de kracht van de keten transition is een leading · beweging op gang brengt en een klimaat van...

15
DE KRACHT VAN DE KETEN Papierbranche creëert nieuwe kansen door samenwerking en innovatie INTERVIEW REPORTAGE COLUMN PAGINA 8 PAGINA 18 PAGINA 21 Philips wil hergebruik verdubbelen Innovaties door samenwerking in keten? Ik blijf verliefd op papier Leading Transition is een programma van Koninklijke VNP en FD Intelligence over energie- transitie in de papier-keten. Daarin staan verduurzaming van producten en processen centraal. Kijk voor duurzaamheid- en innovatie- programma’s in de papierketen op: WWW.VNP-ONLINE. NL Bijeenkomst op 10 juni voor alle partners en betrokkenen uit de papierketen. Kijk voor informatie op WWW.LEADING TRANSITION.NL SPECIALE BIJLAGE VAN FD INTELLIGENCE LEADING TRANSITION | 27 MEI 2010

Upload: others

Post on 03-Jul-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: de kracht van de keten Transition is een Leading · beweging op gang brengt en een klimaat van innovaties bevordert. De kritiek op het transitieproject van de overheid is dat niet

de kracht van de keten

Papierbranche creëert nieuwe kansen door samenwerking en innovatie

interview reportage column

PAGINA 8 PAGINA 18 PAGINA 21

philips wil hergebruik verdubbelen

innovaties door samenwerking

in keten?

ik blijf verliefd

op papier

Leading Transition is een programma van Koninklijke VNP

en FD Intelligence

over energie-transitie in de papier-keten. Daarin staan

verduurzaming van producten en processen

centraal.

Kijk voor duurzaamheid-

en innovatie-programma’s in de papierketen

op:www.vNP-oNlINe.

Nl

Bijeenkomst op 10 juni voor alle

partners en betrokkenen uit de papierketen.

Kijk voor informatie op www.leAdING

trANsItIoN.Nl

Speciale bijlage van Fd intelligence

leading tranSition | 27 mei 2010

Page 2: de kracht van de keten Transition is een Leading · beweging op gang brengt en een klimaat van innovaties bevordert. De kritiek op het transitieproject van de overheid is dat niet

inhoud

2 kracht van de keten27 mei 2010

inhoud

3kracht van de keten27 mei 2010

Van noodwoningen tot een huis, kerk of brug. Shigeru Ban heeft meerdere

gebouwen van karton op zijn naam staan. meer bijzondere producten van papier en

karton op pagina 10 en 11

.

p.8

p.18

p.12

interview

philips’ ambitie

interview

ladder van

lansink

bouwen met karton

Samen sterker

Philips’ doel om duurzamer te produceren heeft gevolgen

voor de toeleveranciers.

Oud-politicus Ad Lansink lanceerde een standaard voor

afvalbeheer. ‘Zijn’ ladder wordt internationaal gebruikt.

Column: Elk verhaal zijn eigen medium.............p.7Chat: Papier roept emoties op..........p.6, 16, 26Infographic: Cijfers over recycling..................p.14Van afval naar grondstof.................................p.22Column: Liefde voor papier.............................p.21Papier&..........................................................p.24Samenwerken vereist kennis.........................p.26

Drie voorbeelden van innovaties die ontstonden door

samenwerking in de keten en het delen van kennis.

FD Intelligence is onderdeel van de FD Mediagroep. FD Intelli-gence brengt ideeën, meningen, visies en mensen met verschil-lende inzichten samen. Dit gebeurt met vooraanstaande organisaties en ondernemingen. Gezamelijk worden multime-diale programma’s ontwikkeld over strategische thema’s met een grote maatschappelijke relevantie.

ALGEMEEN DIrECTEur EN uITGEVEr: JACquES KuyF DIrECTEur FD INTELLIGENCE: FrED BAKKEr COörDINATIE: PIM VAN rOOIJEN. ArTDIrECTOr: ANTOINE HAMErS, VOrMGEVING: EBrIEN BrINKMAN. BEELDBEwErKING: NGOC BINH TrAN. COVEr: ISTOCK/STILLFX. EINDrEDACTIE: LIESBETH wIJNANDS. AAN DIT NuMMEr wErKTEN MEE: MENNO BOSMA, GwEN VAN LOON, ArD-PIETEr DE MAN, ErIK TE rOLLEr, JOOST STEINS BISSCHOP, ANDrÉ DE VOS, rOB VAN VuurE. DEZE BIJLAGE IS GEDruKT OP KrIEBCOAT SuPErIOr BuLK 54 GrAMS MET FSC-KEurMErK

ColoFoN

Fd INtellIGeNCe

PICtoGrAmmeN

sAmeNwerkINGDe bijlage De Kracht van de Keten is onderdeel van Leading Transition, een programma over energietransitie in de papier- keten. Centraal in dit pro-gramma staat de vraag hoe door samenwerking in de keten duurzaamheid en economische resultaten bevorderd kunnen worden. Leading Transition is een initiatief van Koninklijke VNP en FD Intelligence.

Nieuwe bladzijde

egenwind. De papier-industrie voelt die al jaren. Economisch

gaat het minder en op milieu-gebied zijn grote stappen te nemen. Er moet wat gebeuren.

Duurzaamheid wordt de rode lijn in de nieuwe ambitieuze plannen die de sector in 2004 start. Maar al snel komen daar innovatie en samenwerken bij. want veranderen lukt niet alleen. De papierindustrie doet een beroep op de hele keten, van afvalinzamelaars tot en met de eindgebruiker – ú – om mee te doen. Dat heeft al tot de eerste resultaten geleid. Nederland be-hoort tot de top-drie van Europa op het gebied van papierrecy-clen.

Het ketendenken levert ook innovaties op, nieuwe toepas-singsmogelijkheden. Samen-werken met andere branches geeft inzicht in de waarde van de afvalstromen in een papierfabriek. Daar blijken bruikbare grondstoffen voor andere industrieën in te zitten. Milieutechnisch én economisch interessant. De papiersector laat zien dat duurzaamheid geen uitgehold begrip is. Dat door over de grenzen van de eigen sector te kijken en kennis uit te wisselen, mooie resultaten te bereiken zijn. Dat duurzaam-heid en economisch gewin best samen kunnen gaan.

Deze bijlage, die in samen-werking met de Koninklijke VNP tot stand is gekomen, toont een sector die actief bezig is met de toekomst. Een branche die langzaam maar zeker ook begrijpt dat de rol van zijn pro-duct verandert. Dat het papier van vandaag niet het papier van morgen is. Een bladzijde in de ruim 115-jarige historie van het Nederlandse papier is omge-slagen.

PIM VAN rOOIJEN

INleIdING

eN verder

Innovatie, duurzaamheid en economisch resultaat kunnen samen-gaan. Samenwerken is daarvoor wel een vereiste. De papier- en kartonindustrie schudt de papierketen op om klaar te zijn voor de toekomst.

e Duitse chemicus Michael

Braungart wordt gezien als een van de voor-aanstaande denkers over een duurzame samenleving.Samen met de Amerikaanse architect william McDonough ontwikkelde hij de cradle-to-cradle filosofie (C2C). Hierin pleiten Braungart

en McDonough voor volledig nieuwe uitgangspunten bij het ontwerpen en ontwikkelen van producten, namelijk op basis van veilige en volledig herbruikbare

grondstoffen. Zie ook: www.cradletocradle.nl of lees Braungart/McDonough: Cradle to Cradle.

apierfabrikant Sappi levert vijf megawatt ‘restwarmte’ aan de

stad Maastricht. Daarmee worden winkels en huizen in Maastricht verwarmd.‘wij kunnen die energie niet gebruiken voor ons eigen productieproces,’ zegt Edward de Vries, directeur van Sappi Limburg. ‘Maar als je duurzaamheid hoog in het vaandel hebt, kun je die warmte

ook niet zomaar laten vervliegen. we hebben samen met Essent een warmte-wisselaar in de schoorsteen geplaatst, waardoor de warmte elders in de stad kan worden gebruikt. Dat kostte één miljoen euro. Bij de bedragen waarvoor we de energie nu verkopen is dat kostendekkend. Maar bij dit soort activiteiten gaat het om meer dan alleen de winst.’

analySe p.4

toekomstproof

inspiratiebron voor duurzaamheid

warmte van papier

t

d

p

De vijf innovatie-

programma’s van Transitie

2020 zijn te lezen op

www.vNP-

oNlINe.Nl

Alle links uit deze bijlage

staan ook opwww.FdINtel-

lIGeNCe.Nl

FOTO

: MIC

HEL G

AN

GE/A

FP

reportage

De pictogrammen bij de artikelen verwijzen naar meer informatie over het onderwerp.

BIJEEN- KOMST

BOEKEN

BLOGTwITTErINTErNET

www.shIGerubANArChIteCts.Com

Page 3: de kracht van de keten Transition is een Leading · beweging op gang brengt en een klimaat van innovaties bevordert. De kritiek op het transitieproject van de overheid is dat niet

4

analyse

kracht van de keten27 mei 2010 5kracht van de keten

27 mei 2010

onzichtbaar ideaal, een wensbeeld dat als

een fata morgana achter de horizon blijft

schuiven.’

Het bedrijfsleven ziet zich dus geconfron-

teerd met een moeilijk grijpbaar fenomeen.

De behoefte om de bedrijfsprocessen te

veranderen, om de producten duurzamer te

maken, is groeiende. Maar wie neemt het

initiatief? Is dat de overheid, zijn dat de

bedrijven of moeten consumenten met hun

koopgedrag nieuwe producten en nieuwe

productiemethoden afdwingen?

In het begin van deze eeuw namen

ambtenaren van het ministerie van Econo-

mische Zaken (EZ) het initiatief. Onder de

noemer van het nieuwe toverwoord

‘transitie’ brachten ze ondernemers,

wetenschappers, actiegroepen en belangen-

behartigers bij elkaar. Zij groeiden uit tot

een vraagbaak. In 2006 leidde dit overleg tot

de publicatie van een aantal rapporten, dat

het energietransitietraject beschreef.

Energie-efficiëntie en minder CO2-uitstoot

op het gebied van wonen, mobiliteit en in

de industrie staan centraal. Het doel was

een gedeeld perspectief te creëren dat een

beweging op gang brengt en een klimaat

van innovaties bevordert.

De kritiek op het transitieproject van de

overheid is dat niet duidelijk is wie het

voortouw neemt. De overheid zou meer

initiatief moeten nemen, ander gedrag

afdwingen door regelgeving of ander gedrag

belonen door subsidies of belastingvoorde-

len. Jan Terlouw, voorzitter van het Energie-

platform Gebouwde Omgeving verzuchtte

tijdens een debat enkele jaren geleden dat

er een ramp nodig is om de transitie echt

vaart te geven.

ambitieusEr was geen ramp nodig om de papier- en

kartonbranche in beweging te krijgen. Begin

deze eeuw groeide in deze sector het

bewustzijn dat de traditionele aanpak om

energie-efficiënter te produceren niet meer

e tijd van de milieu-

schandalen ligt nog niet

zolang achter ons. De

tijd dat gif gestort werd

in kwetsbare gebieden.

De tijd dat hergebruik van glas, papier en

plastics in de kinderschoenen stond. En de

tijd dat de zorg voor het milieu eigenlijk

niemands zorg was. De overheid, het

bedrijfsleven en de burger, zij allen gebruik-

ten de natuur als één grote dumpplaats. De

zorg voor het milieu werd de zorg van

actiegroepen. Zij veroordeelden de bestaan-

de orde. Riepen de overheid ter verantwoor-

ding en daagden het bedrijfsleven uit hun

verwerpelijke praktijken te staken. Want

zorg voor het milieu en economische groei

waren niet met elkaar te verenigen.

De afgelopen twintig jaar is er veel

veranderd. Overheid, bedrijfsleven, burgers

en ngo’s onderkennen de noodzaak de

productie en consumptie duurzaam te

maken. Die omslag in denken en de

verandering in houding komen bij sommi-

gen voort uit idealisme, maar voor de

meesten is de nieuwe realiteitszin geboren

uit pure noodzaak. De markt dwingt tot

openheid over de oorsprong van producten.

Over welke componenten er gebruikt

worden, hoe ze vervaardigd zijn en hoeveel

energie daarbij gebruikt wordt. Economische

groei en ecologische doelstellingen gaan

voor veel ondernemingen samen.

Maar wat is duurzame ontwikkeling

eigenlijk? In 1987 heeft de commissie-

Brundtland het begrip geïntroduceerd. Voor

het eerst werd onderkend dat de huidige

belasting van het milieu niet ten koste mag

gaan van de mogelijkheden van toekom-

stige generaties. In 2002 introduceerden

William McDonough en Michael Braungart

in hun boek Cradle to Cradle: Remaking the

Way we make Things een visie die verder

gaat dan die van Brundtland. De manier

waarop de huidige generaties in hun noden

voorzien, moet volgens de twee auteurs

toekomstige generaties juist van meer

mogelijkheden voorzien.

Afzien van economische groei is geen

optie. Ondernemers en consumenten wordt

niet gevraagd de productie en consumptie

van milieubelastende producten te staken.

Nee, in het cradle-to-cradle principe worden

economische groei en ecologische vooruit-

gang juist met elkaar verbonden. Van het

bedrijfsleven wordt gevraagd de huidige

manier van werken in te ruilen voor een

andere, die duurzaam is. Maar hoe doe je

dat? Wat is daarvoor nodig?

onzichtbaar ideaalIn zijn onlangs verschenen boekje Verlan-

gen goed te leven geeft Bram van de

Klundert, tot 1 januari van dit jaar secretaris

van de VROM-raad, een adviesorgaan voor

Ruimtelijke Ordening en Milieu, een rake

typering van het dilemma waar onderne-

mers en beleidsmakers mee worden

geconfronteerd. ‘Een van de eigenaardig-

heden van het begrip duurzame ontwikke-

ling is dat het een fors appèl doet op de

samenleving om visie te ontwikkelen en

leiderschap te tonen om idealen dichterbij

te brengen, maar dat het geen helder beeld

geeft van die idealen. Duurzame ontwikke-

ling verwijst naar een utopie, maar wil er

geen zijn. Duurzame ontwikkeling is een

van product naar conceptDe papierbranche is hardhandig wakker geschud. Ambitieuze doelstellingen voor duurzaamheid moeten economische groei realiseren. Door Fred Bakker

‘duurzame ontwikkelingis een onzichtbaar ideaal’

d ILLuSTr

ATIE: Gu

IDO

BO

OTZ

voldeed. Nederland dreigde als vestigings-

plaats achterop te raken. Investeringen van

de buitenlandse moederbedrijven gingen

naar dochters in andere delen van de

wereld. De Nederlandse papier- en karton-

sector stond voor de vraag hoe weer

aantrekkelijk te worden als investeringsland.

De vorige keren had men gereageerd met

het opstellen van kosten- en energiebespa-

ringsprogramma’s. De sector vond dat niet

meer het adequate antwoord. Het denken

en doen in de branche moest op de helling.

Maar hoe doorbreek je dat?

Uiteindelijk werd besloten in het

klANt CeNtrAAl

n de industrie volstond het lange tijd om je bij de productie, verkoop en marketing te concentreren op een

duidelijk omschreven product-marktcom-binatie. De concurrentie was bekend, de vraag van de klant voorspelbaar en met een kostenefficiënte operatie viel er een goede boterham te verdienen. Dat gold zelfs voor de productie van bulkproducten. Maar die tijd is voorbij.

Nieuwe concurrenten in Zuid-Amerika en Azië zijn goedkoper en de consument verandert.

De moderne communicatietechnologie stelt iedereen in staat om zich op ieder moment van de dag en overal ter wereld te informeren over de jongste ontwikkelingen, de nieuwste trends. Mensen kunnen een bedrijf beginnen met weinig kapitaal, want de wereld kan verkend worden vanuit de werkkamer op driehoog achter. Een inter-nationaal netwerk wordt zo gebouwd zonder dure vestigingen in verre landen.

Dat betekent dat de voorspelbare con-sument en de overzichtelijke concurrentie tot het verleden behoren. Bedrijven moeten hun voelsprieten afstoffen. Luisteren naar klanten, in gesprek gaan met leveranciers en afnemers. Dat leidt tot een beter zicht op de eigen plek in het cluster of de keten. Maar het leert ook in welk krachtenveld de klant opereert.

Met die kennis in het achterhoofd kunnen verkopers en marketeers concepten ontwik-kelen. Concepten die bij de klanten een ge-voel oproepen dat zij begrepen worden. Het ontwikkelen van een daarin passend product met een hoge toegevoegde waarde is dan de logische volgende stap.

i

Denken in concepten

u

Een overzicht van energie-

transitie initiatieven van

de overheid op:

www.

rIjksoverheId.

Nl/

oNderwerPeN/

duurzAme-

eNerGIe

Page 4: de kracht van de keten Transition is een Leading · beweging op gang brengt en een klimaat van innovaties bevordert. De kritiek op het transitieproject van de overheid is dat niet

6

analyse

kracht van de keten27 mei 2010

column

7kracht van de keten27 mei 2010

Transitie 2020-project (zie kader) een

doelstelling te formuleren, die bij de stand

van het toenmalig denken buitengewoon

ambitieus was. De energieconsumptie in de

papierketen moest in 2020 gehalveerd

worden. Deze doelstelling was zo ambitieus

dat hij niet door één bedrijf gehaald kon

worden. Het denken in termen van de keten

moest ontwikkeld worden. Jezelf zien als

een schakel die afhankelijk is van de

toeleveranciers en de afnemers.

In nauwe samenwerking met de

ambtenaren van EZ werden de plannen

uitgewerkt. Essentieel in het project is het

innovatieve denken te stimuleren. Innova-

ties en nieuwe technologieën vormen de

iconen die andere partijen binnen de keten

moeten overhalen mee te doen.

Maar men denkt niet alleen binnen de

grenzen van de eigen sector. Doel is ook om

de samenwerking met andere ketens van de

grond te tillen. Hier speelt opnieuw EZ een

belangrijke rol. In hun rol van centraal loket

– EZ coördineert het transitiedenken op dit

moment voor zes ministeries – weten zij wie

op welk terrein met nieuwe initiatieven aan

de slag gaat.

bioraffinageDe ambitie van de papiersector op het

gebied van bioraffinage is bijvoorbeeld

groot. In een interview in deze bijlage stelt

Mees Hartvelt, voorzitter van Koninklijke

VNP, dat de papierindustrie met bioraffi-

nage twee doelstellingen heeft. Allereerst

moeten er alternatieven gevonden worden

voor hout als grondstof voor papier. Maar

men wil ook van anderen leren hoe je met

scheidingstechnieken meer waarde uit je

grondstoffen kunt halen.

De papierbranche deelt de ambitie op

het gebied van bioraffinage met de agra-

rische sector en de chemische industrie. Op

initiatief van EZ zijn de drie sectoren een

samenwerking aangegaan binnen het

Dutch Refinery Cluster. In de eerste fase zijn

ideeën uitgewisseld voor procesverbeterin-

gen en het uitwisselen van reststoffen als

vezels en eiwitten. Een volgende stap zal het

gezamenlijk bouwen van installaties voor

bioraffinage zijn (zie ook pagina 22 en 23).

In het project Transitie 2020 staat

eveneens de samenwerking binnen de

papierketen centraal. Gebruikers, leveran-

ciers, oude spelers en nieuwe partijen

stellen aan de afzonderlijke producenten

nieuwe eisen. Het denken in termen van

bulk en kosten is achterhaald. De papier-

sector zal moeten leren denken in termen

van concepten.

De branche staat daarin niet alleen. Want

in een wereld waarin de omgeving snel

verandert, zal in een direct en continu

overleg met de klant diens veranderende

behoefte in kaart worden gebracht. Het is

aan de producent om met de nieuwste

technologieën en met een aanpassing van

het bestaande productenpalet op die

veranderende behoefte in te spelen.

bedrijven moeten hun voelsprieten afstoffen

‘Ik krabbel altijd nog op papier’

ls er geen papier zou zijn, denk ik dat we allemaal telepathisch zouden moeten zijn en voort-

durend elektronische apparaatjes nodig zouden hebben. Ontwerpen gaat goed op een computer, maar een pc onthoudt niet alles. Ik krab-bel nog geregeld afmetingen en formules in hoekjes. Een wereld zonder papier zie ik niet zo gauw verschijnen.

Vroeger ontwierp ik uitsluitend op pa-pier, maar sinds eind jaren tachtig gebruik ik een computer. Van de beveiligde papier-ontwerpen – bankbiljetten, paspoort en nieuwste boekenbonnen – maakte ik altijd prints: hoe kun je anders beoordelen hoe die dingen eruit zien?

Nu ben ik vooral actief als audiovisueel componist: ik maak animaties bij concer-ten. TV-grafiek en muziektelevisie hebben plaatsgemaakt voor live performances. Daar vind ik steeds nieuwe mogelijkheden voor uit.

Van mijn digitale ontwerpen uit de begin-tijd is veel verdwenen; back-upmogelijkhe-den bleken onbetrouwbaar. Ontwerpen op papier zijn beter bewaard gebleven. Ze liggen grotendeels bij het Instituut Beeld en Geluid, waar ik de gevel voor ontwierp.’ – GvL

ChAt

JAAP DruPSTEEN (67) grafisch ontwerper

en audiovisueelcomponist

‘a

JAC

qu

ELIN

E D

uB

BIN

K

trANsItIe 2020

In 2005 werd de vraag hoe de papierketen in Nederland zijn energieverbruik in 2020 kan halveren, neergelegd bij twee teams. In een soort prijsvraag gingen consultants onder leiding van de Fin Jaakko Pöyry aan de slag in het Consultant Team. Onderzoekers van de Tu Delft vormden het Science Team.

De resultaten van de twee onderzoeken lieten zich goed combineren tot vijf innova-tieprogramma’s. Energy Management richt zich op het direct en versneld besparen van energie. Energy Neutral Paper moet

de sector uiteindelijk onafhankelijk maken van fossiele brandstoffen. Supply Chain of the Future wil nieuwe samenwerkingsvor-men creëren tussen bedrijven die leiden tot energie- en materiaalefficiëntie en tot geheel nieuwe producten. In Biorefinery is het doel om maximale waarde te halen uit houtvezels en agrarische producten. In het laatste programma, without water, wordt gezocht naar doorbraaktechnologieën die het verbruik van water bij de productie dras-tisch verlagen.

Fred Bakker is directeur van FD Intelligence

• Verlangen goed te levenBram van de

Klundert

et was in 1995, het was

in Caïro. Ik zat aan een

vergadertafel met Mr

Richards, country

manager van Kodak

Egypte, misschien wel Kodak Noord-Afrika,

dat herinner ik me niet meer. Ik was in

Caïro op uitnodiging van Ahmed Bahgat,

die namens het National Museum van

Egypte mijn mening wilde hebben over de

eventuele aanpak van de digitalisering van

de collectie van het museum, waaronder

ook veel geschreven teksten en getekende

afbeeldingen. En daarom werd ik ook in

gesprek gebracht met Kodaks Mr Richards,

die heel goede zaken deed in Egypte met al

de toeristen die er kwamen en foto’s

maakten die al miljoenen keer gemaakt

waren.

Zijn grootste bedreiging waren de

terroristische aanslagen op de Nijl, en soms

een verdwaalde bom in Caïro. The only

thing we have to do: we have to sell the

yellow boxes, sprak de man, doelend op de

beroemde doosjes van Kodak waar de

fotorolletjes in zaten. Mr Richards zag mij en

mijn Egyptische gastheer niet als een

bedreiging. Digitale fotografie was nog ver

van zijn hangmat, heel ver.

Tien jaar later zou er geen spaan meer

heel zijn van het toenmalige businessmodel

van Kodak en was er een groot aantal

bypasses nodig om de ingeslapen organisa-

tie levenskansen te geven. Inertie is het

grootste gevaar voor ondernemingen, net

zoals niet-bewegen voor mensen kan leiden

tot stroperige infarcten.

Tegenwoordig worden er meer foto’s van

piramides gemaakt dan ooit en heeft de

gemiddelde toerist meerdere camera’s bij

zich. Printstraten – wie had voorspeld dat

Hema een grote fotodrukker zou worden? –

maken overuren en in de particuliere markt

wordt meer veel te dure printerinkt verkocht

dan voorheen. De kosten zijn grotendeels

gebleven, ze zijn alleen verschoven van

plaats. De opbrengsten verhuisden mee.

verhaal kiest eigen medium

Een boodschapper selecteert een medium op zijn specifieke eigenschappen.

Door Joost Steins Bisschop

Internet is volgens het KVGO, de konink-

lijke ondernemersorganisatie in de grafi-

sche branche, de eerste serieuze concurrent

van papier, zo las ik in een artikel begin mei

in deze krant. Het verhaal ging over de

drukkerijen die maar met moeite afscheid

nemen van hun overtollige persen.

Het is lui om internet de schuld van alles

te geven. Of de crisis. Papier is een medium,

en internet is dat niet. Internet is een

vehikel, en niets anders dan dat. Van

‘internet’ lees je niet, van papier wel. Of van

een beeldscherm, of van een e-reader, of

van een billboard, of van een lichtkrant. En

ieder van deze media heeft zijn specifieke

kenmerken. Het is op basis van die eigen-

schappen dat de boodschapper – bedrijf,

schrijver, fotograaf, troubadour, overheid

– op zoek zal gaan naar het bijpassende

medium.

Natuurlijk is het zo dat het papier er heel

serieuze concurrenten heeft bij gekregen, en

dat is maar goed ook. De aard van het te

vertellen verhaal zal de rechtvaardiging van

een mediumkeuze opleveren. Is het verhaal

vluchtig of lang houdbaar, snel of langzaam,

plaats-afhankelijk of niet, beeldrijk of

tekstueel, en noem nog maar wat karakter-

eigenschappen op.

En dan zal blijken dat er heel goede

redenen zijn om sommige verhalen op

papier uit te brengen, in boekvorm. Een

boek dat geluid kan maken bij het omslaan

van pagina’s, een boek dat het reukepitheel

voorzichtig prikkelt. En vergeet ook niet de

schoonheid van een reeks ruggen in de

kast, het mysterieuze van een potloodaan-

tekening van een vorige lezer en de

mogelijkheid om op een onbenetwerkt en

stroomloos eiland te lezen.

Tot slot nog een aardige paradox: dankzij

het internet is de behoefte aan een gedrukte

verzameling van artikelen groter geworden.

Demand driven publishing, heet zoiets.

Mensen verzamelen een groot aantal

krantenartikelen, recepten, achtergrond-

verhalen of voetbalverslagen en laten dat

bundelen, op papier. Hun eigen jaarboek,

fotoboek, kookboek of supportersboek. Een

pronkstuk in de boekenkast.

Ieder klein of groot verhaal zal zijn weg

vinden naar het medium dat bij hem hoort.

Niet het medium kiest het verhaal, zo is het

lang geweest, maar het verhaal kiest zijn

medium. Drukkers, u wordt gekozen, het is

niet anders.

Joost Steins Bisschop is columnist van Het Financieele Dagblad

‘papier is een medium,

internet is een vehikel, niets anders

dan dat’

h

Page 5: de kracht van de keten Transition is een Leading · beweging op gang brengt en een klimaat van innovaties bevordert. De kritiek op het transitieproject van de overheid is dat niet

8

interview

kracht van de keten27 mei 2010 9kracht van de keten

27 mei 2010

Metzke geeft een voorbeeld: ‘Consumenten-

producten kunnen in een andere verpak-

king van de fabriek naar de winkel dan van

de winkel naar de consument. Ze hoeven

niet het hele traject in een grote doos te

zitten. Je kunt ze van de fabriek naar de

winkel op pallets vervoeren. En daarna

zonder verpakking.’

Via een packaging lifecycle wheel

bekijkt Philips wat er precies kan worden

gedaan. Minimalisering van verpakkingen

is een veelgebruikte methode. ‘Dan snijdt

het mes aan twee kanten,’ zegt Metzke.

‘Verpakkingen die minder ruimte in beslag

nemen, zorgen ook voor minder CO2-uit-

stoot, omdat er meer dozen in een container

gaan en er dus minder containers nodig

zijn. Dat spaart tegelijk kosten.’ Sommige

halffabrikaten en tv-onderdelen worden zo

al minder belastend vervoerd.

De samenwerking met fabrikanten van

verpakkingsmaterialen valt onder het

ketenbeleid. Philips hanteert een mondiaal

ratingsysteem voor de omgang met zijn

tienduizenden toeleveranciers. Van oudsher

werden die primair gescreend op prijs,

kwaliteit en continuïteit. Dit jaar is daar

voor het eerst duurzaamheid als criterium

aan toegevoegd. Ook sociale aspecten, zoals

goede arbeidsomstandigheden en gezond-

heidszorg voor werknemers, tellen mee.

Leveranciers krijgen op grond van hun

scores een kleurencode. Komen ze onder de

norm, dan kunnen ze hun status van

preferred supplier, maar zelfs die van

supplier, kwijtraken. Zo’n code rood krijgt

een leverancier bijvoorbeeld als hij wordt

betrapt op de inzet van kinderarbeid of als

hij medewerkers veel te lange werkweken

laat maken.

Philips geeft een gewaarschuwde

leverancier meestal wel een tweede kans.

Metzke: ‘Bij leveranciers die de code rood

krijgen, worden de problemen doorgaans

verholpen. Maar in 2009 hebben we ook

met twaalf leveranciers onze zakelijke

toeleveranciers worden niet alleen op prijs en kwaliteit gescreend, maar ook op duurzaamheid

en verdubbeling van de

recyclingsinspanning ten

opzichte van 2009. Dat is

één van Philips’ concrete

– en ambitieuze – doelstel-

lingen voor 2015. Maar op de vraag om

hoeveel kilo’s of procent van de productie

het precies gaat, moet Robert Metzke

verrassend genoeg het antwoord nu nog

schuldig blijven. ‘Het is onze man-op-de-

maan-missie,’ zegt hij. ‘Zie het als een punt

op de horizon waar we naartoe willen. Hoe

ver dat punt precies af ligt van waar we nu

zijn, weten we niet. We zijn druk bezig een

methodiek te ontwikkelen waarmee we een

nulmeting kunnen verrichten. Eind 2010

hebben we de basis voor die verdubbeling,

denk ik, goed vastgelegd.’

Metzke is programmamanager van

Ecovision, het programma waarmee Philips

zichzelf sinds 1992 duurzamer maakt.

Ecovision is al aan de vijfde editie bezig.

In de vorige editie was opgenomen dat

dertig procent van Philips’ producten voor

2012 groen moest zijn. Een product geldt bij

Philips als groen wanneer het op minimaal

één onderdeel, bijvoorbeeld energie-effi-

ciency of recyclebaarheid, tien procent

beter scoort zonder dat de totale milieube-

lasting verslechtert. Metzke: ‘Je probeert

bijvoorbeeld een tl-lamp energie-efficiënter

te maken met behulp van minder kwik.’

wieg tot wiegBrandende vragen die momenteel bij

Philips leven, zijn: kun je onderdelen of

bepaalde materialen in die onderdelen een

nieuwe nuttige, bij voorkeur dezelfde,

bestemming geven? Kun je het product er

zelfs helemaal opnieuw uit samenstellen?

In het laatste geval sluit je de kringloop en

wordt van cradle to cradle (wieg tot wieg)

gesproken. Philips onderzoekt dit onder

meer bij Senseo. ‘Met bemoedigende

resultaten,’ zegt Metzke.

Bij eerdere versies van Ecovision werden

de doelstellingen vaak binnen de gestelde

termijn gehaald. Zo was het gewenste

percentage groene producten al in 2009

bereikt. Als het om het hergebruik van

materialen gaat, zal dat volgens Metzke een

stuk lastiger zijn. De problemen zijn

veelomvattend. Zo vergt hergebruik van

onderdelen of materialen een andere

manier van ontwerpen, waarin het toekom-

stige hergebruik al verdisconteerd moet zijn.

Ook moeten er standaarden worden

afgesproken over recycling, liefst mondiaal

en met alle betrokkenen. ‘Er is een level

playing field nodig,’ beaamt Metzke. ‘Want

relatie verbroken. Wij zijn hier transparant

over en publiceren dit soort resultaten in

ons jaarverslag’.

overleg en dialoogHoe reageren fabrikanten van verpakkings-

materialen op deze stringente eisen? ‘Ze

vinden het soms lastig,’ erkent Metzke. ‘Ze

moeten immers dingen anders doen. Maar

uiteindelijk zien ze de voordelen er wel van

in. En we helpen ze daarbij, bijvoorbeeld

door training. Want ook zij hebben baat bij

zaken als minder afval en minder opslag-

ruimte. Betere arbeidsomstandigheden

verhogen trouwens de productiviteit.’

Maar minder verpakkingsmateriaal

betekent toch ook minder omzet? ‘Minder

materiaalverbruik betekent niet direct

minder aantallen verpakkingen. En

slimmere verpakkingen kunnen soms wat

duurder zijn,’ reageert Metzke.

Probeert Philips, als grote speler, om zijn

normen op te leggen aan leveranciers van

papier, karton en andere verpakkingsmate-

rialen? ‘Nee,’ zegt Metzke, ‘wij geloven in

overleg en dialoog. We maken vooraf heel

duidelijk wat we willen. Je moet ergens een

streep trekken. Maar je kunt het vervolgens

niet afdwingen.’

Waarom besteedt zijn bedrijf eigenlijk

zoveel aandacht en geld – er is al een

miljard euro in groene research & develop-

ment gestoken – aan duurzaamheid?

‘Simpel,’ zegt Metzke. ‘Philips wil een

leidende rol spelen op het gebied van

gezondheid en welzijn. Die zaken zijn

onlosmakelijk verbonden met ecosystemen.

Daarom hebben we duurzaamheid in het

hart van onze strategie opgenomen.

Tegelijkertijd verkopen groene producten

steeds beter, zijn ze makkelijk te gebruiken

en zijn de materiaalkosten in nogal wat

gevallen lager.’

‘ philips zet in op forse verhoging hergebruik’

eCovIsIoN 5 GroeN zuIGeN

ij Philips is robert Metzke ver-antwoordelijk voor het mondiale duurzaamheidsprogramma Ecovi-

sion. Het programma is aan de vijfde editie bezig. Steeds worden nieuwe stapjes gezet. Eerst lag de focus op de manier van produ-ceren. Toen kwam het verduurzamen van het productportfolio en de laatste jaren ligt het ketendenken onder de loep. De doelstel-lingen ervan zijn: 500 miljoen mensen van (medische) zorg voorzien, de energie-effi-ciency van de eigen producten met de helft vergroten en verdubbeling van de recycling in 2015 ten opzichte van 2009.

n 2009 bracht Philips een stofzuiger op de markt die in alle opzichten – pro-ductontwerp, gebruik, verpakking –

duurzaam is. Bij het ontwerp is uitgegaan van het cradle to cradle-principe. Het apparaat, de FC 9178, is voor zestig procent van gerecycled of biobased (niet-eetbare maïs) materiaal gemaakt. De motor is 35 procent zuiniger dan normaal en de verpakking bestaat voor meer dan 90 procent uit hergebruikte ma-terialen. De stofzuiger bevat een efficiënt anti-allergiesysteem.

Toeleveranciers van Philips worden sinds kort gescreend op duurzaamheid. Dat is soms even slikken, maar uiteindelijk ziet iedereen er de voordelen van, aldus programmamanager Robert Metzke.Door Menno Bosma

e FOTO

: JAC

qu

ELINE D

uB

BIN

K

stel dat nieuwe spelers in de markt zich niet

aan de regels houden, dan hebben zij op

korte termijn een kostenvoordeel, maar

leggen zij de rekening uiteindelijk bij de

samenleving neer als ze vroegtijdig de markt

verlaten en de kosten aan anderen overlaten.’

Vandaar zijn antwoord op de vraag of de

doelstellingen van Ecovision 5 eerder zullen

worden gehaald: ‘Ik denk het niet. Dit is een

heel uitdagende doelstelling, die een grote

inspanning vergt. Maar proberen zullen we

het zeker’.

minimaliseringOok verpakkingen vallen onder de scope

van Ecovision. Philips kijkt daarbij – samen

met onder meer afvalverwerker Van

Gansewinkel ¬– naar hergebruik, maar ook

naar totaal andere verpakkingsconcepten.

Meer lezen:• Strategy for

Sustainability: A Business

ManifestoAdam werbach

• Thinking in Systems: A

PrimerDonella

Meadows

• Adventures in EcoDesign of Electronic

ProductsAb Stevels,

Tu Delft

ib

Menno Bosma is freelance journalist

Duurzaam- heidstips en tests:www.AsImPle

swItCh.Com

robert metzke: ‘GroeNe ProduCteN verkoPeN steeds beter.’

Page 6: de kracht van de keten Transition is een Leading · beweging op gang brengt en een klimaat van innovaties bevordert. De kritiek op het transitieproject van de overheid is dat niet

10

Shopping

kracht van de keten27 mei 2010 11kracht van de keten

27 mei 2010

2 boven op het nieuwsDe Belgische ontwerper Charles Kaisin nam een grote stapel kranten, voorzag ze van een laklaag en lijmde ze strak tegen elkaar. Zo ontstond een bijzondere bank. www.charleskaisin.com

8 gefilterd lichtVoor haar grote hanglampen gebruikt ontwerpster Paula Arntzen verschil-lende soorten papier: fluoriserend of met een coating. Nu nog met de hand gemaakt, later dit jaar worden ze in productie geno-men. Prijzen vanaf 500 euro. www.paulaarntzen.nl

5 meubels van kartonBanken, boekenkasten, bureaus of een cd-rek. Het zijn maar enkele van de artikelen

die Mark van den Heuvel op zijn website heeft staan. ‘Men is vaak verbaasd hoe stevig onze producten zijn.’ Hert: 34,95 euro, cd-rek schaap: 34,95 euro. www.kartonwinkel.nl

4 vouwbare boxenZo’n acht centimeter zijn ze en opvouwbaar. De geluidsboxen van

Muji. In bruin en zwart. Online te bestellen voor circa 23 euro. www.muji.eu

3 Stoere vormenDebbie wijskamp werkt met papierpulp. Ze maakt er stoere potten van, kasten en een servies. Te gebruiken als decoratie. www.debbiewijskamp.com

1 laptop van kartonAls statement tegen de wegwerp- maatschappij maakt de Britse kunstenaar Kyle Bean voorwerpen van karton. Het zijn kunstvoorwerpen geïnspireerd op het dagelijks leven, zoals laptops, camera’s of mobiele telefoons. www.kylebean.co.uk

6 geld om je nekDe Vlaamse juwelenontwerpster Tine de ruysser gebruikte bestaande bankbiljetten

voor een serie sieraden. Het enige dat ze met het geld doet, is vouwen. Ze verknipt het niet en gebruikt ook geen lak. Armbanden van veertien 1 dollar biljetten: 328 euro, kettingen van

verschillende coupures: 1025 euro.www.tinederuysser.com

7 jurk van papier‘Papier wordt als je het gebruikt als kle-ding steeds mooier door het dragen, totdat het zo zacht wordt dat het gaat scheuren. Dan kun je het plakken met plakband of doorstikken zodat het ‘litteken’ zichtbaar blijft. Zo gaat het kledingstuk een verhaal

vertellen,’ aldus ontwerpster Kirsten Voortman.www.kirstenvoortman.nl

paper workVan een blaadje papier naar een kast van karton. Overal ontdekken ontwer- pers de veelzijdigheid van papier en karton.

1

24

3

3

5

5

66

8

7

Page 7: de kracht van de keten Transition is een Leading · beweging op gang brengt en een klimaat van innovaties bevordert. De kritiek op het transitieproject van de overheid is dat niet

12

interview

kracht van de keten27 mei 2010 13kracht van de keten

27 mei 2010

over de Ladder van Lansink. Hoewel hij er

aanvankelijk niet voor voelde, wist Hannet

de Vries, directeur van de VAR, een

organisatie die zich bezighoudt met het

omzetten van afval in onder andere

grondstoffen, hem over te halen. ‘Ik zorg

voor het wetenschappelijke deel en

de beschouwingen, zij neemt de

organisatorische aspecten voor

haar rekening, de interviews

doen we samen. Ons idee

is dat we een bijdrage

leveren aan de

discussie hoe je ook

in de toekomst

slim met afval

omgaat.’

verplicht GFT-afval apart in te zamelen.

Maar ook bouwafval en textiel worden

apart ingezameld, net als huishoudelijke

apparaten en mobiele telefoons. En recent

is Nederland begonnen met het scheiden

van kunststoffen. ‘Daar vraagt het naschei-

den nog veel aandacht en de discussie

loopt nu hoe zinvol het is. Het is een

moeilijke categorie door de diversiteit van

het materiaal. Voordat je dat goed kunt

beoordelen – zowel financieel als technisch

– ben je twee tot drie jaar verder. Ik vind het

een goede zaak dat we ermee zijn begon-

nen. Nu is de belangrijkste vraag hoe we uit

deze afvalsoort herbruikbare plastics en

energie terug kunnen winnen, want dat

maakt het aantrekkelijk.’

Zelf wil Lansink zijn steentje bijdragen

aan het milieu door waar mogelijk te doen

aan scheiding vooraf. ‘Bronscheiding heeft

mijn voorkeur. Als het even kan, zal ik geen

afval storten. Dat is ook de reden dat ik lang

wil doen met mijn auto: de huidige rijdt al

zeven jaar rond. Als ik spullen over heb,

zoals een computer of meubels, breng ik

die naar Het Goed, een kringloopwinkel in

de buurt. Textiel gaat via een textielbak naar

een goed doel.’

dicht bij huisWaar Lansink ook heilig in gelooft, is

verwerking dichtbij. ‘Waarom zou je eerst

gigantische afstanden gaan rijden met afval.

Dan schiet je je doel toch voorbij?’ Mede om

die reden verwacht hij veel van vergistings-

bedrijven die GFT-afval kunnen omzetten in

gas. ‘Bio-energie heeft volgens mij de

toekomst. Het zou mooi zijn als de bouw

van deze bedrijven zo wordt gespreid dat er

minder transport nodig is om het afval daar

te brengen.’

Aan milieu en afvalbeheer besteedt

Lansink nog steeds een groot deel van zijn

tijd. Niet alleen door zijn huidige functies,

maar ook omdat hij werkt aan een boek

oen Ad Lansink in 1977 in

de Tweede Kamer kwam

voor de KVP, was zijn

interesse voor milieu al

gewekt. Als biochemicus

in het Nijmeegse Radboud Ziekenhuis lid

was hij lid geweest van de milieucommissie

die moest adviseren over de wenselijkheid

van een eigen verbrandingsoven voor

ziekenhuisafval. Die kwam er uiteindelijk

niet.

In zijn gemeenteraadsperiode in

Nijmegen worstelde de stad ook met het

afvalvraagstuk. ‘Mede daardoor is mijn

interesse steeds groter geworden. Natuurlijk

speelde in die tijd de vraag hoe we om

zouden gaan met het afval dat het gevolg

was van de toenemende massaconsumptie,

hadden we net twee energiecrises achter de

rug en had de Club van Rome een alarme-

rend rapport uitgebracht over het dreigend

tekort aan grondstoffen,’ zegt Lansink. ‘Al

die zaken bij elkaar vormden voor mij

aanknopingspunten om afvalbeheer op de

agenda te zetten bij de behandeling van de

milieubegroting in 1979. Ik wilde dat item

speciaal bij de kop vatten en minister

Ginjaar vragen daar een notitie over te

schrijven. Toen dat niet door dreigde te

gaan, heb ik mijn ideeën vervat in een

motie. Alle collega’s in de Tweede Kamer

tekenden die motie en dat was de eerste

aanzet voor het document dat later door het

leven zou gaan als de Ladder van Lansink.

Daarin had ik de verschillende stadia

uiteengezet van afvalbeheer: preventie,

bronscheiding, nascheiding, verbranding en

functioneel storten.’

meer hergebruikDe ladder werd begin jaren negentig

ingebouwd in de Wet Milieubeheer. ‘Ik had

niet kunnen vermoeden dat mijn ideeën

uiteindelijk zo’n belangrijke lijn in de wet

zouden worden. Sindsdien is de Ladder van

Lansink me bezig blijven houden. Aanvan-

kelijk niet eens zo expliciet, maar op een

goed moment las ik in het tijdschrift Beta

een publicatie over De Ladder van Lansink

tien jaar na dato. Het idee is altijd blijven

leven.’

De Belgische verpakkingskoepel Fors

Plus vroeg Lansink in 1997 om advies. Ook

voor de EU-kaderrichtlijn voor afvalbeheer

diende zijn ladder als uitgangspunt. ‘En in

het onderwijs wordt vaak naar deze

standaard voor afvalbeheer verwezen.’

In de ogen van Lansink sorteert Neder-

land zijn afval goed om te voorkomen dat

alles op één hoop wordt gestort. ‘Bij metalen

en papier is heel duidelijk wat de toege-

voegde waarde is: daar kan het merendeel

van het materiaal hergebruikt worden,

doordat we dat apart inzamelen. De

papierbranche is een van de voorbeelden

waar recyclen goed werkt.’

Sinds 1978 staan er glasbakken in

Nederland en gemeenten zijn sinds 1994

de ladder van lansinkZestien jaar geleden bedacht oud-politicus Ad Lansink (CDA) een standaard voor afvalbeheer. ‘Zijn’ ladder bestaat nog steeds.Door Gwen van Loon

tDe Ladder van Lansink is in 1994 opgeno-men in de wet Milieubeheer en beschrijft de manier waarop en de volgorde waarin met afval moet worden omgegaan. Pas als een bepaalde stap niet kan worden gerealiseerd, is de volgende stap aan de beurt. De ladder had oorspronkelijk vijf stappen, tegenwoordig zes.

de lAdder

Ad lANsINk, voorloPer oP GebIed vAN AFvAlbeheer.

‘als het even kan, zal ik geen afval storten’

FOTO

: r0B

VOSS

CurrICulum vItAe

1925 Geboren in Arnhem1964-’77 Biochemicus uMC radboud

Nijmegen (pathologie)1970-’82 raadslid, vanaf 1974 fractievoor-

zitter, gemeenteraad Nijmegen1977-’98 Tweede-Kamerlid KVP, later CDA1979 Motie leidt tot de Ladder van Lansink 1994- Voorzitter Federatie Herwinning

Grondstoffen1998- Lid raad van commissarissen E.ON

Benelux1999- Secretaris-penningmeester Vereni-

ging van oud-leden Tweede Kamer2001- Lid raad van commissarissen Covra

(opslag radioactief afval)2003- Voorzitter Gelderse Milieufederatie2007- Voorzitter Zonnekrachtteam Nijmegen

Kijk op• www.

AGeNtsChAPNl.

NlILLu

STrATIE: H

EIN D

E KO

rT

Page 8: de kracht van de keten Transition is een Leading · beweging op gang brengt en een klimaat van innovaties bevordert. De kritiek op het transitieproject van de overheid is dat niet

14 kracht van de keten27 mei 2010 15kracht van de keten

27 mei 2010

infographic

Oudpapier is in Nederland de belang-

rijkste grondstof voor nieuw papier en

karton. De krant van vandaag ligt over

een paar dagen als folder of tijdschrift

opnieuw in de bus. Nederland is één van

koplopers als het gaat om hergebruik

van papier en karton. Alle burgers

dragen daar hun steentje aan bij.

Door actief oudpapier in te

zamelen, het gescheiden weg

te gooien en door bewust te

kiezen voor papier met

een keurmerk. Nederland zit bijna aan het

maximum dat aan papier en karton

gerecycled kan worden, want vastgesteld

is dat vijftien procent van het

geconsumeerde papier en karton niet

wordt ingezameld. Dat zijn onder meer

waardepapieren, bewaarboeken,

sanitair en hygiënisch papier en

behang. Zo’n 85% kan wel

ingezameld en hergebruikt

worden. Er is dus nog vijf

procent te winnen.

Nederlandrecycleland

Frédérik Ruys, Vizualism | Bronnen: PRN, Koninklijke VNP, Nedvang, FNOI, CEPI, Genoemde cijfers hebben betrekking op 2008

België

Tsjechië

Finland

Frankrijk

HongarijeItalië

Polen

Roemenië

Slovakije

Spanje

Oostenrijk

Duitsland

Nederland

Noorwegen

Portugal

Zweden

Zwiterland

Groot-Brittanië

Papier- en kartonverbruik in Nederland (2008)

Wie zijn de gebruikers?Afnemers van Nederlandse papier- en kartonfabrieken

Waar het papier vandaan?x 1000 ton

Herkomst cellulose?Bij het maken van nieuw papier wordt 80% procent oudpapier en20% cellulose (= nieuwe houtvezels) gebruikt.Waar komt die cellulose vandaan?

Papierrecycling in Europa (2008)

Wat wordt er nog meer gerecycled?

Van alle verpakkingen,kranten en tijdschriftendie worden gerecycled is...

3.459.000 tontotaal

verpakkingen

overige(kranten, tijdschriften,

folders, boeken,waardepapieren,sanitairpapier, etc.)

45%55%

791

2.668geïmporteerd

22Fabrieken in

Nederland

€ 1,82miljard

omzet

2,98miljoen

ton afzet

4300werknemers

105Bedrijven inin Nederland

2,76miljoenton afzet

1.500werknemers

39%grafische sector

drukkerijen,uitgeverijen57%

verpakkingssector

4%

hygiënebranche

... waarvangolfkartonbedrijven:

28%

GemiddeldeEuropa 63%

glas

houtmetaal

kunststof

Papier-en

karton-industrie

Oudpapierindustrie

€ 0,5miljardomzet

Geb

ruiken

Verzamelen

Verwerk

en

Fabriceren

G

bi

n

VeVV rwrrewwrkrr

ekk

n

73%papier, karton

12%

5%

5%

4%

61%

21%

18%

Noord-Amerika

Zuid-Amerika

Europa

105Bedrijven inin Nederland

2,76miljoenton afzet

1.500werknemers

Oudpapierindustrie

€ 0,5miljardomzet

Page 9: de kracht van de keten Transition is een Leading · beweging op gang brengt en een klimaat van innovaties bevordert. De kritiek op het transitieproject van de overheid is dat niet

interview

16 kracht van de keten27 mei 2010

e informatie

die er is over

duurzaam-

heid van

papier en

karton bij elkaar brengen en

toegankelijk maken. Dat is het

doel waar het Informatiecen-

trum Papier en Karton (IPK)

voor staat.

Van een consumenten-

gerichte organisatie die het

grote publiek, en met name

kinderen, informeert over de

leuke kanten van papier en

karton, wordt het IPK nu een

kenniscentrum dat moet

uitgroeien tot een autoriteit op

zijn gebied. Directeur Erik

Timmermans: ‘De nieuwe

doelstelling van het IPK komt

voort uit vragen uit de markt en

van onze ketenpartners. Over

duurzaamheid van papier en

karton bestaat heel veel

informatie, alleen is die niet

gebundeld en daarom moeilijk

te vinden.

Tegelijkertijd maken we in

opdracht van VROM een

overzichtelijke website over de

groene keurmerken die in onze

branche worden gebruikt. Dat

sluit mooi bij elkaar aan.’

ecolabelsDe gedachte achter het verzoek

van het ministerie is dat de

bedrijven en brancheverenigin-

gen. Daarnaast worden

overheden en ngo’s via de

website en nieuwsbrieven op

de hoogte gehouden van de

recente ontwikkelingen op dit

gebied.

De afgelopen maanden heeft

Timmermans ketenbreed de

informatiewensen geïnventari-

seerd. ‘Let wel, we gaan geen

nieuwe informatie creëren. Er is

genoeg, we willen het alleen

duidelijk ontsluiten. Gezien de

enthousiaste reacties die ik

krijg, is daar zeker behoefte

aan.’

katalysatorKennisuitwisseling is een

tweede doelstelling. ‘Met

kennisplatforms in de sectoren

grafisch, hygiëne en verpakkin-

gen willen we als katalysator

optreden om meer kennis te

delen en bedrijven intensiever

met elkaar te laten samenwer-

ken. Zo kunnen bestaande

initiatieven in de sector

versterkt worden.’

Bij het IPK zijn veel partners

uit de papierindustrie betrok-

ken: van de oudpapierinzame-

laars tot de papierfabrikanten

en de uitgevers. ‘Maar ook met

een logistieke partij als TNT

praten we over samenwerking,’

aldus Timmermans.

ketenbreed informatie bundelenOver duurzaamheid en papier en karton is veel bekend, maar nergens was een plek waar al die gegevens te vinden zijn. Door Pim van Rooijen

‘we gaan geen nieuwe informatie creëren’

d

ecolabels meer bekendheid

moeten krijgen, want onbekend

maakt onbemind. Hoe meer

duidelijkheid er is over de

keurmerken, hoe meer ze

zullen gaan leven. Het gebruik

van de labels kan innovatie en

duurzaamheid stimuleren.

Met de nieuwe weg die het

IPK inslaat, richt het zich vooral

op de partijen in de keten,

erIk tImmermANs

AN

NA

Gr

EEN

©

Papier roept extra emotie op

et is tegenwoordig haast not done om papier te gebruiken,

terwijl het een van de mooiste materialen is. Op de academie werkte ik al veel met papier. Papier is eenvoudig materiaal, kost weinig en is gemakkelijk te krijgen.

Papier appelleert aan een gevoel van vroeger: iedereen is groot geworden met knutselen, dat geeft papier een extra emo-tie. Ik ben het steeds professio-neler gaan gebruiken. Nu maken we meubels en speciale objec-ten van hoogwaardig papier. Het vluchtige heeft iets exclusiefs.

Papier is net als water: het lijkt ruim voorhanden, maar je moet er spaarzaam mee om-gaan. we doen dan ook grondig research voor we iets produ-ceren en maken vaak unieke stukken. Met die vorm van mi-nimalisme maken we duidelijk dat onze producten niet voor iedereen zijn. Onze prototypes worden daarom onderdeel van de collectie of komen bij verza-melaars terecht. Niets verdwijnt zo maar bij het oud papier. Al is het een fijne gedachte dat papier te recyclen is.’ – GvL

ChAt

JOB SMEETS (41) ontwerper. Vormt samen met

Nynke Tynagel Studio Job

‘h

Page 10: de kracht van de keten Transition is een Leading · beweging op gang brengt en een klimaat van innovaties bevordert. De kritiek op het transitieproject van de overheid is dat niet

18

reportage

kracht van de keten27 mei 2010 19kracht van de keten

27 mei 2010

n essentie doen we niets

nieuws,’ zegt directeur Henk

van Houtum. ‘Maar deze

aanpak is natuurlijk wel een

stuk duurzamer en passend

bij het cradle to cradle-principe dat we

aanhangen. Afvalpapier gaat terug naar de

gebruiker.’

Een gemiddelde kantoormedewerker

verbruikt zeventig kilo papier per jaar. Dat

wordt opgehaald door bedrijven als Van

Gansewinkel, die het papier – vaak vertrou-

welijke stukken – verwerken tot onherken-

bare snippers en vervolgens aanbieden op

de internationale oudpapiermarkt, waar

bedrijven als Van Houtum actief zijn als

inkoper. Veel Nederlands afvalpapier

verdwijnt naar Azië en wordt daar soms ook

ingekocht. Dat kan simpeler en duurzamer,

bedachten Van Houtum en Van Ganse-

winkel.

In het nieuwe concept krijgt een bedrijf

zijn eigen afvalpapier terug in de vorm van

toiletpapier en papieren handdoekjes. Niet

alles, want er gaat gemiddeld tien keer

zoveel oud papier een kantoor uit als er aan

tissues binnenkomt. Maar wát er aan

tissues wordt ingekocht, is van het eigen

afvalpapier gemaakt. Van Gansewinkel

haalt het oud papier op, levert een deel af

bij van Van Houtum, dat er tissues van

maakt die weer teruggaan naar het bedrijf

dat het oud papier leverde. Naarmate meer

bedrijven aan dit principe meedoen, raken

afvalstromen vermengd en krijgt niet

iedereen zijn eigen snippers terug in zijn

eigen toiletpapier.

Door deze aanpak zijn herkomst en

bestemming van het papier bekend en

wordt er niet eindeloos mee over de wereld

gesleept. Financieel maakt het voor de

klanten weinig uit. Van Houtum: ‘De

voornaamste reden dat bedrijven zijn

geïnteresseerd in dit concept, is het

duurzaamheidsaspect. Veel overheden en

grote ondernemingen doen aan duurzame

inkoop en daar past dit mooi in. De

provincie Limburg is de eerste, maar er

komt steeds meer interesse.’

baanbrekendVan Houtum wil koploper zijn op het

gebied van duurzaamheid. Eerder al

verving het bedrijf de chemicaliën in het

productieproces door biologische produc-

ten, waardoor de geleverde tissues en

toiletrollen honderd procent afbreekbaar

zijn. Vorig jaar april ontving Van Houtum

cradle to cradle-certificering. Voor de

levering van tissues van eigen afvalpapier

zocht het contact met Van Gansewinkel,

waarmee het in de Limburgse regio

samenwerkt op het gebied van duurzaam-

heid. ‘Als je wilt innoveren, moet je samen-

werken. Van Gansewinkel kijkt op een

andere manier naar oud papier dan wij.

Hun eindproduct is onze grondstof. Door

die verschillende visies te combineren, kun

je tot dit soort vernieuwingen komen.’

Van Gansewinkel is al langer bezig met

nieuwe, duurzamere toepassingen voor

afvalpapier. De samenwerking met Van

Houtum past daar goed in. ‘We willen

duurzaamheid bij de klant in praktijk

brengen, met goede en praktische voorbeel-

den,’ zegt Diane van Dijk van Van Ganse-

winkel. ‘We zijn ook bezig met een duurza-

mere toepassing voor álle afvalpapier van

bedrijven. Baanbrekend, maar helaas

kunnen we er nu nog niets over zeggen.’

Van Houtum en Van Gansewinkel

verwachten dat veel klanten de komende

tijd gebruik gaan maken van de nieuwe

service. Praktisch probleem is de contract-

duur. Van Dijk: ‘Zowel voor de inkoop van

tissues als het ophalen van oud papier

gelden meerjarige contracten en die

hebben zelden dezelfde start- en einddata.

Dat vergt goede afstemming bij de overgang

naar onze service.’

Samen sterk(er)Door het bundelen van kennis en ervaring komen mooie innovaties tot stand. Drie ‘afnemers’ van de papierindustrie - de branches van sanitair, verpakkingen en grafisch papier - staken de koppen bij elkaar, en met resultaat.Door André de Vos

Kantoorpersoneel van de provincie Limburg krijgt zijn eigen oud papier terug in de vorm van toiletrollen en papieren handdoekjes. Gevolg van een samenwerking tussen papierproducent Van Houtum en afvalverwerker Van Gansewinkel.

ProFIel

Van Houtum maakt 45.000 ton papieren handdoeken en toiletpapier per jaar. Er wer-ken 200 mensen en het bedrijf heeft een om-zet van 60 miljoen euro. Vorig jaar kreeg Van Houtum een cradle to cradle-certificering. Afvalconcern Van Gansewinkel verwerkt – onder meer – 40.000 ton kantoorpapier per jaar. De Van Gansewinkel Groep heeft 6.000 medewerkers en had in 2008 een omzet van 1,2 miljard euro.

‘i

ommige vernieuwingen zijn

een kwestie van even goed

nadenken. Safepack is geen

revolutionaire innovatie. Het

bag in box-idee bestaat al

langer. Voor professionele reinigingsmidde-

len is de toepassing wel bijzonder. Lichter,

makkelijk in gebruik en milieuvriendelijker.

Bedrijven als McDonald’s en andere

instellingen met grote keukens gebruiken er

nu zo’n miljoen per jaar.

‘Professionele schoonmaakmiddelen

zaten in plastic tienliterflessen die na

gebruik werden weggegooid. Samen met

fabrikant Diversey zijn we op zoek gegaan

naar een goedkoper en duurzamer alterna-

tief. Die schoonmaakmiddelen worden in

een natte omgeving gebruikt, dus karton

lijkt dan niet geschikt. Maar wij produceren

massief karton en dat kan goed tegen vocht,’

aldus Rob de Dalie, hoofd kwaliteit en

ontwikkeling bij kartonfabrikant Solidpack,

dat kartonnen verpakkingen levert voor

groente, vlees en bloemen.

duurzamer en voordeligerEen plastic zak in een kartonnen doos als vervanger voor plastic flessen. Voor schoonmaakmiddelen-fabrikant Diversey een goedkopere, duurzamere oplossing en voor kartonproducent Solidpack een toegang tot nieuwe markten.

ProFIelSolidpack produceert jaarlijks 60.000 ton massief karton. Er werken 170 werkne-mers en de omzet bedraagt 45 miljoen euro. Diversey is een wereldwijde leverancier van professionele reinigingsmiddelen. Er werken 10.500 mensen, die een omzet genereren van 3 miljard dollar. Het Europese hoofdkan-toor van Diversey is gevestigd in utrecht, de fabriek staat in Enschede.

Schoonmaakmiddelen zijn voor

Solidpack een nieuwe markt, die is

geopend met de zogenaamde Safepack:

een plastic zak met doseersysteem gevuld

met schoonmaakmiddel, die in een stevige

kartonnen doos wordt gehangen. Voordelen

boven de fles: de plastic zak kan tot de

laatste druppel worden geleegd en is

daarna restafval, de kartonnen doos gaat bij

het oud papier en wordt opnieuw tot karton

verwerkt. De Safepack is lichter in het

transport en eenvoudiger en veiliger in het

gebruik.

‘We hebben goed geluisterd naar onze

klanten,’ zegt Dik Verboom, verpakkingsspe-

cialist bij Diversey. ‘Die zochten een

verpakking die duurzamer is, maar ook

voordeliger in het gebruik. Doordat we met

de Safepack beter kunnen doseren, kan de

concentratie schoonmaakmiddel worden

verhoogd. Dat is gunstig, want hoe sterker

het concentraat, hoe minder water je aan

het vervoeren bent naar de klant.’

Solidpack merkt dat kartonnen verpak-

kingen steeds vaker plastic vervangen. De

Dalie: ‘Karton heeft andere eigenschappen

dan plastic, maar de hoge performance van

plastic is voor veel producten niet nodig.

Hoe snel innovaties gaan, hangt af van de

acceptatie door de eindgebruiker. Die is

soms moeilijk te overtuigen.’

S

Meer lezen:• Hoe groen is groen?Dominic Muren• Cradle to Cradle in BedrijfMarieke van der werf

Kijk op• www.

CourAGe2025.Nl

naar de film ‘Grassa’

van printer naar toilet

Page 11: de kracht van de keten Transition is een Leading · beweging op gang brengt en een klimaat van innovaties bevordert. De kritiek op het transitieproject van de overheid is dat niet

20

reportage

kracht van de keten27 mei 2010

column

21kracht van de keten27 mei 2010

Samen sterk(er)

innen een kwartier klaar

voor de volgende

drukfase. Een halfuur

wachten in plaats van een

dag voordat bedrukte

vellen kunnen worden gevouwen en

gebonden. Een sneller en schoner produc-

tieproces en een verwachte margestijging

van 2 à 3 procentpunt tot 4 à 5 procentpunt.

De geloofsbrieven van Tempo, het zijdemat

papier van Sappi Fine Paper Europe, zijn

indrukwekkend, voor drukkers van gestre-

ken fijn papier althans.

‘Dit is het helemaal,’ zeiden drukkers

toen Sappi met Tempo-papier op de markt

kwam. Weliswaar is het papier duurder in

aanschaf, maar doordat het drukproces

sneller en schoner is, is het uiteindelijk

goedkoper voor drukkers. ‘Helaas is de

snelheidsfactor door de kredietcrisis minder

belangrijk geworden voor drukkers,’ zegt

Math Jennekens, directeur R&D van Sappi

Fine Paper Europe. ‘Het gebruik van Tempo

is daardoor nog bescheiden.’

Drie jaar werkte Math Jennekens met zijn

ontwikkelaars en een aantal goede klanten

aan de ontwikkeling van Tempo, dat nu

twee jaar op de markt is. Aan de basis van

de innovatie lag een groots opgezette

behoefteanalyse onder klanten.

Jennekens: ‘Drukkers willen altijd nog

gladder, nog witter papier. Wij hebben

gekeken hoe we de toegevoegde waarde

écht kunnen verbeteren. We zijn met de

drukkers aan tafel gaan zitten, hebben hun

processen bestudeerd. Vervolgens zijn we

aan de slag gegaan.’

cruciale factorenHet gepatenteerde geheim van Tempo is dat

het papier door fijnere poriën sneller inkt

opneemt en droogt. Daardoor hoeft er geen

chemische vernislaag overheen en hoeft er

ook veel minder antismetpoeder te worden

gebruikt. In vlakdruk is dat poeder nodig

om te voorkomen dat bedrukte vellen aan

elkaar gaan plakken als ze uit de pers

Sneller, schoner, mooierSamen met drukkers ontwikkelde papierfabrikant Sappi een nieuwe papiersoort, die het drukproces versnelt en minder milieubelastend maakt. De opmars van Tempo wordt echter gedwarsboomd door de kredietcrisis.

ProFIelSappi produceert wereldwijd 6,8 miljoen ton papier per jaar en is marktleider in gestre-ken fijn papier. Er werken in totaal 16.400 mensen. In ons land heeft Sappi fabrieken in Maastricht en Nijmegen. Tempo is sinds be-gin 2008 op de markt en kreeg vorig jaar de Pulp & Paper International Global Innovation Award.

komen. Het poeder zorgt echter voor een

stoffige werkomgeving en voor verhoogde

slijtage van de drukpersen. Jennekens: ‘We

zijn echt in de chemische en fysische

processen van het papiermaken gedoken

en met een nieuwe papiersoort gekomen

die sneller kan worden verwerkt, zonder dat

gladheid, glans of kwaliteit worden aange-

tast. Het drukbeeld is egaler en briljanter.

Cruciale factoren bij dit soort papier, dat

wordt gebruikt voor brochures en jaarver-

slagen.’

Volgens Sappi kunnen drukkers met

Tempo-papier hun winstgevendheid bijna

verdubbelen. Maar kort na de introductie

van Tempo brak de kredietcrisis in volle

hevigheid uit. In plaats van overvolle

drukpersen, en dus behoefte aan meer

capaciteit, zitten veel drukkers ineens met

machines die stilstaan. De wachttijd tussen

de verschillende drukfases door is even

geen factor van belang. Jennekens: ‘De

economische situatie heb je niet voor het

uitzoeken bij een introductie. Maar het

wordt natuurlijk weer een keer beter. En

dan kan Tempo snel groeien.’

De Duitse drukker Druckpartner in Essen

is een van de klanten waarmee Sappi nauw

heeft samengewerkt bij de ontwikkeling van

Tempo. Druckpartner gebruikt nu ongeveer

bij tien procent van de producten Tempo.

‘Wij zouden best meer willen, maar de

keuze ligt bij de klant,’ zegt bedrijfsleider

Gerd Florian. ‘Voor ons is dit papier zeer

aantrekkelijk. Omdat het milieuvriendelijker

is en omdat er veel minder schade is aan de

machines. Bij gewoon papier moeten we

tonnen investeren om de stofvorming te

beheersen.’

Ook Florian voorziet een zonnige

toekomst voor Tempo. ‘We moeten de

klanten ervan overtuigen dat dit papier

beter is. In kosten, maar ook in milieupres-

taties. Op de lange termijn zijn dat voor elke

klant overtuigende argumenten.’

b• www.ePeA.Com

• www.mvo

NederlANd.Nl

• www.FAIr-

tImber.be

• www.AGeNt

sChAP.Nl

• www.mIlIeu

-CeNtrAAl.Nl

• www.hIer.Nu

• www.duur

zAAmheId.Nl

ie mevrouw Chanel, die kon

best aardige geuren maken.

Dokter Oetker had er ook

verstand van. Als kind

woonde ik in de

Zaanstreek en daar vochten cacao en

linoleum om mijn neus. Mmm...

lekkere stank. Ik werd wakker, als

tiener, en kon elke ochtend ruiken waar

de wind vandaan kwam. Linoleum-

geur betekende westenwind, dan

kon de fietsende scholier nog even

blijven liggen. Sommigen vinden

linoleum stinken, maar voor mij

ruikt vers zeil naar een geweldige

jeugd. En de geur van cacao

kneedt me elke keer weer tot

een fietsende zestienjarige.

Kan ik mij nog meer

geuren herinneren?

Een enkele parfum, als ik

eerlijk ben, is bestendiger

dan de bijbehorende liefde.

Maar bovenal: papier!

Lékker: nieuwe boeken,

nieuwe tijdschriften, de

krant van vandaag. De inkt

mag niet te oud zijn. Ga

vooral ’s ochtends vroeg

naar een boekwinkel als je

wilt snuiven: de in de nacht

verzamelde papiergeur

hangt er nog.

Vaak was ik in een tijdschriftendrukkerij,

meestal waren het beleefdheidsbezoekjes omdat

de drukwerkdiscussie tot voor kort simpel was:

een tijdschrift druk je op papier. Wat voor soort

papier? Die vraag stelde je niet, er waren maar

twee soorten. Gewoon papier en een goedkoop

opdikkend soort waaraan je nog kon zien dat

papier van bomen afstamt.

Hoeveel soorten zijn er nu? Terwijl ik dit typ

komen er twee soorten papier bij. De digitale

revolutie heeft de papierindustrie wakker gekust,

wakker geslágen. Tot mijn grote plezier is er ook

een printrevolutie op gang gekomen. Aan de

vraag: ‘Wat voor soort papier?’ wordt in elk

modern lanceringsplan een zwaar hoofdstuk

gewijd. In het blad FLOW vind je soms acht

verschillende soorten papier, bij elke emotie een

ander gevoel aan de vingertoppen. De kracht van

verliefd op papierPapier biedt steeds meer mogelijkheden.

Door Rob van Vuure

papier in de 21ste eeuw is dat het papier is. Daar

kan geen beeldscherm tegen op. Dat kunnen de

digitale praatjesmakers niet overtreffen.

Vier voorbeelden:

Papier met magnetron-inkt bedrukt De

teksten op een cover of uitnodiging worden

pas zichtbaar boven de twintig graden. Onder

de twintig graden zie je niets of je ziet

andere teksten. Hetzelfde met nul

graden. In de winkel zie je een witte

cover. Thuisgekomen leg je het blad

in de diepvries, en surprise, al gauw

zie je allerlei teksten en afbeeldin-

gen. De inkt komt pas onder nul tot

leven.

Eetbaar papier Je kunt het papier in

je mond steken. Even kauwen, klaar.

Natuurlijk leuk voor een culinair

blad. Maar begin klein: de

uitnodiging voor de opening

van het restaurant was een

smakelijk voorafje.

Scratch&sniff Krab en ruik.

Even met je nagel over het

papier... mmm: de geur van

verse appeltaart, van vanille,

van gebraden kip! Je zou

zeggen: linoleum moet ook

mogelijk zijn. Scratch&see

kan natuurlijk ook, het

kraslot is het eenvoudigste

voorbeeld.

Zaadmatjespapier In het papier zijn piepkleine

zaadjes (van dille, van klavertjes) meegedrukt. Leg

pagina één van je blad op een natte handdoek en

de geïmpregneerde zaadjes komen tot leven.

Weerkerende vraag: ‘Heeft de cover al water

gehad?’

Papier wordt steeds leuker, het kost me geen

enkele moeite verliefd te blijven.

Papier-van-nu voelt lekker, ruikt lekker. Ik

weet zeker: Chanel en Oetker en Cacao De Zaan

blijven op afstand. Want elke keer als ik met

papierboeren (geuzennaam) heb gepraat, denk

ik: lang leve de vooruitgang. Elke keer als ik met

drukkerijboeren (geuzennaam) heb gepraat, denk

ik: lang leve de printrevolutie.

Ik werk in een pretpark en hoor mijzelf

zeggen: ‘Papier hiér!’

De gids blijft bestaan

ls ik snel een num-mer nodig heb, grijp ik naar de gids. Daar

ben ik mee grootgebracht. Sinds de Telefoongids is samen-gevoegd met de Gouden Gids – anderhalf jaar geleden – is de oplage gehalveerd naar zeven miljoen exemplaren. wie de gids niet gebruikt, kan hem opzeg-gen. Verder gaan we spaarzaam om met papier: meer informa-tie op één bladzijde en dunner papier.

we merken dat klanten onze informatie op meerdere manieren raadplegen. Tien jaar geleden waren we net online te raadplegen, nu hebben we bijvoorbeeld ook een eigen sms-dienst en bieden we vele mobiele toepassingen aan.

Ik gebruik zelf meerdere manieren om informatie op te vragen. Ik vergelijk het met het bezit van een auto. Dat betekent ook niet dat je nooit meer ergens te voet, per fiets of met het openbaar vervoer heen gaat. Ik maak echt niet mee dat die gids niet meer op papier uitkomt.’ – GvL

ChAt

DOLF wEILEr (52) directeur corporate marketing

De Telefoongids BV & Gouden Gids

rob van Vuure is bladenmaker en columnist

‘ad

‘geen beeldscherm kan op tegen

de kracht van papier’

FOTO

: MEr

LIJN

DO

OM

ErN

IK/H

OLL

AN

DSE

HO

OG

TE

Page 12: de kracht van de keten Transition is een Leading · beweging op gang brengt en een klimaat van innovaties bevordert. De kritiek op het transitieproject van de overheid is dat niet

22

achtergrond

kracht van de keten27 mei 2010 23kracht van de keten

27 mei 2010

nage twee doelen na. ‘Alternatieven vinden

voor hout als grondstof en leren van andere

concerns hoe je met scheidingstechnieken

meer waardevolle stoffen uit je reststromen

kunt halen en op die manier ook meer

waarde uit je grondstoffen,’ aldus Hartvelt.

Ook chemieconcerns als DSM, Akzo-

Nobel en BASF hebben grootse plannen

voor bioraffinage om meer groene in plaats

van fossiele grondstoffen te kunnen

inzetten. Maar aanvankelijk hield het cluster

van papier- en agrobedrijven deze parve-

nu’s op het gebied van de bioraffinage

buiten de deur. Eerst wilden ze in de

biobased sector op één lijn komen en een

gezamenlijk doel stellen. Ook waren ze

enigszins beducht voor de chemiesector als

potentiële grootverbruiker van groene

grondstoffen. Maar de afgelopen maanden

vond een omwenteling plaats: de papier-,

agro- en chemiesectoren blijken het

uitstekend met elkaar te kunnen vinden en

trekken nu samen op in de bioraffinage.

Nelo Emerencia, manager onderwijs &

innovatie van de Vereniging van de Neder-

landse Chemische Industrie, raakte vorig

jaar aan de praat met VNP-voorzitter

Hartvelt op een bijeenkomst van het

overheidsprogramma BioBased Economy.

Dat leidde tot een serie gesprekken tussen

de branches die uitmondde in een gemeen-

schappelijke visie en concrete plannen om

op diverse plaatsen proef-installaties en

demonstratie-eenheden te bouwen.

‘Vanuit de chemie kunnen wij hoogwaar-

dige scheidingstechnieken aandragen en

qua grondstoffen zitten we niet in elkaars

vaarwater,’ verklaart Emerencia. ‘In onze

maatschappij kunnen we maar een kwart

van de gewassen als voedsel benutten. De

overige driekwart bestaat uit cellulose en

lignine, die niet eetbaar zijn. Als we die over

enkele jaren kunnen omzetten in waarde-

volle stoffen, beschikken we over genoeg

biogrondstoffen, ook voor de chemische

industrie. Doel voor de chemie is een

aandeel van groene grondstoffen in 2030

van 25 procent. Inmiddels spreken we

elkaars taal en delen we een visie: dat je

met bioraffinage eerst de waardevolle

componenten eruit haalt en de rest gebruikt

als brandstof. Zo levert elke ton biomassa de

meeste waarde op.’

Samenwerking binnen The Dutch

Refinery Cluster heeft volgens Rabbinge in

eerste instantie ideeën voor procesverbete-

ringen en het uitwisselen van reststoffen als

vezels en eiwitten opgeleverd. ‘We gaan nu

de fase in van gezamenlijke bedrijfsactivitei-

ten, waarbij je moet denken aan het

bouwen van installaties voor bioraffinage.

In het cluster kunnen we het laaghangend

fruit binnen vijf jaar plukken. Ik verwacht

dat de commerciële bioraffinage over vijf of

tien jaar van de grond zal komen.’

En Westenbroek voegt daaraan toe:

‘Andere landen zijn ook bezig met bioraf-

finage, maar Nederland is uniek. We zitten

hier allemaal vrij dicht bij elkaar en kunnen

daardoor intensief samenwerken. Dit gaat

nog heel wat opleveren.’

luChtvAArt

p 23 november vorig jaar voerde de KLM een demonstratievlucht uit met een Boeing 747, waarvan

één van de vier motoren voor de helft op biokerosine draaide. De vlucht verliep vlek-keloos. Air France-KLM zou zijn vloot het liefst morgen al voor een deel op biokerosine willen laten draaien, maar het goedje is bijna nergens te krijgen. De biokerosine voor de testvlucht kwam uit de Verenigde Staten en kostte een half miljoen euro. ‘KLM is actief op zoek naar biokerosine en heeft dus zeker belang bij de bioraffinage,’ zegt Mees Hartvelt, voorzitter van de VNP. ‘KLM ziet zich als grootverbruiker van

kerosine geconfronteerd met steeds hogere prijzen en een geopolitieke kwetsbaarheid van de olievoorziening. In deze opzichten biedt biokerosine perspectief. Het wachten is alleen op grootschalige duurzame productie ervan.’ Volgens Hartvelt heeft Nederland alle troe-ven in handen om de biogebaseerde econo-mie van de grond te krijgen en producten als biokerosine op grote schaal te maken. ‘we hebben een agro-industrie van wereldfaam, een grote chemische industrie, een goede infrastructuur en veel kennis bij de universi-teiten en instituten. Die voorsprong moeten we niet uit onze handen laten glippen.’

Eric te roller is freelance journalist

at voor de

papierindustrie

afval is, kan voor

een andere

industrie een

waardevolle grondstof zijn en omgekeerd.

Met dit idee zijn de producenten van papier,

aardappelzetmeel en suiker vier jaar geleden

om de tafel gaan zitten. Dat leverde zoveel

goede ideeën op dat ze besloten nauw te

gaan samenwerken binnen The Dutch

Biorefinery Cluster. Begin dit jaar schoof ook

de chemische industrie aan. Bioraffinage of

biorefinery is de duurzame verwerking of

opsplitsing van biomassa tot andere

producten. Deeltjes van planten, tuinafval of

mest worden verwerkt tot hoogwaardige

chemicaliën en de rest wordt gebruikt als

brandstof voor auto’s, veevoeders of energie.

‘In mijn kast staan allemaal potjes met

reststoffen afkomstig van een soort ruilbeur-

zen voor reststoffen, die we zowel binnen als

buiten onze sector hebben georganiseerd.

Hé, gooi jij dat weg? was vaak de reactie van

collega’s uit andere sectoren,’ zegt Annita

Westenbroek, programmacoördinator

Biorefinery van de Energietransitie Papier-

keten. ‘In de papierindustrie gaat per jaar

nog voor ongeveer 70.000 ton organisch

materiaal naar de afvalwaterzuivering. Daar

zitten bijvoorbeeld veel organische vetzuren

bij, die de chemische industrie in principe

als grondstof voor een reeks producten kan

gebruiken. Eerder wisten we ook niet dat er

vezels in de reststroom van de suikerfabrie-

ken zitten, die wij voor de papierproductie

zouden kunnen gebruiken.’

Door de focus op het maken van papier

werden andere zaken over het hoofd gezien.

‘We hadden niet in de gaten dat onze

reststroom ook kostbare stoffen bevat,’ zegt

Mees Hartvelt, voorzitter van de Koninklijke

Vereniging van Nederlandse Papier- en

kartonfabrieken en algemeen directeur van

Crown Van Gelder. ‘Bedrijven uit andere

sectoren hebben ons op de waarde van die

stoffen gewezen en weten ook hoe je ze uit

de reststroom moet halen. Binnenkort komt

er op ons terrein in Velsen een installatie te

staan die die waardevolle stoffen uit onze

reststromen zal halen.’

‘Heel wat bedrijven in de agro-industrie

houden hun energie- en grondstofverbruik

momenteel tegen het licht,’ zegt de Wage-

• www.

bIo-eCoNomy.Net

• www.

GroeNeGroNd-

stoFFeN.Nl

van afval naar grondstofBioraffinage is goed voor het milieu, kan financieel aantrekkelijk zijn en bespaart energie. Samenwerking en kennisuitwisseling van drie branches bieden mogelijkheden voor de toekomst.Door Erik te Roller

‘vroeger maakten we alles uit biomassa’

‘met bioraffinage kun je geld verdienen’

w

ningse hoogleraar Rudy Rabbinge, die

voorzitter is van The Dutch Biorefinery

Cluster. ‘Vanwege de stijgende energie- en

grondstofprijzen zoeken ze naar mogelijkhe-

den om zoveel mogelijk waardevolle stoffen,

en daarmee waarde, uit hun grondstoffen te

halen. Dat gaat vaak samen met een forse

daling van het energiegebruik. Aardappel-

zetmeelfabrikant AVEBE, bijvoorbeeld, haalt

tegenwoordig hoogwaardige eiwitten uit zijn

reststroom. AVEBE verkoopt die aan

voedingsmiddelenbedrijven en verdient

daarmee niet alleen geld, maar bespaart

ook nog eens twintig tot dertig procent

energie. Bioraffinage heeft de toekomst.’

meer dan één productBioraffinage bestaat eigenlijk al eeuwen.

Westenbroek: ‘Vroeger maakten we alles uit

biomassa. Nieuw bij de bioraffinage van

vandaag is, dat we het niet inzetten om één

product te maken, bijvoorbeeld papier of

suiker. We kunnen meerdere waardevolle

producten maken. Je kunt dat vergelijken

met de petrochemische industrie die het in

de loop van de jaren gelukt is steeds meer

waardevolle stoffen uit aardolie te halen.’

De papierindustrie streeft met bioraffi-

KLM wil biokerosine

o

Meer lezen:• Partners in de PolderKoen Besteman en Colja Laane• Biobased Economy – Biofuels, Materials and Chemicals in the Post-Oil EraHans Langeveld, Johan Sanders en Marieke Meeusen

FOTO

: PATrIC

K B

yrD

/CO

rB

IS

Page 13: de kracht van de keten Transition is een Leading · beweging op gang brengt en een klimaat van innovaties bevordert. De kritiek op het transitieproject van de overheid is dat niet

papier&

24 kracht van de keten27 mei 2010 25kracht van de keten

27 mei 2010

uitgeverij A.w. Bruna startte in 2007 de Ecothrillers, een serie spannende boeken waarin het milieu centraal staat. Als groene bijdrage plant de uitgeverij voor elke tien verkochte ecothrillers een boom ergens in Nederland. Inmiddels zijn er al 2500 bomen geplant. In maart kwam de zevende thriller in deze nieuwe reeks uit: Graan van ruben van Dijk over een mogelijke voedsel- crisis die de wereld in de nabije toe-komst te wachten staat.Meer informatie: www.awbruna.nl.

GrAAN ruben van Dijk, prijs: 19,95 euro

2500 bomen

‘de papier- en kartonsector is een goed voorbeeld van een keten die de eigen verantwoordelijkheid onderkent en pro-actief handelt.’

– JACquELINE CrAMEr (1951) voormalig minister VrOM

Volwassen stroming

Samenwerking provincie en bedrijven

reatief ondernemer Anneloes van Gaalen (1979) is gek van papier en karton. ‘Als klein meisje spaarde ik

papier, maar gebruiken deed ik het zelden, want dat vond ik zonde! Dat gevoel voor pa-pier is gebleven. In elke stad die ik bezoek, ga ik naar een papierwinkel en koop een paar velletjes.’Door die voorliefde en haar interesse voor design ging Anneloes van Gaalen zich ver-diepen in bijzondere producten van papier en karton.‘Een paar jaar geleden was een kartonnen lamp niet meer dan een versneden doos, maar nu zijn er heel mooie producten. Van heel veel artikelen zie je eigenlijk niet eens meer dat ze van karton gemaakt zijn. Ontwerpers gebruiken karton vanwege de mogelijkheden die het materiaal biedt en niet omdat ze zo duurzaam bezig willen zijn. Het is een volwassen stroming geworden. Je kunt er van alles van maken, tot zelfs een hele kantoorinrichting aan toe.’Anneloes van Gaalen is bezig aan een boek over ontwerpen met karton, Cardboard De-sign dat dit najaar zal verschijnen.

e provincie Gelderland, negen papierfabrieken en een afvalwa-terfabriek zijn samen om de tafel

gaan zitten om te kijken hoe de papierindu-strie in de provincie duurzamer kan werken. De provincie wil behulpzaam zijn bij het wegnemen van drempels en het leveren van deskundigheid, bijvoorbeeld door het ver-snellen van vergunningenprocedures of door specialisten in te zetten. Daarbij ligt het accent vooral op de verbin-ding tussen de verschillende fabrieken en de omgeving. Door warmte- of afvalwater-uitwisseling met andere bedrijven kunnen

organisaties veel duurzamer werken.Eind november zijn de eerste gesprekken voor de quick scans gestart, inmiddels zijn alle gesprekken met de bedrijven gevoerd en worden de kansen, belemmeringen én mogelijke oplossingen uitgewerkt. Voor de provincie is het project geslaagd als er meer wordt samengewerkt met de omgeving en er energiebesparing optreedt of als afval wordt bespaard. De papierbranche is de eerste sector waar provincie en bedrijven zo nauw samenwer-ken om de duurzaamheid te verbeteren. www.gelderland.nl/duurzaamgelderland

desIGNquICk sCANs

CArDBOArD DESIGN Bis Publishers.

Prijs ca 29,50 euro.www.bispublishers.nl

cd

eCothrIllers

De Engelse straatkunstenaar Adam Neate werd vooral bekend door zijn schilderijen op karton. Het bijzondere is dat hij ze op straat achterlaat voor een gelukkige vinder. Afgelopen november organiseerde Neate The London Show waarin hij met een team helpers ’s nachts duizend kunstwerken ver-spreidde over 33 Londense wijken. Meer dan 50.000 mensen waren die nacht op straat in de hoop een echte Adam Neate te vinden.http://www.elmslesters.co.uk/

Bijzondere objecten en kunstvoorwerpen van papier zijn van 8 juni tot en met 12 september te bekijken in museum rijswijk en CODA Apeldoorn. Op de Holland Papier Biënnale zijn Nederlandse en internatio-nale kunstenaars vertegenwoordigd. Het is de achtste keer dat deze expositie plaatsvindt. Op zondag 12 september is er van 13 tot 17

Gevonden voorwerpen

Achtste editie Holland Papier Biënnale

kuNst

teNtooNstellING

INNovAtIe

olidpack, producent van kartonnen verpakkingen, heeft vorig jaar voor het eerst een serie kartonnen dozen

gemaakt die voor dertig procent uit gras-vezels bestaan. Het bedrijf wil deze dozen op industriële schaal gaan produceren, zo mogelijk helemaal van grasvezels.‘Normaal gebruiken we oud papier als grondstof,’ zegt Dirk Schut, directeur van So-lidpack. ‘Maar we willen ook andere grond-stoffen inzetten. Grasvezels zijn beter van kwaliteit dan vezels uit oud papier, en niet

Dozen van gras

S duurder. Om straks grasvezels op industriële schaal te kunnen verwerken, hebben we een proefproject voor grasraffinage opgezet sa-men met onder andere Staatsbosbeheer. Zij zijn op het idee gekomen om met dit donkere gras, dat grazers niet eten, meer te doen dan alleen composteren of omzetten in biogas. Onderdeel van dit onderzoek is ook om uit te zoeken hoe we met verschillende kwaliteiten gras moeten omgaan en of we grasdozen net zo sterk en flexibel kunnen maken als normale kartonnen dozen.’ uur een grote papiermarkt op het voorplein

van het museum rijswijk en in de Oude Kerk tegenover het museum.

Kijk voor meer informatie op: www.hollandpapierbiennale.nl/kunst.htmlOp de foto:Book of Humanities - The Empty Bookvan Lu Shengzhon

FOTO

: LIAN

NE VA

N D

Er LA

Ar

Drie weken geleden had u misschien Het Financieele Dagblad, een bijlage, boek of reclameblaadje op uw keukentafel liggen. Dat is in de papierbak verdwenen en lag vanochtend weer in uw brievenbus.

2Een afvalverwerkings-bedrijf sorteert het papier op kleur en dikte en perst het daarna in balen. Die balen worden vervolgens verkocht aan papierfabrieken.

1Oudpapier wordt

van de straat geplukt door een ophaal-

dienst of ingezameld door scholen of ker-

ken. Misschien brengt u het zelf wel weg.

3De papierfabriek wast, zeeft en mengt het papier zodat er een effen kleur en structuur ontstaat. Soms wordt er verse cellulose toege-voegd.

4In de drukkerij rollen de kranten met grote snel-heid van de persen: 350 kranten per minuut.

5Via distributeur komt de bijlage bij u

weer op de keukentafel. Het papier dat u in handen heeft is 100% gerecycled.

vAN krANt NAAr krANt

Page 14: de kracht van de keten Transition is een Leading · beweging op gang brengt en een klimaat van innovaties bevordert. De kritiek op het transitieproject van de overheid is dat niet

26

analyse

kracht van de keten27 mei 2010

partners is daarom van belang. Samenwer-

king tussen tuinders in het Westland

verloopt soepel omdat zij elkaar al langer

kennen: ze zijn elkaars buren, familie of ze

komen elkaar tegen in het bestuur van een

lokale vereniging. Dat maakt het makkelijk

elkaar te vinden voor een samenwerkings-

verband. Ook cultuurverschillen vallen

onder het kopje relatie. Succesvolle

samenwerkingsverbanden besteden daar

aandacht aan, bijvoorbeeld door een sessie

te wijden aan verschillen in werkwijze.

Waar de structurele kant van samenwer-

king met enig denkwerk nog wel is vorm te

geven, geldt dat voor de relationele kant

niet. Er gaat altijd enige tijd overheen

voordat personen in een samenwerking

elkaar voldoende kennen om ook lastiger

punten samen aan te pakken. Zelfs

wanneer partijen elkaar wel kennen,

kunnen er knelpunten optreden. Wanneer

bijvoorbeeld in een klant-leverancierrelatie

één van hen dat wil veranderen in een

verdergaande samenwerking, ontstaat er

et aantal samenwer-

kingsverbanden is de

afgelopen jaren hard

gegroeid. Juist in een

snel veranderende

kenniseconomie blijkt samenwerking in

allianties, ketens of netwerken nuttig te zijn.

Toch halen veel samenwerkingsverbanden

de beoogde doelen niet. Bovendien is het

ook niet altijd eenvoudig om partners

geïnteresseerd te krijgen voor een samen-

werking. Wanneer een beoogde partner

niet gewend is om samen te werken is hij

vaak onzeker over de wijze waarop dat kan

worden vormgegeven. In dat geval is het

verstandig om aan drie elementen

aandacht te besteden: structuur, relatie en

vaardigheid.

helder doelEen eerste punt ten aanzien van structurele

elementen is een helder doel dat partners

enthousiast maakt. Samenwerking is

complex, dus hoe helderder het doel, hoe

makkelijker samenwerking is vorm te

geven. KLM en Northwest werken al jaren

samen. De structuur van hun alliantie is

ingewikkeld, maar hun doel is eigenlijk vrij

simpel: meer omzet halen door passagiers

aan elkaars netwerk toe te leveren. Het idee

is eenvoudig, maar moet wel substantieel

zijn. Ideeën met een marginale opbrengst

zijn niet geschikt voor samenwerking. Zij

leiden te snel tot onenigheid over verdeling

van de opbrengsten.

Ook andere zaken kunnen partners

zekerheid geven over de structuur van

samenwerking: bijvoorbeeld afspraken

over exclusiviteit, eigendom van patenten

en conflictoplossingsprocedures.

Heldere afspraken en doelen zijn echter

niet voldoende om een samenwerking te

doen slagen. Uiteindelijk is samenwerking

ook mensenwerk. De relatie tussen

Samenwerken werpt vruchten afSteeds meer innovaties ontstaan in samenwerkingsverbanden. Maar samenwerken vraagt kennis en kunde om tot succes te leiden. Door Ard-Pieter de Man

Ard-Pieter de Man is hoogleraar Management Studies aan de Vu, adviseur bij Atos Consulting en auteur van Alliantie-besturing: Samenwerking als Precisie-instrument.

‘het vergt tijd de oude situatie te doorbreken’

Meer lezen:• Strategic

AlliancesSteve

Steinhilber• Collaborative

AdvantageJeffrey H. Dyer

• www.

strAteGIC-

AllIANCes.orG

• www.keteNs-

NetwerkeN.Nl

een andere verhouding. Het vergt tijd om de

oude situatie te doorbreken.

Vaardigheid is het derde element dat van

belang is voor het succes van samenwer-

king. Wanneer een partij nog nooit eerder

intensief heeft samengewerkt met een

andere partij is het vaak moeilijk nut en

noodzaak van een samenwerking in te

schatten. Om met minder ervaren partijen

om te gaan is het daarom raadzaam simpel

te beginnen en de samenwerking stapsge-

wijs uit te bouwen.

Een partij die een reputatie heeft

opgebouwd als goede samenwerkings-

partner heeft een voordeel op zijn concur-

renten. Een voorbeeld is het farmaceutisch

bedrijf Eli Lilly, dat heeft geïnvesteerd in

alliantiemanagement, met name gericht op

kleine innovatieve biotechbedrijven. Omdat

Eli Lilly nu bekendstaat als een goede

partner, bieden biotechbedrijven die een

grotere partner zoeken hun kennis eerst aan

Eli Lilly aan en niet aan de concurrent.

nieuw vakgebiedSamenwerking is een nieuw vakgebied

waar managers zich in moeten verdiepen.

Bedrijven die investeren in de opbouw van

kennis rondom samenwerking kunnen

succespercentages behalen van tachtig

procent of meer. Uit onderzoek blijkt dat

steeds meer innovaties uit samenwerkings-

verbanden voortkomen en dat partijen

elkaar juist opzoeken om risico’s rondom

innovatie te delen of kennisgebieden te

combineren tot innovatie. De vaardigheid

om samen te werken wordt dus voor steeds

meer ondernemingen van belang.

h

Page 15: de kracht van de keten Transition is een Leading · beweging op gang brengt en een klimaat van innovaties bevordert. De kritiek op het transitieproject van de overheid is dat niet