lugograaf 9.1

52
Financial Engineering De kredietcrisis Het black-scholes model Financial engineering 9 e jaargang | editie 1 | november 2011

Upload: tbv-lugus

Post on 11-Mar-2016

232 views

Category:

Documents


3 download

DESCRIPTION

Lugograaf 9.1

TRANSCRIPT

Page 1: Lugograaf 9.1

Financial EngineeringDe kredietcrisisHet black-scholes modelFinancial engineering

9e jaargang | editie 1 | november 2011

Page 2: Lugograaf 9.1

Voorwoord

Jouw studieverenigingwil het je zo voordelig en makkelijk mogelijk maken. Dus hebben ze eenboekenleverancierdie daarbij past.

Jouw studievereniging werktnauw samen met studystore.En dat heeft zo z’n voordelen.Doordat we snugger te werk gaan, kunnen we jouwcomplete boekenpakketsnel aanbieden tegen een scherpe prijs.

Page 3: Lugograaf 9.1

Voorwoord

Om even van de metafoor af te stappen:

financial engineering is het verzinnen

van mooie winstgevende producten.

Erg verslavend om in deze wereld van

het ongelimiteerde geld te zitten, maar

met elke verslaving is het niet de vraag

óf het fout gaat, maar wánneer het fout

zal gaan. Maar er zitten ook mooie

kanten aan. Deze editie van de lugograaf

probeert dan ook de mooie kanten te

belichten, maar ook te waarschuwen voor

potentiële gevaren.

Natuurlijk is er ook weer volop aandacht

voor alle activiteiten die Lugus ook de

afgelopen tijd heeft georganiseerd. Voor

iedereen die afgelopen keer weer mee

is gegaan op introductiekamp, en toch

eigenlijk al vergeten met dank aan wat

men in Rusland nog als frisdrank ziet,

is er een mooi verslag geschreven. Ook

is Estiem weer weggeweest naar het

buitenland.

Zoals Derek Abbott het zei: “A sausage is essentially a repackaging of the most revolting

parts of a dead carcass, sold to the masses as a value-added product. A prime example of

how capitalism works.” Voor mij is dit ook een goed voorbeeld van financial engineering.

Dat is immers het verzinnen van de meest exotische producten op basis van de afgedankte

middelen van de handel. En vervolgens vind je het verbazend dat er mensen ziek van

worden wanneer je er te veel van eet. Aan de andere kant, het broodje worst is natuurlijk

wel precies datgene wat wij als mensen willen hebben.

De standaardrubrieken zijn natuurlijk

ook weer present. Er zijn weer nieuwe

ontwikkelingen, de prijspuzzel kan weer

worden opgelost voor een bioscoopbon

en er zijn weer de nodige columns. Tot

slot is er een nieuwe rubriek waarin de

statistieken van Lugus onder de loep

worden genomen.

Al met al meer dan genoeg om te lezen,

dus lijkt een lang voorwoord overbodig.

Veel studieontwijkend leesplezier

gewenst!

Arjen LammersHoofdredacteur a.i.

Jouw studieverenigingwil het je zo voordelig en makkelijk mogelijk maken. Dus hebben ze eenboekenleverancierdie daarbij past.

Jouw studievereniging werktnauw samen met studystore.En dat heeft zo z’n voordelen.Doordat we snugger te werk gaan, kunnen we jouwcomplete boekenpakketsnel aanbieden tegen een scherpe prijs.

Page 4: Lugograaf 9.1

De waardering van optieprijzen; een

van de grootste problemen binnen de

economische wiskunde. In 1973 werd

door Fisher Black en Myron Scholes in

de ‘Journal of Political Economy’ het

eerste model geïntroduceerd dat hier

een oplossing voor bood.

In artikelen en gesprekken wordt

meestal het jaar 2008 aangemerkt

als het jaar van de kredietcrisis;

het jaar waarin de bank Lehman

Brothers omviel. Maar eigenlijk is de

kredietcrisis al in 2007 begonnen.

12 Het Black-Scholes model

6 De Kredietcrisis

21

22

26

28

33

36

Column Arjen

Hoeheddegedatgedaan

Column voorzitter

Nieuwe ontwikkelingen

Robotvis competitie

Vision Kick Off meeting

DEZE EDITIE

Page 5: Lugograaf 9.1

Laurence Peter zei ooit dat “een

econoom iemand is die je morgen kan

vertellen waarom zijn voorspelling

van gisteren niet is uitgekomen”. En

economen zouden heel graag willen

weten wat er morgen gebeurd, maar

helaas kunnen we niet in de toekomst

kijken. Of toch wel?

Colofon

Algemeen

De Lugograaf is een uitgave van

Technisch Bedrijfskundige Vereniging

Lugus en verschijnt vier keer per jaar.

Hoofdredactie a.i.

Arjen Lammers

Redactie

Arjen Lammers

Jasper Boomer

Casper Kranenborg

Jefta van Hees

Mart Busscher

Joep Heusschen

Martien Jalink

Eindredactie

Jochem Pastoor

Lay-out

Daniel Botterweg

Marijn van Rooij

Vormgeving

Johan Stokking

Harrie Pieters

Druk

Flyeralarm B.V. Maastricht

Oplage: 750 stuks

Adverteren

Wilt u meer informatie over adverteren

in de Lugograaf, dan kunt u contact

opnemen met Maarten Zoomers.

Tel. 050 363 8490

[email protected]

Redactieadres

TBV Lugus

Nijenborgh 4

9747 AG Groningen

tel. 050 363 8490

www.tbvlugus.nl

[email protected]

Financial Engineering 16

41

42

46

48

49

50

Quotes over de crisis

Introlugi

Fotopagina

Afgestudeerden

Lugostieken

Puzzelpagina

Op woensdag 19 oktober werd voor

de derde keer het symposium voor

alle bachelor studenten Technische

Bedrijfskunde georganiseerd.

Aangezien het symposium wederom

oriënterend van aard was en ook direct

gekoppeld was aan het vak Oriëntatie

TBK was het vooral gefocust op de

eerstejaars studenten.

Bachelor Symposium 38

Page 6: Lugograaf 9.1

8

De KredietcrisisTekst: Kees R. de Vries

In artikelen en gesprekken wordt meestal het jaar 2008 aangemerkt als het jaar van

de kredietcrisis; het jaar waarin de bank Lehman Brothers omviel. Maar eigenlijk is de

kredietcrisis al in 2007 begonnen. Reeds in het voorjaar van dat jaar begonnen banken

elkaar steeds hogere rentes in rekening te brengen voor het onderling uitlenen van geld,

iets wat indirect een signaal is van een afbrokkelend wederzijds vertrouwen. In 2007 was de

reële economie echter stabiel en vertoonde een gezonde groei. Toen ik in de zomer van 2007

met mijn gezin rondreed in een welvarende buitenwijk van Washington DC, waar wij rond

de eeuwwisseling een aantal jaren hadden gewoond, zag dat daar 1 op de 3 huizen te koop

stonden wist ik onmiddellijk dat dit zo niet kon doorgaan. Het was klip en klaar: hier was ‘iets’

goed mis!

Geboorte en Wederopstanding

Page 7: Lugograaf 9.1

9

Wat ik in 2007 zag was echter niet

de oorzaak maar een gevolg van een

opeenstapeling van beslissingen en

handelswijzen. Geen van die beslissingen

zou geleid hebben tot een crisis maar

tezamen waren ze goed voor grote

donderwolken. Het verhaal begint dus

niet in 2007 maar eigenlijk al in 1979.

Om een wereldwijde crisis het hoofd

te bieden besloten Margaret Thatcher

en Ronald Reagan, om de rol van de

overheden te beperken, over te gaan

tot grootschalige privatiseringen en het

afschaffen van regels. Markten moesten

ongestoord hun werk kunnen doen. Deze

maatregelen hebben inderdaad geleid

tot een ongekende groei met name in de

technologie en in de financiële markten.

Dankzij financiële innovaties kwam er

steeds meer ‘risicokapitaal’ beschikbaar

dat weer kon worden geïnvesteerd in

technologische ontwikkelingen. Door

deze financiële innovaties en de hoge

salarissen werd de financiële sector

steeds aantrekkelijker voor juristen,

economen maar ook briljante wis- en

natuurkundigen. Steeds complexere

mathematische beleggingsproducten

werden ontwikkeld, producten die door

de beslissingsnemers zelf vaak niet meer

werden begrepen.

Nadat in 1980 in de VS een wet was

aangenomen die de verstrekking van

leningen met hoge rentes aan mensen met

een lage kredietwaardigheid legaliseerde

introduceerde Ronald Reagan in 1982

de Alternative Mortgage Transaction

Party Act die leidde tot een wildgroei aan

exotische hypotheken waarbij de eerste

jaren de lener zelf kon bepalen hoeveel

rente hij kon afdragen.

Zo kon iemand die niet kredietwaardig

was een (zgn. subprime) hypotheek

afsluiten waarbij de eerste 2 of drie jaar

geen of nauwelijks rente betaald werd

maar daarna moest dan een zeer hoge

rente (wel 15%) betaald worden. Oftewel

na deze periode van nihil rente moest

het huis verkocht worden. Dit was geen

probleem want huizen werden alleen

maar duurder en dus kon een vette winst

(vaak een veelvoud van een jaarsalaris

voor een kleinverdiener) worden

opgestreken waarna dezelfde truc met

een volgend huis werd uitgehaald. Deze

praktijk leidde uiteraard tot navolging en

werd op steeds grotere schaal toegepast.

In feite was dit toen al een soort van

pyramide spel dat op termijn (als er

onvoldoende eerste kopers zouden

overblijven) alleen maar ineen kon

storten.

Om de verkoop van deze (subprime)

hypotheekproducten te vergemakkelijken

werd de druk op politici voor verminderd

toezicht steeds verder opgevoerd.

Tegelijkertijd werden steeds agressievere

verkoopmethoden toegepast en werden

hypotheken verkocht aan mensen

waarvan de verkopers wisten dat die

dat nooit konden betalen. Vaak werden

huizenkopers hierbij opzettelijk misleid

(predatory lending). Daarmee had het

gros van de hypotheekverstrekkers

geen enkel probleem omdat, als de

verkoopprovisie (bonus) eenmaal

binnen was, de hypotheken inclusief

het risico, konden worden doorverkocht

waardoor ook geld werd gegenereerd om

nieuwe hypotheken uit te zetten. Ook

hiervoor waren complexe mathematische

modellen opgezet, waarbij doorverkochte

hypotheekpakketten werden opgesplitst,

opnieuw in een andere samenstelling

gebundeld en doorverkocht als

hypotheekobligaties waarbij de

beleggingsrisico’s door een verzekeraar

werden afgekocht (de zgn. Credit Default

Swaps). De kopers evenwel hadden geen

idee welke risico’s zij hierbij liepen.

De hypotheekverstrekkers haalden

Page 8: Lugograaf 9.1

1010

de doorverkochte hypotheken van

hun eigen balans en de zakenbanken

zorgden ervoor dat het risico werd

gespreid onder de afnemers van de

hypotheekobligaties en verzekeraars.

De risico’s zijn op deze manier verlegd

van de hypotheekverstrekker naar Wall

Street en ver daarbuiten. Dit effect

werd steeds verder versterkt door

de continue dalende rentes waarmee

het Amerikaanse stelsel van centrale

banken (Federal Reserve of kortweg

FED) de economie en huizenverkoop

wilde aanjagen. Door de toegenomen

vraag naar huizen steeg de waarde van

huizen waardoor bestaande hypotheken

konden worden verhoogd om andere

aankopen mogelijk te maken. Na de

internetcrisis van 2000 werd de rente

zelfs verlaagd tot 0%. Geld lenen

was gratis! De groei van de markt

was explosief. Het aantal subprime

hypotheken in Amerika steeg in die

periode van 145 miljard dollar in 2001

naar 650 miljard dollar per jaar in 2005.

In 2007 werd met deze herverpakte

producten voor 13.000 miljard dollar

in de markt gezet. Niemand maakte

zich zorgen want de huizenprijzen

bleven stijgen, daar was iedereen van

overtuigd.

In een periode van dertig jaar hadden

de banken al hun conservatieve

voorzichtigheid verloren en was het

toezicht meer en meer verwaterd.

Zakenbanken groeiden als kool en

wiskundigen en econometristen met

hun ingewikkelde mathematische

modellen verdrongen de traditionele

bankiers. Grote kapitaalstromen werden

met een enkele computerhandeling over

de hele wereld gestuurd. Overheden

bleven doorgaan met deregulering

om het banken nog gemakkelijker te

maken en het aandeelhoudersbelang

(aandeelhouders eisten van CEO’s

‘double digit’ groeicijfers, een eis die

met traditioneel bankieren onhaalbaar

is) leek het enige belang van de

banken te zijn. Het kan overigens niet

genoeg benadrukt worden, maar met

dit concept is wel heel veel welvaart

gecreëerd waarvan een ieder in de

westerse wereld in meer of mindere

mate heeft geprofiteerd. Om de

productiviteit van bankemployees te

verhogen werd gebruik gemaakt van het

principe ‘Management by Objectives’

waarbij bonussen werden gekoppeld

aan behaalde doelstellingen. Daarbij

werden voor sleutelfunctionarissen

jaarlijks doelen gedefinieerd die in dat

jaar moesten worden gerealiseerd. De

gekoppelde bonussen waren daarbij

meer dan (en vaak een veelvoud

van) een jaarsalaris. Dit leidde tot

een onbedoelde hebzucht waarbij

het behalen van de bonus boven

het bedrijfsbelang werd gesteld.

Kenmerkend voor deze hebzucht en

het ontbreken van enig respect voor de

klant was het in de City van Londen

wijd verspreide ongeschreven 3F

adagium voor de klant: Find them; F..k

them and Forget them.

In de zomer van 2007 barstte de

zeepbel. De directe aanleiding

was de plotselinge daling van de

huizenprijzen in de VS. De rommelige

hypotheekconstructies, die waren

gebaseerd op een continue toename van

de waarde van het onderpand, begonnen

hun tol te eisen en de wiskundige

modellen bleken ineens niet meer te

kloppen. Al gauw begon het financiële

stelsel in Amerika dat inmiddels voor

een heel belangrijk deel gebouwd was

op ‘rommelhypotheken’ in zijn voegen

te kraken.

Door de dalende huizenprijzen

werden veel huizenbezitters met

een tophypotheek door hun banken

gedwongen hun huizen te verkopen,

anderen moesten verkopen omdat

de periode van lage rente van hun

subprime hypotheek ten einde liep en

weer anderen wilden verkopen omdat

de lasten te hoog werden. Maar door het

pyramidespeleffect waren er nauwelijks

meer kopers over en dus stortte de

woningmarkt in de VS in.

9 Augustus 2007 is het echte begin van

de kredietcrisis. Banken konden hun

portefeuilles met hypotheekobligaties

plotseling niet meer op waarde schatten;

ze konden niet meer worden verkocht

en dus sloeg de balans tussen vraag en

aanbod in één klap door. Geen bank

was nog bereid dollars uit te lenen en de

Europese Centrale Bank (ECB) moest

bijna 95 miljard Euro aan liquiditeit

in de geldmarkten pompen om het

financiële systeem draaiende te houden.

Later die dag moest ook de FED in de

VS geld in de markt pompen; eerst 12

miljard, later onder druk van de markt

nog eens 12 miljard en de volgende dag

19 miljard dollar. Aan het einde van de

eerste crisisweek hebben de centrale

banken 323,3 miljard(!) dollar in de

financiële markten gepompt. Ondanks

de honderden miljarden die de centrale

banken in de nazomer van 2007

wereldwijd in de markt pompten kwam

de interbancaire geldmarkt niet op gang

en dit zou tot 2009 zo blijven.

In de wiskundige modellen voor

financiële producten die de wizzkids

hadden ontwikkeld was met één

ding geen rekening gehouden: het

niet beschikbaar zijn van valuta. De

modellen raakten in de war door

de ontstane situatie met als gevolg

Page 9: Lugograaf 9.1

11

een liquiditeitscrisis. Het wegvallen

van de liquiditeit leidde weer tot

chaos bij de automatische koop- en

verkoopcomputerprogramma’s

van institutionele beleggers en

hedgefondsen. Dit had natuurlijk

desastreuze consequenties voor

de markt van complexe financiële

producten. Banken moesten hun

investeringen hierin massaal

afwaarderen en konden hun hypotheken

niet langer doorverkopen. De massale

afschrijvingen en de onmogelijkheid

om schulden te herfinancieren tastten

de liquiditeit en solvabiliteit van

banken aan. In maart 2008 kwam de

eerste grote systeembank in grote

problemen: Bear Stearns. Dit was

weliswaar een Amerikaanse zakenbank

maar de verwevenheid met de rest van

de wereld werd zo groot geacht dat

werd overgegaan tot een ongekende

reddingsactie waarbij concurrent J.P.

Morgan Chase, gesteund door de

Federal Reserve van New York op

16 maart de bank overnam voor 2

dollar per aandeel (later na protesten

aandeelhouders gecorrigeerd naar

10 dollar). Een jaar eerder stond het

aandeel Bear Stearns nog boven de 150

dollar! Even lijkt de rust weergekeerd

en de gevreesde klap op Wall Street

blijft uit.

In september 2008 werd duidelijk

dat het omvallen van Bear Stearns

slechts het topje van de ijsberg was.

Het hele systeem van zakenbanken

(waarop nauwelijks meer toezicht was)

dreigde in te storten. Met nooit eerder

vertoonde daadkracht nationaliseerde

de Amerikaanse overheid voor

honderden miljarden aan financiële

instellingen zoals de twee grootste

hypotheekbanken Fannie Mae en

Freddie Mac.

11

Page 10: Lugograaf 9.1

12

Op zondag 14 september wordt, mede

door de Amerikaanse minister van

financiën Henry Paulson, die zelf

eerder CEO was van de zakenbank

Goldman Sachs, en Timothy Geithner

(nu minister van financiën in de VS)

van de FED van New York, besloten de

bank Lehman Brothers niet te redden

omdat deze bank niet te groot en niet

te verweven zou zijn. Een andere grote

zakenbank Merrill Lynch wordt diezelfde

dag overgenomen door de Bank of

America, de grootste commerciële bank

van de V.S. De consequenties blijken

veel ernstiger dan gedacht. Tegenover

het eigen vermogen van Lehman van

26 miljard dollar staat op het moment

van faillissement een schuld van 613

miljard. Wat Paulson op 14 september

nog niet wist was dat Lehman ook

tegenpartij was bij ongeveer 800 miljard

dollar aan contracten in Credit Default

Swap’s. Het tijdvergende ontwarren

van de kluwen kredietderivaten en de

bijbehorende risico’s zorgden voor grote

paniek en een ongekende versnelling

van de ineenstorting van het financiële

systeem. In zijn val dreigt Lehman

Brothers vele investeerders, verzekeraars

en andere banken mee te nemen. De

verwevenheid tussen

de grote banken door wederzijdse

investeringen in complexe financiële

producten wordt pas na de val van

Lehman Brothers in volle omvang

duidelijk. Op grote schaal moeten

systeembanken worden genationaliseerd

(in Nederland Fortis en ABN/AMRO)

of geherkapitaliseerd (in Nederland

ING, SNS Aegon). Door de complexiteit

van met name de hypotheekobligaties

blijft het lang onduidelijk waar de

risico’s van de rommelhypotheken zitten

met als gevolg dat de balansen van

de banken boterzacht zijn. Dit effect

wordt nog eens versterkt omdat vele

complexe financiële producten werken

met hefboommechanismen die de

winstmarges moesten verveelvoudigen

maar nu hetzelfde doen met de verliezen.

Er is absoluut geen vertrouwen

meer in de stabiliteit van de banken

waardoor het interbancaire geldverkeer

volledig blokkeert en waardoor op de

kapitaalmarkt geen geld meer geleend

kan worden. Hierdoor kunnen bedrijven

niet meer investeren of nieuwe orders

voorfinancieren en kunnen consumenten

geen geld meer lenen. Consumenten

kunnen of willen geen

onnodige uitgaven meer doen. De

internationale handel wordt in korte tijd

gedecimeerd en vele grote economisch

gezonde bedrijven dreigen in korte tijd

het loodje te leggen. De kredietcrisis

die in korte tijd ook een bankencrisis

is geworden leidt nu ook tot een

economische crisis terwijl op dat moment

de economie toch echt gezond is.

Omdat een ineenstorting van het

financiële systeem zou kunnen leiden tot

een totaal verlies van de tegoeden die

klanten, bedrijven en pensioenfondsen

hebben uitstaan bij banken moeten de

banken koste wat het kost gered worden.

Anders dan in de dertiger jaren zijn alle

banken verweven. Een systeembank

die omvalt kan alle verweven banken in

zijn val meenemen. Een samenleving

zonder banken is in deze tijd ondenkbaar.

De economie zou volledig tot stilstand

komen. Banken die ‘too big to fail’

waren moeten koste wat het koste gered

worden. Heel veel overheidsgeld vloeit

daardoor naar de banken terwijl door de

opkomende economische

Page 11: Lugograaf 9.1

13

crisis de inkomsten van de overheden

toch al drastisch afnamen. Bovendien

moeten stimulerende maatregelen worden

genomen om de economische schade van

de crisis te beperken en moeten bedrijven

worden geholpen om te voorkomen

dat schaars personeel moet worden

afgestoten (deeltijd WW). In Nederland

leidt dat van een begrotingsoverschot

van 1% in 2009 zoals dat op Prinsjesdag

2008 (2 dagen na de val van Lehman

Brothers!) nog werd gepresenteerd tot

een begrotingstekort van 2,9% voor

2012; net onder de EU limiet van 3%.

In andere (met name Zuid-Europese)

landen die geen begrotingsoverschot

hebben, leiden soortgelijke maatregelen

tot tekorten in de overheidsfinanciën

die niet langer afgedekt worden door

een terugverdiencapaciteit op basis

van verwachte economische groei.

Daarnaast wordt Ierland zwaar getroffen

omdat het land beschikt over een

bankensector die veel te groot is voor

het land en die zwaar heeft geïnvesteerd

in subprime hypotheken. Een risico dat

overigens ook Nederland heeft gelopen

(alleen al het belegd vermogen van

ING bedraagt eind 2007 1600 miljard

dollar!). Voor Griekenland geldt dat de

voorziene economische groei al voor

de kredietcrisis de schuldenlast en het

jaarlijkse begrotingstekort niet meer

konden compenseren. De economische

crisis heeft deze malaise acuut zichtbaar

gemaakt. Spanje heeft zijn financiën

bij het uitbreken van de crisis prima op

orde en de banken staan onder adequaat

toezicht. De banken hebben nauwelijks

geïnvesteerd in rommelhypotheken maar

daar worden de gezonde Spaanse banken

in grote problemen gebracht door het

totaal instorten van de huizenmarkt. Door

de nog steeds toenemende schuldenlasten

versus de afnemende economische groei

en het onvermogen van de westerse

democratieën binnen de Europese Unie

om snel adequate maatregelen door

te voeren voor het gehele Eurogebied

verliezen de financiële markten snel het

vertrouwen in de Euro. De Eurocrisis

is geboren. Omdat de risico’s groter

worden stijgen de rentes in Zuid-

Europa tot niveaus waarop landen hun

schulden niet meer kunnen afbetalen.

Massaal opkopen door de ECB van

gedumpte staatsobligaties biedt soelaas

maar dit lijkt van tijdelijke aard te zijn.

Dit kan betekenen dat banken moeten

afschrijven op staatsobligaties van

meer en meer Zuid-Europese landen

waardoor het gevaar van besmetting

en een nieuwe kredietcrisis erg groot

wordt. Zo hebben Franse banken

op grote schaal geïnvesteerd in

staatsobligaties van Zuid-Europese

landen en als herkapitalisatie

van deze banken door de Franse

overheid noodzakelijk wordt

kan dit ook een schuldenprobleem

van Frankrijk veroorzaken omdat ook

Frankrijk ondanks zijn ‘AAA’ status

al jaren een te hoge staatschuld en te

groot begrotingstekort heeft. Frankrijk

zal zich bij een dreigend faillissement

echter nooit onder curatele laten stellen

van andere landen en zeker niet van

Duitsland. Het is uiterst twijfelachtig

of de euro, en daarmee ook de EU, zo’n

scenario zal overleven. Dit is een horror

scenario waarvan we alleen maar mogen

hopen dat het niet zal gebeuren. Alleen

onze politici kunnen dit voorkomen,

maar dan moeten wel beslissingen

worden genomen waarbij partijpolitieke

en nationale belangen even opzij gezet

worden. Alleen met een gezamenlijk

Europese aanpak kan een situatie waarbij

land na land wordt besmet worden

voorkomen.

Resumerend kan worden gesteld dat het

beleid dat eind 70er jaren is ingezet om

‘de markt ongestoord zijn werk te laten

doen’ heeft geleid tot een ongekende

welvaartsgroei. Hierbij heb ik kunnen

ervaren dat de druk van aandeelhouders

om steeds hogere groeicijfers te

realiseren en een verkeerd ingevoerd

bonusbeleid, beide een gevolg van een

immer toenemende hebzucht, hebben

geleid tot een ontsporing van een op zich

goed systeem. Ook regeringen hebben

de schulden nodeloos laten oplopen,

vaak uit electorale overwegingen. De les

die uit de kredietcrisis (maar ook uit de

huidige eurocrisis) kan worden getrokken

is dat verbeterd toezicht en afdwingbare

regelgeving essentiële voorwaarden zijn

voor een gezond financieel bestel. Als

dat wordt nagelaten is de kans groot dat

we belanden in een nieuwe kredietcrisis

en is het zelfs niet onmogelijk dat we op

een dag plotseling op ons bankafschrift

zien dat het saldo niet in euro’s maar in

guldens wordt weergegeven.

Page 12: Lugograaf 9.1

14

Het Black-Scholes modelTekst: Jefta van Hees

De waardering van optieprijzen; een van de grootste problemen binnen de economische

wiskunde. In 1973 werd door Fisher Black en Myron Scholes in de ‘Journal of Political

Economy’ het eerste model geïntroduceerd dat hier een oplossing voor bood. Dit model wordt

gezien als een van de hoogtepunten binnen de Financial Engineering en heeft een enorme

invloed gehad op de financiële wereld. Zo heeft het

geleid tot de opkomst van grootschalige optiehandel

en het ontstaan van het ‘Chicago Board Options

Exchange’, de grootste Amerikaanse effectenbeurs

voor opties. Deze invloed werd onderstreept toen

Scholes in 1997 de Nobelprijs voor de Economie in

ontvangst mocht nemen. Black, die op dat moment

inmiddels was overleden, werd postuum vermeld.

Vandaag de dag is het Black-Scholes model

nog steeds toonaangevend op het gebied van de

waardering van optieprijzen.

Page 13: Lugograaf 9.1

1515

Opties hebben altijd al bestaan. Een goed

voorbeeld hiervan doet zich voor als men

een huis koopt. Men neemt dan veelal

eerst een optie tot kopen, alvorens over te

gaan tot de werkelijke aankoop. Voor het

verdere verloop van het artikel is het van

belang een goede definitie van het woord

optie te presenteren. De definitie, zoals

gebruikt binnen de financiële wereld,

wordt ook hier gehanteerd. Een optie is

‘een recht om tegen een vooraf bepaalde

prijs binnen een afgesproken periode een

bepaald goed te kopen of te verkopen’.

Zodoende is een optie een afgeleid

product, een zogenaamd ‘derivaat’. Dat

wil zeggen dat de prijs van een optie

afhankelijk is van de waarde van het

onderliggende product. Ook is deze

afhankelijk van de expiratie (looptijd),

de volatiliteit (beweeglijkheid) van de

waarde van het onderliggende product en

de rente.

Er zijn verschillende soorten opties, en

onderling kunnen deze opties behoorlijk

verschillend zijn. Zo is er bijvoorbeeld

sprake van Call- of Put-opties,

Amerikaanse of Europese opties, maar

ook zitten er verschillen in de looptijd en

het type van de onderliggende waarde.

Misschien nog wel de belangrijkste

variabele is de volatiliteit. In de volgende

sectie wordt hier kort op ingegegaan.

Onderliggende waarde

De onderliggende waarde van een

optie is een belangrijke factor in de

optiewaardering. Onder de onderliggende

waarde verstaan we datgene dat de basis

van een optie vormt. Het voorbeeld van

de optie op de aankoop van bijvoorbeeld

een huis is reeds aan de orde geweest.

Tegenwoordig is de onderliggende

waarde van een optie meestal geen

tastbaar product, maar een aandeel, een

aandelenindex, een edelmetaal, een

obligatie, een valuta of een grondstof.

De onderliggende waarde van een optie

op een aandeel is dus de waarde van het

betreffende aandeel.

Call- en Put-opties

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen

Call- en Put-opties. Als men een een

optie koopt, verschaft diegene zich het

recht om een bepaalde onderliggende

waarde binnen een van tevoren bepaalde

periode tegen een vooraf vastgestelde

prijs te kopen (bij een Call-optie) of

te verkopen (bij een Put-optie). De

optieschrijver verplicht zich ertoe de

onderliggende waarde onder dezelfde

voorwaarden te verkopen (Call-optie)

of aan te kopen (Put-optie). De koper

betaald hiertoe een premie, gelijk aan

de optiewaarde, aan de schrijver. De

optiewaarde is gelijk aan de verwachte

som die de optie gaat opleveren voor de

koper, en die de schrijver dan dus mis

zou lopen. De koper van de optie koopt

dus het risico af dat op de uitoefendatum

de koers van de onderliggende waarde

lager staat dan de uitoefenwaarde. Bij

een Call-optie zal het recht tot aankoop

logischerwijs alleen uitgeoefend worden

als aan het eind van de looptijd de prijs

van de onderliggende waarde hoger ligt

dan de uitoefenprijs. In dat geval is men

‘in the money’. Is dit niet het geval, dan

is men ‘out of the money’. De optie is

dan waardeloos, aangezien dezelfde

onderliggende waarde dan buiten de optie

om goedkoper aangekocht kan worden.

Bij een Put-optie is dit logischerwijs

net andersom (out of the money bij een

hogere uitvoerprijs, in the money bij een

lagere). Is het zo dat de koers exact gelijk

is aan de uitvoerprijs, dan is men ‘at the

money’.

Amerikaanse en Europese optiesOok wordt er een onderscheid gemaakt

tussen Amerikaanse en Europese opties.

Amerikaanse opties kunnen tijdens de

hele looptijd van de optie verhandeld

worden. Europese opties kunnen

daarentegen alleen op de afloopdatum

uitgevoerd worden. De benaming heeft

verder geen betrekking op de plaats

waar de opties verhandeld worden; in

zowel de Verenigde Staten als in Europa

worden Amerikaanse en Europese opties

verhandeld. Het verschil zit vooral in

het type van de onderliggende waarde;

aandelenopties zijn over het algemeen

Amerikaanse opties, waar indexopties

voornamelijk van de Europese vorm zijn.

Volatiliteit

Met de volatiliteit wordt de mate van

beweeglijkheid van de koers van een

aandeel, of een ander financieel product,

bedoeld. Deze wordt bepaald door

naar koersbewegingen in het verleden

te kijken. Stabiele beursfondsen

hebben een vrij lage volatiliteit, waar

sterk fluctuerende aandelen een hoge

volatiliteit hebben. Opties hebben

betrekking op koersbewegingen in de

toekomst. Daarom hebben ze dus te

maken met de verwachte volatiliteit.

Deze heeft niet alleen betrekking op

het verleden, maar ook op de nabije

toekomst. Als de resultaten van een

onderneming binnen een korte tijd

bekend gemaakt zullen worden, zal de

verwachte volatiliteit ook hoger zijn. De

kans dat een aandeel sterk zal stijgen

of dalen is vlak na het publiceren van

de resultaten veel hoger dan in normale

periodes. Hoe hoger de verwachte

volatiliteit van de onderliggende

waarde, hoe hoger het risico, hoe hoger

de optiepremie zal zijn. Bij een hoge

Page 14: Lugograaf 9.1

16

volatiliteit is de kans dat een aandeel

aanzienlijk meer of minder waard wordt

na groter. Om dit risico te compenseren

zal de optiepremie hoger uitvallen.

Het model:

Hierbij worden verschillende aannames gedaan:

1. De risicovrije rente is gegeven en is

constant gedurende de looptijd van de

optie.

2. De koers van de onderliggende waarde

volgt een zogenaamde random walk. Dit

houdt in dat alle relevantie informatie

in de koers verwerkt is. De koers van de

onderliggende waarde is hierdoor niet te

voorspellen aan de hand van historische

informatie.

3. Er wordt geen dividend uitgekeerd op

het aandeel gedurende de looptijd van de

optie.

4. Op de markt zijn geen transactiekosten

van toepassing.

5. Short gaan is toegestaan. Dat wil

zeggen dat men effecten kan verkopen

voordat deze werkelijk in bezit zijn.

Hiermee zijn ook geen extra kosten

gemoeid.

6. Er bestaan geen risicoloze

arbitragemogelijkheden. Deze ontstaan

door prijsverschillen op verschillende

markten.

7. Het handelen in beleggingsobjecten

is een continu proces en daarmee

ook het prijsvormingsproces van de

beleggingsobjecten.

BeperkingenIn de aannames die gedaan zijn voor het

ontwikkelen van het model zitten meteen

ook beperkingen. In de eerste plaats is

de aanname gedaan dat de risicovrije

rente en de volatiliteit constant zijn. Dit

is natuurlijk onjuist, aangezien deze

fluctueren volgens de marktvoorwaarden.

Daarnaast wordt aangenomen dat de

waarde van de onderliggende waarde

continu is. Grote veranderingen,

zoals we die zien bij bijvoorbeeld de

aankondiging van een fusie of overname,

worden hierdoor uitgesloten. Ten derde

is het lang niet altijd het geval dat er

in de tussentijd geen dividend wordt

uitgekeerd. Daarnaast is het model

alleen geschikt voor de waardering van

Europese optie, aangezien Amerikaanse

opties geen vaste uitvoerdatum hebben.

De meest fundamentele aanname die

gemaakt is bij het opstellen van de

formule, is dat de opbrengsten van

de onderliggende waarde lognormaal

verdeeld zijn. In de praktijk blijkt echter,

dat zeer hoge of lage opbrengsten meer

voorkomen dan een lognormale verdeling

doet vermoeden.

Page 15: Lugograaf 9.1

17

‘Volatility smile’

De grootste beperking is dat de

volatiliteit, een belangrijke factor in

de formule, niet van tevoren absuluut

bepaald, maar alleen voorspeld kan

worden. De meest gebruikte methode

om de volatiliteit te berekenen is door

middel van de implied volatility. Hierbij

gaat men ervan uit dat de markt als

geheel een behoorlijke schatting geeft

voor de volatiliteit. De prijzen op de

markt worden geobserveerd en er wordt

berekend welke volatiliteit er gebruikt

is om tot deze prijs te komen. Kennelijk

is dit de volatiliteit waarvan men denkt

dat het aandeel deze volatiliteit zal gaan

vertonen. Hierbij wordt wederom een

verkeerde aanname gedaan; de volatiliteit

is immers geen constante. Veel beleggers

doen daarom een andere aanname. Zij

schatten de volatiliteit als een convexe

functie van de uitoefenprijs. Deze functie

staat vanwege zijn vorm, bekend als de

‘volatility smile’.

De vorm van de ‘smile’ is afhankelijk

van het type onderliggende waarde. Als

de onderliggende waarde een aandeel is,

ontstaat er een dalende convexe functie;

hoe hoger de uitoefenprijs van de optie,

hoe lager de volatiliteit van het aandeel.

Wanneer de onderliggende waarde een

buitenlandse valuta is, dan ontstaat er een

symmetrische vorm; de volatiliteit wordt

hoger geacht naarmate de het verschil

tussen de huidige- en de uitvoerprijs

groter wordt.

Zoals gezegd is het Black-Scholes model

noodzakelijk geweest voor het succes

van opties, en ook andere derivaten.

In de tussentijd zijn er meer modellen

ontwikkeld die de waarde van opties

benaderen. Vaak zijn dit echter variaties

op het originele model van Black en

Scholes, zoals bijvoorbeeld één die het

mogelijk maakt om ook de waarde van

Amerikaanse opties te berekenen. Een

model dat wel significant anders is, is het

binomiale model. Met dit model is het

wel mogelijk om de prijsontwikkelingen

in de tijd te volgen, zowel voor de

onderliggende waarde als voor de

optiewaarde. De betrouwbaarheid van het

model neemt dus toe,

naarmate het aantal

stappen toeneemt.

De resultaten van dit

model lijken sterk op

die uit het Black-

Scholes model. Het

grote voordeel van

het Black-Scholes

model is dan echter

de simpliciteit. In het

verleden is gebleken

dat benaderingen

met het laatstgenoemde model erg sterk

in de buurt komen van de werkelijk

gebleken waarden. De enige moeilijkheid

die blijft bestaan, is het voorspellen

van de volatiliteit, maar ook daar zal in

de toekomst een geschikt model voor

ontwikkeld worden.

Voor meer informatie aangaande de

afleiding en de totstandkoming van de

formule van Black-Scholes wordt u

verwezen naar het originele artikel van

Black en Scholes, dat verschenen is in

de ‘Journal of Political Economy’, zie

referenties.

Bronnen:

Black, Fischer and Scholes, Myron. “The Pricing of Options and Corporate Liabilities”. Journal of Political Economy 81 (3): 637–654.

Page 16: Lugograaf 9.1

18

Financial EngineeringTekst: Arjen Lammers

Laurence Peter zei ooit dat “een econoom iemand is die je morgen kan vertellen waarom

zijn voorspelling van gisteren niet is uitgekomen”. En economen zouden heel graag willen

weten wat er morgen gebeurd, maar helaas kunnen we niet in de toekomst kijken. Of toch wel?

We kennen de natuurkundige modellen die in principe kunnen voorspellen waar de Aarde

zich bevindt over een maand. Sterker nog, we kunnen zelfs de positie van alle andere planeten

bepalen. Ook kunnen we de snelheid van auto’s afleiden totdat we de versnelling weten. Zulke

formules moeten toch ook werken voor de economische wereld?

Page 17: Lugograaf 9.1

19

Financial engineering begint eigenlijk

altijd met derivatives. Derivatives zijn de

basis van de producten die de economen

verzinnen. Economie is ooit begonnen

met de handel, met het aansluiten van

productie en vraag op elkaar. Vervolgens

kwam er de verzekering, die ooit is

bedacht om mensen te beschermen

tegen te grote risico’s. En er kwamen

opties, een soort garantieprijzen tussen

boeren om te voorkomen dat een slechte

oogst een faillisement zou opleveren.

Tot dat moment waren het ‘normale’

economische middelen, gebruikt en

gedekt door precies de materialen die er

verhandeld zijn. Dat wil zeggen, de optie

op graan was ook daadwerkelijk iets

materieels waard. Wat er nu gebeurt, is

dat er opties op opties zijn, en opties op

financiële producten, opties op leningen.

Eigenlijk is de sky de limit. Dit zijn dus

afgeleide producten, omdat ze dus niet

direct op de productie zijn gefocust. Ze

zijn als het ware afgeleid op de goederen.

Maar verzekeren impliceert risico. Je

weet niet precies wat er gaat gebeuren,

maar in essentie komt het neer op een

formule van het soort (schade x kans dat

het gebeurt = premie te betalen). Heel

mooi hierin is echter dat om de precieze

waarde te bepalen je twee dingen moet

weten. De schade per keer en de kans

dat het gebeurd. Neem bijvoorbeeld

een auto. De kans op een aanrijding

is bijvoorbeeld ééns per tien

jaar, maar dat is een

gemiddelde.

Het kan dus

zijn dat er,

door onvoorziene

omstandigheden,

eerder een nieuwe auto

moet komen. Om het

gemiddelde dus te spreiden,

verzeker je niet jezelf (door

de premie op een spaarrekening

te zetten), maar door samen te doen met

andere mensen. Vervolgens hebben we

de waarde van de schade nodig. Ten

eerste is niet alle schade hetzelfde, ten

tweede kan een auto tegen nieuwprijs of

tegen vervangingswaarde verzekerd zijn

en zelfs dan is het nog maar de vraag

of de waarde goed is bepaald. Echter,

dit laatste is niet direct met gevolgen.

Het gaat veel meer om de kans dat het

gebeurd. Daar moeten verzekeraars dus

over speculeren (het is immers nog niet

gebeurd). Het inschatten van dat risico

is iets waar verzekeraars kopzorgen van

krijgen.

Het maken van een wiskundig model om

deze risico’s in te schatten was dan ook

een doorbraak waar de hele bedrijfstak

op zat te wachten. De formules zijn vaak

complex met allerlei factoren, maar

één ding blijft ongewijzigd. Er zit een

voorspellende factor in, vaak gebaseerd

op historische data. Alleen zijn data uit

het verleden niet altijd geschikt voor het

doen van voorspellingen. Denk aan een

kerstkalkoen, die duizend dagen lang

voer krijgt van de boer. En gebaseerd op

deze historische data zou de kalkoen dus

nooit verwachten dat op dag duizend-

en-één hij geslacht wordt.

Zo is het eigenlijk

ook met

de verzekeraars, die dus verzekeringen

afsloten alsof het niets was. Ze hadden

ook niet voldoende financiële middelen

om, als het fout zou gaan, alle claims

uit te kunnen betalen. En zo kon het dus

gebeuren dat een verzekeraar failliet

ging. Door het handelen in derivatives

kon een verzekeringsbedrijf en de

daaraan gelinkte banken omvallen.

Securities

Securities (of effecten) zijn de meer

algemene vorm van alle financiële

producten die gebaseerd zijn op alles

waar je maar een waarde aan kan geven.

Deze producten zijn vervolgens weer

de basis van alle andere producten.

Je kan immers geen hypotheekoptie

verkopen zonder eerst een hypotheek

te hebben. Maar hier kan je dus ook

bepaalde ‘fictieve’ producten maken.

Een in de financiële sector bekend grapje

gaat als volgt: “een natuurkundige, een

scheikundige en een econoom zitten

op een onbewoond eiland.

Ze hebben één

blik eten

Page 18: Lugograaf 9.1

20

en geen blikopener. De natuurkundige

zegt: als we genoeg kracht uitoefenen

op het blik met een steen, krijgen we

hem open. De scheikundige zegt: als we

het blik verhitten, zal het uiteindelijk

openspringen. Waarop de econoom zegt:

laten we beginnen met aannemen dat

we een blikopener hebben”. Wat dit nu

aantoont, behalve dan dat economen

geen humor hebben , is dat in de wereld

van securities een econoom niet bepaald

afhankelijk is van de daadwerkelijke

productie in een land, maar dat het

volstaat dat er een mogelijkheid is dat

zijn producten in de wereld zouden

kunnen bestaan.

Securities kunnen allerlei vormen

aannemen, zoals aandelen, futures,

opties maar zelfs bankbiljetten behoren

tot securities. Vervolgens kun je hier

dus mee handelen, waarbij in sommige

gevallen, zoals opties en futures,

helemaal geen fysiek product hoeft te

zijn. Aandelen zijn weliswaar digitaal,

maar je kunt ze niet zomaar ‘bijmaken’.

Bankbiljetten printen heeft ook gevolgen

voor de waarde van de papiertjes,

maar opties kun je gewoon uitgeven,

ongeacht of je ook iets hebt waarmee

je de uitgegeven opties kunt dekken

(hoewel sommige wetten er wel iets aan

proberen te doen). Daar begint dan ook

het proces van de financial engineering.

Je kunt immers met een bedrag van €10

genoeg opties uitgeven alsof je meer dan

€1000 had. Nou praten banken alleen niet

over tientjes, maar over miljoenen. En

van die miljoenen willen investeerders

graag een deel van de actie hebben. En

dan komen we bij het volgende punt:

uiteindelijk moeten alle producten die

een bank maakt, verkocht worden aan

investeerders. De vraag is alleen hoeveel

risico elke investeerder wil lopen. Op

kleine schaal kunnen we zelf kiezen of

we ons geld sparen, in obligaties doen

of zelfs beleggen. Maar hoe kun je nou

een winstgevend product maken uit

hypotheken? De uitdrukking “as safe as

houses” geeft toch aan dat de gemiddelde

hypotheek erg stabiel is in termen van

risico. Immers, als de hypotheeklening

niet wordt terugbetaald, is er altijd nog

een huis. En dat huis kan niet, zoals

een auto, worden weggereden en buiten

bereik van schuldeisers worden gebracht.

Colletarized debt obligations

En daar komen die ondertussen beruchte

cdo’s in beeld. Wat men deed was het

samenvoegen van al deze hypotheken.

Sommige waren twijfelachtig toen ze

zijn verstrekt, sommige waren zeker

en sommigen waren gewoon ridicuul.

Oftewel, alle mogelijke soorten risico.

Door strategisch samenvoegen en

versnijden konden de financial engineers

een product maken met precies die

hoeveelheid risico die een investeerder

wilde hebben. Althans, dat was de

theorie, maar in de praktijk ging het toch

fout.

Page 19: Lugograaf 9.1

21

Het ging fout omdat de modellen

gebruikt om de hypotheken samen te

voegen en vervolgens te versnijden

altijd uitgingen van altijd stijgende

huizenprijzen en de aanname dat je

altijd een huis kon terugclaimen en

verkopen. Jammer genoeg zijn dit

prachtige aannames die natuurlijk niet

kunnen kloppen. Geen enkel voorwerp

zal altijd meer waar worden, omdat dat

simpelweg oneindigheid vereist. En

daar zit dan eigenlijk de paradox van

financial engineering. In de wiskunde

bestaan zaken als oneindigheid en

negatieve ruimte. Denk maar aan een

oppervlakte van -1 m2. In de wiskunde

kan dit, maar in de ‘echte’ wereld kan

dat eigenlijk niet. Veel mensen kunnen

zich hier ook niets bij voorstellen. Een

handelaar zou nooit iets kunnen verkopen

of verzekeren dat hij niet echt bezit,

maar een financial engineer verzint een

product dat in theorie niet fout kan gaan,

tot het moment dat niemand meer weet

of het eigenlijk nog wel een haalbaar en

reëel product is.

Credit default swaps

De cds is wederom een staaltje

vernuftigheid waar we niet precies de

vinger op de zere plek kunnen leggen.

In essentie is een cds een verzekering,

waarbij een eerste persoon iets bezit

(een aandeel bijvoorbeeld), met een

bepaald risico dat het niets meer waard

wordt. De tweede persoon verzekert

dan dit ‘bezit’ met de belofte dat áls het

‘bezit’ failliet gaat, dan zal de tweede

persoon de verzekerde betalen. In die

zin is het niet meer dan een verzekering

tegen een credit default. Maar omdat

een cds om aanzienlijke bedragen kan

gaan, is het belangrijk dat de verzekeraar

voldoende geld heeft om de eventuele

claims te kunnen verdragen. En daar

ging wederom iets fout. Want traditioneel

gezien was het voldoende om het

geschatte risico in de bedrijfsverslagen

te vermelden. Maar omdat daar altijd

gebruik wordt gemaakt van historische

kansen op default (of faillisement) is

het natuurlijk lastig om een reëel beeld

te krijgen van de werkelijke kans op

faillisement.

Quants

Quant is de benaming voor iedereen die

als baantje financial engineering heeft

en daarin iets van quantative analysis

uitvoert. Deze personen proberen met

behulp van wiskundige vergelijkingen

de problemen van het bankieren

op te lossen. Vaak gaat het om de

differentiaalvergelijkingen die ontstaan

wanneer je probeert een toekomstige

waarde te voorspellen aan de hand van

de huidige situatie. Deze quants zijn

vaak zeer intelligent, maar begrijpen

alleen de formules waar ze mee werken,

niet precies wat de formule nou in de

wederom ‘echte’ wereld betekent.

ConcluderendConcluderend is financial engineering

een bijzondere tak van economie. Er

is een hoop theoretisch en wiskundig

geneuzel, maar in de praktijk komt

het niet vaak voor dat de modellen

kloppen. Dat komt dan weer vooral

doordat de modellen de toekomst

moeten voorspellen en dat blijkt erg

lastig. Zeker als het gaat om menselijk

handelen, waarbij de onberekenbaarheid

van mensen niet te bevatten is. En

de theoretische winsten worden ook

daadwerkelijk praktisch ingezet, maar de

theoretische verliezen zijn vaak voor de

maatschappij als geheel. Om te kunnen

stellen dat dit een prima idee is, is op zijn

zachtst gezegd onethisch. Maar wat doe

je er aan?

Page 20: Lugograaf 9.1

22

Verenigingsnieuws

Illustratie: Marijn van Rooij & Daniel Botterweg

Page 21: Lugograaf 9.1

23

Maar dan krijgen we tegenwoordig bevers die een gat in een

frisdrankautomaat knagen om een flesje water te bemachtigen.

Uiteraard, want bevers hebben verstand van water. Ook mooi:

iemand stopt je midden op een zebrapad, vraagt of je gelukkig

bent en doet een pepermuntje in. Daarna wordt zij gelukkiger en

verliefd op de man met het snoepje. Ik weet van het bestaan van

GHB en verder ben ik niet bekend met zulke ‘wondermiddeltjes’.

Daar volgt dus uit dat de mensheid blijkbaar is afgedaald tot het

niveau dat goede marketing belangrijker is dan een goed product

afleveren. Steve Jobs zou zich omdraaien in zijn graf. Marketing

mag nooit een vervanging zijn voor kwaliteit. Wat dat betreft zou

het huidige reclamewereldje nog een doos met een hondsdolle

buidelrat kunnen verkopen op basis van de commercials. En dat

doet me dus pijn aan de ogen. Ik snap niet, op logisch niveau,

wat ik moet begrijpen van een door verfbommen beschoten auto

over de rijkwaliteiten van de auto en de over de manier waarop

deze auto helpt in het doel van de auto: mij van punt a naar punt b

krijgen op een voordelige en prettige manier.

In principe zou het prettig zijn wanneer ik kan begrijpen wat

ze willen dat het product doet. Dus waspoeder dat of beter

schoonmaakt dan een ander, of op een lagere temperatuur, of

met de geur van muskusherten en gefermenteerde yakmelk.

Dat zou allemaal prima zijn. Dan denk ik, als consument, dat ik

voor omo ga, aangezien dat beter zou zijn bijvoorbeeld. Maar

ik kan me dus niet in de supermarkt zien staan met de keuze

tussen een knorrpakje en een ander knorrpakje op basis van een

sirtakidansende boer. Sterker nog, wanneer ik moet kiezen, dan

staat een achterlijk dansende boer erg laag op het lijstje van

mensen van wie ik advies aanneem.

En we hebben weer iets gevonden waar ik een ontzettende hekel aan heb. Voor iedereen met

ook maar het kleinste vermogen tot patroonherkenning zal dit geen verrassing zijn, dus zal ik

maar met de hoofdvraag beginnen: Sinds wanneer zijn de reclames op tv rechtsaf gegaan bij

de splitsing tussen ‘normaal’ en ‘what the fuck’? Vroeger was er iemand in beeld met twee

shirts, beide wit en beide smerig. Dan een pak waspoeder als dreft en een pak x. Poeders in de

machine, draaien op negentig graden (fuck dat milieu!) en TA-DAA! schone was aan de ene

kant en nog vlekken bij de ander. Goed, dat snap ik dan. Het is niet per se zo dat het allemaal

waar is, maar ik snap de claim tenminste: waspoeder moet kleding schoon maken.

Arjen LammersColumnist

Column Arjen

Page 22: Lugograaf 9.1

Hoeheddegedatgedaan

24

Tekst: Mart Busscher

In de oudheid werd handel gedreven doormiddel van het rechtstreeks uitwisselen

van goederen en diensten in een verhouding die onderling overeengekomen werd. Maar

tegenwoordig is daar geen sprake meer van. Het van oorsprong oudste goederengeld, goud,

heeft plaatsgemaakt voor wat men tegenwoordig fiduciair (afgeleid van het Latijnse woord

fiducie, dat vertrouwen betekent) geld noemt. Fiduciair geld, is geld dat zijn waarde niet

ontleent aan de materie waaruit het gemaakt is of die het vertegenwoordigt (zoals gouden en

zilveren munten) maar aan het vertrouwen dat er goederen en diensten mee gekocht kunnen

worden. De nominale waarde berust dus niet op een bepaald gewicht en gehalte van edelmetaal

maar op het vertrouwen dat de economische actoren stellen in de waarde van de munteenheid.

Voorbeelden van fiduciair geld waar wij als consumenten het meest mee te maken hebben zijn

papiergeld, muntgeld of giraal geld. De valuta (munteenheid) waar wij in Europa gebruik van

maken is voor iedereen bekend, namelijk de euro. Maar wat is een euro eigenlijk?

De Euro

Page 23: Lugograaf 9.1

25

In het verleden streefden de landen uit de Europese Unie op

verschillende manieren naar een economische unie en een

eenheidsmunt. Het was echter pas in 1991 dat de Europese leiders

in de stad Maastricht in Nederland een planning vaststelden om

een eenheidsmunt in te voeren. De landen die besloten om de

euro in te voeren, bereidden in de jaren daarna hun economieën

hierop voor. Deze voorbereidingen worden ‘economische

convergentie’ genoemd.

Op 1 januari 1999 werd de euro gelanceerd als ‘rekeneenheid’.

Dit betekent dat de euro bij vele financiële operaties op papier

werd gebruikt, maar nog niet als contant geld, in munten en

biljetten, beschikbaar was. Men deed dit om de vele financiële

systemen, in banken en ondernemingen, de tijd te geven om zich

aan de nieuwe munteenheid aan te passen.

Op 1 januari 2002 werden de bankbiljetten en euromunten

gelanceerd in 12 landen die de euro invoerden. Uit geldautomaten

in banken kwamen euro’s, en winkels gaven alleen euro’s als

wisselgeld terug. Zo werden binnen een korte tijd alle oude

munteenheden door de winkels en banken verzameld en uit de

omloop gehaald: de inwoners van de eurozone hadden toen

alleen nog euro’s op zak. Iedereen heeft deze valuta dagelijks in

de handen maar waar eigenlijk niemand bij stilstaan is de wijze

waarop deze valuta geproduceerd wordt.

Het productieproces: de munt

Het productieproces speelt zich grotendeels af achter gesloten

deuren. Hieronder wordt dit productieproces beschreven:

vanaf de ontwerpfase tot aan de munt in uw portemonnee of

muntverzameling.

De productie van een nieuwe munt begint bij een goed ontwerp.

Eenmaal op glimmend metaal geslagen, kan het aanvankelijk

perfecte ontwerp anders uitpakken dan de bedoeling was. Een

portret met een warme uitstraling op papier, kan bijvoorbeeld

ijzig overkomen op metaal.

Naast de uitstraling van het ontwerp op metaal, kijken

vormgevers ook naar de technische uitvoerbaarheid. Daarbij

spelen verschillende factoren een rol. Een ontwerp op papier is

eendimensionaal; geslagen op een munt krijgt de afbeelding een

reliëf dat aan een maximum is gebonden.

Als de opdrachtgever en vormgever het ontwerp goedkeuren,

kunnen de modelleurs aan de slag. Zij verdelen het ontwerp in

verschillende segmenten: achtergronden, voorgronden en details

worden van elkaar gescheiden en overgetekend op doorzichtig

papier. Door het ontwerp te verdelen in segmenten, kan de

modelleur diepte geven aan het ontwerp.

Het werk van de modelleurs is ambachtelijk van aard. Met behulp

van metalen modelleergereedschap kerven zij stukje bij beetje

het ontwerp in gips. Daarbij wordt nauwlettend gelet op het

reliëf, omdat dit niet het maximum mag overschrijden. Alleen

de elementen met een vaststaande reliëfhoogte, zoals letters en

randen, worden met zogeheten sjablonen via een graveermachine

(panthograaf) in het gipsmodel aangebracht. Het uiteindelijke

gipsmodel is gemaakt op een schaal van 4:1. Wanneer het

gipsmodel is goedgekeurd, wordt het modelformaat verkleind in

zacht staal en ontstaat de moederstempel.

De moederstempel, in vaktaal het poinçoen genaamd, is een

perfecte, verkleinde replica van het gipsmodel. Het verkleinen

gaat als volgt in zijn werk: het gipsmodel wordt in een speciale

reduceermachine geplaatst. Die machine bestaat uit twee

onderdelen: een zogeheten ‘taster’ die het gipsmodel nauwkeurig

aftast, en een zogeheten ‘freesje’ dat dezelfde beweging maakt als

de taster, maar dan in het klein. Het freesje graveert op die manier

uiterst secuur de details van het gipsmodel in een stalen plaatje,

dat de uiteindelijke moederstempel wordt.

Als vormgevers en technici de verkleinde afbeelding goedkeuren,

kan de stempelmakerij beginnen met de laatste fase: het maken

van de productiestempels. Allereerst wordt het reliëf van de

moederstempel gehard, zodat die de afbeelding in spiegelbeeld

kan persen op de productiestempels. De productiestempels

worden daarna gepolijst, zodat munten op de juiste plekken

glanzend danwel mat zijn. Eenmaal geplaatst in de muntpersen,

kan worden begonnen met het slaan van munten.

Het aantal munten dat met één stel stempels (de voor- en

keerzijde) kan worden geslagen is afhankelijk van de gravure,

het gebruikte metaal en de gewenste muntkwaliteit. Na

verloop van tijd slijten de productiestempels en worden met de

moederstempel nieuwe gemaakt.

De muntafbeelding wordt geslagen op zogeheten rondellen.

Dat zijn ronde metalen plaatjes waarvan de afmetingen

overeenkomen met die van de uiteindelijke munt. Die rondellen

lopen via een container door een gootje naar de muntpers. Daar

worden de rondellen één voor één tot munt geslagen.

Page 24: Lugograaf 9.1

2626

Met een persdruk van 40 ton slaat eerst de bovenstempel en

vervolgens de onderstempel in een fractie van een seconde

de afbeelding in de rondel. Zo kan de muntpers ongeveer 750

munten per minuut slaan.

De nieuwe munten worden opgevangen in metalen bakken. Via

een geautomatiseerd proces worden de munten geteld, ingepakt

en verstuurd naar De Nederlandsche Bank. Die verspreidt de

munten vervolgens via een uitgebreid distributiesysteem zodat

deze bij u in de portemonnee terecht kunnen komen.

Het productieproces: briefgeldNadat het uiteindelijke ontwerp van de biljetten is goedgekeurd

en alle mallen zijn gemaakt is het tijd voor de productie.

Briefgeld wordt gemaakt van papier. Het papier van de

eurobankbiljetten wordt gemaakt van pure katoenvezels van

de hoogste kwaliteit. Daardoor heeft het een grotere fysische

en mechanische weerstand dan gewoon papier, wat natuurlijk

essentieel is voor een voorwerp dat door talloze handen gaat en

daarbij niet altijd even zachtzinnig wordt behandeld.

De eerste stap bij het maken van papier voor bankbiljetten is het

bij hoge temperatuur en hoge druk bleken van de katoenvezels

in water waarin natriumhydroxide en waterstofperoxide zijn

opgelost. Om milieuredenen wordt voor het bleken geen chloor

gebruikt. Na het bleken van de vezels worden verfstoffen aan de

pulp toegevoegd om het papier de gespecificeerde kleur te geven.

De tweede stap is het ‘raffineren’ van de vezels door deze te

snijden en te ‘rafelen’. Dat geeft het uiteindelijke papier betere

mechanische en fysische eigenschappen om de bestendigheid van

de biljetten tegen bijvoorbeeld zonlicht en waspoeder, maar ook

tegen scheuren, vouwen en verfrommelen te verbeteren. Daarbij

moet het evenwicht tussen het korter maken en het rafelen van de

vezels zorgvuldig in het oog worden gehouden.

Page 25: Lugograaf 9.1

27

De laatste stap in het proces is het tot vellen snijden van de

rollen papier. De vellen papier voor de eurobankbiljetten worden

verpakt per riem (500 vel), in de door de drukkerij gewenste

afmetingen. Uit een vel gaan 24 tot 60 bankbiljetten. Het papier

weegt 85 gram per vierkante meter en het gewicht van een riem

papier ligt tussen de tien en twintig kilo, afhankelijk van de

afmetingen.

Voor eurobankbiljetten worden vier druktechnieken gebruikt:

offset, plaatdruk, zeefdruk en boekdruk. Bij deze technieken

worden verschillende soorten drukplaten en drukvormen

toegepast.

Het drukken van de hoge coupures begint meestal met het

aanbrengen van de grafische achtergrond in offsetdruk.

Offsetdruk is een indirecte druktechniek. De inkt wordt niet direct

van de drukplaten op het papier gebracht, maar eerst van vier

drukplaten (die stuk voor stuk om een cilinder zijn gespannen)

op een rubberen drukdoek overgezet. Van het doek wordt de inkt

dan op het papier overgebracht. Door een speciale opstelling

van de offsetpersen kunnen de voor- en achterzijde van de

eurobankbiljetten gelijktijdig worden gedrukt, wat het mogelijk

maakt de afbeeldingen op de voor- en achterkant zeer nauwkeurig

ten opzichte van elkaar te plaatsen.

Op basis van een originele plaat, meestal van koper, worden

met behulp van een galvanisch bad de drukplaten gemaakt.

Als de drukplaat wordt geïnkt, vult de inkt de gegraveerde

afbeelding. Het oppervlak van de drukplaat wordt vervolgens

schoongeveegd door een in tegengestelde richting draaiende rol

(tegendrukcilinder). De resterende inkt wordt van de cilinder

verwijderd met oplosmiddelen en een rakel. Bij het drukken

wordt de inkt van de plaat (die om een drukcilinder is gespannen)

op het papier overgebracht. Tijdens dit proces wordt het papier

in de met inkt gevulde uitsparingen geperst, zodat op de plaatsen

waar de inkt op het bankbiljet wordt aangebracht, reliëf in het

papier ontstaat. Om het gewenste reliëf te krijgen, is een enorme

druk nodig, wel zo’n dertig ton.

Na de plaatdruk wordt aan de achterzijde van het biljet

een volgend echtheidskenmerk aangebracht: de van kleur

veranderende inkt. Deze vormt de waarde op de hoge coupures

(op de lage coupures wordt met behulp van dezelfde druktechniek

al in de papierfabriek de glanzende band aangebracht). Voor

beide inktsoorten wordt de zeefdruktechniek gebruikt, omdat

deze techniek de dikke inktlagen mogelijk maakt die nodig zijn

om de optische effecten van de echtheidskenmerken volledig tot

hun recht te laten komen. Het vierkante hologram wordt daarna

met behulp van warmdruktechnieken op het papier aangebracht

(op de lage coupures wordt via een soortgelijk procedé een

doorlopend streephologram aangebracht). Voor het drukken

van het vierkante hologram worden machines gebruikt die

druksnelheden van 8000 vellen per uur kunnen bereiken.

De vellen worden vervolgens genummerd met behulp van een

techniek die bekend staat als boekdruk. De vellen worden in een

nummerpers geplaatst. Deze is voorzien van twee verschillende

nummereenheden die aan de achterzijde van de bankbiljetten de

biljetnummers aanbrengen. Na de nummering worden de vellen

automatisch tot biljetten versneden en verpakt. De vellen worden

in de lengte en de breedte gesneden en per honderd biljetten

gebundeld en van een wikkel voorzien. Vervolgens worden deze

pakketten naar de Nederlandse Bank gestuurd die ze vervolgens

via hun distributiesystem in omloop brengen en ervoor zorgen dat

deze biljetten bij u in de portemonnee eindigen.

Page 26: Lugograaf 9.1

28

Column voorzitter

Maarten ZoomersVoorzitter TBV Lugus

En in dat opzicht heb ik echt een topmaand achter de rug.

De wereld heeft mij meerdere keren versteld doen staan. Om

maar een klein voorbeeldje te geven. De afgelopen maanden is

Griekenland constant in het nieuws geweest. Garantiefondsen

en steun vanuit Europa, er werd van alles aan gedaan om het

land van de ondergang te redden. Wat schertste dan ook mijn

verbazing toen ik las dat Griekenland doodleuk voor enkele

tientallen miljoenen euro’s aan oorlogstuig had gekocht.

Oorlogstuig dat in Nederland verkocht wordt zodat wij op onze

beurt Griekenland weer kunnen steunen.

De vraag is nu wat we hiervan kunnen leren, of nog beter gezegd,

wat we hieraan kunnen doen. Begrijp me niet verkeerd, ik ben

er heilig van overtuigd dat het steun verlenen aan Griekenland

een noodzakelijk kwaad was. Het alternatief, namelijk het

failliet laten gaan van een land uit de eurozone, had nog veel

desastreuzere gevolgen gehad. Het is altijd een kwestie van

risico’s afwegen tegen investeringen. Het is belangrijk om hier

duidelijk omlijnde beslissingsregels over op te stellen om zo in

ieder geval later, mocht dat nodig zijn, op terug te kunnen vallen.

Daarom sluit het thema van deze Lugograaf ook zo mooi aan op

de recente ontwikkelingen. Dit is namelijk precies waar Financial

Engineering over gaat.

We leven in economisch onzekere tijden. Constant moet de

afweging worden gemaakt of een bepaalde investering het risico

waard is. En helaas is het vaak kiezen tussen twee kwaden.

Maar zelfs bij het kiezen tussen twee kwaden is er nog altijd

een goede, of moet ik zeggen betere, keuze. Het is belangrijk

om aan de hand van duidelijke regels je beslissingen te maken

en hierbij de risico’s goed mee te laten wegen. En hieruit kan

maar één conclusie getrokken worden. Een conclusie waar ik me

puur rationeel heel goed in kan vinden maar ook één waar ik op

emotioneel vlak misschien wat minder blij mee ben. Want door

altijd elke beslissing gerationaliseerd en de risico’s meewegend

te nemen voorkom je eigenlijk dat je ooit nog verbaasd wordt. En

nooit meer verbaasd worden, dat is eigenlijk toch wel een beetje

jammer.

Ik hou er van verbaasd te worden. Het is één van de zes basisemoties waar je in mijn

ogen het meeste geluk uit kan halen. Tuurlijk, het is leuk om vreugde te kennen maar geef

toe, na verloop van tijd heb je ook dat wel weer gezien. En uiteindelijk kom je dan toch weer

uit bij verbazing, misschien juist omdat het zo zeldzaam is en omdat het iets is dat je gewoon

overkomt.

Page 27: Lugograaf 9.1

Times staat voor Tournament in Management and Engineering Skills. Het is een case competitie tussen alle Technische Bedrijfskunde

(master) studenten uit Europa. Het is opgedeeld in drie rondes: de lokale kwalificatie (Local Qualification), de halve finale (Semi-Finals) en de

finale (Final). Tijdens de LQ strijdt je in een team van 4 personen tegen andere teams uit Groningen. De winnaars van de LQ Groningen gaan

ergens anders in Europa tijdens de Semi-Finals tegen andere winnaars strijden voor een plek in de finale. Wil jij de beste TBK’er van Europa

worden?

European Studentsof Industrial Engineering

and Management

Local Qualification13 december

Training7 december

In deze training wordt er samen met Professor Broekhuis naar een case gekeken. Hij zal algemene tips geven over het oplossen van een case. Het zal ongeveer van 11:00 tot

15:00 duren. Minstens 2 deelnemer per groep moeten bij de training aanwezig zijn!

Meld je voor 1 december aan op de Lugus site!

Page 28: Lugograaf 9.1

3030

Tekst: Martien Jalink

Nieuwe ontwikkelingen

30

HR-zonnecelEen team van Nederlandse en Tsjechische onderzoekers heeft silicium nanokristallen gemaakt die het

rendement van zonnecellen drastisch kunnen gaan verbeteren. Standaard zonnecellen bestaan onder andere

uit silicium, waarin onder invloed van licht een kleine elektrische stroom gaat lopen. De huidige generatie

zonnecellen hebben een rendement van 15 tot 20 procent. In tegenstelling tot het silicium dat in gangbare

zonnecellen wordt gebruikt, kunnen de silicium nanokristallen – een miljoen keer kleiner dan een zandkorrel –

dankzij hun structuur het licht efficiënter omzetten naar elektrische energie.

Tijdens hun experimenten bereikten de onderzoekers een rendement van bijna 100%. De onderzoekers hebben

echter nog geen daadwerkelijke zonnecel gemaakt. Ze beschenen de kristallen en maten hoeveel lichtdeeltjes

deze vervolgens weer uitzonden. Naarmate het licht energierijker werd, ging de efficiëntie van de kristallen

omhoog. Dit is een opmerkelijke vondst aangezien bij gangbare zonnecellen het rendement juist daalt. Uit

vervolgexperimenten moet blijken of het rendement ook zo hoog blijft als het licht moet worden omgezet in

elektriciteit. Dat zou de weg vrijmaken voor de productie van veel efficiëntere zonnecellen.

De onderzoekers van onder meer de Universiteit van Amsterdam hebben over

hun ontdekking geschreven in een online publicatie van Nature

Nanotechnology. http://www.nature.com/nnano/

Page 29: Lugograaf 9.1

31

iPhone 4SDe verkoop van de nieuwe Apple iPhone 4S is 28 oktober ook bij ons in Nederland van start gegaan.

Geruchten over een nieuwe iPhone 5 bleken niet te kloppen. Het bleef bij het huidige updatemodel van

de iPhone 4. Dit verklaart ook gelijk het uiterlijk van de 4S, dit is namelijk hetzelfde als dat van zijn

voorganger. “How do you improve on something that’s so extraordinary” was de uitdaging waarmee Apple

geconfronteerd werd. En precies dat heeft Apple laten zien met de nieuwe iPhone 4S, “by taking this

amazing design and completely rethinking the inside” aldus Greg Joswiak, Vice President iPhone Product

Marketing bij Apple.

De iPhone 4S bevat de nieuwe dual-core A5 chip, waardoor het toestel 2 keer zo snel wordt. Een van de

highlights van de iPhone 4S is de camera; een 8-megapixelcamera. Deze maakt het mogelijk om beelden

op te nemen met een resolutie van 1080p, in plaats van 720p bij de iPhone 4. Een gyroscoop en een

nieuwe besturingssysteem zorgen voor nog beter beelden. De iPhone 4S draait op iOS 5, de nieuwste

versie van Apple’s besturingssysteem. Hoewel Apple ook in deze versie de nodige wijzigingen heeft

aangebracht, is de basis nog hetzelfde als bij de eerste iOS-versie uit 2007. De lay-out van het springboard

en het design van de apps zijn nauwelijks gewijzigd. Een van de grootste wijzigingen in iOS 5 is het

nieuwe Notification Center. Dat combineert notificaties van alle applicaties in één menu. De notificaties

zijn bovendien zichtbaar in het lockscreen, een welkome functie die in iOS tot nog toe ontbrak. Ook

komen notificaties voortaan bovenin het scherm te staan en nemen ze niet meer je gehele scherm over.

Door de nieuwe spraakbesturing Siri, wordt het mogelijk om op een natuurlijke manier tegen de iPhone

te praten en informatie terug te krijgen. Dit maakt het mogelijk om je telefoon te vragen of het nodig is

een paraplu mee te nemen als je de deur uit gaat, of een afspraak in je agenda te verzetten. Tevens maakt

iPhone 4S gebruik van iCloud, de webopslag van Apple. Hierdoor zijn al je documenten en gegevens

opgeslagen en draadloos toegankelijk. Back-ups kunnen draadloos worden gemaakt en updates rollen

draadloos binnen. http://www.apple.com/nl/iphone/

Page 30: Lugograaf 9.1

32

Nieuw hoofdkwartier voor Syd Energi (SE); grootste passiefhuis DenemarkenHet energieconcern Syd Energi in Denemarken heeft opdracht gegeven voor het bouwen van een

nieuw hoofdkwartier in Esbjerg. Het nieuwe kantoor zal het grootste industriële pand in Denemarken

worden dat gebouwd wordt naar passiefhuis standaarden. De competitie voor de bouw van het nieuwe

kantoor werd gewonnen door Esbensen A/S, GPP Architects, Hoffmann A/S en Sloth Møller Consulting

Engineers A/S. In het nieuwe gebouw zullen architectuur en energie hand in hand gaan. Met haar

organische vormgeving en de locatie zal dit vertrek een landmerk vormen voor energiezuinige gebouwen

en het gebruik van alternatieve energiebronnen. De totale oppervlakte van circa 13.500 vierkante

meter zal plek bieden voor ruim 350 medewerkers. De opdracht vanuit Syd Energi werd gekenmerkt

door “A beautiful architecture and a pioneering mix of energy solutions

is given high priority in the selection of this competitive proposals”. Het

nieuwe bouwwerk zal, eenmaal in gebruik genomen zowel energie- als

CO2 neutraal functioneren en een intern interactief energiesysteem hebben,

dit laatste om fluctuaties in vraag en aanbod van energie te egaliseren. Het

pand zal uitgerust worden met 1.800m2 aan zonnecellen -het op een na

grootste solar-system in Denemarken- die in het dak en in het glas van het

atrium geïntegreerd zullen worden. Grote focus is gelegd op het gebruikt van

warmte van de server ruimtes voor het verwarmen van het gebouw, aangezien

ongeveer 75% van alle energieverbruik voor hun rekening komt. Gedurende

de zomer periode zal de koeling voornamelijk gedekt worden door passieve

koeling door 10 km buizen in de grond, en de warmte afkomstig van de server

ruimtes via warmtepompen worden gebruikt voor de warmwatervoorziening.

Tijdens de winter zullen de pompen gebruikt worden voor warmte

voorziening in het hele gebouw, waarbij de warmte uit de server ruimtes als

bron fungeert voor de pompen. Deze zullen eventueel aangevuld worden met

geothermische warmte. Tevens zal er veel gebruik gemaakt worden van het

opvangen van daglicht door de plaatsing van hoge ramen. Het atrium zorgt

voor een goede lichtvoorziening in het binnenste gedeelte van het gebouw.

Door het ronde ontwerp van het gebouw wordt het heat-emitting oppervlakte

geminimaliseerd. Het gebouw zal naar verwachting midden 2013 voltooid

worden. Meer informatie via http://www.archdaily.com/146021/headquarter-

for-se-gpp-architects/

Page 31: Lugograaf 9.1

3333

Snelle neutrino’s - CERN updateBij experimenten met de deeltjesversneller van de European Organization for Nuclear Research – het CERN

– hebben wetenschappers een opmerkelijke vondst gedaan. Ze hebben in de LHC (Large Hadron Collider)

gemeten dat een neutrino - een ongeladen subatomair elementair deeltje – zich met een hogere snelheid dan

de lichtsnelheid heeft verplaatst. Als hun ontdekking klopt, ondermijnt dat de relativiteitstheorie van Albert

Einstein. Hij ging er namelijk van uit dat niets zich sneller kon verplaatsen dan het licht. De bevindingen

van het CERN zou de natuurkunde flink overhoop kunnen gooien. Allerlei theorieën over de kosmos moeten

worden aangepast, mits de opvallende meting onafhankelijk wordt bevestigd. ‘’Het kan betekenen dat we

informatie naar het verleden kunnen sturen’’, vermoedt Jeff Forshaw, professor in deeltjesfysica aan de

Britse Manchester Universiteit. ‘’Met andere woorden: het reizen in de tijd zou mogelijk worden, hoewel dat

niet betekent dat we binnenkort tijdmachines bouwen.’’

Het LHC project is een project van superlatieven. De deeltjesversneller is een 27 kilometer lange ring onder

de Alpen, bij de grens van Frankrijk en Zwitserland. De bouw duurde tientallen jaren en kostte meer dan 6

miljard euro. Met de deeltjesversneller wordt onderzoek gedaan naar de kleinste bouwstenen van het heelal.

Protonen, de bouwstenen van atomen, worden op elkaar afgevuurd met de snelheid van het licht, ongeveer

300.000 kilometer per seconde. De wetenschappers kunnen zo zeshonderd miljoen protonbotsingen per

seconde tot stand brengen. Op vier verschillende plaatsen in de ring vinden die botsingen plaats. Daar zijn

detectoren geïnstalleerd die diverse metingen verrichten aan deze botsingen.

De wetenschappers hebben collega’s gevraagd hun metingen onafhankelijk te verifiëren of theorieën

aan te dragen die de gemeten snelheden kunnen verklaren. De snelheden werden waargenomen in een

neutronenstraal die vanuit een deeltjesversneller in Genève op een laboratorium in Italië, 730 km verderop,

werd afgevuurd. De neutrino’s zouden hierbij zestig nanoseconden sneller zijn gegaan dan de lichtsnelheid.

De onderzoekers hebben foutenmarge van 10 nanoseconden gesteld, waardoor deze afwijking op zijn minst

opmerkelijk is. Vanwege de omvang van de eventuele ontdekking zijn ze maandenlang bezig geweest met

het controleren en hercontroleren van de resultaten om er zeker van te zijn dat er geen cruciale (meet)fouten

zijn gemaakt. www.cern.ch

Page 32: Lugograaf 9.1

34

Tesla Model STesla Motors komt met een BMW M5 waardige tegenspeler. Het bedrijf komt met een Sport versie van de nieuwe Tesla Model S. Tesla

is klaar voor het volgende hoofdstuk. Na de Roadster is het de beurt aan de Model S. Deze auto komt qua buitenmaten overeen met een

BMW 5 of Mercedes E-klasse. Echter is de Tesla van binnen ruimer door het ontbreken van een groot motorblok. Hierdoor heeft de Tesla

ook voorin plek voor bagage. Er is bovendien ruimte voor 5 volwassenen én 2 kinderen/lilliputters. Achter de achterbank zit nog een

derde zitrij waar plek is voor mensen tot 1,5 lichaamshoogte.

Voor de prestaties hoeft Tesla zich evenmin te schamen. Tesla geeft voor de standaard Model S een 0-100km/u tijd van 5,5 seconde op. De

sport variant doet het in 4,6 sec. De auto komt met verschillende batterypacks, verschillend van 270km range tot ruim 500km in de sport

variant. Met optionele aerodynamische wielen kan de actieradius van de Tesla worden vergroot van 480 naar 515 kilometer en opladen

van de accu is in 45 minuten gepiept. Inleveren op het gemak of de snelheid van een verbrandingsmotor hoeft dus niet meer. Elektronica-

freaks kunnen hun lol op met het 17″ touchscreen in de middenconsole, bovendien voorzien van draadloos internet.

Prijzen lopen in de VS uiteen van $50.000,- (€37k, 260km range) tot $80.000,- (€60k, sport) afhankelijk van het gekozen accupakket

en performance. Tesla heeft al aangegeven wereldwijd ongeveer dezelfde prijzen te willen hanteren. “Het doel van de Model S is niet

alleen om de beste elektrische auto te maken, maar ook de beste auto in het algemeen. Hij heeft zeven zitplaatsen, twee bagageruimtes en

een zeer laag zwaartepunt. Niemand dacht dat dit mogelijk was. Ik ben trots op deze auto, het is een revolutie en ik hoop dat de rest van

de industrie ons volgt,” aldus oprichter en CEO van Tesla Motors, Elon Musk. Aan het einde van 2012 wordt de Model S in Nederland

verwacht. www.teslamotors.com

Page 33: Lugograaf 9.1

35

Robotvis competitieTekst: Ewoud Vos

Eind mei van dit jaar zijn twee promovendi van de onderzoeksgroep Discrete Technologie

& Productie Automatisering (DTPA) afgereisd naar Chengdu (China) om deel te nemen aan

een robotvis waterpolo toernooi. Ewoud Vos (TBK-alumnus) en Chen Wang verdedigden de

Rijksuniversiteit Groningen in een verder Aziatisch getinte wedstrijd.

Page 34: Lugograaf 9.1

36

IFUR competitieDe International Federation for Underwater Robots (IFUR) 2011

International Invited Competition is een jaarlijkse competitie,

waarin universiteiten vanuit de hele wereld de strijd aangaan met

teams van robotvissen. Dit jaar namen 25 universiteiten deel,

waarvan 23 uit China, een uit Zuid-Korea en een team vanuit

Groningen. Verdeeld over 14 verschillende disciplines (van 1

tegen 1 waterpolo, tot complexe simulaties) participeerden in

totaal 128 teams.

Elk jaar wordt de competitie door een andere universiteit

georganiseerd. Dit jaar was de eer aan de Southwest University

of Nationalities in Chengdu. Deze universiteit was in het

verleden alleen toegankelijk voor etnische minderheden. Sinds

de jaren ’90 zijn Han-Chinezen en buitenlandse studenten ook

welkom. Chengdu is de hoofdstad van de provincie Sichuan en

is met ruim 4,6 miljoen inwoners de 7de stad van China. De

Southwest University of Nationalities had de leiding over de

organisatie van het evenement. De technische ondersteuning

tijdens de competitie werd verzorgd door Peking University, die

de ontwerper en producent van de gebruikte robotvissen is.

VoorbereidingDrie weken voor de start van de competitie werd besloten

om namens de Rijksuniversiteit Groningen een team af te

vaardigen naar Chengdu. Het twee man sterke team werd

gevormd door Chen Wang en Ewoud Vos, beide promovendus

bij de onderzoeksgroep Discrete Technologie & Productie

Automatisering (DTPA). Chen had vanuit haar vorige universiteit

(Peking University) al ruime ervaring met het aansturen van de

robotvissen. Voor Ewoud was alles nieuw.

Door de relatief korte voorbereidingstijd lag de focus van het

team op het ontwikkelen van een basisstrategie voor de vissen.

Chen focuste zich op het onderdeel “Circle Dribbling” en Ewoud

richtte zich op “2vs2 Waterpolo” (zie corresponderende tekst

onder strategieën voor een beschrijving van beide onderdelen).

Het ontwikkelen van een basisstrategie bestaat grofweg uit twee

stappen: 1) het bedenken van een intelligente speltactiek en 2)

het implementeren van de tactiek. De eerste stap verschilt in

wezen niet zoveel van het bedenken van een

tactiek voor bijvoorbeeld voetbal. Je bedenkt

van tevoren hoe je wilt dat de spelers (in

dit geval robotvissen) reageren op bepaalde

situaties. Bijvoorbeeld: als de bal zich op

de helft van de tegenstander bevindt, moet

je aanvallen. Bevindt de bal zich op eigen

helft dan ga je verdedigen. De tweede stap is

een stuk technischer van aard. De in stap 1

bedachte tactiek dient nu te worden omgezet in

code voor de bijbehorende software. Voor de

robotvissen wordt gewerkt met het programma

Microsoft Visual Studio 2008, de gebruikte

programmeer taal is C++. Voor Chen, die

al bekend was met deze taal was dit geen

probleem. Voor Ewoud, die nog nooit met C++

gewerkt had, nam het bekend raken met C++

een flink deel van de voorbereiding in beslag.

Mede daardoor was de uiteindelijke 2vs2-

strategie eenvoudig, simpelweg omdat er niet genoeg tijd (en

kunde) was dit verder uit te breiden.

Opstelling + robotvissenDe robotvis opstelling bestaat uit een aantal onderdelen. De

basis is een zwembad, met daarin de vissen, de bal en evt.

obstakels. Boven het zwembad hangt een camera, die een

overzicht van het bad naar de bijbehorende computer stuurt.

Beeldherkenningssoftware bepaalt op basis van de beelden de

positie (en richting) van de vissen en de bal. Deze herkenning is

op basis van vooraf ingestelde kleuren, die zich op het hoofd van

de vis bevinden. Op basis van deze gegevens wordt een strategie

Page 35: Lugograaf 9.1

37

uitgevoerd die het gedrag van de vissen in het water bepaalt (b.v.

wanneer de bal op eigen helft is, dienen de vissen te verdedigen).

De commando’s die uit de strategie volgen, worden vervolgens

via WiFi naar de vissen gezonden. Dit proces wordt gedurende de

wedstrijd constant herhaald.

StrategieënZoals eerder genoemd hebben Chen en Ewoud gewerkt aan

respectievelijk Circle Dribbling en 2vs2 Waterpolo. Hier wordt

een korte uitleg gegeven over beide onderdelen.

Bij Circle Dribbling is in het midden van het zwembad een

(vierkant) obstakel geplaatst. De speler heeft slechts één robotvis

tot zijn beschikking. Het doel is om met deze vis zo snel mogelijk

met een bal om het obstakel heen te zwemmen. Vanuit eerder

onderzoek had Chen al een algoritme waarmee de vis de bal

richting een aan te geven punt kon spelen. In dit algoritme zwemt

de vis eerst naar de bal toe en probeert vervolgens óf de bal te

duwen met zijn neus, óf de bal vooruit te slaan met zijn staart.

Door een aantal (virtuele) punten om het obstakel te plaatsen

werkt de vis de bal in de gewenste richting.

De naam van 2vs2 Waterpolo spreekt voor zich. Twee teams

nemen het tegen elkaar op. Elk team bestaat uit twee robotvissen

en het doel is een doelpunt te maken met de bal in het doel van

de tegenstander. De door het team ontwikkelde strategie werkte

op basis van een “als-dan” principe. Bijvoorbeeld “ALS de bal

zich op de helft van de tegenstander bevindt, DAN moeten de

vissen aanvallen (de exacte definitie van aanvallen valt buiten

dit verhaal)”. Voor het spelen/schieten van de bal is hetzelfde

algoritme gebruikt dat Chen ontwikkeld had voor het Circle

Dribbling.

ResultatenTijdens de competitie bleek al snel dat de ontwikkelde strategie

voor 2vs2 Waterpolo niet de winnende was. Het strikt volgen van

de spelregels en het relatief langzame slaan van de bal (met de

staart) leidde ertoe dat er constant een man minder situatie was.

Mede dankzij een ongunstige loting (met beide finalisten in de

groepsfase) kwam het team in dit onderdeel helaas niet verder

dan de groepsfase. De strategie voor Circle Dribbling bleek

daarentegen uitstekend te werken. Met een scherpe tijd moest het

team hier slechts één universiteit voor zich dulden! Na een mooie

ceremonie kon de glazen cup (zie foto) mee terug op het vliegtuig

naar Groningen.

ToekomstNaast de goede resultaten was deze eerste uitzending ook een

verkenning van het toernooi. Op basis van alle ervaringen ter

plaatste zijn er (meer dan) voldoende uitgangspunten voor een

nog betere prestatie volgend jaar.

Het doel is om volgend jaar met een TBK-team af te reizen naar

China. Het team zal bestaan uit 4-5 studenten, die op basis van

de ervaringen dit jaar verbeterde strategieën voor de vissen gaan

ontwikkelen. Studenten die dit stuk lezen en enthousiast geraakt

zijn kunnen contact opnemen via [email protected].

Naast het ontwikkelen van strategieën voor de competitie vindt

er ook onderzoek plaats bij de vissen. Zo zullen er dit jaar een

aantal IP-projecten lopen en eerder dit jaar is Peter Boersma

afgestudeerd op coördinatie van een tweetal robotvissen. In zijn

onderzoek heeft hij onderzocht of coördinatie van vaartuigen

(zoals de robotvis) gebruikt kan worden voor het opruimen

van olievlekken op zee. Mensen die nog op zoek zijn naar een

afstudeeropdracht zijn van harte welkom om contact op te nemen

via bovenstaand e-mailadres.

Bronnen

Southwest University of Nationalities (http://222.210.17.170/swun/)

Peking University (http://english.pku.edu.cn/)

Page 36: Lugograaf 9.1

38

ESTIEM LG Groningen had dit jaar de eer om de Vision Kick

Off meeting te hosten.

Met 17 aanmeldingen van ESTIEM-ers zijn we druk aan de

slag gegaan om alles in goede banen te leiden. Op dinsdag

20 september mochten we de eerste gasten ontvangen, die

erg enthousiast waren om (weer terug) in Groningen te zijn.

Woensdag kwamen de rest stukje bij beetje binnendruppelen,

zodat we uiteindelijk ’s avonds gezellig samen met de hosts

zaten te eten in de Tweede Kamer. Op zo’n eerste dag wilden we

natuurlijk even laten zien hoe leuk Groningen wel niet is, dus

werden de studenten meegenomen naar de cocktailbar in de Drie

Gezusters, waar Matthijs mooie cocktails in elkaar draaide en

iedereen elkaar kon leren kennen. Er waren veel verschillende

Local Groups aanwezig: vanuit Finland tot Frankrijk, vanuit

Duitsland tot Turkije. Allemaal vol met ESTIEM-spirit, dus na

een paar drankjes zaten ze gezellig ‘Snaps’ te spelen.

De volgende dag begon de officiële meeting. Alle deelnemers

zaten om 9.00 uur met kleine oogjes in de Vonckenzaal om te

gaan vergaderen over de Vision serie van 2011-2012. Om 19.00

uur waren ze klaar en zijn ze verspreid over drie groepen gaan

eten bij Nienke, Niek en Jarno, om daarna met nog een paar

ESTIEM’ers uit Eindhoven weer een kijkje te gaan nemen in

het Groningse nachtleven. Er werd een mooi feestje gevierd in ‘t

Golden Fust, de ESTIEM-ers hadden een topavond.

Vrijdag was de laatste dag van de meeting; de planningen van de

Visions werden besproken & gepresenteerd, waarbij ze goed aan

de tand werden gevoeld door Bahar. Zij is de projectleader van de

Vision ‘Crisis and Change Management’, dit laatste zal het thema

zijn voor alle Visions.

Na deze sessie hebben we de studenten meegenomen naar

het centrum, waar Mark en Thom een citytour gaven, met

als hoogtepunt een kijkje in de mooie ruimtes van het

Acedemiegebouw.

Er werd die avond gegeten bij Napoli, met als afsluitende

activiteit bowlen. De Final Party vond plaats in Oceans 41, waar

de laatsten tot diep in de nacht doorgingen. Zaterdag was er nog

tijd voor een brakke lunch, waarna iedereen richting huis vertrok.

De commissie heeft veel positieve reacties gehad over het event;

dus alle hosts en iedereen die heeft meegewerkt aan het event:

Bedankt!

Mocht je interesse hebben om een Vision te bezoeken, stuur een

mailtje naar [email protected] voor meer informatie!

Tekst: Susan Smith

Vision Kick Off meeting

Page 37: Lugograaf 9.1

November20 - 27 Vision - Grenoble-Lyon €200,-* Crisis and Change Management

December13 Local Qualifications Groningen13 - 18 Vision - Karlsruhe €140,-* Crisis and Change Management

January21 - 26 Ski-Activity Week, Darmstadt Saalbach-Hinterglemm €440,-*

* Deze prijs is een indicatie inclusief vervoer, verblijf en eten

Page 38: Lugograaf 9.1

40

Tekst: Bachelor Symposium commissie

Bachelor Symposium 2011

Op woensdag 19 oktober werd voor de derde keer het symposium voor alle bachelor

studenten Technische Bedrijfskunde georganiseerd. Aangezien het symposium wederom

oriënterend van aard was en ook direct gekoppeld was aan het vak Oriëntatie TBK was het

vooral gefocust op de eerstejaars studenten. Dit jaar is het Jongerejaarssymposium omgedoopt

tot Technisch Bedrijfskundig Bachelor Symposium, ook wel TBK BS.

TBK: study of opportunities!

Een terugblik op het symposium met een nieuwe naam en een bewezen concept

Page 39: Lugograaf 9.1

41

Om 8.30 uur zat de gehele commissie netjes in pak in het

Lugushok om de laatste dingen door te spreken. Na een

voorbereiding van een aantal maanden, waarin sprekers werden

gebeld, sponsoren gezocht en alle bijkomstigheden werden

geregeld, was het eindelijk zo ver. Over ruim een uur zou het

TBK BS geopend worden.

Om 10.00 uur werd na een welkomstwoord door Ruben

Zwetsloot het woord gegeven aan de dagvoorzitter Bart Kooi.

Hij introduceerde de hoofdspreker Luuk Buis van KEMA. De in

Groningen afgestudeerde technisch natuurkundige sprak over het

energievraagstuk: Hoe en waar halen wij onze energie vandaan?

Hij wilde ons bewust maken van

het feit dat onze primaire bronnen

van energie over 50 jaar op zijn.

Hij behandelde alternatieve

energiebronnen, en liet zien dat

zelfs al zouden de Nederlandse

energiemaatschappijen investeren

in andere energiebronnen,

Nederland uiteindelijk zou

veranderen van een land dat energie

(in de vorm van gas) exporteert,

naar een land dat energie

importeert. Hij onderstreepte de

huidige maatschappelijke houding

ten opzichte van dit probleem met

de concluderende vragen ‘Why is

there no panic? Why is everybody

sleeping?’.

Bart Kooi benadrukte dat juist technisch bedrijfskundigen

uitermate geschikt zijn om naar een oplossing voor dit

vraagstuk te zoeken, gezien de technische oplossing binnen een

maatschappelijke context die nodig is.

Vervolgens werden er verschillende alumni aan het woord

gelaten over hun huidige baan en de koppeling met TBK.

Lennart Wingelaar vertelde over zijn baan als plant performance

engineer bij DSM. Ook vertelde hij aan welke vakken hij van

zijn studie veel gehad heeft en wat hij nog steeds van de studie

gebruikt. Ook vertelde hij over DSM en sustainability. DSM

ziet sustainability namelijk ook als manier om meer winst te

maken, doordat het ook betekent dat je minder afval maakt,

en dus ook efficiënter met je producten en productieprocessen

omgaat. Ook vertelde hij over wat voor producten DSM maakt,

voornamelijk halffabricaten zoals harsen. Zo levert DSM

bijvoorbeeld aan AkzoNobel, maar maken ze ook het UV-filter

van je zonnebrandcrème.

Na een korte koffiepauze werd Sytze Keuning geïntroduceerd.

Vorig jaar was hij als hoofdspreker genodigd, maar zijn verhaal

past erg goed bij de nieuwe richting Biotechnologie. Vanaf

komend jaar zullen de studenten niet meer de mogelijkheid

hebben om voor informatietechnologie te kiezen, maar in plaats

daarvan wordt er een biologie-richting aangeboden. Keuning,

directeur van het bedrijf Bioclear, sprak over hoe hij TBK binnen

zijn bedrijf vond passen. Hij zag TBK-ers als schakel tussen

de technici en de markt, zij moesten kijken naar wat de markt

wou, en dat vertalen naar iets wat door de technici gemaakt kon

worden. Hierdoor konden vraag en aanbod veel beter op elkaar

worden afgestemd.

Een andere oude bekende, Pieter van der Velde, gaf de studenten

een beeld van de richting Discrete Technologie. Deze richting zal

alleen een naamswijziging naar Productietechnieken en Logistiek

(PTL) ondergaan. Pieter van der Velde werkt als project manager

in een parfumfarbiek van Procter & Gamble. Hij benadrukte dat

er bij de overgang van studeren naar werken heel veel andere

aspecten komen kijken: het werken met verschillend opgeleide

medewerkers, een nieuwe bedrijfspolitiek, maar vooral de omslag

van theorie en boeken naar de praktijk met echte machines.

Daarnaast benadrukte hij dat je tijdens je toekomstige baan

geconfronteerd wordt met dingen die je niet leert tijdens je studie.

Page 40: Lugograaf 9.1

42

In tegenstelling tot Pieter van der Velde, die een echte TBK

baan heeft, is Liam Bouwman in het personeelsmanagement

terecht gekomen. Hij is wel begonnen met een TBK-baan, als

Process Engineer, ook bij Procter & Gamble. Na dit ongeveer

een half jaar te hebben gedaan kreeg hij de kans een “broadening

assignment” te doen, wat betekende dat hij bij Human Resources

aan de slag ging. Inmiddels werkt hij daar nog steeds en is hij

inmiddels hoofd van de afdeling geworden. Als voorbeeld van

de diversiteit van zijn functie vertelde hij over een crisissituatie

waarin een medewerker een collega in de privésfeer met een

stroomstootwapen bedreigde. Uit zijn presentatie bleek dat men

met TBK ook in heel andere vakgebieden in het bedrijfsleven

terecht kan komen.

Door het luisteren naar de presentaties had menig student en

spreker zin in een hapje en de uitgebreide lunch werd dan ook

met een glimlach ontvangen.

Om de studenten ook zelf actief bij de dag te betrekken gingen

zij na de lunch aan de slag met de door de sprekers meegenomen

cases. Er was voor elke richting één case beschikbaar waarvoor

de eerstejaars zich van te voren via nestor bij hun case van

voorkeur in konden schrijven. De studenten gingen in groepjes

van vijf aan de slag met het uitwerken van de case. De student-

assistenten hielpen hen hierbij in de goede richting.

De PTL-case van Pieter van der Velde ging over het verkleinen

van de voorraadkosten. Op welke creatieve wijze kan met het

productieproces van parfum zodanig inrichten dat de voorraden

minimaal zijn, immers ruwweg 20% van de totale kosten bestaan

uit voorraadkosten. Hierbij kwamen allerlei creatieve oplossing

naar voren van het opzetten van een webwinkel tot het toevoegen

van enzymen aan het parfummengsel om het rijpproces te

versnellen.

Lennart Wingelaar had een PPT-case meegenomen over de

toekomstige invulling van de groene weg die DSM wil inslaan.

De studenten werden uitgedaagd om na te denken over een

concreet plan om deze bedrijfswaarden zichtbaar te maken.

Hierbij moesten de 3P’s, people, planet en profit, betrokken

worden en moest gekeken naar hoe sustainability van DSM effect

hierop heeft.

Helaas kon Sytze Keuning zijn eigen case niet begeleiden, maar

Monique Huiskes, afgestudeerde PPT’er, heeft de case aan de

studenten geïntroduceerd. Ook deze case had een groen tintje,

de bio-based economy. Dit is een economie waarin gewassen

en reststromen uit de landbouw en voedingsmiddelenindustrie

worden ingezet voor niet-voedseltoepassingen. De studenten

moesten kijken naar mogelijkheden binnen Noord-Nederland en

deze uitwerken en presenteren.

Na ruim een uur hard werken mochten de groepjes studenten

hun uitwerking van de case voor de groep presenteren. Het

groepje met de beste presentatie mocht nogmaals voor de gehele

zaal presenteren. De commissie was erg onder de indruk van de

creativiteit en inzet van de studenten.

Na een afsluiting van Bart Kooi en een dankwoord van voorzitter

Maarten Zoomers van Lugus werd het symposium afgesloten

met een borrel, waarbij studenten de gelegenheid kregen om de

sprekers vragen te stellen en met hen in gesprek te gaan.

De reacties van zowel de studenten als de sprekers waren heel

positief! Op naar een volgende geslaagde editie!

Page 41: Lugograaf 9.1

43

Quotes over de crisis“Mijn probleem ligt bij het combineren van mijn bruto gewoonten met mijn netto-inkomen.” ~ Errol Flynn

“Budget: een wiskundige bevestiging van uw vermoedens.” ~ AA Latimer

“Mensen leven langer dan ooit, zonder twijfel een fenomeen noodzakelijk geworden door de 30-jarige hypotheek.” ~

Doug Larson

“Wanneer het woord “crisis” in het Chinees is geschreven is het samengesteld uit twee karakters - één staat voor

gevaar en de andere vertegenwoordigt kans.” ~ John F. Kennedy, 12 april 1959

“Krediet kopen is veel alsof je gedronken. De buzz komt direct en geeft u een lift .... De kater komt de dag erna.” ~

Joyce Brothers

“Geld praat niet, het vloekt.” ~ Bob Dylan

“Een onderzoek zegt dat de Amerikaanse werknemers elke dag de eerste drie uur werken alleen maar om hun

belastingen te betalen. Dus dat is waarom we niets gedaan kunnen krijgen in de ochtend: Wij zijn de overheid

werknemers.” ~ Jay Leno

“Het is een recessie wanneer je buurman zijn baan verliest, het is een depressie als je je eigen verliest.” ~ Harry S.

Truman

“Een investering in kennis loont altijd de beste rente.” ~ Benjamin Franklin

“Ik ben nogal bezorgd over de budgettaire onevenwichtigheden die we hebben en wat dat kan betekenen in termen

van financiële crisis vooruit.” ~ Bill Gates

“Het is een crisis als iedereen het een crisis noemt.” ~ Morgan Downey

Page 42: Lugograaf 9.1

IntrolugiTekst: Introlugi commissie

44

En hier was het dan eindelijk, hier hadden we een jaar naar toegewerkt. Elke week zware

vergaderingen en heftige discussies tot laat in de avond. In één van deze heftige avonden,

waarin met uitzondering niet werd geklaverjast, hadden we toch maar besloten dat wij een veel

toffere locatie zouden zoeken. Na het sturen van minimaal honderd mailtjes met aanvragen

van offertes (met natuurlijk het bestuur op de CC, zodat die ook nog eens wat te doen zouden

hebben), belletjes en bezichtigingen later dachten we eindelijk toch iets gevonden te hebben.

De overgebleven kampeerboerderij zag er goed uit (voor een groep studenten) en wij waren zelf

voornamelijk tevreden met de knusse indeling van alle bedden. Het zou duidelijk een gezellig

kamp worden.

Page 43: Lugograaf 9.1

4545

Dag één, vrijdag ochtend. Drie van ons

waren alvast vooruit gereisd om de nodige

voorbereidingen op en rond het kamp te

treffen. We waren al vroeg uit de veren

en reden met een massieve auto naar de

culinaire hoogstandwinkel de Lidl, om daar

al het eten voor het hele weekend op te

halen. Daar aangekomen stonden de pallets

boodschappen al klaar om meegenomen te

worden. Na dat alle boodschappen op de

kassa waren aangeslagen restte ons nog één

ding, betalen. Onze lieve voorzitter Martin

(die vrij weinig kan) had doorgegeven aan

het bestuur dat wij het voor elkaar hadden

gekregen om voor 320 euro, voor 80 man,

een weekend lang eten en drinken konden

halen. Omgerekend voor de mensen die

niet op TBK thuishoren, is dit vier euro per

persoon voor een heel weekend. Niet geheel

realistisch dus. Maar omdat onze voorzitter

dit had doorgegeven hadden wij van het

bestuur netjes een pas meegekregen met

400 euro, wat dus makkelijk genoeg zou

moeten zijn. Alleen sloeg de kassamevrouw

ongeveer het dubbele aan. Na een nogal gênant half uurtje had

het lieve bestuur ons gered en hebben we toch alles kunnen

afrekenen. Maar toen we bezig waren met de auto inladen

(waarvan onder andere 50 broden) bleek dat er geen plek meer in

de auto was voor Iris, dus die is toen maar gaan lopen.

Om vier uur was het dan zover, de eerstejaars kwamen met twee

grote bussen tegelijkertijd aanzetten. Ze waren allemaal een

beetje onwennig, maar wisten de weg naar het bier snel te vinden

waardoor dit zo opgelost was. De nodige introductiespellen

en natuurlijk bierspellen werden voor het eten gespeeld en de

sfeer zat er al aardig in. Ondertussen werd het eten gemaakt, dat

vervolgens goed gegeten werd.

Niet veel later kregen wij de gelegenheid om

onze eerste medaille uit te rijken. We hadden

medailles meegenomen voor mensen die op

variërende gebieden uitblonken, en aan het eind

van het kamp kwamen we er zelfs een aantal

tekort.

Na de afwas konden we van start gaan met ons

avondprogramma. Dit bestond uit verschillende

spellen, waaronder dronkemansestafette,

biertorens bouwen, beerpong en juffen.

Sommige van deze spellen bleken voor een

aantal mensen toch wat te hoog gegrepen te zijn

(we zullen geen namen noemen). Tijdens de

eerste ronde van de dronkemansestafette dacht

Page 44: Lugograaf 9.1

46

iemand door de deur heen te kunnen lopen. Dit macho gedrag was

natuurlijk een poging om de dames te imponeren. De deur was

het hier niet helemaal mee eens en hield hem tegen. In het begin

wel grappig natuurlijk, totdat een aantal andere “echte” mannen

dachten dit beter te kunnen en het zelf ook probeerden. Helaas

faalden ze allemaal jammerlijk. Ondanks deze voorvallen waren

onze eerstejaars meer dan in staat biertorens te bouwen. De toren

van Pisa was er niets bij.

Na het avondprogramma werd er natuurlijk vrolijk

doorgedronken, spellen gespeeld en gefeest. Sommige mensen

waren deze leefstijl nog niet helemaal bekend, en gingen al vroeg

hun bed in. Of probeerde hun bed in te gaan, wat lang niet altijd

even makkelijk bleek. Zo vonden we in het bos een slapende

eerstejaars die dacht zijn bed te hebben gevonden. Hem van

zijn ongelijk overtuigen was nog een hele klus. Echt laat op de

avond, toen bijna alle eerstejaars braaf op bed lagen, en er nog

maar mensen over waren bleek er spontaan een blote basten

borrel ingezet te worden. De mannen wilden hun beste beentje

voorzetten bij de vrouwen (nou ja, die ene die nog over was)

en deden allemaal hun shirt uit. Leuke herinneringen, en leuke

foto’s. Tja wat kunnen we hier over zeggen, je had er bij moeten

zijn.

De eerste ochtend was een taaie, het stonk behoorlijk en vrolijke

gezichten waren schaars. Gelukkig deed het ochtendgymnastiek

wonderen en was iedereen weer klaar voor een mooie dag.

Toen het ontbijt weggewerkt was, was het tijd voor het actieve

sportprogramma. We hebben zaterdag echt enorm geluk gehad

met het weer. Op het veld waren drie spellen opgezet: voetbal,

trefbal en kwalleballen. In teams werd er tegen elkaar gespeeld,

of lekker in de zon gelegen. We hadden dit jaar zelfs meerdere

dames die meededen met kwalleballen, wat toch wel enige

erkenning waard is. Alleen het bestuur bleek niet in topconditie

te zijn, want toen zij door ons, de IntroLugi, uitgedaagd werden

voor een portje trefbal werden ze met 2-0 hard ingemaakt.

Page 45: Lugograaf 9.1

47

Toen de sportactiviteiten afgelopen waren zijn we met z’n allen

gaan lunchen waarna we het bos in gingen voor levend statego.

Sommige mensen waren hier wel heel fanatiek, terwijl andere

van het lekkere weer en de christelijke studentenvereniging van

Delft genoten. Hierna was het alweer tijd voor het avond eten.

Nadat het eten naar binnen gewerkt was en alles weer netjes

opgeruimd, ging de tap weer op volle kracht open. Na een aantal

glazen bier was het dan toch echt tijd voor de quiz. De teams

bestaande uit mentorgroepen speelde bloedfanatiek tegen elkaar

om de eerste plek te bemachtigen. Hierbij werd vals spel niet

geschuwd. Bijvoorbeeld de vraag hoeveel sesampitje gemiddeld

op een BigMac zitten, dit werd op het pitje precies geantwoord.

Uiteindelijk heeft Laurianne haar team de overwinning binnen

gesleept.

Ook in deze nacht werd er weer vrolijk tot in de vroege uurtjes

doorgefeest. Zelfs sommige van de eerstejaars wisten de

zonsopgang mee te maken. Maar na een uurtje slapen moest er

dan toch opgeruimd worden. Gelukkig had DJ zich vrijwillig

aangeboden om de wc’s schoon te maken. Nadat iedereen zijn

schoonmaaktaak had gedaan moesten we weer op huis aan.

Wij willen iedereen bedanken die heeft bijgedragen aan dit

prachtige weekend,

Page 46: Lugograaf 9.1
Page 47: Lugograaf 9.1
Page 48: Lugograaf 9.1

50

Wij feliciteren de volgende mensen met hun afstuderen:

Afgestudeerden

Bachelor

DT

Boeije, F.

Boer, E.E.

Boer, J. de

Bonte, H.

Bots, D.A.B.

Bouwkamp, J.C.

Brakenhoff, K.T.

Delger, N.M.

Faber, J.R.

Gresnigt, N.M.A.

Heslinga, E.J.

Hoving, M.N.

Kramer, H.W.J.

Lodewijk, G.W.

Mendels, J.D.

Mennega, K.

Pars, R.A.

Post, R.M.

Rijck, J.D. de

Rijn, F. van

Schuppers, H.J.D.

Sneekes, A.J.

Stiekema, R.C.

Veen, V.G. van der

Veenbergen, J.J.

Vries, W. de

Vrijhoef, P.

Wefers Bettink, D.P.

Weijand, K.

IT

Heijkens, J.

PT

Dijk, B. van

Datema, P.P.

Diebels, J.P.T.

Kolff, L.L.

Kranenborg, M.C.

Niekerk, H.R.J. van

Veghel, M.J. van

Wansink, R.J.M.

Zant, R.

Master

DT

Alkano, D.

Grooten, F.

Holtkamp, W.

Jong, M.L. de

Muller, W.M.L.

Sijssens, W.M.

Wubbe, G.

Rijks, A.

PT

Berg, C. van den

Huiskes, M.M.B.

Boersma, P.M.

Eising, H.

Pesie, P.

IT

Sanberg, T.T.

Sluis, T.C.

Page 49: Lugograaf 9.1

51

LugostiekenTop 15 strepers alle tijden

1 Maarten van der Vegte

2 Martien Jalink

3 Lieuwe Cnossen

4 Daan Stienstra

5 Age Witteveen

6 Jochem Pastoor

7 Sjoerd Janssen

8 Niek Loman

9 Finn Boeije

10 Joël Verkade

11 Jarno Pons

12 Melvin Akker

13 Leendert-Jan Nijstad

14 Youri de Koster

15 Diederik Jan Lemkes

Top 8 actiefste leden (Commissiejaren)

1 Jochem Pastoor 15

2 Bart Rietveld 12

3 Bart Bouter 8

4 Willem Snijders 8

5 Arjen Lammers 8

6 Tjibbe Hoogstins 7

7 Rian de Waard 7

8 Maarten van der Vegte 7

Omzet streepcomputer

cohort totale omzet gemiddeld pp unieke gebruikers

2002 € 13,95 € 2,33 6

2003 € 861,85 € 53,87 16

2004 € 966,40 € 48,32 20

2005 € 2.899,80 € 82,85 35

2006 € 5.175,69 € 101,48 51

2007 € 5.452,85 € 97,37 56

2008 € 5.377,60 € 64,02 84

2009 € 4.009,15 € 33,98 118

2010 € 3.843,55 € 37,32 103

2011 € 990,65 € 10,89 91

Page 50: Lugograaf 9.1

52 Hierbij de puzzelpagina, wie de onderste puzzels weet op te lossen en deze mailt naar:

[email protected] maakt kans op een bioscoopbon ter waarde van 15 euro!

PuzzelpaginaTekst: Jasper Boomer

Waterhalende WielrennerTijdens een rit in de Tour de France wordt een wielrenner opgedragen om water te halen voor zijn kopman. Op dat moment fietst hij naast

de kopman aan de kop van het peloton. Om water op te halen moet de wielrenner naar de ploegleiderswagen die achter het peloton rijdt.

Gelukkig voor de wielrenner rijdt deze ploegleiderswagen ook helemaal vooraan het ‘ploegleiderswagenpeloton’. Het beleid is dat deze

ploegleiders minimaal 200 meter achter het peloton rijden, daar er nog cameramotoren en organisatie tussen moet kunnen rijden. Hier

houden ze zich strikt aan. Het peloton van wielrenners is 800 meter lang en fietst constant op een tempo van 35 km/h.

Op het moment dat de wielrenner weer terugkeert van zijn opdracht, heeft het peloton 5 kilometer afgelegd. De tijd die de fietser besteedt

aan het inpakken van de bidons is verwaarloosbaar, er mag van een constante snelheid worden uitgegaan.

Hoe snel fietst de wielrenner?

Page 51: Lugograaf 9.1

TentamensDe eerste tentamenperiode van het jaar staat al weer voor de deur. Gelukkig is er de studiebegeleidings middag om een aantal vakken een steuntje in de rug te geven!

Inschrijving EBT openNadat de avond ervoor de bestemming is gepresenteerd is het vanaf deze dag mogelijk je in te schrijven voor de EBT! Wees er snel bij want VOL=VOL!

WoMiBo/VrijMiBoElke woensdag en vrijdag is het ‘s middags mogelijk om bij Lugus onder het genot van een lekker koud biertje een potje te pessen of bij te praten.

Agenda oktober /november

woensdag

31 oktober - 11 november

15 november

Actief Leden DagGelijk na de tentamens worden onze actieve leden eens goed in het zonnetje gezet. De Actie! zal een activiteit en diner organiseren.

14 november

Borrel InternationaalVoor deze borrel geldt zeker bei sein ist mitmachen, aangezien niet alleen ESTIEM mooie reizen zal promoten, ook zal de European Busi-ness Trip (EBT) haar bestemming presenteren!

14 november

StudiebegeleidingIn de week voor de tentamens zal een middag worden aangeboden om te studeren voor een aantal struikelvakken. Meer informatie is op de website te vinden.

26 oktober

Voor meer informatie: www.tbvlugus.nl

Social MediaMis nooit meer een activiteit van Lugus, importeer nu de TBV Lugus jaarkalender in je Google Agenda: [email protected]. Vergeet ook de Lugus facebook groep niet en volg ons op twitter!

Aanmelden voor activiteiten kan via de website.

Page 52: Lugograaf 9.1

AkzoNobel Masters of Industry 2011Two days of discovery

AkzoNobel’s annual Masters of Industry program is an in-depth acquaintance with our company that takes place over two fascinating days. Get to know our innovative products, cutting edge technologies, design and maintenance of our production sites. There will be opportunities to discuss career paths within our diverse organization. Above all, you’ll discover that there’s much more to AkzoNobel than you � rst thought!

When: December 12 and 13, 2011 For: 3rd year Bachelors and Masters students with a beta/technology background

Please visit www.akzonobel.nl/moi for more infor-mation and to apply online.

But be quick – the deadline for registration is November 20, 2011.

501.10.037 AKZO MoI adv A4.indd 1 12-09-11 15:26