klasseapart het jonge kind

16
Spelend leren geeft goede opbrengsten Een lerende organisatie worden Kwaliteitsbeleid neerzetten Breinsleutels: anders kijken, bewuster werken INFORMATIEBLAD RELATIES CED-GROEP NOVEMBER 2014 SPECIALE EDITIE HET JONGE KIND

Upload: ced-groep

Post on 06-Apr-2016

241 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

Peuters kleuters pedagogisch medewerkers onderwijs magazine

TRANSCRIPT

Spelend leren geeft goede opbrengsten

Een lerende organisatie worden

Kwaliteitsbeleid neerzetten

Breinsleutels: anders kijken, bewuster werken

INFORMATIEBLAD RELATIES CED-GROEP

NOVEMBER 2014

SPECIALE EDITIE HET JONGE KIND

2

R E D A C T I O N E E L

I N H O U D

C O L O F O N

Postadres: Postbus 8639

3009 AP Rotterdam

LOCATIE MAARTENSDIJK

Postadres: Postbus 25

3738 ZL Maartensdijk

Het Jonge Kind

ISSN 1571-660jaargang 12 nummer 4, november 2014

redactieMarije BerdingLonneke van DijkMarijke Nijboer (eindredacteur)Anja de RooijEsmeralda SweerisElly van der Zel

redactie-adresCED-Groep Postbus 86393009 AP [email protected]

website www.cedgroep.nl

KlasseApart november 2014 nummer 4

Volg ons

De CED-Groep traint professionals en adviseert beslissers in onderwijs en kinder-opvang. En ontwikkelt innovatieve educatieve producten. Dat is wat we doen. Maar niet wat we zijn. Bij de CED-Groep zijn we van alle onderwijsmarkten thuis. We zijn innovatief en hebben een grote passie voor kansen voor kinderen. Maar voor alles zijn we trots op resultaat. Als het een professional lukt om kinderen het beste uit zichzelf te laten halen, hebben wij echt iets bereikt.

CED-Groep bereikt

[email protected] www.cedgroep.nl

SPECIAL HET JONGE KIND

6 Opbrengstgericht werken met peuters

‘Geen lesjes maar ontwikkel-ruimte voor de peuter’

8 Steeds beter worden? Kies voor Kinderopvang 4.0!

Lerende organisatie

10 Breinsleutels – Het jonge kind: Anders kijken, bewuster werken

12 Kwaliteitsslag bij Mundo ‘Het einddoel staat vast, maar de weg ernaartoe nog niet’

3 Nieuws

14 MAGiTO

14 SPOT op Gladys Nede

15 Agenda

16 De werkdag van Nicoline Stufkens

Voor deze special bezochten we verschillende instellingen voor kinderopvang. Daar wordt hard gewerkt, aan de eigen professionalisering en aan het nog beter stimuleren van de ontwikkeling van kinderen. Maar gelukkig wordt daar vooral hartstochtelijk gespeeld. Marchien van Marle van Peuter & Co herinnert zich nog levendig de heksensoep van zand, blaadjes en water, waar zij zelf als kind graag in roerde. Haar organisatie en de CED-Groep leren pedagogisch medewerkers om opbrengstgericht te werken met peuters. Niet door middel van lesjes en toetsen; het spelen moet juist weer centraal komen te staan. Door middel van dat spel kan je de ontwikkeling van kinderen verder stimuleren.Er wordt flink geïnvesteerd in de professionalisering van pedagogisch medewerkers en kinderopvangorganisaties, maar hoe zorg je dat het geleerde beklijft? En hoe creëer je een organisatie die zich blijft ontwikkelen? Kinderopvang 4.0 is gebaseerd op het gedachtegoed van ‘de lerende organisatie’. Organisaties krijgen weer de regie over hun eigen kwaliteit en ontwikkeling. Karin van Rijn van Versa Welzijn besefte na deze training vooral hoe belangrijk het is dat data en analyses ook goed op papier staan. ‘Dan sta je sterker,’ zegt ze, ‘bijvoorbeeld tijdens een overleg met de gemeente of een teambijeenkomst.’ Kinderopvang Mundo wil de kwaliteit verbeteren van de voorschoolse educatie in de peuterklassen, en nog beter tegemoetkomen aan de inspectie-eisen. Een scan wees uit dat de integrale aanpak en het opbrengstgericht werken wel wat verbetering konden gebruiken. Met vereende krachten gaat het de goede kant op. Ouarda Rezzougui, pedagogisch medewerkster bij ‘plusopvang’ Dikkertje Dap, heeft veel plezier van Breinsleutels. Nu ze de vijf ‘deuren naar de bovenkamer’ van kinderen weet te onderscheiden, ziet ze scherper wat individuele kinderen drijft en hoe ze hen verder kan helpen. Dat kan om simpele dingen gaan. Zoals onrustige kinderen eerst buiten laten rennen, en pas daarna met ze aan het werk gaan.Laat ze maar rommelen en uitproberen, die jonge kinderen. Wat is er nou fijner dan zoiets simpels als knoeien met water en zand?

foto voorpagina Jan van der Meijdevormgeving Pressure Linedruk MediaCenter Rotterdamoplage 14.000

KlasseApart gratis ontvangen?Mail uw adresgegevens naar:[email protected]

N I E U W S N I E U W S N I E U W S

3KlasseApart november 2014 nummer 4

Even denken…

Doen Praten & Bewegen Digitaal

Onder de titel ‘Even denken…’ verschenen twee nieuwe uitgaven:

• Even denken… Denkgesprekken met kinderen

• Even denken… Vragenlijst Denkprocessen

‘Even denken… Denkgesprekken met kinderen’ is een herziene versie van het boek DGM in

de praktijk, het handboek voor denkstimulerende gespreksmethodiek. Het boek bevat uitge-

schreven activiteiten met suggesties voor denkvragen, die prikkelen tot nadenken en praten.

Er zijn denkvragen op vier niveaus. De vragen op de hogere niveaus doen een beroep op de

taal-denkontwikkeling. Voorop staat dat de kinderen plezier beleven aan de activiteiten.

Vragenlijst DenkprocessenOok nieuw is ‘Even denken… Vragenlijst Denkprocessen (VLDP)’. De VLDP is onlangs opnieuw

uitgebracht na een normeringsonderzoek. U kunt de diagnostische toets gebruiken om de

communicatievaardigheden van kinderen te testen.

Meer informatie: www.cedgroep.nl/webwinkel

Spelenderwijs kunnen ouders een grote, posi-

tieve bijdrage leveren aan de leerontwikkeling

van hun kind. Daarom is er Groeten uit…! Een

kleurrijk magazine voor ouders en hun kinde-

ren uit groep 1 tot en met 4. In dit magazine

staan praktische ideeën, waarmee ouders

thuis een rijke taalomgeving kunnen bieden.

Afgelopen zomer verscheen Groeten uit… in

Rotterdam, Rijswijk en Dordrecht. Daarnaast

heeft Ridderkerk inmiddels een eigen Groe-

ten uit…: daar gingen ze er mee aan de slag

tijdens de Week van de Opvoeding in oktober.

Doen, Praten & Bewegen is een compleet

kindvolgsysteem waarmee pedagogisch

medewerkers de ontwikkeling van 0-4-ja-

rigen volgen en stimuleren. Dat gebeurt

op het gebied van motoriek, spraak/taal

en sociale competentie. De vragen in

de observatielijsten gaan over concreet

observeerbaar gedrag. Er zijn handelings-

suggesties om de ontwikkeling van een

kind extra te stimuleren. Het systeem is

nu ook digitaal beschikbaar. Dat hebben

we geregeld op verzoek van de gebruikers

van de papieren observatielijsten. Digitaal

invullen is gemakkelijk, snel en eenvoudig

Thuis aan de slag met Groeten uit… Heeft u interesse in een magazine voor uw

eigen gemeente of regio? Neem contact met

ons op, dan kijken we wat we voor u kunnen

betekenen. We kunnen een blad samenstel-

len naar uw wensen en accenten. Er is ruimte

voor een voorwoord van de wethouder of bur-

gemeester. Misschien heeft ook uw gemeente

dan straks ook zijn eigen Groeten uit…

Maryse Bolhuis, [email protected]

www.cedgroep.nl/groetenuit

In elke groep zit wel een kind dat opvalt

door zijn gedrag. Met de technieken die

worden aangereikt in het boek ‘Trapsge-

wijs’ kunnen pedagogisch medewerkers

ervoor zorgen dat ook deze kinderen zich

verder kunnen ontwikkelen. Het boek

beschrijft verschillende soorten opvallend

gedrag: druk, opstandig en teruggetrok-

ken. Dit boek is bedoeld voor pedagogisch

medewerkers die werken met kinderen tot

4 jaar.

Trapsgewijs kunt u bestellen in onze

webwinkel (www.cedgroep.nl/webwinkel).

Trapsgewijs

overdraagbaar. Het biedt mogelijkheden

voor uitwisseling met collega’s en - het

belangrijkste - geeft de mogelijkheid om de

ontwikkeling van het kind nóg duidelijker

met visuele weergaves in beeld te brengen.

Informatie die u kunt delen met collega’s

én ouders.

Gaat u met Doen, Praten & Bewegen Di-

gitaal aan de slag, dan krijgen de pedago-

gisch medewerkers een inlogcode voor de

online tool. Deze bevat onder andere:

• Digitale observatielijsten waarin de ont-

wikkeling van het kind wordt bijgehouden

• Handige overzichten van het geobser-

veerde gedrag

• Handelingssuggesties om de ontwikke-

ling van het kind extra te stimuleren

• Grafieken op kindniveau

U kunt de online tool kosteloos uitproberen.

Hiervoor gaat u naar: www.cedgroep.nl/

DPBdigitaal

Na het invullen van uw gegevens ontvangt

u de benodigde documenten om de tool te

activeren. De eerste maand is de online tool

gratis. U kunt binnen een maand kosteloos

opzeggen.

N I E U W S N I E U W S N I E U W S

4 KlasseApart november 2014 nummer 4

Kinderopvang wordt lerende organisatieHoe word je als kinderopvangorganisatie een

lerende organisatie? Vanuit die vraag voerden

Marije Boonstra van de CED-Groep en IJs-

brand Jepma van Sardes twee onderzoeken

uit bij elf kinderopvangorganisaties. Deze

organisaties voerden met budget van Bureau

Kwaliteit Kinderopvang (BKK) een project uit

om hun leercultuur te vergroten. De onder-

zoekers kwamen tot een aantal bouwstenen.

Een tweede onderzoek bracht in kaart hoe de

projecten een jaar later waren verankerd in

de organisaties. Een combinatie van de resul-

taten van beide onderzoeken met bevindingen

uit de wetenschappelijke literatuur leidde tot

een handzaam boek vol tips en suggesties

voor managers in de kinderopvang die willen

bouwen aan een lerende organisatie: Leren-

derwijs: Samen werken aan pedagogische

kwaliteit in de kinderopvang. Dit boek is gratis

te downloaden via www.pedagogischkader.

nl. De CED-Groep begeleidt kinderopvangor-

ganisaties die op weg willen naar een lerende

organisatie om zo de kwaliteit op de groepen

te verhogen.

Marla van Berge Henegouwen

[email protected]

De Vreedzame School is een succesvol

programma voor sociale competentie en de-

mocratisch burgerschap, ontwikkeld door de

CED-Groep. Er is nu ook speciaal materiaal

voor peuters en kleuters. Hiermee creëert u

een positief en moreel klimaat voor kinderen,

professionals en ouders. U investeert in een

positief sociaal klimaat en jonge kinderen

krijgen een stem. Kinderen leren om conflic-

ten vreedzaam op te lossen en om open te

staan voor verschillen. Zo voedt u kinderen

democratisch op. De Vreedzame School voor

peuters en kleuters bevat zes blokken: we

horen bij elkaar, we lossen ruzies zelf op, we

hebben oor voor elkaar, we hebben hart voor

elkaar, we dragen allemaal een steentje bij,

en we zijn allemaal anders.

Het programma bevat activiteiten (voor

peuters) en lessen (voor groep 1 en 2), il-

lustraties, de handpoppen Aap en Tijger, een

Vreedzame School-bal, kletskaarten voor

ouders, activiteiten voor taal- en woorden-

schatontwikkeling en tips voor kinderen met

een specifieke ondersteuningsbehoefte. U

kunt deze activiteiten goed integreren bin-

nen bestaande (VVE)-programma’s. Bij De

Vreedzame School staat de eigen kracht

van kinderen centraal. Dat vraagt om een

bepaalde houding van de leerkrachten. Het

invoeringsprogramma bestaat daarom uit een

combinatie van teamtraining en coaching.

Meer informatie: Nicoline Stufkens,

[email protected]

www.devreedzameschool.nl

De Vreedzame School voor peuters en kleuters

FF Taal LerenEen goede taalvaardigheid is een voor-

waarde voor een succesvolle schoolloop-

baan. Het taalniveau van pedagogisch

medewerkers moet omhoog om jonge

kinderen een goede start te geven op de

basisschool. De overheid heeft met alle

gemeenten afspraken gemaakt over onder

andere het taalniveau van pedagogisch

medewerkers in VVE-instellingen. Van

hen wordt verwacht dat zij in 2015 een

taalbeheersing hebben op niveau 3F. Met

het taalprogramma FF Taal Leren lukt

dat zeker. Dit programma bestaat uit een

digitale leeromgeving met e-coaching en

enkele praktische taalpraktijkdagen. Ieder

taaldomein is opgesplitst in verschillende

modules. Op basis van de externe toet-

suitslag werken cursisten gericht aan de

vaardigheden waarop ze (te) laag scoren.

Pedagogisch medewerkers kunnen dus

werken aan taal op hun eigen moment, in

hun eigen tempo en op hun eigen niveau.

De digitale leeromgeving is verlevendigd

met herkenbare filmpjes, mondelinge

uitleg en leuke oefenopdrachten die

aansluiten bij de dagelijkse praktijk van de

kinderopvang en VVE. Een e-coach geeft

feedback op het gemaakte werk en biedt

daarbij individuele ondersteuning. Op de

taalpraktijkdagen oefenen de pedagogisch

medewerkers de vaardigheden gezamen-

lijk onder leiding van een taaltrainer.

Meer weten? Constance Zijderhand,

[email protected], of kijk op

www.cedgroep.nl/fftaalleren

Peuterstappen in 4DPeuterstappen is een vorm van opbrengst-

gericht werken, gericht op cognitieve,

sociaal-emotionele en motorische

vaardigheden aan de hand van de

vier D’s: data, duiden, doelen, doen.

De focus ligt op het aanscherpen

van doelen die bereikt moeten

worden bij groepsactiviteiten. Het

is de bedoeling dat alle kinderen op de juiste

wijze bij de activiteiten worden betrokken.

Met Peuterstappen wordt het bestaande

activiteitenaanbod passend gemaakt op basis

van verzamelde en geanalyseerde informatie

over kinderen. De informatie dient als

uitgangspunt voor een handelingsplan,

waarbij een duidelijk en doelgericht

uitgestippeld pad wordt gevolgd. Het

boek ‘Peuterstappen’, dat kan worden

besteld via onze webwinkel, laat zien

hoe je kinderen doelgericht de stappen laat

nemen op weg naar groep 1.

www.cedgroep.nl/webwinkel

N I E U W S N I E U W S N I E U W S

5KlasseApart november 2014 nummer 4

Training Interactievaardigheden

Toetstrainingen Nederlands 3F/4F

Teach Like a Champion - Het jonge kind

De toetsen Nederlands vormen soms een

barrière voor pedagogisch medewerkers

en hbo’ers in de kinderopvang. Sommigen

worstelen met de digitale toetsing en de tijds-

druk; anderen hebben last van opspelende

zenuwen. Voor hen, en voor degenen die

nog (net) niet geslaagd zijn en nog wat extra

willen oefenen, zijn de toetstrainingen van de

CED-Groep bedoeld. Er valt te kiezen uit drie

Voor vestigingsmanagers (of pedagogi-

sche) staf/beleidsmedewerkers met hbo

werk- en denkniveau, werkzaam in de kin-

deropvang, is er dit schooljaar de training

NCKO-module 2: Interactievaardigheden

werken met beelden. Het Nederlands Con-

sortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO)

ontwikkelde een instrument om de peda-

gogische kwaliteit van de opvang in kinder-

dagverblijven voor 0-4 jarigen te meten.

Voor gebruik in de dagelijkse praktijk is de

NCKO-Kwaliteitsmonitor ontwikkeld. In

Veel leerkrachten zijn al geïnspireerd geraakt door de 49 didactische technieken

van Teach Like a Champion voor het po en so. Uit het werkveld kwamen echter

geluiden dat dit boek niet op elk vlak van toepassing is voor de jongste kinde-

ren. Het lesgeven aan jonge kinderen vraagt vaak om een andere benadering.

Daarom wordt op dit moment gewerkt aan een publicatie en trainingen voor nul-

groepen en het kleuteronderwijs. Een pakket dat leerkrachten van deze jongste

groepen inspireert en ondersteunt, zodat zij hun eigen vaardigheden versterken

en het beste uit de kinderen halen.

De versie Teach Like a Champion - Het jonge kind is beschikbaar via onze

webwinkel (www.cedgroep.nl/webwinkel).

Training volgen? Kijjk op www.cedgroep.nl/teachtrainingen

Meer weten? Liesbeth Stout-Kreuk, [email protected]

www.teachnederland.nl

Teachnederland

www.facebook.com/teachnederland

de training NCKO-interactievaardigheden:

Werken met beelden staan de interac-

tievaardigheden van de pedagogisch

medewerkers centraal. Deelnemers doen

kennis en ervaring op met het beoordelen

van zes vaardigheden. De training geeft

ook praktische handvatten voor de bege-

leiding van pedagogisch medewerkers op

het punt van interactievaardigheden, met

gebruik van videofragmenten. Belangrijke

begrippen zijn ‘proceskwaliteit’ en de

interactievaardigheden die pedagogisch

medewerkers nodig hebben in hun om-

gang met kinderen, zodat zij de peda-

gogische basisdoelen optimaal kunnen

realiseren. Hierbij wordt uitgegaan van het

KNKO-onderzoek naar de pedagogische

kwaliteit van de opvang voor 0-4 jarigen

in Nederlandse kinderdagverblijven. De

trainingsbijeenkomsten zijn in Rotterdam,

in de middag op 12 januari, 2 februari en 9

maart 2015.

Meer informatie:

www.cedgroep.nl/cursussen

trajecten: Lezen naar 3F, Luisteren op niveau

3F en Spreken en gesprekken voeren 3F. Voor

hbo’ers op de groep is er het traject Lezen en

luisteren 4F. De trajecten zijn afzonderlijk te

boeken. Eén keer per traject wordt er geoe-

fend met een genormeerde toets: TOA (Toets

Onderwijs Arbeidsmarkt). Hiernaast werken

we met toetsvaardigheden en krijgt de cursist

uitleg bij de moeilijke onderdelen. Natuurlijk

oefenen we ook met meerkeuzevragen, zowel

schriftelijk als digitaal, en leren de deelne-

mers hoe ze stress en examenangst de baas

kunnen worden. De trainingen zijn bij de CED-

Groep in Rotterdam of Maartensdijk, maar

kunnen ook op locatie worden verzorgd.

Meer informatie:

Thea Brejaart, [email protected]

SPECIAL HET JONGE KIND

6

tekst Ronald Buitelaar

Peuter & Co is een Rotterdamse

organisatie die werk wil maken van

kwalitatief goede peuterspeelzalen.

Om dat doel te bereiken is samen

met de CED-Groep een traject ont-

wikkeld waarbij pedagogisch mede-

werkers en leerkrachten leren hoe

zij de ontwikkeling van ‘hun’ peu-

ters kunnen volgen en stimuleren.

Belangrijk hulpmiddel: Peuterstap-

pen, een door de CED-Groep ont-

wikkeld handboek over opbrengst-

gericht werken voor pedagogisch

medewerkers.

KlasseApart november 2014 nummer 4

‘Waar ik als peuter heel erg blij van werd

was het maken van heksensoep, een vieze

brij van zand, blaadjes, bloempjes en water.’

De ogen van Marchien van Marle lichten op

als ze over de herinnering aan haar eigen

peutertijd vertelt. Nicolette van de Kreeke

knikt instemmend. Marchien en Nicolette zit-

ten samen aan tafel om te vertellen over het

ontwikkelproject voor pedagogisch mede-

werkers en leerkrachten dat sinds kort van

start is gegaan en in totaal anderhalf jaar zal

duren. Marchien in haar functie als program-

maleider scholing en ontwikkeling bij Peuter

& Co en Nicolette van de Kreeke als adviseur

van de CED-Groep. Beiden willen met het

scholingstraject bereiken dat het spel weer

centraal komt te staan in de ontwikkeling van

jonge kinderen. Daarnaast moet het traject

pedagogisch medewerkers en leerkrachten

genoeg handvatten aanreiken om die ontwik-

keling te volgen en te stimuleren. Marchien:

‘Onze peuters moeten zich voelen als Sjakie

in de chocoladefabriek. Aan ons om ze rond

te leiden.’

Kwaliteit verhogenDat Peuter & Co zoveel waarde hecht aan

een gedegen opleiding heeft niet alleen te

maken met de behoefte van de instelling zelf

aan goed gekwalificeerd personeel. Met het

opleidingstraject speelt Peuter & Co ook in op

de wens van de overheid om de kwaliteit van

de sector verder te verhogen. Marchien: ‘Onze

pedagogisch medewerkers voldoen allemaal

aan de taaleisen en we zijn twee jaar geleden

als eerste organisatie voor peuterspeelza-

len gestart met opbrengstgericht werken.

Nicolette: ‘De overheid voorziet de voor- en

vroegschoolse voorzieningen al een kleine

twintig jaar van kwaliteitsimpulsen. Zo werd

vanaf 2000 het gebruik van programma’s als

Piramide en Puk & Ko gestimuleerd. Met

succes, want de resultaten namen toe, maar

nog onvoldoende om de achterstanden in te

lopen die veel peuters hebben als ze naar de

basisschool gaan. De afgelopen jaren is het

aanbod verder versterkt door voorschoolse

voorzieningen als groep nul, maar ook de

effecten daarvan zijn nog niet voldoende.’ Dát

er werk aan de winkel is werd recent (2012)

nog eens bevestigd door onderzoek van het

Nederlands Consortium Kinderopvang Onder-

zoek (NCKO). Marchien: ‘Daaruit bleek dat de

pedagogische kwaliteit ten opzichte van 2008

wel verbeterd is, maar dat de vooruitgang van

interactievaardigheden van de peuterleidsters

achterbleef bij wat eigenlijk verwacht mocht

worden. Bovendien bleek de pedagogische

kwaliteit in groepen niet stabiel. Verbete-

ringen zijn nog niet duurzaam en worden

onvoldoende geborgd.’

Inzicht in de groepPeuter & Co wil daar verandering in brengen.

Met ondersteuning van de CED-Groep is een

traject ontwikkeld waarmee in anderhalf jaar

zo’n tweehonderd pedagogisch medewerkers

(mbo en hbo) en vijftig basisschoolleer-

krachten opbrengstgericht leren werken met

peuters. Het scholingstraject kent een voor-

geschiedenis die in 2012 begon. Nicolette:

‘Omdat we niet over een nacht ijs wilden gaan

hebben we eerst een pilot met een beperkt

aantal groepen en pedagogisch medewerkers

gedraaid. Daarbij brachten we met elkaar in

kaart hoe er aan taal- en rekenontwikkeling

werd gewerkt. Vervolgens zijn de peuters

op grond van de verzamelde gegevens in

drie niveaus ingedeeld: peuters die intensief

ondersteund moeten worden, peuters die

voldoende hebben aan basisondersteuning

en peuters die behoefte hebben aan verdiepte

ondersteuning. Ook is besproken welk aanbod

daarbij hoorde. Het viel ons daarbij op dat

de pedagogisch medewerkers verrast waren

over het niveau dat van peuters verwacht mag

worden en dat ze enthousiast reageerden op

het inzicht dat ze hierdoor in de groep kregen.

Zeker leidsters van peuters in achterstands-

situaties blijken een vertekend beeld te heb-

ben van wat ze van peuters op een bepaalde

leeftijd mogen verwachten.’

Cyclische werkwijze Dat menig pedagogisch medewerker in

eerste instantie enigszins huiverig tegen het

scholingstraject en de term opbrengstgericht

werken aankeek verbaasde Marchien en Ni-

colette niet. Marchien: ‘Iets nieuws gaan doen

roept wel vaker weerstand op, maar die ebde

in dit geval snel weg. We hebben uitgelegd dat

er bij opbrengstgericht werken niet aan lesjes

en toetsen gedacht moet worden, maar aan

Opbrengstgericht werken met peuters ‘Geen lesjes maar ontwikkelruimte voor de peuter’

7KlasseApart november 2014 nummer 4

In de kring op de vestiging van Peuter & Co aan de Benthuizerstraat . foto Jan van der Meijde

het planmatig en doelgericht stimuleren van

de ontwikkeling van het jonge kind.’ Nicolette:

‘De kinderen blijven gewoon doen wat ze

altijd doen, maar de pedagogisch medewer-

kers moeten leren dat ze met behulp van de

4D-aanpak invloed kunnen uitoefenen op het

ontwikkelingsproces. Ze moeten inzien dat ze

met hun dagelijkse observaties, gesprekken

met ouders en observatielijsten al over veel

data beschikken en ze moeten leren begrijpen

wat die data zeggen, welke doelen zij aan de

hand daarvan voor de groep kunnen opstellen

en hoe zij daar uitvoering aan kunnen geven.

Als ze die cyclische werkwijze in hun vingers

hebben kan een goede balans worden gevon-

den tussen doelgericht werken en spelen.’

Grillig proces Belangrijk in dat proces is het inzicht krijgen

in leerlijnen. Marchien: ‘Zowel mbo’ers als

hbo’ers leren maar heel weinig over de ont-

wikkeling van peuters. Afgelopen jaar heeft

Peuter & Co zelf in scholing veel aandacht

besteed aan de ontwikkelingslijnen en spe-

lend leren met peuters. Met het boek ‘Peu-

terstappen’ van de CED-Groep krijgen ze een

vervolg op deze kennis aangeboden. Tijdens

de vijf scholingsbijeenkomsten en praktijk-

begeleiding op de locatie gaan we dieper in

op de toepasbaarheid ervan.’ Een van de be-

langrijke inzichten die de peuterleidsters ver-

werven is dat het leren van peuters een grillig

proces is dat gepaard gaat met veel trial and

error.’ Marchien: ‘Bij een peuter doet alles

mee. Hij proeft, ruikt, raakt aan. En dat alles

met een motoriek die bij lange na nog niet op-

timaal functioneert. Dat daarbij wel eens iets

valt of omgestoten wordt hoort er allemaal

bij. Peuters moeten met hun grove motoriek

kunnen oefenen om hun fijne motoriek te ont-

wikkelen. Daarvoor moet ruimte en gelegen-

heid zijn.’ Marchien en Nicolette wijzen erop

dat het van groot belang is dat peuters voort-

durend getriggerd worden: ‘Thuis gebeurt dat

niet of te weinig. Veel ouders houden er niet

van dat het voortdurend een rommeltje is in

huis en als dan ook het taalaanbod mager is

en er weinig materialen voorhanden zijn komt

de ontwikkeling onvoldoende op gang.’ Waar

beiden zich vooral zorgen over maken is dat

veel peuters steeds vaker alleen nog via het

platte vlak van bijvoorbeeld televisie of tablet

leren. Een ontwikkeling die zij met lede ogen

gadeslaan. Marchien: ‘Voor peuters is het be-

langrijk dat ze met echte materialen werken.

Laat ze maar rommelen en uitproberen. Daar

leren ze veel van.’ ‘Net als wij vroeger’, ver-

zucht Nicolette, ‘urenlang knoeien met water

en zand. Heerlijk!’

KABINETSDOELEN VOORSCHOOLSE VOORZIENINGENHet kabinet Rutte wil dat onderwijs, kin-

deropvang, peuterspeelzalen en voor-en

vroegschoolse educatie meer op elkaar af-

gestemd raken en heeft daarom drie doel-

stellingen geformuleerd voor het huidige

stelsel: versterking van de pedagogische

kwaliteit, een kwaliteitskader voor alle

voorschoolse voorzieningen en één finan-

cieringsstructuur voor werkende ouders.

Kwaliteitsverhoging van de voorschoolse

voorzieningen moet in ieder geval bestaan

uit: structurele scholing van pedagogisch

medewerkers, een betere mix van mbo- en

hbo-functies op de werkvloer, goede en

gelijkwaardige samenwerking tussen ba-

sisscholen en voorschoolse voorzieningen,

structureel volgen van de ontwikkeling van

kinderen en ontwikkelingsgericht werken.

GEBRUIKSCIJFERSUit onderzoek dat bureau Buitenhek Ma-

nagement & Consult dit jaar in opdracht

van het ministerie van Sociale Zaken en

Werkgelegenheid (SZW) uitvoerde, blijkt

dat op dit moment 99.000 peuters naar een

peuterspeelzaal gaan. SZW beschikt niet

over feitelijke gegevens over het aantal

kinderen in peuteropvang zonder kinder-

opvangtoeslag en het aantal kinderen

met een combinatie van kinderopvang en

peuterspeelzaalwerk. Maar op basis van

ouders die wel kinderopvangtoeslag ont-

vangen, stelt SZW vast dat in ieder geval

122.000 peuters naar de kinderopvang

gaan. Hoewel een totaal overzicht dus

ontbreekt schat het ministerie in dat mo-

menteel zo’n 85% van alle peuters gebruik

maakt van een voorziening.

PEUTERSTAPPENPeuterstappen is een door de CED-Groep

ontwikkeld handboek waarmee pedago-

gisch medewerkers leren bepalen wat hun

peuters nodig hebben. Het boek volgt de

4D-aanpak en leert leidsters dat een cycli-

sche aanpak van opbrengstgericht werken

bestaat uit het verzamelen van data, het

duiden van de uitkomsten, het stellen van

doelen en het met behulp van groepsplan-

nen uitvoeren hiervan.

www.cedgroep.nl/webwinkel

Meer weten?

Nicolette van de Kreeke

[email protected]

www.opbrengstgerichtwerken4d.nl

8 KlasseApart november 2014 nummer 4

SPECIAL HET JONGE KIND

tekst Karin van Breugel

Er is de laatste jaren veel geld gestoken in de professionalisering van peda-

gogisch medewerkers en kinderopvangorganisaties. Er zijn flinke stappen

gezet, maar hoe voorkom je dat alles wat geleerd is weer vervliegt? Hoe cre-

eer je een organisatie die zich continu ontwikkelt en investeert in kwaliteit?

‘Je ziet dat veel kinderopvangorganisaties

zich laten leiden door de waan van de dag. Zij

reageren ad hoc op allerlei ontwikkelingen en

impulsen van buitenaf. Dat is enorm zonde,

want je wil natuurlijk liever zélf bepalen wat

je doelen zijn, waar je naartoe wilt en hoe je

dat gaat aanpakken,’ zegt Marla van Berge

Henegouwen, onderwijsadviseur bij de CED-

Groep.

Daarom ontwikkelde de CED-Groep Kinder-

opvang 4.0. Een eigentijds concept, dat ervoor

zorgt dat organisaties weer de regie krijgen

over hun eigen kwaliteit en hun eigen ontwik-

keling. Kinderopvang 4.0 is gebaseerd op het

gedachtegoed van ‘de lerende organisatie’.

Een lerende organisatie werkt vanuit een hel-

dere visie en is continu bezig om de kwaliteit

van de bedrijfsvoering en de medewerkers te

verbeteren. Onlangs publiceerde het Bureau

Kwaliteit Kinderopvang (BKK) hierover twee

Karin van Rijn: ‘Als je data en analyses goed op papier staan, kom je sterker over. ’foto Jan van der Meijde

Steeds beter worden?Kies voor kinderopvang 4.0!

interessante boekjes (zie kadertje). Marla:

‘Wij denken dat veel organisaties daarnaast

ook behoefte hebben aan wat meer prakti-

sche hulp.’ Bij wijze van proef organiseerde

de CED-Groep daarom onlangs twee bijeen-

komsten voor leidinggevenden van kinderop-

vangorganisaties. Centraal thema was uiter-

aard: hoe word ik een lerende organisatie?

‘Werken aan kwaliteit is een cyclisch proces.

Daarmee bedoel ik dat je eigenlijk permanent

bezig bent met het analyseren van data, stel-

len van doelen en monitoren van de uitvoe-

ring,’ legt Marla uit. Het 4D-model van de

CED-Groep is een praktisch kwaliteitsinstru-

ment, dat uitgebreid aan bod kwam tijdens

de bijeenkomsten. ‘Een aantal deelnemers

kende ons 4D-model al, bijvoorbeeld omdat

pedagogisch medewerkers het op de groep

gebruiken. Het was voor hen een eye-opener

dat het model óók uitstekend bruikbaar is om

de hele organisatie te verbeteren.’

Sterker staanKarin van Rijn werkt bij Versa Welzijn als

leidinggevende peuterspeelzalen en opvoe-

dingsondersteuning in Baarn en Bussum. Zij

bezocht de bijeenkomsten samen met drie

collegaleidinggevenden. ‘We hebben onder

andere gekeken naar het verzamelen en ana-

lyseren van data. Dat was voor mij echt een

Lerende organisatie

9KlasseApart november 2014 nummer 4

Spelend leren bij Versa Welzijn. foto Jan van der Meijde

trigger! Normaal gesproken heb ik veel infor-

matie gewoon in mijn hoofd zitten, maar ik zie

nu hoe belangrijk het is dat data en analyses

ook goed op papier staan. Dan kom je sterker

over, bijvoorbeeld tijdens een overleg met de

gemeente of een teambijeenkomst.’

Het was volgens Karin nog nooit eerder zó

belangrijk om goed beslagen ten ijs te komen.

‘De afgelopen jaren zijn zwaar geweest voor

de kinderopvang. Veel subsidies werden maar

voor één jaar verstrekt. Daardoor waren we

erg gefocust op de korte termijn. Het maken

van langetermijnplannen bleef gewoon lig-

gen. Door de transitie van de jeugdzorg en de

overheveling van budgetten naar de gemeen-

te, moet je verder kijken dan 2015 en 2016.

Nu liggen er echt kansen om met een goed

verhaal te komen voor de langere termijn. De

dingen die ik tijdens de bijeenkomsten heb

geleerd, kan ik daar goed bij gebruiken.’

Direct aan de slagMet een aantal zaken zijn Karin en haar

collega’s na de bijeenkomsten direct aan de

slag gegaan. Een voorbeeld: ‘Binnen de drie

peuterspeelzalen waaraan ik leiding geef, heb

ik een nieuw soort werkplan geïntroduceerd.

Voorheen was dit heel algemeen. Nu gaan de

teams heldere en concrete doelen benoe-

men voor de korte en lange termijn. Zo is er

bijvoorbeeld een team dat de rapportage wil

gaan verbeteren, zodat pedagogisch mede-

werkers in één oogopslag de doorgaande lijn

zien.’ Karin benadrukt hoe belangrijk het is

dat het team dat soort doelen zélf benoemt:

‘Als je iets van bovenaf oplegt, gaat het

absoluut niet werken.’ Zij helpt elk team wel

met de verdere uitwerking. Zo bespreekt ze

tijdens het werkoverleg op de locatie hoe het

ermee staat. Samen met het team kijkt ze

wat er al gedaan is, wat de volgende stap is,

wanneer dat klaar moet zijn en vooral ook wie

hiervoor verantwoordelijk is. ‘Door zo’n doel

steeds aan de orde te stellen in het werkover-

leg, blijft het team betrokken, hou je draag-

vlak en zorg je voor een goede borging.’

Karin besteedt veel aandacht aan de commu-

nicatie met haar teams en met haar collega-

leidinggevenden. ‘Het is heel fijn dat ik drie

collega’s heb met een vergelijkbare functie.

We wisselen veel uit en informeren elkaar

over ontwikkelingen. Als ik ergens tegenaan

loop, vraag ik hulp of advies.’

Van elkaar leren‘Die professionele dialoog is heel waardevol,

zeker in een lerende organisatie,’ zegt ook

Marla van Berge Henegouwen. ‘Mensen kun-

nen zoveel van elkaar en met elkaar leren.

Dat kun je als leidinggevende niet genoeg

stimuleren en faciliteren.’ Zij kijkt met een

goed gevoel terug op de twee pilotbijeenkom-

sten. ‘De deelnemers waren heel enthousiast

en wilden er echt mee aan de slag. Maar dat

kan in de praktijk toch lastig zijn. Mensen in

de kinderopvang werken keihard en het lukt

gewoon niet altijd om hier tijd voor te nemen.’

Daarom ondersteunt de CED-Groep organi-

saties die een volgende stap willen zetten in

hun ontwikkeling: de stap naar Kinderopvang

4.0. De ondersteuning is altijd maatwerk. De

begeleiding is gericht op de professionele or-

ganisatie. Er zijn modules over onder andere

jaarplanning en borging, ontwikkeling van een

plan van aanpak, coachen van leidinggeven-

den, collegiale consultatie, kwaliteitsinstru-

menten of interne en externe communicatie.

Meer weten?

Marla van Berge Henegouwen

[email protected]

www.cedgroep.nl/ lerendeorganisatie

Leestips - ‘Lerenderwijs. Samen werken aan peda-

gogische kwaliteit in de kinderopvang’

www.pedagogischkader.nl

- ‘Een lerende organisatie worden én blijven’

www.stichtingbkk.nl

SPECIAL HET JONGE KIND

10

tekst Marijke Nijboer

Goed kijken naar het kind, zoveel mogelijk denken vanuit hem en aan-

sluiten bij zijn behoefte: dat deed Ouarda Rezzougui tot op zekere hoogte

wel. Breinsleutels helpt haar om deze technieken bewuster in te zetten.

Anders

KlasseApart november 2014 nummer 4

Breinsleutels – Het jonge kind:

Dikkertje Dap is een ‘plusopvang’. Hier

komen kinderen van 0 tot 4 jaar met een

indicatie vanwege problematiek binnen het

gezin, en/of bij het kind zelf. Kinderen hebben

een stoornis in hun ontwikkeling, of dreigen

die te ontwikkelen. Pedagogisch medewerk-

ster Ouarda Rezzougui bezocht twee bij-

eenkomsten over Breinsleutels en paste de

geleerde technieken bij wijze van pilot daarna

toe in haar groep onder begeleiding van een

adviseur. Haar ervaringen werden gebruikt

voor de ontwikkeling van ‘Breinsleutels – Het

jonge kind’, een pas verschenen, praktisch

werkboek, bedoeld voor pedagogisch mede-

werkers en leerkrachten in de onderbouw.

Ouarda’s groep, kinderen van 2,5 tot vier jaar,

is behoorlijk druk. ‘Wij observeren natuurlijk

veel, maar de betekenis van wat we zagen

vulden we vaak zelf in,’ vertelt zij. ‘Door

Breinsleutels ga je minder vanuit je eigen

perspectief kijken, en meer vanuit het kind.

Dat was een eyeopener.’

Ze geeft een voorbeeld. ‘We zitten in de kring

en ik geef de kinderen een opdracht. Terwijl

ik praat zie ik dat een paar jongetjes onrus-

tig zijn. Ze letten niet op. Vroeger zou ik dan

zeggen: kom, nog even luisteren. Nu zie ik: ze

hebben behoefte aan beweging. Dus laat ik ze

eerst even lekker buiten rennen. Daarna gaan

we die andere activiteit binnen doen.’ Als kin-

deren niet kunnen stilzitten, beseft Ouarda,

Als de kinderen onrustig zi jn, gaat Ouarda Rezzougui eerst met ze naar buiten. foto Jan van der Meijde

11

s kijken, bewuster werken

KlasseApart november 2014 nummer 4

bereik je ze toch niet. Ze combineert nu soms

ook opdrachten met beweging. ‘Dan laat ik ze

bijvoorbeeld pittenzakken op kleur sorteren

en op verschillende plekken opbergen.’

BovenkamerBreinsleutels definieert vijf deuren naar de

‘bovenkamer’ van kinderen: het langeter-

mijngeheugen, en vier executieve functies die

helpen bij ingewikkelde taken zoals het ma-

ken van keuzes en oplossen van problemen:

werkgeheugen, inhibitie, flexibiliteit en plan-

ning. Breinsleutels zijn technieken waarmee

de pedagogisch medewerker of leerkracht die

deuren kan openen, oftewel die executieve

functies en het langetermijngeheugen kan

verbeteren.

Twee van die sleutels, waar Ouarda veel

gebruik van maakt, zijn ‘herhalen’ en ‘geheu-

gensteuntjes’. Aan het begin van de dag hangt

ze voor elke activiteit pictogrammen klaar,

in de juiste volgorde, en regelmatig verwijst

ze daarnaar. Veel van haar kinderen hebben

moeite met veranderingen en gedijen goed bij

structuur. Ouarda gebruikt een ‘time timer’,

een klok met kleurvlakken, om de kinderen

te laten zien hoeveel tijd ze hebben voor een

activiteit. ‘Sommige kinderen, vooral degenen

met een korte aandachtsspan, vragen zelf om

de time timer. Die willen weten waar ze aan

toe zijn.’

Marije Boonstra, neuropsycholoog en co-

auteur van ‘Breinsleutels - Het Jonge kind’,

denkt dat deze methode extra veel kan be-

tekenen voor kinderen met een achterstand.

‘Die krijgen thuis doorgaans minder prikkels.

Bij hen zie je vaak dat die vijf deuren minder

ver open staan. Zij hebben dus op die punten

wat extra’s nodig.’ Als voorbeeld noemt ze

kinderen met een stoornis in het autistisch

spectrum. ‘Bij hen is van die vijf deuren vooral

de flexibiliteit lastig. Ze hebben moeite met

schakelen van de ene situatie naar de andere.

Dat ondersteun je met de breinsleutel ‘scha-

kelen’. Je geeft duidelijk aan: we hebben nu

dit gedaan, dat gaan we afsluiten en dan gaan

we door naar de volgende situatie. Je neemt

zo’n time timer, waar Ouarda mee werkt, of

een grote zandloper, en als het bijna tijd is

ga je daarmee alle groepjes langs. Dan zeg

je: kijk eens, de zandloper is bijna leeg. Dat

betekent dat we bijna gaan opruimen en fruit

eten.’

Vragen stellenOuarda werkt ook veel met de breinsleutel

‘vragen stellen’. ‘Bijvoorbeeld na het voorle-

zen. Zo checken we of het verhaal is bin-

nengekomen. Als ik vroeger zag dat een kind

tijdens het voorlezen met andere dingen bezig

was, nam ik altijd aan dat het dus niet had

geluisterd. Maar dat is een vooroordeel, merk

ik, want als je zo’n kind ondervraagt, merk je

soms dat het verhaal wel degelijk is overge-

komen.’ Soms laat ze kinderen het verhaal

zelf afmaken. ‘Dan word ik echt verrast door

hun fantasie.’

Bij sommige kinderen werkt het vragen

stellen in de groep niet. Geïnspireerd door

Breinsleutels probeerde Ouarda zo’n jongetje

eens op een andere manier te benaderen.

‘Elk kind heeft bij ons een eigen diersymbool

en ’s morgens oefen ik al die dieren met de

kinderen. Als ik dat jongetje vroeg naar een

dierennaam, herhaalde hij alleen mijn vraag

of praatte hij de andere kinderen na. Op een

ochtend ben ik met hem apart gaan zitten.

Toen bleek dat hij alle dieren kon opnoemen.

We denken dat zijn gedrag in de groep te ma-

ken heeft met een gebrek aan zelfvertrouwen.

Ik heb met m’n collega afgesproken dat we

hem voorlopig in de kring als eerste de beurt

geven. Hij kreeg van ons een kaart en elke

keer als hij een goed antwoord geeft, plakken

we daar een sticker op: een beloning voor het

zelf nadenken. Dat werkt prima.’

Dikkertje Dap werkt vanuit de methode van

Freinet. Ouarda: ‘Dat betekent dat we ons

richten op de behoefte van het kind. Brein-

sleutels sluit daar heel mooi bij aan.’ Veel

onderdelen van Breinsleutels kwamen haar

bekend voor. ‘Sommige dingen deed ik ook

al. Maar nu kan ik er een naam aan geven. Je

bent bewuster met je werk bezig.’

Etiketje Marije is met Ouarda eens dat Breinsleutels

geen heel nieuwe uitgangspunten bevat.

‘We leggen uit waarom bepaalde dingen die

je vaak al met kinderen doet, zo zinvol zijn

bij het leren. En hoe je daarmee de relatie

tussen brein en leren kunt versterken. Ik

denk dat het mensen stimuleert als ze weten

waaróm iets goed is. Dan pakken ze het waar-

schijnlijk beter op dan als ze het alleen doen

omdat het nu eenmaal onderdeel is van het

model waarmee hun organisatie werkt.’

Breinsleutels is een middel om meer uit kin-

deren te halen in de opvang en het onderwijs.

Voor het jonge kind zijn dezelfde ‘deuren’

gedefinieerd als voor oudere kinderen. Marije:

‘Alleen hebben we ze voor de jongsten net

iets anders uitgewerkt, omdat deze deuren

bij hen een stuk minder ver zijn ontwikkeld.

Met name in de peuter- en kleutertijd worden

enorme ontwikkelingssprongen gemaakt, ook

bij die executieve functies.’

Kinderen profiteren ervan als er begrip is

voor het waarom van hun gedrag. ‘Er worden

snel etiketjes geplakt: een kind is een chaoot,

of een sloddervos. Door Breinsleutels ga je

zien dat er achter zo’n etiketje ‘sloddervos’

een kind zit dat moeite heeft met plannen

en organiseren. Dáárom is z’n laatje zo’n

puinhoop, daarom heeft hij z’n spullen niet bij

zich. Breinsleutels kan je helpen om bewus-

ter te werk te gaan en anders naar kinderen

te kijken.’

Meer weten?

Marije Boonstra

[email protected]

www.cedgroep.nl/

breinsleutelsjongekind

SPECIAL HET JONGE KIND

12 KlasseApart november 2014 nummer 4

Mundo biedt bij alle kinderopvanglocaties

peuterklassen aan als alternatief voor de

peuterspeelzaal. Peuters vanaf 2,5 jaar krij-

gen in deze klassen meer uitdagingen zodat

de overgang naar de basisschool nog beter

verloopt. De pedagogisch medewerkers zijn

daarvoor vertrouwd gemaakt met Startblok-

ken, een methode voor de vroeg- en voor-

schoolse educatie (vve).

Vorig seizoen legde de onderwijsinspectie

de peuterklassen langs alle vve-criteria.

Toen bleek de organisatie aan veel criteria te

voldoen, maar er waren ook een paar losse

eindjes. ‘Het zat hem vooral in de integrale

aanpak en het opbrengstgericht werken,’

vertelt Esmeralda Sweeris, innovatie- en

organisatieadviseur van de CED-Groep.

GrondigHet bestuur van Mundo koos voor een gron-

dige aanpak. In september startte een pilot op

drie locaties. Esmeralda zet hiervoor een tra-

ject uit volgens de criteria van de onderwijs-

inspectie. Een integraal vve-aanbod maakt

daar deel van uit. Het traject kan volgend

jaar worden uitgerold over de rest van de

organisatie. Als eerste stap noemt Esmeralda

het aanstellen van een interne coördinator.

‘Er moet iemand zijn voor de kwaliteit, het

monitoren van de resultaten, de evaluatie en

het opstellen van verbetermaatregelen, zodat

alles wat je inzet ook wordt geborgd,’ zegt zij.

‘Je ziet in sommige organisaties dat dit nog

te weinig gebeurt en dan kan een investering

van twee jaar zo maar weer verdwijnen.’

Die eerste stap is bij Mundo goed geregeld.

Peuterpedagoog Maaike Roukens heeft de

rol van interne coördinator op zich genomen.

‘Ik heb een meewerkende en vooral ook

overkoepelende rol,’ vertelt ze. ‘Drie dagen in

de week werk ik mee op de drie pilotlocaties

in een voorbeeldfunctie en als coach. En een

dag zit ik op kantoor voor het overkoepelende

gedeelte. Ik bewaak het proces en zorg voor

de vertaling naar de werkvloer.’

Goede vertalingMaaike en Esmeralda werken nauw samen.

‘Het is fijn dat Esmeralda mij kan begeleiden

op de inhoud. Ze is ervaren en heeft veel

kennis over vroeg- en voorschoolse educatie,’

zegt Maaike. ‘En ik heb Maaike nodig voor

een goede vertaling naar de werkvloer,’ zegt

Esmeralda. ‘Bijvoorbeeld om mijn trainingen

goed te kunnen samenstellen.’

De pilot is net begonnen. Esmeralda heeft

een scan gemaakt van de organisatie. Ze weet

nu waar ze het zwaartepunt van het traject wil

leggen en hoe de taakverdeling zou moeten

worden. Samen met Maaike begint ze aan

een nulmeting in de peuterklassen. Maaike:

‘Het einddoel is overal hetzelfde: dat we

straks een goed vve-programma hebben waar

peuters baat bij hebben en dat aan alle eisen

voldoet. Maar de concrete doelen per locatie

moeten we nog vaststellen. Met behulp van

de nulmeting kijken we eerst waar we staan.

Daarna maken we per locatie een plan. Het

kan zijn dat een locatie verder is op het ene

punt, maar minder ver op het andere. Het is

belangrijk daarbij aan te sluiten.’

Bij het verbeteren van de kwaliteit van de

voorschoolse educatie speelt kwaliteitszorg

altijd een rol. Esmeralda: ‘Het is belangrijk

dat het ingezette beleid wordt geëvalueerd,

dat je verbeterpunten opstelt en dat alles

wordt geborgd. Zo’n traject is altijd maatwerk

en op de mens gericht.’

Kwaliteitsslag bij Mundo

tekst Renate Mamber

Kinderopvang Mundo wil dit jaar de kwaliteit verbeteren van de

voorschoolse educatie in de peuterklassen. ‘Het is een soort puzzel,’

vindt Maaike Roukens van Mundo. ‘De randen liggen er al maar de

invulling kan nog op verschillende manieren worden opgebouwd.’

Maaike Roukens: ‘Jonge kinderen zijn net een spons, ze nemen alles op. ’foto Jan van der Meijde

‘Het einddoel staat vast, maar de weg ernaartoe nog niet’

13KlasseApart november 2014 nummer 4

De hele puzzelDe pedagogisch medewerkers die meedoen

aan de pilot kregen tijdens een eerste bijeen-

komst meer informatie over het traject. Naast

veel enthousiasme waren er ook vragen. ‘Ie-

dereen wil graag weten hoe de hele puzzel er

precies uit komt te zien,’ zegt Maaike. ‘Maar

al staat het einddoel vast, de weg ernaartoe

nog niet.’

Behalve dat de kwaliteit van de peuterklassen

toeneemt, hoopt Maaike dat het traject ook het

werkplezier vergroot. ‘Dat je ziet dat kinderen

gaan groeien. Jonge kinderen groeien zo snel.

Ze zijn net een spons, ze nemen alles op.’

‘En dat de overgang naar de basisschool echt

soepel gaat verlopen,’ vult Esmeralda aan.

‘Dat ouders weten dat bij Mundo het onderste

uit de kan wordt gehaald voor hun kind.’

Ad Oskam

Meer weten?

Esmeralda Sweeris

[email protected]

14 KlasseApart november 2014 nummer 4

Er is in stilte een spannende discussie gaande tussen

de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het

kabinet. De VNG pleit voor een basisaanbod van voor-

schoolse voorzieningen voor alle peuters van 2,5 tot 4 jaar.

Met het VNG-peuterscenario krijgen al die peuters in Ne-

derland een basisaanbod van twee dagdelen per week in

een voorschoolse voorziening. Dat zou een goed begin zijn

om alle kinderen een meer gelijke startkans op de basis-

school te geven. En het zou vooral een einde maken aan

dat onoverzichtelijke stelsel van voorschoolse voorzie-

ningen met allemaal verschillende financieringsbronnen,

verschillende kwaliteitseisen en verschillende toezichtka-

ders en –houders. En volgens de Algemene Rekenkamer

is er voldoende geld om dit te realiseren. Doen dus zou je

zeggen. Liever nog vandaag dan morgen. Weliswaar zijn

twee dagdelen nog wat mager, maar als dit de manier is

om van de bestaande beleidsrommel af te komen en op

weg te gaan naar een basisvoorziening: doen. We lopen

op dit vlak toch al schrikbarend lang en ernstig achter op

wat zou moeten. En op wat in de ons omringende landen

al lang praktijk is.

Maar het kabinet is tegen. Zij willen alleen betalen voor

kinderen van werkende ouders en kinderen met een taal-

achterstand… Voor de resterende groep peuters moeten

ouders zelf maar betalen. Hier gloort nu plotseling een

onverwacht bezuinigingsvoorstel! Leerplicht, alleen voor

kinderen van werkende ouders en kinderen met een taal-

achterstand. Voor de andere kinderen moeten de ouders

maar zelf betalen…

Het ontwikkelrecht van peuters past volledig binnen de

leerplicht. We laten bepaalde groepen ouders toch ook

niet betalen voor de basisschool? Wat vindt u van het

voorstel om hen wel de portemonnee te laten trekken voor

de voorschoolse voorziening?

Wat zegt u? Baarlijke nonsens?

Inderdaad.

Het is grote flauwekul!

Theo Magito is algemeen directeur/bestuurder van de

CED-Groep. @magitoT

Ontwikkelrecht en leerplicht

SPOT

MAGiTO

Wie ben je?Gladys Nede, innovatie – en organisatie adviseur jonge kind. Ik werk

sinds twaalf jaar bij de CED-Groep.

Waar kom je vandaan en waar ga je naar toe?Ik kom van huis. Ik woon in Rotterdam en ben op weg naar de Open-

bare Bibliotheek in Amsterdam.

Wat ga je daar doen?Daar verzorg ik de Basistraining VVE plus, voor pedagogisch mede-

werkers uit Amsterdam. Deze training is bestemd voor pedagogisch

medewerkers van kinderdagverblijven en peuterspeelzalen die nog niet

geschoold zijn in een door Amsterdam erkend VVE-programma.

Het gaat om een pilot die wordt ontwikkeld en uitgevoerd door vier

organisaties: het NJI, De Activiteit, Cito en de CED-Groep.

De Basistraining VVE plus bouwt voort op de recent ontwikkelde

Basistraining VVE voor invalkrachten en pedagogisch medewerkers

(PW3 en PW4). Deze bestaat uit trainingsbijeenkomsten in combinatie

met praktijkopdrachten, portfolio en individuele begeleiding op locatie.

In de Basistraining VVE staan dagelijkse routines centraal: hoe kun je

deze omzetten in betekenisvolle leersituaties? De evaluaties van de

deelnemers, trainers en andere betrokkenen bij de pilots laten zien dat

er een product van hoge kwaliteit ligt dat goed aansluit bij de dagelijkse

praktijk van peuterleidsters en pedagogisch medewerkers. De training

draagt bij aan de bewustwording van de belangrijke rol die leidsters en

pedagogisch medewerkers hebben in het begeleiden en stimuleren van

de ontwikkeling van jonge kinderen. De training biedt handvatten om

handelingsgericht én doelgericht te werken en de kinderen daadwerke-

lijk verder te helpen in hun ontwikkeling.

Wat is je motto?Een goede voorbereiding is het halve werk!

AGENDA

15KlasseApart november 2014 nummer 4

CURSUSSEN (startdatum)STUDIE(MID)DAGEN EN WORKSHOPS

BINNENKORT

wo 8/4 2015 Werken met knuffelsvrij 5/6 2015 Werken in hoeken in de kinderopvangdi 10/6/2015 Drama is leuk en stimulerend

do 27/vrij 28/za 29 november 2014, Den Bosch

Beurs Kindvak KindVak is de vakbeurs voor professionals in de kinderopvang,

buitenschoolse opvang en brede scholen, de zogenaamde kind-

pro’s. Kindpro’s zijn werkzaam in onderwijs, jeugdzorg en opvang,

hebben ieder hun eigen specialiteit maar vormen gezamenlijk

het team.

www.kindvak.nl

wo 11 maart 2015, Capelle aan den IJssel

Conferentie Stimuleren van jonge kinderen, wat werkt echt?Velen pleiten ervoor om de ontwikkeling van jonge kinderen in de

kinderopvang en de onderbouw van het primair onderwijs planma-

tig te stimuleren. Maar wat maakt dat vroegkinderlijke stimulering

werkt en wat werkt niet?

www.cedgroep.nl/conferentiejongekind

Kijk voor meer informatie op www.cedgroep.nl/agenda

wo 12/11 Signaleren van ontwikkelingsproblemen

di 25/11 NCKO module 1: Kwaliteitsmonitor

wo 7/1 Interne coach VVE

vrij 9 /1 Basiscursus Omgaan met opvallend gedrag

bij jonge kinderen

vr 9/12 Intern begeleider voor kov en psz in Roermond

ma 12/1 NCKO module 2: Interactievaardigheden

woe 14/1 Intern begeleider voor kov en psz in Rotterdam

vr 23/1 Hbo’er op de groep

do 14/1 Opbrengstgericht werken met kleuters

wo 28/1 Het kinderbrein, motoriek en leren 0-7 jaar

Intern begeleider kinderopvang en peuterspeelzaalIn het primair onderwijs is de intern begeleider inmiddels

niet meer weg te denken. Hij of zij waarborgt de zorg binnen

de basisschool, legt contacten met externe organisaties en

ondersteunt zijn of haar collega’s in hun onderwijspraktijk aan

zorgleerlingen.

Steeds meer kinderopvangcentra en peuterspeelzalen hebben

ook behoefte aan een efficiënte zorgstructuur, gestructureer-

de aandacht voor opvallende kinderen en begeleiding van de

pedagogisch medewerkers die met hen werken. Vanuit deze

behoefte is in samenwerking met het veld de cursus ‘Intern

Begeleider kinderopvang en peuterspeelzaal’ ontstaan.

Meer informatie: www.cedgroep.nl/iberindekov

Signaleren van ontwikkelingsproblemenTijdens de training ‘Signaleren van ontwikkelingsproblemen’

krijgt de deelnemer eerst informatie over de normale ontwik-

keling van kinderen in de leeftijd van nul tot 4 jaar.

Vervolgens komt observeren, registreren en analyseren aan

de orde en het opstellen van een handelingsplan. De laatste

bijeenkomst gaat dieper in op het voeren van oudergesprek-

ken over opvallende kinderen.

Meer informatie: www.cedgroep.nl/signalerenkov

Interne Coach VVEVoor ervaren en VVE-gecertificeerde MBO+ medewerkers in

de kinderopvang en peuterspeelzalen bieden wij de training

‘Interne coach VVE’ aan. Met deze training zijn deelnemers in

staat een positieve bijdrage te leveren aan implementatie en

borging van de VVE-concepten binnen de eigen organisatie.

Grote organisaties voor kinderopvang raden we aan om staf-

medewerkers te trainen tot interne coach VVE. De opleiding

bestaat uit zes dagen.

Meer informatie: www.cedgroep.nl/internecoachvve

Bekijk het complete aanbod op www.cedgroep.nl/cursussen

facebook.com/cursusbureau

@cursusced

Gratis cursusbrochure ontvangen? Stuur uw verzoek

o.v.v. van Cursusbrochure KOV 2014-2015 met uw

postadres naar [email protected]

foto’s Jan van der Meijde Nicoline Stufkens is senior [email protected]

DE WERKDAG VAN NICOLINE STUFKENS

De dag begint in Vleuten met een trainingsbijeenkomst aan pedagogisch medewerkers van Spelenderwijs Utrecht over De Vreedzame School voor Peuters.

In deze training zijn veel praktische opdrachten verwerkt. De pedagogisch medewerkers gaan met elkaar aan de slag en vervolgens in hun eigen groep.

Na de observatie stel ik samen met de leidinggevende van De Driehoek aan de hand van de ‘Kijkwijzers Vreedzaam’ de opstekers en aandachtspunten op die we gezamenlijk aan de pedagogisch medewerker teruggeven.

De werkdag zit er op. Lekker op de fiets… Binnen de stad Utrecht probeer ik dat zoveel mogelijk te doen.

Ik doe in het kader van De Vreedzame School voor Peuters ook groepsbezoeken. Hier ben ik bij de Peuterspeelzaal De Driehoek in Dordrecht. Ik obser-veer de pedagogisch medewerker aan de hand van ‘Kijkwijzers Vreedzaam’

Terug naar Utrecht, voor een netwerkbijeenkomst voor de VVE- en onderbouwcoördinatoren van de Katholieke Scholenstichting Utrecht. Hier bied ik een nulmeting met coaching on the job, met als doel dat VVE op de locaties beter kan worden geborgd.