modulewijzer rivio€¦  · web view2018. 2. 19. · onderwijskunde. pedagogische m. ethoden in...

44
Onderwijskunde pedagogische methoden in het VO onderwijs 1ec Code

Upload: others

Post on 05-Feb-2021

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Modulewijzer RIVIO

OnderwijskundeCodarts

Onderwijskunde

pedagogische methoden in het VO onderwijs

1ec

Code

Jaar uitgave 2016

Opleiding:CODARTS

Auteur(s):P.Pos

Cluster Opleiding Docent Muziek

Inhoudsopgave

Verantwoording

1.Inhoud

1.1Hoofdonderwerpen

1.2Competenties en leerdoelen

1.2.1startcompetenties

1.2.2Relatie met HBO-kunstvak competenties

1.2.3Concretisering leerdoelen……………………………………………….

2.Programma

2.1Organisatie

2.1.1planning

2.1.2Overige organisatorische zaken

2.2Studieactiviteiten

2.2.1studiehouding

2.2.2Studieactiviteiten

2.3Literatuur en andere hulpmiddelen

3.1Verplichte literatuur

3.2Aanbevolen literatuur

3.3Overige bronnen

2.4Toetsing en beoordeling

4.4.1Wijze van toetsing, toetsonderdelen

4.4.2Procedure

4.4.3Beoordelingscriteria

4.4.4Aanwezigheidsverplichting

4.4.5Herkansingen

Verantwoording

Inleidend

Voor de docent muziek is het werkveld binnen het voortgezet onderwijs de afgelopen decennia kleiner en specialistischer geworden. Aan de andere kant vraagt het werken in het voortgezet onderwijs steeds meer kennis van pedagogiek. De wet op het passend onderwijs vraagt aan de scholen een zorgplicht die docenten confronteert met een scala aan ‘rugzakjes’. Sommige scholen kiezen er juist voor om zich te profileren en investeren in kwantiteit en kwaliteit van cultuur- en muziekonderwijs en/of zorg. Werken op deze scholen is vaak specialistischer en vereist meer kennis op het gebied van talentontwikkeling. Buiten of binnen de middelbare school vereist het werken met jongeren in de adolescentie waaronder de puberteit specifieke kennis over hun identiteitsvorming, groepsdynamiek, cognitieve, motorische en sociale ontwikkeling. Naast deze kennis van jongeren zijn er ook verschillende methoden in het VO (voortgezet onderwijs) beschikbaar om met jongeren om te gaan. Als docent muziek wordt van je verwacht dat je voldoende competent bent om met de ‘pubers’ zoals ze in de volksmond genoemd worden betekenisvol aan de slag te kunnen. Dat deze pubers een steeds grotere diversiteit van sociaal-culturele achtergrond met zich meebrengen, stelt de docent voor complexe uitdagingen. Het aan de slag gaan op een middelbare school betekent dat je aantoonbare onderwijskundige competenties bezit die per school en per doelgroep kan verschillen.

1.Inhoud

In dit programma werk je in kleine groepen aan korte onderzoeken op het gebied van jongeren in de leeftijd van 12-15 jaar (onderbouw VO). De onderzoeken zijn gericht op het verwerven van basale onderzoekstechnieken zoals het verzamelen en ordenen van relevante informatie over bestaande methoden in pedagogisch handelen in een specifieke VO-context. Denk hierbij aan mentortrainingen, omgaan met leerproblemen, antipestprogramma’ Deze professionele kennis kun je interpreteren en toepassen op praktijkcasussen en kennislacunes kun je omzetten in gerichte leervragen en acties. Vanuit zelf ingebracht praktijkcasussen onderzoek je de achterliggende onderwijskundige processen en reflecteer je vanuit de kennisbasis op de situatie. Deze kennis deel je in korte presentaties met de rest van de groepen. Vanuit deze gedeelde kennis bouw je een fictief CV op van verworven ervaringen en solliciteer je individueel op een van de vijf mogelijke banen. Iedere baan vereist een specifieke ervaring en kennis maar ook motivatie. Naast pedagogische en didactische vaardigheden , ook vakkennis en kennis van het schooltype. Ter voorbereiding van het afsluitende sollicitatiegesprek ontvang je een casus uit de door jouw gekozen context waarop je schriftelijk moet reageren. Jouw motivatie, jouw CV en de reactie op de casus vormen de basis voor het sollicitatiegesprek met de beoordelende docent en een medestudent. De docent vormt samen met de medestudent de sollicitatiecommissie. Aangenomen betekent dat je het programma gehaald hebt, afgewezen betekent een herkansing.

Hoofdonderwerpen:

1.1

Het programma is inhoudelijk gebaseerd op het het boek psychology in education ( Woolfolk et al. , 2008) aangevuld met recentere literatuur en handboek voor leraren ( Geerts & Van Kralingen, 2011).

onderwijskundig

· identiteitsontwikkeling ( bij adolescenten)

· Passend onderwijs en de meest voorkomende leerstoornissen en leerproblemen

· groepsdynamiek

· sociale psychologie

· culturele diversiteit

vakinhoudelijk

· schooltypes

· methodes

Voor de schooltypen in het Vo met verschillende karakteristieken zijn de volgende scholen geselecteerd:

A) clusterschool ( bijzonder onderwijs) bijvoorbeeld Plesierschool Den Haag (leerstoornissen en problemen)

· Cluster 4: zeer moeilijk opvoedbare kinderen (ZMOK), kinderen met gedrags- en/of psychiatrische stoornissen, zoals ADHD, PDD-NOS, ODD, CD (Antisociale gedragsstoornis), klassiek autisme, Gilles de la Tourette, hechtingsproblematiek.

B) Vmbo T bijvoorbeeld Wolfert pro Bergschenhoek (VMBO cultuur-groepsdynamiek)

D) VMBO Gemengd/ bijvoorbeeld Hugo de Groot (culturele diversiteit)

E) Havo/VWO onderbouw (regulier HAVO/VWO) Bijvoorbeeld Rotterdams Montessori Lyceum (sociale psychologie)

F) HAVO / muziek en dans (talentontwikkeling) bijvoorbeeld Codarts (identiteitsontwikkeling)

1.2.Competenties en leerdoelen

1.2.1 Startcompetenties

· De module staat open voor de studenten 2e studiejaar met afgeronde module DM onderwijspsychologie sem 3

1.2.2 Relatie met HBO-kunstvakcompetenties (gekoppeld aan de dublindescriptoren hbo-niveau)

Competenties kunstvakonderwijs docent muziek

Competenties

Pedagogisch-didactisch competent

9. houdt rekening met hoe lerenden leren, hoe hun ontwikkeling verloopt, welke problemen zich daarbij kunnen voordoen en hij weet (hoe) daar mee om te gaan;

10. creëert de randvoorwaarden (sfeer, organisatie, opdrachten, materialen, fysieke ruimte) die de lerenden in staat stellen zelfstandig en in groepen te kunnen leren;

11. ondersteunt de lerenden in hun leerproces door leervragen en leerproblemen te signaleren, te benoemen en erop te reageren;

12. signaleert, benoemt en begeleidt de individuele talenten van lerenden, heeft kennis van beoogde eindniveau en weet dit in tussenstappen te helpen ontwikkelen;

De beginnend docent muziek:

9.1. begrijpt de specifieke dynamiek van het muzikaal werken met en in groepen en gebruikt kennis van groepsdynamische processen bij de omgang met de lerenden;

10.1. helpt lerenden zich te oriënteren in het fenomeen muziek en stimuleert hun betrokkenheid zodat ze actief, zelfstandig en zelfverantwoordelijk in staat zijn hun eigen muzikale interesses en doelen na te streven.

Interpersoonlijk

17. realiseert op basis van kennis van groepsdynamica en communicatie met lerenden een leef- en werkklimaat dat gekenmerkt wordt door samengaan en samenwerken;

18. houdt in zijn taalgebruik, omgangsvormen en manier van communiceren rekening met de posities, achtergronden, belangen en gevoelens van zijn gesprekspartners;

19. beargumenteert zijn artistieke, pedagogische en didactische visies en de daaruit voortvloeiende keuzes in begrijpelijke taal;

Samenwerken

21. levert een actieve, constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg en samenwerken binnen en buiten het onderwijs;

22. werkt volgens de in de samenwerking geldende afspraken, procedures en systemen;

23. heeft een duidelijk beeld van zijn eigen kwaliteiten, beperkingen en rol in een samenwerking en staat open voor andere visies en ideeën;

Omgevingsgericht competent

24. signaleert actuele ontwikkelingen in de internationale samenleving en verbindt deze aan de beroepspraktijk;

25. voert (artistiek) praktijkonderzoek uit om zijn eigen theoretisch kader te toetsen aan de beroepspraktijk;

26. toont inzicht in de functie en plaats van de kunsten in de samenleving en verwerkt die in zijn beroepspraktijk.

27. neemt initiatief en benut kansen in de binnen- en buitenschoolse onderwijsmarkt, voor zowel bestaande als nieuwe producten of activiteiten;

28. toont zakelijk, creatief en organisatorisch inzicht bij het ontwikkelen van zijn cultureel ondernemerschap;

29. levert een actieve bijdrage aan een gezamenlijk project of product en staat open voor andere ideeën en inbreng.

Kritisch-reflectief competent

30. kijkt systematisch naar zijn handelen en heeft een duidelijk beeld van eigen kwaliteiten en beperkingen;

31. gebruikt verschillende methodieken (bv. intervisie, evaluatie, feedback) om te reflecteren op zijn eigen handelen.

32. heeft een kritische en onderzoekende houding gericht op vakinhoudelijke vernieuwing en doorgroei;

33. ontwikkelt zijn beroepsvisie vanuit pedagogische en cultureel-maatschappelijke dimensies en past deze visie toe in de beroepspraktijk;

De te verwerven competenties zijn vertaald naar concrete leerdoelen:

Leerdoelen1. De student heeft kennis over groepsdynamiek, multiculturaliteit, identiteitsvorming en passend onderwijs en bijhorende theorieën uit de ontwikkelingspsychologiepsychologie voor de adolescentie;2. De student kan theoretische kennis omzetten naar eigen (leer)vragen, gedachten en teksten;

3. Student kan gedrag en ontwikkeling van adolescenten herkennen, benoemen en omzetten naar effectief pedagogisch-didactisch handelen;

4. Student heeft kennis van methoden en schooltypes in het VO;

5. Student kan onderzoek naar eigen ( toekomstige) beroepspraktijk verrichten en de resultaten vertalen naar een presentatie en sollicitatie;

2.Programma

2.1. Organisatie

2.1.1planning

2

 

8

les

STAGESTOP

 

 

3

 

15

Focusweek (voorbereiding op tentamenweek)

19 jan: Inleveren van opdrachten/verslagen tenzij anders vermeld in Moduleboek

 

4

 

22

Tentamenweek

 

 

5

 

29

1

Start semester 2; start stage blok II

 Introductie

Uitleg opdracht

Indeling groepen (3 studenten) H9 (deel C)

 

6

feb

5

2

Passend onderwijs H7

9 feb: inleveren resultaten tentamens jan.

7

 

12

3

 

Mentoraat 10.4/8.5

Pedagogische driehoek

 

8

 

19

4

 

Pesten en antipestprogramma’s

 

9

 

26

vakantie

 

 

10

mrt

5

5

7 maart: Comboavond let op in het WMDC!

Leerproblematiek

7.3

 9 maart: inschrijven voor hertentamens juni

11

 

12

6

 

 Tussenpresentatie

School en onderzoeksvraag

 

12

 

19

7

2e projectweek toelatingsexamens DM

 

 

13

 

26

8

26 apr: Studentenpanel III alle locaties gesloten op vr 30-3 Goede Vrijdag en za 31-3

 Onderwerp A

Inclusief onderwijs

10.1/10.2/10.3

 

14

april

2

2

alle locaties gesloten op ma 2-4 Tweede Paasdag

 

 

15

 

9

2

 

  Faalangst 7.2.5

 

16

 

16

2

 

Dyslexie/dyscalculie

7.3.3

 

17

 

23

2

alle locaties gesloten op vr 27-4 Koningsdag

 Onderwerp B

n.n.b

 

18

 

30

2

 

 

 

19

mei

7

2

alle locaties gesloten op do 10-5 Hemelvaartsdag; STAGESTOP behalve bij een verlengde stage

groeps afspraken

 

20

 

14

2

 

 Presentaties

10 minuten per groep

 

21

 

21

2

alle locaties gesloten op ma 21-5 Tweede Pinksterdag

 

 

22

 

28

2

 

Presentaties

Inleveren sollicitatie

 

23

jun

4

2

Focusweek (voorbereiding op tentamenweek); extra ronde toelatingsexamens

8 juni: Inleveren van opdrachten/verslagen tenzij anders vermeld in Moduleboek

 

24

 

11

2

Tentamenweek 14 juni: Kooravond DM (locatie nader te bepalen)

 Tentamen H7 en H9 & H10

 

25

 

18

2

Tentamenweek

 

 

26

 

25

2

Tentamenweek 25 juni: Studentenpanel IV 28 juni: Slotavond DM (locatie nader te bepalen)

29 juni: inschrijven voor herkansingen augustus

 

27

jul

2

 

roostervrij*; afsluiting academisch jaar; 4 juli: diploma uitreiking

1

2.1.2 Overige organisatorische zaken

Het programma kent drie fasen, orientatie met hoor/werkcolleges, verdieping door onderzoek binnen een VO-context uit de zes opties en presentatie-sollicitatiefase waarin de verworven kennis wordt gedeeld en getoetst. Studenten worden geacht zelfstandig de groepsopdracht uit te voeren maar de sollicitaties zijn individueel.

Voor de sollicitaties is een selectie gemaakt van scholen die een weerspiegeling zijn van de diversiteit in het VO. Studenten moeten in groepjes van drie onderzoek doen naar schooltype, leerlingpopulatie, positie en invulling muziekonderwijs en visie en missie. Dit onderzoek wordt gepresenteerd in een 10 minuten presentatie.

Iedere individuele student stuurt een sollicitatie op naar de begeleidende docent voor 28 mei 9.00 uur.

2.2. Studieactiviteiten

2.2.1 Hoor/werkcolleges, onderzoek in groepen , presenteren en beoordelen.

3. Literatuur en andere hulpmiddelen:

· psychology in education Woolfolk A., Hughes M. Walkup V. 2008 pearson Longman isbn 978-1-4058-3541-1

· Handboek ontwikkelingspsychologie , P. van Geert & L. Verhofstadt-Deneve

· Co-auteur: A. Vyt , Bohn Stafleu Van Loghum, 2003 , ISBN10 9031337315

· Ontwikkeling in vogelvlucht, Martine F.Delfos Swets&zeitlinger isbn 90-265-1567-7

· Handboek voor Leraren, Geerts, W. & Van Kralingen R., Couthino Bussum

Aanbevolen:

website www.puberbrein.nl/

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs/inhoud/speciaal-onderwijs

www.lkca.nl/

http://www.vo-raad.nl/

4.Toetsing en beoordeling

4.0 Opdrachten

1) Onderzoek samen met twee andere studenten een specifieke schoolcontext. Neem hierbij de volgende uitgangspunten: pedagogisch handelen in de onderbouw van het VO (dus geen vakdidactische vragen) zoals mentoraat, oudergesprekken/relatie, ondersteuning van leerlingen met leerproblemen/stoornissen etc..

2) presenteer deze bevindingen aan je studiegenoten in en 10 minuten presentatie

3) solliciteer op een geselecteerde werkplek met een CV, brief en gesprek.

4) tentamen

4.4.1 Wijze van toetsing, toetsonderdelen

Studenten werken aan opdrachten waarvan de studieresultaten worden beoordeeld op kwaliteit en relevantie. De samenstelling van een sollicitatie en, de presentatie hiervan aan docent en medestudenten waarbij de relevantie voor de eigen professionele ontwikkeling wordt aangeven zal bepalende zijn voor de eindbeoordeling

4.4.2Procedure

De docent heeft een instruerende en begeleidende taak. De docent zal de opdracht introduceren en de uitvoering op individuele wijze begeleiden. De onderzoekspresentatie vindt plaats gedurende de contacttijd en is plenair. De sollicitatie vindt plaats op een van de aangewezen scholen ( advertenties) door het reageren op een casus ( schriftelijk max 2x A4, sollicitatiebrief waarin een motivatie staat voor de keuze voor deze school en de baan, en een ( gefingeerde) CV waarin aantoonbaar werk- en studie-ervaring is beschreven die aansluit op de baan.

4.4.3 Beoordelingscriteria

4.4.4 eindpresentatie

Eindpresentatie

studenten kunnen helder verslag doen van hun bevindingen waarbij duidelijk is dat het een gezamelijk onderzoek naar noodzakelijke pedagogische competenties van de docent.

weging 1

eindgesprek waarin docent en een student aanwezig zijn met een stemverhouding 2:1 met het criterium aangenomen/niet aangenomen.

de sollicitatie bestaat uit

2) solliciatiebrief ( motivatie en communicatie vaardigheden)

3) CV (leerplan en noodzakelijke stappen)

4) tentamen

weging 2

cesuur:

Onderdeel 2,3 en 4 moeten voldoende worden afgesloten. Indien een onderdeel onvoldoende is kan dit worden gecompenseerd met de groepspresentatie als deze voldoende is

4.4.5 Aanwezigheidsverplichting (indien van toepassing)

80 % aanwezigheid en

actieve participatie

4.4.6 Herkansingen

Herkansing is afhankelijk van welke onderdelen als onvoldoende zijn aangemerkt .

Paul Pos onderwijskunde 2016 9