macro economische analyse van brazilië
TRANSCRIPT
Macro-economische analyse van Brazilië
gedurende het presidentschap van Luiz Inácio ‘Lula’ Da Silva
Structuur: • Onderzoeksopzet
• Institutioneel perspectief
• Overzicht macro-economische parameters
• Neoklassiek perspectief: Cross-nationale boekhoudkundige analyse van de levensstandaard (BBP per capita)
• Slot
• “Give me a chance as President and I will do in 4 years what the elite didn’t do in 40” -- Lula 1994
• Onderwerp gegroeid uit een theoretische tak van de internationale relaties; nl. Internationale Politieke Economie (IPE)
• Holistisch beeld van de Braziliaanse economische ontwikkeling. Macro-economische benadering.
Onderzoeksopzet:
• Opdeling primaire (2003-2010) en secundaire onderzoeksperiode (1961-2010)
• Gebruik van comparatief kader (H2 & H3)
• Meer specifieke onderzoeksvragen en de kadrering van het verdere onderzoek gegroeid uit H1
Het Institutionele perspectief:
• Instituties?
Economische Performantie (jaar t) & Verdeling van Middelen (jaar t+1)
Economische instituties (jaar t) Politieke instituties (jaar t+1)
de jure Politieke macht (jaar t) de facto Politieke macht (jaar t)
Politieke Instituties (jaar t) Verdeling van Middelen (jaar t)
• Doorheen de Braziliaanse geschiedenis :– Slavernij (voorbeeld eeuwenlange invloed van een
instituut)– Machtsovername koffie-elites 1891– Copacabana -> inluiden Vargas tijdperk– Militaire coup in 1964 -> start Braziliaanse Mirakel– Machtsverschuiving naar links in 2003
• Causaliteit blijft hekel punt, niet vergelijkbaar met neoklassieke modellen voor economische groei.
• Hoe nieuwe Economische Instituties beoordelen?
HII. Overzicht macro-economische parameters.
• Tot welk verschil in performantie leiden de nieuwe economische instituties?
• Comparatief kader + tijdsperspectief
Regio/periode BRAZILIË
2003-2010 Primaire Onderzoeksperiode
1962-2010 Secundaire Onderzoeksperiode
1962-1980 Militaire regime
1981-1985 Latijns-Amerikaanse schuldencrisis
1986-1994 Democratie
1995-2002 Post Real Plan
Analyse parameters:
• BBP (per capita)
• Inflatie
• Werkloosheid/werkgelegenheid
• Overheidsfinanciën
• Inkomensverdeling
• Armoedegraad
BBP
• Rol van Latijns-Amerika als motor van economische groei in de wereld bevestigd.
– 1990-2002: 2,775% vs 2,774%
– 2003-2010: 4,15% vs 2,70%
• Binnen comparatief kader doet Brazilië het opmerkelijk beter in het tweede ambtstermijn 2007-2010.
• BBP per capita (levensstandaard)
• BBP per capita (levensstandaard)
Regio/periode BRAZILIË Argentinië Chi l i Colombia Mexico Venezuela Lati jns-Amerika Wereld
2003-2010 2,48% 5,73% 3,35% 3,12% 0,94% 2,01% 2,85% 1,49%
1962-2010 2,36% 1,54% 2,67% 1,91% 1,93% 0,69% 1,72% 1,86%
1962-1980 5,05% 1,78% 1,70% 2,73% 3,99% 1,95% 2,92% 2,60%
1981-1985 -2,37% -3,73% -2,68% -0,28% -1,03% -3,92% -1,35% 1,04%
1986-1994 0,49% 2,32% 6,12% 2,09% 0,71% 0,79% 0,93% 1,33%
1995-2002 0,94% -0,81% 3,76% -0,10% 1,24% -0,86% 0,57% 1,56%
• Ongelijkheid? “Belindia”
Binnen comparatief kader:
• Zeer hoge graad ongelijkheid, maar dalende trend in de primaire onderzoeksperiode
• Nog steeds hoge armoedegraad, ook hier een positieve evolutie in primaire onderzoeksperiode.
Inflatie
Inflatie
• IT-regime sinds 1999
• Reële rentevoet opvallend hoog
Opvallend positieve positionering & evolutie van de arbeidsmarkt.
• Kanttekening:
– Nog steeds grote mate discriminatie op de arbeidsmarkt
– Informele tewerkstellingsgraad in de plattelandsgebieden blijft zeer hoog
Overheidsfinanciën
• Hoog aandeel van overheid in economie (+-40%)
– Hoge belastingdruk
• Relatief hoge schuldgraad + gerelateerd begrotingsdeficit (evenwel primair begrotingssurplus sinds 1999)
Hoge overheidsconsumptie (ambtenaarslonen & pensioenstelsel, corruptie)
Growth accounting
• Convergentiedebat:
– Weinig indrukwekkende FDI’s
– Relatief gesloten karakter van de Braziliaanse economie
• Bronnen:
– Penn World Tables (output, kapitaal en arbeid)
– Barro & Lee + PISA scores (menselijk kapitaal)
• Nadrukkelijke aanwezigheid TFP als verklaring in cross-nationale verschillen in de groei van de levensstandaard
• Primaire onderzoeksperiode: voor het eerst in twee decennia draagt de TFP in Brazilië terug positief bij tot de groei (gemiddeld).
• Fysische kapitaalvorming: terugkeer naar hoge correlatie met investeringsquote in primaire onderzoeksperiode
• Link met structurele successen 1999: daling
investeringskost en stijging kapitaalproductiviteit.
• Menselijke kapitaalvorming:
– Vertraging primaire onderzoeksperiode te wijten aan terugval publieke uitgaven vanaf 1997
– Positieve evolutie in uitgaven met het oog op menselijke kapitaalvorming; optimisme voor komende decennia
– Menselijke kapitaalwaarde t.o.v. comparatief kader (en OECD lidstaten) nog steeds zeer laag.
• Tot slot:
– Lula’s belofte lijkt stand te houden
– De stabiele macro-economische context dankt hij aan de economische institutionele driepoot geplaatst door zijn voorganger
– De hoge Braziliaanse overheidsconsumptie en lage spaarquote liggen aan de basis voor de verdere groei van de levensstandaard.