mijn blog over onderwijs - blog · web viewdit wilde ik omdat ik zo concreter de leerinhouden kan...

9
Persoonlijk ontwikkelingsplan Student Sophie Raaijmakers School De Dommeldalschool SLB René van Heugten Groep 5/6 Periode Kwartaal 1 – Hoofdfase 1 Mentor Angelique Thijs Concrete beroepssituatie Leervragen Competenties / indicatoren Activite iten Wie / wat heb ik nodig en wanneer? Output Praktijksituatie Ik merk dat ik het lastig vind om de beginsituatie in een nieuwe stageklas vast te stellen en op een juiste manier te omschrijven. Wat ik anders wil Ik wil graag een beginsituatie vast kunnen stellen en op een juiste manier kunnen omschrijven. Ik wil graag de manieren waarop ik de beginsituatie kan ontdekken bestuderen. Zodat ik deze meteen kan toepassen in mijn nieuwe stageklas. Theoretische leervragen - Wat houdt een beginsituatie in? - Wat is het doel van een beginsituatie? - Welke informatie kan er in een beginsituatie worden omschreven? Praktische leervragen - Hoe kan ik een beginsituatie vaststellen? - Wat is belangrijk bij de omschrijving van een beginsituatie? Toepassingsgerichte leervragen - Welke didactische concepten sluiten Met deze leervraag (3.4) betreffende het vaststellen en het juist omschrijven van een beginsituatie kan ik achteraf aantonen dat ik de volgende competenties beheers. Wanneer ik leeractiviteiten ontwerp en begeleid (3.1/3.2) speel ik in op de leef en belevingswereld (2.4) van de leerlingen. Om mijn lesdoel te behalen dien ik rekening te houden met de verschillen tussen leerlingen door doelgericht didactiek in te zetten en verschillende alternatieven te bieden (3.5). Een juiste beginsituatie is hierbij van groot belang. Vanuit hier kan ik de juiste lessen ontwerpen en begeleiden. Om een beginsituatie vast te stellen analyseer ik het leef en werkklimaat van de leerlingen en verbeter dit planmatig vanuit een onderzoekende en kritische houding (2.2). Daarbij zal ik letten op risicofactoren en veelvoorkomende Zie bijlage 1 Zie bijlage 1 - Uitwerking van leervragen - Mindmap over beginsituatie - Uitwerking beginsituatie voor mijn huidige stageklas - Reflectie achteraf

Upload: others

Post on 10-Aug-2021

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Output
Praktijksituatie
Ik merk dat ik het lastig vind om de beginsituatie in een nieuwe stageklas vast te stellen en op een juiste manier te omschrijven.
Wat ik anders wil
Ik wil graag een beginsituatie vast kunnen stellen en op een juiste manier kunnen omschrijven. Ik wil graag de manieren waarop ik de beginsituatie kan ontdekken bestuderen. Zodat ik deze meteen kan toepassen in mijn nieuwe stageklas.
Hoofdvraag
Hoe kan ik een beginsituatie vaststellen en op een juiste en concrete manier omschrijven?
Theoretische leervragen
· Wat is het doel van een beginsituatie?
· Welke informatie kan er in een beginsituatie worden omschreven?
Praktische leervragen
· Wat is belangrijk bij de omschrijving van een beginsituatie?
Toepassingsgerichte leervragen
Conceptuele leervragen
· Wat bereik ik met een juist en concreet vastgestelde beginsituatie?
Met deze leervraag (3.4) betreffende het vaststellen en het juist omschrijven van een beginsituatie kan ik achteraf aantonen dat ik de volgende competenties beheers.
Wanneer ik leeractiviteiten ontwerp en begeleid (3.1/3.2) speel ik in op de leef en belevingswereld (2.4) van de leerlingen. Om mijn lesdoel te behalen dien ik rekening te houden met de verschillen tussen leerlingen door doelgericht didactiek in te zetten en verschillende alternatieven te bieden (3.5). Een juiste beginsituatie is hierbij van groot belang. Vanuit hier kan ik de juiste lessen ontwerpen en begeleiden.
Om een beginsituatie vast te stellen analyseer ik het leef en werkklimaat van de leerlingen en verbeter dit planmatig vanuit een onderzoekende en kritische houding (2.2). Daarbij zal ik letten op risicofactoren en veelvoorkomende problemen bij het leren van kinderen en ik zal hierbij de juiste acties ondernemen (3.3) uiteraard sluit ik mijn lessen aan bij de leerlijnen die zijn vastgesteld (3.8).
Met dit leerdoel werk ik ook aan mijn eigen ontwikkeling (7.2), door mijn eigen leerproces in kaart te brengen en door theoretische- en praktische leervragen op te stellen en hierbij de juiste activiteiten te ondernemen. Hierbij is een open en onderzoekende houding (7.3) van groot belang, waarbij ik natuurlijk open sta voor het ontvangen van feedback op mijn eigen leerproces. Het beeld van leraar primair onderwijs wordt hierbij nog meer verduidelijkt (7.1).
Zie bijlage 1
Zie bijlage 1
· Uitwerking van leervragen
· Mindmap over beginsituatie
· Reflectie achteraf
Zie bijlage 2
Zie bijlage 3
September 2015
Ik ga een beginsituatie vaststellen voor mijn stageklas en feedback vragen aan twee medestudenten en mijn stagebegeleider.
Zie bijlage 4
Ik ga theorie bestuderen over de beginsituatie
De Rick, K. (2004). Een conceptueel raamwerk voor de operationalisering van het begrip “leerklimaat”. Onderwijsonderzoek in Nederland en Vlaanderen. Ettekoven, S. (2015). Leren en onderwijzen. In S. Ettekoven, Leren en onderwijzen. Tielemans, J. (2001). Psychologie en didactiek in het onderwijs . Garant .
Luitjes, M & Zeeuw-Jans, I. de (2011). Ontwikkeling in de groep. Bussum: Coutinho.
Veen, T, van der Wal, J. van der. (2012). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen/Houten: Noordhoff.
Bakx, A., Ros, A. & Teune, P. (2012). Opbrengstgericht onderwijs ontwerpen. Bussum: Coutinho.
Zie bijlage
September 2015
Zie bijlage
Oktober 2015
Wat houdt een beginsituatie in?
Een beginsituatie is een overzicht. Vanuit hier kunnen de leerinhouden worden vastgesteld, de werkvormen worden bepaald en eventuele didactische hulpmiddelen worden vastgesteld.
Wat is het doel van een beginsituatie?
Met behulp van de beginsituatie kan de leerkracht de leerinhouden en lesdoelen vaststellen.
Welke informatie kan er in een beginsituatie worden omschreven?
· Voorkennis: wat weten de leerlingen al?
· Leerling kenmerken: bijzonderheden zoals bijvoorbeeld ADHD.
· Motivatie: waarin zijn de leerlingen geïnteresseerd (belevingswereld).
· Cognitieve vaardigheden
· Groepering: informatie over de klas. Is het een combinatieklas, zijn er leerlingen blijven zitten of hebben ze een klas overgeslagen. Verhouding jongen/meisje en leeftijden.
· Omgevingskenmerken: wat is er in de omgeving beschikbaar, denk hierbij bijvoorbeeld aan een Digibord.
· Fase van groepsvorming: norming/performing/storming.
Hoe kan ik een beginsituatie vaststellen?
Dit kan door middel van een observatie, zowel gericht als ongericht. Ook kan er gebruik gemaakt worden van een sociogram, onderzoek of klimaatschaal.
Wat is er belangrijk bij de omschrijving van een beginsituatie?
De beginsituatie moet concreet zijn er moet voor iemand die de klas niet kent duidelijk en alles omschrijvend zijn.
Welke didactische concepten sluiten aan bij mijn vastgestelde beginsituatie?
Zie uitwerking beginsituatie van mijn huidige stageklas.
Wat bereik ik met ene juist en concreet vastgestelde beginsituatie?
Hierdoor kan ik lessen ontwerpen waarbij ik de juiste leerinhouden kan omschrijven, rekening houdend met verschillen in de groep en leef- en belevingswereld. Vanuit hier kan ik doelgericht verschillende didactische middelen inzetten en zo de leeropbrengst verhogen.
Bijlage 3. Mindmap over de beginsituatie
Bijlage 4. Beginsituatie voor mijn stageklas – voorbeeld
Mijn stageklas bestaat uit 27 leerlingen, 18 jongens en 9 meisjes. Het is een combinatieklas van groep 5 en groep 6. 9 van de 27 leerlingen zitten in groep 5. De leeftijden van de leerlingen variëren van 8 tot 10 jaar. De klas zit in de norming/performing fase, dit is het tweede jaar dat de leerlingen bij elkaar in de klas zitten. Een leerling heeft een klas overgeslagen.
De leerlingen krijgen een keer per week sociokring. Hierbij worden er complimenten gegeven aan leerlingen door elkaar. Ze zijn dus gewend om elkaar complimenten te geven. Ik heb gemerkt dat de leerlingen het soms nog wat moeilijk vinden om elkaar gerichte complimenten te geven. Het blijft vaak wat oppervlakkig. Ze vinden dit wel erg leuk om te doen.
· De leerlingen uit mijn stageklas zitten volgens Erikson in de competentiefase. In deze periode leren ze allerlei vaardigheden die ze nodig hebben om succesvol te kunnen zijn in de maatschappij.
· De leerlingen uit mijn stageklas bevinden zich volgens Kohlberg in het preconventioneel stadium. Hierin leren kinderen waarden en normen. In deze fase denkt iemand zelf na over waarden en normen en maakt eigen keuzes daarin. Dit sluit mooi aan bij mijn les.
· De leerlingen in mijn stageklas bevinden zich volgens Fowler/Streib in het tweede stadium, ook wel mythisch – letterlijk geloof stadium genoemd.
Bij de vakken taal, rekenen en lezen worden de leerlingen opgedeeld in drie subgroepen. Aanpak 1, aanpak 2 en aanpak 3. De aanpak 1 leerlingen krijgen hierbij extra aandacht en ondersteuning. De aanpak 3 leerlingen werken zelfstandig. Bij deze les maak ik geen gebruik van de aanpakken en voer ik deze les klassikaal met alle leerlingen uit.
Omgevingskenmerken: in het klaslokaal is een Digibord beschikbaar. In de klas kunnen de leerlingen rondlopen om de complimentenopdracht en de eens/oneens/twijfel opdracht uit te voeren. De leerlingen zitten in groepjes. In deze groepjes zitten alle leerlingen gemengd door elkaar. Er zijn zes groepjes van 4 leerlingen en een groepje van 3 leerlingen. De leerlingen beschikken allemaal over eigen schrijfmateriaal.
Bijlage 5. Reflectie persoonlijk ontwikkelingsplan
Ik wilde graag een concreet beschreven beginsituatie voor mijn huidige stageklas vaststellen en omschrijven. Dit wilde ik omdat ik zo concreter de leerinhouden kan vaststellen en de manier van lesgeven kan aanpassen om zo de leeropbrengsten van mijn stageklas kan verhogen.
Door middel van gerichte en ongerichte observaties heb ik gedurende de eerste stagedagen een goed beeld kunnen krijgen van mijn stageklas. Op mijn stageschool wordt er gewerkt met aanpakken. Dit heb ik met mijn stagebegeleider besproken en ik heb dit uiteraard meteen toegepast in de praktijk.
Doordat ik veel nakijkwerk heb gedaan kan ik het niveau van de leerlingen goed inschatten. Dee kennis heb ik toegepast bij het ontwerpen van mijn ogp 5 lessen.
Ook heb ik de theorie van leerjaar 1 en van leerjaar 2 toe kunnen passen in de praktijk. De theorie die ik gebruikt heb komt voornamelijk uit de PPO lessen en de boeken ‘van leertheorie naar onderwijspraktijk’, ‘ontwikkeling in de groep’ en ‘opbrengstgericht onderwijs ontwerpen’. Daarnaast heb ik ook een aantal artikelen gelezen. Door deze ondernomen acties heb ik een mindmap kunnen maken en deze ook steeds uit kunnen bereiden, mijn leervragen kunnen beantwoorden en uiteindelijk ook een goede beginsituatie vast kunnen stellen voor mijn stageklas.
Dit persoonlijk ontwikkelingsplan heeft bijgedragen aan goed onderbouwde lesontwerpen en lessen. De kennis die ik hieruit heb opgedaan neem ik mee tijdens mijn komende studiejaren mar uiteraard ook als ik mijn eigen klas heb.
Ik merk dat ik veel geleerd heb van dit persoonlijk ontwikkelingsplan. Ik bekijk nu per les wat de beginsituatie is en probeer hier vooraf al op in te spelen. Dit zorgt ervoor dat ik minder vaak voor verrassingen kom te staan en dat ik beter weet waar ik mee bezig ben. Door een goed omschreven beginsituatie kan ik de juiste lesdoelen stellen en deze ook waar maken. Bij het vaststellen en omschrijven van een beginsituatie bedenk ik steeds, kan iemand die de klas niet kent dit ook begrijpen en toepassen.