in het
gebouw nog het een en ander verbouwd moet
worden. KNNV Eindhoven is geen onderneming,
wij kunnen pas over enige tijd kijken of er voor
ons nog ruimtes zijn. Aan Wieteke Brocken, de
“Kwartiermaker”, is het voorstel gedaan om in
een persoonlijk gesprek vast te stellen of de
Graanschuur ons, in de toekomst, iets kan bieden.
In de voorgaande twee bijeenkomsten is het
voornamelijk een kennismakingsronde geweest.
Wordt vervolgd.
Op 19 november 2016 werd op de Beleidsraad,
de landelijke bijeenkomst van bestuurlijke
afvaardigingen van 50 afdelingen, gesproken over
de fusie tussen KNNV en IVN. Het bleek dat er
binnen het landelijk bestuur van KNNV en IVN
geen meerderheid te vinden is voor een fusie. De
Stichting IVN, die onder andere de landelijke IVN-
verenigingen ondersteunt, vormt zowel organisa-
torisch als financieel een probleem. Dus er wordt
niet meer gesproken over een fusie en blijft het bij
een koepel. Hierbij sluiten KNNV en IVN zich aan
met behoud van eigen identiteit. Opmerkelijk is wel
dat bij een peiling onder de aanwezige vertegen-
woordigers 15 vóór een fusie en 14 tegen waren,
waarbij 5 leden zich onthielden van stemming.
We kunnen dus een koepel vormen, waarbij naast
het IVN-VEV ook andersoortige groene verenigingen
zich kunnen aansluiten. Binnen zo’n koepel kunnen
verenigingen, waar mogelijk, samenwerken en
elkaar helpen bij de PR.
Als u geïnteresseerd bent in een mooie, verrassende
natuurfilm, kom dan op 16 maart naar de Algemene
Ledenvergadering. Natuurlijk wordt op die
vergadering ook het reilen en zeilen van onze
afdeling duidelijk gemaakt. Zeker zeer interessant!
3
Jaarvergadering KNNV Afd. Eindhoven
Het bestuur van de KNNV Afd. Eindhoven nodigt alle leden uit tot het bijwonen van de
Algemene ledenvergadering op donderdag 16 maart 2017 om 20:00 uur, in IVN-gebouw D’n Aard, Ariëspad 5 in Veldhoven.
Agenda
1. Ontvangst met koffie
2. Opening
3. Mededelingen, plannen en beleid van de afdeling
4. Notulen van de Algemene ledenvergadering van 17 maart 2016
5. Jaarverslagen
6. Aanpassing Huishoudelijk Reglement: Invoeren buurlidmaatschap, zie volgende pagina
7. Financiën.
7.1. Rekening en verantwoording 2016
7.2. Verslag van de kascommissie betreffende rekening 2016
7.3. Décharge penningmeester
7.4. Contributie 2018
7.5. Herziening begroting 2017
7.6. Begroting 2018
7.7. Benoeming kascommissie (twee leden en een reserve-lid)
8. Verkiezing afgevaardigde en reserve naar de Vertegenwoordigende Vergadering
op zaterdag 1 april
9. Samenstelling bestuur: Verkiezing nieuwe bestuursleden.
Voorstel bestuur: Hanneke Pijlman en Annet Kars
10. Vaststellen van datum van Algemene Jaarvergadering in 2018. Voorstel: 22 maart
11. Rondvraag
12. Sluiting van de vergadering
Pauze, waarna:
Filmpresentatie “De verborgen wereld van de Strabrechtse Heide”
Deze prachtige film over een stuk natuur dat in
ons onderzoeksgebied ligt, is gemaakt door Han
Meeuwsen met hulp van zijn zoon Chris. Ook Jap
Smits is nauw betrokken geweest bij het maken van
deze film. De Strabrechtse Heide, die ten zuidoosten
van Eindhoven ligt, behoeft voor de meesten van
Nachtzwaluw
ons geen introductie. Brabants Landschap en
Staatsbosbeheer zwaaien de scepter over deze
heide, waarbij Staatsbosbeheer over het grootste
deel daarvan gaat. Han neemt ons mee in het
verhaal van de voedselketen, waarbij hij insecten
Sluipwesp
4
een belangrijke plaats geeft. Hoofdrolspelers zijn
onder andere kevers, mieren, bijen en wespen. Een
vogel als de Nachtzwaluw is daar afhankelijk van.
Planten zijn ook een deel van de keten waarbij een
goed bodemleven belangrijk is. Het zijn prachtige
opnamen, waarbij speciale apparatuur en
filmtechnieken een grote rol spelen. Met heel veel
geduld legt hij momenten vast die we misschien
kennen, maar nog nooit zo gezien hebben.
Er zitten unieke beelden bij. In de film speelt ook
het landschap een belangrijke rol, met mooie
beelden vanuit de lucht, en sfeeropnamen.
Aanpassing Huishoudelijk Reglement
Nieuw Artikel 1 lid 7:
”Door het bestuur kan aan leden van andere KNNV-
afdelingen de status van "buurlid" worden verleend.
Buurleden mogen deelnemen aan de activiteiten van
onze werkgroepen. Zij ontvangen het afdelingsblad
en berichten over onze activiteiten. Zij betalen een
vergoeding die overeenkomt met de contributie
van een huisgenootlid”.
Indien er andere ideeën zijn over het invoeren van
het buurlidmaatschap, dan hoort het bestuur dat
graag uiterlijk 2 weken vóór de vergadering. We
kunnen die dan tijdens de vergadering bespreken.
De ideeën zijn welkom bij de secretaris.
Schema van aftreden bestuursleden
Functie Naam 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Voorzitter Han Monteiro x xx
Secretaris Jan Lanters x xx
Penningmeester Gerard Vos xx x
Lid
Lid
x = Herkiesbaar voor een volgende termijn xx = Niet herkiesbaar
Andere functies
Cursuscommissie Wim Wieland, Annet Kars
Lezingcoördinator Neske Dupuis
Webmaster Harry Nouwen
Redactie Venkraai Gerard Vos, Jelle Schuurmans, Jan Schellekens, Frank Toolenaar
Excursiecommissie Trudy Vos, Carla van Moorsel, Jacques van Kessel,
Annemieke van Vucht, Rob van Vucht
Natuurbeschermingscommissie Jaqueline van Heek
Ledenadministratie Henk van der Gaag
Natuur Historisch Secretaris Vacant
Wijzigingen ledenbestand van 21-11-2016 t/m 27-1-2017
Overleden Mw. P.F. Verhoeven
Verhuisd Dhr. W.Th. van Harrevelt Mw. C.E.M. van Isterdael-Claes
Geen lid meer per 01-01-2017 Mw. G. Figdor Mw. C.S. Rammers Stuur wijzigingen naar onze ledenadministrateur: [email protected]
5
6
Verslag van het bestuur over het jaar 2016
Jan Lanters, secretaris
Bestuursactiviteiten
Nieuwjaarswandeling
Dit jaar hebben we gewandeld op de Malpie, met
een heerlijke kop soep in het Boothuys van Bofra.
Het was prima weer en 24 leden namen aan de
wandeling deel.
Vergaderingen
Er waren 7 bestuursvergaderingen. Tevens hebben
we twee keer samen vergaderd met het bestuur van
de afdeling Veldhoven-Eindhoven-Vessem van het
IVN. Tijdens deze bestuursvergaderingen hebben we
in totaal 57 actiepunten gedefinieerd en afgewerkt.
Ook werden twee vergaderingen van de Beleidsraad
van de KNNV en twee gewestelijke vergaderingen
bezocht. Bij twee van de vergaderingen zijn de NBC
en Ellen van Rosmalen van de Gemeente Eindhoven
aanwezig geweest. Verder werd driemaal een
regionale IVN-vergadering bezocht.
Algemene jaarvergadering
Deze werd bezocht door 30 leden, dit is één meer
dan in 2015. Gerard gaat gelukkig door als
penningmeester. We hebben afscheid genomen van
ons bestuurslid Margriet Bekking, die deze functie
drie jaar tot ieders tevredenheid heeft vervuld. Dit
betekent wel dat we nu nog maar met zijn drieën
het bestuur vormen. Dat is veel te weinig. Gelukkig
hebben we in de loop van het jaar twee nieuwe
bestuursleden kunnen vinden, die op de volgende
ALV benoemd kunnen worden.
Huisvesting
We zitten nu al meer dan twee jaar bij het IVN-VEV
in d’n Aard in Veldhoven. Dat bevalt prima en is ook
te betalen omdat de gemeente Eindhoven hiervoor
subsidie heeft gegeven. Het MEC in Eindhoven is
herdoopt in de Graanschuur en er zijn acties om
hierin weer nieuwe activiteiten te starten. Maar of
hier voor ons weer plaats zal zijn is nog zeer
onzeker.
Steenbreek
Er lopen diverse acties om in samenwerking met de
gemeente Eindhoven de Operatie Steenbreek vorm
te geven.
Publiciteit
We proberen in onze minimale bestuurssamenstel-
ling de publiciteit zo goed mogelijk te handhaven.
Gelukkig heeft ons aspirant bestuurslid Hanneke
Pijlman al een aantal taken voor de publiciteit op
zich genomen.
Venkraai
Ons verenigingsblad ziet er prachtig uit in kleur.
We denken de uitgave op deze manier te kunnen
voortzetten. Verhalen en foto’s voor de Venkraai
zijn van harte welkom!
Website
Harry Nouwen beheert onze website, die inmiddels
een steeds beter aanzicht biedt en ook door veel
mensen wordt bekeken.
Exposities
We zijn dit jaar aanwezig geweest bij de open dag
van het IVN in Veldhoven en op “De andere Mert”
in Geldrop.
Gedelegeerde activiteiten
Cursussen
Deze werden georganiseerd door Wim Wieland.
Zie verder het jaarverslag van de cursussen. Er waren
gemiddeld 18 deelnemers bij onze vier cursussen,
iets minder dan vorig jaar. Bij een aantal van deze
cursussen werd gebruikt gemaakt van een Groen en
Doen subsidie en boden we deelnemers een gratis
lidmaatschap voor beperkte tijd aan.
Lezingen
Er werden zes lezingen georganiseerd door Neske
Dupuis. Ze werden door gemiddeld 42 personen
bezocht, weer meer dan vorig jaar.
Excursies
Naast de nieuwjaarswandeling heeft de excursie-
commissie 22 excursies georganiseerd. Twee werden
helaas afgelast wegens slecht weer en twee wegens
te weinig belangstelling. Gemiddeld deden er 11,9
personen mee met de excursies. In 2015 was dat
gemiddelde 13,6.
Ledenadministratie
Deze wordt gedaan door Henk van der Gaag.
Er zijn nu 244 leden, na vele jaren een lichte
toename, ondanks het overlijden van een aantal
oudere leden en opzeggingen. We konden maar
liefst 17 nieuwe leden begroeten.
Natuurbeschermingscommissie
Hierin zitten Jacqueline van Heek en Riki Sleegers.
Zie verder het jaarverslag van de NBC.
7
Vertegenwoordiging
Bij Trefpunt Groen Eindhoven. Dit wordt gedaan
door Riki Sleegers en Jacqueline van Heek.
Groenbeleidsplan gemeente Eindhoven
Hiervoor is er regelmatig overleg met de gemeente
Eindhoven.
Tot slot
Het bestuur wil alle mensen van commissies en
werkgroepen bedanken voor hun inzet in het
afgelopen jaar. Dit geldt natuurlijk ook voor alle
anderen die zich voor allerlei activiteiten hebben
ingezet.
Verder vindt u in dit nummer de jaarverslagen van
de werkgroepen en commissies. Ik wil allen hartelijk
danken voor het tijdige afleveren van hun bijdrage!
Notulen algemene ledenvergadering op 17 maart 2016
Jan Lanters, secretaris
Aanwezig
Anita Liebregts, Anneke van der Ende, Annemieke
van Vucht, Everd de Jongh, Gerard Vos, Han
Monteiro, Hans Oversteegen, Harry Nouwen, Henk
van der Gaag, Herman Haijkers, Jan Lanters, Jelle
Schuurmans, Joep Spronk, Joost van de Sande, Jos
Giesberts, Leonhard Schrofer, Margriet Bekking,
Marleen Smulders, Monique Lanters, Neske Dupuis,
Peter Backbier, Plonie Oversteegen, Plonie van
Campen, Ria Wieland, Riki Bosklopper, Rob van
Vucht, Trudy Vos, Willy Meijer, Wim van der Ven,
Wim Wieland (30 personen)
Afwezig met kennisgeving
Anita Liebregts, Carla Houniet, Carla van Moorsel,
Corrie van der Gaag, Duco Nijman, Frank Cazemier,
Gé Pellikaan, Gerda Birza, Ivo Rothuizen, Jacqueline
van Heek, José Walthuis, Lettie Morauw, Maria
Belloni, Marianne van Zeeventer, Martien Helmig,
Nel Bulthuis, Peter van Rooij, Petra van Leeuwen,
Trudy Mennen, Ursula Elskamp, Willem van Harrevelt
(20 personen)
Ontvangst
In d’n Aard in Veldhoven.
Opening
Iedereen werd welkom geheten bij de vergadering
door onze voorzitter Han Monteiro.
Mededelingen, plannen en beleid
van de afdeling
De voorzitter noemt de inventarisatie van Gennep als
een van de punten waar wij als afdeling veel tijd en
moeite in gaan stoppen. Ook spelen we een rol bij
het implementeren van de actie Steenbreek, een
initiatief om de dorpen en steden te vergroenen;
tegels vervangen door planten. Over het MEC,
tegenwoordig Graanschuur genaamd, is niet veel
nieuws te vertellen. De samenwerking tussen KNNV
en IVN op landelijk niveau zal leiden tot het
aanbieden van de KNNV reizen en kampen aan
IVN-ers. Op lokaal niveau kan de samenwerking
ook steeds meer gestalte krijgen, zoals wij ook
samenwerken met IVN-VEV.
Notulen van de Algemene
ledenvergadering van 12 maart 2015
Geen opmerkingen. Afhandeling actiepunten: geen.
Jaarverslagen over 2015
Bestuur
Een opmerking van Joep Spronk: Realiseert het
bestuur zich wel dat er aan de digitale opslag
van het archief ook risico’s zijn verbonden?
Met name de bestendigheid en leesbaarheid van
bestanden op lange termijn is niet gegarandeerd.
Antwoord: ook aan papieren opslag zitten risico’s,
we willen hier hoe dan ook van af. We zullen bij de
invoering van het digitale archiveren nog eens
kijken wat de beste manier is. In ieder geval
wordt de toegankelijkheid heel veel beter.
Vogelwerkgroep
Geen verdere opmerkingen.
Vogelgroep
Geen verdere opmerkingen.
Floristische Werkgroep
Geen verdere opmerkingen.
Insectenwerkgroep
Geen verdere opmerkingen.
Mossenwerkgroep
Geen verdere opmerkingen.
Paddenstoelenwerkgroep
Geen verdere opmerkingen.
Micro-hydrobiologische werkgroep, in samen-
werking met de afd. Zuid van het NGVM
Geen verdere opmerkingen.
Plantenwerkgroep
Geen verdere opmerkingen.
8
Excursiecommissie
Geen verdere opmerkingen
Natuurbeschermingscommissie
Geen verdere opmerkingen
Cursuscommissie
Geen verdere opmerkingen
Aanpassing Huishoudelijk Reglement
Een aanpassing van het HHR voor het invoeren van
een buurlidmaatschap wordt door Jan getoond op
het scherm. De introductie van dit Buurlidmaatschap
stuit op problemen bij een aantal leden. Jelle merkt
op dat het in strijd is met de statuten, omdat deze
alleen maar gewone en huisgenootleden kennen.
We zullen in het HHR duidelijk moeten maken dat
ook buurleden gewone leden zijn met al hun rechten
en plichten. Het enige verschil is dat er geen afdracht
hoeft te worden betaald. Marleen vraagt zich af waar
dit goed voor is. Leden van de afdeling Tilburg
draaien al mee bij de mossenwerkgroep, zij zouden
nu moeten gaan betalen voor een lidmaatschap. Het
bestuur kijkt hier nog eens naar, misschien zouden
we ook abonnementen voor alleen de Venkraai
kunnen introduceren. Ook hier komt het bestuur
op terug.
Financiën
Rekening en verantwoording 2015
Gerard geeft een overzicht van onze financiën.
Hij merkt nog op dat de winst uit cursussen
ca. €1200 is, weer meer dan vorig jaar.
Verslag van de kascommissie betreffende
rekening 2015
De kas is gecontroleerd door Anita Liebregts en
Willem van Harrevelt. Jan leest het verslag van de
kascommissie voor, de boekhouding is in orde
bevonden.
Décharge penningmeester
De voorzitter stelt voor om onze penningmeester
décharge te verlenen. De vergadering stemt hier mee
in onder applaus.
Contributie 2017
De penningmeester stelt voor om de contributie voor
2017 hetzelfde te laten. De vergadering stemt hier
mee in.
Herziening begroting 2016
Gerard legt de getallen uit, ook de wijzigingen i.v.m.
de subsidie die we van de gemeente Eindhoven
krijgen, dit stelt ons in staat om een mooiere
Venkraai uit te geven. Ook van Groen en Doen
krijgen we subsidie, hierdoor veranderen de
bedragen voor de cursussen.
Begroting 2017
Het begrotingsvoorstel van Gerard wordt zonder
commentaar aangenomen.
Benoeming kascommissie (2 leden en reservelid)
Anita Liebregts en Wil Busink stellen zich beschik-
baar voor de kascommissie. Peter Backbier zal (weer)
als reserve lid optreden.
Verkiezing afgevaardigde en reserve
naar
de Vertegenwoordigende Vergadering op
zaterdag 16 april 2015 in Nijkerk
Harry Nouwen heeft zich bereid verklaard om er
naar toe te gaan als onze afgevaardigde. De stukken
zullen hem door de secretaris worden toegezonden.
Jelle zal als plaatsvervanger fungeren.
Samenstelling van het bestuur
Aftreden Margriet Bekking: Margriet treedt af
volgens schema en stelt haar positie beschikbaar
wegens drukke werkzaamheden voor de landelijke
KNNV en haar geringe beschikbaarheid in het
bestuur. De vergadering bedankt haar met een
applaus.
Herverkiezing van Gerard Vos: Gerard treedt af
volgens schema en stelt zich weer verkiesbaar.
Gerard wordt onder applaus bij acclamatie herkozen.
Verkiezing van nieuwe bestuursleden: helaas hebben
zich nog geen nieuwe kandidaten gemeld, hoewel er
wel gesprekken gaande zijn. Voorlopig zal het
bestuur dus uit slechts 3 leden bestaan.
Vaststellen van datum van Algemene
Jaarvergadering in 2017
Voorgesteld wordt 16 maart. De vergadering stemt hiermee in.
Rondvraag
Henk: waar kan ik de statuten van onze vereniging
vinden? De officiële versie is alleen beschikbaar op
papier. Er is ook een ingescande versie, die gaat t.z.t.
in het archief en komt beschikbaar voor alle leden.
Joost vraagt om zijn ontheffing F&F wet aan te
passen. De tekst op de ontheffing komt niet
helemaal overeen met de werkzaamheden voor de
micro-hydrobiologie. Jan meldt dat alle ontheffingen
op 15 mei verlopen en moeten worden vernieuwd.
Aanpassingen kunnen dan worden doorgevoerd in
overleg met de WG contactpersonen.
Sluiting van de vergadering
Margriet reikt cadeaus uit aan mensen die zich voor
de vereniging verdienstelijk hebben gemaakt:
Henk voor zijn werk als ledenadministrateur,
9
Riki als lid van de NBC,
Harry voor zijn werk voor onze website,
Wim voor zijn werk voor de cursuscommissie,
Neske voor het organiseren van onze lezingen,
Gerard voor de redactie van de Venkraai,
Trudy als lid van de excursiecommissie.
De voorzitter bedankt Margriet met een cadeau
voor haar werk als bestuurslid. Ze heeft met name
de publiciteit heel goed op de kaart gezet.
Annemieke krijgt ook een bloemetje voor alle
ondersteuning die ze de voorzitter heeft gegeven
Jaarverslagen van de werkgroepen en commissies over
2016
Floristische werkgroep
Wim van der Ven
Inventariseren van wilde planten
Dit jaar hebben we in de Genneper Parken geïn-
ventariseerd. Voor ons waren dat een aantal losse
gebiedjes. Het opmerkelijkst was wel het z.g.
‘Natuurgebied’. Daar was voorheen de stadskwekerij,
en dat is nog wel te merken. Er staan planten die
hier in de natuur niet voorkomen. Zoals Rubus
thibetanus die niet eens een Nederlandse naam heeft.
Een braam die in de winter opvalt door zijn witte
takken. Ook Witte kornoelje (Cornus alba) en
Sneeuwbes (Symphoricarpos albus) komen niet
overal voor. De twee keren dat we het ‘Natuurgebied’
hebben geïnventariseerd was het nat. De eerste keer
door de regen. De tweede keer was de grond daar
door en door nat, het grondwater stond tot aan het
maaiveld. En door de Rubus thibetanus was er voor
ons geen doorkomen aan.
Daarnaast hebben we nog 6 km-hokken op onze
normale wijze geïnventariseerd.
Herbarium
Over 2016 zijn een paar bijzondere vermeldingen
te doen betreffende het herbarium. Officieel is het
herbarium door de gemeente Eindhoven overge-
dragen aan het Natuurmuseum in Tilburg. Met de
KNNV moet nog een gebruikersovereenkomst
worden gesloten, zodat wij in Veldhoven aan het
herbarium kunnen blijven werken.
We hebben insecten gevonden in het herbarium:
Stofluizen en kevers, en larven van die kever. De
meeste kevers en larven zijn dood. Waarschijnlijk
doordat we alles regelmatig in de diepvries doen.
Het eerste jaar dat het herbarium in Veldhoven
stond is dat niet gebeurd.
Kever, larve en stofluizen (klein) op mm-papier
Meedoen
Heb je zin om met ons mee te lopen of aan het
herbarium te werken? Kijk op onze agenda wanneer
we bij elkaar komen. Je hoeft je niet aan te melden.
Of loop eens op een dinsdagmorgen binnen in D’n
Aard (winterseizoen).
Plantenwerkgroep
Petra van Leeuwen
Bomen, daar gingen we mee aan de slag en daarvoor
startten we de winterperiode met een excursie,
vertrekkende vanaf Boschlaan, what’s in a name!
Tijdens de werkgroepavonden in D’n Aard worden
de bestudeerde bomen en typische planten
gepresenteerd aan de hele groep: we leren van en
ontdekken met elkaar en ieder brengt het zijne in!
In de voorjaars- en zomerperiode bezochten we
verschillende locaties, waaronder het Eckartse Bos,
Stratumse Heide rondom Karperven, en de Herber-
tusbossen. We zijn ’t alweer bijna vergeten, maar het
regende in ’t voorjaar erg vaak op maandagavond! De
excursie in de zomer ging naar de Mortelen. Het jaar
werd afgesloten met deelname aan de Plantenjacht,
10
georganiseerd door Floron. Een rondje langs het
kanaal en de Kampinafabriek leverde 14 winterse
bloeiers op!
Het aantal werkgroepavonden ligt in het buitensei-
zoen op twee per maand. In de winter hebben we
een maandelijkse maandagavond in D’n Aard.
Met een plantenwerkgroep-tiental en een aantal
‘Vrienden van de Plantenwerkgroep’ op de lijst
hebben we een mooie groep. Iedereen die graag
meer wil leren over wilde planten is welkom!
Mossenwerkgroep
Marleen Smulders
Ook in 2016 is de mossenwerkgroep het hele jaar
door het veld in gegaan, gemiddeld drie dagen per
maand. Slechts een paar keer heeft het weer (regen
of sneeuw) ons tegengehouden. De samenstelling van
de groep wisselt afhankelijk van de periode van het
jaar. Tijdens de zomermaanden waren veel leden
druk met andere zaken (planten, beestjes of met
reizen) maar tot mei en vanaf september was de
groep meestal zo goed als compleet; dat betekent in
ons geval zo’n 10 mensen.
Waar hebben we ons in 2016 mee bezig gehouden?
Inventarisatie Groene woud
Met dit project zijn we in 2014 gestart en het loopt
nog steeds. Het is een omvangrijke klus van meer
dan 30 kilometerhokken. Het onderzoeksgebied
strekt zich uit van de Tregelaar in Oirschot,
vervolgens de Mortelen, landgoed Heerenbeek en
landgoed Velder en vervolgens natuurgebied de
Scheeken tot Boskant. We zijn momenteel bezig in
het oostelijk deel bij de Scheeken en verwachten dat
we het veldwerk in 2017 zullen afronden. Het is een
prachtig mossengebied met een grote diversiteit aan
biotopen waardoor het voor ons steeds weer
spannend is wat we tegen zullen komen. Door zijn
kleinschaligheid is het landschappelijk ook heel fraai
en het is al een genot om er te zijn en gewoon van de
natuur te genieten.
Project Genneper Parken
Zoals de meeste werkgroepen hebben wij ook
hieraan meegewerkt. In totaal hebben we er vijf
dagen rondgestruind, geprobeerd om de verschillen-
de biotopen zo goed mogelijk te onderzoeken en
vast te leggen welke soorten er voorkomen. Hoewel
we eerder in het gebied onderzoek deden, was het de
eerste keer dat we ons beperkt hebben tot het gebied
van de Genneper Parken, dus een vergelijking met
eerdere inventarisaties kunnen we niet echt maken.
Inventarisatie in Limburg
Op verzoek van enkele Limburgse bryologen, met
name Paul Spreuwenberg, gaan we regelmatig op
zaterdag naar Limburg. In 2016 hebben we het
onderzoek bij het Areven nabij Weert afgerond en
zijn we tweemaal naar Groeve ’t Rooth in Zuid-
Limburg geweest. Voor ons Brabanders is Zuid-
Limburg heel spannend en leerzaam omdat de kalk
soorten oplevert die we bij ons niet tegenkomen.
Onlangs zijn we begonnen met de inventarisatie van
het Leudal nabij Roermond, waar we ook weer heel
bijzondere waarnemingen hebben gedaan.
Enkele dagen samen weg
Het is inmiddels traditie geworden dat we eenmaal
per jaar met de leden van de werkgroep en eventuele
partners enkele dagen elders gaan bivakkeren. We
zoeken dan een mooie omgeving uit waar we
11
interessante mossen verwachten. Dit jaar zijn we in
de Eifel geweest bij Fuchshofen. We laten ons dan
verwennen in een hotel en gaan er overdag op uit.
We ontdekken op deze manier voor ons nieuwe
soorten en de bij ons zeldzame soorten kunnen
we zo beter leren kennen.
En verder
Daarnaast gaan veel werkgroepleden er ook buiten
de Eindhovense werkgroep op uit om naar mossen te
kijken. Ze sluiten zich aan bij landelijke excursies of
kampen of gaan individueel op pad om mossen te
zoeken. Dat beperkt zich dan niet tot ons eigen
Brabant of Nederland. Heel Europa en soms
daarbuiten behoort tot het interessegebied van
sommige Eindhovense bryologen.
Onze gastvrijheid
Iedereen is welkom om zich bij ons aan te sluiten.
Je kunt om de sfeer te proeven ook gewoon een
keertje een (halve) dag mee op pad gaan, of kom
eens langs op de werkgroepavond.
Insectenwerkgroep
Piet Tutelaers
Afgelopen jaar hebben we een tweetal excursies
naar het Wijffelterbroek gehouden. Een bijzondere
waarneming daar was een barnsteenslak die door
een platworm was geparasiteerd (foto hieronder).
Deze parasiet weet de voelsprieten van de slak
zodanig te manipuleren dat deze ze niet meer kan
intrekken en een pulserende beweging maken, dit
om vogels te lokken en te verleiden om van de slak
te eten en zo mee te helpen aan de verspreiding van
de platworm. Op Wikipedia (zie literatuur) staat een
video die dit fenomeen heel mooi laat zien.
Barnsteenslak geparasiteerd door platworm
(Leucochloridium paradoxum) – Foto: Ad Brouwers
Verder hebben we het Loondermolenpad verkend,
dat is een nieuwe wandelroute die door Natuurmo-
numenten is uitgezet bij de samenvloeiing van
Dommel en Keersop op de grens van Waalre en
Riethoven. Ook hier hebben we een beeldverslag van
gemaakt (zie bij Links).
Het jaar hebben we afgesloten met twee fietsexcur-
sies, eentje ter verkenning van de Huisvennen in de
Kampina en een andere om de entomofauna van een
aantal vennetjes in de Groote Heide en Meelakkers
bij Heeze en Geldrop te onderzoeken.
In de winterperiode hebben we een aantal praat-
avonden georganiseerd bij onze leden thuis. Dit jaar
waren Henk van Oudenhoven, Dré Teunissen en
Lothar Rutten aan de beurt. Bij Henk heb ik verteld
over mijn ervaring met “Klasse”, een computerpro-
gramma voor het beheren van entomologische
waarnemingen en collecties.
Dré bracht verslag uit over zijn reis naar Marokko
en de kevers die hij onderweg is
tegengekomen is. Lothar heeft ons
geïnformeerd over een inventari-
satie rondom de Gender, een
beekje dat ontspringt bij het E3-
strand bij Eersel en dat via het
golfterrein aan de zuidkant van de
A67 haar baan vervolgt richting
Veldhoven. Deze inventarisatie is
uitgevoerd door het IVN Bergeijk-
Eersel.
Op verzoek van Wim Wieland heb
ik in augustus een spinnencursus
gegeven voor onze afdeling. Deze
cursus bestond uit twee theorie-
avonden en een afsluitende excursie. Van deze
excursie is een verslag verschenen in nummer
2016-4 van de Venkraai.
Dik Hermes heeft samen met Berend Aukema deel IV
van de Verspreidingsatlas Nederlandse wantsen
gepubliceerd. Dit deel toont de verspreiding in
Nederland van een vijftal wantsenfamilies waarvan
die van de Lygaeidae, de bodemwantsen, de grootste
is. Voor het laatste deel, deel V, zijn de gegevens van
alle grote Nederlands collecties nu vrijwel geheel
opgenomen.
12
We prijzen ons gelukkig met twee nieuwe leden:
John Cox uit Valkenswaard en Bas Buenen uit
Eindhoven. John is geïnteresseerd in libellen en
sprinkhanen maar heeft ook interesse voor andere
geleedpotigen zoals kevers en spinnen. Bas studeert
voor biologieleraar in Tilburg en heeft interesse in
spinnen en slangen. John en Bas geven hun
waarnemingen graag door aan waarneming.nl.
Wordt dit een nieuwe trend binnen onze werkgroep?
Het raadsel van Hans en Ploni Oversteegen is nog
steeds niet opgelost. Dat komt omdat de cocons
enerzijds moeilijk te vinden zijn en anderzijds
omdat het opkweken van de cocons tot nu toe
mislukt is. Ik heb bij het Expertise centrum van
Naturalis geïnformeerd of het mogelijk is om via
DNA te bepalen tot welke diergroep de coconbou-
wers behoren. Men vertelde mij dat dit kan mits het
materiaal nog in goede conditie is. Aan dit DNA
onderzoek zijn echter kosten verbonden in de orde
van 300€. Ik heb een offerte aangevraagd voor het
precieze bedrag en zo gauw ik die ontvangen heb,
zal ik hier in de Venkraai een oproep doen voor
mensen die samen met onze werkgroep dit project
willen gaan sponsoren. Hopelijk kunnen we zo iets
meer te weten komen over de geheimzinnige
coconbouwers.
Ledenlijst
http://www.knnv.nl/eindhoven/iwg/leden
Links
http://www.knnv.nl/eindhoven/iwg/verslagen/
Wijffelterbroek_20160526
http://www.knnv.nl/eindhoven/iwg/verslagen/
Loondermolenpad_2016
Literatuur
Aukema, B., en Hermes, D.J., Verspreidingsatlas
Nederlandse wantsen (Hemiptera: Heteroptera).
Deel IV: Pentatomorpha I, EIS Kenniscentrum
Insecten, Leiden, 2016.
NN, Leucochloridium paradoxum (Trematoda,
Digenea), een parasitair levende platworm.
Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/
Leucochloridium_paradoxum.
Publicaties
Zie onze website bij de diverse specialismen.
Inventarisaties
Spinnen in de leembossen van het Groene Woud
(in de maak).
Micro-hydrobiologische werkgroep, in samenwerking met de afd.
Zuid van het NGVM
Joost van de Sande
Dit jaar zijn er weer 16 werkavonden geweest op de
eerste en derde woensdag, en een excursie, gevolgd
door een microscopie-middag.
De meeste werkavonden zijn weer besteed aan het
bestuderen van watermonsters, zo ook de
excursiedag. Enkele werkgroepleden hebben nog een
avond verzorgd over coupes maken, inventarisatie
van kleine waterbewoners, favoriete literatuur,
bijzondere fotografietechnieken, omkeermicroscopie
en kristallisatie. Verder heeft Pieter van den Boomen
een hele fijne avond over korstmossen verzorgd.
Voor de excursie die we jaarlijks proberen te
organiseren zijn we dit jaar naar het Kanunnikens-
ven en het Rietven geweest. Hieraan hebben 16
mensen deelgenomen van KNNV en NGVM, en ook
twee leden van het KAGM (Koninklijk Antwerps
Genootschap voor Microscopie) waren onze gasten.
Naar het oordeel van de deelnemers was het ook nu
weer een groot succes. Dit jaar dus weer, op dezelfde
plaats maar met een ander ven.
Bij de jaarafsluiting hebben we genoten van de aan-
wezigheid van de echtgenotes van een paar leden.
De avond werd extra feestelijk doordat enkele leden
ons lieten genieten van hun zelfgemaakt gebak.
Ook dit jaar zijn we doorgegaan met het gezamenlijk
bemonsteren van vennen. Meerdere keren zijn we er
op uitgetrokken en de animo voor deze activiteit
blijft groot dus gaan we daar het komend jaar mee
door.
Het contact met het KAGM zullen we het komend
jaar proberen te versterken.
Een nieuwe activiteit van onze werkgroep is het
gezamenlijk een bezoek brengen aan een instituut
dat een relatie heeft met microscopie, en dat was
vorig jaar Micropia. Het heeft dit jaar geen vervolg
gekregen, maar het was wel een succes en we zullen
zeker proberen weer soortgelijke activiteiten op te
pakken.
Het ledenbestand (KNNV+NGVM) bleef 15.
13
Eenieder is van harte welkom op de eerste en derde
woensdag van de maand om onze werkgroep te
komen versterken, zomaar voor een avond of
permanent. Zo nu en dan houden we nog een extra
bijeenkomst op een andere dag dan woensdag,
werkgroepleden worden daarvan op de hoogte
gehouden.
Vogelwerkgroep
Monique Lanters
De vogelwerkgroep komt tweemaal per maand bijeen
in d’n Aard in Veldhoven. Het eerste uur wordt er
vergaderd en worden waarnemingen uitgewisseld.
Het tweede uur wordt besteed aan studie van vogels.
In het afgelopen jaar waren dat o.m. onderwerpen
als de Klapekster, de inventarisatie van Haghorst,
steltlopers, duikers en de geluiden van vogels.
Tweemaal per jaar hebben we een meerdaagse
excursie. In 2016 in het voorjaar naar het
Lauwersmeer en in het najaar naar Texel.
Elke woensdag is er een wandeling in verschillende
natuurgebieden in de omgeving van Eindhoven.
Bovendien is er ook nog één à twee keer in de maand
een weekend-excursie. Deze kunnen ook wat verder
weg zijn, b.v. naar Zeeland. Deze excursies zijn vrij
toegankelijk voor alle leden van de KNNV en worden
daarom ook in de Venkraai gepubliceerd.
Afgelopen broedseizoen hebben we ook een
inventarisatie uitgevoerd naar het voorkomen van
bijzondere broedvogels in de Collse Zeggen. Dit in
opdracht van de Bosgroep Zuid.
Ook werden er diverse midwintertellingen, MUS
(Meetnet Urbane Soorten) en Punt-Transect-Tellingen
gedaan door verschillende leden van de vogelwerk-
groep. Daarnaast nog kolonietellingen, en tellingen
van de Klapekster en Kerkuilen. Ook was er nog een
telling voor Eurobirdwatch.
Helaas hebben we dit jaar afscheid moeten nemen
van een vogelwerkgroeplid: Hans van As. Hij was al
lid sinds de jaren ’70. Weliswaar verhuisde hij in
1987 naar Apeldoorn, maar hij bleef altijd een actief
correspondentielid en ging regelmatig mee met
weekendexcursies. We zullen hem missen.
De vogelwerkgroep bestaat nu uit 31 gewone leden
en 5 correspondentieleden.
Vogelgroep
Hans van Sprang
Soms is het goed iets onverwachts te benoemen.
“Wat waren de meest onverwachte zaken die ons
als vogelgroep in 2016 overkwamen? “ heb ik als
uitgangspunt genomen van dit jaarverslag.
Ik denk allereerst het feit dat het zo pijnlijk duidelijk
werd dat alles eindig is en slijt. We zagen dat we drie
van onze leden vanwege artrose-gerelateerde opera-
ties een deel van het jaar moesten missen en dat
Witgesterde blauwborst
een ander vanwege meerdere operaties ook vaak
afwezig was.
Tegelijk was 2016 het jaar waarin de groep in
augustus het 35-jarig jubileum vierde met een lunch
voor leden en enkele oud-leden in de Hollanders-
hoeve bij het Beleven. Daar werd Willy Meijer in het
zonnetje gezet, die de organisatie van de wandelin-
gen doet. Daarbij had de lunch het fantastische
resultaat, dat de initiator van het eerste uur, Hans
Oversteegen, de smaak na die lunch weer zo te
pakken had, dat hij ook weer een aantal keren
meeging op de maandelijkse excursies. Daar ligt voor
ons de hoofdactiviteit en daar merken we dat je met
een groep van vijf meer ziet dan als vijf eenlingen.
In een jaaroverzicht kun je weinig overbrengen van
het moment dat je door en door koud de eerste
zonnestralen door de grondmist ziet komen met het
geluid van kolganzen boven je hoofd. Of van het
gevoel dat die IJsvogel oproept als hij stil ijselijk
blauw zit te zijn op die boomtak, vlak boven het
water. Toch zijn dat de momenten die bijblijven,
14
de intense rust en het geluk dat zo’n beeld oproept.
Een beeld zegt meer dan 40 soorten. Ik heb het
gevoel dat we de excursies maken om te genieten
van wat de vogels en de natuur ons bieden, dat we
open staan om te leren van wat anderen ons
daarover kunnen vertellen en dat we ieder voor zich
nog wel een paar geheime doelen hebben die we van
elkaar accepteren. Zo is het ook echt gezellig om
samen naar Goudhaantjes te luisteren en dan te
ontdekken wie ze nog wel en wie ze niet meer kan
horen. Ook daar zit het leven vol verrassingen.
We zijn dit jaar in Nederland gebleven. Een weekend
Lauwersmeer, vooral gekenmerkt door hagel en
regen, en verder zondagochtend-excursies naar
plaatsen waar we voor die dag veel vogels hadden
besteld. Bestellingen die niet altijd geleverd werden.
Toch zijn er altijd constante factoren waar je op
kunt rekenen. De Klapekster eenzaam boven in een
boompje op de hei bij Soerendonk in december, de
Bonte vliegenvanger bij een wandeling in mei op de
Hamert, de Kluten in oktober bij de Bergse diepsluis
op Tholen of de Blauwborst in april in het Diessens
broek. Of juist dat onverwachte, nieuwe aspect van
een wandeling in de voor ons nieuwe Schoorkuilen
bij Nederweert-Eind waar we begin november
prachtig jagende Slechtvalken konden zien en even
later een al even fanatiek jagende Witwangstern.
Met zulke uiteenlopende waarnemingen in steeds
weer andere fantastische natuurgebieden blijft de
groep enthousiast en springlevend, ook al is de
gemiddelde leeftijd niet meer zo piep.
Paddenstoelenwerkgroep
Nel Bulthuis
Het paddenstoelenseizoen was kort, maar heeft
toch leuke soorten opgeleverd en grote aantallen
vruchtlichamen per soort. De zomer was te warm
en te droog.
Bijna iedere week een excursie met uitzondering van
de zomermaanden. Op woensdagavond bijeenkom-
sten waar o.a. de gevonden soorten besproken
worden.
De jaarlijkse binnenlandse werkweek was in Winters-
wijk. Twee van onze leden hebben deze week met
veel plezier gevolgd. De buitenlandse werkweek
was in Franrijk (Ambleteuse). Ook daar zijn enkele
leden van ons groepje geweest. De hele week een
Franse mycoloog met ons op stap, die ons veel
mooie paddenstoelen en terreintjes heeft laten zien.
Bovendien was er in het voorjaar een weekend in
Putten en in het najaar in Brouwershaven/Den Osse.
Tevens hebben we, in opdracht van de gemeente, de
Genneper Parken zoveel mogelijk geïnventariseerd.
Heeft leuke gegevens opgeleverd.
Elk jaar worden er toch weer bijzondere paddenstoe-
len gevonden en dat is heel stimulerend voor de
groep.
Excursiecommissie
Annemieke van Vucht
De excursiecommissie heeft zich het afgelopen jaar
weer ingespannen om interessante excursies aan te
bieden zowel in bekende als nieuwe gebieden.
Zo was de najaarsexcursie naar de Sint-Jansberg,
een ‘oude bekende’ (de vorige was in 1997). Het
gebied is het zeker waard er vaker naar toe te gaan.
Er werden ook meerdere excursies over de grens in
België georganiseerd o.a. naar de Plantentuin Meise
en het gebied bij het kasteel van Modave. Als
commissie zijn we vier keer bij elkaar gekomen om
genoeglijk samen het programma te bepalen. We
proberen altijd weer om een gevarieerd aanbod te
hebben, afwisselend wat dichterbij huis of juist wat
verder weg, excursies op verschillende dagen en
met verschillende onderwerpen.
In totaal werden er 23 excursies georganiseerd,
inclusief de Nieuwjaarswandeling. De gemiddelde
opkomst lag met 11,9 personen lager dan het jaar
daarvoor. Viermaal ging een excursie niet door,
tweemaal door gebrek aan belangstelling en
tweemaal door slechte weersomstandigheden.
Wij hebben ons best gedaan een leuk programma te
bieden, we horen het graag als iemand ideeën of
bepaalde wensen heeft, dan kunnen we kijken wat
de mogelijkheden zijn.
Excursieleiders zijn altijd welkom! Je hoeft echt
geen ‘allrounder’ te zijn wat kennis op natuurhis-
torisch gebied betreft, leren doen we immers van
elkaar onderweg.
15
Namens ons allen, hartelijk dank aan de excursielei-
ders en mensen die zo aardig waren een verslag
over de gehouden excursies te schrijven voor de
Venkraai. Carla van Moorsel, Jacques van Kessel,
Trudy Vos, Rob en Annemieke van Vucht.
Cursuscommissie
Wim Wieland
In 2016 werden er vier cursussen aangeboden.
De eerste in het voorjaar was de navigatie-cursus
“Basecamp”. Deze was een vervolg op de cursus GPS
in 2015, en leerde de 16 deelnemers zich te verdie-
pen in het computerprogramma, zodat routes en
tracks op de pc gemaakt konden worden, en daarna
ingeladen op de GPS.
In de maand april volgde de cursus “vleermuizen”.
Een wel bijzondere cursus, omdat er rond vleer-
muizen toch een bepaalde waas hangt. Aan de
cursus werd deelgenomen door 19 personen. Zelfs
vanuit de provincie Limburg kwamen er deelnemers.
Er was zelfs een deelneemster uit Leuven (België).
De cursus werd verzorgd door Joeri Cortens van
Natuurpunt. Joeri is in België bekend om zijn TV
optredens en ook tijdens de cursus was dit te
merken. De deelnemers waren erg gecharmeerd over
zijn presentatie. Ook de excursies met behulp van
batdetectoren waren een groot succes.
De derde cursus was er een over nachtvlinders. Hij
bestond uit twee theorieavonden en twee excursies.
Eén excursie vond plaats in het buitengebied, waar
nachtvlinders gevangen werden met behulp van
vlindervallen, om daarna gedetermineerd te worden.
De tweede excursie vond plaats in de vlindertuin
Waalre. Daar werden de vlinders gelokt op opgestel-
de lakens die door lampen verlicht werden. Zowel de
deelnemers als de cursusleider betreurden het dat de
cursus weer voorbij was. Er waren 19 deelnemers.
We sloten het cursusjaar af met een cursus over
spinnen. Daaraan deden 20 deelnemers mee. De
cursus werd gegeven door “onze” Piet Tutelaers van
de insectenwerkgroep. Ook bij deze cursus, waarbij
Piet geassisteerd werd door zijn vrouw Liesbeth,
werden de cursisten wegwijs gemaakt in de spinnen
wereld. Heel bijzondere en speciale diertjes, die door
veel mensen toch minder positief benaderd worden.
Ook bij deze cursus was er een excursie waarbij
diverse spinnen gevangen werden en bekeken
konden worden. Piet had zijn rijdend kantoor met
microscoop meegenomen. Dit werd erg gewaardeerd.
Zijn er vragen of suggesties? Neem contact op met
ons via e-mail ([email protected]) of per
telefoon, zie het colofon in de Venkraai.
Natuurbeschermingscommissie (NBC)
Jacqueline van Heek en Riki Sleegers
Onze vaste overlegmomenten hebben we dit jaar
voort kunnen zetten: Twee keer per jaar met ons
bestuur en twee keer per jaar Overleggroep
Stadsvogels en Vleermuizen ( en wat er als stads-
groen ter tafel komt) met de gemeente. Hierbij heeft
Ellen van Rosmalen als stadsecoloog de plaats
ingenomen van Leonard Schrofer die nu met
pensioen is.
Het Stadsoverleg heeft geleid tot een directe
samenwerking met de Stichting Stadsnatuur. Hier
zijn enkele concrete activiteiten uit voortgekomen:
Als NBC kregen we ondersteuning bij het
beschermen van de oeverzwaluwen op de High
Tech Campus. Door werkzaamheden elders op het
terrein waren grote bergen zand geplaatst voor de
aanvliegroute naar bestaande oeverzwaluwnesten.
Door goed overleg met de terreinbeheerder zijn
deze zandbergen afgegraven vlak voor de komst
van de oeverzwaluwen en kon het opnieuw een
succesvol broedseizoen worden.
Als vervolg hierop hebben we in het najaar een
rondleiding gehad op het HTC-terrein om
16
natuurmogelijkheden te bekijken. De aanleg van
een oeverzwaluwwand is besproken omdat de
huidige nestgelegenheid toch van tijdelijke aard
is.
Een werkoverleg met Woonbedrijf over renovatie
in Gestel: hoe handhaven we de nestgelegenheid
voor gierzwaluwen, huismussen en slaapplekken
voor vleermuizen?
Eerste contacten zijn gelegd met woningcorpo-
ratie Trudo die in 2017 verder gaat bouwen in de
Kruidenbuurt. Hierbij is onze nadruk gelegd op
het ‘natuurinclusief’ bouwen. Ondanks toezeg-
gingen is er bij eerdere nieuwbouw niets aan
nestgelegenheid gerealiseerd.
Contacten met het Trefpunt Groen Eindhoven waren
er ook:
Een minicongres voor de aangesloten groep met
uitleg over de nieuwe omgevingswet. En daarnaast
een evaluatie over onze samenwerking.
Een tweede minicongres in december over Stenen
en Groen, met de sprekers Robbert Snep en Ad de
Bont.
Bespreking van het GroenBeleidsplan, dat in
concept gepresenteerd werd.
We volgen de Brainport Industrial Campus
plannen en de daarbij behorende infrastructuur.
Ook buiten Eindhoven hebben we ons georiënteerd
over wat er leeft t.a.v. natuurbescherming:
In Utrecht was er een natuurbeschermings-
bijeenkomst van de verschillende regioafdelingen
van de KNNV. Uitleg werd gegeven door Lex de
Savornin Lohman over de nieuwe Natuurwet die
per 1-1- 2017 ingaat. De provincie zal een
belangrijke rol gaan spelen.
In Den Bosch bezochten we het symposium
over Biodiversiteit en leefgebieden. De eerste
provinciale contacten zijn hier gelegd.
De Hermans en Thijsse Stichting verzorgde een
symposium ‘Wild of geordend’ in Nijmegen.
Hoe gaat natuur samen met onze enorme agrarische
gebieden. Bestaat er naast natuurinclusief bouwen
ook natuurinclusief boeren?
Onze natuurcommissie bestaat uit twee personen,
Riki Sleegers en Jacqueline van Heek. We zouden
graag onze commissie met enkele mensen uitbrei-
den. Het is uitermate boeiend, afwisselend en zinvol!
Wandelende tak Bacillus rossius (3 cm lang, Zuid-Frankrijk) - Foto: Bert van Rijsewijk
17
Cursus ”Meteo en klimaat voor natuurliefhebbers”
Dit voorjaar wordt een cursus Meteo gegeven
door Koen Leysen, medewerker van Natuurpunt.
Het weer is hét gespreksonderwerp bij uitstek.
Toch weet men er vaak heel weinig van af.
Zelfs de meeste mensen die met natuur bezig
zijn, hebben verrassend weinig kaas gegeten
van dit boeiende thema.
In deze 'weerles' leggen we de nadruk op
praktisch toepasbare dingen zoals de soorten
wolken, fronten, duiding bij weerspreuken,
rechtstreekse invloed op de natuur e.d.
Lesgever Koen Leysen is al van kindsbeen af
gegrepen door het weer. Deze les is gekoppeld
aan een bijkomende les over het klimaat.
De cursus bestaat uit twee theorie-avonden:
Donderdag 23 maart 2017 en
Donderdag 30 maart 2017
Tijd: LET OP: 19:30 - 22:30 uur.
Plaats: Gebouw "D'n Aard"
Ariëspad 5, 5503 EZ Veldhoven.
(s.v.p. niet parkeren op het Ariëspad)
Prijs inclusief koffie, thee en syllabus:
Voor leden KNNV-IVN: € 18,00
Voor niet leden: € 24,00
Aantal deelnemers: min. 10, max. 25
Opgave voor 15 maart 2017, door betaling op
rekening t.n.v.
KNNV afd. Eindhoven, o.v.v. "meteo"
en/of door opgave van naam, adres, woonplaats,
e-mailadres en telefoonnummer naar
Uw foto op de voorpagina van de Venkraai?
Uw redactie ontvangt graag natuurfoto’s die
geschikt zijn om de voorpagina van de Venkraai
op te sieren.
Wat is er voor nodig? De foto moet natuurlijk een
staand formaat hebben, of geschikt zijn voor een
staande uitsnede. Ook moet hij voldoende scherp
zijn, en liefst een onderwerp tonen dat opvalt.
Het is gunstig, wanneer de bovenste en onderste
delen niet erg licht zijn, omdat anders de letters
die er op moeten komen niet goed te lezen zijn.
Een relatie met een seizoen is een voordeel. Vooral
winterfoto’s zijn welkom.
En nog dit: We gebruiken bij voorkeur foto’s van
onderwerpen die in de Benelux voorkomen….
Excursies
Voor deelname aan excursies geldt:
Aanmelden bij de excursieleider is noodzakelijk, tenzij anders is aangegeven.
Er kan immers een kleine wijziging zijn, en vervoer kan aangepast worden. En mocht een
excursie niet doorgaan, dan kunnen degenen die zich hebben aangemeld worden ingelicht.
Zorg voor proviand (eten en drinken) en neem regenkleding mee, evt. laarzen.
En natuurlijk…. een veldkijker, een loepje, je favoriete boek om iets in op te zoeken.
Let bij colonne rijden altijd op degenen die volgen, dit om elkaar niet uit het oog te verliezen.
De chauffeur kan de route ontvangen van, of vragen aan de excursieleider.
Ook niet-KNNV-leden zijn van harte welkom.
Het KNNV-principe is: We leren van en ontdekken met elkaar, ieder brengt het hare of
zijne in.
18
Za 4 mrt - Excursie naar Soerendonks Goor, Strijper Aa en Groote Heide
Thema: Landschap en vogels
Leiding: Jacques van Kessel
Duur: Halve dag
Start: 9:00 uur, Gerardusplein, Eindhoven
Het betreft hier een prachtig stuk natuur op de grens
van Nederland en België. Dit gebied is onderdeel van
een Natura 2000 gebied samen met de Plateaux, het
Dommeldal en de Malpieheide.
Het Soerendonks Goor is een groot ven dat jaren
geleden opnieuw is uitgegraven. Dit gebied is goed
voor verschillende soorten reigers, eenden en
ganzen. We gaan dan ook even kijken in de
Goudvink
vogelkijkhut, misschien kunnen we al wat
voorjaarssoorten aantreffen? De wandeling gaat
verder naar de Groote Heide en ook langs de Strijper
Aa waar een aantal nieuwe poelen zijn aangelegd in
het kader van een belangrijk knoflookpadproject.
Kortom een prachtig natuurgebied waar altijd wel
iets te zien is.
Sperwer
Za 11 mrt - Excursie naar de Drunense Duinen
Thema: Vogels, landschap
Contact: Carla van Moorsel
Duur: Halve tot driekwart dag
Start: 9:00 uur, Trudoplein, Eindhoven
Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen wordt
ook wel eens de Brabantse Sahara genoemd. Je vindt
hier grote zandvlaktes, heide en bossen.
Het zand lag aan het begin van de jaartelling nog
bedekt onder oerbos. Maar in de middeleeuwen
verdween het bos door houtkap, intensieve begrazing
door schapen en dergelijke. De wind kon grip krijgen
op het zand, en zo ontstonden stuifzandvlakten, die
zo groot werden dat nabijgelegen dorpen zelfs geheel
onder het zand verdwenen. Inmiddels wordt het
stuifzandgebied kleiner.
In dit unieke landschap komen allerlei bijzondere
dieren voor, van klein tot groot. In de zomer kunnen
de temperatuurverschillen in het stuifzand tussen
dag en nacht flink oplopen, tot wel 50 graden!
Gelukkig zijn sommige soorten zandloopkevers maar
ook de planten Zandzegge, Buntgras en Rendiermos
prima opgewassen tegen deze extreme kou en hitte.
In de duinen leven verspreid over het gebied meer
dan 100 Dassen, een geweldig aantal. Ze te zien
krijgen zal niet lukken maar wie weet vinden we
er sporen van.
Qua vogels hopen we op veel Boomleeuweriken die
in deze tijd net volop beginnen te zingen, evenals
Veldleeuweriken. En misschien zien we nog winter-
vogels, zoals een Klapekster, of een roestplaats van
Ransuilen.
19
Vr 24 maart 2017 - Excursie naar de Turnhoutse Vennen, België
Thema: Algemeen
Leiding: Achilles Cools
Contact: Carla van Moorsel
Duur: Driekwart dag
Vertrek: 9:00 uur, Gerardusplein, Eindhoven
Het Turnhouts Vennengebied is een belangrijk
heidegebied in Vlaanderen. Door de openheid en
rust in het gebied voelen weidevogels er zich thuis.
Er leeft de tweede grootste populatie Grutto's in
Vlaanderen en de Wulp broedt er op de heide en
omliggende weilanden tussen het Zwart Water en
de Hoogmoerheide.
Het gebied omvat een aantal vennen, zoals Grote
Klotteraard, Kleine Klotteraard, Zwartwater,
Haverven en Zandven. Deze zijn omringd door
vochtige heide, schraalgrasland, moerasgebieden
en naaldbos.
In 2009 werd een hoge uitkijktoren geplaatst,
vanwaar men een goed overzicht over het gebied
heeft, en vanwaar men ook water-, weide- en
roofvogels kan waarnemen.
Do 6 april – Excursie naar het Savelsbos in Zuid-Limburg
Thema: Voorjaar
Leiding: Wim van der Ven
Duur: Hele dag.
Verzamelen: 9:00 uur, Gerardusplein, Eindhoven
Aanmelden: Trudy Vos
Onder leiding van Wim van der Ven gaan we dit jaar
met de auto naar het Savelsbos. Bij het aanmelden
graag laten weten of je eventueel wilt rijden.
Het natuurreservaat Savelsbos ligt op de oostelijke
helling van het Maasdal in de gemeente Gronsveld,
Eysden en Sint Geertruid. Het bestaat uit
verschillende bossen gelegen op een steile helling
van het Zuid-Limburgse plateau. Het wordt overal
doorsneden door grubben. Dit zijn greppels,
ontstaan door regen en smeltwater dat van de
helling afstroomde. Ze bieden plaats aan bijzondere
planten en zijn juweeltjes van natuurgebiedjes.
Het voorjaarstapijt is uitbundig. Witte en Gele
anemonen, sleutelbloemen, Speenkruid, Muskus-
kruid, Bingelkruid, teveel om op te noemen! Maar
er is veel meer! Dassenburchten, mossen, vogels,
insecten en misschien ook wel paddenstoelen.
Nergens in Limburg zijn Boomklever en Glanskop
zo talrijk. Laat je verrassen door al dat moois en
trakteer jezelf op een heerlijke voorjaarswandeling.
Gele anemoon
Za 15 april - Excursie naar De Mortelen
Thema: Voorjaarsvegetatie en al wat onze belangstelling heeft
Leiding: Trudy Vos
Duur: Halve tot driekwart dag
Verzamelen: 9:00 uur, Gerardusplein, Eindhoven
De Mortelen vormt het grootste landschapsreservaat
van Noord-Brabant en het is een juweeltje. Het
zogenaamde hoeven- of kampenlandschap is rond
het jaar 1100 ontstaan. De toenemende bevolkings-
druk zocht een uitweg in de wildernisgebieden.
Vroeger was het een moeras met hier en daar wat
droge stukken die vestigingsmogelijkheden boden
voor boeren. Nu is het een fraai kleinschalig
20
cultuurlandschap met uitzonderlijk hoge
natuurwaarden. Bloemrijke graslanden, prachtige
bolle akkertjes, bossen met een rijke ondergroei,
knoestige oude houtwallen, poelen en kleine
watertjes met kruidenrijke oevers wisselen elkaar af.
Het is een uitermate gevarieerd gebied met een
prachtige voorjaarsvegetatie, vogels en vlinders.
Het is zeer de moeite waard de schoonheid van De
Mortelen met eigen ogen te aanschouwen.
Za 29 april – Excursie naar de Mariapeel
Thema: Cultuurhistorie, vogels en insecten.
Leiding: Gerard Compiet
Verzamelen: 8:30 uur, Gerardusplein, Eindhoven
Start: 9:00 uur, Biologisch station Staatsbosbeheer, Koolweg 36a, Helenaveen
De Mariapeel is een van de Peelrestanten. Al in
vroegere tijden werd hier op kleinschalige wijze turf
gestoken. Zo ontstonden de zgn. boerenkuilen. Later,
zo tegen 1900, werd het veen op meer grootschalige
en planmatige wijze vergraven. Het landschap dat
daarna overbleef, leek alleen nog te wachten op
ontginning t.b.v. de landbouw.
De Mariapeel bleek echter een goede engelbewaarder
te hebben. Die ontginning is er namelijk nooit
gekomen. Eerst werd ze uitgesteld vanwege de
Tweede Wereldoorlog en een twintigtal jaren later
definitief afgeblazen als gevolg van een groeiend
natuur- en milieubesef.
Tijdens onze wandeling zien we landschapsele-
menten die afkomstig zijn uit de verveningstijd.
Daarnaast is er vooral aandacht voor vogels en
insecten. Vogelsoorten die we zo eind april tegen
kunnen komen zijn o.a. Blauwborst, Rietgors,
Roodborsttapuit en Gekraagde roodstaart.
Op de plassen aalscholvers, eenden, ganzen en
mogelijk lepelaars. Wat insecten betreft is er kans op
de eerste Viervlekken, witsnuit- en Smaragdlibellen.
Als die inderdaad vliegen bestaat er de mogelijkheid
een hierop jagende Boomvalk te spotten.
Witsnuitlibel
Za 13 mei - Excursie naar Moresnet, België
Thema: Flora (o.a. zinkflora), landschap en zangvogels
Leiding: Rob en Annemieke van Vucht
Duur: Hele dag
Start: 8:30 uur, Gerardusplein, Eindhoven.
De Ardennentocht blijft dit jaar wat dichter bij huis.
Net onder Zuid-Limburg wandelen we langs, en
door de omgeving van, de bovenloop van de Geul.
De plaatsjes hier (Kelmis, Moresnet en Plombières)
werden in de 18e en 19e eeuw bekend om hun
zinkmijnen. Het belang daarvan leidde er zelfs
toe dat Moresnet zo’n 100 jaar lang een neutraal
ministaatje was. Net als in het nabije dal van de
Hohn is er dan ook nog specifieke zinkflora te
vinden. We laten ons verrassen door de voor-
jaarsvegetatie en het landschap.
De wandeling bevat wat hellingen, maar geen
ruige, en is ca. 11 km lang. Een voordeel van deze
wandeling is dat we gemakkelijk onderweg op een
kortere versie kunnen overgaan.
Zinkviooltje
21
Za 27 mei - Gewestelijke excursie naar Vierde Bergboezem en
Gilzerwouwerbeek
Verzamelen: 9:30 uur, Texashoeve, Rietdijk 6, 4823 ZK Breda. Bij de Asterdplas is ruim parkeergelegenheid.
Start: 10:00 uur
Leiding: KNNV Breda: Kees van der Krift, Merlijn Hoftijzer, Jacques Rovers.
Aanmelden: Vóór 22 mei, bij Jacques Rovers
Wil je carpoolen vanuit Eindhoven? Meld je dan vóór 22 mei aan bij Gerard Vos,
Bij deze excursie van de KNNV afdeling Breda zijn
waterdicht schoeisel of laarzen aanbevolen, wegens
het natte terrein.
De Vierde Bergboezem is een in 2010 gerealiseerd
waterbergingsgebied ten noorden van Breda. Het
moet gaan functioneren als een natuurgebied met
kruiden- en faunarijk grasland, vochtige hooilanden,
moeras - en natte schraallanden. Er zijn wandel- en
laarzenpaden aangelegd. Het gebied is geliefd bij
vogelaars. Het wordt door Staatsbosbeheer beheerd
met als hoofddoel de flora. De weilanden zijn
grotendeels afgegraven door de vruchtbare toplaag
te verwijderen en af te voeren. Hierdoor ontstaat een
schralere vegetatie met soorten als Geelgroene
zegge, Moeraskartelblad, Bleke zegge etc.
Een deel van het gebied wordt begraasd.
In de Vierde Bergboezem ligt ook het Haagse
Beemdenbos. Dit is in de negentiger jaren aangelegd.
Vanaf de Asterdplas gaat de hoge zandbodem over
naar veengrond in de graslanden. Door de nieuwe
hoge grondwaterstanden, zal na verloop van tijd een
broekbos ontstaan. Door de variatie aan bos en
graslanden is het een ideaal leefgebied voor allerlei
diersoorten zoals hazen en reeën.
De sloten in de Lange Bunders en Slangwijk zijn weer
goed zichtbaar en watervoerend. Daarmee ook een
geschikt leefgebied voor vissen, salamanders en
kikkers. Het oude kavelpatroon van vóór de
ruilverkaveling wordt in ere hersteld. Het gaat om
langgerekte, smalle kavels die kenmerkend waren
voor de natte, venige delen van het Markdal. In de
sloten tref je meerdere kwelsoorten aan zoals
Waterviolier en Holpijp.
Het Natuurpark Gilzewouwerbeek rondom de
Gilzewouwerbeek ten oosten van Bavel is ontwikkeld
als natuurcompensatie voor de bouw van woningen
in Bavel-oost. De totale oppervlakte is 17,5 ha.
Bij de inrichting is teruggegrepen op de situatie van
voor 1870. Er is een slingerend beekdal met
glooiende hellingen en een zomer- en een winterbed.
Er liggen zeven poelen, waarvan er vier geregeld
door de beek overstroomd worden. De hogere delen
bestaan uit voedselrijke graslanden en ruigten met
gras als dominante soort. Langs de droogvallende
oevers hebben soorten als Bleke zegge, Geelgroene
zegge etc. zich als pionier gevestigd. Het pronkstuk
van het gebied is de Boomkikker. Al twee jaar na de
oplevering van het gebied werd dit kikkertje
gesignaleerd.
Het is een relatief rijk vogelgebied. Het gehele jaar
door kun je er bijvoorbeeld Dodaars, Oeverloper,
Putter en Kneu vinden. In de lente en de zomer de
Groenpootruiter, Witgat, Koekoek, Boomleeuwerik
en Veldleeuwerik. In herfst en winter kun je er de
Watersnip aantreffen.
Excursies Vogelwerkgroep
Datum Gebied Vertrek Tijd Contact
Zo 26 feb Kampina Trudoplein 9:00 uur Riki
Za 11 mrt Drunense Duinen Trudoplein 9:00 uur Carla
Za 25 mrt Keent e.v. aan de Maas Orionstraat (AH) 8:30 uur Martien
Zo 23 apr Tholen Trudoplein 8:00 uur Wil
Za 20 mei Maasheggen Wolvendijk 9:00 uur Jan P.
Contactpersonen
Carla van Moorsel
Jan Pelgrim
Martien Helmig
Riki Sleegers
Wil Busink
22
Lezingen
Opmerking: Om veiligheidsredenen is er bij deze lezingen plaats voor hoogstens 50 toehoorders!
Ma 20 februari - Lezing “De Zeggen van Limburg”
Door Paul Spreuwenberg
20:00 - 21:50 uur
Gebouw "D'n Aard", Ariëspad 5, Veldhoven
Het geslacht Zegge maakt deel uit van de familie van
de cypergrassen (Cyperaceae) en behoort, samen met
de nauw verwante grassenfamilie (Poaceae), tot de
orde van de grasachtigen (Poales).
Vingerzegge Carex digitata
Omdat het geslacht Zegge een „moeilijk” geslacht
heet te zijn, lopen veel plantenliefhebbers er vaak
met een grote boog omheen. Toch is kennis van dit
geslacht van groot belang, omdat het voorkomen van
bepaalde zeggensoorten in een gebied een aandui-
ding kan zijn van de natuurwaarde. Bovendien zijn
vele zeggensoorten vaak aspectbepalend aanwezig in
bepaalde plantengemeenschappen.
Samen met Jan Hermans heeft Paul Spreuwenberg de
Limburgse zeggen gedurende vijftien jaren intensief
bestudeerd, waarbij speciale aandacht werd besteed
aan de in- en uitwendige bouw van de zeggen, de
verschillen tussen de ondergeslachten en de ecologie.
In zijn voordracht gaat de spreker dieper in op deze
aspecten, gevolg door een overzicht van de
belangrijkste soorten van verschillende biotopen.
Ma 13 maart - Lezing "Nachtvlinders"
Door Pieter van Breugel
20:00 - 22:00 uur
Gebouw "D'n Aard", Ariëspad 5, Veldhoven
Bij nachtvlinders denken we al snel aan wild
fladderende bruine motten. Natuurlijk zijn er
daar wel een paar van bij. Maar de vormenrijkdom,
kleurenpracht en interessante leefwijze maken een
nadere kennismaking met nachtvlinders tot een
bijzondere ervaring. Ze vliegen trouwens lang niet
allemaal ‘s nachts. En zonder nachtvlinders en hun
Jonge rupsen van de Hermelijnvlinder
rupsen geen vleermuizen, en ook geen voedsel
voor jonge vogels.
Over de vele honderden soorten die ons land rijk
is houdt Pieter van Breugel uit Veghel, lid van onze
afdeling, een boeiende lezing. Mooie foto's en een
luchtig verhaal openen een nieuwe wereld voor u.
Het is geen lezing door een expert, maar door een
liefhebber, die steeds probeert iets van de leefwijze
van de nachtvlinders over te brengen. In een aantal
gevallen heeft hij de vlinders zelf gekweekt.
Na een inleiding waarin u kennis maakt met een
aantal microvlinders en hun leefwijze, komen de
macrovlinders aan bod, geordend naar hun verschil-
lende families. Zo maakt u kennis met het leven van
de spinners en de spanners, de pijlstaarten en de
uilen, de eenstaarten, nachtpauwogen en beervlinders.
Alleen al hun rupsen zijn wondertjes op zich.
Dit is een avond om niet thuis te blijven! Van harte
aanbevolen.
23
Do 13 april - Lezing "De Goudvink"
Door Achilles Cools
20:00 - 22:00 uur
Gebouw "D'n Aard", Ariëspad
Achilles Cools, auteur van het inmiddels klassiek
geworden “De Kauw”, is vermaard om zijn nauw-
keurige natuurobservaties. Hij is erin geslaagd
Goudvinken te verleiden in zijn tuin te broeden.
Een paar jaar lang heeft hij hun gedrag dagelijks
geobserveerd en tevens geprobeerd de wereld door
hun ogen te zien. Waarom zijn die mannen zo
bloedmooi en vrouwen muisgrijs? Zijn mannen
altijd siermakers en vrouwen kunstkenners?
En waarom behoort hij niet tot de topzangers,
terwijl hij zachtjes bijzondere melodieën kan
fluiten?
Cools heeft alle literatuur over de Goudvink
bestudeerd en lardeert deze kennis op luchtige
wijze met zijn eigen observaties. Dat heeft
geresulteerd in een unieke monografie over
een van onze mooiste vogels.
Achilles Cools is schilder, tekenaar, schrijver en
beeldhouwer. Eerder verscheen van hem in de
vogelserie “De Kauw”, een herziene editie van
“Kauwen in de spiegel”, aangevuld met parels uit
“Vlaamse Gaaien”, “Uitgebroed” en “Vleugels”.
Jaarlijks verschijnen er nieuwe monografieën
in de Vogelserie van Uitgeverij Atlas Contact.
Elke auteur in de serie beschrijft een vogelsoort
en onderzoekt zijn rol in de natuur.
De Digitale nieuwsbrief van de KNNV
Al ruim 5000 leden van de KNNV ontvangen elke
maand de landelijke KNNV nieuwsbrief. Hierin vind je
nieuws van de KNNV, projecten, excursies, lezingen
en boeken. Iedereen kan zich voor deze gratis
nieuwsbrief aanmelden, ook niet-leden van de KNNV.
Aanmelden kan via www.knnv.nl of e-mail:
De laatste nieuwsbrief is te lezen op:
https://www.knnv.nl/digitale-nieuwsbrief
24
Interview met Gerda Birza, lid van de KNNV sinds 1955
Jelle Schuurmans en Jan Schellekens
86 jaar, but still going strong, ook al loopt ze naar
eigen zeggen met een stok. Maar fietsen doet ze nog
steeds. Gerda Birza uit Geldrop, waar ze woont sinds
1955. We worden binnen gelaten en zien meteen de
grote tuin achter het huis. “Willen jullie hem beter
bekijken?” vraagt Gerda, en ze opent de deur naar
buiten. We stappen het pad op dat ons de diepe tuin
in voert, een rotstuin die er ook op deze druilerige,
donkere herfstdag nog prachtig bij ligt. We lopen
tussen allerlei soorten sedum en andere rotsplantjes
langs een vijver naar achteren waar de tuin eindigt
in een sloot die begrensd wordt door grote conife-
ren. “Het is wel veel werk hoor,” zegt Gerda, en dat
zal ook wel, maar ze heeft de zaak nog goed onder
controle. In de tuin staat ook een kasje waar ze
cactussen kweekt, een andere hobby. Het ziet er
allemaal pico bello uit. Dat kan alleen als je hart
voor de natuur hebt, en dat heeft Gerda.
We hadden onze komst aangekondigd en Gerda
heeft wel vier boeken klaar gelegd, verslagen van
vakanties, excursies en waarnemingen door het jaar
heen. Een schat aan informatie.
Gerda Knapper is geboren in 1930 in Emmen, en
groeide op in achtereenvolgens Gasselternijveen,
Paterswolde en Deventer. Ze verhuisde vaak vanwege
het werk van haar vader. Gerda ging naar de HBS
en later, in Deventer, naar de kweekschool. Daarna
werd ze onderwijzeres in Bathmen. In Deventer
leerde ze Jac Birza kennen, met wie ze in 1955
trouwde.
Niet lang daarna verhuisden ze naar Geldrop, omdat
Jac voor Philips ging werken. Ze hadden beiden veel
belangstelling voor de natuur en hun enthousiasme
werd nog groter na het bijwonen van een lezing van
de plaatselijke afdeling van de KNNV. Ze werden
diezelfde dag nog lid. Ze namen deel aan zowat elke
excursie, dichtbij en wat verder weg; ze gingen naar
de Geelders, naar Limburg, naar Bévercé in de
Ardennen….En zo vergrootten ze hun kennis van
paddenstoelen, vlinders, planten en vogels.
Ook alle zomervakanties werden in de natuur
doorgebracht, bijna altijd in clubverband. Gerda
en Jac namen deel aan kampen van de afdeling
Eindhoven, en ook aan zomerkampen van de
landelijke KNNV. Jac gaf vaak leiding aan die
kampen en ging ook steeds meer excursies
organiseren. De KNNV was zijn lust en zijn leven.
Hij raakte steeds meer betrokken en vervulde
diverse bestuursfuncties. Zo was hij enige tijd
voorzitter van de afdeling Eindhoven en penning-
meester van de landelijke vereniging.
Gerda en Jac vonden alle landschappen mooi, maar
het liefst gingen ze naar de Alpen waar ze genoten
van de zomerse bloemenpracht van de alpenweiden,
en de ontzagwekkende rotspartijen en gletsjers. En
ook van de kick van het beklimmen van een bergtop!
Het verkennen van de natuur was voor de Birza’s
een way of life en dus werden zoon Rob en dochter
Marjon zo gauw het kon mee de natuur in genomen.
De belangstelling van pa en ma vond kennelijk
weerklank, want ze gingen in de zomer met hun
ouders kamperen tot ze 20 waren. De focus lag
trouwens niet alléén op natuurbeleving, want er
werd in toenemende mate aandacht geschonken
aan culturele elementen. Als het even kon maakten
de Birza’s op de reizen van en naar hun vakantiebe-
stemming een tussenstop bij een kathedraal, een
abdij, een oud kasteel, een museum… En zie wat een
goede opvoeding doet: de liefde voor natuur en
cultuur ging over op de kinderen. Rob is beeldend
kunstenaar en gebruikt in zijn schilderijen vaak
elementen die aan de natuur ontleend zijn. Marjon,
binnenhuisarchitecte, is zich steeds meer gaan
interesseren voor tuinieren.
Van alle kampen en reizen heeft Gerda uitgebreide
plakboeken gemaakt, die een schitterend beeld
geven van wat ze gezien en beleefd hebben.
25
Met zelf gemaakte foto’s, ansichtkaarten, maar ook
lijsten van kampeerspullen, met hun gewicht, tot op
de gram nauwkeurig. “Ja,” zegt Gerda, “dat moest
ook wel, voor de tocht in Muddus”. Dat is een
natuurpark in Lapland waar ze met haar man en
enkele andere KNNV’ers in 1961 vijf dagen rondtrok,
dwars door het ruige terrein, met alle bagage op de
rug: tent, kleding, eten en drinken. Ze liepen op
kompas, hadden heel slecht weer en veel last van de
muggen. En toch was het goed.
Er liggen ook schriftjes met alle waarnemingen die
tijdens excursies zijn gedaan. We mogen erin kijken
en we merken op dat ze ook veel kennis van vogels
heeft. “Ja”, zegt Gerda, “Jac en ik leerden steeds bij,
en zo wisten we op den duur ook wel wat van
vogels, maar onze grootste belangstelling lag bij de
paddenstoelen”. En ze voegt eraan toe dat ze samen
ook veel interesse hadden in planten, en dat Jac
steeds meer geïnteresseerd raakte in mossen, “maar
dat vond ik te moeilijk”. Gerda en Jac deden alles
samen, maar in 1994 stierf Jac en vanaf dat moment
stond Gerda er alleen voor. Het was niet gemakke-
lijk, maar ze vond troost in de natuur en in het
tuinieren – en in haar activiteiten bij het IVN.
In 1971 richtte Gerda samen met enkele geest-
verwanten een afdeling op van het IVN. Daar kon
ze haar behoefte om de liefde voor de natuur aan
anderen door te geven optimaal vorm geven. Op de
eerste dag hadden ze al 80 leden! Gerda was
onderwijzeres en besteedde in haar lessen veel tijd
aan natuurbeleving. Vanuit het IVN ging ze ook
andere scholen benaderen. Ze zette een systeem op
waarbij leerlingen van drie scholen twee keer per
jaar, in de lente en de herfst, in de natuur werden
rond geleid. Dat ging zo goed dat het aantal scholen
opliep naar vijftien! Hierbij waren 40 vrouwelijke
vrijwilligers betrokken. Dat waren de hoogtijdagen.
Jammer genoeg is er nu in het onderwijs veel minder
aandacht voor natuureducatie. Een zorgelijke
ontwikkeling, vindt Gerda.
Gerda gaf ook cursussen, en ze leidde vele excursies.
Daarnaast heeft ze, samen met anderen, 33 (!) jaar
lang educatieve tentoonstellingen gemaakt in De
Paardestal, het bezoekerscentrum van het IVN. Ze
kregen hierbij veel hulp van Jac. Vanaf zijn pensio-
nering in 1986 zette hij zijn creatieve talenten in om
elke expositie tot een succes te maken. Je kunt
zonder overdrijving zeggen dat Gerda een sleutelrol
vervulde bij de natuureducatie in
Geldrop. Pas heel kort geleden is
ze, vanwege haar leeftijd, met
deze activiteiten gestopt. Op
grond van haar verdiensten is aan
Gerda het erelidmaatschap van
IVN Geldrop verleend.
Rond 1995 heeft Gerda een
groepje gevormd van zo’n twintig
mensen uit de regio die in de
herfst wekelijks een Paddenstoe-
lenwandeling maken. Die groep
bestaat nog steeds.
Na twee uur geanimeerd praten
over haar leven in en met de
natuur nemen we afscheid. Na een
blik op haar prachtige rotstuin.
26
Uit de historie van de Venkraai - Aflevering 6
Jelle Schuurmans
Uit 1948 zijn zeven konvo’s bewaard gebleven. Ze
bevatten allemaal aankondigingen van lezingen en
excursies. Hieronder uit de konvo van maart 1948
de excursies en lezingen en de samenstelling van
het bestuur.
Een enkele keer bevatten de konvo’s ook medede-
lingen, oproepen en verslagen. In deze konvo zijn
dat:
Een beschrijving over de werkzaamheden van
de vogelgroep met een oproep tot deelname
van de hand van Dr. G.H. Jonker.
Een oproep tot deelname aan de nieuw op te
richten planten-sociologische werkgroep.
Een mededeling, dat “het fraaiste stuk van de
Beerze tussen Balsvoort en de Laatste Stuiver
niet genormaliseerd zal worden”. En dat het
Winkelsven, befaamd om zijn Galigaan groei,
wordt onttrokken aan natuurtechnische
maatregelen.
Een oproep voor een bijdrage aan het “van
Burkomfonds”. Dat ter gelegenheid van de
huldiging van Dr. Joh. H. van Burkom bij zijn
aftreden (na 25 jaar) als voorzitter van de
landelijke vereniging.
Nederl. Natuurhist. Ver. afd. Eindhoven
-.-.-.-.-.-.-.-.-
Administratie: Fred. v. Pruisenweg 60 Maart 1948
14 Maart (Zondag) Dagexcursie tussen Oerle en Vessem o.l.v. Dhr. J. Daams.
Vertrek vanaf parkeerterrein met de bus voor Tilburg om 9:05.
Terug met de bus uit Vessem om 15:59.
15 Maart (Maandag) Kameravond ten huize v.d. fam. Rooijmans, Rechtestraat 5
(Citymagazijn). Aanvang 8 uur precies! Ir. G. Ittmann zal
die avond een korte algemene inleiding over geologie houden
en daarna de Vuursteenindustrie van St. Geertruid bespreken.
Na de pauze uitwisseling van mededelingen over het programma
voor 't komend seizoen.
20 Maart (Zaterdag) Vogelexcursie naar Soerendonk per vrachtauto.
Vertrek v.d. Grote Markt (bij muziektent) om 4 uur.
Brood meenemen. Om ± 9 uur zijn we terug. Denk om warme
kleding en laarzen. De geringe kosten van de auto worden
door de deelnemers gedragen. Tijdens deze (bij uitstek voor
avontuurlijke of romantisch aangelegde lieden geschikte)
excursie hopen wij opnieuw waar te nemen wat er in de
avondschemering zoal gebeurt aan de rand van het grote moeras
bij de oude bemoste grenspaal der baronieën van Hees en Leend
en Cranendonk. Naast de geheimzinnige en angstaanjagende
geluiden van de moerasvogels (roerdomp en waterral) horen wij
hoog in de lucht het blaten van snippen en in het struikgewas
de lieflijke zang van roodborsttapuit en blauwborstje.
Deze excursie hopen we enige malen te herhalen.
23 Maart (Dinsdag) Middagexcursie per fiets o.l.v. Dhr. G. Siteur naar het
Grevenschutven. Vertrek van Leenderfietspad hoek Floralaan
om 2 uur.
Bestuurssamenstelling voor 1948:
Voorzitter: Drs. F.K. Westmijze, Jan Luykenstraat 6
Secretaris: Dhr. D. Ruhwandl, 1e Wilakkerstraat 31
Penningmeester: Mej. C. Verhoogt, v. Meursstraat 3
Administratie: Mej. H. Korting, Fred. v. Pruisenweg 60
Leider Werkgroep (Vogels): Dr. G. Jonker, Floralaan Oost 74
Gewestelijk Vertegenwoordiger)
Kampsecretaris )
Lid: Mevr. A. Rademakers-Engelkens, Jan Luykenstraat 22
Dhr. G Lubben, Boerhaavelaan
27
De opwindvogel
Gerard Compiet
Het is al weer lang en breed februari. En nog steeds
geen winter. ‘Die zal er ook niet meer komen’, menen
sommigen zelfverzekerd. Maar zie, het weer slaat om
en februari komt alsnog met een paar weken vorst
op de proppen.
Ik zit behaaglijk in mijn warme auto en toer wat
door het buitengebied. Zo ver mijn oog reikt, een
berijmd en verstard landschap onder een
strakblauwe hemel. Af en toe stop ik om over een
dichtgevroren watergang of sloot uit te kijken.
Inderdaad, je hoeft nu niet meer op zoiets als een
Watersnip, een Witgatje of Waterpieper te rekenen.
In plaats daarvan weerklinken uit verschillende
waterlopen opgewonden kreten: kinderen van
afgelegen gehuchten en
boerderijen die zich te
buiten gaan aan schaats-
pret. Ver weg in de
weilanden zie ik soms
enkel hun hoofdjes boven
de slootkant uitkomen.
Maar toch! Vlak tegen een
boerenerf ligt een klein
open slootje. Waarschijn-
lijk wordt daarin wat
overtollig en relatief warm
water uit het boerenbedrijf
geloosd. En terwijl ik
voorbijrijd, zie ik in dit
onooglijke slootje iets
bewegen. Meteen daarop
stop ik. Ik laat m’n auto
behoedzaam en zachtjes
op zijn schreden
terugkeren en merk nog
net, hoe een vogel rustig
door een daar dwars over en door de sloot
gespannen gaas stapt. Blijkbaar acht het beest zich
aan generlei grenzen gebonden. Meteen valt me zijn
gedrongen bouw en vrij lange snavel op. ’n Bokje’,
flitst het door me heen. En inderdaad, ook alle
karakteristieken op kop en rug blijken te kloppen.
Tjonge, dat is een aangename verrassing. 'n Bokje! En
ook nog in zit. Zoiets overkomt me nou ook niet
iedere dag. Ik zit me werkelijk in mijn ‘mobiele
schuilhut’ te verkneukelen. Mijn verrekijker heb ik
geeneens nodig, want het beestje zit maar op een
meter of vijf, zes. Onverstoorbaar wroet het diertje
met zijn snavel in de modder. Dan weer staat
het roerloos. Af en toe doe ik mijn ogen dicht en
warempel keer op keer heb ik daarna moeite om het
beestje weer terug te vinden. En dat terwijl het toch
op dezelfde plaats blijft. Over camouflage
gesproken!
Opeens begint het Bokje op en neer te wippen.
Alsof het onophoudelijk door zijn poten zakt om
meteen daarna weer op te veren. Het doet me aan
een blikken vogeltje denken, zoals dat bij mij in de
kast staat. Als het beest met een sleutel opgewonden
wordt, gaat het in een mechanische cadans steeds
maar op en neer, op en neer. Zo ook het Bokje in de
sloot. Op en neer, op en neer. ‘Foerageergedrag’, zo
staat in de literatuur vermeld en dat wil ik graag
aannemen. Toch een
bijzondere waarneming. En
zo maar op een presenteer-
blaadje. Dat is wel eens ooit
anders. Als ik na een tijdje dan
toch maar besluit verder te
rijden, zit het beestje d’r nog
steeds. Wat heet: nog steeds!
Zelfs twee dagen later, in
dezelfde sloot en op dezelfde
plek: het Bokje. Gratis kijken!
En zolang je maar wil!
Verrekijker niet vereist.
Maar gauw genoeg daarna
komt er een dooifront
aanzetten. De wind draait naar
het zuidwesten en trekt aan tot
stormachtig. Een sneeuwstorm
jaagt over het land. Sneeuw-
vlokken die in de vroege
morgen nog bescheiden van
omvang zijn, worden
gaandeweg de dag alsmaar dikker tot ze uiteindelijk
op het eind van de middag overgaan in dikke
regendruppels. Het betekent een snel einde van de
winter. En als ik na een paar dagen dooi terugga naar
mijn slootje, constateer ik wat ik al had verwacht: de
vogel is gevlogen. De concurrentie van allerlei andere
sloten, watergangen en drassige terreinen, die nu
ook ijsvrij en sowieso al veel geschikter zijn, is
waarschijnlijk te machtig geworden.
En zo is mijn slootje weer wat het voorheen was:
een slootje van niks. En zeg nu zelf. Wat kun je nou
nog in zo'n slootje verwachten...... Niks, natuurlijk.
28
Het Bokje is een kleine snip ter grootte van een
leeuwerik en wordt door onze oosterburen heel
toepasselijk ‘Zwergschnepfe’ genoemd. Het is een
vogel van Noordelijk Scandinavië en Rusland (tot in
Siberië). Gebroed wordt daar in berken- en wilgen-
bossen, in moeras- en veengebieden met zegge,
paardenstaart en Wollegras.
Na de broedtijd trekt een gedeelte van de Bokjes-
populatie in zuidwestelijke richting. Ook Nederland
ligt dan in hun trekbaan en vanaf augustus/septem-
ber zijn hier de eerste vogels te verwachten. De
nattere natuurterreinen komen enigszins met hun
noordelijke broedbiotopen overeen en het is daarom
niet verwonderlijk dat een aantal van de vogels hier
blijft overwinteren, mits de winter natuurlijk niet te
streng wordt. ’n Groot gedeelte trekt echter verder
en een aantal van hen waagt zelfs bij Gibraltar de
oversteek naar Afrika.
Het waarnemen van een Bokje is geen sinecure.
Vooreerst zijn het vogels die zich in de trektijd
alleen ’s nachts verplaatsen. Overdag zijn ze zoals
het echte snippen betaamt doende op de moerassige
bodem en daarbij zijn het allesbehalve druktema-
kers. Veelal opereren ze solitair. Zijn ze met een
groepje, dan nog wordt meestal op behoorlijk
onderlinge afstand gefoerageerd. Geluid maken lijkt
daarbij uit den boze. Een enkele keer, bij het
opgeschrikt worden, ontsnapt er zowaar een zwak
‘kats’ aan hun snavel. Dat is alles, verder is het
zwijgzaamheid troef. De Fransen hebben de vogel
daarom maar ‘bécassine sourde’ ofwel ‘dove snip’
gedoopt. Ook de Nederlandse volksnaam ‘Doverik’
houdt een verwijzing naar hun geringe verbale
communicatie in. In de broedgebieden schijnt het er
in het voorjaar trouwens heel anders aan toe te gaan.
De mannetjes houden daar dan indrukwekkende
baltsvluchten, waarbij geluiden voortgebracht
worden die tot op een kilometer hoorbaar zijn en
doen denken aan een galopperend paard.
Het stille, heimelijke gedrag in de overwinterings-
gebieden vindt tenslotte zijn climax in het feit dat
het Bokje zich bij gevaar gedeisd houdt, zich op de
grond drukt, daarbij op zijn schutkleur vertrouwend.
Alleen in de allergrootste nood vliegt de vogel voor
de neus van een roofdier of onder je voeten vandaan
en kiest daarbij dan ook nog amper het luchtruim.
Na een korte, lage, rechtlijnige vlucht strijkt de vogel
al weer neer om opnieuw even onzichtbaar te
worden als voorheen. Dit op willen gaan in hun
achtergrond drijven sommige Bokjes ooit tot in het
absurde door. Bij onderzoek naar het voorkomen
van Bokjes in de Peel waren er vogels die zo op hun
schutkleur vertrouwden dat ze zich zo maar van de
bodem lieten oppakken. Om als vogelaar dit kunstje
te kunnen flikken moet je natuurlijk een echte
Bokjeskenner zijn. Beschikken over een uitstekende
terreinkennis. Om over een scherp gezichtsvermo-
gen, waardoor je de camouflagetechniek van het
beest te niet kunt doen, nog maar te zwijgen. Wél
duizenden kilometers vliegen tijdens de vogeltrek
om vervolgens amper op de vleugels te gaan als je
leven in gevaar is. Het lijkt niet met elkaar te rijmen.
Het zien van een Bokje is zoals uit bovenstaande
blijkt niet voor de doorsnee-wandelaar weggelegd.
Duidelijk is natuurlijk wel dat een winters landschap
niet altijd zo uitgestorven is als het wel lijkt.
Mogelijk dat er zich dan b.v. toch nog hier of daar
onze kleine, dappere, onzichtbare Doverik
schuilhoudt.
Vrouwelijke bloemen van de Europese larix Larix decidua – Foto: Gerard Vos
29
Poelenadoptieprogramma Eindhoven,
natuureducatie in de stad
Petra van Leeuwen-de Bruijn
Coördinator Poelenadoptieprogramma Eindhoven, in opdracht van de gemeente Eindhoven
Dit artikel is eerder verschenen in: “De Levende Natuur”, thema stadsnatuur, juli 2016, 117(4): 160-163
Dit artikel beschrijft het Poelenadoptieprogramma
voor basisscholen in Eindhoven, een natuureducatie-
programma dat in 15 jaar tijd steeds succesvoller is
geworden. Het programma kan worden gezien als
een voorbeeld van hoe het samen optrekken van
professionals voor natuurbehoud, groenbeheer en
onderwijs een investering kan zijn in de ontwikke-
ling van veerkrachtige stadsnatuur, gedragen door
stadsbewoners zelf.
Beleidsmakers en natuur/groenbeheerders zijn op
zoek naar manieren om de samenleving actief te
betrekken bij natuur en natuurbehoud (Min. van EZ,
2014). Kinderen maken een bijzonder deel uit van
die samenleving, omdat ze belangrijk zijn voor zowel
het heden als de toekomst van natuurbehoud. Een
steeds groter deel van de Nederlandse kinderen
groeit op in steden. Fassbinder (2016) benadrukt dat
juist kinderen in staat zijn om de wereld om zich
heen te ervaren als een geheel, zij zijn enthousiaste
natuurbelevers. In de toekomst vormen zij de samen-
leving aan wie we de rijkdom aan soorten graag
willen doorgeven (Min. van EZ, 2014).
Daar bovenop bieden kinderen natuurbeschermers
een kans om burgers te benaderen, die op andere
manieren wellicht minder gemakkelijk te bereiken
zijn. Natuur in de stad is bij uitstek in staat om de
samenleving te bereiken (van Zoest & Melchers,
2006). Met relatief eenvoudige middelen kunnen
stadskinderen betrokken worden bij de ontwikkeling
van hun groene leefomgeving. Smit (2006) laat zien
dat het opdoen van veel groene ervaringen boven-
dien bijdraagt aan een duurzame en gezonde
ontwikkeling van deze kinderen.
30
Poelenadoptieprogramma-concept
De gemeente Eindhoven is in de jaren ‘90 gestart
met het aanleggen van een uitgebreid netwerk van
poelen. Deze poelen zijn belangrijk als leefgebied
voor amfibieën. Ook libellen, allerlei waterdieren,
moeras- en waterplanten profiteren ervan. Met de
oprichting van Poelenwerkgroep Eindhoven in 1992,
later opgegaan in de Stichting Stadsnatuur Eind-
hoven (SSE), werd het initiatief genomen om tot een
structurele aanpak ter bevordering van aanleg,
beheer en inventarisatie van kleinschalige
natuurelementen te komen. Inzetten op actieve
natuureducatie rondom de poelen was een sterke
wens van de SSE-vrijwilligers, bedoeld om het
draagvlak voor natuur binnen de stad te vergroten.
De focus lag daarbij op het primair onderwijs.
Samen met gemeente Eindhoven en SSE heeft het
Eindhovense Milieu Educatie Centrum voor dit doel
een uitgebreidere Eindhovense editie ontwikkeld van
het in Breda opgezette programma ‘Adoptie Padden-
poel’. De gemeente Eindhoven draagt de financiering
van het programma .
Poelenprogramma
Het idee van het programma is dat basisscholen in
Eindhoven de mogelijkheid krijgen om een poel in
hun omgeving te ‘adopteren’. Deelnemende scholen
kunnen rekenen op de volgende activiteiten,
verdeeld over het schooljaar:
- Uitleg in de klas over de poel, de werkdag en
gereedschapsinstructie (facultatief)
- Eén natuurwerkdag bij de poel in het najaar.
De praktijk van kleinschalig natuurbeheer wordt
gebruikt om kennis te maken met en te leren over
natuur. De op amfibieën afgestemde
werkzaamheden worden in nauwe samenwerking
met de beheerder van de gemeente Eindhoven
besproken en geëvalueerd. De kleinschalige
beheerwerkzaamheden bij de poel verrichten de
kinderen met handgereedschap zoals
beugelzagen, trekzaagjes en takkenscharen.
- Eén veldwerkdag bij de poel in het voorjaar:
de resultaten van de natuurwerkdag worden
bekeken. De kinderen doen wateronderzoek en
andere veldwerkactiviteiten. De flora en fauna
in en rondom de poel worden onder de loep
genomen met een krachtige hoofdrol voor
amfibieën.
- Een amfibieën-excursie in het donker (facultatief)
De projectontwikkeling en -begeleiding zijn in
handen van een natuureducatie-professional met
pedagogische en didactische kwaliteiten en met
interesse voor poelen en bijbehorende flora en
fauna. Tijdens de veldwerkdagen in het voorjaar en
werkdagen in het najaar is aandacht voor de zorg-
vuldige omgang met wettelijk beschermde amfibieën,
en andere flora en fauna. In de voorbereiding van de
veldbezoeken wordt met de kinderen besproken hoe
je omgaat met amfibieën en ook hoe je ze eventueel
hanteert. Eenvoudige, preventieve maatregelen, zoals
het werken met schone schepnetten, gereedschap en
veldwerkmateriaal, worden genomen om de versprei-
ding van ziekteverwekkers en invasieve (micro)orga-
nismen tegen te gaan.
Fig.1. Leerlingenaantallen Poelenadoptieprogramma
tussen 1999 en 2015 (van Leeuwen, 2015).
Toename deelnemende scholen
In 1999 is een eerste stap gemaakt met het Poelen-
adoptieprogramma Eindhoven. Vanuit eenvoudige
veldbezoeken aan de poel door een school in de
oriënterende beginjaren ontwikkelde het programma
zich verder tot een succesvol natuureducatiepro-
gramma. In 2016 doen 35 scholen (de helft van de
Eindhovense basisscholen) mee. In de beginjaren is
een aantal scholen actief benaderd om mee te doen.
Na enkele jaren kwam het initiatief van de scholen
zelf. Ook veranderen leerkrachten regelmatig van
klas of van school en vragen of het Poelenadoptie-
programma mee mag verhuizen. Alle scholen die een
poel geadopteerd hebben blijven jaarlijks meedoen.
De omvang van de deelname van de basisscholen
varieert: sommige scholen doen met één klas mee,
anderen met 7 parallelklassen of nemen het initiatief
voor herhaling gedurende meerdere schooljaren. Per
groep/klas gaat het om 20 tot 30 kinderen, bij
speciaal onderwijs om circa 15 leerlingen. Het totaal
aantal leerlingen dat jaarlijks meedoet, is gestegen
van 50 in de beginjaren naar momenteel 2000
kinderen die de poel 2 keer per schooljaar bezoeken.
In het voorjaar komen nog circa 1500 kinderen extra
uit de jongere groepen voor een speelse
kennismaking met de poel.
31
Communicatie en toename netwerk
Rondom het werken aan de Eindhovense poelen
ontstond de afgelopen jaren spelender- en werken-
derwijs een steeds groter netwerk (fig. 2). Bij elke
schoolklas die meedoet, komen 5 ouders die mee-
werken met de begeleiding van de kinderen. In totaal
zijn elk schooljaar meer dan 1000 volwassenen op
deze wijze betrokken bij het Poelenadoptieprogram-
ma. Indirect betrekken de kinderen het gezin waarin
ze opgroeien bij het poelenadoptieprogramma. Uit
gesprekken met ouders horen we dat ze vaak nog
een keer gaan kijken bij de poel waar ze gewerkt
hebben. Ook buurtbewoners zijn belangstellend en
positief; zij volgen de poelen direct middels persoon-
lijk contact in het voorbijgaan of indirect in de
communicatie rondom het poelenadoptieprogramma
in de media en de inzet van sociale media. Door
toenemende belangstelling voor de poelen verschuift
het beeld over de poelen. Zo neemt de kennis erover
toe: zowel de wetenschap dat meerdere soorten
amfibieën gebruik maken van de poelen als de
belangstelling voor hun leefwijze groeien.
Fig. 2. Netwerk rond de Eindhovense poelen in 2015
Samenwerking gemeente en terreinbeheerders
De deskundige, open en ondersteunende rol van
de gemeente Eindhoven in de ontwikkeling van het
Poelenadoptieprogramma is belangrijk. De rol van
het onderwijs in stadsnatuur werd gezien als
veelbelovend en kreeg van de gemeente alle ruimte.
Andere terreinbeherende organisaties (Brabant
Water, High Tech Campus, Waterschap de Dommel
en Stichting Het Brabants Landschap), op wiens
terreinen sommige van de Eindhovense poelen
liggen, omarmden het poelenadoptieprogramma
eveneens en daardoor kregen ook scholen aan de
stadsrand van Eindhoven de mogelijkheid een poel
te adopteren.
Prikkelbaar plekje (© Petra van Leeuwen)
‘Een salamander! Een salamander! Voor het eerst
van mijn leven zie ik een salamander!’ riep Berkay.
‘En ik heb hem zelf gevonden!’ Alle kinderen van
groep 7-8 van basisschool de Zevensprong kwamen
een kijkje nemen. Het was een prachtig diertje met
een zwart jasje aan; zo zwart als de jas van
Berkay!
Samen met twee andere jongens zocht Berkay een
rustig winterplekje voor de salamander: ’Kom je
even kijken, we hebben een prikkelbaar plekje voor
hem gevonden.’ Tussen de braamstruiken op een
prachtig prikkelbaar plekje zaten de drie jongens
rond de salamander; wachtend op wat de
salamander ging doen in een wereld die even heel
klein was, en oh zo groots voelde.
Effect op de kinderen
Hoewel het niet formeel is onderzocht kan uit de
gesprekken met de kinderen en leerkrachten gesteld
worden dat ze zich allemaal betrokken voelen bij de
activiteiten bij de poel. Leerkrachten zijn vaak op-
recht verrast over wat kinderen in een andere
situatie laten zien. Het gebeurt geregeld dat kinderen
die zich in de klas moeilijk kunnen concentreren
zich tijdens de activiteiten bij de poel ontpoppen als
kinderen die wel degelijk geconcentreerd en met een
heleboel doorzettingsvermogen kunnen werken. Als
kinderen meerdere jaren achter elkaar meedoen,
biedt de poel zowel vertrouwdheid als verrassingen.
De gesprekken veranderen: er komen meer vragen
die betrekking hebben op natuurkennis. De gerust-
stellende wetenschap dat de poel ‘echt’ van hun
school is, blijkt een factor te zijn om zich trots te
voelen.
32
Kusje
We ontdekten een hele grote Bruine kikker bij de
poel van de kinderen van basisschool ’t Karregat.
En die kikker moeten we met zijn allen eens even
van dichtbij bekijken. ‘Ik zie zijn keeltje bewegen.
Nee joh, dat is zijn hart. Ik zie zijn neusje. Is het
nou een jongen of een meisje? Heeft hij oren?’ Een
heleboel vragen en een heleboel opmerkingen.
Iedereen wilde wat zeggen over de kikker die alleen
maar keek. En het leek of niemand een antwoord
wilde. ‘Ik geef hem een kusje een kusje met m’n
ogen dicht!’ zei, zong Marieke haast en voegde
voorzichtig daad bij woord: ..’kkkusje!’ ’Oh kijk nou
de ogen van de kikker zijn van goud! Goud! Ze zijn
van goud geworden!’ riep een klasgenootje. ‘Dat
komt door het kusje!’ Ik heb het zo gelaten: ja, dat
komt door het kusje!
Effect op natuur
De werkzaamheden die jaarlijks gedaan worden door
de kinderen worden afgestemd met de beheerder van
de gemeente Eindhoven en andere terreineigenaren.
Alle werkzaamheden zijn erop gericht om de natuur-
waarden te vergroten en daarmee de populaties
amfibieën te versterken, zodat zij kunnen omgaan
met de druk die de stedelijke omgeving met zich
meebrengt. De natuurwaarden van de Eindhovense
poelen lopen sterk uiteen. Albers (2011) geeft aan
dat dit het gevolg kan zijn van ligging in het land-
schap, de natuurlijke verlanding, de omvang van de
poel en het beheer. Daarnaast liggen veel poelen in
gebieden waar de recreatiedruk hoog is. De aan-
wezigheid en introductie van vis (exoten zoals
Amerikaanse Hondsvis en inheemse soorten) en de
verspreiding van invasieve waterplanten is een punt
van zorg. De werkzaamheden bij de poelen worden
gefaseerd uitgevoerd en variëren per poel. De meest
voorkomende werkzaamheden zijn het zagen en
knippen van opslag, het maaien en hooien van de
oeverbegroeiing en landhabitat en het baggeren en
schonen van de poel. Van het vrijgekomen hout en
takken stapelen de kinderen takkenrillen in de om-
geving van de poel. Wat opvalt bij de werkzaam-
heden: kinderen werken vaak ‘slordig’ in vergelijking
met machinaal regulier beheer. Daardoor ontstaan
overhoekjes en geleidelijke overgangen die behalve
voor amfibieën ook gunstig zijn voor overige fauna
met name voor dagvlinders en andere ongewervel-
den. De losse waarnemingen van de 3500 jonge
herpetologen worden doorgegeven op de website
telmee.nl. Deze waarnemingen worden onder meer
gebruikt voor bescherming en het geven van
inrichtings- en beheeradviezen. De Eindhovense
poelen zijn goed in beeld qua ontwikkeling en
soorten (fig. 3) mede dank zij de inspanningen van
de SSE-poelenwerkgroep met 90 actieve leden die
actief zijn bij de monitoring van amfibieën in het
kader van het landelijke Netwerk Ecologische
Monitoring.
Succesfactoren
Welke factoren spelen nu een rol bij het succes van
het poelenadoptieprogramma in Eindhoven? Aanbod
en de bereikbaarheid van de poelen Eindhoven heeft
een sterke groenstructuur met meer dan 150 poelen.
Het netwerk aan poelen is dusdanig dat vrijwel elke
Eindhovense basisschool een poel kan adopteren op
een afstand van maximaal 2 km van de school. Die
afstand blijkt geen probleem voor deelname: de klas
komt te voet of op de fiets naar de poel. Dit scheelt
veel reis- en onderwijstijd. De ligging van de adoptie-
poelen ‘om de hoek’ nodigt uit om ook buiten
schooltijd nog een keer terug te gaan. Miller (2005)
benadrukt de waarde van het opdoen van informele
natuurervaringen in je directe woonomgeving naast
de relatief formele ervaringen binnen het educatie-
programma.
33
Kwaliteit groen
De aandacht van de gemeente Eindhoven voor de
kwaliteit van de groene stadse omgeving waarin de
natuureducatie in Eindhoven plaatsvindt is hoog.
Echter, het enthousiasme van kinderen bij het doen
van de meest eenvoudige natuurontdekkingen, roept
de vraag op of de kwaliteit van de groene omgeving
ook inderdaad hoog moet zijn voor een succesvol
natuureducatieproject. Kahn (1999) geeft aan dat het
niet voldoende is “to provide urban children with
good environment education. We must also provide
urban children with a good environment”. Hier ligt
een motivatie voor de ontwikkeling van een stede-
lijke omgeving met ruimte voor wilde natuur waar
de elementen water, bodem, lucht en licht ervaren
kunnen worden en ook de wisseling van de seizoe-
nen (Both, 2007). De meer dan 150 poelen in de
Eindhovense stad zijn waardevolle landschaps-
elementen. Op de rand van land en water op onder-
zoek uitgaan is aantrekkelijk voor kinderen en
het verborgen leven van amfibieën spreekt tot
de verbeelding.
Pedagogische en didactische kwaliteit
Het levendig houden van een educatieproject vraagt
van de programmabegeleiding talent, creativiteit en
kennis. Het betekent dat je op de hoogte bent en
luistert naar wat er zich in het onderwijs afspeelt.
Een dag bij de poel is een garantie op een dag vol
onverwachte gebeurtenissen en ontdekkingen die de
aandacht trekken. Dit vraagt van de begeleiding een
voortdurend bijsturen op de interesses van de
kinderen en de volwassenen bij de poel.
Wetensch. soortnaam Aan- wezig
Salamanders
Alpenwatersalamander Ichthyosaura alpestris x
Kamsalamander Triturus cristatus
Vinpootsalamander* Lissotriton helveticus
Kleine watersalamander
Lissotriton vulgaris x
Kikkers en padden
Gewone pad Bufo bufo x
Rugstreeppad Epidalea calamita x
Heikikker Rana arvalis x
Bruine kikker Rana temporaria x
Poelkikker Pelophylax lessonae x
Bastaardkikker Pelophylax kl.
esculentus x
* uitgezette populatie in de binnenstad
Fig. 3. Amfibie-soorten Gemeente Eindhoven 2016
Conclusie
In Eindhoven is het poelenadoptieprogramma
een groot succes. Door de implementatie in het
Eindhovense onderwijs wordt direct en indirect de
samenleving bereikt waarbij Van Zoest & Melchers
(2006) aangeven dat ook het eenvoudigweg ‘weten
dat het er is’ voor mensen al betekenis heeft, vooral
de functie ‘groen voor kinderen’. Belangrijk voor
het succes is de samenwerking tussen betrokken
professionals in natuureducatie, onderwijs en
terreinbeheer en de feedback van de kinderen. Het
Poelenadoptieprogramma kan worden gezien als een
mooi voorbeeld van de in de Rijksnatuurvisie na te
streven visie van natuur midden in de samenleving.
Dit programma kan worden opgeschaald en ook
elders worden uitgevoerd. Veel steden zijn, net
als Eindhoven, doelbewust ontworpen met groene
wiggen die tot diep in de stad doordringen waardoor
er voldoende mogelijkheden liggen voor dichtbij-
natuur in het onderwijs (Hovinga, 2013).
Moge dit een uitnodiging zijn voor beleidsmakers en
natuurbeheerders de mogelijkheden te bekijken om
de combinatie van biodiversiteit en groenbeheer in
de stad te implementeren in natuureducatie op
basisscholen: kinderen groeien op in een actieve rol
bij de ontwikkeling van stadsnatuur. Hun schep-
netten vol ‘wilde verhalen’ zorgen er op spontane
wijze voor, dat veel andere stadsbewoners deel-
genoot worden van een verrassend groene stad!
Literatuur
Albers, K., 2011. Poelen van Eindhoven, herstel en
beheeradviezen.
Both, K., 2007. Naar een groene pedagogiek, tekst voor
het TransForum project Green care Amsterdam.
Fassbinder, H., 2016. Biotope city as
teaching.www.biotopecity.net
Hovinga, D., 2013. Van deadline naar lifeline: Natuur, een
groeiruimte voor kinderen. Natuur en Ontwikkeling en
kind.
Het lectoraat.
Kahn, P. jr., 1999. The human relationship with nature –
development and culture. MIT Press.
Leeuwen, P. van, 2015. Jaarverslag
Poelenadoptieprogramma Eindhoven.
Miller, J.R., 2005. Biodiversity conservation and the
extinction
of experience. Trends in ecology and evolution.
Ministerie van Economische Zaken, 2014. Rijksnatuurvisie
‘Natuurlijk verder’.
Smit, W., 2006. Hoe duurzaam is NME? Een explorerend
kwantitatief onderzoek naar langetermijneffecten van
NME
op basisscholen.
Zoest, J. van & M. Melchers, 2006. Leven in de stad,
betekenis en toepassing van natuur in de stedelijke
omgeving. KNNV Uitgeverij.
34
xxVerslag