rsmagazine binnenwerk nr.4 2011
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
Reddingsbrigaderedt jaarlijkshonderden levens
Fusie binnen RSM:Goede dingen gaan snel
Stichting Zorg Zonder Zorgen ontlast ouders doodziek kind
Hart & Long Stichting Utrecht voortdurend op zoek naar donateurs
NOVEMBER 2011
Colofon RSMagazine
RSMagazine is een uitgave van RSM Nederland, accountants en belastingadviseurs. RSMagazine wordt in controlled circulation verspreid onder cliënten en relaties van de bij RSM Nederland aangesloten kantoren: RSM Niehe Lancée Kooij en RSM Wehrens, Mennen & de Vries.
Als u voor toezending in aanmerking wilt komen, stuur dan een bericht naar: [email protected]
RedactieGwen van Loon | Punt Tekstproducties (hoofdredactie)[email protected]. 023-54 44 112
Harry van Dam | Paapst Van Dam beeld en [email protected]
Redactionele bijdrageVondel Publications
FotografieErik van der Burgt | VerbeeldRob MarinissenJeroen OerlemansFrans Strous | Strous FotografieHugo ThomassenChristina Faber-Berg | Pepper Productions Arno Rutten
CoverfotoJeroen Oerlemans
Productie en advertentiesAngelique Timmer-Weisscher RSM [email protected]. (023) 530 04 05
CartoonPaul Kusters | Studio [email protected]
Concept en art directionFrans Spanjaard | Spanjaard Strategie & [email protected]
VormgevingPieter Tuinman | Formaris [email protected]
DrukkerijDrukkerij Hendrix NV, Peer, België
RedactieadresRSM Niehe Lancée Kooijt.a.v. redactie RSMagazinePostbus 50372000 CA [email protected]
Overname artikelenArtikelen uit dit magazine mogen alleen worden overgenomen, gekopieerd et cetera na uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van RSM Nederland.
www.rsmnederland.nl
3 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011
Fusie soms schot voor open doelGwen van Loon,
hoofdredacteur RSMagazine
Wie onderneemt, denkt na over continuïteit en groei van
zijn bedrijf. Dat geldt voor alle ondernemers. Uiteraard ook
voor de individuele kantoren die samen onder de vlag van
RSM Nederland opereren.
Onder het genot van een kopje koffie spreken ze regelmatig
met potentiële partners. Zo zijn de kantoren in de regio
Noord-Holland, Utrecht, Limburg en Rotterdam uitgegroeid
tot wat ze nu zijn: regionale spelers die vanwege hun kennis
en ervaring een mooi alternatief vormen voor een Big
Four-kantoor.
Maar in dat proces ontwikkelen ondernemers soms ook een
blinde vlek. Ze zijn zo gebrand op een mooie samenwerking
dat ze ‘vergeten’ dichtbij om zich heen te kijken. Daar kan
RSM Kooij + Partners over mee praten. Terwijl Paul de Blok
uitkeek naar een bruid om de toekomst van het 65 jaar
oude Utrechtse kantoor veilig te stellen, zag hij niet dat
de schat om de hoek lag.
Het is alsof je het meisje dat je vaag kent van de middel-
bare school geen blik waardig gunt, omdat je zelf ouder
bent. Tot ze een paar jaar later je ogen opent en je bij
jezelf denkt: verdraaid, wat een leuke meid. Paul kan er op
twee fronten over mee praten: hij vond zijn vrouw exact
op die manier en ze zijn nog steeds gelukkig. Daarom is
hij ook vol vertrouwen in RSM Niehe Lancée Kooij gestapt.
Gelukkig trok Rudolf Winkenius op tijd zijn aandacht. ChR
iSti
Na F
aBER
-BER
g | P
EPPE
R PR
OduC
tiON
S
5 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011
Wist u dat u onze prachtige 16e - en 17e -eeuWse stijlkamers kunt huren voor een vergadering of borrel?
Bezoek Tassenmuseum Hendrikje500 jaar gescHiedenis van de Tas in een scHiTTerend gracHTenpand
Tassenmuseum Hendrikje Herengracht 573 1017 CD Amsterdam
T +31 20 524 64 52www.tassenmuseum.nl | [email protected]
En verder:
11 Cartoon
12 Pleased to Meet You:
Sarah Gribling
18 Opinie:
Mathijs Mennen
19 Trivia:
gadgets
25 Uit onverwachte hoek:
Eric Nordholt
26 Actueel
28 Webside:
Monica Versteegh
33 Trivia:
boeken
42 Stichting Reclame Code:
‘Een toegewezen klacht heeft
vaak grote impact’
6 Fusie twee RSM-kantoren: ‘Goede dingen gaan snel’
14 Als Reddings- brigade niet wordt ondersteund, kost dat letterlijk levens’
20 Twaalf vragen aan: Susannah van Rabenswaay
22 Hart & Long Stichting Utrecht gaf enorme boost aan steunhart- centrum
30 Partners Paul Wehrens en Harry Salden gaan versnelling lager
34 Jos Rooswinkel wil huidige generatie niet voor de voeten lopen
38 Stichting Zorg Zonder Zorgen ontlast ouders doodzieke kinderen
7 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011
RSM Niehe Lancée en RSM Kooij + Partners zijn gefuseerd
‘Goede dingen gaan snel’Fusies en overnames zijn voor accountantskantoren dé manier om
snel te groeien. Het Noord-Hollandse RSM Niehe Lancée en het Utrechtse
RSM Kooij + Partners zagen dat alleen nooit zitten. Deze grote namen in
eigen regio wilden autonoom groeien om zo maximale controle te houden
op de kwaliteit van de dienstverlening. Totdat de gebeurtenissen elkaar
een paar maanden geleden ineens snel opvolgden.
VONdEl PuBliCatiES | ROB MaRiNiSSEN
RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 6
Rudolf Winkenius (links) en Paul de Blok
9 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 8
‘Toen Paul me afgelopen maart advies
vroeg over een mogelijke overname die
hij wilde doen, kregen we tegelijkertijd
dezelfde gedachte: Wíj moesten fuseren!’,
zegt Rudolf Winkenius, de nieuwe directie-
voorzitter van het hierdoor ontstane RSM
Niehe Lancée Kooij. ‘We werkten al vijf jaar
samen en wisten dus heel goed dat we
dezelfde filosofie en cultuur hebben. In-
eens zagen we de extra synergievoordelen
die een volledige fusie zou brengen.’
Zijn evenknie, die het bewuste telefoontje
pleegde, zit ook aan tafel. ‘Het was best
vreemd dat we daarvan nooit eerder werk
hadden gemaakt’, filosofeert Paul de Blok,
voormalig bestuursvoorzitter van RSM
Kooij + Partners. ‘Binnen RSM Nederland
werkten we op vaktechnisch en commu-
nicatief vlak al vijf jaar samen, maar een
volledige fusie was nooit ter sprake geko-
men. Pas toen we in de regio Rotterdam
een overname wilden doen en ik Rudolf
om advies vroeg, viel het kwartje. Toen
was het ook binnen een mum van tijd
beklonken.’ Rudolf lachend: ‘Je weet het,
Paul: goede dingen gaan snel.’
StilTwee accountantskantoren die er decen-
nia voor kozen om zelfstandig te blijven,
vonden elkaar in een vloek en een zucht.
Dat is op zijn minst eigenaardig te noe-
men. Op de vraag waarom deze kantoren
– die zo veel verzet toonden tegen de fu-
siegolf in deze sector – elkaar toch soepel
vonden, is het even stil. ‘Je kunt dat niet
hardop zeggen, maar ik denk oprecht dat
we allebei de overtuiging hebben dat op
de lange termijn alleen kwaliteit overleeft’,
stelt Paul. ‘Maar ja, dat zegt natuurlijk
iedereen.’
Winkenius herkent het dilemma dat je
daarover niet zo eenvoudig open kunt
communiceren. ‘Dat is inderdaad een
punt waarmee we ook bij RSM Niehe
Lancée al jaren worstelen. Eigenlijk weet
je als klant pas wat we te bieden hebben
als je het zelf ervaart. Maar ja, dat is ook
een beetje het verhaal van de kip en het
ei. Hoe maak je duidelijk dat wij hier écht
in geloven?’ Er zijn wel wat kengetallen die
laten zien wat beide bestuurders bedoe-
len. ‘Toen we elkaars boeken eens goed
bekeken, vielen een paar dingen sterk op’,
vertelt Rudolf. ‘Net zoals bij ons hebben
ook werknemers van RSM Kooij + Partners
opvallend lange dienstverbanden. Dat is
tekenend voor onze kantoren.’
FamiliebedrijvenOver het antwoord op de vraag waar die
ongekend grote trouw van werknemers
vandaan komt, moet Winkenius even na-
denken. ‘Dat zijn, denk ik, toch de vrijheid
en het vertrouwen die je bij ons krijgt. Vrij-
heid maakt blijheid. Binnen grenzen ben
je vrij om je te ontwikkelen, dat is anders
dan binnen de big four. In zo’n organisatie
kun je mensen onmogelijk eenzelfde vrij-
heid geven.’ Hij geeft een voorbeeld. ‘Daar
ben je niet alleen gespecialiseerd in bij-
voorbeeld vennootschapsbelasting, maar
is het artikel vijftien dat jouw focuspunt
is. Voor beursgenoteerde bedrijven kan
dat fantastisch zijn, maar de onderlinge
afstemming en procedures binnen zo’n
kantoor kunnen dan niet anders dan ui-
terst stringent zijn.’
Bij RSM Niehe Lancée Kooij hebben werk-
nemers een weidser speelveld. ‘Dat komt
ook doordat wij ons vooral op familiebe-
drijven richten. Daarop zijn we ingericht
en dat past bij ons. Onze klanten zien
graag een accountant met overzicht én
inzicht, onze dienstverlening is precies op
die doelgroep afgestemd. Bij familiebedrij-
ven speelt ook nog steeds een persoonlijke
band die je onderhoudt. Je doet niet al-
leen zaken met die bestuurder, maar hebt
zijlings ook te maken met zijn vrouw en
kinderen. Dat maakt ons werk zo leuk.’
TrouwDe reactie van klanten op deze cultuur is
dan ook positief. ‘De lengte van dienstver-
banden en de perioden dat bedrijven klant
zijn bij ons, ontlopen elkaar niet veel’, ver-
telt Paul. ‘Uitgezonderd de partijen die om
de drie jaar een aanbesteding doen, verlie-
zen we eigenlijk alleen klanten tijdens fu-
sies. Je doet er weinig aan als tussen twee
accountants moet worden gekozen na een
fusie, maar ook dan winnen we het spel
best vaak naarmate het proces vordert.
Als de nieuwe fusiepartij ons leert kennen,
wil het nog wel eens gebeuren dat we er
ineens met het account vandoor gaan’,
zegt hij met een grote glimlach.
Zijn collega laat met een pijnlijk voorbeeld
zien hoe belangrijk de band is tussen
accountant en klant. ‘Toen bij ons laatst
een vennoot met verdiend pensioen ging,
maakten we een stevige fout tijdens de
herverdeling van zijn klantenportefeuille.
We bekeken zijn klanten en maakten per
relatie de afweging wie daarvoor binnen
ons team het best zou kunnen zorgen.’
Een klant stuurde hem een boze brief.
‘Hoe we het in ons hoofd haalden om zelf
te bepalen wie zijn nieuwe contactpersoon
zou worden... Wat arrogant!’
Rudolf erkent zijn inschattingsfout. ‘Een
klant kiest zelf zijn accountant: een lange
vertrouwensband tussen accountant en
ondernemer is heilig. Daarom is het zo
belangrijk dat je medewerkers het naar
hun zin hebben en lang bij je blijven wer-
ken. Dat is volgens mij dus de belangrijk-
ste overeenkomst tussen onze kantoren,
naast het werk dat, zoals eerder gezegd,
onberispelijk moet zijn.’
OnvredePaul wil nogmaals onderstrepen dat het
nieuwe fusiekantoor alleen voor hoge
kwaliteit gaat. ‘We controleren al het werk
twee keer, door verschillende personen,
maar vallen klanten er niet mee lastig.
Dat past bij ons. Je bent er om de proble-
men van klanten op te lossen, niet om te
laten zien wat je allemaal doet.’
Hoewel dat streven nobel is, kan het ook
voor onvrede zorgen. Uit onderzoek blijkt
al jaren dat klanten van accountantskan-
toren hierna vaak ontevreden zijn over de
facturen die worden verstuurd. Dat komt
vaak doordat veel stil werk is verricht.
Rudolf kent het dilemma, maar gelooft
dat dit geen probleem hoeft te zijn. ‘Kijk,
een ondernemer heeft een aandachts-
spanne van maximaal één of twee A4’tjes
voor ons werk. Daarop moet hij alle be-
langrijke feiten kunnen terugzien. Als er
dan toch nog vragen zijn, moeten de bij-
lagen antwoord geven. Alleen daarop laat
je zien wat je allemaal hebt gedaan. Het
is dus niet de bedoeling dat je een klant
lastigvalt met alle problemen die je voor
hem hebt opgelost. Dat is nu net het punt
waarom je ons inschakelt.’
Vervolgens geeft hij een anekdote die het
verschil goed weergeeft. Laatst sprak ik
een klant die niet zo tevreden was over
een werknemer van wie ik zeker weet dat
hij erg goed is. Hij zei: ‘Als ik hem een
kwestie voorleg, worden mijn problemen
alleen maar groter.’ Rustig legt Rudolf uit
wat hier speelde. ‘Het klopte dat er veel
problemen naar boven kwamen tijdens die
case. Het was niet zo eenvoudig als het
leek en er zaten inderdaad een paar
vervelende hobbels in het beoogde traject.
Dat mijn collega die signaleerde, was
uitstekend, maar hij had ze alleen niet
allemaal aan die klant moeten voorleggen.
Los het probleem eerst op en vertel later
in de bijlage hoe het traject is verlopen.’
ZelfvertrouwenEr gaat veel zelfvertrouwen uit van beide
heren. Ze communiceren open en bloot,
ook met klanten. ‘Als we een nieuwe
medewerker op een account willen zet-
‘Je bent er om de problemen van klanten op te lossen, niet om te laten zien wat je allemaal doet’
‘Een klant kiest zelf zijn accountant:een lange vertrouwensband tussen accountant en ondernemer is heilig’
alkmaar > amsterdam >
haarlem > utrecht >
alkMaaR > aMStERDaM >
haaRlEM > utRECht >
RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 10
ten, vraag ik altijd aan die klant om me
feedback te geven op zijn of haar perfor-
mance’, vertelt Rudolf. Hierin schuilt een
bepaald soort kwetsbaarheid en eerlijkheid
die niet vanzelfsprekend is. ‘Natuurlijk
ga je ervan uit dat het goed gaat, maar
je moet er wel helemaal open in zijn wie
welk werk doet voor klanten.’ Ook is dit
een waardevol samenspel. ‘Vergeet niet:
klanten helpen bij het opvoeden van jouw
medewerkers.’
Tijdens het gesprek komt de cultuur van
het nieuwe kantoor steeds meer boven-
drijven. RSM Niehe Lancée Kooij is een
degelijk, nuchter, bescheiden en open
kantoor, met een traditie van langdurige
relaties met klanten en werknemers. Paul
vindt die beeldschets treffend. ‘Zo zie
je maar: zelfs rasechte Utrechtenaren
kunnen de bekende Noord-Hollandse
nuchterheid in zich hebben.’
RSMHet is nu duidelijk dat de onderlinge
match qua cultuur en werkhouding ver-
bluffend goed is. Toch kwamen beide
kantoren toevallig in elkaars vaarwater
terecht. ‘Toen we zeven jaar geleden be-
sloten dat we toch wilden groeien, hebben
we de Nivra Gids genomen en bekeken of
we andere sterke kantoren tegenkwamen
die, net zoals wij, een goede naam en po-
sitie hebben in de eigen regio. Toen kwam
Kooij + Partners bovendrijven’, herinnert
Rudolf zich. De dominante positie van
Kooij + Partners in de regio Utrecht was
vergelijkbaar met die van Niehe Lancée
in Noord-Holland.
Rudolf belde Paul met de traditionele
uitnodiging als er grote dingen op komst
zijn: Heb je zin om een kop koffie te
drinken? Paul vertelt hoe het berichtje
in Utrecht landde. ‘Wij waren net bezig
om samen te gaan werken met Wehrens,
Mennen & de Vries uit het zuiden en zoch-
ten nog een derde partner in het noorden.
Ik dacht meteen dat onze plannen waren
uitgelekt. Rudolf verzekerde me dat het
toeval was dat hij me belde, maar ik ge-
loofde hem pas een paar maanden later.
Dit was té toevallig!’
Dit was de kennismaking in 2006, waarna
de drie kantoren gingen samenwerken
onder de internationale vlag van RSM.
Daarbinnen delen ze een bureau vaktech-
niek en worden ook opleidingen en trai-
ningen centraal geregeld. De Blok merkte
snel dat de nieuwe samenwerking binnen
RSM Nederland vruchtbaar was. ‘Toen
onze sector door de AFM werd gescreend,
waren ze eerst al bij RSM Niehe Lancée
geweest. Omdat we qua vaktechniek al
samenwerkten, verliep dat erg soepel: al-
les zag er gestructureerd en verzorgd uit.
De AFM kwam toen zelf met de suggestie
om gezamenlijk voor de grotere vergun-
ning te gaan.’
UpgradeEen volledige fusie lag eigenlijk al jaren
voor de hand, maar door de samenwer-
king binnen RSM Nederland, die al veel
opleverde, was die nooit ter sprake geko-
men. Pas toen het thema fusie door Paul
op de agenda werd gezet met zijn wens
tot uitbreiding in Rotterdam, beseften
beide bestuurders ineens dat er nog meer
synergie mogelijk was. Er ontstaan nu vier
gelijkwaardige RSM Niehe Lancée Kooij-
kantoren, waarvan het oude RSM Kooij +
Partners er één is.
Dat laatste kantoor plukte op de korte
termijn de grootste vruchten. ‘In het begin
was Niehe Lancée, denk ik, net wat sterker
met onze procedures’, gelooft Rudolf. ‘Wij
hebben onze wortels in een afsplitsing
van de Noord-Hollandse activiteiten van
Ernst & Young, dat blijft hangen. Voor
Kooij is het prettig om daarvan gebruik
te maken. Aan de andere kant biedt de
schaalvergroting ons de mogelijkheid om
meer te investeren in onze gezamenlijke
dienstenportfolio, systemen en automa-
tisering.’
GlobaliseringDat laatste is volgens de nieuwe directie-
voorzitter uiteindelijk de crux: kantoren
moeten groeien om op het hoogste level
te blijven meedoen. ‘We beseften vijf jaar
geleden al dat schaalgrootte er uiteinde-
lijk ook voor kan zorgen dat klanten een
betere dienstverlening krijgen. Het draait
niet alleen om aandacht en een lange
relatie onderhouden. Vandaar onze wens
om toch te groeien, na al die jaren van
zelfstandigheid.’
Volgens Paul is het voordeel vooral van
vaktechnische aard. ‘Toen wij vijf jaar
geleden toetraden tot RSM Nederland,
telde onze internationale praktijk twee
specialisten, nu zijn dat er achttien.
Als zelfstandig kantoor kun je zo’n specia-
lisatiegraad en kwaliteit niet bieden.’
Rudolf erkent dat hij heeft moeten wen-
nen aan het idee dat schaalvergroting
inhoudelijk een must werd. ‘Tot een aantal
jaren geleden dacht ik: globalisering, ach
ja. Maar er is in een paar jaar tijd veel
veranderd op dat vlak. Een goed voor-
beeld waren de tien kanshebbers bij de
verkiezing van de Noord-Hollandse onder-
nemersvereniging voor de beste onderne-
ming van dat jaar. Van de tien bedrijven
ontplooiden er negen internationale
activiteiten. Daarbij zaten ook kleinere
bedrijven. De wereld wordt complexer.
Alleen samen kunnen we onze dienstver-
lening op hetzelfde hoge niveau houden.’
‘Bij een nieuwe medewerker vraag ik altijd aan de klant mij feedback te geven op zijn of haar performance’
11 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011
Sarah Gribling beantwoordt in
niets aan het vooroordeel, dat de
accountancy uitsluitend zou bestaan
uit bedaarde, oudere mannen.
Integendeel, ze is een dynamische
vrouw, die fris en zelfbewust in het
vak staat én ambitieus is. ‘Misschien
word ik nog wel eens partner.’
‘Ik heb altijd geroepen, dat ik vóór mijn
dertigste de RA-titel wilde hebben en het
lijkt erop dat me dat net gaat lukken.’
Accountant drs. Sarah Gribling zit bij
RSM Niehe Lancée Kooij in Utrecht in haar
laatste praktijkjaar en hoopt in februari
haar studie helemaal te hebben afgerond.
‘Het is een lang traject geweest’, zegt
ze. ‘Eerst het HBO, toen een pre master
en master, daarna een post master
en tenslotte de praktijkstage. Alles bij
elkaar ben ik er bijna tien jaar mee bezig
geweest.’
13 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011
Sarah Gribling
haRRy VaN daM | ERik VaN dER BuRgt
RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 12
Sarah begon in 2005 bij het toenmalige
Kooij+Partners in verband met haar
HBO-stage en is er daarna ‘blijven
hangen’. ‘Hoewel, dat klinkt wat
negatief’, zegt ze. ‘Ik heb het hier
bijzonder naar mijn zin. Heb mijn eigen
klanten, zowel grote als kleine bedrijven
en ook in de sectoren zit veel afwisseling.
Ik werk voor productiebedrijven, de
dienstverlening, maar ook in de handel
heb ik mijn klanten’, aldus Sarah. ‘Ik heb
me kunnen ontwikkelen tot manager en
ik kan hier voorlopig nog verder groeien.
Er is absoluut voor mij nog genoeg
te leren.’
Grijze muizenZe moet wel een beetje lachen om het
stoffige imago dat aan de accountancy
kleeft. ‘Dat is toch meer iets uit het
verleden en het zal ook per kantoor
verschillen’, denkt ze. ‘Maar bij ons is
het allerminst stoffig. Bij colleges was
ik vaak de enige vrouw, maar hier op
kantoor hebben we een mooi evenwicht
tussen het aantal mannen en vrouwen,
ook wat betreft leeftijden. Mijn collega’s
zijn geen grijze muizen. Je moet ook bij de
sfeer van het kantoor passen, er moet een
klik zijn.’
Sarah heeft een voorkeur voor de grotere
controleopdrachten en werkt graag
internationaal; iets waarvoor ze bij
RSM (zeker na de fusie tussen RSM
Kooij + Partners en RSM Niehe Lancée
tot RSM Niehe Lancée Kooij) volop de
ruimte krijgt. ‘Ik denk graag in risico’s
en het analyseren daarvan. Maar ik werk
met evenveel plezier voor MKB-bedrijven.
ScriptieJuist die afwisseling is zo aantrekkelijk.’
Het is dan ook geen toeval, dat haar
masterscriptie zowel een internationale
als MKB-component bevatte. In die
scriptie ‘International Financial Reporting
Standards for Small and Medium Sized
Entities’ - inmiddels tot boek verheven -
onderzocht ze of internationale
standaarden net als voor grote bedrijven
ook voor het MKB toegevoegde waarde
hebben. ‘Het antwoord was ja, onder
voorwaarden, maar zeker als bedrijven
internationaal gaan opereren.’
Voorlopig is Sarah in de RSM-organisatie
erg op haar plek en de toekomst ziet er
goed uit. ‘Misschien word ik later nog
eens partner’, zegt ze. ‘Ik hoop dat ik
dat in me heb.’
15 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 14
VrijwilligerskunnenhunhelelevenactiefzijnbijdeReddingsbrigade
‘als ons werk niet wordt ondersteund, kost dat letterlijk levens’
gwEN VaN lOON | JEROEN OERlEMaNS
Reddingsbrigade Nederland voorkomt jaarlijks tienduizenden ongelukken door haar
strandwacht- en bewakingsdiensten in waterrijke (recreatie)gebieden. Veel van de
175 brigades verzorgen daarnaast zwemlessen en opleidingen in reddend zwemmen.
Raymond van Mourik (43) is sinds januari 2008 directeur van de vereniging met
27.000 leden, waarvan vijfduizend vrijwilligers. ‘Die betalen contributie om vervolgens
hun leven te wagen om anderen te redden.’
17 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 16
Iedereen die wel eens op het strand komt,
kent de Reddingsbrigade – voluit Konink-
lijke Nederlandse Bond tot het Redden
van Drenkelingen, KNBRD – die aangeeft
of het veilig is om in zee te zwemmen.
De vereniging moet niet worden verward
met de vrijwilligers van de Koninklijke Ne-
derlandse Redding Maatschappij (KNRM):
die acteren alleen op zee als de Kustwacht
hen alarmeert.
‘Het leeuwendeel van ons werk bestaat
uit het voorkomen van ongevallen op bin-
nenwateren, stranden en in zwembaden.
Maar we helpen bijvoorbeeld ook kinderen
naar school te komen als die er door een
overstroming anders niet kunnen komen,
zoals begin dit jaar nog op enkele plaat-
sen in Limburg het geval was. Onze mis-
sie is het voorkomen en bestrijden van
de verdrinkingsdood in Nederland. Dat
is hard nodig, want elk jaar sterven op
die manier nog steeds een paar honderd
mensen.’
Van Mourik buigt zich uiteraard over de
organisatie, maar ook over financiële
vraagstukken. Een van de huidige speer-
punten is het formuleren van een ant-
woord op de vraag hoe hij het voor vrijwil-
ligers aantrekkelijker maakt zich aan de
Reddingsbrigade te verbinden.
Mindertijd‘Je ziet dat steeds meer vrijwilligers min-
der tijd hebben. De kans dat je iemand
vindt die zes weken achter elkaar strand-
wacht kan zijn, wordt steeds kleiner. Hoe
zorg ik er dan voor dat mensen hun vinger
blijven opsteken om ons te ondersteunen?
We moeten explicieter maken dat je ook
van waarde kunt zijn als je niet het hele
jaar of je hele leven voor ons actief bent.
Daarom zoeken we steeds vaker naar een
projectmatige aanpak of een afgebakende
opdracht.’
Toch is het zo dat veel mensen die zich
eenmaal aanmelden bij de Reddingsbri-
gade lang actief blijven. ‘Veel mensen
sluiten zich in hun jonge jeugdjaren – 4
of 5 jaar oud – bij ons aan, om daarna
actief te worden op het strand of in het
zwembad. Vaak doen ze dat van hun 16e
tot hun 20e. Daarna gaan ze studeren,
feesten en krijgen ze een gezin. In de prak-
tijk zie je vaak dat ze daarna terugkomen.
Dat is fijn, want zo voorkomen we dat we
straks een tekort hebben aan bijvoorbeeld
instructeurs.’
Fitteatleten‘Ons vrijwilligersbeleid richten we nu dus
bewust op het feit dat je je hele leven iets
kunt doen voor de vereniging. Dat gaan
we actiever communiceren, want we zijn
hartstikke trots op mensen die dat doen.
Daarom kijken we inmiddels bewust naar
wat iemand op latere leeftijd ook nog kan.
Tot kort voor zijn overlijden deelde ons
oudste actieve lid – rond de 90 – nog de
jurybriefjes uit bij de wedstrijdsport.
Echt geweldig.’
De sportsector van de Reddingsbrigade
kent een uiterst succesvolle nationale
ploeg met de hoogste NOC*NSF-topsport-
status, omdat de sporters tot de top 8
van de wereld behoren in de Life Saving
Sport. ‘In de ploeg zitten waanzinnig fitte
atleten.’
Het op orde hebben van de financiële
middelen is een voorwaarde voor de con-
tinuïteit. ‘We zijn afhankelijk van subsidie-
gevers en sponsors, naast de contributie
van onze leden. Die betalen lidmaatschap
en wagen vervolgens hun eigen leven om
anderen te redden. Dat is vrij uniek in
Nederland.’ Geld komt verder onder meer
van het ministerie van Veiligheid en
Justitie en het Nationaal Rampenfonds,
ook vanwege de rol die de Reddingsbri-
gade vervult in het moderniseren van de
landelijke Reddingsvloot. Verder komt er
dus geld via NOC*NSF van de Lotto.
PolsbandjesVerzekeraar Interpolis is sinds twee jaar
partner. ‘We hebben de preventiedoelstel-
ling gemeen. Het begon met het uitdelen
van polsbandjes om het bewustzijn van
ouders te vergroten, omdat je op het
strand je kind eenvoudig kwijt kunt raken.
Het dragen van zo’n polsbandje heeft
twee voordelen: we kunnen kinderen en
ouders eerder herenigen en zoekgeraakte
kinderen leggen minder beslag op onze
capaciteit, omdat we hen – of hun ouders
– minder lang op hoeven te vangen. We
geven ouders ook tips om het kwijtraken
van hun kinderen te helpen voorkomen.
Afgelopen zomer zijn er 200.000 bandjes
uitgedeeld.’
Het sponsorcontract loopt in elk geval
tot de zomer van 2013 en beide partijen
hebben de intentie uitgesproken dat te
verlengen tot en met 2016, omdat
Nederland in dat jaar het WK Life Saving
hier wil organiseren.
De ondersteuning gaat echter verder dan
alleen geld schieten en polsbandjes uit-
delen. Interpolis helpt de vereniging ook
bij de organisatieontwikkeling. ‘Dat gaat
van positionering en PR tot het vergroten
van onze slagkracht en het verbeteren van
onze risicobeheersing. Doordat de ver-
zekeringsexperts met een frisse blik naar
ons kijken, krijgen we nog beter in beeld
hoe we zo veilig mogelijk kunnen opere-
ren. En natuurlijk zijn we goed verzekerd
via Interpolis.’
HuiswerkVan Mourik is ook te spreken over de
samenwerking met de accountants van
RSM Niehe Lancée Kooij. ‘Ze helpen ons
om onze jaarrekening te versimpelen,
waardoor we beter inzage hebben in de
afzonderlijke resultaten van onze sec-
toren: opleiden, waterhulpverlening en
sport. Dat loopt nu nog te veel door elkaar
heen. Bovendien helpen zij ons ons huis-
werk beter te doen door processen beter in
te richten. Daardoor hebben we nu minder
externe administratieve ondersteuning
nodig dan bij onze vorige accountant. Zo
kunnen we flink op onze kosten besparen.’
Dat is prettig, beseft Van Mourik. ‘Onze
organisatie zal de gevolgen van de crisis
niet kunnen ontlopen. Bezuinigingen op
subsidies raken ons ook. Tegelijkertijd: als
ons werk niet wordt ondersteund, kost
dat letterlijk levens. In 2010 hebben we
meer dan tienduizend keer hulp verleend
aan mensen die in het water in gevaar
kwamen. In 306 gevallen was de situatie
levensbedreigend.’
SinterklaasintochtPreventieve acties registreert de vereni-
ging niet eens. ‘Dat zou de 100.000 te
boven gaan’, memoreert de directeur. ‘We
verlenen bijvoorbeeld ook assistentie bij
alle Nieuwjaarsduiken, evenementen op
en rond het water in heel Nederland, zoals
de Sinterklaasintocht en het programma
Te land, ter zee en in de lucht. En als er
een Elfstedentocht komt, zijn onze vrijwil-
ligers ook in de buurt. Het zou leuk zijn
als die deze winter weer eens gereden kon
worden. Wij zijn er in elk geval klaar voor.’
‘DoordefrisseblikvanInterpoliswetenwenogbeterhoeweveiligkunnen opereren’
Wining and diningMathijs Mennen, managing partner RSM Wehrens, Mennen & de Vries
19 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011
Er lijkt zich een Kamermeerder-heid af te tekenen voor een aantal ingrijpende maatregelen in de ac-countancy: om de zes jaar verplicht wisselen van de accountant die is belast met de controle, een strikte scheiding van advies en controle en een verplichte controle door twee accountants bij grote bedrijven. Zo zou de onafhankelijkheid van onze beroepsgroep gewaarborgd blijven.
De afgelopen jaren zijn accountants jaar
in, jaar uit met strengere regels gecon-
fronteerd. Deze keer is de eurocrisis de
aanleiding, in 2006 waren dat de boek-
houdschandalen bij bedrijven als Enron
en Ahold, twee jaar later de bankencrisis
die werd ingeluid met het omvallen van
Lehman Brothers.
Nog afgezien van de vraag of het gebrek
aan voldoende onafhankelijkheid bij de
controlerende accountants van banken
mede oorzaak is van de bankencrisis,
denk ik niet dat meer regulering leidt tot
een betere controle. We moeten het heb-
ben van onze integriteit. Verwerpelijk ge-
drag voorkom je niet met strengere regels,
maar door harde consequenties te verbin-
den aan mensen die dat gedrag vertonen.
Daarnaast leidt een eventuele scheiding
van controle en advies volgens mij alleen
tot een extra overheidscontroleur.
En aangezien is gebleken dat zo’n toe-
zichthouder zeker niet in staat is alle
ellende te voorkomen, is dat geen goed
idee. Immers de problemen rond DSB
en andere Nederlandse banken zijn niet
voorkomen, ook al keek de Nederlandsche
Bank nadrukkelijk over hun schouder mee.
Dat is dus niet de oplossing. Zeker voor
het MKB zou zo’n scheiding meer kwaad
dan goed doen, nog afgezien van de vraag
of het praktisch haalbaar is. Want welke
ondernemer wil je nog zijn organisatie
laten inkijken als de vertrouwensband is
verdwenen? Het zorgt er ongetwijfeld voor
dat je niet meer alle informatie krijgt die
je nodig hebt om hem zinvol bij te staan,
bijvoorbeeld bij het optimaliseren van de
organisatie.
Wassen neusDan het verplicht rouleren van accoun-
tants. De kennis die je nodig hebt om een
goede controle te doen, verdampt op die
manier. Bovendien is de kans groot dat
het in de praktijk een wassen neus is.
In Italië geldt deze regel al en wat gebeurt
er? Accountants zetten door deze wet
een pro forma stoelendans op poten en
wisselen om de paar jaar van kantoor.
Maar waar ik mezelf eigenlijk nog het
meest over verbaas, is dat de politiek zo
hoog van de toren blaast. Er zou nu ein-
delijk eens een einde moeten komen aan
al dat wining and dining. Says who? Twee
mannen die ons land bestuurden in het
vorige kabinet - Jan Peter Balkenende en
Wouter Bos - schoven vrijwel meteen na
de verkiezingen aan als partner bij één
van de Big Four accountantskantoren.
Niet vanwege hun vaktechnische kennis
kan ik u vertellen. Met hen dineren en
borrelen opent deuren die voor anderen
gesloten blijven. Laten we gewoon aan
het werk gaan.
aRNO RuttEN
RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 18
Verfrissende zitideeën van [B]creaKleurrijk, eerlijk in vorm en met een
verrassend frisse kijk op design | Het relatief
jonge meubelmerk [B]crea van ontwerper Eric Titulaer
uit Eindhoven timmert inmiddels vier jaar aan de
weg en komt weer met verfrissende, stoere, maar ook
vertederende ontwerpen. Drie nieuwe concepten, drie
keer een statement voor het interieur. Drie keer een
ontwerp dat strak is, aansluit bij praktische woonwen-
sen van nu en ook nog eens lekker zit. Wat is het leven
simpel! De Lomo, de Salto-poefjes en de Tubo zijn de
nieuwste loten aan de stam.
De Tubo is hier te zien: een hippe bongo, een qua
hoogte ergonomisch verantwoorde verhoogde poef
of de eerste comfortabele - want zacht zittende -
barkruk? Niets van dit alles, Tubo is totaal anders en
hot voor wie durft. In wit leer, met een paar eigenwijze
pootjes in gepolijst aluminium maakt [B]crea met
Tubo een statement voor het moderne interieur
dat fris is en verrast.
Voor meer info zie www.bcrea.nl
Gooi pepermuntje in waterDuurzame en hoogwaardige eigentijdse promotie- en bedrijfskleding nodig? | Je kunt het
bestellen bij Sixtees Promotions, dat kleding vervaardigt uit 100% gecertificeerd organisch katoen.
De kleding wordt geproduceerd in fabrieken met uitstekende en gecontroleerde arbeidsomstandig-
heden. Hun producten zijn Max Havelaar (Fair Trade) of klimaat neutraal gecertificeerd.
Daarnaast verkoopt het bedrijf bijvoorbeeld ook de Napkin Italy: een doekje dat onder zeer extreem
hoge druk is samengeperst in het formaat van een pepermuntje. Als je het ‘pepermuntje’ met water
in aanraking brengt, ontpopt het zich tot een zacht viscose doekje dat voor honderden doeleinden
kan worden gebruikt. Ze zijn samen met diverse stijlvolle schoteltjes en bakjes mooi verpakt voor
het opdienen in bijvoorbeeld restaurants.
Sixtees Promotions richt zich op unieke en duurzame relatiegeschenken en bedrijfs- en promotie-
kleding. Het bedrijf is constant op zoek naar unieke en exclusieve concepten. Daarom is Sixteen ook
de enige Nederlandse leverancier van de Napkin Italy waar inmiddels een hele lijn aan producten uit
is ontstaan die op de markt zijn gebracht met hetzelfde ‘compressed pleasure’ concept, zoals een
handdoek en badjas.
Voor meer informatie: www.sixteespromotions.com
Digitz EZmouseWij willen alles praktisch, klein en zo
licht mogelijk overal mee naartoe kunnen
nemen | Wie gaat er nog zonder laptop de deur uit:
ze zijn reuze handig tijdens de vakantie voor het
uploaden van de net gemaakte foto’s, uiteraard op
kantoor, maar ook tijdens het reizen zelf. We kunnen
bijna niet meer zonder. Het enige nadeel is die onhan-
dige mousepad. Daarom komt Digitz EZmouse met
de oplossing. De met awards bekroonde EZmouse
(EZ staat voor easy) ziet er heel strak en uniek uit en
is de aller-eerste draadloze muis die niet werkt op
traditionele batterijen. Dus nooit meer gerommel
met het vervangen van de batterijen: het opladen
gaat simpel via een USB-poort. Na het opladen is
de muis, door het interne geheugen, nog drie dagen
los te gebruiken. Deze muis is een Nederlandse
uitvinding en vanwege de trots op het land van
herkomst ook verkrijgbaar met een authentieke
Delftsblauwe decoratie. De muis wordt geleverd
in een luxe verpakking en fluwelen zakje. Natuurlijk
bestaat ook de mogelijkheid de muis te persona-
liseren met een eigen bedrukking.
Vanaf 49,95 euro.
aNgEliquE tiMMER-wEiSSChER
21 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 20
1.Waarom ben je ooit een kinderdagverblijf begonnen?‘Ik ben op mijn 23e moeder geworden, was speciaal daarvoor begonnen met een studie pedagogiek: ik wilde het als moeder gewoon goed doen en daarom alles weten over het opvoeden van kinderen. Ik bracht mijn zoon een dag in de week naar de kinderopvang op de hogeschool. Maar ik haalde hem daar altijd huilend op. We waren allebei niet gelukkig. Ik besloot dat ik grotendeels zelf voor hem wilde zorgen, zocht een oppas en liep mijn stage in het weekend: dan zorgde zijn vader voor hem. Ik besloot een kinderdagverblijf op te zetten, zodra hij naar school ging.’
2.Wat is de filosofie van Het Kinderhonk?‘Ik wil de kinderen opvangen in een huiselijke sfeer en de stress weghalen bij de ouders. Daarom eten alle kinderen hier en kunnen de kinderen vanaf vijf jaar via ons zwemles vol-gen. Zo hebben de ouders in het weekend tijd voor hun kinderen en hebben ze aan het einde van hun werkdag ruimte om nog met hun kind te spelen. Als ze wel samen aan tafel gaan, hoeven ze eigenlijk alleen een toetje te eten: alle belangrijke bouwstoffen hebben ze al bij ons gehad.’
3.Was het altijd je droom om te werken voor of met kinderen? ‘Aanvankelijk wilde ik de grootste modeont-werper ooit worden. Daarom volgde ik de MTS Mode & Kleding. Zo ver is het nooit gekomen, maar ik leef me nu uit in de inrichting van onze locaties en de bedrijfskleding van onze pedagogisch medewerkers (de leidsters, red.). Daar kan ik mijn creatieve ei in kwijt.’
4.Doe je nu nog iets met je mode? ‘Ik ben verslaafd aan kleding, schoenen en modeaccessoires. Daar kan ik echt – te – veel geld aan uitgeven. Mijn accountant bij Brouwer & Oudhof (dochter van RSM Niehe Lancée Kooij, red.) vond dat ik te veel had uit gegeven aan een – inderdaad – dure, maar waanzinnig mooie jas. Ik legde hem met een grote glimlach uit dat ik die echt niet kon laten hangen, omschreef de jas en zei dat het enige dat ontbrak mijn naam was: die had er eigenlijk al in geborduurd moeten zijn.’
5.De uitstraling van Het Kinderhonk is zeer exclusief. Qua inrichting, maar ook qua aanbod wijkt het af van de ‘standaard’ kinderopvang. ‘Het Kinderhonk weerspiegelt hoe ik zelf in het leven sta: perfectionistisch. Ik wil een goede moeder zijn, en wil dat gevoel en de sfeer te-rugzien. Als ouder vertrouw je je kind aan ons toe en dat is je kostbaarste bezit. Dat creëert een mega verantwoordelijkheid. Daarom zie je hier veel glas en is alles transparant: alles wat er gebeurt, is voor iedereen zichtbaar.’
6.Hangt daar dan geen flink prijskaartje aan? ‘De vestiging waar je nu bent, Villa Vondel bij het Vondelpark, is mijn paradepaardje: hier komen al mijn ideeën samen. In ons restaurant op de vierde etage wordt volledig biologisch gekookt en natuurlijk is de locatie duurder dan elders. Maar onze tarieven zijn in lijn met wat andere kinderdagverblijven berekenen: 8 euro per uur in Oud-Zuid en 7,60 euro op de andere vestigingen. Ik kan het voor die prijs doen, omdat onze overhead klein is en ik een heel laag ziekteverzuim heb. Onnodig personeel maakt je opvang duur. Daarnaast zit ik zelf bovenop de planning: er vallen nooit onnodig gaten.’
7.Ben je niet bang dat de vraag naar kinderopvang terugloopt nu de overheid vanaf januari de kosten op de kinderopvang anders gaat vergoeden?‘Volgens mij beseft de overheid heus dat het verkeerd kan uitpakken als ze die maatregel doorzet. Dan keren veel vrouwen hun rug naar de arbeidsmarkt en dat kost uiteindelijk meer geld. Ik houd wel rekening met een tijdelijke lagere bezetting de komende drie jaar, maar daar heb ik reserves voor. Mocht de overheid niet buigen, dan verwacht ik dat werkgevers een bijdrage in de kinderopvang weer als se-cundaire arbeidsvoorwaarde gaan zien.’
8.Wat zijn je ambities?‘In Nederland is de organisatie nu een ge-oliede machine. Komend jaar open ik daarom een kinderdagverblijf én een pre school – voor kinderen vanaf twee – in New York. Ik ben er net een paar weken geweest om locaties te bekijken. Vijf jaar geleden had ik voor het eerst contact met een dame daar om ideeën uit te wisselen, nu wil ik de Amerikanen laten zien dat een kinderdagverblijf een goed alter-natief is voor een nanny.’
9.Wat trekt je naar de Verenigde Staten?‘Hier is het: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Daar is het: doe maar gek en alleen het beste is goed genoeg. In Nederland krijg ik van buitenstaanders altijd een flauwe opmerking over de kroonluchters die bij ons hangen. Die weerstand stuit me wel eens te-gen de borst. Daar zou zo’n lamp met gejuich worden ontvangen. Alleen het beste is goed genoeg. Ik heb het idee dat er een wereld voor me open ligt als ik in New York slaag.’
10.Ben je ook nog nieuwe plannen aan het maken voor Nederland?‘Omdat ik zelf mijn aandacht verleg naar New York, ga ik in Nederland op zoek naar een directeur die de boel hier coördineert. Verder zie ik het als een uitdaging het programma voor driejarigen uit te bouwen, zodat we hen nog beter voorbereiden op school.’
11.Wat doe je in je vrije tijd?‘Ik werk hard, maar mijn werk is nog steeds mijn hobby: heel veel tijd blijft er niet over.Ik ga op maandagavond uit eten met mijn zoon Mailo (nu 15): dat is onze quality time. Voor de rest gaat hij, net als elke puber, het liefst zijn eigen gang. Verder fitness ik elke dag een uur om mijn hoofd leeg te maken. En ik reis graag. Sinds 2003 ga ik minstens een keer per jaar naar Amerika voor een shot positief denken.’
12.Vertel nog eens iets verrassends over jezelf‘Het is natuurlijk helemaal niet populair om te zeggen, maar ik heb zelf een hekel aan schoolbanken. Ik ben iemand die het liefst leert in de praktijk: ik leer door te zien, in een monoloog ben ik na twee seconden afgeleid. Dan kan ik mijn gedachten er niet bij houden. Maar als iets me interesseert, duik ik er vol in en dan ga ik ervoor.’
Susannah van Rabenswaay
(39) opende tien jaar geleden
haar eerste kinderdagverblijf
in Amsterdam. Inmiddels biedt
Het Kinderhonk op zes locaties
crècheplaatsen en naschoolse
opvang aan, in Amsterdam en
Haarlem. Binnenkort opent ze
nog twee nieuwe vestigingen.
Haar nieuwste uitdaging
wacht aan de andere kant van
de oceaan. In 2012 wil ze een
kinderdagverblijf en pre school
openen in New York.
gwEN VaN lOON | FRaNS StROuS
Hart & Long Stichting Utrecht afhankelijk van giften
Steunhart geeft tijd voor wie wacht op donorhart
Gwen van Loon | erik van der BurGt
23 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 22
De Hart & Long Stichting Utrecht (HLSU) speelt een belangrijke rol bij het finan-
cieren van het wetenschappelijk onderzoek binnen de Divisie Hart & Longen van
het UMC Utrecht. ‘De financiële steun van de stichting heeft een enorme boost
gegeven aan ons steunhartcentrum door het verstrekken van het beginkapitaal’,
legt Jaap Lahpor, hoogleraar Hartchirurgie uit. ‘Pas daarna heeft het UMC Utrecht
zelf miljoenen gepompt in de verdere ontwikkeling ervan.’
De artsen en wetenschappers van de
Divisie Hart & Longen hebben, net als hun
collega’s van andere specialismen drie
opdrachten: zorg geven aan patiënten,
onderwijs aan artsen in opleiding en on-
derzoek doen. Voor die laatste opdracht
wordt steeds meer extern geld geworven,
omdat de overheid steeds minder geld
beschikbaar stelt en subsidiepotjes ook
geen gegeven zijn.
‘Het opheffen van het Fonds Economische
Structuurversterking (beter bekend als
FES-gelden) door het huidige kabinet heeft
een enorme impact op het onderzoek in
de zorg. Er wordt vaak beweerd dat de
zorg conjunctuurongevoelig is, maar
het huidige tijdsgewricht geeft aan dat
dat niet zo is’, stelt Jan-Willem Lammers,
hoogleraar Longziekten en medisch ma-
nager van de divisie. Hij spreekt samen
met Jaap Lahpor namens de grote groep
collega’s van hun divisie.
Het geld dat de HLSU van donateurs
ontvangt - nu zo’n ton per jaar, voorna-
melijk geschonken door particulieren -,
is daarom een zeer welkome aanvulling
op het onderzoeksbudget dat voor een
deel ook komt van organisaties als de
Hartstichting en het Astmafonds, dat zijn
naam binnenkort wijzigt in Longstichting.
‘Bij het aanvragen van subsidie bij dit
soort organisaties heb je te maken met
ontzettend veel concurrentie. Bovendien
spreekt toegepast onderzoek - wordt een
patiënt er meteen beter van? - meer tot
de verbeelding’, weet Lammers.
ImmunologieHij houdt zich bezig met de immunologie
van het lichaam via de longen en de daar-
bij behorende ziektebeelden: astma, COPD
en cystic fibrosis, een ernstige aangebo-
ren aandoening die tot voor kort bekend
stond als taaislijmziekte. ‘Maar omdat het
feitelijk een probleem is van het hele lijf,
is de naam aangepast.’
Hartchirurg Lahpor opereert dagelijks in
het UMC mensen die last hebben van fa-
lende hartkleppen of een disfunctioneren-
de hartspier. Omdat er te weinig donor-
harten beschikbaar waren, implanteerde
hij in 1993 in het UMC Utrecht voor het
eerst een steunhart bij een patiënt. Deze
mechanische pomp wordt in de buikholte
gezet, aangesloten op het verzwakte hart
en neemt de pompfunctie over. Ook on-
derzoeken de wetenschappers hoe ze van
lichaamseigen materiaal hartkleppen kun-
nen ontwikkelen die meegroeien. ‘Dat is
vooral voor kinderen erg belangrijk’, aldus
Lahpor.
StamceltechnologieVerder wordt er in het UMC Utrecht aan
stamceltechnologie gewerkt die bijvoor-
beeld de hartspier zou kunnen herstellen,
maar op de langere termijn mogelijk ook
beschadigde longen zou kunnen herstel-
len. ‘Dat is het ultieme doel, maar nu nog
futuristisch. Er gaan generaties overheen
voordat zoiets mogelijk gerealiseerd is,
maar zonder onderzoek kom je uiteraard
nooit zo ver. Maar het zou prachtig zijn
als je hart, of welk orgaan dan ook, hier-
door zou kunnen laten herstellen’, droomt
de hartchirurg hardop. Lammers vult aan:
‘Het geloof dat al dat stamcelonderzoek
tot iets moois kan leiden is er, want er
gaat wereldwijd ontzettend veel geld naar
toe. Bij kwaadaardige aandoeningen zoals
leukemie wordt de technologie al met
succes toegepast, maar hoe het uitpakt
bij vast weefsel is nog even de vraag.’
25 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011
Eric NordholtRaadgever / oud-hoofdcommissaris van politie in amsterdam
‘Van accountants, fiscalisten en andere financieel adviseurs verwacht ik meer
dan dat ze verstand hebben van de cijfers. Natuurlijk, vakkennis is belangrijk en
ik ga ervan uit, dat die kennis er bij adviseurs wel is. Maar een accountants- en
belastingadviesbureau moet zich ook op andere vlakken onderscheiden. Ik heb
het gevoel, dat veel van die organisaties erg op elkaar lijken en vooral de grotere.
Daarom ben ik al lang geleden klant geworden van een relatief wat kleiner
kantoor als RSM Niehe lancée kooij.
Na mijn tijd als hoofdcommissaris van politie in Amsterdam ben ik een adviesbureau
begonnen voor leidinggevenden in het bedrijfsleven. Ik noem mezelf geen consultant, maar
‘raadgever’. Voor die benaming heb ik bewust gekozen, omdat ik ook zo tegen het werk
aankijk van de mensen die mij in mijn financiën en bedrijfsvoering adviseren.
De interesse van een goede accountant gaat verder dan de cijfers. Hij is ook geïnteresseerd
in het wel en wee van mijn familie, kent de verhoudingen en achtergronden. Daarvoor
is niet alleen werk-, maar ook levenservaring nodig. Een dertiger kan dat overigens ook
hebben, hoor. Daarvoor hoef je echt geen zestig te zijn. En wat ook belangrijk is: humor en
het vermogen te relativeren.
Al die karaktertrekken zie ik bij mijn adviseurs/gesprekspartners op accountants- en
fiscaal gebied, Raymond Both en Rudolf Winkenius. Dat zijn gedreven mannen, die me
meer kunnen vertellen dan alleen over mijn jaarrekening. Hun benadering is breder en reikt
verder en dat is een belangrijke kwaliteit.
Ik heb zelf geen ervaring met een groot adviesbureau, maar ik denk dat bovengenoemde
aanpak vaker bij kleinere bureaus voorkomt dan bij zo’n moloch. Hoe dan ook, met name
ondernemers in het MKB wil ik adviseren: kies in elk geval voor een accountant die zich
écht in u verdiept.’
haRRy VaN daM | ERik VaN dER BuRgt
RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 24
Over de hSluDe Hart & Long Stichting Utrecht
is in juni 1988 opgericht door
prof. dr. E.O. Robles de Media,
destijds hoofd Cardiologie van
het UMC Utrecht. Hoofddoelstel-
ling was en is het genereren van
sponsorgelden voor de financie-
ring van internationaal gericht
wetenschappelijk onderzoek op
het gebied van hart en longziek-
ten. In het UMC Utrecht werken
vijftig hart- en longspecialisten
samen aan internationaal me-
disch wetenschappelijk onder-
zoek op het gebied van hart en
longen. Door te investeren in dit
onderzoek komen ze steeds meer
te weten over het ontstaan van
hart- en longziekten, waardoor
ze tot betere diagnostiek, behan-
delingsmethoden en optimale
preventie van hart- en longaan-
doeningen komen.
Leiding van titaniumHet steunhart – simpel gezegd een leiding
gemaakt van titanium en kunststof –
zorgt ervoor dat mensen langer overleven
als ze op de wachtlijst staan voor een
harttransplantatie. ‘Er is nog steeds een
groot gebrek aan harten en dit steunhart
is voor inmiddels behoorlijk veel mensen
de manier om de wachtperiode te over-
bruggen.’
In het UMC Utrecht lopen momenteel
veertig mensen rond met een steunhart
en in totaal zijn er bijna 200 geplaatst
sinds de introductie in 1993. De pomp
is vooralsnog alleen een tijdelijk middel.
‘Je kunt het niet implanteren als definitief
hart en het kan alleen worden aangeslo-
ten op de linkerhartkamer. De rechterkant
moet nog gewoon goed functioneren’,
waarschuwt Lahpor. ‘We zijn blij als we
hiermee 4 tot 5 jaar tijd kunnen winnen.’
Het uiteindelijke donorhart kan volgens
Lahpor het leven van een patiënt gemid-
deld met zo’n tien jaar verlengen, een
longtransplantatie met 7 à 8 jaar. ‘Ik
heb een patiënt rondlopen die inmiddels
5 jaar met een steunhart rondloopt en
die vraagt zich hardop af of hij nog wel
wil worden getransplanteerd. De eerste
patiënte trouwens die in het UMC Utrecht
een steunhart heeft gekregen ter over-
brugging naar een harttransplantatie
leeft ondertussen ook al weer achttien
jaar met een donorhart.’ Meer informatie over de stichting is te vinden via www.hslu.nl
Bestuur hlSuDe HLSU wordt bestuurd door
mensen uit het bedrijfsleven
zonder dat er enige vergoeding
tegenover staat. Al het sponsor-
geld komt aan de stichting ten
goede. De bestuurders worden
daarbij geadviseerd door een
team van hart- en longspecia-
listen, verbonden aan de Divisie
Hart en Longen van het zieken-
huis. Zij hebben zichzelf ten doel
gesteld de naamsbekendheid
van de stichting te vergroten.
‘Daarom hebben we onlangs de
website toegankelijker gemaakt
en een nieuwe folder geschreven
die we op grote schaal gaan
verspreiden’, licht voorzitter Jan
Olthuis toe. ‘Bovendien maken
we nog meer werk dan voorheen
van sponsorevenementen voor
kennisoverdracht.
Floris van Zinnicq Bergmann, in
het dagelijks leven private ban-
ker, heeft ervoor gezorgd dat het
doneren eenvoudiger wordt. ‘Het
schrikt mensen af als hun do-
natie een hoop administratieve
rompslomp met zich meebrengt.
Dat gaan we dus voorkomen
door het schenken in de vorm
van een lijfrente helemaal te
standaardiseren. Hoe simpeler,
hoe beter. Daar zijn we overigens
niet uniek in, dat doen heel veel
goede doelen.’
Tom Kooij, voorheen managing
partner van RSM Kooij + Partners,
is al 25 jaar penningmeester en
het financiële geweten van de
stichting.
‘Hij heeft een belangrijke bijdrage
geleverd aan de continuïteit van
de stichting doordat hij al die
tijd de geldstromen coördineert
en zich nog steeds inspant voor
het verkrijgen van de nodige
funding’, aldus Olthuis.
V.l.n.r. Jaap Lahpor, Jan-Willem Lammers, Floris van Zinnicq Bergmann en Jan Olthuis
RSM Niehe Lancée Kooij en RSM Wehrens, Mennen &
de Vries werken sinds 1 juli samen met Tempelman
+ Partners Registeraccountants uit Rotterdam.
Door deze samenwerking is Tempelman in staat ook
een volwaardige fiscale praktijk op te zetten. Het
Rotterdamse kantoor heeft zich door deze stap ook
aangesloten bij het netwerk van RSM International
en zal voortaan door het leven gaan als
RSM Tempelman.
Het kantoor kenmerkt zich door de Rotterdamse
no-nonsense mentaliteit ‘mouwen opstropen en
gáán’ en richt zich met name op de traditionele
werkzaamheden van de registeraccountant: namelijk
controle en eerstelijnsdienstverlening. Voor het
uitvoeren van wettelijke controles beschikt RSM
Tempelman, net als alle andere kantoren van RSM
Nederland, over een door de Autoriteit Financiële
Markten verstrekte vergunning.
Fiscalist Lucas Janssen (39) is aandeelhouder
geworden bij RSM Wehrens, Mennen & de Vries. Lucas
is sinds 1 mei 2005 werkzaam op de Maastrichtse
vestiging van RSM WMV. Hij studeerde in 1996 af aan
de Universiteit van Amsterdam als fiscaal econoom
en is sindsdien belastingadviseur. Zijn collega-partner
Wouter de Vries is verheugd dat Lucas mede-eigenaar
is geworden: ‘Wij zijn er trots op dat Lucas nu niet
alleen als ervaren fiscalist maar ook als ondernemer
onze organisatie versterkt.’
Lucas bedient cliënten in diverse markten, maar
de nadruk ligt op de combinatie van de directeur/
grootaandeelhouder met zijn onderneming.
Vanwege het feit dat Limburg ingesloten ligt
tussen België en Duitsland, is hij goed thuis in de
internationale fiscaliteit, vooral de Nederlandse en de
Belgische fiscaliteiten zijn dagelijkse kost voor hem.
Ook begeleidt hij internationale handelsbedrijven die
expanderen, met name als ze actief worden in Azië.
Lucas is getrouwd met Saskia en heeft twee kinderen.
Zijn vrije tijd brengt hij graag door met zijn gezin, zijn
Ronde Tafelvrienden en op de golfbaan.
Architect nieuw kantoor Alkmaar geïnspireerd door rugstreeppadHalf december trekken de medewerkers van RSM Niehe Lancée Kooij en Brouwer
& Oudhof uit Alkmaar in hun nieuwe kantoor aan de Toermalijnstraat.
De verhuizing staat gepland voor 15 en 16 december.
De bouwwerkzaamheden voor het nieuwe kantoorgebouw begonnen in februari
en verliepen volgens planning. Het pand Bufo Calamita is ontworpen door Eddo
Carels van Caas Architecten in Alkmaar en geïnspireerd door een houten steiger
aan een sloot en het uiterlijk van een rugstreeppad, in het Latijn een Bufo
Calamita. Projectontwikkelaar Wadi Vastgoed dat het gebouw verhuurt, toont
zich buitengewoon enthousiast over de ontwikkeling van ‘Bufo Calamita’.
Aannemer Gem Bot noemde het project in de Havercourant – kwartaaluitgave
van bedrijfsmakelaar Pieter Haverkamp – ‘een unieke plek in de ecologische
zone van de Boekelermeer die naadloos aansluit in die zone.’
‘De huid van de twee gebouwen die het project bevat, vertoont kenmerken van
een rugstreeppad. Kijk maar naar het metselwerk, daar is een vlekkenpatroon
met ruw oppervlak aangebracht’, aldus Bot. ‘De verspringende raamstroken van
verschillende hoogte vormen verticale strepen. Op de rug van de panden komt
veel daglicht binnen door de hoog doorlopende ramen.’
27 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 26
Lucas Janssen aandeelhouder bij RSM WMV
YEP stimuleert startende ondernemers
Jong ondernemerschap en innovaties stimuleren nieuwe bedrijvigheid,
werkgelegenheid en economische groei. Dit wordt tegenwoordig landelijk en
mondiaal erkend. Belangrijk daarbij is de begeleiding in de groeifase. Middels het
nieuwe YEP | Young Entrepreneurs Program ondersteunt RSM Niehe Lancée Kooij
jonge en startende ondernemers. Dit maatschappelijke programma biedt onder
meer voordelige financiële diensten voor een vaste prijs.
Landelijk zijn door verschillende partijen – overheden, intermediaire organisaties
en onderwijsinstellingen – actieprogramma’s opgezet, gericht op het verbeteren
van de kwaliteit van bestaande ondernemers en op het aanjagen van nieuw
ondernemerschap. RSM Niehe Lancée Kooij wil graag ondersteunend zijn aan die
initiatieven met YEP. Onze ambitie is te helpen marktontwikkelingen te vertalen
naar cliëntgerichte activiteiten, waardoor ondernemers beter kunnen inspringen op
kansen en bedreigingen voor hun jonge organisatie. Ons doel is als sleutelspeler te
fungeren, drempels te verlagen en mogelijkheden te bevorderen.
Naast financiële pakketten met een aantrekkelijke prijs, biedt YEP ook algemene
en fiscaal gerelateerde adviezen aan, waarbij de eerste tien adviesuren tegen een
substantiële korting worden aangeboden. Daarnaast biedt YEP een voordelige
salarisadministratie aan waarbij de opstartkosten voor rekening van YEP komen.
Meer weten? Raadpleeg Stijn van den Brink
of Onno Adriaansens van kantoor Utrecht
via (030) 232 83 69.
Alliantie met Tempelman + Partners
29 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 28
04 www.bol.comIdeaal om snel boeken te bestellen. Ik gebruik het eigenlijk vooral voor
het bestellen van romans voor mijn man en mij, met de kinderen ga ik
naar de boekhandel, zodat ze zelf een leuk boek kunnen uitzoeken.
05 www.vtwonen.nlIk kom de laatste tijd op de wildste sites – vaak via Google – om idee-
en op te doen, maar ook praktische zaken op te zoeken, zoals toilet-
potten, fonteinkraantjes, keukenbladen, parket, verfsoorten en vloer-
tegels, omdat we druk zijn met de verbouwing van ons nieuwe huis.
Met de inrichting zelf zijn we nog niet echt bezig. Maar om alvast
wat inspiratie op te doen voor de inrichting kijk ik graag op deze site:
om je te verlekkeren en vrolijk van te worden.
06 www.ah.nl/receptenVooral de tab ‘Voor elke dag’ is bij mij populair: vol suggesties voor
de dagelijkse maaltijden, zodat ik niet steeds verval in dezelfde
gerechten. Ook ideaal om vegetarische recepten te zoeken voor
mijn zoon.
07 www.booking.comPerfect om in korte tijd een hotel voor één nacht te vinden voor een
aantrekkelijke prijs. Toen we deze zomer een overnachting zochten
onderweg naar onze zeilvakantie in Kroatië, kwamen we zo uit bij een
leuk dorpshotel in Zuid-Oostenrijk.
08 www.youtube.comSamen met mijn dochters luister ik zo naar hun favoriete muziek en
zien we de videoclips van lievelingsartiesten. Katy Perry en Alicia
Keys zijn favoriet en natuurlijk artiesten van The Voice of Holland.
Natuurlijk wordt er ook flink gedownload op hun iPod Touch, waarmee
ze ook fanatiek face timen met hun vrienden: gratis (beeld)bellen via
de iPod… Het kan tegenwoordig allemaal. En ik blijf op die manier bij
de tijd!
01 www.nu.nlIk kijk vooral via mijn iPhone even snel om up to date te zijn. Want ik
probeer het NRC Handelsblad wel elke dag te lezen, maar dat lukt niet
echt. Op deze manier kan ik het nieuws, het weer en de buienradar
even snel scannen. ’s Avonds meestal even via de iPad op de bank en
in bed nog even een laatste blik via de iPhone.
02 www.roodwit.nlMet drie hockeyende kinderen kijk ik regelmatig: voor alle praktische
zaken, maar daarnaast is het ook leuk om te kijken naar de foto’s en
nieuwtjes, ook als het gaat om onze sponsoracties voor de club.
03 www.rijksoverheid.nl/themas/ financien
Hier kan ik niet zonder om op de hoogte te blijven van besluiten van
het ministerie van Financiën, beleidspublicaties, wetsvoorstellen en
reacties van de Tweede Kamer. Alles staat hier bij elkaar, waardoor
je als fiscalist snel en eenvoudig verantwoorde input krijgt voor
vaktechnische vragen. Hetzelfde geldt voor de nieuwsbrief vakstu-
dienieuwsonline en –vandaag van Kluwer waar ik een abonnement op
heb. De rechtspraak volg ik op www.rechtsspraak.nl. Jurisprudentie
– zowel fiscaal en niet-fiscaal – is hier op een overzichtelijke manier te
vinden.
Monica Versteegh (46) is fiscalist bij RSM Niehe Lancée Kooij in Haarlem. Een bestaan zonder dagelijks bezoek aan verschillende internetsites is inmiddels ondenkbaar. Naast zakelijke en nieuws-websites, bepalen haar drie kinderen en haar aanstaande verhuizing momenteel haar webgedrag.
31 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 30
Paul Wehrens en Harry Salden gaan een versnelling lager
‘het kantoor is klaar voor de toekomst’
De overeenkomst tussen
Paul Wehrens en Harry Salden
is, dat ze beiden zijn terug-
getreden als aandeelhouder
van RSM Wehrens, Mennen &
de Vries. Een verschil is hoe ze
de vrijgekomen tijd besteden.
‘Weet je wat ook heel prettig
is? Gewoon de tijd nemen
om met mijn vrouw koffie
te drinken.’
haRRy VaN daM | hugO thOMaSSEN
Het woord ‘tropenjaren’ valt niet in het
gesprek in het Maastrichtse kantoor,
maar belastingadviseur Harry Salden
(55) en accountant Paul Wehrens (52)
hebben er beiden tientallen jaren hard
aan getrokken. Met veel plezier en
succes overigens, maar toch is het
nu genoeg geweest.
Per 1 juli zijn ze allebei teruggetreden
als aandeelhouder van RSM Wehrens,
Mennen & de Vries. Dat betekent niet,
dat ze achter de geraniums hebben
plaatsgenomen. Helemaal niet zelfs.
Maar ze hebben nu wel meer gelegen-
heid hun tijd zelf in te delen en te kiezen
wat ze wel en niet ondernemen.
‘Ik heb vanaf 1980 zeven dagen in de
week bijna alleen maar lopen rennen en
op een gegeven moment vraag je je af: is
dit het nu eigenlijk nog wel?’, zegt Harry.
‘Dan is 55 een mooie leeftijd om een
versnelling lager te gaan.’ En Paul: ’Ik ben
in 1977, op mijn zeventiende, begonnen
met werken en daarnaast gaan studeren.
Dat betekent, dat ik er nu bijna 35 jaar
heb opzitten, waarin ik privé veel opzij
heb moeten zetten, zeker nadat ik op
mijn dertigste voor mezelf was begon-
nen. Dat ga ik nu allemaal inhalen.’
Paul en Harry zijn dus sinds afgelopen
zomer af van het leiding geven en aan-
sturen. Ze hebben daarmee ook afscheid
genomen van andere dagelijks terug-
kerende verantwoordelijkheden, die nu
eenmaal vastzitten aan het aandeelhou-
derschap van een onderneming met zo’n
150 medewerkers. De eerste maanden
van hun nieuwe levensfase hebben ze
als uiterst plezierig en ontspannend er-
varen, al vullen ze de verworven ruimte
ieder op eigen wijze in.
NuttigHarry: ‘Ik neem de tijd voor leuke din-
gen, zoals muziek en sport, en probeer
mij op andere, niet zakelijke, gebieden
nuttig te maken. Op die manier ben ik
nog volop maatschappelijk actief.’ Zijn
werk als belastingadviseur kan hij ook
weer niet helemaal loslaten.
‘Het is leuk om voor een paar relaties
wat actief te blijven’, zegt de belasting-
adviseur. ‘Dat zijn oude klanten in Lim-
burg en Brabant met wie ik in de loop
van de jaren min of meer bevriend ben
geraakt. Die mensen ken ik goed, ik ken
hun achtergronden en hun kinderen en
voor dergelijke cliënten is het ook pret-
tig dat ze een vertrouwd gezicht blijven
Paul Wehrens Harry Salden
RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 32
zien. Er is nu wat meer tijd om eens
rustig een kop koffie met ze te drinken
en zo ben ik ook een soort van ambas-
sadeur voor het bedrijf.’
Die eigenschap – op een prettige, geloof-
waardige en overtuigende manier onder-
houden van relaties – heeft Harry ook
altijd overgebracht op jongere collega’s.
‘Vaktechnisch zijn die vaak heel goed,
maar ze missen nogal eens de ‘ervaring
van de jaren’. Dus: hoe ga je nog beter
met mensen om? Hoe je dat aanpakt, wil
ik ze nog steeds met plezier bijbrengen’,
zegt de belastingadviseur. ‘In dat coa-
chen wil ik de nodige tijd steken.’
Eigen tijd en tempoMuziek en sport zijn daarentegen aan
Paul niet besteed. ‘Die interesseren
me eerlijk gezegd totaal niet’, zegt hij.
Maar dat wil zeker niet zeggen, dat zijn
‘nieuwe leven’ niet rijk is gevuld. ‘Ik heb
adviseurschappen en belangen in meer-
dere ondernemingen en die behartig ik
heerlijk in mijn eigen tijd én tempo. En
weet je wat ook heel prettig is? Gewoon
de tijd nemen om met mijn vrouw koffie
te drinken. Dat kwam er vroeger veel te
weinig van. Daarnaast blijf ik trouwens
nog wel één of twee dagen beschikbaar
voor het kantoor.’
Maar niet meer als aandeelhouder. ‘Weet
je: van de accountancy heb ik altijd
energie gekregen, maar niet van het
leiden van het bedrijf. Dat kost energie’,
zegt Paul. ‘En als je dan toch een stapje
terug doet, is het goed om geen aan-
deelhouder te blijven. Het is beter om
de kar te trekken dan er achter te gaan
hangen. Harry en ik zijn gelukkig niet te
lang doorgegaan en vertrekken in een
prima verstandhouding.’
Bovendien: de volgende generatie staat
al klaar, merkt Harry op. ‘Die collega’s
zijn goed opgeleid, beheersen het vak en
dat maakt het gemakkelijker voor ons
om de stap te zetten. We laten de orga-
nisatie in goede handen achter en het
kantoor is echt klaar voor de toekomst.’
RegelsToch ontkomen de mannen er niet aan
om achterom te kijken. En terugblikkend
concluderen ze dat het vak de afgelopen
tien jaar sterk is veranderd en dat dat
proces verdergaat. ‘Vooral door de toe-
genomen regelgeving en het permanen-
te toezicht van de AFM’, zegt Paul, ‘en
die reglementering neemt alleen maar
toe. Prima hoor, ik heb er absoluut geen
moeite mee, maar alles is daardoor wel
anders geworden.’
In dat kader heeft Harry nog wel een
boodschap. ‘Tegen onze opvolgers zeg
ik: het vak is een middel om met men-
sen in contact te komen, je daarmee zelf
te ontwikkelen en de regelgeving hoeft
dat niet in de weg te zitten, maar je
moet er wel mee kunnen omgaan. Jon-
geren hanteren de regels vaak zo rigide.
Ze weten niet beter, terwijl ze de slag
moeten maken op een positieve manier
met de regels om te gaan’, aldus Harry.
’Ook daarin wil ik ze graag coachen.’
33 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011
←Steve Jobs de biografieDe biografie is gebaseerd op meer dan veertig gesprekken die in de loop van twee jaar met Steve Jobs
zijn gevoerd, op interviews met familieleden, vrienden, vijanden, concurrenten en collega’s en bevat een
weergave van het leven en de intense persoonlijkheid van deze creatieve ondernemer, wiens passie voor
perfectie en tomeloze energie zes industrieën compleet op hun kop hebben gezet: pc’s, films, muziek,
telefoons, tablet-pc’s en de uitgeefwereld | Jobs werkte mee aan dit boek, maar hij vroeg geen inspraak. Hij
wilde het zelfs niet lezen voordat het in de winkel lag. Hij spreekt zelf openhartig, soms zelfs hard, over mensen
met wie hij heeft gewerkt en tegen wie hij heeft gestreden. Zijn vrienden, vijanden en collega’s geven net zozeer
een oprecht beeld van zijn hartstochten, angsten, perfectionisme, verlangens, artisticiteit, streken en zijn obses-
sie met gezag, die zijn benadering van het bedrijfsleven en de innovatieve producten die daar het gevolg van
waren, vormgaven. Jobs kon de mensen om hem heen tot grote woede en wanhoop brengen.
TITEL: STEVE JOBS, DE BIOGRAFIE
AUTEUR : WALTER ISAACSON
ISBN: 9789000302727
PRIJS: € 25,00
UITGEVER: HET SPECTRUM
←De Kracht van Passie In dit nieuwe boek van Paul Moers staat het inspireren van mensen centraal. Bedrijven die daar een
speciaal zintuig voor hebben ontwikkeld zijn veel succesvoller dan bedrijven die deze bezieling niet op
hun medewerkers en het publiek weten over te dragen. Deze bedrijven kennen vaak een sterke merkpo-
sitionering | De auteur behandelt diverse voorbeeldbedrijven waarbij passie – volgens de auteur het meenemen
van het personeel in de bedrijfsvoering – tot zichtbare successen leidt. Denk aan Jumbo Supermarkten, Telegraaf
Media Groep, ASN en Artis.
In De kracht van passie geeft Paul Moers een analyse van de manier waarop deze bedrijven werknemers in hun
ambitieuze plannen hebben meegenomen. Ook worden er handvatten aangereikt om met de uitkomsten van die
analyse aan de slag te gaan. Immers: bedrijven met passie maken het verschil.
TITEL: DE KRACHT VAN PASSIE
AUTEUR: PAUL MOERS
UITGEVER: BERTRAM + DE LEEUW UITGEVERS
ISBN: 9789461560643
PRIJS: € 19,95
←No1Het boek No1 van Dyanne Beekman is op 27 oktober gepresenteerd in restaurant De Kas in Amsterdam.
Een toepasselijke titel, het is immers haar eerste boek. Ze overhandigde de eerste exemplaren van het
boek aan drie belangrijke vrouwen in haar leven. Allereerst aan haar moeder, die haar – samen met
haar vader en zus – gemaakt heeft tot wie ze is. Daarna aan Jerney Kaagman van wie ze geleerd heeft
oog te hebben voor detail. En tot slot aan Leontine Borsato-Ruiters, die ze bewondert omdat ze een ware
No1-vrouw is | In haar boek laat Dyanne de lezer bewust naar zichzelf kijken en zorgt ze ervoor dat de buitenkant
klopt met de binnenkant. Waar het om draait is te weten wie je bent en wat je wilt uitstralen. Mode en trends zijn
daaraan ondergeschikt.
TITEL: No 1
AUTEUR: DYANNE BEEKMAN
ISBN: 978 94 005 0050 1
UITGEVER: AW BRUNA
PRIJS: € 24,95
aNgEliquE tiMMER-wEiSSChER
‘Van de accountancy heb ik altijd energie gekregen, maar niet van het leiden van het bedrijf’
Jos Rooswinkel bouwde eigenhandig
horecagroothandel VHC Rooswinkel op
‘Ik wil de volgende generatie niet voor de voeten lopen’
Jos Rooswinkel begon op zijn zestiende op
de bromfiets met ijspoeder verkopen. Nu is
hij zeventig en heeft hij een internationaal
bedrijf, met vestigingen in zes landen en waar
meer dan 600 mensen werken. Rooswinkel
heeft dus bepaald niet stilgezeten. Toch heet
zijn holding Laweto: Laat Anderen Werken
en Tobben…
Foto: Jos Rooswinkel (rechts) in gesprek
met journalist Harry van Dam
RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 34 35 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011
haRRy VaN daM
hugO thOMaSSEN
RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 36 37 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011
Niet voor niets staan op het visite-
kaartje van Jos Rooswinkel twee privé-
adressen. Op de ene kant zijn woonplek
in Nederland (kasteel ‘Roosterborch’
in het Limburgse Roosteren) en aan
de andere kant van het kaartje het
adres van zijn huis in Simonstown,
Zuid-Afrika. Naar dat land ging hij acht
jaar geleden een keer op vakantie en
het was liefde op het eerste gezicht.
Inmiddels heeft hij er ook een farm,
waar hij vier tot vijf maanden per jaar
doorbrengt.
We spreken Rooswinkel thuis in Roos-
teren, met uitzicht op de immense
tuin achter het kasteel. Hier komt hij
tot rust. ‘Elke week maai ik zelf het
gras, dat werkt enorm ontspannend’,
zegt hij. Dat heeft hij ook nodig, want
Rooswinkel leidt nog steeds een druk
en internationaal leven. Zijn bedrijven
(met hoofdkantoor in Roermond) tel-
len vestigingen in Nederland, België,
Duitsland, Tsjechië, Hongarije en Zuid-
Afrika. In de loop der jaren heeft de on-
derneming zich ontwikkeld tot één van
de grootste leveranciers aan de horeca
in Zuid-Nederland en de Euregio.
Papierwaren‘Je kunt ons echt dé totaalleverancier
van de horeca noemen’, zegt Rooswin-
kel. ‘Alles wat restaurants, snackbars
en seizoenbedrijven nodig hebben, kun-
nen wij leveren.’ Natuurlijk horen daar
snacks bij: naast traditionele kroketten
en frikandellen zijn dat innovatieve
producten. Maar het bedrijf verkoopt
ook noten en zuidvruchten, een hoog-
waardig en veelzijdig assortiment aan
koffiesoorten en papierwaren.
‘Bij ons kun je ook terecht voor servet-
ten, toiletpapier, keukenrollen en poets-
papier, om maar een paar producten te
noemen’, aldus de 70-jarige onderne-
mer. Daarnaast heeft VHC Rooswinkel
nog een aantal franchiseformules,
waarvan Snackpoint de grootste is.
‘Natuurlijk beleveren we die zaken,
maar we helpen de ondernemers ook.
We ondersteunen ze op reclamegebied,
adviseren ze met hun boekhouding en
bedrijfsvoering en dergelijke.’
Maar natuurlijk is het bedrijf niet altijd
zo groot en veelzijdig geweest. ‘Mijn
ouders hadden een banketbakkerij in
Roermond’, kijkt Rooswinkel terug.
‘We waren met vijf kinderen en ik
was de enige die niet naar kostschool
mocht. Maar ik was handig in het ver-
kopen van ijs in de ijssalon van mijn
ouders.’
‘Iets voor ons Jos’In die tijd, de jaren zestig, kwam het
softijs uit Amerika naar Nederland.
Friesche Vlag had daarvandaan ma-
chines laten komen, die van melk ijs-
poeder maakten en zocht ondernemers
die het nieuwe product in de diverse
rayons wilden testen. ‘Mijn moeder las
die advertentie en dacht: dat is iets
voor ons Jos’, aldus de tegenwoordige
inwoner van Roosteren. ‘Dus begon ik
op mijn zestiende op de bromfiets met
het verkopen van softijspoeder en dat
ging goed.’
Destijds was ijs nog een product dat
uitsluitend in de zomer werd verkocht,
dus breidde de jonge ondernemer zijn
‘In de wafelmarkten zijn we nu één van de
grote private labelfabrikanten’
assortiment al snel uit met kroketten
en frikandellen, die hij aan de horeca
ging leveren. ‘Daar is de basis voor het
huidige bedrijf gelegd’, zegt Rooswin-
kel. ‘Daarbij waren twee elementen erg
belangrijk: goede spullen leveren en
keihard werken.’
Koekjes bakkenToen Friesche Vlag na een jaar of tien
stopte met het maken van ijsbiscuit,
zag Rooswinkel zijn kans schoon en
ging hij die koekjes zelf bakken in
Roermond. ‘Later hebben we in België,
Maasmechelen, vijf hectaren industrie-
terrein gekocht en er een nieuwe fabriek
gebouwd, waar we ijswafels en Belgisch
biscuit zijn gaan maken.‘
Rooswinkel, cliënt van RSM Wehrens,
Mennen & de Vries, is nog steeds een
zelfstandig en onafhankelijk familiebe-
drijf. ‘Mijn zes kinderen hebben altijd in
de zaak gezeten en sommigen bekleden
leidinggevende posities in onze bedrij-
ven’, zegt de oprichter van het concern.
’Op mijn 55e ben ik met pensioen ge-
gaan, zodat mijn kinderen de bedrijven
zouden kunnen gaan leiden. Maar ik
ben toen wel zelf begonnen met het
serieus uitbreiden van onze bedrijven
buiten Nederland’, vertelt hij. ‘Dat deed
ik hoofdzakelijk door aankopen en door
uitbreiding en samenwerking, waardoor
er meer mogelijkheden ontstonden in
specifieke markten. Met name in de
wafelmarkten, waar we nu één van
de grote private labelfabrikanten zijn
geworden. Maar voor de rest wil ik de
volgende generatie niet voor de voeten
lopen.’
Toch houdt Rooswinkel senior de grote
lijnen van de gang van zaken in zijn
bedrijf in de gaten. ‘Ja, op de achter-
grond trek ik nog wel aan de touwtjes,
maar de dagelijkse leiding laat ik aan
mijn kinderen over.’ Natuurlijk zijn de
zaken bij een forse onderneming als
Rooswinkel ook qua structuur goed en
degelijk geregeld. Boven de bedrijven
hangen een holding en een stichting
om de continuïteit te waarborgen.
TobbenNiet zonder humor en ook om te laten
blijken dat hij weliswaar een harde
werker maar ook een levensgenieter is,
heeft Rooswinkel de holding een bijzon-
dere naam gegeven. ‘Laweto’ klinkt in
eerste instantie serieus, maar wie weet
wat deze afkorting betekent, herkent
onmiddellijk de naamgever ervan:
‘Laat Anderen Werken en Tobben’.
Hoewel hij nu 70 jaar is, denkt
Rooswinkel nog niet aan echt stoppen.
‘Natuurlijk neem ik meer tijd voor mijn
hobby’s’, zegt hij. ‘Ik ben gek op klas-
sieke en andere mooie auto’s. In het
voorjaar doe ik met mijn MG mee aan
de autorit Den Haag-Peking. Ik verheug
me er nu al op en de opbrengst is ook
nog eens voor een goed doel, kinder-
hulporganisatie Terre des Hommes.’
Kritisch kijkenWat de toekomst van zijn bedrijf
betreft, zit het wel goed, meent
Rooswinkel. ‘Maar we blijven kritisch
kijken en snoeien waar nodig.
Dan blijft je tuin namelijk mooi.’
‘Twee elementen waren erg belangrijk: goede spullen leveren en keihard werken’
RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 38 39 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011
Vader/ondernemer Dick Kol
richt Stichting Zorg Zonder
Zorgen op vanuit zijn ziel
‘Je wil en moet gewoon bij je ernstig zieke kind kunnen zijn’→
gwEN VaN lOON | JEROEN OERlEMaNS Dick Kol (voorgrond) en Serge Leloux
RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 40
Haarlemmer Dick Kol is eigenaar van
Kol Tegels, een bekende tegelhandel in
Haarlem, die door zijn opa werd opgericht
in 1932. Toen bij zijn jongste kind in
januari 2009, Philip was toen twee jaar,
AML - afkorting voor een zware vorm van
leukemie – werd geconstateerd, wist hij
meteen waar hij het hardst nodig was:
in het ziekenhuis bij Philip, zijn vrouw
Manon en zijn twee oudere kinderen
Julius en Feline.
Philip leek na de intensieve behandeling
in het AMC hersteld, maar de tumor wist
sindsdien twee keer terug te komen. De
doktoren vertelden de familie op Goede
Vrijdag dat ze weinig meer konden bete-
kenen voor Philip. ‘Zijn kans op overleven
zou nog 3% zijn. We besloten te gaan
voor de kwaliteit van leven en zijn verdere
behandeling gestopt. Sindsdien proberen
we een zo normaal mogelijk leven te lei-
den. Philip is in september vier geworden
en gaat halve dagen naar school. Gek ge-
noeg gaat het op het moment goed met
zijn bloedwaarden, maar niemand begrijpt
hoe dat kan.’
CatalysatorOm iets tastbaars te doen voor ouders in
dezelfde situatie loopt Dick al twee jaar
rond met het idee een stichting op te rich-
ten die het voor ouders gemakkelijk maakt
om tijdelijk niet te werken. Na het nieuws
dat de artsen niets meer voor zijn zoontje
kunnen doen, besluit hij daar echt werk
van te maken. ‘Dat was de catalysator.
Zo zou ik iets tastbaars kunnen doen ter
nagedachtenis aan Philip’, verklaart hij
zijn drang om de Stichting Zorg Zonder
Zorgen op dat moment op te richten.
‘Het is echt een initiatief vanuit mijn ziel.’
Bij de opening van een makelaarskantoor
van een vriend kondigt hij zijn initiatief
aan. ‘Veel mensen vonden het meteen een
mooi idee en boden spontaan hulp aan.
Wat we willen, is dat mensen zich geen
zorgen hoeven te maken over hun finan-
ciële situatie als ze eigenlijk gewoon bij
hun doodzieke kind willen zijn. Vaak zie je
dat de vrouwen zich over het kind ontfer-
men, de man zijn sores niet op zijn vrouw
wil overbrengen, financiën zijn al helemaal
geen gespreksonderwerp, maar ondertus-
sen lopen de spanningen op. Over geld
moet je je op zo’n moment eigenlijk hele-
maal niet druk hoeven te maken.’
HypotheekpauzeOp die borrel loopt hij iemand van ING
tegen het lijf. Via hem heeft Kol inmiddels
voor elkaar gekregen dat mensen die daar
klant zijn en gescreend zijn een hypo-
theekpauze kunnen aanvragen, zodat
hun grootste vaste lastenpost tijdelijk
wordt opgeschort. Deze screening gebeurt
door Brouwer & Oudhof, onderdeel van
RSM Niehe Lancée Kooij. Serge Leloux van
dat kantoor is penningmeester geworden
van de stichting.
‘Maar je kunt bijvoorbeeld ook contact
zoeken met werkgevers die niet geneigd
zijn hun werknemers tijdelijk met verlof
te sturen of zoeken naar vrijwilligers die
het werk van de ouders tijdelijk of voor
een deel kunnen overnemen. Zo kun je
voorkomen dat de continuïteit van een
ondernemer of zzp’er in het geding komt.
Ik had zelf het geluk dat ik de zaak met
een gerust hart aan mijn bedrijfsleider
kon en durfde over te laten.’
‘Maar ik heb in het ziekenhuis te vaak
gehoord dat mensen niet weg durven te
blijven op hun werk, omdat ze van hun
baas te horen krijgen dat ze zelf niet ziek
zijn. Nog niet, denk ik nu. Zo iemand loopt
een grote kans om zelf geestelijk ziek te
worden, want de narigheid stapelt zich
om hem heen op.’
‘Het zou fijn zijn als je tegen zo iemand
kunt zeggen: hier ben je nu niet nodig.
Dat vergroot de loyaliteit van je medewer-
ker ook enorm. Al begrijp ik heus wel dat
niet iedereen in staat is zijn medewerkers
kosteloos naar huis te laten gaan. We pro-
beren daarom ook voor dat soort situaties
middelen te genereren, zodat je samen
kunt zoeken naar een middenweg, bij-
voorbeeld door de vakantiedagen te laten
staan: die heeft zo iemand keihard nodig
als zijn kind weer thuis is, want dan is er
vaak nog steeds niet meteen een normale
situatie. Al snap ik dat je dat misschien
pas volledig beseft als je het zelf hebt
meegemaakt.’
Raad van TienInmiddels is Kol druk in de weer om een
Raad van Tien te installeren. Zeven men-
sen heeft hij inmiddels gevonden. Door
het gebruik van allerlei media – waaronder
Twitter en Facebook - probeert hij een
netwerk aan te boren van mensen die de
stichting op welke manier dan ook willen
ondersteunen.
Door Kols jarenlange ervaring met de
media – zijn bedrijf werkt vaak samen
met de woonbladen van Sanoma – weet
hij inmiddels flink wat publiciteit voor zijn
stichting te genereren. Het Haarlems Dag-
blad en De Telegraaf hebben al over het
initiatief geschreven en Kol wist actrice
Angela Schijf – een vriendin van de familie
– als ambassadeur voor de Stichting Zorg
Zonder Zorgen aan te trekken. Zijn idee
wordt ook gepromoot door de zusters en
de hoofdoncologen van het Emmazieken-
huis/AMC in Amsterdam waar hij zelf zo
veel uren heeft gezeten.
Kick‘Ik zet de stichting op voor de regio Groot-
Kennemerland, maar kan me voorstellen
dat het idee navolging krijgt in de rest
van het land. De kick is dat je de helpende
hand kan uitsteken aan iemand die dicht-
bij je staat, in elk geval qua afstand.
Bij zorg om de hoek zie je direct wat de
impact is van jouw bijdrage.’ Meer informatie over de stichting is te vinden
via www.stichtingzzz.nl. Steunbetuigingen
zijn van harte welkom via de like button op
www.Facebook.com/stichtingzorgzonderzorgen
of twitter #stichtingzzz om aandacht te vragen
voor het initiatief.
41 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011
Ancion: ‘Het principe is dat reclame leuk
is, dat je je als adverteerder aan de re-
gels houdt, eerlijk bent, betrouwbaar en
fatsoenlijk. Je mag niemand voor de gek
houden, niet smakeloos opereren en nie-
mand nodeloos voor de schenen schop-
pen. Omdat het bedrijfsleven er zelf nauw
bij betrokken is, is de kans dat ze gehoor
geven aan de zelfopgelegde gedragsnor-
men het grootst.’
Veroordeeld spotjeZijn er toch klachten, dan buigt de
Reclame Code Commissie (RCC) zich
over de zaak. ‘Feitelijk hebben we een
heel juridisch systeem opgetuigd. Over
elke zaak buigen zich vijf mensen: een
adverteerder, iemand van een communi-
catieadviesbureau, iemand uit de media
en een lid voorgedragen door consumen-
tenorganisaties. De voorzitter is iemand
uit de rechterlijke macht. Iedereen oor-
deelt zonder last of ruggespraak op basis
van hoor en wederhoor. Klagen kan niet
anoniem en alleen schriftelijk of digitaal.
Want je moet niet vergeten dat een toe-
gewezen klacht vaak grote impact heeft.
Zo mag een veroordeeld spotje nooit meer
worden uitgezonden of moet een fabri-
kant zijn verpakking aanpassen als die
misleidend blijkt.’
De branche heeft in de loop van de jaren
de eigen regelgeving steeds aangepast
of aangescherpt. Zo zijn er duidelijke
voorschriften over verspreiding, maar
bijvoorbeeld ook over volksgezondheids-
aspecten. Een sector als de reisbranche
kent zijn eigen code: prijzen zijn tenslotte
alleen te vergelijken als de aanbieders
allemaal dezelfde inclusiefprijs laten zien.
‘Er is binnen de RCC veel oog voor bran-
chespecifieke misleiding om onnodige
problemen te voorkomen’, is de ervaring
van Ancion.
CowboysDaarom wordt er ook samengewerkt met
toezichthouders die deels toezicht houden
op reclame. Het gaat dan om organisa-
ties als de Consumentenautoriteit, het
Commissariaat voor de Media, de Voedsel
en Waren Autoriteit en de OPTA. ‘In de
praktijk blijkt dat 98% van de adverteer-
ders gehoor geeft aan de uitspraken van
de RCC, maar je houdt altijd cowboys.
Daarom is het fijn dat we met deze par-
tijen samenwerken om uitwassen tegen
te gaan.’
Ancion is ook bestuurder van de European
Advertising Standards Alliance in Brussel
waarin zij met haar Europese evenknieën
samenwerkt. ‘In Engeland en Frankrijk
werkt zelfregulering ook al lang heel goed.
Dat kan alleen als je vernieuwend bezig
bent en nadenkt over maatschappelijke
ontwikkelingen.
Zo was er in de begindagen alleen reclame
in print, die tijd is natuurlijk allang voor-
bij’, legt Ancion uit. Tegenwoordig wordt er
in Nederland jaarlijks voor 5 miljard euro
bruto uitgegeven aan het verspreiden van
reclameboodschappen. ‘Dat is uiteraard
zonder de ontwikkelingskosten voor al
deze campagnes.’
PreventieIn het Europese reclametoezicht is
preventie nu een hot topic. De Stichting
Reclame Code heeft daarvoor ‘Check SRC’
in het leven geroepen waar met name
adverteerders en reclamebureaus staps-
gewijs eenvoudig kunnen checken of hun
idee is toegestaan. ‘We ontsluiten alle
regels digitaal en hebben alle uitspraken
van de RCC gedigitaliseerd. Adverteerders
die onze uitspraak niet volgen, krijgen een
rood oortje op onze website.’
Wie twijfelt aan zijn voorgenomen
campagne kan tegenwoordig vrijblijvend
advies inwinnen bij een aparte afdeling
van de stichting. ‘Al is dat geen garantie
dat je gevrijwaard bent als de RCC toch
een klacht krijgt. We bekijken of je de ge-
dragsregels potentieel overschrijdt, maar
kunnen niet vooraf checken of een adver-
teerder vervolgens doet wat hij aanbiedt.
Om terug te komen op de speklapjes: die
moeten daarna wel voor 1,10 euro in de
winkel liggen. Als blijkt dat dat niet het
geval is, is het de RCC die vaststelt of de
regels zijn overtreden.’
Voormalig advocaat Prisca
Ancion-Kors (54) staat al 22 jaar
aan het roer van de Stichting
Reclame Code (SRC). Deze stichting
bevordert dat adverteerders op een
verantwoorde wijze reclame maken,
zodat consumenten vertrouwen
hebben en houden in reclame.
Saai is haar baan allerminst door
alle maatschappelijke ontwikkelingen
- in het reclamevak en daar buiten -
in de afgelopen twee decennia.
gwEN VaN lOON | FRaNS StROuS
‘De Nederlandse Reclame Code was één
van de eerste richtlijnen waarin werd
beschreven waaraan reclame moest
voldoen. Die diende niet alleen aan objec-
tieve, maar ook aan subjectieve normen
te voldoen. Zo mag reclame bijvoorbeeld
niet in strijd zijn met het fatsoen. Later
werden de objectieve normen expliciet
in de wet opgenomen, bijvoorbeeld dat
reclame niet misleidend mag zijn. Als
je naar de winkel gaat voor speklapjes
die voor 1,10 euro in de aanbieding zijn,
dat blijkt niet te kloppen of het vlees is
überhaupt niet in de winkel te vinden, dan
heet dat misleiding. Dat mag niet.’ De
subjectieve normentoets is tot op de dag
van vandaag nog alleen te vinden binnen
de zelfregulering. De reclamebranche is
een van de oudste sectoren waar zelfre-
gulering wordt toegepast en nog steeds
uitstekend werkt.
RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011 42 43 RSMagazine | nummer 4 | jaargang 2 | november 2011
Stichting Reclame Code: succesvol poldermodel bij toezicht op reclame
‘Een toegewezen klacht heeft vaak
grote impact’
Wat is reclame?De definitie van reclame is in de laatste decen-nia één keer aangepast door de tijdsgeest. Met de komst van steeds meer smartphones, social media, digitale marketing en buzz mar-keting is er onlangs een nieuwe omschrijving van het begrip gelanceerd door de Stichting Reclame Code. De definitie luidt nu kort ge-zegd: iedere openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goe-deren, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze, al dan niet met behulp van derden. Onder reclame wordt mede verstaan het vra-gen van diensten. Eerder kon worden volstaan met een beschrijving van reclame als iedere openbare aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden.
De Stichting Reclame Code (SRC)Deze stichting is opgericht in 1963 als orga-nisatie achter de Reclame Code Commissie (RCC) die adverteerders, reclame(advies)bu-reaus, de gedrukte media en bioscopen en de consumentenorganisaties in het leven hebben geroepen om erop toe te zien dat iedereen op een verantwoorde manier reclame zou maken.
Wetgeving ontbrak nog volledig, omdat dit marketinginstrument een fenomeen was dat pas na de oorlog uit de Verenigde Staten kwam overgewaaid. Door zelfregulering wilden de drie partijen en consumentenorganisaties voorkomen dat het publiek zou klagen over reclame-uitingen die juist een goed gevoel moesten oproepen.
Mocht het toch tot een klacht komen, dan zou de RCC bepalen of die gegrond was. Dat principe geldt nog steeds. SRC is klant bij RSM Niehe Lancée Kooij in Utrecht. ‘We kwamen via onze oude accountant HLB bij hen uit. Toen we bij hen kantoorruimte gingen huren, vonden we het niet wenselijk dat HLB ook onze boeken bleef controleren. Ook al zijn wij een relatief kleine organisatie, de behoefte aan persoon-lijke en professionele ondersteuning is groot. Cora van Dijk maakt haar rol als accountant volledig en op een prettige manier waar.’
Voor meer informatie over preventie is de website www.checksrc.nl in het leven geroepen.
Een grote Pinot Noir!
U bent van harte welkom in ons ‘wijntheater’ in Maastricht of op www.sauterwijnen.nl
WITHUISVELD 16A | 6226 NV MAASTRICHT TELEFOON: 043-363 77 99 | FAX: 043-363 47 48
HUIZERWEG 128 | 1402 AK BUSSUMTELEFOON: 035-691 48 52 | FAX: 035-692 09 14
ROZENDAALSELAAN 22 | 6881 LC VELPTELEFOON: 026- 363 46 55 | FAX: 026- 363 54 86
WWW.SAUTERWIJNEN.NL
OP ONZE WEBSITE KUNT U ONS GRATIS MAGAZINE WIJN AANVRAGEN MET INFORMATIE OVER KWALITEITSWIJNEN EN ZINVOLLE KOOPTIPS. BOVENDIEN ONTVANGT U T/M 31 DECEMBER 2011 ALS LEZER VAN RSMAGAZINE 10% KORTING OP UW EERSTE WIJNBESTELLING VIA ONZE WEBSITE. HIERVOOR DIENT U DE COUPONCODE SW11RSM IN TE VOEREN.
E X P E R T I S E | K W A L I T E I T | B E L E V I N G | V E R T R O U W E N | S E R V I C E
Advertentie voorstellen kopie.indd 13 10-11-11 15:12