jaarbeeld hogeschool leiden
DESCRIPTION
Het jaarbeeld 2012 van Hogeschool LeidenTRANSCRIPT
2012
JAARBEELD2012
3HOGESCHOOLLEIDEN
Je moet ze van Hogeschool Leiden hebben!In dit jaarbeeld kijken wij graag met u terug op 2012. Onze studenten, docenten, medewerkers en
samenwerkingspartners uit het werkveld nemen u mee langs een aantal bijzondere projecten, prestaties en resultaten
waar we met veel genoegen op terugkijken. Activiteiten die ons het afgelopen jaar dichterbij het realiseren hebben
gebracht van een van onze doelstellingen: het bieden van excellent onderwijs en toegepast onderzoek.
Als hogeschool hebben wij onder andere de taak om de beste werknemers voor nu en de toekomst op te leiden.
We investeren daarom intensief in onze contacten met partners uit het onderwijs, het werkveld en de samenleving.
Dankzij deze samenwerkingsverbanden kunnen we met ons onderwijs inspelen op de dynamiek en behoeften van
de (regionale) arbeidsmarkt. Ook komen er interessante stages en afstudeeropdrachten uit voort waardoor onze
studenten hun kennis en talenten in de praktijk kunnen ontplooien. Geen denkbeeldige opdrachten, maar concrete
projecten en onderzoeksvragen waarvoor bedrijven en instellingen oplossingen zoeken.
Naast het opleiden van studenten voor een professionele loopbaan, wil Hogeschool Leiden door middel van
toegepast onderzoek bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Onze lectoraten zijn hierbij een
sturende en stuwende kracht en vormen een belangrijke schakel tussen onderzoek, onderwijs en beroepspraktijk. De
hogeschool richt zich daarbij op drie kennisgebieden: Jeugd, Life Sciences en Gezondheidszorg. Het zijn de gebieden
waarop we onze bachelor- en masteropleidingen hebben vormgegeven.
Samen met de stad Leiden en de regio wil de hogeschool het beste uit haar omgeving samenbrengen. De komende
jaren blijven wij dan ook graag in opdracht van- of in samenwerking met het werkveld werken. Het oordeel van het
werkveld is daarbij een belangrijke graadmeter van ons succes. Als zij zeggen: ‘Je moet ze van Hogeschool Leiden
hebben’, kunnen wij tevreden zijn.
Wij wensen u veel plezier bij het lezen van dit jaarbeeld 2012.
Paul van Maanen en Agnita Mur
College van Bestuur
Doceren in een andere cultuur In oktober organiseerde de Laurea
University of Applied Sciences in Finland
een internationale week waarin docenten
uit verschillende landen spraken over
cultuurverschillen. Hogeschool Leiden
werd vertegenwoordigd door docent
Commerciële Economie Jean Pierre
Schreurs. Jean Pierre: ‘Het was een mooie
gelegenheid om ervaring op te doen
met het doceren in een andere cultuur.
Met behulp van een zogenaamde
Erasmussubsidie mocht ik lezingen over
International Branding en Nederlandse
Cultuur verzorgen voor Finse en
buitenlandse studenten.’ De subsidie maakt
onderdeel uit van het Erasmusprogramma,
dat mobiliteit en uitwisseling van
studenten en docenten wil bevorderen.
En dat lukt, zegt Jean Pierre: ‘Kijken over
de grenzen levert mij nieuwe inzichten op
die mijn docentschap aan de hogeschool
verrijken.’
Scripties vallen op door commercieel belangVier afstudeerders werden dit jaar door medestudenten en docenten genomineerd voor de Sterkste Schakel
Studieprijs, die wordt toegekend aan studieprojecten die opvallen door het commercieel belang. zowel de
eerste als de tweede prijs gingen naar studenten van de hogeschool!
De winnares van de hoofdprijs, Charelle Bruijn (links), opleiding Commerciële Economie, voerde haar scriptie
uit in opdracht van winkelketen Albert Heijn. ze keek naar de relatie tussen de winkel en de
buurt waarin de winkel zich bevindt, en deed aanbevelingen om de lokale
betrokkenheid te verhogen. De tweede prijs ging naar Ingrid Karsdorp, studente
Communicatie, voor haar onderzoek naar sociale media bij Weleda Benelux.
Daar was de vraag ontstaan hoe de inzet van sociale media en een online
fanclub eraan kunnen bijdragen dat klanten in Nederland loyaal worden aan de
lichaamsverzorgingsproducten van Weleda. Ingrid zocht het voor hen uit.
De twee andere genomineerden, ook van Communicatie, waren Joy Idenburg en
Tamara Villani. De stagebedrijven waren allemaal zeer tevreden en de scripties werden
beloond met een negen of hoger.
Stagiaire met internationale ambitiesKirsten zwijnenburg (midden), studente
Communicatie, ging in 2012 naar Londen om
stage te lopen op de afdeling marketing van
het merk Armani. Daar maakte zij concurrentie-
analyses en hielp bij de voorbereiding van grote
evenementen, zoals Vogue Fashion’s Night Out en
Armani Exchange 20th Anniversary. Ook stuurde ze
kledingsamples naar toonaangevende magazines
in Londen. Kirsten keek haar ogen uit: ‘Stond ik
daar ineens naast bekende mensen zoals Kylie
Minogue en Clive Owen!’ Ondanks alle glamour
moest er keihard gewerkt worden, maar daar had
Kirsten geen moeite mee: ‘Ik kreeg keer op keer
te horen dat ze nog nooit zo een hardwerkende,
enthousiaste en gedreven stagiaire hadden gehad.
Door deze complimenten deed ik nog meer mijn
best.’ Kirstens ambities zijn duidelijk: ‘Ik weet altijd
precies wat ik wel en niet wil. De afgelopen vier
jaar heb ik mijn studie zoveel mogelijk gestuurd in
de richting waarin ik ook werkzaam wil zijn. Met
succes, want ik ga binnenkort naar New York om
voor Suitsupply mijn afstudeeronderzoek uit te
voeren. Ik kan mijn geluk niet op!’
De winnares van de hoofdprijs, Charelle Bruijn (links), opleiding Commerciële Economie, voerde haar scriptie
uit in opdracht van winkelketen Albert Heijn. ze keek naar de relatie tussen de winkel en de
Hogeschool Leiden laat talent groeienOf ze nu onderzoeker zijn, docent of stagiair, de studenten en medewerkers van Hogeschool Leiden hebben één ding gemeen: ze streven
ernaar het beste uit zichzelf en uit elkaar te halen. Ook reserveren onze docenten hun kennis niet alleen voor hun eigen studenten, maar
kijken over de grens. En bieden onze stagiaires hun stagebedrijven net dat beetje extra.
Midden: Kirsten
JAARBEELD2012
4HOGESCHOOLLEIDEN
Intensief internationaal uitwisselingsprogramma in LitouwenJoost in ‘t Groen en Leonie Kool, docenten
Recht, en vijf van hun studenten hebben
deelgenomen aan een tiendaags programma
over mensenrechten in Vilnius, Litouwen,
samen met studenten uit zes andere Europese
landen. Colleges werden gegeven door de
docenten van de deelnemende scholen en door
gastsprekers. Naast colleges, debatten en het
schrijven van papers, namen de studenten deel
aan een oefenrechtbank. Joost: ‘In deze zaak
vervulden studenten de rol van eisende partij
(een asielzoeker die vindt dat zijn mensenrechten
zijn geschonden), de verdediger, experts en
de rechters van het Europees Hof voor de
Mensenrechten. De zitting werd gehouden in
het gebouw van de Hoge Raad in Vilnius. Het was
zeer geslaagd.’ Naast de lessen waren er excursies
en een culturele avond. ‘Het is een zeer intensief
programma, en alles is in het Engels. Studenten
leren samen te werken, ze komen gezamenlijk tot
inzichten. Maar ook voor de docenten was het een
zeer leerzame ervaring. Vanwege de inhoud, en om
met studenten van verschillende nationaliteiten te
werken. Het leverde ons nuttige contacten op met
andere docenten en scholen.’
Artikel integratieve geneeskunde valt in de prijzen Lector Antroposofi sche Gezondheidszorg, dr. Erik Baars, ontving op het European Congress for Integrative Medicine in
Florence (ECIM) een prijs voor excellent onderzoek op het gebied van integratieve geneeskunde. Hij kreeg deze prijs
voor het peer-reviewed artikel dat hij samen met prof. dr. Peter Kooreman, hoogleraar Gezondheidseconomie aan de
Universiteit van Tilburg, in het European Journal of Health Economics publiceerde. Kooreman en Baars stelden vast dat
patiënten wiens huisarts op de hoogte is van alternatieve geneeswijzen, minder zorgkosten hebben en langer leven.
Hun artikel werd uit meer dan veertig ingezonden wetenschappelijke artikelen geselecteerd voor de prijs.
Kind aan huis bij Ouders van Nu Maaike van der Kroon (Commerciële Economie) studeerde af op het ‘Grote
Moederschapsonderzoek’, in opdracht van het tijdschrift Ouders van Nu in het
kader van hun 45-jarig bestaan. Hetzelfde onderzoek was tien jaar eerder uitgevoerd
en men vroeg zich af of de komst van een kind tegenwoordig
een ander eff ect op moeders heeft dan tien jaar geleden.
Hoewel moderne moeders meer dan in het verleden
het uitslapen missen, kan men uit de resultaten van
de enquête opmaken dat ouders bewuster voor het
ouderschap kiezen, waardoor ze er meer van kunnen
genieten. Omdat ze bij dezelfde opdrachtgever al
een meeloopstage achter de rug had, was Maaike
geknipt voor deze klus. ‘Ik kende Ouders van Nu
al goed, ik wist waar het merk voor staat, wat ze
willen bereiken en uitstralen.’ De opdrachtgever
was dan ook erg tevreden met het resultaat.
Bijna 16.000 mensen vulden Maaikes enquête
in en de media-aandacht voor het onderzoek,
onder andere bij radio 538 en nu.nl, leverde
Ouders van Nu nieuwe lezers op.
en men vroeg zich af of de komst van een kind tegenwoordig
een ander eff ect op moeders heeft dan tien jaar geleden.
Hoewel moderne moeders meer dan in het verleden
het uitslapen missen, kan men uit de resultaten van
de enquête opmaken dat ouders bewuster voor het
ouderschap kiezen, waardoor ze er meer van kunnen
genieten. Omdat ze bij dezelfde opdrachtgever al
een meeloopstage achter de rug had, was Maaike
Hogeschool Leiden laat talent groeien
Talentenprogramma Analytische Chemiezeven studenten van de opleiding Chemie zijn na een zware selectieprocedure
aangenomen voor het Analytical Science Talent Programme (ASTP) voor top-hbo-
studenten. Het ASTP is onderdeel van TI-COAST, een landelijk samenwerkingsverband
tussen technische universiteiten, bedrijven en instituten. Deze organisatie heeft zich
tot doel gesteld de analytische chemie in Nederland te versterken. In 2011 zijn Roan
Streefl and, Baudien te Nijenhuis, Akram zaki en Anette Verlaan met het programma
gestart en dit jaar hebben Pieter Langerhorst, Henk Wiersma
en Renaud Henrik zich bij hen gevoegd. Twintig procent
van alle studenten in het programma is afkomstig van
Hogeschool Leiden en uit de prestaties van de eerste
groep blijkt al dat onze opleiding de studenten uitstekend
voorbereidt op dit zware programma.
JAARBEELD2012
5HOGESCHOOLLEIDEN
Afstudeerproject Fysiotherapie in internationaal vakbladHet komt niet vaak voor dat een scriptie zoveel kwaliteit bezit dat
zij geschikt is om in de vorm van een wetenschappelijk artikel
gepubliceerd te worden. Toch behaalde een groep studenten
van Fysiotherapie dit jaar dit bijzondere resultaat. Hun onderzoek
ging over de invoering van een behandelrichtlijn bij mensen met
reumatoïde artritis. Ze interviewden fysiotherapeuten met de
vraag welke factoren hen tegenhielden de richtlijn in hun praktijk
te gebruiken.
Een van de uitkomsten was dat de belemmerende factoren voor
algemene fysiotherapeuten anders zijn dan voor specialistische.
Een mogelijke oplossing is om de richtlijnen toe te spitsen op
het niveau van specialisatie van therapeuten. Men verwacht
echter dat de richtlijn gemakkelijker in gebruik wordt genomen
als juist de barrières aangepakt worden die bij beide groepen de
invoering hinderen.
Samen met het Leids Universitair Medisch Centrum, het
Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie en
lector Fysiotherapie John Verhoef bewerkten de studenten
hun verslag tot een artikel dat in juni 2012 werd geaccepteerd
in het internationaal peer-reviewed vaktijdschrift Physical
Therapy. Een goed voorbeeld van een geslaagde samenwerking
tussen hogeschool, beroepsvereniging en universiteit. John
Verhoef: ‘De studenten hebben heel systematisch ingezoomd
op één behandelrichtlijn, daar hebben ze veel tijd ingestoken.
Zodoende had hun basisverslag al voldoende niveau voor
publicatie. Uniek? Zeker, dat is tamelijk bijzonder.’
JAARBEELD2012
6HOGESCHOOLLEIDEN
Gezondheidszorg
GEzO
ND
HEID
SzORG
Hogeschool Leiden kent een lange traditie als kennisinstelling op
het gebied van de gezondheidszorg. Ons onderzoek richt zich op de
antroposofische en geestelijke gezondheidszorg en op de zorg voor
mensen met chronische ziekten. Onze lectoren en onderzoekers dragen bij
aan de kennisontwikkeling en kennisvalorisatie binnen de beroepspraktijk,
zoals u kunt lezen in het interview met fysiotherapeute Jeannette Boiten
(pag. 10). Door nauw samen te werken met gezondheidsinstellingen in
de regio geven we het werkveld een essentiële rol bij het opleiden van
onze studenten tot startbekwame professionals. Lees bijvoorbeeld over de
studenten Verpleegkunde die in het leerwerktraject bij het Diaconessenhuis
Leiden (pag. 13) zelfstandigheid en verantwoordelijkheid ervaren hebben
en staan te popelen om als professional aan de slag te gaan.
Op 28 juni 2012 reikte de EADV, de beroepsorganisatie voor diabeteszorgverleners, de jaarlijkse EADV-OnderzoeksGrant uit aan
Judith van Niel. Judith, alumnus van de hogeschool, doet al vanaf 2009 onderzoek naar het gebruik van een bloedglucosesensor
tijdens de zwangerschap bij vrouwen met diabetes type 1. Ze startte het onderzoek binnen haar Master Advanced Nursing
Practice (ANP) en zette het na haar afstuderen voort. ‘Erg leuk dat er dankzij deze eervolle Grant nu zoveel aandacht voor is.’
De EADV-Grant bestaat uit een bedrag van vijfduizend euro en wil diabeteszorgverleners stimuleren tot verpleegkundig-
wetenschappelijk onderzoek, om zo de verpleegkundige diabeteszorg en daarmee de gezondheid van mensen met diabetes te
verbeteren. Judith zal, mede ondersteund door de Grant, haar onderzoek verder voortzetten. ‘Nu al is duidelijk dat vrouwen met
type 1 diabetes en een glucosesensor hun zwangerschap als ‘prettiger’ ervaren. Maar hoe verloopt bijvoorbeeld de ontwikkeling
van de baby?’ Met de uitkomsten zullen zwangere vrouwen met diabetes in de toekomst nog beter kunnen worden begeleid.
Ze heeft bij het doen van haar onderzoek veel gehad aan de kennis die ze tijdens haar studie opdeed. ‘Verpleegkundigen kijken
op een andere manier naar de dingen dan artsen. Het is heel goed dat wij als diabetesverpleegkundigen laten zien dat we ook in
staat zijn relevant onderzoek te doen. Voor mij is het ontvangen van deze Grant echt de kroon op mijn werk.’
Foto: Guus Herbschleb
JAARBEELD2012
7HOGESCHOOLLEIDEN
Schrijf een voorlichtingsprogramma over overgewicht
voor een specifieke doelgroep en voer dat uit. Dat was de
opdracht voor tweedejaars studenten Verpleegkunde. Vijf van
hen kozen voor jongeren uit de Haagse Schilderswijk. Niet
de gemakkelijkste doelgroep, want demografisch onderzoek
leert dat juist in wijken met laagopgeleide ouders een snelle
snack vaak de voorkeur krijgt boven een uitgebalanceerd
ontbijt. Ook iedere dag een uurtje matig intensief bewegen is
er geen vanzelfsprekendheid.
De studenten zochten contact met een middelbare
school en presenteerden hun programma ‘Help, de
Haagse jongeren worden steeds dikker’ aan één klas. Het
resultaat? ‘Positieve reacties,’ aldus docent Verpleegkunde
Tjitra Badaltjawdharie, ‘zowel van de jongeren als van de
school.’
Hun geheim? ‘Ze hadden een leuke mix van eigen
ervaringen en ‘harde’ feiten over overgewicht, voeding en
beweging. Bovendien hadden de vijf studenten ook diverse
culturele achtergronden, dat schiep een band en maakte
de informatieoverdracht laagdrempelig. Het was een
soort “jongeren voor jongeren”, maar dan wel op basis van
evidence-based materiaal.’
EADV-OnderzoeksGrant naar alumnus Hogeschool Leiden
Help, de Haagse jongeren worden steeds dikker
GEzO
ND
HEID
SzORG
‘We laten ons voeden door de praktijk.’
GEzO
ND
HEID
SzORG
Observeren hoe de ervaren fysiotherapeut zijn dagelijkse werk doet en dat op een systematische manier
vastleggen, zo vat Jeannette Boiten, docent en onderzoeker Fysiotherapie, haar werk samen. En hoe simpel dat
misschien ook klinkt, de wetenschappelijke onderbouwing van het praktisch handelen van fysiotherapeuten is van
groot belang, niet alleen voor het werkveld zelf, maar ook voor het opleiden van studenten.
Onderzoek naar de preventie-kracht van fysiotherapie
‘We laten ons voeden door de praktijk.’
JAARBEELD2012
9HOGESCHOOLLEIDEN
Vanaf het begin van haar carrière beweegt Jeannette zich
op het grensvlak tussen theorie en praktijk. Nu is ze bezig
aan een promotieonderzoek bij het Centrum Regionale
Kennisontwikkeling van Universiteit Leiden. Het onderzoek
gaat over de preventiekracht van fysiotherapie bij patiënten
met knieartrose. ‘De fysiotherapeut doet in de praktijk veel
aan preventie,’ zegt Jeannette, ‘maar wat hij doet wordt
niet benoemd. Hoe zet je patiënten aan tot preventieve
maatregelen, zowel om slechter functioneren door de artrose,
maar ook om andere klachten als gevolg van weinig beweging,
te voorkomen? Naar die deskundigheid ben ik op zoek, om deze
kennis daarna meer evidence-based te kunnen maken.’
Vanuit dit onderzoek begeleidde ze een afstudeerproject dat
een eervolle vermelding kreeg bij de landelijke Jaco den Dekker
Scriptieprijs 2012. Anne Cnossen, Jorrit van der Meij en Sven
Remerij bestudeerden literatuur en verwerkten interviews
met fysiotherapeuten en patiënten met knieartrose om te
achterhalen hoe je als fysiotherapeut mensen stimuleert gezond
beweeggedrag te vertonen. Hun afstudeerscriptie werd beloond
met een negen. ‘Terecht’, zegt Jeannette. ‘Ze deden dit op een
zeer zelfstandige en gedegen manier en toonden inhoudelijke
kennis en visie.’
‘Je denkt beter na over wat je studenten leert’, zegt ze over
het afstudeerproject. Zo interviewde ze samen met student
Sven een oudere patiënte die nog steeds erg actief was, maar
niet op de juiste manier. Ze liep wel met een te zware emmer
de trap op, maar sloeg de haar voorgeschreven oefeningen
over met het idee dat ze bij het schoonmaken voldoende had
bewogen. Het verbaasde Sven dat de vrouw de adviezen niet
had opgepikt. Later concludeerde hij dat hij zorgvuldiger moest
zijn in zijn uitleg en de patiënt er meer bij moest betrekken,
zodat zij in staat was de boodschap te horen. ‘Dat is precies wat
ik de studenten wil leren,’ zegt Jeannette. ‘Dat ze tegen de één
zeggen: “Doet u deze oefening tien keer, en vooral niet vaker.”
En tegen de ander: “Doet u deze oefening tien keer, minimaal!”
Dat streven sluit aan bij de ontwikkeling in ons lectoraat, van het
cluster Zorg, waarin we professionals willen opleiden die in staat
zijn patiënten te stimuleren om eigen regie te nemen.’
Bij een praktische opleiding als fysiotherapie is het belangrijk
dat docenten en onderzoekers veel contact met de praktijk
houden en dat gebeurt op verschillende manieren. Zo voeren
stagebegeleiders altijd meerdere gesprekken op het stageadres
van de studenten, werken de meeste docenten de helft van
hun tijd als fysiotherapeut en komt er een curriculumherziening
waarbij de onderzoeksstage verplicht wordt.
Jeannette: ‘Ons streven is een “loket praktijkonderzoek” waar
het werkveld vragen kan aanbieden die wij vertalen naar
praktijkonderzoek voor studenten. De uitkomsten worden
gepresenteerd aan de opdrachtgevers.’ Alles in dienst van een
optimale samenwerking tussen werkveld en onderwijs. ‘We
willen ons laten voeden door de vragen die in de praktijk leven.’
Eervolle vermeldingJaarlijks reikt het Koninklijk Nederlands Genootschap voor
Fysiotherapie (KNGF) de Jaco den Dekker Scriptieprijs uit
aan de auteur(s) van de beste fysiotherapiescriptie van
het afgelopen studiejaar in Nederland. De scriptie van
Anne, Jorrit en Sven was een van de vier genomineerde
scripties en kreeg een eervolle vermelding. De auteurs
hebben volgens de jury goed werk geleverd op een terrein
dat voor de fysiotherapie zeer relevant is: het beïnvloeden
van gedrag bij patiënten met artrose. De onderzoeken zijn
systematisch aangepakt en opgeschreven. De scriptie heeft
klinische waarde en beschrijft specifieke ziektepercepties en
gedragsmodellen die voor fysiotherapeuten interessant zijn.
GEzO
ND
HEID
SzORG
JAARBEELD2012
10HOGESCHOOLLEIDEN
Laat jonge kinderen onbekommerd spelen!Dat adviseert Louise Berkhout op basis van haar promotieonderzoek
naar de relaties tussen spel en psychosociale gezondheid bij jonge
kinderen van vier tot en met zes jaar. Afgelopen juli promoveerde ze
op dit onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Louise werkt bij
Hogeschool Leiden als docent Psychologie en Psychopathologie binnen
het cluster Zorg. Zij voerde haar onderzoek uit bij de afdeling Spraak-
taalpathologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG)
in het kader van onderzoek naar de verschoolsing van het kinderleven.
Kinderen in de groepen 1 en 2 van de basisschool moeten langdurig en
onbekommerd kunnen spelen, zonder dat leerkrachten of ouders er een
doel bij stellen, vindt Louise, maar helaas is er steeds minder ruimte voor
‘vrij spel’. Taal en rekenen zijn ook in de kleuterklassen al speerpunten
van het onderwijs geworden. ‘Ik adviseer om kinderen minstens een
paar uur per dag vrij te laten spelen’, zegt ze. ‘Fantasiespel is het oefenen
met sociale vaardigheden en is positief voor het verwerken van life-
events.’ Jongens hebben een natuurlijke voorkeur voor beweeglijk
spel, en dat veroorzaakt volgens Louise een belangrijk probleem:
‘In de huidige discussie over het gedrag van jongens wordt vaak
gesteld dat zij zich moeten aanpassen aan vrouwelijke normen,
zoals een voorkeur voor verbale interactie.’ Het is volgens haar dan
ook een goede ontwikkeling dat er in wervingscampagnes voor
basisschooldocenten nadruk gelegd wordt op het werven van
mannelijke leerkrachten. Naast het stimuleren van motorisch spel
bieden zij de jongens namelijk ook een mannelijk rolmodel.
Koen van de Linde, oud-student Kunstzinnige Therapie, kreeg
al tijdens zijn stage een baan aangeboden bij het Academisch
Instituut voor Kind- en Jeugdpsychiatrie De Bascule in Amsterdam.
De Bascule is één van de grootste kind- en jeugdpsychiatrische
instellingen van Nederland. Probleemgezinnen worden door Bureau
Jeugdzorg doorverwezen naar de afdeling Gezinspsychiatrie, waar
Koen als gezinscreatief therapeut werkt. Met behulp van creatieve
opdrachten die als interventie ingezet worden, helpt hij ouders een
veilige omgeving voor hun kinderen te creëren.
Met creatieve opdrachten probleemgezinnen helpen
Zo laat hij bij de eerste ontmoeting met een familie iedereen
zelf kiezen met wie, hoe en met welk materiaal hij aan het werk
gaat. Ze mogen bijvoorbeeld vrij schilderen of beeldjes maken
van speksteen. Door de keuzes die gemaakt worden, krijgt een
therapeut veel informatie over het gezin. Wie werkt met wie? Zit er
iemand alleen? Hoe wordt er gecommuniceerd? Gezinscreatieve
therapie helpt het evenwicht in een gezinssysteem te herstellen,
zodat ouders weer in de ouderpositie gezet worden en de kinderen
in de kindpositie.
GEzO
ND
HEID
SzORG
JAARBEELD2012
11HOGESCHOOLLEIDEN
Kunstzinnige therapie werkt in het bedrijfsleven
In het bedrijfsleven wordt de kennis van kunstzinnig therapeuten
steeds vaker ingezet bij organisatie- en arbeidsvraagstukken.
Werknemers kunnen bijvoorbeeld door een kunstzinnig
therapeut begeleid worden bij re-integratie of bij het maken
van loopbaankeuzes. Om studenten Kunstzinnige Therapie te
leren hoe ze dit soort processen creatief kunnen ondersteunen
en begeleiden, biedt Hogeschool Leiden de Minor Kunstzinnige
Begeleiding in het Werkveld van Arbeid en Organisatie aan.
Als eindopdracht verzorgden studenten van de Minor een
training voor medestudenten, docenten, externen en andere
geïnteresseerden. In de training leerden de studenten aan
arbeidsdeskundigen en managers hoe kunstzinnig werken kan
worden ingezet bij organisatievraagstukken.
‘Ik heb nog nooit zoveel geleerd als bij de opleiding Kunstzinnige
Therapie in Leiden’, zegt zelfstandig trainer Merlijn Baron. Nadat
hij 15 jaar geleden afstudeerde als beeldend therapeut, deed
hij eerst ervaring op in het bedrijfsleven. Sinds twee en een half
jaar werkt Merlijn als zelfstandige. Als trainer wil hij het creatief
potentieel van anderen ontplooien. Hij wordt daarvoor vaak
ingehuurd door bedrijven. Zo liet hij bij een gemeente een team
werken aan communicatieve vaardigheden door met hen te
schilderen. ‘Om mensen te veranderen, moet je ze ervaringen
op laten doen buiten hun comfortzone. Schilderen werkt beter
dan praten.’ Aan de manier van schilderen, het kleurgebruik en
de symbolen leren zijn cliënten zichzelf kennen. ‘Op een speelse,
informele manier wordt veel duidelijk. Misvattingen worden
Met creatieve opdrachten probleemgezinnen helpen Judith Witte, Koens stagebegeleider bij De Bascule, vindt het terecht
dat Koen na zijn stage bij hen aan het werk gaat: ‘Het gaat om een
combinatie van kunde, houding, flexibiliteit en reflectief vermogen.
Koen heeft zich op een dusdanige wijze opgesteld dat hij snel een
onderdeel van het team is geworden en medewerkers hem als
voltallig lid zagen op wie ze konden bouwen. Voor cliënten is Koen
laagdrempelig, hij denkt goed na over de vorm en keuzes binnen
de therapie en staat open voor nieuwe interventies.’
In de casussen die Koen behandelt, is er een voor het kind onveilige
situatie. Sommige ouders zijn onmachtig of zelfs onwillig en na
twee maanden keihard werken ziet hij dan dat een kind alsnog uit
huis geplaatst wordt. ‘Dat is heftig’, zegt Koen. ‘Gelukkig zijn er
ook gezinnen die kunnen profiteren van de gezinsopname en
hierdoor een mooie ontwikkeling laten zien. Het is fijn dat zulke
verhalen er ook zijn, anders was het niet te doen.’
opgelost, zelfs na 20 jaar werk.’ Hij vindt het belangrijk dat
bedrijven de creativiteit van hun personeel op peil houden, dat
zou zelfs burn-outs tegengaan. ‘Maar dan moeten mensen niet
bang zijn om hun colbertje uit te doen.’
GEzO
ND
HEID
SzORG
GEzO
ND
HEID
SzORG
‘De leerwerkplaats heeft van ons beroepsbeoefenaars gemaakt. We zijn klaar voor de praktijk.’
Het Diaconessenhuis Leiden, afdeling Interne Geneeskunde. Op deze plek zwaaien Sophie Coutinho en Denise Mooijman,
vierdejaars Verpleegkunde (HBO-V), beurtelings de scepter over de leerwerkkamers. Met groot verantwoordelijkheidsgevoel,
want hoewel zij een gediplomeerde coach hebben die meekijkt en hen behoedt voor fouten, is de patiëntenzorg geheel
in handen van derde- en vierdejaars stagiaires. De leerwerkkamers behoren tot een van de drie nieuwe leerwerkplaatsen
waarvoor Hogeschool Leiden en het Diaconessenhuis Leiden dit jaar een samenwerkingsovereenkomst tekenden.
Diaconessenhuis Leiden en hogeschool intensiveren samenwerking met nieuwe leerwerkplaatsen
Denise: ‘Voor elke start van de dienst verdelen we de kamers
en patiënten onder elkaar. De ene stagiaire mag wel medicatie
geven, de andere niet. De derde weet nog niet hoe je een
katheter inbrengt en wil dat graag leren. Dat stem je op elkaar
af. Voor elke dienst, pauze en artsenvisite hebben we een
overlegmoment met de werkbegeleider.’
Sophie: ‘Als vierdejaars heb je veel vrijheid. Om fouten te maken
en ervan te leren. Als je bijvoorbeeld een patiënt gaat wassen
en je vergeet de handdoek, dan is er geen werkbegeleider die je
op de vingers tikt. Ingewikkelde problemen los je met elkaar op.
Als ik met Denise werk, is de stap iets aan haar te vragen minder
groot dan aan de coach. Weet zij het ook niet, dan zoeken we
het samen op.’
‘Een leerwerkplaats is echt anders dan een gewone stage’, zegt
Denise. ‘Daar loop je vooral met iemand mee. Je leert niet om
zelf na te denken over de processen die op een afdeling van
belang zijn.’ Sophie vult aan: ‘Je moet actief vooruitdenken,
niemand kauwt het voor. Nog een voordeel: gediplomeerden
willen vaak dat je hetzelfde doet als zij, zelfs als hun methode
verouderd is. Hier geven we de zorg zelf vorm, doen we wat we
op school geleerd hebben.’ Ze lacht: ‘Het is soms wel wennen
voor een gediplomeerd verpleegkundige om niet in te grijpen.
Om dingen te laten gebeuren zodat wij ervan leren.’
Denise: ‘Het Diac heeft ook echt iets aan ons. Ik vond het leuk
de opstart van de leerwerkplaats mee te maken. Ons vallen veel
dingen op, we zijn het nog niet gewend. We stellen kritische vragen
en dat zet hen aan tot nadenken. Bij veel gediplomeerden is de
kennis over hoe je coacht en hoe je feedback geeft, een beetje
weggezakt.’ Sophie: ‘Daar leren wij ook van. Als ik een stagiaire op
mbo-niveau aanstuur, moet ik evengoed bedenken in welke fase
van het leerproces diegene zit.’
Zowel Sophie als Denise kiezen met volle overtuiging voor
het vak. Denise: ‘Ik wilde Geneeskunde studeren, omdat ik
met patiënten wilde werken, maar ging na uitloting HBO-V
doen. Gaandeweg kwam ik erachter dat dit beter bij mij past.
Als verpleegkundige sta je dichter bij de patiënt.’ Sophie maakte
tussendoor een uitstapje naar Psychologie, maar miste haar vak:
‘Het psychosociale aspect van de verpleegkunde spreekt me
enorm aan. In de leerwerkplaats heb ik een ernstig zieke patiënt
intensief begeleid. Ik was ook bij het gesprek waarin de arts hem
vertelde dat hij in de eindfase was beland. Daarna vang je als
verpleegkundige de patiënt en familie op. Dat ik veel voor hen
kon betekenen, dat is waarom ik Verpleegkunde heb gekozen.’
Beide aankomend verpleegkundigen vinden dat de
leerwerkplaats hen een streepje voor geeft op andere studenten.
Sophie: ‘We hebben de volledige zorg voor onze eigen kamers,
geheel zelfstandig. Als je in je laatste jaar nog steeds aan het
handje wordt gehouden, dan sta je onzeker in je vak als je
als gediplomeerde aan de slag gaat.’ Denise: ‘Ik ben hier echt
gegroeid. Ik zie dat ik voorloop op andere vierdejaars.’ Waar uit
zich dat in? Beiden: ‘In het gevoel dat je bevoegd én bekwaam
bent. Als we straks afgestudeerd zijn, zijn we er klaar voor.’
JAARBEELD2012
13HOGESCHOOLLEIDEN
GEzO
ND
HEID
SzORG
JAARBEELD2012
14HOGESCHOOLLEIDEN
Eigen regie geeft meer levensgeluk
Ipad met speciale App voor senioren
We leven steeds langer. Maar niet per se gelukkiger. Wat helpt
is zo lang mogelijk de regie over je eigen leven houden. Maar
hoe help je mensen daarbij? En wat kunnen kennisinstituten
bijdragen? Hogeschool Leiden neemt de handschoen op.
Het probleem: vergrijzing, meer chronisch zieken, stijgende
zorgkosten. De oplossing van gemeenten, verzekeraars en
zorgprofessionals: zorg dat mensen langer thuis kunnen blijven
Een Ipad met een speciale senioren-App kan de eigen regie van ouderen wellicht versterken. Op verzoek van een
thuiszorgorganisatie onderzoeken studenten of dat werkelijk zo is.
wonen. ‘Eigen regie dus’, stelt John Verhoef, lector Fysiotherapie
bij Hogeschool Leiden. ‘Maar wat verstaan we daar precies
onder? Dat afbakenen is stap één. En dat kan een kennisinstituut
als de hogeschool.’
Vervolgens kun je gericht onderzoeken hoe je die eigen regie
bevordert en wat het effect ervan is. ‘Neemt de kwaliteit van
leven toe? Daalt de zorgconsumptie erdoor? Dalen dus ook
GEzO
ND
HEID
SzORG
JAARBEELD2012
15HOGESCHOOLLEIDEN
de zorgkosten?’ Voor een gericht onderzoeksprogramma is nog
verdere begrenzing nodig. John Verhoef: ‘Volgend voorjaar
lanceren we een position paper, waarin we aangeven in welke
niche we willen opereren.’
Belangrijk is bovendien om aan te sluiten bij wat er leeft in
de regio, vindt John Verhoef. ‘We hebben gesproken met
diverse wethouders van gemeenten in onze regio, met
andere kennisinstituten en met zorgaanbieders. Zo willen we
maatschappelijk relevante onderzoeksvragen binnenhalen.’
Onderbelicht blijkt bijvoorbeeld de rol van de zorgverlener.
‘Huidig onderzoek gaat vooral over wat eigen regie betekent
voor de cliënt. Wat verandert er voor iemand met suikerziekte
als hij voortaan via een App zijn bloedwaarden kan meten en
doorgeven? En waarom vinden sommige cliënten het makkelijker
dan andere om zelf de regie te houden? Maar de vraag is ook:
welke extra competenties vergt die nieuwe aanpak van de
zorgverlener? En bovendien: wat voor aanpassingen zijn er dan
nodig in onze eigen opleidingen?’
Daarbij verwacht John Verhoef veel van co-creatie. ‘Zet cliënt,
zorgverlener en ICT-ontwikkelaar bij elkaar en begeleid hen samen
naar de beste oplossing. Daarin kan de hogeschool een sleutelrol
spelen. En het werken aan oplossingen voor concrete problemen
maakt het voor studenten extra interessant.’
GEzO
ND
HEID
SzORG
Het idee kwam van Libertas Leiden, een organisatie voor
onder andere thuiszorg en welzijn. ‘Twintig ouderen met
een indicatie voor thuiszorg krijgen de beschikking over een
speciale App op hun Ipad’, aldus Frits van Oosten, projectleider
namens Libertas. De App is ontwikkeld door het Utrechtse
kennisinstituut Stimulansz en geeft de ouderen rechtstreeks
informatie over hun eigen gezondheid. ‘Na hun dagelijkse
bezoek schrijven de verzorgenden hun bevindingen niet
langer in een schrift, maar op de Ipad. De cliënt kan meelezen
en reageren, evenals zijn mantelzorger die meteen een
berichtje krijgt.’
Bovendien kan de cliënt via de App zijn agenda beheren. ‘Dus
bijvoorbeeld de afspraak met de verzorgende verplaatsen, omdat
hij voor controle naar het ziekenhuis moet.’ Daarnaast voorziet
de App in handige links, zoals de sites van buurthuis, apotheek,
bibliotheek of regiotaxi. Dat stimuleert de oudere wellicht er zelf
op uit te trekken.
Aan tweede- en derdejaars studenten Verpleegkunde is gevraagd
om vast te stellen in hoeverre App en Ipad bijdragen aan de
eigen regie van de deelnemende ouderen. Frits van Oosten:
‘Daarvoor maakten ze een vragenlijst die moet leiden tot een
nulmeting en een tweede meting na afl oop.’ Daarbij stuitten ze
op aanloopproblemen. ‘Sommige ouderen haakten af omdat ze
zelf de Ipad moeten kopen.’ Bovendien vraagt de App om een
ander, fl exibeler werkproces van de thuiszorgorganisatie
door de directe manier van communiceren met de ouderen.
‘Zo’n omslag vergt tijd.’
Innmiddels hebben, vanwege het lange tijdspad, twee
nieuwe studenten het onderzoek opgepakt.
Frits van Oosten: ‘We doen vooral een beroep op hun
vaardigheden om de vragenlijsten op te stellen, af te nemen
en zo te toetsen of de theoretische veronderstellingen
kloppen met de praktijk. Merken ouderen inderdaad dat
ze zelfstandiger kunnen blijven dankzij de App?’
In februari 2013 worden de eerste
resultaten van de pilot verwacht.
Bij een goed resultaat hoopt
Libertas dat alle cliënten
met een AWBZ-indicatie de
App gaan gebruiken.
Leidse alumni: ‘Regio Leiden is ons gat in de markt.’Maarten van Vliet en Matthijs zoons, alumni Commerciële Economie, richtten
afgelopen jaar samen Interaction Matters op, een bedrijf dat organisaties helpt
interactie met hun doelgroep te ontwikkelen en te onderhouden, met een focus
op sociale media. Matthijs: ‘De vraag is niet: moet je iets met sociale media, maar
waarom moet je iets met sociale media? Je gaat gemakkelijk de fout in. Wij willen
bedrijven leren om sociale media strategisch in te zetten.’
De oud-studenten hebben nog steeds contact met hun voormalige opleiding.
ze willen de kennis die ze in de praktijk opdoen graag delen. Matthijs: ‘zodat we
de marketeers van de toekomst op kunnen leiden.’ Maarten: ‘Want de wereld
verandert sneller dan een opleiding kan veranderen.’ Adviezen voor studenten
hebben ze dan ook genoeg. Die moeten vooral geen ‘checklistmarketeer’ worden,
menen ze. Matthijs: ‘Niet: Facebookpagina gebouwd, check. Twitteraccount: check.
Denk altijd vanuit de boodschap van je klant.’ Maarten: ‘En houd je vak bij. Volg de
ontwikkelingen, want binnen een jaar loop je achter.’
De alumni zijn blij dat ze in Leiden zijn gebleven. ‘In Amsterdam stikt het van
bedrijven als de onze’, zegt Maarten. ‘De concurrentie daar is groot, terwijl de regio
Leiden enigszins buiten de radar ligt en er veel potentieel zit.’ Matthijs vult aan:
‘De regio is ons gat in de markt.’
Studenten Communicatie geven LoliesART een metamorfoseStudenten Communicatie hebben
kennisgemaakt met de praktijkgerichte
vorm van onderwijs: leerbedrijf ComOn.
Alle tweedejaars richtten een eigen
communicatiebureau op en voerden een
opdracht uit van een echte opdrachtgever.
Nancy van Bemmel, Robert Schroer, Rick
Snelderwaard, Jadey Dowling en Nicole
de Koster namen de bedrijfsvoering
van LoliesART onder de loep, een
bedrijf dat sieraden, accessoires en
interieurvoorwerpen van gerecyclede
materialen maakt en workshops geeft. ze
ontwikkelden onder andere een nieuwe
huisstijl voor de opdrachtgever.
Opdrachtgever Anne-Katrien Ausems:
‘Meedoen aan het project betekent je
openstellen voor een andere kijk op het
bedrijf: de studenten zijn jong en komen
met verfrissende ideeën. ze hebben mij
echt aan het werk gezet, wat ik positief
ervaren heb. Door hun kritische blik
is de bedrijfsvoering verbeterd, het is
professioneler geworden. Dat zie je terug
in de verkoop.’
Hogeschool Leiden en de regio: onlosmakelijk verbondenHogeschool Leiden staat alom bekend om haar nauwe samenwerking met regionale instellingen en bedrijven. Het bedrijfsleven profi teert
van ons onderzoek, studenten nemen hun kennis mee naar hun stageadressen en onze alumni boren nieuwe bronnen aan. Hogeschool
Leiden en de regio zijn onlosmakelijk verbonden.
JAARBEELD2012
16HOGESCHOOLLEIDEN
Rabobank Leiden profiteert van kennis uit afstudeerscriptieOnder kleine ondernemers in de regio is de Rabobank
favoriet. Dat is een van de conclusies van het
afstudeeronderzoek van Marle van Wijk, studente
Commerciële Economie. Voor haar afstuderen
onderzocht zij op welke manier ondernemers voor een
bank kiezen en hoe ze door banken benaderd willen
worden. Op basis van haar onderzoek doet zij een aantal
aanbevelingen, bijvoorbeeld om startende ondernemers
rechtstreeks te benaderen. Die zijn lang niet altijd goed
op de hoogte van de mogelijkheden en kiezen dus maar
voor de bank waar ze ook particulier bankieren.
Frank van der Voort, manager Bedrijven van Rabobank
Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest is blij met de
uitkomsten: ‘Het onderzoek biedt een extra uitdaging
om onze dienstverlening verder te verbeteren.’ Een mooi
voorbeeld van het nut dat een afstudeerscriptie voor de
regio kan hebben.
Bedrijfsjournalistiek leer je niet alleen in de schoolbankenIn de Minor Bedrijfsjournalistiek maken studenten Communicatie in opdracht van een
bestaande organisatie een redactioneel concept. zij komen hierbij in aanraking met alle
facetten van het vak. Na het afronden van de Minor hebben de studenten inzicht in de
werkzaamheden van een bedrijfsjournalist en het belang en de rol van bedrijfsjournalistiek
in een organisatie.
Maters en Hermsen, bureau voor bedrijfsjournalistiek in Leiden, werkt graag samen met de
hogeschool: ‘Wij hebben bijzonder goede ervaringen met de studenten van Hogeschool
Leiden. Frisse blik, harde werkers en leuke ideeën. Precies wat je van toekomstige
vakgenoten hoopt. Natuurlijk hebben ze nog veel te leren. Professionaliteit, ambachtelijke
vaardigheden, adviesvaardigheden. Maar dat zijn dingen die je toekomstige werkgever je
wel leert! Als je in de eerste plaats maar nieuwsgierig bent zonder onbeschoft te worden
en kritisch maar onbevooroordeeld. Dan komt de rest vanzelf.’
‘Wij steunen de samenwerking met de minor vanaf het begin, omdat wij geloven in
de toegevoegde waarde van de praktijk. Veel dingen van ons vak kún je niet in de
schoolbankjes leren. Bovendien is het voor opleidingen een onbegonnen taak om álle
ontwikkelingen bij te houden waar wij mee worden overspoeld. Daar laten we goede
studenten graag in meedelen op ons kantoor.’
Hogeschool Leiden en de regio: onlosmakelijk verbonden
10.000 euro voor het goede doel Tweedejaars van de opleiding Commerciële Economie hebben afgelopen januari de meest uiteenlopende acties bedacht om geld in te
zamelen voor Fight Cancer, Hulphond Nederland, KiKa, Xenia, Kinderpostzegels, het Nationale MS fonds, Nona en het Ronald McDonald
Huis. Dat leverde in totaal 10.000 euro op.
zo haalde studente Marcella Rutgers met haar projectgroep geld op voor Kinderpostzegels Nederland door in een restaurant gerechten
te verkopen die door kinderen waren bereid. ze is enthousiast: ‘Normaal gesproken krijgen we vooral fictieve projecten. Nu eindig je
met een plan dat je ook uitvoert.’ Ook haar opdrachtgever van Kinderpostzegels, Rabia Alibaks, is blij met het project: ‘Inspirerend en leuk
om samen te werken. Bovendien is het een goede verkenning om te zien wat er speelt.’
bron: IntoBusiness
JAARBEELD2012
17HOGESCHOOLLEIDEN
Hersentumoren bestrijden in AustraliëBastiaan van den Berg (Biologie en medisch laboratorium-
onderzoek) ontving in 2012 een Go Outside Europe Scholarship
(zie pagina 6) om aan de universiteit van Sydney in Australië zijn
afstudeerstage te doen.
‘Aan het Brain and Mind Research Institute (BMRI) doe ik
onderzoek naar de bestrijding van hersentumoren. In het
bijzonder richt ik me op de Glioblastoma Multiforme (GBM)
variant, die zeer kwaadaardig is. Omdat deze gezwellen niet
compleet chirurgisch te verwijderen zijn, is de overlevingskans
van de patiënten gering. Minder dan de helft leeft langer dan
een jaar.’
Voor zijn onderzoek injecteert Bastiaan tumorcellen in de
hersenen van ratten, zodat zij ook tumoren ontwikkelen. Daarna
manipuleert hij cellen die een rol spelen in het afweersysteem
van de hersenen, zodat ze zich tegen de tumor keren en deze
aanvallen. Daarnaast is hij bezig met een andere manier om
tumoren te verwijderen. ‘Mijn collega’s en ik hebben een artikel
gelezen waarin staat dat wanneer je hersentumoren opwekt
in ratten en na enkele dagen ergens anders in het lichaam ook
tumorcellen injecteert, de gezwellen verkleinen en nagenoeg
verdwijnen. Wij willen graag weten of dit werkt.’
Bastiaan verwacht op korte termijn resultaat te hebben, omdat
de ingrepen snel uit te voeren zijn. Zijn hoop is dat op basis van
de data uit zijn stage nieuwe behandelmethoden ontwikkeld
kunnen worden. ‘Dat zou fantastisch zijn!’
Life SciencesHogeschool Leiden heeft een unieke positie in het Leiden Bio Science Park.
De nabijheid van het directe werkveld zorgt voor een dynamische leer- en
werkomgeving: werkveld en onderwijs weten elkaar eenvoudig te vinden
voor het uitwisselen van kennis. Zo is lector Willem van Leeuwen vanuit
het lectoraat Innovatieve Moleculaire Diagnostiek de spil in verschillende
soorten onderzoek, zoals naar de snelle diagnostiek van infectiezieken
(pag. 19) en naar uitheemse diersoorten in de Oosterschelde (pag. 21).
Ook onze studenten laten zich niet onbetuigd. Ze ontwikkelen zelfstandig
mobiele applicaties (pag. 23) en zwermen uit tot in Australië (pag. 18) en
de VS (pag. 20) om daar hun steentje bij te dragen.
18HOGESCHOOLLEIDEN
JAARBEELD2012
LIFE SCIEN
CES
Direct infecties herkennen met BiosparQ
Het lectoraat Innovatieve Moleculaire Diagnostiek (IMD)
werkt samen met het bedrijf BiosparQ BV (Biological Single
Particle Recognition eQuipment) aan de ontwikkeling en
invoering van een apparaat dat razendsnel infecties kan
herkennen. ‘Dit is nooit eerder vertoond,’ zegt Willem van
Leeuwen, lector IMD. ‘Normaal duurt het enkele dagen tot de
diagnose, maar BiosparQ geeft de uitslag binnen minuten.’
BiosparQ technologie werd oorspronkelijk bij TNO ontwikkeld
om snel biologische wapens, zoals Antrax, op te sporen.
Sinds april van dit jaar zet het bedrijf de ontwikkeling van de
technologie zelfstandig voort en zit het samen met IMD in
het Bio Science Park. Voor het ontwikkelen van de medische
toepassing van BiosparQ is het een groot voordeel dat ze nu
nauw kunnen samenwerken met de microbiologen van IMD.
Gerold de Valk, directeur bij BiosparQ BV: ‘Er is een grote
behoefte aan snelle diagnostiek. Als een arts drie dagen
moet wachten om te weten welke bacterie een infectie
veroorzaakt, dan zal hij zijn toevlucht zoeken tot het
voorschrijven van breedspectrum-antibiotica. Dit is niet
alleen belastend voor de patiënt, het is ook een van de
oorzaken van het ontstaan van multiresistente stammen.’
Een bacterie kun je herkennen door met een massaspectro-
meter naar het eiwitspectrum te kijken en dat te vergelijken
met spectra van bekende bacteriën in een database. Bij de
huidige generatie massaspectrometers moet het materiaal
daarvoor minstens 48 uur op kweek gezet worden. BiosparQ
kan micro-organismen daarentegen direct vanuit het patiënt-
monster identificeren. Gerold: ‘De grote truc is je monster te
vernevelen in hele kleine druppeltjes, zodat er niet meer dan
één bacteriecel per druppel is. Vervolgens analyseer je de
individuele cellen één voor één. Technisch lastig, maar het is
te doen. Tussen monstername en analyse zitten nog slechts
enkele minuten.’
Het systeem is nog niet op de markt. Momenteel wordt het
geoptimaliseerd en getest.
Gerold: ‘Op het gebied van diagnostiek in de zorg is grote
winst te behalen. Als je de kweekstap overslaat, heb je geen
dure infrastructuur en materialen nodig.’
Willem: ‘Snellere diagnostiek leidt tot een korter ziekbed,
minder overlijdensgevallen en een kortere opnametijd in
het ziekenhuis. Dat alleen al kan in Nederland tientallen
miljoenen euro’s per jaar besparen.’
v.l.n.r. René Parchen, Marco Le Kluse, Gerold de Valk van Biosparq
JAARBEELD2012
19HOGESCHOOLLEIDEN
LIFE SCIEN
CES
Serrano Pereira (links) en Willem van Leeuwen
Indringer bedekt bodem van Atlantische oceaanJe hoeft als student niet altijd de zee op om
hoogwaardig onderzoek te doen naar het leven
onder de waterspiegel. Serrano Pereira, student
Bio-informatica, ontwikkelde tijdens een stage bij
marine adviesbureau GiMaRis een programma om
analyses uit te voeren over diersoorten die op zee
verzameld zijn. Die ervaring nam hij mee naar zijn
huidige afstudeeronderzoek aan het wereldberoemde
Massachusetts Institute of Technology (MIT) in
Cambridge, USA.
Hij doet zijn onderzoek bij MIT Sea Grant, een
onderzoeksprogramma dat sinds 1991 autonome
onderwatervoertuigen ontwikkelt die data verzamelen
in diepe wateren ver van de kust. Ze fotograferen
bijvoorbeeld kolonies Didemnum Vexillum, de Japanse
druipzakpijp, minieme manteldiertjes die gezamenlijk
sponsachtige plakkaten vormen die alles bedekken.
Ze komen normaal gesproken niet aan de Atlantische
kust voor en vormen een enorme bedreiging voor
bodemvissen en schelpdieren. Omdat D. Vexillum
zich razendsnel verspreidt, heeft Serrano het Marine
Species Identification System (MaSIS) ontwikkeld.
Marine biologen identificeren het gevreesde beestje
op foto’s, waarna MaSIS berekent in hoeverre deze
de bodem bedekt. Behalve de distributie kan Serrano
zo ook onderzoeken welke andere factoren, zoals
het zoutgehalte van het water, van invloed zijn op de
verspreiding van de zakpijp. Informatie die van grote
waarde is voor MIT Sea Grant.
‘Onze studenten gaan met het werkveld op expeditie’
LIFE SCIEN
CES
JAARBEELD2012
21HOGESCHOOLLEIDEN
‘Ben je weleens bij de Oosterschelde geweest? Langs onze kustwateren liggen grote keien die begroeid zijn met
vlijmscherpe Japanse oesters. Zwemmers en surfers halen zich eraan open. Erger nog zijn de paar centimeter grote
ribkwalletjes die met miljarden de Oosterschelde binnendringen en alles opvreten.’
Uitheemse soorten bedreigen schelpdierpopulatie Oosterschelde
Aan het woord is Dr. Willem van Leeuwen, lector van het
lectoraat Innovatieve Moleculaire Diagnostiek (IMD) van
Hogeschool Leiden en hoofd van het moleculair diagnostisch
laboratorium van de afdeling Medische Microbiologie en
Infectieziekten in het Erasmus Medisch Centrum. Vanuit
het TOPlab, het specialistisch laboratorium voor toegepast
onderzoek in de moleculaire diagnostiek, werkt hij samen met
diverse bedrijven in de regio, waaronder marine adviesbureau
GiMaRis. Samen met hen doet hij onderzoek naar invasieve
exoten, uitheemse diersoorten die in de Oosterschelde
terechtgekomen zijn.
Exoten kunnen de oorspronkelijke mossel- en oesterbevolking
aantasten en dat levert de schelpdiersector miljoenen euro’s
per jaar aan schade op. Ze kunnen op verschillende manieren
naar Nederland komen, bijvoorbeeld via de scheepshuid,
natuurlijke verspreiding of via schelpdiertransporten. Zolang
onduidelijk is welke vector van invloed is, zijn de transporten
aan strenge regels gebonden. De schelpdiersector en het
Productschap Vis hebben daarom, in overleg met het Ministerie
van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, via GiMaRis
aan het lectoraat IMD gevraagd de oorzaken en risico’s te
inventariseren. ‘Mochten de exoten via natuurlijke weg in onze
wateren komen, dan hebben strenge regels voor transporten
niet zoveel zin.’
‘Met de analytische technieken die we op het TOPlab tot onze
beschikking hebben, kunnen we de genetische code van de
exoten doorbreken. De bouwsteenvolgorde van het DNA
kunnen we koppelen aan het land van herkomst. De genetische
code van mosselen uit Engeland is namelijk anders dan die
van mosselen uit Noorwegen. Het water is overal van
een andere samenstelling en dat zie je terug in hun
verschijningsvorm. Je bent wat je eet, zullen we maar zeggen.
Daarnaast moet je naar havens gaan en monsters nemen van
wanden van steigers en schepen. Dan weet je of de exoten
bijvoorbeeld via de scheepshuid in het water terechtkomen.
Er komt een grote hoeveelheid veldwerk bij kijken, maar dat
doet GiMaRis zelf.’
De ligging van het TOPlab in het Bio Science Park maakt de
lijnen tussen de hogeschool en het bedrijfsleven heel kort.
Je komt elkaar gemakkelijk tegen. Toen het lab zich vestigde,
lag GiMaRis aan de overkant van de gang in het BioPartner-
gebouw.
Van Leeuwen: ‘Ik vraag altijd: wat kunnen we voor elkaar
betekenen? Dat is nu eenmaal mijn werk.’ Trots: ‘Sinds die tijd
besteedt GiMaRis alle laboratoriumonderzoek aan ons uit. We
bieden kennis en service, vooral in snelheid. We zijn er logistiek
op ingesteld om de resultaten van diagnostische tests binnen
één dag te leveren. Zo bepalen we bijvoorbeeld of schelpdieren
het zeer besmettelijke Norovirus bij zich dragen. Hiervan kun je
flink ziek worden. Het verdachte product komt met een koerier
uit Zeeland, we verwerken het direct en de volgende dag
hebben we de uitslag. Bij andere laboratoria duurt het wel een
week. Onze snelheid levert nieuwe samenwerkingen op en een
geldstroom waarvan we weer onderzoek kunnen doen.’
Student en werkveld profiteren over en weer van elkaars kennis
en competenties. Studenten dragen in het lab bij aan het on-
derzoek voor GiMaRis, en GiMaRis neemt hen mee op veldwerk.
Wekenlang de wateren af om de biodiversiteit van havens te
bestuderen. Dat is leuk en zeer leerzaam. Van Leeuwen: ‘Ze gaan
echt op expeditie, heel avontuurlijk.’
‘Onze studenten gaan met het werkveld op expeditie’
LIFE SCIEN
CES
JAARBEELD2012
22HOGESCHOOLLEIDEN
Internationale scholing van laboratoriumpersoneel op Curaçao
In het voorjaar van 2012 hebben Jolanda van Schie en
Annelies van Goor, docenten van het Centrum Bioscience
en Diagnostiek (CBD) een bijscholing Medische
Microbiologie verzorgd op Curaçao. Ze waren daar op
uitnodiging van het Analytisch Diagnostisch Centrum
(ADC), een groot laboratorium dat het grootste deel van
de diagnostiek voor het eiland en omringende eilanden
verzorgt.
Gedurende twee intensieve weken werden elf analisten
van de afdeling medische diagnostiek van het ADC
door Annelies en Jolanda begeleid en geschoold. Ze
kregen zowel college, praktijkopdrachten als individuele
begeleiding en sloten het programma af met toetsen
die tot een diploma Middelbaar of Hoger Laboratorium
Onderwijs leidden.
Annelies: ‘De studenten waren enorm gemotiveerd. Als
wij om half vier wilden stoppen, wilden zij door. Ook de
afdeling gaf alle steun, door zoveel mogelijk vervanging
voor de analisten te regelen.’
Terug in Nederland zetten de docenten, aangevuld met
docent Tonny de Vos, het onderwijs online voort. ‘We
gaven les via skype. Zo konden we elkaar zien en konden
de studenten vragen stellen. Wij vanuit regenachtig
Nederland, zij in een lokaaltje in de warmte. Ze keken naar
de powerpoint, en wij gaven online college. Het kostte
iets meer tijd, maar het werkte perfect.’
‘De studenten vonden de cursus waardevol en zaten
vol met grapjes. Het was hoe dan ook een bijzondere
ervaring voor ons allemaal.’
LIFE SCIEN
CES
Student Bio-informatica ontvangt VSBfonds Beurs Dennis Leenheer, inmiddels oud-student Bio-informatica, werd
in het voorjaar van 2012 door de hogeschool voorgedragen voor
een VSBfonds Beurs. Hij ontving 10.000 euro om gedurende twee
jaar de Master Applied Biotechnology aan Uppsala University,
Zweden, te volgen.
Het VSBfonds stelt elk jaar een groot aantal beurzen beschikbaar
voor bevlogen en gemotiveerde studenten, die zich graag
verder willen ontwikkelen. Maureen Bergman van het team
Internationalisering & Diversiteit licht toe waarom Dennis
werd voorgedragen: ‘Dennis heeft in het selectiegesprek goed
uitgelegd waarom het VSBfonds zijn studieplannen zou moeten
ondersteunen. Hij is erg geïnteresseerd in medicijnontwikkeling
en wil met de kennis en ervaring die hij in Zweden opdoet,
bijdragen aan de ontwikkeling van persoonlijke medicatie in
Nederland. Hij is van plan om na zijn masterstudie in Nederland
te gaan promoveren. Daarna wil hij een eigen bedrijf oprichten.’
Extracurriculaire activiteiten waaruit betrokkenheid bij de
omgeving blijkt, zijn van groot belang voor toekenning van
de beurs. ‘Dennis heeft bijvoorbeeld een rol gespeeld in de
studievereniging van Bio-informatica SV Exon en hij heeft heel
wat vrijwilligerswerk op zijn cv staan. Hij laat blijken dat hij graag
iets betekent voor een ander.’
Snel zien of je je tentamen hebt gehaald
Eerst inloggen op Intranet, dan doorklikken naar studieinformatiesysteem Osiris, weer
inloggen, en daarna heb je pas je cijfer. Wat een lange route voor zoiets simpels, dacht
Thomas Neuteboom, student Informatica. Dat moet eenvoudiger kunnen.
Wat begon als een brainstormsessie met klasgenoot Colin van Waardenberg resulteerde
in een eenvoudige, maar zeer handige applicatie voor mobiele telefoons, Instar. Met
Instar haal je je cijfers rechtstreeks op je mobiel op en zie je in één oogopslag of je je
tentamen hebt gehaald. Thomas: ‘Bijna elke student heeft tegenwoordig een mobiel die
Apps kan draaien. Overal op school zie je studenten met een mobieltje lopen, onderweg
naar een lokaal. Ze willen ook hun cijfers meteen bij de hand hebben.’
Instar is zowel voor Androidtelefoons als Iphones beschikbaar en werd al bijna 350
keer gedownload. Medestudenten zijn er blij mee: ‘Werkt prima! Geen gedoe meer met
Intranet’, schrijft een student op de Androidwebsite. ‘Doet precies wat het moet doen’,
oordeelt een andere.
Behalve studenten van Hogeschool Leiden kunnen studenten van de Haagse
Hogeschool en Hogeschool Utrecht van de App gebruikmaken. Thomas: ‘Het liefst
wil ik de App voor elke Nederlandse hogeschool beschikbaar maken. Helaas blijkt het
lastig om testomgevingen te krijgen. Maar de ambitie is er.’
JAARBEELD2012
23HOGESCHOOLLEIDEN
Internationale scholing van laboratoriumpersoneel op Curaçao
LIFE SCIEN
CES
De studenten van Hogeschool Leiden, die moet je hebben!Betrokken, nieuwsgierig, talentvol en bevlogen, zo zien we onze studenten graag. Om die eigenschappen te stimuleren beloont
Hogeschool Leiden bijzondere initiatieven met een prijs of reisbeurs. De prijswinnaars van 2012 zetten we hieronder in de schijnwerpers.
Bevlogen en omgevingsbewustDe Gusta van Bavelprijs wordt uitgereikt aan
studenten met passie, lef, ondernemerszin
en omgevingsbewustzijn. Dit jaar is de prijs
toegekend aan Fiona van Pul, Jill Arnold, Derk
van Werkhoven, Derek Myers, Bastiaan Wallage
en Bouke van Haasteren voor hun initiatief
om het leven van gehandicapte kinderen en
hun familie in Mali structureel te verbeteren.
Na terugkomst in Nederland richtte de groep
de stichting Ciwarakids op (www.ciwarakids.
com), zodat het werk in Mali voortgezet kan
worden. Dit zei de jury: ‘Wat het initiatief
onderscheidend maakt, is dat de studenten het
werk voortzetten via hun stichting. Velen zijn
gebaat bij dit project.’
van links naar rechts: Rozemarijn,
Rosine van Dam, Fedde Schaeff er
(Laura staat niet op de foto)
Van hoogwaardige kwaliteitElk jaar nomineert elke opleiding één afstudeerscriptie voor de Hogeschool Leiden Prijs.
De voorgedragen scripties zijn van hoog niveau en laten zien waartoe de studenten van
de hogeschool in staat zijn. Dit waren de drie beste, de kroonjuwelen van 2012:
Eerste prijs: Rozemarijn Sengers, studente Biologie en medisch laboratoriumonderzoek, deed
onderzoek naar een geneesmiddel dat mogelijk bronchopulmonale dysplasie kan
genezen, een chronische longziekte die bij zeer premature kinderen kan optreden. Het
middel had een gunstig eff ect bij rattenpups die experimenteel met de ziekte besmet
waren. Op basis van haar bevindingen kunnen in de toekomst mogelijk ook mensen met
dit geneesmiddel behandeld worden. Dit zei de jury: ’De maatschappelijke relevantie van
dit onderzoek is overduidelijk. Het is zo helder beschreven dat het reproduceerbaar is. Dat
is zeer waardevol.’
Tweede prijs:Laura Bruins en Rosine van Dam, studenten Maatschappelijk Werk en Dienstverlening,
onderzochten aan welke verbale en non-verbale signalen men op Schiphol minderjarige
slachtoff ers van mensenhandel kan herkennen, zodat het maatschappelijk werk
deze meisjes, en een enkele jongen, bescherming kan bieden. Dit zei de jury: ‘Een
typisch voorbeeld van een echt hbo-onderzoek. Het onderzoeksverslag is gemakkelijk
toegankelijk en het onderwerp is maatschappelijk zeer relevant.’
Derde prijs:Fedde Schaeff er, student Bio-informatica, deed onderzoek naar genetische biomarkers
voor prostaatkanker. Dat heeft geleid tot een methode die in de toekomst gebruikt kan
worden voor de detectie van prostaat- en andere vormen van kanker. Dit zei de jury:
‘Een innovatief onderzoek met interessante resultaten. Het verslag voldoet aan alle
wetenschappelijke eisen en is van zeer hoog niveau.’
24HOGESCHOOLLEIDEN
JAARBEELD2012
De studenten van Hogeschool Leiden, die moet je hebben!
Maatschappelijk betrokkenBart Brasser (Fysiotherapie) ontving een GOES-beurs om stage te lopen op
de fysiotherapeutische afdeling van het Diakonessenhuis in Paramaribo,
één van de vier ziekenhuizen in Suriname. Dit zei de jury: ‘We kozen Bart
omdat hij een gedreven student is, met goede cijfers. Hij heeft duidelijk
aangetoond maatschappelijk betrokken te zijn.’
Talentvol en zelfbewustBastiaan van den Berg (Biologie en medisch laboratorium-
onderzoek) ontving een GOES-beurs om zijn afstudeerstage aan de
universiteit van Sydney (Australië) uit te voeren. Wat hij daar gaat doen?
Dat lees je op bladzijde 20. Dit zei de jury: ‘Bastiaan wist precies uit te
leggen wat voor hem de uitdagingen van de stage in Australië zijn.
Hij heeft een helder beeld van wat hij kan en wat hij wil.’
Gedreven en nieuwsgierigMarten Hansen (Biologie en medisch laboratoriumonderzoek) ontving
een GOES-beurs voor zijn afstudeeropdracht aan de universiteit van Otago
in Dunedin, Nieuw-zeeland. Hij houdt zich bezig met het ontwikkelen
van een vaccin dat beschermt tegen huidkanker. Dit zei de jury: ‘De jury
koos Marten onder andere om zijn gedrevenheid in het selectiegesprek en
omdat hij een prachtig cv met extracurriculaire activiteiten heeft.’
Het beurzenprogramma Go Outside Europe Scholarship (GOES) is een initiatief van onze hogeschool. Studenten die talentvol zijn, geen of weinig studievertraging hebben en goed kunnen motiveren waarom ze naar het buitenland willen, maken kans op een beurs van € 2.500 voor een verblijf buiten Europa.
Aansprekend en verhelderendEmiel van zanten, student Chemie (specialisatie
Chemische Analyse) heeft tijdens de diploma-
uitreiking van de hogeschool de Posterprijs,
gesponsord door Kelly Scientifi c, in ontvangst
mogen nemen. zijn poster ging over de bepaling
van giftige stoff en in grond- en oppervlaktewater bij
stortplaats Nauerna. Dit zei de jury: ‘De informatie op
de poster is prima afgestemd op de voorkennis van
het publiek zonder dat afbreuk wordt gedaan aan
het wetenschappelijk niveau van het gepresenteerde
onderzoek.’
Praktisch en analytisch Pauline Keunen-Dekkers Advanced Nursing Practice
(ANP) heeft met een presentatie van de resultaten van
haar afstudeeronderzoek de eerste prijs gewonnen
op het congres voor Verpleegkundig Specialisten,
georganiseerd door de Verpleegkundigen &
Verzorgenden Nederland (V&VN). Haar onderzoek
ging over pijn bij biopsieën ten behoeve van de
diagnostiek van mammacarcinomen. Haar onderzoek
is een mooi voorbeeld van de manier waarop men in
de praktijk op een haalbare manier zelf gegevens kan
analyseren om de zorg te verbeteren.
die moet je hebben!
Bart Brasser Bastiaan van den Berg Marten Hansen Emiel van Zanten
JAARBEELD2012
25HOGESCHOOLLEIDEN
Jeugdzorg gebruikt motivatiemeter Alle achttien Jeugdzorg Plus-instellingen gebruiken sinds 1
augustus de Motivatiemeter, een vragenlijst die oud-studenten
Mark Meijer en Martin van der Plas ontwikkelden tijdens hun
afstudeeronderzoek van Sociaal Pedagogische Hulpverlening.
Voordat Mark en Martin de Vragenlijst Motivatie voor Behandeling
(kortweg: de Motivatiemeter) ontwikkelden, zagen ouders en
hulpverleners van autistische jongeren weerbarstig gedrag aan
voor ongemotiveerdheid. Volgens Mark en Martin waren de
jongeren wél gemotiveerd, maar nog niet toe aan de aangeboden
behandeling.
In hun afstudeeronderzoek bij Curium LUMC, een academisch
centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie, wilden ze graag de
behandelmotivatie meten, maar er bestond nog geen geschikt
meetinstrument. Dus maakten de twee studenten, met steun
van docent Peer van der Helm, de vragen van een vragenlijst van
de justitiële jeugdinrichtingen concreter en eenvoudiger, zodat
jongeren ze gemakkelijker konden beantwoorden.
De weerbarstigheid bij de jongeren ontstaat wanneer ze de
noodzaak van behandeling niet inzien. ‘Worden zij meer gehoord,
dan sluit de behandeling beter aan op hun vraag, voelen ze zich
meer betrokken en zijn ze eerder gemotiveerd’, aldus Mark en
Martin.
Na het afstudeeronderzoek is de lijst verder verkort tot twaalf
items en gevalideerd, samen met de Universiteit van Amsterdam.
Nu gebruiken ook de justitiële jeugdinrichtingen de motivatietest
van de oud-hogeschoolstudenten. ‘Dat hoor je niet vaak over
afstudeeronderzoeken’, zegt Martin. Volgens begeleider Peer
van der Helm heeft het werkveld belangstelling. ‘Nationale
en internationale vaktijdschriften besteedden veel aandacht
aan dit instrument. Hogeschool Leiden loopt in dit onderzoek
internationaal voorop.’
JeugdDe huidige ontwikkelingen binnen het (basis)onderwijs en de jeugdzorg
maken het onderwijs en onderzoek binnen ons profileringsthema Jeugd
van groot maatschappelijk belang. Onze lectoren houden zich bezig
met onderwerpen als passend onderwijs, jeugdcriminaliteit, de invloed
van de natuur op de ontwikkeling van het kind, ouderbegeleiding en
gehandicaptenzorg en jeugdzorg.
Onze studenten en medewerkers werken nauw samen met de
beroepspraktijk, in het bijzonder in de regio. Lees bijvoorbeeld over het
lopende onderzoek met Politie Hollands Midden naar de aanpak van
delinquente jongeren (pag. 33). Pabo-studenten doen hands-on ervaring op
in het onderwijs, maar staan daarbij niet alleen voor de klas (pag. 27). Ook
mensen die al werkzaam zijn in het onderwijsveld kiezen voor Hogeschool
Leiden om zich verder te bekwamen, zoals alumnus René Soullié (pag. 37).
JAARBEELD2012
26HOGESCHOOLLEIDEN
JEUG
D
26HOGESCHOOLLEIDEN
JAARBEELD2012
Jeugdzorg gebruikt motivatiemeter
Vijf derdejaarsstudenten Pabo werkten dit jaar mee aan
de ontwikkeling van het nieuwste educatieve spel over
de Nederlandse geschiedenis: Canon XXL. Leerlingen in
de bovenbouw van het basisonderwijs worden in dit spel
onderdeel van de geschiedenis door een fysieke tijdreis te
maken op een levensgroot en theatraal speelveld. Zo leren
ze spelenderwijs de belangrijkste vaderlandse geschiedenis,
ook wel de Historische Canon genoemd. Geheel volgens
de visie van de opdrachtgever van het project, de Stichting
Vier Musketiers, ontwikkelaar van educatieve spelvormen.
De stichting gelooft dat leren het beste gaat door te spelen.
Renate van der Kuijl van de stichting: ‘Kinderen associëren
leren met moeten. Als je speelt, haal je het beste in jezelf naar
boven en doe je je uiterste best om te winnen. Zo gaat leren
vanzelf.’
Studenten Loes Passchier, Kirsten Verbaan, Martijn van
Dijk, Tim Hogeboom en Jamie Jansen hielden zich bezig
met geschiedenisdidactiek voor de bovenbouw. Ze
adviseerden de Vier Musketiers op het gebied van taalgericht
zaakvakonderwijs, meervoudige intelligentie, didactische
werkvormen en tijdsbesef. De adviezen werden verwerkt in
het ontwerp van het XXL spel. Renate geeft een voorbeeld:
‘In het spel lopen kinderen soms met één stap door 1000 jaar
en met tien stappen door 200 jaar. Om de kinderen tijdsbesef
te geven, hebben de pabo-studenten een duidelijke tijdsbalk
bedacht. Zo kunnen de kinderen in het spel continu zien in
welke tijd zij zich bevinden.’ De studenten hebben de theorie
van het spel getoetst aan de literatuur en bij de kinderen. ‘Het
enthousiasme van de studenten was heel inspirerend. Ze zijn
ontzettend belangrijk voor ons geweest.’
Het spel bestaat alleen nog op papier. De stichting heeft
subsidie aangevraagd en als deze verleend wordt, kunnen
leerlingen op Nederlandse basisscholen misschien
volgend jaar al het Canon XXL Spel spelen. De theoretische
onderbouwing van het spel door de pabo-studenten maakt
dat de stichting sterker staat bij de subsidieaanvraag. ‘Het is
goed om de fondsen te melden dat we met leerkrachten in
opleiding samenwerken.’
Geschiedenis leren op een levensgroot speelveld
JAARBEELD2012
27HOGESCHOOLLEIDEN
JEUG
D
ConvenantHet project van de Honoursstudenten valt binnen
het convenant dat het expertisecentrum voor Jeugd
Samenleving en Ontwikkeling (JSO) en Hogeschool
Leiden sloten om hun gezamenlijke kennis nog beter
te benutten en in te zetten in de beroepspraktijk. Dit
gebeurt in de vorm van onderzoek, stageplaatsen of
onderwijs door (gast)docenten.
‘Ik wil alles doen om kinder- mishandeling te stoppen’
JEUG
D
‘De meest angstige uren van mijn leven,’ vertelt Melina Ghasseminejad, vierdejaars Toegepaste Psychologie (TP), ‘beleefde
ik toen ik mijn kleine zusje kwijt was. Ik had net een documentaire over pedofilie gezien. Ik was écht bang!’ Dat was het
moment waarop ze besloot zich in de achtergronden van kindermishandeling te gaan verdiepen.
Honoursstudenten ontwikkelen voorlichtingscampagne over kindermishandeling
‘Wat me opviel: voor de aanpak van lichamelijke mishandeling
zijn allerlei instrumenten ontwikkeld, maar als het gaat om
het aanpakken van emotionele mishandeling is er bijna
niks voorhanden, terwijl die vorm juist de meeste schade
veroorzaakt.’ Samen met vier andere studenten, Eline van der
Linden (Kunstzinnige Therapie), Jesper van Dijk, Derek Myers
en Fiona van Pul (Biologie en medisch laboratoriumonderzoek,
BML), ontwikkelde Melina in opdracht van het expertisecentrum
voor Jeugd, Samenleving en Ontwikkeling (JSO) een
animatiefilm die jonge kinderen uitnodigt om meer over
problemen in hun leven te praten. De opdrachtgever vanuit
het JSO, Vincent Aelbers, is ruimschoots tevreden: ‘Ik was
voor deze opdracht speciaal op zoek naar studenten, omdat
zij nog onbevooroordeeld naar de problematiek kunnen
kijken. Het filmpje waar deze groep mee kwam, overtrof mijn
verwachtingen. Het was van uitstekende kwaliteit en liet zien
dat buiten de gebaande paden was gedacht. Ik ben nog steeds
onder de indruk.’
Melina lacht. ‘We hebben de hele vraag veranderd! De originele
opdracht richtte zich op de aandachtsfunctionarissen, de
trainers die kindermishandeling op scholen en andere plaatsen
onder de aandacht brengen, maar wij vonden dat iemand
anders centraal moest staan: het kind zelf. Het mishandelde
kind is de eerste die een stap moet zetten om uit de situatie te
kunnen ontsnappen.’ Als kinderen (emotioneel) mishandeld
worden, denken ze namelijk snel dat ze iets verkeerd hebben
gedaan en durven niets te zeggen. De groep wilde hen daarom
stimuleren om meer te vertellen aan vertrouwenspersonen.
Daarom ontwikkelden ze de animatiefilm, onder de titel: ‘Heb jij
iemand om mee te praten?’
‘Maar,’ zegt Melina, ‘toen hadden we niet het gevoel dat we
klaar waren.’ Dus schreef ze, samen met Eline, een lesplan om
basisschoolleerlingen van groep drie en vier aan te zetten
tot praten, zonder het woord kindermishandeling expliciet
te noemen. ‘We maken gebruik van vrije associatie, muziek,
tekenen en verhaaltjes. En stellen de kinderen vragen: ‘Als
iemand gemeen doet, wat doe je dan? Als iemand pijn
heeft, hoe kun je diegene troosten?’ We proberen hen meer
zelfvertrouwen te geven. Ze mogen bijvoorbeeld op een kistje
staan en vertellen waar ze trots op zijn, en dan klapt iedereen
voor hen. Dat werkt bij volwassenen en dus zeker bij kinderen.’
Melina en haar mede-studenten voerden hun project uit in het
kader van het Honoursprogramma van Hogeschool Leiden,
dat getalenteerde studenten vanuit verschillende opleidingen
interdisciplinair laat samenwerken. Melina heeft veel geleerd
van het Honoursprogramma: ze vond het fantastisch met andere
gemotiveerde studenten samen te werken. Het interdisciplinaire
karakter leerde haar over de grenzen van haar opleiding heen
te kijken. Zo werden de studenten BML in haar groep niet
gehinderd door enige pedagogische kennis. Melina: ‘Waar ik
beperkingen zag omdat ik al vaker een product voor kinderen
gemaakt had, zagen zij die belemmeringen niet en waren ze
veel vrijer en enthousiaster. Aan sommige mogelijkheden had ik
nog nooit gedacht. Aan de andere kant kon ik aangeven wat wel
en niet haalbaar was met de jonge kinderen in onze doelgroep.’
Melina kan niet wachten tot ze het lesplan in de praktijk mag
brengen. ‘Mijn droom is het nationaal te implementeren. Want
dat de kans dat kinderen die op jonge leeftijd mishandeld
worden later problemen krijgen, zoveel groter is dan anders, dat
weten de meeste mensen niet eens. Ik wil er alles aan doen om
kindermishandeling tegen te gaan.’
‘Ik wil alles doen om kinder- mishandeling te stoppen’
JAARBEELD2012
29HOGESCHOOLLEIDEN
JEUG
D
Meetinstrument leefklimaat geeft delinquente jeugd een stem
In 2012 tekende Hogeschool Leiden met Hogeschool
Windesheim een convenant over de samenwerking
rond de master Jeugdzorg. Tot nu toe was deze
geaccrediteerde masteropleiding alleen bij Hogeschool
Leiden te volgen. Door het convenant kan Hogeschool
Windesheim nu ook met deze master van start gaan. De
twee partijen gaan nauw samenwerken en willen min
of meer hetzelfde programma aanbieden. Hogeschool
Leiden en Hogeschool Windesheim werken op het gebied
van Social Work al langer samen. Agnita Mur, lid College
van Bestuur: ‘Deze gemeenschappelijke masteropleiding
draagt bij aan de verdere professionalisering van de
jeugdzorg. Graag willen wij voor de samenleving op dit
gebied een verschil maken.’
De maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van
de jeugdzorg zijn de laatste jaren gestegen. Om de
Professionalisering Jeugdzorg
JAARBEELD2012
30HOGESCHOOLLEIDEN
JEUG
D
In Nederland worden jongeren met ernstige gedragsproblemen en crimineel gedrag behandeld in justitiële jeugdinrichtingen;
in verhouding meer dan in andere West-Europese landen. Peer van der Helm, hogeschooldocent verbonden aan het lectoraat
Jeugdzorg en Jeugdbeleid, promoveerde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam op onderzoek naar de effecten van een posi-
tief leefklimaat in dergelijke jeugdinstellingen.
‘Het is geen eenvoudige opgave, het opvoeden van jongeren
met gedragsproblemen. Pedagogen menen van oudsher dat
een positief leefklimaat van doorslaggevend belang is, maar
wat dat klimaat dan is of hoe je het meet, dat wist niemand.
Daarom ben ik zeven jaar geleden begonnen met empirisch
onderzoek. Aan de hand van een grote hoeveelheid data
hebben we een meetinstrument kunnen maken dat het
leefklimaat heel nauwkeurig meet.’
‘De belangrijkste eigenschap voor een goed klimaat blijkt de
responsiviteit van de medewerkers te zijn, de mate waarin zij
oor hebben voor de problemen van de jongere. Zo’n kind heeft
altijd gehoord dat hij een rotjongen is. Als een begeleider laat
zien dat de jongere er wel mag zijn, dan geeft dat een groot
positief effect.’
‘De tweede factor is groei, het idee hebben dat het verblijf
in de instelling zin heeft. De derde factor is de sfeer op de
groep en het vierde element is het ontbreken van repressie,
dat is oneerlijk gedrag van de leiding. Denk aan regels die
niet uitgelegd worden, openlijke vernedering. Met de serie
onderzoeken die leidden tot mijn proefschrift hebben we
aangetoond dat die vier elementen zorgen voor een positief
leefklimaat en dat dat duidelijk effect heeft op de ontwikkeling van
de jongere.’
Inmiddels doen ruim 42 instellingen van open en gesloten
jeugdzorg, TBS-klinieken en GGZ-instellingen mee aan het
onderzoek. ‘Je komt normaal gesproken niet gemakkelijk een
gesloten inrichting binnen, maar kennelijk hebben ze zo veel
vertrouwen in de hogeschool dat we bij hen in de keuken mogen
kijken.’
‘Onze studenten nemen vragenlijsten en interviews af en
daarmee maken we een rapport op maat, dat weergeeft hoe het
met het klimaat gesteld is. De instellingen gebruiken dat voor
kwaliteitsverbetering. Ze bespreken de uitkomsten rechtstreeks
met hun medewerkers. En de studenten leren van interviews met
deze jongeren.’
De onderzoeksresultaten zijn inmiddels in diverse internationale
bladen gepubliceerd en beschreven in een leerboek (‘Wat werkt
in de gesloten jeugdzorg’) dat op elf hogescholen in Nederland
wordt gebruikt. De vragenlijst is vertaald en wordt in diverse landen
toegepast.
Het onderzoek werd gerealiseerd met behulp van een RAAK subsidie.
Er is nog geen subsidie gevonden voor het vervolg van het onderzoek.
best mogelijke kwaliteit te leveren is er dringend behoefte
aan hoogopgeleide jeugdzorgprofessionals. Met de nieuwe
samenwerking zorgen de twee hogescholen voor een bredere
toegankelijkheid van dit aanbod.
Jos Baecke, nieuwe lector Sturing in de jeugdzorg van
Hogeschool Windesheim: ‘Ik ben blij met de samenwerking in
de master, die een goed antwoord vormt op de knelpunten in
de jeugdzorg.’
JAARBEELD2012
31HOGESCHOOLLEIDEN
JEUG
D
Docenten en opdrachtgever in dialoog: ‘Het is belangrijk praktijk en onderwijs te verbinden.’
JEUG
D
Om delicten door jongeren te voorkomen en recidive onder jeugdige delinquenten terug te dringen, hebben
politie en justitie diverse samenwerkingsverbanden tussen veiligheidspartners opgezet. Het Veiligheidshuis is een
van die initiatieven. Daarin werken gemeenten, jeugd- en zorginstellingen, politie en justitie samen om crimineel
gedrag en overlast door jongeren aan te pakken.
Hogeschool en politie Hollands-Midden onderzoeken persoonsgerichte aanpak jeugddelinquenten
Rogier de Groot en José Marijt, docenten Toegepaste
Psychologie, doen aan Hogeschool Leiden onderzoek naar de
persoonsgerichte aanpak (PGA) van delinquente jongeren.
Iedere organisatie in de veiligheidsketen die met jongeren
werkt, houdt zich hier tegenwoordig mee bezig, ook binnen
samenwerkingsverbanden als het Veiligheidshuis. ‘In dit lopende
onderzoek willen we onder andere ontdekken hoe de politie
opereert in het Veiligheidshuis, en wat dat betekent voor de
persoonsgerichte aanpak,’ zegt Rogier.
De hogeschool werkt sinds enkele jaren succesvol samen met de
politie. Krishna Taneja, districtschef van Politie Hollands-Midden
en regionaal portefeuillehouder jeugd- en veelplegers, is blij
met deze samenwerking: ‘Het is mooi dat er ruimte is voor ons
als organisatie om mee te denken. Dat verhoogt de relevantie
van het onderzoek.’ Hij stelde dan ook voor het bredere PGA-
onderzoek toe te spitsen op de rol van de politie-afgevaardigde
in het Veiligheidshuis, de jeugdcoördinator. Diens rol staat, nu
de politie genationaliseerd wordt, ter discussie.
José licht toe: ‘Jeugdcoördinatoren zijn mensen met
verschillende persoonlijkheden en verschillende achtergronden
in dezelfde functie. De politie vraagt zich af wat hun rol in
het Veiligheidshuis zou moeten zijn. Wat is een passende
functieomschrijving? Wat doet de coördinator in het
casusoverleg waarin zij het delictgedrag van jongeren
bespreken, en waar zitten mogelijkheden tot verbetering? Wat is
nodig om goed samen te kunnen werken?’
Het is nog te vroeg om conclusies uit het onderzoek te trekken.
Toch ziet Rogier al ruimte voor verbetering: ‘Het is de bedoeling
dat er per jongere een duidelijk doel op papier gezet wordt. Wat
willen we bereiken? We merken dat dit in de casusoverleggen
niet altijd voor alle partijen helder is en dat doelen en middelen
verward worden. Als je een jongere bijvoorbeeld aan het werk wilt
krijgen, dan is het aanstellen van een werkbegeleider niet het doel.
Het is juist het middel om aan werk te komen. Het doel is dat zo’n
jongen zo snel mogelijk een goede, nuttige dagbesteding vindt.
Die onduidelijkheid kan het proces vertragen en ondertussen zit de
jongere te wachten tot er iets gebeurt.’
Toch is het niet altijd eenvoudig onderzoeksresultaten naar de
praktijk te vertalen. ‘Soms staat het onderzoeksformat praktische
toepassing in de weg, dat is een uitdaging’, zegt Krishna. ‘De
vertaalslag wordt gemaakt door studenten en medewerkers.
De docenten zijn goed op de hoogte, ze snappen echt hoe het
werkt.’
‘We hebben goed contact met de politie’, beaamt José. ‘We
vragen: wat kunnen we als hogeschool voor jullie betekenen?
Daarnaast vragen we van hen een bijdrage in het onderwijs,
zoals gastcolleges en stage- of afstudeeropdrachten. Het is
belangrijk praktijk en onderwijs te verbinden.’
Zo heeft de politie de hogeschool verzocht een aangepaste
hbo-opleiding over PGA voor hun medewerkers te ontwikkelen
en geven zowel Rogier als José binnenkort een workshop
op een conferentie voor politiefunctionarissen. Kennis uit
het onderzoek wordt ook verwerkt in het onderwijs aan de
eigen studenten, bijvoorbeeld in de Minor Criminaliteit en
Veiligheid.
‘De ervaring die ik bij politie en andere instellingen heb
opgedaan, verwerk ik in de les’, zegt Rogier. ‘Als je soms ziet
hoe professionals in de jeugdzorg met elkaar en de jongeren
omgaan, daar kunnen studenten veel van leren. Denk vanuit het
perspectief van de jongere, zeggen we de studenten. Soms lijkt
het organisatiebelang boven het kindbelang te gaan, en dat kan
natuurlijk niet.’
JAARBEELD2012
33HOGESCHOOLLEIDEN
JEUG
D
Jan van der Pas, student Leraar Basisonderwijs (Pabo),
werkt en leert tegelijkertijd via het Lucastraject. Dus
is hij twee dagen per week te vinden op de J.F. Ken-
nedyschool in Den Haag, waar mentor Patrick Bödeker
hem de afgelopen maanden intensief begeleidt. Op de
eerste dag van dit schooljaar liep Jan voor het eerst met
Patrick mee in groep 7 en 8. ‘Zijn reactie na de les zal ik
nooit vergeten’, zegt Patrick. ‘Jan was opgelucht, zei dat
het lesgeven hem een eitje leek. Hij realiseerde zich toen
niet dat ik al twee jaar lang met deze klas werk. Lesge-
ven is zeker geen eitje. Inmiddels weet hij dat wel.’
Jan is één van de negen leerlingen die dit schooljaar
zijn uitgekozen om mee te doen aan het Lucastraject.
Vanaf de eerste dag van je studie draai je twee
dagen per week mee op een basisschool van Lucas
Onderwijs, de grootste onderwijsinstelling in Den
Haag. Daarvoor word je ook betaald. Een mooie kans
die niet voor iedereen is weggelegd: Jan moest een
pittige sollicitatieprocedure doorlopen. Dit is een groot
voordeel van het traject, vindt Patrick. ‘De stagiaires zijn
ontzettend gemotiveerd en slim. Je kunt ze meteen
verantwoordelijkheid geven. Jan heeft me goed
geholpen in mijn klas, bijvoorbeeld door leerlingen
intensief persoonlijk te begeleiden.’
Voor de scholen is het mooi meegenomen, een
enthousiaste stagiair(e) die na het behalen van zijn of
haar diploma verplicht twee jaar in het Lucas Onderwijs
moet blijven werken. Ook voor de studenten fijn: ze
hebben baangarantie. Tijdens de opleiding wisselen de
studenten regelmatig van klas en school. Kijken vanuit
verschillende perspectieven geeft hen een voorsprong
op andere pabo-studenten. Als ze van school komen,
hebben ze niet alleen een diploma, maar ook een
enorme hoeveelheid praktijkervaring.
De combinatie van leren en werken loont
JAARBEELD2012
34HOGESCHOOLLEIDEN
34HOGESCHOOLLEIDEN
JAARBEELD2012
JEUG
D
Groen schoolplein: de levende omgeving als leeromgevingDe Britse National Trust maakte deze zomer een lijst van alle dingen
die een kind voor zijn twaalfde gedaan moet hebben. Buiten, om
precies te zijn. Kinderen weten tegenwoordig namelijk niet meer
hoe je een vuurtje stookt of een kikkervisje vangt.
Lectoraat Natuur & Ontwikkeling Kind onderzoekt momenteel sa-
men met de Vrije Universiteit het belang van een groen schoolplein
voor de ontwikkeling en het welbevinden van kinderen. Lector
Dieuwke Hovinga vergelijkt daarbij groene met grijze schoolplei-
nen: ‘We observeren hoe kinderen spelen. Is dat op een groen
schoolplein anders? Zijn kinderen na het spelen op een groen
schoolplein geconcentreerder? We bekijken ook hoe kinderen
met elkaar omgaan en of het hun welbevinden ten goede komt.
Onderzoektrends laten zien dat een natuurrijke omgeving ander
gedrag uitlokt.’
‘De naam van het lectoraat wordt gemakkelijk geassocieerd met
natuuronderwijs, maar de insteek is breder. Het kind staat centraal.
Het gaat om de ontwikkelingskansen die natuur kinderen biedt.
Dat steeds meer kinderen uitvallen heeft mijns inziens ook te
maken met de vorm van ons huidige onderwijs. Onderzoek laat
bijvoorbeeld zien dat de diagnose ADHD bij een kind in een natuur-
rijke omgeving niet zonder meer overeind blijft. Dat de omgeving
ons doen en laten mede bepaalt, dat zijn we een beetje vergeten.’
‘Op basisscholen is de nadruk steeds meer komen te liggen op
programmatisch leren. Scholen moeten hun opbrengsten zichtbaar
maken. Dit heeft ertoe geleid dat de methoden en meetbare resul-
taten centraal zijn komen te staan, ten koste van meer ervarings-
gericht leren. Op deze wijze verdwijnt de levende omgeving als
leeromgeving uit het onderwijs.’
‘Het is overigens niet zo dat scholen deze andere waarden, zoals
ervaringsgericht leren en buitenspelen, niet belangrijk vinden.
Scholen beschikken echter nog niet over een handvat om de meer-
waarde ervan inzichtelijk te maken. Het lectoraat ondersteunt scho-
len hierin. Met het lopende Groene Schoolpleinonderzoek willen
we beschrijven in hoeverre de investering in een groen schoolplein
bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen. Momenteel worden de
data van dit onderzoek geanalyseerd. Met de ingediende aanvraag
voor een Raak-Pro-subsidie hopen we vier jaar vervolgonderzoek te
kunnen bekostigen. Al enige tijd ondersteunt Fonds 1818 scholen
in de regio met een subsidie voor de aanleg van groene school-
pleinen. Positieve onderzoeksresultaten kunnen ervoor zorgen
dat deze pleinen niet alleen duurzaam worden, maar ook integraal
worden gebruikt in de dagelijkse onderwijspraktijk.’
‘Je kunt een groen schoolplein namelijk op allerlei manieren inzet-
ten voor onderwijs, bijvoorbeeld om begripsvorming bij rekenen
te verankeren. Zo kun je vormen tekenen, maar ook buiten zoeken
en ontdekken wat een ‘sterke’ vorm moet zijn. En waarom zou je
afstanden uit een boek leren, als je ook aan den lijve kunt ervaren
wat een meter is en wat een kilometer? Dat vergeet je nooit meer.’
JAARBEELD2012
35HOGESCHOOLLEIDEN
JEUG
D
‘Eerst zag ik alleen een stelletje pubers’
JEUG
D
‘Ooit ben ik vanuit de beveiliging in het onderwijs gerold’, vertelt René Soullié, alumnus Lerarenopleiding Omgang-
skunde en ROC-docent. ‘Ik heb jarenlang slechts vanuit vakkennis lesgegeven, maar kreeg op gegeven moment het
gevoel dat ik tekortschoot. Om leerlingen goed te begeleiden had ik meer bagage nodig. Zo kwam ik uit bij Om-
gangskunde van Hogeschool Leiden. Ik zocht een opleiding met een stevige pedagogisch-didactische grondslag
en het sprak me aan dat bij de hogeschool de nadruk ligt op het werken vanuit je basis als leraar. Het bleek precies
te zijn wat ik zocht.’
Lerarenopleiding Omgangskunde levert docent promotie op
René geeft op het ROC Mondriaan in Den Haag les aan
studenten die worden opgeleid tot leidinggevende in de
beveiliging. Bij veel van de vakken die hij geeft, kan hij de
kennis die hij tijdens zijn opleiding heeft opgedaan, direct
toepassen. René: ‘Wat je in de opleiding leert, is hoe mensen
met elkaar omgaan. Hoe je gesprekken moet voeren, hoe je
handelt bij agressie, erg belangrijk als beveiliger. Hoe doe je dat
zonder dat je zelf geweld gebruikt? Aan mijn leerlingen leg ik
uit dat agressie niet zomaar ontstaat. Benoem wat je ziet en zeg
niet dat iets niet mag, maar wat het met je doet. Creëer begrip
voor de situatie, niet voor het gedrag. De theorie laat ik zien in
rollenspelen. Zo kunnen de leerlingen oefenen, want vlieguren
maken is noodzakelijk. Bevind je je eenmaal in een onveilige
situatie, dan kun je het niet meer verkeerd doen.’
René leerde tijdens zijn opleiding hoe je jongeren met
problemen herkent. ‘Ik zie nu in klassen dingen gebeuren die
ik hiervoor niet zag. Eerst zag ik alleen een stelletje pubers,
nu herken ik het bijvoorbeeld wanneer een leerling in een
depressie zit of een ander probleem heeft.’
‘Tien jaar geleden zag ik mezelf als een troubadour, iemand
die mooi kan vertellen. Nu denk ik: ik heb een goed verhaal, ik
weet wat ze moeten leren. De uitdaging is het zo uit te leggen
dat ze het begrijpen. Dus kijk ik aan het begin van een les hoe
mijn leerlingen ervoor staan. Ben ik ze na een halve les kwijt,
dan verander ik van strategie en trek ik bijvoorbeeld een spel
uit de kast dat ik eerder eens ontworpen heb. Dan mogen
ze zelfstandig uitzoeken wat ik wilde vertellen. Zo krijg ik ze
weer mee. Ik zorg er altijd voor dat ik mijn boodschap op drie
verschillende manieren kan brengen, afhankelijk van de klas en
het tijdstip van de dag.’
Op het ROC is niet onopgemerkt gebleven hoeveel René zich
in zijn opleiding ontwikkeld heeft. Net voor het halen van zijn
bevoegdheid werd hij dan ook gepromoveerd van basisdocent
naar kerndocent. ‘Ik was al docent, in tegenstelling tot sommige
van mijn medestudenten. Het stapje hoger, de promotie naar
kerndocent, was voor mij de pluim.’
Van een kerndocent wordt verwacht dat hij aan
onderwijsontwikkeling doet en daar heeft René uitgebreid
ervaring mee. Hij weet veel van ‘serious gaming’. Dat houdt
in dat de leerling allerlei beveiligingssituaties kan oefenen
in een realistisch computerspel, van een beveiliger die een
gevaarlijk pand binnengaat tot een leidinggevende die een
telefoongesprek moet voeren. ‘Dat is innovatie,’ zegt René, ‘dat
je al die verschillende rollen in één ‘wereld’ kunt wegzetten.’
Ook onderwijsinnovatie in het klein vindt hij geweldig. ‘Ik laat
mijn leerlingen in fictieve bedrijfjes de beveiliging van een
groot evenement voorverkennen. De groep die het beste plan
presenteert, mag, naast de gewone beveiliging, gastheer zijn
tijdens het evenement. De leerlingen vinden het fantastisch, en
ik kan in die opdracht in één keer al mijn lessen kwijt.’
‘Eerst zag ik alleen een stelletje pubers’
JAARBEELD2012
37HOGESCHOOLLEIDEN
JEUG
D
De opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) van Hogeschool Leiden vindt het van het grootste belang dat de stu-
denten van het begin af aan met de beroepspraktijk kennismaken. Daarom heeft de hogeschool een convenant getekend voor een
langdurige samenwerking met de Gemiva-SVG Groep, een instelling voor mensen met verstandelijke beperkingen. In het project
‘De Ervaring’ doen studenten ervaring op met het werken met jongeren (16-27 jaar).
Unieke leeromgeving voor gehandicapten én studenten
ontwikkeling door. Bij ‘De Ervaring’ kunnen jongeren met
een lichte tot zware beperking hun plek in de maatschappij
ontdekken. Ze leren vaardigheden die nodig zijn in de
volwassen wereld. Daarvoor worden ze beloond. Bijvoorbeeld
met een bed-opmaak-certificaat.’
De studenten van de hogeschool spelen een belangrijke rol in
dit project. Het merendeel van het personeel bestaat namelijk
uit stagiairs SPH. Volgens Dennis is het intensief inzetten van
de studenten uniek. ‘Werken met stagiairs is niet nieuw, maar
we vragen meer. De studenten worden actief betrokken bij de
leerprocessen. Een cliënt wil bijvoorbeeld leren om van zijn
huis met de bus naar het centrum te komen. Een student moet
dan een plan opstellen om de cliënt dit te leren en mag dit ook
uitvoeren.’ Zo helpen jongeren jongeren.
Studenten komen met verschillende beperkingen en met
veel verschillende begeleidingsstijlen in aanraking. Dat is
heel leerzaam. Bovendien worden ze nauw begeleid door
een vaste medewerker van Gemiva. Dennis: ‘De stagiaires van
Hogeschool Leiden leveren een belangrijke bijdrage en krijgen
er veel voor terug. Kortom, De Ervaring is een goede ervaring
voor alle betrokken partijen.’
Behalve met Gemiva-SVG werken de opleidingen SPH en
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) ook samen
met twee centra voor maatschappelijk werk, Kwadraad en De
Binnenvest. Beide instellingen hebben een afgevaardigde in
de werkveldcommissie. Ook hier lopen studenten stage en
doen onderzoek. Wiep Staal, onderwijsmanager SPH: ‘Door
praktijkervaring op te doen leren ze wat het betekent om
SPH’er of MWD’er te zijn.’
‘De Ervaring’ voorziet in de behoefte van een groep jongeren die,
wanneer ze op hun achttiende het kinderdagverblijf verlaten,
ineens veel minder begeleiding krijgt. Projectleider Dennis de
Roo: ‘Mensen maken na hun achttiende verjaardag nog een grote
JAARBEELD2012
38HOGESCHOOLLEIDEN
JEUG
D
Kinderen met een handicap, een gedragsstoornis of een
andere speciale onderwijsbehoefte hebben recht op een
passende onderwijsplek. Voor leerkrachten is het een
uitdaging om geschikt onderwijs te bieden aan een steeds
diverser wordende groep leerlingen. Een uitdaging die
studenten van Hogeschool Leiden graag aangaan.
Zo liep oud-pabo-studente Karlijn Streng binnen de minor
Passend Onderwijs stage bij Mytylschool De Thermiek.
Daar zocht ze uit hoe ze twee meisjes die in een rolstoel
zitten en gebruikmaken van een spraakcomputer, actiever
bij het onderwijs kon betrekken. Karlijn: ‘Door gebrek aan
communicatie tussen ouders en begeleiders waren er
niet voldoende pictogrammen aan de spraakcomputers
toegevoegd om de meisjes over alle thema’s in de klas te
kunnen laten meepraten. Een goede samenwerking tussen
leerkracht, leerling, ouders en bijvoorbeeld ergotherapeut,
bleek essentieel voor deelname aan het onderwijs.’
De conclusie van Karlijn sluit nauw aan bij de visie van het
lectoraat Passend Onderwijs, zegt lector Annemieke Mol
Lous. ‘Binnen ons lectoraat zoeken we naar simpele manieren
om kinderen die iets extra’s nodig hebben te ondersteunen.
Onderzoek heeft aangetoond dat de kwaliteit van de leraar
en de relatie die de leraar met de leerling heeft, uiteindelijk
onderscheidend zijn voor goed onderwijs.’ Annemieke vindt
de keuze voor het speciaal onderwijs geen gemakkelijke.
‘Rondom deze kinderen zit een heel systeem van begeleiding
en medische verzorging. Het is niet vanzelfsprekend dat een
pabo-student voor deze doelgroep kiest.’
Karlijn: ‘Ik heb affiniteit met deze kinderen. Ik begon de Pabo
met het idee het reguliere onderwijs in te gaan, maar ik vond
het helemaal niks, te grote klassen, te weinig uitdaging. Mijn
mentor raadde me aan een kijkje te nemen bij het speciaal
onderwijs. Daar ben ik blijven hangen.’
Op de Korte Vlietschool, een andere school voor speciaal
onderwijs die samenwerkt met De Thermiek, zijn ze terecht
blij met een docente als Karlijn. Na haar afstudeerstage
boden ze haar direct een baan aan. Waarom? Karlijn: ‘Door
omstandigheden heb ik tijdens mijn afstudeerstage een half jaar
alleen voor de groep moeten staan en dat heeft veel waardering
opgeleverd. En omdat ik nog steeds blijf doorstuderen.’
‘Wat ik het mooiste vind? Dat het eerste dat de kinderen
‘s morgens zeggen, is dat ze zo blij zijn me te zien. Ze komen
altijd met een lach op school. Het is een uitdaging uit elk kind
het maximale te halen.’
Pabo-studente kiest bewust voor baan in speciaal onderwijs
JAARBEELD2012
39HOGESCHOOLLEIDEN
JEUG
D
Opleidingen
40HOGESCHOOLLEIDEN
JAARBEELD2012
BacheloropleidingenAcademische Opleiding Leraar Basisonderwijs
(Academische Pabo)
Biologie en medisch laboratoriumonderzoek
Bio-informatica
Chemie
Commerciële Economie
Communicatie
Culturele en Maatschappelijke Vorming
HBO-Rechten
Informatica
Kunstzinnige Therapie
Leraar Basisonderwijs (Pabo)
Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn
Lerarenopleiding Omgangskunde
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
Management in de Zorg
Opleiding tot Fysiotherapeut
Opleiding tot Verpleegkundige
Human Resource Management
Sociaal Juridische Dienstverlening
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Toegepaste Psychologie
Associate degree-opleidingenLerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn
Lerarenopleiding Omgangskunde
Management in de Zorg
MasteropleidingenJeugdzorg
Advanced Nursing Practice
LectoratenAntroposofische Gezondheidszorg
Biodiversiteit
Eigen Regie
Geestelijke Gezondheidszorg
Innovatieve Moleculaire Diagnostiek
Jeugdcriminaliteit
Jeugdzorg en Jeugdbeleid
Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Licht Verstandelijke Beperking en Jeugdcriminaliteit
Natuur en Ontwikkeling Kind
Onderzoeksmethoden en Technieken
Ouderschap en Ouderbegeleiding
Passend Onderwijs/Inclusive Education
PR en Social Media
Talentmanagement
Virtuality Driven Learning
Nascholing/Opleidingen voor professionalsHogeschool Leiden biedt een breed scala aan opleidingen
en nascholing voor het werkveld: post-hbo-opleidingen,
masterclasses, cursussen, trainingen, workshops en symposia.
Ook maatwerk behoort tot de mogelijkheden, incompany of
op de hogeschool. Ons uitgebreide (na)scholingsaanbod is te
vinden op hsleiden.nl/professionals.
Dit is een uitgave van Hogeschool Leiden
Coördinatie: afdeling Marketing en Communicatie
Copy: Meike Grol, 17bomen.nl
Ontwerp: T2 Ontwerp - Den Haag
Vormgeving/opmaak: Creja ontwerpen - Leiderdorp
Fotogra� e: Hielco Kuipers - Leiden,
Frank Hoyink - Voorburg, Istockphoto.com
Druk: De Groot Drukkerij - Goudriaan
Januari 2013