lesbrief het feest

28
Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater 1 Presenteren:

Upload: marketing-nno

Post on 31-Mar-2016

247 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

Lesbrief Het Feest

TRANSCRIPT

Page 1: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

1

Presenteren:

Page 2: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

2

Inhoudsopgave:

Pagina 4 Les 1 ‘Het Symphonieorkest’.

Pagina 9 Les 2 ‘Star Wars Luisterles’.

Pagina 13 Les 3 ‘Hoe loop jij ?‘

Pagina 16 Les 4 ‘Muziek op de achtergrond’

Bijlagen – Werkbladen

Inleiding

De lessen bij de Pieter Roelf Jeugdconcerten van het NNO zijn gemaakt door de eerstejaars

studenten Docent Muziek van het Prins Clausconservatorium. Alle lessen zijn beschikbaar als

Prezi-presentatie voor op het digibord.

De docenten die geen gebruik kunnen maken van de digitale versie, kunnen eventueel een

CD aanvragen bij het NNO: e-mail: [email protected].

Les 1 ‘Het symfonieorkest’ is alleen digitaal beschikbaar. Mocht u kiezen voor de gedrukte

versie dan is het verstandig de kinderen deze les zelfstandig of in tweetallen op de computer

te laten doornemen of deze les te laten vervallen. Een beschrijving van de les vindt u in deze

lesbrief.

Page 3: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

3

Vandaag gaat de klas kennismaken met het

symfonieorkest van Karel Ketelaar. Aan de hand van

afbeeldingen leert de klas de verschillende

instrumentengroepen kennen. Zo weten ze straks al een

heleboel als ze daadwerkelijk naar het orkest gaan

luisteren!

Deze les is alleen beschikbaar als Prezi-presentatie. Hieronder vindt u een beschrijving van de les. De

cursieve aanwijzingen zijn de handelingen voor de docent

“KAREL KETELAAR”

Les 1 Het symfonieorkest

NNO – Tryater

Page 4: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

4

Over het orkest

Vertel dat de kinderen naar een concert gaan: Karel Ketelaar

Er bestaan verschillende soorten muziek. (vraag) Welke soorten muziek ken je allemaal?

(Popmuziek, kindermuziek, koormuziek, reclamemuziek, klassieke muziek…….)

Voor sommige muziek heb je een orkest nodig. Dit kan een symfonieorkest zijn, maar wat

is dat eigenlijk?

Laat afbeelding 1 “Het symfonieorkest” zien.

afbeelding 1

(vraag) Dit is nou zo’n symfonieorkest. Je ziet veel verschillende instrumenten. Maar wat

doet dat mannetje met een stok in z’n hand voor het orkest? Hoe noem je zo’n iemand

eigenlijk?

Page 5: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

5

Laat afbeelding 2 “De dirigent” zien.

Afbeelding 2

Over de dirigent

(vertel) De dirigent is degene is die aangeeft wanneer het orkest moet beginnen met spelen

en weer moet stoppen? Ook geeft hij met het stokje aan of het orkest zacht of juist heel

hard moet spelen. Of misschien wel heel snel of langzaam.

Laten we eens gaan luisteren hoe zo’n symfonieorkest klinkt!

(vraag) Kun je horen wat de dirigent aangeeft? Hard/zacht, snel/langzaam

(Luistervoorbeeld 1)

De strijkers

Laat afbeelding 1 “Het symfonieorkest” nog eens zien. Kan iemand de voorste groep

instrumenten aanwijzen? Laten we die groep eens van dichtbij bekijken. Laat afbeelding 3

“De strijkers” zien.

Page 6: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

6

Afbeelding 3

Wie herkent een instrument uit deze groep? (Violen, altviolen, cello's, contrabassen)

Deze instrumenten hebben snaren waarop gespeeld moet worden. Je strijkt over de snaren,

daarom heet deze instrumentengroep De Strijkers.

De eerste violist die helemaal vooraan zit, heet de concertmeester.

De dirigent geeft de concertmeester meestal een hand voordat het concert begint.

Waarom?

De snaren van een viool of een cello werden vroeger van schapendarmen gemaakt! Laten

we gaan luisteren naar de strijkers. (luistervoorbeeld 2) Luister goed; welk woord vind je het

beste bij deze muziek passen? Kies uit: vlinders, spoken, zoemende bij, robot, circus. (Schrijf

deze woorden op het bord, zodat ze tijdens het luisteren kunnen kiezen.)

Kijk weer naar afbeelding 1 “Het symfonieorkest. Welke groep zit achter de strijkers?

Laat afbeelding 4 “De houtblazers” zien.

Afbeelding 4

Hoe zou deze groep heten? (De houtblazers) De instrumenten zijn (bijna) allemaal van hout,

en moet je er op strijken? Nee, je moet er op blazen! Daarom heten ze de houtblazers.

Van links naar rechts: fluit, klarinet, hobo en de fagot.

Wist je dat er op het mondstuk van een klarinet een heel dun stukje bamboe hout zit? Dit

noem je een rietje. Zonder dit rietje komt er geen geluid uit het instrument.

En dan nog iets: een dwarsfluit is niet van hout en toch hoor 'ie bij de houtblazers. Dit komt

omdat de dwarsfluit vroeger wel van hout werd gemaakt.

Laat het luisterfragment horen. (luistervoorbeeld 3) Hoor je de dwarsfluit ook?

Page 7: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

7

Weer terug bij het hele orkest. Afbeelding 1 “Het symfonieorkest”. We hebben de strijkers

gehad en de houtblazers, nu gaan we naar de koperblazers. Laat afbeelding 5 “De

koperblazers” zien.

Afbeelding 5

Wat valt op? (De koperblazers zitten áchter de strijkers.) Dat is omdat ze harder klinken.

Deze instrumenten zijn gemaakt van koper, daarom heet deze groep de Koperblazers. Van

links naar rechts: Hoorns, trompetten, trombones, tuba.

Luister naar deze groep. (Luistervoobeeld 4) Is het inderdaad harder dan de strijkers en de

houtblazers?

Wist je dat als je een hoorn helemaal uit zou rollen, deze bijna 4 meter lang is? En een tuba

wel bijna 6 meter!

Terug naar het orkest, afbeelding 1 “Het symfonieorkest”. We gaan nu naar de laatste groep,

helemaal achteraan. Wie weet hoe deze groep instrumenten bij elkaar heet? (het slagwerk.)

We gaan ze eens van dichtbij bekijken. Laat afbeelding 6 “Het slagwerk” zien.

Afbeelding 6

Van links naar rechts zie je: xylofoon, triangel, snaartrom, grote trom, pauken.

Moet je op deze instrumenten strijken of blazen? Nee! Je moet er op slaan, daarom heet

deze groep het slagwerk. Wist je dat het vel van de pauk vroeger van kalfsvel gemaakt werd?

Page 8: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

8

Nu doen ze dat niet meer, maar gebruiken ze een synthetisch materiaal. Zullen we gaan

luisteren hoe dit slagwerk klinkt?

Nu hebben we het hele orkest gehad! Weten de kinderen nog hoe alle instrumenten heten?

Page 9: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

9

Vandaag maakt de klas kennis met een van de

luistervoorbeelden uit de voorstelling. Ze verkennen de

muziek aan de hand van een grafische notatie. Een

terugkerend motief staat centraal.

“KAREL KETELAAR”

Les 2: Star Wars luisterles

NNO – Tryater

Page 10: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

10

Doelstelling:

Aan het eind van de les:

- kunnen de kinderen het thema van de Imperial March herkennen en het ritme van het

thema spelen;

- kunnen de kinderen grafische notatie van het fragment in de goede volgorde leggen;

- kunnen de kinderen de muziek meelezen van de grafische partituur;

- weten de kinderen basisinformatie over Star Wars en de componist John Williams;

Materiaal:

- Leerlingenwerkblad nr. 1 en nr.2

- Luistervoorbeelden nr. 6 t/m 11

- Prezi Star Wars luisterles

- Stereo, cd speler of een laptop met goede boxen

- Instrumenten: handtrommel

- Rollenspelkaartjes

In Karel Ketelaar wordt er vaak gebruik gemaakt van muziek wanneer iemand een ruimte

binnenkomt. Zo ook bij de Imperial March van John Williams. Deze les draait volledig om de

Imperial March. In het eerste deel van de les maken de kinderen kennis met het thema van

de Imperial March, in het tweede deel zetten de kinderen als een soort puzzel een notatie

van de March in de goede volgorde.

Deel 1: Herkennen van het thema

• Luister met de kinderen naar de Imperial March (Luistervoorbeeld 6) en lees de

informatie van werkblad 1 bij Imperial March.

Om het thema te leren kennen zijn er drie stappen gemaakt: Klappen, spreken, zingen.

• Luister naar het thema (Luistervoorbeeld 7)

Om te oefenen is er een loop (constante herhaling) gemaakt van dit fragment.

• Zet de loop (Luistervoorbeeld 8) aan

• Klap mee met het ritme van de melodie (blijf dit doen tot het goed gaat)

• Spreek nu onderstaande tekst mee op het ritme (blijf dit doen tot het goed gaat)

Wie is daar aan de deur, aan de deur

Page 11: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

11

• De kinderen hebben het thema nu zo vaak gehoord dat ze deze kunnen meezingen.

Melodie

Wie is daar aan de deur, aan de deur? Wie is daar aan de deur, aan de deur

Vraag de kinderen het luistervoorbeeld een passende titel te geven. Vervolgens schrijven de

kinderen een kort verhaal wat past bij de muziek (zie werkblad).

Deel 2: De muziek als een puzzel.

• De kinderen knippen de plaatjes van werkblad 2 uit en zoeken alle plaatjes die

hetzelfde zijn bij elkaar. (Ter oriëntatie: Het rode vierkant hoort rechtsonder)

• De kinderen zoeken de onderstaande drie plaatjes uit en leggen ze achter elkaar.

• Luister naar luistervoorbeeld 9 t/m 11. Welk fragment komt overeen met

onderstaande plaatjes? (antwoord luistervoorbeeld 11);

• Luister naar luistervoorbeeld 6 (zo vaak als nodig is). De kinderen leggen de

resterende plaatjes in de goede volgorde.

Page 12: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

12

Uitbreiding

Rollenspel

Knip de spelkaartjes (bij werkbladen) uit. Geef één van de kinderen een spelkaartje.

Kinderen met een handtrommel (ligt aan hoeveel handtrommels je hebt) spelen het ritme,

de rest van de klas zingt de melodie. Als ze klaar zijn doet degene met het kaartje een

denkbeeldige deur open en beeld uit wat op het kaartje staat. De rest van de klas mag

raden. Evt. kun je er een wedstrijdelement aan toevoegen door de klas te splitsen in twee

groepen (bijv. jongens/meisjes) en punten toekennen voor ieder goed geraden kaartje. Ze

hebben een halve minuut om het kaartje uit te beelden. Wissel de instrumenten en het

uitbeelden steeds af.

Page 13: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

13

Welke muziek past bij welke stemming?

Page 14: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

14

Doelstelling:

Aan het eind van de les:

- hebben de kinderen geluisterd naar drie luisterfragmenten uit de voorstelling Karel

Ketelaar van het NNO

- kunnen de kinderen een muziekfragment verbinden met een persoon.

Materiaal:

- Leerlingenwerkblad nr. 3

- Luistervoorbeeld nr. 12 t/m 15

- Stereo, cd speler of een laptop met goede boxen

Hoe loop je?

Gesprek

Praat met de kinderen over filmmuziek. Gebruik bijvoorbeeld de onderstaande tekst.

Je kent ze vast wel, die filmscènes waarin een koning deftig de troonzaal binnenloopt.

Omringd door allemaal bedienden, met veel pracht en praal en gasten die ademloos

toekijken. Of een gladiator die de ring binnengaat om een wedstrijd op leven en dood te

vechten. Of misschien wel die scene waarin de onzekere leraar de drukke klas binnenkomt.

Als je alleen de scènes zou zien dan ontbreekt er iets, namelijk muziek. Muziek zorgt er voor

dat je het juiste gevoel bij de beelden krijgt. Je kunt je misschien wel voorstellen dat bij de

koning hele andere muziek wordt gespeeld dan bij de onzekere leraar. Andersom heb je bij

bepaalde muziek misschien ook wel een bepaald beeld of gevoel: Stoer, vrolijk, verlegen of

verdrietig bijvoorbeeld.

Hier gaan we in deze les mee aan de slag.

Deel werkblad 3 uit.

Page 15: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

15

Opdracht 1.

Luister naar de luistervoorbeelden 12 t/m 15.

Voer deze opdracht uit in groepjes van 3 of 4 kinderen.

Als je deze muziek in een film hoort, wat voor persoon stel jij je dan voor? Hoe loopt hij of

zij? Kies uit de bovenste rij een woord wat past bij de muziek en zet dit in het vak bij het

luistervoorbeeld.

Luister

voorbeeld

Vrolijk of

droevig

Grote passen of

kleine passen

Snel of

langzaam

lopend

Rechtop of

voorover

gebogen

Stampen of

sluipen

1

2

3

4

Opdracht 2.

Je hebt nu samen met je groep bedacht welke houding het beste past bij elk

luistervoorbeeld. Je hoort de luistervoorbeelden nu opnieuw. Bij ieder luistervoorbeeld

loopt van iedere groep 1 persoon door het lokaal. Loop op de manier die je hebt bedacht bij

opdracht 1.

• Stop na ieder luistervoorbeeld even. Overleg met de hele klas wie er volgens jullie het

beste of mooiste op de muziek liep. Ga daarna door naar het volgende

luistervoorbeeld.

Opdracht 3.

Je hoort de luistervoorbeelden nu nogmaals. Bij ieder luistervoorbeeld loopt van iedere

groep weer 1 persoon door het lokaal. Loop nu op een manier door het lokaal die niet bij de

muziek past. Overleg dit even kort met je groepje.

• Stop na ieder luistervoorbeeld weer even. Overleg met de groep wie er het vreemdst

of raarst op de muziek liep. Doe hetzelfde met de andere luistervoorbeelden.

Page 16: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

16

Vandaag gaan we kijken waarom muziek zo belangrijk is

bij een theaterstuk. We luisteren naar verschillende

muziekstukken en houden ons bezig met de sfeer van de

muziek.

“KAREL KETELAAR”

Les 4: Muziek op de achtergrond

NNO – Tryater

Page 17: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

17

Doelstelling:

Aan het eind van de les:

- weten kinderen wat achtergrond muziek is.

- kunnen de kinderen de typerende sfeer van muziek benoemen en dit associëren met een

karakter en een verhaal.

Materiaal:

- Leerling werkblad nr. 3 (1 per leerling)

- Luistervoorbeeld nr. 16 – nr. 21

- Eventueel een digibord met geluid en internet

- Stereo, cd speler of een laptop met goede boxen

Voorbereiding van de leerkracht

Maak genoeg kopieën van het leerling werkblad.

Gesprek: Muziek op de achtergrond

Muziek kom je op heel veel verschillende plekken tegen. Als je een film kijkt, een

televisieprogramma kijkt of een theatershow bekijkt is de achtergrondmuziek heel

belangrijk. Denk maar eens na waar je achtergrondmuziek nog meer tegen kunt komen.

(Naar eigen invulling een gesprek met kinderen over achtergrondmuziek, denk aan muziek in

een winkel of in de lift. Op veel plekken wordt muziek gebruikt om stilte te vermijden.)

Achtergrondmuziek in een film of een theaterstuk is belangrijk. Het geeft je het goede

gevoel bij wat je ziet. Als je iemand over straat ziet lopen met spannende muziek op de

achtergrond ziet het eruit alsof diegene iets mysterieus van plan is. Zie je diezelfde persoon

op dezelfde manier lopen maar hoor je vrolijke snelle achtergrondmuziek dan lijkt die

persoon ook vrolijker en is het minder spannend.

Opdracht 1

In de vorige les hebben we al gekeken naar de sfeer van muziek. De kinderen hebben toen

bedacht hoe je op de muziek zou lopen.

Luister naar luistervoorbeeld nr. 16. De kinderen vullen de eerste rij van de tabel in. In de

laatste kolom mogen ze zelf woorden bedenken die bij de muziek passen.

Doe dit ook voor luistervoorbeeld nr. 17 en nr. 18 (B en C op het werkblad).

Bespreek de antwoorden met de groep. Wie heeft een heel ander idee bij de

luistervoorbeelden?

Page 18: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

18

Opdracht 2

De kinderen bedenken nu bij dezelfde luistervoorbeelden een karakter die ze bij de muziek

vinden passen. Over wie gaat de muziek? Wat voor persoon of dier is het? Ze schrijven dit op

het werkblad bij opdracht 2.

(geef evt. suggesties voor karakters: prinses, ridder, tovenaar, buurman, politieagent

brandweerman, oude mevrouw, pop-idool, reus, vogeltje enz.)

Een karakter kan goed bij achtergrondmuziek passen. Als je een vrolijk deuntje hoort denk je

niet snel aan een enge tovenaar of als je een heel luid en eng muziekstuk hoort denk je niet

snel aan een lieve oude vrouw die rustig een kopje thee drinkt. De achtergrondmuziek

bepaald dus het gevoel bij wat je ziet.

Opdracht 3: De goochelaar

Lees het verhaal van de goochelaar voor of laat één van de kinderen het verhaal voorlezen.

De goochelaar

Hoera, hoera, schreeuwt het publiek

Gelukkig en verrukt,

De goochelaar is in de stad

Bij wie elke truc mislukt!

Het hele plein staat stampends vol

Daar is -ie al! Kijk nou!

De kaarten die hij heeft verstopt

Die vallen uit z'n mouw!

Hij slaat een duur horloge plat

Men huivert van genot

Hij haalt het doek weg, en voilá

- Helemaal kapot!

Zijn hand gaat in een hoge hoed

Op zoek naar het konijn

Dat wij de hele tijd al zagen

Huppelen op het plein

Het meisje dat wordt doorgezaagd

Zegt: 'Doe maar liever niet'

Ik was de laatste keer ook al

Zo lek als een vergiet!

De mensen schreeuwen om het hardst

Die man is geniaal

Een trucje laten lukken,

Kunnen we allemaal

Mislukken is de ware kunst

Dat kan niet iedereen

Als iedereen mislukken kan

Waar moet de wereld heen?

Ik laat u straks verdwijnen.

Page 19: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

Dit verhaal gaat dus over een goochelaar die niet echt goed is in zijn vak. Jullie gaan luisteren

naar drie luistervoorbeelden (nr. 19, 20 en 21). Bij elk luistervoorbeeld schrijf je op je

werkblad of je het goed bij het verhaal van de goochelaar vindt passen of niet. Je schrijft ook

op waarom je dat vindt. Welke sfeer van de muziek past bij de sfeer van het verhaal?

Bespreek met de klas welke muziek het beste bij het verhaal past. Kiest iedereen dezelfde

muziek? Waarom wel of waarom niet?

Kies nu met de klas het fragment (door vingers op te steken) wat de meeste kinderen

hebben gekozen. Lees daarna het gedicht/verhaal voor terwijl het gekozen luistervoorbeeld

wordt afgespeeld. Klopt het met de muziek? Waarom wel en waarom niet?

Je hebt gemerkt wat de achtergrondmuziek met een verhaal kan doen. De sfeer van wat je

ziet wordt veel bepaald door de achtergrondmuziek. Let voortaan maar eens op als je een

film of naar de televisie aan het kijken bent!

Page 20: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

Werkbladen

Page 21: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

Werkblad 1 (les 2)

Imperial March

De Imperial March is een muziekstuk geschreven door de componist John Williams voor de

film Star Wars. John Williams is een heel bekende componist voor filmmuziek. Naast Star

Wars schreef hij onder andere muziek voor de films Jaws, Superman, Jurassic Park, Hook,

Schindlers List en Harry Potter.

Star Wars (“sterrenoorlogen”) gaat over twee groepen (een “goede” en een “kwade”) in een

sterrenstelsel die oorlog voeren. Darth Vader hoort bij de “kwade” groep, draagt een zwart

kostuum en heeft een zware stem. Vaak wanneer hij verschijnt hoor je de Imperial March op

de achtergrond.

Spreektekst Thema

Wie is daar aan de deur aan de deur?

Melodie Thema

Wie is daar aan de deur aan de deur? Wie is daar aan de deur aan de deur?

Welke titel past het beste bij deze muziek?

0 De vlinder 0 De robot 0 Bij de tandarts 0 Op het strand

0 Burenruzie 0 Verliefd zijn 0 Iets anders namelijk....................................

Schrijf een kort verhaal met je eigen gekozen titel die past bij de sfeer van de muziek.

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Page 22: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

Werkblad 2 (les 2) Grafische notatie (let op: het rode vierkantje hoort rechtsonder!)

Page 23: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

Spelkaarten bij les 2

Slak Giraffe

Leeuw Hond

Konijn Rat

Walvis Dolfijn

Beer Luipaard

Slang Paard

Eend Kikker

Stier Hert

Pauw Varken

Haan Pinguïn

Aap Kreeft

Bij Vlinder

Page 24: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

Rups Worm

Vos Spin

Tijger Kat

Olifant Eland

Ezel Geit

Koe Struisvogel

Kip Muis

Flamingo Sprinkhaan

Duizendpoot Eekhoorn

Page 25: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

Werkblad 3 (les 3)

‘Hoe loop jij?’

Opdracht 1.

Als je deze muziek in een film hoort, wat voor persoon stel jij je dan voor? Hoe loopt hij of

zij? Kies uit de bovenste rij een woord wat past bij de muziek en zet dit in het vak bij het

luistervoorbeeld.

Luister

voorbeeld

Vrolijk of

droevig

Grote passen of

kleine passen

Snel of

langzaam

lopend

Rechtop of

voorover

gebogen

Stampen of

sluipen

1

2

3

4

Opdracht 2.

Je hebt nu samen met je groep bedacht welke houding het beste past bij elk

luistervoorbeeld. Je hoort de luistervoorbeelden nu opnieuw. Bij ieder luistervoorbeeld

loopt van iedere groep 1 persoon door het lokaal. Loop op de manier die je hebt bedacht bij

opdracht 1.

Opdracht 3.

Je hoort de luistervoorbeelden nu nogmaals. Bij ieder luistervoorbeeld loopt van iedere

groep weer 1 persoon door het lokaal. Loop nu op een manier door het lokaal die niet bij de

muziek past. Overleg dit even kort met je groepje.

Page 26: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

Werkblad 4 (les 4)

‘Muziek op de achtergrond’

Opdracht 1

Hoe klinkt de muziek? Kies per luisterfragment welke kenmerken je bij de muziek

vindt passen en vul de tabel in.

Luister

voorbeeld

Blij of

boos

Druk of

rustig

Vrolijk of

spannend

Hard of zacht Zelf

verzinnen

A

B

C

Opdracht 2

Over wie gaat de muziek? Wat voor persoon of dier is het? Schrijf per luisterfragment

op welk karakter er bij de muziek zou passen.

Luistervoorbeeld A: _____________________________________________________

_____________________________________________________

_____________________________________________________

Luistervoorbeeld B: _____________________________________________________

_____________________________________________________

_____________________________________________________

Luistervoorbeeld C: _____________________________________________________

_____________________________________________________

_____________________________________________________

Page 27: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater

Opdracht 3

De Goochelaar

Hoera, hoera, schreeuwt het publiek

Gelukkig en verrukt,

De goochelaar is in de stad

Bij wie elke truc mislukt!

Het hele plein staat stampends vol

Daar is -ie al! Kijk nou!

De kaarten die hij heeft verstopt

Die vallen uit z'n mouw!

Hij slaat een duur horloge plat

Men huivert van genot

Hij haalt het doek weg, en voilá

- Helemaal kapot!

Zijn hand gaat in een hoge hoed

Op zoek naar het konijn

Dat wij de hele tijd al zagen

Huppelen op het plein

Het meisje dat wordt doorgezaagd

Zegt: 'Doe maar liever niet'

Ik was de laatste keer ook al

Zo lek als een vergiet!

De mensen schreeuwen om het hardst

Die man is geniaal

Een trucje laten lukken,

Kunnen we allemaal

Mislukken is de ware kunst

Dat kan niet iedereen

Als iedereen mislukken kan

Waar moet de wereld heen?

Ik laat u straks verdwijnen.

Vind je de muziek goed passen bij het verhaal van de goochelaar? Schrijf op waarom

wel of niet.

Luistervoorbeeld A: _____________________________________________________

_____________________________________________________

_____________________________________________________

_____________________________________________________

Luistervoorbeeld B: _____________________________________________________

_____________________________________________________

_____________________________________________________

_____________________________________________________

Luistervoorbeeld C: _____________________________________________________

_____________________________________________________

_____________________________________________________

____________________________________________________

Page 28: Lesbrief Het Feest

Lesbrief bij de voorstelling HET FEEST van NNO -Tryater