introductieboek de wijngaard

28
INTRODUCTIE IN DE WIJNGAARD versie: 2011-09

Upload: vbg-de-wijngaard

Post on 21-Mar-2016

216 views

Category:

Documents


3 download

DESCRIPTION

december 2011

TRANSCRIPT

Page 1: Introductieboek De Wijngaard

IntroductIeIn de WIjngaard

versie: 2011-09

Page 2: Introductieboek De Wijngaard

InhoudsopgaveHoofdstuk 1 Missie, visie en werkwijze1.1 Geschiedenis1.2 DNA1.3 Missie1.4 Visie1.5 Waarden1.6 Werkwijze1.7 Doestellingen 2012-2015

Hoofdstuk 2 Fundamenten2.1 Het kennen van God2.2 De Schrift2.3 De zonde2.4 De Here Jezus Christus2.5 Het verlossingswerk2.6 De Heilige Geest2.7 De gemeente2.8 Het discipelschap2.9 Het gebed2.10 De doop2.11 Het avondmaal2.12 De hoop

Hoofdstuk 3 Leiding geven3.1 Oudsten3.2 Taakgroephoofden3.3 Teamleiders3.4 Kringleider3.5 Secretariaat

Hoofdstuk 4 De eredienst4.1 Doel4.2 Openbaringsgaven4.3 Taakgroephoofd4.4 Oudste van dienst4.5 Opdragen, doop en avondmaal4.6 Zaaldienst

Hoofdstuk 5 Ethische kwesties5.1 Huwelijk en seksualiteit5.2 Echtscheiding en hertrouwen

Hoofdstuk 6 Verbondenheid6.1 Lidmaatschap6.2 Gastleden

Hoofdstuk 7 Financiën 7.1 Waarom geven?7.2 Hoe te geven?

StatutenHuishoudelijk reglement

Page 3: Introductieboek De Wijngaard

3

Voorwoord

Wij vinden het geweldig dat u de stap heeft genomen om kennis te maken met de Vrije Baptistengemeente ‘De Wijngaard’. Als gemeente van Jezus Christus willen we een bijdrage leveren aan de opdracht1 die Hij aan Zijn gemeente heeft gegeven zodat mensen in Hem kunnen groeien2. Wij geloven dat het liefhebben van God en men-sen3 kwaliteit van leven voortbrengt met als vrucht lief-de, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing4.

Om als gemeente op een constructieve wijze een bijdrage te kunnen leveren aan de verkondiging van het Evangelie is het belangrijk dat de leden van de gemeente kunnen instemmen met een aantal richtlijnen en uitgangspunten. Dit betekent gelukkig niet dat iedereen hetzelfde moet zijn of hetzelfde moet denken. Ook niet dat bepaalde standpunten nooit meer zouden kunnen worden herzien. Het gaat er vooral om dat we in de belangrijkste zaken eenheid ervaren5, in minder belangrijke zaken vrijheid6 en in alles liefde7.

1 Matteüs 28:16-202 Johannes 153 Matteüs 22:37-404 Galaten 5:225 Efeze 4:3-66 Romeinen 14:1,4,12,227 1 Korintiërs 13:2

Daarnaast is het belangrijk dat nieuwe gezichten in de gemeente zich via de introkring kunnen voorstellen. Het werkt prettig om vanuit relatie mensen te begeleiden naar een plaats in de gemeente die past bij hun gaven en talenten8.

Dit document wil een inhoudelijke bijdrage leveren aan de introkring maar kan ook als naslagwerk fungeren om het later nog eens na te kunnen lezen.

Wij wensen u Gods liefde, wijsheid en zegen toe!

Namens de oudstenraad,

Richard Santinge

8 1 Petrus 2:1-10

Page 4: Introductieboek De Wijngaard

4

Missie, visie en werkwijze1

1.1 geScHIedenIS Van de WIjngaard

Op 8 maart 1994 is de Vrije Baptistengemeente de Wijn-gaard een zelfstandige gemeente geworden. De gemeen-te is ontstaan door gemeente stichtend werk vanuit VBG Drachten in de persoon van Orlando Bottenbley. De eerste tien jaar is onder leiding van Paul Plug de basis gelegd. Na een aantal jaren zonder voorganger te zijn geweest is Richard Santinge in september 2007 bevestigd als voor-ganger van de Wijngaard. De eerste jaren kerkte de Wijn-gaard in verschillende scholen. In 2009 is het kerkgebouw “De Wijngaard” gekocht. Vanaf november 2011 worden de diensten in het congrescentrum WTC gehouden. De Wijngaard wordt aangehouden voor doordeweekse activi-teiten. Tevens bevindt zich hier het kantoor van Richard.

1.2 dna Van de WIjngaard

In de missie- en visievorming hebben we met een aantal elementen rekening gehouden: de Bijbel, het Baptisme, de samenleving waarin we leven en de cultuur van de Wijngaard. Uit deze vier elementen bestaat het DNA van de Wijngaard. We hebben ontdekt dat relatie-denken in dit alles het verbindende element is.

De BijbelRelatie-denken is in het hart van Jezus. Hij leert Zijn leerlingen: “aan de onderlinge liefde zullen jullie her-kend worden als Mijn leerlingen”9.

9 Johannes 13:34-35

In dit eerste hoofdstuk kunt u kennis maken met de missie, visie en werkwijze van de gemeente. De missie, visie en werkwijze zijn een uitwerking van het DNA van de Wijngaard. Verschillende onderwerpen worden in dit hoofdstuk kort benoemd en elders in dit document verder uitgewerkt.

Page 5: Introductieboek De Wijngaard

5

Maar ook de grote opdracht, het grote gebod en het grote gebed zijn doortrokken van relatie-denken10. Dit komt tot een enorme climax in Handelingen 211. Deze Geest-ver-vulde gemeente blonk uit in relatie-denken door:

1. zich op basis van geloof te laten dopen (2:41)2. trouw te blijven aan het onderwijs van de apostelen (2:42)3. een gemeenschap te vormen (2:42)4. avondmaal te vieren (2:42)5. toewijding aan gebed (2:42)6. ontzag voor de Here (2:43)7. het delen van bezittingen (2:44-45)8. samen te komen in erediensten en huiskringen12 (2:46)9. samen te eten (2:46)10. een houding van eenvoud en vreugde (2:47)11. lofprijs en aanbidding van God (2:47)12. maatschappelijke betrokkenheid (2:47)

Deze grondhouding resulteerde in een sterke groei van de gemeente. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden. De Wijngaard wil een Handelingen 2 gemeente zijn.

BaptismeOok binnen het Baptisme speelt het relatie-denken een belangrijke rol. Henk Bakker, professor Baptistica aan de VU, schrijft13:

“De baptist is niet te begrijpen zonder zijn doop, maar ook niet zonder de gemeente van christenen die zijn geestelijke huisgezin is en waar hij thuiskomt en woont. Wie van buitenaf een baptisten-gemeente binnenkomt, kan daarom een communual turn beleven, een heuse om-mekeer van ik-denken naar wij-denken. Relatie-denken is voor baptisten een vitaal element in het christelijke leven”.

SamenlevingDe Wijngaard maakt deel uit van een postmoderne sa-menleving. In het voorafgaande modernisme werd God door het rationele en wetenschappelijke denken buiten zijn eigen schepping geplaatst. Het postmodernisme is, als reactie op het modernisme, in essentie minder ratio-neel en meer persoonlijk-relationeel wat aansluit bij het relatie-denken van de Wijngaard. Daarom hebben we ge-kozen voor het gastvrije WTC als ontmoetingsplaats, de huiskringen voor persoonlijke relaties en het open Leer-huis met toerusting in kleine groepen (max.12 mensen).

10 Matteüs 28:16-20; Matteüs 22:36-40; Johannes 17 11 Handelingen 2:41-4712 Denk hierbij ook aan gemeentevergaderingen (Handelingen 6:1-7). 13 Henk Bakker, De weg van het wassende water. Op zoek naar de wortels van het Baptisme. Henk gebruikt in het citaat voor relatie-denken het woord “gemeenschapsdenken”.

Daarnaast zullen er de komende jaren verschillende ini-tiatieven worden ontwikkeld om zichtbaar en relevant te zijn voor de mensen in Leeuwarden en omstreken. Een stad op een berg kan niet verborgen blijven.14

CultuurGenieten van God en mensen past bij de cultuur van de Wijngaard. Niet een goedkoop hedonistisch genieten, maar genieten vanuit het besef dat God alles zeer goed heeft gemaakt. We beseffen heus wel dat de zonde veel bedorven heeft en lijden met zich mee brengt. Toch hou-den we vast aan Gods oorspronkelijke plan en leven we in het licht van een nieuwe hemel en aarde. Tot die tijd genieten we van God en mensen door samen Jezus te ontdekken, lief te hebben en uit te stralen. Dit vraagt om een zachtmoedige inzet en toewijding aan Christus en aan elkaar. Doet u mee?

1.3 MISSIe

Jezus ontdekken, liefhebben en uitstralen!

Jezus Christus, de Zoon van God, heeft de centrale plaats in het hart van de Vader en in het hart van de christelijke geloofsbeleving. Hij is Gods oogappel, de afstraling van Zijn heerlijkheid en de bron van alle goedheid, liefde, waarheid, barmhartigheid en vergeving. Jezus ontdekken is Jezus liefhebben. Jezus liefhebben is Jezus uitstralen door de vernieuwende werking van de Heilige Geest (2 Korintiërs 3:3-18).

14 Matteüs 5:14-16

Page 6: Introductieboek De Wijngaard

6

1.4 VISIe

Genieten van God en mensen

De Wijngaard is vanuit relatie-denken een open en gast-vrije gemeente. Het gaat in de Wijngaard niet om kwan-titeit, maar om kwaliteit. Niet om haast, maar om ont-haasten. Niet om vluchtig, maar om verdiepen. Wij zien voor ons een groeiende groep mensen die in vuur en vlam staat voor Jezus Christus, de Zoon van God. Wij zien voor ons een groeiende groep mensen die de weg naar de kerk terugvinden. Wij zien voor ons een groeiende groep zoe-kers die vinden en gevonden worden.

Wij zien voor ons een multifunctioneel centrum met voldoende speelruimte, kantoren, sportgelegenheid, bioscoop, samenkomstruimte, bijzalen, restaurant en dergelijke om optimaal vorm te kunnen geven aan rela-tie-denken.

Daarom investeren we voortdurend in15:

1. Inspirerende samenkomsten2. Groeizame huiskringen3. Hartstochtelijk geloofsleven4. Liefdevolle relaties5. Relatie evangelisatie 6. Gavengerichte taakvervulling7. Doelmatige structuren8. Toerustend leiderschap

15 Deze kwaliteitskenmerken komen uit het boek “Natuurlijke Gemeente Ontwikkeling” van Christian Schwarz. Het betreft geen gemeentemodel of concept, maar handvatten om evenwichtig te bouwen.

1.5 Waarden

• Genieten van God en mensen (Lucas 15:11-32)• Handelingen 2 gemeente zijn (Handelingen 2:41-47)• Leven volgens Bijbelse normen (Psalm 19:8-15)

1.6 WerkWIjze

Leden van ‘De Wijngaard’ komen in het dagelijkse leven met mensen in contact16. Wanneer iemand op zoek is naar een gemeente dan verloopt dat meestal via de verschil-lende samenkomsten17. Wanneer iemand betrokken wil raken bij de Wijngaard dan wordt hij of zij verzocht om deel te nemen aan een introkring. De introkring heeft kennismaking en oriëntatie als doel. Vanuit de introkring kan men verder zijn of haar weg vinden in de gemeente18.

Toegevoegde leden gaan vervolgens naar een leeftijds-gebonden groep19 of huiskring20 en zijn betrokken bij de opbouw van de gemeente21. Oudsten, taakgroephoofden, teamleiders en kringleiders vormen samen het leider-schapskader van de gemeente. Zij worden toegerust22 om hun bediening zo goed als mogelijk uit te kunnen voeren. Uiteindelijk zullen nieuwe leden ook weer met anderen buiten de gemeente in contact komen en kan hetzelfde proces zich herhalen.

16 Relatie evangelisatie17 Inspirerende samenkomsten18 Doelgerichte structuren 19 Hier bedoelen we kinder, jeugd en ouderenwerk mee. 20 Groeizame huiskringen en hartstochtelijk geloofsleven21 Gavengerichte taakvervulling 22 Toerustend leiderschap

Page 7: Introductieboek De Wijngaard

7

1.7 doeLSteLLIngen 2012-2015

1. Visievorming multifunctioneel gemeentecentrum 2. Implementatie splitsing WTC (erediensten) en Wijngaard (doordeweeks)3. Implementatie van een bestuurlijke en herderlijke raad van oudsten4. Starten van nieuwe huiskringen 5. Starten met het leerhuis6. Het werk van staf en teams professionaliseren7. Doorgroeien naar 300-500 betrokken discipelen (leden)8. Interkerkelijke samenwerking Leeuwarden via Pastorescontact 9. Relaties onderhouden ABC gemeenten

Page 8: Introductieboek De Wijngaard

8

2.1 Het kennen Van god

Uit zichzelf kan niemand God leren kennen23. Als God Zichzelf niet bekend zou maken, dan zou Hij voor ons een onbekende blijven24. Het is genade dat God Zich laat kennen25. Hij maakt Zich bekend in de schepping26, in de geschiedenis van Zijn volk Israël27, de profeten28, en in Zijn Zoon Jezus Christus29. God leren kennen gaat verder dan oppervlakkig notie nemen van iets30.

Gods kennen bewerkt het diepe bewustzijn dat men zelf door God gekend is31. Niemand kan zeggen dat hij God

23 Romeinen 1:18-3224 Deuteronomium 29:2825 Genesis 12:1-3; Exodus 2:23-3:1526 Psalm 8:10; Psalm 19:1-7; Psalm 104; Romeinen 1:2027 Psalm 105, Psalm 106; Psalm 136; 1 Korintiërs 10:6,1128 Hebreeën 1:1; Amos 3:7 29 Hebreeën 1:2; Johannes 1:1,14; Johannes 8:28; Matteüs 17:530 Johannes 8:54-55; Johannes 17:331 Genesis 18:16-19; Johannes 10:14-15; 1 Korintiërs 8:3; 1 Korintiërs 13:12; Galaten 4:9

kent zonder de beleving dat God hem nog beter kent32. God maakt Zich bekend als de Enige en Unieke God33, Schepper van hemel en aarde34, Verlosser van Zijn volk35. Er is geen andere God buiten Hem. Hij is één36, altijd Dezelfde, trouw aan Zijn beloften en verbonden37. In die trouw maakt God Zich bekend als Vader, Zoon en Geest38, kortom: als Drie-enige God. Zo spreekt God over Zichzelf in de Bijbel.

32 Psalm 139; Johannes 1:48-50; Johannes 2:24-25; Johannes 4:16-1933 Deuteronomium 4:3934 Genesis 1:1; Jesaja 40:27-3135 Jesaja 59:19-2036 Deuteronomium 6:4-537 Genesis 15:17-21; Genesis 17:1-8; Exodus 34:5-10; Romeinen 11:29; Hebreeën 13:838 Jesaja 63:16; 64:7; Matteüs 3:16-17; 28:19; 1 Korintiërs 12:4-6; 2 Korintiërs 13:13; Efeziërs 3:14-17

FundamentenHet is verhelderend wanneer een gemeente een aantal basale theologische fundamenten beschrijft. In het voorwoord werd het belang aangehaald om eenheid te hebben in belangrijke zaken. Een aantal belangrijke zaken voor ons zijn: het kennen van God, de Schrift, de zonde, de Here Jezus Christus, het verlossingswerk, de Heilige Geest, de gemeente, het discipelschap, het gebed, de doop, het avondmaal en de hoop. Deze onderwerpen worden hieronder beschreven en met Bijbelteksten onderbouwd.

2

Page 9: Introductieboek De Wijngaard

9

2.2 de ScHrIFt

Gods spreken is in de Bijbel neergeschreven39, de 66 boe-ken van het Oude en Nieuwe Testament40. De auteurs zijn door de Heilige Geest gedreven41 en lieten een geïnspi-reerde Schrift na42. De Schrift is te vertrouwen43. God is zoals Hij daarin zegt te zijn. Hij komt Zijn beloften na44. GodheeftZichdefinitiefuitgesprokeninZijnZoonJezusChristus45. Er zijn geen profeten of profetieën meer te verwachten die van zulk niveau zijn dat zij een aanvulling zouden betekenen op de Schrift46. Gods Woord is goed voor ons47. De Heilige Geest maakt het Woord levend zo-dat God Zelf daarin roept, uitnodigt, zegent en Zichzelf bekend maakt48. Het Woord is als een zaad, een hamer, een vuur49. Vol van kracht en genade, maar ook vol van verwoesting wanneer het oordeel wordt aangezegd50. Gods spreken is daarom soms moeilijk aan te horen of te verstaan51. De zonde staat ons in de weg om Gods stem duidelijk te verstaan.

2.3 de zonde

Vanaf de historische val in zonde52 van Adam en Eva, is de zonde niet meer weg te denken uit onze wereld. Elk mens wordt van nature in zonde, als zondaar, geboren53. Zonde brengt scheiding met God en plaatst ieder onder het ko-mende oordeel54. Uit zichzelf is geen mens in staat onder de macht van de zonde uit te komen. Hij ligt reddeloos verloren in handen van satan, Gods tegenstander55. Satan is de auteur van de zonde, de dood, de verwoesting56. De scheiding met God brengt in de wereld zonden voort: geestelijke, sociale, individuele en maatschappelijke deformatie van een schepping die eens zeer goed was57. Alleen God kan een mens daaruit wegroepen. Alleen god-delijke genade en liefde kan de mens een hand toesteken en hem daaruit bevrijden58. God bewijst Zijn liefde door-dat Hij die toegestoken hand schonk in Zijn Zoon Jezus Christus59.

39 Johannes 10:35; Matteüs 5:17 40 Lucas 24:27,44; 2 Korintiërs 3:6; Hebreeën 8:13; 41 Johannes 14:26; Hebreeën 3:7; 2 Petrus 1:20-21; 2 Petrus 3:15-1642 2 Timoteüs 3:16-17 43 Psalm 12:7; Psalm 18:31; Psalm 19:9-12; Johannes 17:1744 Lucas 5:4-6; 1 Tessalonicenzen 5:24; Jakobus 1:16-18 45 Matteüs 17:5; Hebreeën 1:246 Efeziërs 2:20; 1 Korintiërs 13:12; Openbaring 22:18-1947 Ezechiël 3:3; 2 Timoteüs 3:1548 2 Korintiërs 5:2049 Jeremia 23:29; Matteüs 13:18-23; 1 Petrus 1:23 50 Jeremia 4:23-26; Sefanja 1:14-18; Johannes 12:4851 Hebreeën 3:7-4:13; Openbaring 2:7,11,17,29; Openbaring 3:6,13,2252 Genesis 3:6-7; 1 Timoteüs 2:1453 Romeinen 5:12; 1 Korintiërs 2:13-14; Efeziërs 2:3; Judas:19 54 Jesaja 59:2; Romeinen 3:9-2055 Johannes 8:44; Efeziërs 2:1-3 56 Jakobus 1:13-15; 1 Petrus 5:857 Genesis 3:16-19; 4:8, 23-24; 9:6; 11:1-958 Matteüs 14:30-31; Lucas 18:24-27; Johannes 10:28-29; Handelingen 4:1259 Johannes 3:16; Romeinen 5:8; 1 Johannes 4:19

2.4 de Here jezuS cHrIStuS

God de Vader zond Zijn Zoon Jezus Christus naar de aarde, als mens, om een Verlosser van mensen te kunnen zijn60. De Verlosser kon niet zomaar ieder mens zijn. Hij moest ook God Zelf zijn, omdat alleen een zondeloos mens de zonde van de wereld kon wegnemen61. De Here Jezus Christus is zowel God als mens62. Hij was volkomen mens en volkomen God63. Zonder zonde en toch menselijk. Hij kwam vanuit de hemel als eeuwige Zoon van God64, naar de aarde, als kind in Bethlehem65, groeide op66 en was de Messias van Israël67. Het Joodse volk herkende Hem even-wel niet als Messias en wees Hem af68.

Christus was niet gekomen om Gods Koninkrijk reeds op aarde te stichten, maar om eerst aan het kruis69 te ster-ven voor de zonden van de mensen. Na Zijn kruisdood is de Here Jezus Christus opgestaan en opgevaren naar de hemel, waar Hij nu troont aan Gods rechterhand70 en hoofd is van Zijn gemeente71. Van daaruit leidt Hij de Zij-nen, geeft Hij Zijn Geest en zal Hij alles voltooien wat Hij heeft beloofd72. Gods volk en de schepping staan daarmee onder een belofte van vernieuwing73. Wanneer Christus terugkomt op aarde, brengt Zijn aanwezigheid die ver-nieuwing met Zich mee74. Wie Christus is, wat Hij gedaan heeft en wat Hij nog zal doen staat in het teken om het verlossingswerk te volbrengen.

2.5 Het VerLoSSIngSWerk

Christus’ dood aan het kruis was niet maar een gewone marteldood. Omdat Christus zondeloos was75 betaalde Hij met Zijn dood een prijs76 die Hij voor Zichzelf niet hoefde te betalen. Hij betaalde die prijs voor alle mensen77. God stelde een heerlijke daad van genade. Hij kocht ons als het ware vrij van de slavenmarkt78. Een bevrijding voor

60 Ruth 2:20; Galaten 4:4-7; 1 Timoteüs 2:5-6; Hebreeën 2:14-15 61 Johannes 1:29; 2 Korintiërs 5:2162 Romeinen 9:3-5; Filippenzen 2:6-7; Hebreeën 1:963 Lucas 22:44; Johannes 4:6; Johannes 5:23; Johannes 11:35-36; Hebreeën 1:364 Micha 5:1; Johannes 8:58; Kolossenzen 1:1765 Micha 5:1-2; Lucas 2:4-766 Lucas 2:40-5267 Matteüs 16:16; Johannes 1:41-42; Johannes 1:49-51; Johannes 4:25-26; Handelingen 3:2068 Matteüs 23:37-39; Johannes 1:11; Handelingen 4:11; Handelingen 13:2769 Matteüs 20:20-22; Lucas 19:11-27; Handelingen 1:6-970 Johannes 20:11-18; 1 Korintiërs 15:3-8; Efeze 1:20-21; Hebreeën 1:3 71 1 Korintiërs 12:27; Efeziërs 1:22-23; Kolossenzen 1:1872 1 Korintiërs 15:25-28; Efeziërs 3:16-18; Hebreeën 12:273 Romeinen 8:18-25; 2 Korintiërs 5:1-574 Handelingen 3:20-21; Kolossenzen 3:1-475 Hebreeën 4:15; 1 Petrus 2:2276 Marcus 10:45; 1 Korintiërs 6:20; 1 Timoteüs 2:6; 1 Petrus 1:18-1977 1 Timoteüs 2:2-6; 2 Korintiërs 5:14-15,19; 1 Johannes 2:278 Romeinen 6:6; Romeinen 6:16-23

Page 10: Introductieboek De Wijngaard

10

ieder die gelooft79. Wie het niet geloven wil, ontvangt geen vergeving en wordt ook niet verlost80.

Alleen door te geloven, dat wil zeggen: te vertrouwen in de Here Jezus Christus, worden zonden vergeven81. Wie zijn of haar vertrouwen stelt in de Here Jezus Christus, Hem als Redder aanneemt, wordt opnieuw geboren, als kind van God82. Dit noemt de Schrift de wedergeboorte door de Heilige Geest83. De Heilige Geest doet een kind van God “Abba” (dat is “Vader”) roepen tot God84. Wie

opnieuw geboren wordt krijgt God als Vader. Een nieuw leven breekt aan85. Men ontvangt nieuwe inzichten, een nieuwe instelling met nieuwe motivaties. Dit alles om God lief te hebben en de naaste als zichzelf86. De wet zal een kind van God niet meer veroordelen voor Gods Aangezicht - de Heilige Geest, die in hem woont, vervult het liefdegebod87. Die Geest staat er ook borg voor dat, ondanks het falen van Gods kinderen, het verlossingswerk voltooid wordt tot de dag waarop Christus terugkeert88. Tot in eeuwigheid zal de Trooster bij ons blijven89.

2.6 de HeILIge geeSt

De Heilige Geest is de derde Persoon90 van de Drie-een-

79 Johannes 3:16; Romeinen 1:17-17; Romeinen 3:2280 Johannes 3:18,36; Hebreeën 3:1981 Handelingen 10:43; Handelingen 16:3182 Johannes 1:12-13; 2 Korintiërs 5:17-21; 1 Petrus 1:22-2483 Johannes 3:3-6; Titus 3:4-784 Romeinen 8:15-17; Galaten 4:6-785 1 Korintiërs 3:1; 1 Petrus 2:286 Deuteronomium 6:5; Matteüs 22:37-4087 Romeinen 8:4; Romeinen 12:9-21; Galaten 5:13-26;88 Romeinen 8:18-3089 Johannes 14:16-1790 Johannes 15:26-27; Johannes 16:12-15; Romeinen 8:26-27;

heid. In de Schrift wordt Hij de Trooster (pleitbezorger) genoemd91. Hij vult een kind van God met Gods liefde en doet hem Gods nabijheid smaken92. Hij verzegelt, leidt en draagt de Zijnen naar Gods doel93. De Geest is erop gericht in Gods kinderen vrucht voort te brengen voor God94. De Heilige Geest is ondeelbaar - men heeft de hele Geest ontvangen of men heeft Hem niet ontvangen95. Toch wordt gezegd dat een kind van God de Geest kan be-droeven en zelfs bedriegen96. De Geest is in een christen-leven altijd bezig meer woning te maken voor Christus97.

Daarom moet een christen ernaar streven telkens weer door de Geest van God vervuld te worden, in Gods dienst gebruikt te worden, zonder dat hij bang hoeft te zijn de Geest niet te hebben of te weinig van de Geest te heb-ben98. De Geest woont in Zijn geheel wel in een christen, maar Zijn kracht is niet altijd in gelijke mate vaardig over hem99. Om opnieuw aangevuurd te kunnen worden schiep God de gemeente100.

1 Korintiërs 2:10-1291 Johannes 14:16; Johannes 16:792 Psalm 23:4; Psalm 34:9; Romeinen 5:5; 1 Johannes 4:13-1693 Johannes 14:27; Johannes 16:13; 2 Korintiërs 1:22; 2 Korin-tiërs 5:5; Efeze 1:13-1494 Johannes 14:27; Johannes 15:8; Galaten 5:22; 1 Tessaloni-cenzen 1:6-895 Handelingen 19:2; 1 Korintiërs 12:13; Romeinen 8:4-11; Efeziërs 1:13-1496 Jesaja 63:10; Handelingen 5:3; Efeze 4:3097 Johannes 16:14; Efeze 3:16-17; Openbaring 3:2098 Richteren 13:25; Lucas 10:21; Handelingen 4:31; Handelin-gen 13:9; Efeziërs 5:18 99 Lucas 4:14; 5:17; Handelingen 1:8; 1 Tessalonicenzen 1:5100 Handelingen 2:43-47; Handelingen 4:23-31; Hebreeën 10:24-25

Page 11: Introductieboek De Wijngaard

11

2.7 de geMeente

Door de wedergeboorte voegt de Heilige Geest kinde-ren van God toe aan de gemeente, het huisgezin van de levende God101. De gemeente is dus geen vereniging of menselijke organisatie, maar een creatie van God Zelf, ook wel het lichaam van Christus genoemd102. Een plaats van troost en warmte103. Een plaats van veiligheid en zorg104. Niet een plaats van volmaaktheid. Wel een plaats met gedragsregels, zoals in elk huisgezin105. Ieder chris-ten heeft daarin een plaats gekregen en ontvangt gaven van de Heilige Geest om in de liefde mee te helpen bou-wen aan een geestelijk huis106. Gelovigen hebben een geestelijk dak boven hun hoofd nodig waar zij de stem van hun herder, Christus, kunnen beluisteren107. Christus is het die Zijn gemeente roept om samen te komen rond Zijn Woord voor onderricht, gebed, liefdevolle relaties en om de tekenen van doop en avondmaal te vieren108. Vanuit de dienst aan God ontstaat ook het besef geroe-pen te zijn voor de dienst aan elkaar en de taak die de kerk heeft naar de wereld toe109. Bij dit laatste denken we in de eerste plaats aan het leven als een getuige van de Here Jezus Christus110. De gemeente is de plaats waar gelovigen voor het oog van God en de naaste leren leven tot eer van Gods nooit genoeg volprezen Naam, als disci-pelen en leesbare brieven van Christus111.

2.8 Het dIScIpeLScHap

Christus had kort voor Zijn hemelvaart de apostelen op-gedragen alle volken, dus alle mensen, tot Zijn discipe-len te maken112. Een discipel is een leerling, iemand die Christus volgen wil113. Christus volgen betekent in Zijn voetstappen gaan, het kruis leren dragen, trachten te le-ven zoals Hij het van ons vraagt, in gehoorzaamheid en afhankelijkheid114. Het leven wordt opnieuw, nu volgens Zijn Woord, ingericht115. Het spreekt voor zich dat een discipel leert zich te disciplineren116. Uit liefde voor God wil een christen zich laten aanspreken op wat nog ver-andering of verbetering behoeft in zijn leven117. Zelfs als

101 Matteüs 23:8-9; Efeziërs 2:19; Hebreeën 3:6102 1 Korintiërs 12:13,27; Efeziërs 1:23; Efeziërs 2:15-16103 1 Johannes 3:11-17; Filemon:10-20104 Handelingen 2:43-47; 4:32-35; Handelingen 20:28; 1 Korintiërs 12:25-26105 1 Timoteüs 3:15106 Romeinen 12:3-8; 1 Korintiërs 12:4-25; Efeziërs 4:7-12; 1 Petrus 4:10107 Johannes 10:3-5,27; 1 Petrus 5:2-4108 Handelingen 2:41-42109 Matteüs 5:13-13; Matteüs 28:16-20; Handelingen 1:8; Filippenzen 2:15110 Kolossenzen 4:3-6; Filippenzen 1:3-6; 1 Tessalonicenzen 1:7-10111 2 Korintiërs 3:2-3 112 Matteüs 28:16-20; Marcus 16:15; Handelingen 1:8113 Matteüs 10:24-25; Lucas 5:11-12114 Matteüs 16:24; Lucas 14:25-35; 1 Petrus 2:21-24; 1 Johannes 2:6115 Lucas 6:40-49; Johannes 15:7-8116 1 Timoteüs 4:8; Hebreeën 12:4-13117 Psalm 26:2; Psalm 139:23-24; 1 Petrus 2:1-3

hij door de gemeente daarvoor onder tucht moet worden geplaatst118. Hij is vergevingsgezind en verlangt naar een ootmoedige wandel met God119. Het is hem beter dicht bij Christus te zijn en ver van de wereld, dan de wereld te winnen en schade te lijden aan de ziel120. In alles tracht hij God te zoeken en vraagt hij de wil van God te doen121. Discipelen zijn vóór alles mannen en vrouwen van gebed.

2.9 Het gebed

Het gebed is één van de eerste vruchten die Christus door Zijn Geest aan ons als discipelen in de gemeente geeft122. Gebed is een uiting van verlangen om God te zoeken, te ontmoeten, te spreken en Hem te aanbidden123. Zo-wel in het verborgene als samen in de gemeente wil God aanbeden en verheerlijkt worden124. Deze intimiteit met God is een buitengewoon opbouwende en veranderende kracht125. De Heilige Geest trekt tot God en tot gebed126. Een gebed hoeft niet lang of mooi van taal te zijn127. Ook kan een gebed onduidelijk of slechts een schreeuw om hulp zijn128. Als een gebed maar niet wordt uitgesproken voor de mensen, of met vrome verzoeken aan God terwijl we er zelf niet met heel ons hart achter staan129. Gebed kent vele vormen en gemoedsaandoeningen en ieder kan zich zo als gewenst uitdrukken voor Gods heilig Aange-zicht130. Een eerbiedige houding is ten opzichte van een heilig en genadig God gepast131. Eén van de eerste gebe-den is het gebed van een goed geweten tot God, namelijk de doop.

2.10 de doop

De doop is een gebed van een goed geweten tot God, zegt de apostel Petrus132. In de doop bidt iemand dus bewust tot God en zoekt hij Zijn Aangezicht. Het goede geweten heeft hij ontvangen op grond van de vergeving in Chris-tus’ verlossingswerk133. Nu wil hij daar getuigenis van af-leggen door middel van het teken van de doop134. De Here Jezus Zelf heeft de doop als instelling gegeven aan de gemeente135. Om wat voor teken gaat het dan? De onder-

118 Matteüs 18:12-20; 2 Korintiërs 2:5-9119 Lucas 18:9-14; Jakobus 4:6-10120 Marcus 8:36; Filippenzen 3:7-14121 Psalm 40:9; Matteüs 6:10; Matteüs 12:50; Romeinen 12:1-2122 Handelingen 1:13-14; Handelingen 4:24; Handelingen 12:5123 Psalm 63:2; Psalm 143:7-8124 Matteüs 6:6,18; Lucas 5:16; Kolossenzen 3:16-17 125 2 Kronieken 16:9; Romeinen 8:26-27; Jakobus 5:16-18 126 1 Korintiërs 14:15; Efeziërs 6:18; Judas:21127 Matteüs 6:7-8128 Lucas 18:13-14129 Jesaja 58:2-12; Amos 5:21-24; Jakobus 4:1-4130 Psalm 7:1; Psalm 32:1; Psalm 100:1-5; Psalm 102:1-3131 Genesis 18:22-33; Psalm 2:11; Jesaja 6:1-8; Hebreeën 12:18-24132 1 Petrus 3:21133 1 Korintiërs 6:11; Efeziërs 1:7-8134 Handelingen 8:26-40135 Johannes 3:22; Johannes 4:1-3; Matteüs 28:16-20

Page 12: Introductieboek De Wijngaard

12

dompeling wordt vergeleken met het begraven worden in een graf136. Het boven komen uit het water staat voor de opstanding van Jezus uit de dood137. De dopeling getuigt met zijn doop van het sterven en opstaan van Christus en belijdt dat Jezus’ dood ook zijn dood was en Jezus’ opstanding zijn opstanding138. De belijdenis en de doop vallen samen en zijn niet van elkaar te scheiden. Christus droeg de apostelen op discipelen te maken door hen te dopen en te leren onderhouden wat Hij bevolen had139. De doop is daarmee een eerste stap op weg naar discipel-schap en volgt op de persoonlijke beslissing om achter Christus aan te gaan140. Vanwege het gebedskarakter van de doop geloven we ook dat God dit dringende gebed be-antwoordt141. Er is zegen aan verbonden. Net als aan de tweede en laatste instelling uit de mond van Christus: het teken van het avondmaal.

136 Romeinen 6:4; Kolossenzen 2:12137 Romeinen 6:5-6138 Galaten 3:27 139 Matteüs 28:19-20140 Marcus 16:16; Handelingen 2:38; 8:12,36-38; 9:18-19; 10:47-48; 16:33; 19:5 141 Lucas 11:9-13; Handelingen 8:39

2.11 Het aVondMaaL

De evangeliën schilderen ons een paar maal hoe Christus de gemeenschap zocht met mensen rond de gedekte tafel142. Vooral de laatste maaltijd die de discipelen met Hem beleefden stond op hun netvlies gebrand143. Tijdens die maaltijd sprak Hij de instellings-woorden: zo dikwijls jullie dit brood eten en de beker drinken, moeten jullie dit tot Mijn gedachtenis doen144. Het brood en de beker zijn heenwijzers naar het sterven van Christus145.

We kijken terug op het kruis. Het avondmaal is een gedachtenismaal. We leven van Zijn dood. Zijn vergeving hebben we broodno-dig. Daarom mogen we niemand in de weg staan aan te schuiven bij de maaltijd als hij of zij Christus persoonlijk als Heiland heeft leren kennen en een gehoorzaam leven in Zijn voetstappen betracht146. Tegelijkertijd laten we de schaal en beker rondgaan. We staan tijdens de maaltijd ook open voor el-kaar147.

Het gezamenlijke karakter ervan voegt een dimensie toe. Christus is nadrukkelijk aanwezig148 - en wij als gemeente zijn met Hem in ons midden, net als het brood, één lichaam. Om dat ene lichaam zuiver te hou-den moeten we onszelf telkens vooraf aan de maaltijd toetsen en onze relaties ten op-zichte van elkaar zuiver houden149.

Tevens zien we tijdens het avondmaal ook uit naar de wederkomst van onze Here Je-zus. Hij komt ons halen om met Hem de be-ker opnieuw te drinken in het Vaderhuis150.

Om onze verwachting levend te houden hebben we een regelmatige viering van het avondmaal nodig. De levende hoop op een weerzien met ontslapen geliefden in de Here maakt onlosmakelijk deel uit van de tafelviering met Christus. Het avondmaal is een korte ontmoeting met al-tijd een “tot ziens”.

142 Lucas 7:36; 14:1; 24:30143 Matteüs 26:20-30; Marcus 14:17-26; Lucas 22:7-38; Johannes 13:1-30144 1 Korintiërs 11:23-26145 Johannes 6:47-58; 1 Korintiërs 11:26146 1 Korintiërs 5:7-11; 10:14-22; 11:27-34147 Handelingen 2:43-47; Handelingen 20:7-12148 1 Korintiërs 10:16149 Johannes 13:1-17; 1 Korintiërs 11:17-22, 27-34; 150 Matteüs 26:29; Marcus 14:25; Lucas 22:18; Johannes 14:1-3; Openbaring 3:20-21

Page 13: Introductieboek De Wijngaard

13

2.12 de Hoop

Christus heeft Zijn gemeente niet zonder uitzicht achterge-laten151. Hij komt terug152 en het toneel van de aarde zal dan volledig veranderen153. Het verlangen naar een ontmoeting met Hem, een weerzien met onze geliefden in de Here en een genezen schepping zijn kostbare geschenken154. Mensen zonder God leven zonder hoop - de hoop die God ons geeft stelt ons leven in een totaal nieuw daglicht155. We kunnen dankbaar blijven onder alle omstandigheden156. Zelfs als het leven geknakt wordt. Het lijden van deze wereld weegt na-melijk niet op tegen de heerlijkheid die komen gaat157. De Schrift spreekt de verwachting uit dat vooraf aan de weder-komst van Christus God Zich nog zal wenden tot Zijn volk Is-raël158. Gods verbond met de Joden blijft van kracht159 - ook zij zijn nog steeds voorwerp van Gods liefde en zorg. Nooit is de kerk door God in de plaats gekomen van het Joodse volk. Israël was, is en blijft Gods bondsvolk tot het einde van de wereld160.

De Schrift schildert enkele contouren van de hoop. Voor al-les zullen Gods kinderen Zijn onophoudelijke aanwezigheid ervaren en een verheerlijkte staat met een verheerlijkt li-

151 Johannes 14:18; 1 Korintiërs 13:12; 1 Johannes 3:2-3152 Matteüs 25:6; Handelingen 1:11; Openbaring 22:20153 Daniël 7:13-14; 2 Petrus 3:11-13154 2 Petrus 1:4155 Romeinen 13:12-14; Efeze 2:12; 2 Petrus 1:19156 Filippenzen 4:4-9; 1 Petrus 4:12-13157 Jesaja 65:17-25; Romeinen 8:18-22158 Romeinen 11:25-27159 Ezechiël 37:1-14; Romeinen 9:6; 11:29160 Hosea 11:1-11; Matteüs 23:37-39; Romeinen 9:4-6; Galaten 6:16

chaam ontvangen161. Hoewel Gods kinderen niet onder het strafoordeel van God vallen, worden zij wel naar hun wer-ken beoordeeld162. Daar tegenover staat het oordeel dat ko-men gaat over alle ongelovigen en onbekeerlijken, ver van Gods Aangezicht163. God ziet niet uit naar dit oordeel, maar is geduldig en verlangt ieders bekering en behoudenis164. Bij Christus’ komst op aarde vestigt Hij eerst Zijn Konink-rijk van vrede165, het Messiaanse rijk van duizend jaar166. De schepping krijgt dan rust167. Na dit rijk daalt het he-melse Jeruzalem op aarde neer en komt God Zelf op aarde wonen168. Een verheerlijkte staat breekt vervolgens aan die nooit meer zal ophouden169.

161 1 Korintiërs 15:42-57; Filippenzen 3:20-21; 1 Tessalonicenzen 4:13-18; 18 1 Johannes 3:2162 1 Korintiërs 3:10-17; 2 Korintiërs 5:10163 Daniël 12:2; Matteüs 25:41-46; 2 Thessalonicenzen 1:6- 10; 2 Petrus 3:7; Openbaring 20:11-15164 1 Timoteüs 2:1-7; 2 Petrus 3:8-9165 Jesaja 2:2-5; 11:6-10; Zacharia 8:1-23; 14:1-21166 Openbaring 20:1-10167 Romeinen 8:18-25; Hebreeën 4:1-13168 1 Korintiërs 15:28; Openbaring 21:1-22:5 169 Daniël 12:3; Openbaring 22:5

Page 14: Introductieboek De Wijngaard

14

3.1 oudSten

Oudsten (presbuteros) vormen samen met de voorganger een team. Voorganger is een vertaling van het Griekse hegoumenois170. Dit woord wordt in de NBG gebruikt voor voorgangers en de NBV spreekt van leiders. Opvallend is dat deze term in de volksmond aan 1 persoon wordt toe-geschreven terwijl het in de bijbel als meervoud wordt gebruikt als een benaming voor oudsten. In de praktijk voor ‘De Wijngaard’ betekent dit dat de voorganger in feite een betaalde oudste is die fulltime wordt vrijgesteld voor de gemeente. Daarom worden de beslissingen in de oudstenraad genomen op basis van consensus. Voor oud-sten worden in de nieuwe Bijbelvertaling drie woorden gebruikt: opzieners “episkpoi”171, herders “poimenos”172 en leiders “hegoumenois”173.

Als opzieners sturen zij de gemeente aan als collectief. Als herders zorgen zij ervoor dat de gemeente geestelijk gevoed wordt en beschermen zij de kudde tegen valse leer. Als leiders rusten zij de gemeente toe tot dienstbe-toon. In deze drie functies kunnen zij ondersteund wor-den door expertise van binnen en buiten de gemeente174.

170 Hebreeën 13:7,17171 Handelingen 20:28172 1 Petrus 5:1-4173 Hebreeën 13:7,17174 Efeze 4:11

Oudsten zijn niet meer of minder dan de gemeentele-den175, maar dragen wel de eindverantwoordelijkheid in de gemeente176. Ze zijn dus gelijk in waarde, maar wor-den onderscheiden in rol. Oudsten worden voor een pe-riode van 4 jaren aangesteld en dit kan met een periode van 4 jaar worden verlengd. Na een periode van 8 jaar is een oudste een jaar niet herkiesbaar. Oudsten moe-tenbeantwoordenaanBijbelsekwalificaties177. De meest ideale situatie is ons inziens wanneer wij kunnen spreken van een oudstenechtpaar. De eindverantwoordelijkheid ligt in de Wijngaard bij mannelijke oudsten178. Voor oud-stenechtparen geldt dat man en vrouw lid zijn van de gemeente. De gemeenteleden kunnen te allen tijde po-tentiële oudsten voordragen aan de raad. Omdat de raad de regie voert in de gemeente moet er binnen het team consensus bestaan wanneer een kandidaat daadwerkelijk benaderd wordt.

175 Matteüs 23:8-12176 Titus 1:5-8177 1 Timoteüs 3:1-7; Titus 1:5-8178 Er zijn in de gemeente van Christus verschillende op-

vattingen over de rol van vrouwen in de gemeente. Wij hebben in onze overweging gekeken naar exegese van relevante Bijbelgedeelten, maatschappelijke ont-wikkelingen en de cultuur van de Wijngaard. Zonder de waarheid in pacht te hebben, hebben we op basis van deze drie elementen gekozen om mannelijke oud-sten aan te stellen en mannelijke woordverkondigers in de eredienst. Verder is alles open voor mannen en vrouwen.

Leiding geven3Eén van de kwaliteitskenmerken is toerustend leiderschap. De kracht van toerustend leiderschap is dat mensen bekwaam worden gemaakt om vorm te geven aan de missie van de gemeente. Het is geweldig stimulerend voor een gemeente wanneer er leiders zijn die vanuit hun expertise mensen kunnen toerusten in een bepaald taakgebied. Hieronder zullen we de rol van oudste, taakgroephoofd, teamleider en kringleider uiteenzetten.

Page 15: Introductieboek De Wijngaard

15

3.2 taakgroepHooFden

De Wijngaard heeft negen taakgroephoofden die samen de staf van de gemeente vormen. Waar de Raad van Oudsten verantwoordelijk is voor de strategie van de ge-meente (wat gaan we doen) is de staf verantwoordelijk voor de tactiek (hoe gaan we het doen). Een taakgroep-hoofd is tevens budgetbeheerder voor de taakgroep. De taakgroepen zijn:

1. Kinderwerk (0-12 jaar)2. Jeugd (12-21 jaar)3. Huiskringen4. Pastoraat5. Organisatie6. Communicatie7. Eredienst8. Toerusting9. Beheer

Actuele taakgroepomschrijvingen en jaarplanners zijn te vinden op extranet. In het colofon van de Wijnpers staan de huidige taakgroephoofden vermeld. De taak-groephoofden leggen verantwoording af aan de Raad van Oudsten179.

3.3 teaMLeIderS

Een taakgroep kan bestaan uit een aantal teams met een teamleider. De teamleider legt verantwoording van aan de betreffende taakgroephoofd.

179 Zie extranet voor de negen taakgroepomschrijvingen.

3.4 krIngLeIderS

Kringleiders voldoen aan de eigenschappen van diake-nen180 en worden na consensus binnen de oudstenraad benaderd. Kringleiders dragen de eindverantwoording binnen een kring en zien erop toe dat de elementen stu-die, gebed en zorg gebalanceerd aanwezig zijn. De meest ideale situatie is wanneer verschillende taken door ver-schillende kringleden worden gedragen. Kringleiders wor-den door het taakgroephoofd toegerust voor hun taak. De taakomschrijving van kringleiders staan beschreven in de taakgroepomschrijving.

3.5 SecretarIaat

Het secretariaat zorgt voor de notulen van de raadsver-gadering, het ledenbestand, uitnodigingen, jaarplanning e.d. Hierbij maakt zij actief gebruik van de verschillende communicatiemiddelen in de gemeente. Voor adreswijzi-gingen, familieberichten en vragen kunt u contact opne-men met het secretariaat:

VBG de WijngaardT.a.v. SecretariaatPostbus 26988901 AD Leeuwarden058-2153449

180 1 Timoteüs 3:8-13

Page 16: Introductieboek De Wijngaard

16

4.1 doeL

In de eerste plaats gaat het in de eredienst om de eer van God. Het gaat om Zijn naam, Zijn koninkrijk en Zijn wil. Daarnaast gaat het om Zijn zorg, Zijn vergeving en Zijn bewarende liefde voor ons181. Zoals Jezus “volgens Zijn gewoonte iedere sabbat naar de synagoge ging”182 gaan wij iedere zondag183 volgens onze gewoonte naar de samenkomst184. Wij zien dit als een onderdeel van Gods scheppingsrust185 en een radicaal statement tegen onze

181 Matteüs 6:9-13 182 Lucas 4:16183 De eerste dag van de week (zondag) is de Opstan- dingsdag van de Heer. De vroege kerk kwam op deze dag samen: Handelingen 20:7; 1 Korintiërs 16:2; Openbaring 1:10.184 Hebreeën 10:24-25185 Genesis 2:1-4

vierentwintig-uurs economie186. Het is een gave van God om te kunnen genieten van God en mensen187. De Wijngaard wil een gastvrije en vriendelijke gemeente zijn voor zoekers. Daarom worden de diensten doelbe-wust opgebouwd aan de hand van een thema. De voor-ganger plaatst het thema van de dienst in het Planning Centre Online (PCO). Aan de hand van dit thema wordt de dienst verder ingevuld en opgebouwd. We streven naar diensten van 1,5 uur. Op zondag wordt alleen van de planning afgeweken wanneer de oudste van dienst (dienstleider) daar reden toe ziet. Er is na elke dienst ruimte voor nazorg.

186 Er zijn natuurlijk beroepen die zich niet in zes dagen laten kanaliseren. Het blijft der halve wel een streven. 187 Marcus 2:27-28

eredienst4De eredienst neemt een bijzondere plaats in binnen de gemeente. Hier komen wekelijks alle leeftijdsgroepen van de gemeente samen. Hier vieren we met elkaar dat we samen gemeente zijn. De diensten krijgen wekelijks een thema mee. Het thema willen we via woordverkondiging, aanbidding en creatieve vormen uitdiepen.

Page 17: Introductieboek De Wijngaard

17

4.2 openbarIngSgaVen

De Wijngaard gelooft in de negen openbaringsgaven van de Geest188:

1. Woord van wijsheid (12:8a)2. Woord van kennis (12:8b) 3. Gave van geloof (12:9a)4. Gave van genezingen (12:9b)5. Inwerkingen van krachten (12:10a)6. Gave van profetie (12:10b)7. Gave van onderscheidingen van geesten (12:10c)8. Gave van tongen/talen (12:10d)9. Gave van vertolking van tongen/talen (12:10e)

De gaven kunnen in liefde189 toe-gepast worden binnen het Huis van gebed, huiskringen en in de persoonlijke wandel met de Heer. Binnen de eredienst wordt de ui-ting van deze gaven niet gestimu-leerd190. Wanneer men spontaan iets meent te moeten delen bin-nen de eredienst kan dit overlegd worden met de oudste van dienst. Deze bepaalt of er ruimte voor gemaakt wordt of dat het wordt meegenomen ter overleg binnen de Raad van Oudsten191.

4.3 taakgroepHooFd

Het taakgroephoofd eredienst be-waakt de visie op de eredienst en de uitvoering daarvan. Hij of zij ziet er op toe dat de verschillende teams goed gefaciliteerd worden. Hij of zij maakt samen met de voorganger en anderen deel uit van het visieteam eredienst (lan-ge termijn planning) en het regie-team (inhoudelijke en praktische invulling eredienst).

4.4 oudSte Van dIenSt

De oudste van dienst (dienstleider) voert regie over de dienst. Leidend hierbij is de planning zoals deze in het PCO is vastgesteld. Hij bepaalt vervolgens of er tijdens de dienst van deze planning afgeweken wordt. Bij af-

188 1 Korintiërs 12:4-11 189 1 Korintiërs 13:1-13190 Zie hoofdstuk 4.1 “Doel eredienst” en “Handboek voor oudsten” (extranet).191 Voor meer informatie over Gaven van de Geest zie “Handboek voor Oudsten” (extranet).

wezigheid van de eigen voorganger opent en eindigt hij de dienst en leidt hij het avondmaal (podiumdienst). Op zondag kunnen mensen bij hem terecht voor vragen, aanvullingen en opmerkingen. Hij heeft tijdens de dienst vanwege deze beschikbaarheid geen andere taak.

4.5 opdragen, doop, bIjdragen en aVondMaaL

Voor het opdragen van kinderen en dopen kunt zich mel-den bij één van de oudsten van de gemeente. Wanneer u een bijdrage heeft (getuigenis, gedicht, woord of een

creatieve uiting) kunt u contact opnemen met de voor-ganger. Samen wordt er gekeken hoe hier het beste vorm aan gegeven kan worden. We vieren maandelijks een open avondmaal. Kinderen van God kunnen hier vanaf vijftien jaar aan deelnemen.

4.6 zaaLdIenSt

De verschillende huiskringen worden een aantal keren per jaar ingeroosterd voor zaaldienst en schoonmaak. De zaaldienst is tijdens een samenkomst en bestaat uit deur-dienst, koffieschenken en opruimen. Daarnaast wordende kringen jaarlijks ingeschakeld bij de schoonmaak van het eigen gebouw. Op deze wijze kunnen alle (gast)leden zich dienstbaar opstellen in het huis van God.

Page 18: Introductieboek De Wijngaard

18

5.1 HuWeLIjk en SekSuaLIteIt

Het eerste uitgangspunt is dat huwelijk en seksualiteit niet van elkaar te scheiden zijn. Daarom zou je kunnen zeggen “seksualiteit als gave van God hoort thuis bin-nen het huwelijk tussen man en vrouw”. Wij gaan ervan uit dat leden van ‘De Wijngaard’ dit erkennen en onder-schrijven.

De praktijk is echter weerbarstig en zit vol met gebre-ken en onvolkomenheden. De pastorale toepassing vraagt daarom om wijsheid, tact en inlevingsvermogen. Wij wil-len net als de Here Jezus vol zijn van genade en waar-heid.

5.2 ecHtScHeIdIng en HertrouWen

Het tweede uitgangspunt is dat hertrouwen na echtschei-ding van twee christenen op grond van 1 Korintiërs 7 niet automatisch tot de standaard procedure behoort. Wij stellen daarbij dat echtscheiding en hertrouwen com-plexe problematiek is die pijn en verdriet met zich mee kan brengen. Ook kan de omgeving meestal niet goed een oordeel vellen, omdat zij niet van de hele situatie op de hoogte is.

Dit schrijven is niet de plaats voor een uitgebreide stu-die. Maar wanneer wij als raad met een dergelijk verzoek tot hertrouwen worden geconfronteerd dan zullen wij via het pastorale team eerst proberen om de situatie te ver-helderen. Pas na een pastoraal traject kan de raad tot een besluit komen hoe hier mee om te gaan. Hierbij geldt dat genade en waarheid hand in hand moeten gaan.

ethische kwesties5Huwelijk, seksualiteit, echtscheiding en hertrouwen zijn elementen die een mens enorm kunnen zegenen, maar die ook kunnen leiden tot pijn en verdriet. Deze elementen zijn onderdeel van ons geestelijk leven. Als christenen benaderen wij deze elementen vanuit Gods Woord. Door middel van toerusting en onderwijs reiken we preventieve handvatten aan. In dit gedeelte willen we een tweetal richtlijnen benoemen die we als uitgangspunt nemen binnen de pastorale praktijk.

Page 19: Introductieboek De Wijngaard

19

6.1 LIdMaatScHap

Een persoon kan lid worden van ‘De Wijngaard’ wanneer hij of zij kan getuigen van wedergeboorte, niet lid is van een andere gemeente, gedoopt is op grond van belijde-nis, de Bijbel aanvaardt als het Woord van God en van harte kan instemmen met de missie, visie en werkwijze van de gemeente. De minimale leeftijd is vijftien jaar.

6.2 gaStLeden

Gastleden zijn nog geen lid van de gemeente. Wel kunnen gastleden na de introkring en goed overleg deelnemen aan een huiskring en taken uitvoeren met uitzondering van eindverantwoordelijke taken zoals oudste, taak-groephoofd, kringleider, teamleider en aanbiddingslei-der. Gastleden getuigen van wedergeboorte, erkennen de bijbel als het Woord van God en stemmen van harte in met de missie, visie en werkwijze van de gemeente. Omdat gasten onder de pastorale zorg van de Wijngaard vallen zijn zij niet elders lid van een gemeente.

Verbondenheid6Christenen zijn door wedergeboorte kinderen van God geworden en daardoor automatisch lid van het universele lichaam van Christus. Via lidmaatschap kan men aangeven om onder de pastorale zorg van een lokale gemeente te willen staan. Plaatselijke gemeenten zijn autonoom en kunnen daarom op grond van dezelfde bijbel tot verschillende nuances komen. Via lidmaatschap drukt men uit zich te kunnen vinden in het beleid van een lokale gemeente. Een aantal denominaties, waaronder de Baptistengemeenten, verbinden de doop op grond van belijdenis als voorwaarde aan lidmaatschap. Wij voelen ons verbonden met andere bijbelgetrouwe denominaties. Wij menen op basis van Gods Woord dat de doop op grond van belijdenis een wezenlijk onderdeel is binnen de navolging van Christus en hebben de doop als zodanig verbonden aan het lidmaatschap.

Page 20: Introductieboek De Wijngaard

20

7.1 WaaroM geVen?

Een leven met God is een leven uit dankbaarheid. Alles wat we hebben en daarmee ook alles wat we geven, is ontvangen uit Gods hand192. Uit deze dankbaarheid voor alles wat we van God gekregen hebben, geven we een deel terug aan God, met als doel steeds te blijven leven in ontzag voor God193. Dit mogen we doen vanuit ons hart en niet als een strikte wet. God ziet ons hart en verlangt oprechtheid, ook in ons geven194.

192 1 Kronieken 29:14193 Deuteronomium 14:23194 1 Kronieken 29:17

In het Oude Testament wordt dit principe van dankbaar-heid al vroeg zichtbaar, zelfs al voor de wetten van Mo-zes195. De tienden werden later als wet ingesteld, met als doel onder andere het onderhoud van Gods Koninkrijk zoals het eten voor de Levieten en priesters196. Ook wij mogen door te geven bouwen aan Gods Koninkrijk. We geven dan voor de verspreiding van het Evangelie en het in stand houden van de gemeente. Onze giften mogen worden gezien als het zaaigoed dat we uit Gods hand

195 Genesis 14196 Numeri 18:21

Financiën7De Bijbel spreekt openhartig over geld en geven. Het is een middel om God te eren en daarom een wezenlijk onderdeel binnen gemeente zijn. Wij hebben te maken met huren, begrotingen, betaalde krachten en we zien uit naar het realiseren van een eigen multifunctioneel centrum.

Page 21: Introductieboek De Wijngaard

21

hebben gekregen197. God vestigt in zijn Woord een belofte aan het vrijmoedig geven: in Maleachi 3 staat de uitdaging God te vertrou-wen in het geven en te zien hoe Hij zal voorzien.

Praktisch gezien gaat geven verder dan geld alleen. Ook door het beschikbaar stellen van uw bezit (bijvoorbeeld gastvrijheid door uw huis open te stellen voor de kringen) en uw tijd (door bijvoorbeeld een taak te verrichten in een team) geeft u.

Bij het geven is het belangrijk dat dit naar vermogen gebeurt: God vraagt niet meer dan we kunnen missen! Door te geven kunnen we elkaar ook steunen in een tijd dat het tegenzit. Het gaat uiteindelijk niet om het abso-lute bedrag, maar om de houding van waaruit men geeft; denk aan de arme weduwe die alles geeft wat ze bezit198.

Het geven aan Gods Koninkrijk is niet iets dat tot een ‘moeten’ of een gewoonte moet worden: geef vanuit uw hart! Vraag God om duidelijk te maken wat u mag geven; ga er biddend mee om.

7.2 Hoe te geVen?

Als gemeente hanteren we een praktische richtlijn voor het geven: we gaan uit van het apart zetten van 5% van uw inkomen voor de gemeente. De gemeente is geholpen wanneer u dit maandelijks overschrijft naar de gemeente. Op deze wijze kunnen we een passende begroting maken. Bovendien zijn uw giften op deze manier aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Tijdens de jaarvergadering wordt de begroting ter goedkeuring aan de leden overlegd en wordt er decharge gevraagd voor het afgelopen jaar. Daarnaast wordt er wekelijks een collecte gehouden voor het werk in Zijn koninkrijk.

197 2 Korintiërs 9198 Lucas 21:1-4

Page 22: Introductieboek De Wijngaard

22

artIkeL 1: naaM

a. De gemeente draagt de naam Vrije Baptistengemeente “De Wijngaard”, hierna te noemen “de gemeente”.b. De gemeente is gevestigd te Leeuwarden.c. De gemeente is een kerkgenootschap en bezit rechts-persoonlijkheid in de zin van artikel 2 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en is zodanig erkend naar Nederlands recht.d. De gemeente is aangesloten bij de Alliantie van Bap-tisten en Cama-gemeenten, hierna te noemen ABC-ge-meenten.

artIkeL 2: geLooFSbeLIjdenIS

Wij belijden op grond van de Bijbel:a. Dat God Zich heeft geopenbaard in de schepping, de geschiedenis, en in Zijn Woord. De openbaring in Gods eigen Zoon, Jezus Christus, is nodig om tot redding te komen.b. Dat de Bijbel het enige richtsnoer is voor leven en leer. De Bijbel is door de Heilige Geest geïnspireerd en is daar-om onfeilbaar en foutloos.c. Dat God één in wezen is en Zich openbaart in drie Per-sonen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.d. Dat Jezus Christus is gezonden door de Vader, is gebo-ren door de Geest uit de maagd Maria, volkomen God en volkomen mens, is gekruisigd, gestorven, neergedaald in het dodenrijk, lichamelijk uit de doden opgestaan, naar de hemel gevaren, vanwaar Hij zal komen om de heilsge-schiedenis te voltooien en uiteindelijk alles en Zichzelf

aan de Vader te onderwerpen.e. Dat de Heilige Geest, de derde Persoon van de Drie-eenheid, volledig God is. De Heilige Geest woont in allen die wedergeboren zijn, en is er op gericht alle kinderen Gods in het Vaderhuis te brengen.f. Dat God de schepping in zes dagen heeft geformeerd en onder de belofte heeft gesteld van de komende verlos-sing.g. Dat God de mens op de zesde dag heeft geschapen naar Zijn beeld en in staat van onschuld, man en vrouw. Op de schepping van de mens volgde de historische zon-deval van de mens in Adam. Als gevolg van de zondeval is elk mens vanaf zijn prilste begin een zondaar, hoewel hij Gods beelddrager blijft.h. Dat God uit genade de verlossing aanbiedt die Jezus Christus in Zijn historische komst, kruisdood en opstan-ding heeft volbracht. Het offer van Christus is genoeg-zaam en bedoeld voor alle mensen, maar alleen diegenen die met geloof op Gods uitnodiging ingaan worden behou-den.i. Dat God de gelovigen samenbrengt in de gemeente. De gemeente het huis van God is waar mensen mogen groeien in de genade van God, en waar doop en avond-maal worden bediend.j. Dat Jezus Christus zal terugkomen om Zijn kinderen tot Zich te nemen en op te treden als Verlosser en Rech-ter. Daarna zullen de doden opgewekt worden en zal het eindoordeel plaatsvinden. Kinderen Gods zullen ingaan tot het eeuwige leven, ongelovigen tot de eeuwige straf.

Statuten en huishoudelijk reglement

Bijlage

Statuten Van de VrIje baptIStengeMeente “de WIjngaard” te LeeuWarden

Page 23: Introductieboek De Wijngaard

23

artIkeL 3: doeL

De gemeente heeft ten doel:a. God te verheerlijken en Hem de eer te geven die Hem toekomt.b. Zichzelf op te bouwen in het geloof, in de liefde, in de hoop, en in de verwachting van de komst van haar Heer en Heiland Jezus Christus, naar de gaven die God ieder mens gegeven heeft.c. In de wereld te getuigen van de gekruisigde en opge-stane Heer, door middel van evangelisatie, zending en diaconie.d. Zichzelf uit te breiden door gelovigen op grond van hun persoonlijke getuigenis in de gemeente op te nemen.e. Met verwante gelovigen in Christus samen te werken tot verbreiding van het Evangelie.

artIkeL 4: MIddeLen

De middelen waarmee de gemeente haar doel tracht te bereiken zijn:a. Het samenkomen in diensten waarin lofprijs en aanbidding, gebed, collectes, en onderwijs door prediking centraal staan.b. Het onderhouden van de twee instellingen die de Here aan de gemeente heeft gegeven: 1. de doop door onderdompeling, welke ge-schiedt op grond van persoonlijk geloof,2. het avondmaal.c. Het houden van samenkomsten zoals Bijbel-studies voor jeugd en volwassenen, bidston-den, kinderwerk e.d.d. Het vormen van huiskringen waarin de le-den van de gemeente zijn ingedeeld en die dienen tot de gemeenschap, het onderwijs, de zorg voor, en de terechtwijzing van de leden.e. Het aanbieden van pastorale zorg voor le-den en gastleden.f. Het organiseren en opzetten van speciale activiteiten welke een of meerdere van de doelen (art.3.) dienen.g. Het, indien nodig, uitoefenen van tucht en/of uitsluiting.

artIkeL 5: organISatIe

De gemeente wordt bestuurd door de Raad van Oudsten. Voor de uitvoering van verschil-lende werkzaamheden in de gemeente kunnen taakgroepen onder leiding van een taakgroep-hoofd, teams onder leiding van een teamleider en commissies onder leiding van een voorzitter worden aangesteld. De taakgroephoofden vormen samen de staf van de gemeente.

artIkeL 6: raad Van oudSten

a. De Raad van Oudsten bestaat uit minstens vijf broe-ders die vanuit de gemeente worden aangesteld, waar-van de voorganger deel uit maakt. Indien door bijzondere omstandigheden het aantal raadsleden tijdelijk minder dan vijf bedraagt, blijven de overige raadsleden een wet-tig bestuur vormen.b. De gemeente wordt in en buiten rechten verte-genwoordigd door de Raad van Oudsten. De Raad van Oudsten is eindverantwoordelijk voor alle geestelijke, organisatorische, en materiele zaken. Na verleende toe-stemming door de Raad van Oudsten wordt de gemeente in en buiten rechten vertegenwoordigd door een twee-tal als zodanig door de Raad van Oudsten aangewezen leden van de Raad van Oudsten. De goedkeuring van de gemeente wordt echter vereist voor de aankoop van on-roerende goederen ten behoeve van de gemeente, voor de verkoop of het bezwaren van onroerend goed aan de gemeente toebehorend, het aangaan van geldleningen

ten laste van de gemeente, voorts om namens haar ei-sende of ver¬werende in rechten op te treden of in een tegen haar ingestelde rechtsvordering te berusten of een geding aan te gaan. Tevens wordt de goedkeuring van de gemeente vereist voor het aanstellen van een voorganger en voor wijziging van de statuten.c. De Raad van Oudsten geeft aan de gemeente jaarlijks inzage in, en legt verantwoording af, van zijn beheer over het afgelopen seizoen.

Page 24: Introductieboek De Wijngaard

24

artIkeL 7: geLdMIddeLen

a. De penningmeester beheert alle geldelijke aangele-genheden van de gemeente. Voor het beheer is hij of zij verantwoording schuldig aan de Raad van Oudsten.b. De inkomsten der gemeente bestaan uit:a. bijdragen van de leden;b. collecten te houden tijdens de samenkomsten;c. erfstellingen, legaten, geschenken en andere baten, waaraan geen bezwarende lasten en/of verplichtingen zijn verbonden.

artIkeL 8: WIjzIgIngen

De statuten kunnen uitsluitend worden gewijzigd tijdens een schriftelijk bijeen geroepen vergadering. De wijze van stemming is beschreven in artikel 7 van het Huishou-delijk Reglement.

artIkeL 9: ontbIndIng en deLIng

a. De gemeente kan worden ontbonden tijdens een schriftelijk bijeen geroepen vergadering waarin tenmin-ste driekwart van de leden aanwezig dient te zijn. De stemmingvindtschriftelijkplaats.Totopheffingkanal-leen worden besloten wanneer tweederde van het aan-tal uitgebrachte geldige stemmen hiermee instemt. Is in de daartoe belegde vergadering geen driekwart van het aantal leden aanwezig, dan zullen alle leden schriftelijk worden gevraagd hun stem schriftelijk uit te brengen, waarbij tenminste tweederde van het totaal aantal stem-gerechtigde leden met de ontbinding moet instemmen.b. Indien er na ontbinding baten over zijn, dan worden deze overgedragen aan een nader te bepalen christelijke organisatie die de geloofsbelijdenis van artikel 2 onder-schrijft.c. Bij deling van de gemeente vallen de bezittingen en schulden de wettige meerderheid van de gemeente toe.

artIkeL 10: HuISHoudeLIjk regLeMent

Al wat verder betrekking heeft op de behartiging van de belangen van de gemeente, de verkiezing van personen die een taak in de gemeente hebben, de positie van gast-leden, en de orde binnen de gemeente wordt nader ge-regeld in het Huishoudelijk Reglement, dat geen bepalin-gen mag bevatten in strijd met deze statuten.

Page 25: Introductieboek De Wijngaard

25

artIkeL 1: Leden der geMeente

1. Leden van de gemeente zijn:a. Zij, die Jezus Christus belijden als Zoon van God en Hem aanvaarden als hun Heiland en Heer, en in de ge-meente de doop door onderdompeling op grond van hun belijdenis hebben ondergaan.b. Zij, die Jezus Christus belijden als Zoon van God en Hem aanvaarden als hun Heiland en Heer, die elders de doop door onderdompeling op grond van hun belijdenis hebben ondergaan, en toetreden tot de gemeente.2. De Raad van Oudsten doet onderzoek naar geloof en wandel van hen die door doop en/of toetreding lid wen-sen te worden van de gemeente. De gemeente gebruikt hiervoor een introductiekring als middel. Als de uitkomst van dit onderzoek bevredigend is, en de mensen kunnen instemmen met de missie, visie en werkwijze van de ge-meente, worden de namen van de betreffende personen minimaal één week voor doop of toetreding aan de ge-meente bekend gemaakt. Worden er vanuit de gemeente geen gegronde (schriftelijke of mondelinge) bezwaren tegen hen ingebracht dan zal aan hen de doop worden bediend en/of het lidmaatschap worden verleend.3. De gemeente kent naast leden ook gastleden. Gastle-den getuigen van wedergeboorte, maar zijn nog niet ge-doopt door onderdompeling op grond van hun belijdenis. Gastleden zijn geen lid van de Wijngaard en hebben daar-om geen stemrecht. Gastleden vallen onder de pastorale verantwoordelijkheid van de Raad van Oudsten en zijn daarom niet gelijktijdig lid van een andere gemeente. “Tucht en uitsluiting” is ook op gastleden van toepassing, waarna hun rechten en plichten als gastlid komen te ver-vallen. Gastleden maken deel uit van een huiskring, zijn welkom op gemeenteavonden, dragen financieel bij enhebben een taak in de gemeente met uitzondering van eindverantwoordelijke leiderschapstaken zoals oudste, taakgroephoofd, teamleider, kringleider en zangleider.

artIkeL 2: Het LeVen der geMeente

De gemeente verwacht van al haar leden:a. Een levenswandel in overeenstemming met Gods Woord.b. Deelname aan de eredienst en huiskring, breking van het brood, de gebeden en het onderwijs.c. Onderwerping aan de gemeentelijke vermaning, tucht, en uitsluiting wanneer deze nodig mochten blijken.d. Instemming met de Statuten en het Huishoudelijk Re-glement.e. Bereidwilligheid om minimaal 5% procent van het net-to-maandinkomen aan de gemeente te voldoen en naar vermogen extra bij te dragen tot het instandhouden van het werk van de gemeente.f. Het vervullen van minimaal één taak.

artIkeL 3: beeIndIgIng LIdMaatScHap

1. Het lidmaatschap van de gemeente vervalt:a. Door overlijdenb. Op verzoek van het lid door:• schriftelijke opzegging (indien gewenstmet attesta-tie).• mondelingeopzegginginhetbijzijnvantweeoudsten.c. Door uitsluiting door de Raad van Oudsten indien het lid, na onder tucht te zijn gesteld, blijft volharden in een zondige levenswandel. (Mt. 18:15-17) welk besluit aan de gemeente kenbaar wordt gemaakt.d. Door uitsluiting door de Raad van Oudsten indien be-trokkene zich, naar het oordeel van de Raad van Oud-sten, gedurende langere tijd blijft onttrekken aan het leven der gemeente conform artikel 2 van dit reglement. De uitsluiting zal niet eerder geschieden dan dat het lid door de Raad van Oudsten is gewezen op de van dit lid verwachte deelname aan het leven der gemeente.2. Het in lid 1 bepaalde is eveneens van toepassing op de gastleden van de gemeente.

artIkeL 4: raad Van oudSten

1. aanstelling oudstenBij het aanstellen van een oudste, wordt als volgt gehan-deld:a. Daar een oudste door de Heilige Geest moet zijn aan-gesteld (Hand. 20:28) vraagt de Raad van Oudsten de lei-ding van de Heer, om een bepaalde broeder aan te wij-zen. b. Wanneer de Raad van Oudsten, na gebed en bespre-king, eenstemmig geworden is ten opzichte van een broe-der, en deze blijkt te voldoen aan de Schriftuurlijke nor-men (1 Timotheüs 3:1-7 en Titus 1:6-9) wordt de naam van deze broeder aan de gemeente bekend ge¬maakt. c. Gedurende twee weken kunnen vanuit de gemeente mondelinge of schriftelijke Bijbelse bezwaren tegen de genoemde broeder worden uitgebracht, die door de Raad van Oudsten worden onderzocht. Wanneer er geen be-zwaren zijn ingebracht of de ingebrachte bezwaren zijn opgeheven, wordt de broeder geacht als door de Heer te zijn aangewezen. d. De broeder moet minstens een jaar lid van de gemeen-te zijn.

2. taak van de raad van oudstenDe Raad van Oudsten is verantwoordelijk voor:a. De zorg voor de gemeente door onder meer het ver-lenen van pastorale zorg, de prediking, het onderwijs, gebed en het houden van verschillende samenkomsten, en het bedienen van de inzettingen der gemeente.b. Het houden van toezicht op de gemeente door te wa-ken over leer en leven van de leden der gemeente, en het houden van toezicht op de zuiverheid van de verkon-diging van het Evangelie.c. Het besturen van de gemeente: het maken van beleid

HuISHoudeLIjk regLeMent Van de VrIje baptIStengeMeente “de WIjngaard” te LeeuWarden

Page 26: Introductieboek De Wijngaard

26

en het leggen van structuur in de gemeente. De Raad van Oudsten stelt een voorzitter aan. De Raad van Oudsten is verantwoordelijk voor het voordragen van taakgroep-hoofden en het ondersteunen van de Staf van de Wijn-gaard. De Raad van Oudsten is ook verantwoordelijk voor het beleggen van jaarvergaderingen en huishoudelijke vergaderingen.

3. aftreding oudstenEen oudste, met uitzondering van de voorganger, wordt aangesteld voor een periode van vier jaar. Hij kan na deze aanstelling weer worden aangesteld, op voordracht van de Raad van Oudsten en met goedkeuring van de ge-meente. Heeft een oudste acht jaar in de Raad van Oud-sten zitting gehad, dan is hij gedurende een jaar niet herkiesbaar.

artIkeL 5: StaF

1. aanstelling taakgroephoofda. De Raad van Oudsten vraagt de leiding van de Heer om een broeder of zuster aan te wijzen. b. Wanneer de Raad van Oudsten eenstemmig geworden is ten opzichte van een broeder of zuster, en deze blijkt te voldoen aan de Schriftuurlijke normen (I Timotheüs 3:8-13), dan wordt een taakgroephoofd benoemd en zal de naam van deze broeder of zuster aan de gemeente bekend worden gemaakt.c. De broeder of zuster moet minstens een jaar lid van de gemeente zijn.

2. taak van de StafDe Staf is verantwoordelijk voor:a. Het takenpakket dat door de Raad van Oudsten, in sa-menspraak met de taakgroephoofden, wordt beschreven in een taakgroepomschrijving. Deze taakgroepomschrij-ving wordt jaarlijks geëvalueerd en indien nodig aange-past. Het aantal taakgroepen kan door de Raad van Oud-sten worden aangepast wanneer dit de gemeente dient.b. Regelmatige rapportage en overleg met de Raad van Oudsten over hun taakgebieden. Een Taakgroephoofd is voor het beheer van een taakgroep verantwoording ver-schuldigd aan de Raad van Oudsten.c. Het opstellen van een jaarprogramma per taakgebied, met daaraan gekoppeld een jaarlijkse begroting, en een financiëleverantwoording.

3. aftreding taakgroephoofdenEen Taakgroephoofd wordt aangesteld voor onbepaalde tijd. Jaarlijks evalueert de Raad het jaarplan van een taakgroep met de betreffende taakgroep hoofd. Voor juni zijn de nieuwe jaarplannen, inclusief begroting, door de Raad goedgekeurd en met wederzijdse instemming geeft een taakgroephoofd het betreffend seizoen leiding aan de taakgroep.

artIkeL 6: aanSteLLen Van betaaLde kracHten bInnen de geMeente

1. beroepen en bevestigen voorgangerBij het beroepen en bevestigen van een voorganger wordt als volgt gehandeld:a. Wanneer de Raad van Oudsten, na gebed en bespre-king, eenstemmig geworden is ten opzichte van een broe-der, maakt de Raad van Oudsten aan de gemeente bekend welke broeder men als voorganger wil gaan beroepen.b. Het beroepen van een voorganger wordt besloten tij-dens een schriftelijk bijeengeroepen vergadering. De wijze van stemming is beschreven in artikel 7 van dit huishoudelijk reglement.c. Nadat het beroep is aanvaard gaat de gemeente tot het bevestigen over. De aanstellingsbrief en de gemaakte afspraken worden op schrift gesteld en ondertekend door twee vertegenwoordigers uit de Raad van Oudsten en de nieuw aan te stellen voorganger.

2. aanstellen “overige” betaalde krachtenBij het aanstellen van “overige” betaalde krachten wordt als volgt gehandeld:a. de Raad van Oudsten vraagt de leiding van de Heer, om een bepaalde broeder of zuster aan te wijzen. Hiertoe kan een reguliere sollicitatieprocedure gevolgd worden;b. wanneer de Raad van Oudsten, na gebed en bespre-king, eenstemmig geworden is ten opzichte van een kan-didaat, wordt de naam van de broeder of zuster aan de gemeente bekend gemaakt;c. gedurende twee weken kunnen, vanuit de gemeente, mondelinge of schriftelijke Bijbelse bezwaren tegen de broeder of zuster worden uitgebracht, welke door de Raad van Oudsten worden onderzocht. Wanneer er geen bezwaren zijn ingebracht of de ingebrachte bezwaren zijn opgeheven, zal de broe-der of zuster worden aangesteld. De aanstellingsbrief en de gemaakte afspraken worden op schrift gesteld en ondertekend door twee vertegenwoordigers van de Raad van Oudsten en de nieuwe medewerker.

artIkeL 7: VergaderIngen en Het SteMMen

1. Vergaderingen:a. De Raad van Oudsten vergadert minimaal 1 keer per maand. Beslissingen worden met algemene instemming genomen.b. De Staf vergadert zo vaak als wenselijk. Beslissingen worden met algemene instemming genomen.c. Op de jaarvergadering van de gemeente, te houden bij voorkeur in de maand september of oktober, legt de Raad van Oudsten rekening en verantwoording af over het be-heer en het beleid van het afgelopen gemeentejaar. Deze verantwoording houdt onder andere een jaarver¬slag in van alle taakgroepen en rekening en verantwoording van hetfinanciëlebeheer,voorzienvaneenverslagvaneenvooraf benoemde kascommissie, waarna al dan niet aan de Raad van Oudsten decharge wordt verleend door de gemeente. Tevens wordt een begroting voor het komende gemeentejaar ter goedkeuring overgelegd.

Page 27: Introductieboek De Wijngaard

27

d. Huishoudelijke vergaderingen worden gehouden zo dikwijls als de Raad van Oudsten dit nodig acht dan wel op schriftelijk verzoek, binnen redelijke termijn, van minstens één vijfde gedeelte van de stemgerechtigde le-den van de gemeente. e. De gemeentejaarvergadering evenals huishoudelijke vergaderingen moeten minstens veertien dagen van te voren worden afgekondigd en geconvoceerd. De agenda van een vergadering wordt door de Raad van Oudsten op-gesteld en moet minstens één week voor de vergadering aan de leden beschikbaar gesteld worden. Voorstellen voor de agenda kunnen door elk lid aan de Raad van Oud-sten worden doorgegeven. De Raad van Oudsten behoudt het recht een voorstel niet op de agenda te plaat¬sen. Bij het niet plaatsen van een voorstel zal de reden vermeld worden aan de betreffende persoon.

2. Stemmen:Op gemeentevergaderingen worden beslissingen ten aan-zien van huishoudelijke zaken bij gewone meerderheid van stemmen genomen. Alle leden hebben stemrecht, behalve zij die onder tucht staan. Elk lid heeft één stem. Stemmingen over zaken geschieden in het openbaar bij handopsteking, tenzij één of meerdere leden schrifte-lijke stemming verlangen. Stemmingen over personen vinden schriftelijk plaats. Leden die verhinderd zijn de gemeentevergadering bij te wonen, kunnen een ander lid schriftelijk machtigen. Elk lid kan door slechts één ander lid gemachtigd worden.

3. Stemmen over:Beroepen van een voorganger, het wijzigen van de sta-tuten en/of huishoudelijk reglement, oprichten van en/of participeren in rechtspersonen, en verkrijging of ver-vreemding van onroerend goed. Deze stemming wordt gehouden tijdens een schriftelijk bijeengeroepen vergadering. Tenminste driekwart van de leden van de gemeente dient aanwe-zig c.q. vertegenwoordigd te zijn. De stemming vindt schriftelijk plaats. Besluiten worden genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van het aantal schriftelijk uitgebrachte stemmen. Leden die verhinderd zijn de gemeentevergadering bij te wonen, kunnen een ander lid schriftelijk machtigen. Elk lid kan door slechts één ander lid gemachtigd worden.Indien tijdens de vergadering niet het vereiste aantal van driekwart van het aantal leden aanwezig is, dient een tweede schriftelijk bijeengeroepen vergadering te worden gehouden. Ongeacht het aantal aanwezige c.q. vertegenwoordigde leden wordt tijdens deze tweede vergadering een besluit genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde het aantal schriftelijk uitge-brachte stemmen.

artIkeL 8: aVondMaaL

Het avondmaal wordt in beginsel één maal per maand gevierd tijdens de eredienst. Personen die geen lid zijn van deze gemeente, die zich het eigendom van Christus weten, en in een rechte verhouding staan ten opzichte van de Heer en tegenover hun naaste, kunnen als gast deel nemen aan het avondmaal.

artIkeL 9: tucHt en uItSLuIten

Leden die een zondige levenswandel leiden of die zich zonder geldige reden onttrekken aan de samenkom-sten van de gemeente, worden, nadat ze naar behoren vermaand zijn door de Raad van Oudsten, onder tucht gesteld en bij volharding in hun ontrouw, door de Raad van Oudsten, met redenen omkleed, uitgesloten (Mt. 18:15-17). Van deze besluiten zal de betreffende persoon schriftelijk in kennis worden gesteld. De onder-tucht-stelling en uitsluiting worden kenbaar gemaakt aan de overigegemeenteleden.Ditgeldtookvoordeopheffingvan de onder-tucht-stelling. Bij onder-tucht-stelling van een lid worden de aan de leden toekomende rechten voor dat lid opgeschort. Bij uitsluiting van een lid vervalt het lidmaatschap van de gemeente.

artIkeL 10: aLLIantIe Van baptISten en caMa-geMeenten (abc-geMeenten)

Bij een geschil binnen de Raad van Oudsten wordt er een beroep gedaan op het bestuur van de ABC-gemeenten voor bemiddeling. Het bestuur van de ABC-gemeenten overlegd met de Raad van Oudsten over de procedure. In de nader op te stellen procedure geeft of geven de bemiddelaar(s) van de ABC-gemeenten een bindend ad-vies.

artIkeL 11: WIjzIgIngen

Tot wijziging van het Huishoudelijk Reglement kan alleen besloten worden in een schriftelijk bijeengeroepen ver-gadering. De wijze van stemming is beschreven in artikel 7 van dit huishoudelijk reglement.

artIkeL 12: oVerIge SItuatIeS

In situaties waarin dit reglement niet voorziet beslist de Raad van Oudsten.

Leeuwarden, maart 2011.

Page 28: Introductieboek De Wijngaard

GENIETEN VAN GOD EN MENSEN!

De WijngaardVRIJE BAPTISTENGEMEENTE LEEUWARDEN