hfst 7 groepsprocessen
TRANSCRIPT
GroepsprocessenIn en tussen groepen
Processen binnen groepen Tijdelijke groep : omstandereffect
Omstandereffect Bereidheid tot helpen kleiner naarmate
er meer omstanders zijn
Spreiding van verantwoordelijkheid
Hoe omstanders activeren?
Groepssocialisatie In meer permanente groepen
Socialisatieproces in vier stappen : -voorbereidende stap -categorisatie -compartementalisatie -integratie
Leiders en volgers Gaat om sociale uitwisseling
Taakgericht en relatiegericht leiden
Vier leiderschapsstijlen : laag/hoog
Hangt af van motivatie en competentie van groepsleden
Leiderschap Transformationeel : proactief,
charisma,referentiemacht
Transactioneel : zakelijk
Man of vrouw als leider?
Rolcongruentietheorie
Vrouwen : glazen plafond en Queen bee
Voorkeur voor vrouw : verandering, competitie, vrede, crisis
Groepsprestaties Prestaties van groepsleden afhankelijk
van motivatie : extrinsiek/intrinsiek
Social loafing : minder best doen in groep omdat individuele bijdrage aan groepsproduct niet zichtbaar of duidelijk is
Sociale facilitatie Prestaties van individuele groepsleden
verbeteren omdat ze deel uitmaken van groep of door aanwezigheid van anderen
Simpele of complexe taak
Groepscohesie Sterke banden zijn motiverend
Cohesie stijgt door samenwerking, liefst met succes
Besluitvorming in groepen Voor - en nadelen van unanimiteit
Groupthink: streven naar consensus is belangrijker dan streven naar oplossing
Hoe vermijden van groupthink?
Groepspolarisatie Risky shift en conservative shift
Beslissingen uitgevoerd? Distributieve rechtvaardigheid :
uitkomsten van besluit, iets te verdelen
Procedurele rechtvaardigheid : hoe besluit genomen?
Sociale uitwisseling en balans van geven en nemen
Relatieve deprivatie
Competitie Status en sociometrische analyse
N-effect en beloning
Doeloriëntaties : performance approach en avoidance en mastery approach en avoidance
Groepssamenstelling Homogeen versus divers Bevorderen van functioneren van divers
team :-perspectief; -mastery approach -heldere en gedeelde doelen -positieve att. tegenover
diversiteit -transformationele teamleider
Psychologische processen tussen groepen Zelfcategorisatie 5 waardedimensies waarop culturen
verschillen : -grote vs kleine machtsafstand -hoge vs. lage onzekerheidsvermijding -collectivisme vs individualisme -masculiniteit vs. femininiteit -lange vs. kortetermijngerichtheid
Agressie tussen groepen In en outgroup
KARMAA-model : altruïsme en agressie
Agressie vermindert door iets gemeenschappelijks
Integratie van culturele groepen 4 acculturatiestrategieën :
-integratie -separatie -assimilatie -marginalisatie
Discriminatie tegengaan Contacthypothese : op de juiste wijze
contact
Voorwaarden : samenwerking; gelijke status; gezamenlijke doelen en autoriteiten of sociale normen ondersteunen contact
Jigsawmethode
Positieve discriminatie Nadelen : -gevoelens van
onrechtvaardigheid (uitleg!) -stigma voor bevoordeelde
groep
Hercategoriseren Common ingroup identity model
Samen deel van grotere, overkoepelende groep
Leden van outgoup als individu of als lid van specifieke sociale categorie zien