futurum (vs) conditionalis perfectum. perfectum zou hij zich nu al beter voelen? zou hij zich daar...
TRANSCRIPT
futurum (vs) conditionalisperfectum
Perfectum
• Zou hij zich nu al beter voelen?
• Zou hij zich daar beter gevoeld hebben, denk je?
Perfectum
• Je zou wat meer moeten studeren = Je moet wat meer studeren. Het is nog niet te laat.
• Je zou wat meer hebben moeten studeren = Je had wat meer moeten studeren. Nu is het te laat.
Perfectum
• Zij zou niet zo snel hebben moeten gereden.
• Zij zou niet zo snel rijden moeten hebben.
Perfectum
• Zij zou niet zo snel hebben moeten rijden.
• Zij zou niet zo snel gereden moeten hebben.
Bij twijfel
Zich iets afvragen: • Hij is in goede conditie. Zou hij de Tour de
France winnen?
• Zou hij zich al beter voelen?
• Waarom was hij er vorige week niet? Zou hij ziek geweest zijn?
Bij twijfel
Zich iets afvragen: • Heb je het koud? Zou ik de kachel
aanmaken?
• Zou je de trein halen? Je moet toch om drie uur op school zijn?
Futurum
Een voorstel, een belofte: • Heb je het koud? Zal ik de kachel
aanmaken?
• Zullen we een kopje koffie gaan drinken?
• Ik zal je morgen opbellen.
Futurum
Iets dat bijna zeker zal gebeuren: • Je zal vast de trein niet meer halen.
• Zal je de trein nog wel halen? Ik vrees van niet, ik ben veel te laat.
Bij twijfel
Zich iets afvragen: • Zou ik met de bus gaan of met de trein?
• Ik voel me niet lekker. Zou ik een pilletje nemen?
• Hij was toen al ernstig zijn. Waarom zou hij toch niet naar de dokter gegaan zijn?
Oefening => futurum
• Ik stel voor dat ik je help.
• Ik denk dat je zal slagen voor het examen.
• Ik weet bijna zeker dat hij komt.
• Ik stel voor dat ik de afwas doe.
• Ik weet zo goed als zeker dat ik niet deelneem aan de cursus.
• Ik vermoed dat hij thuis is.
Mogelijke oplossingen
• Zal ik je helpen? • Je zal wel slagen voor het examen. • Hij zal vast wel komen. • Zal ik vandaag de afwas doen? • Ik ben er vrijwel zeker van dat ik niet zal
deelnemen aan de cursus. • Hij zal wel thuis zijn. (conditionalis: Hij zou
moeten thuis zijn (of) Hij zou thuis zijn, dat was in ieder geval de afspraak. )
Oefening => conditionalis
• Ik vraag me af of hij naar het feestje komt.
• Ik vraag me af of hij niet al in Frankrijk is geweest.
• Ik kan maar niet beslissen of ik een rode dan wel een groene trui aantrek.
• Ik vraag me af of hij bij haar is gebleven of niet.
• Ik vraag me af of hij is moeten blijven.
Mogelijke oplossingen
• Zou hij naar het feestje komen?
• Zou hij niet al in Frankrijk geweest zijn?
• Zou ik de rode of de groene trui aantrekken? (of futurum: Zal ik de rode of de groene trui aantrekken?)
• Zou hij bij haar gebleven zijn of niet?
• Zou hij daar hebben moeten blijven?
Bij twijfel
Iets weten door een gerucht, van horen zeggen:
• Ik heb gehoord dat glucosamine zou helpen tegen artrose. Klopt dat?
• Piet heeft Irma bedrogen met Maria en Irma zou het bovendien gezien hebben!
Oefening => conditionalis
• Ik heb gehoord dat ze zwanger is. • Katka heeft me verteld dat Cindy tien jaar
geleden abortus heeft gepleegd. • Ik heb gelezen dat een Tsjechische skiër
een val van 400 meter heeft overleefd. • Naar het schijnt waren er 40 mensen op
het feestje. • Ik heb gehoord dat ze het niet heeft
overleefd.
Oefening => conditionalis
• Ze zou zwanger zijn. Maar of dat waar is? • Cindy zou tien jaar geleden aburtus
hebben gepleegd. Althans, dat heeft Katka me verteld.
• Een Tsjechische skiër zou een val van 400 meter hebben overleefd.
• Er zouden 40 mensen op het feestje geweest zijn.
• Ze zou het niet overleefd hebben.
Het geven van een mening
Een suggestie: • Je zou je kamer eens moeten opruimen.
• U zou eens kunnen nagaan of uw eisen realistisch zijn.
• X
Het geven van een mening
Een suggestie: • Je zou naar de dokter gaan, als je je niet
lekker voelt.
• Je zou niet zo lang buiten blijven, als het vriest.
Het geven van een mening
Een suggestie: • Je zou naar de dokter moeten gaan. (of:
Je zou beter naar de dokter gaan)
• Je zou niet zo lang buiten mogen blijven, als het vriest.
Het geven van een mening
Wenselijkheid: • Mensen zouden gezonder moeten eten.
• Sommige vrouwen zouden hun huid beter moeten verzorgen.
• Nu is ze weg. Je zou wat minder tegen haar hebben moeten schreeuwen.
• Ze zou niet naar die koude kerk hebben moeten gaan. Nu is ze verkouden.
Oefening => conditionalis
• Doe meer aan sport.
• Wees creatief.
• Luister naar haar.
• Hou je mond.
• Bemoei je met je eigen zaken.
• Ga niet skiën.
• Vergeet het niet.
+ Conditionalis van het perfectum
Oefening => conditionalis
Conditionalis• Zou je niet wat meer aan sport doen? / Je zou
meer aan sport moeten doen. • Je zou wat creatiever moeten zijn. • Je zou beter naar haar luisteren. • Hij zou zijn mond moeten houden. • Je zou je beter met je eigen zaken bemoeien. • Vandaag zou je beter niet gaan skiën. • Dit keer zou je het beter niet vergeten. / Dit keer
zou je het echt niet mogen vergeten.
Mogelijke oplossingen
Conditionalis van het perfectum • Je zou wat meer aan sport hebben moeten
doen. • Je zou creatiever hebben moeten zijn. • Je zou beter naar haar geluisterd hebben. • Hij zou zijn mond hebben moeten houden. • Je zou je beter met je eigen zaken bemoeid
hebben. • Gisteren zou je beter niet hebben geskied. • Je zou het niet hebben mogen vergeten.
Voorwaarde, onwerkelijkheid
• Als ik een dier zou zijn, zou ik een kat willen zijn. • Wat zou je doen als je een ongeneeslijke ziekte
zou krijgen? • Als Piet niet zoveel zou hebben gedronken, zou
hij vandaag geen hoofdpijn hebben. • Als Salvador Dalí niet gek geweest zou zijn, zou
hij nooit zulke prachtige schilderijen hebben kunnen maken.
Oefening => conditionalis
• Wat doe je als je de lotto wint?
• Als je meer sport, voel je je beter.
• Indien hij het aan mij vraagt, zeg ik meteen “ja”.
• Als je naar Tsjechië gaat, moet je eens Brno bezoeken.
• Wat doe je als ze niet terugkomt?
+ Conditionalis van het perfectum
Mogelijke oplossingen
• Wat zou je doen als je de lotto zou winnen? • Als je meer zou sporten, zou je je beter voelen. • Indien hij het aan mij zou vragen, zou ik meteen
“ja” zeggen. • Als je naar Tsjechië zou gaan, zou je eens Brno
moeten bezoeken. • Wat zou doe je als ze niet meer terug zou
komen?
Mogelijke oplossingen
Conditionalis van het perfectum • Wat zou je gedaan hebben als je de lotto zou
hebben gewonnen? • Als je meer zou hebben gesport, zou je je beter
gevoeld hebben. • Indien hij het aan mij zou hebben gevraagd, zou
ik meteen “ja” gezegd hebben. • Als je naar Tsjechië zou zijn gegaan, zou je Brno
hebben moeten bezoeken. • Wat zou je gedaan hebben als ze niet meer
terug gekomen zou zijn?
Een plan in het verleden
(dat niet gerealiseerd is) • Weet je misschien of dit boek beschikbaar
is? Het zou in de bib staan, maar ik vind het nergens.
• Het team zou vandaag trainen. Dat heeft de trainer me tenminste verteld.
• Ik zou geneeskunde hebben gestudeerd, maar ik was niet geslaagd voor het toelatingsexamen.
Oefening => conditionalis
• We gaan niet naar de zee. Mijn vader komt op bezoek.
• Ik ga vandaag zwemmen. Ben je dat vergeten?
• Ik ging daar naartoe (dat was mijn voornemen). Maar er waren geen kaartjes meer.
• Ik had het plan om dat te doen. Maar ik werd ziek.
Mogelijke oplossingen
• We gaan niet naar de zee. Mijn vader zou op bezoek komen, weet je nog?
• Ik zou vandaag toch gaan zwemmen? Ben je dat weer vergeten misschien?
• Ik zou daar naartoe geweest zijn, maar er waren geen kaartjes meer.
• Ik zou dat al hebben moeten doen, maar ik werd ziek.
Bijzinnen
• Mijn moeder hoopte dat ik tot de universiteit zou worden toegelaten.
• Ik rekende erop dat je dat even zou doen. • Ik dacht dat je in Wenen zou studeren. • Ik had er op gerekend dat Mark Sinterklaas zou
geweest zijn, maar mooi niet. • Ik had gehoopt dat mijn moeder eten zou
hebben klaargemaakt, maar dat was niet het geval.
Oefening => conditionalis
• Ik denk / hij komt niet.
• Ik vrees / hij wil niet komen.
• Ik hoop / hij gedraagt zich.
• Ik reken op / hij bakt de taart.
• Ik vertrouw op / hij spreekt de waarheid.
+ Conditionalis van het perfectum
Mogelijke oplossingen
• Ik dacht dat hij niet zou komen.
• Ik vreesde dat hij niet zou willen komen.
• Ik hoopte dat hij zich zou gedragen.
• Ik rekende erop dat hij de taart zou bakken.
• Ik vertrouwde erop dat hij de waarheid zou spreken.
Mogelijke oplossingen
Conditionalis van het perfectum• Ik had gedacht dat hij niet zou zijn gekomen. • Ik had gevreesd dat hij niet zou hebben willen
komen. • Ik had gehoopt dat hij zich zou hebben
gedragen. • Ik had erop gerekend dat hij de taart zou hebben
gebakken. • Ik had erop vertrouwd dat hij de waarheid zou
hebben gesproken.
Andere opmerkingen
Prepositionele constituent
• Zijn ouders zouden op bezoek komen. • Zijn ouders zouden op officieel bezoek komen. • Zijn ouders zouden komen op officieel bezoek. • Zijn ouders zouden komen op een reeds twee
maanden op voorhand aangekondigd bezoek. • Zijn ouders zouden op een reeds twee maanden
op voorhand aangekondigd bezoek komen.
Prepositionele constituent
• Als ik al die jaren bij mijn ouders had gewoond, was ik gek geworden.
• Als ik al die jaren had gewoond bij mijn ouders, was ik gek geworden.
• Als ik al die jaren met die vervelende kerel had moeten samenwonen, was ik gek geworden.
• Als ik al die jaren had moeten samenwonen met die vervelende kerel, was ik gek geworden.
Corrigeer
• Ik heb het medicijn gestudeert maar ik slaagde het Bachelorexamen niet.
Corrigeer
• Ik heb het medicijn gestudeert maar ik slaagde het Bachelorexamen niet.
• Ik heb geneeskunde gestudeerd, maar ik slaagde niet voor het Bachelorexamen.
Corrigeer
• We hebben een feest voor alle onze vrienden gegeven.
Corrigeer
• We hebben een feest voor alle onze vrienden gegeven.
• We hebben een feest voor al onze vrienden gegeven.
• Ze kwamen alle drie langs.
• Alle drie de kinderen van Marco Borsato hebben de Mexicaanse griep.