kracht en beweging - alleopgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf ·...

52
Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige beweging 1 In de figuur is het (v,t)-diagram weergegeven van een rechtlijnig bewegend voorwerp. Tussen welke twee tijdstippen is de resulterende kracht op dit voorwerp nul? A tussen t = 0 s en t = 2 s B tussen t = 2 s en t = 14 s C tussen t = 14 s en t = 18 s D tussen t = 18 s en t = 22 s 2 Een voorwerp beweegt rechtlijnig onder invloed van één veranderlijke kracht. In de figuur is het (v,t)-diagram getekend van 0 s tot 8 s. Hoeveel seconden is de kracht die op het voorwerp werkt, gelijk aan nul? A 0 s B 1 s C 2 s D 3 s 3 Een voorwerp beweegt rechtlijnig onder invloed van één veranderlijke kracht. In de figuur is het (v,t)-diagram getekend van 0 s tot 12 s. Hoeveel seconden is de kracht die op het voorwerp werkt, gelijk aan nul? A 0 s B 1 s C 6 s D 7 s

Upload: others

Post on 27-Feb-2021

5 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

Domein D: Kracht en beweging

Subdomein: Krachten, rust en eenparige beweging

1In de figuur is het (v,t)-diagram weergegeven van eenrechtlijnig bewegend voorwerp.

Tussen welke twee tijdstippen is de resulterende krachtop dit voorwerp nul?A tussen t = 0 s en t = 2 sB tussen t = 2 s en t = 14 sC tussen t = 14 s en t = 18 sD tussen t = 18 s en t = 22 s

2Een voorwerp beweegt rechtlijnig onder invloed van één veranderlijke kracht. In de figuur is het (v,t)-diagram getekend van 0 s tot 8 s.

Hoeveel seconden is de kracht die op het voorwerpwerkt, gelijk aan nul?A 0 sB 1 sC 2 sD 3 s

3Een voorwerp beweegt rechtlijnig onder invloed van éénveranderlijke kracht. In de figuur is het (v,t)-diagram getekendvan 0 s tot 12 s.

Hoeveel seconden is de kracht die op het voorwerp werkt,gelijk aan nul?A 0 sB 1 sC 6 sD 7 s

Page 2: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

4In figuur 1 is het (x,t)-diagram van eenvoorwerp P weergegeven. In figuur 2 ishet (x,t)-diagram van een voorwerp Qweergegeven.

Wat weet je van de resulterende kracht FP op voorwerp P en de resulterendekracht FQ op voorwerp Q?

FP FQ

A is 0 is 0B is 0 is constant (≠ 0)C is constant (≠ 0) is constant (≠ 0)D is constant (≠ 0) neemt toe

5Op een tafel ligt een voorwerp van 0,50 kg. Een kracht van 3,0 N, verticaal omhoog, trekt aan het voorwerp.

Wat is de grootte van de normaalkracht Fn?A Fn = 7,9 NB Fn = 4,9 NC Fn = 3,0 ND Fn = 1,9 N

6Een voorwerp met een massa van 3,1 kg ligt op een tafel. Op hetvoorwerp wordt een horizontale kracht van 40 N uitgeoefend.Het voorwerp blijft in rust.

Welke pijl geeft de richting aan van de resulterende kracht diede tafel op het voorwerp uitoefent?A 1B 2C 3D 4

Page 3: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

7Een voorwerp met een massa van 4,0 kg ligt op een hellend vlak met hellingshoek α, waarbij sin α = 0,30. Om te voorkomen dat het voorwerp gaat bewegen, oefent men er een kracht F opuit, evenwijdig aan de helling omhoog gericht. De maximale wrijvingskracht bedraagt 4,0 N.

Wat is de minimale en wat is de maximale waarde van F?

minimale waarde vanF

maximale waarde van F

A 0,0 N 7,8 NB 7,8 N 11,8 NC 7,8 N 15,8 ND 11,8 N 15,8 N

8Een voorwerp met een massa van 5,0 kg ligt op eenhellend vlak met hellingshoek α, waarbij sin α = 0,20.Om te voorkomen dat het voorwerp gaat bewegen,oefent men er een kracht F op uit, evenwijdig aan dehelling omhoog gericht. De maximale wrijvingskrachtbedraagt 4,0 N.

Wat is de minimale en wat is de maximale waarde van F?

minimale waarde vanF

maximale waarde van F

A 0 N 5,8 NB 5,8 N 9,8 NC 5,8 N 13,8 ND 9,8 N 13,8 N

9Op een hellend vlak (hellingshoek α met sin α = 0,60 en cos α = 0,80) bevindt zich een voorwerp met een massa van2,0 kg. Om te voorkomen dat het voorwerp gaat bewegenwordt een kracht F op het voorwerp uitgeoefend. F is 10 N enevenwijdig aan het vlak omhoog gericht.

Hoe groot is de wrijvingskracht Fw en welke richting heeft deze?

grootte van Fw richting van Fw langs de hellingA 1,8 N omhoogB 1,8 N omlaagC 5,7 N omhoogD 5,7 N omlaag

Page 4: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

10Een blok P met een massa van 5,0 kg bevindt zich op eenhellend vlak (hellingshoek 30). Door een koord dat over eenpen loopt, is het met een ander blok Q met een massa van 2,0kg verbonden.De massa van het koord en de wrijving bij de pen wordenverwaarloosd. P glijdt met een constante snelheid langs hetvlak naar beneden.

Hoe groot is de wrijvingskracht die P ondervindt? A 4,9 NB 19,6 NC 29,4 ND 49,0 N

11Een 2,0 m lange lijn is horizontaal gespannen. In hetmidden van de lijn wordt een blok van 1,0 kg gehangen.Het midden van de lijn daalt hierdoor 10 cm. Het blok isdan in rust.

Hoe groot is de spankracht in de belaste lijn?A 4,9 NB 9,8 NC 49 ND 98 N

12Een voorwerp P is opgehangen aan twee even lange draden v en w, die aan een horizontaal plafond zijn bevestigd. De figuur is op schaal getekend. De massa van de draden wordt verwaarloosd. De zwaartekracht op het voorwerp P bedraagt 24 N.

Hoe groot is de spankracht in de ophangdraden?A 12 NB 15 NC 24 ND 30 N

Page 5: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

13Aan een koord van 50 cm lengte hangt een voorwerp P. Hetophangpunt is O. De massa van het koord wordtverwaarloosd. Onder invloed van een horizontale kracht F van60 N gaat P 30 cm naar links en 10 cm omhoog. De figuur laatde nieuwe evenwichtsstand zien.

Hoe groot is de massa van P?A 6,1 kgB 7,7 kgC 8,2 kgD 9,8 kg

14Een voorwerp P is opgehangen aan tweeeven lange draden v en w, die aan eenhorizontaal plafond zijn bevestigd. Dedraden maken een hoek van 150 metelkaar. De massa van de draden wordtverwaarloosd. De zwaartekracht op hetvoorwerp P bedraagt 20 N.

Hoe groot is de spankracht in de ophangdraden?A 10 NB 21 NC 39 ND 77 N

15Een blokje glijdt langs een ruwe helling naar beneden. In detekening hiernaast heeft men de krachten die op het blokjewerken getekend. Hierbij is Fz (vector 1) ontbonden in devectoren 2 en 3.

Welke vectoren moet je bij elkaar optellen om de resulterendekracht op het blokje te krijgen?A vector 1, 3 en 5B vector 1, 4 en 5C vector 2, 3 en 4D vector 2, 3 en 5

Page 6: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

16Op een tafel ligt een voorwerp P. Op P werken (evenwijdig aanhet tafelblad) drie krachten van respectievelijk 3,0, 4,0 en 6,0 N.Bovendien werkt op P een wrijvingskracht die maximaal 2,0 Nbedraagt.

Hoe groot is de resulterende kracht op P?A 9,0 NB 11 NC 13 ND 15 N

17Een homogene staaf van 1,0 kg is vrij draaibaar in punt P enwordt door een touw in de horizontale stand gehouden. De massavan het touw wordt verwaarloosd. In punt P wordt door de muureen kracht op de staaf uitgeoefend.

Welke pijl in de figuur geeft de richting van deze kracht het bestweer? A pijl 1 B pijl 2C pijl 3D pijl 4

18Op welke volgende wijze kan de joule in grondeenheden worden uitgedrukt?A kg · m2 · sB kg · m2 · s-2 C kg · m · s-2 D kg2 · m · s-1

19Een karretje van 2,0 kg staat aan de voet van een helling van 30. Men trekt het 3,0 m langs het vlak omhoog.

Hoeveel arbeid verricht de zwaartekracht daarbij?A -59 JB -29 JC +29 JD +59 J

Page 7: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

20Drie personen (1, 2 en 3) verplaatsen alle drie een even zware emmer van de begane grond naar het dak van een huis. Persoon 1 draagt de emmer via een ladder omhoog. Persoon 2 staat op het dak en hijst de emmer met behulp van een touw omhoog. Persoon 3 staat beneden en hijst de emmer met behulp van een takel omhoog. We verwaarlozen alle wrijvingskrachten en het gewicht van de touwen en de takel.

De kleinste hoeveelheid arbeid wordt verricht A uitsluitend door persoon 2. B uitsluitend door persoon 3. C door de personen 1 en 2. D door de personen 2 en 3.

21Een bal wordt verplaatst van de vloer naar een rek dat zich boven de vloer bevindt. Het gewicht van de bal is 10 N. Om de arbeid te kunnen berekenen die voor deze verplaatsing nodig is, heeft men nog een gegeven nodig, namelijk A de massa van de bal. B de hoogte van het rek. C de tijd gedurende welke de bal verplaatst wordt. D de snelheid waarmee de bal verplaatst wordt.

22Een jongen met een massa van 60 kg brengt langs een ladder 20 kg stenen op 5 m boven de grond. Een man hijst met een takel 50 kg stenen tot een hoogte van 6 m omhoog. De wrijving wordt verwaarloosd.

Welke bewering over de hoeveelheid arbeid die beide personen verrichten, is juist?A De man verricht meer arbeid dan de jongen. B De man verricht evenveel arbeid als de jongen. C De man verricht minder arbeid dan de jongen. D Men kan niet zeggen wie de meeste arbeid verricht, omdat de massa van de man niet gegeven is.

23Twee even zware vrachtauto's P en Q moeten elk eenzelfde vracht 100 m omhoog brengen. De wrijving met de weg en de lucht is voor beide vrachtauto's gelijk. Het vermogen van vrachtauto P is groter dan het vermogen van vrachtauto Q.

Gegeven zijn onderstaande beweringen. 1 Vrachtauto P zal de vracht sneller omhoog kunnen brengen dan vrachtauto Q. 2 Vrachtauto P zal minder arbeid verrichten dan vrachtauto Q.

Welke van deze beweringen is juist?A zowel 1 als 2B alleen 1C alleen 2D geen van beide

Page 8: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

24Iemand tilt in 2 s een koffer met een massa van 20 kg van de grond af, op een kast die 1,5 m hoog is.

Welke van onderstaande uitspraken is onjuist?A Als de koffer op de kast staat, levert de kast een reactiekracht van 196 N. B De kast verricht arbeid om de koffer op de kast te laten staan. C Met deze gegevens kun je de energie berekenen die nodig is om de koffer op de kast te zetten.D Met deze gegevens kun je het geleverde vermogen van de persoon berekenen.

25Een hijskraan heeft een vermogen van 1,5 · 10³ W.

Hoeveel tijd is er nodig om een hoeveelheid stenen met een totalemassa van 3,0 ·10² kg 51 m omhoog te hijsen? A 1,0 · 10-1 sB 1,0 · 101 sC 1,0 · 10² sD Dit is niet te berekenen.

26Een hijskraan heeft een vermogen van 1,5 kW. Men wil een partijstenen met een totale massa van 300 kg ophijsen.

Met welke maximale snelheid kan de kraan de stenen omhooghijsen?A 0,51 m/sB 1,0 m/sC 3,1 m/sD 5,1 m/s

27Een takel die wordt aangedreven door een elektromotor kan in 20 seconden een voorwerp meteen massa van 100 kg, 10 meter omhoog hijsen.

Het vermogen van de elektromotor bedraagt A 49 WB 0,49 kWC 19,6 kWD 196 kW

Page 9: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

28Een hijskraan brengt een massa van 400 kg in 20 seconden 5,1 meter omhoog.

De motor van de hijskraan heeft dan een vermogen geleverd vanA 1,0 · 10² WB 1,0 · 10³ WC 2,0 · 10³ WD 2,0 · 104 W

29In de figuur is een koevoet getekend. Dat is een stukgereedschap waarmee een spijker uit een plank gehaaldkan worden. Daartoe wordt op de koevoet in punt P eenkracht uitgeoefend. De pijltjes geven richtingen aan. Demassa van de koevoet wordt verwaarloosd.

In welke richting moet de kracht staan opdat deze zo kleinmogelijk is om de spijker er uit te halen?A pijl 1B pijl 2C pijl 3D pijl 4

30In een L-vormige inhomogene plaat zijn gaten geboord, waardoor de plaat op verschillende manieren aan een pen kan worden opgehangen. Infiguur 1 zijn twee evenwichtsstanden van de plaat tezien. De wrijving wordt verwaarloosd.

In welke van de onderstaande figuren is de plaat ook ineen evenwichtsstand?

Page 10: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

31Twee homogene bollen van 2,0 kg en 1,0 kg zijn verbonden meteen starre staaf waarvan de massa wordt verwaarloosd. Het geheel wordt op een steunpunt geplaatst zodat de staaf zich inde horizontale stand bevindt en in evenwicht is.

In welk van de getekende punten moet het steunpunt dan geplaatst worden?A punt PB punt QC punt RD punt S

32Een bezem wordt door een vingerondersteund en is in evenwicht. De massavan het deel van de bezem dat zich in defiguurlinks van de vinger bevindt bedraagt mL, de massa van het rechterdeel mR.

Welke conclusie betreffende mL en mR is juist?A mL< mR

B mL= mR

C mL> mR

D Er is geen conclusie te trekken.

33Om een caravan in evenwicht te houden moet men in punt Peen verticale kracht uitoefenen van 120 N. In plaats van P kanook in Q een verticale kracht F uitgeoefend worden om decaravan in evenwicht te houden. De tekening is op schaal.

Hoe groot is de kracht F in Q?A 80 NB 120 NC 150 ND 180 N

34Een homogeen blok kan niet over de horizontale vloer glijden. Het kanwel gekanteld worden. Om het blok te laten kantelen wordt een kracht F uitgeoefend van 50 N. Slechts in één van de getekende situaties blijkthet blok te kantelen.

In welke situatie is dat?

Page 11: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

35Een balk PQ is verticaal opgesteld en kan om Q draaien. Dezwaartekracht op de balk is 100 N en de kracht F, die in Pop debalk werkt, is 50 N. De aan de balk bevestigde kabel zorgt voorevenwicht. De massa van de kabel wordt verwaarloosd.

Hoe groot is de kracht die in Q op de balk werkt?A 100 NB 112 NC 125 ND 175 N

36Een rechthoekig blok van 30 kg ligt horizontaal op de grond.Een stang van 2,0 kg is star aan dit blok verbonden. Detekening geeft de situatie op schaal. Op het uiteinde van destang wordt een horizontale kracht F uitgeoefend. Het blokgaat niet schuiven.

Hoe groot moet kracht F zijn opdat het geheel op het punt staatte kantelen?A 98 NB 109 NC 118 ND 127 N

37Een homogene lat is draaibaar om een vaste as door S. Het gewicht van de lat bedraagt 100 N. Bekijk onderstaande vier evenwichtsituaties, waarin soms gebruik gemaakt wordt van één of meer katrollen K. Verwaarloos de wrijving.

In welke van bovenstaande situaties is de kracht op de lat in S het kleinst?A in situatie 1B in situatie 2C in situatie 3D in situatie 4

Page 12: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

38-aDe druk in een stoomketel kan worden geregeld met een hefboom KL. De figuur is op schaal.

In welke van onderstaande figuren zijn de drie krachten die de hefboom in evenwicht houden,het best getekend?

38-bDe ballast oefent een kracht van 50,0 N op de staaf KL uit. De massa van de staaf KL en de stop wordt verwaarloosd. De hefboom is in evenwicht. De as in K oefent een verticale kracht op de staaf uit.

Hoe groot is deze kracht en hoe is hij gericht?A 150 N, omhoog gerichtB 150 N, omlaag gerichtC 200 N, omhoog gerichtD 200 N, omlaag gericht

Page 13: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

39In de figuur is een staaf PR getekend die in P scharnierend is bevestigd.

In Q werkt een verticale kracht FQ omhoog en in R een verticale kracht FR omlaag, zodat de staaf in evenwicht is.De massa van de staaf wordt verwaarloosd.

Men verandert de kracht in R. Om de staaf in evenwicht te houden moet de kracht in Q dan ook veranderen.

Welk diagram geeft het verband tussen de grootte van FQ en die van FR het best weer?

Page 14: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

40Een starre staaf PQ is horizontaal ingeklemd in P en wordt in het midden M ondersteund. De lengte van PQ is 4,0 m. Op een afstand x van P hangt een massa R. De zwaartekracht op massa R bedraagt 10 N.

In P ondervindt de staaf een verticaal gerichte kracht FP.De grootte en de richting van FP hangen af van x.In een diagram wordt FP uitgezet als functie van x.Daarbij wordt een omhoog gerichte kracht aangegeven met een positieve waarde van FP en een omlaag gerichte kracht met een negatieve waarde.

In welk diagram wordt de kracht FP als functie van x juist weergegeven?

Page 15: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

41Een starre staaf PQ is horizontaal ingeklemd in P en wordt in het midden M ondersteund. De lengte van PQ is 4,0 m.De massa van de staaf PQ wordt verwaarloosd.Op een afstand x van P hangt een massa R. De zwaartekracht op massa R bedraagt 10 N.

In P en M ondervindt de staaf een verticaal gerichte kracht van respectievelijk FP en FM. De grootte en de richting van FP en FM hangen af van x.In een diagram worden FP en FM uitgezet als functie van x.Daarbij wordt een omhoog gerichte kracht aangegeven met een positieve waarde van F en eenomlaag gerichte kracht met een negatieve waarde.

In welk diagram worden de krachten FP en FM als functie van x juist weergegeven?

Page 16: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

42In een kruiwagen van 25 kg ligt een berg aarde met eenmassa van 90 kg. Het zwaartepunt van het geheel is Z.

Hoe groot is de kracht die voor evenwicht in P verticaalomhoog moet worden uitgeoefend?A 3,5 · 10² NB 5,0 · 10² NC 7,8 · 10² ND 2,5 · 10³ N

43Jan houdt een spijkertje vast met een tang.Hij knijpt bij de punten P en Q met eenkracht van 3,5 N.

Hoe groot is de kracht op het spijkertje?A 1,3 NB 2,1 NC 5,8 ND 9,3 N

44Om een fles te openen moet bij dekroonkurk een kracht F van 60 N omhoogworden uitgeoefend. De afstand l1 = 2,0 cm,de afstand l2 = 7,0 cm.

Hoe groot is de kracht die aan het uiteindemoet worden uitgeoefend en in welkerichting moet deze worden uitgeoefend?

grootte richtingA 17 N omhoogB 17 N omlaagC 24 N omhoogD 24 N omlaag

45Op een nijptang wordt een spierkracht F van200 N uitgeoefend.

Hoe groot is de kracht die P van de nijptangondervindt?A 2,2 kNB 3,2 kNC 4,8 kN D 5,4 kN

Page 17: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

46Een verticaal opgestelde balk PQ kan in Q vrij draaien. In P werkt op de balk een horizontaal gerichte kracht Fvan 1,2 kN. Een aan de balk bevestigde kabel zorgt voorevenwicht. De massa van de kabel is te verwaarlozen. In de figuur is de situatie op schaal getekend.

Hoe groot is de spankracht in de kabel?A 0,9 kNB 1,5 kNC 2,0 kND 2,5 kN

47Een balk moet horizontaal opgesteld worden aan een muur. Heteinde S is aan de muur bevestigd en kan daar vrij draaien. Er moetnog een kabel tussen balk en muur bevestigd worden.De kabel kan aan de punten K, L, M en N bevestigd worden. Demassa van de kabel wordt verwaarloosd. Tussen welke twee puntenmoet de kabel bevestigd worden opdat de spankracht in de kabel zoklein mogelijk is?A K en MB K en NC L en MD L en N

48Een niet-homogene lat ST is vrij draaibaar om S. De zwaartekracht op de lat bedraagt 10 N.In P wordt op de lat een horizontaal gerichte kracht F uitgeoefend. De lat is in rust en maakt een hoek van 30 met het horizontale vlak. Het zwaartepunt van de lat bevindt zich in Z. SP = PZ = ZT.

Hoe groot is de kracht F?A 12 NB 17 NC 20 ND 35 N

Page 18: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

49Twee schijven zijn op elkaar geplakt en kunnen draaien om een gemeenschappelijke as. De straal van de grote schijf is 5 × zo groot als die vande kleine. Om de kleine schijf is een touw T1

geslagen waaraan met een kracht van 60 Ngetrokken wordt. Aan de as is een touw T2

bevestigd. De spankracht in T2 en de wrijvingskracht met de grond beletten de schijven te gaan bewegen.

Hoe groot is de spankracht in T2 ?A 48 NB 72 NC 240 ND 360 N

50Een massa van 100 kg wordt opgetakeld via een touw dat over een losse en een vaste katrol is geslagen. Daarvoor is een kracht F nodig.

Hoe groot is F?A 2,45 · 10² NB 4,90 · 10² NC 9,80 · 10² ND 19,6 · 10² N

51Twee schijven zijn op elkaar geplakt en kunnen draaien om eengemeenschappelijke as. De straal van de grote schijf is 2 × zo groot als dievan de kleine. Om de twee schijven zijn touwen gewikkeld met aan elk eenblokje. De zwaartekracht op het blokje P is 2,0 N. De massa van de touwenen de schijven wordt verwaarloosd, evenals de wrijving. Het geheel is inrust.

Hoe groot is de kracht die de as op het tweetal schijven uitoefent?A 0,0 NB 2,0 NC 4,0 ND 6,0 N

Page 19: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

52In de figuur is het aandrijfmechanisme vaneen fiets schematisch weergegeven. Detandwielen hebben stralen van 10 en 5,0 cm.Het achterwiel heeft een straal van 30 cm. Detrapper is 15 cm lang en staat horizontaal.Terwijl de fiets wordt vastgehouden, oefentmen op het pedaal een kracht van 6,0 N uit,recht naar beneden. Daardoor oefent het wieleen wrijvingskracht op de weg uit.

Hoe groot is deze wrijvingskracht? A 1,5 NB 3,0 NC 12 ND 24 N

53Welke van de onderstaande eenheden is geen eenheid van energie?A watt (W)B joule (J)C newtonmeter (Nm)D kilowattuur (kWh)

54Een man duwt een kar over een klinkerweg. Na enige tijd gaatde klinkerweg over in een zandweg, de zandweg in eenasfaltweg en de asfaltweg gaat over in een betonweg. Dewrijving is niet te verwaarlozen.De hele weg loopt horizontaal. Hiernaast is een diagramgetekend, waarin de spierkracht van de man als functie van deweg is weergegeven.

Op welke weg verricht de man de meeste arbeid op de kar?A klinkerwegB zandwegC asfaltwegD betonweg

Page 20: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

Subdomein: Energie en beweging

55Twee krachten met een grootte van 12 N en 16 N, welkeonderling loodrecht op elkaar staan, werken op een voorwerpvan 4,0 kg.

Hoe groot is de versnelling die dit voorwerp krijgt?A 1,0 m/s²B 3,0 m/s²C 5,0 m/s²D 7,0 m/s²

56Bekijk de onderstaande tikkerband.Door de tijdtikker werden 50 stippen per seconde op de strook gezet.

De gemiddelde snelheid van het karretje tussen T en U is ongeveerA 0,026 m/s.B 0,065 m/s.C 0,65 m/s.D 1,3 m/s.

Page 21: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

Stroboscopisch belichte kogelbaan De figuur hiernaast stelt de stroboscopischbelichte foto voor van een stuiterendkogeltje dat vanuit O beweegt langs depunten P, Q, ... U.

De tijd tussen twee opeenvolgendelichtflitsen van de stroboscoop is 1 s.Op tijdstip t = 0 s bevindt het kogeltje zichin O.Zijn baan wordt door de stippellijnvoorgesteld.

Bovenstaande gegevens horen bij devolgende twee vragen.

57-aGa de volgende beweringen na.1 Tussen t = 0 s en t = 6 s is de verplaatsing meer dan 15 m.2 In R is de grootte van de snelheid 0 m/s.

Welke van deze beweringen is juist?A zowel 1 als 2B alleen 1C alleen 2D geen van beide

57-bNoem de x-component en de y-component van de snelheid van het kogeltje op een bepaald ogenblik vx en vy. Men beweert:1 vx verandert tijdens de beweging2 vy verandert tijdens de beweging

Welke van deze beweringen is juist?A zowel 1 als 2B alleen 1C alleen 2D geen van beide

Page 22: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

58In de figuur hiernaast is de grafiek van een relatie tussen degrootheden plaats (x) en tijd (t) getekend.

Wat stelt de figuur voor? A de veranderlijke beweging van een puntB de baan van een rondgaand puntC het (x,t)-diagram van een rondgaand puntD de figuur kan onmogelijk het (x,t)-diagram van een bewegendpunt zijn

59Een deeltje P beweegt langs een rechte lijn. Zijnplaats als functie van de tijd wordt weergegeven inde figuur. De verplaatsing van P in het tijdsintervalvan t = 0 s tot t = 6 s bedraagtA -15 m.B -10 m.C -5 m.D 25 m.

60De tekening hiernaast stelt het (x,t)-diagram voor van eenrechtlijnige beweging.

Hoe groot is de verplaatsing van t = 0 s tot t = 8 s?A 2 mB 3 mC 5 mD meer dan 5 m

61Punt P beweegt langs een rechte lijn. Zijn plaats wordt gegeven door het (x,t)-diagram.

Hoe groot is de snelheid van punt P?A -2 m/sB -0,5 m/sC 0,5 m/sD 2 m/s

Page 23: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

62Onderstaande figuur stelt het (x,t)-diagram voor van twee fietsers P en Q die beiden op dezelfde weg rijden.

In welk diagram is de afstand tussen de twee fietsers als functie van de tijd het best weergegeven?

63Van een rechtlijnige beweging is het (x,t)-diagram tussen t = 0 s en t = 4 s gegeven.

Welke figuur geeft het (v,t)-diagram van deze beweging weer?

Page 24: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

64De plaatsfunctie van een punt dat op een rechte lijn beweegtwordt gegeven door het (x,t)-diagram hiernaast.

Hoe groot is de gemiddelde snelheid van dit punt in hetinterval [3 s;7 s]?A -6 m/sB -1,5 m/sC +1,5 m/sD +6 m/s

65Een onweersbui verwijdert zich metconstante snelheid van een waarnemer. Dezenoteert gedurende 1 minuut het tijdsinterval t tussen de bliksem en de bijbehorendedonderslag als functie van de tijd.Onderstaande grafiek geeft zijnwaarnemingen weer. Hij weet dat de geluidssnelheid 340 m/s is.

De snelheid van de bui isA 0,02 m/s.B 0,03 m/s.C 6,8 m/s.D 10,2 m/s.

66De tekening hiernaast stelt het bovenaanzicht van eentafelblad voor, waarop een bal rechtlijnig beweegt meteen snelheid van 5,0 m/s in de getekende richting.

Hoe groot is de tijd waarin de bal vanuit de getekendestand rand I bereikt?A 0,4 sB 0,5 sC 0,67 sD 1,5 s

Page 25: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

67De beweging van een karretje wordt nagegaan met een tijdtikker. Door de tijdtikker worden 50 stippen per seconde op een strook papier gezet.Een gedeelte van de strook ziet er als volgt uit:

De punten P, Q, R, S, T, U en V zijnpunten die een tijdsinterval hebben van1/50 seconde.De strook wordt geknipt en naast elkaargeplakt.

Als we de punten Q, R, S, T, U en V door een lijn verbinden ontstaat eenA (v,t)-diagram.B (x,t)-diagram.C (a,t)-diagram.D (x,t2)-diagram.

68Een wandelaar loopt over een rechte weg. Hetverband tussen de snelheid van de wandelaar en detijd wordt weergegeven door het (v,t)-diagram van defiguur hiernaast.

Welke combinatie van oppervlakten I en II komtovereen met de verplaatsing van de wandelaar tussen t = 0 en t = 16 s?A 10 + 6 mB 10 - 6 mC 2(10 + 6) mD 2(10 - 6) m

Page 26: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

69Een voorwerp beweegt langs een rechte lijn. Het verband tussen de snelheid van het voorwerpen de tijd in de eerste tien seconden wordt weergegeven door onderstaand (v,t)-diagram.

Hoe groot is de verplaatsing van het voorwerp in de eerste tienseconden?A 2(12 - 8) mB 12 - 8 mC 2(12 + 8) mD 12 + 8 m

70De tekening hiernaast stelt het (v,t)-diagram van eenwandelaar voor.

In welk diagram is de plaats x van de wandelaar alsfunctie van de tijd t het best weergegeven?

Page 27: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

71Van een rechtlijnig bewegend deeltje is het (v,t)-diagram gegeven.

De berekening van de gemiddelde snelheid in m/s tussen t = 0 s en t = 10 s is de volgende:

A4

3

2

25,0

B16

15

2

2

8

5,0

C 010

2285,0

D5

4

10

2285,0

72Een steen wordt verticaal omhooggeschoten. Van het eerstegedeelte van zijn vlucht is het (v,t)-diagram getekend.De afgelegde weg tussen t = 0 s en t = 4 s is danA 40 m.B 80 m.C 160 m.D niet uit dit diagram te bepalen.

73Een raket wordt verticaal omhoog geschoten. Gedurende devlucht van de raket heeft men een aantal gegevens verzameldwaardoor men het (v,t)-diagram kon tekenen (zie figuurhiernaast).

Op tijdstip t = 40 s bevindt de raket zichA op het startpunt.B op zijn hoogste punt.C halverwege tussen het startpunt en het hoogste punt.D op geen der genoemde plaatsen.

74Op een planeet valt een steen zonder beginsnelheid naar beneden van een hoogte van 80,0 m. Na 7,1 s is de steen 40,0 m gevallen.

Na hoeveel seconden, gerekend vanaf het begin van vallen, treft de steen de grond?A na 10,0 sB na 12,5 sC na 14,2 sD na 18,2 s

Page 28: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

75Op een planeet valt een steen zonder beginsnelheid naar beneden van een hoogte van 80,0 m. Na 5,0 s is de steen 20,0 m gevallen.

Na hoeveel seconden, gerekend vanaf het begin van vallen, treft de steen de grond?A na 10,0 sB na 12,5 sC na 16,0 sD na 20,0 s

76Een steen valt in het luchtledige, zonder beginsnelheid naar beneden. Na t seconden heeft de steen een afstand van 25 m afgelegd.

Na 2t seconden heeft de steen een afstand afgelegd van A 50 m.B 100 m.C 125 m.D 500 m.

77Vanuit een punt Q wordt een bal horizontaal weggeworpen. Qbevindt zich h meter boven een punt P (zie figuur). De balkomt s meter van P op de grond terecht. Hierna wordt de balvanuit Q met een viermaal zo grote snelheid horizontaalweggeworpen.

Op welke afstand van P komt de bal dan terecht?A s mB 2s mC 4s mD 16s m

78Van een hoogte van 1,60 m wordt een geweerkogel horizontaal afgevuurd naar een even hogepaal op 15,0 m van de schutter. De aanvangssnelheid van de kogel is 30,0 m/s,

Waar treft de kogel de paal? A treft de paal niet, maar de grond vóór de paalB 1,23 m onder de topC 1,23 cm onder de topD op zijn top

Page 29: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

79Een eenheid van energie isA kg · m² · sB kg² · m · s-1

C kg · m · s-²D kg · m² · s-²

80Een bal wordt omhoog gegooid. Iemand beweert dat tijdens de beweging omhoog1 de kinetische energie van de bal wordt omgezet in zwaarte-energie van de bal;2 de zwaartekracht arbeid verricht op de bal.

Welke van deze beweringen is juist?A zowel 1 als 2B alleen 1C alleen 2D geen van beide

81Men laat een steen vallen van een hoogte van 60 m. De wrijving met de lucht wordt verwaarloosd. Op een bepaald moment tijdens de val is de bewegingsenergie gelijk aan de zwaarte-energie. Op dat moment bevindt de steen zich op een hoogte vanA 0 m. B 15 m. C 30 m. D 60 m.

82Men laat een steen vallen van een hoogte van 60 m. De wrijving met de lucht wordt verwaarloosd.

Op welke hoogte boven de grond is de bewegingsenergie 2 × zo groot als de zwaarte-energie?A 0 mB 10 mC 20 mD 30 m

83Een kogel wordt met een beginsnelheid van 30 m/s in horizontale richting weggeschoten van een 80 m hoge toren. De wrijving met de lucht wordt verwaarloosd.

Hoe groot is de snelheid van de kogel als hij de grond treft?A 30 m/sB 40 m/sC 50 m/sD 70 m/s

Page 30: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

84Een voorwerp valt in de lucht van een hoogte van 100 m naar beneden. In een diagram wordt van dit voorwerp de som van de zwaarte-energie en de bewegingsenergie (Ez + Eb) uitgezet tegen de hoogte. De wrijving van het voorwerp met de lucht wordt verwaarloosd.

In welk van bovenstaande diagrammen 1 t/m 4 is de relatie tussen Ez + Eb en de hoogte juist weergegeven?A in diagram 1B in diagram 2C in diagram 3D in diagram 4

85Een kogel wordt verticaal omhoog geschoten. De grootste hoogte diede kogel bereikt, noemen we htop. Het diagram hiernaast geeft hetverband aan tussen de zwaarte-energie Ez en de hoogte h.

Welk diagram geeft het verband tussen de kinetische energie Ek en dehoogte h van dezelfde beweging het best weer?

86Een bal wordt vanaf de grond met een snelheid van 15 m/s rechtomhoog geschoten. Iemand wil de snelheid berekenen waarmee debal punt P op de terugweg zou passeren als er geen wrijving zouzijn. Punt P ligt 5 meter van de grond. Hij gebruikt de wet vanarbeid en kinetische energie.

Welk gegeven heeft hij naast bovenstaande gegevens ook nog nodig?A de massa van de balB de plaats van het hoogste puntC de tijd, die de bal erover doet om punt P te bereikenD geen

Page 31: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

87In onderstaand diagram heeft men van een voorwerp dezwaarte-energie Ezw uitgezet tegen de hoogte. Men brengt hetvoorwerp vanaf een bepaalde hoogte naar een maal zo grotehoogte.

Uit het diagram volgt dat de zwaarte-energie danA hetzelfde zal blijven. B 2 maal zo groot zal worden. C 3 maal zo groot zal worden. D groter zal worden, maar hoeveel maal is niet af te leiden,want de massa van het voorwerp is niet gegeven.

88Twee kogeltjes P en Q bevinden zich op dezelfde hoogte boven de grond. Op hetzelfde moment dat men P laat vallen, schiet men Q met een horizontale beginsnelheid weg. De wrijving wordt verwaarloosd.Beoordeel de volgende uitspraken:1 P en Q treffen tegelijk de grond.2 P en Q treffen de grond met even grote snelheid.

Welke van deze uitspraken is juist?A zowel 1 als 2B alleen 1C alleen 2D geen van beide

89Auto P met een massa van 1000 kg heeft een snelheid van 100 km/h. Auto Q met een massa van 500 kg heeft een snelheid van 50 km/h.

Hoe groot is de kinetische energie van auto P ten opzichte van de kinetische energie van auto Q?A 8× zo groot als die van auto QB 4× zo groot als die van auto QC gelijk aan die van auto QD de helft van die van auto Q

Page 32: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

90De kogels P, Q en R hebben dezelfde massa. Kogel P wordt van een hoge toren verticaal omlaag geworpen met beginsnelheid. Kogel Q laat men van dezelfde toren vallen, zonder beginsnelheid.Kogel R wordt van dezelfde toren horizontaal weggeworpen.

In welk geval is de arbeid die door de zwaartekracht tijdens het vallen wordt verricht het grootst?A bij kogel PB bij kogel QC bij kogel RD bij alle drie de kogels even groot

91Een auto rijdt met constante snelheid een helling op. Bekijk onderstaande beweringen over de zwaarte-energie en bewegingsenergie van de auto. 1 De zwaarte-energie van de auto neemt toe.2 De bewegingsenergie van de auto neemt toe.

Welke van deze beweringen is juist?A zowel 1 als 2B alleen 1C alleen 2D geen van beide

92Een voorwerp P met een massa van 1 kg bevindt zich 20 meter boven de grond. Een voorwerp Q met een massa van 4 kg bezit evenveel zwaarte-energie als voorwerp P.

Hoeveel meter bevindt het voorwerp Q zich boven de grond?A 5 meterB 16 meterC 20 meterD 80 meter

Page 33: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

93Voorwerp P heeft een grotere massa dan voorwerp Q. In hetzelfde diagram zet men van elk van beide voorwerpen de zwaarte-energie uit tegen de hoogte. Men krijgt dan één van de onderstaande diagrammen.

Voor beide voorwerpen is de relatie tussen de zwaarte-energie en de hoogte juist weergegeveninA diagram 1. B diagram 2. C diagram 3. D diagram 4.

94Een voorwerp met een massa van 5,1 kg beweegtlangs een helling van P via Q naar R. In R is zijnzwaarte-energie 1,0 · 10² J groter dan in P.

Welke van onderstaande hellingen met de puntenP, Q en R voldoet aan dit gegeven?A Beide hellingen.B Alleen de helling in figuur I. C Alleen de helling in figuur II. D Geen van beide hellingen.

95Een kogel met een massa van 1,0 kg hangt aan een koord meteen te verwaarlozen massa. De lengte van het koord bedraagt1,60 m. Men geeft de kogel een uitwijking en laat de kogeldan los (zie figuur).

Hoe groot is de maximale snelheid die de kogel krijgt?A 2,8 m/sB 4,0 m/sC 5,7 m/sD 16 m/s

Page 34: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

96Van een systeem van twee veren is in het diagram het verbandweergegeven tussen de belasting en de uitwijking. Dit systeem van veren is 5,0 cm uitgetrokken.

Hoeveel arbeid is hierbij verricht?A 11 · 10-2 JB 15 · 10-2 JC 19 · 10-2 JD 30 · 10-2 J

97Een blokje met een massa van 2,0 kg wordt opeen helling losgelaten in P en blijkt dan doorde wrijving niet verder te glijden dan tot R (ziefiguur). De afstanden zijn in de figuur aangegeven.

de totale arbeid door dewrijvingskracht verricht, is

de gemiddeldewrijvingskracht is

A -19,6 J 3,3 NB -19,6 J 3,9 NC -39,2 J 6,5 ND -39,2 J 7,8 N

98Een voorwerp met een massa van 2 kg heeft een snelheid van 4 m/s. Op ditvoorwerp werkt gedurende korte tijd een kracht, waardoor dit voorwerpeen andere snelheid krijgt. Tekening I geeft de snelheidsvector voordat de kracht werkt. Tekening II geeft de snelheidsvector nadat de kracht heeft gewerkt.

Hoe groot was de arbeid die de kracht op het deeltje heeft uitgeoefend?A 1 JB 3 JC 6 JD 9 J

99Een kogel van 8,0 kg heeft op een bepaald tijdstip een snelheid van 40 m/s in horizontale richting en een snelheid van 30 m/s in verticale richting.

Hoe groot is de kinetische energie van de kogel op dat tijdstip?A 3,6 · 103 JB 6,4 · 103 JC 10 · 103 JD 20 · 103 J

Page 35: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

100Hieronder staan drie glijbanen getekend, die alle eindigen in Q. Het beginpunt P van alle glijbanen is even hoog. Ook alle eindpunten Q liggen even hoog boven de grond.Een jongen wil met een zo grootmogelijke snelheid in punt Q deglijbaan afkomen. De wrijving wordtverwaarloosd.

Om een zo groot mogelijke snelheid in Q te bereiken zal de jongenA glijbaan 1 moeten kiezen. B glijbaan 2 moeten kiezen. C glijbaan 3 moeten kiezen. D elke glijbaan kunnen kiezen, want zijn snelheid in Q is bij alle glijbanen even groot.

Skischans De figuur stelt een skischans voor. De skiërbeweegt zich volgens de door de stippellijnaangegeven baan. Bij punt 4 raakt hij degrond. Hierna remt hij af zodat hij in punt 6stilstaat.

Beantwoord nu de volgende twee vragen.

101-aDe bewegingsenergie van de skiër is het grootst inA punt 1. B punt 2. C punt 3. D punt 4.

101-bDe zwaarte-energie van de skiër neemt toeA van punt 1 naar punt 2. B van punt 2 naar punt 3. C van punt 3 naar punt 4. D van punt 4 naar punt 6.

102PQR stelt een gekromde goot voor. Men laat bij P een knikker los.Die glijdt naar beneden en verlaat de goot bij R. De knikkerbeschrijft daarna de gestippelde baan.

De wrijving wordt verwaarloosd. Welke uitspraak over dekinetische energie van de knikker is juist?A Deze is bij S groter dan bij R. B Deze is bij S gelijk aan nul. C Deze is bij Q en R even groot.D Deze is bij R groter dan bij S.

Page 36: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

103Een kogel rolt heen en weer in een put, zoals isaangegeven in de tekening. De kogel verlaat de put niet.De wrijving van de kogel met de lucht en met de wandvan de put wordt verwaarloosd. De totale energie van dekogel (de som van de zwaarte-energie en debewegingsenergie) isA het grootst in punt X. B het grootst in punt Y. C het grootst in punt Z. D in alle punten even groot.

104Een honkballer krijgt een bal van 400 g toegeworpen, dieeen snelheid van 10,0 m/s heeft. Hij raakt hem gedurende0,010 s met het gevolg dat de bal in tegengestelde richtingvliegt met een snelheid van 15,0 m/s.

Hoe groot was de gemiddelde kracht die de knuppeluitoefende op de bal?A 200 NB 400 NC 600 ND 1000 N

105Botsende kogelsEen kogel P botst centraal tegen een kogel Q. Op t = 0 s heeft kogel P een snelheid van 4,0 m/sen kogel Q een snelheid van -2,0 m/s.

De snelheden voor, tijdens en na de botsing zijn inhet diagram weergegeven.

De massa van kogel P bedraagt 3,0 kg.

Hoe groot is de gemiddelde kracht die de kogel P tijdens de botsing ondervindt van kogel Q?A 6,0 · 10² NB 9,0 · 10² NC 18 · 10² ND 24 · 20² N

Page 37: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

106Op een trein die stil staat wordt door de motoren vanaf t = 0 een constante kracht uitgeoefend.Tengevolge van deze kracht wordt de kinetische energie groter. De wrijving wordt verwaarloosd.

In welk diagram is het verband tussen de kinetische energie en de tijd juist weergegeven?

Page 38: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

Subdomein: Versnellen en vertragen

107Welke van de volgende eenheden is te herleiden tot de eenheid van versnelling?A N · kgB N · kg-1

C N-1 · kgD N-1 · kg-1

108Bekijk de volgende beweringen:1 Als een voorwerp in rust blijft, werken er geen krachten op dit voorwerp.2 De versnelling van een voorwerp is recht evenredig met de resulterende kracht op dit voorwerp.

Welke van deze beweringen is juist?A zowel 1 als 2B alleen 1C alleen 2D geen van beide

109Een voorwerp ligt op de bodem van een lift die omhoog beweegt. Desnelheid van de lift verandert in de tijd zoals weergegeven wordt in het(v,t)-diagram. De normaalkracht Fn op het voorwerp verandert in de tijd.

In welke figuur wordt het (Fn,t)-diagram het best weergegeven?

110Een kracht F geeft aan een massa m1 een versnelling van 0,80 m/s². Deze kracht F geeft aan een massa m2 een versnelling van 1,2 m/s².

Hoe groot is de versnelling die dezelfde kracht F geeft aan een massa m = m1 + m2?A 0,40 m/s²B 0,48 m/s²C 1,0 m/s²D 2,0 m/s²

Page 39: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

111Een kracht F van 30 N geeft een voorwerp met massa m1 een versnelling van 1,5 m/s². Dezelfde kracht geeft aan een voorwerp met massa m2 een versnelling van 1,0 m/s².

Hoe groot is de versnelling die dezelfde kracht geeft aan een voorwerp met massa m = m1 + m2?A 0,50 m/s²B 0,60 m/s²C 1,25 m/s²D 2,50 m/s²

112Op een massa m1 werkt een kracht F van 2,4 N. Massa m1 ondervindt een versnelling van 0,80 m/s². Als de kracht F op massa m2 werkt, ondervindt deze een versnelling van 0,48 m/s².

Hoe groot is de versnelling die dezelfde kracht geeft aan een voorwerp met massa m = m1 + m2?A 1,28 m/s²B 0,64 m/s²C 0,32 m/s²D 0,30 m/s²

113Op een massa m1 werkt één kracht F. Massa m1 ondervindt een versnelling van 0,60 m/s². Als de kracht F op een massa m2 werkt, ondervindt deze een versnelling van 0,40 m/s².

Hoe groot is de versnelling als kracht F op een massa m = m1 + m2 werkt?A 1,0 m/s²B 0,50 m/s²C 0,24 m/s²D 0,20 m/s²

114Twee blokken met massa's 3,0 kg en 2,0 kg zijn op eenhorizontaal vlak tegen elkaar geplaatst. Op hetlinkerblok wordt horizontaal naar rechts een kracht van4,0 N uitgeoefend, zoals in de figuur is aangegeven. Deblokken krijgen hierdoor een even grote, constanteversnelling.

Hoe groot is de kracht F die het linkerblok op het rechterblok uitoefent, als de wrijvingskrachten worden verwaarloosd?A F = 4,0 NB F = 2,4 NC F = 1,6 ND F = 0 N

Page 40: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

115Twee blokken met massa's 2,0 kg en 3,0 kg zijn op eenhorizontaal vlak tegen elkaar geplaatst. Op het linkerblokwordt horizontaal naar rechts een kracht van 4,0 Nuitgeoefend, zoals in de figuur is aangegeven. De blokken krijgen hierdoor een even grote, constanteversnelling.

Hoe groot is de kracht F die het linkerblok op het rechterblok uitoefent, als de wrijvingskrachten worden verwaarloosd?A 0,0 NB 1,6 NC 2,4 ND 4,0 N

116Op een horizontaal opgestelde luchtkussenbaan bevinden zich twee ijzeren sleetjes P en Q, elk met een massa van 0,40 kg. Op sleetje P wordt een staafmagneet bevestigd, waarvan een pool naar Q gericht is. De massa van de staafmagneet is 0,10 kg. De sleetjes worden op enige afstand van elkaar losgelaten. De wrijving wordt verwaarloosd. Q krijgt een versnelling van 1,00 m/s².

Hoe groot is de versnelling die P krijgt?A 1,25 m/s²B 1,00 m/s²C 0,80 m/s²D 0,00 m/s²

117Op een horizontaal opgesteldeluchtkussenbaan bevinden zich tweeijzeren sleetjes P en Q, elk met een massavan 0,20 kg. Op sleetje P wordt eenstaafmagneet bevestigd, waarvan een pool naar Q gericht is. De massa van de staafmagneet is 0,10 kg. De sleetjes worden op enige afstand van elkaar losgelaten. De wrijving wordt verwaarloosd. Q krijgt een versnelling van 0,6 m/s².

Hoe groot is de versnelling die P krijgt? A 0,00 m/s²B 0,40 m/s²C 0,60 m/s²D 0,90 m/s²

Page 41: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

118Op een horizontale tafel staat een karretje. Men oefenthierop een horizontaal gerichte kracht F uit van 1,5 N.De maximale wrijvingskracht op het karretje bedraagt2,0 N.

Hoe groot is de resulterende kracht op het karretje?A 0,0 NB 0,5 NC 1,5 ND 3,5 N

119Op een horizontaal vlak liggen twee blokken P en Q. Dezezijn door koord 2 verbonden. De massa van P is 30 kg. Demassa van Q is 10 kg. Aan koord 1 trekt men P en Q overeen horizontaal vlak met een versnelling a = 0,20 m/s². Dewrijvingskrachten en de massa van de koorden worden verwaarloosd.Hoe groot is de spankracht F1 in koord 1 en de spankracht F2 in koord 2?

F1 F2

A 6,0 N 2,0 NB 6,0 N 6,0 NC 8,0 N 2,0 ND 8,0 N 8,0 N

120Op een horizontale luchtkussenbaan bevindt zicheen sleetje met een massa van 0,40 kg. Dit sleetjeis met een koord, dat over een pen glijdt,verbonden meteen blokje met een massa van 0,10 kg. De massa van het koord en dewrijvingskrachten worden verwaarloosd.

Welke versnelling krijgen beide voorwerpen?A 0,0 m/s²B 2,0 m/s²C 2,5 m/s²D 9,8 m/s²

Page 42: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

121Voorwerp P, met een massa van 3,0 kg, bevindt zich op eenhorizontaal tafelblad (zie tekening). Aan P is een koordbevestigd dat over een pen kan glijden. Aan het andereuiteinde van het koord hangt voorwerp Q met een massa van2,0 kg. De massa van het koord en de wrijvingskrachtenworden verwaarloosd.

Hoe groot is de versnelling van de twee voorwerpen?A 3,9 m/s²B 5,9 m/s²C 6,5 m/s²D 9,8 m/s²

122Twee voorwerpen P en Q zijn verbonden door een koord, dat overeen pen hangt. De massa van P is 0,6 kg, die van Q is 0,4 kg. Demassa van het koord en de wrijvingskrachten worden verwaarloosd.De versnelling van de zwaartekracht is 10 m/s².

Welke van onderstaande formules geeft de juiste waarde van deversnelling a van beide blokjes?A (6 + 4) = (0,6 - 0,4)aB (6 + 4) = (0,6 + 0,4)aC (6 - 4) = (0,6 - 0,4)aD (6 - 4) = (0,6 + 0,4)a

123Op een ruw horizontaal vlak V ligt een voorwerp dat door eenkracht F in beweging wordt gebracht (zie figuur). F = 5,0 N.De zwaartekracht Fz = 5,0 N, tan α = 0,75.

Hoe groot is de normaalkracht Fn?A Fn = 8,0 NB Fn = 5,0 NC Fn = 3,0 ND Fn = 2,0 N

Page 43: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

124Op een tafel ligt een voorwerp P. Op P werken (evenwijdigaan het tafelblad) drie krachten van respectievelijk 3,0, 3,0 en4,0 N (zie figuur). De maximale wrijvingskracht is 2,0 N.

Hoe groot is de resulterende kracht op P?A 4,0 NB 6,0 NC 8,0 ND 10,0 N

125Op een tafel ligt een voorwerp P. Op P werken (evenwijdigaan het tafelblad) drie krachten van respectievelijk 2,0, 3,0 en4,0 N (zie figuur). De maximale wrijvingskracht is 3,0 N.

Hoe groot is de resulterende kracht op P?A 0,0 NB 1,0 NC 2,0 ND 3,0 N

126Op een tafel ligt een voorwerp P. Op P werken (evenwijdigaan het tafelblad) drie krachten van respectievelijk 3,0, 3,0 en4,0 N. Bovendien werkt op P een wrijvingskracht diemaximaal 3,0 N bedraagt.

Hoe groot is de resulterende kracht op P?A 0,0 NB 1,0 NC 2,0 ND 3,0 N

127De relatie tussen de wrijvingskracht Fw, die een voorwerp ondervindt, en de snelheid v van hetvoorwerp, is gegeven. Deze relatie is: Fw = C · v², waarin C een constante is.

Welke van de volgende eenheden is in het S.I. voor C een juiste eenheid? A kg · mB kg-1 · mC kg · m-1

D kg-1 · m-1

Page 44: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

128In figuur 1 is het (v,t)-diagram van eenvoorwerp P weergegeven. In figuur 2 is het(v,t)-diagram van een voorwerp Qweergegeven.

Wat weet je van de resulterende kracht FP

op voorwerp P en de resulterende kracht FQ

op voorwerp Q?

FP FQ

A is 0 is constant (≠ 0)B is 0 neemt afC is constant (≠ 0) is constant (≠ 0)D is constant (≠ 0) neemt af

129In figuur 1 is het (v,t)-diagram van eenvoorwerp P weergegeven. In figuur 2 is het(v,t)-diagram van een voorwerp Qweergegeven.

Wat weet je van de resulterende kracht FP opvoorwerp P en de resulterende kracht FQ opvoorwerp Q?

FP FQ

A is 0 is constant (≠ 0)B is 0 neemt toeC is constant (≠ 0) is constant (≠ 0)D is constant (≠ 0) neemt toe

130De verplaatsing gedeeld door de tijdsduur waarin de verplaatsing plaatsvindt noemt men A de snelheid.B de gemiddelde snelheid in die tijdsduur.C de afgelegde weg in die tijdsduur.D de versnelling in die tijdsduur.

131Een auto rijdt langs een rechte weg.

De snelheidsverandering gedeeld door de tijdsduur waarin de snelheidsverandering optreedt noemt menA de versnelling in die tijdsduur.B de snelheid in die tijdsduur.C de gemiddelde versnelling in die tijdsduur.D de gemiddelde snelheid in die tijdsduur.

Page 45: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

132Bij een eenparig versnelde beweging verstaat men onder de versnellingA de snelheidsverandering per seconde.B de totale snelheidsverandering.C de toename van de snelheid.D de helft van de gemiddelde snelheid.

133Gerda en Jaap spelen 'tikkertje'. Op eenzekertijdstip ziet Jaap Gerda op 20 m afstandlopen. Haar snelheid is 7,0 m/s. Jaap kan met eensnelheid lopen van 9,0 m/s.Jaap en Gerda lopen rechtdoor, zoals getekend.

Hoe groot is de hoek α tussen de baan van Gerdaen de baan van Jaap en na hoeveel seconde tiktJaap Gerda?

hoek tijdA 39 2,2 sB 39 3,5 sC 51 2,2 sD 51 3,5 s

134Twee sleetjes 1 en 2 met massa's m1 en m2, kunnenwrijvingsloos op een luchtkussenbaan bewegen. Van beidesleetjes bepaalt men de versnelling als ze met een bepaaldekracht worden voortgetrokken. Men doet dit voor elk sleetjebij vijf verschillende krachten en zet dan de versnelling uittegen de kracht (zie diagram).

Welke conclusie over m1 en m2 mag uit dit diagram worden getrokken?A geen enkele, want er zijn geen getallen gegevenB geen enkele, want er is niet met dezelfde krachten gewerktC m1 > m2, want de hellingshoek in het diagram die hoort bij slee 1 is groterD m1 < m2, want slee 1 heeft voor dezelfde versnelling een kleinere kracht nodig

135Een voorwerp met een massa van 0,50 kg wordt verticaal omhoog geworpen. De wrijvingskracht met de lucht bedraagt op een bepaald moment tijdens de omhooggaande verticale beweging 2,0 N.

Hoe groot is de vertraging op dat moment?A 4,0 m/s²B 5,8 m/s²C 9,8 m/s²D 13,8 m/s²

Page 46: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

136Op een voorwerp P van 3,0 kg werken slechts driekrachten zoals in de figuur is weergegeven.

Hoe groot is de versnelling van P?A 0,0 m/s²B 2,0 m/s²C 4,0 m/s²D 6,0 m/s²

137De plaatsfunctie van een bewegend punt P wordt gegeven door x = t + 2t2

Hoe groot is de gemiddelde snelheid van het punt P in de tijdsduur van t = 2 s tot t = 5 s?A 7 m/sB 9 m/sC 15 m/sD 45 m/s

138Op het tijdstip t = 0 s begint een bal zonder beginsnelheid langs een hellend vlak naar benedente rollen. De plaats van de bal wordt vanaf t = 0 elke seconde aangegeven door een * (zie figuur).

Hoe groot is de versnelling?A 0,2 m/s²B 0,4 m/s²C 0,6 m/s²D 1,2 m/s²

139Iemand geeft een bal een trap, waardoor de bal langs een hellend vlak omhoog rolt. De bal is 4,0 s later weer terug. Tijdens het rollen ondervindt de bal iedere seconde een snelheidsverandering van 6,0 m/s. De wrijving wordt verwaarloosd.

Welke beginsnelheid had de bal?A 4,0 m/sB 6,0 m/sC 12 m/sD 24 m/s

Page 47: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

140Een auto rijdt met een snelheid van 40 m/s in de richting van een onbewaakte overweg. Bij het zien van de rode knipperlichten remt de bestuurder af met een constante vertraging van8,0 m/s² tot hij stil staat.

Hoe lang is de remweg?A 40 mB 60 mC 80 mD 100 m

141Een kogel met een massa m wordt in een dikke boom geschoten.Veronderstel dat de kracht F die de kogel in het hout ondervindtconstant is. De snelheid van de kogel vlak voor het binnendringen is v. De weg die de kogel in het hout aflegt is s.

Welke van onderstaande relaties is juist?A m · v = 2F · sB m · v² = 2F · s C m · v = F · sD m · v² = F · s

Page 48: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

Subdomein: Cirkelbeweging

142De versnelling bij een eenparige cirkelbeweging verandert A steeds van richting en van grootte.B steeds van richting, maar niet van grootte.C steeds van grootte, maar niet van richting. D noch van grootte, noch van richting.

143Een punt beweegt eenparig langs een cirkelomtrek.

Welke uitspraak is juist? De middelpuntzoekende versnellingA is geen versnelling, want de beweging is eenparig.B zorgt ervoor dat de snelheid groter wordt.C is van het middelpunt af gericht.D zorgt dat het punt op de cirkel blijft.

144Op een horizontale draaischijf ligt een voorwerp P. De schijf maakt eenconstant aantal omwentelingen per seconde in de aangegeven richting. Pblijft ten opzichte van de schijf in rust ('draait mee'). De wrijving met delucht wordt verwaarloosd.

Welke richting heeft de wrijvingskracht die P van de schijf ondervindt?

Page 49: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

145Op een horizontale draaischijf ligt een voorwerp P. De schijf maakt eenconstant aantal omwentelingen per seconden in de aangegeven richting. Pblijft ten opzichte van de schijf in rust ('draait mee'). De wrijving met delucht wordt verwaarloosd.

Welke richting heeft de wrijvingskracht die P van de schijf ondervindt?

146Op een draaiende schijf ligt een munt. Op de munt werkt eenwrijvingskracht.

Welke pijl geeft de richting van de wrijvingskracht weer?A pijl 1B pijl 2C pijl 3D pijl 4

147In de figuur geven de stippen telkens deplaats aan van een voorwerp dat van P via Q,R en S naar T beweegt. De tijdsduur waarinhet voorwerp van de ene stip naar devolgende stip beweegt is constant. Op het voorwerp werkt in Q slechts éénkracht, namelijk FQ. In S werkt er op hetvoorwerp ook slechts één kracht en wel FS.

Welke uitspraak over de richting van FQ en FS is juist?A FQ en FS staan loodrecht op elkaar.B FQ is naar links gericht en FS naar rechts.C FQ is naar rechts gericht en FS naar links.D FQ en FS zijn beide naar links gericht.

Page 50: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

148Een stoeltje S is door een touw SQ aan een zweefmolenverbonden. Deze draait om as PR. S voert een eenparige cirkelbeweging uit.

Welke pijl geeft de richting van demiddelpuntzoekende versnelling aan?A pijl 1B pijl 2C pijl 3D pijl 4

149Een voorwerp met massa m voert een eenparige cirkelbeweging uit. De straal van de cirkelbaan is r. De grootte van de snelheid van het voorwerp is v en de grootte van de resulterende kracht die op het voorwerp werkt is F.

Welke relatie tussen m, r, v en F is juist?A F · r = m · v²B F r = m · vC F · r² = m · v²D F · r² = m · v

150Een voorwerp met massa m voert een eenparige cirkelbeweging uit. De straal van de cirkelbaan is r. De grootte van de snelheid van het voorwerp is v en de grootte van de resulterende kracht die op het voorwerp werkt is F.

Welke relatie tussen m, r, v en F is juist?A m · v = F · rB m · v = F · r²C m · v² = F · rD m · v² = F · r²

151Een auto voert een eenparige cirkelbeweging uit. De massa van de auto is 800 kg en zijn snelheid is 72 km/h. De middellijn van de cirkelbaan is 160 m.

Hoe groot is de middelpuntzoekende kracht die op de auto werkt?A 2,0 kNB 4,0 kNC 26 kND 52 kN

Page 51: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

152Een auto voert een eenparige cirkelbeweging uit. De massa van de auto is 800 kg en zijn snelheid is 72 km/h. De straal van de cirkelbaan is 80 m.

Hoe groot is de middelpuntzoekende kracht die op de auto werkt?A 2,0 kNB 4,0 kNC 26 kND 52 kN

Page 52: Kracht en beweging - AlleOpgavenalleopgaven.nl/uploads/87d166c0b918b27bb442e42c557d113f.pdf · 2018. 12. 13. · Domein D: Kracht en beweging Subdomein: Krachten, rust en eenparige

177Twee coureurs nemen in identieke auto's naast elkaar een bocht, die eenkwart cirkel vormt. Ze doen even lang over de bocht. De stralen van decirkelbanen verhouden zich als 5 : 4. Bij het nemen van de bocht werktop de auto's een middelpuntzoekende ksracht van respectievelijk F1 en F2.

Hoe groot is de verhouding F1 : F2?A 4 : 5B 5 : 4C 16 : 25D 25 : 16

178Twee deeltjes P en Q voeren elk een eenparige cirkelbeweging uit. De massa's van P en Q zijneven groot, evenals de middelpuntzoekende krachten (centripetale krachten) op P en Q. De straal van de cirkelbaan van P is 4,0 m, die van Q is 1,0 m. De grootte van de snelheid van P is 2,0 m/s.

Hoe groot is de snelheid van Q?A 0,50 m/sB 1,0 m/sC 4,0 m/sD 8,0 m/s