studentenuitwerking jaarverslaggeving

103
 © Noordhoff Uitgevers bv 1 Dr. Peter Epe RA Drs. Wim Koetzier Wim Hoffmann RA Jaarverslaggeving Uitwerkingen student Zesde druk Noordhoff Uitgevers Groningen/H outen 

Upload: patrickronaldo

Post on 22-Jul-2015

2.600 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Dr. Peter Epe RA Drs. Wim Koetzier Wim Hoffmann RA Jaarverslaggeving Uitwerkingen student

Zesde druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Noordhoff Uitgevers bv

1

Inhoud

Antwoorden vraagstukken Hoofdstuk 2 .......................................................................................... 3 Hoofdstuk 3 .......................................................................................... 5 Hoofdstuk 5 .......................................................................................... 6 Hoofdstuk 6 .......................................................................................... 7 Hoofdstuk 7 ........................................................................................ 10 Hoofdstuk 8 ....................................................................................... 13 Hoofdstuk 9 ........................................................................................ 15 Hoofdstuk 10 ................................................................................... 17 Hoofdstuk 11 ................................................................................... 19 Hoofdstuk 13 ................................................................................... 20 Hoofdstuk 14 ................................................................................... 23 Hoofdstuk 15 ................................................................................... 28 Hoofdstuk 16 ................................................................................... 30 Hoofdstuk 17 ................................................................................... 33 Hoofdstuk 18 ................................................................................... 35 Hoofdstuk 19 ................................................................................... 37 Hoofdstukoverstijgend ..................................................................... 44 Antwoorden casussen C1 bv AppelGroen .................................................................. 54 C2 bv GreenScreen (Checking and Packing) ......................... 59 C3 nv Regenboog ................................................................... 66 C4 Greenfeed ......................................................................... 72 C5 bv De Groene Draak ......................................................... 75 C6 bv GreenGreen ................................................................. 78 C7 Blue Sea Offshore bv ........................................................ 82 C8 Rugby Club Blued bv ........................................................ 86 C9 Centraal Boekhuis bv ........................................................ 89 C10 Koninklijke Joh. Ensched bv ............................................ 91 C11 ProRail bv ......................................................................... 95 C12 PontMeyer nv .................................................................... 98 C13 Hydratec Industries nv ..................................................... 102

2

Noordhoff Uitgevers bv

Antwoorden vraagstukken

Hoofdstuk 2Vraagstuk 2.2a 1

J. Bootsman

Jaarlijkse exploitatie Ontvangsten: Verhuur boten Gebruik consumpties 2 2.000 uur 25 = 2.000 20 = 2 4 100.000

20.000 120.000 10.000 20.000 15.000 45.000 75.000

Uitgaven: Onderhoud Verzekering Kostprijs consumpties

2 5.000 = 2 10.000 = 2.000 uur 2 15 = 4

NettokasstroomBalans per 1 januari 2010 (bedragen 1)

Boten + botenhuis: 75.000 75.000 105.000 + + = 1,12 1,122 1,123 201.491 201.491

Begin eigen vermogen Aanvangswinst

180.000 21.491 201.491

Balans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Boten + botenhuis: 75.000 105.000 + = 1,12 1,122 Kas

Begin eigen vermogen 150.670 75.000 225.670 Winst 2010

201.491 24.179 225.670

Balans per 31 december 2011 (bedragen 1)

Boten + botenhuis: 105.000 = 1,12 Kas*

Begin eigen vermogen 93.750 125.821 219.571 Winst 2011

201.491 18.080 219.571

*

75.000 24.179 + 75.000 = 125.821Balans per 31 december 2012 (bedragen 1)

Boten + botenhuis Kas*

212.741 212.741

Begin eigen vermogen Winst 2012

201.491 11.250 212.741

*

125.821 18.080 + 105.000 = 212.741

Noordhoff Uitgevers bv

3

2

Balans per 1 januari 2010 (bedragen 1)

Boten Botenhuis

150.000 30.000 180.000

Begin eigen vermogen

180.000 180.000

Balans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Boten Botenhuis Kas

110.000 20.000 75.000 205.000

Begin eigen vermogen Winst 2010

180.000 25.000 205.000

Balans per 31 december 2011 (bedragen 1)

Boten Botenhuis Kas*

70.000 10.000 125.000 205.000

Begin eigen vermogen Winst 2011

180.000 25.000 205.000

*

75.000 25.000 + 75.000 = 125.000Balans per 31 december 2012 (bedragen 1)

Boten Botenhuis Kas*

205.000 205.000

Begin eigen vermogen Winst 2012

180.000 25.000 205.000

*b

125.000 25.000 + 105.000 = 205.000Boekhoudkundige winst 25.000 25.000 25.000 75.000 Economische winst 21.491 24.179 18.080 11.250 75.000

Aanvangswinst Winst 2010 Winst 2011 Winst 2012

Het boekhoudkundig en het economisch waardebegrip verschillen ten opzichte van elkaar voor wat betreft de waardering van de materile activa: het boekhoudkundig waardebegrip waardeert de individuele productiemiddelen tegen inkoopprijzen, het economisch waardebegrip waardeert het complex van productiemiddelen tegen de nettokasstroom van de met de productiemiddelen te produceren en te verkopen eindproducten. Dit leidt tot verschil in waardering ultimo boekjaar en daarmee tot verschillende jaarwinsten. Aan het einde van 2012 zijn alle transacties afgewikkeld. Als enig actief komt dan in de balans de post Kas voor ten bedrage van (afgezien van de uitgekeerde winsten) 3 75.000 (jaarlijkse nettokasstroom) + 30.000 (restwaarde boten) = 255.000. Omdat er op dat moment geen materile activa meer aanwezig zijn, doen zich ook geen verschillen in waardering meer voor. De totale winst over de jaren 2010 tot en met 2012 is daarom bij beide waardebegrippen gelijk aan de kastoename gedurende deze periode; deze bedraagt 255.000 (eindsaldo kas + uitgekeerde winsten) 180.000 (geldbedrag dat begin 2010 in de onderneming is gestoken).c

Dat blijkt uit het gat dat in de praktijk blijkt te bestaan tussen de beurswaarde van een onderneming en de waarde van het gerapporteerde eigen vermogen.

d De betrouwbaarheid van het boekhoudkundig waardebegrip is groter omdat de waardering en winstbepaling doordat uitgegaan wordt van werkelijke afzetcijfers, gehanteerde verkoopprijzen en betaalde inkoopprijzen (of vervangingswaarden) voor de productiemiddelen objectiever en daardoor beter controleerbaar is.

4

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 3Vraagstuk 3.2 Negotie 20.000 15.000 5.000 30.000 22.500 7.500

Balansmutaties in de vorm van journaalposten: 2/12 Kas Aan Voorraad Q Aan Winst 8/12 Debiteuren Aan Voorraad Q Aan Winst

12/12 De transactie is per 31 december 2010 nog niet gerealiseerd omdat aflevering nog niet heeft plaatsgevonden. 15/12 Winst Aan Voorraad Q (Afwaardering tot opbrengstwaarde) 1.500 1.500

20/12

Kas 50.000 Aan Vooruitontvangen bedragen 50.000 (De transactie is nog niet gerealiseerd omdat per 31 december 2010 aflevering nog niet heeft plaatsgevonden.)Balans per 31 december 2010

Voorraad Q 7 000 15 + 500 12 = Debiteuren Kas

111.000 30.000 75.000 216.000

Eigen vermogen 1/12 Vooruitontvangen bedragen Winst december 2010

155.000 50.000 11.000 216.000

Vraagstuk 3.5

Het voorzichtigheidsprincipe

Casus 1 De vordering is hoogst onzeker (de kans op toekenning wordt geschat op 50%) en bovendien is de hoogte van de eventuele schadevergoeding onzeker. Op grond van het voorzichtigheidsprincipe dient opname van de vordering in de balans achterwege te blijven. Casus 2 Op grond van het voorzichtigheidsprincipe dient dit gegeven te worden opgenomen in de jaarrekening. Indien de hieruit voortvloeiende kosten redelijkerwijs zijn in te schatten, zal een voorziening ten laste van het resultaat gevormd moeten worden. Valt over de hoogte van de kosten geen redelijke schatting te maken, dan moet het gegeven worden vermeld in de toelichting op de balans als een niet uit de balans blijkende verplichting. Casus 3 In deze casus wordt een verlies voorzien, de koffers kunnen immers zelfs niet worden verkocht tegen een verkoopprijs die 15% onder de kostprijs ligt. Op grond van het voorzichtigheidsprincipe dient een verlies te worden genomen op moment dat het wordt geconstateerd: de voorraad koffers zal ten laste van het resultaat moeten worden afgewaardeerd tot de geschatte opbrengstwaarde, die nader zal moeten worden bepaald.

Noordhoff Uitgevers bv

5

Hoofdstuk 5Vraagstuk 5.4a

Cehave

Gebeurtenissen na balansdatum moeten alleen in de jaarrekening worden verwerkt indien zij een nieuw licht werpen op de feitelijke situatie per balansdatum; bij de hier vermelde gebeurtenissen is dit niet het geval, zodat zij niet in de jaarrekening 2009 mogen worden verwerkt. Op grond van artikel 392.1g moet onder de overige gegevens opgave worden gedaan van gebeurtenissen na balansdatum die belangrijke financile gevolgen hebben voor de rechtspersoon, onder vermelding van de omvang van die gevolgen. (De vermelde passage is hieronder in het jaarrapport 2009 van Cehave opgenomen.) Verder moet aan deze gebeurtenissen aandacht worden besteed in het jaarverslag, voor zover deze gebeurtenissen de verwachtingen hebben benvloed (artikel 391.2). Het gaat hier om gebeurtenissen na balansdatum met belangrijke financile gevolgen voor de onderneming, die niet in de jaarrekening van het afgesloten boekjaar worden verwerkt (zie vraag a). Vermelding is daarom noodzakelijk omdat het voor gebruikers belangrijke informatie betreft die anders aan hun aandacht zou ontsnappen.

b

c

6

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 6Vraagstuk 6.3a

Flower Power bv 99.500( 400.000 40.000) = 8 9% van 400.000 =

Operational-leasecontract Leasekosten Financial-leasecontract

Afschrijving Interestlasten Onderhoudskosten TotaalHuurkoopcontract Afschrijvingskosten Interestlasten* Onderhoudskosten

45.000 36.000 10.000 91.000 45.000 25.909 10.000 80.909

Totaal * Termijnen Contante aankoopprijs Totale interest Toe te rekenen aan 2011:b

10 47.500 =

475.000 400.000 75.000

10 + 9 75.000 = 25.909 55

Operational-leasecontract Flower Power is geen economisch eigenaar, uit hoofde van dit contract komen geen balansposten voor. Financial-leasecontract Activa: Machines: Passiva: Leaseverplichtingen:

400.000 45.000 = 400.000 ( 77.300 36.000) =

355.000 358.700

Huurkoopcontract Activa: Machines: 400.000 45.000 = 355.000 Passiva: Huurkoopverplichtingen: 400.000 (2 47.500 25.909) = 330.909c

In geval van het operational-leasecontract moet op grond van artikel 381 in de toelichting melding worden gemaakt van de uit het contract voortvloeiende toekomstige financile verplichtingen. Bij het financial-lease- en het huurkoopcontract moet de gebruiker vermelden dat hij van de geactiveerde machines niet de juridisch eigenaar is. Dit vloeit voort uit artikel 366.2, waar is voorgeschreven dat indien in de balans materile vaste activa met een beperkt zakelijk of persoonlijk genotsrecht voorkomen, dit moet worden vermeld. Deze informatie is met name van belang voor de schuldeisers omdat deze activa niet kunnen dienen als verhaalsobject ten behoeve van hun vorderingen. De verwachte belangrijke technologische ontwikkelingen pleiten voor het operationalleasecontract. Indien er inderdaad een beter productiemiddel op de markt komt, kan Flower Power in geval van operational lease het contract opzeggen; bij zowel financial lease als huurkoop zit de gebruiker aan het oude productiemiddel vast. Bovendien zal in geval van zowel financial lease als huurkoop het vreemd vermogen toenemen met de gepassiveerde lease- c.q. huurkoopverplichtingen. Hiermee zal de verhouding tussen eigen vermogen en het totaal van de activa onder de gestelde norm kunnen uitkomen; in geval van operational lease blijft de balansstructuur ongewijzigd: operational lease lijkt de voorkeur te hebben.

d

Noordhoff Uitgevers bv

7

Vraagstuk 6.7a

Extravino bv

Contractbepalingen: Het contract is niet tussentijds opzegbaar. De gebruiker heeft het recht om het geleasete object na afloop van het contract tegen een symbolisch bedrag over te nemen. De onderhoudskosten komen voor rekening van de gebruiker. (Alle bedragen luiden in euros) 02-01-10 bottelinstallatie 02-01-10 leaseverplichtingen afschrijving 2010 10% van 500.000 31-12-10 leasetermijn leasetermijn rentebestanddeel 8% van 500.000 leasetermijn aflossingsbestanddeel 31-12-10 boekwaarde resp. schuldrest afschrijving 2011 10% van 500.000 31-12-11 leasetermijn leasetermijn rentebestanddeel 8% van 452.993 leasetermijn aflossingsbestanddeel 31-12-11 boekwaarde resp. schuldrest 400.000 450.00050.000

b

500.000 500.00050.000

87.007 40.000

47.007 452.993

87.007 36.239

50.768 402.225

c

De RJ laat drie mogelijkheden voor de verwerking van kosten van groot onderhoud toe: 1 Jaarlijks 25.000 toevoegen aan een voorziening groot onderhoud. De gedane uitgaven voor groot onderhoud komen hierop in mindering. 2 Bij aanschaf van de bottelinstallatie het geraamde bedrag voor groot onderhoud ad 100.000 afsplitsen van de aankoopprijs en afschrijven in vier jaar. De resterende component ad 400.000 afschrijven in tien jaar. 3 In n keer ten laste van het resultaat van het jaar waarin groot onderhoud heeft plaatsgevonden. Toepassing van methode 1 brengt in de resultatenrekening 2010 een post Onderhoudskosten van 25.000 met zich mee, en in de balans per 31 december 2010 een post Voorziening groot onderhoud van 25.000. Methode 2 (bedragen in euros) Component groot onderhoud Component bedrijfsmiddel Totaalaanschaf 100.000 400.000 500.000 afschr 10 25.000 40.000 65.000 BW ult 10 75.000 360.000 435.000

Bij toepassing van methode 3 heeft het groot onderhoud geen invloed op de jaarrekening 2010. De resultatenrekening 2010 wordt niet belast met de kosten van groot onderhoud en de bottelinstallatie wordt per 31 december 2010 in de balans opgenomen voor 450.000 (zie vraag b).d

De RJ geeft aan dat een immaterieel actief in de balans moet worden opgenomen indien (RJ 210.201): het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen van het actief zullen toekomen aan de onderneming; de kosten van het actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. De eerste voorwaarde berust op een inschatting van de directie van Extravino; het is aannemelijk dat zonder de aanwezigheid van gunstige verwachtingen de directie de licentie niet zou hebben verworven. Ook aan de tweede voorwaarde wordt voldaan (er is 150.000 voor de licentie betaald), hetgeen de activering van de licentie verplicht maakt.

e

De eerstgenoemde gebeurtenis na balansdatum werpt een nieuw licht op de waarde van de verplichtingen eind 2010. Voor de claim dient een voorziening in de jaarrekening 2010 te worden opgenomen. De tweede gebeurtenis werpt geen nieuw licht op de situatie op of voor balansdatum, dus verwerking in de jaarrekening 2010 is niet aan de orde.

8

Noordhoff Uitgevers bv

Overigens moet wel informatie over deze gebeurtenis in de overige gegevens worden opgenomen omdat er sprake is van belangrijke financile gevolgen voor de onderneming (artikel 392.1g). Ook moet informatie worden opgenomen in het jaarverslag over de mate waarin deze gebeurtenis de toekomstverwachtingen heeft benvloed (artikel 391.2).f

Indien de jaarrekening nu in ernstige mate tekortschiet in het geven van het vereiste inzicht (hetgeen afhangt in hoeverre de hoogte van de schadeclaim voor Extravino materieel is), zal Extravino haar aandeelhouders en indien aanwezig de ondernemingsraad hierover berichten, alsmede een mededeling doen bij het handelsregister waar zij haar stukken openbaar heeft gemaakt. Deze mededeling moet indien Extravino controleplichtig is voorzien zijn van een accountantsverklaring (RJ 160.203 / artikel 362.6).

Noordhoff Uitgevers bv

9

Hoofdstuk 7Vraagstuk 7.4a

Een aannemer

De percentage of completion method is op de volgende punten in strijd met de wet: Op grond van artikel 384.1 moeten voorraden worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs dan wel tegen actuele waarde. Volgens artikel 388.2 omvat de vervaardigingsprijs alle direct aan de productie toerekenbare kosten (verplicht), alsmede een redelijk deel van de indirecte kosten en rente over schulden (facultatief). Winstopslag komt derhalve niet voor activering in aanmerking, hetgeen bij de percentage of completion method wel geschiedt. De winst wordt naar rato van de voortgang van het werk genomen; er wordt dan ook al winst genomen terwijl het werk nog niet is (op)geleverd: dit is in strijd met het voorzichtigheids- en realisatieprincipe (artikel 384.2). Artikel 362.4 schrijft voor dat indien het voor het verschaffen van het inzicht bedoeld in de betekenis van artikel 362.1 noodzakelijk is, van de wettelijke bepalingen moet worden afgeweken (derogerende werking). Bij de aannemer is sprake van langlopende werken. In geval van onregelmatige oplevering van de werken leidt winstneming bij oplevering tot grote fluctuaties in het resultaat; toepassing van de percentage of completion method geeft in dat geval een beter inzicht in de ontwikkeling van het resultaat. Daarnaast leidt de percentage of completion method tot betere matching van kosten en opbrengsten: door een beroep op artikel 362.4 is de percentage of completion method wettelijk acceptabel. De hoogte van de op een bepaald moment aan een werk toe te rekenen winst wordt in grote mate bepaald door de kostenbegroting voor de rest van het uit te voeren werk. Door de kostenbegroting einde boekjaar optimistischer voor te stellen dan in werkelijkheid wordt verwacht, zal de winst over dat boekjaar geflatteerd worden gerapporteerd en die gedurende de rest van de uitvoering dus gedeflatteerd. Ingeval de kosten te pessimistisch worden voorgesteld, is het omgekeerde het geval. Opgemerkt dient te worden dat ook de completed contract method voor winststuring vatbaar is: door het moment van oplevering van een project dat rond de jaarwisseling gereed is te vervroegen of uit te stellen kan een (groot) winstbedrag naar keuze aan het huidige of het volgende boekjaar worden toegerekend. Bovendien moet, ook bij de completed contract method in geval van een naar verwachting verlieslatend werk een schatting worden gemaakt van het verwachte verlies.

b

c

Vraagstuk 7.7

Horst Bouw bv

a 1 Het totaal van de jaarwegingen bedraagt: 0,5 20 (20 + 1) = 210

Afgeschreven tot eind 2010: 20 + 19 + 18 + 17 + 16 = 90 210 Aanschafprijs: 1.000.000 = 1.750.000 120 15 1.750.000 = 125.000 Afschrijving 2011: 210 2 Bij de sum-of-the-years-digitsmethode is er sprake van degressieve afschrijvingen. Dit is een juiste methode indien er sprake is van afnemend nut van het activum. Het gebouw heeft echter voor de onderneming jaarlijks een gelijk nut: afschrijving met gelijke bedragen per jaar ligt meer voor de hand.b

De waardering van de werken is gebaseerd op de werkelijke bestede kosten ad 1.300.000 + 700.000 = 2.000.000. Dit is niet overeenkomstig de percentage of completion method; de toegerekende winst moet eveneens opgenomen worden. Bovendien is bij Hotel Fazanthoeve geen rekening gehouden met het per eind 2010 te verwachten verlies. Waardering conform de percentage of completion method is: Hotel Fazanthoeve: Bestede kosten Verwacht verlies*

1.300.000 350.000 950.000

10

Noordhoff Uitgevers bv

Bungalowpark De Blauwe Reiger (betreft een winstgevend werk**): 0,7 Opbrengstwaarde 5.000.000 = 786.517 + 4, 45 * Aanneemsom Bestede kosten per 31 december 2010 Begroting 2011 7 150.000 = ** Aanneemsom Bestede kosten per 31 december 2010 Begroting 2011 10 375.000 = 2.000.000 1.300.000 700.000 1.050.000 350.000 5.000.000 700.000 4.300.000 3.750.000 550.000

Totale waardering: 950.000 + 786.517 1.500.000 = 236.517c d

5 150.000 + 2 375.000 = 1.500.000 De stijging van de beurskoers ad 50.000 dient volgens de IASB direct in de resultatenrekening te worden verantwoord (IAS 39), en volgens de Nederlandse wet naar keuze direct naar de resultatenrekening dan wel via opname in een herwaarderingsreserve (artikelen 384.7 en 390.1). hetgeen wel gebeurt bij financial lease: het vreemd vermogen in de balans is bij operational lease lager. 2 Gezien de bepalingen in het contract lijkt er sprake van financial lease: de kosten van onderhoud komen voor rekening van Horst Bouw en hoewel het contract tussentijds opzegbaar is, is er sprake van een boeteclausule zodat het economisch risico lijkt afgewenteld op Horst Bouw. Enige nuancering is hier echter op zijn plaats omdat de inhoud van de boeteregeling niet bekend is.

e 1 Bij operational lease vindt geen passivering van de leaseverplichtingen plaats,

f

In de balans komen geen posten voor. In de resultatenrekening komt de post Leasekosten voor ad 4 autos 4 kwartalen 3.750 = 60.000. Balans: 15 = 120.000 20 Leaseverplichting (passiva)* 4 ( 40.000 8.455) = 126.180

g

Bedrijfswagens (activa)

4 40.000

Resultatenrekening: Afschrijvingskosten Interestkosten * 40.000 4 = 32.000 5 4 ( 2.206 + 2.059 + 1.912 + 1.765) = 31.768*

Termijnen 16 3.750 = Contante aankoopprijs Totale interest

60.000 40.000 20.000

Het totaal van de jaarwegingen bedraagt: 0,5 16 (16 + 1) = 136

Noordhoff Uitgevers bv

11

Moment

Interest

Aflossing

31-12-2010 31-03-2011 30-06-2011 30-09-2011 31-12-2011

16 136 15 136 14 136 13 136 12 136

20.000 = 2.353 20.000 = 2.206 20.000 = 2.059 20.000 = 1.912 20.000 = 1.765

1.397 1.544 1.691 1.838 1.985 8.455

12

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 8Vraagstuk 8.1a

Equity bv

Balans Equity bv per 31 december 2010 (bedragen 1)

Immaterile vaste activa: Ontwikkelingskosten Octrooi Materile vaste activa Liquide middelen

500.000 200.000 6.400.000 3.260.000 10.360.000

Aandelenkapitaal Agio Wettelijke reserve Overige reserves Winst 2010

5.000.000 1.000.000 500.000 2.960.000 900.000 10.360.000

Toelichting: Materile vaste activa: 8.000.000 80% = 6.400.000 Liquide middelen: Saldo 1 januari 2010 Omzet Bedrijfskosten Dividend over 2009: 1.000.000 60% = Ontwikkelingsuitgaven Aankoop octrooi Inkoop eigen aandelen: 20 000 25 = Heruitgifte eigen aandelen: 20 000 28 = Saldo 31 december 2010 Aandelenkapitaal: Stand 1 januari 2010 Bonusaandelen: Stand 31 december 2010 Agio: Stand 1 januari 2010 Bonusaandelen Stand 31 december 2010 Wettelijke reserve: betreft de geactiveerde ontwikkelingskosten Overige reserves: Stand 1 januari 2010 Gereserveerde winst 2009: 1.000.000 40% = Naar wettelijke reserve Inkoop eigen aandelen Heruitgifte eigen aandelen Stand 31 december 2010 Winst 2010 (controleberekening): Omzet Bedrijfskosten Afschrijvingen: 8.000.000 20% = 4.000.000 = 4

2.000.000 20.000.000 17.500.000 600.000 500.000 200.000 500.000 560.000 3.260.000 4.000.000

+ +

1.000.000 + 5.000.000 2.000.000 1.000.000 1.000.000 3.000.000 400.000 500.000 500.000 560.000 2.960.000

+ +

20.000.000 17.500.000 1.600.000 900.000

b

Gebonden deel: Aandelenkapitaal Wettelijke reserve Vrij deel: Agio Overige reserves Winst 2010

5.000.000 500.000 1.000.000 2.960.000 900.000

5.500.000

4.860.000 10.360.000

Noordhoff Uitgevers bv

13

Vraagstuk 8.5a

Eigen Vermogen nv

De achtergrond van de wettelijke reserve is gelegen in de bescherming van de schuldeisers, die belang hebben bij de instandhouding van het eigen vermogen als solvabiliteitsbuffer. De (ongerealiseerde) herwaarderingsreserve is ook een wettelijke reserve. Vrij uitkeerbaar in contanten zijn: het agio; de overige reserves; de niet-verdeelde winst. aankoopprijs ten laste van de vrije reserves worden gebracht; indien ervoor gekozen wordt dit te doen van het agio, dan wordt het agio met nog eens 40.000 verminderd tot 370.000 en wordt de afboeking op het kapitaal ongedaan gemaakt. Meestal wordt de aankoopprijs echter afgeboekt van de overige reserves (dit staat de RJ ook voor, RJ 240.214); indien daarvoor gekozen wordt, dan krijgen we de volgende correcties: Het kapitaal stijgt met 40.000. Het agio stijgt met 90.000. De overige reserves dalen met 130.000. 2 Hier is geen strijd met de wet. Het is toegestaan herwaarderingsreserve om te zetten in kapitaal (artikel 390.2). (Uitkering in contanten ten laste van de (ongerealiseerde) herwaarderingsreserve mag overigens niet.) 3 In de balans moet onder het eigen vermogen het gestorte en opgevraagde kapitaal (per 31 december 2010 ten bedrage van 920.000) in plaats van het geplaatst kapitaal worden opgenomen; verder moet in de toelichting het geplaatst kapitaal ( 1.000.000) worden vermeld (artikel 373.2). 4 Ontwikkelingskosten moeten worden afgeschreven (artikel 386.3) en ook de daarmee samenhangende wettelijke reserve moet verminderen.

b c

d 1 De transactie is verwerkt als een intrekking. Bij inkoop van eigen aandelen moet de

e

In de toelichting ontbreekt het mutatieoverzicht per post van het eigen vermogen.

14

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 9Vraagstuk 9.1a

bv ZwolstarBalans 31 december 2010 (bedragen 1)

Ontwikkelingskosten: Bestedingen 100.000 Ontw. krediet 100.000 Opslagloods Was/schilmachine Effecten Voorraad aardappelen Debiteuren: Nominaal 250.000 Voorziening 64.950 Liquide middelen 350.000 660.000 50.000 920.000

Aandelenkapitaal Winstreserves Voorzieningen: Schilderwerk opslagloods Contractrisicos Winst 2010

200.000 2.384.500 20.000 20.000 30.550

185.050 490.000 2.655.050

2.655.050

Toelichting: Opslagloods: 375.000 25.000 (5% van 500.000) = 350.000 Was/schilmachine: 850.000 9 500 20 = 660.000 1.200.000 ) ( 20 = 60 000 ton Voorraad aardappelen: Hoeveelheid: ongeschild: 1 000 + 9 000 9 500 = 500 ton geschild: 1 500 + 9 500 8 500 = 2 500 ton Waardering voorraad per 31 december 2010: voorraad ongeschild: 500 290 = 145.000 voorraad geschild: 2 500 ( 290 + 20) = 775.000 Voorziening debiteuren: 45.000 + 3% van (4 500 370) 30.000 = 64.950 Liquide middelen: Saldo 1 januari 2010 Ontvangen van debiteuren: Debiteuren 1 januari 2010 170.000 Afgeboekt als oninbaar 30.000 Verkopen 2010 4 000 310 1.240.000 4 500 370 1.665.000 Debiteuren 31 december 2010 250.000 Inkopen: 5 000 270 + 4 000 290 = Belegging staatsobligaties Overige kosten Saldo 31 december 2010 Voorzieningen 4 = 20.000 5 Contractrisicos (levering in 2011 aan vaste afnemer): 3 000 ( 310 310) = 0 1 000 ( 310 330) = 20.000 verlies

920.000

555.000 + + 2.795.000 + 2.510.000 50.000 300.000 490.000

Schilderwerk opslagloods: 25.000

b Waardering tegen aanschafprijs is niet overeenkomstig de voorschriften van de IASB. Gewaardeerd dient te worden tegen geamortiseerde kostprijs indien ze tot aflossingsdatum worden aangehouden of tegen rele waarde indien ze vr aflossingsdatum worden verkocht (IAS 39).

Noordhoff Uitgevers bv

15

c

1

2

Zwolstar voegt jaarlijks 3% van de omzet op rekening toe aan de voorziening voor dubieuze debiteuren. Het periodiek toevoegen van een bedrag aan de voorziening, gerelateerd aan een bepaalde activiteitenindicator, is een toepassing van de dynamische methode. Volgens de IASB en de RJ dienen voorzieningen te worden opgenomen tegen het bedrag dat de beste schatting is van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen (IAS 37.36 / RJ 252.301). Hieruit blijkt dat de IASB en de RJ uitgaan van de statische methode, dat wil zeggen dat op balansdatum bestaande risicos worden geanalyseerd op de daaruit voortvloeiende verplichtingen en verliezen: de dynamische methode past niet binnen de IASB/RJ-voorschriften.

d De voorziening schilderwerk past binnen het kader van de wet. Het betreft hier uitgaven die in een volgend boekjaar zullen worden gedaan, terwijl de oorzaak van die te verwachten uitgaven vr balansdatum ligt; in dat geval mag om de lasten gelijkmatig over de boekjaren te verdelen een voorziening worden gevormd (artikel 374.1). De RJ staat de vorming van deze voorziening voor groot onderhoud eveneens toe (RJ 212.445). De IASB staat de vorming van een voorziening groot onderhoud niet toe. e

Bij voorzieningen gaat het om op balansdatum aanwezige risicos voor bepaalde verplichtingen of verliezen waarvan de omvang onzeker is. De hoogte van de voorziening moet worden geschat en wordt daarmee subjectief vastgesteld. Een hogere of lagere voorziening heeft direct gevolgen voor het vermogen en resultaat. In geval van een minder goed jaar kan de verleiding ontstaan de voorzieningen wat lager te schatten; in een qua resultaat goed jaar kan zich het tegenovergestelde voordoen.

16

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 10Vraagstuk 10.2 Zwolsche Wittea

Categorische resultatenrekening over 2010 (bedragen 1)

Netto-omzet Mutatie voorraad

28 000 175 = 2 000 115,4267* = 1.550.000 90.000 1.996.000 299.400 256.000 235.000

Som der bedrijfsopbrengsten Kosten van grondstoffen Externe kosten Lonen en salarissen Sociale lasten 15% van 1.996.000 = Afschrijvingen (60.000 + 180.000 + 16.000) = Overige bedrijfskosten** Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Financile lasten

4.900.000 230.853 5.130.853

8% 1.000.000 =

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vr belasting Belasting over resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening: 25% 624.453 = Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belasting Buitengewoon resultaat vr belasting Belasting over buitengewoon resultaat: 25% 150.000 = Buitengewoon resultaat na belasting Nettowinst

4.426.400 704.453 80.000 624.453 156.113 468.340 112.500 355.840

150.000 37.500

*

Grondstoffen Loonkosten brouwers Afschrijving brouwerij Afschrijving ketels Accijnzen

1.550.000 1.462.800 (1.272.000 1,15) 60.000 (1.200.000 5%) 180.000 (900.000 20%) 210.000 3.462.800 3.462.800 = 115,4267 30 000 210.000 25.000 235.000

Voorraadwaardering ** Accijnzen Voorziening boete

b

Functionele resultatenrekening over 2010 (bedragen 1)

Netto-omzet Kostprijs van de omzet1Bruto-omzetresultaat Verkoopkosten2 Algemene beheerskosten3 Som der kosten Bedrijfsresultaat

28 000 175 =

4.900.000 3.256.947 1.643.053 530.817 407.783

938.600 704.453

De rest van de resultatenrekening is conform de categorische zoals uitgewerkt bij vraag a.1

Kosten van de omzet Voorziening boete

28 3.462.800 = 30

3.231.947 25.000 3.256.947

Noordhoff Uitgevers bv

17

2

Salaris vertegenwoordigers Salaris publieksvoorlichter Sociale lasten Loonkosten Afschrijving proeflokaal Advertentiecampagne1 4% 400.000 = 6

15% 381.000 =

319.000 62.000 381.000 57.150 438.150 2.667 90.000 530.817 221.000 95.000 27.000 343.000 51.450 394.450 13.333 407.783 5.130.853

3

Salaris directie Salaris controller Salaris kantinejuffrouw Sociale lasten Loonkosten Afschrijving burelen en kantine ( 2 1 + ) 4% 400.000 = 3 6 15% 343.000 =

c

Som der bedrijfsopbrengsten Kosten van grondstoffen Kosten advertentiecampagne Afschrijvingen Voorziening boete Herstelkosten stormschade

1.550.000 90.000 256.000 25.000 150.000

Netto toegevoegde waarde Verdeling over de participanten: Personeel 1.996.000 + 299.400 = Vreemdvermogenverschaffers Overheid 156.113 37.500 + 210.000 = Eigenvermogenverschaffers

2.071.000 3.059.853 2.295.400 80.000 328.613 355.840 3.059.853

(Als alternatief kan naast de belasting en de accijns ook de geschatte boete als bijdrage aan de overheid worden beschouwd; de netto toegevoegde waarde wordt dan dus 25.000 hoger.)

18

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 11Vraagstuk 11.3 Cash bva

Kasstroomoverzicht over 2010 volgens de directe methode (bedragen 1.000) Kasstroom uit operationele activiteiten Ontvangen van afnemers 550 + 3.285 600 = 3.235 + Betalingen aan leveranciers en werknemers: Leveranciers 300 + 150 + 1.000 200 100 + 150 190 = 1.110 Werknemers 210 + 1.400 140 = 1.470 Betalingen inzake overige bedrijfskosten 110 + 5 (25 20) + 20 = 135 Betaalde interest 25 Betaalde winstbelasting 120 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materile vaste activa Desinvesteringen materile vaste activa Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit aandelenemissie Aflossing lening Betaald dividend

375 +

1.200 + 800 1.400 =

600 300 + 190 + 25 90

300

100 + 90 =

Mutatie geldmiddelen in 2010b

75 + + 150

Kasstroomoverzicht over 2010 volgens de indirecte methode (bedragen 1.000) Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Veranderingen in netto-werkkapitaal: Toename voorraden Toename debiteuren Toename crediteuren

525 + 350 100 = 440 660 = 220 550 600 = 50 190 150 = 40 + 250 + 25

Betaalde interest Betaalde winstbelastingKasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materile vaste activa Desinvesteringen materile vaste activa Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit aandelenemissie Aflossing lening Betaald dividend

230 25 120 600 300 + 190 + 25 90

375 +

300

Mutatie geldmiddelen in 2010

75 + + 150

Noordhoff Uitgevers bv

19

Hoofdstuk 13Vraagstuk 13.4 VinkPrijsverloop: 2009: Inkoopwaarde verkopen fifo Inkoopwaarde verkopen collectief-lifo 144.240 145.320 1.080

Dit verschil wordt veroorzaakt doordat de eindvoorraad van 12 000 stuks bij fifo uit de inkopen komt tegen nieuwe prijs (n 1 september), en bij collectief-lifo uit de inkopen tegen oude prijs (vr 1 september). 1.080 = 0,09 prijsstijging per 1 september. 12 000 Dus geldt: 72 000 P + 24 000 (P + 0,09) = 144.240 96 000 P = 142.080 P = 1,48 (de oude prijs 1,48, de nieuwe 1,57) 2010: De eindvoorraad bestaat uit 24 000 stuks die geheel afkomstig zijn uit de 38.640 = 1,61 voorraad ingekocht tegen nieuwe prijs: 24 000Fifo Collectieflifo Individueellifo

2009 Beginvoorraad Inkopen 108 000 stuks Inkoopwaarde verkopen 96 000 stuks

Eindvoorraad2010 Beginvoorraad Inkopen 108 000 stuks Inkoopwaarde verkopen 96 000 stuks

nihil 163.080 144.240 18.840 18.840 171.000 151.200 38.640

nihil 163.080 145.320 17.760 17.760 171.000 152.160 36.600

nihil 163.080 144.960 1 18.120 18.120 171.000 2 152.000 3 37.120 106.560 37.680 144.240 56.520 88.800 145.320 94.720 50.240 144.960

Eindvoorraad1

Fifo

72 000 1,48 = 24 000 1,57 =

Collectief-lifo

36 000 1,57 = 60 000 1,48 =

Individueel-lifo

64.000 1,48 = 32 000 1,57 =

2 3

72 000 1,57 + 36 000 1,61 = 171.000 Fifo 84 000 1,57 = 12 000 1,61 = 131.880 19.320 151.200 57.960 94.200 152.160

Collectief-lifo

36 000 1,61 = 60 000 1,57 =

20

Noordhoff Uitgevers bv

Individueel-lifo

64 000 1,57 = 32 000 1,57 =

100.480 51.520 152.000

Vraagstuk 13.6 nv Hanzea

Balans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Machines Grondstoffen Voorraad Deluxe Liquide middelen

160.000 41.000 5.000 290.000 496.000

Aandelenkapitaal Winstreserves Winst 2010

200.000 105.000 191.000 496.000

Toelichting: Machines: 200.000 8 = 160.000 10

Grondstoffen: Voorraad per 31 december 2010 = 7 000 kg (1/1 inkoop verkoop 5 000 + 20 000 9 000 2) Waardering: IJzeren voorraad Surplus 5 000 5 = 2 000 8 = 500 10 ( 8 + 2) = 5.000 9 000 50 = 10 000 5 + 10 000 8 = 100.000 450.000 130.000 80.000 50.000 290.000 + 25.000 16.000 41.000

Voorraad Deluxe Liquide middelen: Saldo 31 december 2009 Verkopen Inkopen Lonen Overige kosten Saldo 31 december 2010

Resultatenrekening over 2010

Opbrengst verkopen 9 000 50 = Kostprijs verkopen: Grondstoffen: Waarde beginvoorraad Inkopen Waarde eindvoorraad Lonen Afschrijvingen 9 000 8 = 9 000 2 =

450.000 25.000 130.000 + 41.000 114.000 72.000 18.000 204.000 50.000

Overige kosten

Bezettingsresultaat Winstb

(9 500 10 000) ( 8 + 2) =

254.000 196.000 5.000 191.000

Aan de eis van een juiste vermogenspresentatie kan worden voldaan door de voorraden op balansdatum te waarderen tegen actuele inkoopprijs en het verschil in waardering volgens het ijzerenvoorraadstelsel op te nemen in een post Reserve waardestijgingen.

Noordhoff Uitgevers bv

21

Balans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Machines Grondstoffen* Voorraad Deluxe Liquide middelen

160.000 56.000 5.000 290.000 511.000

Aandelenkapitaal Winstreserve Reserve waardestijgingen** Winst 2010

200.000 105.000 15.000 191.000 511.000

* 7 000 8 = 56.000 ** 56.000 41.000 = 15.000

22

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 14Vraagstuk 14.3 bv Clip en ClaerBalans per 31 december 2008 (bedragen 1)

Productielijn Voorraad paperclips Liquide middelen

600.000 30.000 770.000 1.400.000

Aandelenkapitaal Winst 2008

1.000.000 400.000 1.400.000

Toelichting: Productielijn: 750.000 120 = 600.000 150

Voorraad paperclips: Voorraadwaardering per miljoen paperclip: 750.000 Afschrijving productielijn = 150 250.000 Staaldraad = 30 50.000 = Loon operator 30 Waardering voorraad: 2 15.000 = 30.000 Liquide middelen: Saldo 1 januari 2008 Omzet Inkoop staaldraad Lonen Huur pand Overige bedrijfskosten Saldo 31 december 2008

5.000 8.333 1.667 15.000 250.000 1.200.000 250.000 280.000 50.000 100.000 770.000

+

Resultatenrekening over 2008

Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen: Afschrijving productielijn Staaldraad Loon operator Loonkosten directeur Loonkosten administrateur Loonkosten algemeen medewerker Huurkosten pand Overige bedrijfskosten

1.200.000 28 5.000 = 28 8.333 = 28 1.667 = 140.000 233.324 46.676 420.000 120.000 80.000 30.000 50.000 100.000

WinstBalans per 31 december 2009 (bedragen 1)

800.000 400.000

Productielijn Voorraad paperclips Liquide middelen

517.500 66.336 1.265.000 1.848.836

Aandelenkapitaal Winstreserve Herwaarderingsreserve Winst 2009

1.000.000 400.000 93.168 355.668 1.848.836

Toelichting: Productielijn: 750.000 115 90 = 517.500 100 150

Noordhoff Uitgevers bv

23

Voorraad paperclips: Voorraadwaardering per miljoen paperclip: 750.000 1,15 = Afschrijving productielijn 150 250.000 1,1 = Staaldraad 30 50.000 Loon operator = 30 Waardering voorraad: 4 16.584 = 66.336 Liquide middelen: Saldo 31 december 2008 Omzet Inkoop staaldraad Lonen Huur pand Overige bedrijfskosten Saldo 31 december 2009 Herwaarderingsreserve: Productielijn Voorraad paperclips

5.750 9.167 1.667 16.584 770.000 1.200.000 275.000 280.000 50.000 100.000 1.265.000

+

600.000 15% = 2 ( 16.584 15.000) =

90.000 3.168 93.168

Resultatenrekening over 2009

Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen: Afschrijving productielijn Staaldraad Loon operator Loonkosten directeur Loonkosten administrateur Loonkosten algemeen medewerker Huurkosten pand Overige bedrijfskosten

1.200.000 28 5.750 = 28 9.167 = 28 1.667 = 161.000 256.676 46.676 464.352 120.000 80.000 30.000 50.000 100.000

WinstBalans per 31 december 2010 (bedragen 1)

844.352 355.648

Productielijn Voorraad paperclips Liquide middelen

345.000 105.798 1.728.500 2.179.298

Aandelenkapitaal Winstreserve Herwaarderingsreserve Winst 2010

1.000.000 755.668 97.364 326.266 2.179.298

Toelichting: Productielijn: 750.000 115 60 = 345.000 100 150

Voorraad paperclips: Voorraadwaardering per miljoen paperclip: 750.000 1,15 = Afschrijving productielijn 150 250.000 1,1 1,1 Staaldraad = 30 54.000 = Loon operator 30 Waardering voorraad: 6 17.633 = 105.798

5.750 10.083 1.800 17.633

24

Noordhoff Uitgevers bv

Liquide middelen: Saldo 31 december 2009 Omzet Inkoop staaldraad Lonen Huur pand Overige bedrijfskosten Saldo 31 december 2010 Herwaarderingsreserve: Stand 31 december 2009 Voorraad paperclips Stand 31 december 2010

1.265.000 1.200.000 302.500 284.000 50.000 100.000 1.728.500 4 ( 17.633 16.584) =

+

93.168 4.196 97.364

Resultatenrekening over 2010

Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen: Afschrijving productielijn Staaldraad Loon operator Loonkosten directeur Loonkosten administrateur Loonkosten algemeen medewerker Huurkosten pand Overige bedrijfskosten

1.200.000 28 5.750 = 28 10.083 = 28 1.800 = 161.000 282.324 50.400 493.724 120.000 80.000 30.000 50.000 100.000

Winst

873.724 326.276

Vraagstuk 14.7 bv BreinkrakerBalans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Materile vaste activa Voorraden Z Liquide middelen

75.000 69.600 88.000 232.600

Aandelenkapitaal Winst 2010

160.000 72.600 232.600

Toelichting: Materile vaste activa: 105.000 100 = 75.000 140

Voorraden Z: Werkelijke voorraad op 31 december 2010: 12 4 000 = 48 000 Verloop inkoopprijs 2010: 86.400 = 1,80 31/12: 48 000 Op 31/12 is er een ongerealiseerde speculatiewinst van 3.600, veroorzaakt door de prijsstijging op 30 december van de positieve speculatieve voorraad van 18 000 stuks (48 000 30 000). 3.600 = 0,20 Prijsstijging op 30/12 van 18 000 Prijs van 1/7 tot 30/12: 1,80 0,20 = 1,60 Totale herwaardering van de normale voorraad is 15.000, dit betekent een 15.000 prijsstijging gedurende het hele jaar van = 0,50 per stuk. 30 000 Prijs van 1/1 t/m 30/6: 1,60 ( 0,50 0,20) = 1,30

Noordhoff Uitgevers bv

25

Voorraadwaardering volgens lifo-individueel: 24 000 (uit eerste halfjaar) 1,30 = 24 000 (uit tweede halfjaar) 1,60 =

31.200 38.400 69.600

Vraagstuk 14.9 nv Copraa

Balans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Gebouwen Machines Voorraad grondstof Debiteuren Liquide middelen

1.125.000 800.000 30.000 354.000 704.500 3.013.500

Eigen vermogen 1/1 Herwaarderingsreserve Ongerealiseerde financieringswinst Vreemd vermogen Winst 2010

1.605.000 384.000 106.750 428.000 489.750 3.013.500

Toelichting: Gebouwen: 2.000.000 125 9 = 1.125.000 100 20 4 3 2 1 0 Machines: 400.000 ( + + + + ) = 800.000 5 5 5 5 5 Voorraad grondstof: 40.000 Hoeveelheid per 1 januari 2010 = 10 Inkopen 2010 4 000 + 6 000 + 5 000 + 7 000 = Verkopen 2010 12 000 (4 3 000) 2 kg =

4 000 22 000 + 24 000 2 000

Hoeveelheid per 31 december 2010 Waardering: 2 000 15 = 30.000 Debiteuren: 3 000 118 = 354.000 Liquide middelen: Saldo 1 januari 2010 Debiteuren 1 januari 2010 Verkopen eerste 3 kwartalen 2010 Inkopen 535.000 Aflossing = 5 Interest 535.000 10% = Overige kosten Saldo 31 december 2010

100.000 100.000 + 999.000 + 284.000 107.000 53.500 50.000 704.500

Herwaarderingsreserve: Waardestijgingen 2010: Gebouw 1.000.000 25% = Machines: Aantal werkeenheden op 1/1 2010 (na vervanging): 5 4 3 2 1 + + + + =3 5 5 5 5 5 900.000 Aanschafprijs = = 300.000 3 Boekwaarde 1/7: 900.000 150.000 = 750.000 Stijging van de boekwaarde 33,3% van 750.000 = Voorraad grondstof: 2/1 4 000 ( 11 10) = 1/4 2 000 ( 12 11) = 1/7 2 000 ( 14 12) = 31/12 2 000 ( 15 14) =

250.000

250.000 4.000 2.000 4.000 2.000 512.000

26

Noordhoff Uitgevers bv

Financieringsverhouding: Eigen vermogen Vreemd vermogen 75% ( 25% ( 1.605 100%) 2.140 535 100%) 2.140

Herwaarderingsreserve is 75% 512.000 = 384.000 Ongerealiseerde financieringswinst: Ongerealiseerde waardestijgingen per 31 december 2010: 9 Gebouw 250.000 = 10 Machines 250.000 50.000 (zie resultatenrekening) = Voorraad grondstof 2 000 ( 15 14) = 427.000 25% (VV-deel) = 106.750 Vreemd vermogen: 535.000 107.000 = 428.000

225.000 200.000 2.000 427.000

Resultatenrekening over 2010

Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Transactieresultaat Afschrijving gebouw Afschrijving machines: 1/1-30/6 1/7-31/12 Interest Overige kosten

3 000 ( 111 + 112 + 110 + 118) = 3 000 2 ( 11 + 12 + 14 + 14) =1 = 20

1.353.000 306.000 1.047.000

2.500.000

125.000

1 = 2 1 = 400.000 2 535.000 10% =

300.000

150.000 200.000 53.500 50.000

Winst op basis van vervangingswaarde Gerealiseerde financieringswinsten 25% ( 512.000 427.000) = Winstb

578.500 468.500 21.250 489.750 489.750

Winst 2010 op basis van vervangingswaarde, rekening houdend met de financile structuur In 2010 gerealiseerde waardestijgingen voor zover gefinancierd met eigen vermogen: 75% ( 512.000 427.000) = Winst 2010 op basis van historische kosten

63.750 553.500

Eigen vermogen per 31 december 2010 op basis van vervangingswaarde 2.585.000 (zie de balans bij vraag a): 3.013.500 428.000 = Ongerealiseerde waardestijging per 31 december 2010 427.000 Eigen vermogen per 31 december 2010 op basis van historische kosten 2.158.000c

Copra gaat uit van de financieringsvariant: voor zover waardestijgingen met vreemd vermogen worden gefinancierd, worden ze (na realisatie) tot de (uitkeerbare) winst gerekend. Verder hanteert Copra geen normalevoorraadgedachte: alleen de prijsstijging van de aanwezige voorraad wordt buiten de winst gehouden, niet die van de veronderstelde normale capaciteit.

Noordhoff Uitgevers bv

27

Hoofdstuk 15Vraagstuk 15.2 bv Fleecea

Balans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Voorraden Liquide middelen

98.000 146.000

Aandelenkapitaal Herwaarderingsreserve Lening Winst 2010

40.000 48.000 60.000 96.000 244.000

244.000 Toelichting: Voorraden: 7 000 14 = 98.000 Liquide middelen: Verkopen 4 000 40 = Inkopen 1 000 14 = Herwaarderingsreserve: Prijsstijging 2009 Prijsdaling 2010

160.000 + 14.000 146.000 60.000 12.000 48.000

10 000 6 = 6 000 2 =

Resultatenrekening over 2010

Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Transactieresultaatb

4 000 40 = 4 000 16 =

160.000 64.000 96.000

Balans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Voorraden Liquide middelen

98.000 146.000

Aandelenkapitaal Winstreserve* Lening Winst 2010

40.000 60.000 60.000 84.000 244.000

244.000 *

De waardestijging in 2009 van 60.000 (10 000 6) wordt in dat jaar tot het resultaat gerekend.

Resultatenrekening over 2010

Current operating profit (zie vraag a) Holding gains 6 000 2 = Business profitc

96.000 12.000 84.000

Balans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Voorraden Liquide middelen

98.000 146.000

Aandelenkapitaal Ongerealiseerde herwaardering* Lening Winst 2010

40.000 24.000 60.000 120.000 244.000

244.000 * 6 000 ( 14 10) = 24.000

Resultatenrekening over 2010

Vervangingswaardewinst (zie vraag a) Gerealiseerde waardestijging 4 000 ( 16 10) = Winst

96.000 24.000 + 120.000

28

Noordhoff Uitgevers bv

Vraagstuk 15.5 bv A-contanta

Balans per 31 december jaar 1 (bedragen 1)

Vast activum Voorraad Liquide middelen

165.528 1.145.000 375.300

Aandelenkapitaal Koopkrachtcorrectie eigen vermogen Ongerealiseerde waardestijging Banklening Winst jaar 1

900.000 108.000 65.728 500.000 112.100 1.685.828

1.685.828 Toelichting: Koopkrachtcorrectie eigen vermogen: 168 150 900.000 12% ( 100%) = 108.000 150 Ongerealiseerde waardestijging:Waardestijgingen Vast activum Voorraad Totaal 33.264 145.000 178.264 Gerealiseerd 4.536 4.536

Koopkrachtcorrectie Ongerealiseerde waardestijging naar balans * Boekwaarde per 31 december jaar 1 op basis van vervangingswaarde Boekwaarde per 31 december jaar 1 volgens historische kosten 180.000 76% =

Ongerealiseerd 28.728 * 145.000 173.728 108.000 65.728

165.528 136.800 28.728

b

Balans per 31 december jaar 1 (bedragen 1)

Vast activum Voorraad Liquide middelen

153.216 1.009.009 375.300

Aandelenkapitaal Koopkrachtcorrectie eigen vermogen Banklening Winst jaar 1

900.000 108.000 500.000 29.525 1.537.525

1.537.525 Toelichting:

76 168 = 153.216 100 150 168 Voorraad: 100.000 10 = 1.009.009 166,5 18 = 1,5 punt gestegen: op 1 december was de (Per maand is de prijsindex met 12 prijsindex dus 168 1,5 = 166,5.)

Vast activum: 180.000

c

Binnen IFRS is het stelsel-Bakker niet onverkort toegestaan; voorraden mogen immers niet op actuele waarde worden gewaardeerd. In de RJ en de Nederlandse wet zijn geen bepalingen opgenomen die het gebruik van het stelsel-Bakker niet toestaan. Fiscaal is het stelsel-Bakker niet geaccepteerd, de fiscus gaat immers uit van een nominalistische winstberekening. General price-level accounting is niet toegestaan: De IASB, de RJ, de Nederlandse wet en de fiscus laten als waarderingsgrondslag voor inflatie gecorrigeerde historische kosten niet toe. Wanneer de netto monetaire positie bij stijgend prijspeil negatief is, ontstaat er een koopkrachtwinst op die netto monetaire positie die onmiddellijk wordt genomen; dit is strijdig met het voorzichtigheids- en realisatieprincipe.

Noordhoff Uitgevers bv

29

Hoofdstuk 16Vraagstuk 16.7 nv Da

Verkrijgingsprijs Nettovermogenswaarde D Goodwill Toelichting: Aandelenkapitaal D 250.000 = = 25 000 aandelen Nominale waarde per aandeel 10 M neemt voor 80% deel in D: 80% 25 000 = 20 000 aandelen 20 000 Verkrijgingsprijs: = 10 000 aandelen M ( 40 + 4) = 440.000 2 Nettovermogenswaarde D per 31 december 2009: Aandelenkapitaal 250.000 Winstreserve 90.000 Herwaarderingsreserve 50.000 Winst 2009 60.000 450.000 80% = 360.000

440.000 360.000 80.000

b

Deelneming D Goodwill Aan Aandelenkapitaal Aan Agio Aan Liquide middelen Dividend 2009 Resultaat uit deelneming*

360.000 80.000 250.000 (10 000 25) 150.000 (10 000 15) 40.000 (10 000 4) 25.000 80% = 85.000 80% = 360.000 20.000 68.000 + 408.000 75.000 10.000 85.000

c 1 Stand Deelneming D per 1 januari 2010

Stand Deelneming D per 31 december 2010 * Winst op basis van actuele waarde Gerealiseerde waardestijging in 2010 over de in 2010 opgetreden waardestijgingen** Winst op basis van historische kosten

** Waardestijgingen tot 31-12-2009 zijn al in de waardering (fair value) van de deelneming per aankoopmoment verwerkt.2

Liquide middelen (dividend 2009) Aan Deelneming D Deelneming D Aan Resultaat deelneming D

20.000 20.000 68.000 68.000

d

De vorming van een wettelijke reserve deelnemingen is verplicht indien M de uitkering van de resultaten uit de deelneming D niet kan bewerkstelligen; de wettelijke reserve is dan 68.000 20.000 = 48.000. Deze situatie zal zich hier waarschijnlijk niet voordoen gezien het 80%-aandelenpakket dat M in D bezit.

30

Noordhoff Uitgevers bv

Vraagstuk 16.8 Onderneming Ma

B is te kwalificeren als een belegging omdat niet voldaan wordt aan de vereisten van een deelneming. Verder dient B gerubriceerd te worden onder de vlottende activa: de belegging is immers niet duurzaam bedoeld. Op grond van de wet moet dan gewaardeerd worden op aanschafprijs of actuele waarde (artikel 384.1). Artikel 10 Besluit actuele waarde geeft vervolgens aan dat bij toepassing van actuele waarde gewaardeerd moet worden op marktwaarde: beurswaarde is een wettelijk toegelaten waarderingsgrondslag. Er is sprake van een dochtermaatschappij indien de deelnemende rechtspersoon (artikel 24a.1): meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering kan uitoefenen, f: lid of aandeelhouder is en meer dan de helft van de bestuurders f van de commissarissen kan benoemen f ontslaan. Er wordt voldaan aan het eerste criterium, niet aan het tweede. Omdat een van beide criteria voldoende is voor het zijn van een dochtermaatschappij, is D per 1 januari 2010 een dochtermaatschappij van M.

b

c

Het belang van M in D is te kwalificeren als een deelneming: het is voor eigen rekening, duurzaam bedoeld en ten dienste van de eigen werkzaamheid (artikel 24c.1). Deelnemingen worden gerubriceerd onder de financile vaste activa. Vervolgens is van belang de vraag of M invloed van betekenis uitoefent op het zakelijke en financile beleid van D; alsdan dient in principe gewaardeerd te worden op nettovermogenswaarde (artikel 389.1). De wet spreekt een vermoeden uit van invloed van betekenis indien de deelnemer (rechtstreeks of via een dochtermaatschappij) 20% of meer van de stemrechten bezit (artikel 389.1). Aangezien M 80% van de stemrechten van D heeft, oefent M waarschijnlijk invloed van betekenis uit en lijkt nettovermogenswaarde de juiste waarderingsgrondslag. (Een alternatieve uitwerking is verdedigbaar indien wordt verondersteld dat te weinig invloed van betekenis aanwezig is, vanwege het niet kunnen benoemen c.q. ontslaan van directieleden en commissarissen; dan zou gewaardeerd moeten worden op verkrijgingsprijs of op actuele waarde, artikel 384.1). Verkrijgingsprijs Aandelenkapitaal Agio Overige reserves Zichtbaar eigen vermogen D Correctie voorzieningen Nettovermogenswaarde Goodwill 80% 1.150.000 = 1.500.000 500.000 500.000 200.000 1.200.000 50.000 920.000 580.000

d

e

Activa: Vlottende activa: Effecten Passiva: Winst of Herwaarderingsreserve

3% 5.000.000 = 150.000 150.000 120.000 = 30.000 30.000 920.000 160.000 + 40.000 1.040.000

f

Deelneming D 1 januari 2010 Resultaat 80% 200.000* = Dividend 80% 50.000 = Deelneming D 31 december 2010

Noordhoff Uitgevers bv

31

*

Winst verantwoord door D Correcties: Verschil in afschrijving machinepark: 360.000 M = 3 360.000 D = 4 Verschil in berekening voorzieningen: M 540.000 500.000 = D 480.000 450.000 =

240.000

120.000 90.000 40.000 30.000 30.000

10.000 200.000

g

Er hoeft geen wettelijke reserve deelnemingen te worden gevormd; M bezit 80% van de stemrechten op de Algemene vergadering van Aandeelhouders van D en kan daarmee uitkering van de winst bewerkstelligen. Het boekresultaat in 2011 bedraagt (afgezien van de in 2011 behaalde resultaten door D) 1.750.000 1.040.000 = 710.000. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat dit resultaat voornamelijk is veroorzaakt door de op 1 januari 2010 bij de verwerving van de aandelen D betaalde goodwill. Omdat die betaalde goodwill toen rechtstreeks van de vrije reserves is afgeboekt, dient ten minste 80% (RJ 214.341) 580.000 (zie vraag d) = 464.000 nu ten gunste van de vrije reserves te worden teruggenomen. Het restant ( 710.000 464.000 = 246.000) komt ten gunste van het resultaat over 2011.

h

32

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 17Vraagstuk 17.8 nv Foodsupplya 1 Proportioneel consolideren:

Geconsolideerde omzet:

Foodsupply Smrrebrd

50% van 100 mln =

500 mln 50 mln 550 mln 25 mln 5 mln 30 mln

Geconsolideerde winst

Foodsupply Smrrebrd

50% van 10 mln =

2 Niet consolideren:

Foodsupply presenteert in haar enkelvoudige jaarrekening een omzet van 500 mln en een winst van 30 mln (inclusief winst uit deelneming Smrrebrd van 5 mln, aannemende dat op basis van nettovermogenswaarde wordt gewaardeerd).b

Er moet integraal geconsolideerd worden (Smrrebrd is nu een groepsmaatschappij): Geconsolideerde omzet: Foodsupply 500 mln Smrrebrd 100 mln 600 mln Geconsolideerde winst: Foodsupply Smrrebrd 25 mln 10 mln 35 mln 5 mln 30 mln

Winstaandeel derden

Vraagstuk 17.9 bv Overa

Materile vaste activa Goodwill Vreemd vermogen Waarde onderneming Waarde per aandeel Over:

Over 40.000.000 5.000.000 15.000.000 30.000.000

Sticht 30.000.000 20.000.000 5.000.000 45.000.000

30.000.000 = 2.000 15 000 45.000.000 = 22 500 2.000

Uit te geven nieuwe aandelen Over:

b

Balans per 1 april 2011 (bedragen 1.000)

Goodwill Materile vaste activa Kapitaalbelang

20.000 35.000 25.000

Eigen vermogen: Aandelenkapitaal Agio Algemene reserve Vreemd vermogen Winst 1e kwartaal 2011

3.750 46.250 14.000

80.000

64.000 15.000 1.000 80.000

Toelichting: Goodwill en Kapitaalbelang: uitgegaan is van waardering tegen nettovermogenswaarde; in geval van waardering van Sticht op aanschafprijs wordt de post Kapitaalbelang 45 mln en is er geen post Goodwill. Aandelenkapitaal: 1.500.000 + 2.250.000 = 3.750.000 Agio: 3.500.000 + 42.750.000 = 46.250.000

Noordhoff Uitgevers bv

33

c

Oude aandeelhouders Over Oude aandeelhouders Sticht

15 000 aandelen 22 500 aandelen

De meerderheid van de zeggenschap berust bij de oude aandeelhouders Sticht; dit betekent dat Sticht als overnemer wordt aangemerkt.d

Geconsolideerde balans Over-Sticht Groep per 1 april 2011 (bedragen 1.000)

Goodwill Materile vaste activa

5.000 62.000 67.000

Eigen vermogen Vreemd vermogen

47.000 20.000 67.000

Toelichting: Goodwill: betreft de goodwill van Over Materile vaste activa: 40.000.000 (Over) + 22.000.000 (Sticht) = 62.000.000 Eigen vermogen: saldopost Vreemd vermogen: 15.000.000 (Over) + 5.000.000 (Sticht) = 20.000.000

34

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 18Vraagstuk 18.2 bv TroostBalans bv Troost per 31 december 2010 (bedragen 1) Immaterile vaste activa Goodwill Materile vaste activa Bedrijfspand Financile vaste activa Deelneming Vlottende activa Voorraad koffie Liquide middelen

71.250 2.250.000 303.750 3.000.000 13.662.500 19.287.500

Eigen vermogen Aandelenkapitaal Agio Winstreserve Winst 2010 (saldopost) Vreemd vermogen Voorziening contractrisicos

5.075.000 112.500 6.500.000 4.600.000 3.000.000 19.287.500

Toelichting: Goodwill: Betaald IDR 3.000.000.000 = 8 000 Nettovermogenswaarde Kopi Enak per 30 december 2010: Zichtbaar eigen vermogen IDR 7.500.000.000 Meerwaarde pand IDR 600.000.000 IDR 8.100.000.000 . /. 8.000 1.012.500 30% 375.000

303.750 71.250

Bedrijfspand: 2.400.000 150.000 = 2.250.000 72 000 ) = 3.000.000 Voorraad koffie: 500 000 kg* 6 ( 12 000 * 1 000 000 kg + 7 000 000 kg 5 000 000 kg 2 500 000 kg = 500 000 kg Liquide middelen: 1 januari 2010 Verkopen Inkopen Bedrijfskosten Aankoop Kopi Enak 2.100.000 40.000.000 + 18.750.000 + 42.000.000 5.000.000 187.500

5 000 000 8 = 2 500 000 7,5 = 7 000 000 6 = 375.000 = 2

31 december 2010 13.662.500 Aandelenkapitaal: 5.000.000 + 75.000 = 5.075.000 1 Agio: 375.000 75.000 = 112.500 2 Voorziening contractrisicos: Leveringsverplichting in 2011: 2 500 000 kg 7,50. Er is per 31 december 2010 in voorraad: 500 000 kg 6. Uit de januari-oogst 2011 wordt de resterende 2 000 000 kg gehaald. Op basis van wisselkoersverhouding per 31 december 2010 zal de inkoopprijs per kilogram zijn: IDR 72 000 =9 8 000 Voorziening: (2 000 000 9 7,50) = 3.000.000

Noordhoff Uitgevers bv

35

Vraagstuk 18.8 Vad nva

Balans per 31 december 2010: Lening (passiva) 500.000 Flox 4 1,40 = 560.000 5

Resultatenrekening 2010: Interestlasten Koerswinst leningb

500.000 Flox 6% 1,40 = 42.000 500.000 Flox ( 1,50 1,40) = 50.000 30.000.000 VV 4.000.000 VV 3.000.000 VV 7.000.000 VV 3.000.000 VV10.000.000 11.900.000 18.100.000

Investering Eigen vermogen Vreemd per 1 januari 2010: Aandelenkapitaal Algemene reserves Zichtbaar eigen vermogen Stille reserve gebouwen Fair value Nettovermogenswaarde per 1 januari 2010: VV 10.000.000 1,70 70% = Betaalde goodwill

c

De functionele valuta van Vreemd is dezelfde als die van Vad. Voor deze situatie schrijft de RJ het temporal principle voor: Vad handelt met betrekking tot de omrekening van de jaarrekening van Vreemd in euros overeenkomstig de voorschriften van de RJ.Balans Vreemd per 31 december 2010 (bedragen 1.000)

d

Gebouwen 29 1,70 = 6.000 30 Voorraden 1.800 1,80 = Monetaire activa 5.800 1,90 =

Aandelenkapitaal 9.860 3.240 11.020 24.120 4.000 1,70 = Algemene reserves (3.000 + 3.000) 1,70 = Monetaire passiva 2.500 1,90 = Winst 2010 6.800 10.200 4.750 2.370 24.120

Resultatenrekening over 2010 (bedragen 1.000)

Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Afschrijvingen Overige kosten

7.000 1,80 = 2.000 1,70 = 3.000 1,80 = 1 1,70 = 6.000 30 900 1,80 =

12.600 3.400 5.400 340 1.620

Winst vr omrekeningsverschillen Omrekeningsverschillen WinstSpecificatie omrekeningsverschillen Monetaire positie 1-1-2010 Verkopen Inkopen (5.000 + 1.800 2.000) Overige kosten

10.760 1.840 530 2.370 3.400 12.600 8.640 1.620 5.740 6.270 530 + + +

Monetaire positie 31-12-2010 Omrekeningswinst

2.000 7.000 4.800 900 3.300 3.300

1,70 = 1,80 = 1,80 = 1,80 = 1,90 =

36

Noordhoff Uitgevers bv

Hoofdstuk 19Vraagstuk 19.3 bv Aromaa

Balans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Gebouw Voorraad Debiteuren Liquide middelen

487.500 70.000 85.000 109.000

Aandelenkapitaal Voorziening latente belastingen 9%-Lening Te betalen belasting Winst 2010

500.000 11.250 200.000 1.625 38.625 751.500

751.500 Toelichting: Gebouw 500.000 39 = 487.500 40 5 000 kg 14 = 70.000 5 000 17 = 85.000

Voorraad Debiteuren Liquide middelen: Saldo 1 januari 2010 Verkopen 21 februari en 31 augustus Inkopen Interest 200.000 9% = Bedrijfskosten Saldo 31 december 2010 Voorziening latente belastingen: Bedrijfseconomische waardering voorraad 31/12 Fiscale waardering voorraad 31/12 IJzeren voorraad 10 000 10 = Manco 5 000 15 =

100.000 312.000 260.000 18.000 25.000 109.000 100.000 75.000

+

70.000

25.000 45.000

Latentie: 25% 45.000 = 11.250 Te betalen belasting: Opbrengst verkopen: 8 000 15 + 12 000 16 + 5 000 17 = 397.000 Kostprijs verkopen: Waarde beginvoorraad 100.000 Inkopen 260.000 + Waarde eindvoorraad 25.000 335.000 Transactieresultaat 62.000 1 Afschrijvingskosten: 500.000 = 12.500 40 Interestkosten 18.000 Bedrijfskosten 25.000 55.500 Fiscale winst 6.500 Te betalen belasting: 25% 6.500 = 1.625

Noordhoff Uitgevers bv

37

Resultatenrekening over 2010

Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen: Transactieresultaat Afschrijvingskosten Interestkosten Bedrijfskosten

10 000 10 + 10 000 12 + 5 000 14 = 12.500 18.000 25.000

397.000 290.000 107.000

Winst voor aftrek van belasting Belasting 25% 51.500 = Winstb

55.500 51.500 12.875 38.625

Door fiscaal uit te gaan van het ijzerenvoorraadstelsel kunnen er in de fiscale voorraadwaardering grote stille reserves ontstaan. Deze reserves zullen een keer vrijvallen (er is daarom sprake van een tijdelijk verschil tussen bedrijfseconomisch en fiscaal resultaat); dit zal zich uiterlijk voordoen op moment van staking of eerder bij inkrimping van de ijzeren voorraad of bij overgang naar een ander soort handelsgoederen. Op dat moment zal over de vrijval van de stille reserves alsnog belasting moeten worden betaald. Uitgaande van het voorzichtigheidsprincipe zal een voorziening voor latente belastingverplichtingen opgenomen moeten worden. Een ander argument kan gevonden worden in het toepassen van het matchingprincipe. Op grond hiervan dient de belastinglast in de bedrijfseconomische resultatenrekening aan te sluiten op het geldend belastingpercentage toegepast op de bedrijfseconomische winst vr aftrek van belasting. Door een voorziening voor latente belastingen te vormen, blijft dit verband behouden. In de fiscale praktijk wordt het ijzerenvoorraadstelsel veel toegepast omdat dit stelsel in tijden van prijsstijging leidt tot relatief lage winsten; de prijsstijging van de ijzeren voorraad wordt buiten de winstberekening gehouden. Er ontstaan stille reserves waarover (vroeg of laat, zie vraag b) moet worden afgerekend. Een belangrijk basisprincipe bij de bedrijfseconomische waardering en winstbepaling is het continuteitsprincipe: bij de waardering en winstbepaling wordt voortgang van de onderneming verondersteld. Uitgaande van continuteit hoeft er met de afrekening geen rekening te worden gehouden: vorming van een voorziening voor latente belastingverplichtingen kan achterwege blijven. Deze methode, die ook wel partial allocation wordt genoemd, is op grond van de voorschriften van de IASB en de RJ niet toegestaan: voor alle tijdelijke verschillen tussen bedrijfseconomisch en fiscaal resultaat dient een belastinglatentie te worden opgenomen (IAS 12.15 / RJ 272.301). Balans: De voorziening voor latente belastingen vervalt. De winst 2010 komt uit op 49.875. Resultatenrekening: De belastinglast is nu gelijk aan het te betalen belastingbedrag ad 1.625. De winst wordt nu 49.875.

c

d

Vraagstuk 19.7 bv Wibea

Bedrijfseconomische waardering Aanschafprijs gebouwen Fiscale waardering50 460.000 = 500.000 46 36 = 500.000 40

460.000

450.000 10.000

Verschil in waardering Voorziening: 25% van 10.000 = 2.500

38

Noordhoff Uitgevers bv

b1

Balans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Gebouwen Voorraad B Debiteuren Liquide middelen

450.000 38.500 91.000 6.300

Aandelenkapitaal Lening Voorziening latente vennootschapsbelasting: Gebouwen Voorraad B Crediteuren Te betalen vennootschapsbelasting Winst 2010

200.000 290.000 3.125 1.325 52.500 8.250 30.600 585.800

585.800Resultatenrekening over 2010

Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Transactieresultaat Afschrijving gebouwen Interest Overige kosten

84.000 + 91.000 = 10 000 3 + 11 000 3,20 + 4 000 3,50 = 500.000 = 50

175.000 79.200 95.800

10.000 30.000 15.000

Winst vr aftrek van vennootschapsbelasting Belastinglast 25% 40.800 = Winst na belasting Nadere toelichting balansposten: 45 = 450.000 Gebouwen: 500.000 50 Voorraad B: Hoeveelheid: 10 000 + 26 000 25 000 = 11 000 Waardering: 11 000 3,50 = 38.500 Lening: 300.000 10.000 = 290.000 Voorziening latente vennootschapsbelasting: Waardering gebouwen: Bedrijfseconomisch 35 Fiscaal 500.000 = 40 Latentie Waardering voorraad B: Bedrijfseconomisch Fiscaal 25% van 12.500 = 3.125 10 000 3 + 1 000 3,20 =

55.000 40.800 10.200 30.600

450.000 437.500 12.500 38.500 33.200 5.300 40.800

Latentie 25% van 5.300 = 1.325 Te betalen vennootschapsbelasting: Bedrijfseconomische winst vr aftrek van belasting 500.000 Fiscale afschrijving = 12.500 40 Bedrijfseconomische afschrijving 10.000 Fiscale kostprijs verkopen 30.000 + 87.700 33.200 = Bedrijfseconomische kostprijs verkopen 84.500 79.200

2.500

Fiscale winst Te betalen vennootschapsbelasting 25% = 8.250

5.300 33.000

Noordhoff Uitgevers bv

39

2

Belastinglast Aan Voorziening latente vennootschapsbelasting Aan Te betalen vennootschapsbelasting

10.200 1.950 8.250

c1

Balans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Gebouwen Voorraad Debiteuren Liquide middelen

540.000 44.000 91.000 6.300

Aandelenkapitaal Lening Herwaarderingsreserve Voorziening latente vennootschapsbelasting Crediteuren Te betalen vennootschapsbelasting Winst 2010

200.000 290.000 77.325 28.325 52.500 8.250 24.900 681.300

681.300Resultatenrekening over 2010

Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Transactieresultaat Afschrijving gebouwen: 1e halfjaar 2e halfjaar

12 000 3,20 + 13 000 3,50 =

175.000 83.900 91.100

500.000 1 = 5.000 50 2 600.000 1 = 6.000 50 2

Interest Overige kosten

11.000 30.000 15.000

Winst vr aftrek van vennootschapsbelasting Belastinglast (conform b1) Winst na belasting Nadere toelichting balansposten: Gebouwen Voorraad B Herwaarderingsreserve: Ongerealiseerd: Gebouwen 450.000 120 = 540.000 100 11 000 4 = 44.000

56.000 35.100 10.200 24.900

500.000 20%

- Voorraad B Gerealiseerd: Gebouwen Voorraad B 9/2 9/11

45 75% = 50 11 000 ( 4 3,50) 75% = 0,5 = 45,5

67.500 4.125 1.000

455.000 20%

10 000 ( 3,20 3) = 9 000 ( 3,50 3,20) =

2.000 2.700

4.700 77.325

40

Noordhoff Uitgevers bv

Voorziening latente vennootschapsbelasting: Gebouwen: Verschil afschrijvingen (conform b1) Herwaardering 45 25% = 500.000 20% 50

3.125 22.500 1.325 1.375 28.325 8.775 1.000 4.700 1.425 10.200

Voorraad B: Verschil fifo/collectief lifo (conform b1) Herwaardering 11 000 ( 4 3,50) 25% =

2 Nominale druk

25% van 35.100 = Gerealiseerde herwaardering gebouwen Gerealiseerde herwaardering voorraad B Overdruk 25% 5.700 =

d

Balans: Gerealiseerde herwaarderingsreserve: Gebouwen 1.000 75% = Voorraad B 4.700 75% = Winst 2010 (saldo)

750 3.525 4.275 26.325 8.775 26.325

Resultatenrekening: Belastinglast (= nominale druk) Winst

Vraagstuk 19.8 bv Taxabela

Omzet Boekwinst verkoop vrachtauto: Opbrengst 120.000 20.000 = 3 Boekwaarde 100.000 = 4 Afschrijvingskosten: Gebouw Grondverzetmachines Vrachtauto Ontwikkeling Goodwill 1 = 20 1 210.000 = 5 1 = 100.000 4 1 = 100.000 5 360.000 ( 150.000 75.000)

750.000 100.000 75.000 25.000 + 18.000 42.000 25.000 20.000 1 = 10

7.500

Reclamekosten Overige bedrijfskosten Resultaat deelneming bv Groen Winst vr aftrek van belasting

40.000 400.000 25.000 + 247.500

Noordhoff Uitgevers bv

41

b

Bedrijfseconomische winst vr aftrek van belasting Verschillen in resultaat: Afschrijving gebouw (definitief): Bedrijfseconomisch 1 = Fiscaal 300.000 20 Afschrijving grondverzetmachines (tijdelijk): Bedrijfseconomisch 5 Fiscaal 210.000 = 15 Boekwinst verkoop vrachtauto (tijdelijk): Bedrijfseconomisch Fiscaal (herinvesteringsreserve) Kosten van ontwikkeling (tijdelijk): Bedrijfseconomisch Fiscaal Afschrijving goodwill (definitief): Bedrijfseconomisch Fiscaal (deelnemingsvrijstelling) Kosten reclamecampagne (tijdelijk): Bedrijfseconomisch Fiscaal 50% 40.000 = Resultaat uit deelneming (definitief): Bedrijfseconomisch Fiscaal (deelnemingsvrijstelling)

247.500 18.000 15.000 42.000 70.000 25.000 0 20.000 100.000 7.500 0 40.000 20.000 25.000 0 28.000 3.000 +

25.000

80.000

7.500 +

20.000 +

Fiscale winstc

25.000 120.000

Bedrijfseconomische winst vr aftrek van belasting 247.500 Definitieve verschillen tussen fiscale en bedrijfseconomische winst: Gerealiseerde waardestijging gebouw: 1 60.000 = 3.000 + 20 Afschrijving goodwill 7.500 + Resultaat deelneming bv Groen 25.000 14.500 233.000 Belastinglast: 25% 233.000 = 58.250 Waardering per 31 december 2010: Gebouw: Bedrijfseconomisch Fiscaal Grondverzetmachines: Bedrijfseconomisch Fiscaal Vrachtauto: Bedrijfseconomisch Fiscaal 210.000 4 = 5 10 = 210.000 15

d

360.000

19 = 20 19 = 300.000 20

342.000 285.000

168.000 140.000 120.000 95.000

120.000 25.000 =

42

Noordhoff Uitgevers bv

Ontwikkeling: Bedrijfseconomisch 100.000 4 = 5 80.000 0

Fiscaal Reclamekosten: Bedrijfseconomisch Fiscaal 25% ( 342.000 285.000) = 25% ( 168.000 140.000) = 25% ( 120.000 95.000) = 25% 80.000 = 25% 20.000 =

0 20.000 14.250 (P) 7.000 (P) 6.250 (P) 20.000 (P) 5.000 (A)

Latenties: Gebouw Machines Vrachtauto Ontwikkeling Reclame

Opmerking Voor het verschil in waardering van de posten Goodwill en Deelneming bv Groen wordt geen latentie gevormd omdat hier sprake is van definitieve verschillen.e

Balans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Ontwikkelingskosten Goodwill Gebouw Grondverzetmachines Vrachtauto Deelneming bv Groen Liquide middelen

80.000 67.500 342.000 168.000 120.000 100.000 230.000 1.107.500

Aandelenkapitaal Wettelijke reserve Herwaarderingsreserve: Gebouw gerealiseerd Gebouw ongerealiseerd Overige reserves Voorziening latente belastingverplichtingen Te betalen belasting

800.000 80.000 3.000 42.750 109.250 42.500 30.000 1.107.500

Toelichting: Goodwill: ( 150.000 75.000) Liquide middelen: Saldo 1 januari 2010 Omzet Inruil vrachtauto Ontwikkelingskosten Aankoop deelneming bv Groen Kosten reclamecampagne Overige bedrijfskosten9 = 67.500 10

Saldo 31 december 2010 Wettelijke reserve: In verband met geactiveerde uitgaven voor ontwikkelingskosten Herwaarderingsreserve: 1 Gebouw gerealiseerd 60.000 = 3.000 20 19 75% = 42.750 Gebouw ongerealiseerd 60.000 20 Overige reserves: 189.250 (nettowinst) 80.000 (naar wettelijke reserve) = 109.250 Voorziening latente belastingverplichtingen: 14.250 + 7.000 + 6.250 + 20.000 5.000 = 42.500 Te betalen belasting: 25% 120.000 = 30.000

190.000 750.000 20.000 100.000 150.000 40.000 400.000 230.000

+

Noordhoff Uitgevers bv

43

HoofdstukoverstijgendV3a

Make & Trade bvBalans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Immaterile vaste activa: Ontwikkelingskosten Materile vaste activa Vlottende activa: Voorraad handelsgoederen Onderhanden werk Debiteuren Liquide middelen

240.000 400.000 650.000 4.000.000 651.000 480.000

Eigen vermogen: Aandelenkapitaal Wettelijke reserve Overige reserves Vreemd vermogen: Voorzieningen: Arbeidsconflict Latente belasting Belastingschuld Winst 2010

100.000 240.000 5.492.778 200.000 6.250 120.000 261.972 6.421.000

6.421.000 Toelichting: Ontwikkelingskosten Materile vaste activa4 = 240.000 5 4 500.000 = 400.000 5

300.000

Voorraad handelsgoederen: 100 000 2 = 200.000 150 000 3 = 450.000 650.000 Onderhanden werk: 3 500 8.000.000 = 4.000.000 7 000 Debiteuren: Nominaal 750.000 Voorziening 31/12/2009 125.000 Toevoeging 24.000 ( 1.200.000 2%) Afboeking 50.000 99.000 651.000 Liquide middelen: Saldo 31 december 2009 100.000 Debiteuren 31 december 2009 580.000 Verkoop 1 februari 2010 450.000 Oninbaar bedrag debiteuren 50.000 Inkoop 1 augustus 2010 1.200.000 Aanneemsom werk A 5.500.000 Bestedingen werken A en B 4.500.000 Bedrijfskosten 400.000 Saldo 31 december 2010 480.000 Wettelijke reserve: gelijk aan de geactiveerde ontwikkelingskosten Overige reserves: 5.432.778 + 60.000 = 5.492.778 Voorziening latente belasting: ( 400.000 375.000) 25% = 6.250

+ + +

44

Noordhoff Uitgevers bv

Resultatenrekening over 2010

Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Transactieresultaat Projectopbrengsten: Projectkosten: Afschrijving: Ontwikkelingskosten Materile vaste activa werk A: werk B werk A: werk B

450.000 + 750.000 = 250 000 3 =

1.200.000 750.000 450.000 1.222.222 4.000.000 1.000.000 3.500.000

+ +

300.000

1 = 5 1 500.000 = 5

60.000 100.000

Toevoeging voorziening debiteuren Toevoeging voorziening arbeidsconflict Bedrijfskosten Winst vr aftrek van belasting Belastinglast Nettowinst 120.000 + 6.250 =

24.000 200.000 400.000 388.222 126.250 261.972

b 1 Make & Trade voegt jaarlijks 2% van de omzet op rekening toe aan de voorziening

voor dubieuze debiteuren. Het periodiek toevoegen van een bedrag aan de voorziening, gerelateerd aan een bepaalde activiteitenindicator, is een toepassing van de dynamische methode. 2 Volgens de IASB en de RJ dienen voorzieningen te worden opgenomen tegen het bedrag dat de beste schatting is van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen en verliezen per balansdatum af te wikkelen (IAS 37.36 / RJ 252.301). Hieruit blijkt dat de IASB en de RJ uitgaan van de statische methode, dat wil zeggen dat op balansdatum bestaande risico's worden geanalyseerd op de daaruit voortvloeiende verplichtingen en verliezen: de dynamische methode is niet in overeenkomstig met de voorschriften van de IASB en de RJ.

Noordhoff Uitgevers bv

45

V4

Bouwhuis bvBalans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Immaterile vaste activa: Ontwikkelingskosten Goodwill Materile vaste activa: Machines/gereedschappen Financile vaste activa: Deelneming Vlottende activa: Onderhanden werk Liquide middelen

80.000 234.000 630.000 296.000 3.600.000 100.000 4.940.000

Eigen vermogen: Aandelenkapitaal Wettelijke reserve Overige reserves Winst 2010 (saldo) Langlopende schulden: Leaseverplichtingen

500.000 80.000 4.120.000 120.480 119.520

4.940.000

Toelichting: Ontwikkelingskosten: 100.000 Goodwill: Aanschafprijs Zichtbaar eigen vermogen Stille reserve4 = 80.000 5

250.000 50.000 80% 300.000 =

500.000

240.000 260.000

260.000 90% = 234.000 Machines/gereedschappen: ( 900.000 + 150.000) 60% = 630.000 Deelneming: Nettovermogenswaarde 1 juli 2010 240.000 Winst Bouwbeslag 2e halfjaar 2010 120.000 Correctie kostprijs verkopen 50.000 80% 70.000 = 56.000 Nettovermogenswaarde 31 december 2010 296.000 Onderhanden werk: Aanneemsom is 1,2/1 3.500.000 = 4.200.000 Waardering onderhanden werk: 1,2 3.000.000 = 3.600.000 Wettelijke reserve: gelijk aan de geactiveerde ontwikkelingskosten Overige reserves: 4.200.000 80.000 = 4.120.000 Leaseverplichtingen: 150.000 ( 51.480 14% van 150.000) = 119.520

46

Noordhoff Uitgevers bv

V5a

Actueel bvBalans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Goodwill Pand Machines Deelneming Histor bv Voorraad goederen Debiteuren Liquide middelen

45.000 1.210.000 94.500 378.000 52.000 176.000 128.000 2.083.500

Aandelenkapitaal Overige reserves Herwaarderingsreserve Lening Crediteuren Ongerealiseerde speculatiewinst Winst 2010

400.000 500.000 139.750 700.000 26.000 4.000 313.750 2.083.500

Toelichting: Goodwill: ( 400.000 350.000) 9 = 45.000 10

110 22 = 1.210.000 100 23 105 Machines: ( 180.000 3 30.000) = 94.500 100 Deelneming Histor bv: Stand 1 juli 2010 Herwaardering machines 1 november 2010 Winst (2e halfjaar 2010)1 Pand: 1.150.000 Stand 31 december 2010

350.000 10.000 18.000 378.000

+ +

Voorraad goederen: 4 000 13 = 52.000 Herwaarderingsreserve en ongerealiseerde speculatiewinst: Ongerealiseerde herwaarderingsreserve: 22 Pand 1.250.000 10% = 25 Machines2 6.750 2.250 = Deelneming Histor bv: inzake de machines Voorraad goederen3 Gerealiseerde herwaarderingsreserve: Pand Machines Deelneming Histor bv: Voorraad goederen32

110.000 4.500 8.000 2.000

1.150.000 10% inzake de machines

1 = 23

5.000

2.250 2.000 6.000 139.750 30.000 10.000 2.000 18.000

1

Winst Histor bv zelf 50.000 20.000 = Hogere afschrijving in verband met aanpassing fair value 6 per 1 juli 2010: 15.000 = 9 Gerealiseerde waardestijging machines Winst uit deelneming Histor bv

2

Waardestijging 1 juli 2010: 135.000 5% = 6.750 105 1 1 Afschrijving 2e halfjaar 2010: 3 90.000 = 100 3 2 Afschrijving 2e halfjaar 2010 op basis van historische kosten: 1 1 3 90.000 = 3 2 Gerealiseerde waardestijging

47.250

45.000 2.250

Noordhoff Uitgevers bv

47

3

Journaalpost stijging vervangingswaarde 10 juli 2010: Voorraad goederen (6 000 2) 12.000 Speculatieverlies (2 000 2) 4.000 Aan Ongerealiseerde herwaarderingreserve 12.000 Aan Gerealiseerde herwaarderingsreserve 4.000 Journaalpost realisatie via verkoop 24 november 2010: Ongerealiseerde herwaarderingsreserve (4 000 2) 8.000 Aan Gerealiseerde herwaarderingsreserve Journaalpost daling vervangingswaarde 15 december 2010: Ongerealiseerde herwaarderingsreserve (2 000 1) 2.000 Gerealiseerde herwaarderingsreserve (6 000 1) 6.000 Aan Voorraad goederen Aan Ongerealiseerde speculatiewinst Journaalpost realisatie speculatiewinst via inkoop 21 december 2010: Ongerealiseerde speculatiewinst (2 000 1) 2.000 Aan Gerealiseerde speculatiewinst

8.000

2.000 6.000

2.000

Resultatenrekening over 2010

Opbrengst verkopen Kosten verkopen Transactieresultaat Afschrijvingen: Goodwill Pand Machines: 1/1-30/6 1/7-31/12 Bedrijfskosten

26 000 42 + 4 000 44 = 26 000 12 + 4 000 14 =

1.268.000 368.000 900.000 5.000 55.000

( 400.000 350.000) 1.250.000

1 = 10

110 1 = 100 25

1 1 = 3 2 105 1 1 = 3 90.000 100 3 2

3 90.000

45.000 47.250

Resultaat uit deelneming Histor bv Speculatieresultaten: 10 juli 21 december Winstb

450.000 297.750 18.000 + 4.000 2.000 + 313.750

De gerealiseerde herwaarderingsreserve moet worden overgeboekt (artikel 390.3), bijvoorbeeld naar de overige reserves. Winst vraag a Gerealiseerde herwaarderingsreserve over 2010: Pand Machines Deelneming Histor bv (machines) Voorraad goederen Ongerealiseerde speculatiewinst per 31-12-2010 Winst op basis van historische kosten 313.750 5.000 2.250 2.000 6.000

c

15.250 + 4.000 + 333.000

48

Noordhoff Uitgevers bv

Of: Winst vraag a Kosten van de verkopen Afschrijvingen pand Afschrijvingen machines Resultaat deelneming Histor bv Speculatieresultaat Winst op basis van historische kostend

313.750 8.000 5.000 2.250 2.000 2.000 333.000 1.357.500 110.000 4.500 8.000 2.000

+ + + + +

Eigen vermogen vraag a Ongerealiseerde herwaarderingsreserve per 31-12-2010: Pand Machines Deelneming Histor bv (machines) Voorraad goederen

Eigen vermogen op basis van historische kostene 1 Beginvoorraad

124.500 1.233.000 96.000 314.000 +

Inkopen Eindvoorraad: IJzeren voorraad Manco

8 000 12 = 288.000 + 26.000 = 8 000 12 = 4 000 13 = 96.000 52.000

44.000 366.000 368.000

2 Kostprijs van de verkopen op basis van vervangingswaarde (vraag a)

Speculatieresultaten: Speculatieverlies 10-07-2010 Speculatiewinst 15-12-2010

4.000 + 6.000 Kostprijs van de verkopen volgens het ijzerenvoorraadstelsel (vraag e1) 366.000

Noordhoff Uitgevers bv

49

V8

Taxes bv

a 1 Fiscale resultatenrekening over 2010

Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Transactieresultaat Afschrijving gebouwen Bedrijfskosten

144.000 + 156.000 = 15 000 4,50 + 10 000 4,20 = (of: 40.000 + 113.700 44.2001)1 = 40

300.000 109.500 190.500

750.0002

18.750 40.000

Winst1 2

58.750 131.750

zie vraag a3 690.000 50 46

2 Bedrijfseconomische resultatenrekening over 2010

Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen 10 000 4 + 11 000 4,20 + 4 000 4,50 = Transactieresultaat Afschrijvingen: Goodwill Gebouwen ( 300.000 150.000) 750.000 = 50 1 = 15.000 10

300.000 104.200 195.800

15.000 45.000

Bedrijfskosten

Resultaat uit deelneming Winst vr aftrek van vennootschapsbelasting Belastinglast 25% 140.800 * = Winst na belasting * Winst vr aftrek van vennootschapsbelasting Correctie definitieve winstverschillen: Afschrijving goodwill Resultaat uit deelneming Niet-aftrekbare bedrijfskosten 170.800 15.000 50.000 5.000 140.800

75.000 120.800 50.000 170.800 35.200 135.600

+ +

3

Bedrijfseconomische balans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Goodwill Gebouwen Deelneming Voorraad K Debiteuren Liquide middelen

135.000 675.000 200.000 49.500 156.000 173.050

Aandelenkapitaal Overige reserves Voorziening latente vennootschapsbelasting Lening Crediteuren Te betalen vennootschapsbelasting Winst 2010

500.000 301.500 6.012,50 345.000 67.500 32.937,50 135.600 1.388.550

1.388.550

50

Noordhoff Uitgevers bv

Toelichting: Goodwill Gebouwen ( 300.000 150.000) 690.000 4,5 = 135.000 5

45 = 675.000 46

Voorraad K: Hoeveelheid 10 000 + 26 000 25 000 = 11 000 Waardering 11 000 4,50 = 49.500 Voorziening latente vennootschapsbelasting: Gebouwen: Waardering bedrijfseconomisch 675.000 Waardering fiscaal 50 35 690.000 = 656.250 46 40 25% 18.750 = Voorraad K: Waardering bedrijfseconomisch 49.500 Waardering fiscaal 10 000 4 + 1 000 4,20 = 44.200 25% 5.300 = Te betalen vennootschapsbelasting: 25% 131.750 = 32.937,50 35.200

4.687,50

1.325 6.012,50

4

Belastinglast Aan Voorziening latente vennootschapsbelasting Aan Te betalen vennootschapsbelasting

2.262,50 32.937,50

b1

Bedrijfseconomische balans per 31 december 2010 (bedragen 1)

Goodwill Gebouwen Deelneming Voorraad K Debiteuren Liquide middelen

135.000 810.000 200.000 55.000 156.000 173.050

Aandelenkapitaal Overige reserves Herwaarderingsreserve Voorziening latente vennootschapsbelasting Lening Crediteuren Te betalen vennootschapsbelasting Winst 2010

500.000 301.500 111.575 41.137,50 345.000 67.500 32.937,50 129.400 1.529.050

1.529.050 Toelichting: Gebouwen Voorraad K Herwaarderingsreserve: Ongerealiseerd: Gebouwen Voorraad K 675.000 120 = 810.000 100 11 000 5 = 55.000

750.000 20%

45 75% = 50 11 000 ( 5 4,50) 75% = 0,5 = 45,5

101.250 4.125

Gerealiseerd: Gebouwen Voorraad K 17/3 25/11 682.500 20% 1.500

10 000 ( 4,20 4) = 2.000 9 000 ( 4,50 4,20) = 2.700

4.700 111.575

Noordhoff Uitgevers bv

51

Voorziening latente vennootschapsbelasting: Gebouwen: Verschil in levensduur (tijdelijk verschil, conform a3) 45 25% = Herwaardering 750.000 20% 50 Voorraad K: Verschil fifo/collectief-lifo (tijdelijk verschil, conform a3) Herwaardering 11 000 ( 5 4,50) 25% =

4.687,50

33.750 1.325 1.375 41.137,50

Resultatenrekening over 2010

Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Transactieresultaat Afschrijvingen: Goodwill Gebouwen 1e halfjaar 2e halfjaar

12 000 4,20 + 13 000 4,50 =

300.000 108.900 191.100

15.000 750.000 0,5 = 50 900.000 0,5 = 50

7.500 9.000 45.000

Bedrijfskosten

Resultaat uit deelneming Winst vr aftrek van vennootschapsbelasting Belastinglast (conform a2) Winst na belasting2

76.500 114.600 50.000 164.600 35.200 129.400

35.200 100% = 21,4% 164.600 25% 164.600 = Overdruk: Afschrijving goodwill Niet-aftrekbare bedrijfskosten Gerealiseerde herwaardering gebouwen Gerealiseerde herwaardering voorraad 25% Onderdruk: Resultaat uit deelneming 25% 50.000 = 41.150 15.000 5.000 1.500 4.700 26.200 =

3 Nominale druk

6.550 +

12.500 35.200

c

Balans: Gerealiseerde herwaarderingsreserve: Gebouwen 1.500 75% = Voorraad K 4.700 75% = Winst 2010 (saldo) Resultatenrekening: Belastinglast: Belastinglast vraag a2 Overdruk als gevolg van herwaardering: 25% ( 1.500 + 4.700) = Winst na belasting

1.125 3.525 130.950

35.200 1.550 33.650 130.950

52

Noordhoff Uitgevers bv

d

De volgende posten ondergaan veranderingen: Voorziening latente vennootschapsbelasting daalt met: 5 41.137,50 = 8.227,50 25 Ongerealiseerde herwaarderingsreserve stijgt met: 5 ( 33.750 + 1.375) = 7.025 25 Winst 2010 stijgt met (de verlaging van de voorziening latente vennootschapsbelasting uit hoofde van tijdelijke verschillen tussen bedrijfseconomische en fiscale winst) 5 ad ( 4.687,50 + 1.325) = 1.202,50 25

Noordhoff Uitgevers bv

53

Antwoorden casussen

Casus C1

bv AppelGroen

Tenzij anders is aangegeven, luiden de bedragen 1.a

Balans per 31 december 2010 (bedragen 1.000)

Koelhuis Wagenpark Voorraad appels Liquide middelen

600 450 2.990 690

Aandelenkapitaal Algemene reserve Winst 2010 Eigen vermogen Langlopende schulden Vpb schuld

4.730

1.500 2.080 600 4.180 350 200 4.730

Resultatenrekening over 2010 (bedragen 1.000)