generaties / binnenskamers nesilden nesile evimiz...

25
GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ MAHREMIMIZ sociaal-documentair foto-essay CARL UYTTERHAEGEN - ABDUL-VAHIT DUMAN

Upload: others

Post on 15-Aug-2020

4 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

GENERATIES / BINNENSKAMERS

NESILDEN NESILE EVIMIZ MAHREMIMIZ

sociaal-documentair foto-essay

CARL UYTTERHAEGEN - ABDUL-VAHIT DUMAN

Page 2: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:
Page 3: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

GENERATIES / BINNENSKAMERS Nesilden Nesile Evimiz Mahremimiz

Doelstelling

1) Een sociaal-documentair foto-essay dat met foto’s van de leefruimte (‘binnenskamers’) wilt aantonen wat generaties van Vlamingen en generaties van Turkse immigranten in Gent van hun ouders overnemen of net niet overnemen(verschillen/gelijkenissen).

2) Het visualiseren van gelijkenissen en verschillen van tussen generaties: wat geven ze door aan mekaar; wat nemen ze over van mekaar en wat niet.

3) Is de invloed van te het leven in een andere maatschappij zichtbaar op de verschillend generaties Turkse immigranten?. Is dit meer zichtbaar bij de tweede of derde generaties ten opzichte van de eerste generatie immigranten? Is de invloed van het leven in een multiculturele samenleving ook vast te stellen bij Vlaamse generaties?

Gelaagdheid

Het project GENERATIES / BINNENSKAMERS is een gelaagd project: 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen: Carl Uytterhaegen(°1944) en Abdul-Vahit Duman(°1980) zijn twee fotografen van een andere generatie, met een andere culturele, intellectuele en professionele achtergrond. Ze hebben beide een totaal verschillende ervaringspatroon met fotografie.

2) Twee fotografen maken op hetzelfde tijdstip -maar onafhankelijk van elkaar- foto’s van de leefruimte. Hoe kijken zij ‘binnenskamers’ en wat brengen ze in beeld. De beschouwer zal in de beelden kunnen zien of er verschillen zijn die kunnen worden toegeschreven aan een invloed is te wijten aan het generatieverschil, en de verschillende achtergrond - zowel cultureel, intellectueel als technisch - van beide fotografen.

3) Welk object zullen de verschillende generaties meenemen? Dit geeft de beschouwer een kijk in het ‘binnenste’ van de individuen, een kijk die hij dan zelf interpreteert.

4) Welk object wordt door de verschillende generaties aan de fotograaf gegeven? Er zal gevisualiseerd worden of er een onderscheid gemaakt wordt door de generaties en hun afkomst: bij het geven aan een autochtone of aan een allochtone fotograaf bij het geven aan een fotograaf van een andere generatie

5) Welk object neemt men mee naar een onbewoond eiland - welk object neemt de vrouw mee - welk object neemt de man mee. 6) De foto’s van de objecten die de verschillende generaties zullen meenemen en de objecten die ze zullen meegeven geven een aparte en gedifferentieerde kijk op de generaties.

7) De bezoekers van de tentoonstelling en/of de lezers van het boek krijgen een beeld van de leefruimte waar ze zelf zo goed als nooit komen. Daardoor komen ze meer te weten over de leefwereld en meer weten leidt zeker tot meer begrip voor elkaar.

Page 4: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Werkwijze

1) Van de leefruimte wordt een ‘neutrale’ panoramische foto gemaakt.

2) De fotografen gaan samen bij de families en maken onafhankelijk van elkaar beelden van de leefruimte.

3) Aan de vrouw des huizes wordt gevraagd welk object (één) ze zou meenemen naar een verlaten eiland.

4) Aan de heer des huizes wordt gevraagd welk object (één) hij zou meenemen naar een verlaten eiland.

5) Aan de vrouw des huizes wordt gevraagd welk object (één) ze als ‘aandenken’ zou schenken aan de fotograaf.

6)Aan de heer des huizes wordt gevraagd welk object (één) hij als ‘aandenken’ zou schenken aan de fotograaf.

7) De vrouw wordt samen met de door haar gekozen objecten (wat meegenomen wordt, wat meegegeven wordt) door de twee fotografen - onafhankelijk van elkaar - gefotografeerd.

8)De heer wordt samen met de door hem gekozen objecten (wat meegenomen wordt, wat meegegeven wordt) door de twee fotografen - onafhankelijk van elkaar - gefotografeerd.

(Indien gewenst wordt uiteraard de anonimiteit gegarandeerd)

We maken foto’s van families met minstens 2 zelfstandig wonende kinderen (bij voorkeur zoon en dochter), van een oudere en jongere generatie; van eerste generatie immigranten en van recente generatie immigranten, van gemengde huwelijken (Vlaming-Turk en/of Turk-Vlaming). Bij de ouders en bij de kinderen gaan we bij het maken van de foto’s op dezelfde manier te werk.

Tentoonstelling

Het foto-essay wordt tentoongesteld in Gent en wordt daarna rondreizend. Een publicatie begeleidt de tentoonstellingen. Naast tentoonstellingen in openbare ruimten is het ook de bedoeling in schoolgemeenschappen de reeks beelden te tonen en daaraan een reeks besprekingen en een debat te koppelen.

Page 5: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Publicatie

Behalve de foto’s komen er analyses van Nederlandstalige en Turkse sociologen, interieurspecialisten en psychologen.

Doelgroepen

Met de tentoonstelling en de publicatie willen we verschillende generaties Vlamingen en Vlamingen van Turkse afkomst bereiken om hen via beelden een beter en dieper inzicht te bezorgen in de leefwereld ('binnenskamers') van elkaar. Schoolgemeenschappen worden gecontacteerd om samen met ons rond het thema GENERATIES / BINNENSKAMERS een themadag te organiseren. Het foto-essay GENERATIES / BINNENSKAMERS wordt getoond waarna een klassikale bespreking volgt. Pedagogisch luik Aan de leerlingen vaneen klas uit het middelbaar onderwijs wordt gevraagd hun eigen leefruimte en deze van hun grootouders te fotograferen. Wij laten onze foto’s zien hetzij als een tentoonstelling hetzij als projectie (al naar gelang de mogelijkheden). Daaraan wordt een discussienamiddag gekoppeld waar de gelijkenissen en verschillen worden besproken tussen de interieurs van de verschillende generaties en evenzeer van de verschillende leefgemeenschappen. Het departement Onderwijs van de Stad Gent heeft zijn medewerking bevestigd. Andere netten worden gepolst over hun eventuele deelname. Met dit pedagogisch luik willen we de jeugd een inkijk geven in mekaars leefruimte en dat van hun grootouders Op die manier brengen we de Vlaamse en Vlaams-Turkse gemeenschap dichter bij mekaar. Motivatie project ‘Generaties-Binnenskamers’ Door het fotograferen van de interieurs van drie generaties, zowel Vlaamse als Vlaams-Turkse gezinnen, laten we de beschouwer zien wat hij/zij zelden te zien krijgt. De foto’s laten niet alleen de interieurs zien maar tonen ook hoe twee fotografen, van een verschillende generatie en met een totaal andere achtergrond, deze interieurs in beeld brengen. Wij vragen aan de generaties ons een ‘virtueel’ geschenk te geven (dat zal tentoongesteld worden) waardoor we een kijk krijgen hoe ze reageren ten opzichte van de twee fotografen en de ‘afkomst’ en ‘leeftijd’ een invloed heeft op wat men schenkt. Door wat de generaties kiezen om mee te nemen naar een onbewoond eiland tonen we waaraan de verschillende generaties van beide leefgemeenschappen heel veel belang hechten. Het uiteindelijke einddoel is door het naar buiten brengen van de interieurs van de generaties de evolutie van beide gemeenschappen van Vlamingen en Vlaamse Turken te tonen en ze daardoor een kans te bieden dichter bij mekaar te komen: hoe meer aspecten we van mekaar kennen, hoe beter het begrijpen, de verstandhouding en het respect voor elkaars leefwereld. Daarnaast brengen we het project in een leerjaar van het middelbaar (het Departement Onderwijs van de Stad Gent verleent reeds haar medewerking, de andere netten worden nog aangeschreven)en laten de leerlingen ook foto’s maken van hun leefruimte en die van hun grootouders. Zo krijgen de leerlingen een beeld van de leefruimte van hun medeleerlingen en ontstaat er een discussiesessie onderling. Zo doende krijgen ze eveneens een ‘diepgaande’ kijk op mekaars leefwereld wat zeker een beter wederzijds begrip en respect meebrengt. In dienstencentra van het OCMW in Gent zullen we Vlaamse en Vlaams-Turkse families uitnodigen om het project te komen bekijken en er een gespreksnamiddag aan te wijden. De ‘verbroedering’ ten gevolge van de voorstelling van het project is gegarandeerd. Alle bibliotheken van de Provincie Oost-Vlaanderen worden aangeschreven en welke interesse hebben mogen rekenen op de projectie van ons project met daaraan eveneens een gekoppelde gespreksnamiddag.

Page 6: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Het begin

Op een dag in december ging ik op de koffie, niets ongewoons. Aan de tafel naast mij zaten twee jonge mannen in een boek te kijken over moskeeën en er over te praten in het Turks. Het is een boek over de poldermoskeeën in Nederland. In een artikel had ik er zijdelings over gelezen dus vroeg ik om het even in te zien. Het klassieke ‘het ene woord brengt het andere mee’ mondde uit in een interessant gesprek en we kwamen uit bij ‘fotografie’. Ook niet meteen iets ongewoons: het boek, mijn achtergrond en het feit dat een van de jonge mannen fotografie studeerde. Hij toonde interesse voor mijn werk en daarom verwees ik hem naar mijn website. Als het hem interesseerde mocht hij me steeds contacteren. Inderdaad een paar weken later kreeg ik een mail en liet hij we werk zien. Mijn voorgevoel was juist: hij was een gedreven iemand en had heel wat in zijn mars. De idee van ‘GENERATIES / BINNENSKAMERS’ rijpte. Ik sprak met Abdul-Vahit af, uiteraard bij een koffie, en stelde hem het project voor. Zijn enthousiasme was groot: we gaan ervoor!

Carl Uytterhaegen en Abdul-Vahit Duman

Page 7: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Abdul-Vahit Duman

(°1980, Gentenaar van Turkse origine) voltooide de opleiding Fotokunst aan de Sint LucasAcademie te Gent en werkt o.a. als freelance fotograaf. Hij werd tweemaal laureaat van Photo View (Centrum voor Beeldexpressie) en zijn reeksen ‘window’ en ‘identity’ werden geselecteerd voor het Internationaal Fotofestival Knokke-Heist (2009) en de Canvascollectie (2010). Wat hem drijft bij vrije werken én reportages, is de (non-)communicatie van een persoon of gemeenschap met de -cultureel verschillende- omgeving. Een serene inkijk in een verhulde, alledaagse wereld binnenskamers of een voorzichtige - zowel individuele als maatschappelijke- zoektocht naar een multi-culturele identiteit. Zo schept hij verrassende ontmoetingen, of maakt hen zichtbaar. In 2009 werd zijn originele fotoreportage van het interieur en de bezoekers van moskeeën gepubliceerd in het boek ‘Islamitische ruimtes in de stad’ van Meryem Kanmaz (2009) en tentoongesteld in Kunsthal Sint-Pietersabdij in Gent. In maart 2011 verscheen zijn meest recente fotoreeks met oa. panoramische beelden van 11 nieuwbouw moskeeën in Vlaanderen dat werd gepubliceerd in een boek door vzw Mana met als titel "Nieuwe moskeeën in Vlaanderen - Tussen heimwee en werkelijkheid". link: http://gallery.canvas.be/foto-photo/window/

link http://www.manavzw.be/

Fotoboek: “Nieuwe moskeeën in Vlaanderen - Tussen heimwee en werkelijkheid”

Website: www.abdulvahitduman.be

[email protected]

Page 8: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Carl Uytterhaegen (°1944). Werkt meestal documentair en in reeksen waaraan hij verschillende jaren werkt. Aan het foto-essay ‘Eeuwigdurend Aandenken’ werkt hij sinds 1970. Ere-docent Fotografie (Gentse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, KASK, Hogeschool Gent). Ridder in de Leopoldsorde. Hij stelt regelmatig tentoon in binnen- en buitenland. Hij schreef ‘De Bijsluiter’ (1999) en ‘Goed Belicht’ (2005) (Academia Press, Gent) twee boeken over de geschiedenis van de fotojournalistiek, documentaire fotografie en fotografie in conflicten. Werken in bezit van: Fotomuseum Antwerpen (B)Rijksprentenkabinet, Leiden (NL)Erasmus Universiteit (NL)Ministerie van Nederlands CultuurCanadees Fotomuseum, (CAN)The National Library of Wales, Aberystwyth (GB)La Bibliothèque Nationale, Paris (F)Privé-collecties

Eric Ubben, gewezen departementshoofd van de Koninklijke Academie van Gent (KASK), schreef in zijn inleiding van ‘Cité3’ (2005): ‘...Maar we gingen het over Carl Uytterhaegen-de-pedagoog hebben en misschien terloops toch ook nog even de magie van de Gentse school betrekken in dit verhaal. De uitstraling van die Gentse fotoschool is immers ook voor een groot deel zijn verdienste. ....In mijn titel verwees ik naar de notie revisited, een beetje zoals Carl Uytterhaegen terugkeert naar Auchel, kijk ik terug naar één van de boeiendste en markantste docenten uit bijna vijfendertig jaar fotografie aan de KASK. ...’

website: www.mydream.be

[email protected]

Page 9: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Aanvraag om subsidie Koning Boudewijn Stichting:

Titel: GENERATIES/ BINNENSKAMERS

Prof. Dr. H. Pinxten, Vakgroep Vergelijkende Cultuurwetenschap, Universiteit Gent

De aanvragers dienen een project in langs volgende lijnen:

Vraagstelling: Hoe kunnen we , in een participatief onderzoek via fotografische verslaggeving, de impact tonen van de migratie op de leefsfeer (‘binnenkamers’) van Turkse migranten in Vlaanderen? En, parallel, hoe kunnen de impact van de categorieën van het ontvangende land over leefsfeer op de migrantenkeuzen aanduiden?

Omschrijving van het project: Ons uitgangspunt is dat integratie gelaagd gebeurt. Door nu als fotografen binnen te dringen in de

huiskamers van migrantenfamilies worden verschillende lagen toon- en bespreekbaar gemaakt. We trachten daarbij verschillende parameters in ogenschouw te nemen:

(a) Participatief: -we vragen verschillende generaties van Turkse migranten in Gent om ons toe te laten tot hun woonkamer en daar (1) zelf interieur en relevante objecten te kunnen fotograferen, en (2) de door de bewoners aangeduide: voorgestelde objecten of sfeerbeelden te fotograferen.

Vermits we verschillende generaties aanzoeken voor deze participatieve aanpak zal de verschillende graad van en het verschillend aanpakken van participatie relevant zijn;

(b) Divers qua onderzoekers: De fotografen /onderzoekers zijn beide professionele fotografen. Maar één van beide is ouder (zestiger) en de andere is jonger (dertiger); bovendien is de eerste Vlaming, de tweede van Turkse afkomst . Dit laat toe dat generationeel en cultureel verschillende gevoeligheden bij het fotograferen kunnen meespelen: wat ziet de Vlaamse fotograaf, en wat de Turkse fotograaf in hetzelfde interieur? Wat de oudere en wat de jongere? Bovendien zal dit in de interactie en participatie mogelijk een rol spelen: zowel leeftijd als afkomst

kunnen de interactie verschillende beïnvloeden.

(c) bidirectioneel opbouwen van het beeld: de informanten en de fotografen/onderzoekers hebben beiden een actieve inbreng in het bepalen van de categorieën van wat relevant, belangrijk, toonbaar is: -de fotografen fotograferen wat zij elk relevant of veelzeggend vinden: ‘wat zien wij?’ -de informanten wordt gevraagd zelf een object of een sfeerbeeld aan te wijzen dat zij relevant, betekenisvol vinden: ‘wat tonen zij?’.

(d) gender: ten slotte wordt gender-gevoelig onderzocht: we houden nauwlettend in het oog wat vrouwen en wat mannen bij de onderzochte families relevant vinden, als object willen gefotografeerd zien, enzovoort. De vakgroep Verg. Cultuurwetenschap van de Univ. Gent heeft reeds veel onderzoek gedaan vanuit een cultuur- en gender-gevoelig perspectief. Prof Pinxten (hoofd) zal de analyse en de interpretatie van de beelden als wetenschappelijke autoriteit begeleiden.

Producten: De producten van dit onderzoek, lopend over een jaar, zijn divers:

Page 10: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

-een foto-essay tentoongesteld in Gent een stad met een sterke Turkse migratie. -een rondreizende fototentoonstelling met een selectie van het gewonnen fotomateriaal en duiding (via analyse en interpretatie) -debatten bij de fototentoonstelling, waar dit door het middenveld kan ingericht worden -een fotoboek dat verslag doet over het gehele project en de reacties.

Page 11: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Wanneer er in Vlaanderen over etnisch culturele minderheden wordt gepraat, is dat steevast in termen van ‘wij’ en ‘zij’. ‘Wij’ zijn de Vlamingen, met onze eigen typische Vlaamse cultuur. ‘Zij’ zijn de moslims, die fundamenteel van ‘ons’ verschillen en zich liefst zo snel mogelijk aan ‘ons’ moeten aanpassen. Dit culturalistische discours – dat helaas zeer diepgeworteld zit in Vlaanderen – gaat voorbij aan meerdere realiteiten. Ten eerste bestaat er niet zoiets bestaat als dé Vlaamse cultuur. Ik daag u uit: probeer die Vlaamse cultuur maar eens te omschrijven. Als u er al in slaagt, zal u al gauw moeten constateren dat er heel veel rasechte Vlamingen zijn die óók niet geïntegreerd zijn. Ten tweede gaat de druk om te integreren voorbij aan het feit dat mensen niet kunnen worden verplicht om hun cultuur overboord te gooien en te worden zoals ‘ons’. Culturele gebruiken en waarden zijn zaken die men meekrijgt via socialisatie, en kunnen niet van de ene op de andere dag worden veranderd. Ook in het geval van etnisch culturele minderheden treden deze veranderingen slechts geleidelijk aan op. In sommige gevallen veranderen individuen in de loop van hun leven, maar heel vaak is assimilatie een proces dat zich voltrekt over generaties heen. Ik weet het, ‘assimilatie’ is een lelijke term, maar enkel omdat hij herhaaldelijk is gebruikt in de context van het culturalistische discours. Etymologisch gezien echter verwijst asSIMILatie naar het proces van meer en meer op elkaar gaan gelijken. En dat kan niet door mensen te dwingen om hun cultuur overboord te gooien. Dat kan enkel door verschillende groepen met elkaar in contact te brengen, door de grenzen tussen ‘wij’ en ‘zij’ te slopen, en mensen zo de kans te geven een mix te maken van de dingen die zij waardevol achten. De bezielers van het project GENERATIES/BINNENSKAMERS hebben dit alles zeer goed begrepen. Hun project getuigt in eerste instantie van een besef dat culturele verandering niet kan worden afgedwongen, maar zich voltrekt over generaties heen. In die zin is het hele project eigenlijk een visuele weergave van het proces van assimilatie in zijn niet normatieve betekenis. Het in beeld brengen van de leefruimtes van verschillende generaties brengt niet alleen de continuïteit en verandering in beeld wat esthetische voorkeuren betreft, maar verschaft ook inzicht in veranderende waardepatronen. In zijn boek ‘Van keukentafel tot God’ beschrijft Noel Clycq bijvoorbeeld het belang van een keukentafel voor zijn Italiaanse respondenten. Voor hen is een keukentafel niet zomaar iets om aan te eten; het is een plaats om samen te zitten met de familie, om bij te praten en gezellig samen te zijn. Kijken naar het interieur van mensen en naar voorwerpen die voor hen belangrijk zijn, is kijken naar wat ze belangrijk vinden in het leven. Kijken naar hoe interieurs veranderen over generaties heen is inzicht krijgen in sociale verandering. Een tweede verdienste van dit project is dat het op verschillende manieren de muur tussen ‘wij’ en ‘zij’ probeert te slopen. Door zowel de interieurs van Vlamingen als van Turkse Belgen te fotograferen, scheppen Carl en Abdul-Vahit kansen om aan te tonen dat de verschillen tussen Vlamingen en Turken niet absoluut zijn, en de twee etnische groepen ook intern zeer heterogeen zijn. Maar het project draagt ook de potentie in zich om werkelijke grenzen tussen de twee etnische groepen te slopen. De bezoekers van de tentoonstelling en de lezers van het boek zullen ongestoord en volledig geoorloofd kunnen binnengluren in de huizen en hoofden van een groep die voor de meesten onder hen onbekend en dus onbemind is. Sommige interieurs zullen afkeer oproepen, andere vertrouwdheid en nog andere verwondering. Sommige stereotiepen zullen bevestigd worden, andere ontkracht. Maar wat telt is dat mensen niet langer in beeld worden gebracht als lid van ‘de andere groep’. Wat we te zien krijgen zijn mensen in al hun menselijkheid, uniciteit en complexiteit. En dat heeft meer potentie om muren te slopen dan welk integratie-initiatief ook.

Klaartje VanKerckem Sociologe, UGent

Page 12: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Generaties/binnenskamers

Christian Van Kerckhove

1. Schuine streep

Op een eerste kijk hebben we hier te maken met een wat vreemde combinatie van woorden : Generaties/binnenskamers. Het vreemde ligt niet in de woorden zelf (die kennen wij allemaal) maar in de wijze waarop zij aan elkaar worden gekoppeld. Duidt het op een verhouding, zoals km/u of p/p zodat we zouden kunnen lezen generaties per binnenskamers. Maar wat betekent dit dan generaties per binnenskamers. Een andere mogelijkheid is dat de schuine streep verwijst naar een deel van een geheeld, zoals 3/8 te lezen als : we zitten nu op de derde van in totaal acht pagina’s. Maar hoe lezen we dan generaties/binnenskamers, als generaties van binnenskamers? Of duidt de schuine streep veeleer op een breuk zoals we schrijven 1/8 en lezen als 1 op 8; we zouden hier dan moeten lezen : generaties op binnenskamers. Maar wat wil dat dan weer zeggen? Een andere mogelijkheid is dat je met de schuine streep de delen van een groter geheel wilt aangeven zoals : gezocht arbeiders (m/v). Maar van welk groter geheel maken generaties/binnenskamers dan deel uit? Wanneer we de doelstellingen van het project erop nalezen, zou het wel eens kunnen dat generaties/binnenskamers deel uitmaken van het groter geheel samenleving. Maar dan een samenleving die gelaagd is opgebouwd. Je hebt de eerste, tweede, derde, … generatie migranten en je hebt de eerste, tweede, derde generatie autochtone die in deze gelaagde maatschappij met de verschillende generaties allochtonen ‘samen leven’. Beide zullen wel een invloed op elkaar hebben. Vraag is welke?

2. Binnenskamers

Wanneer we er een woordenboek op naslaan, wordt ‘binnenskamers’ omschreven als : in de kamer. Maar direct eraan gekoppeld lezen we : iets binnenskamers doen, in stilte, in ’t privé, onder vier ogen. Het woord binnenskamers heeft dus een wat negatieve connotatie : datgene wat niet naar buiten mag komen. Het woord binnenskamers verwijst hier dus tegelijk naar een virtuele plaats. Toch denk ik dat we ‘binnenskamers’ ook positiever kunnen benaderen. Binnenskamers verwijst dan naar zoiets als de ‘leefruimte’. Die ruimte die afgeschermd is van de buitenwereld, waar we niet onze publieke rol hoeven te spelen, de plaats waar we onszelf kunnen zijn. Het huis waarin we wonen, onze eigen kamer. Nog interessanter wordt het wanneer we binnenskamers naar het Frans vertalen : ‘l’intérieur’ en dit dan vertalen als ‘het interieur’ : de wijze waarop we – naar eigen inzichten – onze leefruimte, ons huis, onze eigen kamer inrichten of hebben ingericht. Het interieur zegt dus veel over wie, wat we zijn, welke esthetica we hebben, welke cultuur en hoe we naar de wereld kijken.

3. Generaties

Ook hier hebben we meerdere mogelijkheden om dit begrip te omschrijven. Laten we er twee weerhouden:

- algemeen : het geheel van individuen van eenzelfde trap in een voortplantingsreeks; - in de tijd : met betrekking tot zaken die een ontwikkeling doormaken.

De eerste omschrijving geeft dus aan dat een generatie een groep mensen is die tot eenzelfde leeftijdsgroep behoort en daardoor iets gemeenschappelijk heeft wat hen onderscheid van andere generaties. De tweede omschrijving legt de nadruk op het feit dat generaties niet statisch zijn maar ‘evolueren’ in de tijd.

4. Generaties/binnenskamers

Page 13: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Als generaties evolueren in tijd, dan impliceert dit tegelijk dat elke generatie naar eigen smaak - mede ingegeven door het tijdsgewricht - z’n eigen interieur wil/zal inrichten. Met andere woorden, generaties/binnenskamers laat zich in deze context dan ook lezen als generatie per interieur. Indien we een interieur fotograferen, dan fotograferen we tegelijk het mens- en wereldbeeld van die generatie. Wanneer we nu foto’s van diverse interieurs naast elkaar plaatsen dan krijgen we een beeld van de verschillende generaties en kunnen we eventueel opmerken welke onderdelen van het interieur constant blijven en welke evolueren. We mogen evenwel niet de fout maken te denken dat er binnenskamers maar één generatie leeft. Zodra een koppen een kindje krijgt, wordt er een nieuwe generatie geboren. En voor deze nieuwe generatie wordt er een eigen ruimte, een eigen kamer ingericht. Eenmaal het lid van deze nieuwe generatie opgroeit zal het zijn/haar eigen kamer (interieur) inrichten. Ook hier kunnen we dus spreken van generaties/binnenskamers. Wat we kunnen lezen als generaties van interieurs binnen één huis. Zoals we hoger reeds aangaven kunnen we generaties/binnenskamers zien als een breuk. Metaforisch gezien, kunnen we de schuine streep hier dan lezen als een teken dat de breuk tussen verschillende generaties aangeeft. Deze breuk hoeft ons niet te verwonderen, daar elke generatie dankzij die breuk haar eigen identiteit opbouwt en tot uitdrukking brengt (evenwel met het meenemen van elementen uit de vorige generatie, waardoor het niet tot een radicale breuk komt1). De verhouding generaties/binnenskamers impliceert dus tegelijk het feit dat men zich binnen de eigen kamer - als expressie van de eigen identiteit - pas echt thuis voelt. We hoeven hierbij maar te denken aan het puberteitsconflict. Zoals hoger reeds aangegeven, zijn generaties/binnenskamers ingebed in een groter geheel, genaamd samenleving. In zijn meest extreme vorm kan deze inbedding problematisch worden. De binnenkamer voelt zich niet langer thuis in de buitenkamer, waardoor men alles binnenskamers wil houden. Het samenleven wordt bemoeilijkt of moeilijk. Binnenskamers/buitenskamers wordt een problematische verhouding.

5. Binnenskamers/buitenskamers

Ook al wordt de relatie binnenskamers/buitenskamers/ problematisch, een dialoog blijf er steeds, of men dat nu wil of niet. Dit wil zeggen dat elke generatie hoe opgesloten ze zich ook heeft teruggetrokken in haar eigen interieur, vroeg of laat toch naar buiten moet komen. De binnenskamersidentiteit (bijvoorbeeld de kledij) begeeft zich naar buiten, waardoor ze – als is het onbewust – deze buitenwereld (de samenleving) beïnvloedt (al is het maar dat ze negatieve reacties losweekt). Maar ook omgekeerd. Het interieur ontstaat niet los van de buitenwereld, maar in dialoog met die buitenwereld (als is maar op basis van het afwijzen van wat buitenskamers gebeurt). Meer zelf, generaties ontstaan ook in reactie op wat binnenskamers leeft. En dat dit niet steeds de vertrouwde binnenkamers van het eigen huis hoeven te zijn, bewijst dit boek ‘Generaties/binnenskamers’.

1 Met de filosoof Hegel zouden we hier kunnen spreken van ‘Aufhebung’

Page 14: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Een mens leeft het leven voor een groot deel door wat de vorige generaties doorgegeven hebben. Dat lijkt een sterke uitspraak te zijn en kan een beklemmend effect hebben maar in het licht van hoe de antropologie kijkt naar mens en cultuur is dit perfect te duiden.

1. Antropologen zien mensen binnen de context waarin ze zich bevinden. In de culturele antropologie gaat dit over alle aspecten die een rol spelen in die specifieke culturele context. Het is immers een uitgangspunt in de antropologie om op een holistische manier naar mens en cultuur te kijken. Dit is onder andere een verdienste van Franz Boas, een antropoloog uit de 19de – begin 20ste eeuw, die aangaf dat een cultuur als uniek particulier geheel moet bestudeerd worden en dat de antropologie de mens enkel in dergelijk kader kan bekijken. Hij bedoelde daarmee dat men een mens diende te benaderen en onderzoeken als lid/deel van een welbepaalde cultuur, met een heel eigen en unieke geschiedenis. Niet door zoals voorheen de mens als een onderdeel van een universele, algemene cultuurevolutie te zien. Boas wilde daarmee vermijden om uitspraken over dé menselijke cultuur te doen en alle culturen in het perspectief van het westers cultuurmodel te plaatsen. In latere stromingen en visies geeft men aan dat de structuur en het systeem van een cultuur moeten bekeken worden net omdat alle aspecten van een cultuur met elkaar in verbinding staan. Culturele antropologie is de dag van vandaag dan ook vooral een studie die ‘intrinsiek vergelijkend’ van uitgangspunt moet zijn (we bedoelen daarmee niet kwalitatief vergelijkend), zoals Rik Pinxten aangeeft in het recente handboek culturele antropologie.2 Kortom, via de hedendaagse antropologie durven we zeggen dat, om maar iets te kunnen zien van een ander, een breed spectrum noodzakelijk is namelijk een mens kaderen in de context van de eigen cultuur (en dus de generaties een plaats geven).

2. Als antropologen de mens in een context willen bekijken dan spreken ze van een welbepaalde gemeenschap. Men bedoelt daarmee de groep van mensen die eenzelfde taal spreken en hetzelfde gebied bewoont. Men kan daarmee een relatief kleine gemeenschap bedoelen zoals een gezin, een familie, een dorp of een grotere entiteit als een bepaalde regio. In elke gemeenschap is een soort van gemeenschappelijke cultuur te zien, om het even hoe groot of hoe klein die gemeenschap is. Dat wil zeggen dat mensen ongeveer dezelfde waarden erkennen (men neemt de waarden meestal aan maar men kan er zich ook expliciet tegen verzetten en dan een ‘tegencultuur’ of een subcultuur vormen – vast staat dat de centrale waarden altijd een plaats krijgen en (h)erkend worden door de leden), gemeenschappelijk gedrag vertonen en de symboliek van een cultuur (in haar materiële aspecten) als karakteristiek zien. Een geheel van elementen wordt door eenzelfde groep van mensen als ‘typisch’ voor die gemeenschap gezien. Men spreekt dan van een specifieke ‘cultuur’. Belangrijk voor de antropologie blijkt dus dat een onderzoeker de gemeenschap en de mensen die het geheel van een cultuur vormgeven (dus ook de generaties) ook als element van studie beschouwen als ze een specifiek aspect onderzoeken.

3. In de antropologie stelt men tegelijk dat een mens niet enkel gesocialiseerd maar ook geculturaliseerd wordt (in de cultuur wordt opgenomen) We zijn een stuk van onze cultuur omdat we er nu eenmaal in geboren zijn, we ‘leren’ er gaandeweg deel van uitmaken. We leren hoe we ons dienen te gedragen om erkend te worden, een plaats te krijgen in deze groep. En we leren vooral ook wat er gebeurt als we ons niet aan de regels houden. Dit culturalisatieproces ziet er wereldwijd heel divers uit: soms met vrij duidelijke instructies over hoe men zich dient te gedragen bij zaken die in de cultuur van belang zijn, of in de gemeenschap waartoe men behoort (of zelfs wil behoren…), soms met verhalen waar men zelf de betekenis uit moet leren,… maar tegelijk universeel is in zijn doel: het voortbestaan van een cultuur verzekeren. De belangrijke taak in dit culturalisatieproces legt men bij die groepen van mensen (ouders, familie, ouderen, mensen met een bepaalde functie) waaraan men een stuk verantwoordelijkheid toeschrijft om de cultuur uit te dragen of te behoeden voor teloorgang. Het zijn dan ook dikwijls die mensen die men

2 Pinxten, R. Mensen: een inleiding in de culturele antropologie. Leuven: Lannoo Campus, 2009.

Page 15: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

aanspreekt, of verantwoordelijk acht voor wrijvingen tussen mens en cultuur. In onze achtergrond herkennen we hier de rol in van de ouders (vader?), de school (leraar?), media.

Het is interessant om te kijken hoe we dat proces doorlopen hebben, wat de invloed van onze (voor)ouders was en hoe we op eigen beurt dat engagement aangaan.

Vandaar durven we de uitspraak doen: we leven wat de generaties voor ons doorgegeven hebben…

In dit project duikt vanuit antropologisch perspectief een relatief werkbaar kader op waarin we mensen kunnen zien of proberen begrijpen. Of althans een deel daarvan: mensen zijn immers niet enkel tot hun cultuur/context te herleiden, op hun beurt zijn ze een actieve participant en producent in die cultuur! Het antropologisch kader levert een aantal interessante vragen op:

Is een mensenleven zo verschillend als we bovenstaande vertrekpunten in beschouwing nemen? Wat zien we en hoe zien we dat?

Verschillen de families/gezinnen meer van elkaar door hun verschillende culturele context? Door hun verschillende historiek of levensgeschiedenis? Of zien we, als we onze lens nog iets vergroten, veeleer de herkenbaarheid? Zien we vooral de dingen waarin we gelijkend zijn? En wat zien we dan juist? Kan men de cultuur of culturele context überhaupt zien waarin men zich bevindt? Ziet men iets van de verbindingen die mensen hebben met voorouders (generaties dus)? Het zou ook interessant zijn om te weten of mensen zich in een voor hen ‘vreemde’ context als meer ‘authentiek’ beschouwen, zich scherper definiëren als behorend tot een welbepaalde gemeenschap en dat tot uiting brengen. Wat zijn de verschillende zaken die deel uitmaken van een cultuur: voorwerpen, ideeën, wat mensen doen en wat heeft een individu er als het ware aan ‘toegevoegd’?

Lijnen In onze cultuur worden kinderen meestal opgevoed door ouders, en als het goed gaat zullen de ouders een lijn openhouden naar de grootouders en de andere familieleden. Als we iets verder kijken dan zien we dat in andere culturen, de lijnen verenigd worden door op dezelfde plaats een dagelijks leven uit te bouwen. We bedoelen daarmee dat in het dagelijks leven de ouders, grootouders, tantes en ooms en aanverwanten een veel grotere impact hebben op het dagelijks leven van alle deelnemers. We willen hier niet aangeven dat dit een ‘betere’ manier van leven is, of dat dit iets is waar we als westerlingen terug moeten naar streven. Het is een andere ‘keuze’. Voor mezelf kan ik enkel vaststellen dat ik de luxe (en tegelijk de verplichting) heb om een vrij (en in ons denken is vrij heel dikwijls gelijkgesteld aan leven als een individu) leven te leiden, met keuzen die enkel tot consequenties leiden voor mijn kleine gezin (kerngezin zoals de sociologen dat aangeven). Is dat een voordeel? Of een nadeel? Ik zou het niet weten. Het enige wat we kunnen aangeven in dit kader is dat we met zijn allen, hoe graag we ons ook als individu willen ontplooien, toch een lijn merken met ons verleden. Al willen dat niet altijd geweten hebben. Deze lijnen zorgen voor een deel voor onze verbondenheid met de wereld, de gemeenschap. Dus generaties zijn nog altijd evenzeer van belang in ons dagelijks leven, alleen geven we, geeft onze maatschappelijke context, dat een andere vorm en betekenis.

Page 16: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Lijnen binnenskamers

Laat ik mezelf maar eens als uitgangspunt nemen. En verbinden aan een hedendaags thema als diversiteit, en dan nog aan een aangebrand non-thema als het dragen van een hoofddoek. Op zich vind ik dat een discussie die eigenlijk niet ter zake doet. Vrouwen (ik heb het niet over meisjes, die zijn zozeer kneedbaar dat dit nog geen echte uiting is voor mij van een eigen keuze) beslissen zelf wat ze doen en belangrijk vinden in hun ontplooiing. Het kan ook een statement zijn, en wie ben ik dan om dat in globaliteit af te keuren. Elk haar eigen hoofd! Tegelijk merk ik dat ik dit als persoon ook een andere interpretatie meegeef. En deze heeft te maken met mijn persoonlijke voorgeschiedenis waarin de historiek van de generaties voor mij een belangrijke rol speelt. Hier komen voor mij de invloeden, bewust of niet, van de generaties naar boven: laat me met dit voorbeeld duidelijk maken waarom dergelijk feit, naast een objectieve rationaliteit ook een persoonlijk thema is. Hoever dit ook lijkt af te staan van mijn wereld:

- mijn grootvader (langs moederskant) was een erg geëngageerd persoon; Niet omdat dit voor hem belangrijk was in zijn ontplooiing, wel omdat hij geen andere keuze had: hij was een kind van speciale ouders, die heel vroeg gestorven zijn. Dat maakte dat hij voor zijn halfzus moest zorgen. In die tijd (hij is geboren in 1906 ) was dat geen evidente zaak. Hij kreeg dan ook veel te maken met de ‘goegemeente’ die hem de juiste regels probeerde uit te leggen en richting probeerde te geven, naast de veroordeling natuurlijk dat beide kinderen in een soort van ‘losbandigheid’ verwekt waren, en nog steeds leefden. In zijn tijd was het vooral de katholieke moraal die overheerste. En deze kon bekrompen zijn, niet enkel werd daar een ‘zijn’ aangegeven, ook een ‘gedrag’ werd voorgeschreven: hoe men zicht diende te gedragen was toen wel belangrijk. En het is dat wat mijn grootvader de rest van zijn volwassen leven heeft meegedragen, er was geen zorg voor kinderen zoals zij waren, op 14 jaar gaan werken en op die manier voor zus zorgen was de toekomst. Eenmaal instaand voor zijn eigen leven op financieel vlak, en vooral door het moeten zorgen voor een eigen gezin, maakte dat hij een haarscherpe analyse maakte van de invloeden opzijn leven. De invloeden van grootouders (vrijbuiters, die ook eens op café durfden te gaan naar ik me herinner) maar vooral van de commentaar en de strijd tijdens zijn eigen leven leidden tot zijn gekende uitspraken (in sappig Gents): ‘kind, ik ben tussen nen socialist en nen communist geworden deur mijn jeugd: de keirke zei: wij houden ze dom en ’t kapital zei wij houden ze eirme. ‘K é te vele meegemokt veur te geluuven in ’t goe doen van die instituuses’)’

- En daarom steiger ik soms als ik een hoofddoek zie; niet omdat die mensen dat niet mogen dragen, omdat ik tegen ben, helemaal niet: wie ben ik immers om zo’n persoonlijke keuze te evalueren en mensen tegen te houden om een bepaalde symboliek in hun dagelijkse kledij op te nemen. Wel omdat ik een eigen geschiedenis heb waardoor deze symbolen voor mij verwijzen naar een ander type van ‘strijd’, waarin de generaties voor mij een gevecht moesten leveren voor een menselijk bestaan, voor respect in alle mogelijke vrijheid. Vooral voor respect van ideeën en zijn. Hierin waren de grote instituties als geloof, de politieke macht zwaar regulerend en boden die een sterke tegenkracht die de zorg voor een mens, een kleine gemeenschap niet opnamen. Helemaal niet tolereerden dat een persoon enigszins anders kon zijn of er zelfs wat anders kon uitzien. Op die momenten merk ik dat de vrees naar boven komt dat dit voorbeeld (de druk van een instituut) van eenzelfde orde is maar dan geplaatst in een andere tijd en voor een andere groep mensen. En dat laat sporen na op mij als mens en geeft richting aan mijn eigen leven. Het beïnvloedt ideeën, zonder dat men(ik) soms weet vanwaar ze nu komen: maar ze te zien en te ontrafelen maakt een houding en een standpunt soms verschillende zaken kunnen zijn!

- Vandaar zal ik me heel sterk hoeden om een algemene uitspraak te doen over ‘de andere’, omdat ik meer en meer besef hoe belangrijk een eigen historiek daarin is en je niet zomaar een ‘objectief standpunt’ kan verwoorden…..

Page 17: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Van generalisering en stigma tot interesse en verwondering in ons alledaags samenzijn De eigen identiteits- en beeldvorming van de meesten van ons start in de persoonlijke gezinshistoriek. Het gezin is een plek waar de wereld een plaats krijgt. Binnen dat kader vormen zich onze eerste wereldbeelden. Logischerwijs zijn er dan ook bepaalde waarden en normen die we niet echt in vraag stellen. Het kan gaan van een manier van leven tot een manier van eten die we als normaal beschouwen. Het is pas door in contact te komen met anderen, door in een ander huishouden de voeten onder tafel te schuiven dat we te weten komen dat veel van onze basisgewoonten vaak heel specifiek zijn aan ons gezin of net heel gelijkend zijn terwijl het bezochte gezin dat dan weer niet echt is. Het gezinsleven, en zijn materiële omgeving is vanuit dat perspectief een uitgelezen en originele plaats om culturele en generationele verschillen en gelijkenissen te ontdekken in een niet- conflictueuze omgeving. Elkeen herinnert zich bijvoorbeeld de zondagse bezoekjes aan oma en opa. Ontelbare keren belden we aan bij onze grootouders waar moeder een koffietje dronk, de kinderen een centje kregen en de tijd verdreven met patience of tienen met de kaarten; het enige spelletje dat we in de verste verten konden vinden in dat oude geleefde huis. Bij het binnengaan in dat huis kwam ons vaak een typerende geur tegemoet, een geur van dofheid met een vergaan bloemenparfum en een zweempje ‘quatre quart’ cake. Als kind zouden we ons nooit afgevraagd hebben bij welke andere gelegenheden grootmoeder die parfum zo gretig om haar heen spoot, waar ze die cake eerst had leren bakken en god weet wie ze er al mee verleid had. En die kaarten; daar had ze waarschijnlijk al ettelijke plezierige avonden mee doorgebracht. Om het dan nog maar niet te hebben over de geschiedenis achter die vele zwart-wit foto’s her en der verspreid in het huis. Toen gingen we gewoon bij oma. Oma was voor mij een overvloed aan cake, geborduurde tafelkleedjes en andersoortige rituelen en objecten die zich in mijn kinderbrein samensmolten met haar persoonlijkheid. Nu pas stel ik me de vraag naar haar geschiedenis, nu pas weet ik dat ook zij een leven van transities doormaakte. Ik had er toen geen oog noch interesse voor maar dat huis waar mijn moeder was opgegroeid was een schatkist van een lange geschiedenis, kleine geschiedenisjes en levenswijsheden. Als kind is er die veelheid aan kennis die we nog niet weten te plaatsen. De kennisvelden van ons brein beginnen zich te vormen, en op die manier wordt oma, oma aan de hand van generalisering. Op dezelfde manier kan een vlaming tot Vlaming verworden , en een turk tot Turk. Als volwassen mens is het soms moeilijk deze generaliseringen te ontbinden of om van stigma’s af te stappen. Juist omdat ze in die prilheid van ons mens-zijn of in ons onderbewuste gevormd werden als een directe reactie op onbegrip of overvloed aan kenniselementen. Maar eens je beseft welke meerwaarde het kijken naar die foto’s en het vragen naar de geschiedenis van dat kaartspel ons geeft, beginnen we aan een proces waarbij we onze generalisaties bijstellen. Waarbij we concepten en categorieën in ons brein een andere invulling geven, waarbij we de confrontatie met een onbewust aangemaakte kenniswereld ten volle aangaan. Ik ben ervan overtuigd dat ik niet de enige ben die het wel eens spijt nooit echt veel met mijn grootouders gepraat te hebben. Het is dat gevoel dat mij dagelijks inspireert om rond me heen te kijken, dingen te zien en met mensen te praten. Of ik die dingen en mensen nu begrijp of niet, het is een meerwaarde aan mijn bestaan omdat het me inzicht in de samenleving en mijn nabije leefwereld verschaft. Niet alleen in onze familie maar ook in de bredere samenleving hebben we sinds jaar en dag te maken met generalisering die vaak leidt tot stigmatisering. Niet omdat we slecht of simpel zijn, maar omdat het een psychologische neiging lijkt te zijn die zich ook op sociologisch vlak lijkt verder te zetten. Daarenboven veroorzaakt de veelheid aan informatiebronnen en ons drukke leven een zekere verlamming of misschien wel luiheid die het nog makkelijker maken stigma’s te installeren. Ook de media loodsen vaak de bevestiging van deze bevooroordeelde beelden in onze psyche en samenleving binnen. Net daarom is het belangrijk onszelf aan te porren de wereld van anderen te betreden met respect voor diens gelijkheid en andersheid ten opzichte van onze eigen wereld. Zo begrijpen we verandering in de samenleving beter en veranderen we de samenleving ook een beetje. De grote meerwaarde van dit project ligt dan ook bij het feit dat we onrechtstreeks zullen geconfronteerd worden met de herkenbaarheid van het leven van de ander dat, net als het onze, steeds in transitie is.

Page 18: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Binnen het kader van dit project gaat met op zoek naar wat er doorheen de generaties van verschillende families mee wordt genomen en wat er bewust achterwege wordt gelaten. In mijn eigen leven denk ik dan bijvoorbeeld aan een beeltenis van Maria dat ik meenam uit het huis van mijn grootmoeder na haar overlijden. Die hangt nu in mijn woonkamer. Ik ben eigenlijk helemaal niet katholiek maar ik nam het mee omdat het mij herinnert aan mijn grootmoeder en omdat ik het mooi vind. Moest een onbekende nu in mijn woonkamer binnenstappen is de kans groot dat hij me onbewust met het katholicisme gaat associëren. Er zijn zoveel dingen in een mensenleven die als culturele of religieuze uitingen geïnterpreteerd kunnen worden. Maar als we er dieper op ingaan hebben ze maar al te vaak een heel andere symbolische waarde. Het is dus zeker niet de bedoeling om de essentie van de Turkse of Vlaamse cultuur te achterhalen, in tegendeel wil men aantonen hoe flexibel (culturele) waarden zijn, hoe snel ze kunnen veranderen en hoe ze origineel worden aangepast aan tijd en ruimte. Zo is het in alle culturen. Het is slechts doorheen stigma’s dat er een culturele essentie gecreëerd wordt die in werkelijkheid vaak onbestaande is. Doorheen dit verhaal langs de woonkamers van Vlamingen en Turken hopen de makers die gepercipieerde identiteit te nuanceren, herkenbaarheid, interesse en verwondering op te wekken, en onrechtstreeks een aantal stigma’s te doorbreken. Door een beeld te geven van mensen uit verschillende Turkse en Vlaamse generaties krijgen we een beter inzicht in de complexiteit van onze hedendaagse interculturele samenleving. Door de nadruk van dit project op het intergenerationele zien we ook dat weerkerende waardevraagstukken binnen interculturele relaties vaak vergelijkbaar zijn met waardeverschillen tussen verschillende generaties binnen een cultuur, of zelfs binnen een familie. Ons eigen gezin is misschien het beste bewijs van het feit dat onze waarden niet dezelfde moeten zijn, of dezelfde invulling moeten krijgen om samen te kunnen leven. Gepercipieerde waardeverschillen beletten een gezin of familie meestal niet om samen te leven, net omdat dat samenleven als uitgangspunt van de intergenerationele relatie wordt genomen. Zo is het ook in de bredere samenleving. Samenleven is ons uitgangspunt, bewust of onbewust. Binnen dit project gaan we dan ook op zoek naar de manier waarop generaties en culturen met elkaar verweven zijn en hoe we elkaar bewust of onbewust beïnvloeden in het samenzijn.

Charlotte De Kock

Page 19: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Generaties/binnenskamers

De architecturale en functionele structuur van een huis of appartement wordt doorkruist door de effectieve praktijk van wonen en zingeving.

Wanneer wordt een huis onze thuis? Er is een verschil tussen een ‘huis’ als materiële structuur en ‘thuis’ dat beladen is met emotionele betekenis . Als mensen een bestaand huis of appartement huren of kopen maken zij dat ze er zich thuis voelen. Ze eigenen zich de ruimte toe via een eigen ontwerp ervan o.a. door hun eigen stijl van meubilair en binnenhuisdecoratie. Bij het opleggen van hun eigen interpretatie aan een bestaand concept zijn ze vaak zeer vernuftig. In die zin zijn bewoners actieve participanten. Er spelen hierin een aantal processen mee van verwerping, aanpassing en transformatie. Het onderzoeken van bovenstaande vraagstelling wordt bijzonder interessant wanneer mensen hun land/ streek verlaten en elders een nieuw bestaan uitbouwen. Iedereen, hetzij Belg, Turk of Turkse Belg, oudere of jongere, brengt de traditie van zijn eigen culturele, maatschappelijke en sociale achtergrond mee.

Het begrip thuis heeft vele betekenissen. “Home is at once an idea, a social institution and material reality.” (Putman en Newton 1990). In de sociale psychologie betekent het een gemoedstoestand, een schuilplaats, een plaats voor de vorming van de identiteit , een veilige haven maw iets wat mensen nodig hebben voor hun individuele vervulling. Thuis verwijst hier gedeeltelijk naar een materiële plaats maar de betekenis ervan ligt meer in de ideële sfeer. Sommigen leggen meer de nadruk op het materiële aspect van deze constructie. Thuis is volgens Hilje van der Horst niet alleen iets van de geest maar een ruimte vol objecten die ons helpen om een thuis te maken (1). De materiële praktijken van ‘zich een thuis maken’ openbaren volgens haar meer dan gevoelens van ‘zich thuis voelen’ (bijvb via vragen als identificeer je jezelf als Turks of Belg?) We krijgen meer inzicht in de complexiteit van het behoren tot door de aandacht te richten op de materiële praktijken, eerder dan op hetgeen mensen vertellen.

De strikte scheiding tussen de private sfeer (thuis) en de publieke sfeer als uitvinding van de 19de en het begin van de 20ste eeuw in een groot deel van de westerse wereld stond in het teken van verheffing van de werkende klasse en het aanleren van burgerzin. Aanleren van huiselijkheid moest meer orde in het leven van armen en arbeiders brengen. In de loop van de 20ste eeuw werd het huis meer en meer een plek om iets te tonen aan de buitenwereld. Thuis is niet meer alleen de intieme private ruimte. Het vertelt iets over de gewenste sociale positie en verbindt aldus het private met het publieke. Van der Horst vergelijkt huiskamers met kleine theaters. Ze vormen als het ware een decor waarin mensen tonen wie ze zijn, waarmee ze zich identificeren en ook wie ze niet zijn (zich afzetten tegen, of zich anders opstellen). Uit onderzoeken in Nederland blijkt dat voor de Turkse Nederlanders de woning meer een statussymbool geworden is: ‘de huiskamer als theater van status en identiteit’. Dit is gericht op de buitenwereld. Men hecht veel belang aan de sociale kontakten thuis. Dit komt o.a. ook tot uiting in het percentage van het inkomen dat besteed wordt aan de inrichting van het huis.

Het interieur van de leefkamer wordt gebruikt om zich te onderscheiden maar ook om betekenis te geven aan de wereld om zich heen. We kunnen verwachten dat er verschillende stijlen zullen zijn.

Page 20: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Bij het inrichten spelen een aantal factoren mee die elkaar zullen doorkruisen o.a.

• Leeftijd: jongeren zetten zich vaak af van hun ouders door de keuze van een ander interieur. Dit weerspiegelt zich in keuze van meubilair, decoratieve objecten en kleuren. In dit project bekijkt men verschillende generaties. De veranderingen vertellen iets.

• Opleiding, werk, inkomen: hoger opgeleiden onderscheiden zich van lager

opgeleiden. Hier past ook een opmerking over ‘smaak’. Smaak is verbonden met iemands klasse positie in een gegeven samenleving. Over smaak valt niet te twisten zegt men maar het gebeurt wel. De dominante elite legt de definitie van goede smaak op aan het gewone volk. De hiërarchie tussen slechte en goede smaak wordt echter ook onafgebroken geconstrueerd.

• Levensoriëntatie: richt men zich op België of juist niet? Bijvb de eerste generatie

Turkse immigranten kwam hier aanvankelijk als ‘gastarbeider. België werd aanzien als tijdelijke verblijfplaats en men koesterde de ‘terugkeerdroom’. Elke cent werd opzijgezet en geïnvesteerd in Turkije oa bouwen van een eigen huis(sober leven hier en sparen voor ginder). Dit had ook effect op de inrichting van het huis hier in België. In 1983 logeerde ik -in het kader van veldwerk- bij een eerste generatie Turkse familie uit Brussel in hun nieuwe huis in een heel klein dorpje uit de streek rond Emirdag. Zij kwamen er om de één of twee jaar gedurende één maand de zomer doorbrengen. Het was het enige huis met één verdieping, gebouwd in baksteen. Op het gelijkvloers leefde de hoca met zijn gezin(huurder), op de eerste verdieping de familie die bestond uit vader, moeder, drie kinderen en de oudste zoon met zijn vrouw en zoontje. De indeling van de ruimten was traditioneel: aparte gastenkamer, keuken gescheiden van eetruimte, aparte badruimte, toilet buiten het huis… De van werd bij terugkeer volgestouwd met etenswaren: gedroogde aubergines, paprika, gezouten druivenbladeren, graan… Ondertussen zijn we bijna 30 jaar verder. Velen zijn permanent gebleven, anderen gaan 6 maand per terug naar Turkije. Welk effect heeft dat op het inrichten van hun huiskamer in België?

• Culturele context : Het gevaar bestaat om teveel te focussen op de culturele

verschillen. Binnen zowel de Turkse, Turks –Belgische als Belgische groep zijn er veel geledingen en oriëntaties. Het typisch Turks of typisch Belgisch of typisch Turks- Belgisch interieur bestaat niet. Bij analyse van één culturele groep verdwijnen culturele verschillen naar de achtergrond en komen er andere dimensies op de voorgrond. We kunnen ons de vraag stellen op welke manier Turkije nog een rol speelt en of er wel fundamentele verschillen zijn.

• Heersende mode: Vanaf de jaren ’80 en ‘90 van vorige eeuw worden mensen ertoe

aangezet om meer te investeren in de woning. Er wordt nadruk gelegd op het huis en consumptie. Er is een markt voor een huis georiënteerde lifestyle o.a. doe het zelf zaken, interieurwinkels. De media spelen hier op in: kranten , magazines, catalogen, TV programma’s, internet… Regelmatig restylen is de boodschap!

• Architectuur van de woning, stadsplanning enz Bijvb In de jaren 1930 staan functionaliteit en rationaliteit voorop. Modern leven vereist een strikte scheiding tussen verschillende functies:werken, koken, eten, ontspanning, rusten,slapen, wassen en zich reinigen. In de nieuwe planning worden de keukens klein zodat men verplicht

Page 21: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

wordt andere activiteiten in andere kamers te doen. De architectuur, de ruimte dicteert maar niet helemaal!

De perceptie van de binnenruimte heeft verder nog te maken met verschillende opvattingen rond o.a.

• mannen- en vrouwenruimten • gastvrijheid en ontvangst van gasten • privé (beladen met gène en taboe) en openbare ruimten in huis • …

Fotografie kan bijdragen tot onderzoek van het dagelijks leven. Twee individuen die dezelfde scène zien, zien niet noodzakelijk hetzelfde . De twee fotografen die de foto’s maken zijn niet neutraal. Ook diegenen die kijken naar de foto’s zijn niet neutraal. Men neemt zijn eigen achtergrond en zijn eigen blik mee. Het alledaagse, zoals een leefkamer, beantwoordt niet aan één grijpbare en herkenbare wereld of realiteit. De observator zal een taal moeten uitvinden om iets, nooit alles, van de complexiteit van dat alledaagse zichtbaar en zegbaar te maken.

Het interessante aan dit project is dat het de mogelijkheid biedt ook stil te staan bij jezelf; het dwingt tot confrontatie: Wat heb ik overgenomen van mijn ouders? Wat niet? Hoe beoordeel ik, interpreteer ik wat ik zie? Wat zegt dat over mij? Het gaat over alledaagse dingen en dat zit dicht op de huid.

In de jaren ’80 van vorige eeuw ben ik in vele woningen geweest van zowel Turkse immigranten in Brussel, vooral eerste maar ook de tussengeneratie en van Turkse families in Turkije zelf, zowel van de stad als het platteland (streek van Emirdag). Ik ben dan ook erg benieuwd naar de evoluties en veranderingen die zich sindsdien hebben voorgedaan. Bij het nadenken over en bezig zijn met dit project stelde ik mezelf ook veel vragen en had ik boeiende gesprekken met mijn man en mijn familie over ons vroeger en huidig interieur. Een voorbeeld van mezelf: In 1953, toen ik vijf jaar was, verhuisden we naar een nieuw huis dat mijn ouders gebouwd hadden in de hoofdstraat van ons dorp. We waren toen met vijf kinderen. Er was een voorkamer, afgescheiden van een grote eetkamer door een accordeondeur met mat glas, en daarachter een grote keuken. In die voorkamer kwamen we nooit; de eetkamer met handgemaakt uitgesneden eiken meubelair werd alleen gebruikt voor speciale gelegenheden als feesten en voor formeel bezoek. In de woonkeuken speelde zich ons leven af: hier werd gekookt, gegeten, gespeeld, verhalen verteld rond de Leuvense stoof, soms huiswerk gemaakt, mijn moeder deed er de strijk en het verstelwerk. In de loop der jaren zijn er veel veranderingen gekomen. Nog zes kinderen werden daar geboren. Er is een verschil in het interieur van mijn kinderjaren en dat van mijn jongste broers en zussen. In 1972 (ik was toen al uit huis) hadden we onze eerste TV en die stond in de voorste kamer samen met een bank in skai en een kleine tafel met een paar stoelen. Daar werd aan gestudeerd. In 1975 werd de kamer beter ingericht met een lederen bankstel, de schouw

Page 22: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

werd verfraaid; een mazoutkachel geplaatst. De avonden speelden zich meer en meer in deze ruimte af, ook overdag als er bezoek was. In 1977 had mijn moeder een nieuwe moderne ingebouwde keuken met een laag kastelement dat de kamer als het ware in twee verdeelde; in het ander deel stond een ronde eettafel. Zo ontstond een beetje een scheiding tussen kookruimte en eetruimte. Overdag werd er meest geleefd in die ruimte. Voor mijn ouders was het heel belangrijk dat alle kinderen de kans kregen om te studeren en daarvoor werd alles opgeofferd. Er was geen geld voor nieuwe meubelen of aankleding van de ruimte. Onze financiële situatie was op bepaalde momenten zeer benard; daar kwam verandering in toen de oudste kinderen begonnen te werken en financieel konden bijspringen. Zo kwam het dat er pas in de jaren 1970 meer welstand en luxe kwam. Als ik mijn huidige leefkamer bekijk dan merk ik op dat ik ook veel dingen in die ruimte doe. De kamer is niet zo groot maar we eten er, ontvangen er bezoek, mijn laptop staat er op een klein bureautje en ik heb deze tekst ook in die ruimte gemaakt. Boven is een ruimte met een bureaumeubel maar daar zit ik nooit meer. De voorste kamer van ons huis is ook als zitkamer ingericht maar daar zit ik zelden.

(1) Van der Horst, Hilje . Living Amsterdam: tangible homes behind Amsterdams facades

in Jan Rath (ed.) Ethnic Amsterdam: immigrants and urban changes in the twentieth century. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2009

Karin De Vriendt

Page 23: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Ruimte, de tijd en de geest over de generaties heen Migratie is een huis, de tijd en de ruimte de stenen, heimwee is zand het tussen de stenen...de migrant is, hij/ zij die het huis bewoont... Een mens is een huis, met verschillende kamers, verschillende identiteiten, die aan verschillende contextenverbonden zijn. Er is een relatie tussen de kamers, want ze vloeien in elkaar heen. Wanneer een persoon verhuist, wat neemt die dan mee van zichzelf? De vloeibaarheid van de tijd wordt voelbaar. Dit project wil onderzoeken en tegelijk weergeven hoe migratie doorwerkt van generatie op generatie, in beelden, in geluiden, in kleuren, in schakeringen en lijnen, in het levensritme, in de ruimten van de mensen, in de ruimten van de binnenkamers des mensen. De generaties verbinden zich doorheen de tijd en de ruimte. De tijd borduurt zichzelf een onzichtbare lijn doorheen het collectieve geheugen van deze generaties. Wat zijn de kleuren van deze lijnen? Hoe tekenen deze zich af tegen de achtergrond van migratie? Welke lagen van de migraties zijn zichtbaar in deze ruimten? Zijn er mentale migraties die in beelden kunnen omgezet worden? Welke verhalen krijgen we te horen als we de ruimte betreden? Welke verhalen leest de migratie ons voor, op het snijpunt van binnen en buitenkant? Welke verhalen zijn in slaap gewiegd over de generaties heen? Welke sporen zijn ogenblikkelijk aanwezig van verloren tijden? Hoe groot is de afstand tussen de binnenkant (privé) en de buitenkant (publieke) van de persoon? De tijd borduurt onzichtbare lijnen doorheen de volgende assen: Binnen/buiten Open/gesloten Heden/toen Traag/snel Donker/licht Afstand/nabijheid Expliciet/implicietHeimwee Hoe groot zijn afstanden als je over heimwee spreekt? Hoe worden die afstanden in tijd en ruimte overbrugd? Welke elementen in de ruimten hebben de heimwee kunnen verzachten? Zijn er onzegbare vanzelfzwijgende beelden, die zij in stilte uitschreeuwen binnenskamers? Zijn er waarheden die zij konden dragen, zonder te klagen? Is er een stilte die niet verwoord, maar verbeeld kan worden? Zijn er stille ruimten die sprekend zijn over de generaties heen?

Conflicten Zijn er ruimten die ons binnenstebuiten zetten? Zijn er conflicten die onoplosbaar bleken over de generaties en de tijd heen? Hoe zijn de meerdere identiteiten zichtbaar in de ruimten? Zijn er binnenkanten die zichtbaar zijn over de generaties heen? Zijn er buitenkanten van de mensen, die een implosie ondergingen, waardoor de binnenkanten veranderden van kleur, ritme of groottte? Zijn er complexe levenslijnen of realiteiten, die in eenvoud werden neergezet in de ruimten?

Grenzen Zijn er grenzen waarop we botsen om de verbeelding aan te spreken oog in oog met de migratie? Zijn er lijnen die verbroken of onzichtbaar zijn geworden door de generaties en de tijd heen? Hoe hebben deze generaties ondanks een strijd geleverd hierin? Zijn er projecties, die door de muren van de tijd en de ruimte konden worden doorgegeven aan volgende generaties? Welke binnen –of buitenkanten van gemigreerde geesten zijn zichtbaar in de ruimten? De getuigen van de tijd geven ons een blik in de achteruitkijkspiegel van generaties. Welke beelden brengen de generaties samen? Waar verlaten ze elkaar?

Doel

Page 24: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen:

Geheugen, tijd en ruimte komen samen in beelden. Het is belangrijk dat de generaties verbroken lijnen weer kunnen verbinden, via projecten zoals deze. Zodoende kan het collectief geheugen weer vervolledigd worden.

Birsen Taspinar Antropoloog-psycholoog

Page 25: GENERATIES / BINNENSKAMERS NESILDEN NESILE EVIMIZ …mydream.be/G_B3_files/Generaties_Binnenskamers-C-A-cv-1 .pdf · 1) De eerste laag is het generatieverschil tussen beide fotografen: