rapport una hbo-ba papiamentu-nederlands-engels

83
UNA University of the Netherlands Antilles 2 e graads Lerarenopleiding Papiamentu 2 e graads Lerarenopleiding Engels 2 e graads Lerarenopleiding Nederlands © Netherlands Quality Agency (NQA) maart 2011

Upload: vuongthu

Post on 11-Jan-2017

237 views

Category:

Documents


1 download

TRANSCRIPT

Page 1: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

UNA University of the Netherlands Antilles

2e graads Lerarenopleiding Papiamentu 2e graads Lerarenopleiding Engels 2e graads Lerarenopleiding Nederlands

© Netherlands Quality Agency (NQA)

maart 2011

Page 2: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 2/83

Page 3: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 3/83

Managementsamenvatting

Dit rapport is het verslag van het auditteam dat in opdracht van Netherlands Quality Agency

(NQA) drie bestaande hbo-bacheloropleidingen heeft beoordeeld. Het beschrijft de

bevindingen, overwegingen en conclusies. Het rapport is conform het NQA Protocol 2010

hbo-bacheloropleiding opgesteld.

De rapportage heeft betrekking op:

Instelling University of the Netherlands Antilles (UNA)

Opleidingen 2e graads Lerarenopleiding Papiamentu

2e graads Lerarenopleiding Engels

2e graads Lerarenopleiding Nederlands

Variant Voltijd

Locatie Willemstad, Curaçao

Auditdata 22 t/m 25 november 2010

Auditteam De heer drs. W.R. van den Berg (Vakdeskundige werkveld en voorzitter)

Mevrouw dr. P.M. Kester (vakdeskundige Papiamentu)

De heer drs. J.C.M. Wegman (vakdeskundige Nederlands)

Mevrouw drs. M.J. Bodde-Alderlieste (vakdeskundige Engels)

De heer drs. J.M. Espinola Vazquez (vakdeskundige Spaans)

Mevrouw O. Ras-Florencio (studentlid auditteam)

De heer drs. A.G.M. Horrevorts (NQA-auditor)

Mevrouw ing. I.J.M. de Jong (NQA-auditor)

Door UNA is een dossier ingediend bij NQA voor de beoordeling van de bestaande hbo-

bacheloropleidingen: 2e graads lerarenopleiding Papiamentu, Engels en Nederlands. Bij de

aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud

voldeed aan de eisen die NQA in het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding stelt.

Voor de beoordeling van de kwaliteit en het niveau van de bestaande opleiding heeft NQA

een auditteam samengesteld, dat voldoet aan de eisen van de NVAO. Het auditteam is op

29 juni 2010 ter goedkeuring voorgelegd aan de NVAO. Het dagelijks bestuur heeft op 6 juli

2010 ingestemd met de samenstelling van het auditteam.

Het team heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleidingen gebracht.

De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben

het auditteam in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen.

Samen met de drie bestaande 2e graads lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en

Nederlands, is de nieuwe 2e graads lerarenopleiding Spaans in één visitatie beoordeeld. Het

volledige auditteam heeft de vier opleidingen beoordeeld, waarbij elke afzonderlijke

vakdeskundige de vakinhoud van de specifieke opleiding heeft beoordeeld. Omdat de

nieuwe opleiding volgens een ander beoordelingskader moet worden beoordeeld, is een

afzonderlijke rapportage opgesteld.

Page 4: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 4/83

Doelstellingen

De opleidingen hanteren de SBL-competenties zoals die in Nederland zijn vastgesteld.

Daarnaast hebben de opleidingen een veldraadpleging uitgevoerd om de specifieke

beroepscontext van Curaçao te inventariseren. Voor de eindkwalificaties voor taalinhoud

hanteren de opleidingen het Europees Referentiekader en geldt voor alle lerarenopleidingen

C1 als streefniveau. De opleidingen stemmen af met lerarenopleidingen in Nederland en in

de regio. Kenmerkend voor de opleidingen op Curaçao is dat leerlingen door de lokale

context op een andere manier taalonderwijs volgen. Leerlingen zijn veelal tweetalig

opgevoed en hebben grote verschillen in taalniveau. Het auditteam is positief over de

eindkwalificaties die de opleidingen hanteren. De eindkwalificaties zijn gekoppeld aan de

Dublin descriptoren. De opleidingen leiden op tot tweedegraads leraar Papiamentu, Engel of

Nederlands. Om het beroep uit te kunnen voeren is een hbo-bachelordiploma vereist.

Programma

Kennisontwikkeling bij studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk

ontleend studiemateriaal, interactie met de beroepspraktijk en toegepast onderzoek.

Studenten leren beroepsvaardigheden aan in de lessen, in de stages en de

afstudeerperiode. In de opleiding is aandacht voor toegepast onderzoek, reeds vanaf het

eerste studiejaar. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding studenten in ruime mate in

staat stelt ervaring op te doen in de beroepspraktijk. De eindkwalificaties zijn op een

adequate manier vertaald naar leerdoelen in de programma’s. Een aandachtspunt is het

consistent uitwerken van de modulehandleidingen. De opleidingen zijn erin geslaagd een

inhoudelijk samenhangend programma uit te werken, waarin duidelijke lijnen te herkennen

zijn. De studielast van de opleidingen past bij de voorgeschreven studiepunten. Studenten

moeten wel goed plannen en over de juiste motivatie beschikken. De opleidingen hanteren

de wettelijke instroomeisen. Daarbij plaatst het auditteam de opmerking dat het niveau

waarmee sommige studenten binnenkomen (ook volgens de opleidingen) niet altijd

voldoende is om uit te kunnen gaan van een consistent instroomniveau. Het auditteam stelt

vast dat de opleidingen werken aan het verbeteren van de aansluiting tussen de

vooropleiding en de hbo- bacheloropleiding. Het auditteam is positief over de instrumenten

die de opleidingen thans hanteren en nog willen gaan hanteren. De follow-up van de

diagnostische toets behoeft nog aandacht.

Het didactisch concept is helder uitgewerkt. De opleidingen maken gebruik van verschillende

soorten werkvormen. Het toetsbeleid is afgestemd op het didactisch concept. De opleidingen

maken sinds kort meer tijd voor het controleren van de toetsen. Er is geen separate

toetscommissie, maar de coördinator talen (lid van de examencommissie) voert de controle

op de toetsen uit. In de nabije toekomst krijgen docenten scholing specifiek gericht op

toetsconstructie. Het auditteam is positief over de kwaliteit van de toetsen en is tevens van

oordeel dat de opleidingen over een adequaat toetsbeleid beschikken. De borging van de

kwaliteit van toetsing vraagt nog enige aandacht van de opleidingen.

Personeel

De opleidingen maken gebruik van vaste en gastdocenten. Docenten zijn op de hoogte van

actuele ontwikkelingen en weten de verbinding tussen de opleiding en de beroepspraktijk te

leggen. De docenten zijn voldoende gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige

Page 5: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 5/83

en organisatorische realisatie van het programma. De opleidingen beschikken over een

gunstige docent-studentratio en een laag ziekteverzuim. De vaste docenten hebben een

hoge taakbelasting, mede door de vele ontwikkelingen die de laatste jaren plaatsvonden en

nog gaande zijn. Studenten zijn positief over de bereikbaarheid van docenten en

gastdocenten. De opleidingen voeren verschillende acties uit die met

personeelsmanagement (en het borgen van kwaliteit van docenten) te maken hebben. Het

auditteam vraagt aandacht voor een overkoepelend personeelsbeleid waarin de missie of

visie van de opleidingen ten opzichte van personeelsmanagement is uitgewerkt. Daarnaast

vraagt het auditteam aandacht voor de uitwerking van een professionaliseringsbeleid voor

docenten.

Voorzieningen

De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten is op orde. De opleiding kent

verschillende goed functionerende vormen van zowel begeleiding als informatievoorziening.

De opleiding beschikt over voldoende voorzieningen om het onderwijs te kunnen verzorgen.

Het auditteam is positief over de algemene UNA-voorzieningen, voorzieningen in de

bibliotheek en de BlackBoardvoorzieningen. Het auditteam is van oordeel dat de invoering

en het gebruik van digitale schoolborden bij kan dragen aan het wegnemen van door het

werkveld en alumni aangegeven verbeterpunten in dezen.

Kwaliteitszorg

De opleiding toetst via verschillende evaluatie-instrumenten in hoeverre betrokkenen

tevreden zijn over de gedefinieerde kwaliteitsaspecten van de opleiding. De opleiding heeft

toetsbare streefdoelen opgesteld en naar aanleiding van evaluaties worden

verbetermaatregelen getroffen. Het auditteam heeft een positief beeld over de acties die de

opleidingen uitvoeren om de opleidingen te verbeteren. Het auditteam heeft een groot

verbeterbewustzijn geconstateerd. Het auditteam merkt op dat het vastleggen van

verbeteracties naar aanleiding van evaluaties en de wijze waarop studenten geïnformeerd

worden over uitkomsten van evaluaties aandacht vraagt. Het auditteam stelt vast dat

medewerkers, studenten, alumni en vertegenwoordigers van het werkveld betrokken worden

bij de kwaliteitszorg van de opleidingen. Het auditteam heeft daarbij een aantal

kanttekeningen. Zo is het medewerkerstevredenheidsonderzoek nog niet uitgevoerd en is er

geen geformaliseerd alumnibeleid. Het auditteam stelt wel vast dat alumni op informele wijze

betrokken worden bij de opleidingen.

Resultaten

Uit de gesprekken en het bestudeerde materiaal blijkt dat de opleidingen in staat zijn de

eindkwalificaties adequaat te toetsen in het afstudeertraject. De handleidingen zijn helder en

afgestudeerden zijn positief over de beoordeling en procedures rond het afstuderen. Uit

evaluaties en gesprekken met afgestudeerden en vertegenwoordigers van het werkveld blijkt

dat de opleidingen goed aansluiten op de beroepspraktijk.

Het auditteam heeft een positieve indruk van de afstudeeropdrachten. De opdrachten zijn op

niveau, relevant en gevarieerd. De beoordelingen van de portfolio’s zijn terecht, aldus het

auditteam. Voor alle opleidingen geldt dat het gestelde doel op het gebied van vakmanschap

(behalen C1-niveau in de doeltaal) wordt behaald. Daarnaast blijkt uit de portfolio’s en de

Page 6: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 6/83

presentaties van studenten dat zij over de didactische vaardigheden (meesterschap)

beschikken die overeenkomen met de SBL-competenties.

De opleidingen hebben streefcijfers geformuleerd en voldoen daar deels aan. Het blijven

monitoren van de rendementsgegevens is een aandachtspunt voor de opleidingen.

Alles overziend komt het auditteam van NQA tot de conclusie dat de kwaliteit en het niveau

van de bestaande hbo-bacheloropleidingen: tweede graads lerarenopleiding Papiamentu,

Engels en Nederlands van UNA aan de vereiste basiskwaliteit voldoet. Een onderbouwing

van deze conclusie is opgenomen in hoofdstuk 2.

Page 7: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 7/83

1 Basisgegevens 9

2 Beoordeling 13

2.1 Doelstellingen van de opleiding 14

2.2 Programma 17

2.3 Inzet van personeel 31

2.4 Voorzieningen 35

2.5 Interne kwaliteitszorg 38

2.6 Resultaten 41

3 Bijlagen 49

Bijlage 1 Deskundigheden auditteam 51

Bijlage 2 Onafhankelijkheidsverklaring auditteam 59

Bijlage 3 Bezoekprogramma 67

Bijlage 4 Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal 70

Bijlage 5 Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties 72

Bijlage 6 Curriculumoverzicht 73

Page 8: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 8/83

Page 9: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 9/83

1 Basisgegevens

De basisgegevens van de bestaande hbo-bacheloropleidingen: tweede graads

lerarenopleiding Papiamentu, Engels en Nederlands zijn in onderstaande tabel weergeven.

1. Naam instelling University of the Netherlands Antilles (UNA)

2. Oriëntatie en niveau Hbo bachelor

3. Aantal studiepunten 240 EC

4. Locatie Willemstad, Curaçao

5. Variant Voltijd

6. Inhoudelijk profiel

opleiding

Het opleidingsprogramma van elke opleiding beslaat 4 studiejaren

van elk 60 EC, samen 240 EC en is verdeeld over 3 fasen:

propedeuse (studiejaar 1), hoofdfase (studiejaren 2 en 3) en

afstudeerfase (studiejaar 4).

In het programma worden vier leerlijnen onderscheiden: de

conceptuele en vaardigheden lijn (CV-lijn), de integrale lijn (I-lijn), de

werkervaringsreflectielijn (WER-lijn) en de studieloopbaanlijn (SLB-

lijn).

Het programma leidt op tot meesterschap (de beroepsvorming) en

vakmanschap (de vak- c.q. de taalvorming).

Vanaf de 3e periode van de propedeuse (studiejaar1) start het

praktijkdeel in de vorm van stage die met het klimmen van de

studiejaren in omvang toeneemt tot hele dagen stage in studiejaar 4.

Naast de pedagogisch-didactische en de vakmatige (taal)

voorbereiding op de uitoefening van het beroep, wordt veel aandacht

besteed aan de ontwikkeling van een onderzoekende houding bij

studenten.

De opleidingen zijn in verschillende jaren gestart: Papiamentu in

2002, Engels in 2004 en Nederlands in 2005. Vanaf het studiejaar

2007-2008 zijn nieuwe basiscurricula ontwikkeld en jaar na jaar

ingevoerd. Deze basiscurricula vervangen de verschillende leerroutes

die tot dan toe mogelijk waren. De curriculumvernieuwing is aan het

eind van studiejaar 2010-2011 voltooid.

7. Beoogd werkveld alumni De opleidingen leiden op tot tweedegraads leraar Papiamentu,

Engels en Nederlands. Afgestudeerden van de 2e graads

lerarenopleidingen komen veelal te werken op de voortgezet

onderwijsscholen van Curaçao.

8. Plaats opleiding in

organisatie-structuur

hogeschool

De opleidingen zijn georganiseerd in de Algemene Faculteit. De

Algemene Faculteit is een van de vijf faculteiten van de UNA. Binnen

deze faculteit worden nog een aantal andere opleidingen

aangeboden: Lerarenopleiding funderend onderwijs (in Nederland

Lerarenopleiding basisonderwijs) en vier professionele

masteropleidingen die voortbouwen op de bacheloropleidingen 2e

graads lerarenopleiding Papiamentu, Engels, Spaans en Nederlands.

9. Schema opbouw

programma

Zie bijlage 6

Page 10: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 10/83

Maatschappelijke context van de instelling

De Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA) heeft in het zelfevaluatierapport een

aparte paragraaf opgenomen over de locale context waarin de universiteit werkt. Het

auditteam is van mening dat de informatie opgenomen in dit visitatierapport in de context

geplaatst dient te worden van de Curaçaose samenleving. De sociaal culturele,

maatschappelijke, financieel economische en geografische context van de UNA is bepalend

voor haar functioneren. Deze context van de UNA verschilt in een aantal opzichten van die

van soortgelijke instellingen in het buitenland. Enige belangrijke kenmerken van de UNA-

omgeving zijn, in willekeurige volgorde:

- Curaçao is een eiland in ontwikkeling. In oktober 2010 heeft Curaçao de status van

land verkregen.

- Kleinschaligheid.

- Caribische/ Antilliaanse/ Curaçaose cultuur.

- Specifieke maatschappelijke functie als nationale universiteit.

- Specifieke wensen en behoeften vanuit het werkveld, voortkomend uit de

maatschappelijke situatie.

- Beperkte financiële middelen, gekoppeld aan beperkte mogelijkheden voor het

werven van additionele financieringsbronnen.

- Sterke concurrentie met Nederlandse onderwijsinstellingen: studeren in Nederland

heeft voor veel Antillianen meer status dan studeren op Curaçao.

- De verscheidenheid aan vooropleidingen van de instromende studenten.

De UNA meldt in het zelfevaluatierapport dat deze context niet mag leiden tot concessies

aan de beoogde kwaliteit. Dit vraagt om extra kwaliteitsimpulsen en een extra inspanning om

het gewenste kwaliteitsniveau te behalen en te behouden. Het kwaliteitsbeleid van de UNA

volgt, aldus het zelfevaluatierapport van de UNA, daarom nauw de internationale trends op

kwaliteitsgebied in het hoger onderwijs.

Achtergrond specifieke taalsituatie Curaçao In het Zelfevaluatierapport hebben de opleidingen de specifieke taalsituatie op het eiland

beschreven. Daarnaast is per taal een inleiding weergegeven. Het auditteam heeft ervoor

gekozen om de tekst van de opleidingen in het beoordelingsrapport over te nemen om de

context waarin de beoordeling heeft plaatsgevonden te schetsen.

Achtergrond Papiamentu Het Papiamentu is de moedertaal voor het grootste deel van de bevolking van het eiland. Het

Papiamentu wordt gebruikt als instructietaal in de eerste jaren van het primair onderwijs. Een

klein aantal basisscholen hanteren vanaf groep 1 het Nederlands als instructietaal. In het

voortgezet onderwijs is het Nederlands officieel de instructietaal maar in de praktijk wordt,

vooral in het VSBO1, het Papiamentu ook vaak als instructietaal gebruikt.

Met de start van de basisvorming, in het schooljaar 1998-1999, is er een ontwikkeling in

gang gezet die de status van het Papiamentu in het voortgezet onderwijs aanzienlijk heeft

veranderd. Vóór de basisvorming had het Papiamentu een bescheiden rol. Het was een

apart vak in de - in die tijd nog - overwegend Nederlandstalige basisschool. In het curriculum

1 Voorbereidend Secundair Beroepsonderwijs

Page 11: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 11/83

van de basisvorming is het Papiamentu als een van de verplichte vakken in het voortgezet

onderwijs opgenomen.

De introductie in 2002 van het Papiamentu als een van de instructietalen in het funderend

onderwijs, gaf de positie en status van die taal een nog grotere impuls. Papiamentu is nu op

een aanzienlijk aantal scholen van het primair onderwijs niet alleen een vak maar ook de

voertaal die leerkrachten en leerlingen gebruiken in het onderwijsproces. Deze

ontwikkelingen maakten de behoefte aan bevoegde leerkrachten Papiamentu en aan

lesmethodes Papiamentu op het vereiste niveau op slag acuut.

De nieuw verworven plaats van het Papiamentu in het onderwijs heeft ertoe geleid dat de rol

van het Nederlands onder druk is komen te staan. Zo langzamerhand wordt binnen

verschillende niveaus van het voortgezet onderwijs ook het Papiamentu gebezigd als

instructietaal.

Deze voorgaande ontwikkelingen en de formalisering door de overheid van het Papiamentu

hebben de status van het Papiamentu ten opzichte van het Nederlands en Engels versterkt.

In het onderwijs deed de nieuwe positie van het Papiamentu ook nieuwe behoeftes ontstaan.

Al vanaf 1998 ontstond een grote schaarste aan gekwalificeerde tweede- en

eerstegraadsdocenten Papiamentu. Deze schaarste was de directe aanleiding voor de

Algemene Faculteit van de UNA om per 2002 met de 2e graads lerarenopleiding

Papiamentu, als eerste van de lerarenopleidingen talen, te starten.

Achtergrond Engels Het Engels is slechts voor 3,5% van de bevolking de moedertaal. Het Engels speelt op

Curaçao, net als in veel andere landen, een steeds grotere rol. In veel takken van de

industrie en de dienstverlening, in het bijzonder in het bank- en verzekeringswezen en de

toeristenindustrie, is het Engels de voertaal. Het Engels geniet, vooral onder de jeugd, een

vrij hoge status.

Binnen het reguliere voortgezet onderwijs wordt de taal op verschillende niveaus als vak

gedoceerd. Jongeren, vooral op de havo/vwo-scholen en de universiteit, gebruiken het

Engels steeds meer als voertaal. Dit is echter wel verbonden aan het inkomen van de ouders

omdat veel jongeren hun vaardigheid in het Engels opdoen via de televisie en niet iedereen

kan zich de relatief dure abonnementen veroorloven. Er is op Curaçao al enige decennia een

'International School' met een groeiend leerlingenbestand, waar de instructietaal en voertaal

Engels is. Ook in bepaalde vormen van hoger onderwijs wordt het Engels als instructietaal

en voertaal gebruikt.

Er was (en is) een grote schaarste aan gekwalificeerde 1e en 2e graads docenten Engels.

Deze schaarste was de directe aanleiding voor de Algemene Faculteit (AF) om in het jaar

2004 te starten met een voltijds 2e graads lerarenopleiding Engels.

Achtergrond Nederlands Het Nederlands is voor ongeveer 10% van de bevolking de moedertaal. Voor de overige

inwoners van Curaçao is het een vreemde taal die op school wordt aangeleerd. Sommigen

leren het Nederlands zo goed beheersen dat het voor hen een tweede taal wordt. Voor de

meesten blijft het Nederlands echter een vreemde taal die geen grote rol speelt in het

dagelijks leven. In de rechtspraak en bij de overheid wordt het Nederlands wel (bijna)

exclusief gebruikt.

Page 12: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 12/83

Tot 2007 was het Nederlands de enige officiële taal van de Nederlandse Antillen. Sinds 2008

zijn het Paiamentu en het Engels eveneens door de wet erkend als officiële talen. In het

onderwijs was Nederlands ook tot voor kort de belangrijkste instructietaal in alle

onderwijstypen. Inmiddels is het Nederlands één van de drie officiële talen en een van de

mogelijke instructietalen in het funderend onderwijs (basisonderwijs). Op de meeste scholen

voor het voortgezet onderwijs is Nederlands nog altijd de voornaamste instructie- en

examentaal. De veranderende status en positie van het Nederlands brengen echter een

andere aanpak met zich mee bij het onderwijzen van het Nederlands in het voortgezet

onderwijs. Dit heeft logischerwijs ook zijn weerslag binnen de 2e graads lerarenopleiding

Nederlands. Het Nederlands als moedertaal onderwijzen binnen het voortgezet onderwijs,

zoals enkele jaren geleden geschiedde, heeft weinig rendement. De student Nederlands

moet extra vakdidactische kennis en vaardigheden ontwikkelen om het Nederlands te

doceren. De studenten Nederlands krijgen binnen de 2e graads lerarenopleiding ook

theorieën over vreemde taal- en tweede taaldidactiek aangeboden.

Er was en is nog steeds een grote schaarste aan gekwalificeerde 2e graads en 1e graads

leraren Nederlands. Deze schaarste was de directe aanleiding voor de AF om in het jaar

2005 te starten met een 2e graads lerarenopleiding Nederlands.

Page 13: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 13/83

2 Beoordeling

Het auditteam komt samenvattend tot het volgende oordeel over de bestaande hbo-

bacheloropleidingen: tweede graads lerarenopleiding Papiamentu, Engels en Nederlands:

Onderwerp Oordeel Facet Oordeel

Papiamentu

Oordeel

Engels

Oordeel

Nederlands

1

Doelstellingen

P 1.1 Domeinspecifieke eisen

1.2 Niveau

1.3 Oriëntatie hbo

Goed

Goed

Goed

Goed

Goed

Goed

Goed

Goed

Goed

2 Programma P 2.1 Eisen hbo

2.2 Relatie doelstellingen /

programma

2.3 Samenhang programma

2.4 Studielast

2.5 Instroom

2.6 Duur

2.7 Afstemming vormgeving /

inhoud

2.8 Beoordeling en toetsing

Goed

Voldoende

Goed

Voldoende

Voldoende

Voldaan

Goed

Voldoende

Goed

Voldoende

Goed

Voldoende

Voldoende

Voldaan

Goed

Voldoende

Goed

Voldoende

Goed

Voldoende

Voldoende

Voldaan

Goed

Voldoende

3 Inzet

personeel

P 3.1 Eisen hbo

3.2 Kwantiteit

3.3 Kwaliteit

Goed

Goed

Voldoende

Goed

Goed

Voldoende

Goed

Goed

Voldoende

4

Voorzieningen

P 4.1 Materiële voorzieningen

4.2 Studiebegeleiding

Voldoende

Goed

Voldoende

Goed

Voldoende

Goed

5 Interne

kwaliteitszorg

P 5.1 Evaluatie resultaten

5.2 Maatregelen verbetering

5.3 Betrokkenheid

Goed

Voldoende

Voldoende

Goed

Voldoende

Voldoende

Goed

Voldoende

Voldoende

6 Resultaten P 6.1 Gerealiseerd niveau

6.2 Onderwijsrendement

Goed

Voldoende

Goed

Voldoende

Goed

Voldoende

Het auditteam stelt vast dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande hbo-

bacheloropleidingen tweede graads lerarenopleiding Papiamentu, Engels en Nederlands van

UNA aan de vereiste basiskwaliteit voldoet en adviseert de NVAO positief ten aanzien van

een positief oordeel2 voor deze opleidingen.

Het auditteam beschrijft in de volgende paragrafen per onderwerp en per facet van het

NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Elke paragraaf sluit

af met een samenvattend oordeel op onderwerpniveau.

2 Conform afspraken tussen UNA en NVAO wordt hier gesproken over ‘positief oordeel’ in plaats van

accreditatie.

Page 14: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 14/83

2.1 Doelstellingen van de opleiding

Domeinspecifieke eisen (facet 1.1)

De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse)

vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende

domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).

Bevindingen

• De faculteit spiegelt zich voor het kennisaspect in de 2e graads lerarenopleidingen

aan de kennisbases voor de lerarenopleidingen in Nederland. Deze kennisbases zijn

ontwikkeld door ADEF (algemeen directeuren overleg van educatieve faculteiten) in

samenwerking met de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) en het Ruud de Moor

Centrum van de Open Universiteit Nederland. De huidige opleidingen zijn gebaseerd

op de kennisbases uit 2006.

• Het auditteam stelt vast dat de gehanteerde eindkwalificaties van de opleidingen zijn

ontleend aan de bekwaamheidseisen van de SBL in Nederland (De kennisbasis, het

fundament voor (professioneel) leren handelen, oktober 2008). De eindkwalificaties

van de opleidingen bestaan uit zeven competenties: 1) interpersoonlijke competentie,

2) pedagogische competentie, 3) vakinhoudelijke en didactische competentie,

4) organisatorische competentie, 5) competent in het samenwerken met collega’s,

6) competent in het samenwerken met de omgeving en 7) competent in reflectie en

eigen professionele ontwikkeling.

• De SBL-bekwaamheidseisen zijn in Nederland geformuleerd met een landelijke

beroepsgroep en via een veldraadpleging gevalideerd. De opleidingen en het

werkveld in Curaçao hebben deze eisen geaccepteerd en aangevuld met eisen ten

aanzien van de Curaçaose werkomgeving (Het beroepsprofiel van de 2e graads

leraar talen: Curaçaos profiel, 2008; update 2010).

• Uit bestudering van het Curaçaos profiel blijkt dat tweedegraads leraren Talen op

Curaçao te maken krijgen met een grote diversiteit in talige achtergrond van de

leerlingen. De leerlingen vertegenwoordigen een verscheidenheid aan moedertalen

(Papiamentu, Spaans, Nederlands en Engels). Daarnaast is er in het algemeen

sprake van een mondelinge taalbeheersing in verschillende talen; lees- en

schrijfvaardigheid zijn vaak slechter ontwikkeld. De leraar krijgt te maken met de

vraag in welke taal hij de doeltaal het beste kan onderwijzen. Daarnaast is het de

kleinschaligheid van Curaçao waardoor van de leraar talen een grotere creativiteit

wordt verwacht. Het ontwikkelen van eigen leergangen is duur en dat maakt dat in

veel gevallen Nederlandse leergangen gebruikt worden die niet altijd goed aansluiten

op de belevingswereld van leerlingen op Curaçao. De belevingswereld van leerlingen

is vaak niet groter dan het eiland. Het niveau van de algemene ontwikkeling van

leerlingen is vaak laag. Dat maakt dat leraren moeten uitgaan van een beperkte

voorkennis en beginsituatie voor hun vak en lessen.

• Voor het niveau van de taalbeheersing zijn de criteria van het Europees

Referentiekader (ERK) richtinggevend. Ook voor Papiamentu (wat geen vastgestelde

Europese taal is) hanteert de opleiding de systematiek van het ERK. De algemene

faculteit (AF) heeft voor de 2e graads lerarenopleidingen het streefniveau gesteld op

Page 15: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 15/83

C1 (in het ERK is C2 het hoogste niveau). Bij een taalbeheersing op niveau C1 kan

de student een uitgebreid scala van veeleisende, lange teksten begrijpen en de

impliciete betekenis herkennen. De student kan zichzelf vloeiend en spontaan

uitdrukken zonder daarvoor aantoonbaar naar uitdrukkingen te moeten zoeken. En

de student kan flexibel en effectief met taal omgaan ten behoeve van sociale,

academische en beroepsmatige doeleinden. Tot slot kan de student een duidelijke,

goed gestructureerde en gedetailleerde tekst over complexe onderwerpen

produceren en daarbij gebruikmaken van organisatorische structuren en

verbindingswoorden.

• De opleidingen geven aan dat zij zich niet kunnen vergelijken met soortgelijke

regionale opleidingen, omdat er een verschil bestaat tussen het systeem van hoger

onderwijs in de regio en het Nederlandse systeem met een hbo-bachelor dat de UNA

hanteert. Internationale borging vindt plaats door samenwerking met verschillende

Nederlandse en regionale universiteiten en hogescholen.

• Als University binnen een kleinschalige samenleving is de UNA zich bewust van de

noodzaak tot het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met buitenlandse

instituten. De samenwerkingsverbanden met buitenlandse instellingen bieden ook

buitenlandse studenten de mogelijkheid om stage en/of studieonderdelen bij de UNA

te volgen. De UNA werkt samen met de University of the West Indies, de Universiteit

van Aruba en de University of St. Martin. Tevens is de UNA actief bestuurslid van

UNICA, de vereniging van alle universiteiten in het Caribisch gebied. Er zijn ook

samenwerkingsverbanden met universiteiten en hogescholen in Nederland, zoals de

Universiteit Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, Universiteit Twente en de

Hogeschool Rotterdam.

Overwegingen

De opleidingen hanteren de SBL-competenties zoals die in Nederland zijn vastgesteld.

Daarnaast hebben de opleidingen een veldraadpleging uitgevoerd om de specifieke

beroepscontext van Curaçao te inventariseren. De beroepenveldcommissie en lokale

schoolbesturen hebben daarin een belangrijke rol gespeeld. De competenties van de

opleidingen zijn daarmee zowel gevalideerd door vertegenwoordigers van het werkveld in

Nederland als op Curaçao. Voor de eindkwalificaties voor taalinhoud hanteren de

opleidingen het Europees Referentiekader. Ook voor Papiamentu (wat geen vastgestelde

Europese taal is) hanteert de opleiding de systematiek van het ERK. De opleidingen

stemmen af met lerarenopleidingen in Nederland en in de regio. Het auditteam is positief

over de eindkwalificaties die de opleidingen hanteren.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het

oordeel goed voor alle drie de opleidingen.

Niveau bachelor (facet 1.2)

De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde

beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor.

Page 16: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 16/83

Bevindingen

• De opleidingen hebben in een schema de koppeling tussen de Dublin descriptoren en

de SBL-competenties weergegeven. Hieruit blijkt dat de competenties de Dublin

descriptoren dekken, waardoor de opleidingen voldoen aan de internationaal

geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Ter illustratie:

de Dublin descriptor ‘Toepassen van kennis en inzicht’ komt binnen alle competenties

terug. De Dublin descriptor ‘Leervaardigheden’ is zichtbaar bij de competenties:

5) competent in het samenwerken met collega’s en 7) competent in reflectie en eigen

professionele ontwikkeling.

• Het studieprogramma van de 2e graads lerarenopleidingen bestaat uit

onderwijseenheden. Bij elke onderwijseenheid zijn leerdoelen (handelings- en

gedragsindicatoren) geformuleerd. Deze leerdoelen (zie ook facet 2.2) zijn een

verbijzondering van de SBL-competenties. In het document Bekwaamheidseisen

vo/be, mei 2004 zijn de eindkwalificaties vertaald naar handelings- en

gedragsindicatoren. Deze vertaling is in samenspraak met de scholen voor

voortgezet onderwijs, lokale opleidingscentra en studenten ontwikkeld.

• In het zelfevaluatierapport hebben de opleidingen een overzicht opgenomen van de

Dublin descriptoren en waar deze terugkomen in het onderwijsprogramma. Zo komt

bijvoorbeeld ‘Kennis en inzicht’ terug in de conceptuele- en vaardigheidsleerlijn en

het ‘Toepassen van kennis en inzicht’ in de werkervaringsreflectieleerlijn (WER-

leerlijn). ‘Leervaardigheden’ komen met name terug in de Studieloopbaanlijn.

Overwegingen

De opleidingen hebben in de zelfevaluatie een overzicht opgenomen waaruit blijkt dat de

competenties de Dublin descriptoren afdekken. Daarnaast hebben de opleidingen inzichtelijk

gemaakt op welke wijze de Dublin descriptoren aan het onderwijs gekoppeld zijn.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het

oordeel goed voor alle drie de opleidingen.

Oriëntatie hbo bachelor (facet 1.3)

De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante

beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties.

De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een

specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding

vereist of dienstig is.

Bevindingen

• Bij dit facet worden de bevindingen van de facetten 1.1 en 1.2 meegenomen.

• De SBL-competenties zijn besproken met en gevalideerd door de

beroepenveldcommissie (BVC) van de AF. In samenspraak met de BVC is een

beroepsprofiel opgesteld dat is gebaseerd op de (beroeps)praktijk van het onderwijs

Page 17: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 17/83

op Curaçao (Het beroepsprofiel van de 2e graads leraar talen: Curaçaos profiel 2008;

update 2010).

• De BVC bestaat uit leraren met diverse functies in het voorgezet onderwijs (havo en

vwo) en het voorbereidend (VSBO) en secundair beroepsonderwijs (SBO) op

Curaçao. Ten minste tweemaal per studiejaar worden zaken met de BVC besproken

die direct van belang zijn voor de inhoud van de opleidingen. Naast structurele

contacten met de BVC hebben de opleidingen intensief contact met de

schoolbesturen op het eiland. Het auditteam heeft in de gesprekken bevestigd

gekregen dat de BVC betrokken is geweest bij het opstellen en valideren van de

competenties. De BVC en de schoolbesturen zijn actief bij de opleidingen betrokken.

Actuele zaken die zij aandragen worden door de opleidingen in behandeling

genomen, zo blijkt uit het gesprek met het auditteam.

• De opleidingen leiden op tot tweedegraads leraar Papiamentu, Engels en

Nederlands. Om het beroep uit te kunnen oefenen is een hbo-bachelordiploma

vereist, zo bevestigen leden van de BVC in het gesprek met het auditteam.

Afgestudeerden van de 2e graads lerarenopleidingen komen veelal te werken op de

voortgezet onderwijsscholen van Curaçao.

Overwegingen

De opleidingen leiden op tot de tweedegraads leraar Papiamentu, Engels en Nederlands.

Om het beroep uit te kunnen oefenen is een hbo-bachelordiploma vereist. De opleidingen

hanteren competenties die in Nederland zijn opgesteld en zijn toegespitst op de lokale

context. Daarnaast zijn de competenties door het lokale werkveld gevalideerd.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het

oordeel goed voor alle drie de opleidingen.

Samenvattend oordeel Doelstellingen opleiding

Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp

‘Doelstelling opleiding’ positief.

2.2 Programma

Eisen hbo (facet 2.1)

Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk

ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast)

onderzoek.

Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het

vakgebied/de discipline.

Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare

verbanden met de actuele beroepspraktijk.

Page 18: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 18/83

Bevindingen

• De tweedegraads lerarenopleidingen van AF rusten op twee pijlers: meesterschap en

vakmanschap. De focus is gericht op de ontwikkeling van het leraarschap, waarvoor

AF de term meesterschap gebruikt. Naast het leraarschap verwerft de student

beheersing van een taal, waardoor hij zich mag presenteren als vakman.

• Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur. Studieboeken,

vakbladen en internetbronnen worden veelvuldig gebruikt binnen de opleiding. De

literatuurlijsten bevatten boeken in de doeltalen en in andere talen, zoals het Engels

en Nederlands. De literatuurlijsten worden jaarlijks herzien en beoordeeld op

actualiteit en internationaliteit. Het auditteam is positief over de literatuurlijsten van de

drie opleidingen. Er wordt gebruik gemaakt van relevante en actuele literatuur. Het

auditteam is onder de indruk van de hoeveelheid literatuur die op de literatuurlijst is

geplaatst. Enkele voorbeelden van specifieke gebruikte literatuur bij Papiamentu zijn:

‘Algun fenómeno den desaroyo di Papiamentu’ en ‘Linguistic Studies on Papiamentu’.

Het studiemateriaal van de lerarenopleidingen Engels en Nederlands is voor een

groot deel identiek aan het materiaal dat op de lerarenopleidingen in Nederland wordt

gebruikt, zo stelt het auditteam vast. Het auditteam stelt vast dat vanwege de kosten,

veel wordt gewerkt met readers en kopieën van boeken. Daarbij vraagt het auditteam

aandacht van de opleidingen voor het vermelden van titel, auteur of jaar van

publicatie bij de readers en kopieën van boeken.

• De opleidingen schenken ruim aandacht aan literatuur in de doeltaal. In de

propedeutische fase beginnen de opleidingen met jeugdliteratuur en literaire analyse.

Vervolgens wordt in de hoofdfase aandacht besteed aan literatuurgeschiedenis en

literaire benaderingen. Het leesdossier dat studenten aanleggen wordt als bindmiddel

tussen de literatuurcolleges beschouwd. De student verplaatst zich daardoor in de

leerlingen op het voortgezet onderwijs, waar het aanleggen van een literatuurportfolio

gangbaar is.

• Studenten van de verschillende opleidingen werken met elkaar samen in de

beroepsvormende onderwijseenheden (bij projecten en inleidende vakken) en in de

onderwijseenheden van de vaklijn die meer taaloverstijgend zijn, zoals Caribistiek,

inleiding Algemene Taalkunde en logopedie.

• In de opleidingen zijn stages opgenomen die de studenten in aanraking brengen met

de beroepspraktijk en hen in staat stellen beroepsvaardigheden te ontwikkelen. De

beroepsvaardigheden, zoals didactische vaardigheden, reflecteren, intercollegiaal

overleg en methodisch werken worden in de verschillende studiejaren van de

opleiding geoefend in de lessen en toegepast in de stageschool. De stages die

gedurende de opleiding zijn geprogrammeerd zijn: snuffelstage in de propedeusefase

(5 EC), de stage in de hoofdfase (6 EC tweede jaar en 12 EC derde jaar) en de

afstudeerstage (18 EC) tijdens het afstuderen. De stages vinden verplicht plaats op

verschillende soorten scholen waardoor studenten gedegen worden voorbereid op de

beroepsvaardigheden van de leraar. Afgestudeerden geven in het gesprek met het

auditteam aan dat zij door de stages goed zijn voorbereid op de beroepspraktijk na

de opleiding.

Page 19: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 19/83

• De lerarenopleidingen willen de komende jaren het stagesysteem ombouwen naar

het model van ‘Opleiden in de school’. Daartoe heeft een eerste oriëntatie bij een

lerarenopleiding in Nederland plaatsgevonden en is de faculteit thans in het stadium

van planvorming.

• Binnen alle drie de lerarenopleidingen wordt in ruime mate ingezet op de ontwikkeling

van de vak(-didactische) kennis en vaardigheden. Zo helpen studenten Papiamentu

surveilleren en corrigeren bij het Diktado Nashonal (Nationaal Dictee).

• Praktijkgerichte onderzoeksvaardigheden worden onder andere getraind in de

onderwijseenheden Methodisch werken 1, 2 en Taalonderzoek. Studenten beginnen

in het eerste jaar meteen met het aanleren van de basisvaardigheden voor

praktijkgericht onderzoek. In de onderwijseenheden Methode-analyse en

taalonderzoek doen studenten een praktijkonderzoek naar en met studiemateriaal dat

in de beroepspraktijk gebruikt wordt. Voor het toegepaste onderzoek heeft de UNA

contacten gelegd of contracten afgesloten met lokale onderzoeksinstituten. Het

auditteam heeft aansprekende voorbeelden gezien van bruikbare onderzoeken in de

beroepspraktijk.

• Binnen alle lerarenopleidingen wordt expliciet aandacht besteed aan praktisch,

toegepast taalonderzoek. In de onderwijseenheid Taalonderzoek, wordt aandacht

besteed aan foutenanalyse waarbij ook fouten van leerlingen van de praktijkschool

onderwerp van onderzoek zijn. Naar aanleiding van hun bevindingen ontwikkelen de

studenten een eigen visie met betrekking tot het taalonderwijs. Zij maken daarbij

aanvullend lesmateriaal of lessenseries.

• De Velon (vereniging voor lerarenopleiders in Nederland) is voor de 2e graads

lerarenopleidingen een belangrijke bron om nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied

van de lerarenopleidingen bij te houden. Daarnaast brengen zowel de BVC als

gastdocenten actuele ontwikkelingen in het beroepenveld onder de aandacht van de

opleiding. Ter illustratie een aantal voorbeelden per opleiding:

o Papiamentu: de coördinator van de lerarenopleiding Papiamentu onderhoudt

nauwe contacten met de Fundashon pa Planifikashon di Idioma (FPI) in

verband met het daar ontwikkelde en nog te ontwikkelen lesmateriaal. Op

basis van deze contacten is de taalmethode ‘Mosaiko’ aan het curriculum

toegevoegd.

o Engels: de lerarenopleiding Engels volgt ontwikkelingen op het vakgebied

door deel te nemen aan een discussiegroep op het internet, door de

aansluiting bij de Vereniging van Leraren in Levende Talen (VLLT), de

International Association of Teachers of English as a Foreign Language

(IATEFL) en de American Council on the teachning of Foreign Languages

(ACTFL). Door deze contacten zijn de lesmethodes ‘Innovations’ en ‘Lexical

approach’ toegevoegd aan het curriculum.

o Nederlands: De 2e graads lerarenopleiding Nederlands heeft contacten met

de Nederlandse Taalunie en houdt zich via die instelling op de hoogte van de

laatste ontwikkelingen op het gebied van de taalverwerving van het

Nederlands.

• Bij iedere lerarenopleiding wordt binnen de vaklijn door de talencoördinator nauw

samengewerkt met de door hem ingezette externe taaldocenten. Er wordt daarbij

Page 20: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 20/83

regelmatig onderling overlegd. De talencoördinator zet de lijn uit bij het ontwikkelen

van de taalspecifieke onderwijseenheden.

• Het auditteam merkt op dat de opleidingen sterk betrokken zijn bij ontwikkelingen in

de actuele beroepspraktijk binnen de eilandcontext. Bijvoorbeeld bij Papiamentu is

veel aandacht voor taalpolitiek en taalbeleid in verband met de nieuwe status van het

eiland Curaçao sinds 10 oktober 2010.

• Ten opzichte van het onderwijs op lerarenopleidingen in Nederland merkt het

auditteam op dat het een verrijking voor studenten is, dat zij in een multilinguale

leeromgeving leren. Het auditteam spreekt van een rijke leeromgeving voor

studenten.

• Studenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij tevreden zijn over de

praktijkgerichtheid van de opleidingen. In de lessen wordt gebruik gemaakt van

actuele cases en studenten kunnen zelf cases inbrengen die zij tijdens de stage

tegenkomen.

• Uit het STO 2010 blijkt dat studenten tevreden zijn over de aansluiting van de

opleiding bij actuele ontwikkeling in het beroepenveld.

Overwegingen

Kennisontwikkeling bij studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk

ontleend studiemateriaal, interactie met de beroepspraktijk en toegepast onderzoek, zo stelt

het auditteam vast. Het auditteam is positief over de vakliteratuur. Studenten leren

beroepsvaardigheden aan in de lessen, in de stages en de afstudeerperiode. In de

opleidingen is aandacht voor toegepast onderzoek, reeds vanaf het eerste studiejaar. Het

auditteam is van oordeel dat de drie opleidingen studenten in ruime mate in staat stellen

ervaring op te doen in de beroepspraktijk.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het

oordeel goed voor alle drie de opleidingen.

Relatie doelstellingen en inhoud programma (facet 2.2)

Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau,

oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van

(onderdelen van) het programma.

De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde

eindkwalificaties te bereiken.

Bevindingen

• De curricula voor alle 2e graads lerarenopleidingen van de UNA kennen eenzelfde

opbouw en vertonen parallelle inhouden en activiteiten. Dat wil zeggen dat de opzet

en inhoud van de beroepsspecifieke modulen in alle opleidingen gelijk is en de opzet

van de taalspecifieke modulen grote overeenkomsten vertoont. In bijlage 6 zijn de

curricula van de drie opleidingen per jaar opgenomen.

Page 21: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 21/83

• Het taalinhoudelijke deel van de 2e graads lerarenopleidingen is onderverdeeld in vier

componenten: taalvaardigheid, didactiek, taalwetenschap/kennis van de taal en

literatuur/cultuur. De taalinhoudelijke onderwijseenheden worden gedoceerd in de

doeltaal. De studiestof bij deze vier componenten is verspreid over

onderwijseenheden. Bij elke onderwijseenheid zijn leerdoelen (handelings- en

gedragsindicatoren) geformuleerd. De leerdoelen zijn opgenomen in de

modulebeschrijvingen. Bij de formulering is rekening gehouden met de fase van de

opleiding. De leerdoelen zijn bij de studenten bekend, zo stelt het auditteam vast.

• In de Matrix van SBL competenties, descriptoren en onderwijseenheden zijn de

onderwijseenheden per opleiding en per studiejaar gekoppeld aan de SBL-

competenties en de Dublin descriptoren.

• De opbouw van het programma van het taalniveau verschilt per opleiding.

o Papiamentu: er wordt gestreefd om aan het eind van leerjaar 1 het C1-niveau

voor luistervaardigheid, spreekvaardigheid en leesvaardigheid te halen. Wat

betreft schrijfvaardigheid wordt gestreefd naar B2-niveau. Gedurende de twee

daaropvolgende jaren, tot aan het eind van leerjaar 3, wordt door de

studenten naar C1-niveau toegewerkt voor alle vaardigheden.

o Nederlands: Aan het eind van leerjaar één dient de student voor alle

vaardigheden B2-niveau te hebben behaald. Aan het einde van de opleiding

hebben de studenten het gestelde eindniveau C1 behaald. Er wordt binnen de

CV-lijn (leerlijnen zie facet 2.3) van de lerarenopleiding Nederlands gewerkt

aan het creëren van een kennis- en vaardigheidsbasis en het toepassen

hiervan binnen de Antilliaanse context, door het volgen van

onderwijseenheden als Het Nederlands binnen de Papiamentstalige context.

o Engels: Tijdens de opleiding werken studenten Engels naar het streefniveau

C1 van het ERK toe. Aan het eind van jaar één dient de student het niveau

bereikt te hebben dat zich bevindt tussen het B1 en B2-niveau. Aan het eind

van jaar twee dient de student het niveau B2 bereikt te hebben. Aan het eind

van jaar drie dient de student het C1-niveau bereikt te hebben.

• Het auditteam heeft de modulebeschrijvingen bestudeerd en stelt vast dat de

leerdoelen per module helder beschreven zijn. De leerdoelen weerspiegelen de

competenties en de omschrijvingen bieden goede handvatten voor studenten. Het

auditteam vraagt aandacht voor het aangeven van de taalniveaus in de

modulehandleidingen. De ontwikkeling van het taalniveau is wel herleidbaar in de

producten van studenten, maar het auditteam is van oordeel dat deze opbouw

gedurende de opleiding duidelijker vastgelegd kan worden in de

modulehandleidingen.

• In de afstudeerfase kiest de student een minor. De studenten van de

lerarenopleidingen Papiamentu en Nederlands volgen een beroepsvormende minor,

gericht op versterking van het meesterschap. De studenten van de

lerarenopleidingen Engels volgen een taalgerichte minor. Dit verschil verklaart de

opleiding door aan te geven dat het programma Engels als een pilot fungeert voor de

tweedegraads lerarenopleidingen van de AF. Als na de evaluatie in 2011 blijkt dat

deze opbouw van de opleiding goed werkt, dan zullen de andere opleidingen

dezelfde opbouw volgen.

Page 22: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 22/83

• Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij positief zijn over de modulehandleidingen.

De handleidingen zijn helder opgebouwd en helpen de studenten bij het structureren

van hun opleiding.

Overwegingen

Het auditteam stelt vast dat de opleidingen de studenten in staat stellen de competenties te

behalen. Door het uitwerken van de competentiematrix maken de opleidingen inzichtelijk op

welke wijze de competenties terugkomen in het programma van de student. Het auditteam

vraagt aandacht voor het weergeven van de opbouw van het taalniveau gedurende de

opleidingen in de modulehandleidingen.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen, overwegingen en kanttekeningen komt het

auditteam tot het oordeel voldoende voor alle drie de opleidingen.

Samenhang in opleidingsprogramma (facet 2.3)

Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.

Bevindingen

• De opleidingen kennen een concentrische opbouw, waardoor gedurende de opleiding

steeds wordt voortgebouwd op verworven competenties. Daarnaast is er sprake van

groeiende complexiteit en moeilijkheidsgraad en doen de opleidingen gaandeweg

een steeds groter beroep op zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid van de

studenten. Binnen de drie fasen van de opleidingen is deze opzet herkenbaar:

o In de propedeusefase staat oriëntatie en selectie centraal, de propedeuse is

vooral gericht op vakontwikkeling en oriëntatie op het beroep;

o De hoofdfase is gericht op de ontwikkeling van de beroeps- en

vakvaardigheden nodig voor adequaat lesgeven aan en begeleiding van

leerlingen in het voortgezet onderwijs;

o De afstudeerfase richt zich op verdere praktijkvorming, verdieping middels

minoren en het afleggen van een meesterproef door middel van de

afstudeeropdracht.

• Daarnaast wordt de verticale samenhang geborgd door de vier leerlijnen.

o de werk-ervaringsleerlijn (WER-lijn); is de lijn die ruimte biedt aan de

praktijkvorming in contextrijke omgevingen met kenmerkende

beroepssituaties.

o de integrale leerlijn (I-lijn); studenten werken aan projecten rond thema’s als

de veilige school en zorgverbreding.

o de conceptuele- en vaardighedenlijn (CV-lijn); is vooral gericht op het tot

stand komen van een degelijke kennis- en vaardigheidsbasis van de

aanstaande docent. De taalinhoud is onderdeel van deze leerlijn. Het

taalinhoudelijke deel wordt gecoördineerd door de talencoördinator. Tevens

zet de talencoördinator de lijn uit bij het ontwikkelen van taalspecifieke

onderwijseenheden.

Page 23: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 23/83

o de studieloopbaanlijn (SLB-lijn); ruimte voor de student om op basis van

feedback, reflectie en evaluatie inzicht te krijgen op zijn

competentieontwikkeling.

• De studieprogramma’s rusten op twee pijlers: de pijler vakmanschap (het

taalinhoudelijke deel) en de pijler meesterschap (het beroepsinhoudelijke deel). De

vakdidactiek en de algemene didactiek vormen de scharnieren tussen vakvorming

(vakmanschap) en beroepsvorming (meesterschap). Hierdoor leren de studenten

didactische vaardigheden speciaal gericht op het onderwijzen van de gekozen taal.

Aldus ontstaat samenhang tussen de twee pijlers. Voorbeelden hiervan in de

beroepsvormende lijn zijn: de snuffelstage in jaar één loopt parallel aan de

inleidingen sociologie, psychologie en pedagogiek en in jaar twee vindt verdieping

van psychologie en pedagogiek plaats op het moment dat het project zorgverbreding

start.

• De samenhang binnen het taalinhoudelijke deel van de 2e graads lerarenopleiding is

geborgd doordat er tussen de vier componenten waaruit het vakspecifieke deel van

de opleiding is opgebouwd (taalvaardigheid, didactiek, taalwetenschap/kennis en

literaturr/cultuur), samenhang bestaat. Zonder kennis van taalkundige aspecten van

de taal, en zonder eigen vaardigheid van de taal op een C1-niveau is het goed

overbrengen van leerstof aan de doelgroep niet mogelijk. Een ander voorbeeld is dat

schrijfvaardigheid, leesvaardigheid en spreekvaardigheid in dezelfde periode worden

aangeboden als het onderdeel leesdossier. Door het type opdrachten binnen het

leesdossier ontstaat samenhang tussen deze vaardigheden.

• Tijdens de lessen vakdidactiek worden in de hoofdfase aan de student tools

aangereikt om zijn vakkennis over te dragen aan de leerling in het 2e graads

vakgebied. Hierdoor ontstaat de samenhang tussen theorie en praktijk. Deze

samenhang wordt geborgd door onder andere de terugkoppeling van

praktijkervaringen tijdens de intervisiesessies op UNA en door het inbrengen van

praktijkervaringen tijdens colleges didactiek en pedagogiek. Tijdens de

didactiekcolleges worden studenten uitvoerig voorbereid op het systematisch

voorbereiden van lessen. De belangrijkste plek voor samenhang en integratie tussen

theorie en praktijk is de stage, de werkplek. Ook tijdens de verschillende

onderzoeksactiviteiten vindt er verbinding tussen theorie en praktijk plaats.

• Het auditteam is positief over de opbouw van de modulen in de opleidingen. De

modulen volgen elkaar op logische wijze op en hangen met elkaar samen. In de

opbouw van modulen constateert het auditteam een opbouw in moeilijkheidsgraad en

in zelfstandigheid van de student. In de taallessen wordt ruim aandacht besteed aan

de vakdidactische toepassing van de les in de praktijk van de studenten.

• Uit het STO 2008 blijkt dat de studenten de inhoudelijke samenhang positief

waarderen. In het STO 2010 is deze score verder gestegen. Ook de aansluiting van

de stage op het onderwijs wordt door studenten positief beoordeeld.

Overwegingen

Het auditteam stelt vast dat de samenhang tussen beroepsvaardigheden en de taalinhoud

goed is gelegd. De modulen volgen elkaar op logische wijze op en lopen op in

Page 24: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 24/83

moeilijkheidsgraad. In de taallessen wordt veel aandacht besteed aan de vakdidactische

toepassing van de les in de praktijk van de studenten.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het

oordeel goed voor alle drie de opleidingen.

Studielast (facet 2.4)

Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma

en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen.

Bevindingen

• Elk studiejaar is verdeeld in vier perioden van vijftien studiepunten. Een periode

omvat tien weken, bestaande uit acht collegeweken, één studieweek en één week

voor toetsing en afsluiting. De roosters voor de betreffende periode worden

gepubliceerd op BlackBoard.

• Het aantal contacturen in het eerste jaar is gemiddeld 21 uren, in het tweede 19, in

het derde tien en in het vierde acht uren per week. Dit geldt voor alle drie de

opleidingen.

• Studenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij gemiddeld 35 tot 45

uur per week aan de studie besteden. Zij geven aan dat met goed plannen en de

juiste motivatie de opleiding te doen is in de tijd die er voor staat. Het auditteam is in

de gesprekken met studenten onder de indruk geraakt van de intrinsieke motivatie

van studenten. Zij werken hard om de voltijdstudie af te ronden, soms naast een

baan of de zorg voor ouders of kinderen.

• Om de studeerbaarheid van de opleidingen te vergroten zijn de collegetijden zo

geprogrammeerd dat ook werkenden aan het onderwijs kunnen deelnemen. De

colleges starten om 15.00 uur en duren tot uiterlijk 21.00 uur. Dat maakt het voor

stagelopende studenten en studenten die werken mogelijk om op tijd voor hun

colleges te zijn. Per dag zijn er maximaal drie blokken van twee uur college.

Studenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij tijdens stageperiodes

na de stage nog naar de opleiding moeten voor lessen of projecten. Die combinatie

valt hen zwaar. Het auditteam vraagt zich af of deze combinatie van stage en

opleiding noodzakelijk is.

• De opleidingen hebben verschillende voorwaarden in het programma opgenomen. Zo

moet de student aan het einde van het eerste studiejaar minimaal 40 EC van de

propedeusefase hebben behaald, goedkeuring van de coördinatoren van de SLB-lijn

en de CV-lijn hebben en moet binnen twee jaar de propedeuse zijn behaald. Voldoet

de student niet aan deze eisen dan volgt een negatief studieadvies.

Wanneer een student aan het einde van het derde jaar tussen de 90 en 120 EC van

de hoofdfase heeft behaald en het assessment werkplekbekwaam met succes

afgelegd heeft, stroomt de student door naar het vierde jaar. Bij een deficiëntie van

meer dan 30 EC kan de student niet deelnemen aan het assessment

Page 25: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 25/83

werkplekbekwaam en mag hij/zij niet doorstromen naar het vierde studiejaar. Deze

eisen zijn gepubliceerd in de Studiegids collegejaar 2010-2011.

• De faculteit biedt studenten ondersteuning in de studie, onder andere door het

aanbieden van een module studievaardigheden in periode één van de propedeuse.

Vanaf periode twee van de propedeuse tot het einde van de opleiding verzorgt de

faculteit studieloopbaanbegeleiding. Studenten kunnen voor persoonlijke problemen

een beroep doen op het Student Service Center.

• Studenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat belemmeringen voor de

studievoortgang snel worden opgepakt door de opleidingen. Studenten kunnen met

‘kleine’ belemmerende factoren terecht bij de studieloopbaanbegeleider en andere

docenten. Hierbij speelt mee dat het kleinschalige opleidingen zijn, waar docenten en

studenten elkaar kennen.

• Uit het STO 2010 blijkt dat studenten tevreden zijn over de spreiding van de

studielast over de studiejaren. Studenten zijn niet tevreden over de tijd die zij naast

contacttijd op de opleiding overhouden voor de studie. Hetzelfde beeld kwam naar

voren in het gesprek met het auditteam. Studenten hebben in het gesprek het

auditteam geen klachten over struikelvakken geuit.

Overwegingen

Het auditteam stelt op basis van gesprekken en materiaalbestudering vast dat de studielast

bij de opleidingen past bij de voorgeschreven studiepunten. Het auditteam heeft uit

gesprekken met studenten vernomen dat de opleiding te doen is, mits de studenten de tijd

goed inplannen en over de juiste motivatie beschikken. De combinatie van stage en colleges

wordt als zwaar ervaren. Daarnaast hebben verschillende studenten te maken met een

specifieke thuissituatie, waardoor zij naast de opleiding bijvoorbeeld werken en zorgen voor

kinderen of ouders. Deze voor de opleidingen externe factoren dragen bij aan het feit dat de

opleiding voor veel studenten zwaar is. De motivatie moet groot zijn wil een student de

opleiding kunnen afronden. Studenten zijn niet tevreden over de tijd die zij naast contacttijd

op de opleiding overhouden voor de studie. De opleidingen zetten

studieloopbaanbegeleiding in om studenten te leren de tijd in te plannen.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen, overwegingen en kanttekeningen met betrekking

tot de zwaarte van de studie en klachten van studenten komt het auditteam tot het oordeel

voldoende voor alle drie de opleidingen.

Instroom (facet 2.5)

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende

studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee

vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek.

Bevindingen

• De 2e graads lerarenopleidingen van de UNA hanteren de wettelijke toelatingseisen.

Studenten met een havo, vwo of SBO-4 diploma zijn rechtstreeks toelaatbaar.

Page 26: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 26/83

Studenten die ouder zijn dan 23 jaar en niet aan bovenstaande vereisten voldoen,

moeten een mondeling assessment met goed gevolg afleggen om te worden

toegelaten. Daarnaast geldt dat iedere student een verklaring van goed zedelijk

gedrag, een gezondheidsverklaring van een andere dan de eigen huisarts en een

verklaring van geen beletsel na logopedische screening door een erkend logopedist

moet overleggen.

• Voor leraren die al werken in het beroep en de opleiding willen volgen, is een

vrijstellingenbeleid ontwikkeld. Wanneer de vrijstellingen worden toegekend, leidt dat

altijd tot verkorting van de leerroute. Het vrijstellingenbeleid is vermeld in de

Studiegids collegejaar 2010-2011, tweedegraadslerarenopleidingen Papiamentu,

Engels, Nederlands, Spaans. Daarnaast kunnen bij de AF vrijstellingen worden

aangevraagd op basis van eerder verworven competenties (EVC). Deze procedure

wordt door erkende assessoren afgenomen. De vrijstellingen worden vervolgens bij

de examencommissie aangevraagd.

• De instroom in de opleidingen bestaat de afgelopen vijf jaar gemiddeld uit: 36%

havisten, 5,5% vwo’ers, 38% sbo’ers en 20,5% overig.

• In de voorlichting aan studenten wordt uitdrukkelijk stilgestaan bij het vereiste

instroomniveau, als ook bij de vereiste houding en discipline voor een

lerarenopleiding en het beroep van leraar.

• Er bestaat op Curaçao een complexe taalsituatie; er moet voortdurend gelaveerd

worden tussen het Papiamentu, als moedertaal van het grootste gedeelte van de

bevolking, en het Nederlands, dat belangrijk is voor verdere studiemogelijkheden en

voor het latere beroepsleven. Dit maakt dat het instroomniveau op taalgebied bij

studenten zeer gevarieerd is. In de propedeusefase wordt bijna vijftig procent van de

contacturen besteed aan onderwijseenheden gericht op taal. Daarmee wordt beoogd

eventuele deficiënties in de taalbeheersing zoveel mogelijk op te heffen en het

taalniveau van de studenten gelijk te trekken.

• Om meer inzicht te krijgen in het startniveau van de studenten wordt aan het begin

van elk academisch jaar tijdens de introductieweek een diagnostische toets

afgenomen bij de eerstejaarsstudenten. Dit maakt het mogelijk studenten meteen een

aanvullend pakket op maat aan te bieden in de vorm van extra steunlessen. Bij de

opleiding Nederlands krijgen de studenten aan het einde van elk leerjaar opnieuw

een diagnostische toets, om de ontwikkeling van de student op taalniveau te

monitoren. Het auditteam heeft de diagnostische toetsen bestudeerd en stelt vast dat

de toetsen relevant zijn om het beginniveau van de student vast te stellen. Het

auditteam heeft geen helder vervolg op de diagnostische toets aangetroffen. Zo

ontbreekt een overzicht van wat de consequenties zijn van een bepaalde uitslag van

de diagnostische toets.

• Voorafgaand aan het studiejaar wordt een 0-week georganiseerd, waarin verplichte

introductieactiviteiten worden uitgevoerd. Voor studiejaar één zijn dat dagelijkse

activiteiten die te maken hebben met diagnostische taaltoetsen en met inleidingen in

de specifieke opleiding en het competentiegericht leren.

• De opleidingen merken op dat het niveau waarmee sommige studenten binnenkomen

niet altijd voldoende is om uit te kunnen gaan van een consistent instroomniveau. De

opleidingen bezinnen zich op het inzetten van instrumenten om deficiënties weg te

Page 27: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 27/83

nemen bij studenten. Zo denken de opleidingen aan: summer courses,

deficiëntieprogramma’s en verlenging van de opleiding met een oriënterend jaar.

Daarnaast organiseren de opleidingen bijeenkomsten met directies van toeleverende

scholen om de aansluiting te verbeteren (zie ook facet 6.2).

• De aansluiting met de vooropleiding wordt door de studenten goed beoordeeld (STO

2010). Dit geldt ook voor de aansluiting van werkvormen.

Overwegingen

Het auditteam stelt vast dat de opleidingen de wettelijke instroomeisen hanteren. Daarbij

plaatst het auditteam de opmerking dat het niveau waarmee studenten binnenkomen (ook

volgens de opleidingen) niet altijd voldoende is om uit te kunnen gaan van een consistent

instroomniveau. De opleidingen oriënteren zich op mogelijke instrumenten om het

instroomniveau op peil te brengen. De diagnostische toets is daar een voorbeeld van. Het

auditteam stelt vast dat de opleidingen werken aan het verbeteren van de aansluiting tussen

de vooropleiding en de hbo- bacheloropleiding. Het auditteam is positief over de

instrumenten die de opleidingen daarvoor willen hanteren. De follow-up van de diagnostische

toets behoeft nog aandacht.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen, overwegingen en kanttekeningen ten aanzien van

de diagnostische toets en het verbeteren van de inhoudelijke aansluiting op de

vooropleidingen komt het auditteam tot het oordeel voldoende voor alle drie de opleidingen.

Duur (facet 2.6)

De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum:

hbo-bachelor: 240 studiepunten/european credit points.

Bevindingen

• In het curriculumoverzicht is te zien dat alle opleidingsprogramma’s 240 EC omvatten

en dat de EC gelijkmatig over de studiejaren zijn verdeeld.

Overwegingen

Het auditteam constateert dat de 2e graads lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en

Nederlands voldoen aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum

van 240 studiepunten.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het

oordeel voldaan voor alle drie de opleidingen.

Afstemming tussen vormgeving en inhoud (facet 2.7)

Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen.

De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.

Page 28: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 28/83

Bevindingen

• De opleidingen hanteren het competentiegericht opleiden als didactisch uitgangspunt.

Studenten leren om kennis, vaardigheden en houdingen geïntegreerd te gebruiken in

complexe beroepssituaties. De studenten verwerven de competenties zoveel

mogelijk zelfstandig. Zij zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces.

(Opleidingsconstruct en didactisch profiel, 2e graads lerarenopleidingen talen van de

AF, UNA 2008).

• In het programma is sprake van een duidelijke opbouw van kennisverwerving,

praktijkvorming en zelfstandig leren. De eerste studiejaren zijn de onderwijseenheden

docentgestuurd. In de hoofdfase en vervolgens in de afstudeerfase, maakt het

docentgestuurd leren langzamerhand plaats voor studentgestuurd leren.

• Naast het competentiegericht leren speelt het opleidingsconstruct (vakmanschap en

meesterschap) een belangrijke rol in de opleidingsprogramma’s. In de

beroepsvormende pijler (meesterschap) maakt de student zich theorieën eigen en

traint hij vaardigheden. In de vakpijler ondergebracht in de CV-lijn, bekwaamt de

student zich in de taal (vakmanschap). In het curriculum van de lerarenopleidingen is

sprake van de zogenaamde dubbelebodemdidactiek. Dit houdt in dat de student op

de opleiding ervan bewust wordt gemaakt, dat zijn toekomstige leerlingen tijdens zijn

lessen zullen ervaren wat hij nu zelf ondergaat als student.

• Binnen het onderwijs hanteren de opleidingen relevante werkvormen waarmee op

een gewenste manier de vereiste competenties kunnen worden verworven.

Werkvormen zijn gevarieerd en sluiten aan op de module-inhoud en de studiefase.

Het auditteam stelt vast dat de opleidingen diverse werkvormen gebruiken,

waaronder collegiale consultatie, reflectie, trainingen, hoorcolleges, projectgroepen,

verzorgen van minilessen en aanleggen van leesdossiers.

• Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de afwisseling in

werkvormen die de opleidingen hanteren. Studenten geven aan dat er veel aandacht

is voor het zelf leren toepassen wat zij in de les aangeboden krijgen.

• Uit het STO 2010 blijkt dat studenten tevreden zijn over de afwisseling aan

werkvormen die de opleiding biedt.

Overwegingen

Het auditteam stelt vast dat het didactisch concept van de opleidingen adequaat is om de

eindkwalificaties van de opleidingen te bereiken. Het aangeboden onderwijs past bij de

doelstellingen van de opleidingen. De opleidingen maken gebruik van een breed palet aan

werkvormen, waarin het principe van de dubbelebodemdidactiek het uitgangspunt is.

Studenten tonen zich tevreden over de afwisseling in werkvormen in de opleidingen.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het

oordeel goed voor alle drie de opleidingen.

Page 29: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 29/83

Beoordeling en toetsing (facet 2.8)

Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de

leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.

Bevindingen

• De AF gaat in haar toetsbeleid uit van het Raamwerk toetsbeleid – UNA, maart 2008.

Het raamwerk is door AF uitgewerkt in de notitie Toetsbeleid Algemene Faculteit, juni

2010.

• Elke onderwijseenheid wordt afgesloten met een toets. De opleidingen hanteren voor

elke leerlijn andere toetsvormen. De conceptuele en vaardighedenlijn kent

schriftelijke en mondelinge toetsen, presentaties en rollenspelen. De integrale leerlijn

kent onder andere het plan van aanpak, het projectverslag en het beroepsproduct. In

de werkervaringslijn produceren de studenten leerverslagen, intervisieverslagen en

beroepsproducten. De studieloopbaanlijn kent een reflectieverslag, assessment en

portfolio.

• De opleidingen maken gebruik van diverse soorten tentamens, zoals tentamens met

open vragen, openboektentamens, mondelinge tentamens, presentaties, het

opstellen van verslagen. Deze tentamens worden nagekeken aan de hand van

correctiemodellen en normeringen. De beoordelingscriteria worden van tevoren in de

modulebeschrijving bekend gemaakt. Het auditteam heeft verschillende

beoordelingen bestudeerd en stelt vast dat de opleidingen adequaat beoordelen.

• Op drie momenten in de opleiding toont de student zijn competentieontwikkeling aan.

Aan het einde van de propedeusefase, aan het einde van de hoofdfase en aan het

einde van de opleiding.

o In een één uur durend assessment met twee gecertificeerde assessoren

bespreekt de student aan het einde van de propedeuse zijn portfolio.

Houdingsaspecten hebben in dit assessment een belangrijke plaats. Tijdens

bijeenkomsten in de studieloopbaanlijn wordt de student op dit gesprek

voorbereid.

o Aan het einde van de hoofdfase legt de student in de praktijk van de

stageschool een proeve van bekwaamheid af. Daartoe wordt aan de

assessoren een lesvoorbereiding ingeleverd, de les uitgevoerd in hun bijzijn

en volgt een nabespreking. Van dit assessment ontvangt de student een

beoordeling die beslissend is voor de doorstroming naar de afstudeerfase.

Tijdens de bijeenkomsten van de werkervaringslijn wordt de student hierop

voorbereid.

o Aan het eind van de opleiding neemt de student deel aan het assessment

startbekwaam op basis van het onderzoeksverslag van het

afstudeeronderzoek en het beoordelingsportfolio (zie facet 6.1).

• Studenten kunnen aan de assessments deelnemen als is voldaan aan de

voorwaarden zoals opgenomen in de verschillende assessmenthandleidingen. In de

Handleiding assessment startbekwaam, Handleiding propedeuse-assessment en

handleiding werkplekassessment (allen juni 2010) is beschreven wat er van de

student wordt verwacht, hoe hij zich kan voorbereiden op het assessment, welke

soort vragen hij kan verwachten en waaruit de beoordeling bestaat. Op het

Page 30: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 30/83

beoordelingsformulier vindt een koppeling plaats met de competenties en leerdoelen.

Het auditteam is positief over de opzet van het beoordelingsformulier.

• De docent verzorgt bij zijn onderwijseenheid een toets, hertoets, correctiemodellen

en beoordelingscriteria. Als uitgangspunten daarbij gelden de leerdoelen, zoals

opgenomen in de modulebeschrijvingen. De opleidingen zijn bezig met de

ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren bij de toetsing, zodat ook vooraf de kwaliteit

van toetsen gemeten kan worden. Om de kwaliteit van toetsing en beoordeling verder

te verbeteren, wordt in het studiejaar 2010-2011 een cursus toetsconstructie

georganiseerd.

• De opleidingen zijn vertegenwoordigd in de faculteitsbrede examencommissie. Vanuit

elke afdeling van de faculteit heeft er iemand zitting in de examencommissie. De

decaan is voorzitter van de examencommissie, conform regelgeving in de LUNA3. De

AF heeft daar ‘technisch’ voorzitter van gemaakt, om belangenverstrengeling te

voorkomen. De taken van de examencommissie zijn beschreven in de Onderwijs- en

Examenregeling 2010-2011 en in De examencommissie van de AF, 2010. Uit het

gesprek met de examencommissie blijkt dat de examencommissie in februari 2010 in

de huidige samenstelling gestart is. De werkzaamheden bestaan met name uit

vaststellen of een student geslaagd is, het behandelen van aanvragen voor

vrijstellingen en het behandelen van fraudegevallen.

• De kwaliteit van toetsing en beoordeling wordt bij schriftelijke tentamens als volgt

geborgd: tentamen en hertentamen worden uiterlijk in de zesde week van de

desbetreffende periode ter toetsing ingeleverd bij de coördinator talen waarbij vooral

wordt gekeken in hoeverre de toetsen conform de modulebeschrijving zijn

samengesteld. De coördinator doet verslag aan de examencommissie. De kwaliteit

van de examens wordt één maal per jaar ter bespreking op de agenda geplaatst. Het

auditteam stelt vast dat het beoordelen van de toetsen gebeurt als docenten toetsen

aanleveren. Er wordt niet pro-actief of steekproefsgewijs gecontroleerd op

toetskwaliteit. Daarnaast zijn er geen standaardcriteria waar de toetsen op worden

beoordeeld. Het controleren van de toetsen in de opleidingen bevindt zich in een

beginstadium, zo stelt het auditteam vast.

• In de vierde week van de volgende periode krijgt de student gelegenheid tot inzage in

en feedback door de docent op het beoordeelde werk. Daarvoor maken de docenten

zelf een afspraak met hun studenten over de uitvoering hiervan (Studiegids

collegejaar 2010-2011).

• Het auditteam heeft van elke opleiding verschillende toetsen bestudeerd en stelt vast

dat de toetsen goed aansluiten op de leerdoelen. Er zijn heldere criteria en de

toetsen zijn een adequate vertaling van de doelstellingen. Ook de inhoud van de

toetsen en de opdrachten vindt het auditteam getuigen van voldoende niveau en

diepgang. Studenten krijgen te maken met verschillende soorten relevante toetsen

zoals kennistoetsen voor theorievakken en assessments om vaardigheden te

toetsen.

3 Landsverordening Universiteit Nederlandse Antillen

Page 31: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 31/83

• Studenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat de criteria vooraf helder

zijn. Zij volgen in het derde jaar van de opleiding het vak toetsconstructie, waardoor

zij zelf inzicht krijgen in het juist opstellen van een toets. Studenten geven in het

gesprek met het auditteam aan dat zij daarna wel eens kritiek hebben op de toetsen

van de docenten. Zij melden daarnaast dat deze kritiek altijd bespreekbaar is met de

docent.

• Studenten zijn redelijk tevreden over de feedback die zij van docenten ontvangen.

Over de manier van toetsen en beoordelen zijn de studenten positief. Het tijdig

aanleveren van tentamens door docenten is een punt van aandacht, evenals het tijdig

inleveren van toetsresultaten (STO 2010). In het STO 2010 wordt bevestigd dat

studenten vinden dat de toetsing aansluit op het onderwijs en dat de tentamens de

leerstof dekken.

Overwegingen

De opleidingen maken sinds kort meer tijd voor het controleren van de toetsen. Er is geen

separate toetscommissie, maar de coördinator talen (lid van de examencommissie) voert de

controle op de toetsen uit. In de nabije toekomst krijgen docenten scholing specifiek gericht

op toetsconstructie. Het auditteam is positief over de kwaliteit van de toetsen en is tevens

van oordeel dat de opleidingen over een adequaat toetsbeleid beschikken. De borging van

de kwaliteit van toetsing vraagt nog enige aandacht van de opleidingen.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen, overwegingen en kanttekeningen ten aanzien van

de borging van de kwaliteit van de toetsen komt het auditteam tot het oordeel voldoende

voor alle drie de opleidingen.

Samenvattend oordeel Programma

Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp

‘Programma’ positief.

2.3 Inzet van personeel

Eisen hbo (facet 3.1)

Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt

tussen de opleiding en de beroepspraktijk.

Bevindingen

• Binnen de AF worden vaste docenten (taaldeskundigen en onderwijskundigen) en

gastdocenten (lokale en internationale docenten die werkzaam zijn in de

beroepspraktijk) ingezet. De vaste docenten vormen de kern van de AF. Zij sturen

door hun coördinerende activiteiten de gastdocenten aan. De wijze van begeleiding

van en voorwaarden voor gastdocenten zijn vastgelegd in de Beleidsnotitie inzet

gastdocenten, UNA 2006.

Page 32: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 32/83

• Gastdocenten verzorgen onderwijs, begeleiden studenten en ontwikkelen

onderwijseenheden. Door de inzet van deze docenten wordt gegarandeerd dat er

veelvuldig verbindingen tussen theorie en praktijk worden gelegd.

• Docenten blijven op de hoogte van de (actuele) beroepspraktijk via begeleiding van

studenten bij stage en afstuderen, bezoeken aan de stagescholen, overleg met de

beroepenveldcommissie en overleg met schoolbesturen. Daarnaast nemen docenten

deel aan congressen en studiedagen, zoals het Velon-congres. Onderwijskundigen

combineren dit met bezoeken aan en gesprekken met partners als de Hogeschool

van Amsterdam.

• Uit de bestudering van de cv’s van de vaste docenten maakt het auditteam op dat de

docenten relevante werkervaring hebben opgedaan in het beroepenveld alvorens zij

bij de UNA als docent zijn aangesteld.

• Docenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij door de contacten met

de gastdocenten en hun rol als stage- en afstudeerbegeleider tevens op de hoogte

blijven van de actuele ontwikkelingen in het werkveld. Ook studenten dragen daar

een steentje aan bij door ervaringen uit hun stagepraktijk in de lessen in te brengen.

• Studenten beoordelen de actuele vakkennis van docenten en gastdocenten positief in

het STO 2010. Studenten bevestigen dit beeld in het gesprek met het auditteam.

Docenten zetten hun eigen ervaringen (vaak diezelfde dag in hun werk opgedaan) als

casus in de lessen in.

Overwegingen

Het auditteam stelt op basis van het bestuderen van de cv’s en de gesprekken vast dat de

docenten van de opleidingen de verbinding tussen de opleiding en de beroepspraktijk weten

te leggen. Docenten zijn op de hoogte van relevante ontwikkelingen in het beroepenveld, zo

blijkt uit de gesprekken met het auditteam. Studenten zijn positief over de actuele cases die

de docenten inbrengen in de lessen.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het

oordeel goed voor alle drie de opleidingen.

Kwantiteit personeel (facet 3.2)

Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te

verzorgen.

Bevindingen

• In het studiejaar 2010-2011 bestaat de staf van de 2e graads lerarenopleidingen talen

uit zeven vaste docenten, van wie er twee in deeltijd werkzaam zijn (6,8 fte).

Daarnaast wordt 10 fte ingevuld door gastdocenten. De vaste docenten zijn

verantwoordelijk voor de uitvoering en verdere ontwikkeling van het curriculum. Het

team van vaste docenten wordt per onderwijsperiode aangevuld met gastdocenten.

• In de taallijn worden de docenten over het algemeen taalspecifiek ingezet, terwijl in

de beroepsvormende lijn de docenten opleidingsoverstijgend worden ingezet. Dit

Page 33: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 33/83

maakt het berekenen van de docent-studentratio per opleiding niet mogelijk.

Gemiddeld over alle 2e graads lerarenopleidingen is de docent-studentratio 1:11.

• Vaste stafdocenten besteden gemiddeld veertig procent van hun tijd aan onderwijs.

Gastdocenten worden uitsluitend ingezet op onderwijs.

• Het ziekteverzuim wordt op faculteitsniveau geregistreerd. In het kalenderjaar 2009

was het ziekteverzuim drie procent.

• Op basis van de bestudeerde documenten, zoals het zelfevaluatierapport, constateert

het auditteam dat de werkdruk onder vaste medewerkers hoog is. De oorzaak

hiervan ligt in de vele ontwikkelingen die de laatste jaren binnen de faculteit hebben

plaatsgevonden en nog gaande zijn.

• Het auditteam vindt de verhouding tussen vaste docenten en gastdocenten

opvallend, maar wel passend bij de situatie waarin de UNA zich bevindt. Uit ervaring

in de afgelopen jaren blijkt deze aanpak te werken voor de opleidingen. De

gastdocenten hebben een kleine aanstelling, maar zijn vaak lang trouw aan de

opleidingen. De gastdocenten ontvangen steeds een tijdelijk contract bij aanstelling.

• Uit het gesprek met studenten blijkt dat de docenten goed bereikbaar zijn. Zowel

vaste docenten als gastdocenten hebben voldoende tijd voor het beantwoorden van

vragen van de studenten.

• Uit het STO 2010 blijkt dat studenten positief zijn over het contact dat zij met de

docenten hebben, zowel tijdens als na de les.

Overwegingen

De opleidingen beschikken over een gunstige docent-studentratio en een laag ziekteverzuim.

De vaste docenten hebben een hoge taakbelasting, mede door de vele ontwikkelingen die

de laatste jaren plaatsvonden en nog gaande zijn. Het auditteam stelt vast dat dat de

verhouding tussen de vaste- en gastdocenten passend is voor de situatie bij de UNA.

Studenten zijn positief over de bereikbaarheid van docenten en gastdocenten.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het

oordeel goed voor alle drie de opleidingen.

Kwaliteit personeel (facet 3.3)

Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische

realisatie van het programma.

Bevindingen

• Op basis van de bestudeerde cv’s constateert het auditteam dat de vaste staf van de

2e graads lerarenopleiding wordt gevormd door academisch gekwalificeerde

medewerkers in het domein van de talen of de onderwijskunde. De gastdocenten zijn

ten minste opgeleid op hbo-bachelor niveau. Eén docent Nederlands is bezig met

een promotietraject.

Page 34: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 34/83

• Het auditteam stelt op basis van de cv’s vast dat alle vakken afgedekt worden met de

huidige personele bezetting. Door de kleinschaligheid van de opleidingen is het team

wel kwetsbaar wanneer vervanging nodig is.

• Docenten blijven op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied door het lezen

van vakliteratuur, deelname aan discussiefora op internet en door bezoeken aan

congressen. Het auditteam stelt vast dat docenten goed op de hoogte zijn van

ontwikkelingen binnen de eilandcontext. De ontwikkelingen op het vakgebied binnen

bijvoorbeeld Europa (ERK en Europees taalportfolio) behoeven nog aandacht van de

docenten, zo blijkt uit het gesprek met de docenten.

• Het auditteam heeft op het gebied van personeelsbeleid geen overkoepelende missie

of visie in een beleidsplan aangetroffen. Het auditteam heeft wel geconstateerd dat

de opleidingen verschillende onderdelen op het gebied van personeelsmanagement

uitvoeren. Zo is er een gesprekscyclus met medewerkers, zijn er

functiebeschrijvingen en vindt professionalisering van docenten plaats.

• Jaarlijks wordt een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek gevoerd met

vaste medewerkers. Dit gebeurt aan de hand van de Handleiding & Regeling:

Beoordelings- en Ontwikkelsysteem (December 2002, herzien 2010). Tijdens het

functioneringsgesprek wordt in het format studieregeling vastgelegd aan welke

scholing de docent gaat deelnemen. Het professionaliseringsbeleid wordt de

komende jaren verder uitgewerkt en geformaliseerd.

• Professionalisering van de vaste staf bestaat de laatste jaren uit trainingen op het

gebied van het afnemen van een assessment, studieloopbaanbegeleiding en

competentiegericht leren. Zo beschikt de AF over een aantal gecertificeerde

assessoren en een aantal trainers voor het opleiden van assessoren. Docenten

kunnen gebruik maken van de studieregeling van de UNA. De regeling faciliteert in

het volgen van opleidingen en cursussen binnen en buiten de universiteit.

• De Algemene Faculteit beschikt over een onderzoeksplan (Onderzoeksprogramma

Algemene Faculteit, februari 2008). De inzet van hoogleraren (op het gebied van

literatuurwetenschap en literatuurgeschiedenis en op het gebied van taalkunde, in het

bijzonder Papiamentu) zorgt ervoor dat de onderzoekscomponent en de

onderzoeksresultaten geïntegreerd kunnen worden in het aangeboden onderwijs.

• De borging van de kwaliteit van de gastdocenten gebeurt in eerste instantie bij de

selectie van deze docenten op basis van hun vakinhoudelijke expertise en

didactische kwaliteiten en tijdens de overlegstructuren binnen de leerlijnen. Wanneer

een gastdocent minder goed scoort in de evaluaties, worden in een gesprek met de

decaan verbeteracties geformuleerd. Uit het gesprek met studenten blijkt dat als een

gastdocent niet naar behoren functioneert, hij of zij in het vervolg niet meer ingezet

wordt.

• Het auditteam vindt het positief dat, door de inzet van veel verschillende

gastdocenten, studenten de leerstof vanuit verschillende invalshoeken leren kennen

en aangeboden krijgen. Het opleidingsmanagement geeft daarbij aan dat het

aansturen van de verschillende gastdocenten veel tijd vraagt van de coördinatoren.

Page 35: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 35/83

• Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de kwaliteit van de

docenten. Studenten oordelen positief over zowel de vakinhoudelijke als de

didactische kwaliteiten van de docenten.

• Studenten geven in het STO 2010 aan dat zijn tevreden zijn over de didactische

bekwaamheid van zowel vaste docenten als gastdocenten.

Overwegingen

Het auditteam stelt vast dat de opleidingen gekwalificeerde docenten inzetten die goed op de

hoogte zijn van ontwikkelingen in het vakgebied binnen de eilandcontext. Daarnaast blijkt uit

gesprekken en materiaalbestudering dat de opleidingen verschillende acties uitvoeren die

met personeelsmanagement (en het borgen van kwaliteit van docenten) te maken hebben.

Het auditteam vraagt aandacht voor een overkoepelend personeelsbeleid waarin de missie

of visie van de opleidingen ten opzichte van personeelsmanagement is uitgewerkt.

Daarnaast vraagt het auditteam aandacht voor de uitwerking van een

professionaliseringsbeleid voor docenten.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen, overwegingen en kanttekeningen ten aanzien van

het personeels- en professionaliseringsbeleid komt het auditteam tot het oordeel voldoende

voor alle drie de opleidingen.

Samenvattend oordeel Inzet van personeel

Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp

‘Inzet van personeel’ positief.

2.4 Voorzieningen

Materiële voorzieningen (facet 4.1)

De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.

Bevindingen

• Ondersteunende diensten ontwikkelen het voorzieningenbeleid op UNA-niveau. Dit is

vastgelegd in het Beleidsplan Facilitaire Dienst 2006-2010. De opleidingen kunnen

daarop invloed uitoefenen door hun wensen aan te geven. De UNA beschikt over

verschillende algemene voorzieningen voor studenten.

- Het Computer Centrum ondersteunt studenten met technische faciliteiten, zoals

draadloos internet, registratie, printen en scannen. In de computerlokalen kunnen

studenten op computers werken aan projecten, verslagen en eindscripties.

Daarnaast kunnen studenten hun eigen laptop aansluiten.

- De afdeling Studentenadministratie en Informatievoorziening verzorgt de

inschrijving, herinschrijving, uitschrijving, schoolverklaringen en de

cijferadministratie. Cijfers worden gepubliceerd op ProgRESS WWW.

- UNA heeft een Career Center dat studenten de mogelijkheid biedt om binnen of

buiten de UNA stage te lopen, het verzorgt sollicitatietrainingen voor studenten en

Page 36: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 36/83

beheert een database met bedrijven die op zoek zijn naar studenten die een

parttime baan, stageplek of afstudeerplek nodig hebben. Voor (pas)

afgestudeerden heeft het Center vacatures van bedrijven.

- Studenten (bijvoorbeeld van andere eilanden) kunnen gebruik maken van de

studentenhuisvesting op het UNA-terrein en daarnaast zijn er

maaltijdvoorzieningen. Verder heeft UNA diverse sportfaciliteiten en een eigen

sportvereniging S.V.U.N.A.

• In het Library and Research Services Beleidsplan 2009-2010 zijn de doelstellingen

voor de bibliotheek beschreven. Jaarlijks is er een afdelings-/coördinatorenoverleg en

overleg met docenten en gastdocenten voor afstemming over de benodigde literatuur

en het studiemateriaal. Het auditteam heeft een bezoek gebracht aan de bibliotheek

en is aldaar rondgeleid. Het auditteam stelt vast dat de studenten via de bibliotheek

over voldoende actuele boeken, vakliteratuur, elektronische media en studiemateriaal

beschikken. Studenten kunnen daarnaast het op de stagescholen gebruikte

lesmateriaal lenen bij de Fundashon pa material pa skol. De bibliotheek heeft

bijvoorbeeld abonnementen op tijdschriften als: OVO, Didactief, van 12 tot 18,

Harvard Journal, English Teaching Forum, Levende Talen Magazine en Levende

Talen Tijdschrift. Databases kunnen ter plekke worden geraadpleegd in de studiezaal

en op de studiewerkplekken. De bibliothecaris verzorgt in overleg met de opleidingen

cursussen voor studenten in het vinden en verwerken van informatie. Het auditteam

is positief over de leerlijn die ontwikkeld is door de bibliotheek. De leerlijn loopt door

het gehele curriculum van de opleidingen heen en brengt studenten kennis over het

vinden en toepassen van informatiebronnen bij.

• De lesruimtes variëren in omvang en inrichting en zijn geschikt voor groepen van

twee tot tweehonderd personen. Studenten maken veel gebruik van de

studentwerkplekken in de gebouwen en in de open lucht (in de schaduw van bomen).

Vaste medewerkers beschikken over een eigen werkruimte. Iedere medewerker heeft

een eigen computer of een laptop met internetverbinding.

• Het computercentrum zorgt voor ondersteuning op het gebied van ICT en moderne

media. De UNA beschikt over vijf computerlokalen (105 computers) en een draadloos

netwerk. Het aantal vaste computers is voldoende, omdat ruim 90 procent van de

studenten beschikt over een eigen laptop. Op de UNA zijn in ruime mate

studieplekken voor studenten aanwezig met aansluitingen voor laptops.

• BlackBoard is de elektronische leeromgeving van de UNA. Via BlackBoard krijgen

studenten informatie over roosters, afwijkingen van roosters, mededelingen,

documenten behorende bij bepaalde onderwijseenheden en de resultaten van

toetsen. ProgRESS is het studentenvoortgangsregistratiesysteem.

• Het auditteam is rondgeleid over de campus en heeft de lokalen van AF bekeken. De

lokalen zijn prima geoutilleerd voor het verzorgen van onderwijs. Het is het auditteam

wel opgevallen dat in geen van de lokalen een digitaal schoolbord aanwezig is. In het

gesprek met vertegenwoordigers van het werkveld en alumni blijkt dat zij het leren

gebruiken van een dergelijk bord als een verbeterpunt van de opleiding zien en zullen

bespreken in het volgende wederzijdse overleg. In het lokale werkveld beschikken

scholen regelmatig over digitale schoolborden.

Page 37: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 37/83

• Studenten geven in het STO 2010 aan tevreden te zijn over de voorzieningen van de

opleidingen.

Overwegingen

De opleidingen beschikken over voldoende voorzieningen om het onderwijs te kunnen

verzorgen. Het auditteam is positief over de algemene UNA-voorzieningen, voorzieningen in

de bibliotheek en de BlackBoardvoorzieningen. Het auditteam is van oordeel dat de

invoering en het gebruik van digitale schoolborden bij kan dragen aan het wegnemen van

door het werkveld en de alumni aangegeven verbeterpunten in dezen.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen, overwegingen en kanttekeningen ten aanzien van

een digitaal bord, komt het auditteam tot het oordeel voldoende voor alle drie de

opleidingen.

Studiebegeleiding (facet 4.2)

De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op

de studievoortgang.

De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van

studenten.

Bevindingen

• De faculteit heeft een SLB-coördinator die belast is met het aansturen van de SLB’ers

en de inhoud van SLB. Afstemming tussen de SLB’ers vindt plaats tijdens de

periodieke overleggen. De SLB’er houdt bijeenkomsten met studenten in de grote

groep, evenals subgroepen en ook individueel.

• Alle studenten worden tijdens hun studie begeleid door speciaal voor dit doel

opgeleide gastdocenten. Centraal in de studieloopbaanbegeleiding (SLB) staat de

competentieontwikkeling van de student die in een ontwikkelingsportfolio door de

student wordt bijgehouden.

• Naast de studieloopbaanbegeleiding kent de faculteit stage- en afstudeerbegeleiding.

Bij stage en afstuderen worden de studenten begeleid conform de richtlijnen

opgenomen in de stagegidsen en het afstudeerbeleid. De stagebegeleiding is in

handen van de instituutsbegeleiders. De werkplekbegeleider draagt zorg voor de

begeleiding van de student op de stageplek. Voor het afstuderen wordt door de

decaan een begeleider uit de vaste staf aangewezen.

• De opleidingen zetten voor de informatievoorziening verschillende media in. Bij de

start van het collegejaar zijn er voorlichtingsbijeenkomsten. De meeste informatie

wordt verspreid via de website van de UNA (Studiegids) en BlackBoard. Op

BlackBoard zijn beleids- en onderwijskundige documenten geplaatst evenals

roosters, toetsinformatie, cijfers en mededelingen. Verder worden vacatures en

stageplaatsen van binnen en buiten de UNA op BlackBoard vermeld.

Page 38: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 38/83

• Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de studiebegeleiding.

Studenten kunnen altijd bij een docent of begeleider terecht. Studenten zijn positief

over de persoonlijke aandacht in de studieloopbaanbegeleiding die gericht is op hun

specifieke situatie.

• Studenten zijn in het STO 2010 positief over de informatievoorziening. Ten opzichte

van het STO 2008 is de score flink verbeterd. De opleidingen hebben destijds

verbeteracties ingezet zoals het stimuleren van het gebruik van BlackBoard en

sneller bekend maken van resultaten.

Overwegingen

Het auditteam stelt vast dat de studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten op

orde is. De opleidingen kennen goed functionerende vormen van zowel begeleiding als

informatievoorziening. Studenten zijn tevreden over de begeleiding en de SLB.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het

oordeel goed voor alle drie de opleidingen.

Samenvattend oordeel Voorzieningen

Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp

‘Voorzieningen’ positief.

2.5 Interne kwaliteitszorg

Evaluatie resultaten (facet 5.1)

De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen.

Bevindingen

• De AF heeft haar interne kwaliteitsbeleid in de nota Systeem Interne Kwaliteitszorg,

2009 beschreven. In de nota zet de AF uiteen hoe zij de opleidingen periodiek

evalueert. De AF sluit hiermee aan op de kwaliteitsaanpak van de UNA. De UNA

heeft het kwaliteitsbeleid vastgelegd in de nota Het kan altijd beter (Beleidskader

kwaliteitszorg UNA 2006-2010). Het kwaliteitsbeleid sluit aan bij de strategische

doelen van de UNA zoals opgenomen in het strategisch plan.

• De opleidingen hanteren de volgende streefcijfers bij een vierpuntsschaal: scores

tussen 2,5 en 3,0 zijn matig, scores onder de 2,5 zijn reden voor bespreking en

verbetering.

• Het auditteam stelt vast dat de opleidingen verschillende evaluatie-instrumenten

hanteren: studententevredenheidsonderzoek, exitgesprekken, stage-evaluatie en

functionerings- en beoordelingsgesprekken. In het zelfevaluatierapport is de

frequentie van elke evaluatie overzichtelijk uitgewerkt.

• In aanvulling op de evaluaties zijn er overleggen in het leven geroepen: overleg in de

pijler vakmanschap, overleg in de pijler meesterschap, gastdocentenoverleg, overleg

met de BVC, overleg met schoolbesturen, SLB-overleg en WER-overleg. Met ingang

Page 39: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 39/83

van januari 2010 worden schriftelijke evaluaties verder aangevuld met mondelinge

evaluaties van studentenpanels. Inmiddels hebben twee studentenpaneloverleggen

plaatsgevonden (januari 2010 en november 2010).

• Alle overleggen worden gevoerd volgens de principes van de PDCA-cyclus: de

thema’s worden besproken, afspraken worden genotuleerd, uitgevoerd en

teruggekoppeld naar het wekelijks overleg van de staf. Tijdens het stafoverleg wordt

gekeken naar de stand van zaken. Afhankelijk daarvan volgt een herhaling van

stappen, dan wel accordering van de besluiten, die volgens afspraak worden

geïmplementeerd. Deze implementatie wordt op termijn weer besproken in de staf en

in het betreffende overleg en bijgesteld wanneer dat nodig blijkt.

• De decaan van de AF is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en

onderzoek. De opleidingscoördinator is verantwoordelijk voor de uitvoering van het

kwaliteitsbeleid.

Overwegingen

De opleidingen sluiten aan bij het systeem voor interne kwaliteitszorg van de faculteit, dat is

geënt op de uitgangspunten van de instelling. Het auditteam stelt vast dat de opleidingen

door middel van diverse evaluatie-instrumenten toetsen in hoeverre betrokkenen tevreden

zijn over de gedefinieerde kwaliteitsaspecten van de opleiding.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het

oordeel goed voor alle drie de opleidingen.

Maatregelen tot verbetering (facet 5.2)

De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen

die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen.

Bevindingen

• Eén van de centrale uitgangspunten in de nota Systeem Interne Kwaliteitszorg, 2009

is dat, als evaluaties daartoe aanleiding geven, deze altijd moeten leiden tot

aantoonbare verbetermaatregelen. De uitkomsten van de evaluaties worden

besproken met diverse betrokkenen. Uiteindelijk worden beslissingen ten aanzien

van uit te voeren verbeteracties tijdens het wekelijks overleg van de staf genomen.

Daarin speelt de medewerker die met kwaliteitszorg is belast de centrale rol.

• Het auditteam heeft notulen van de teamoverleggen bestudeerd en stelt vast dat

sinds begin 2010 de notulen voorzien zijn van een actielijst. In de actielijst is

opgenomen wie wanneer welke actie uitgevoerd moet hebben. Het auditteam is

positief over de heldere weergave van verbeteracties. Het auditteam heeft een

minder helder beeld van de verbeteracties die uitgevoerd worden naar aanleiding van

uitkomsten van evaluaties.

Page 40: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 40/83

• Voorbeelden van verbeteracties die in de loop der jaren zijn uitgevoerd:

o BlackBoard wordt structureler en intensiever gebruikt in de communicatie met

studenten;

o De studentenpanels zijn sinds 2010 twee keer bij elkaar geweest;

o De modulebeschrijvingen zijn gestandaardiseerd.

• Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij positief zijn over de verbeteringen die de

opleidingen doorvoeren. Studenten geven aan dat verbeteringen snel tot stand

komen. Het auditteam stelt vast dat verbeteringen soms zo snel uitgevoerd worden

dat het moeilijk traceerbaar is waar en door wie het besluit genomen is.

• Uit het STO 2010 blijkt dat studenten matig tevreden zijn over de wijze waarop zij

geïnformeerd worden over de uitkomsten van evaluaties. De score is ten opzichte

van het STO 2008 wel verbeterd. De opleidingen geven aan dat de inzet van

studentenpanels moet leiden tot verbetering van de informatievoorziening naar

studenten.

Overwegingen

Het auditteam heeft een positief beeld over de acties die de opleidingen uitvoeren om de

opleidingen te verbeteren. Het auditteam heeft een groot verbeterbewustzijn geconstateerd.

Het auditteam merkt op dat het vastleggen van verbeteracties naar aanleiding van evaluaties

en de wijze waarop studenten geïnformeerd worden over uitkomsten van evaluaties

aandacht vraagt.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen, overwegingen en kanttekeningen ten aanzien van

het vastleggen van verbeteracties en het informeren van studenten over uitkomsten van

evaluaties, komt het auditteam tot het oordeel voldoende voor alle drie de opleidingen.

Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld (facet 5.3)

Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend

beroepenveld van de opleiding actief betrokken.

Bevindingen

• De rol van de medewerkers, gastdocenten, studenten, alumni en de diverse in- en

externe overlegorganen wordt in het Systeem Interne Kwaliteitszorg, 2009

aangegeven.

• De vaste medewerkers zijn betrokken bij de verbetering van de kwaliteit van de

opleidingen via het wekelijks teamoverleg. Ook worden medewerkers door middel

van module-evaluaties betrokken bij het kwaliteitsbeleid. Gastdocenten zijn vooral bij

kwaliteitsverbetering van de onderwijseenheden betrokken. De gastdocenten worden

twee maal per studiejaar voor een docentenbijeenkomst bijeengeroepen. Daarnaast

hebben de gastdocenten overleg met de coördinator van hun domein. Er heeft nog

geen medewerkerstevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. Dit onderzoek wordt

UNA-breed afgenomen, in 2011 voor de eerste maal. Onder de gastdocenten wordt

Page 41: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 41/83

wel jaarlijks een tevredenheidsmeting gehouden. Het auditteam vindt het positief dat

gastdocenten bevraagd worden over hun tevredenheid over de werkzaamheden.

• Studenten hebben inspraak via de Studentenraad van de UNA en via de

Faculteitsraad. Daarnaast vullen studenten verschillende evaluaties in en nemen ze

deel aan studentenpanels. Studenten hebben ook op informele wijze hun inbreng in

de kwaliteit van de opleidingen door de laagdrempelige contacten met docenten.

• De opleidingen hebben goed contact met hun alumni. Zij treden onder meer op als

werkplekbegeleider en gastdocent. Eind 2009 is voor het eerst een

alumnibijeenkomst gehouden. Het auditteam heeft geen visie of alumnibeleid

aangetroffen.

• Het werkveld is betrokken bij de opleidingen door de beroepenveldcommissie, door

bezoeken van stage- en afstudeerbegeleiders en via gastdocenten. Verder heeft de

faculteit regelmatig overleg met de schoolbesturen en leggen de instituutsbegeleiders

bezoek aan de stagescholen af. Door de kleinschaligheid van de AF en de

eilandgemeenschap vinden naast de formele contacten met het werkveld ook veel

informele contacten plaats.

Overwegingen

Het auditteam stelt vast dat medewerkers, studenten, alumni en vertegenwoordigers van het

werkveld betrokken worden bij de kwaliteitszorg van de opleidingen. Het auditteam heeft

daarbij een aantal kanttekeningen. Zo is het medewerkerstevredenheidsonderzoek nog niet

uitgevoerd en is er geen geformaliseerd alumnibeleid. Het auditteam stelt wel vast dat alumni

op informele wijze betrokken worden bij de opleidingen.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen, overwegingen en kanttekeningen ten aanzien van

het medewerkerstevredenheidsonderzoek en het alumnibeleid, komt het auditteam tot het

oordeel voldoende voor alle drie de opleidingen.

Samenvattend oordeel Interne kwaliteitszorg

Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp

‘Interne kwaliteitszorg’ positief.

2.6 Resultaten

Gerealiseerd niveau (facet 6.1)

De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde

eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

Bevindingen

• De informatie omtrent de afstudeerfase van de opleidingen is beschreven in

verschillende documenten, namelijk: Toetsbeleid Algemene Faculteit (juni 2010),

Studentenhandleiding Afstudeeropdracht – 2e graadslerarenopleidingen, Handleiding

Page 42: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 42/83

assessment startbekwaam collegejaar 2010-2011 en Algemene praktijkhandleiding

WER-lijn 2010-2011.

• De student mag pas met zijn afstudeerfase beginnen, als hij in de stageschool

succesvol een assessment heeft afgelegd dat is gericht op de praktijk van het

lesgeven.

• Om te kunnen afstuderen moet het afstudeerdossier van de student aan de gestelde

eisen voldoen en moet de student een afsluitend examen afleggen. Het afsluitende

examen bestaat uit een één uur durend assessment (zie ook facet 2.8). Het

assessment vindt plaats in de doeltaal, ten overstaan van twee gecertificeerde

assessoren. De uitgangspunten voor het assessment zijn het beoordelingsportfolio

en het verslag van de afstudeeropdracht van de student. In het beoordelingsportfolio

demonstreert de student zijn competentieontwikkeling gedurende de gehele

opleiding.

• De afstudeeropdracht is geschreven in de doeltaal en omvat een praktijkgericht

onderzoek, doorgaans uitgevoerd op de stageschool. In de afstudeeropdracht past

de student projectmatige en onderzoeksvaardigheden toe. De beoordelingscriteria

hiervoor zijn vastgelegd in de afstudeerhandleiding. Verschillende

afstudeeropdrachten zijn op de diverse praktijkscholen geïmplementeerd.

Voorbeelden daarvan zijn: Taalbeleid op het St. Paulus College en het ontwikkelen

van additioneel materiaal bij de methode Mosaiko (Papiamentu) en de invoering van

het programma ‘English as a second language’ op het Curaçao American

Preparatory school (Engels).

• Na het assessment startbekwaam krijgt de student een assessmentverslag. De

kandidaat ontvangt op die manier een advies om later, in de beroepspraktijk, zijn

competenties verder te ontwikkelen. Dit assessment wordt in 2010-2011 voor het

eerst volgens deze opzet uitgevoerd.

• Op de tweede dag van de visitatie heeft het auditteam presentaties van studenten

bijgewoond. Deze studenten zitten in het afstudeerjaar van de verschillende

opleidingen en hebben het auditteam hun onderzoeksplan voor de afstudeeropdracht

gepresenteerd. Het onderzoek gaat in de meeste gevallen over een aan de praktijk

gerelateerd probleem dat de student op de stageschool is tegengekomen. Studenten

leggen de onderzoeksvraag voor aan de docent, scherpen de onderzoeksvraag

vervolgens aan en maken een plan van aanpak. Het auditteam is van oordeel dat de

studenten relevante onderzoeksvragen hebben opgesteld. Studenten kunnen goed

verwoorden waarom zij een bepaald onderwerp willen uitdiepen en kunnen dit

plaatsen in de eigen competentieontwikkeling. Studenten gaven in de presentaties

blijk van ruime didactische vaardigheden. Het auditteam heeft geen uitwerkingen van

onderzoeksopdrachten (behoudens de plannen van aanpak) uit het huidige vierde

jaar kunnen bestuderen, omdat die nog niet voor handen zijn. Het auditteam heeft

wel onderzoeksopdrachten uit de andere studiejaren gezien en is hier positief over.

Studenten werken aan bruikbare toegepaste onderzoeken en gebruiken daar

relevante literatuur bij. Het auditteam heeft daarom de verwachting dat de

voorliggende onderzoeksopdrachten de positieve lijn doorzetten.

Page 43: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 43/83

• Het auditteam heeft tevens afstudeerwerk in de vorm van een portfolio van

verschillende studenten bestudeerd. Het afstudeerwerk is van studenten die niet het

huidige curriculum hebben gevolgd, daarvan worden in 2010-2011 de eerste

afgestudeerden verwacht. Het auditteam heeft van elke taal verschillende portfolio’s

bestudeerd. Na bestudering heeft het auditteam de bevindingen met elkaar

besproken en daaruit blijkt dat de bevindingen nagenoeg gelijk zijn voor de drie

opleidingen. Het auditteam stelt op basis van het bestudeerde materiaal vast dat de

studenten voldoen aan het hbo-bachelorniveau wanneer zij de opleiding verlaten.

Studenten zijn in staat om aan te tonen dat zij over de benodigde

beroepsvaardigheden beschikken.

o Van de opleiding Nederlands heeft het auditteam twee portfolio’s ingezien.

Beide portfolio’s waren qua organisatie en structuur op niveau. Eén ervan was

qua taalgebruik heel goed, de andere voldoende, zeker gezien de taalsituatie

op het eiland waarbij Nederlands meestal niet de moedertaal van de student

is. In beide gevallen is het C1-niveau duidelijk aan te wijzen.

o Uit de bestudeerde portfolio’s van de opleiding Papiamentu blijkt dat de

studenten beschikken over de competenties die vereist zijn voor de

beroepsuitoefening op het gebied van zowel algemene didactiek als

taaldidactiek, kennis van taal en cultuur (zowel algemeen als specifiek) en het

vermogen tot kritische reflectie. Ook kan het portfolio beschouwd worden als

een tekst waarvoor de student moet beschikken over een taalniveau dat

overeenkomt met C1 binnen het ERK, in die zin dat de student een duidelijke,

goed gestructureerde en gedetailleerde tekst over complexe onderwerpen

produceert en daarbij gebruik maakt van organisatorische structuren en

verbindingswoorden.

o Voor de opleiding Engels geldt dat de student gedurende de opleiding alle

behaalde resultaten in het portfolio verzamelt. Door de omvang van het

portfolio en het ontbreken van de opbouw in taalniveaus in het programma

(vergelijk facet 2.2) is het voor een externe niet meteen inzichtelijk waar een

student het niveau C1 bereikt. Na volledige bestudering van de portfolio’s

concludeert het auditteam dat studenten het C1-niveau wel behalen.

Daarnaast blijkt uit de gesprekken dat het curriculum is ingevuld vanuit een

opbouw van B1 naar C1, dat er in de doeltaal wordt gedoceerd en dat er

verbeterbewustzijn is ten aanzien van het aangeven van opbouw in taalniveau

(facet 2.2).

• Uit het bestuderen van de portfolio blijkt dat studenten hun competentieontwikkeling

van de volledige vier studiejaren in het portfolio samenvoegen. Het auditteam is van

oordeel dat de student bij het afstuderen een keuze uit de veelheid aan bewijs kan

maken om de competenties aan te tonen. Uit het gesprek met docenten over het

toetsen en afstuderen blijkt dat studenten in de afstudeerpresentatie een selectie uit

hun portfolio maken en aan de hand daarvan aantonen dat zij over de competenties

beschikken die nodig zijn om het diploma te behalen.

• Het auditteam heeft tevens de bijbehorende beoordelingsformulieren ingezien. Het

auditteam is positief over de boordeling die de studenten krijgen. Het auditteam had

nagenoeg dezelfde cijfers gegeven. Daarbij merkt het auditteam op dat de

Page 44: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 44/83

geschreven feedback in de huidige vorm summier is. Wanneer het assessment

startbekwaam komend studiejaar is ingevoerd, ontvangt de student een

assessmentverslag op basis waarvan hij of zij zich verder kan ontwikkelen in de

beroepspraktijk. Het auditteam is positief over deze opzet.

• Vertegenwoordigers uit het werkveld geven in het gesprek met het auditteam blijk van

hun tevredenheid over de kwaliteit van de afgestudeerden. De competenties van de

afgestudeerden sluiten aan op de beroepspraktijk. Ze zijn goed in staat als leraar te

functioneren. Ze beschikken over de juiste kennis van de vakinhoud.

• Alumni vertellen het auditteam dat ze zeer tevreden zijn over de

beroepsvaardigheden waarover zij beschikken als leraar. De stages gedurende de

opleiding hebben in grote mate bijgedragen aan de soepele overgang van de

opleiding naar het werkveld. Zij voelen zich goed toegerust op het gebied van

didactiek en vervullen naar hun gevoel op dat gebied een pioniersrol in de scholen.

Ook over het niveau van de vakinhoud zijn ze te spreken. Afgestudeerden geven

daarnaast aan dat zij onderdelen als omgaan met agressief gedrag, remedial

teaching en het uitvoeren van de mentorrol hebben gemist in de opleiding. De

opleidingen hebben genoemde onderdelen thans opgenomen in het programma van

studiejaar 4 van de lerarenopleidingen.

Overwegingen

Uit de gesprekken en het bestudeerde materiaal blijkt dat de opleidingen in staat zijn de

eindkwalificaties adequaat te toetsen in het afstudeertraject. De handleidingen zijn helder en

afgestudeerden zijn positief over de beoordeling en procedures rond het afstuderen. Uit

evaluaties en gesprekken met afgestudeerden en vertegenwoordigers van het werkveld blijkt

dat de opleidingen goed aansluiten op de beroepspraktijk.

Het auditteam heeft een positieve indruk van de afstudeeropdrachten. De opdrachten zijn op

niveau, relevant en gevarieerd. De beoordelingen van de portfolio’s zijn terecht, aldus het

auditteam. Voor alle opleidingen geldt dat het gestelde doel op het gebied van vakmanschap

(behalen C1-niveau in de doeltaal) wordt behaald. Daarnaast blijkt uit de portfolio en de

presentaties van studenten dat zij over de didactische vaardigheden (meesterschap)

beschikken die overeenkomen met de SBL-competenties.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het

oordeel goed voor alle drie de opleidingen.

Onderwijsrendement (facet 6.2)

Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante

andere opleidingen.

Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.

Page 45: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 45/83

Bevindingen

• De Algemene Faculteit heeft voor elke lerarenopleiding afzonderlijke streefcijfers voor

het rendement geformuleerd. Deze streefcijfers zijn vastgesteld op basis van de

resultaten van de afgelopen jaren. De gegevens zijn gebaseerd op de volgende

uitgangspunten: berekening van het propedeuserendement op basis van instroom en

berekening van het postpropedeuserendement op basis van de instroom in de

hoofdfase (de overblijvers na de propedeuse).

Opleiding Streefpercentage

propedeuse

Streefpercentage

rendement ≤ 6 jaar

Papiamentu 55 100

Engels 30 77

Nederlands 35 60

• Het auditteam merkt op dat de drie opleidingen jong zijn. De opleiding Papiamentu

bestaat acht jaar (start in 2002). De opleiding Engels bestaat zes jaar (start in 2004)

en de opleiding Nederlands bestaat vijf jaar (start in 2005). Het rendement na zes

jaar van de opleidingen Engels en Nederlands is daarom nog niet volledig vast te

stellen.

• In de startfase van de opleidingen Engels en Nederlands was de instroom van

studenten klein. Dat betekent dat uitval van enkele studenten een grote invloed heeft

op het rendement van de opleiding (één studiestaker kan bijvoorbeeld bijdragen aan

twintig procent van de uitval).

• Vanwege de kleine aantallen studenten heeft het auditteam ervoor gekozen cohorten

samen te voegen en daarvan de rendementen te presenteren. Dit leidt tot een

gemiddeld rendement in die periode en niet, zoals gebruikelijk is, een rendement per

jaarcohort.

Papiamentu

• Papiamentu is de oudste opleiding en kende tot 2006 twee soorten instroom: regulier

(voltijd) en maatwerk (zie facet 2.5). Na 2006 wordt alleen de reguliere route

aangeboden.

• In het maatwerktraject varieert het rendement in de periode 2002 – 2006 tussen de

46 en 79 procent. Het gemiddelde rendement in deze periode is 62 procent.

• Het propedeuserendement van de reguliere instroom varieert in de periode van

2002 – 2007 tussen de 87 en 47 procent.

• Het diplomarendement (diploma behaald na zes jaar) van de reguliere variant in de

periode 2002 – 2004 samen bedraagt: 100 procent. Studenten die na de propedeuse

de opleiding hebben voortgezet, hebben hun diploma behaald.

• Met deze cijfers voldoet de opleiding deels aan de eigen streefnormen. Het monitoren

van de rendementen is wel van belang gezien het dalende propedeuserendement en

toename van de uitval in de jaren 2008 en 2009.

Engels

• Engels kende tot 2006 eveneens twee soorten instroom: regulier en maatwerk. Daar

de opleiding in 2004 is gestart, is er nu slechts van één cohort een rendement

(geslaagd binnen zes jaar) vast te stellen.

Page 46: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 46/83

• In het maatwerktraject varieert het opleidingsrendement in de periode 2004 – 2006

tussen de zeventien en 71 procent. Het gemiddelde rendement in deze periode is

47 procent. Daarmee voldoet de opleiding aan de eigen norm.

• Het propedeuserendement van de reguliere instroom varieert in de periode van

2004 – 2007 tussen de 50 en zeventien procent. Het gemiddelde

propedeuserendement in deze periode bedraagt 45 procent. Daarmee voldoet de

opleiding aan de eigen norm.

• Het diplomarendement (diploma behaald binnen zes jaar) van de reguliere opleiding

is voor cohort 2004 75 procent (drie van de vier studenten heeft het diploma

behaald). De periode van zes jaar is nog niet voorbij, dit zijn tussentijdse

percentages. Voor de cohorten 2005 en 2006 geldt tot nu toe een rendement van

respectievelijk zeventien procent (een van de zes studenten heeft het diploma

inmiddels behaald) en 83 procent (vijf van de zes studenten hebben het diploma

behaald).

• Met deze cijfers voldoet de opleiding aan de eigen streefnormen. Het monitoren van

de rendementen is wel van belang gezien het dalende propedeuserendement.

Nederlands

• Voor de opleiding Nederlands (regulier) is nog geen opleidingsrendement te

berekenen voor geslaagden binnen zes jaar. De opleiding startte immers in 2005.

• Voor de instroom in het maatwerktraject zijn wel relevante gegevens beschikbaar. In

de periode 2004 – 2006 stroomden 26 studenten in en behaalden twintig studenten

een diploma (rendement 77 procent). Van cohort 2006 studeren er nog twee

studenten. Het rendement kan dus nog toenemen.

• Het gemiddelde propedeuserendement in de periode 2005 – 2008 is 36 procent

(instroom 50 en propedeuse behaalt 18). Hiermee voldoet de opleiding aan de eigen

streefnorm voor de propedeuse.

Algemeen

• De Algemene Faculteit is beleid aan het ontwikkelen om de motivatie van studenten

voor de studie en de capaciteiten van instromende studenten beter in kaart te

brengen (zie facet 2.5 Instroom). Medio 2011 organiseert de AF een conferentie over

de problematiek van de taalbeheersing in de verschillende typen van onderwijs

(aanleverende scholen: SBO, havo, vwo) en de effecten daarvan op de doorstroming

naar de lerarenopleiding. Daarnaast investeert de AF in bestrijding van deficiënties

door extra begeleiding in het eerste jaar en extra individueel taalonderwijs aan

studenten die achterblijven in de ontwikkeling van de taalbeheersing.

• Het auditteam heeft het thema ‘rendement’ uitvoerig besproken met het

management, docenten, studenten en het werkveld. Het auditteam stelt op basis van

deze gesprekken en de informatie in het zelfevaluatierapport vast dat de situatie bij

de UNA niet vergeleken kan worden met de rendementen die aan Nederlandse

lerarenopleidingen behaald worden. Daarvoor zijn drie redenen te noemen: de

verschillen in gebruikte definities van de cohorten4, het verschil in

(sociaaleconomische) context van de studenten aan de UNA en het feit dat het

4 De HBO-raad corrigeert de studentenaantallen (instromende studenten met een verleden in het hoger onderwijs tellen niet mee in de rendementsberekening)

Page 47: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 47/83

relatief jonge opleidingen betreft. Op de laatste twee punten gaat het auditteam hier

nader in. De sociaaleconomische situatie van Curaçao vormt voor de studenten een

uitdaging als het gaat om het succesvol doorlopen van hun studie. Er zijn veel

verschillende redenen waarom studenten uitvallen. Naast een verkeerde studiekeuze

hebben ook de volgende factoren invloed op het rendement: gebrek aan geld of de

thuissituatie (zwangerschap, zorg voor kinderen, ouders of familieleden) waardoor

studenten (soms tijdelijk) stoppen met hun studie, de studie gebruiken als

parkeerstudie5, de studie gebruiken om een taal beter te leren beheersen en

vervolgens over te stappen naar een andere studie (bijvoorbeeld rechten).

Overwegingen

De opleidingen hebben streefcijfers geformuleerd en voldoen daar deels aan. Het auditteam

stelt vast dat de rendementen van de opleiding Engels en Nederlands laag zijn. De lage

score dient, aldus het auditteam, wel in de context geplaatst te worden waarin de opleidingen

zich bevinden. Het auditteam maakt uit de gegevens zoals gepresenteerd in het

zelfevaluatierapport en aanvullende informatie tijdens het visitatiebezoek op dat de

rendementen van de opleidingen Engels en Nederlands nog kunnen verbeteren in de

komende jaren vanwege het feit dat enkele studenten nog bezig zijn met hun studie en dat

studenten die tijdelijk hun studie gestaakt hebben, nog kunnen terugkeren.

Met de behaalde cijfers voldoet de opleiding Papiamentu deels aan de eigen streefnormen.

Het monitoren van de rendementen is wel van belang gezien het dalende

propedeuserendement en toename van de uitval in de jaren 2008 en 2009.

Conclusie

Op basis van bovenstaande bevindingen, overwegingen en de kanttekening ten aanzien van

het deels voldoen aan de streefcijfers komt het auditteam tot het oordeel voldoende voor

alle drie de opleidingen.

Samenvattend oordeel Resultaten

Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp

‘Resultaten’ positief.

5 Studenten die eerst een jaar aan de UNA studeren vanwege hun jonge leeftijd en vervolgens toch in Nederland gaan studeren.

Page 48: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 48/83

Page 49: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 49/83

3 Bijlagen

Page 50: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 50/83

Page 51: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 51/83

Bijlage 1: Deskundigheden leden van het auditteam

Algemene Faculteit - UNA

Deskundigheid cf. Protocol

VBI’s

Lid auditteam:

De heer drs. W.R. van den Berg

Onderwijskunde

Lid auditteam:

Mevrouw dr. P.M. Kester

Papiamentu

Lid auditteam:

De heer J.C.M. Wegman

Nederlands

Lid auditteam:

Mevrouw drs. M.J. Bodde-Alderlieste

Engels

Lid auditteam:

De heer drs. J.M. Espinola Vazquez

Spaans

Studentlid auditteam:

mevrouw O. Ras-Florencio

Lid auditteam NQA:

De heer drs. ing. A.G.M. Horrevorts

Lid auditteam NQA:

Mevrouw ing. I.J.M. de Jong

Relevante

werkvelddeskundigheid

X X X X X

Vakdeskundigheid:

Vertrouwd met meest

recente ontwikkelingen

X X X X X

Vakdeskundigheid:

Vertrouwd met lesgeven en

beoordeling en toetsing

minstens op niveau/oriëntatie

te beoordelen opleiding

X X X X X

Onderwijsdeskundigheid

X X X X X X X

Studentgebonden

deskundigheid

X

Visitatie- of

auditdeskundigheid

X X X X X X X X

Nadere informatie over de achtergronden van de leden van het auditteam:

De heer drs. W.R. van den Berg

De heer Van den Berg is ingezet als lid van het auditteam vanwege zijn onderwijsdeskundigheid, zijn

domeindeskundigheid en zijn auditdeskundigheid. De heer Van den Berg beschikt over

onderwijsdeskundigheid door zijn jarenlange ervaring als docent, conrector en rector, daarnaast

heeft hij een brede onderwijsbestuurlijke ervaring in het doorlichten van organisaties, het activeren

Page 52: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 52/83

van directies en onderwijspersoneel en het wegnemen van blokkades in organisaties, alsmede met

verantwoordelijkheid voor onderwijsontwikkeling en advies op het gebied van revitalisering van

scholen in binnensteden. De heer Van den Berg heeft ervaring met audits, bijvoorbeeld door

deelname als deskundige aan de visitaties van de lerarenopleidingen in 2009. Voor deze visitatie is

hij aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger

onderwijs en over de werkwijze van NQA.

Opleiding:

1962 – 1968 HBS-A

1968 – 1975 Bondstrainer tafeltennisbond

1970 – 1978 Sociale Geografie, UVA

1988 – 2006 Diverse management opleidingen, w.o. onderwijscontroler

Werkervaring:

1975 – 1977 Scholengemeenschap Broklede, Breukelen; docent Aardrijkskunde

1978 – 1980 Rijnlands Lyceum, Sassenheim; docent Aardrijkskunde en leerlingenbegeleider

1980 – 2000 OSG De Rietlanden, Lelystad; docent Aardrijkskunde, geschiedenis, economie.

Coördinator bovenbouw H/A, conrector met vrijwel alle portefeuilles, waarneming

rector, extern overleg, o.m. verantwoordelijk voor 2e fase, personeel, facilitering,

gebouw, financiën.

2000 – 2009 Rector Gemeentelijk Gymnasium Hilversum, bestuurstaken, interim karakter in eerste

jaren, organisatie omgevormd, verzelfstandiging, grote bouwprojecten, school van

noodlijdend naar excellente school begeleid.

2009 – 2010 Adviseur bestuur Gemeentelijk Gymnasium Hilversum, Divisiedirecteur a.i. Havo-

Atheneum LMC Rotterdam (6 scholen Havo/Atheneum/Gymnasium), lid stuurgroep

ontwikkeling Feijenoord Stadion Rotterdam. Naar verwachting ook in 2011.

Mevrouw dr. P.M. Kester

Mevrouw Kester is ingezet vanwege haar deskundigheid op het gebied van Spaanse, Italiaanse en

Papiamentu taalwetenschappen. Bovendien heeft mevrouw Kester onderwijservaring. Zij heeft

meerdere publicaties op haar naam staan. De laatste jaren heeft mevrouw Kester zich gespecialiseerd

in Papiamentu. Zij heeft bijvoorbeeld recent een aantal lezingen verzorgd. Voor deze visitatie heeft

mevrouw Kester onze handleiding voor auditteamleden ontvangen en in een voorbereidende

vergadering is zij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger

onderwijs en over de werkwijze van NQA.

Opleiding:

1974 – 1980 Ongedeeld V.W.O. Rythoviuscollege, Eersel

1980 – 1981 Curso de Orientación Universitaria (Spaans equivalent 6VWO)

Instituto Nacional de Bachillerato ‘Hermanos Amorós’ - Villena (Alicante), Spanje

1981 – 1987 Spaanse Taal- en Letterkunde Universiteit Utrecht

1984: Kandidaatsexamen

1987: Doctoraalexamen (cum laude)

Bijvakken: Italiaans, Public Relations

Eerstegraads onderwijsbevoegdheid voor Spaans

1985 – 1989 Algemene Taalwetenschap Universiteit Utrecht

1989: Doctoraalexamen

Bijvakken: Italiaans, Public Relations

Page 53: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 53/83

Werkervaring:

1986 – 1989 Docent Spaans - Nederlands Instituut voor Onderwijs en Wetenschappen

Den Haag/Driebergen

1988 – 1991 Toegevoegd Onderzoeker (Eurotra-project)

Onderzoeksinstituut voor Taal en Spraak Universiteit Utrecht

1991 – 1995 Assistent in Opleiding

Onderzoeksinstituut voor Taal en Spraak Universiteit Utrecht

1996 – 1997 Docent Spaanse Taalkunde

Vakgroep Romaanse Talen en Culturen Universiteit Utrecht

1997 – 1998 Senior Onderzoeker (Trevi-project) Informatica Laboratorium

Economisch Instituut Tilburg - Katholieke Universiteit Brabant

1998 - 2006 Universitair Docent Spaanse Taalkunde

Leerstoelgroep Taalkunde van de Romaanse Talen Universiteit van Amsterdam

2006 - heden Universitair Hoofddocent Spaanse Taal

Departement Moderne Talen - Opleiding Spaanse Taal en Cultuur

Universiteit Utrecht

Publicaties o.a.:

• C. Schmitt & E.-P. Kester (2005) Bare nominals in Papiamentu and Brazilian Portuguese: an

exo-skeletal approach. In: E. Rubin (ed.) Selected Proceedings of the 34th Linguistic

Symposium on Romance Languages. Amsterdam/Philadelphia: Benjamins.

• E.-P. Kester & C. Schmitt (2007) Papiamentu and Brazilian Portuguese: a comparative study of

bare nominals. Invited to submit to M. Baptista & J. Guéron (eds.) Noun Phrases in Creole

languages: a multi-faceted approach. Amsterdam/Philadelphia: Benjamins. 107-143.

Lezingen:

• E.-P. Kester & C. Schmitt (2003) Papiamentu and Brazilian Portuguese nominals. Fundashon pa

Planifikashon di Idioma, Willemstad, Curaçao.

• E.-P. Kester (2004) El papiamento: lengua criolla ibérica. Paper presented at the Instituto

Cervantes, Utrecht (invited lecture).

• C. Schmitt & E.-P. Kester (2004a) Bare nominals in Papiamentu and Brazilian Portuguese: an

exo-skeletal approach. Paper presented at the 34th Linguistic Symposium on Romance

Languages. Salt Lake City, Utah.

• C. Schmitt & E.-P. Kester (2004b) Papiamentu and Brazilian Portuguese: bare nominal

similarities and differences. Michigan State University Linguistics Colloquium.

• C. Schmitt & E.-P. Kester (2004c) Underspecification for number: bare nominals in Papiamentu

and Brazilian Portuguese: an exo-skeletal approach. Paper presented at Linguistic Perspectives

on Numerical Expressions. Utrecht University.

• C. Schmitt & E.-P. Kester (2004d) The syntax of number in Papiamentu and Brazilian

Portuguese. Paper presented at the International Joint Conference for Creole Languages –

section of the SPCL. Willemstad, Curaçao.

• E.-P. Kester & C. Schmitt (2004) On bare nouns and definite noun phrases in Papiamentu and

Brazilian Portuguese. Paper presented at the International Joint Conference for Creole

Languages – section of the ACBLPE. Willemstad, Curaçao

• E.-P. Kester (2005a) Nominale constituenten in het Papiamentu en Braziliaans Portugees.

Fundashon pa Planifikashion di Idioma, Willemstad, Curaçao.

• E.-P. Kester (2005b) Papiamentu en Braziliaans Portugees: grammaticale overeenkomsten en

verschillen. Universiteit van de Nederlandse Antillen, Willemstad, Curaçao.

Page 54: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 54/83

• E.-P. Kester (2006a) The left periphery of DP: on classifiers and counters. Paper presented at

Edges in Syntax, Cyprus College. (invited lecture).

• E.-P. Kester (2006b) De associatieve constructie in het Papiamentu en andere talen. Universiteit

van de Nederlandse Antillen, Willemstad, Curaçao.

• E.-P. Kester (2007) The syntax of pronouns in Papiamentu. Paper presented at the Annual

Meeting of the Dutch Linguistic Society. Utrecht University.

• E.-P. Kester (2008) Het Papiamentu van de 19e eeuw: de Katekismoe van Kuiperi (1862).

Fundashon pa Planifikashon di Idioma, Willemstad, Curaçao.

• C. Schmitt & E.-P. Kester (2008) Predicative nominals in Papiamentu and Brazilian Portuguese.

LUSH-workshop. Leiden University.

• C. Schmitt & E.-P. Kester (2010) Syntactic and semantic properties of predicate nominals in

Brazilian Portuguese and Papiamentu: the view from DM. Workshop on Weak Referentiality.

NIAS, Wassenaar.

De heer J.C.M. Wegman

De heer Wegman is ingezet als vakdeskundige Nederlands vanwege zijn onderwijsdeskundigheid en

zijn domeindeskundigheid. De heer Wegman heeft een ruime ervaring als docent Nederlands,

lerarenopleider en ontwikkelaar van lesmateriaal. Daarnaast heeft hij ervaring in het domein als

redacteur en eindredacteur van een vakdidactisch tijdschrift. De heer Wegman heeft in 2009

deelgenomen aan de visitaties van de lerarenopleidingen. Voor deze visitatie is de heer Wegman

individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over

de werkwijze van NQA.

Opleiding:

1971 - 1974 Kandidaats Nederlandse Taal- en letterkunde, KU Nijmegen

1974 - 1977 Doctoraal Algemene Taalwetenschap, KU Nijmegen

Werkervaring:

1977 - 1978 PA Nijmegen, Docent Nederlands

1979 - heden HAN-ILS Lerarenopleiding, Lerarenopleider Nederlands

1987 - 1989 IOWO KU Nijmegen, Courseware-ontwikkelaar

1995 - 2000 Dendron College Horst, Docent Nederlands

2007 - 2008 Canisius College Nijmegen, Docent Nederlands

2009 - 2010 Canisius College, docent Nederlands

1998 - heden Coördinator Deeltijd Nederlands HAN

2008 - heden Coördinator Master Nederlands HAN

Diversen:

1987 - 1992 Bestuurslid (secretaris) van de Vereniging voor het Onderwijs in het Nederlands

(VON)

1989 - 1995 Adviesgroep (vanuit VON) wetenschappelijk onderzoek NWO.

1994 - 1996 Eindredacteur Letteren (later opgenomen in Tsjip Letteren)

Vanaf 1994 Publicaties in MOER, Spiegel en Letteren.

2002 - 2004 Redactie MOER (VON)

Page 55: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 55/83

Mevrouw drs. M.J. Bodde-Alderlieste

Mevrouw Bodde is ingezet als lid van het auditteam vanwege haar domeindeskundigheid, haar

auditdeskundigheid en haar onderwijsdeskundigheid. Mevrouw Bodde heeft ruim 25 jaar

werkervaring als opleidingsdocente Engels aan een lerarenopleiding basisonderwijs. Bovendien is zij

door haar werkervaring bij Stichting Beroepskwaliteit Leraren deskundig op het gebied van

competenties en beroepsstandaarden en registratie voor talendocenten. Zij is als auditor EFQM

betrokken geweest bij diverse audits en beschikt daardoor tevens over auditdeskundigheid.

Deskundigheid op het gebied van talenonderwijs i.c. Engels en het Europees Referentiekader voor

moderne vreemde talen heeft zij vanuit haar voormalige functie als voorzitter van Levende Talen.

Haar onderwijsdeskundigheid betreft vooral hoger beroepsonderwijs en nascholing hoger

beroepsonderwijs. Als projectmedewerker registratie en coördinator voor het register van leraren p.o.

bij SBL heeft mevrouw Bodde literatuur- en praktijkonderzoek gedaan naar de werking van

standaarden en een register voor leraren in het Verenigd Koninkrijk in november 2008. Zij heeft

diverse publicaties op haar naam staan. Mevrouw Bodde is in 2009 ingezet als domeindeskundige bij

de visitaties van de lerarenopleidingen. Voor deze visitatie is zij aanvullend individueel geïnstrueerd

over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.

Opleiding:

1964 – 1970 Gymnasium α

1970 – 1976 Engelse taal- en letterkunde

1979 – 1980 Engelse taal- en letterkunde; bijvakken: Spaans en toegepaste taalkunde

Cursussen:

2003 Kwaliteitszorg (Item, EFQM auditing)

2006 Teamcoaching (Q & Q en Focus op Kracht, coachen op competentieontwikkeling in

het onderwijs)

Werkervaring

1980 – 1984 Rehoboth, Utrecht, docente Engels (HAVO-top)

1984 – heden pc hogeschool Marnix Academie; diverse taken, o.a. opleidingsdocente Engels,

vakgroepcoördinator, auditor t.b.v. accreditatie*, medewerker commissie

kwaliteitszorg*, studiecoach, lid DB examencommissie, lid commissie

internationalisering*, coördinator UK,

Marnix Onderwijs Centrum (MOC); nascholing Engels basisonderwijs, advies Engels

2000 – heden Zelfstandig ondernemer: Educatief Projectbureau Bodde – Alderlieste

2007 – heden VARA; lid Commissie van Kandidaatstelling

2008 – heden SBL; lid projectteam register van leraren SBL en coördinator register van leraren PO

Diversen:

Bestuurlijke ervaring

1988 – 2006 Vedocep (netwerk van docenten Engels aan de Pabo): (medeoprichter) secretaris

2006 – heden adviseur Vedocep

2002 – 2005 bestuurslid Levende Talen Sectiebestuur Engels

2005 – 2007 lid Valideringscommissie Europees Taalportfolio

2005 – 2008 lid en voorzitter diverse jury’s t.b.v. talenprijzen

2005 – 2008 Lid SLOA-overleg moderne vreemde talen

2005 – 07/’08 Levende Talen voorzitter

2006 – heden initiator BiT, lid projectteam en vanaf 2008 projectleider BiT (Beroepsstandaarden in

het talenonderwijs t.b.v. het register van docenten)

Page 56: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 56/83

2000 – heden Zelfstandig ondernemer: Educatief Projectbureau Bodde – Alderlieste

2007 – 2008 mede-initiator en lid Stuurgroep Masterplan ERK (Europees Referentiekader voor

moderne vreemde talen)

2007 – 2008 SBL: lid Stuurgroep Registratie SBL

De heer drs.J.M. Espinola Vazquez

De heer Espinola Vazquez is ingezet als vakdeskundige Spaans vanwege zijn domein- en zijn

onderwijsdeskundigheid. Hij heeft ruim twaalf jaar ervaring als docent Spaans op verschillende

niveaus. De heer Espinola Vazquez heeft deelgenomen aan de visitaties van de lerarenopleidingen in

2009. Voor deze visitatie is de heer Espinola Vazquez individueel geïnstrueerd over het proces van

visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.

Opleiding:

1983 – 1990 R.K.S.G. Marianum: V.W.O.

1990 – 1997 Katholieke Universiteit Nijmegen: Franse Taal - en Letterkunde

1991 – 1997 Katholieke Universiteit Nijmegen: Spaanse Taal - en Letterkunde

02/’97 – 12/’97 Katholieke Universiteit Nijmegen: Postdoctorale Universitaire Lerarenopleiding Spaans

Werkervaring:

02/’97 – 08/’99 Language Training Centre Nijmegen, docent Frans, Spaans, NT2

03/’99 – 07/’99 Lindenholt College Nijmegen, docent Spaans (havo, vwo)

08/’98 – 07/’08 Stedelijk Gymnasium Nijmegen, docent Frans en Spaans (vwo)

11/’02 – 08/’03 Katholieke Universiteit Nijmegen: vakgroep Bedrijfscommunicatie, docent Spaans

09/’02 – heden Instituto Hola (zelfstandige onderneming): cursussen Spaans

03/’08 – heden Radboud Universiteit Nijmegen: ILS, vakdidacticus Spaans

08/’09 – heden Universiteit Utrecht: IVLOS, vakdidacticus Spaans

Mevrouw O. Ras-Florencio

Mevrouw Ras-Florencio is ingezet als studentlid van het auditteam. Zij volgt momenteel de

bacheloropleiding Papiamentu en werkt als klasse-assistente op een school met leerlingen met

leerproblemen. Mevrouw Ras-Florencio is representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding

en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de

onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Voor deze

visitatie is mevrouw Ras-Florencio aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en

accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.

Opleiding:

1983 – 1986 Mavo-diploma

1986 – 1989 Havo-diploma

1990 – 199. Instituto Pedagogico Arubano, 6-12 jaar (geen diploma)

1995 – 1996 Diploma Ortopedagogisch Medewerkster

2002 – 2003 Diploma Enseñansa Profesional Intermedio Niveau 3 : Sector Welzijn (upgrading)

2007 – heden Bachelor Papiamentu - Arubaans Pedagogisch Instituut - Aruba

Korte cursussen:

Hoe met agressief gedrag om te gaan

Project Ouder tot ouder

Page 57: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 57/83

Nieuwe kijk op zorg

Gebarentaal 1

Pedagogisch Kimaat.. een antwoord op gedragproblemen

Multiple Intelligence

Schoolwerkplan

Werkervaring:

1995 – 1997 administratief medewerkster

1997 – 2004 leidster gezinsvervangend tehuis lichamelijk en geestelijk gehandicapten

2004 – heden klasse-assistente

De heer drs. ing. A.G.M. Horrevorts

De heer Horrevorts is ingezet als NQA-auditor. Hij bezit auditorkwaliteiten vanwege jarenlange

visitatie-ervaring en cursussen gevolgd bij INK en Lloyd’s Register. Door zijn ervaring heeft de heer

Horrevorts tevens deskundigheid in de beoordeling van afstandsonderwijs. In 2000 volgde hij de

postgraduate course ‘Institutional Management and Change in Higher Education’ aan het Centre for

Higher Education Policy Studies (CHEPS), Universiteit Twente en Open University, Engeland.

Opleiding:

De heer Horrevorts studeerde Metaalkunde aan de HTS te Utrecht en Sociale Geografie aan de Vrije

Universiteit te Amsterdam.

Werkervaring:

Na de studie HTS werkzaam als ontwikkelingswerker / leraar in het technisch beroepsonderwijs op de

Filippijnen.

Van 1985 tot 1992 werkzaam als projectleider ‘ontwikkelingseducatie’ in een project van de stichting

Tool, HBO-raad en Nuffic. Ontwikkelen van educatief materiaal in samenwerking met HTS-en. Thema:

Techniek en samenleving / internationalisering / ontwikkelingssamenwerking.

Van 1993 tot 2000 was de heer Horrevorts werkzaam bij de Nuffic als programmamedewerker hoger

(beroeps)onderwijs en ontwikkelingssamenwerking. Hij beheerde onderwijsprojecten aan

universiteiten in de Filippijnen, India en Bangladesh.

Van 2000 tot 2003 was hij werkzaam bij de HBO-raad, afdeling Kwaliteitszorg. Hij was secretaris van

diverse visitatiecommissies: CMV, SJD, Technische Natuurkunde, Voortgezette opleiding Theater,

Tuinbouw en Akkerbouw en de visitatiecommissie Landelijke Publieke Omroep.

De heer Horrevorts is sinds januari 2004 auditor bij de Netherlands Quality Agency (de

verzelfstandigde afdeling Kwaliteitszorg van de HBO-raad).

Mevrouw ing. I.J.M. de Jong

Mevrouw De Jong is ingezet als NQA-auditor. Zij is sinds 2005 werkzaam als auditor en adviseur bij

NQA. Zij is ervaren in het uitvoeren van visitatie- en adviestrajecten in het hoger onderwijs, bij zowel

nieuwe als bestaande opleidingen en betrokken bij interne projecten van NQA. Daarnaast is zij

betrokken bij de standaardisering van interne bedrijfsprocessen, de bijbehorende logistieke processen

en digitalisering. Mevrouw De Jong adviseert daarnaast bij het opstellen en implementeren van een

integraal kwaliteitszorgsysteem in het voortgezet onderwijs. Ook stelt zij mede de auditteams samen

voor visitaties. Vanaf januari 2010 is accountmanagement ook onderdeel van haar takenpakket.

Vanuit haar opleiding en ervaring heeft mevrouw De Jong kennis van organisatorische, didactische en

Page 58: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 58/83

onderwijskundige processen. Mevrouw De Jong heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining Hoger Onderwijs.

Opleiding

2000 – 2004 Educatie- en Kennismanagement in de Groene Sector aan de Stoas Hogeschool te

Den Bosch.

Werkervaring

2000 – 2004 Diverse stages in het Middelbaar Beroepsonderwijs als docent en lesstofontwikkelaar.

2003 – 2004 Afstudeerstages:

Onderzoek naar de adviesbehoefte van stagebieders binnen de bloemenbranche.

Uitkomsten in een onderzoeksrapport gepresenteerd aan Aequor.

Nieuwe structuur aangebracht in avondopleiding voor Dutch Flower Arranger en de

daarbij behorende docenten- en studentenhandleidingen geschreven.

2004 – 2005 Essent, dossieranalist, afdeling debiteuren en incasso.

Sogeti Nederland B.V., administratief medewerker, afdeling offerteafhandeling.

2005 – heden Netherlands Quality Agency, auditor/adviseur.

Page 59: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 59/83

Bijlage 2 Onafhankelijkheidsverklaring auditteam

Page 60: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 60/83

Page 61: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 61/83

Page 62: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 62/83

Page 63: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 63/83

Page 64: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 64/83

Page 65: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 65/83

Page 66: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 66/83

Page 67: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 67/83

Bijlage 3 Bezoekprogramma

• Maandag 22 nov.

o 09.00 – 10.00 Kennismaking

o 10.00 – 11.00 Rondleiding faciliteiten

o 11.00 – 12.00 Voorbereiding panel op visitatie

o 12.00 – 13.00 Lunch

o 13.00 – 17.00 Voorbereiding panel op visitatie

• Dinsdag 23 nov.

o 09.00 – 12.00 Voorbereiding panel op visitatie

o 12.00 – 13.00 Lunch

o 13.00 – 16.00 Voorbereiding panel op visitatie

o 16.00 – 17.00 Gesprek Opleidingsmanagement

• Woensdag 24 nov.

o 11.00 – 12.00 Gesprek Coördinatoren

o 12.00 – 13.00 Gesprek Examencommissie

o 13.00 – 15.00 Lunch, incl. paneloverleg

o 15.00 – 16.00 Gesprek Werkveld

o 16.00 – 17.00 Gesprek Alumni

o 17.00 – 18.00 Gesprek Studenten, incl. leden Faculteitsraad

o 18.00 – 19.00 Gesprek Docenten

• Donderdag 25 nov.

o 10.00 – 11.00 Paneloverleg

o 11.00 – 13.00 Bestuderen toetsmateriaal/ scripties/portfolio’s

o 13.00 – 15.00 Lunch, incl. Paneloverleg

o 15.00 – 17.00 Toetsen/afstuderen studenten

o 17.00 – 18.00 Toetsen/afstuderen docenten/begeleiders

o 18.00 – 18.30 Paneloverleg

o 18.30 – 19.00 Tweede gesprek Opleidingsmanagement,

gevolgd door Terugrapportage

Page 68: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 68/83

Gespreksdeelnemers

Instellingsbestuur UNA

Naam Functie

Dr. M.(Miguel) Goede Rector Magnificus UNA

Drs. S.(Sharine) Isabella Stafmedewerker kwaliteit

Vertegenwoordiger voorzieningen (rondleiding)

Naam Functie

Ir. L.(Leendert) Pengel Manager Facility Services

Opleidingsmanagement AF

Naam Functie

Dr. E.(Liesbeth) Echteld Decaan Algemene Faculteit

Drs. D.(Desiree) Manuel Wnd decaan Algemene Faculteit

Drs. G.(Gert) Schaap Kwaliteitscoördinator 2e graads opleidingen

Coördinatoren 2e graads lerarenopleidingen

Naam Functie

Mevr. L (Luisette) Sambo Coördinator Papiamentu

Drs. W.(Wim) Kamps Coördinator Engels

Drs. C.(Charonne) Pikeri Coördinator Spaans; SLB-coördinator

Dhr. R.(Richard) Delfina Coördinator Nederlands

Drs. D.(Desiree) Manuel Stagecoördinator

Drs. G.(Gert) Schaap Opleidingscoördinator / coördinator beroepsvorming

Examencommissie

Naam Functie

Dr. E.(Liesbeth) Echteld Technisch voorzitter examencommissie

Drs. D.(Desiree) Manuel Lid examencommissie (master)

Drs. W.(Wim) Kamps Secretaris examencommissie (2e graads)

Drs. O.(Orsine) Resida Lid examencommissie (lofo)

Werkveldcommissie

Naam Functie Instelling

Dhr. J.(Jeroen) Heuvel Docent Pap / Ned, WB-er Havo / Vwo

Drs. H.(Hans) Vlinkervleugel Docent Ned / gesch,

WB-er

Vsbo

Mevr.C.(Cynthia)Fernand-Rudge Docent Ned Sbo

Mevr. M.(Margareth) Gregorio Adj. directeur

docent Eng / Spa

Sbo

Mevr. R.(Roselique) Felicia Docent Spaans / WB-er Vsbo

Mevr. A.(Anne) Wagemans Docent Ned Sbo

Mevr. F.(Faridah) La Nooy Docent Spaans / WB-er Vsbo

Page 69: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 69/83

Alumni

Naam Functie Instelling

Elvira Bonafacio Docent Papiamentu Aurelio SBO/Ignatius College

Mariëla Boelbaai Docent Papiamentu Alb Schweitzercollege, vsbo

Sawsan Al Dana Docent Engels International School Curaçao

Nadilusca Sambo Docent Nederlands St. Paulus, vsbo

Rowéna Ricardo Docent Nederlands SGO Goslinga, vsbo

Studenten

Naam Vooropleiding Inschrijving Studiejaar

Anshayra Chirino SBO onderw ass 2008 Pap jr 3

Edisona Albertus SBO onderw ass 2008 Pap jr 3

Merlien Labadie Hoofdakte 2008 Eng jr 3

Jennifer Peterson Havo/mbo adm 2007 Eng jr 4 + FR

Shadellys St Jago Havo 2007 Ned jr 4

Lushany Bakmeyer Havo 2009 Ned jr 2

Olav Geijs Havo 2008 Spa jr 3 + FR

Roxanne Koeyers SBO 2008 Spa jr 3

Toetsen en afstuderen studenten

Naam Vooropleiding Inschrijving Studiejaar

Franjeska Daal Vwo 2005 Pap jr 4

Rendel Rosalia Havo 2007 Pap jr 3

Jeroen Römer Havo 2009 Eng jr 2

Christie George Havo 2007 Eng jr 4

Jolanda Manoe Havo 2005 Ned jr 4

Shadelle St Jago Havo 2007 Ned jr 4

Marly Victorina Havo 2007 Spa jr 4

Michelle Inacio SBO 2008 Spa jr 3

Toetsen en afstuderen docenten

Naam Functie

Dr. R.(Ronald) Severing Hoogleraar, gastdocent

Mevr. L.(Luisette) Sambo Coördinator / docent Papiamentu

Drs. M.(Maxy) Bak Piard Docent Nederlands

Drs. C.(Charonne) Pikeri Coördinator / docent Spaans en SLB

Drs. D.(Desiree) Manuel Coördinator / docent WER

Drs. W.(Wim) Kamps Coördinator / docent Engels

Dhr. S.(Sygmund) Montesant Docent algemene didactiek

Docenten

Naam Functie

Mevr. L.(Luisette) Sambo Docent Papiamentu

Drs. T.(Troetje) Loewenthal Docent Spaans

Drs. G.(George) Jonkhout Docent Engels

Drs. M.(Maxy) Bak Piard Docent Nederlands

Dhr. S.(Sygmund) Montesant Docent algemene didactiek

Mevr. M.(Maurina) Esprit SLB en WER begeleider jr 4

Drs. H.(Henry) Con Docent projecten

Drs. O.(Odette) van Brummen Docent psychologie

Page 70: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 70/83

Bijlage 4 Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal

01 – Landsverordening Universiteit Nederlandse Antillen, LUNA.

02 – “Delivering future leaders for the Caribbean” Strategic Plan UNA 2006-2010

03 – Ontwerp Landsverordening Hoger Onderwijs Nederlandse Antillen, feb.2009 (LHONA)

04 – Jaarrekening 2009 en Begroting 2010

04a - UNA Annual Report 2009

05 – Beheers- en bestuursreglement

06 – Overzicht opleidingen UNA, jan. 2010

07 – Report of Advisory Commission Future of UNA, 2007

08 – Overzicht samenwerkingsverbanden

09 – Hoger onderwijsbeleid in grote lijnen, dec. 2002

10 – Overzicht buitengewoon hoogleraren UNA

10a - Onderzoeksplan AF

11 – Contouren van een Algemene Faculteit van de Nederlandse Antillen (1994)

12 – Invoeringsplan Algemene Faculteit (1997)

13 – De kennisbasis - Het fundament voor professioneel (leren) handelen (+ SBL-

competenties)

14 – Curriculumoverzicht

15 – Verslagen externe actoren: schoolbesturen – werkplekbegeleiders

16 – Studententevredenheidsonderzoek (2008 en 2010)

17 – Europees Referentiekader (ERK)

18 – Dublin descriptoren

19 – Verslagen bijeenkomsten met beroepenveldcommissie

20 – Curaçaose beroepsprofiel 2e graads leraar talen

21 – Literatuurlijsten

22 – Modulebeschrijvingen

23 – Stagehandleidingen

24 – Wegen van betrokkenheid. Reflecties op onderwijsvernieuwing (1995)

25 – Vakkenpakketten

26 – Modulebeschrijvingen algemene didactiek

27 – Projecten en afstudeeropdracht

28 – Modulebeschrijvingen vakdidactiek

29 – Modulebeschrijvingen SLB en WER

30 – WER gidsen

31 – Modulebeschrijvingen sociologie, psychologie en pedagogiek

32 – Opleiden in de school

33 – Matrix competenties, descriptoren en modulen

34 – Didactisch concept AF

35 – Studiegids

36 – Introductieweek

37 – Roosters

38 – Instroom naar vooropleiding

39 – Raamwerk toetsbeleid – UNA, maart 2008

Page 71: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 71/83

40 – Toetsbeleid AF

41 – Handleidingen assessments.

42 – Onderwijs- en examenregeling AF

43 – Overleg gastdocenten

44 – CV (gast)docenten

45 – Functiebeschrijvingen

46 – Verslagen dienstreizen

47 – Studieregeling UNA

48 – Functionerings- en beoordelingsbeleid

49 – Beleidsnotitie gastdocenten

50 – Beleidsplannen ondersteunende diensten

51 – Reglement van inschrijving 2010

52 – Het kan altijd beter. Beleidskader kwaliteitszorg UNA 2006 – 2010

53 – Systeem interne kwaliteitszorg AF, 2009

54 – Notulen teamoverleg AF

55 – Evaluatieformulieren

56 – Rapport module evaluatie 2008 – 2009

57 – Verslag tevredenheidmeting studenten per opleidingsfase

58 – Verslag tevredenheidmeting gastdocenten en werkveld

59 – Verslag introductieweek

60 – Verslag stage-evaluatie

61 – Concept Klachtenregeling UNA, 2009

62 – Ledenlijst beroepenveldcommissie

63 – Beoordeling afstudeerproducten van de AF door NQA

64 – Kengetallen 2e graads AF

65 – Landsverordeningen Voortgezet Onderwijs

66 – Landsverordening Officiële Talen

67 – Bevolking Nederlands Antillen, CBS

68 – HBO startkwalificaties

69 – Competentiematrix beroepsspecifieke competenties (zie ook 13)

70 – Vakinhoudelijke programma lerarenopleiding Papiamentu

71 – Vakinhoudelijke programma lerarenopleiding Engels

72 – Vakinhoudelijke programma lerarenopleiding Nederlands

73 – Vakinhoudelijke programma lerarenopleiding Spaans

74 – Afstudeerhandleiding AF

Overige informatie ter inzage:

• Diagnostische toetsen Papiamentu, Engels en Nederlands

• Studentenwerk van de diagnostische toetsen

• Literatuur die is opgenomen op de literatuurlijsten van de opleidingen

• Ontwikkel- en beoordelingsportfolio’s van studenten uit de verschillende studiefasen

• Verslagen van afstudeeropdrachten

• Twee computers met toegang tot de UNA-site en tot het gedeelte van de AF binnen

BlackBoard.

Page 72: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 72/83

Bijlage 5 Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties

Het domeinspecifieke referentiekader is te vinden op de website van de HBO-raad:

www.hbo-raad.nl.

SBL-competenties:

Overzicht

competenties

met

leerlingen

met

collega’s

met

omgeving

met

zichzelf

interpersoonlijk

1

pedagogisch

2

vakinhoudelijk

en didactisch

3

organisatorisch

4

5 6 7

Page 73: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 73/83

Bijlage 6 Curriculumoverzichten

Curriculumoverzicht 2e graads lerarenopleiding Engels

Studiejaar 1 - propedeuse

P1 P2 P3 P4

onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec ec

Studievaardigheden

Vakmodulen

Fundamentals

Integrated skills

Phonetics

literature

reading file

logopedie

Beroepsvormende modulen

Inl sociologie

Inl methodisch werken 1

Alg didactiek

ICT

1

2

3

1

1

1

2

1

1

2

begeleiding

Vakmodulen

Fundamentals

Integrated skills

Aspects of America

literature

reading file

Beroepsvormende modulen

Inl psychologie

Inl methodisch werken 2

Algemene didactiek

Stage

1

2

3

1

1

2

1

2

2

begeleiding

Vakmodulen

Fundamentals

Integrated skills

Hist. Eng. language

literature

reading file

Beroepsvormende modulen

Inl pedagogiek

Meth werken i/h onderwijs 1

Algemene didactiek

Stage

1

2

3

1

1

2

2

1

2

begeleiding

Vakmodulen

Fundamentals

Integrated skills

linguistics

literature

reading file

Beroepsvormende modulen

Meth werken i/h onderwijs 2

Algemene didactiek

Stage

1

2

3

1

1

2

2

2

1

4

8

12

4

4

2

1

6

6

6

5

2

Page 74: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 74/83

Curriculumoverzicht 2e graads lerarenopleiding Engels

Studiejaar 2 - hoofdfase

P1 P2 P3 P4

onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec ec

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Fundamentals

Integrated skills

Phonetics

Literature

Reading file

Vakdidactiek

Beroepsvormende modulen

Stage

Didactiek

Veilige school / OZvh

1

2

2

2

1

1

2

1.5

1

1.5

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Fundamentals

Integratede skills

Aspects of UK

Literature

Reading file

Drama

Beroepsvormende modulen

Stage

Veilige school / OZvh

Verdieping sociologie

(gesprekstechnieken/

mentoraat)

1

2

2

2

1

2

1.5

1.5

2

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Fundamentals

Integrated skills

Linguistics

Literature

Reading file

Vakdidactiek

Beroepsvormende modulen

Stage

Zorgverbreding/ OZvh

Verdieping ped/psy

(leer/gedragsproblematiek;

soc/emot. ontwikkeling)

1

2

2

2

1

2

1.5

1.5

2

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Fundamentals

Integratede skills

Linguistics

Literature

Reading file

Language research

Beroepsvormende modulen

Stage

Didactiek

Zorgverbreding/ OZvh

1

2

2

2

1

1

2

1.5

1

1.5

4

8

8

8

4

2

4

2

2

6

2

6

4

Page 75: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 75/83

Curriculumoverzicht 2e graads lerarenopleiding Engels

Studiejaar 3 - hoofdfase

P1 P2 P3 P4

onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec ec

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Fundamentals

Integrated skills

Linguistics

Literature

Vakdidactiek

Beroepsvormende modulen

Stage

Didactiek

In didactiek aandacht voor

‘activerende didactiek’

1

2

2

2

1

2

3

2

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Fundamentals

Integrated skills

Aspects o Caribbean

Literature

Vakdidactiek

Beroepsvormende modulen

Stage

Toetsconstructie/

evaluatie

1

2

2

2

1

2

3

2

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Fundamentals

Integrated skills

Linguistics

Literature

Reading file 3

Taalbeleid

Beroepsvormende modulen

Stage

Ouderparticipatie

1

2

2

1

1

1

2

3

2

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Fundamentals

Integrated skills

Techn i/t classroom

Literature

Reading file 3

Taalonderzoek

Beroepsvormende modulen

Stage

School-taalbeleid

taalgericht vakonderwijs

1

2

2

1

1

1

2

3

2

4

8

8

6

4

4

2

2

2

12

2

2

4

Page 76: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 76/83

Algemene Faculteit

Curriculumoverzicht 2e graads lerarenopleiding Engels

Studiejaar 4 - afstudeerfase

onderwijseenheid ec totaal ecp1 ecp2 ecp3 ecp4

Taal en jeugdcultuur 5 5

Journalistiek 5 5

Teaching business English 5 2 3

Academic writing 5 2 3

Jeugdliteratuur/ jeugdfilm 10 1 3 6

Stage 18 7 7 4

Afstudeeropdracht 8 4 4

Begeleiding 4 1 1 1 1

TOTAAL 60 15 15 15 15

Page 77: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 77/83

Curriculumoverzicht 2e graads lerarenopleiding Nederlands

Studiejaar 1 - propedeuse

P1 P2 P3 P4

onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec ec

Studievaardigheden

Vakmodulen

Schrijfvaardigheid

Luisteren en spreken

leesvaardigheid

literatuurdossier

logopedie

Beroepsvormende modulen

Inl sociologie

Inl methodisch werken 1

Alg didactiek

ICT

1

2

2

2

1

1

2

1

1

2

begeleiding

Vakmodulen

Schrijfvaardigheid

Luisteren en spreken

leesvaardigheid

literatuurdossier

Beroepsvormende modulen

Inl psychologie

Inl methodisch werken 2

Algemene didactiek

Stage

1

2

2

2

1

2

1

2

2

begeleiding

Vakmodulen

Schrijfvaardigheid

Luisteren en spreken

leesvaardigheid

literatuurdossier

Beroepsvormende modulen

Inl pedagogiek

Meth werken i/h onderwijs 1

Algemene didactiek

Stage

1

2

2

2

1

2

2

1

2

begeleiding

Vakmodulen

schrijfvaardigheid

luisteren en spreken

leesvaardigheid

literaire analyse

Beroepsvormende modulen

Meth werken i/h onderwijs 2

Algemene didactiek

Stage

1

2

2

2

3

2

2

1

4

8

8

8

3

1

3

6

6

6

5

2

2

Page 78: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 78/83

Curriculumoverzicht 2e graads lerarenopleiding Nederlands

Studiejaar 2 - hoofdfase

P1 P2 P3 P4

onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec ec

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

schrijfvaardigheid

leesvaardigheid

Alg taalkunde

Inl vakdidactiek

Literatuurdossier

Beroepsvormende modulen

Stage

Didactiek

Veilige school / OZvh

1

2

2

2

3

1

1.5

1

1.5

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Spreken / luisteren

Theorie taalleren

Vakdidactiek (training)

Literatuurdossier

Beroepsvormende modulen

Stage

Veilige school / OZvh

Verdieping sociologie

(gesprekstechnieken/

Mentoraat)

1

2

2

3

2

1.5

1.5

2

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Schrijfvaardigheid

leesvaardigheid

didactiek grammatica

Literatuurgeschiedenis

Beroepsvormende modulen

Stage

Zorgverbreding/ OZvh

Verdieping ped/psy

(leer/gedragsproblematiek;

soc/emot. ontwikkeling)

1

2

1

2

4

1.5

1.5

2

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Spreken / luisteren

Taalkunde Nederlands

Meth anal/taalonderzoek 1

Meth anal/taalonderzoek 2

Beroepsvormende modulen

Stage

Didactiek

Zorgverbreding/ OZvh

1

2

2

3

3

1.5

1

1.5

4

4

3

4

6

8

3

4

3

3

6

2

6

4

Page 79: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 79/83

Curriculumoverzicht 2e graads lerarenopleiding Nederlands

Studiejaar 3 - hoofdfase

P1 P2 P3 P4

onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec ec

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Cap sel taalkunde

Vakdidactiek

Literatuurdossier

Taalgericht vakonderw

Beroepsvormende modulen

Stage

didactiek

In didactiek aandacht voor

‘activerende didactiek’

1

3

3

1

2

3

2

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Caribistiek

vakdidactiek

literatuurdossier

inl academisch schrijven

Beroepsvormende modulen

Stage

Toetsconstructie/

Evaluatie

1

3

2

1

3

3

2

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Beoordelen taalvaardigheid

Ned in Pap context

Literaire benaderingen

Literatuurdossier

Beroepsvormende modulen

Stage

Ouderparticipatie

1

2

2

4

1

3

2

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Taalbeleid en -politiek

Vreemde taaldidactiek

Academisch schrijven 2

Vakdid en ICT

Beroepsvormende modulen

Stage

School-taalbeleid

taalgericht vakonderwijs

1

3

2

3

1

3

2

4

36

12

2

2

4

Page 80: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 80/83

Curriculumoverzicht 2e graads lerarenopleiding Papiamentu

Studiejaar 3 - hoofdfase

P1 P2 P3 P4

onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec ec

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Cap sel taalkunde

Vakdidactiek

Literatuurdossier

Train did vh

Beroepsvormende modulen

Stage

Didactiek

In didactiek aandacht voor

‘activerende didactiek’

1

3

3

1

2

3

2

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Caribistiek

Vakdidactiek

Literatuurdossier

academisch schrijven

Beroepsvormende modulen

Stage

Toetsconstructie/

Evaluatie

1

3

2

1

3

3

2

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Creatief schrijven

Kennis land en volk

Literaire benaderingen

literatuurdossier

Beroepsvormende modulen

Stage

Ouderparticipatie

1

2

2

4

1

3

2

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Academisch schrijven 2

taalbeleid

vakdidactiek/technologie

Beroepsvormende modulen

Stage

School-taalbeleid

taalgericht vakonderwijs

1

3

3

3

3

2

4

36

12

2

2

4

Page 81: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 81/83

Curriculumoverzicht 2e graads lerarenopleiding Papiamentu

Studiejaar 1 - propedeuse

P1 P2 P3 P4

onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec ec

Studievaardigheden

Vakmodulen

Schrijfvaardigheid

Luisteren en spreken

leesvaardigheid

literatuurdossier

logopedie

Beroepsvormende modulen

Inl sociologie

Inl methodisch werken 1

Alg didactiek

ICT

1

2

2

2

1

1

2

1

1

2

begeleiding

Vakmodulen

Schrijfvaardigheid

Luisteren en spreken

leesvaardigheid

literatuurdossier

Beroepsvormende modulen

Inl psychologie

Inl methodisch werken 2

Algemene didactiek

Stage

1

2

2

2

1

2

1

2

2

begeleiding

Vakmodulen

Schrijfvaardigheid

Luisteren en spreken

leesvaardigheid

literatuurdossier

Beroepsvormende modulen

Inl pedagogiek

Meth werken i/h onderwijs 1

Algemene didactiek

Stage

1

2

2

2

1

2

2

1

2

begeleiding

Vakmodulen

schrijfvaardigheid

luisteren en spreken

leesvaardigheid

literaire analyse

Beroepsvormende modulen

Meth werken i/h onderwijs 2

Algemene didactiek

Stage

1

2

2

2

3

2

2

1

4

8

8

8

3

3

1

6

6

6

5

2

Page 82: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 82/83

Curriculumoverzicht 2e graads lerarenopleiding Papiamentu

Studiejaar 2 - hoofdfase

P1 P2 P3 P4

onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec onderwijseenheid ec ec

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Schrijfvaardigheid

leesvaardigheid

Alg taalkunde

Vakdidactiek

literatuurdossier

Beroepsvormende modulen

Stage

Didactiek

Veilige school / OZvh

1

2

2

2

3

1

1.5

1

1.5

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Spreek//luistervaardigheid

Theorie taalleren

vakdidactiek

literatuurdossier

Beroepsvormende modulen

Stage

Veilige school / OZvh

Verdieping sociologie

(gesprekstechnieken/

mentoraat)

1

2

2

3

2

1.5

1.5

2

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Schrijfvaardigheid

leesvaardigheid

literatuurgeschiedenis

Beroepsvormende modulen

Stage

Zorgverbreding/ OZvh

Verdieping ped/psy

(leer/gedragsproblematiek;

soc/emot. ontwikkeling)

1

3

2

4

1.5

1.5

2

Studieloopbaanbegeleiding

Vakmodulen

Spreek/luistervaardigheid

taalkunde Papiamentu

Methode analyse

taalonderzoek

Beroepsvormende modulen

Stage

Didactiek

Zorgverbreding/ OZvh

1

2

2

3

3

1.5

1

1.5

4

5

4

4

6

6

3

4

3

3

6

2

6

4

Page 83: rapport UNA hbo-ba Papiamentu-Nederlands-Engels

© NQA – UNA: audit 2e graads Lerarenopleidingen Papiamentu, Engels en Nederlands 83/83

Algemene Faculteit

Curriculumoverzicht 2e graads lerarenopleiding Papiamentu – Nederlands

Studiejaar 4 – afstudeerfase

onderwijseenheid ec totaal ecp1 ecp2 ecp3 ecp4

BLOK 1 :

Taal en jeugdcultuur 5 5

Hedendaagse jeugd in de klas 6 6

Team-based working 4 4

RT 10 5 5

Mentoraat 5 5

BLOK 2:

Stage 18 5 7 6

Afstudeeropdracht 8 2 6

Begeleiding 4 1 3

TOTAAL 60 15 15 15 15